Verslag werkgroep System Operations 18/03/2010 Aanwezig:
S. Harlem (FEBEG) M. Cailliau (FEBEG) F. Demaret (FEBEG) D. Hendrix (FEBEG) T. Waal (FEBEG) B. Larielle (FEBEG) H. Goris (EFET) B. Van der Spiegel (Febeliec) P. Claes (Febeliec) M. Clement (Febeliec) Y. Langer (Belpex) W. Gommeren (AGORIA) J-P. Bécret (Gabe)
J. Matthys-Donnadieu, B. Hebb, W. Michiels, F. Wellens, JJ Lambin, C. Druet,
Verontschuldigd: G. Meynckens (Febeliec) B. De Wispelaere (FEBEG) J-P. Boydens (FEBEG) F. Van Gijzeghem (ODE) M. Van den Bosch (VEV)
PV WG System Operations 18/03/2010
1/5
VERSLAG
1. Goedkeuring van het verslag Het verslag van de vorige vergadering wordt goedgekeurd zonder opmerkingen.
2. Discussie: Beheer van congesties in CWE: kan opheffing van de grenzen een oplossing bieden – technische issues. De heer Michiels legt uit dat deze vergadering een vergadering is van zowel de werkgroep System operations als de werkgroep European Market Design. De reden hiervoor is dat het oorspronkelijke onderwerp “opheffing van de grenzen” geleidelijk aan geëvolueerd is van een technische naar een market design discussie.
Standpunt Febeg De heer Harlem start met een presentatie met het standpunt van Febeg. Hij legt uit dat binnen Febeg een werkgroep is opgericht die zich zal bezig houden met Market Design. Het doel is uiteindelijk om vanuit Febeg actiever deel te nemen aan de diverse discussies die gaande zijn in verschillende werkgroepen op nationaal en internationaal niveau. De presentatie vindt u in bijlage De heer Claes gaat niet akkoord met de stelling “market power not to be a starting assumption” op slide 5. Volgens hem is er wel degelijk market power in België. De heer Cailliau legt uit dat deze zin eigenlijk zo moeten zijn “abuse of market power not to be….”. Betreffende slide 6 ontkent de heer Claes dat de prijzen voor lange termijn producten op de beurzen zoals Endex “firm” zijn. De liquiditeit van deze producten is te laag hiervoor. Dit heeft als resultaat dat grote afnemers niet kunnen kopen aan deze prijs. Hij wijst er op dat bij Endex bovendien een pricing panel regelmatig de prijs dient te bepalen. De heer Cailliau begrijpt niet waarom de heer Claes beweert dat prijzen op Endex niet firm zijn. Endex is immers een handelsplatform waarbij men – mits registratie- kan klikken op producten die men wenst te kopen. Een basisvoorwaarde voor een dergelijk platform is juist dat alle verhandelde producten firm zijn. Hij gaat akkoord betreffende de kritiek dat er op Endex weinig verhandeld wordt. Hij legt uit dat er voldoende andere handelsplatformen zijn waar wel voldoende liquiditeit is. Hij vindt het pricing panel van Endex ook geen goede oplossing. Het nemen van een foto van de werkelijke biedingen zou volgens hem een betere oplossing zijn. Hij wijst er op dat de afwijkingen tussen de prijzen van Endex en andere handelsplatformen minimaal zijn. Het pricing panel is dus volgens hem niet de optimale oplossing maar levert desondanks toch goede resultaten op. De heer Cailliau merkt op dat een aantal uitgangspunten in de presentatie van Gabe een verkeerd beeld geven hoe de energiemarkt werkt. Om een goede discussie te hebben dient men te vertrekken van correcte uitgangspunten. In slide 8 wordt er gepleit om meer capaciteit op de lange termijn veilingen aan te bieden. PV WG System Operations 18/03/2010
2/5
De heer Matthys-Donnadieu vraagt aan de aanwezige marktpartijen of zij een voorkeur hebben voor Financial of Physical Transmission Rights. De heer Cailliau legt uit dat er voor hem geen functioneel verschil is tussen enerzijds Physical Transmission Rights (PTR’s) gecombineerd met het “use-it-or-sell-it”-principe en anderzijds Financial Transmission Rights (FTR’s). Enkel de hoeveelheid van de rechten is voor hem van belang. Volgens hem zou mogelijk moeten zijn om veel meer LT-capaciteit aan te bieden op de noordgrens. FTR’s hebben een praktisch voordeel t.o.v. PTR’s omdat zijn minder operationele activiteit vereisen zoals o.a. nominaties. Naar aanleiding van slide 9 vraagt de heer Cailliau of het klopt dat de CWEmarktkoppeling uitgesteld zou worden totdat EMCC gereed zou zijn met de ontwikkeling van zijn “tight volume” algoritme. Hij wijst erop dat de Duitse en Deense regulatoren hiervoor vragende partijen zijn. De heer Matthys-Donnadieu legt uit dat er geen sprake is van uitstel van het CWEmarktkoppelingsproject. Het legt uit dat de vraag tot uitstel van de regulatoren het resultaat is van een ongelukkige situatie. Deze hebben de aanname gemaakt dat de interim “tight volume coupling oplossing” tussen de CWE en Nordic region zal operationeel zijn tegen het einde van de zomer. Dit strookt niet met de informatie die de heer Matthys-Donnadieu ter zake heeft. Volgens zijn informatie is de tight volume coupling oplossing niet beschikbaar voor november. De regulatoren hebben zich dus gebaseerd op niet correct informatie. De heer Langer bevestigd dat het niet realistisch is dat EMCC de “tight volume coupling oplossing” kan implementeren tegen de zomer. De heer Claes legt uit dat marktkoppeling met Duitsland veel belangrijker is dan de marktkoppeling met Nordic. De heer Cailliau vraagt of er geen signaal vanuit de werkgroep gegeven kan worden betreffende deze problematiek. De heer Matthys-Donnadieu legt uit deze problematiek aan bod zal komen in de users’group. Een eventuele boodschap zal gegeven worden vanuit de users’group. De heer Harlem legt uit dat in slide 9 het 2de initiatief van EPEX (FR-GE) is zonder Nordpool (Elbas) De heer Harlem legt betreffende slide 11 uit dat binnen Febeg al discussies zijn opgestart betreffende cross border balancing. Zij stellen voor dit onderwerp in de toekomst op de agenda te zetten van de werkgroep European Market Design. Betreffende slide 13 wordt er tevens gevraagd of er in de werkgroep geen presentatie gegeven kan worden betreffende nodal pricing. De heer Cailliau legt uit dat GABE nodal pricing in zijn presentatie vooruitschuift als een oplossing voor internationale congesties. Hij wijst er echter op dat bij nodal pricing er geen beurzen nodig zijn voor de DA-prijzen. Verder legt hij uit dat- in tegenstelling wat in de presentatie van GABE vermeld staat- nodal pricing en marktkoppeling niet combineerbaar zijn. Bovendien is volgens hem niet evident om het nodal pricing systeem te implementeren. Volgens hem zou dit minimum 10 tot 15 jaar kunnen duren. De heer Langer legt uit dat nodal pricing een oplossing is om nationale markten te organiseren indien er veel congestie is maar niet om de problematiek op Europees niveau op te lossen. PV WG System Operations 18/03/2010
3/5
Standpunt Febeliec De heer Claes geeft een presentatie waarin het standpunt van de grootverbruikers wordt verdedigd. De heer Cailliau gaat niet akkoord met de zin “vermoeden van misbruik en speculatie”. Hij vindt het ongepast om dergelijke stellingen te presenteren zonder enig bewijs. De heer Claes weerlegt door te verwijzen naar de studie van de CREG. De heer Cailliau legt uit dat het niet correct is te veronderstellen dat in de prijzen van baseload producten start- en stopkosten van centrales zitten. De heer Claes legt uit dat een baseload prijs op de day ahead markt het gemiddelde is van alle prijzen voor alle uren dus ook die voor de piekuren. Voor hem is 1 MW kopen voor een hele dag een ander product dan 24 keer 1 MW te kopen. De heer Cailliau legt uit dat de producenten energie aanbieden aan een markt en niet aan individuele afnemers. Hij legt uit dat het principe van een vrije markt is verondersteld dat men verkoopt aan de hoogste bieder. De heer Claes legt uit dat de industrie vragende partij is om op lange termijn baseload producten te kopen. De heer Cailliau legt uit dat producenten dit ook zouden willen doen maar dat ze zich wel moeten kunnen indekken tegen stijgende brandstofprijzen. De heer Van der Spiegel legt uit dat het op dit moment onmogelijk is voor buitenlandse producenten om energie aan te bieden op de Belgische markt omdat er geen garantie is dat er voldoende grenscapaciteit zal beschikbaar zijn op moment van levering.
De heer Claes legt uit dat de doelstelling van de marktintegratie is dat binnen CWE op elk moment de goedkoopste centrales draaien. De heer Cailliau legt uit dat producenten steeds make-or-buy beslissingen nemen. Indien het goedkoper is om aan te kopen in plaats van te produceren wordt dit gedaan. Op dit moment hebben we reeds de beste merit-orders rekening houdend met de beperkingen op de grenscapaciteiten. De heer Cailliau legt uit dat OTC transacties op intraday markten belangrijk zijn in uitzonderlijke situaties. Er bestaat immers een risico dat er - in geval van verlies van een grote centrale – niet altijd voldoende liquiditeit aanwezig zal zijn op de impliciete markt. Eens intraday market voldoende diepte bieden en daarenboven de juiste producten aanbieden is er geen nood meer voor OTC. De heer Clement legt uit dat de transparantie betreffende OTC transacties zeer belangrijk is voor hem. Hij wenst niet terug te gaan naar regulering maar wenst wel dat er steeds economisch gedrag is op de markten. De heer Cailliau stelt dat er niets mis mee is dat een producent speculeert tussen day ahead en intraday zolang hij zelf de risico’s draagt. Hij verduidelijkt wel dat onder “speculeren” niet mag worden verstaan dat een producent beschikbare productiecapaciteit niet zou aanbieden op de day ahead markt.
PV WG System Operations 18/03/2010
4/5
De heer Clement legt uit dat grenscapaciteit een publiek goed is dat niet gebruikt mag worden voor speculatiedoeleinden. Transparantie is voor hem belangrijk omdat iedereen binnen de gemeenschap op de hoogte dient te zijn met wat er gebeurt met publieke goederen. De heer Claes pleit in zijn presentatie voor de creatie van één copperplate binnen de EU door redispatching. De heer Matthys-Donnadieu vraagt hoe men een economisch signaal gaat geven waar er geïnvesteerd dient te worden in nieuwe productie-eenheden indien er geen regionale prijsverschillen meer zijn. Hij wijst er op dat men moet ook dient rekening te houden met politieke beslissingen (vb. Frankrijk & Nucleair). Bij één grote copperplate zou iedereen beginnen te investeren in nucleaire eenheden in Frankrijk waardoor de congestieproblematiek nog groter wordt. De heer Claes legt uit dat een locational signal gegeven zal worden door regionale tarieven die de kosten voor redispatching zullen socialiseren. De heer Cailliau stelt dat socialisering geen oplossing biedt om te komen tot een geintegreerde markt. De heer Claes stelt dat congestiemanagement ook geen oplossing biedt.
Afsluiting discussie De heer Matthys-Donnadieu legt uit er in de presentatie van Febeg en Febeliec gemeenschappelijk punten zijn. Hij stelt voor om de discussies voor te zetten tijdens een volgende vergadering waarin ook Elia haar standpunt zal vertolken.
Intraday Betreffende intraday marktkoppeling vraagt de heer Cailliau waarom men niet direct intraday koppeling mogelijk maakt op de grens FR-BE en NL-DE door het allocatieplatform van Amprion te gebruiken. De heer Matthys-Donnadieu legt uit dat de oplossing op de grens met Nederland een interim oplossing is. Deze vergt minimale IT aanpassingen aan de systemen van de betrokken TSO’s en betreft een aanzienlijke verbetering van het huidig mechanisme. Dit niet het geval met de Amprion oplossing. TSOs werken momenteel aan een enduring solution. Het staat op vandaag niet vast of de Amprion capacity matrix deel zal uitmaken van de enduring oplossing. Hij legt ook uit dat het Amprion mechanisme gebaseerd op het principe first-comefirst serve. Het is niet zeker dat de regulator dit mechanisme zal goedkeuren omdat dit niet onmiddellijk een verbetering is.
3. Diversen: De volgende meeting zal plaatsvinden op vrijdag 27/05/2010 om 10u00.
PV WG System Operations 18/03/2010
5/5