Arbeidsmarktbarometer po, vo, mbo 2009/2010 Jaarrapportage
Onderzoek in opdracht van het Ministerie van OCW Sil Vrielink Lette Hogeling Bas Kurver Eva van der Boom
Susan van de Vlasakker Susan Warmerdam
ResearchNed en Ecorys november 2010
© 2010 ResearchNed Nijmegen in opdracht van het Ministerie van OCW. Alle rechten voorbehouden. Het is niet geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in publicaties zonder nauwkeurige bronvermelding.
1 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Inhoudsopgave
Samenvatting
3
1
Inleiding
7
1.1 1.2 1.3 1.4
Monitoren van de onderwijsarbeidsmarkt Onderzoeksvragen Onderzoeksopzet Leeswijzer
7 7 8 8
2
Primair onderwijs
9
2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.4 2.4.1
Inleiding Vacatures directiepersoneel Kernindicatoren Spanningsindicatoren Leraren Kernindicatoren Spanningsindicatoren Verdieping Vacatures ondersteunend personeel Verschillen tussen scholen
9 9 9 11 13 13 15 16 18 21
3
Voortgezet onderwijs
22
3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4
Inleiding Vacatures directiepersoneel Kernindicatoren Spanningsindicatoren Leraren Kernindicatoren Verdieping Ondersteunend personeel
22 22 22 24 25 25 28 30
4
Middelbaar beroepsonderwijs
34
4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.4 4.4.1 4.4.2
Inleiding Directiepersoneel Kernindicatoren Verdieping Docenten Kernindicatoren Verdieping Ondersteunend personeel Kernindicatoren Verdieping
34 34 34 35 35 36 36 36 36 37
Bijlage A
Respons
38
Bijlage B
Tabellen primair onderwijs
39
Bijlage C
Tabellen voortgezet onderwijs
45
Bijlage D
Tabellen middelbaar beroepsonderwijs
54
2 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Samenvatting Om de ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt te volgen en inzicht te krijgen in de effecten van het arbeidsmarktbeleid laat het ministerie van OCW jaarlijks een aantal onderzoeken uitvoeren. Eén van die onderzoeken is de Arbeidsmarktbarometer. Dit betreft een monitoronderzoek dat zich richt op de vraag naar personeel in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs1. Om een goed beeld te krijgen van de ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt wordt elk kwartaal informatie verzameld over vacatures voor directieleden, leraren en ondersteunend personeel. Op basis van deze enquêtegegevens zijn populatieschattingen gemaakt. In dit rapport presenteren we de resultaten van de Arbeidsmarktbarometer voor het schooljaar 2009/2010.
Primair onderwijs De spanning op de arbeidsmarkt in het primair onderwijs (po) is afgelopen schooljaar sterk gedaald. Dit geldt zowel voor directieleden, leraren als ondersteunend personeel. Het aantal ontstane vacatures nam in schooljaar 2009/2010 met bijna 31 procent af en het aantal openstaande vacatures zelfs met 47 procent. Deze terugval ging samen met een vermindering van het aandeel moeilijk vervulbare vacatures (directie, leraren) en een reductie van de vacatureduur (leraren, ondersteuners). Op basis van de vacatureintensiteiten kunnen we verder concluderen dat de arbeidsmarkt voor leraren en onderwijsondersteuners redelijk in evenwicht is en er eigenlijk alleen voor schoolleiders sprake is van een krappe arbeidsmarkt.
Vacatures voor directiepersoneel Afgelopen schooljaar zijn er in het primair onderwijs circa 885 directievacatures ontstaan (780 fte) en circa 1.050 directievacatures vervuld (950 fte). Het aantal ontstane vacatures ligt daarmee significant lager dan in schooljaar 2008/2009. Het aantal vervulde vacatures is niet noemenswaardig veranderd en is duidelijk groter dan het aantal ontstane vacatures. Dit betekent dat in 2009/2010 ook vacatures zijn vervuld die al eerder waren ontstaan. Het aantal openstaande vacatures is als gevolg hiervan duidelijk afgenomen (van 216 naar 161 fte). Een mogelijke verklaring voor deze terugval is de (aangekondigde) bezuiniging op het budget voor bestuur en management. Ondanks de daling van het aantal vacatures, blijft de arbeidsmarkt voor schoolleiders gespannen. Dit blijkt onder meer uit het hoge aandeel moeilijk vervulbare vacatures (58%) en het feit dat bijna een derde van de directievacatures langer dan 3 maanden openstaat. Vergeleken met de arbeidsmarkt voor leraren, is de arbeidsmarkt voor schoolleiders in het po nog altijd krap.
Vacatures voor leraren De spanning op de arbeidsmarkt voor leraren is de afgelopen jaren gestegen. Door groei van de werkgelegenheid en een toename van de mobiliteit nam het aantal vacatures tussen 2005/06 en 2008/09 duidelijk toe. In schooljaar 2009/10 kwam aan deze ontwikkeling echter een einde. Het aantal ontstane vacatures nam in 2009/2010 met circa 30 procent af (van 8.488 naar 5.934 fte) en het aantal openstaande vacatures zelfs met 52 procent (van 666 naar 321 fte). Als gevolg van deze ontwikkeling nam de spanning op de arbeidsmarkt duidelijk af. Gegevens over het aandeel moeilijk vervulbare vacatures en het aandeel langdurig openstaande vacatures bevestigen dit2.
1 2
Inclusief volwasseneneducatie. Het aandeel moeilijk vervulbare vacatures nam in 2009/10 af van 74 naar 67 procent en het aandeel langdurig openstaande vacatures (2 maanden of langer) van 30 naar 18 procent.
3 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Regionaal zijn er overigens wel duidelijke verschillen op de arbeidsmarkt. Zo blijkt dat scholen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht vaker openstaande vacatures hebben dan scholen elders in het land, en dat ook scholen in de regio Gooi & Vechtstreek/Eemland relatief vaak vacatures hadden voor leraren. Verder blijkt dat op scholen met veel jonge leraren (≤ 30 jaar) relatief veel vacatures ontstaan en dat achterstandsscholen (met veel gewichtenleerlingen) meer moeite hebben met de vervulling van vacatures3. Ook binnen het speciaal onderwijs zijn er duidelijke verschillen. Zo blijkt dat op scholen in cluster 4 relatief vaker vacatures ontstaan dan op andere scholen in het speciaal onderwijs en dat ook de vacatureintensiteit hoger is. Dit verschil hangt vermoedelijk samen met de sterke groei van het aantal zeer moeilijk opvoedbare en langdurig zieke kinderen in cluster 4. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat er in het speciaal onderwijs verhoudingsgewijs meer vacatures voor vakleraren openstaan (26%) dan er zijn ontstaan (9%). Dit duidt erop dat vacatures voor vakleraren in het (v)so moeilijker zijn te vervullen dan vacatures voor groepsleraren.
Vacatures voor ondersteunend personeel Het aantal vacatures voor ondersteunend personeel is afgelopen schooljaar (2009/2010) sterk gedaald, vooral door de verminderde vraag naar conciërges. In schooljaar 2008/2009 ontstonden er in het primair onderwijs circa 2.750 vacatures (1.656 fte) voor ondersteunend personeel, waarvan 650 voor conciërge. Afgelopen schooljaar waren dit er respectievelijk 1.875 (oop/obp) en 281 (conciërge). Ook het aantal openstaande vacatures is afgelopen schooljaar sterk gedaald (van 132 naar 57 fte). ). Dit hangt samen met de introductie van de Loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen in schooljaar 2008/20094. Op basis van trendcijfers kunnen we concluderen dat de invoering van de loonkostensubsidie in schooljaar 2008/2009 tot een sterke stijging van het aantal conciërgevacatures heeft geleid, maar geen blijvend effect heeft op de vacaturemarkt. De situatie op de arbeidsmarkt voor ondersteunend personeel is afgelopen schooljaar weer gestabiliseerd op het ‘oude niveau’.
Voortgezet onderwijs
Vacatures voor directiepersoneel Afgelopen schooljaar (2009/2010) zijn er in het voortgezet onderwijs (vo) circa 225 directievacatures ontstaan (216 fte) en circa 245 directievacatures vervuld (244 fte). Het aantal ontstane en vervulde vacatures is daarmee nagenoeg gelijk aan dat in schooljaar 2008/2009. Hetzelfde geldt voor het aantal openstaande vacatures. In schooljaar 2009/2010 stonden er gemiddeld 47 directievacatures open. In schooljaar 2008/2009 waren dat er 44. Op grond van deze bevindingen kunnen we concluderen dat de arbeidsmarkt voor directiepersoneel in het vo redelijk stabiel is. Gegevens over het aanbod van kandidaten en het aandeel langdurig openstaande vacatures bevestigen dit beeld. Het gemiddeld aantal kandidaten dat zich meldt voor de vervulling van directievacatures is de afgelopen vijf jaar niet noemenswaardig veranderd. En ook het aandeel langdurig openstaande vacatures is de laatste jaren redelijk constant. Vergeleken met het primair onderwijs zijn de vacatureproblemen voor directiepersoneel in het voortgezet onderwijs bovendien minder groot.
3 4
Deze laatste scholen hebben een relatief hoge kans op openstaande vacatures. De regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen is medio 2008 in werking getreden en heeft in 2008/2009 geleid tot een sterke stijging van het aantal (conciërge) vacatures.
4 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Vacatures voor onderwijzend personeel Na een dip in de vacatures voor leraren in het vo vorig schooljaar (2008-2009), is het aantal vacatures in 2009-2010 weer gestegen. Dit geldt zowel voor het aantal ontstane als het aantal vervulde vacatures. Wel zijn er, net als in schooljaar 2008/2009, meer vacatures vervuld dan ontstaan. Daarmee wijkt ook dit schooljaar nog af van de jaren voor 2008-2009: er is nog steeds sprake van een relatief ruimere arbeidsmarkt voor leraren in het vo dan voor de economische crisis. Ten opzichte van schooljaar 20082009, lijkt de arbeidsmarkt dit schooljaar echter al iets dynamischer te zijn geworden. Eén van de maatregelen om de salarisvoorwaarden voor leraren te verbeteren is het versterken van de functiemix. In het schooljaar 2009-2010 is de verdeling van de aangestelde leraren naar salarisschaal nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van het schooljaar 2008-2009. In het Convenant Leerkracht is opgenomen dat in 2011 29 procent van de leraren in het voortgezet onderwijs in salarisschaal LC zou moeten vallen en 19 procent in salarisschaal LD. In het schooljaar 2009-2010 is 5 procent van de leraren aangenomen in salarisschaal LC en 3 procent in LD. De inschaling van aangestelde leraren zegt echter niets over de inschaling van het totale personeelsbestand. Volgens de nota Werken in het Onderwijs is er namelijk een positieve ontwikkeling waarneembaar in de toepassing van de functiemix in het vo. Dit duidt erop dat de hogere schalen vooral intern worden toegekend, waardoor er weinig externe vacatures worden geplaatst voor functies in de hogere schalen. In het onderzoek is dit schooljaar aandacht besteed aan de relatie tussen de leeftijdsopbouw van het lerarenbestand en het aantal vacatures. Hieruit blijkt dat scholen met een hoog aandeel 50-plussers geen geen hogere vacature-intensiteiten kennen dan scholen met een lager aandeel 50-plussers. Scholen met een relatief hoog aandeel (18-40%) leraren jonger dan 30 hebben echter een significant hogere ontstane, vervulde en gemiddelde openstaande vacature-intensiteit dan scholen met een lager aandeel jonge leraren. Jonge werknemers kennen in het algemeen een hogere (arbeids-) mobiliteit dan ouderen. Bovendien krijgen vrouwen in deze leeftijdsgroep relatief vaak hun eerste kind, waarna ze vaak hun werkweek inkorten.
Vacatures voor ondersteunend personeel Terwijl de vacatures voor onderwijzend personeel dit schooljaar zijn gestegen, is het aantal vacatures voor ondersteunend personeel juist gedaald in 2009-2010. De dalende mobiliteit onder het ondersteunend personeel lijkt een jaar later te zijn ingezet dan onder het onderwijzend personeel. De ontstane en vervulde vacature-intensiteiten onder het ondersteunend personeel waren in de periode van schooljaar 2004-2005 tot en met 2008-2009 vrij stabiel. Beide intensiteiten zijn pas dit schooljaar (2009-2010) gedaald. Net als onder het onderwijzend personeel zijn er meer vacatures vervuld dan er zijn ontstaan.
Mbo Waar vorig schooljaar een daling van het aantal ontstane, vervulde en openstaande vacatures in alle functiegroepen in het mbo te zien was, heeft de daling zich in schooljaar 2009-2010 alleen verder doorgezet in de vacatures voor het ondersteunend personeel. In schooljaar 2009-2010 lijkt het moeilijker te zijn geworden om de vacatures voor directiepersoneel tijdig te vervullen. Het aantal vacatures voor directiepersoneel dat aan het eind van het kwartaal nog open stond, is in het schooljaar 2009-2010 namelijk hoger dan in de vijf jaren daarvoor. Hoewel het aantal ontstane vacatures voor docenten in het schooljaar 2009-2010 is gestegen ten opzichte van het vorige schooljaar, stonden er gemiddeld toch minder vacatures voor leraren open. Dit komt doordat ook veel vacatures voor docenten vervuld konden worden. Van de drie onderwijssectoren, concurreert het mbo het sterkst met de commerciële sectoren, die het afgelopen jaar te maken hadden met een daling van de werkgelegenheid. Blijkbaar konden de mbo-
5 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
instellingen hiervan profiteren bij het aantrekken van personeel. Gezien de geringe omvang van de onderzoekspopulatie, dienen de uitkomsten voor het mbo overigens voorzichtig geïnterpreteerd te worden.
Vacatures voor directie In schooljaar 2009/2010 zijn er meer vacatures voor directiepersoneel (172 fte) ontstaan dan in schooljaar 2008/2009 (168 fte). Het aantal vervulde vacatures is daarentegen sterk afgenomen (van 153 naar 83 fte). In het schooljaar 2008/2009 bedroeg de ontstane vacature-intensiteit 15,2 procent en de vervulde vacature-intensiteit 14,7 procent. In het schooljaar 2009/2010 is de ontstane vacature-intensiteit gestegen naar 19,8 procent, terwijl de vervulde vacature-intensiteit is gedaald tot 9,5 procent. Hierdoor is het verschil tussen de ontstane en vervulde vacature-intensiteit gestegen van 0,5 procentpunt in schooljaar 2008-2009 tot ruim 10 procentpunt in schooljaar 2009-2010. Dit is deels te verklaren door de reorganisaties bij enkele ROC’s. Doordat het aandeel vervulde vacatures lager is dan in voorgaande schooljaren, is de intensiteit van het aantal vacatures dat aan het eind van het kwartaal nog open stond toegenomen. Gemiddeld bleven 27 vacatures voor directieleden onvervuld aan het eind van de kwartalen (26 fte, gelijk aan 3% van de totale werkgelegenheid). Dit is hoger dan in schooljaar 2008-2009 (11 vacatures, 11 fte en 1,5% van de totale werkgelegenheid), maar komt redelijk overeen met het gemiddelde aantal onvervulde vacatures in het schooljaar 2007-2008 (26 vacatures, 26 fte en 2,5 % van de werkgelegenheid).
Vacatures voor onderwijzend personeel Het aantal ontstane en vervulde vacatures voor onderwijzend personeel is in schooljaar 2009-2010 gestegen ten opzichte van schooljaar 2008-2009. De stijging van het aantal vervulde vacatures is vooral opvallend, van 1.567 (981 fte) in schooljaar 2008-2009 tot 1.993 (1.342 fte) in schooljaar 2009-2010. Er zijn in het schooljaar 2009-2010 weliswaar meer vacatures ontstaan dan in het schooljaar daarvoor, maar de vacatures konden in schooljaar 2009-2010 relatief eenvoudiger worden vervuld. Gemiddeld stonden er namelijk minder vacatures open aan het eind van elk kwartaal dan voorheen. Ondanks de afname van de openstaande vacatures, waren er wel meer instellingen die aan het eind van een kwartaal nog vacatures open hadden staan voor docenten.
Vacatures voor ondersteunend personeel Terwijl zich een stijging heeft voorgedaan in het aantal ontstane vacatures onder directiepersoneel en docenten, is een daling te zien in het aantal ontstane vacatures voor ondersteunend personeel. Ook het aantal vervulde vacatures is gedaald ten opzichte van schooljaar 2008-2009. Hiermee heeft de dalende trend van het aantal ontstane en vervulde vacatures van de afgelopen vier schooljaren zich dit schooljaar doorgezet voor deze functiegroep. De openstaande vacature-intensiteit is afgenomen van 1,5 procent in het schooljaar 2008-2009 tot 0,6 procent in het schooljaar 2009-2010. Op grond hiervan kunnen we concluderen dat de spanning op de arbeidsmarkt voor ondersteuners is afgenomen.
6 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
1
1.1
Inleiding
Monitoren van de onderwijsarbeidsmarkt Om de ontwikkelingen op de onderwijsarbeidsmarkt te volgen en inzicht te krijgen in de effecten van het arbeidsmarktbeleid laat het ministerie van OCW jaarlijks een groot aantal onderzoeken uitvoeren. Eén van die onderzoeken is de Arbeidsmarktbarometer primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs5. Dit betreft een monitoronderzoek dat zich richt op de vraag naar directieleden, leraren en ondersteunend personeel. De Arbeidsmarktbarometer is ontwikkeld om knelpunten op de onderwijsarbeidsmarkt te kunnen identificeren. Om een zo compleet mogelijk overzicht te krijgen van de vraag naar onderwijspersoneel wordt elk kwartaal informatie verzameld over vacatures voor directieleden, leraren en ondersteunend personeel. In dit rapport presenteren we de resultaten van de Arbeidsmarktbarometer voor het schooljaar 2009/2010.
1.2
Onderzoeksvragen Voor de Arbeidsmarktbarometer zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)
Hoe groot is de ontstane vacaturevoorraad (regulier en vervanging) in de sectoren po, vo en mbo, onderverdeeld naar functie (directie, leraren, oop, obp)? Hoe groot is de vervulde vacaturevoorraad (regulier en vervanging) in de sectoren po, vo en mbo, onderverdeeld naar functie? Hoe groot is de openstaande vacaturevoorraad (regulier en vervanging) in de sectoren po, vo en mbo gemiddeld, onderverdeeld naar functie? Worden de openstaande vacatures aan het einde van een kwartaal gezien als moeilijk vervulbaar en hoe lang staan deze vacatures gemiddeld open? Doen zich regionale of sectorale verschillen voor als het gaat om ontstane, vervulde en openstaande vacatures en ervaren problemen? Zijn er verschillen tussen scholen (po en vo) gevestigd in de grote steden en de minder verstedelijkte gebieden en tussen scholen met veel of weinig achterstandsleerlingen? Doen zich verschillen voor naar functie als het gaat om ontstane, vervulde en openstaande vacatures en ervaren problemen? Welke ontwikkelingen doen zich voor in de totale vacaturevoorraad en in de vervulde en openstaande vacaturevoorraad?
In aanvulling op deze onderzoeksvragen is een aantal verdiepingsvragen gesteld. Deze hebben onder meer betrekking op: de kenmerken van vacatures (functie, vakgebied, et cetera); het aanbod van kandidaten.
5
Inclusief volwasseneneducatie.
7 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
1.3
Onderzoeksopzet Het doel van de Arbeidsmarktbarometer is om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het aantal vacatures voor directieleden, leraren en ondersteunend personeel. Voor het verzamelen van de vacaturegegevens vinden vier kwartaalmetingen plaats (in elke sector). Deze metingen zijn er primair op gericht om betrouwbare kwartaalcijfers op te leveren over: het aantal ontstane vacatures; het aantal vervulde vacatures; het aantal vervallen vacatures; het aantal openstaande vacatures (einde kwartaal); de duur dat vacatures openstaan; het aandeel moeilijk vervulbare vacatures. In verband met de continuïteit en de vergelijkbaarheid is gekozen voor een onderzoeksopzet die sterk lijkt op die van de afgelopen jaren. Gegevens over vacatures voor leraren en ondersteunend personeel zijn, net als afgelopen jaar, bij scholen (po/vo) en units (mbo) verzameld. Gegevens over vacatures voor directiepersoneel zijn verzameld bij besturen (po/vo) en stafbureaus (mbo). In het primair onderwijs is hierbij gebruik gemaakt van een combinatie van een schriftelijke en een internetenquête6. In het voortgezet onderwijs en de mbo-sector is, net als afgelopen jaar, daarnaast ook telefonisch geënquêteerd.
1.4
Leeswijzer In dit rapport zijn de bevindingen voor het primair onderwijs (hoofdstuk 2), het voortgezet onderwijs (hoofdstuk 3) en het mbo (hoofdstuk 4) opgenomen. In de bijlagen zijn aanvullende tabellen opgenomen.
6
Voor het verzamelen van vacaturegegevens (leraren/oop/obp) zijn scholen per e-mail benaderd om een internetenquête in te vullen. Schoolleiders die de enquête liever schriftelijk wilden invullen, konden een exemplaar downloaden en per post retourneren. Informatie over directievacatures is bij schoolbesturen (po/vo) verzameld. Hierbij is een mixed mode aanpak gehanteerd. Aan besturen is een schriftelijke enquête gestuurd, maar de enquête kon ook via internet worden ingevuld. Het rappel is hoofdzakelijk per e-mail verstuurd, met daarin een directe link naar de internetenquête.
8 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
2
2.1
Primair onderwijs
Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op vacatures in het primair onderwijs (po). Achtereenvolgens worden vacatures voor directiepersoneel, leraren en ondersteunend personeel belicht.
2.2
Vacatures directiepersoneel In deze paragraaf bespreken we beknopt de vacatureaantallen en -intensiteiten voor directiepersoneel in het primair onderwijs in het schooljaar 2009-2010. Om gegevens te verzamelen over vacatures voor directiepersoneel zijn in vier kwartalen 1.290 besturen benaderd om een vragenlijst in te vullen7. Hiervan heeft gemiddeld 53 procent gereageerd (zie Tabel A-41 in Bijlage A).
2.2.1
Kernindicatoren Op basis van de enquêtegegevens zijn populatieschattingen gemaakt van het aantal ontstane, vervulde, vervallen, en openstaande vacatures, in aantal en fte8. Deze zijn weergegeven in tabel 1. Er zijn in het schooljaar 2009-2010 885 vacatures voor directiepersoneel ontstaan (780 fte). Dat is 7,4 procent van de totale werkgelegenheid voor directiepersoneel in het primair onderwijs9. In totaal werden ruim 1.050 vacatures (voor 953 fte) vervuld. Gemiddeld stonden er aan het eind van elk kwartaal zo’n 183 vacatures open (161 fte). De openstaande vacature-intensiteit komt daarmee uit op 1,5 procent.
Tabel 1
Populatieschatting vacatures directiepersoneel po, 2009-2010*
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Aantal
Fte
885 1.050 31 183
780 953 23 161
Intensiteit (%) 7,4 9,0 0,2 1,5
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
Het aantal vacatures dat is ontstaan (zowel in aantal, fte als intensiteit) voor directiepersoneel in het primair onderwijs ligt lager dan in het schooljaar 2008-2009. Dit geldt ook voor het aantal vervulde vacatures, al zijn de verschillen op dit punt wat kleiner (zie Figuur 1). Opvallend is verder dat er in het afgelopen schooljaar (2009/2010) meer vacatures zijn vervuld dan er zijn ontstaan. Dit duidt erop dat er in de eerste kwartalen van het schooljaar (3e en 4e kwartaal 2009) ook vacatures zijn vervuld die al eerder zijn ontstaan.
7
8
9
Besturen die zowel scholen voor primair onderwijs als voor voortgezet onderwijs onder hun hoede hebben, zijn benaderd voor het voortgezet onderwijs. In het primair onderwijs wordt aanstellingsomvang doorgaans uitgedrukt in wtf. Deze formulering is ook aangehouden in de vragenlijst. In deze rapportage wordt voor alle sectoren hetzelfde begrip gebruikt: fte. De gevonden gegevens kunnen worden afgezet tegen de totale werkgelegenheid in de betreffende sector voor directiepersoneel, leraren of ondersteunend personeel. Daarmee worden vacature-intensiteiten berekend, die in deze paragraaf aangeven hoe de vacatures zich verhouden tot de totale werkgelegenheid voor directiepersoneel in het primair onderwijs. Zo houdt een ontstane vacature-intensiteit van 2 procent in dat voor 2 op de 100 banen (nieuwe) invulling is gezocht.
9 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
In het schooljaar 2008/2009 schreven we de toename van het aantal directievacatures vooral toe aan een toename van de baan-baan mobiliteit en uitstroom van oudere directieleden richting pensioen10. De terugval van het aantal ontstane vacatures in 2009/2010 hangt mogelijk samen met de (aangekondigde) bezuiniging op het budget voor bestuur en management11. Daarnaast kan de terugval ook wijzen op een vermindering van de mobiliteit onder schoolleiders en een verhoging van de uitstroomleeftijd (langer doorwerken). Het aandeel oudere directieleden (50 jaar en ouder) is in 2009/2010 niet verder toegenomen, en de werkgelegenheid voor directeuren is afgelopen jaar licht gestegen12.
Figuur 1
Ontstane en vervulde vacature-intensiteiten directiepersoneel po (%), 2005-2009
12 10 8 6 4 2 0 2005-2006
2006-2007
2007-2008 Onts taan
2008-2009
2009-2010
Vervuld
Het aantal openstaande vacatures is afgelopen schooljaar gedaald, na een lange periode van groei (zie: Tabel B-45, figuur 2). Tegelijkertijd nam ook de vacature-intensiteit af (van 2% naar 1,5%). Deze ontwikkeling is in overeenstemming met de daling van aantal ontstane vacatures, en het feit dat er relatief veel vacatures in het schooljaar 2009-2010 zijn vervuld13. Toch stond er in 2009-2010 gemiddeld nog 1,5 procent van de werkgelegenheid aan vacatures open. De vacature-intensiteit voor schoolleiders po ligt hiermee duidelijk hoger dan die voor leraren in het primair onderwijs (0,3%), en voor directiepersoneel in het voortgezet onderwijs (1,2%).
10.
11.
12.
13.
Van der Boom, E. et al. (2009). Arbeidsmarktbarometer po, vo, mbo 2008/2009. Jaarrapportage. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In de begroting OCW 2010 is hierover onder andere het volgende opgenomen: “Scholen krijgen sinds de invoering van de lumpsum middelen voor het professionaliseren van bestuur en management. Inmiddels is gebleken dat de professionalisering van besturen een belangrijke stap heeft gezet. Uit dien hoofde kiest het kabinet ervoor deze middelen niet langer toe te kennen (…)”. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2010). Kerncijfers 2005-2009. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De aantallen ontstane, vervulde, vervallen en openstaande vacatures zijn niet zonder meer aan elkaar te relateren. De ´vacatureboekhouding´ is over het jaar niet kloppend gemaakt.
10 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Figuur 2
Openstaande vacature-intensiteiten directiepersoneel po (%), 2005-2009
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Van de directievacatures die in 2009-2010 zijn ontstaan (en vervuld), betrof het grootste deel vacatures voor een directeur (tabel 2). Ruim een vijfde van de vacatures betrof een vacature voor een adjunctdirecteur en circa 6 procent een vacature voor een bovenschools directeur. Vergeleken met vorig jaar is vooral het aandeel vacatures voor adjunct-directeuren gestegen.
Tabel 2
Ontstane vacatures directiepersoneel po (%) 2005-2009, naar functietype
Directeur Adjunct-directeur Bovenschools directeur
2.2.2
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
72 26 2
75 16 9
78 16 3
81 12 7
2009-2010 71 22 6
Spanningsindicatoren De spanning op de arbeidsmarkt voor schoolleiders en bovenschools directiepersoneel lijkt in 2009-2010 enigszins afgenomen, zo blijkt uit de gedaalde vacature-intensiteiten ten opzichte van het schooljaar 20082009. In het vervolg van deze paragraaf gaan we na of deze ontwikkeling (ook) is te zien in aanvullende tekortindicatoren: het aanbod van kandidaten, de gemiddelde vacatureduur en het aandeel moeilijk vervulbare vacatures. In het schooljaar 2009-2010 meldden zich gemiddeld 7 kandidaten voor de vacatures die zijn vervuld. Dat is ongeveer gelijk aan het totaal aantal kandidaten in de afgelopen twee schooljaren. Wel meldden zich gemiddeld meer kandidaten voor vacatures voor adjunct-directeuren dan eerder. Een ruimer aanbod van kandidaten ligt in lijn met het gevonden aantal vervulde vacatures. Het aantal kandidaten voor vacatures voor directeuren is echter niet gestegen.
11 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 3
Gemiddeld aantal kandidaten vacatures directiepersoneel po, 2005-2009, naar functietype 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Directeur Adjunct-directeur Bovenschools directeur
13 4 26
10 1 27
8 9 2
7 3 6
7 5 12
Totaal
10
9
8
7
7
In het schooljaar 2009-2010 werd gemiddeld iets meer dan de helft van de vacatures als moeilijk vervulbaar beschouwd (tabel 4). Vacatures voor directeuren waren vaker moeilijk vervulbaar dan vacatures voor adjunct-directeuren of bovenschoolse directie. Over de afgelopen vijf schooljaren zien we dat het aandeel vacatures dat als moeilijk vervulbaar wordt beschouwd afneemt, al was deze daling in 2008-2009 sterker dan in het afgelopen schooljaar (2009/2010).
Tabel 4
Moeilijk vervulbare vacatures directiepersoneel po (%), 2005-2009, naar functietype 2005-2006*
2006-2007*
2007-2008*
-
-
-
67 36 22
62 42 47
67
78
78
60
58
Directeur Adjunct-directeur Bovenschools directeur Totaal
2008-2009
2009-2010
* Voor 2005/06, 2006/07 en 2007/08 ontbreken zijn geen gegevens naar functiegroep beschikbaar.
Het aandeel langdurig openstaande vacatures wijkt niet noemenswaardig af van dat in schooljaar 2008/2009 (zie tabel 5). In schooljaar 2008-2009 stond ruim een derde van de openstaande vacatures langer dan drie maanden open, en 16 procent tussen de 2 en 3 maanden. Afgelopen schooljaar (2009/2010) was dat respectievelijk 31 en 20 procent. Het relatief hoge aandeel langdurig openstaande vacatures duidt erop dat, ondanks de verminderde spanning op de arbeidsmarkt voor directiepersoneel, er toch nog wel knelpunten zijn in de vervulling van directievacatures. Overigens lijkt dit soms ook een bewuste keuze van bestuurders, zo blijkt uit de open antwoorden in de enquête. Zij zijn (extra) kritisch bij het aannemen van een nieuwe directeur, waardoor vacatures hiervoor soms wat langer openstaan.
Tabel 5
Duur openstaande vacatures directiepersoneel po (%), 2008-2010
1 tot 2 weken open 3 tot 4 weken open Tussen 1 en 2 maanden open Tussen 2 en 3 maanden open Langer dan 3 maanden open
12 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
2008-2009
2009-2010
13 13 24 16 34
14 11 24 20 31
2.3
Leraren In deze paragraaf behandelen we de vacatures voor leraren in het primair onderwijs. De resultaten zijn gebaseerd op de gegevensverzameling onder scholen in het primair onderwijs in vier kwartalen in het schooljaar 2009-2010. Alle scholen hadden de mogelijkheid de enquête schriftelijk of online in te vullen. De gemiddelde respons over het schooljaar was 34 procent (zie Tabel A-42 in Bijlage A). Door een weging toe te passen vormen de scholen op relevante punten een goede afspiegeling van de populatie14. In de hierop volgende paragraaf gaan we eerst in op een aantal kernindicatoren van vacatures voor leraren. Vervolgens presenteren we de resultaten van een aantal verdiepende analyses, die meer inzicht geven in de arbeidsmarkt voor leraren in het primair onderwijs: de omvang van vacatures (aantallen en fte), de duur dat vacatures openstaan en de relatie tussen de leeftijdsopbouw van het lerarenteam op een school en aantallen vacatures.
2.3.1
Kernindicatoren Op basis van enquêtegegevens uit de verschillende kwartaalmetingen zijn populatieschattingen berekend voor het schooljaar 2009-2010. Daarnaast zijn vacature-intensiteiten berekend. De geschatte vacatureaantallen zijn daarbij uitgedrukt als percentage van de werkgelegenheid. In het schooljaar 20092010 zijn bijna 8.200 vacatures voor leraren ontstaan, voor in totaal 5.934 fte (zie tabel 6). Dit betreft 5,5 procent van de werkgelegenheid. Het aantal vervulde vacatures ligt met 9.140 duidelijk hoger (6.642 fte, 6,2%) dan het aantal ontstane vacatures, hetgeen betekent dat er ook vacatures zijn vervuld die in schooljaar 2008/2009 zijn ontstaan (m.n. 2e kwartaal 2009). Gegevens over de ontwikkeling van het aantal openstaande vacatures bevestigen dit (zie figuur 4). In schooljaar 2009/2010 stonden er gemiddeld 453 vacatures voor leraren open (321 fte). In schooljaar 2008/2009 waren dat er ruim twee keer zo veel (905; 666 fte).
Tabel 6
Populatieschatting vacatures leraren po, 2009-2010*
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Aantal
Fte
8.179 9.140 444 453
5.934 6.642 306 321
Intensiteit (%) 5,5 6,2 0,3 0,3
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
Wanneer we de trend in vacature-intensiteiten over de afgelopen vijf jaar bekijken, valt een aantal punten op (figuur 3). Allereerst blijkt het aantal ontstane vacatures in het schooljaar 2009-2010 relatief laag. De stijging die is ingezet in 2006-2007 zet zich in het afgelopen schooljaar voor het eerst niet meer door. We zien dat ook het aandeel vervulde vacatures is gedaald ten opzichte van het vorige schooljaar. Er zijn in 2009-2010 meer vacatures vervuld dan ontstaan. Dit wijst op een verminderde spanning op de onderwijsarbeidsmarkt voor leraren in het primair onderwijs. Nadere analyses wijzen uit dat deze afname minder sterk is voor scholen in impulsgebieden dan voor scholen in de overige gebieden15. Scholen in impulsgebieden ontvingen in het schooljaar 2009-2010 voor het eerst extra financiële middelen van OCW voor de bestrijding van onderwijsachterstanden. 14
15
De weging voor het jaar bestaat uit een gecombineerde weegfactor voor de vier afzonderlijke kwartalen. Elk kwartaal is nagegaan in hoeverre de respons overeenkomt met de populatie. Daarnaast is gecorrigeerd voor de het verschillend aantal responderende scholen tussen de kwartalen, zodat elk kwartaal evenredig meeweegt in de analyse. Impulsgebieden zijn gebieden waar zich een combinatie voordoet van hoge werkloosheid en lage inkomens. Basisscholen in deze gebieden ontvangen extra financiële middelen ter bestrijding van onderwijsachterstanden.
13 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Figuur 3
Ontstane en vervulde vacature-intensiteiten leraren po (%), 2005-2009
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2005-2006
2006-2007
2007-2008 Onts taan
2008-2009
2009-2010
Vervuld
Er zijn afgelopen schooljaar (2009/2010) meer vacatures vervuld dan ontstaan en er is een daling in de vacature-intensiteit voor openstaande vacatures (figuur 4). Gemiddeld waren er in 2009-2010 (veel) minder vacatures onvervuld dan in de voorgaande schooljaren. De openstaande vacature-intensiteit is gedaald naar het niveau van 2006-2007.
Figuur 4
Openstaande vacature-intensiteiten leraren po (%), 2005-2009
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Binnen het basisonderwijs zijn het afgelopen schooljaar ruim 7.000 vacatures ontstaan (5.039 fte) en bijna 7.800 vacatures vervuld (5.585 fte; zie tabel 7). Ook in het speciaal onderwijs zijn meer vacatures vervuld dan dat er zijn ontstaan. In vergelijking met afgelopen schooljaar zijn de ontstane, vervulde en openstaande vacature-intensiteiten in zowel het basis als het speciaal onderwijs gedaald. Op grond van deze daling kunnen we constateren dat de spanning op de arbeidsmarkt voor leraren afneemt. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn: de afname van het leerlingaantal, de verhoging van de uitstroomleeftijd richting (pre)pensioen en/of een daling van de baan-baanmobiliteit.
14 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 7
Populatieschatting vacatures leraren po naar subsector, 2009-2010 Basisonderwijs
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Aantal
Fte
7.043 7.793 360 353
5.039 5.585 228 242
Speciaal (basis)onderwijs Intensiteit (%)
Aantal
Fte
Intensiteit (%)
5,5 6,1 0,3 0,3
1.121 1.326 83 98
880 1.039 76 77
5,3 6,3 0,5 0,5
Het merendeel van de ontstane, vervulde en openstaande vacatures betreft vacatures voor groepsleerkrachten (tabel 8). Binnen het speciaal onderwijs richten de vacatures zich relatief vaker op andersoortig onderwijzend personeel, zoals vakleerkrachten, intern begeleiders (IB’ers), ambulant begeleiders (AB’ers) en remedial teachers (RT’ers). Opmerkelijk is verder dat er in het speciaal onderwijs verhoudingsgewijs meer vacatures voor vakleraren openstaan (26%) dan dat er zijn ontstaan (9%). Ook vorig jaar (2008/2009) was dat het geval, hetgeen bevestigt dat vacatures voor vakleraren in het (voortgezet) speciaal onderwijs moeilijker zijn te vervullen dan vacatures voor groepsleraren.
Tabel 8
Ontstane, vervulde en openstaande vacatures voor leraren naar functiegroep (%), 2009-2010 Bo
S(b)o
Po
91 3 7
80 9 11
89 4 7
91 3 6
86 4 9
91 3 6
93 7 0
61 26 13
85 12 3
Ontstane vacatures Groepsleerkracht Vakleerkracht IB’er, AB’er, RT’er, etc.
Vervulde vacatures Groepsleerkracht Vakleerkracht IB’er, AB’er, RT’er, etc.
Openstaande vacatures Groepsleerkracht Vakleerkracht IB’er, AB’er, RT’er, etc.
2.3.2
Spanningsindicatoren In het schooljaar 2009-2010 stond bijna een vijfde van alle vacatures langer dan 2 maanden open. Afgelopen schooljaar (2008/2009) lag dit aandeel nog op 30 procent (zie tabel 9). De afnemende duur van openstaande vacatures doet zich alleen voor in het basisonderwijs (van 30% in 2008-2009 naar 15% in 2009-2010). In het speciaal onderwijs staat net als afgelopen schooljaar bijna 30 procent van de vacatures langer dan 2 maanden open. Het lijkt erop dat de spanning afneemt op de arbeidsmarkt voor leraren in het basisonderwijs.
15 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 9
Duur openstaande vacatures leraren naar subsector (%), 2008-2010 2008-2009
1 tot 2 weken 3 tot 4 weken Tussen 1 en 2 maanden Tussen 2 en 3 maanden Langer dan 3 maanden
2009-2010
bo
s(b)o
po
bo
s(b)o
po
20 24 24 11 21
14 26 33 14 14
19 24 26 11 19
25 29 32 5 10
13 28 31 8 21
22 29 31 5 13
Ten opzichte van het schooljaar 2008-2009 zien we een afname in het aandeel vacatures voor groepsleraren dat moeilijk vervulbaar is van 71 naar 57 procent (tabel 10). Het aandeel moeilijk vervulbare vacatures voor vak- en andere leerkrachten is het afgelopen schooljaar licht gedaald.
Tabel 10 Moeilijk vervulbare vacatures (%), 2008-2010 2008-2009 Groepsleerkracht Vakleerkracht IB’er, AB’er, RT’er, etc. Totaal po
2.3.3
2009-2010
71 77 93 74
57 70 89 67
Verdieping
Verschillen tussen basisscholen De spanning op de arbeidsmarkt voor leraren basisonderwijs loopt regionaal sterk uiteen. In het westen van het land en in de grote steden is de openstaande vacature-intensiteit het hoogst (zie Tabel B-50, Tabel B-53). In deze delen van het land is ook de vacaturedynamiek het grootst. Er ontstaan veel vacatures en er worden er veel vervuld. In het noorden van het land ligt de vacature-intensiteit lager en is ook de vacaturedynamiek gering. Uitsplitsingen naar regio, mate van stedelijkheid en denominatie zijn te vinden in Bijlage B (Tabel B-50 t/m Tabel B-55). Naast regionale verschillen zijn er ook duidelijk verschillen in vacature-intensiteit tussen scholen met een oud en jong team (zie tabel 11). Op scholen met een jong team (veel jonge leraren) ontstaan relatief meer vacatures dan op scholen met een oud team (weinig jonge leraren) en worden ook relatief meer vacatures vervuld. Dit komt vermoedelijk vooral doordat jonge leraren vaker van baan veranderen dan oudere, en ook vaker (tijdelijk) stoppen met werken na het krijgen van kinderen, of minder gaan werken.
Tabel 11 Vacature-intensiteiten naar aandeel leraren jonger dan 30 (%), 2009-2010
Ontstane vacature-intensiteit Vervulde vacature-intensiteit Openstaande vacature-intensiteit
<24%
25-35%
36-47%
>47%
4,5 5,3 0,2
4,3 4,3 0,2
5,1 5,7 0,3
7,8 9,0 0,3
16 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
In een verdiepende analyse16 is nagegaan in hoeverre de kans op ontstane vacatures samenhangt met schoolkenmerken, zoals denominatie, leerlingaantal, leerling-gewicht, en regio (rpa-clusters, mate van stedelijkheid) en met de leeftijdsopbouw van het team. We zijn er daarbij vanuit gegaan dat op scholen met een jong team vaker vacatures ontstaan dan op scholen met een oud team. Uit de analyse blijkt dat het aandeel scholen met vacatures afgelopen schooljaar is gedaald en er grote regionale verschillen zijn op de onderwijsarbeidsmarkt. Daarbij valt op dat de kans op een vacature regionaal gezien het grootst in Almere, en in de regio’s Gooi & Vechtstreek/Eemland en Utrecht Midden (zie Tabel B-56). Verder blijkt dat op grote scholen vaker vacatures ontstaan dan op kleine en dat op scholen met een jong team vaker vacatures ontstaan dan op scholen met een oud team. Een groei van het leerlingaantal heeft opmerkelijk genoeg geen additioneel effect op de vacaturekansen. Dit is opmerkelijk omdat het personele budget van scholen hierdoor wel stijgt. Vervolgens is gekeken op welke scholen de kans op een openstaande vacature het grootst is. Hierbij is opnieuw gebruik gemaakt van regressieanalyse. Uit de analyse blijkt dat grote scholen vaker openstaande vacatures hebben dan kleine en dat de kans op openstaande vacatures sterk samenhangt met het aantal gewichtenleerlingen. Dit bevestigt eerder onderzoek, waaruit blijkt dat achterstandsscholen (met veel gewichtenleerlingen) meer moeite hebben om vacatures te vervullen dan niet-achterstandsscholen. Verder blijkt dat de kans op vacatures stijgt naar mate scholen meer jonge docenten hebben en dat er grote regionale verschillen zijn op de arbeidsmarkt voor leraren. Daarbij valt op dat de kans op vacatures het grootste is in Utrecht, Amsterdam, Den Haag en in de regio Gooi & Vechtstreek/Eemland17. In Friesland is de kans op openstaande vacatures het laagst (zie Tabel B-57 in Bijlage B).
Verschillen in het speciaal onderwijs In de afgelopen jaren is binnen het kader van dit onderzoek telkens een onderscheid gemaakt tussen het basis- en het speciaal onderwijs. Het speciaal onderwijs bestaat echter uit een brede waaier van allerlei verschillende soorten onderwijs, ruwweg ingedeeld in het speciaal basisonderwijs (sbo) en vier clusters van (voortgezet) speciaal onderwijs18. Deze clusters zijn ingedeeld aan de hand van de indicatie van de leerling en stellen specifieke eisen aan het personeel. Dove en blinde kinderen verlangen immers een ander soort onderwijs dan zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Vandaar dat in dit onderzoek speciaal aandacht uitgaat naar de diversiteit binnen het speciaal onderwijs. Tabel 12 geeft de vacature-intensiteiten in het speciaal onderwijs weer uitgesplitst naar onderwijssoort (sbo, cluster 1 t/m 4). De clusters 1 en 2 zijn vanwege het beperkte aantal scholen met deze leerlingen samengenomen. De ontstane vacature-intensiteit is het hoogst op scholen voor sbo en scholen in cluster 4. Ook de openstaande vacature-intensiteit is bij deze groep scholen het hoogst. Mogelijke oorzaken voor deze verschillen zijn de wisselwerking van de leerlingontwikkeling en de bekostigingsstructuur binnen het speciaal onderwijs. In de afgelopen jaren is het aantal leerlingen met een cluster 4 indicatie toegenomen, en in de bekostiging krijgen scholen in cluster 4 relatief gezien meer formatie. Deze lijn volgend, ontstaan relatief snel vacatures op het moment dat het leerlingaantal groeit.
16 17 18
We hebben gebruik gemaakt van een logistische regressieanalyse. Voor elk kwartaal is een dummy opgenomen. In dit RPA-cluster liggen o.a. Amersfoort en Hilversum, waar het leerlingaantal de afgelopen jaren is gegroeid. Binnen het (voortgezet) speciaal onderwijs worden vier clusters onderscheiden: 1. onderwijs voor kinderen met een visuele beperking 2. onderwijs voor dove en slechthorende kinderen, kinderen met ernstige spraak/taalmoeilijkheden en kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum waarbij de focus ligt op communicatie 3. onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk), leerlingen met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen, langdurig zieke kinderen en leerlingen met epilepsie 4. onderwijs voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (zmok), kinderen met psychiatrische stoornissen (pi) of ernstige gedragsproblemen, langdurig zieke kinderen zonder een lichamelijke beperking (lz/p).
17 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 12 Vacature-intensiteiten naar onderwijssoort (%), 2008-201019
Ontstane vacature-intensiteit Vervulde vacature-intensiteit Openstaande vacature-intensiteit*
Sbo
Cluster 1 & 2
Cluster 3
Cluster 4
9,3 7,4 1,1
4,9 4,1 0,9
4,7 4,9 0,4
10,2 10,1 1,3
* gemiddelde per kwartaal.
Het (voortgezet) speciaal onderwijs bestaat uit twee schooltypen: het speciaal onderwijs (so, voor leerlingen tot ca. 12 jaar) en het voortgezet speciaal onderwijs (vso, voor leerlingen van 12 jaar en ouder). Daarnaast zijn er ook scholen die beide schooltypen verenigen: de zogenaamde sovso-scholen. In tabel 13 staan de vacature-intensiteiten uitgesplitst naar schooltype. Uit de tabel blijkt dat de vacatureintensiteiten in het speciale basisonderwijs (sbo) hoger zijn dan in het (voortgezet) speciaal onderwijs dat valt onder de Wet op de Expertisecentra. De verschillen zijn echter wel kleiner dan die naar onderwijssoort.
Tabel 13 Vacature-intensiteiten naar schooltype (%), 2008-2010
Ontstane vacature-intensiteit Vervulde vacature-intensiteit Openstaande vacature-intensiteit*
sbo
so
sovso
vso
9,3 7,4 1,1
7,6 7,2 1,0
6,4 5,6 0,7
6,3 8,5 0,8
* gemiddelde per kwartaal.
Om na te gaan of de verschillen binnen het speciaal onderwijs significant zijn, is ook hiervoor een regressieanalyse uitgevoerd. In deze analyse is de kans geschat dat er op een school een vacature voor een leraar is ontstaan. Als verklarende variabelen zijn onder meer kwartaal, rpa-regio, stedelijkheid, denominatie en schoolgrootte opgenomen. Ook is gekeken naar onderwijssoort en schooltype. Uit de analyse blijkt dat op scholen in Utrecht en Zuidoost Brabant vaker vacatures ontstaan dan op scholen elders in het land (zie Tabel B-58). Verder blijkt dat er op grote scholen vaker vacatures ontstaan dan op kleine en dat op scholen in cluster 4 vaker vacatures ontstaan dan op scholen in de andere clusters en het sbo.
2.4
Vacatures ondersteunend personeel In deze paragraaf wordt verder ingegaan op de vacatures voor ondersteunend personeel in het primair onderwijs. We maken onderscheid tussen onderwijsondersteunend personeel (oop; onderwijs-, en klasseassistenten, lerarenondersteuners etc.) en organisatie- en beheerspersoneel (obp; administratief medewerkers, conciërges, schoonmakers, etc.). Gedurende het schooljaar 2009-2010 zijn er 1.876 vacatures (973 fte) voor ondersteuners ontstaan (tabel 14). Daarnaast zijn er 2.022 vacatures vervuld (1.144 fte) en stonden er gemiddeld 117 vacatures (57 fte) open. Vergeleken met vorig schooljaar is de ontstane vacature-intensiteit – het aantal ontstane vacatures als percentage van de totale werkgelegenheid – gedaald (van 13,6% naar 9,5%, zie figuur 5). Deze terugval hangt samen met de introductie van de Loonkostensubsidie ondersteunend personeel
19.
Door de analyses uit te voeren op gegevens uit twee schooljaren (2008-2009 en 2009-2010) zijn de schattingen robuuster.
18 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
basisonderwijs eind 2008. Het aantal vacatures voor conciërges nam hierdoor in schooljaar 2008/2009 eenmalig sterk toe en in schooljaar 2009/2010 weer duidelijk af. Het aandeel vacatures voor obp is hierdoor ook sterk verminderd (zie Tabel B-60). Op grond hiervan kunnen we concluderen dat de loonkostensubsidie in schooljaar 2008/2009 voor een eenmalige impuls op de arbeidsmarkt voor conciërges heeft gezorgd, maar geen blijvend effect heeft op de vacaturemarkt (c.q. vacatureaantallen).
Tabel 14 Populatieschatting vacatures ondersteunend personeel po, 2009-2010* Aantal Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Fte
1.876 2.022 122 117
Intensiteit (%)
973 1.144 69 57
9,5 11,2 0,7 0,6
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
De vervulde vacature-intensiteit voor ondersteuners is gedaald ten opzichte van 2008-2009, maar minder sterk dan het aantal ontstane vacatures (figuur 5). Het aantal openstaande vacatures aan het einde van een kwartaal is dan ook gedaald tot gemiddeld 57 fte (Tabel B-59), wat resulteert in een openstaande vacature-intensiteit van 0,6 procent. Ten opzichte van het schooljaar 2008-2009 is dit afgenomen (figuur 6). Ook in het voortgezet onderwijs (zie paragraaf 3.4) zien we een soortgelijke ontwikkeling in het aantal vacatures voor ondersteuners.
Figuur 5
Ontstane en vervulde vacature-intensiteiten ondersteunend personeel po (%), 2005-2009
16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2005-2006
2006-2007
2007-2008
ontstane vacatures
19 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
2008-2009
vervulde vacatures
2009-2010
Figuur 6
Openstaande vacature-intensiteiten ondersteunend personeel po (%), 2005-2009
1,2
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Hoewel de daling van het aantallen vacatures zich voordoet in zowel het basisonderwijs als het speciaal (basis) onderwijs, blijken er duidelijke verschillen in vacature-intensiteit te zijn naar schooltype (tabel 15). In het basisonderwijs liggen de ontstane en vervulde vacature-intensiteiten hoger dan in het speciaal (basis) onderwijs. De openstaande vacature-intensiteit ligt daarentegen een fractie lager. Dit duidt er op dat er in het basisonderwijs meer dynamiek is op de arbeidsmarkt voor ondersteuners en dat de spanning op de onderwijsarbeidsmarkt in het sbo/(v)so groter is dan in het bo.
Tabel 15 Vacature-intensiteiten ondersteunend personeel naar schooltype (%), 2009-2010
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Bo
S(b)o
Po
11,4 13,8 0,7 0,5
7,7 8,6 0,7 0,7
9,5 11,2 0,7 0,6
Ook voor ondersteunend personeel analyseren we enkele aanvullende tekortindicatoren, zoals de openstaande vacatureduur (tabel 16) en het aandeel moeilijk vervulbare vacatures (tabel 17). Ruim 16 procent van de vacatures voor ondersteunend personeel stond langer dan drie maanden open en circa 12 procent langer dan 2 maanden. Het aandeel langdurig openstaande vacatures ligt daarmee wat hoger dan bij leraren. In hoeverre dit een teken van krapte is, is echter de vraag. Het aandeel moeilijk vervulbare vacatures is weliswaar aanzienlijk (60%), maar datzelfde geldt voor het gemiddeld aantal kandidaten dat zich voor de vervulling van vacatures heeft gemeld (8,5 voor oop; 10,2 voor obp). Een mogelijke verklaring voor de arbeidsmarktknelpunten is dat er dit jaar relatief veel vacatures openstaan voor therapeutische functies, waarvoor in de regel een hbo- of wo-opleiding nodig is (zie Tabel B-60).
Tabel 16 Duur openstaande vacatures ondersteunend personeel po (%) 2008-2010
1 tot 2 weken open 3 tot 4 weken open Tussen 1 en 2 maanden open Tussen 2 en 3 maanden open Langer dan 3 maanden open
20 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
2008-2009
2009-2010
21 23 26 14 16
19 23 31 12 16
Tabel 17 Aandeel moeilijk vervulbare vacatures (%), 2005-2009 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
51 49
47 53
51 49
49 51
60 40
Moeilijk vervulbaar Niet moeilijk vervulbaar
2.4.1
Verschillen tussen scholen In het zuiden van Nederland zijn in het schooljaar 2009-2010 minder vacatures ontstaan dan in de rest van Nederland (intensiteiten respectievelijk 2,3% (zuid), 4,7% (west), 4,0% (oost) en 4,2% (noord)). In het westen van Nederland zijn daarentegen opvallend veel vacatures vervuld (6,5%). Toch staan er juist ook in deze regio nog gemiddeld veel vacatures open aan het einde van een kwartaal.
Tabel 18 Vacature-intensiteit ondersteunend personeel po (%), 2009-2010 Noord-Nederland Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Oost-Nederland
4,2 3,5 0,1 0,9
West-Nederland
4,0 4,1 0,0 0,3
4,7 6,5 0,6 1,9
Zuid-Nederland 2,3 3,0 0,2 0,5
Tabel 19 Vacature-intensiteit voor ondersteunend personeel po (%), 2009-2010
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Zeer sterk stedelijk
Sterk stedelijk
Matig stedelijk
Weinig stedelijk
Nietstedelijk
1,5 2,0 0,3 0,7
2,1 2,8 0,1 0,3
2,9 2,6 0,2 0,6
3,3 4,0 0,2 0,9
3,4 3,7 0,0 0,8
21 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
3
3.1
Voortgezet onderwijs
Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op vacatures in het voortgezet onderwijs (vo). Achtereenvolgens worden vacatures voor directiepersoneel, leraren en ondersteunend personeel belicht.
3.2
3.2.1
Vacatures directiepersoneel
Kernindicatoren Om gegevens te verzamelen over vacatures voor directiepersoneel in het voortgezet onderwijs, zijn 755 schoolbesturen benaderd om een vragenlijst in te vullen over de vacatures binnen het bestuur. Van deze besturen reageerden er in het schooljaar 2009-2010 gemiddeld 110 per kwartaal (zie Tabel A-43 in Bijlage A). De gemiddelde respons komt daarmee uit op 58 procent. Op basis van de enquêtegegevens zijn populatieschattingen gemaakt voor het aantal ontstane, vervulde, vervallen en openstaan vacatures, in aantal en fte (tabel 20). Evenals in het primair onderwijs, kunnen deze gegevens worden afgezet tegen de totale werkgelegenheid voor directiepersoneel in het voortgezet onderwijs, wat resulteert in een vacatureintensiteit. In totaal zijn in het schooljaar 2009-2010 224 vacatures ontstaan voor directiepersoneel, voor 216 fte (tabel 20). Er werden meer vacatures vervuld, 245 vacatures voor 236 fte. Gemiddeld stond er nog voor 46 fte aan vacatures open.
Tabel 20 Populatieschatting vacatures voor directiepersoneel vo, 2009-2010* Aantal Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
224 245 6 47
Fte 216 236 5 46
Intensiteit (%) 5,5 6,0 0,1 1,2
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
Vergelijken we de kernindicatoren van 2009-2010 met voorgaande schooljaren, dan valt op dat het aantal ontstane en vervulde vacatures voor directiepersoneel weinig gewijzigd is ten opzichte van 2008-2009 (figuur 7; figuur 8). De werkgelegenheid voor directiepersoneel is daarbij wat gestegen20. Er stonden in 2009-2010 gemiddeld wat meer vacatures open dan in 2008-2009 (verschil van 0,1 procentpunt). Alles bijeengenomen is het beeld voor directiepersoneel in het voortgezet onderwijs echter redelijk stabiel.
20.
Ministerie van OCW (2010). Kerncijfers 2005-2009. Den Haag: Ministerie van OCW.
22 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Figuur 7
Ontstane en vervulde vacature-intensiteiten directiepersoneel vo (%), 2005-2009
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2005-2006
2006-2007
2007-2008 Onts taan
Figuur 8
2008-2009
2009-2010
Vervuld
Openstaande vacature-intensiteiten directiepersoneel vo (%), 2005-2009
1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Bijna 60 procent van de ontstane vacatures in 2009-2010 betrof een vacature voor een directeur/rector, en bijna 40 procent betrof adjunct-directeur/conrectoren (tabel 21). In een gering aantal gevallen (3%) ging het om een vacature voor een bovenschools directeur. Vergeleken met vorig schooljaar (2008-2009) zijn er dit schooljaar (2009/2010) meer vacatures ontstaan voor directeuren/rectoren en minder voor adjunct-directeuren/conrectoren.
23 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 21 Ontstane vacatures directiepersoneel vo (%) 2008-2010, naar functietype 2008-2009 Directeur/rector Adjunct-directeur/conrector Bovenschools directeur
3.2.2
2009-2010
46 51 3
59 38 3
Spanningsindicatoren Om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor directiepersoneel beter te kunnen duiden is in de vragenlijst onder schoolbesturen gevraagd naar een aantal aanvullende kenmerken van de vacatures21. Het aanbod van kandidaten voor directiefuncties in het voortgezet onderwijs lijkt wat te stijgen (tabel 22). In het schooljaar 2009-2010 meldden zich gemiddeld 12 kandidaten per directievacature. In schooljaar 2008/2009 waren dat er gemiddeld 10. Toch wordt nog een aanzienlijk deel van de vacatures als moeilijk vervulbaar beschouwd; voor directeuren de helft van de vacatures (50%) en voor adjunct-directeuren 58 procent (tabel 23). Het aandeel moeilijk vervulbare vacatures lijkt wat toe te nemen ten opzichte van het afgelopen jaar. Ook in het vo kan bij de vervulling van directievacatures echter sprake zijn van een (extra) kritische blik van de wervende school; een geschikte kandidaat moet zo goed mogelijk bij de identiteit van de school passen.
Tabel 22 Gemiddeld aantal kandidaten vacatures directiepersoneel vo, 2005-2009, naar functietype
Directeur/rector Adjunct-directeur/conrector Totaal**
2005-2006*
2006-2007*
2007-2008*
2008-2009
2009-2010
-
-
-
10 9
12 12
11
11
11
10
12
* Voor 2005/06, 2006/07 en 2007/08 zijn geen gegevens naar functiegroep beschikbaar. * Het aantal kandidaten voor bovenschoolse directievacatures is wel meegenomen in de berekening van het totaalgemiddelde, maar in verband met geringe aantallen niet apart weergegeven.
Tabel 23 Moeilijk vervulbare vacatures directiepersoneel vo (%) 2005-2010, naar functietype
Directeur/rector Adjunct-directeur/conrector Totaal**
2005-2006*
2006-2007*
2007-2008*
2008-2009
2009-2010
-
-
-
45 50
50 58
20
38
50
45
55
* Voor 2005/06, 2006/07 en 2007/08 zijn geen gegevens naar functiegroep beschikbaar. * Het aantal kandidaten voor bovenschoolse directievacatures is wel meegenomen in de berekening van het totaalgemiddelde, maar in verband met geringe aantallen niet apart weergegeven.
Het vervullen van directievacatures kost in de regel de nodige tijd, al bestaan er wel duidelijke verschillen in vacatureduur. Ruim een kwart van de vacatures voor directiepersoneel stond langer dan 3 maanden open en nog eens 13 procent meer dan 2 maanden. Het aandeel langdurig openstaande vacatures ligt daarmee iets lager dan in schooljaar 2008-2009, toen circa 36 procent van de vacatures langer dan 3 maanden open stond (tabel 24).
21.
In verband met de kleine aantallen vacatures voor bovenschools directie waarop de resultaten in deze paragraaf zijn gebaseerd, moeten de cijfers voor deze functiegroep met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.
24 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 24 Duur openstaande vacatures directiepersoneel vo (%), 2008-2010 2008-2009
2009-2010
20 13 22 9 36
22 19 19 13 27
1 tot 2 weken open 3 tot 4 weken open Tussen 1 en 2 maanden open Tussen 2 en 3 maanden open Langer dan 3 maanden open
3.3
Leraren In schooljaar 2009-2010 zijn de ontstane, vervulde en openstaande vacature-intensiteiten gestegen ten opzichte van vorig schooljaar. De vervulde vacature-intensiteit is daarbij groter dan de ontstane vacatureintensiteit, wat erop wijst dat vacatures relatief vaak vervuld kunnen worden. Ook is het aantal ontstane en vervulde vacatures gestegen ten opzichte van vorig schooljaar. Dit duidt erop dat de mobiliteit is toegenomen ten opzichte van het vorig schooljaar (2008-2009).
3.3.1
Kernindicatoren Op basis van de enquêtegegevens uit de kwartaalmetingen zijn populatieschattingen berekend voor het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures voor het onderwijzend personeel over het gehele schooljaar 2009-2010. Daarnaast is het gemiddeld aantal openstaande vacatures aan het eind van de kwartalen berekend. In tabel 25 zijn de populatieschattingen zowel in aantal als in fte weergegeven. De vacature-intensiteit wordt ook in deze tabel gepresenteerd, deze geeft de omvang van de vacatures als percentage van de totale werkgelegenheid weer.22
Tabel 25 Populatieschatting vacatures leraren vo, 2009-2010
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
Aantal
Fte
Intensiteit (%)
5.681 6.530 138 339
3.579 4.146 74 207
5,6 6,6 0,1 0,3
*gemiddelde per kwartaal.
In schooljaar 2009-2010 zijn naar schatting 5.681 vacatures ontstaan, met een omvang van 3.579 fte. Net als vorig schooljaar zijn er gedurende dit schooljaar meer vacatures vervuld dan ontstaan. Dit wil zeggen dat er dit schooljaar vacatures zijn vervuld die in een voorgaand schooljaar zijn ontstaan. Aan het eind van een kwartaal waren er gemiddeld nog 339 vacatures onvervuld, met een omvang van 207 fte. De ontstane vacature-intensiteit is met één procentpunt gestegen van 4,6 procent naar 5,6 procent ten opzichte van schooljaar 2008-2009. Daarnaast is ook de vervulde vacature-intensiteit gestegen ten opzichte van vorig schooljaar. In het schooljaar 2008-2009 bedroeg de vervulde vacature-intensiteit namelijk 5,5 procent (3.453 fte), terwijl deze dit jaar 6,6 procent (4.146 fte) van de werkgelegenheid bedraagt. Figuur 9 geeft de ontwikkeling in ontstane en vervulde vacature-intensiteiten weer vanaf het schooljaar 2005-2006. Waar vorig schooljaar de stijgende trend in zowel de ontstane als de vervulde vacature-intensiteiten werd doorbroken, zijn beide intensiteiten in schooljaar 2009-2010 weer gestegen. Ook is in deze figuur te zien dat de vervulde vacature-intensiteiten zowel in schooljaar 2009-2010 als in schooljaar 2008-2009 hoger 22
De vacature-intensiteiten zijn berekend op basis van de enquêtegegevens en de formatiegegevens van DUO/Cfi van oktober 2008 of oktober 2009.
25 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
zijn dan de ontstane vacature-intensiteiten. In dat opzicht wijken de afgelopen twee schooljaren af van de jaren ervoor, wat wijst op een (nog steeds) ruimere arbeidsmarkt voor leraren in het voortgezet onderwijs dan vóór de economische crisis. Nu de economische crisis al enige tijd voortduurt, lijkt de arbeidsmarkt al iets dynamischer te zijn geworden ten opzichte van vorig schooljaar, toen de economische crisis ontstond. Er worden echter nog steeds minder leraren geworven in het voortgezet onderwijs dan voorheen. Ook wijzen de indicatoren erop dat de ontstane vacatures voor leraren in het voortgezet onderwijs nog steeds gemakkelijker worden vervuld dan vóór de economische crisis.
Figuur 9
Ontstane en vervulde vacature-intensiteiten leraren vo (%), 2005-2009
10
8
6
4
2
0 2005-2006
2006-2007
2007-2008
Ontstane vacatures
2008-2009
2009-2010
Vervulde vacatures
Figuur 10 geeft de gemiddelde openstaande vacature-intensiteit weer vanaf schooljaar 2005-2006 tot en met 2009-2010. Na de aanzienlijke daling van de openstaande vacature-intensiteit in het schooljaar 20082009, is deze dit schooljaar licht gestegen. In schooljaar 2008-2009 stond gemiddeld 0,2 procent van de werkgelegenheid open aan het eind van de kwartalen en in schooljaar 2009-2010 0,3 procent.
Figuur 10 Openstaande vacature-intensiteiten leraren vo (%), 2005-2009 1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0 2005-2006
2006-2007
2007-2008
26 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
2008-2009
2009-2010
Vacature-intensiteiten naar achtergrondkenmerken De ontstane, vervulde en openstaande vacature-intensiteiten zijn ook naar regio, gemeentegrootte, rpacluster en onderwijstype berekend. De tabellen zijn in de bijlage opgenomen. In deze paragraaf gaan we alleen in op de gevonden verschillen. Zo blijkt dat in de G4 de ontstane vacature-intensiteit iets hoger ligt dan de vervulde vacature-intensiteit, in tegenstelling tot de overige gemeenten. De arbeidsmarkt voor leraren is in de G4 blijkbaar relatief sterker aangetrokken. Er is tevens bekeken of er ook verschillen zijn tussen de rpa-clusters23. Daaruit blijkt dat het cluster ’t Gooi & Vechtstreek en Eemland24, net zoals WestBrabant en Almere, zowel een relatief hoge ontstane als vervulde vacature-intensiteit kennen. De grotere dynamiek in deze regio’s hangt waarschijnlijk samen met de bevolkingstoename in de groeikernen. De verschillen naar onderwijstype zijn groter dan die naar gemeentegrootte of regio. De ontstane vacatureintensiteit in het vmbo is ongeveer verdubbeld ten opzichte van schooljaar 2008-2009: van 4,2 procent tot 8,3 procent. Ook de vervulde vacature-intensiteit is in het vmbo sterk gestegen. De scholen voor havo/vwo laten daarentegen zowel een lagere ontstane als vervulde vacature-intensiteit zien dan gemiddeld. De dynamiek in het vmbo lijkt weer terug te zijn op het niveau van voor schooljaar 2008-2009. Het vmbo heeft van oudsher meer ‘moeite’ om leraren te werven en te behouden dan de overige onderwijstypen, waarschijnlijk vanwege de als lastiger ervaren doelgroepen. Ondanks een stijging van de intensiteiten ten opzichte van het voorgaande schooljaar, blijven de overige onderwijstypen achter bij het vmbo wat de werving en aanname van leraren betreft. Tabel 26 geeft het aandeel scholen weer zonder vacatures voor leraren in het vo. Bij 44 procent van de vo scholen zijn in het afgelopen schooljaar geen vacatures voor leraren ontstaan. Het aandeel scholen zonder vervulde vacatures is ongeveer gelijk met 42 procent. Dit is opvallend, aangezien de absolute omvang van de vervulde vacatures groter is dan de omvang van de ontstane vacatures. Dit wijst erop dat de spreiding van de ontstane vacatures over de scholen groter is dan die van de vervulde vacatures. Bijna driekwart van de scholen had het afgelopen schooljaar geen openstaande vacatures aan het eind van een kwartaal. Verder valt op dat het aantal scholen zonder vervulde vacatures terugloopt sinds het schooljaar 20052006. Eenzelfde ontwikkeling is zichtbaar voor de ontstane vacatures, met een lichte ‘opleving’ in 20072008. Dit, terwijl de vacature-intensiteiten in de jaren vóór het schooljaar 2008-2009 hoger lagen. Deze ontwikkeling zou erop kunnen duiden dat het al dan niet ontstaan van vacatures (ongeacht de omvang) steeds minder samenhangt met de regionale kenmerken. Zo speelt de vergrijzing onder leraren in alle regio’s en, hoewel er wel regionale gradaties bestaan, is deze niet voorbehouden aan een bepaald deel van het scholenbestand.
Tabel 26 Scholen zonder vacatures leraren vo (%), 2005-2009 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Aantal responderende scholen
1.015
916
894
824
813
Zonder ontstane vacatures Zonder vervulde vacatures Zonder openstaande vacatures
69 63 81
62 56 72
66 55 66
57 54 83
44 42 75
Voorspellers van openstaande vacatures Om het aantal openstaande vacatures aan het eind van een kwartaal te kunnen verklaren zijn twee soorten multivariate regressieanalyses uitgevoerd. Allereerst is een logistische regressie uitgevoerd met als verklaarde variabele het al dan niet hebben van openstaande vacatures aan het eind van een kwartaal. Als 23 24
Vanwege de celvulling zijn niet de individuele rpa’s als achtergrondvariabele gebruikt, maar clusters van rpa’s. Dit cluster betreft een samenvoeging van rpa ’t Gooi & Vecht en rpa Eemland. De hogere intensiteiten in het cluster worden waarschijnlijk vooral veroorzaakt door Eemland, waarbinnen Amersfoort een belangrijke groeigemeente is.
27 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
verklarende variabelen zijn het kwartaal, de stedelijkheid, denominatie, het schooltype, het leerlingenaantal, het percentage niet westers allochtone leerlingen en rpa-cluster25 inclusief de vijf grote steden meegenomen. Een tabel met de significante variabelen is in de tabellenbijlage opgenomen.26 De mate van stedelijkheid (zeer stedelijk, sterk stedelijk en weinig stedelijk) en het leerlingenaantal blijken de sterkste voorspellers te zijn voor het vóórkomen van openstaande vacatures aan het eind van een kwartaal. Dit betekent dat zowel een hogere mate van stedelijkheid als een grotere leerlingenaantal invloed heeft op het hebben van openstaande vacatures aan het eind van een kwartaal. De kenmerken openbaar onderwijs en havo/vwo zijn voorspellers voor het niet hebben van openstaande vacatures. Ook de locatie in de rpa-clusters in het noorden en zuiden van Nederland zijn voorspellers voor het niet hebben van openstaande vacatures. Vervolgens is een lineaire regressieanalyse uitgevoerd met als verklaarde variabele de omvang van de openstaande vacatures. Uit deze analyse blijkt dat scholen voor havo en/of vwo minder vacatures hebben openstaan aan het einde van een kwartaal dan de scholen voor andere onderwijstypen. De scholen in Flevoland en in het cluster ‘t Gooi & Vechtstreek en Eemland hebben juist meer openstaande vacatures. Ook leerlingenaantal, stedelijkheid (sterk stedelijk) en denominatie spelen een rol in het verklaren van de omvang van openstaande vacatures.
3.3.2
Verdieping
Salarisschaal Tijdens elke kwartaalmeting zijn de respondenten gevraagd naar de salarisschaal van de aangestelde leraren. In tabel 27 wordt het resultaat van de antwoorden gepresenteerd. Het gaat hierbij om het nietopgehoogde aantallen vervulde vacatures van de vo-scholen die hebben gerespondeerd. Bijna 92 procent van de vervulde vacatures betrof salarisschaal LB. Ondanks de investeringen in de versterking van de functiemix, is de verdeling van de aangestelde kandidaten naar salarisschaal nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van vorig schooljaar. Vorig schooljaar betrof ruim 93 procent van de vervulde vacatures salarisschaal LB.
Tabel 27 Verdeling van het aantal aangestelde kandidaten naar salarisschaal (%), 2009-2010
Aandeel vervulde vacatures Totaal vervulde vacatures
LB
LC
LD
92% 1.473
5% 86
3% 44
Hoewel de gevolgen van de functiemix (nog) niet in de aanstelling van nieuw leraren zichtbaar zijn, is de invloed van de maatregel wel waarneembaar binnen het totale personeelsbestand door ‘opschaling’ van zittende leraren. De doorstroom van het zittend personeel naar een hogere schaal wordt blijkbaar niet als vacature beschouwd in het veld. De nota Werken in het Onderwijs 2011 vermeldt dat er wel degelijk sprake is van een stijging van het aandeel leraren LC. Deze stijging wordt voornamelijk in de Randstadregio’s27 gerealiseerd, waar de scholen in het vo in maart 2009 voor het eerst geld hebben ontvangen voor het versterken van de functiemix. Op deze scholen is het aandeel leraren dat betaald
25 26
27
Enkele rpa-gebieden (indeling van het CBS) zijn samengevoegd in rpa-clusters. Eerst is een binaire logistische regressie analyse uitgevoerd om te bepalen welke variabelen invloed hebben op het al dan niet hebben van openstaande vacatures aan het eind van een kwartaal. Vervolgens is een lineaire regressie uitgevoerd voor de scholen met openstaande vacatures op de omvang van de vacatures. De Randstadregio’s bestaan uit de G4 plus Almere en de omliggende regio’s: de rpa-gebieden Zuidelijk NoordHolland, Rijn-Gouwe, Haaglanden, Rijnmond, Gooi en Vechtstreek, Eemland en Utrecht-Midden..
28 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
wordt volgens salarisschaal LC met 9 procentpunt gestegen: van 19,5 procent in okober 2008 naar 28,6 procent in maart 2010.
Leeftijdsopbouw leraren Naast de salarisschaal van leraren zijn ook aanvullende analyses naar de leeftijdsopbouw van het onderwijzend personeel uitgevoerd. In de tabellenbijlage zijn tabellen opgenomen die de vacatureintensiteiten naar het aandeel jonge leraren (jonger dan 30) en het aandeel 50-plussers weergeven. Daarnaast is een logistische regressievergelijking gemaakt om te analyseren of de leeftijdsopbouw van het onderwijzend personeel binnen een school het al dan niet vóórkomen van openstaande vacatures kan verklaren.28 In deze vergelijking zijn tevens de variabelen kwartaal (in schooljaar 2008-2009 en 20092010), stedelijkheid, denominatie, schooltype, leerlingenaantal, percentage niet westers allochtone leerlingen en rpa-cluster29 inclusief de vijf grote steden in de analyse meegenomen als verklarende variabelen. Vervolgens is een lineaire regressie uitgevoerd voor de scholen met openstaande vacatures, om te onderzoeken of de omvang van deze vacatures is te verklaren op basis van dezelfde variabelen. Voor scholen met een relatief hoog aandeel (18-40%) leraren jonger dan 30 geldt, dat de ontstane, vervulde en de openstaande vacature-intensiteit hoger liggen dan die onder scholen met een lager aandeel jonge leraren. Opvallend genoeg maakt het aandeel leraren van 50 jaar en ouder niet uit.30 Uit de regressieanalyses blijkt dat zowel het aandeel jongeren als het aandeel ouderen geen significante invloed heeft op het al dan niet hebben van openstaande vacatures aan het eind van een kwartaal, of op de omvang van deze openstaande vacatures. Net als in het primair onderwijs lijkt de dynamiek in vacatures vooral samen te hangen met het aandeel jongeren. Deze groep kent in alle economische sectoren een relatief grote mobiliteit in de zin van baanwisselingen, al dan niet vanwege tijdelijke contracten. Daarnaast spelen zwangerschappen mee en het veelal verkorten van de werkweek na het krijgen van kinderen. Daarentegen werken leraren langer door dan een aantal jaar geleden, waardoor hun uittrede uit de arbeidsmarkt wordt vertraagd en daarmee ook (tijdelijk) minder vacatures ontstaan.
Onvervulde vacatures Elk kwartaal zijn enkele verdiepingsvragen in de vragenlijst opgenomen over de onvervulde vacatures aan het eind van het kwartaal. In deze paragraaf zullen achtereenvolgens het vakgebied waarop de openstaande vacatures betrekking hebben, de duur van de openstaande vacatures en de vervulbaarheid van de openstaande vacatures worden besproken. Voor de vacatures die aan het eind van een kwartaal nog openstonden, is gevraagd op welk vak deze vacatures betrekking hebben. De verdeling van de openstaande vacatures per vak is in Tabel C-76 in de tabellenbijlage opgenomen. De meeste vacatures die onvervuld bleven aan het eind van een kwartaal zijn de vacatures voor talen (38 procent). Hierbij beslaan Nederlands en Engels het grootste percentage, respectievelijk 13 en 12 procent van alle openstaande vacatures. Daarnaast betrof 24 procent van de onvervulde vacatures een exact vak. Vooral vacatures voor wiskunde (9%) en natuurkunde (6%) stonden nog open aan het einde van een kwartaal. Het hoge aantal vacatures op het gebied van talen en wiskunde kan worden verklaard door het feit dat deze vakken ook de grootste zijn in omvang lesuren in het vo. De toegenomen aandacht voor taal en rekenen in de kwaliteitsagenda vo zou een bijkomende rol kunnen spelen. Voor de sectoren economie, techniek, zorg en welzijn en groen in het vmbo zijn maar weinig vacatures onvervuld gebleven aan het eind van een kwartaal (zie tabellenbijlage). 28
29 30
Leeftijdsopbouw is meegenomen in de analyse door de variabelen die het aandeel leraren jonger dan 30 jaar, tussen 30 en 40 jaar, tussen 40 en 50 jaar, tussen 50 en 60 jaar en ouder dan 60 beschrijven. Enkele rpa-gebieden (indeling van het CBS) zijn samengevoegd in rpa-clusters. Zelfs voor de scholen waarbij meer dan 60% van de leraren 50 jaar of ouder is, geldt dat ze niet significant meer openstaande vacatures hebben aan het einde van een kwartaal dan scholen met een minder vergrijst personeelsbestand (Fisher exact test). Ook het al dan niet hebben van openstaande vacatures is niet significant hoger in scholen waarbij meer dan 60% van de leraren ouder dan 50 jaar is (Fisher exact test).
29 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Om inzicht te krijgen in de gemiddelde vacatureduur is aan de respondenten ook gevraagd hoe lang de vacatures die dat kwartaal nog niet vervuld waren al openstonden. Tabel 28 presenteert de gemiddelde duur dat onvervulde vacatures al openstonden aan het eind van een kwartaal.
Tabel 28 Duur openstaande vacatures leraren vo (%), 2009-2010 2009-2010 1 tot 2 weken open 3 tot 4 weken open Tussen 1 en 2 maanden open Tussen 2 en 3 maanden open Langer dan 3 maanden open
21 31 27 8 13
Gemiddeld stonden de meeste onvervulde vacatures aan het eind van een kwartaal 3 tot 4 weken open, namelijk 31 procent. Toch stond 27 procent van de onvervulde vacatures aan het eind van een kwartaal tussen de 1 en 2 maanden open. Zo’n 13 procent van de nog openstaande vacatures aan het eind van een kwartaal was al in een eerder kwartaal ontstaan. Respondenten zijn tevens elk kwartaal gevraagd of zij de onvervulde vacatures voor leraren binnen hun school beschouwen als moeilijk vervulbaar. Van de openstaande vacatures wordt bijna 68 procent (67% in fte) gezien als moeilijk vervulbaar.
Tabel 29 Moeilijk vervulbare vacatures leraren vo (%), 2009-2010 Aantal Moeilijk vervulbaar Niet moeilijk vervulbaar
3.4
68 32
Fte 67 33
Ondersteunend personeel Naast het directiepersoneel en onderwijzend personeel is er tijdens de kwartaalmetingen ook onderzoek gedaan naar de vacatures voor ondersteunend personeel. De categorie ondersteunend personeel bevat zowel onderwijsondersteunend als organisatie- en beheerspersoneel. In tegenstelling tot de stijging in de vacature-intensiteiten voor leraren in het afgelopen schooljaar, zijn deze voor het ondersteunend personeel gedaald. Ook in absolute zin zijn de ontstane, vervulde en gemiddelde openstaande vacatures flink gedaald. De mobiliteit lijkt voor deze functiegroep een jaar later te zijn gedaald dan voor onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs. Ook voor ondersteunend personeel zijn populatieschattingen gemaakt van het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures voor het gehele schooljaar. Daarnaast is het gemiddelde aantal openstaande vacatures aan het eind van de kwartalen berekend. In tabel 30 worden de populatieschattingen voor ondersteunend personeel gepresenteerd. Daarnaast worden de vacature-intensiteiten weergegeven als percentages van de totale werkgelegenheid. Conform het beeld onder het onderwijzend personeel, is ook onder het ondersteunend personeel het aantal vervulde vacatures hoger dan het aantal ontstane vacatures. Het verschil tussen de vervulde en ontstane vacatures is voor deze groep echter gering, zowel in aantal als in fte. Er zijn in het afgelopen schooljaar naar schatting 994 vacatures (615 fte) ontstaan en 999 vacatures (636 fte) vervuld. Daarnaast bleven gemiddeld 53 vacatures (30 fte) onvervuld aan het einde van een kwartaal.
30 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 30 Populatieschatting vacatures ondersteunend personeel vo (2009-2010) Aantal
Fte
Intensiteit (%)
994 999 21 53
615 636 13 30
3,3 3,5 0,0 0,2
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures* * Gemiddelde per kwartaal.
Het aantal ontstane, vervulde en openstaande vacatures is in het afgelopen schooljaar sterk afgenomen ten opzichte van vorig schooljaar. Opvallend is dat het aantal vervallen vacatures is verdrievoudigd van 7 (3 fte) in schooljaar 2008-2009 naar 21 (13 fte) in schooljaar 2009-2010. De intensiteiten van de ontstane en vervulde vacatures voor ondersteunend personeel zijn gedaald ten opzichte van vorig schooljaar. Waar deze nog 5,5 en 6,3 procent waren in schooljaar 2008-2009, zijn deze dit schooljaar 3,3 en 3,5 procent. Figuur 11 geeft de ontwikkeling van de ontstane en vervulde vacature-intensiteit van de afgelopen 5 schooljaren weer.
Figuur 11 Ontstane en vervulde vacature-intensiteiten ondersteunend personeel vo (%), 2005-2009 10
8
6
4
2
0 2005-2006
2006-2007
2007-2008
Ontstane vacatures
2008-2009
2009-2010
Vervulde vacatures
De ontstane en vervulde vacature-intensiteiten zijn gedurende de jaren 2005-2006 tot 2008-2009 vrij stabiel. Dit schooljaar (2009/2010) heeft zich echter een daling voorgedaan in beide intensiteiten (zie figuur 11). In overeenstemming met de resultaten van schooljaar 2008-2009, is de vervulde vacatureintensiteit dit schooljaar iets hoger dan de ontstane vacature-intensiteit. Vacatures kunnen nog steeds relatief gemakkelijk worden vervuld. Het verschil tussen deze intensiteiten was in schooljaar 2008-2009 groter dan in schooljaar 2009-2010. Als de vacature-intensiteiten worden weergegeven naar gewest, is te zien dat de ontstane, vervulde en de openstaande vacature-intensiteiten voor alle gewesten zijn gedaald. De arbeidsmobiliteit is onder het ondersteunend personeel blijkbaar een jaar later ingezet dan in de overige functie categorieën in het vo. Opvallend is de aanzienlijke daling van de vervulde vacature-intensiteit in het westen van Nederland. Waar de vervulde vacature-intensiteit vorig schooljaar nog 7,4 procent bedroeg, is deze dit schooljaar gedaald tot 3,1 procent. Ook wanneer wordt gekeken naar de gemeentenklassen, blijken de ontstane en vervulde vacature-intensiteiten binnen de G4, de G27 en de overige gemeenten overal lager te liggen dan het
31 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
voorgaande schooljaar. Vooral de daling van de vervulde vacature-intensiteit in de G4 is erg opvallend. In deze gemeenten bedroeg de vervulde vacature-intensiteit vorig schooljaar nog 11,3 procent, tegenover 2,9 procent in dit schooljaar (2009-2010).
Figuur 12 Openstaande vacature-intensiteiten ondersteunend personeel vo (%), 2005-2009 1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
In figuur 12 worden de openstaande vacature-intensiteiten over de afgelopen 5 schooljaren gepresenteerd. Na een stijging van de openstaande vacature-intensiteit vanaf schooljaar 2005-2006 tot schooljaar 2007-2008, is deze in de schooljaren 2008-2009 en 2009-2010 afgenomen. Dit schooljaar (2009-2010) ligt de openstaande vacature-intensiteit weer op hetzelfde niveau als in schooljaar 20052006, namelijk 0,2 procent. Het verschil tussen de hoogste en laagste openstaande vacature-intensiteit is echter beperkt (0,3 procentpunt).
Tabel 31 Scholen zonder vacatures voor ondersteunend personeel vo (%), 2009-2010) 2009-2010 Aantal responderende scholen
794
Zonder ontstane vacatures Zonder vervulde vacatures Zonder openstaande vacatures
76,4 77,7 93,5
Uit bovenstaande tabel blijkt dat 93,5 procent van de scholen geen openstaande vacatures voor ondersteunend personeel had aan het einde van een kwartaal. Van de scholen die wel te maken hadden met onvervulde vacatures aan het einde van een kwartaal, geeft ongeveer een kwart aan dat deze moeilijk vervulbaar waren (zie tabel 32).
Tabel 32 Mate van vervulbaarheid van nog openstaande vacatures (%), 2009-2010
Moeilijk vervulbaar Niet moeilijk vervulbaar
32 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Aantal
Fte
24 76
26 75
Hoe lang onvervulde vacatures aan het eind van een kwartaal al openstonden, wordt in tabel 33 weergegeven. De meeste onvervulde vacatures aan het eind van een kwartaal (36,3%) stonden 3 tot 4 weken open. Ongeveer 7 procent van de onvervulde vacatures is in een eerder kwartaal ontstaan.
Tabel 33 Duur openstaande vacatures ondersteunend personeel vo (%), 2009-2010 2009-2010 1 tot 2 weken open 3 tot 4 weken open Tussen 1 en 2 maanden open Tussen 2 en 3 maanden open Langer dan 3 maanden open
33 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
26,2 36,3 27,2 3,2 7,1
4
4.1
Middelbaar beroepsonderwijs
Inleiding In dit hoofdstuk bespreken we de vacatures in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (mbo). Alle 71 instellingen (roc’s, aoc’s en vakscholen) in het mbo zijn twee keer in het schooljaar benaderd om mee te werken aan het onderzoek. De vacaturecijfers over 2010 in het mbo zijn gebaseerd op twee, in plaats van vier, meetmomenten. Kwartaal 3 van 2009 is het eerste meetmoment, de resultaten uit de drie daaropvolgende kwartalen zijn gebruikt als tweede meting. In tabel 34 zijn voor beide metingen de benaderde instellingen en de respons opgenomen. Van de 71 instellingen hebben we de vacaturegegevens gekregen van 41 procent in de eerste meting en van 45 procent in de tweede meting. Gezien het geringe aantal mbo-instellingen moeten uitkomsten voorzichtig worden geïnterpreteerd.
Tabel 34 Benaderde instellingen middelbaar beroepsonderwijs, 2009-2010 Aantal benaderd Derde kwartaal Vierde, eerste, tweede kwartaal
71 71
Netto respons (%) 41 45
Naast het geringe aantal instellingen speelt mee dat er minder betrouwbare uitspraken te doen zijn over de verdeling van de verschillende functiegroep in het mbo. Uit gegevens van de salarisadministraties is niet altijd op te maken of het een directie-, ondersteuners- of leraarsfunctie betreft31. Achtereenvolgens worden in dit hoofdstuk de cijfers over de vacatures voor directiepersoneel, docenten en ondersteunend personeel in het mbo gepresenteerd.
4.2
Directiepersoneel Deze paragraaf gaat in op het aantal ontstane, vervulde, vervallen en openstaande vacatures. Om de cijfers in de tijd te kunnen plaatsen is er een vergelijking gemaakt van de jaarcijfers van 2005 tot en met 2010. Naast de kernindicatoren is bekeken hoeveel instellingen geen vacatures hadden in het schooljaar 2009-2010 en of dit aantal anders is dan voorgaande jaren.
4.2.1
Kernindicatoren In tabel 35 is af te lezen dat in het schooljaar 2009-2010 er 181 vacatures voor directiepersoneel zijn ontstaan (172 fte), 86 vacatures zijn vervuld (83 fte) en er gemiddeld nog 27 vacatures openstaan aan het eind van de kwartalen (26 fte).
31
Volgens gegevens van DUO maakte het directiepersoneel in het mbo in het schooljaar 2008/2009 minder dan één procent uit van het totale personeelsbestand (zie Tabel D-87 in bijlage D). In de DUO-data was een aantal missings voor directie. Voor deze ontbrekende waarden is op basis van bijschattingen een correctie berekend (zie laatste kolom). Ook voor het onderwijsgevend personeel is een correctieprocedure uitgevoerd voor de missings. Na correctie blijft het aandeel directie erg laag. Als gevolg hiervan zal er een overschatting plaats vinden van de intensiteiten voor directie. Deze zijn immers percentages van de vacatures ten opzichte van de totale werkgelegenheid.
34 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 35 Populatieschatting vacatures directiepersoneel mbo, 2009-2010
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Aantal
Fte
181 86 0 27
172 83 0 26
Intensiteit (%) 19,8 9,5 0,0 3,0
Ten opzichte van de totale werkgelegenheid in het mbo is de vacature-intensiteit van ontstane vacatures bijna 20 procent. Deze intensiteit is erg hoog in vergelijking met de vorige jaren. In het schooljaar 20082009 bedroeg de ontstane vacature-intensiteit 18 procent, terwijl deze in 2005 en 2006 11 procent bedroeg. Het aandeel vervulde vacatures is lager dan in voorgaande jaren, waardoor de intensiteit van het gemiddeld aantal openstaande vacatures aan het eind van het kwartaal toegenomen is van 1,5 procent in schooljaar 2008-2009 naar 3 procent in 2009-2010 (zie Tabel D-81 en Tabel D-82 in Bijlage D). Het verschil tussen het aantal ontstane en vervulde vacatures is in de afgelopen jaren niet zo groot geweest als nu het geval is. Het grote verschil tussen het aantal ontstane en vervulde vacatures is deels te verklaren is door (eenmalige) reorganisaties bij enkele ROC’s32.
4.2.2
Verdieping In tabel 36 is weergegeven hoeveel instellingen in de periode 2005 tot en met 2010 hebben aangeven geen vacatures te hebben gehad. In het schooljaar 2009-2010 blijkt dat ruim 60 procent van de responderende instellingen geen ontstane vacatures had. Dit is het laagste aandeel gemeten in de afgelopen 5 schooljaren. Mede op basis van de resultaten uit de vorige paragraaf kan gesteld worden dat niet alleen het aantal vacatures (ten opzichte van de totale werkgelegenheid) is gestegen, maar dat ook het aantal instellingen is gestegen dat vacatures had voor directieleden. Verder valt op, dat het aandeel instellingen zonder openstaande vacatures in schooljaar 2009-2010 (81%) op eenzelfde niveau ligt als in het schooljaar 2006-2007. In het voorgaande schooljaar gaf maar liefst 97 procent van de instellingen aan niet te maken te hebben (gehad) met openstaande vacatures aan het eind van het kwartaal.
Tabel 36 Instellingen zonder vacatures voor directiepersoneel mbo (%), 2005-2009 2005-2006 Aantal responderende instellingen Zonder ontstane vacatures Zonder vervulde vacatures Zonder openstaande vacatures
4.3
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
105
89
77
37
58
80 85 88
82 83 81
77 77 83
75 68 97
62 76 81
Docenten In deze paragraaf wordt ingegaan op het aantal vacatures voor docenten in het mbo. De paragraaf bevat de vacatureaantallen van het schooljaar 2009-2010. In de bijlage zijn twee tabellen weergegeven met de kernindicatoren uit vijf voorgaande schooljaren (Tabel D-83 en Tabel D-84).
32
Arbeidsmarktbarometer po, vo, mbo kwartaal 3 2009-2010.
35 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
4.3.1
Kernindicatoren In tabel 37 zijn de populatieschattingen van vacatures voor docenten in het mbo weergegeven. In schooljaar 2009/2010 zijn er ruim 2.000 vacatures ontstaan (1.361 fte), en bijna 2.000 vacatures vervuld (1.342 fte). Verder stonden er gemiddeld ongeveer 150 vacatures open (106 fte) aan het eind van elk kwartaal. In totaal zijn er 134 vacatures (89 fte) voor docenten komen te vervallen.
Tabel 37 Populatieschatting vacatures voor docenten mbo, 2009-2010 Aantal Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Fte
2.043 1.993 134 153
Intensiteit (%)
1.361 1.342 89 106
5,0 4,8 0,3 0,4
In Bijlage D Tabel D-83 en Tabel D-84 zijn de vacaturecijfers van 2005 tot en met 2010 opgenomen. Uit deze gegevens valt op te maken dat er ten opzichte van vorig jaar vooral een stijging van het aantal vervulde docentenvacatures heeft plaatsgevonden. Daar waar in schooljaar 2008-2009 981 van de 1.298 fte’s vervuld konden worden, zijn dit schooljaar vrijwel alle ontstane vacatures vervuld. In vergelijking tot eerdere jaren zijn er in 2009-2010 wel vrij veel vacatures vervallen, waardoor het gemiddelde aantal openstaande vacatures aan het eind van het kwartaal lager ligt dan voorheen.
4.3.2
Verdieping Uit tabel 38 valt op te maken dat, ondanks de afname van het aantal vacatures, er in 2009-2010 wel meer instellingen waren die vacatures hadden voor docenten. Omgekeerd houdt dit in dat het aandeel instellingen zonder ontstane en vervulde vacatures bijna is gehalveerd ten opzichte van 2005/2006. In het aantal instellingen zonder openstaande vacatures is geen duidelijke trend vast te stellen, dit aandeel schommelt tussen de 42 en 69 procent in de afgelopen vijf jaar.
Tabel 38 Instellingen zonder vacatures voor docenten mbo (%, 2005-2006 tot 2009-2010) 2005-2006 Aantal responderende instellingen Zonder ontstane vacatures Zonder vervulde vacatures Zonder openstaande vacatures
4.4
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
123
94
81
55
68
44 42 69
33 36 42
31 36 43
19 19 66
22 18 53
Ondersteunend personeel Tot slot zijn vacaturecijfers voor het ondersteunend personeel in het mbo berekend. Net zoals in de vorige paragrafen zullen eerst de kernindicatoren behandeld worden, waarna de verdieping aan bod zal komen.
4.4.1
Kernindicatoren In het schooljaar 2009-2010 zijn er voor het ondersteunend personeel in het mbo 1.351 vacatures ontstaan (1015 fte) en 894 vacatures vervuld (704 fte). Deze aantallen staan gelijk aan een intensiteit van ruim 6 en 4 procent ten opzichte van de totale werkgelegenheid van het ondersteunend personeel in het mbo.
36 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel 39 Populatieschatting vacatures ondersteunend personeel mbo, 2009-2010 Aantal Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Fte
1.351 894 58 127
Intensiteit (%)
1.015 704 47 98
6,1 4,2 0,3 0,6
In de afgelopen vijf schooljaren is het aantal vacatures voor (onderwijs-) ondersteunend personeel afgenomen. In het schooljaar 2005-2006 waren er ruim 1.400 fte aan vacatures ontstaan en ruim 1.200 fte vervuld. In schooljaar 2009/2010 zijn er circa 1000 fte aan vacatures ontstaan en 700 vervuld. De aantallen fte aan vervallen en nog openstaande vacatures aan het einde van het kwartaal wisselden sterk de afgelopen jaren (zie Bijlage D, Tabel D-85 en Tabel D-86).
4.4.2
Verdieping
Tabel 40 Instellingen zonder vacatures voor ondersteunend personeel mbo (%), 2005-2009 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Aantal responderende scholen
123
97
81
50
66
Zonder ontstane vacatures Zonder vervulde vacatures Zonder openstaande vacatures
79 60 93
68 50 94
66 41 95
33 40 66
30 37 61
Tenslotte is ook het aantal instellingen dat aangaf geen vacatures te hebben voor ondersteunend personeel gemeten. Net als voor het directiepersoneel en het onderwijzend personeel geldt dat het aantal instellingen zonder vacatures met de jaren afneemt. Daar waar in schooljaar 2005-2006 nog 79 procent van de instellingen geen ontstane vacatures voor ondersteunend personeel had, is dit in schooljaar 20092010 afgenomen tot 30 procent. Ook het aandeel instellingen zonder nog openstaande vacatures aan het eind van het kwartaal is de afgelopen twee schooljaren echter sterk afgenomen.
37 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Bijlage A
Respons
Tabel A-41 Benaderde besturen primair onderwijs en respons, 2009-2010 Aantal benaderd Derde kwartaal Vierde kwartaal Eerste kwartaal Tweede kwartaal
305 305 305 375
Netto respons (%) 156 190 173 162
(51%) (62%) (57%) (43%)
Tabel A-42 Benaderde scholen primair onderwijs en respons, 2009-2010 Aantal benaderd Derde kwartaal Vierde kwartaal Eerste kwartaal Tweede kwartaal
1.800 1.600 1.600 2.000
Netto respons (%) 614 633 552 567
(34%) (40%) (35%) (28%)
Tabel A-43 Benaderde besturen voortgezet onderwijs en respons, 2009-2010 Aantal benaderd Derde kwartaal Vierde kwartaal Eerste kwartaal Tweede kwartaal
185 185 185 200
Netto respons (%) 101 120 111 107
(55%) (67%) (60%) (54%)
Tabel A-44 Benaderde scholen voortgezet onderwijs en respons, 2009-2010 Aantal benaderd Derde kwartaal Vierde kwartaal Eerste kwartaal Tweede kwartaal
648 648 648 645
38 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Netto respons (%) 221 229 194 169
(34%) (35%) (35%) (26%)
Bijlage B
Tabellen primair onderwijs
Tabel B-45
Vacatures directiepersoneel po (in fte), 2005-2009*
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Openstaande vacatures
2005-2006
2006-2007
2007-2008
749 704 150
756 653 180
887 823 190
2008-2009 1.041 993 216
2009-2010 780 953 161
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
Tabel B-46
Vacature-intensiteiten directiepersoneel po (%), 2005-2009
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Openstaande vacatures
Tabel B-47
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
6,7 6,3 1,3
6,8 5,9 1,6
8,3 7,7 1,8
9,9 9,4 2,0
7,4 9,0 1,5
Vacatures leraren po (in fte), 2005-2009* 2005-2006
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Openstaande vacatures
4.468 4.356 190
2006-2007 6.964 6.709 330
2007-2008 7.123 6.847 410
2008-2009 8.488 8.178 666
2009-2010 5.934 6.642 321
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
Tabel B-48
Vacature-intensiteiten leraren po naar landdeel (%), 2009-2010 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
4,5 5,6 4,5 4,2
4,6 7,9 6,2 6,5
4,6 7,1 6,2 6,7
6,7 8,3 9,5 7,0
3,9 5,0 6,2 5,4
4,3 5,5 4,2 4,4
4,8 7,4 5,8 6,7
5,2 6,9 6,2 6,7
6,0 8,7 8,8 6,9
4,1 5,6 6,9 6,2
0,1 0,1 0,3 0,2
0,1 0,4 0,4 0,2
0,1 0,4 0,6 0,3
0,2 0,6 0,9 0,4
0,1 0,2 0,4 0,2
Ontstane vacatures Noord Oost West Zuid Vervulde vacatures Noord Oost West Zuid Openstaande vacatures Noord Oost West Zuid
39 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel B-49
Vacature-intensiteiten leraren po (%), 2005-2009 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
4,7 4,5 0,2
6,6 6,3 0,3
6,6 6,4 0,4
8,4 8,1 0,7
5,5 6,2 0,3
Ontstaan Vervuld Openstaand
Tabel B-50
Vacature-intensiteiten leraren po naar mate van stedelijkheid (%), 2009-2010
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Tabel B-51
Sterk stedelijk
Matig stedelijk
Weinig stedelijk
Niet stedelijk
7,1 8,0 0,4 0,5
5,0 8,9 0,4 0,5
5,5 5,9 0,4 0,2
5,6 6,2 0,1 0,2
4,2 4,7 0,1 0,1
Vacature-intensiteiten leraren po naar mate van denominatie (%), 2009-2010
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
Tabel B-52
Zeer sterk stedelijk
Openbaar
Roomskatholiek
Protestantschristelijk
Algemeen bijzonder
Overig bijzonder
4,8 5,1 0,2 0,3
6,1 6,4 0,2 0,3
5,9 6,8 0,3 0,3
3,8 5,6 0,5 0,3
7,9 10,3 0,6 0,7
Vacature-intensiteiten leraren po naar gemeenteomvang (%), 2009-2010
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures
4 grote steden
27 overige steden
Overige gemeenten
8,0 8,8 0,2 0,6
4,3 5,0 0,2 0,3
5,4 6,0 0,3 0,2
40 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel B-53
Vacature-intensiteiten leraren po naar rpa-gebied (%), 2009-2010 Ontstane vacatures
Vervulde vacatures
Vervallen vacatures
Openstaande vacatures*
Groningen Friesland Zuid en Midden Drenthe IJssel en Vecht
4,4 3,2 4,5 4,6
4,9 3,7 3,8 4,2
0,0 0,0 0,5 0,0
0,2 0,0 0,1 0,4
Twente IJssel Veluwe Arnhem Achterhoek Nijmegen Rivierenland
2,2 6,9 3,7 4,2
2,1 8,0 4,2 4,7
0,0 0,0 0,2 0,1
0,1 0,4 0,2 0,2
Flevoland Gooi Vechtstreek Eemland Utrecht Midden Noord Holland Noord
6,7 5,5 6,1 5,5
6,4 7,2 7,3 3,3
0,0 0,3 1,6 0,3
0,3 0,5 0,3 0,6
Zuidelijk Noord Holland Rijn Gouwe Haaglanden Rijnmond
5,5 5,6 5,2 5,2
6,6 5,1 7,0 6,0
0,0 1,6 1,3 0,3
0,4 0,3 0,3 0,1
Zeeland West Brabant Midden Brabant Noordoost Brabant
4,3 4,6 4,6 5,1
5,8 4,6 5,9 6,5
0,6 0,4 0,0 0,2
0,0 0,1 0,1 0,3
Zuidoost Brabant Noord Midden Limburg Zuid Limburg Almere
6,2 4,7 7,5 9,9
6,3 6,2 7,8 15,5
0,5 0,0 0,1 0,0
0,3 0,1 0,3 0,2
10,8 9,3 6,7 5,5
10,5 11,6 6,8 6,8
0,4 0,3 0,0 0,0
0,6 1,0 0,5 0,2
Utrecht Amsterdam Den Haag Rotterdam * gemiddelde per kwartaal.
Tabel B-54
Vacature-intensiteiten leraren po naar aandeel gewichtenleerlingen (%), 2009-2010
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
Tot 10%
10-20%
20-30%
Meer dan 30%
5,2 5,6 0,2 0,2
5,3 5,9 0,2 0,2
4,9 5,4 0,3 0,2
7,2 8,5 0,3 0,6
* gemiddelde per kwartaal.
Tabel B-55
Vacature-intensiteiten naar aandeel leraren ouder dan 55 (%), 2009-2010
Ontstane vacature-intensiteit Vervulde vacature-intensiteit Openstaande vacature-intensiteit*
0-7%
8-15%
16-24%
24-76%
6,2 7,5 0,2
5,6 6,3 0,2
5,4 5,8 0,4
4,7 4,9 0,2
* gemiddelde per kwartaal.
41 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel B-56
Regressie-coëfficiënten kans op ontstane vacatures voor schooljaar 2008-2009 en 20092010 met leeftijdsopbouw (alleen significante effecten gepresenteerd) Exp(B)
Sig.
Tijd Tweede kwartaal 2009 Vierde kwartaal 2009 Eerste kwartaal 2010 Tweede kwartaal 2010
1,854 0,506 0,649 0,778
** ** ** *
IJssel en Vecht IJssel Veluwe Almere Gooi & Vechtstreek, Eemland Utrecht Midden
1,391 1,400 2,903 2,022 1,735
* * ** ** **
Zuidelijk Noord Holland Amsterdam Rijn Gouwe Haaglanden Rijnmond
1,451 1,581 1,576 1,770 1,432
* * * ** **
Leerlingaantal (log) Aandeel jonge leraren (< 35 jaar)
1,696 2,617
** **
Constant
0,010
**
Regionaal
Schoolkenmerken
* p<0,05 ** p<0,01
42 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel B-57
Regressie-coëfficiënten kans op openstaande vacatures voor schooljaar 2008-2009 en 2009-2010 met leeftijdsopbouw (alleen significante effecten gepresenteerd) Exp(B)
Sig
0,596 1,404 0,638 0,409 0,439
* * * ** **
Friesland IJssel en Vecht IJssel Veluwe Flevoland Gooi & Vechtstreek, Eemland
0,339 2,242 1,759 2,004 3,209
* * * * **
Utrecht Midden Zuidelijk Noord Holland Amsterdam Rijn Gouwe Haaglanden Rotterdam
3,540 1,762 2,870 2,270 2,464 2,114
** * ** ** ** *
Gemiddeld leerlinggewicht Overig bijzonder onderwijs Leerlingaantal (log) Aandeel jonge leraren (< 35 jaar)
4,817 1,451 1,915 2,027
** * ** *
Constant
0,000
**
Tijd Eerste kwartaal 2009 Tweede kwartaal 2009 Derde kwartaal 2009 Vierde kwartaal 2009 Eerste kwartaal 2010
Regionaal
Schoolkenmerken
* p<0,05 ** p<0,01
Tabel B-58
Regressie-coëfficiënten kans op ontstane vacatures voor schooljaar 2008-2009 en 20092010 met verbijzondering speciaal onderwijs (alleen significante effecten gepresenteerd) Exp(B)
Sig
1,828 1,826 2,800
* * **
0,393 4,938 1,820 0,344 2,563
* ** ** * **
Protestant christelijk Overig bijzonderonderwijs Leerlingaantal (log) Cluster 4
1,723 1,428 1,591 2,306
** * ** **
Constant
0,029
**
Tijd Derde kwartaal 2007 Derde kwartaal 2008 Tweede kwartaal 2009
Regio Friesland Utrecht Zuidelijk Noord Holland Den Haag Zuidoost Brabant
Schoolkenmerken
* p<0,05 ** p<0,01
43 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel B-59
Vacatures ondersteunend personeel po (in fte), 2005-2009* 2005-2006
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Openstaande vacatures
803 785 67
2006-2007 1373 1242 117
2007-2008 1300 1266 115
2008-2009 1656 1448 132
2009-2010 973 1144 57
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
Tabel B-60
Vacatures ondersteunend personeel po, naar functie (%, 2009/2010) Ontstaan
Vervuld
Openstaand
OOP Onderwijs-/klasse-/lesassistent Lerarenondersteuner Technisch assistent Therapeutische functies Ander personeel OOP
53 7 3 6 5
54 6 4 4 5
37 4 0 22 10
9 15 2 1
7 19 1 1
9 13 4 0
100
100
100
OBP Administratief medewerker Conciërge Schoonmaker Ander personeel OBP Totaal
44 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Bijlage C
Tabellen voortgezet onderwijs
Tabel C-61
Vacatures directiepersoneel vo (in fte), 2005-2009*
Ontstaan Vervuld Openstaand
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
212 213 20
301 264 50
251 240 50
215 244 43
216 236 46
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
Tabel C-62
Vacature-intensiteiten directiepersoneel vo (%), 2005-2009
Ontstaan Vervuld Openstaand
Tabel C-63
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
6,1 6,1 0,6
7,7 6,7 1,2
6,2 5,9 1,3
5,5 6,2 1,1
5,5 6,0 1,2
2007-2008
2008-2009
2009-2010
Vacatures leraren vo (in fte), 2005-2009*
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2005-2006
2006-2007
4.492 4.176 349 148
5.164 4.592 402 318
5.500 5.108 311 399
2.910 3.453 96 155
3.579 4146 74 207
* Het aantal openstaande vacatures is een gemiddelde. Het aantal ontstane, vervulde en vervallen vacatures is daarentegen een totaal over het hele schooljaar, waardoor deze cijfers niet zonder meer te relateren zijn.
45 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel C-64
Regressie-coëfficiënten openstaande vacatures (alleen significante effecten gepresenteerd)33 Exp(B)
Significantie
Vierde kwartaal 2005
0,241
Eerste kwartaal 2006
0,654
Tweede kwartaal 2006
0,653
** * ** ** ** **
Tijd
Vierde kwartaal 2006
0,637
Derde kwartaal 2008
0,636
Eerste kwartaal 2010
0,567
Stedelijkheid Zeer sterk stedelijk
2,031
Sterk stedelijk
2,287
Weinig stedelijk
1,712
* ** *
RPA cluster
Twente
0,571
Noord-Oost Brabant Noord-Limburg (incl. Weert en Roermond)
0,568
* * * *
0,448
*
Zuid- Limburg
0,292
**
1,933
**
0,461
**
Openbaar
0,726
Constante
0,005
** **
Nagelkerke R2
0,166
Groningen
0,551
Zuid-Drenthe
0,489
Leerlingenaantal Leerlingenaantal (log) Schooltype Havo/vwo Denominatie
* p<0,05 ** p<0,01
Tabel 65 Vacature-intensiteiten leraren vo (%), 2005-2009
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
7,2 6,7 0,6 0,2
8,0 7,1 0,6 0,5
8,6 8,0 0,5 0,6
4,6 5,5 0,1 0,2
5,6 6,6 0,1 0,3
*gemiddelde per kwartaal.
33
We hebben gebruik gemaakt van een logistische regressieanalyse, waarin de jaren en kwartalen (2005 tot 2010), 28 RPA clusters, denominatie, leerlingenaantal, percentage niet-westerse allochtone leerlingen, schooltype en mate van stedelijkheid zijn opgenomen. In deze tabel geen een Exp(B) boven 1 een grotere kans op openstaande vacature ten opzichte van de referentiecategorie aan, onder de 1 een kleinere kans op vacatures.
46 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel C-66
Vacature-intensiteiten leraren vo naar regio (%), 2005-2009 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
5,5 5,8 7,0 9,9
8,3 9,0 7,5 8,0
7,8 8,6 9,6 7,3
5,1 4,3 5,1 4,0
4,6 5,8 5,7 6,3
4,8 5,5 6,8 8,4
7,6 7,1 6,8 7,6
7,2 7,9 8,9 6,8
5,2 5,5 6,1 4,4
5,6 6,1 6,5 7,8
0,2 0,2 0,3 0,2
0,3 0,6 0,7 0,2
0,2 0,5 0,9 0,4
0,1 0,3 0,3 0,1
0,3 0,3 0,4 0,2
Ontstane vacatures Noord Oost West Zuid Vervulde vacatures Noord Oost West Zuid Openstaande vacatures Noord Oost West Zuid
Tabel C-67
Vacature-intensiteiten leraren vo naar gemeenteomvang
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Openstaande vacatures*
G4
G27
Overige gemeente
6,8 6,4 0,3
6,6 7,5 0,3
5,3 6,4 0,4
*gemiddelde per kwartaal.
47 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel C-68
Vacature-intensiteiten leraren vo (%), 2005-2009 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
6,8 7,8 6,7 7,1 10,7
8,4 9,2 10,2 7,2 12,6
7,7 8,6 8,9 8,3 13,4
4,2 6,6 5,1 4,4 4,3
8,3 4,7 6,8 5,5 4,8
7,6 7,3 6,4 6,6 8,3
8,4 7,7 10,6 6,1 10,9
6,2 7,9 9,9 7,5 10,8
4,5 8,0 5,5 5,4 3,9
7,0 5,3 7,9 6,6 5,3
0,2 0,2 0,1 0,3 0,5
0,5 0,3 0,3 0,5 0,9
1,2 0,3 0,5 0,6 1,3
0,3 0,2 0,3 0,3 0,0
0,4 0,3 0,2 0,4 0,3
Ontstane vacatures Vmbo Havo/vwo Vmbo-tl/havo/vwo Vmbo/havo/vwo Praktijkonderwijs Vervulde vacatures Vmbo Havo/vwo Vmbo-tl/havo/vwo Vmbo/havo/vwo Praktijkonderwijs Openstaande vacatures Vmbo Havo/vwo Vmbo-tl/havo/vwo Vmbo/havo/vwo Praktijkonderwijs
Tabel C-69
Vacature-intensiteiten leraren vo naar rpa-cluster (%), 2009-2010 Ontstaan
Vervuld
Groningen Friesland Zuid en Midden Drenthe IJssel en Vecht
5,5 3,5 2,9 6,3
7,2 3,1 3,3 5,8
0,4 0,1 0,0 0,6
Twente IJssel Veluwe Arnhem Achterhoek Nijmegen Rivierenland
4,9 3,4 7,7 7,8
4,8 4,9 8,3 7,6
0,2 0,3 0,3 0,1
0,0 10,2 2,7 6,5
0,0 12,4 8,4 7,1
0,0 0,9 0,1 0,3
5,6 2,3 6,9 2,9
6,9 2,7 9,2 3,9
0,5 0,4 0,4 0,3
6,6 11,7 6,8 4,6
6,2 11,1 8,0 6,2
0,7 0,3 0,3 0,2
6,7 7,9 3,3 9,7
8,5 10,0 4,8 11,9
0,5 0,4 0,0 1,1
Flevoland* Gooi Vechtstreek Eemland Utrecht Midden* Noord Holland Noord Zuidelijk Noord Holland* Rijn Gouwe Haaglanden* Rijnmond* Zeeland West Brabant Midden Brabant Noordoost Brabant Zuidoost Brabant Noord Midden Limburg Zuid Limburg Almere
48 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Openstaand**
Ontstaan
Vervuld
Openstaand**
Utrecht Amsterdam Den Haag Rotterdam
5,2 8,4 7,7 5,6
6,4 6,9 8,2 5,8
0,1 0,3 0,4 0,3
Totaal
5,6
6,6
0,3
*exclusief de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere. ** gemiddelde per kwartaal.
Tabel C-70
Vacature-intensiteiten naar aandeel leraren jonger dan 30 (%), 2009-2010
Ontstane vacature-intensiteit Vervulde vacature-intensiteit Openstaande vacature-intensiteit*
0-10%
10-14%
14-18%
18-40%
5,9 6,2 0,3
5,5 6,9 0,3
5,6 6,5 0,3
6,3 7,1 0,5
* gemiddelde per kwartaal.
Tabel C-71
Vacature-intensiteiten naar leraren ouder dan 50 (%), 2009-2010
Ontstane vacature-intensiteit Vervulde vacature-intensiteit Openstaande vacature-intensiteit*
0-36%
36-42%
42-49%
49-85%
6,5 7,7 0,5
5,6 5,5 0,3
5,6 6,7 0,2
5,6 6,8 0,3
* gemiddelde per kwartaal.
49 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel C-72
Regressie-coëfficiënten34 openstaande vacatures voor schooljaar 2008-2009 en 20092010 met leeftijdsopbouw (alleen significante effecten gepresenteerd) Exp(B)
Significantie
Eerste kwartaal 2009
2,018
Derde kwartaal 2009
1,915
** **
Tijd
Stedelijkheid Sterk stedelijk
2,889
Weinig stedelijk
2,700
* *
RPA cluster Groningen
0,291
Zuid- Limburg
0,073
Amsterdam
0,164
* ** **
1,774
**
2,034
**
0,657
*
Niet westers allochtone leerlingen
3,909
*
Constante
0,012
*
Nagelkerke R2
0,207
Leerlingenaantal Leerlingenaantal (log) Schooltype Vmbo Denominatie Openbaar Percentage Niet westerse allochtone leerlingen
* p=<0,05 ** p<0,01
Tabel C-73
Fisher’s exact test: 60% van de laren is 50 plus en vacature-intensiteit Hoge openstaande vacature-intensiteit Lage openstaande vacature-intensiteit
Meer dan 60% leraren 50 plus Minder dan 60% leraren 50 plus
1 27
26 709
*p=1
34
We hebben gebruik gemaakt van een logistische regressieanalyse, waarin de jaren en kwartalen (2008-2009 tot 2009-2010), 28 RPA clusters, denominatie, leerlingenaantal, percentage niet-westerse allochtone leerlingen, schooltype, mate van stedelijkheid en leeftijdsopbouwzijn opgenomen. In deze tabel geen een Exp(B) boven 1 een grotere kans op openstaande vacature ten opzichte van de referentiecategorie aan, onder de 1 een kleinere kans op vacatures.
50 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel C-74
Fisher’s exact test: 30% van de laren is jonger dan 30 en vacature-intensiteit Hoge openstaande vacature-intensiteit Lage openstaande vacature-intensiteit
Meer dan 30% leraren jonger dan 30 Minder dan 30% leraren jonger dan 30
0 73
21 669
*p=0,25
Tabel 13: Fisher’s exact test: 60% van de laren is 50 plus en het al dan niet hebben van een openstaande vacature Openstaande vacatures Meer dan 60% leraren 50 plus Minder dan 60% leraren 50 plus
3 205
Geen openstaande vacatures 24 527
*p=0,076
Tabel C-75
Fisher’s exact test: 30% van de laren is jonger dan 30 en het al dan niet hebben van een openstaande vacature
Meer dan 30% leraren jonger dan 30 Minder dan 30% leraren jonger dan 30
Openstaande vacatures
Geen openstaande vacatures
4 204
19 552
*p=0,427
51 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel C-76
Openstaande vacatures verdeeld naar vak en sector (%), 2009–2010
Vakken Talen: Duits Engels Frans Klassieke talen Nederlands Overige talen
%
7 12 4 2 13 0
Kunstvakken en LO: Kunstvakken Lichamelijke opvoeding Overige kunstvakken en Lichamelijk opvoeding
3 1
Maatschappij: Aardrijkskunde Economie Geschiedenis Maatschappijleer Overig maatschappij
2 2 2 2
Exact: Algemene Natuur Wetenschappen Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Overig exact
0 4 6 3 9
Sector vmbo economie: Administratie Bedrijfseconomie Consumptief Handel Overig sector economie
0 0 0 1
Sector vmbo techniek: Bouwtechniek Electrotechniek Installatietechniek Metaaltechniek Techniek-breed Overig sector techniek
0 0 0 0 0
Sector vmbo zorg en welzijn: Facilitaire dienstverlening Uiterlijke verzorging Verpleegkunde Zorg en welzijn breed Overig sector Zorg en welzijn
0 0 0 0
Sector vmbo groen: Sector groen Onbekend/ weet niet Totaal
52 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
1
1
2
1
1
0
2 16 100
Tabel C-77
Populatieschatting van vacatures ondersteuners vo (fte), 2005-2009
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
1.011 956 70 40
1.013 945 51 57
1.036 950 60 83
1.038 1.148 3 53
2009-2010 615 636 13 30
*gemiddelde per kwartaal.
Tabel C-78
Vacature-intensiteiten ondersteuners vo (%), 2005-2009
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
5,7 5,4 0,4 0,2
5,6 5,2 0,3 0,3
6,0 5,5 0,4 0,5
5,5 6,3 0,0 0,3
3,3 3,5 0,0 0,2
*gemiddelde per kwartaal.
Tabel C-79
Vacature-intensiteiten ondersteuners vo naar regio (%), 2005-2009 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
3,2 6,6 5,4 6,4
5,0 7,0 5,3 5,0
5,1 7,0 6,3 4,7
5,3 4,7 5,8 6,1
3,5 3,9 3,3 3,1
6,7 6,6 4,1 6,2
4,4 4,5 5,3 6,0
4,6 7,0 5,5 4,2
5,6 4,3 7,4 6,6
3,3 3,7 3,1 4,1
0,2 0,2 0,3 0,2
0,3 0,5 0,3 0,2
0,2 0,4 0,6 0,4
0,3 0,3 0,3 0,1
0,1 0,2 0,2 0,1
Ontstane vacatures Noord Oost West Zuid Vervulde vacatures Noord Oost West Zuid Openstaande vacatures Noord Oost West Zuid
Tabel C-80
Vacature-intensiteiten ondersteuners vo naar gemeenteomvang (%, 2009-2010)
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Openstaande vacatures*
G4
G27
Overige gemeente
3,3 2,9 0,2
4,0 4,5 0,2
3,2 3,2 0,2
53 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Bijlage D
Tabellen middelbaar beroepsonderwijs
Tabel D-81
Vacatures voor directiepersoneel in het mbo (in fte), 2005-2009
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
122 117 2 14
113 105 0 22
175 154 18 25
168 153 0 11
172 83 0 26
*gemiddelde per kwartaal.
Tabel D-82
Vacature-intensiteiten directiepersoneel mbo (%), 2005-2009
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
11,3 10,9 0,2 1,3
11,4 10,6 0,0 2,2
17,8 15,6 1,8 2,5
15,2 14,7 0,0 1,5
19,8 9,5 0,0 3,0
*gemiddelde per kwartaal.
Tabel D-83
Vacatures voor docenten in het mbo (in fte), 2005-2009
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
2.120 2.117 17 134
2.452 2.284 31 272
1.896 1.798 95 275
1.298 981 43 147
1.361 1.342 89 106
*gemiddelde per kwartaal.
Tabel D-84
Vacature-intensiteiten docenten mbo (%), 2005-2009
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
8,1 8,1 0,1 0,5
9,2 8,5 0,1 1,0
6,8 6,4 0,3 1,0
4,8 3,7 0,2 0,7
5,0 4,8 0,3 0,4
*gemiddelde per kwartaal.
54 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Tabel D-85
Populatieschatting van vacatures ondersteunend personeel mbo (fte), 2005-2009 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
1.456 1.247 207 115
2.352 2.151 54 262
1.844 1.678 121 307
1.158 742 25 118
1.015 704 47 98
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures* *gemiddelde per kwartaal.
Tabel D-86
Vacature-intensiteiten ondersteunend personeel mbo (%), 2005-2009 2005-2006
Ontstane vacatures Vervulde vacatures Vervallen vacatures Openstaande vacatures*
2006-2007
9,7 8,3 1,4 0,8
15,1 13,9 0,3 1,7
2007-2008 11,8 10,8 0,8 2,0
2008-2009
2009-2010
9,4 6,0 0,2 1,5
6,1 4,2 0,3 0,6
*gemiddelde per kwartaal.
Tabel D-87
Omvang functiegroepen mbo, peildatum 1 oktober 2009 Fte
Directie Onderwijsgevend personeel Ondersteunend personeel Totaal
313 22.189 15.573 38.075
Bron: DUO-Cfi, Basisgegevens Onderwijs
55 - Arbeidsmarktbarometer po vo mbo 2009-2010
Percentage 0,8 58,3 40,9 100,0
% Na correctie 2 61 37 100