AG Employee Benefits
Rainbowfondsen Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten
30/09/2010
Inleiding De vaak teleurstellende statistieken overschaduwen het goede bedrijfsnieuws Voor de markten is het schipperen tussen tegenvallend macro-economisch nieuws en bemoedigende signalen uit de bedrijfswereld. De economieën van de zogenaamd ontwikkelde landen (grofweg Noord-Amerika, West-Europa en Japan) hebben het niet onder de markt. Akkoord, ze krimpen niet, maar veel groei zit er niet in. Daarvoor slepen ze teveel schulden achter zich aan. Die schulden zijn voor een stuk overgenomen door de verschillende nationale overheden. De meeste kunnen dat wel aan, maar bij enkele heeft de markt toch zijn vragen. Maakte de Duitse economie in het voorbije kwartaal (april-juni) een zelden geziene leeuwensprong, de Griekse boerde 3,7% achteruit. Japan en de VS kreunden onder het gewicht van hun fors in waarde gestegen munt, wat ontgoochelende groeicijfers opleverde. De eurozone daarentegen profiteerde van zijn zwakke munt om met een beter dan verwachte kwartaalgroei (1%) op de proppen te komen. Het lijkt wel of geen van de ontwikkelde landen momenteel voldoende sterk is om de lasten van een sterke munt te dragen. En daar is ook een goede reden voor: de binnenlandse markt ligt op apengapen, waardoor bedrijven vooral inzetten op export. En dan kan je een goedkope munt wel gebruiken, wil je de concurrentie voor blijven. Groeilanden ook voor obligatiebelegger interessant De Chinese overheid heeft in juni lichtjes de teugels gevierd in zijn wisselkoersbeleid. Ook werden er de voorbije maanden voorzichtige initiatieven genomen om de eigen obligatiemarkt toegankelijker te maken voor buitenlandse investeerders. Maar niemand rekent op een snelle appreciatie van de yuan. Ook India en Brazilië blijven stevig groeien. Bovendien zien we dat de inflatiebesognes, die de beurzen in een aantal van deze groeilanden al maandenlang gegijzeld houden, enigszins gerelativeerd moeten worden. Dat opent perspectieven, niet alleen voor de beurzen, maar ook voor de obligatiemarkten van die landen, waar de vrees voor renteverhogingen gemilderd is. Die obligaties hebben trouwens nog een ander voordeel. Naarmate ontwikkelingslanden zich transformeren tot ontwikkelde landen, stijgt ook hun kredietwaardigheid, wat de prijzen van hun obligaties de hoogte in duwt. En dan is er nog de potentiële muntappreciatie. Vroeger dienden groeilanden die geld nodig hadden hun obligaties in dollar uit voor te geven, wilden ze investeerders vinden. Maar nu zijn beleggers helemaal niet meer vies van obligaties in de eigen lokale munt. Door hun stevige groei en vaak gezonde overheidsfinanciën bezitten de munten van die groeilanden een mooi langetermijnpotentieel. Al willen wij daar onmiddellijk aan toevoegen dat ze daarbij wellicht een vrij grillig parcours zullen volgen. Obligaties uit groeilanden kunnen een alternatief vormen voor wie de lage rentevoeten in de eigen achtertuin beu is. Al dienen we daar aan toe te voegen dat u wel in een andere risicocategorie gaat spelen. Hetzelfde geldt voor de zogenaamde high yield bonds. Dat zijn bedrijfsobligaties met een opvallend hoge coupon. Die coupon is zo hoog omdat er ten opzichte van gewone obligaties ook wat meer risico aanhangt. Diversifiëren is dus de boodschap.
AG Employee Benefits
Hoe duurzaam is het economisch herstel? Een gezonde financiële sector is sowieso een absolute voorwaarde om terug tot gezonde economische groei te komen. De sector is immers de bloedsomloop van het kapitalisme: hij brengt het geld van waar het zit naar waar het nodig is. Daar mag niks mis mee gaan. Maar natuurlijk heb je meer nodig dan dat om de economie te laten floreren. Iemand moet het geld laten rollen. Helaas, op de door werkloosheid en looninleveringen geplaagde consument moeten we voorlopig niet teveel rekenen. Die houdt bang de vinger op de knip van zijn portemonnee. De bedrijven daarentegen hebben de voorbije maanden ernstige inspanningen geleverd om hun veel te lage voorraden terug op peil te brengen. Ook langs de kant van de bedrijfsinvesteringen vangen we hoopvolle signalen op. Maar toch blijft de indruk hangen dat los van de export een belangrijk deel van de vraag direct of indirect door de overheid moet gegenereerd worden. Waar die overheidssteun wegvalt, zoals bijvoorbeeld op de Amerikaanse vastgoedmarkt, zien we de cijfers brutaal verslechteren. Omdat die overheid door haar schuldenprobleem gedwongen is te besparen, stellen velen zich vragen bij de duurzaamheid van het economisch herstel. Risicoaversie is het resultaat. Aandelenmarkten tussen hoop en wanhoop De ruim aanwezige risicoaversie belet de aandelenmarkten om voluit te profiteren van hun nochtans aantrekkelijke waardering. Zeker, die laatste is gestoeld op toekomstige winstverwachtingen en sommigen zullen zich de vraag stellen: zijn die verwachtingen niet te optimistisch? De laatste kwartaalresultaten overtroffen net zoals eerdere resultatenrondes massaal de verwachtingen. En er is meer: waren kostenbesparingen vorig jaar voor vele bedrijven de enige manier om de winstmarges te vrijwaren, nu doet ook de stijgende omzet zijn duit in het zakje. Bedrijven hebben daarbij het voordeel dat zij niet aan grenzen gebonden zijn. Zij verkopen waar ze willen. Wat dat betreft zien we dat ondernemingen steeds meer hun goederen en diensten proberen te slijten in regio’s waar economische groei nog overvloedig aanwezig is. Precies dat is een van de grote voordelen van de globalisering. Bij bedrijfsleiders zien we opnieuw tekenen van vertrouwen. De meeste blijven voorzichtig, maar zij durven, nu al makkelijker dan pakweg een jaar geleden, voorspellingen doen voor het komende kwartaal of lopende boekjaar. Dit vertrouwen uit zich ook in een oplevende fusieen overnamemarkt. Maar op de beurzen is het vertrouwen nog steeds beperkt. De magere en vaak tegenvallende economische statistieken overschaduwen het veeleer positieve bedrijfsnieuws. Aandelen hebben dan ook moeite om uit het horizontale koerskanaal te breken waar ze nu al een klein jaar in gevangen zitten. Neemt niet weg dat heel wat aandelen ondertussen een bijzonder leuk dividendrendement bieden.
Obligaties (van toepassing voor Rainbow Indigo, Green en Orange (strategische fondsen World) en voor Rainbow Blue (Bonds World)) De wereldwijde obligatiemarktenmarkten kenden in het derde trimester 2010 - na een mooie stijging in het tweede kwartaal - een flinke terugval. Door zich in te dekken tegen het dollarrisico, kon de Barclays Global Aggregate hedged into euro deze tendens echter ombuigen en steeg de index met 6,42 %. Na een achteruitgang in het tweede kwartaal van 2010, deden de Europese obligatiemarkten het in dit derde trimester zeer behoorlijk. De markten konden zich wat herstellen na de problemen met de zogenaamde PIIGS-landen (Portugal, Italië, Ierland, Griekenland en Spanje). De Barclays Euro Aggregate steeg met 5,11 % sinds begin 2010.
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/09/2010
2
AG Employee Benefits
Obligaties uit de Eurozone •
Bedrijfsobligaties staan opnieuw in de gunst van de beleggers (6,49 %). Overheidsobligaties stegen verder (5,69 %). De JPM Euro Cash 1M-index steeg lichtjes tijdens het derde trimester naar 0,29 %. Hoogrentende bedrijfsobligaties (high yield corporates) behaalden net zoals in de voorgaande periodes het beste resultaat. Hun index ging er 14,49 % op vooruit. Obligaties uitgegeven door Europese groeilanden (emerging markets debts) stegen verder tot 8,27 %.Converteerbare obligaties (obligaties die in aandelen kunnen omgezet worden) deden een flinke stap voorwaarts tijdens het derde kwartaal als gevolg van hun correlatie met de verbeterende aandelenmarkt. Hun resultaat had een positieve impact op de portefeuille. Zij realiseerden dit jaar 4,65 % sinds begin 2010. Deze positieve prestatie is echter niet voldoende om het verlies uit het verleden goed te maken.
Een lichte overweging van hoogrentende obligaties, Europese groeilanden en converteerbare obligaties ten koste van overheids- en bedrijfsobligaties, gaf globaal een positief effect. Dit was vooral te danken aan het resultaat van hoogrentende obligaties, en in mindere mate aan dat van converteerbare obligaties. De beheerders in de Eurozone slaagden er algemeen gesproken niet in om de benchmark van de eigen stijl (hoogrentende obligaties, Europese groeilanden, …) te overschrijden. • • • •
•
• •
Overheidsobligaties herstelden lichtjes. BNP Paribas Investment Partners behaalde met zijn indicieel beheerde staatsobligatieportefeuille een resultaat dat in de lijn ligt van zijn benchmark. De fondsen met bedrijfsobligaties (corporates) behaalden niet het beste resultaat. Sparinvest en Bluebay konden de eer hooghouden.De tracker van Deutsche Bank, die niet beïnvloed wordt door rentevoetwijzigingen maar alleen door de spreadevolutie, liet het afweten. De risicovollere hoogrentende obligaties (high yield) deden het als obligatiecategorie goed. De beheerders Bluebay en BNP Paribas Investment Partners bleven dan weer achter op de mooie prestatie van de high-yieldindex. Hun voorzichtige portefeuilles bevatten minder financials dan de index. Converteerbare obligaties (obligaties die in aandelen kunnen omgezet worden) beheerd door Amundi (voorheen CAAM) deden het minder goed dan hun stijlbenchmark. Ook hier leidde het meer defensieve beheer tot een overweging van kwaliteitsvolle investment grade-obligaties in een emissiemarkt van vooral hoogrentende obligaties (high yield). De core-plusstrategie (een strategie die toelaat om naast overheidsobligaties en kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties, een klein percentage te investeren in risicovolle obligaties) presteerde goed. De fondsen beheerd door Mellon en M&G Prudential boden een belangrijk tegengewicht voor de negatieve bijdragen van nogal wat beheerders.
Er was algemeen gesproken een negatief skill effect voor de eurozone. Obligaties uit de Worldzone De indekking van het wisselrisico had een belangrijke impact op het grootste deel van de portefeuille. Zonder indekking van het dollarrisico haalde de brede obligatie-index Barclays Capital Global Aggregate 12,41 %. Dezelfde index hedged into euro ging sinds het begin van het jaar met 6,42 % vooruit. • •
Overheidsobligaties namen wat gas terug en realiseerden sinds begin dit jaar 13,08 % (unhedged). Bedrijfsobligaties (investment grade corporates) daalden lichtjes naar 13,12 % (unhedged).
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/09/2010
3
AG Employee Benefits
•
• •
Hoogrentende obligaties (high yield) behaalden het beste resultaat binnen de obligatiecategorieën. De blijvende hoge spreads zorgden ook nu nog voor een uitstekend rendement, al moest de index wat inleveren. De index haalde toch nog 18,34 % op het einde van het derde trimester. Overheidsobligaties uitgegeven door groeilanden (emerging market debts) behaalden eveneens een zeer goed rendement sinds begin 2010 met 18,00 %, al moesten ze wel 2 % inleveren in vergelijking met vorig kwartaal. Converteerbare obligaties (obligaties die in aandelen kunnen omgezet worden) hedged into euro konden hun verlies van de voorbije kwartalen goedmaken en realiseerden nu 4,65 % als gevolg van hun correlatie met de aandelenmarkt. In de portefeuille zorgden ze echter niet voor een positieve bijdrage; hun resultaat bleef lager dan de brede index.
Ondanks de lichte onderweging van hoogrentende obligaties (high yield) en dankzij de lichte overweging van Europese groeilanden (EMD), bleef de stijldiversificatie wereldwijd een belangrijke rendementsfactor. De beheerders van de wereldwijde portefeuille slaagden er in het algemeen in de benchmark van de eigen stijl te overschrijden. • • •
•
BNP Paribas Investment Partners behaalde met zijn indicieel beheerde staatsobligatieportefeuille een resultaat dat in de lijn ligt van zijn benchmark. Kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties (investment grade corporates) vervingen overheidsobligaties als voorkeurcategorie. Beheerders Pimco en Capital@Work leverden de grootste bijdrage en presteerden beduidend beter dan hun benchmark. Hoogrentende obligaties (high yield) behaalden een goed resultaat binnen de obligatiecategorieën. Ondanks een verdere daling van de spreads bleef het rendement uitstekend. De hoogrentende obligatieportefeuille beheerd door BNP Paribas Investment Partners, volgde zijn index. Overheidsobligaties uitgegeven door groeilanden (emerging market debts) en beheerd door BNP Paribas Investment Partners konden hun index niet evenaren. Converteerbare obligaties (obligaties die in aandelen kunnen omgezet worden) behaalden hetzelfde resultaat als hun hun index.
Aandelen (van toepassing voor Rainbow Indigo, Green en Orange (strategische fondsen World) en voor Rainbow Red (Equity World)) De aandelenmarkten die in het tweede kwartaal een stevige terugval kenden, konden zich gedeeltelijk herstellen. De MSCI World steeg van 5,60% naar 7,81 %. De MSCI EMU-aandelenindex verbeterde van -8,41 % naar -1,40 %. De combined index veerde sinds begin dit jaar 5,07 % op. •
Aandelen van bedrijven met kleine beurskapitalisatie (small caps) lieten een mooie prestatie optekenen: small caps uit de eurozone waren dit keer de beste leerlingen van de klas met een stijging van 15,98 %; wereldwijd was dat 9,57 %. Aandelen van bedrijven uit groeilanden (emerging markets) zetten eens te meer een betere prestatie neer dan de algemene marktindexen. Emerging Europe (waarin ook Rusland opgenomen is) en global emerging markets realiseerden respectievelijk 13,02 % en 16,39 %.Value-aandelen behaalden het minst goede resultaat, al verbeterde hun prestatie aanzienlijk. Zij leden vooral onder de gestegen volatiliteit en de risicoaversie. Value-beleggers wachten op een stabielere groei. In de eurozone daalden value-aandelen met 3,99 %; wereldwijd gingen ze er 6,31 % op vooruit sinds begin 2010.Grondstoffen (commodities) gingen tijdens dit kwartaal lichtjes vooruit naar 6,04 %, maar deden het niet beter dan de algemene index in euro (7.81 %).
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/09/2010
4
AG Employee Benefits
De bijdrage van de stijldiversificatie was positief en werd gedragen door de small caps. Aandelen uit de Eurozone • • • • •
De indicieel beheerde portefeuille met aandelen met een grote kapitalisatie (broad investment grade) van BNP Paribas Investment Partners beantwoordde aan de verwachtingen. Een mooi resultaat werd behaald door JP Morgan met een extreme value/extreme growth beheer. De contrarian-strategie van Capital@Work (een strategie die erop gericht is om het tegenovergestelde te doen dan het overgrote deel van de markt) leverde de grootste bijdrage, zij het minder uitgesproken dan vorig kwartaal. Value-manager Bernstein verhoogde zijn bijdrage, maar bleef ruim achter op zijn stijlgenoot LSV. De aandelen van kleine ondernemingen (small caps) leverden een kleine extra opbrengst.
In de eurozone slaagden bijna alle beheerders erin om beter te doen dan hun stijlindex. Aandelen uit de Worldzone • • • •
• • •
De portefeuille van aandelen met grote beurskapitalisatie (large caps) beheerd door BNP Paribas Investment Partners deed het lichtjes beter dan zijn benchmark. De Global Trend-strategie van DWS kon nog niet overtuigen wegens een te grote vertegenwoordiging van Europese aandelen in hun portefeuille. De Growth-strategie van JoHambro herstelde lichtjes van een verkeerde aandelen- en deviezenkeuze. De deep-valuestrategie van beheerder Orbis, die vorig jaar nog de grootste outperformance leverde in vergelijking met zijn benchmark, blijft sinds begin 2010 de laatste in het peloton, al verbeterde de prestatie in het derde kwartaal. Het feit dat deze portefeuille gehedged is terwijl de benchmark unhedged is, verklaart dit ten dele. Ter info: deze strategie is gericht op valueaandelen met het grootste verschil tussen de intrinsieke waarde en hun marktwaarde. De value-aandelen van bedrijven met een kleine kapitalisatie beheerd door BlackRock en Brandes brachten niets bij. De beheerders van aandelen van bedrijven uit groeilanden (emerging markets) haalden globaal genomen niet de return van hun benchmark. East Capital werd vervangen door FIB TP FOF II Diversified Equities.
In het algemeen deden de beheerders uit de eurozone het beter dan hun index en ontgoochelden de beheerders van de wereldwijde portefeuille. Zij leden ondermeer onder de daling van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar sinds begin van het jaar.
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/09/2010
5
AG Employee Benefits
Rainbow Absolute Return Flexible Asset Allocation (RARFAA) Beleggingspolitiek RARFAA wil een meerwaarde realiseren door optimaal te profiteren van de opportuniteiten die zich voordoen op de financiële markten. De fondsbeheerder is volledig vrij om zelf te bepalen in welke mate hij belegt in aandelen, obligaties, beleggingen op korte termijn of in derivaten uitgegeven over alle sectoren, en in alle regio’s. Benchmark 50 % MSCI WORLD + 50 % LEHMAN GLOBAL AGGREGATE Risicoklasse 4
Sinds het begin van het jaar realiseerde dit fonds 3,53% t.o.v. een negatieve performance van 0,75% voor haar composite index (50% BC Global Aggregate + 50%MSCI World). De beheerder Socgen leverde in het eerste trimester de grootste bijdrage in het rendement, was in het tweede trimester de grootste detractor en is terug van weggeweest in het derde trimester met een rendement van 6,31%. Voor de beheerder Axa kunnen we dezelfde redenering volgen: leverde een nobel bijdrage in het eerste trimester, kon dit niet volhouden in het tweede trimester maar verdapperde in het derde trimester met een positief rendement van 4,14%. Beide presteren beter dan het behaalde rendement van 0,17% door de Mstar peer Group. De beheerder DB Macro leverde een nobele bijdrage en presteerde ruim beter dan zijn eigen index, de Eonia Overnight, dat een rendement haalde van 0,29%. De beheerder Orbis leverde een negatieve bijdrage in het derde trimester en kon hiermee het jaarresultaat niet verbeteren en eindigde met een rendement van -7,53%. De beheerder Cadogan kon totnogtoe geen enkel trimester overtuigen en woog op de performance van het fonds (-2,57%) en zal worden vervangen. Dit document is louter informatief en maakt geen deel uit van het verzekeringscontract. AG Insurance kan niet aansprakelijk gesteld worden wanneer sommige gegevens achterhaald zouden zijn. Rendementen, die in het verleden verwezenlijkt zijn, zijn niet gewaarborgd voor de toekomst. Het financiële risico van deze beleggingsfondsen wordt door de verzekeringsnemer gedragen. Voor bijkomende informatie met betrekking tot voormelde fondsen verwijzen wij naar het beheersreglement dat gratis op eenvoudig verzoek te bekomen is bij AG Employee Benefits.
AG Insurance nv – RPR Brussel – BTW BE 0404.494.849 E. Jacqmainlaan 53, B-1000 Brussel AG Employee Benefits: Kruidtuinlaan 20, B-1000 Brussel – www.agemployeebenefits.be Tel. +32(0)2 664 82 11 – Fax +32(0)2 664 83 09
Rainbowfondsen – Beheerscommentaren op de economische activiteit en de financiële markten | 30/09/2010
6