Bedrijfskunde Studiegids 2009/2010
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.2.9 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.7
Algemene informatie voor bachelorstudenten Algemeen Voorzieningen voor studenten Informatievoorziening Blackboard Computervoorzieningen Studieadviseur De Universiteitsbibliotheek Uitwisseling en internationalisering Facultaire studentenverenigingen Facultaire Studentenraad Overige studieverenigingen De faculteit Onderzoek Onderwijs Commissies Alumni Onderwijs- en Examenregeling Studieadvies in het eerste jaar Speciale examenfaciliteiten European Credit Transfer Systeem (ects) Toelatingsvoorwaarden Meer informatie
9 9 9 9 9 10 10 11 13 14 16 17 18 18 20 21 22 22 27 27 28 28 29
Bacheloropleiding Bedrijfskunde Algemeen Inleiding Jaarplanning De opleiding Programmabeschrijving Missie, kernaspecten en eindtermen Werkvormen Toetsing Programma eerste jaar Programma tweede jaar Programma derde jaar Jaarindeling derde jaar Keuzevakken derde jaar Inschrijven vakken derde jaar Bachelorscriptie Stage Masteropleidingen Doorstroom naar MSc in Business Administration Doorstroom naar overige masteropleidingen Voorwaardelijke toelating tot de master Postgraduateopleidingen
31 31 31 31 32 32 33 36 36 37 38 39 40 40 43 44 44 44 45 46 47 47
Inhoudsopgave
5
3
Examenonderdelen
Inhoudsopgave
49
Inhoudsopgave
7
8
Bedrijfskunde
1
1.1
Algemene informatie voor bachelorstudenten
Algemeen Adresgegevens Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam 020-598 6000 Faculteitsbestuur Prof. dr. H. Verbruggen, decaan Prof. dr. E.T. Verhoef, portefeuillehouder onderzoek Drs. P. Sneep, portefeuillehouder onderwijs Mw. L. Jurjens, studentlid Directeur bedrijfsvoering Drs. F.A.M. Snijders
1.2 1.2.1
Voorzieningen voor studenten Informatievoorziening Vrijwel alle informatie vind je in deze studiegids en op www.feweb.vu.nl. Voor zaken waar deze geen informatie over geven, kun je terecht bij het studiesecretariaat op de tweede verdieping. Bij de studentenbalie van dit secretariaat (kamer 2A-16 HG) kun je terecht met algemene vragen over je studie. Verder wordt informatie verstrekt over inschrijven voor colleges of tentamens, aanvragen van examens, het maken van een afspraak bij de studieadviseur et cetera. Op de publicatieborden en monitoren bij het secretariaat vind je roosterwijzingen, tentamenzalen en andere zaken van belang voor je studie. Raadpleeg deze dus regelmatig! Daarnaast wordt belangrijke informatie over wijzigingen in het programma, deadlines, inschrijvingen en dergelijke verstuurd per e-mail. Elke student krijgt een eigen e-mailadres. Informatie wordt alleen naar dit adres gestuurd. Elke student wordt geacht dit account regelmatig te raadplegen en goed te onderhouden. Specifieke informatie over vakken en colleges kun je tevens vinden in digitale leeromgeving Blackboard. Informatie wordt ook gepubliceerd in Ad Valvas, het universiteitsblad van de Vrije Universiteit. Onder de rubriek Faculteiten staat informatie over inschrijvingen, vermelding van wijzigingen in het collegerooster, advertenties voor het werven van student-assistenten, etc. Elke student wordt geacht deze informatie te lezen.
1.2.2
Blackboard Blackboard is de digitale leeromgeving van de faculteit. Een groot deel van het onderwijs wordt hierdoor ondersteund. Via Blackboard worden opdrachten verspreid Algemene informatie voor bachelorstudenten
9
en ingeleverd, kunnen studenten werk uitwisselen en van commentaar voorzien en kunnen docenten correcties aanbrengen. Ook literatuurlijsten, collegesheets en antwoordmodellen worden met behulp van dit programma verspreid. Op de Faculteit wordt kennis van Blackboard als bekend verondersteld. 1.2.3
Computervoorzieningen De faculteit heeft de beschikking over tien computerzalen met in totaal 217 pc’s. Deze bevinden zich op de derde verdieping en in 1B-04/14. Alle studenten van de faculteit kunnen met hun VU-net-id gebruik maken van deze pc’s. Naast collegespecifieke software kan in de zalen gebruik worden gemaakt van standaard software als Word, Excel, PowerPoint, Access, diverse programmeertalen, grafische software en vele statistische pakketten. Alle computers zijn aangesloten op het Internet. Studenten hebben de beschikking over ruime opslagruimte op het netwerk, een e-mailadres en een persoonlijke webpagina. Tegen een kleine vergoeding kun je gebruik maken van de laserprinters die bij de computerzalen staan. Studenten kunnen op deze machines ook gratis scannen. Kijk voor een overzicht van alle voorzieningen op www.feweb.vu.nl/ict. Als de zalen niet gebruikt worden voor onderwijs, kunnen studenten hier zelfstandig werken. De computerzalen zijn open van maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 21.45 en op zaterdag van 10.00 - 15.00 uur. Met vragen of problemen, het raadplegen van handleidingen en meer kun je terecht bij de helpdesk op kamer 3A-16 of mailen naar:
[email protected]. De helpdesk is geopend van maandag t/m donderdag van 09.00-21.45 en vrijdag van 09.00-17.00 uur. Studenten Econometrie en operationele research kunnen voor hun studie tevens gebruik maken van de computerzalen van de wiskundeopleiding in de Faculteit Exacte Wetenschappen. Naast de faciliteiten van de faculteit biedt de Universiteit (ICT) voorzieningen die faculteitsoverstijgend zijn. Voorbeelden zijn 88 stawerkplekken verspreid over de campus, TIS (het Tentamen Informatie Systeem) en Blackboard, de digitale leeromgeving. Voor meer informatie over deze universiteitsvoorzieningen zie de website van de digitale helpdesk: www.digidesk.vu.nl.
1.2.4
Studieadviseur Aan de faculteit werken vijf studieadviseurs. Zij houden zich bezig met het geven van voorlichting, informatie, raad en hulp aan studenten. Zij geven onder andere informatie over vakken, planning, advies bij oriëntatie op de master etcetera. Ook bieden zij hulp als door bijzondere persoonlijke omstandigheden studievertraging ontstaat. De studieadviseurs bewaken ook de studievoortgang. Als er reden voor is, roepen zij studenten op voor een gesprek. De studieadviseurs voor Economie en Bedrijfskunde zijn: Mevr. drs. Ella Noordhoek Mevr. drs. Karin Loos Mevr. drs. Marjolein Paap Mevr. drs. Marloes Theuns
10
Bedrijfskunde
[email protected] telefonisch spreekuur dagelijks van 11.00-12.00 uur, telefoonnummer 020-59 86116 dagelijks spreekuur van 13.00 tot 14.00 uur, kamer 2A-24 Afspraken maken via het studiesecretariaat telefoonnummer 020-59 86111
De studieadviseur voor Econometrie en Operationele Research is: Dhr. dr. R. Nobel
[email protected] spreekuur volgens afspraak Voorts worden de econometriestudenten begeleid door cohortbegeleiders, die elk een jaarlaag onder hun hoede nemen. 1.2.5
De Universiteitsbibliotheek Algemene bibliotheekvoorzieningen Het vinden en raadplegen van wetenschappelijke literatuur is essentieel voor je studie. De universiteitsbibliotheek helpt je graag op weg bij het vinden van de juiste literatuur voor je studie. Bezoek daarom onze website of kom langs bij de informatiebalie van de bibliotheek (Hoofdgebouw, 2B-01). Hieronder vind je een overzicht van de algemene bibliotheekvoorzieningen en de voor jouw studie relevante bibliotheekafdeling. Meer of aanvullende informatie vind je op: www.ubvu.vu.nl/ Literatuur vinden De interactieve Webcursussen Informatievaardigheden maken je bij veel vakgebieden wegwijs in het vinden van de juiste literatuur. De cursussen zijn te vinden op: www.ubvu.vu.nl/cursussen > Hulp, advies > Webcursussen. Kies de cursus van je vakgebied. Staat deze er niet bij, kies dan voor: ‘overige studierichtingen’. De Universiteitsbibliotheek biedt ook workshops aan, zie: www.ubvu.vu.nl > Hulp, advies > Workshops. Documenten lenen of bestellen Literatuur lenen kun je met je VU-chipkaart, zie: www.ubvu.vu.n /lenen, reserveren. Documenten die niet bij de Universiteitsbibliotheek van de VU te raadplegen zijn kun je bestellen via het interbibliothecair leenverkeer (IBL), zie: www.ubvu.vu.nl > Lenen, reserveren > Lenen > Interbibliothecair lenen (IBL). Op vertoon van je collegekaart en identiteitsbewijs kun je ook gratis lid worden van alle andere universiteitsbibliotheken in Nederland. Digitale bibliotheek Via de website van de UB kun je gebruik maken van de digitale bibliotheek, met de catalogus UB, e-Journals, e-Resources (elektronische naslagwerken, VU-Dissertaties en VU-scripties. De UB biedt een aantal tools om makkelijker literatuur of ander materiaal (video’s) te zoeken en te verwerken, of om tijdig op de hoogte te zijn van de laatste aanwinsten van de UB. Zie: www.ubvu.vu.nl > Hulp, advies > Tools.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
11
Thuis werken Hoe je vanaf thuis toegang krijgt tot alle e-Resources en e-Journals wordt uitgelegd op: www.ubvu.vu.nl > Faciliteiten > Thuis werken Overige faciliteiten De Universiteitsbibliotheek biedt 1500 studieplekken. Daarnaast zijn er ook kopieer-, print- en computerfaciliteiten. Waar deze zich bevinden vind je via: www.ubvu.vu.nl > Faciliteiten > Studie- en computerplekken. Vragen Vragen over de Universiteitsbibliotheek kun je stellen aan de balies en via de Digitale Balie: www.ubvu.vu.> Hulp, advies > Vragen? Vraag! Vakbibliotheek Economie en Bedrijfskunde Als onderdeel van de Universiteitsbibliotheek is je vakbibliotheek de plek waar je de literatuur en literatuurexpertise voor jouw studie aantreft. Je kunt er niet alleen terecht met algemene maar ook met inhoudelijke vragen. Bezoekadres Hoofdgebouw Vrije Universiteit Amsterdam De Boelelaan 1105 1081HV Amsterdam B-vleugel / 2e t/m 6e verdieping Openingstijden 09.00 - 21.00 uur ma t/m do 09.00 - 17.00 uur vrijdag 10.00 - 15.30 uur zaterdag Faciliteiten 2e etage: Boeken en tentamenliteratuur 3e etage: Tijdschriften 4e etage: Naslagwerken en IOS Collectie (incl. EDC materiaal) Telefoon Balie: 020-598 5200 of E-mail Algemene vragen: http://www.ubvu.vu.nl/ > Hulp, advies > Vragen? Vraag! Vakspecifieke vragen:
[email protected] Website www.ubvu.vu.nl/ > Vakgebieden > Economische Wetenschappen De collectie De bibliotheek bezit collecties op het gebied van (bedrijfs-)economie, econometrie en bedrijfskunde. De bibliotheek kent een samenwerkingsverband met de Bibliotheek Rechten in de vorm van een Europees Documentatie Centrum (EDC). Van tentamenliteratuur wordt tenminste één exemplaar in de collectie opgenomen. Het grootste deel van de collectie wordt in digitale vorm aangeboden op de website van de bibliotheek:www.ubvu.vu.nl > E-journals of > E-resources).
12
Bedrijfskunde
Cursussen & instructies Bibliotheekinstructies zijn opgenomen in het studieprogramma. Daarnaast kun je via de website van de bibliotheek op eigen gelegenheid de onderstaande cursussen doorlopen: Webcursus Informatievaardigheden Niveau A (BA-studenten; 1ste jaars) Webcursus Informatievaardigheden Niveau B – Bedrijfskunde (BA-studenten) Webcursus Informatievaardigheden Niveau B – Economie (BA-studenten) Webcursus Informatievaardigheden Niveau (MA-studenten) Elk kwartaal worden er workshops gegeven door de bibliotheek voor: Informatievaardigheden MetaSearch, e-Journals, e-Resources EndNote Nieuwsbrief De bibliotheek verzorgt nieuwsberichten in elke Nieuwsflits en stuurt ze daarnaast per e-mail aan alle medewerkers en studenten van FEWEB. Vragen Voor inhoudelijke vragen over de collectie en voor aanschafsuggesties kun je contact opnemen met de collectiespecialist Economie en Bedrijfskunde: Mw.drs. Monserrat Prats López
[email protected] tel.nr. 020-598 5257 1.2.6
Uitwisseling en internationalisering Het is mogelijk om een gedeelte van de studie te verrichten in het buitenland. De faculteit heeft uitwisselingsovereenkomsten met veel universiteiten binnen en buiten Europa. Zo participeert zij in Europese netwerken met universiteiten in GrootBrittannië, Ierland, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk, Zweden, Tsjechië, Denemarken, Finland, Noorwegen, Hongarije, Polen en Turkije. Daarnaast zijn er samenwerkingsverbanden buiten Europa. Zo bestaan er vaste uitwisselingsmogelijkheden met: University of Utah, University of Notre Dame en Berry College in de Verenigde Staten Stellenbosch University, Nelson Mandela Metropolitan University, North-West University, University of Cape Town en University of Pretoria in Zuid-Afrika ITAM & ITESM, beide in Mexico Kansai Gaidai University en Waseda University in Japan University of Western Australia, University of Ballarat en Australian Catholic University, allen in Australië Universidad de San Andrés, Argentinië Sung Kyun Kwan University en Korea University in Zuid-Korea Chulalongkorn University, Thailand Universidade de São Paulo, Brazilië National Taiwan University in Taipei, Taiwan Universitas Indonesia, Jakarta Tel Aviv University in Israel Studenten die in het buitenland willen studeren, kunnen voor informatie terecht op de website www.feweb.vu.nl >studenten > buitenland of de brochure 'Exchange
Algemene informatie voor bachelorstudenten
13
Programmes' raadplegen. Voor vragen die daar niet beantwoord worden, kunnen zij tijdens het spreekuur op maandag tot en met donderdag tussen 13.00 en 14.00 terecht bij Bureau Internationalisering op kamer 2E-68 Behalve informatie over welke studiemogelijkheden in het buitenland er zijn, en hoe de activiteiten in het studieprogramma kunnen worden ingepast, geven zij advies over talrijke praktische zaken zoals visa, verzekeringen, subsidieaanvragen etc. Daarnaast worden er elk voorjaar voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over uitwisselingsprogramma's, beurzen, studiepunten etc. Het is voor studenten ook mogelijk zelf een buitenlandse stage of het schrijven van de scriptie in het buitenland te regelen. Begin dan wel minimaal één jaar van tevoren met voorbereiden en neem ruim van te voren contact op met de docent die de stage of scriptie gaat begeleiden. Studenten kunnen zich bij een medewerker Internationalisering aanmelden voor een studieperiode in het buitenland. Er wordt op basis van motivatie, studievoortgang, cijfers en Curriculum Vitae geselecteerd. Als je geselecteerd bent, zul je tot aan je vertrek naar het buitenland begeleid worden bij alle voorbereidingen. Meer informatie: www.feweb.vu.nl > studenten > buitenland mevr. Tamar Pagrach, MSc of mevr. Francien Horrevorts, MA kamer 2E-68
[email protected]. spreekuur: maandag t/m donderdag van 13.00-14.00 uur 1.2.7
Facultaire studentenverenigingen Aureus Wat is Aureus? Aureus is de Faculteitsvereniging voor alle studenten Economie, Bedrijfskunde en International Business Administration aan de Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam, en is intermediair tussen student, faculteit en bedrijfsleven. Met ruim 3000 leden, waarvan er 130 actief zijn, is Aureus de grootste én meest actieve studievereniging van Amsterdam. Waar vind je Aureus? In de boekwinkel van Aureus (kamer 2A-11) worden uittreksels, collegedictaten en studieboeken verkocht. Leden krijgen flinke kortingen op deze producten; zo wordt er 10 - 15% korting gegeven op studieboeken. Bovendien biedt Aureus de mogelijkheid om bovengenoemd studiemateriaal online te bestellen op www.aureus-vu.nl. Tenslotte is Aureus in het bezit van een Intranet. Alle leden hebben een account op basis van hun studentnummer. Op het Intranet vind je stages en oude tentamens, die je verder kunnen helpen met je studie. Daarnaast zitten de actieve leden en het bestuur in kamer 6A-03. Hier kun je altijd langskomen voor vragen en/of opmerkingen. Activiteiten Als vereniging voor studenten probeert Aureus het leven van haar leden aan de faculteit zo aangenaam en interessant mogelijk te maken. Dit doen wij door studenten
14
Bedrijfskunde
te ondersteunen tijdens hun studie door het bieden van boekenkortingen, uittreksels, dictaten, een tentamendatabase en een stage database. Daarnaast organiseren wij verschillende activiteiten in de categorieën Academisch, Carrière, Internationaal en Sociaal. Tot de belangrijkste evenementen van Aureus behoren de Amsterdamse Carrière Dagen, waar vijf dagen lang meer dan 70 bedrijven en ruim 1.000 studenten bijeenkomen om kennis te maken via presentaties, workshops, individuele gesprekken en diners; de Amsterdam Academic Conference, een evenement waar vooraanstaande sprekers uit het bedrijfsleven en de politiek lezingen geven en met elkaar en studenten in discussie gaan; en het Amsterdam Research Project, een onderzoeksproject waarbij ouderejaars studenten zes weken lang internationaal onderzoek doen in een opkomende markt. Tot slot geeft Aureus haar eigen magazine uit, de Avenir. Actief lid bij Aureus Deze verschillende activiteiten worden georganiseerd door actieve leden van Aureus. Zo leer je als actief lid effectief te werken in teams en hoe je met dat team een activiteit tot een succes kunt maken. Op deze manier is het dus mogelijk om de theorie uit je studie met de praktijk te combineren. Het is dé kans voor studenten om zich te ontwikkelen in vaardigheden die toepasbaar zijn in het bedrijfsleven. Voor actieve leden van Aureus wordt elke maand een borrel georganiseerd. Daarnaast zijn er de Actieve Leden Weekenden, Actieve Leden Dagen en Actieve Leden Trainingen. Tot slot mag je als actief lid gebruik maken van alle faciliteiten waarover Aureus beschikt. Contact Faculteitsvereniging Aureus Vrije Universiteit Amsterdam De Boelelaan 1105 Kamer 2A-11 1081 HV Amsterdam Telefoonnummer: 020 59 86154
[email protected] www.aureus-vu.nl Kraket Kraket is de vereniging van en voor studenten Econometrie en Operationele Research aan de Vrije Universiteit. Kraket staat voor Kritische Aktuarissen en Econometristen en is opgericht op 14 juli 1972. De Aktuarissen zijn er inmiddels niet meer maar omdat de naam Kraket een begrip is geworden, is besloten deze zo te houden. Bijna alle econometriestudenten zijn lid van Kraket en daartoe is dan ook alle reden. Kraket geeft niet alleen korting op econometrieboeken en houdt een tentamenarchief bij, Kraket is veel meer! Kraket zorgt ook voor een heleboel ontspanning, sportiviteit en vooral veel gezelligheid met activiteiten als borrels, feesten en sporttoernooien. Om degenen die niet deelnemen aan deze activiteiten toch van alles op de hoogte te houden, wordt ieder kwartaal het blad Ecotribune uitgegeven, waarin iedereen zijn/haar verhaal kwijt kan. Naast de Ecotribune geeft Kraket voor de serieuzere lezer samen met de Vereniging voor Studenten Actuariaat, Econometrie & Operationele Research van de UvA het econometrisch magazine Aenorm uit. Hierin schrijven docenten, aio's, studenten en afgestuurde econometristen uit het bedrijfsleven over allerlei onderwerpen, zodat een
Algemene informatie voor bachelorstudenten
15
goed beeld ontstaat van wat er allemaal mogelijk is met de studie Econometrie. Ook worden er regelmatig excursies naar bedrijven en borrellezingen georganiseerd. Zo zijn er bezoeken geweest aan Price Waterhouse Coopers, ING, Watson Wyatt, All Options, het CBS, KLM, Ortec en vele andere grote en kleine bedrijven waar econometristen werken. Op de jaarlijkse Kraket Casedag krijg je de hele dag de kans met verschillende bedrijven kennis te maken door middel van cases, lezingen en een informele afsluiting. Ook wordt eens in de twee jaar een studiereis naar het buitenland georganiseerd. In 2009 was de bestemming New York. De vorige reizen gingen naar: 1995 Japan 1997 Israël 1999 Zuid-Afrika 2001 Los Angeles 2003 Brazilië 2007 Hong Kong Kraket participeert in het Landelijk Orgaan Econometrische Studieverenigingen. Dit is een samenwerkingsverband van alle zes econometrische studieverenigingen van het land. LOES organiseert bijvoorbeeld de landelijke econometristendag (LED), die ieder jaar in een andere stad wordt georganiseerd. Dit is een bedrijvendag voor studenten uit het hele land en deze wordt altijd afgesloten met een diner en een spetterend feest. Als hoogtepunt van het jaar organiseert het bestuur ieder jaar het Kraketweekend, waarvan de zeer afgelegen bestemming tot het einde toe geheim blijft. Dit weekend wordt gevuld met feesten en originele, (meestal) sportieve activiteiten. Wil je meer weten over Kraket, of heb je leuke ideeën, dan staat het bestuur altijd voor je klaar. De Kraketkamer is kamer 1A-19 in het hoofdgebouw van de VU. Er is daar meestal wel iemand aanwezig, zeker tijdens het Kraketuur, iedere dag van 12.45 t/m 13.30 uur. Hier kunnen de leden van Kraket ook de econometrieboeken kopen tegen een korting van 10%. Geen enkele reden dus om niet lid te worden! En ook studenten die zelf actief willen worden binnen Kraket zijn altijd welkom! Kraket Vrije Universiteit Amsterdam De Boelelaan 1105 kamer 1A-19 HG 1081 HV Amsterdam tel.nr. 020-59 86015
[email protected] www.kraket.nl 1.2.8
16
Facultaire Studentenraad De Facultaire Studentenraad (FSR) bestaat uit zes leden die ieder jaar via verkiezingen gekozen worden en behartigt de belangen van studenten van alle opleidingen van de faculteit. Zowel de bachelors als de masters. Elke opleiding heeft haar eigen opleidingscommissie (OC) die de gang van zaken voor de eigen opleiding evalueert. De studentleden van de OC’s worden ieder jaar door de FSR aan het faculteitsbestuur voorgedragen.
Bedrijfskunde
De FSR neemt – samen met de personeelsgeleding - deel aan de Gemeenschappelijke Vergadering. Deze heeft advies- en instemmingsrecht bij de meeste besluiten van het faculteitsbestuur. Zij benoemt ook een student-lid, dat als adviseur de vergaderingen van het faculteitsbestuur bijwoont. De FSR heeft bovendien contacten met raden van andere faculteiten en met de Universitaire Studentenraad. Met klachten over het onderwijs, tentamens of faciliteiten kun je bij de FSR terecht. Kijk voor meer informatie op www.deFSR.nl of mail naar
[email protected] 1.2.9
Overige studieverenigingen Marketing Associatie Amsterdam De Marketing Associatie Amsterdam (MAA) is dé studievereniging voor alle in marketing geïnteresseerde studenten van beide Amsterdamse universiteiten (VU en UvA). De doelstelling van de MAA is intermediair te zijn tussen studenten, het bedrijfsleven en de beide Amsterdamse universiteiten. Marketing Associatie Amsterdam Kamer E0.05, Roetersstraat 11 1018 WB Amsterdam tel.nr. 020-52 54154 fax 020-52 54182
[email protected] Financiële Studievereniging Amsterdam De FSA is dé studievereniging voor financieel georiënteerde studenten aan de economische faculteiten van de Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit te Amsterdam. De FSA slaat een brug tussen studenten en bedrijven door middel van het organiseren van verschillende projecten. Als lid van de FSA ontvang je vier keer per jaar het vakspecialistisch magazine Fiducie en het verenigingsblad FSA & Beyond. Ook word je natuurlijk op de hoogte gehouden van al onze projecten. Op de site van de FSA kun je sinds collegejaar 2006/2007 gratis samenvattingen van studieboeken downloaden, geschreven door hoogleraren! Ideaal bij het leren van tentamens. Bij de FSA kun je zowel passief als actief lid worden. Passief betekent dat je van bovengenoemde mogelijkheden kunt profiteren, actief betekent dat je hiernaast ook nog zelf bezig bent met het organiseren van een project. Wil jij organisatorische ervaring opdoen bij de meest professionele studievereniging van Nederland? Word dan actief lid bij de FSA! Wij zijn altijd op zoek naar enthousiaste, gemotiveerde studenten die het leuk vinden projecten te organiseren. Meer informatie: Financiële Studievereniging Amsterdam tel.nr 020-525 6512
[email protected] of www.fsa.nl. De website van de faculteit geeft verder een uitgebreid overzicht van alle studie- en studentenverenigingen voor studenten van de Vrije Universiteit.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
17
1.3
De faculteit De Faculteit der Economische wetenschappen en Bedrijfskunde is opgericht in 1948 en heeft zich sindsdien ontwikkeld tot middelgrote faculteit met een breed aanbod aan opleidingen. Zij geniet zowel nationaal als internationaal een uitstekende reputatie. Veel oud-studenten zijn inmiddels uitgegroeid tot toonaangevende personen in politiek of bedrijfsleven. In 1987 is de faculteit uitgebreid met de opleiding Econometrie, die vanaf 1962 in een eigen interfaculteit verzorgd werd. In september 2000 is de faculteit gestart met de nieuwe opleiding Bedrijfskunde. Deze richt zich met name op de zakelijke dienstverlening en is daarmee uniek in Nederland. De faculteit blijft zich ontwikkelen: in 2005 is de bacheloropleiding International Business Administration van start gegaan. Verder is de faculteit momenteel bezig met het perfectioneren van de masteropleidingen. De faculteit wordt geleid door het faculteitsbestuur. Dit bestaat uit de decaan (voorzitter), een portefeuillehouder onderwijs en een portefeuillehouder onderzoek. Het faculteitsbestuur is verantwoordelijk voor het onderwijs en onderzoek dat aan de faculteit plaatsvindt. Vergaderingen van het faculteitsbestuur worden bijgewoond door een adviserend student-lid. Het wetenschappelijk personeel van de faculteit is ondergebracht in afdelingen. Deze afdelingen verzorgen het onderwijs en onderzoek van de faculteit. Elke afdeling staat onder leiding van een hoogleraar, die belast is met de organisatie en coördinatie van de werkzaamheden van de afdeling. De hoofden van de afdelingen overleggen regelmatig met het faculteitsbestuur. De faculteit kent de volgende afdelingen:
1.3.1
Economics and Development Economics Accounting Financiering en Bedrijfskunde van de Financiële Sector Informatiekunde en Logistiek Management en Organisatiekunde Marketing Ruimtelijke economie Econometrie
Onderzoek De faculteit heeft haar onderzoek verder binnen de afdelingen ondergebracht in zestien onderzoeksprogramma’s. Informatie hierover is te vinden op de website van de faculteit, de webpagina’s van de afdelingen en de stafmedewerker onderzoek van de faculteit. Voorts zijn er vier onderzoeksinstituten aan de faculteit verbonden: Tinbergen Instituut – Master of Philosophy in Economics Het Tinbergen Instituut (TI) is de door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) geaccrediteerde onderzoeksschool van de economische faculteiten van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Het instituut is opgericht in 1987 en is gevestigd in zowel Amsterdam als Rotterdam.
18
Bedrijfskunde
De graduate school van TI biedt een tweejarige Engelstalige opleiding Master of Philosophy (MPhil) in Economics aan die toegang geeft tot een driejarig PhDprogramma. De opleiding is bedoeld voor ambitieuze en excellente studenten die een academische carrière nastreven. De MPhil in Economics is als onderzoeksmaster economie, econometrie en finance geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Het is een zeer intensief programma met een strenge selectieprocedure. Jaarlijks stromen circa 30 MPhil-studenten in; het merendeel uit het buitenland. Van studenten die het MPhil-programma met goed gevolg afronden, wordt verwacht dat ze doorstromen naar het driejarige PhDprogramma. PhD-studenten worden aangesteld als promovendi door de economische faculteiten van de VU, UvA of EUR. Met ingang van 1 februari 2008 biedt het Tinbergen Instituut in samenwerking met de Duisenberg School of Finance een MPhil in Finance aan. Deze opleiding heeft de dezelfde structuur als de MPhil Economics. Tinbergen Instituut Amsterdam Roetersstraat 31 1018 WB Amsterdam tel.nr. 020-55 13500 www.tinbergen.nl Centre for World Food Studies (SOW-VU) De Sitchting Onderzoek Wereldvoedselvoorziening van de Vrije Universiteit (SOWVU) is een onderzoeksinstituut gericht op het ontwikkelen van instrumenten voor de analyse van voedsel- en landbouwbeleid en het uitvoeren van zulke analyses, vooral ten behoeve van ontwikkelingslanden. SOW-VU doet zowel fundamenteel als toegepast onderzoek en werkt nauw samen met wetenschappers en beleidsmakers in ontwikkelingslanden. Centre for World Food Studies (SOW-VU) Vrije Universiteit Amsterdam De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam tel.nr. 0 (31) 20 – 598 9321
[email protected] www.sow.vu.nl Stichting AMsterdam Business and Economic Research (Stichting AMBER) AMBER is de organisatie binnen de faculteit waar contractonderzoek wordt ondersteund. Dit onderzoek, in opdracht van bedrijven, overheidsorganisaties en subsidiegevers, wordt door de afdelingen van de faculteit uitgevoerd. Secretariaat Stichting AMBER Vrije Universiteit Amsterdam, kamer 5A-36 HG tel.nr. 020-598 6080 fax 020-598 6127
[email protected]
Algemene informatie voor bachelorstudenten
19
Amsterdam Research Center in Accounting (ARCA) ARCA is een onderzoeksinstituut op het gebied van Accounting en Auditing. Het is een samenwerkingsverband tussen de postgraduate opleidingen tot controller, de postgraduate accountantsopleiding en de afdeling accounting. ARCA voert onderzoek uit op het gebied van financial accounting, management accounting, management control en auditing. ARCA organiseert lunchseminars en participeert in de organisatie van aio-cursussen binnen het Landelijk Netwerk Bedrijseconomie. Secretariaat ARCA Vrije Universiteit Amsterdam kamer 2E-43 HG tel.nr. 020-598 6040 fax 020-598 9870
[email protected] www.feweb.vu.nl/arca 1.3.2
Onderwijs De faculteit biedt vier bacheloropleidingen, acht full-time masters, drie part-time masters en vijftien postgraduateprogramma's aan. De full-time masters worden in het Engels gegeven. Daarnaast zijn er pre-masterprogramma's: speciale instroomprogramma's voor hbo-afgestudeerden. Bachelorprogramma's (Nederlandstalig) BSc Economie en bedrijfseconomie BSc Econometrie en Operationele Research BSc Bedrijfskunde Bachelorprogramma (Engelstalig) International Business Administration Masterprogramma's full-time (Engelstalig) MSc in Accounting and Control MSc in Business Administration MSc in Econometrics and Operations Research MSc in Economics MSc in Finance (zowel regulier als met Honours track Quantitative Finance) MSc in Marketing MSc in Spatial, Transport and Environmental Economics MPhil in Economics, Econometrics of Finance (tweejarige onderzoeksmaster) Masterprogramma's part-time (Nederlandstalig) MSc in Accounting and Control (in combinatie met post-graduateopleiding Accountancy) MSc in Business Administration MSc in Marketing Pre-masterprogramma’s voor hbo-afgestudeerden (Nederlandstalig) Pre-master Accounting and Control Pre-master Business Administration Pre-master Finance
20
Bedrijfskunde
Pre-master Marketing
Na afronding van een doctoraal- of masteropleiding is het mogelijk deze te vervolgen met een postgraduateopleiding. In een postgraduateopleiding vindt verdere specialisatie plaats en word je opgeleid voor een bepaald beroep. De toelating tot een postgraduateopleiding is afhankelijk van de gevolgde masteropleiding of de afstudeerrichting van het doctoraalexamen. Ook werkervaring kan mede een criterium zijn voor toelating. Postgraduateopleidingen (Nederlandstalig)
Chartered Financial Analist Controller in de publieke en non-profitsector Certified Financial Manager Certified Management Accountant Corporate Compliance Financieel en Beleggingsanalist Health Care Management Management Consultant Opleiding tot onderzoeker Treasury Management Registeraccountant Registercontroller Register IT-Audit Universitaire lerarenopleiding Verandermanagement
De opleidingen Certified Management Accountant, Certified Financial Manager en Chartered Financial Analist zijn ook toegankelijk met een afgeronde Bacheloropleiding Economie en Bedrijfseconomie of Bedrijfskunde of International Business Administration. 1.3.3
Commissies Binnen de faculteit functioneert een aantal commissies – vaak met studentleden - dat het faculteitsbestuur adviseert. De faculteit hecht veel waarde aan medezeggenschap door studenten. Elke student die een studie aan de faculteit volgt, kan in aanmerking komen voor deelname aan een commissie. Veelal gebeurt dit op voorspraak van de facultaire studentenraad. Voor studenten zijn de volgende commissies van belang: Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een eigen opleidingscommissie. Deze commissies adviseren het faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, zoals de opzet van het programma, het onderwijs- en examenreglement en knelpunten in het onderwijs. Een opleidingscommissie bestaat uit leden van het wetenschappelijk personeel en uit studenten. Examencommissie De examencommissie is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken bij het afnemen van examens en tentamens en het vaststellen van de uitslag van examens. De examencommissie beslist over vrijstellingen en verleent goedkeuring voor het
Algemene informatie voor bachelorstudenten
21
opnemen van buitenfacultaire keuzevakken in het examenprogramma. Verder kan zij afwijkingen toestaan op grond van bijzondere omstandigheden. De examencommissie bestaat uit leden van de wetenschappelijke staf. Studenten kunnen de examencommissie bereiken via
[email protected]. Bibliotheekcommissie De bibliotheekcommissie bestaat uit vier leden benoemd uit het wetenschappelijk personeel en één student benoemd op voordracht van de facultaire studentenraad. Deze heeft tot taak advies uit te brengen over de documentaire informatievoorziening, voor zover deze betrekking heeft op het onderwijs en onderzoek van de faculteit en over de besteding van de voor de faculteit beschikbare gelden voor collectievorming. 1.3.4
Alumni Feweb blijft graag in contact met haar alumni. Alumni van de faculteit ontvangen tweemaal per jaar het facultair relatiemagazine Vuurwerk. Daarnaast worden activiteiten voor alumni georganiseerd. Ook onderhoudt Feweb contacten met haar alumni via diverse Internetsites, zoals Hyves, Linkedin en Facebook. Wil jij ook op de hoogte gehouden worden? Stuur dan jouw recente adresgegevens naar: Alumni Office Feweb Vrije Universiteit Amsterdam De Boelelaan 1105, Kamer 2A-10 1081 HV Amsterdam t.a.v. Iris Visser telefoon: 020 598 3908 mail:
[email protected] website: www.feweb.vu.nl/alumni Alumniverenigingen Kraket en Aureus De Alumniverenigingen van de studies Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, International Business Administration (Aureus) en Econometrie (Kraket) zijn opgericht om de banden tussen de afgestudeerden onderling en tussen de afgestudeerden en de opleidingen te bewaren. Regelmatig organiseren de verenigingen een reünie waarbij afgestudeerden kunnen bijpraten.
1.4
Onderwijs- en Examenregeling In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) staan alle formele regels met betrekking tot het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding vermeld. Zo zijn in deze OER onder andere opgenomen: het doel van de opleiding, de samenstelling van de onderwijsprogramma’s en de regels met betrekking tot de tentamens. Deze laatste regels staan verder uitgewerkt in de Regels en richtlijnen voor tentamens en examens (R&R). Beide regelingen (OER en R&R) kun je raadplegen op de facultaire website (www.feweb.vu.nl). De belangrijkste punten van de OER en R&R worden hierna vermeld. Beslissingen worden echter altijd genomen op basis van de officiële tekst van de OER. Je kunt je niet beroepen op de samenvatting hieronder.
22
Bedrijfskunde
1. Taaltoets Iedere student van een Nederlandstalige bacheloropleiding legt bij aanvang van zijn eerste inschrijving voor het eerste studiejaar de diagnostische VU-taaltoets Nederlands af. De student die geen voldoende resultaat voor de diagnostische VU-taaltoets behaalt, volgt verplicht de remediërende basiscursus schrijfvaardigheden van het Taalloket. De remediërende cursus wordt afgesloten met een toets. Zonder voldoende resultaat voor de diagnostische VU-taaltoets dan wel het afleggen van de remediërende cursus, kun je niet alle vakken uit je eerste jaar afronden / voldoende afsluiten. 2. Aanmelding voor tentamens Elke deelname aan een schriftelijk tentamen moet uiterlijk vijftien kalenderdagen voor de desbetreffende tentamendatum worden aangevraagd via het geautomatiseerde Tentamen Informatie Systeem (TIS). Je kunt je inschrijven via de website http://tis.vu.nl. Als je je niet op tijd hebt ingeschreven kun je niet deelnemen aan het tentamen. Hierop kan een uitzondering gemaakt worden als er voldoende ruimte in de tentamenzaal is en er voldoende opgaven zijn. In dat geval kun je de uitslag alleen krijgen als je een boete hebt betaald. Bij hoge uitzondering kan de examencommissie op verzoek van een belanghebbende student afwijken van deze tentamenaanmeldingsregeling. Aanmelden tentamens bij Wiskunde Voor tentamens bij W&I geldt het volgende: voor elk schriftelijk tentamen dient men zich tot uiterlijk zeven dagen vóór het desbetreffende tentamen aan te melden via TIS ( http://tis.vu.nl ). Deze regel wordt streng nageleefd. Dit betekent dat men bij een te late inschrijving van het desbetreffende tentamen kan worden uitgesloten. Bij deelname aan een tentamen ben je verplicht een geldige collegekaart te tonen; zonder deze kaart wordt men uitgesloten van het tentamen. De gecorrigeerde tentamens zijn tot 30 dagen na de bekendmaking van de uitslag bij het Onderwijsbureau (studentenbalie S3.11) in te zien. Een mondeling tentamen vraag je aan via een speciaal formulier. Je vult dit in volgens de instructies die daarop vermeld staan (ook de gewenste tentamendatum) en levert het gehele formulier in. Een dergelijk formulier is verkrijgbaar bij het Onderwijsbureau W&I (studentenbalie S3.11). Na vaststelling van de tentamendatum wordt het formulier je toegestuurd als oproep voor het tentamen. Deze oproep moet je meenemen naar het tentamen. Na afloop ontvang je deel 2 (roze), voorzien van een cijfer en een paraaf van de docent. 3. Tentamenrooster Het tentamenrooster wordt ruim van te voren bekend gemaakt bij de studenten. Dit gebeurt via de website www.feweb.vu.nl. Bij het opstellen van het tentamen- en examenrooster kan de examencommissie slechts rekening houden met feestdagen en overige vrije dagen die als zodanig door het bestuur van de Vrije Universiteit zijn aangewezen.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
23
4. Aanvangstijden en zalen De aanvangstijden en zaalindeling staan op de dag van het tentamen vermeld op de monitoren in de hal bij het studiesecretariaat. De berichtgeving van de monitoren is ook via de website te bekijken. 5. Tentamencode Je dient je tijdens het tentamen te legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, gemeentelijk identiteitsbewijs, studentenchipkaart, OVjaarkaart) Er is in de tentamenzaal geen vrije plaatskeuze De enig toegestane attributen bij het afleggen van een tentamen zijn potlood, pen, gum, puntenslijper, liniaal en calculator. Bij sommige vakken is het gebruik van een grafische rekenmachine toegestaan. Dit wordt door de docent bekend gemaakt. Als je na het aanvangstijdstip van het tentamen arriveert, heb je geen recht op deelname Je mag de tentamenzaal niet binnen een half uur na het aanvangstijdstip verlaten Je moet na afloop van het tentamen op je plaats blijven zitten tot de toezichthouder alle tentamens heeft opgehaald Je bent verplicht het te beoordelen werk aan de toezichthouder te overhandigen alvorens de tentamenzaal te verlaten 6. Fraude In het geval van fraude kent de examencommissie aan de desbetreffende student het cijfer 0 toe; tevens kan de examencommissie de student voor een periode van maximaal een jaar uitsluiten van deelname aan een of meer toekomstige tentamens van de opleiding. 7. Tentamen ook over collegedictaat Voorzover in een examenonderdeel onderwijs wordt verzorgd, behoort de collegestof uit het meest recente studiejaar tot de bronnen waaruit vragen mogen worden gesteld. 8. Tentamens, correctie en inzage De uitslag van een schriftelijk tentamen moet na 10 werkdagen zijn vastgesteld. Vervolgens heb je recht op inzage in het beoordeelde werk. De inzage vindt meestal plaats op één of meer vaste tijdstippen. Deze worden bekend gemaakt door de examinator. Tijdens de inzage kun je kennisnemen van de vragen en opgaven, de standaarduitwerkingen en de normering. 9. Becijfering a. Becijfering Bedrijfskunde Becijfering Bedrijfskunde jaar één en twee Voor jaar één en twee geldt het volgende: alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer voor een vak wordt veelal gevormd door het deelcijfer van een schriftelijk tentamen en het deelcijfer voor de casecolleges of practica. Hierbij geldt dat het deelcijfer voor het schriftelijk tentamen telt voor 60%, dat van het casecollege voor 40%. Voor deze deeltentamens geldt een drempelwaarde. Dit houdt in dat voor zowel het schriftelijk deeltentamen alsmede de cases/practicum minimaal het cijfer 5,0 moet worden
24
Bedrijfskunde
behaald. De studiepunten worden pas toegekend wanneer het eindcijfer voor het betreffende vak voldoende is. Deelresultaten worden vastgesteld voor: een schriftelijk tentamen (cijfer op schaal 0,1-10 met één decimaal) uitwerking en presentatie van een case/practicum(cijfer op schaal 0,1-10 met één decimaal) Becijfering Bedrijfskunde jaar drie Alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer van een vak kan tot stand komen door het middelen van diverse apart getoetste onderdelen. Hiervoor worden in het derde jaar geen deelcijfers vastgesteld, alleen het eindcijfer voor het complete tentamen wordt geregistreerd. Resultaten voor apart getoetste onderdelen vervallen dus aan het eind van het academische jaar waarin deze behaald zijn. b. Becijfering Econometrie & Operationele Research Voor een tentamen wordt een geheel cijfer uit de verzameling 1,2,…,10 vastgesteld of de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ gegeven. Deelcijfers worden vastgesteld met één cijfer achter de komma. In speciale gevallen - bijvoorbeeld fraude - kan het cijfer 0 worden toegekend. Een tentamen is voldoende als het cijfer ten minste een 6 bedraagt of de kwalificatie ‘voldoende’ is verkregen dan wel een vrijstelling is toegekend door de examencommissie EOR. Een deelresultaat is voldoende indien het cijfer 5,5 of hoger is. c. Becijfering Economie en Bedrijfseconomie Becijfering Economie en Bedrijfseconomie jaar één en twee Alle examenonderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Gedurende de activerende werkvormen kun je een bonuspunt van maximaal één cijferpunt behalen. Dit bonuspunt telt alleen mee als je voor je tentamen 5,0 of hoger hebt. Je krijgt alleen een bonuspunt als je aan de aanwezigheidsplicht en de participatieplicht hebt voldaan. Wanneer je één van de drie keer afwezig bent geweest of wanneer één van de opdrachten niet in orde was, dan heb je recht op een halve bonuspunt. Als je meer dan één keer afwezig bent of als meerdere opdrachten niet in orde zijn, vervalt je recht op een bonuspunt. Als een vak geen drie maar zes keer een activerende werkvorm telt, dan geldt dat je tenminste vijf/zes opdrachten voldoende moet hebben voor één bonuspunt en drie/vier opdrachten voldoende voor een halve bonuspunt. Minder dan drie opdrachten voldoende levert geen enkel bonuspunt op. Let op: voldoende betekent dus ook dat je aanwezig moet zijn! De docent behoudt het recht je de bonus te ontnemen, indien je tijdens een ‘beurt’ in je werkgroep niet voldoet aan in alle redelijkheid te stellen eisen. De bonus wordt alleen toegekend bij de eerste tentamengelegenheid van het betreffende vak en de herkansing die daar onmiddellijk op volgt. Daarna vervalt de bonuspunt. Voor een vak van drie ects wordt één schriftelijk tentamen gegeven en dus één cijfer behaald. De case/opdracht vormt - voor zover dat van toepassing is - een integraal onderdeel van dit schriftelijk tentamen. De themaopdrachten, cursussen, vakken die in
Algemene informatie voor bachelorstudenten
25
een practicumperiode worden aangeboden, worden in de desbetreffende periode beoordeeld. Becijfering Economie en Bedrijfseconomie jaar drie Alle vakken moeten met een voldoende worden afgesloten. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Het eindcijfer van een vak kan tot stand komen door het middelen van diverse apart getoetste onderdelen. Hiervoor worden in het derde jaar geen deelcijfers vastgesteld, alleen het eindcijfer voor het complete tentamen wordt geregistreerd. Resultaten voor apart getoetste onderdelen vervallen dus aan het eind van het academische jaar waarin deze behaald zijn. 10. Meerdere malen afleggen van een tentamen Als een tentamen voor een vak meerdere malen wordt afgelegd, telt het laatst behaalde resultaat. 11. Geldigheidsduur Behaalde bachelor examenonderdelen uit het eerste jaar zijn geldig tot het einde van het tweede inschrijvingsjaar (31 augustus). Als je bijvoorbeeld bent gestart in september 2007 en je hebt in oktober 2007 een voldoende voor micro-economie (periode 1.1) gehaald, dan is dit resultaat geldig tot en met 31 augustus 2009. Een volledig afgerond eerstejaarsprogramma is geldig tot het einde van het vijfde inschrijvingsjaar. Om het voorbeeld van hierboven te gebruiken: als je alle vakken van het eerste jaar hebt gehaald binnen de termijn van twee jaar, dan zijn alle vakken geldig tot en met 31 augustus 2012. Voor de resultaten van de vakken uit het tweede en derde jaar geldt eveneens een geldigheidstermijn tot het einde van het vijfde inschrijvingsjaar. Kort samengevat betekent dit dat je twee jaar mag doen over het eerste jaar van de bacheloropleiding, en vijf jaar over de gehele bacheloropleiding. Afwijkende geldigheidsduur Bedrijfskunde Voor studenten die vóór 1 september 2002 met hun studie bedrijfskunde zijn begonnen, geldt een afwijkende geldigheidsduur. Voor studenten die op 1 september 2001 zijn gestart met de bacheloropleiding, geldt dat de eindresultaten en de deelresultaten van de casecolleges en discussiecolleges uit het eerste programmajaar zijn drie jaar geldig zijn. De eindresultaten en de deelresultaten van de vakken uit het tweede en derde programmajaar zijn zes jaar geldig Het derde jaar kent geen deelresultaten. Wanneer het vak bestaat uit een aantal apart getoetste onderdelen, betekent dit dat je alle onderdelen van dit vak opnieuw moet doen als je het niet gehaald hebt 12. Ongeldigheid tentamenresultaten Er zijn gevallen waarin een tentamen slechts met uitdrukkelijke toestemming van de examencommissie mag worden afgelegd, op straffe van ongeldigheid van het tentamenresultaat. Dat is onder meer het geval indien je een extra tentamengelegenheid wenst, een tentamen op andere wijze dan regulier wenst af te
26
Bedrijfskunde
leggen (bijvoorbeeld mondeling in plaats van schriftelijk) of je niet voldaan hebt aan de aanmeldingsverplichting voor tentamens. Het is docenten (examinatoren) niet toegestaan in deze gevallen tentamen af te nemen c.q. de uitslag van een tentamen bekend te maken dan na uitdrukkelijke toestemming van de examencommissie. Indien een examinator in voorkomende gevallen zonder toestemming van de examencommissie toch een resultaat bekendmaakt, kun je je als student daarop niet beroepen tegenover de examencommissie teneinde geldigheid van het tentamenresultaat te bepleiten. 13. Toegang tot onderdelen van het tweede en derde bachelorjaar Je mag pas deelnemen aan tentamens, cases, practica etc. van het tweede- en derdejaarsprogramma als je gedurende je eerste studiejaar tenminste 39 ects hebt behaald. Aan het eind van je tweede inschrijvingsjaar moet je je eerste jaar hebben behaald om verder te kunnen studeren. 14. Besluiten van de examencommissie Een student die een verzoek aan de examencommissie richt, kan daags na de vergadering mondeling uitsluitsel vragen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie; een schriftelijk antwoord wordt zo spoedig mogelijk opgestuurd. Besluiten van de examencommissie met een meer algemene strekking worden gepubliceerd in het universitaire informatieblad Ad Valvas, alsmede op de facultaire homepage. 15. Het bachelorexamen Je bent voor het bachelorexamen geslaagd als je voor alle examenonderdelen een voldoende hebt behaald. Een voldoende wordt gedefinieerd als 5,5 of hoger. Je moet je bachelorexamen zelf aanvragen bij het studiesecretariaat. De examencommissie controleert of je aan alle examenvereisten hebt voldaan en stelt de uitslag van je bachelorexamen officieel vast. Het getuigschrift wordt gedateerd op de laatste dag van de maand waarin je je getuigschrift aanvraagt. Voor de precieze procedure zie de facultaire website www.feweb.vu.nl.>studenten>diploma aanvragen. 16. Recht van beroep Als je het oneens bent met een beslissing van een examinator of een commissie neem dan zo spoedig mogelijk nadat de desbetreffende beslissing kenbaar is gemaakt contact op met de studieadviseur. Deze kan je informeren over de beroepsmogelijkheden en –procedures. Zie voor de beroepsmogelijkheden ook hetgeen hierover is vermeld in het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut. 1.4.1
Studieadvies in het eerste jaar Gedurende het eerste studiejaar krijg je van de examencommissie voor 1 juli van dat jaar een niet-bindend studieadvies over het al dan niet voortzetten van je studie.
1.4.2
Speciale examenfaciliteiten In sommige gevallen is het mogelijk om een half uur extra tentamentijd te krijgen en/of een woordenboek te gebruiken tijdens je examen. Wanneer je tot één van de volgende groepen behoort, kun je hiervoor contact opnemen met de studieadviseurs: Studenten die dyslectisch zijn: Ben je op de middelbare school (of daarna) op dyslexie getest? Wanneer je een verklaring van bijvoorbeeld een
Algemene informatie voor bachelorstudenten
27
schoolbegeleidingsdienst kunt laten zien, kun je in aanmerking komen voor een half uur extra tentamentijd. Bedrijfskunde studenten die gebruik maken van de dyslexieregeling mogen bij tentamens van jaar één en twee die in het Engels worden afgenomen gebruik maken van een E-N woordenboek Studenten die een buitenlandse vooropleiding of VASVU hebben. Studenten met een buitenlandse vooropleiding of studenten die hebben deelgenomen aan het voorbereidend jaar van het VASVU kunnen voor een beperkte termijn in aanmerking komen voor extra tentamentijd.
Procedure Iedere keer wanneer je je inschrijft voor een tentamen, moet je de extra tentamentijd en het gebruik van een woordenboek aanvragen bij een van de studieadviseurs. Je naam wordt bij honorering van je verzoek vermeld op een lijst en doorgegeven aan het studiesecretariaat. Op de dag van het tentamen zelf moet je je 40 minuten voordat het tentamen begint melden bij kamer HG 2A-12 van het studiesecretariaat. 1.4.3
European Credit Transfer Systeem (ects) Voldoende behaalde examenonderdelen leveren studiepunten op. Hierbij wordt het European Credit Transfer Systeem (ects) gebruikt. Bij dit systeem bestaat één cursusjaar uit 60 ects. Deze 60 ects staan voor een studiebelasting van 1680 uur. Voor 1 ects moet je dus ongeveer 28 uur studeren. Je studievoortgang wordt gemeten in behaalde ects punten.
1.4.4
Toelatingsvoorwaarden Voor Economie en Bedrijfseconomie en Bedrijfskunde: een VWO-diploma met tenminste Wiskunde A1,2 en Economie 1 (tweede fase) of Wiskunde A of B (oude stijl). Voor Econometrie en Operationele Research: een VWO-diploma met tenminste Wiskunde B1 en Economie 1 (tweede fase) of Wiskunde A of B (oude stijl). Tot de bacheloropleidingen worden tevens toegelaten degenen met een propedeutisch getuigschrift (HBO en WO). Bij een dergelijk diploma beoordeelt de examencommissie of de bezitter voldoende wiskundevoorkennis heeft. Het opheffen van een deficiëntie in wiskunde Als je wiskunde niet in je examenpakket hebt, is er sprake van een deficiëntie. Deze moet zijn opgeheven voordat inschrijving bij de opleiding plaatsvindt. Je kunt een wiskundedeficiëntie opheffen door elders een certificaat te behalen dat gelijkwaardig is aan het vwo-vak Wiskunde A1,2 of B1. Voor instroom in de opleiding Economie en Bedrijfseconomie of Bedrijfskunde kun je tweemaal per jaar deelnemen aan een toets wiskunde A1,2 die door de Faculteit wordt afgenomen. Neem hiervoor contact op met één van de studieadviseurs (020 – 59 86116). Colloquium doctum Voldoe je niet aan de hiervoor vermelde toelatingsvoorwaarden en heb je de leeftijd van 21 jaar bereikt dan bestaat de mogelijkheid een toelatingsonderzoek -colloquium
28
Bedrijfskunde
doctum- te ondergaan. Nadere informatie kun je verkrijgen bij de Afdeling Studentendecanen van de Dienst Studentzaken: www.vu.nl/diensten/studentenzaken. 1.4.5
Meer informatie Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen zijn te vinden in: WHW, artikel 7.12 vierde lid, 7.13 Statuut VU, hoofdstuk II Faculteitsreglement Onderwijs- en examenregeling (OER) Regels en richtlijnen voor tentamens en examens (R&R) En op de website van de faculteit: www.feweb.vu.nl.
Algemene informatie voor bachelorstudenten
29
30
Bedrijfskunde
2
2.1 2.1.1
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
Algemeen Inleiding De studie Bedrijfskunde is opgezet volgens de bachelor-masterstructuur. Dit stelsel is ingevoerd om de universitaire opleidingen in Europa beter op elkaar af te stemmen en onderling vergelijkbaar te maken. Dit houdt in dat er een driejarige bacheloropleiding en een éénjarige masteropleiding wordt aangeboden. De opleiding Bedrijfskunde geeft je een gedegen theoretische opleiding in de bedrijfskunde. Tegelijkertijd wordt er veel aandacht besteed aan het toepassen van deze theorie op concrete problemen. Hierbij komen ook academische vaardigheden als rapporteren en presenteren aan de orde. In deze gids vind je uitgebreide informatie over de bacheloropleiding. Alle zaken die van belang zijn voor je studie zijn hier beschreven. Ook het doorstromen naar de masteropleidingen van de faculteit wordt beschreven. Voor de masterprogramma's zelf verwijzen we naar de studiegids Master Programmes. Vooral het hoofdstuk Praktische Regels ten aanzien van de studie is belangrijk. Hierin staan als het ware de spelregels bij de studie. Spelregels zijn belangrijk, maar houd er rekening mee dat zij in de tijd kunnen veranderen. Aan de informatie in deze studiegids kun je dan ook geen rechten ontlenen. De meest actuele informatie tref je aan op de facultaire website (www.feweb.vu.nl), op Blackboard en op de monitoren bij het studiesecretariaat. Je krijgt ook informatie op het e-mailadres dat je van de universiteit krijgt. Raadpleeg dit dus regelmatig!
2.1.2
Jaarplanning De jaarplanning voor collegejaar 2009-2010 is als volgt: 07.09.09 – 16.10.09 college periode 1 19.10.09 – 23.10.09 tentamens periode 1 26.10.09 – 04.12.09 college periode 2 07.12.09 – 11.12.09 zelfstudie en hertentamens periode 1 14.12.09 – 18.12.09 tentamens periode 2 04.01.10 – 29.01.10 practicum I en collegeperiode 3 01.02.10 – 12.03.10 colleges periode 4 15.03.10 – 19.03.10 zelfstudie en hertentamens periode 2 en periode 3 22.03.10 – 26.03.10 tentamens periode 4 29.03.10 – 14.05.10 colleges periode 5 17.05.10 – 21.05.10 zelfstudie en hertentamens periode 4 24.05.10 – 28.05.10 tentamens periode 5
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
31
31.05.10 – 25.06.10 practicum II en collegeperiode 6 28.06.10 – 02.07.10 (her)tentamens periode 5 en 6 23.08.10 – 27.08.10 hertentamens periode 6 De volgende dagen zijn college- en tentamenvrij: Kerstvakantie: 21 december 2009 – 1 januari 2010 Goede Vrijdag: vrijdag 2 april Pasen: maandag 5 april Koninginnedag: vrijdag 30 april Bevrijdingsdag: woensdag 5 mei Hemelvaart: donderdag 13 en vrijdag 14 mei Pinksteren: maandag 24 mei Zomervakantie: 5 juli – 3 september
2.2 2.2.1
De opleiding Programmabeschrijving De studie Bedrijfskunde aan de Vrije Universiteit richt zich op de zakelijke dienstverlening. In deze studie staan bedrijfsprocessen van zakelijke dienstverleners centraal. Voorbeelden hiervan zijn banken en verzekeraars, distributeurs en transportbedrijven, adviesbureaus, automatiseerders en internetondernemingen. Maar ook bij producenten vinden dienstverlenende processen plaats. Voorbeelden hiervan zijn interne adviesdiensten, een automatiseringsafdeling en een distributiecentrum. In de dienstverlening is sprake van een andere situatie dan in een productie- of handelsonderneming. Er worden geen tastbare producten geleverd, maar niet-tastbare diensten, er is intensief contact met de klant, vaak is de dienst speciaal afgestemd op de klant en de menselijke aspecten spelen een cruciale rol in het dienstverleningsproces. Dienstverlening impliceert maatwerk en brengt de noodzaak met zich mee om niet alleen de ‘harde’ kanten van de organisatie, zoals de structuur, de processen en de financiën, maar ook de ‘zachte’ kant, de mensen en de cultuur, goed te kennen. Om die reden leer je bedrijfskundige problemen bezien vanuit vier gezichtspunten:
de economische wetenschappen, waarin de economische en financiële achtergrond van de bedrijfsvoering centraal staan de technologie, zowel in haar ondersteunende rol bij bestaande bedrijfsprocessen en informatiesysteem, als in haar vernieuwende rol bij de (her)inrichting van dienstverlenende processen de sociale wetenschappen, waarin het menselijk gedrag in organisaties aan de orde komt algemene bedrijfskunde, waarin strategie en organisatie, centraal staan. In deze discipline wordt ook integratie van de bovenstaande drie disciplines nagestreefd
Een goede bedrijfskundige is in staat zijn brede kennis te gebruiken om vraagstukken die zich in de praktijk voordoen op te lossen. De studie Bedrijfskunde is daarom een intensieve studie. Een groot deel van het onderwijs vindt plaats in interactieve vorm. Je moet theorie bestuderen en vragen daarover voorbereiden, cases uitwerken, werkstukken maken en je werk presenteren aan je groep. 32
Bedrijfskunde
Elk jaar heeft een studielast van 60 ects (European Credit Transfer System) punten. De eerste twee cursusjaren bestaan elk uit vier perioden van acht weken en twee perioden van vier weken waarin integratieprojecten en aanvullende vakken worden gegeven. Aan het einde van de periode vindt het tentamen plaats. De herkansingen volgen vrij snel op de eerste tentamengelegenheid. Tijdens de collegecyclus moeten veel opdrachten worden uitgewerkt. Je kunt met behulp van die opdrachten de stof bijhouden. Bij een groot deel van de vakken wordt de beoordeling van deze opdrachten meegewogen in de eindbeoordeling. Dit betekent dat succesvol studeren tijd kost. Je moet rekenen op een werkweek van veertig uur. Het is niet mogelijk om een omvangrijke bijbaan naast je studie te hebben, mede omdat je veel in groepjes op de universiteit aan opdrachten werkt. Voor excellente studenten biedt de faculteit extra mogelijkheden in de vorm van een honours programma om zich academisch verder te ontwikkelen. Dit programma start in het tweede jaar en omvat 30 studiepunten aan speciaal ontwikkelde, extra vakken binnen en buiten de faculteit. Sommige vakken volg je samen met honours studenten van andere faculteiten. Voor deelname aan het honours programma geldt een toelatingsprocedure, mede gebaseerd op je resultaten van het eerste jaar. Je kunt je aanmelden tegen het einde van je eerste jaar. 2.2.2
Missie, kernaspecten en eindtermen De missie van de bacheloropleiding Bedrijfskunde is als volgt geformuleerd: De bacheloropleiding Bedrijfskunde aan de Vrije Universiteit leidt studenten op tot academisch gevormde bedrijfskundigen met bijzondere expertise op het terrein van de zakelijke dienstverlening. De centrale begrippen uit de missie worden als volgt gedefinieerd: Academisch Centraal in de academische opleiding staan het tot zich nemen van wetenschappelijke kennis en het toepassen hiervan. Deze kennisvergaring en -toepassing dienen te voldoen aan een aantal criteria, zoals objectiviteit, steekhoudende argumentatie en kritische analyse en, wanneer de toepassing van deze kennis in een specifieke situatie wordt beoordeeld, kritische reflectie. Afgestudeerden beschikken hiertoe over specifieke academische en praktische vaardigheden, waaronder literatuuronderzoek, dataverzameling, argumentatie, schriftelijke en mondelinge rapportage. Bedrijfskundig De opleiding voorziet in het aandragen van gefundeerde kennis van de bedrijfskundige disciplines en het ontwikkelen van het vermogen om kennis afkomstig uit de verschillende disciplines te integreren en toe te passen bij de oplossing van praktijkproblemen. Hierdoor zijn afgestudeerden in staat om problemen uit de praktijk aan de hand van relevante theorieën vanuit de optiek van meerdere disciplines te analyseren, in een multidisciplinair teamverband oplossingen te ontwikkelen en over te dragen aan de opdrachtgever en/of gebruiker. Hierbij heeft de bedrijfskundige geleerd rekening te houden met de het effect van interventies op alle bedrijfsprocessen. De bedrijfskundige kan hierbij opereren in een internationale context.
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
33
Zakelijke dienstverlening De opleiding leidt op tot goede, breed inzetbare bedrijfskundigen. Daarnaast besteedt de opleiding extra aandacht aan het verwerven en toepassen van kennis over specifieke sectoren binnen de zakelijke dienstverlening, waaronder financiële instellingen, ICT-bedrijven, accountancybureaus en organisatieadviesbureaus, logistieke bedrijven en de dienstverlenende afdelingen van grote industriële ondernemingen. Afgestudeerde bedrijfskundigen beschikken derhalve – naast de algemeen bedrijfskundige kennis – tevens over bijzondere expertise op het terrein van de zakelijke dienstverlening. Doelgroep De opleiding richt zich primair op studenten met een VWO-diploma met het profiel Maatschappij en economie. De opleiding selecteert niet bij aanvang, wel tijdens de opleiding. Uitwerking van de missie naar kernaspecten De bovenstaande missie wordt hieronder uitgewerkt naar de kernaspecten die de opleiding bevat: De opleiding Bedrijfskunde: leert studenten een academische houding aan: kritisch, reflectief en bewust van academische standaarden brengt gedegen basiskennis aan van de bedrijfskundige disciplines (organisatiekunde, sociale wetenschappen, economie, bedrijfseconomie, techniek, recht), zodat studenten beschikken over multidisciplinaire kennis leert studenten deze disciplinaire kennis te integreren zodat bedrijfskundige vraagstukken vanuit een interdisciplinair gezichtspunt geanalyseerd kunnen worden. Hierbij hoort ook aandacht voor bedrijfskundige processen heeft aandacht voor theorie én toepassing; hierbij behoort het verwerven van de noodzakelijke vaardigheden om theorie te kunnen toepassen focust op de zakelijke dienstverlening biedt activerend onderwijs; is attractief en uitdagend leert studenten samenwerken, presenteren en argumenteren biedt intensieve begeleiding biedt een internationale context is studeerbaar in drie jaar, met goede doorstroom staat open voor alle vwo-leerlingen met het juiste profiel, maar is wel selectief. Operationalisering van de kernaspecten in eindtermen Inzicht in wetenschapsdiscipline(s) De student heeft inzicht in het theoretische en methodologische kennisdomein van de bedrijfskundige wetenschapsdiscipline in samenhang met de wetenschapsdisciplines van de economie, de sociale wetenschappen en de technologie. Na deze opleiding heeft de student voldoende basis om bedrijfskundige vraagstukken te analyseren en oplossingen te ontwikkelen met behulp van bedrijfskundige methoden en technieken om gegevens te verzamelen en te analyseren. Tevens heeft de student ervaring met het wetenschappelijk verantwoord opzetten, uitvoeren en rapporteren van een onderzoeksproject.
34
Bedrijfskunde
Toegang tot wetenschappelijke kennis De afgestudeerde student is in staat wetenschappelijke artikelen en vakpublicaties op te sporen die nodig zijn in de eigen (wetenschappelijke of maatschappelijke) beroepspraktijk en is in staat deze publicaties kritisch te beoordelen. Na de bacheloropleiding kan de afgestudeerde student wetenschappelijke vraagstukken en theoretische kaders weergeven en van deskundig commentaar voorzien. Ook heeft de afgestudeerde bachelor die expertise ontwikkeld op het gebied van de zakelijke dienstverlening in de gekozen specialisatie waarmee hij specifieke bedrijfskundige vraagstukken kan aanpakken. Wetenschappelijke attitude De afgestudeerde bachelor: heeft inzicht in de aard van wetenschappelijke kennis en de wijze waarop deze tot stand komt kan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze bedrijfskundige vraagstukken beschrijven en verklaren heeft een open oog voor wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen en heeft de attitude en vaardigheden die nodig zijn voor levenslang leren en professionele groei is in staat op heldere wijze schriftelijk te rapporteren en mondeling te presenteren, afgestemd op een gegeven forum en kan zich zowel mondeling als schriftelijk goed uitdrukken in de Nederlandse taal beschikt over de denk- en redeneervaardigheden die nodig zijn voor adequate wetenschapsbeoefening en -toepassing. Praktische vaardigheden De afgestudeerde bachelor is in staat projecten planmatig op te zetten en uit te voeren, hij kan werken in teamverband en hij bezit de communicatieve en sociale vaardigheden die nodig zijn voor het functioneren in arbeidsorganisaties, voor het samenwerken met anderen en voor de omgang met opdrachtgevers, cliënten en tegenspelers. Na de bachelorfase kan de student de veel voorkomende knelpunten en valkuilen in implementatietrajecten beschrijven en kan hierbij oplossingen aandragen op het vlak van organisatie, mensen (acceptatie) en systemen (zowel de productiesystemen als de informatiesystemen). Professionele vaardigheden Na de bacheloropleiding kan de student vanuit zijn brede deskundigheid op verschillende terreinen (Entrepreneurship, Financial Management, Information and Knwoledge Management, Human Resource Management, Management Consulting, Strategy and Organization, Transport and Supply Chain Management) werkzaam zijn. De afgestudeerde bachelor heeft een kwaliteitsbewuste habitus; rekening houdend met de gegeven randvoorwaarden levert hij producten en diensten van professioneel kwaliteitsniveau. De afgestudeerde bachelor onderkent in welke omstandigheden het belangrijk is onafhankelijk, rationeel en gedisciplineerd te denken en heeft de durf en de kracht om zijn vermogens dan in te zetten. Door de internationale oriëntatie van de opleiding is de afgestudeerde bachelor in staat in een internationale context te opereren.
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
35
Na deze opleiding benadert de afgestudeerde student bedrijfskundige vraagstukken integraal vanuit de perspectieven van economie, technologische wetenschappen, sociale- en algemene bedrijfskunde. 2.2.3
Werkvormen De werkvormen zijn afgestemd op de eindtermen. Hierin staat centraal dat niet alleen kennis verworven moet worden, maar ook inzicht om de bruikbaarheid van de kennis te beoordelen en de vaardigheid om deze toe te passen. Om die reden wordt het accent gelegd op interactieve werkvormen, zoals discussiecolleges, casecolleges en projecten. Door te werken met theorieën en modellen ontstaat inzicht in de mogelijkheden en onmogelijkheden van deze theorieën en modellen. Door het gebruik van cases en werkstukken kun je oefenen met de toepassing ervan. De meeste colleges vinden plaats als practica, waarin een grote inzet van je gevergd wordt. Er wordt per vak slechts in beperkte mate (ongeveer een derde tot de helft van de contacturen) hoorcollege gegeven. In deze hoorcolleges wordt een inleiding op de theorie gegeven. In het eerste en tweede jaar worden hoorcolleges, discussiecolleges, casecolleges en practica gegeven. De discussiecolleges, casecolleges en practica vinden plaats in werkgroepen van 20 tot 25 studenten; hoorcolleges worden gegeven aan grotere groepen studenten.
Tijdens een hoorcollege geeft de docent een inleiding over de theorie. Gemiddeld moet je rekenen op twee tot drie hoorcolleges van twee uur per week. Daarnaast worden discussiecolleges gegeven. In discussiecolleges komt een werkgroep bij elkaar en wordt onder leiding van een docent de literatuur kritisch besproken en bediscussieerd. Vaak worden hierbij korte opdrachten verstrekt die je moet voorbereiden. In casecolleges wordt het geleerde toegepast in aan de praktijk ontleende cases. Je zult meestal in teams van twee à drie studenten een case uitwerken. Bij de caseuitwerking moet je het probleem goed definiëren, vaststellen op welke wijze een oplossing voor het probleem ontwikkeld zal worden, en dit vervolgens uitwerken en op schrift stellen. Tijdens het casecollege worden door teams uitwerkingen gepresenteerd, die vervolgens door de groep bediscussieerd worden. De praktijkopdrachten en cases hebben vooral als doel inzicht te bevorderen en te leren hoe iets toegepast moet worden. Voor deze colleges geldt in vrijwel alle gevallen een aanwezigheidsplicht. Practica, waarin uitwerkingen van opgaven worden besproken. Ook hier geldt dat voor deze colleges in het algemeen een aanwezigheidsplicht geldt.
In het derde jaar kennen vakken een grotere diversiteit aan werkvormen dan in jaar één en twee. De meeste vakken zullen gedoceerd worden via hoorcolleges. Verder zal in kleine groepjes of individueel aan een essay of paper worden gewerkt. Het onderwijs in professionele vaardigheden zal een sterk interactief karakter hebben. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de werkvormen wordt verwezen naar de vakomschrijvingen. 2.2.4
36
Toetsing De stof die behandeld is in de colleges, wordt schriftelijk getentamineerd. De tentamens kunnen uit zowel open vragen als meerkeuzevragen bestaan. Voor
Bedrijfskunde
informatie over de becijfering zie het hoofdstuk Algemene informatie voor bachelorstudenten.
2.3
Programma eerste jaar Het eerste jaar bestaat uit tweemaal twee perioden van acht weken en tweemaal een periode van vier weken. In elke periode van acht weken krijg je twee vakken van elk 6 ects. De eerste zes weken zijn collegeweken, de achtste week is de tentamenweek. De twee perioden van vier weken kennen elk een studielast van totaal 6 ects en zijn bedoeld voor integratieprojecten en overige vakken. Aan het begin van elke periode is er op Blackboard een studiewijzer beschikbaar. Hierin vind je uitgebreide informatie over de doelstellingen, werkwijze en inhoud van de desbetreffende periode en ieder programmaonderdeel. De beschrijvingen van de vakken zelf vind je achterin deze gids. In de eerste periode vindt een introductie plaats op de studie Bedrijfskunde en op het bedrijfskundige model dat in de opleiding wordt gehanteerd. Zo krijg je in het begin van de opleiding het vak Business Administration in the Service Industry. Hierin maak je kennis met bedrijven die verbetering behoeven. Je leert het bestaande bedrijf analyseren en een verbeterplan op te stellen. Om een bedrijf naar een betere positie te begeleiden heeft een bedrijfskundige een aantal tools ter beschikking. Je leert welke dat zijn en welke je in welke situatie kunt inzetten. In de eerste periode wordt ook aandacht besteed aan kennismaken met de studie en aan vaardigheden die je nodig hebt tijdens je studie, zowel studievaardigheden als professionele en academische vaardigheden. In de eerste werkcolleges van deze periode wordt een start gemaakt met academische vaardigheden zoals het schrijven van teksten, het doen van onderzoek, het verzamelen van gegevens, interviewen en het werken in projecten en teams. Ook kun je in het begin van het jaar vaststellen of je de vereiste elementaire computervaardigheden bezit. Uiteraard worden deze vaardigheden gedurende de rest van de opleiding verder uitgebreid. Later in het jaar komen presentatievaardigheden en raadplegen bibliotheekgebruik aan de orde. Deze vaardigheden heb je tijdens je hele verdere studie nodig. Veelal wordt aandacht aan deze vaardigheden besteed in de werkgroep waar je deel van uitmaakt. Deze werkgroepen blijven het hele jaar gelijk, zodat je de medestudenten in je groep goed leert kennen. We vatten de indeling van het eerste studiejaar in een schema samen: Periode 1 (sept-okt)
Marketing and Marketing Research Business Administration in the Service Industry
6 ects 6 ects
Periode 2 (nov-dec)
Financial Accounting and Bookkeeping Business Mathematics Organization Theory
6 ects 3 ects 3 ects
Periode 3 (januari)
Integration: Business Processes Business Research Methods
3 ects 3 ects
Periode 4
Logistics and Operations Research
6 ects
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
37
2.4
(febr-mrt)
Organizational Behavior
6 ects
Periode 5 (apr-mei)
Finance and Financial Arithmetic Statistics I
6 ects 6 ects
Periode 6 (juni)
Economics Integration: Business Game
3 ects 3 ects
Programma tweede jaar Het tweede jaar bestaat eveneens uit tweemaal twee perioden van acht weken en tweemaal twee perioden van vier weken. In elke periode van acht weken krijg je twee vakken van ieder 6 ects. De twee perioden van vier weken kennen elk een studielast van totaal 6 ects en zijn bedoeld voor integratieprojecten en overige vakken. Aan het begin van elke periode is er op Blackboard een studiewijzer beschikbaar. Hierin vind je uitgebreide informatie over de doelstellingen, werkwijze en inhoud van de desbetreffende periode en ieder programmaonderdeel. De beschrijvingen van de vakken zelf vind je achterin deze gids. Periode 1 (sept-okt)
Strategy and Environment Business Information Technology
6 ects 6 ects
Periode 2 (nov-dec)
Organization Design Financial Management
6 ects 6 ects
Periode 3: (januari)
Human Resources Management Statistics II (SPSS)
3 ects 3 ects
Periode 4 (febr-mrt)
Management Accounting Quantitative Business Analysis Philosophy I
6 ects 3 ects 3 ects
Periode 5 (apr-mei)
Logistics and Information Systems Services Marketing Management
6 ects 6 ects
Periode 6 (juni)
Integration: Business Plan Business Law I
3 ects 3 ects
Inschrijven vakken eerste en tweede jaar In de eerste twee jaar van de opleiding BK word je automatisch ingeschreven voor alle vakken en ingedeeld in groepen. Dit geldt echter niet voor: 2e jaars studenten die nog (deel)vakken moeten doen uit het 1e jaar 3e jaars studenten die nog (deel)vakken moeten doen uit het 2e jaar Deze studenten dienen van tevoren aan te geven welk vak en/of deel van een vak zij nog moeten doen. Je schrijft je in voor deze vakken op www.feweb.vu.nl/inschrijven. Inschrijven kan dus niet via Blackboard. Als je het hele vak nog moet doen, schrijf je je twee keer in voor cases EN exam. Je wordt dan toegevoegd op Blackboard en ingedeeld in een groep. Als je alleen de cases moet doen, schrijf je je in voor cases. Je wordt dan toegevoegd op Blackboard en ingedeeld in een groep. 38
Bedrijfskunde
2.5
Als je alleen het tentamen moet doen, schrijf je je in voor exam. Je wordt dan alleen toegevoegd op Blackboard, zodat je de informatie van het vak kunt bekijken.
Programma derde jaar Het derde jaar van de opleiding Bedrijfskunde is enerzijds gericht op afronding van je opleiding en verdere integratie en verdieping van de kennis die je in de eerste twee jaar hebt verworven. Anderzijds is het een voorbereiding op het volgen van een masteropleiding, hetzij aan deze faculteit, hetzij elders. Het derde jaar is sterk afwijkend van de eerste twee jaar. Het verschil zit vooral in de mogelijkheid om voor een groot deel zelf je jaarindeling te bepalen door een aantal vakken te kiezen. Sommige vakken zijn verplicht voor alle studenten, sommige zijn noodzakelijk als voorbereiding op een van de zeven specialisaties in de MSc Business Administration en anderen zijn weer vrij te kiezen. De vrij te kiezen keuzevakken kun je gebruiken om je interesse te verbreden of verdiepen, maar ook om je voor te bereiden op de ingangseisen van een andere master dan Business Administration. Elke master stelt bepaalde keuzevakken verplicht als ingangseis. Deze vakken zitten veelal in andere opleidingen, zoals Economie en bedrijfseconomie. Een grotere keuzevrijheid in jaar drie betekent echter ook een grotere verantwoordelijkheid voor studenten. In tegenstelling tot jaar één en twee, ben je nu zelf voor een groot gedeelte verantwoordelijk voor het samenstellen van je derde jaar, voor het voldoen aan de exameneisen en voor het voldoen aan de ingangseisen van de master die je wilt gaan volgen. Het is dus zaak je zorgvuldig te oriënteren, vroegtijdig informatie over masters in te winnen, vakbeschrijvingen te lezen en van het begin af goed te plannen! De studielast in jaar drie is als volgt verdeeld: Verplichte onderdelen (36 ects) • Advanced Business Research Methods (6 ects) • Technology and Innovation (6 ects) • Knowledge Management (6 ects) • Professional Skills (3 ects) Business Law II (3 ects) • Philosophy II (3 ects) • Bachelorscriptie (9 ects) Keuzeruimte (24 ects) Er kunnen 24 studiepunten besteed worden aan vrije keuzeruimte. Hierin kun je: Voorsorteren op de gewenste specialisatie in de MSc in Business Administration (12 ects), zie paragraaf 2.6.1.: Doorstroom naar MSc in Business Administration Voldoen aan de ingangseisen van andere masters, zoals MSc in Finance, MSc in Marketing of MSc in Accounting (12-24 ects), zie hoofdstuk 2.6.2.: Doorstroom naar overige masteropleidingen Een (inter)nationale stage doen (maximaal 12 ects).
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
39
Kiezen voor keuzevakken van een andere faculteit, een andere universiteit en/of in het buitenland (let op: dit kan alleen na goedkeuring door de Examencommissie)
Een aantal derdejaarsvakken wordt in het Engels aangeboden. Dit is deels als voorbereiding op de Engelstalige masteropleidingen, deels om ruimte te bieden aan internationale studenten. 2.5.1
Jaarindeling derde jaar In een overzicht geven we weer in welke periode de derdejaars vakken worden aangeboden. Periode 1 (sept-okt)
Technology and Innovation Keuzeruimte
6 ects 6 ects
Periode 2 (nov-dec)
Knowledge Management Keuzeruimte
6 ects 6 ects
Periode 3 (januari)
Professional Skills Business Law II
3 ects 3 ects
Periode 4 (febr-mrt)
Advanced Business Research Methods 1 Keuzeruimte
6 ects 6 ects
Periode 5 (apr-mei)
Philosophy II Keuzeruimte start bachelorscriptie
3 ects 6 ects (zie periode 6)
Periode 6 (juni)
Bachelorscriptie
9 ects
1 ABRM en het scriptietraject kunnen tevens in periode 1 en 2 van het navolgende jaar worden gevolgd
2.5.2
Keuzevakken derde jaar In deze paragraaf geven we per periode de keuzevakken aan die je in je programma kunt opnemen. Voor de volledigheid zijn ook de verplichte vakken opgenomen. Daarnaast is bij de relevante vakken aangegeven voor welke specialisatie in de MSc Business Administration deze van toepassing zijn. Het is ook mogelijk om vakken te kiezen die aangeboden worden door andere faculteiten, of door andere universiteiten. Als je dit wilt, moet je van te voren een verzoek indienen bij de examencommissie van de opleiding. Deze besluit of dit vak mag meetellen als keuzevak in je programma. Het adres is:
[email protected]. Stuur wel een uitgebreide studiegidsomschrijving mee inclusief een lijst van de gebruikte literatuur en studielast. Sommige vakken sluiten elkaar uit in verband met de overlap daartussen. Zo mag je de volgende derdejaarsvakken niet samen kiezen: Het keuzevak Management Accounting (economie) mag niet samen met Management Accounting and Control (bk). Periode 1 (okt-sept) Verplicht Verplicht spec HRM Verplicht spec MC
40
Bedrijfskunde
Technology and Innovation Advanced Human Resource Management Consultancy Industry
Verplicht spec FM Verplicht spec ENT Keuzevak spec I&KM/S&O Keuzevak spec SCM/S&O Kernvak economie Kernvak economie Keuzevak Keuzevak Keuzevak Economievak
Management Accounting and Control Midden- en kleinbedrijf Business Intelligence European Distribution and Supply Chain Logistics Financial Accounting Macro-economie Consumer Behaviour Management Accounting (verplicht PGO Acc.) Ondernemingsrecht Methoden en technieken van AE/FE onderzoek 2
2 Methoden en technieken van AE/FE (algemeen economische/financieel economisch) onderzoek is verplicht voor de doorstroming naar MSc Economics en MSc Finance. Wanneer M&T AE/FE met goed gevolg is afgelegd, is dit tevens vervangend voor Advanced Business Research Methods. Dit volg je dan dus niet.
Periode 2 (nov-dec) Verplicht Verplicht spec I&KM Verplicht spec FM Verplicht spec TSCM Keuzevak spec I&KM Keuzevak spec ENT/HRM/MC/ S&O Kernvak economie Kernvak economie Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Knowledge Management E-Business and IT-industry Finance, Banking and Insurance Transport, Distribution and Logistics Enterprise Systems Organization Perspectives and Dynamics Corporate Finance Microeconomics Accounting Information Systems Economische en sociale geschiedenis International Economics Toegepaste kwantitatieve economie Urban Economics
Periode 3 (januari) Verplicht Verplicht Economievak
Professional Skills Business Law II Werkcollege (loopt door t/m periode 4) 3 - Werkcollege Accounting (FA/MA) - Werkcollege Corporate Finance - Werkcollege Macro-economie - Werkcollege Management en organisatie - Werkcollege Marketing - Werkcollege Microeconomics
3 Bij doorstroom naar een andere master dan Business Administration, moet je in periode 3 en 4 een werkcollege volgen. Zie de paragraaf 2.6.2 Doorstroom naar overige masteropleidingen verderop in deze gids.
Periode 4 (febr-mrt) Verplicht Verplicht spec FM Verplicht spec S&O, keuzevak spec ENT/HRM/MC Keuzevak spec I&KM/S&O Keuzevak spec
Advanced Business Research Methods Corporate Financial Management Strategic Management and the Strategy Process E-business Purchasing and E-Procurement
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
41
TSCM Keuzevak spec TSCM Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Services Logistics Bedrijfseconomisch practicum Behavorial Economics and neuroeconomics Boekhouden (loopt door t/m periode 5) Christian Philosophy in an International Perspective Development Economics Environmental Economics and Management Investments Marketing Research Toegepaste data-analyse Transport and Network Economics Werkcollege (vervolg periode 3)
Periode 5 (apr-mei) Verplicht Verplicht Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Bachelorscriptie start Philosophy II Boekhouden (vervolg periode 4) Economie van het onroerend goed Financial Statement Analysis (verplicht PGO Acc.) International Marketing Labour, Care and Well-Being Strategy and Economics Strategy and Environment 3.5
Periode 6 (juni) Verplicht
Bachelorscriptie afronding
De keuzevakken worden verzorgd door de volgende afdelingen: Accounting Accounting Information Systems (verzorgd door PGO Accountancy) Bedrijfseconomisch practicum Financial Statement Analysis Management Accounting Management Accounting and Control Ondernemingsrecht Algemene en ontwikkelingseconomie Christian Social Philosophy in an International Perspective Development Economics Economische en sociale geschiedenis International Economics Labour, Care and Well-Being Midden- en kleinbedrijf Econometrie Strategy and Economics Toegepaste data-analyse Toegepaste kwantitatieve economie Behavorial Economics and Neuroeconomics
42
Bedrijfskunde
Marketing Consumer Behavior International Marketing Marketing Research Management en organisatie Advanced Human Resource Management Consultancy Industry Midden- en kleinbedrijf Organization Perspectives and Dynamics Strategic Management and the Strategy Process Strategy and Environment 2.1 + 3.5 Informatiekunde en logistiek Business Intelligence E-Business European Distribution and Supply Chain Logistics Services Logistics E-Business and IT-Industry TDL Purchasing and E-Procurement
Financiering Corporate Finance Corporate Financial Management Investments FBI
2.5.3
Ruimtelijke economie Economie van het onroerend goed Environmental Economics and Management Transport and Network Economics Urban Economics
Inschrijven vakken derde jaar Voor alle vakken in het derde jaar economie en bedrijfseconomie en bedrijfskunde moet je je van te voren inschrijven om deel te kunnen nemen. Dit moet je doen aan het eind van het tweede jaar. Aan het eind van het tweede jaar moet je een voorlopige planning van je derde jaar opgeven. Je geeft aan welke vakken je denkt te gaan volgen en in welke periode. Dit geldt voor álle vakken van het derde jaar: geef dus zowel je keuzevakken als je verplichte vakken op. Je kunt in elke periode ook een extra vak opgeven dat je wilt volgen. In totaal kun je dus drie vakken per periode opgeven. De planning is tevens een voorlopige inschrijving voor de vakken van het derde jaar. Meer informatie vind je in de vakbeschrijvingen en op www.studiegidsen.vu.nl. Je kunt je planning wijzigen of aanpassen tot circa vier weken voor een nieuwe periode begint. Dan wordt de inschrijving voor die periode definitief gemaakt en kun je die niet meer wijzigen. Als je niet bent ingeschreven voor een vak, of een vak wilt veranderen na de sluitingsdatum, kan dat alleen wanneer de capaciteit dat toelaat. Als je niet bent ingeschreven, heb je dus geen garantie dat je het vak alsnog kunt volgen. Hetzelfde geldt als je meer dan drie vakken in een periode wilt volgen. Je kunt dit alleen doen door bij de start van dit extra vak een aanvraag te doen bij
[email protected]. Als de capaciteit het toelaat, kun je geplaatst worden. Je schrijft je in via www.feweb.vu.nl/inschrijven. Inschrijven kan dus niet via Blackboard. t/m 30 juli
eventueel wijzigen van je planning voor periode 1, daarna staat de inschrijving voor periode 1 vast
t/m 30 september
eventueel wijzigen van je planning voor periode 2, daarna staat de inschrijving voor periode 2 vast
t/m 30 november
eventueel wijzigen van je planning voor periode 3, daarna staat de inschrijving voor periode 3 vast
t/m 15 januari
eventueel wijzigen van je planning voor periode 4, daarna staat de inschrijving voor periode 4 vast
t/m 28 februari
eventueel wijzigen van je planning voor periode 5 en 6, daarna staat de inschrijving voor periode 5 en 6 vast
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
43
2.5.4
Bachelorscriptie Om aan je bachelorscriptie te mogen beginnen moet je aan een aantal voorwaarden voldaan hebben:
Je moet tenminste 120 ects behaald hebben Je moet de vakken Statistics II (SPSS) en Quantitative Business Analysis gehaald hebben
Je moet aan deze voorwaarden voldaan hebben op het moment van inschrijven. Bij het schrijven van de bachelorscriptie kun je worden ingedeeld in scriptiewerkgroepen. Je wordt in deze werkgroepen begeleid bij het schrijven van je scriptie. De indeling gebeurt meestal op basis van onderwerp. Een uitgebreide beschrijving van de eisen die aan je scriptie gesteld worden, de begeleiding en procedure om je in te schrijven in een scriptiewerkgroep vind je in de Handleiding Bachelorscriptie Bedrijfskunde. Deze kun je vinden op Blackboard, bij Bachelor Thesis. Als je in het derde jaar je scriptie niet kunt schrijven, bijvoorbeeld omdat je niet voldaan hebt aan de ingangseisen, kun je dit doen in het begin van het jaar daarop. Je kunt dus op twee momenten in het jaar je scriptie schrijven: periode 5 en 6 en eventueel in periode 2 en 3. Let op: je kunt niet starten met een masteropleiding zonder voltooide scriptie. Zie ook de paragraaf 2.6.3 verderop in deze gids. 2.5.5
2.6
Stage Het is mogelijk om in je derde jaar een stage te volgen. Bij Bedrijfskunde wordt de stage in het algemeen gekoppeld aan de bachelorscriptie. Een goed volbrachte stage levert een vrijstelling op van twee keuzevakken (12 ects). Zie voor meer informatie de Stagehandleiding Bedrijfskunde, beschikbaar via Blackboard, bij Bachelor Thesis.
Masteropleidingen Na de bacheloropleiding kun je je verder specialiseren in een masteropleiding. De masteropleiding is een wetenschappelijke opleiding, waarbij niet alleen het doen van onderzoek, maar ook de toepassing van de wetenschap centraal staat. Zo neemt in alle masteropleidingen van onze faculteit het zelfstandig opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek een belangrijke plaats in. Daarnaast wordt er ook veel met cases gewerkt. De faculteit biedt de volgende masteropleidingen aan. Alle masters duren één jaar en starten uitsluitend in september. Alle masters zijn Engelstalig.
44
Master of Science in Business Administration Master of Science in Accounting and Control Master of Science in Econometrics and Operations Research Master of Science in Economics Master of Science in Finance (NB: honours track Quantitative Finance duurt ca anderhalf jaar) Master of Science in Marketing Master of Science in Spatial, Transport and Environmental Economics
Bedrijfskunde
2.6.1
Master of Philosophy (tweejarige onderzoeksmaster)
Doorstroom naar MSc in Business Administration De master Business Administration kent een aantal verplichte vakken en een aantal specialisatievakken. In het begin van het jaar start de student met één van de zeven specialisaties van de master, te weten:
Entrepreneurship Financial Management Human Resource Management Information and Knowledge Management Management Consulting Strategy and Organization Transport and Supply Chain Management
De specialisatievakken worden op hoog niveau gegeven en zijn alleen te volgen als je voorkennis hebt van de relevante vakken in het derde jaar. Daarom is het belangrijk dat je in het derde jaar de juiste vakken kiest voor de specialisatie van je keuze in de master. Je dient in je derde jaar tenminste twee vakken op het gebied van je masterspecialisatie te kiezen. Deze staan in onderstaande tabel. Je mag er natuurlijk ook meer volgen. Als je meer informatie wilt over de specialisaties in MSc Business Administration, raadpleeg dan de studiegids Master Programmes op de facultaire website. Specialisatie in de master4 Entrepreneurship (ENT)
Verplicht: twee vakken (12 ects)
Aanbevolen keuzevakken
Midden en Kleinbedrijf
Organization Perspectives & Dynamics Strategic Man & the Strategy Process
Financial Management (FM)
Management Accounting and Control Finance, Banking and Insurance Corporate Financial Management
Human Resource Management (HRM)
Advanced HRM
Organization Perspectives & Dynamics Strategic Man & the Strategy Process
Information and Knowledge Management (I&KM)
E-Business and IT-Industry
Business Intelligence Enterprise Systems E- Business
Management Consulting (MC)
Consultancy Industry
Organization Perspectives & Dynamics Strategic Man & the Strategy Process
Strategy and Organization (S&O)
Strategic Man & the Strategy Process
Business Intelligence Eur.Distr & Supply Chain Logistics
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
45
Organization Perspectives & Dynamics Corporate Financial Management E- Business
Transport and Supply Chain Management (TSCM)
Transport, Distribution and Logistics
Eur.Distr & Supply Chain Logistics Purchasing & E procurement Services Logistics
4 Per specialisatie is één specialisatievak en één van de keuzevakken verplicht. Met uitzondering van de specialisatie FM, daar zijn drie specialisatievakken verplicht.
2.6.2
46
Doorstroom naar overige masteropleidingen De toelating tot een andere masteropleiding dan Business Administration, is afhankelijk van het keuzetraject dat je in het derde jaar gevolgd hebt. Zie hiervoor het volgende schema Bachelor Bedrijfskunde met - Disciplinevak Management Acc. & Control - Kernvak Financial Accounting - Keuzevak Financial Statement Analysis
►
MSc Accounting & Control 5
Bachelor Bedrijfskunde met - aanvullende eisen bepaald door de examencommissie econometrie
►
MSc Econometrics
Bachelor Bedrijfskunde met - Kernvak Microeconomie - Kernvak Macroeconomie - Werkcollege micro óf macroeconomics6 - Methoden en Technieken AE/FE 7
►
MSc Economics
Bachelor Bedrijfskunde - Kernvak Microeconomics - Werkcollege Microeconomics 6 - Methoden en technieken AE/FE 7
►
MSc Economics: Spatial and Transport Economics
Bachelor Bedrijfskunde met - Kernvak Corporate Finance - Keuzevak Investments - Methoden en Technieken AE/FE 7 Werkcollege Corporate Finance 6
►
MSc Finance
Bachelor Bedrijfskunde 8 met - Lineaire Algebra (1e jaar E&OR) - Methoden en Technieken AE/FE 7 - Keuzevak Investments - Econometrie deel 1 en 2 - Financiële econometrie
►
MSc Finance Honours track Quantitative Finance
Bachelor Bedrijfskunde met - Werkcollege Marketing 6 - Keuzevak Marketing Research
►
MSc Marketing
Bachelor Bedrijfskunde met - Goede resultaten
►
MPhil (twee-jarige researchmaster)
Bedrijfskunde
- Belangstelling wetenschappelijk onderzoek 5 Studenten die zonder deficiënties willen instromen in d e PGO Accountancy dienen ook de vakken Accounting Information Systems, Belastingrecht en Boekhouden te volgen. De inhoud van Accounting Information Systems wordt bekend verondersteld bij het keuzevak Control and Audit in de MSc Accounting and Control. De inhoud van het keuzevak Corporate Finance 3.2 wordt bekend verondersteld bij het keuzevak Corporate Finance 4.2 (onderdeel van de variant Controlling in de MSc Accounting and Control). 6 Een werkcollege start in periode 3 en loopt door t/m periode 4. Het is toegankelijk nadat je het bijbehorende kernvak hebt gevolgd. Studenten bedrijfskunde kunnen alleen kiezen voor werkcolleges marketing (geen kernvak nodig), Microeconomie, Macroeconomie of Corporate Finance (wel kernvakken nodig) 7 Methoden en technieken AE/FE is tevens vervangend voor Advanced Business Research Methods 8 Aanbevolen voor doorstroom Inleiding econometrie (2e jaar). Dit is noodzakelijk als goede voorbereiding voor de derdejaarsvakken econometrie. Als ingangseis van Inleiding Econometrie wordt verwacht dat u de stof beheerst van de vakken:- calculus, Lineaire Algebra, mathematische statistiek
2.6.3
Voorwaardelijke toelating tot de master Om door te kunnen stromen naar een van de zeven masteropleidingen van de faculteit moet je beschikken over een bachelordiploma met het juiste vakkenpakket. Deze vakken vind je in het besproken doorstroomschema. Als je niet beschikt over een afgeronde bacheloropleiding, kun je in aanmerking komen voor voorwaardelijke toelating tot de master als je voldoet aan de onderstaande voorwaarden:
je hebt jaar één en twee volledig gehaald je hebt alle verplichte onderdelen van jaar drie gehaald (zie ook onder aandachtspunt 4) je hebt de vakken gehaald die als ingangseis gelden voor de master die je kiest. Zie hiervoor het doorstroomschema je hebt een studieachterstand van maximaal 12 ects. Deze achterstand mag alleen bestaan uit: derdejaars keuzevakken die niet gelden als ingangseis voor je master Philosophy II (verplicht) óf Professional Skills (verplicht) je moet de achterstand in deze vakken binnen een jaar wegwerken.
Als je een grotere studieachterstand hebt dan 12 ects of nog niet de vakken hebt gehaald die verplicht zijn voor de master, mag je nog niet beginnen met de masteropleiding. Je moet dan eerst je achterstand wegwerken.
2.7
Postgraduateopleidingen Na afronding van een van de masteropleidingen is het mogelijk deze te vervolgen met een postgraduateopleiding. In een postgraduateopleiding vindt verdere specialisatie plaats en word je opgeleid voor een bepaald beroep, zoals registeraccountant of controller. De toelating tot een postgraduateopleiding is afhankelijk van de gevolgde masteropleiding. Voor verdere informatie verwijzen we naar de facultaire website en het hoofdstuk Algemene informatie in deze gids. Het is voor een selecte groep top-studenten mogelijk om na het behalen van de mastertitel door te stromen naar het PhD-programma van de faculteit. Dit programma wordt afgesloten met een promotie.
Bacheloropleiding Bedrijfskunde
47
48
Bedrijfskunde
3 naam code studiepunten contacturen periode co-ordinator doel
inhoud
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docent doel
Examenonderdelen Accounting Information Systems 60341030 6 24 (24 hoorcollege) gecombineerd met activerende werkvormen 2 prof.dr. O.C. van Leeuwen Het leerdoel is het verwerven van een zodanige kennis van en inzicht in de grondslagen van de bestuurlijke informatieverzorging dat voor organisaties de bestuurlijke informatieverzorging op hoofdlijnen kan worden ontworpen en de opzet en de werking van de bestaande bestuurlijke informatieverzorging op hoofdlijnen kan worden beoordeeld. Studenten hebben na afloop van de collegecyclus kennis van en inzicht in: de verschillende te onderscheiden vormen van bestuurlijke informatie en de daaraan te stellen eisen in relatie tot het gebruiksdoel ervan in organisaties. Belangrijke eisen zijn eisen inzake de inhoud, de betrouwbaarheid, de tijdigheid en de presentatievorm van de bestuurlijke informatie de organisatie van de informatieverzorging: de processen, de functies en de hulpmiddelen De inhoud van de cursus kent de hoofdthema's: algemene grondslagen fasen van de waardenkringloop Starreveld, Van Leeuwen & Van Nimwegen, Bestuurlijke informatieverzorging. Deel 1: Algemene grondslagen. Meest recente druk. Groningen/Houten: Stenfert Kroese, ISBN 90 207 3052 5. Starreveld, Van Leeuwen & Van Nimwegen, Bestuurlijke informatieverzorging. Deel 2A: Toepassingen. Fasen van de waardekringloop. Meest recente druk. Groningen/Houten: Stenfert Kroese, ISBN 90 2073053 3. Bodnar, G.H. & W.S. Hopwood. Accounting Information Systems. Meest recente editie. Pearson Prentice Hall. schriftelijk tentamen Management en Organisatie Financial Accounting Wijzigingen in de literatuur worden uiterlijk 1 maand voorafgaande aan de aanvang van het vak op de daarvoor geëigende wijze bekend gemaakt. Advanced Business Research Methods 61351000 6 24 (10 activerende werkvormen, 14 hoorcollege) 1 en 4 dr. R. Brohm dr. R. Brohm De cursus is bedoeld om je vertrouwd te maken met het onderzoekproces, en dan met name de analyse van zowel kwalitatieve als kwantitatieve data.
Examenonderdelen
49
inhoud
Toetsend vs. exploratief onderzoek Positivistische wetenschapsbenadering vs. een hermeneutische benadering Participatief onderzoek: actie-onderzoek, etnografie, belevingsonderzoek Introductie Kwalitatieve Analyse Kwantitatieve Analyse bij survey onderzoek Tijdens de hoorcolleges wordt de student geïntroduceerd in de reader. Aanwezigheid wordt dringend aangeraden i.v.m. de complexiteit van de stof. Tijdens de feedbacksessies en tutorials krijgen de studenten per team c.q. per groep feedback op hun onderzoeksontwerp. Lynn Richards (2005) Handling Qualitative Data: A practical Guide, Sage Reader (verkrijgbaar via Aureus) Boek uit eerstejaarsvak 'Business Research Methods' Artikelen Blackboard opdracht schriftelijk tentamen die met name gericht is op het toetsen van het interpreteren van de uitkomsten van een kwantitatieve analyse en het selecteren van een kwantitatieve methode. Business Research Methods.
werkwijze
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden subject code credits contact period co-ordinator aim
Advanced Human Resource Management 61312000 6 20 hours (8 active participation, 12 lecture) 1 drs. D.A. Driver-Zwartkruis In the last decades several views on managing human resources have been developed, investigated, and applied. During this course a number of these views will be discussed. The aim is to familiarize students with the developments in the field of the Human Resource Management (HRM). The themes that will be addressed are related to trends in management thinking, from the early systems thinking, via a variety of behavioral and economic perspectives to the current strategic view on HRM. content In this course emphasis is given to theories which underpin HRM practices, attention will be given to contemporary topics including workplace diversity. Thus, a variety of theories will be discussed. Increasingly, HR professionals are playing a significant role in assisting management with syncretizing employee talent and organizational goals. This role requires HR professionals to give attention to the broader society including economic conditions, labor market situations, demographic composition and international relations. Thereby, HR professional are empowered to become more central as a business partner in assisting management with designing, implementing and evaluating strategies conducive to maintaining and gaining a competitive advantage. form of tuition Lectures and seminar/response hours. During the lectures, the obligatory literature will be addressed, additionally, guest lecturers will be invited. In the seminars/response hours essays will be discussed. The intention of the essay is the application of theory by addressing a current situation from
50
Bedrijfskunde
HRM practice. literature An 'up-to-date' reader that is composed of 8 conceptual and empirical articles on HRM, published in acknowledged international journals. examination format written interim examination 60 percent of the final grade derives from the multiple choice examination. essay 40 percent of the final grade derives from the essay. A minimal score of 5.0 is required for both the essay and the examination in order to pass the course. entry requirements Basic knowledge of human resource management processes and practices is assumed (equivalent to the 2nd year course Human Resource Management). naam code studiepunten contacturen
periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
entreevoorwaarden opmerkingen
Bedrijfseconomisch practicum 60381030 6 24 (24 practicum) Praktijkopdracht voor MKB onderneming (opdrachtgever) in samenwerking met medestudenten (opdrachtnemer) onder begeleiding van docent. 2 en 4 drs. A.Montolalu Stage en praktijk ervaring opdoen in de praktijk binnen het kader van de opleiding. Kernwoorden voor dit vak zijn: samenwerken, actief, inventief, nieuw, niet eerder gedaan, businessmodel, onderhandelen, gedrag, leren, feedback, zelforganisatie, initiatief, realiteitszin, analyseren en profileren. De adviesopdracht welke een MKB bedrijf aan de studenten gegeven vormt de kern van het vak. De inhoud wordt bepaald door het probleem van het bedrijf en de studie tot op heden in een plan van aanpak welke door de docent wordt voorbereid in samenwerking met de klant. Bedrijfsbezoeken (3 keer klantbezoek), trainingen en overlegsessies met een eindpresentatie als einddoel. De samenwerking met de klant is de sleutel voor de opdracht. Geen, literatuur uit voorgaande vakken en vakliteratuur aangaande de opdracht. opdracht Beoordeling van de adviesopdracht door de opdrachtgever (50 procent) en docent (50 procent) op inhoud en samenwerking. Er is geen tentamen, de eindpresentatie door de groep voor de klant is het tentamen en valt in de tentamenperiode. Geen Workshops op het gebied van samenwerken, communicatie en projectmanagement en tegelijkertijd een bedrijfsadviesopdracht in een middelgrote onderneming. Volgens een oud-student kun je van de docenten leren terwijl ze ook luisteren en je uitdagen op de dingen die je nog niet gedaan hebt. Hierbij kun je denken aan zelf onderzoeksvragen formuleren, interviews afnemen en onderhandelen met een opdrachtgever. De docenten zullen je uitdagen zelf kennis te maken en actief aan de slag te gaan. Het vak is geschikt voor studenten in de laatste fase van hun bachelorstudie met vragen over de praktische toepasbaarheid van de studie en over wat ze van werk kunnen verwachten. Het levert je plezier op, persoonlijk inzicht in jouw manier van samenwerken
Examenonderdelen
51
en in je persoonlijke kwaliteiten. Verder ga je bewust verbanden zien tussen vakken en krijg je inzicht in de complexiteit van het bedrijfsleven.Citaat van een student: 'Goed luisteren, organiseren en plannen worden op een zelfsturende wijze (met vallen en opstaan) geactiveerd'. Een voorbeeld van een opdracht is de bedrijfseconomische analyse van De Kievitshoeve met als gevolg afstoting van activiteiten, verbetering van economische performance en inzicht in toekomstperspectief van de onderneming www.kievitshoeve.nl subject code credits contact period lecturers aim
Behavioral Economics and Neuro-Economics 60342080 6 24 hours (24 worklecture) 4 dr. H.E.D. Houba; dr. I.D. Lindner In many economic experiments, individual behaviour violates the postulates of microeconomic theory. This insight has led to the emergence of two branches of economic modelling to better understand economic decisions: Behavioural Economics and Neuroeconomics. content According to microeconomic theory, people will not postpone, say, starting to study early for an exam (i.e., make an investment early), or start saving today for their pensions. Why then, do we observe that people postpone such important decisions by arguing that they will start tomorrow and, when tomorrow has arrived, they once again want to postpone until the next day leading to less studying or savings then initially intended? Also, microeconomics postulates that people are (expected) utility maximizers, but observed behaviour often violates this postulate. For example, would you drive across town to another shop to save 5 euro on a 25 euro radio? Would you do so to save 5 euro on a 500 euro TV? Microeconomic theory predicts the same behaviour in both cases: you travel to the other store if the benefit of saving 5 euro exceeds the cost of travelling. In experiments, however, most people would travel only in the clock case. These simple examples indicate the necessity to go beyond the traditional postulates of microeconomics. Since microeconomic theory is interwoven with modern macroeconomics, these violations directly question the validity of economic policy advice based on such standard theories. Behavioural economics takes these violations seriously and aims to design new theories based upon postulates that do obey experimental evidence. The important point is that these violations are systematic. We will examine several behavioural models of choice that often do a much better job of predicting actual decisions than classic economic theory. Psychologists argue that behaviour violating classic theory is the result of limitations in human cognitive capacity. These limitations preclude that actors use the laws of statistics to process information and act on them optimally. Actors tend to use heuristics and display systematic biases. They are over-confident in their judgments, overvalue information that is readily available, and read information in a self-serving manner. In evaluating outcomes decision makers are sensitive to context. They weigh losses more heavily than gains and their attitude towards risk varies accordingly. People care about equity and fairness. They evaluate their position relative to others, are disposed to
52
Bedrijfskunde
be reciprocal, and follow social norms. Several of these topics will be addressed during the course. In addition, several classic experiments will be performed during class and other important experiments will be discussed. In the second part of this course we go one step further and study brain functioning to better understand economic behaviour. Neuroeconomics provides new data based upon imaging analyses of brain activity (MRI and PET scans). This field has established that rational decisions are taken in a different part of the brain than decisions involving risks. What can we learn from these data? This field is still emerging and has not yet produced definite answers, but it is a fascinating field that offers an excellent opportunity to reflect on what economist try to accomplish. Topics: Postulates of decision making, cognitive limitations and consumer behaviour, bounded rationality, hedonic framing, choice under uncertainty, ambiguous risk, judgmental heuristics and biases, hyperbolic discounting, psychophysics of perception, neural predictors of economic behaviour, brain functioning. Special attraction: Learn why some contributors to these fields won a Nobel prize in Economics and why some are expected to win this prestigious prize in the future. literature There are no textbooks on Behavioral Economics or Neuroeconomics. Therefore this course consists of selected articles that are announced via Blackboard. entry requirements Students should have sufficient knowledge of basic concepts from Microeconomics, Mathematics and Statistics and the capability to apply these correctly. For VU students this involves the courses: Microeconomics 1.1 en 1.2 Quantitative Methods (Kwantitatieve Methoden 1.1, 1.2, 1.4 & 2.5) remarks Examination format will be announce in due time. naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
Boekhouden 60311018 6 40 (20 activerende werkvormen, 20 hoorcollege) 2 uur hoorcollege en 2 uur activerende werkvormen per week. 4 en 5 prof.dr. C. Camfferman RA Het inzicht geven in de wijze waarop financiële gegevens worden vastgelegd en verwerkt in het financiële informatiesysteem, ten behoeve de rapportage aan de interne belanghebbenden (met het oog op het beheersen van de interne bedrijfsactiviteiten) en het verstrekken van informatie aan de externe belanghebbenden (zoals aandeelhouders en verschaffers van vreemd vermogen) en daarnaast ook aan de belastingdienst. Bij dit keuzevakvak komt de structuur en inrichting van het comptabele systeem aan de orde, ten behoeve van de verwerking en toerekening van opbrengsten en kosten en de interne kostenbeheersing. Voor de (geconsolideerde) jaarrekening vormen de geldende accounting standards het uitgangspunt. Verder wordt afzonderlijk aandacht besteed aan de fiscaal financiële verslaggeving vanuit het administratieve systeem. Aan de orde komen o.a.: het boekhoudkundig model, voorafgaande journaalposten,
Examenonderdelen
53
permanence, rekeningschema, omzetbelasting, ondernemingen (handel, productie en dienstverlening), budgettering, verschillenanalyse, afzonderlijke actief- en passiefposten, deelnemingen, consolidatie, kasstroomoverzicht, winstbepaling, winstbestemming, winstbelasting en leasing. literatuur Zal te zijner tijd nader bekend gemaakt worden. toetsing schriftelijk tentamen en beoordeling van de cases opmerkingen Dit keuzevak Boekhouden bouwt voort op de kennis uit het vak Financial Accounting and Bookkeeping. Dit keuzevak kun je gebruiken om een deficiëntie voor instroom in de postgraduate accountantsopleiding op te heffen. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Business Administration in the Service Industry 61111030 6 32 (14 hoorcollege, 10 casecollege, 8 discussiecollege) 1 dr. M.J. Flikkema Verkrijgen van inzicht in: het Bedrijfskundig model dat gedurende de bachelorfase wordt gebruikt de relatie tussen soorten bedrijven, stakeholders, bedrijfsprocessen en bedrijfsfuncties de wijze waarop veranderingen in bedrijfsprocessen en bedrijfsfuncties de relaties tussen dienstverleners en hun stakeholders, in het bijzonder klanten, beïnvloeden de bijdragen die vanuit de verschillende bedrijfsfuncties worden geleverd aan het veranderen van de strategische positie van een dienstverlener inhoud BASI is het introductievak Bedrijfskunde met bijzondere aandacht voor dienstverlenende bedrijven. De introductie begint met spelregels en een toelichting van het Bedrijfskundig model, aan de hand waarvan duidelijk wordt hoe het bachelorprogramma van de studie Bedrijfskunde aan de VU is opgebouwd en wat er van studenten wordt verwacht. Daarna wordt in zeven hoorcolleges een overzicht gegeven van soorten bedrijven, soorten stakeholders (bijvoorbeeld klanten en aandeelhouders) en hun onderlinge relatie. De variatie tussen bedrijven blijkt groot, in het bijzonder als we stilstaan bij de verschillende posities die bedrijven kunnen innemen in de markt, in netwerken en in waardeketens. De grote diversiteit aan stakeholders maakt duidelijk dat bij bedrijfskundige vraagstukken vaak verschillende belangen tegen elkaar moeten worden afgewogen. Bedrijfsprocessen vormen belangrijke instrumenten voor het vormgeven en veranderen van de relatie met stakeholders. Denk maar eens aan de impact van thuisbankieren. Maar wat is nou precies een bedrijfsproces en hoe kun je dat beschrijven, modeleren, analyseren en verbeteren? Studenten zullen het niet alleen tijdens het hoorcollege, maar ook via een spel, een VISIO workshop en een praktijkcase ervaren. Dan zal ook duidelijk worden hoe bedrijfsprocessen, bedrijfsfuncties (zoals marketing, logistiek, ICT, HRM, inkoop, verkoop en finance) en afdelingen zich tot elkaar verhouden en hoe vanuit de verschillende bedrijfsfuncties bijdragen worden geleverd aan het veranderen van bedrijfsprocessen en de positie van de organisatie als geheel. literatuur Looy, B.van , R. van Dierdonck & P. Gemmel, Services Management: An
54
Bedrijfskunde
Integrated Approach. 2nd edition. London: Prentice Hall, 2003, ISBN 027367353 X. toetsing schriftelijk tentamen 60 procent. Caseuitwerkingen en -presentatie: 40 procent. opmerkingen Voor de case- en discussiecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. Bij het tentamen wordt aanwezigheid bij alle hoorcolleges verondersteld. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Business Information Technology 61211030 6 22 (14 hoorcollege, 8 casecollege) 1 dr. A.P. Schouten Business Information Technology (BIT) behandelt hoe informatie- en communicatietechnologie (ICT) kan bijdragen aan het bereiken van bedrijfsdoelen. Het doel van de cursus is: kennis verkrijgen van de belangrijkste ICT-systemen in organisaties inzicht verwerven in het gebruik en management van ICT binnen en tussen organisaties kunnen adviseren hoe een ICT-systeem in een organisatie te implementeren inhoud BIT is een inleidende cursus over ICT in organisaties. Het belangrijkste proces in de hedendaagse dienstverlenende organisatie is het managen van informatie- en communicatiestromen. BIT behandelt hoe met behulp van ICT deze informatie- en communicatiestromen gemanaged kunnen worden en hoe dit bijdraagt aan het bereiken van organisatiedoelen. BIT besteedt aandacht aan de belangrijkste technologische ontwikkelingen op ICT gebied, zoals crm-systemen, decision support systems, en virtual team software. Centraal in de cursus staat de wederzijdse beïnvloeding van ICT en de organisatie. Enerzijds heeft ICT invloed op hoe een organisatie werkt: op de structuur, de cultuur, de processen, en de mensen. Anderzijds bepalen deze kenmerken ook welke ICT systemen het best in een organisatie ingezet kunnen worden. Dit geldt ook voor de individuele gebruikers. Kenmerken van de medewerkers in een organisatie bepalen het gebruik en effect van ICT, maar ICT leidt ook tot veranderingen in het werk en hoe mensen samenwerken. Op basis van deze inzichten gaan we in de cursus in op hoe ICT het best in een organisatie geïmplementeerd en beheerd kan worden. werkwijze Hoorcollege, waarin de stof wordt uitgelegd. Aanwezigheid niet verplicht, wel aan te raden. Stof behandeld tijdens hoorcolleges is tentamenstof. Casecollege, waarin de stof wordt toegepast op bedrijfssituaties. In de casecolleges werken verschillende teams aan een doorlopende case. De teams maken een analyse van bedrijfsdoelen, bedrijfsprocessen, informatiebehoefte, mogelijke ICT-toepassingen en vraagstukken rond implementatie en beheer van deze toepassingen. Teams presenteren hun bevindingen en doen schriftelijk verslag. Aanwezigheid verplicht. literatuur Boddy, B., Boonstra, A., & Kennedy, G. (2008). Managing Information Systems: An Organisational Perspective (3rd ed.). Harlow, UK: Prentice Hall.
Examenonderdelen
55
Chaffey, D. & Wood, S. (2005). Business Information Management. (Chapters 2 & 3). Harlow, England: Pearson Education. Available as 'Business Information Technology', ISBN 978-1-84776-347-1). Additional articles that will be made available on Blackboard toetsing opdracht 40 % schriftelijk tentamen 60 % Om te slagen is voor beide onderdelen minimaal een 5 vereist en moet gemiddeld minimaal een 5.5 worden gehaald.
subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
Business Intelligence 61312020 6 18 hours (6 tutorial, 12 lecture) 1 dr. J.F.M. Feldberg prof.dr. A.E. Eiben; dr. J.F.M. Feldberg The primary aim of this course is to establish an elementary frame of reference concerning business intelligence. Despite the fact that the course focus is primarily managerial and not technical, an important objective is to train students in the successful application of a popular decision support tool (Cognos Powerplay). By means of ’learning by doing' elementary skills in the usage of decision support systems are acquired. Students completing this course successfully, will be able to actively collaborate in sensible thinking and deciding about the benefits, development, application, and implementation of business intelligence solutions. The realization of business objectives and sustainable competitive advantage are keywords in this context. In addition to this, the frame of reference offers a point of departure for further self-study to deepen and broaden the knowledge offered. content Modern organizations, in particular the management of these organizations, tend to suffer more from an overload of data than from a lack of data. To a great extent this overload is caused by the overwhelming growth of information systems in organizations. Enterprise Systems (ERP), Customer Relationship Systems (CRM) as well as the growing number of Internetbased applications (e.g. e-commerce) are all important sources for the explosion of financial, production, marketing and other business data. The challenge for most organizations is to develop and build systems that support the transformation of the collected data into knowledge. To be successful in this transformation processes organizations have to develop the capability to aggregate, analyze and use data to make informed decisions. This course deals with the theory concerning business intelligence as well as with the application of business intelligence solutions. To be able to successfully implement business intelligence solutions, one has to have knowledge about their functioning and proficiency in using them, as well as knowledge about their field of application, e.g., how to select, transform, integrate, condense, store and analyze relevant data. This course uses the term 'business intelligence' in a broad sense. A narrow interpretation would only deal with software solutions ('data warehousing' and 'online analytical processing'). The broad interpretation - to be used in this course - also includes: theories
56
Bedrijfskunde
literature examination format
recommended background knowledge
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud werkwijze
literatuur toetsing
concerning decision making, related decision support systems and their application for management, i.e., data warehousing, online analytical processing and data mining. Book (to be announced) Various papers. written interim examination 65 percent practical test (weekly) business intelligence tutorial tests (35 percent). All tests and exams will be administered through a digital test environment. Basic course in Information Systems, f.e. on the level of Laudon & Laudon, Management Information Systems, Managing the Digital Firm. 9th edition.Prentice Hall, 2004. O'Brien, James A., Introduction to Information Systems. 12th edition. Mc Graw Hill, 2005. Business Law I 61261020 3 14 (14 hoorcollege) inclusief 4 uur gastcollege. 6 mr. N.A. Jansen MBA De module heeft als doel kennis en vaardigheden te ontwikkelen betreffende de mogelijkheden die het recht biedt bij de ontwikkeling en implementatie van strategische keuzes. De module kenmerkt zich door een functionele benadering waarin het recht te beschouwen is als een bron van strategische input, waardecreatie en 'riskmanagement'. Recht en rechtssystemen, Europees recht, goederenrecht, intellectuele eigendom en verbintenissenrecht. De hoorcolleges vormen een inleiding op de juridische dimensies van de toekomstige beroepspraktijk waarop inde gastcolleges nader ingegaan zal worden. Toepassing van de literatuur wordt geoefend met behulp van een als rapport in te leveren praktijkcase. nader te bepalen. schriftelijk tentamen op basis van hoorcolleges, gastcolleges en literatuur (open boek) (true/false format): 60 procent van het eindcijfer. rapport: 40 procent van het eindcijfer.
naam code studiepunten contacturen
Business Law II 61331090 3 10 (10 hoorcollege) + 4 uur gastcollege. periode 3 coördinator mr. N.A. Jansen MBA doel De module heeft als doel kennis en vaardigheden te ontwikkelen betreffende de mogelijkheden die het recht biedt bij de ontwikkeling en implementatie van strategische keuzes. De module kenmerkt zich door een functionele
Examenonderdelen
57
inhoud literatuur toetsing
entreevoorwaarden naam code studiepunten contacturen periode coördinator docent doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
benadering waarin het recht te beschouwen is als een bron van strategische input, waardecreatie en 'riskmanagement'. Arbeidsrecht, Ondernemingsrecht, Fusies en Overnames, Internationale (Koop) Overeenkomsten. Nader te bepalen. schriftelijk tentamen op basis van hoorcolleges, gastcolleges en literatuur (open boek) . (true/false format): 60 procent van het eindcijfer. Rapport: 40 procent van het eindcijfer. Business Law I. Business Mathematics 61121030 3 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 2 drs. K. van den Hoeven dr. J.M. Sneek Het verschaffen van wiskundige basiskennis voor het verkrijgen van een zekere vaardigheid in het hanteren van kwantitatieve methoden in de bedrijfskunde. De volgende onderwerpen komen naast diverse basisonderdelen uit de wiskunde aan de orde (steeds inclusief economische toepassingen): Functies van één resp. meerdere variabelen Differentiëren van dergelijke functies Optimaliseren van functies (één en meer variabelen) met en zonder nevenvoorwaarde Matrices Integreren Enige financiële rekenkunde In de hoorcolleges worden de algemene principes aan de orde gesteld, aangevuld met voorbeelden. In de practica werken studenten aan oefenopgaven. Er zijn tevens huiswerkopdrachten die gedeeltelijk met behulp van de computer gemaakt dienen te worden. Sydsaeter, Knut & Peter Hammond, Essential Mathematics for Economic Analysis. 3e druk. Prentice-Hall, ISBN: 978-0-273-71324-1 Overig studiemateriaal kan worden gedownload van Blackboard schriftelijk tentamen
naam code studiepunten contacturen
Business Research Methods 61131040 3 16 (8 hoorcollege, 8 casecollege) Tijdens de hoorcolleges worden theorie en voorbeelden behandeld. Aanwezigheid hierbij is facultatief maar wordt aangeraden. Tijdens de casecolleges wordt aan groeps- of individuele opdrachten gewerkt. Hierbij is aanwezigheid verplicht. periode 3 coördinator dr. J.S.E. Dikkers doel Leerdoelen van dit vak zijn:
58
Bedrijfskunde
Kunnen beschrijven van wetenschappelijke onderzoeksmethoden Kunnen zoeken naar en verzamelen van relevante wetenschappelijke artikelen (webcursus UBVU) Kunnen herkennen en uitvoeren van de verschillende fasen van wetenschappelijk onderzoek en het benoemen van de interne consistentie tussen die fasen: Formuleren van onderzoeksvraag, hypothesen en onderzoeksmodel Benoemen van de belangrijkste onderzoeksmethoden en het selecteren van het juiste type analyse (basisvaardigheden in SPSS) om onderzoeksvragen te beantwoorden en hypothesen te toetsen Presenteren van de resultaten op een adequate manier, zowel in een onderzoeksrapport als in een team presentatie inhoud Tijdens het vak 'Business Research Methods' komt de student in aanraking met methoden en technieken van bedrijfswetenschappelijk onderzoek. Bij dit vak worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld: Wat is onderzoek en welke typen onderzoek zijn er Hoe wordt een onderzoek opgezet en uitgevoerd: probleemformulering, begrippen, hypothesen, literatuuronderzoek, onderzoeksopzet, analyses, conclusies Hoe vind ik de juiste literatuur behorende bij een bepaalde onderzoeksvraag om hypothesen te kunnen formuleren literatuur Wordt nader bekend gemaakt via Blackboard. toetsing schriftelijk tentamen 60 % opdracht 40 %met daarnaast een Webcursus.
subject code credits contact period lecturer aim
Christian Social Philosophy in an International Perspective 60342060 6 24 hours (12 active participation, 12 lecture) 4 prof.dr. J.J. van Dijk Christian social philosophy has an international background, which is translated in every European society in its own national form. The aim is to give insight in the reasons for the different national translations of christian social philosophy in economic en governmental institutions. content Christian social philosophy has had a lot of consequences for the socioeconomic infrastructure of the Netherlands. Typical Dutch institutions, like the Social Economic Council (SER), Foundation of Labour, the legally binding procedure of the collective bargaining procedure and the role of the works council in Dutch organisations are based on the principles of Christian social philosophy. But Christian social philosophy is not a mere Dutch phenomenon. Also in other European and American countries Christian social philosophy is very vital. Every country has had its own national developments in thinking, which had also other consequences for the socio-economic infrastructure. What were the main developments in Christian social philosophy in some other countries? Might one say there is a mainstream thinking at international level? What are the differences between the different countries and what is
Examenonderdelen
59
the reason for these differences? literature Will be announced later examination format paper based on international literature the students have to write a paper of 15 pages in which they deal with the developments in Christian social philosophy in one country. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Consultancy Industry 61322380 6 24 (10 werkcollege, 14 hoorcollege) 1 prof.dr. G.R.A. de Jong De consultancy industry is vandaag de dag niet meer weg te denken als onderdeel van de zakelijke dienstverlening (professional services firms). Het vak, wat een eerste kennismaking is met deze sector, is gericht op het verkrijgen van kennis van en inzicht in de plaats die de consultancy industry inneemt in de maatschappij. Tevens wordt inzicht verschaft in hoe organisaties georganiseerd zijn binnen de consultancy industry en op welke wijze professionals daarbinnen werkzaam zijn. Daarbij wordt de kennis en inzicht opgedaan in de eerste twee studie jaren geïntegreerd en toegepast op de consultancy sector. Het gaat hierbij om kennis en inzicht op het terrein van strategie en marketing, organisatie en HRM, economie en financiën. inhoud De consultancy industry wordt belicht vanuit drie invalshoeken, te weten een maatschappelijk-, bedrijfskundig- en individueel perspectief. Wanneer de sector vanuit de maatschappelijke invalshoek wordt geanalyseerd, komen thema's aan bod als 'economische en maatschappelijke betekenis van de branche', de 'structuur van de branche' en 'de consultancy industry in historisch perspectief'. Wanneer de consultancy industry vanuit een bedrijfskundig perspectief wordt belicht, ligt de nadruk op de wijze waarop organisaties in deze branche worden georganiseerd en bestuurd. Hierbij zullen theorieën en modellen worden gebruikt om organisaties binnen de consultancy industry te beschrijven en te analyseren. Daarbij wordt ingegaan op: de zogenaamde 'alignment' tussen de belangrijkste stakeholders te weten, de cliënten, de professionals, de eigenaren; de bijzondere betekenis van management en cultuur in dit soort organisaties; de totstandkoming van strategie en de positioneringvraag van consultancy organisaties in een competitieve markt; organisatiekundige vraagstukken en de uitdagingen voor HRM; het business model en de financiële besturing. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de individuele professional. Thema's die hierbij aan bod komen zijn onder andere 'typen, rollen en posities van consultants', 'ontwikkeling, competenties en loopbaan van consultants' en 'ethische vraagstukken en maatschappelijke verantwoordelijkheid'. werkwijze Het vak wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges, waarbij ook gastdocenten vanuit de consultancy praktijk zijn betrokken. Naast de hoorcolleges vinden werkgroepbijeenkomsten plaats, waarin kernthema's uit
60
Bedrijfskunde
consultancy firma's worden uitgewerkt. Jong, G.R.A. de (ed), Professional Services Firms. Strategic Management Centre, 2007. Overige literatuur wordt te zijner tijd bekend gemaakt. toetsing schriftelijk tentamen 60 procent opdracht 40 procent
literatuur
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Consumer Behaviour 60311050 6 24 (24 hoorcollege) 1 dr. K. Millet Aan het einde van dit onderdeel is de student bekend met de belangrijkste wetenschappelijke inzichten in consumentengedrag. Daarbij ligt de nadruk op de psychologie van de consument en de invloed van de omgeving (vb. de winkelomgeving, de sociale omgeving) op het gedrag. Ook leer je hoe marketing van invloed is op denkprocessen en gedrag van consumenten. Marketing begint en eindigt met de consument. Het begint bij het bepalen van consumentenbehoeften en eindigt bij het bepalen van tevredenheid na aankoop. Het verkrijgen van inzicht in koopgedrag van consumenten is daarom essentieel voor een succesvol marketingbeleid. Binnen de (micro-)economie ligt de nadruk veelal op het keuzegedrag van een rationele consument, die bereid is een bepaalde prijs te betalen voor goederen. Echter, vaak is het keuzegedrag van consumenten niet rationeel, maar wordt het beïnvloed door allerhande factoren zoals vb. vooroordelen, reclame, het bij een groep willen horen, enz. In het vak consumentengedrag ligt de nadruk juist op deze minder rationele aspecten van keuzegedrag. Om deze aspecten te begrijpen en erop te kunnen inspelen worden in de cursus theorieën uit de psychologie gebruikt, zoals theorieën over geheugen, leren, perceptie, attitude, motivatie, sociale invloeden. Consumentengedrag dat eerder in de studie kort is behandeld, wordt in deze cursus verder uitgediept, deels aan de hand van extra artikelen. Daarbij ligt de nadruk op inzicht in en toepassing van de verschillende theorieën. Wordt nog bekend gemaakt. schriftelijk tentamen Bachelor Economie en bedrijfseconomie: Marketing 1.1 en Marketing 1.2 of Bachelor Bedrijfskunde: Marketing of Toelating tot het Premaster programma voor de Master of Marketing Corporate Finance 60321010 6 36 (12 werkcollege, 24 hoorcollege) 2 prof.dr. A.B. Dorsman; prof.dr.ir. H.A. Rijken Theorie en de praktijk van ondernemingsfinanciering
Examenonderdelen
61
Waarderen van ondernemingen en waardecreatie bij ondernemingen Financiële analyse van ondernemingen Het college zal bestaan uit een mix van theoretische concepten en praktijk. Gestart wordt met het Modigliani en Miller raamwerk voor de ondernemingsfinanciering. Vervolgens wordt dit concept uitgebouwd met vennootschapsbelasting, faillissementskosten. Dividend politiek komt ook aan bod als onderdeel van ondernemingsfinanciering. Een tweede onderwerp van de cursus is de waardering van ondernemingen en daaraan gerelateerd de waardecreatie bij ondernemingen. Daarbij wordt in ruime mate aandacht besteed aan de bepaling van de kasstroom van ondernemingen en de kostenvoet van ondernemingen. Voorts wordt aandacht besteed aan de IFRS vanuit financieringsperspectief. Er wordt ingegaan op de verschillen tussen fair value en marktwaarde. In de bijbehorende werkcolleges zal theorie worden toegepast met het uitwerken van opgaven en praktijkcases. hoorcollege 2 x per week 2 uur werkcollege 1 x per week 2 uur Berk, J. & P. DeMarzo, Corporate Finance. Pearson Education. Dorsman, A.B., Long-term Finance and Capital Markets. Reed Business Information. Dit vak is een kernvak voor studenten Economie en bedrijfseconomie en een keuzevak voor studenten Bedrijfskunde en andere richtingen. Het is een toelatingsvoorwaarde voor de Master of Finance en het vak Corporate Finance 4.2. Het vak wordt gedoceerd in het Nederlands.
inhoud
werkwijze literatuur
doelgroep
opmerkingen subject code credits contact period co-ordinator aim
Corporate Financial Management 61342390 6 24 hours (24 lecture) 4 ir. F.W. van den Berg This course expands on financial topics covered in the first and second year. While in Financial Management / Corporate Finance the financial function of an industrial or trading corporation is analyzed, we concentrate in this course on Financial Markets and Financial Institutions and analyze how these institutions protect themselves against financial risk (credit, foreign exchange, interest rate, international, operational etc.). The structure of financial markets is also analyzed. Hedging of (financial) risk through various advanced instruments (derivatives et al) is explained. The aim is to prepare students for a (possible) career in the FBI sector: Finance, Banking (commercial and investment) and Insurance, incl. pension funds, investments funds, stock markets, Euronext, DNB, ECB, AFM etc. content The following topics, issues and concepts will be dealt with: Determination and management of various financial risks, such as Liquidity risk, Sovereign risk, Insolvency risk, Interest Rate risk, Foreign Exchange risk etc. including concepts as Value-at-Risk, Stress Test, Gap analysis, Immunization, (Modified) Duration, Disintermediation, Securitization Asset Liability Management (at basic level) and (International) Financial
62
Bedrijfskunde
form of tuition literature
examination format entry requirements
subject code credits contact period lecturers aim
content
Risk Management (incl. application of derivatives such as swaps, options, futures and forwards) to hedge against the volatility of interest rates and exchange rates Credit extension by banks: credit analysis, risk classification, financing need projections, credit classification, pricing, collateral, procedures, covenants, legal lending contracts Financial products: types of loans such as mortgages, revolving credits, term loans; convertible / subordinated bonds, commercial paper, money market instruments, trade credit, preference shares, venture capital, mezzanine financing, warrants Several Financial Scandals which are (partly) the result of insufficient control, such as: Barings - Nick Leeson junk bonds - Michael Milken Savings & Loans banks in USA Wall Street crash '29 - '33 Octobre 1987 crash LTCM - Long Term Capital Mgt. problems with Continental Illinois Bank, Penn Square Bank, Bankers Trust Co., BCCI, Herstatt Bank, Credit Lyonais / Slavenburg Bank insider trading - Ivan Boesky derivatives problems with Orange County / Procter & Gamble, Enron, Parmelat, Amaranth, Tyco, WorldCom. Lectures, discussions, videos Saunders, Anthony & Marcia Millon Cornett, Financial Institutions Management: A Risk Management Approach. 6th edition. McGraw-Hill, 2008. written interim examination This course is a core course for Business Administration students specializing in Financial Management (FM). Students must be familiar with Corporate Finance / Financial Management as covered in the 1st and 2nd year. Pre-master students (from a finance, economics, accounting or equivalent background) must familiarize themselves with this material beforehand. This is not a basic finance course. Knowledge of financial accounting, financial management and corporate finance is a prerequisite. Development Economics 60332050 6 30 hours (6 tutorial, 24 lecture) + 1 day Africulture simulation game 4 dr. W. Janssens; dr. J.J.Y. Schipper The course introduces students to current economic research on development issues. The course is aimed both at students who have a general interest in developing countries and those who expect to deal with developing countries in their future career. Lectures are on important topics in economic development: income growth, poverty, inequality; markets for land, credit and insurance; child labour and food security; social capital and conflicts. The emphasis throughout the
Examenonderdelen
63
literature examination format entry requirements
remarks
naam code studiepunten contacturen
periode coördinator docent doel
inhoud
64
course is on the microeconomic analysis of decisions by households, policy makers, village leaders and other such agents. A central theme of the course is the relationship between poverty and development. How do poverty and inequality affect the functioning of rural markets and what are the effects on long-term growth? How do market failures such as information asymmetries determine outcomes in credit markets and what is the role of microfinance? How does social capital affect household welfare and what is the relation between conflicts and economic development? The lectures provide students with both a critical understanding of the theory as well as an empirical knowledge regarding these issues. A special feature of this course is the Africulture simulation game in which students experience microeconomic decision-making as a member of an African rural household: participants have to devise the best allocation strategy (which crops? migrate to the city? how large should the family be?) in a risky environment with various types of shocks (drought, illness). Good thinking allows the family to prosper. Selected chapters from Debraj Ray, Development Economics, 1998 Selected papers written interim examination The participants are expected to have some basic familiarity with the subject of development economics and preferably have a background in microeconomics. For information contact Mrs. T. Heemskerk,
[email protected], tel.: 020-598 6140. See also our web-site http://www.feweb.vu.nl/economics E-Business 61331070 6 6 (4 werkcollege, 2 hoorcollege) indien mogelijk zal de cursus worden ondersteund middels activerende werkvormen gericht op het werken met mainstream E-Business toepassingen. 4 dr. T. Verhagen dr. S. Meents Het doel van het college is om basiskennis bij te brengen op het gebied van E-Business. E-Business wordt beschouwd vanuit een management perspectief. Aan de orde komt wat E-business is, wat de belangrijkste Ebusiness vormen zijn, en welke aspecten een rol spelen bij het laten slagen van E-Business activiteiten. Ook wordt er ruim aandacht besteed aan de koppeling tussen theorie en praktijk. Hoewel de primaire focus van deze cursus B2C zal zijn, komen ook belangrijke B2B aspecten aan de orde. In de colleges zullen de navolgende thema's en onderwerpen vanuit diverse vakgebieden - bedrijfseconomie, marketing, informatiekunde - worden uitgediept: E-Business modellen E-Marketplaces E-Business strategie E-Marketing en CRM Mobile commerce E-Government Back-office integration (ERP)
Bedrijfskunde
Effectief website design Online research In de collegeserie zal naast de theorie ook ruimte zijn voor gastsprekers die de E-Business praktijk toelichten. literatuur Turban, e.a., Electronic Commerce: A Managerial Perspective. Upper Saddle River: Prentice Hall. De editie wordt later bekendgemaakt. Aanvullende artikelen worden via de digitale leeromgeving dan wel dmv een reader ter beschikking gesteld toetsing schriftelijk tentamen met open vragen & een e-business werkopdracht.
subject code credits contact period co-ordinator aim
E-Business and IT-Industry 61322390 6 24 hours (12 lecture, 12 discussion of lecture) 2 prof.dr.ir. J.W.M. Gerrits After this course students have a basic knowledge of the E-Business- en ITindustry. They are able to identify the main players in the industry and understand their business models. They know the main challenges of the industry and the important trends. content Theoretic Foundation: Network Economics en IT economics Industry Structure: Value Networks Business Models Typology of Business Current Trends literature Articles will be published later, but includes: Varian, H. R. (2001), Economics of information technology, Working paper, University of California, Berkeley, CA. Economides, N.,The economics of networks, International Journal of Industrial Organization, Volume 14, Issue 6, October 1996, Pages 673699 Li, F. and Whalley, J. (2002), Deconstruction of the telecommunications industry: from value chains to value networks, Telecommunications Policy, Volume 26, Issues 9-10, October-November 2002, Pages 451-472 Peppard, J. and Rylander, A., From Value Chain to Value Network: Insights for Mobile Operators , European Management Journal, Volume 24, Issues 2-3, April-June 2006, Pages 128-141 Lee. C. (2001), An analytical framework for evaluating e-commerce business models and strategies, Internet Research, Volume: 11 Issue: 4 Page: 349 - 359 Porter, M.E. (2001), Strategy and the Internet, ME Porter - Harvard Business Review, March 2001. Shafer, S.M., Smith, H.J. and Linder, J.C. (2005), The power of business models, Business Horizons 48, 199 - 207 examination format written interim examination naam Economics code 61161010 studiepunten 3
Examenonderdelen
65
contacturen periode coördinator docenten doel inhoud
literatuur toetsing
naam code studiepunten contacturen
periode docenten doel
inhoud
66
20 (8 practicum, 12 hoorcollege) 6 dr. H.G. Bloemen dr. H.M.K.G. von Gaudecker; N.P. Lundborg; drs. F.H. Brinkhuis; dr. M. Mastrogiacomo Het meegeven van economische theorie over marktwerking en het ondernemersgedrag. Stof hoorcolleges: Behandeld worden de marktwerking en de onderliggende producenten- en consumententheorie. We gaan in op het gedrag van de individuele consument en producent en laten zien hoe vraag en aanbodcurve tot stand komen. De werking van markten onder verschillende marktvormen zoals concurrentie, monopolie, en oligopolie komt aan bod. Strategisch gedrag tussen ondernemingen en elementaire speltheoretische concepten worden daarbij behandeld. Voorts komen onderwerpen als asymmetrische informatie, agency-theorie, principle agent problemen, transactiekosten economie en bounded rationality aan de orde. Opzet Practicum: Het practicum bestaat uit cases over de onderwerpen uit de hoorcolleges en uit groepspresentaties. Begg, D. & D. Ward, Economics for Business. Berkshire: McGraw Hill, 2007. take-home tentamen 60 procent van het eindcijfer opdracht Iedere week dient een take-home opdracht te worden ingeleverd en er worden groepspresentaties gehouden. De beoordeling telt mee als 40 procent van het eindcijfer. Economie van het onroerend goed 60341050 6 24 (24 hoorcollege) hoorcolleges, tweemaal wordt een practicum/werkcollege gegeven waarin een opdracht moet worden uitgewerkt. 5 dr. J. Rouwendal; dr. F.R. Bruinsma; dr. W. Vermeulen Economie van het onroerend goed biedt een veelheid aan inzichten in de werking van de vastgoedsector zoals locatiekeuze, werking van de grondmarkt en ruimtelijke ordeningsbeleid. Het vak geeft een inleiding tot de theorieën over de markten voor woningen, kantoren, winkels, bedrijfsterreinen, etc. en tot de methoden die worden gebruikt om die markten te analyseren. Onroerend goed is een belangrijk onderdeel van de economie. Grote investeringen hebben vrijwel altijd deels betrekking op onroerend goed: grond en de gebouwen die daarop worden gerealiseerd. Woningen, kantoren en bedrijfshallen hebben boven dien een lange levensduur en zetten daardoor een stempel op de ruimtelijke inrichting. Het duurzame karakter van onroerend goed heeft consequenties voor de marktwerking: er moet onderscheid worden gemaakt tussen bezit en gebruik. Bovendien zullen
Bedrijfskunde
verwachtingen over de toekomstige ontwikkeling van waarde en huur invloed hebben op de marktuitkomsten. Daarbij komt nog dat de overheid, onder meer via ruimtelijke ordening en huurbeheersing, een belangrijke invloed uitoefent op de marktwerking. Al deze aspecten komen aan bod in dit vak en worden geïllustreerd aan de hand van actuele voorbeelden. Onderwerpen die aan bod komen zijn: deelmarkten (woningen, kantoren, bedrijfsgebouwen en grond), actoren op de onroerend goed markt (gebruikers/bewoners, bouwondernemingen, projectontwikkelaars, beleggers), prijsvorming, overheidsbeleid, speculatie, huren of kopen, korte versus lange termijn, kosten-batenanalyse. literatuur Denise DiPasquale & William C. Wheaton, Urban Economics and Real Estate Markets. Prentice Hall, 1996. Syllabus over het Nederlandse ruimtelijke-ordeningsbeleid Additioneel studiemateriaal en powerpoint slides met hoorcollegestof zullen via Blackboard beschikbaar worden gesteld toetsing schriftelijk tentamen met open vragen; twee opdrachten die een bonuspunt kunnen opleveren. opmerkingen Het vak heeft relaties met diverse andere keuzevakken uit het derde jaar, waaronder Urban Economics en Environmental Economics and Management. Het bevat een aantal aantrekkelijke toepassingen voor studenten uit de algemene en bedrijfseconomische afstudeerrichtingen. naam code studiepunten contacturen periode coördinator docent doel
Economische en sociale geschiedenis 60321060 6 24 (24 hoorcollege) 2 dr. T.L.M. Kint dr. T.L.M. Kint Het bijbrengen en verdiepen van inzicht in de ontwikkelingsgang van hedendaagse economische en sociale structuren in de wereld en daarnaast vergroting van de economische en sociaal-historische kennis. inhoud Ondanks een grote verscheidenheid op bijna alle gebieden van maatschappelijk leven kan de wereld van vandaag gezien worden als een 'global village'. Zij is het resultaat van velerlei integratieprocessen, die vooral sinds de 19de eeuw op gang zijn gekomen, gekenmerkt worden door een eigen dynamiek en in onderlinge verwevenheid op permanente voortgang gericht zijn. Op het economische en sociale deelveld van integratie zal aandacht worden besteed aan mondiale ontwikkelingen van na 1850, zoals internationale handel, internationale migratie en internationale kapitaalstromen. Ook onderwerpen die meer op zichzelf lijken te staan, zoals b.v. de geschiedenis van het coöperatiewezen, komen - ingepast in de integratievisie - aan bod. literatuur C.M. Cipolla, Before the Industrial Revolution, European Society and Economy. 3rd edition. London / New York: W.W. Norton & Co., 1994. D. S. Landes, The Wealth and Poverty of Nations, Why some are rich and some so poor. London / New York: W.W. Norton & Co., 1998; dan wel de vertaling: Arm en Rijk, 2e druk 2002, Het Spectrum, Utrecht (een aantal hoofdstukken in overleg met de docent vast te stellen). toetsing mondeling tentamen
Examenonderdelen
67
opmerkingen
Tijdens de colleges wordt veel aandacht besteed aan het stellen en beantwoorden van vragen, aan discussie en aan het trekken van historische parallellen De cursus wordt gedoceerd in het Nederlands
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Enterprise Systems 61321060 6 24 (24 hoorcollege) 2 dr. E.R.K. Spoor Aan het eind van de cursus is de student in staat om, gefundeerd op wetenschappelijk onderzoek, uiteen te zetten wat Enterprise Systems voor organisaties (kunnen) betekenen, welke veranderingen de selectie, invoering en exploitatie van deze systemen in organisaties teweegbrengen en met welke modellen deze veranderingen zijn te verklaren. inhoud Dit vak gaat over de aard, de aanschaf, de organisatie en de impact van Enterprise Systems. Een Enterprise System (ES) is een complex bedrijfsbreed informatiesysteem, dat als een geïntegreerd pakket kant en klaar kan worden gekocht. Het bevat allerlei modules, zoals Finance, HRM en CRM. Een ES is een generiek systeem voor een bepaald bedrijfssegment (bv. de offshore, de bouw, ziekenhuizen), dat kan worden ingesteld op de specifieke bedrijfsprocessen van de organisatie die het pakket heeft gekocht. Leveranciers noemen zo'n generiek systeem ook wel een 'industry-solution' of 'branche-solution'. Ideaal dus! Je hoeft als bedrijf nooit meer zelf systemen te bouwen, of te laten bouwen, maar je koopt gewoon een geïntegreerd pakket. Was het maar zo eenvoudig. In de praktijk blijkt de invoering van een ES een enorme en ook riskante klus te zijn. Bovendien ervaren bedrijven die dit ondergaan vaak grote discrepanties tussen hun bedrijfsprocessen en de ondersteuningmogelijkheden die ES-pakketten voor deze processen kunnen bieden. En toch worden ES-en steeds meer toegepast, niet alleen bij grote bedrijven. Waarom kiest een bedrijf voor een ES? Zijn er alternatieven? En als er een ES wordt gekozen, wat moet er dan aangepast worden, de bedrijfsprocessen of het ES? Wat zijn de consequenties? Deze keuzes zijn moeilijk en de gevolgen kunnen enorm zijn. Het college behandelt enterprise systemen eerst vanuit optiek van de leverancier. Aan orde komen: de architectuur en inrichting van ES, de ESmarkt (SAP, Oracle, etc.), de opkomst van servicegeoriënteerde architecturen, de aard van het implementatietraject en de projectinrichting. Daarna wordt de medaille omgedraaid en staat de problematiek van de invoering en het gebruik van een enterprise systeem, bezien vanuit de organisatie en zijn stakeholders, centraal. Ervaringen met deze systemen en problemen met aanpassing van de organisatie en/of het ES laten zich vertalen naar ideeën over succes. Verschillende manieren om tegen organisatorische verandering aan te kijken geven een ondergrond voor de rol van creativiteit in het veranderingsproces, voor het omgaan met tegenstellingen tijdens de implementatie en voor het lastige proces van het kiezen van een ES. Dit alles toont aan dat enterprise systemen een grote impact hebben op organisaties.
68
Bedrijfskunde
werkwijze
literatuur toetsing
opmerkingen
Daarna wordt de medaille omgedraaid en staat de problematiek van de invoering en het gebruik van een enterprise system, bezien vanuit de organisatie, centraal. Ervaringen met deze systemen en problemen met aanpassing van de organisatie en/of het ES laten zich vertalen naar ideeën over succes. Verschillende manieren om tegen organisatorische verandering aan te kijken geven een ondergrond voor de rol van creativiteit in het veranderingsproces, voor het omgaan met tegenstellingen tijdens de implementatie en voor het lastige proces van het kiezen van een ES. Beide kanten van de medaille geven een beeld van het spanningsveld tussen de leverancier met diens generieke oplossing en de organisatie met diens specifieke procesvoering. Gedurende de collegeweken kunnen studenten deelnemen aan een cyclus van wekelijkse opdrachten. Studenten ontvangen iedere week via Blackboard een aantal vragen over de te bestuderen literatuur. De antwoorden op die vragen, ingeleverd via Blackboard, worden wekelijks nagekeken en van een cijfer voorzien. Studenten kunnen hiermee 40 procent van hun eindcijfer verdienen. Deelname is niet verplicht. Een verzameling artikelen. Deze artikelen worden op Blackboard online ter beschikking gesteld. schriftelijk tentamen 60 % opdracht 40 % Als het gemiddelde cijfer van de opdrachten lager is dan het tentamencijfer, of als er niet is deelgenomen aan de opdrachten, dan telt alleen het tentamencijfer.
subject code credits contact period lecturer aim
Environmental Economics and Management 60332100 6 24 hours (24 lecture) 4 prof.dr. C.A.A.M. Withagen Environmental economics and management deals with the relationship between natural resources, environmental quality, sustainable development and environmental policy. Attention is given to economic as well as business and managerial aspects of environmental processes and problems. content Environmental economics and management studies environmental problems from an economic and managerial perspective. In particular it focuses on the structural relationship between the environment, nature, and the economic system. The environment constitutes the material basis of economic development, and thereby functions as a fundamental source of welfare. This function is jeopardized by pollution and overexploitation of renewable and non-renewable natural resources. Environmental policy aims at controlling these processes. The objective of the course is to offer a balanced combination of theories, real world examples and appropriate methodology at different levels, ranging from the firm level to the world scale. The following subjects will be treated. Economic growth, sustainable development and the environment The theory of externalities and policy instruments
Examenonderdelen
69
National and international environmental policy in practice Natural resource economics Theory and applications of environmental valuation Cost-benefit analysis of environmental changes and projects Economic approaches to international environmental problem, including acid rain and the greenhouse effect (climate change) Environmental management, including strategy, marketing, organisation, information systems, technology, environmental reporting and waste management form of tuition Classes 24 hours 18 hours lectures, 6 hours presentations by students (conditional on number of participants) Students have to select one article from a list of journal and give a 10 minutes presentation. Every student writes a summary of three articles literature Kahn, J.R. (2005), The Economic Approach to Environmental and Natural Resources. 3rd edition. Texas, USA: The Dryden Press, Forth Worth. Articles from journals. Powerpoint slides with lectures will be made downloadable through Blackboard. remarks The course contains attractive applications of theories and methods taught in earlier general and business economics courses (microeconomics, growth theory, international economics, accounting, marketing, organisation and management).
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
European Distribution and Supply Chain Logistics 60331030 6 28 (8 werkcollege, 20 hoorcollege) 1 prof.dr. A.R. van Goor Door samenwerking op Europese schaal met leveranciers en afnemers is het distributiebeleid voor veel ondernemingen drastisch gewijzigd. In dit vak gaan we in op de logistieke aspecten waarmee producenten, retailers en logistieke dienstverleners te maken krijgen als ze overgaan van nationale distributie op Europese distributie. Gastcolleges door Nederland Distributieland en Ploos van Amstel. inhoud Distribution and Supply Chain Management: Trends in European Distribution Trends in Supply Chain Management Fundamentals of European Distribution Logistics: Integrated Concept European Distribution Logistics Distribution Logistics and Product Characteristics Subsystems of European Distribution Logistics: European Transport Network European Warehousing and Site Selection Inventory Management and DRP Cost Management Economic Trade Off Decisions
70
Bedrijfskunde
Pipeline Management Contract logistics European Distribution Strategy Development Approach ICT in European Distribution Logistics Authorized Economic Operator Demand and Supply Chain Management: Integrated Concept DSCM E-business and E-Logistics Efficient Replenishment Upstream Advanced Planning and Scheduling Supply Chain Control and Realization literatuur A.R. van Goor, M.J. Ploos van Amstel & W. Ploos van Amstel. European Distribution & Supply Chain Logistics. Groningen: Wolters / Stenfert Kroese, 2003. Reader EDSCL 2009 (electronisch) met actuele artikelen. toetsing schriftelijk tentamen 70 procent, case 10 procent en werkstuk 20 procent van het eindcijfer opmerkingen Met name studenten Bedrijfskunde die een specialisatie TSCM overwegen wordt sterk aangeraden om dit vak te volgen. Logistieke dienstverleners (het accent bij TDL) maken gebruik van alle concepten, die in dit vak (EDSCL) worden besproken. Maar dit vak vormt een zelfstandig en afgerond geheel en behoort eigenlijk tot de bagage van alle BK-studenten. Het vak EDSCL heeft een geringe overlap met het vak Logistics.
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
inhoud
Finance and Financial Arithmetic 61141000 6 22 (14 hoorcollege, 8 casecollege) waarin discussiemomenten worden geïntegreerd. 5 prof.drs. L. Keuleneer prof.drs. L. Keuleneer; drs. H.F.N.C. Buysse; dr. F. Hamelink Finance and Financial Arithmetic heeft als doel een goed inzicht te verschaffen enerzijds in het belang van financieel management bij het bereiken van de ondernemingsdoelstellingen en anderzijds in de basisconcepten van financiering, zodat hierop verder kan gebouwd worden in vervolgcursussen. De belangrijkste onderwerpen die aan bod komen betreffen: de relatie tussen financieel management en de ondernemingsdoelstellingen de tijdswaarde van geld, de motor van alle financiële beslissingen hoe de gewogen gemiddelde vermogenskosten van de onderneming berekenen hoe komen tot verstandige investeringsbeslissingen welk is de optimale financiële structuur van een onderneming en welke vermogenssoorten zijn er daarvoor beschikbaar de waardebepaling in relatie tot risico en return de dividendpolitiek en dividendbeslissingen in een onderneming financieel risicomanagement: een overzicht van de instrumenten en hun toepassing in de praktijk
Examenonderdelen
71
literatuur Berk, Jonathan, and Peter Demarzo, Corporate Finance. 1st edition. Pearson Education. toetsing schriftelijk tentamen 60 procent opdracht 40 procent subject code credits contact period lecturer aim
Finance, Banking and Insurance 61322410 6 24 hours (24 lecture) 2 dr. G. Tumer Alkan The objective of the course is to acquaint students with the fundamentals of financial markets, principles of the financial theory, traditional and modern financial assets, types of financial intermediaries and the ways of their functioning in the modern financial markets. content During the course, I will mainly discuss the structure of financial markets, explain how to value financial assets (bond and stock), understand why financial intermediaries exist and overview the regulation of banking systems. Topics: Overview of the Financial System Interest RatesFinancial Markets: Money Markets, Bond Market, Stock Market, Mortgage Markets, Foreign Exchange Market Role of Financial Intermediaries Banking Regulation Other Financial Institutions: Mutual Funds, Insurance Companies, Investment Banks Risk Management Structure of Central banks literature Frederic S. Mishkin & Stanley G. Eakins, Financial Markets and Institutions. 6th edition (Pearson International edition). ISBN 0-321-55211-3 examination format written interim examination plus assignments naam code studiepunten contacturen
Financial Accounting 60311080 6 36 (36 hoorcollege) afgewisseld met behandeling van vraagstukken en cases. periode 1 docent D. Turkenburg (e.a.) doel Dit kernvak bouwt voort op de basiskennis uit het vak Financial Accounting en boekhouden. Het doel is om de kennis van de externe financiële verslaggeving uit te breiden en te verdiepen door behandeling van enkele van de meer complexe problemen die zich hierbij in de praktijk voordoen. Uitgangspunt hierbij is de huidige Nederlandse en internationale regelgeving op dit gebied. Na het volgen van dit vak beschikt de student over kennis en vaardigheden om zich een gefundeerd oordeel te vormen over vraagstukken
72
Bedrijfskunde
rond externe verslaggeving. inhoud Inleiding institutioneel kader externe verslaggeving: het 'conceptual framework' van de International Accounting Standards Board (IASB), inleiding op International Financial Reporting Standards (IFRS) van de IASB, de geconsolideerde jaarrekening en de verwerking van fusies, overnames en deelnemingen. Verder komen ook specifieke onderwerpen aan bod (o.a. immateriële vaste activa en impairment, belastingen, leasing, vreemde valuta en financiële instrumenten). literatuur Klaassen, Hoogendoorn, Vergoossen: Externe verslaggeving, 7e druk, Wolters-Noordhoff, 2008, ISBN 978-90-01-71010-1 Brouwer, van Offeren, van der Veer: Externe verslaggeving, opgaven, 1e druk, Noordhoff Uitgevers, ISBN 978-90-01-71614-1 Jaarrekeningen 2008 (nader op te geven) en overig uitgereikt materiaal toetsing schriftelijk tentamen opmerkingen Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control. naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
Financial Accounting and Bookkeeping 61121020 6 32 (12 hoorcollege, 10 casecollege, 10 discussiecollege) 2 dr. P. Kroos drs. F. Duimstra; drs. S.C. Go In het vak Accounting staat de financieel-economische informatieverstrekking in en door organisaties centraal. Het vak Financial Accounting en Bookkeeping kijkt vooral naar de informatieverstrekking door organisaties aan derden, zoals aan eigenaren, aandeelhouders, financiers, fiscale instanties en het publiek in ruime zin. Deze informatie wordt veelal in de vorm van een jaarrekening verstrekt. De jaarrekening bestaat uit een balans, resultatenrekening en toelichtingen daarop. Verslaggeving door middel van het jaarverslag wordt in het Angelsaksisch woordgebruik ook wel aangeduid met Financial Reporting. De jaarrekening is gebaseerd op informatie die door de boekhouding wordt geleverd. In de cursus wordt daarom aandacht gegeven aan het administratieve proces. inhoud Het vak Financial Accounting and Bookkeeping richt zich op de externe belangstellenden. Gebruikelijke communicatiemiddelen zijn daarbij: balans (een overzicht op een bepaald moment, van de investeringen in een organisatie (bedrijf) en de bronnen waarmee deze investeringen zijn gefinancierd), resultatenrekening (een overzicht waarop de kosten en de opbrengsten over een periode staan vermeld) en een kasstroomoverzicht (een overzicht dat inzicht geeft in kasstromen over een bepaalde periode). De toevoeging bookkeeping aan dit vak geeft aan dat er niet alleen op de uiteindelijke informatie wordt gelet, maar ook op de wijze van totstandkoming van deze informatie: het administratieve proces. Het administratieve proces houdt in: het volgens vaste regels en procedures registreren en verwerken (in het bijzonder: sorteren, rubriceren en aggregeren) van financiële gegevens van een huishouding, om de informatie die nodig is te verschaffen. werkwijze Hoorcollege: een korte introductie op de leerstof die in de daaropvolgende
Examenonderdelen
73
discussie- en casecolleges aan de orde komt en door de student moet worden bestudeerd. Discussiecollege: aansluitend op de in de hoorcolleges behandelde onderwerpen moet de leerstof aan de hand van het boek en uitwerkingen van cases worden bestudeerd.Aan de hand van vooraf gepubliceerde uitwerkingen van opgaven kunnen vragen gesteld worden; in het tweede uur is er de gelegenheid om, samen met een andere student, een case uit te werken en de uitwerking in te leveren. Casecollege: de cases die op het verplichte casecollege aan de orde komen worden individueel uitgewerkt. Op het casecollege moeten studenten in het eerste uur de uitwerkingen presenteren en het tweede uur een opgave (met behulp van het boek) uitwerken. literatuur Wordt nog bekend gemaakt. toetsing schriftelijk tentamen Het tentamen bestaat uit mc- en open vragen. Het eindcijfer bestaat voor 60 procent van het eindcijfer uit het tentamencijfer, voor het overige is dat het cijfer voor de casecolleges. opmerkingen Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. naam code studiepunten contacturen
periode coördinatoren doel
inhoud
werkwijze literatuur
74
Financial Management 61221020 6 32 (24 hoorcollege, 8 casecollege) Bij dit vak horen vier colleges AWV waarvoor een bonuspunt verkregen kan worden. Studenten dienen tevoren voor iedere AWV zelf digitaal de aangegeven tests te maken op MyFinanceLab (dat onderdeel van het boek is). 2 prof.dr. A.B. Dorsman; ir. F.W. van den Berg Het doel van dit vak is om studenten inzicht te verschaffen in financiële planning en management en de instrumenten die daarbij kunnen worden gebruikt. Het vak biedt inzicht in financiële basisbegrippen en stimuleert studenten deze inzichten toe te passen op praktische bedrijfssituaties. Aan de orde komen: de werking en waardebepaling van opties (vanuit het oogpunt vooral van risico beperking) en het gebruik van ratio's en verslaggeving in besluitvormingsprocessen binnen ondernemingen. Het probleem van lange termijn financiële planning en groei komt ook aan de orde. Verder wordt aandacht besteed aan korte termijnfinanciering en planning en aan kas-, liquiditeiten-, krediet- en voorraadbeheer. Tevens is er aandacht voor de financiering van startende ondernemingen, met venture capital, angel financing en IPO-s. Ter afsluiting wordt ingegaan op internationaal financieel management met betrekking tot wisselkoersen, investeren en het gebruik van de diverse instrumenten op de internationale financiële markten, incl. hedging technieken met derivaten. Hoorcolleges, werkcolleges / AWV-s met actieve participatie. Berk & DeMarzo. Corporate Finance. 1st edition. Pearson / Addison Wesley. Dit boek omvat uitgebreide digitale ondersteuning en wordt daarom voortaan gebruikt voor alle Financieringsvakken: Fin 1.5, Fin. Mgt. 1.5 (BK), Fin 2.2, Fin. Mgt. 2.2 (BK), Fin 2.5 en Corp. Fin 3.2. Studenten dienen het boek
Bedrijfskunde
eenmalig nieuw aan te schaffen om toegang te krijgen tot MyFinanceLab (voor alle bachelor jaren). toetsing schriftelijk tentamen weging 60 procent. AWV-s (gemiddelde van quizzes op MyFinanceLab en tests tijdens de AWV), weging 40 procent. naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
subject code credits contact
Financial Statement Analysis 60311090 6 24 (19 hoorcollege, 5 casecollege) 5 drs. E. de With Dit vak bouwt voort op de kennis uit het vak Financial Accounting 3.1. Het doel van het keuzevak Financial Statement Analysis is het verwerven van kennis en inzicht om jaarrekeningen van ondernemingen te analyseren. Centraal staat een veel gebruikt analysemodel: dit model bestaat uit vier stappen. Het vak Financial Statement Analysis (FSA) houdt zich bezig met het analyseren van financiële informatie van ondernemingen, met name informatie uit het directieverslag en de jaarrekening. Na een korte inleiding wordt aandacht besteed aan 'standard setting'. Vervolgens worden de belangrijkste elementen van de jaarrekening (balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht) behandeld. Daarna wordt begonnen aan de daadwerkelijke (financiële) analyse op basis van de jaarrekening. Centraal staat een veel gebruikt analysemodel. Dit model bestaat uit vier onderdelen: Strategy Analysis, Accounting Analysis, Financial Analysis en Prospective Analysis. Aan het einde van de collegecyclus wordt ingegaan op twee toepassingen: kredietwaardigheidsonderzoek en waardering van acquisities. Bij het laatste onderwerp wordt ook aandacht besteed aan reële opties. Palepu, Krishna G., Paul M. Healey, Victor L. Bernard & Erik Peek., Business Analysis and Valuation. IFRS Edition, Text and Cases. First Edition. Thomsom learning, 2007, ISBN-13: 978-1-84480-492-4. schriftelijk tentamen Financial Accounting 3.1 De case-colleges (activerende werkvormen) houden in dat gedurende vijf colleges cases worden behandeld. Door het vooraf voldoende uitwerken van deze cases kunnen bonuspunten worden behaald. De cases zijn ontleend aan de jaarrekeningen van toonaangevende Amerikaanse en Nederlandse beursfondsen, zoals Microsoft, Mc Donald's, Hewlett-Packard, Amazon.com, Wal-Mart, Dell Computer, Procter & Gamble, Philips, Shell en Akzo Nobel. Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control en is ook een toelatingseis voor de postgraduate opleidingen tot Registeraccountant en Registercontroller. Human Resources Management 61231030 3 12 hours (4 case study tutorial, 8 lecture) attendance required
Examenonderdelen
75
period 3 co-ordinator drs. D.A. Driver-Zwartkruis aim Introduce students to HRM concepts, principles, and practices; Heighten students' awareness to the inter-relationship of employee development and organizational goals; Further develop students' presentation skills. content Human Resource Management is the design of formal systems in an organization to ensure the effective and efficient use of human talent. These formal systems should generate activities that involve the utilization and development of an organization's resources which include: personnel, technical equipment and policies. Thereby, an organization is equipped with essential elements to increase both the individual and the organization's potential to achieve stated goals. In this course special attention is given to the service industry. literature Noe, Hollenbeck et al., Human Resource Management. Gaining A Competitive Advantage. 5th edition. Boston: McGraw-Hill, International Editional Edition, 2006. Relevant articles for case study report. examination format written interim examination multiple-choice (60 percent) and cases (40 percent) naam code studiepunten contacturen
periode coördinator doel
inhoud
76
Integration: Business Game 61151010 3 14 (14 casecollege) Tijdens deze casecolleges is er de mogelijkheid tot het invoeren van de te nemen beslissingen en zal er ondersteuning zijn door de docenten. De studenten krijgen per team gedurende de simulatie drie opdrachten die, voor het verstrijken van de bijbehorende deadline, op de digitale leeromgeving gezet moeten worden. Voor de colleges geldt een aanwezigheidsplicht. 6 drs. G.L. Sijtsma Het toepassen van de in blok 1 en 2 opgedane kennis in een bedrijfssimulatie. De leerdoelen van Business Game zijn geformuleerd op drie niveaus: Kennis: studenten kunnen problemen oplossen voortkomend uit de simulatie. Hierbij maken zij gebruik van de theorie zoals behandeld in de eerdere blokken Vaardigheden: tijdens de simulatie kunnen studenten beslissingen nemen op operationeel-, tactisch- en strategisch niveau, gebruik makend van de aangereikte kaders Attitude: studenten kunnen overleg voeren met medestudenten en tot besluiten komen hoe ze de simulatie positief kunnen beïnvloeden, waarbij actief gereageerd moet worden op onverwachte gebeurtenissen Studenten vormen in groepen van 25 personen een bedrijf en concurreren binnen een markt met andere door studenten bestuurde bedrijven. Binnen een bedrijf vormen 5 studenten een team waarmee een specifieke afdeling gemanaged moet worden. Gedurende een aantal simulatierondes zullen teams in ieder geval drie van de volgende vijf afdelingen onder hun hoede krijgen: marketing & verkoop, inkoop, productie, personeel en financiën. Twee keer per week komen de
Bedrijfskunde
bedrijven bij elkaar om operationele- en tactische beslissingen voor te bereiden. Zij maken daarbij gebruik van geautomatiseerde informatiesystemen. Naast het nemen van bovenstaande beslissingen zullen teams een eindopdracht in moeten leveren. Deze opdracht sluit aan op de theorie zoals eerder behandeld en gaat behalve op de operationele- en tactische beslissingen ook dieper in op het strategische beslissingsniveau. toetsing opdracht De toetsing zal plaatsvinden op basis van de volgende criteria: -kwaliteit van de genomen beslissingen -het resultaat van de simulatie -de ingeleverde eindopdracht. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Integration: Business Plan 61261000 3 4 (4 hoorcollege) 6 dr. W. Stam In dit integratieproject gebruik je de kennis van de afgelopen twee jaar BK om een ondernemingsplan te schrijven voor een nieuw op te starten bedrijf. inhoud De theorie uit de voorgaande vakken van de eerste twee jaar van Bedrijfskunde. literatuur Course manual op Blackboard en de literatuur van alle voorgaande vakken. toetsing paper
subject code credits contact period co-ordinator aim
Integration: Business Processes 61151020 3 14 hours (6 tutorial, 8 lecture) 3 dr.ir. S.L.J.M. de Leeuw The objective of this course is threefold: to make students aware of the role that business processes play in value creation in companies to teach students how to describe, model, analyse and redesign a business processes to have students gain experience with using tools used for modeling, analysing and redesigning business processes. content Business Processes are a key part of the Business Administration programme at the VU University. In period 1 and 2, students become familiar with business processes in several functional disciplines. The Business Processes course builds onto that by teaching students how to describe, model, analyse and redesign these processes. In 4 lectures, students are educated in the reasons why business processes are relevant, a uniform way to describe these processes, methods to analyse business processes from different perspectives and in the improvement of business processes. The framework will be illustrated by means of practical examples. In parallel, students will have to describe, model, analyse and redesign a business process in a company that they select themselves. In period 2, students will therefore be requested to
Examenonderdelen
77
select a company and business process to analyse during this course, for example an operational process in a bank. Students will describe and model that process in a software tool (Microsoft Visio) and will have to make suggestions for improvement of the business process. Student teams meet regularly with a team mentor to discuss progress and will present their findings to their peers in a presentation and in a written report. literature Book: to be announced. examination format written interim examination 60 percent assignment report and presentation 40 percent subject code credits contact period lecturers aim
content
form of tuition
literature
examination format
78
International Economics 60322050 6 36 hours (12 practical, 24 lecture) 2 dr. J.A. Jordaan; dr. E.B.G. Galati To provide students with a thorough understanding of the main debates in the field of International Economics, divided into Trade Theory and Policy and Monetary Theory and Evidence. After this course, students will be better able to understand academic articles on topics from International Economics published in academic journals including the Economic Journal, the Review of International Economics and the American Economic Revue. Students will be able to apply theoretical models from such academic articles to real-life problems and appreciate the breadth and scope of these models and their limitations. The course is divided into two parts: International Trade Theory and Policy (dr. Jordaan) International Monetary Economics (dr. Gabriele Galati) International Trade Theory and Policy includes topics such as globalisation, new trade theory, trade policies, foreign direct investment and the effects of trade on productivity at the level of the firm. International Monetary Economics covers subjects including exchange rate theory, exchange rate policy, exchange rate crises, liberalisation of capital flows and the financial crisis. The course will be given in the form of a series of lectures with separate hours devoted to exercises. Students are also expected to write an essay on one of the main topics of the course. Study Guide International Monetary Economics 2007-2008. Which includes problems to be discussed in the classroom. The Guide is available on Blackboard Visser, H., The International Monetary Economics course book. 2006 or 2007 edition Reader International Trade Theory and Trade Policy. Additional handouts and/or Blackboard files Students are expected to read additional material written interim examination 70 percent
Bedrijfskunde
essay 30 percent entry requirements Students are required to have a good working knowledge of Macroeconomics (including Money and Banking), Microeconomics and basic International Economics. subject code credits contact period co-ordinator lecturer aim
content
literature
examination format entry requirements
International Marketing 60332060 6 36 hours (36 lecture) and case discussions. 5 dr. H. van Herk to be announced To become familiar with the structure on international business marketing To understand the concepts and tools used in analyzing prospective arenas for product development and marketing; To gain appreciation of the international marketing environment with special emphasis on cross-cultural factors To increase awareness of the importance of international marketing activities in today's world To communicate effectively about international marketing This course approaches international marketing from theoretical and managerial perspectives. The purpose of the course is to introduce students to global characteristics and interdependencies, as well as to the objectives, strategies, and tactics of marketing programs related to various countries and cultures. Emphasis is placed on maintaining a global perspective in approaching marketing topics (stressing the theoretical underpinnings of cross-cultural challenges of doing business in the international environment), on gaining knowledge of the tools available to aid international marketers, and on practical applications of the course concepts. Czinkota & Ronkainen, International Marketing. 8th edition. Thomson / South-Western, 2007, ISBN 9780-324-361155 (International Student Edition). written interim examination class discussion / case analysis. Students are expected to be familiar with: Marketing 1.1. & 1.2 (BE) or Marketing (BK).
subject code credits contact
Investments 3.4 60332090 6 32 hours (32 lecture) lectures (6 hours), case assignments period 4 lecturer dr. D. Stefanova aim This course aims to make students familiar with the insights from investments and portfolio management theory. Students also have to be able to apply these insights in practical situations involving portfolio decisions and investment management for both individuals and institutions.
Examenonderdelen
79
content Investment decisions take a prominent role in everyday life. We can think of investment decisions taken by institutional investors (banks, insurance companies, pension funds, mutual funds), but also financial decisions taken by individual households (additional pension savings, saving for ones children's education (and how), buying a house, etc.) Investment theory is also strongly linked with risk management. The importance of sound decision making in this field has been underlined by recent experiences on financial markets, law suits involving complex financial products for retail clients, the debate about the (in)solidity of pensions, etc. The Investments course aims to provide an overview of the principles of investment analysis. A framework is developed that allows one to address a variety of (at first sight) completely different investment problems in a unified way. The theoretical underpinnings are developed from modern portfolio theory, with mean-variance optimization and the CAPM as key ingredients. The second component of the course deals with the empirical research for financial markets and the actual mechanisms driving these markets. Factor models for returns on financial products are very important here. The third component consists of valuation and risk attribution (including performance attribution) for individual financial products as well as portfolios of these products. literature Bodie, Z., A. Kane, & A.J. Marcus, Investments. 8th edition, 2009, McGraw Hill Troy Adair, Excel Applications for Investments. 2005, McGraw Hill, examination format written interim examination case work Exam questions are meant to test the candidate's theoretical insight as well as analytical and computational skills. Case work is used to test students implementation skills in Excel of the material treated in the course. Correctly completing a minimum of case work is compulsory for obtaining a pass for this course. Guidelines are communicated via Blackboard at the start of the course. entry requirements Students are expected to be familiar with: Economics and Business Economics students: Finance 1.5, 2.2 and 2.5; Quantitative Methods 1.2; Research Methods for Economics and Finance 3.1 (International) Business Administration students (BK/IBA): Finance and Financial Arithmetic, Financial Management 2.4, Quantitative Business Analysis, Statistics; Research Methods for Economics and Finance 3.1 Students are at an advantage if they also completed Financial Modelling 2.2 remarks The course is taught in English subject code credits contact period co-ordinator aim
80
Knowledge Management 61322100 6 32 hours (8 seminar, 24 lecture) 2 dr. M. Soekijad Gain understanding of the importance and implications of knowledge as the main organizational resource for knowledge-intensive organizations, such as those in the professional service industry
Bedrijfskunde
Learn about theories related to the broad field of 'knowledge management' and acquire a critical yet integrated perspective on knowledge management Learn how to conduct consulting research, by participating in ongoing research projects, within the field of knowledge management and combine learning and doing research in small groups acting as 'communities of learners' Knowledge has become the most important factor in economic life. This is widely recognized by researchers, policy makers and organizational practitioners. The importance of knowledge as main production factor and main competitive resource has serious implications for amongst others management, leadership, strategy, technology, cooperation and coordination and (new) organizational forms, such as networks and virtual organizations. Knowledge management is a field that focuses explicitly on this significant role of knowledge and its implications for management and organizations. The field has received attention as a new and promising perspective on organizations, finding connections with the multi-disciplinairy field of Business Administration, such as marketing, organizational strategy, technology and innovation, human resources, information technology as well as related fields such as regional economics and geography. Topics that will be discussed are: knowledge as a key production factor; the knowledge worker, knowledge economy and knowledge society; managing knowledge sharing and innovation; organizational learning; knowledge processes in networks and distributed organizations; motivating and managing knowledge workers; power and conflict in knowledge management; communities of practice; knowledge brokering, open innovation and knowledge transfer in strategic alliances. A number of lectures will be given by Prof.dr. M.H. Huysman, dr. B. van den Hooff, dr. M. Soekijad, and by practitioners in the field of Knowledge Management. The lectures are intended to map out the field and give an overview of various issues and trends. In addition, in tutorials, students will work in small groups clustered around a specific topic based on ongoing research projects conducted at the Knowledge, Information and Networks (KIN) research group (http://feweb.vu.nl/kin). Groups collaborate on a particular research related to the broad field of knowledge management and meet four times. The final result of the group work in the tutorials is a research-based paper. Hislop, D., Knowledge Management in Organizations. Oxford: Oxford University Press, 2005. written interim examination Written interim examination (60 percent) based on the lectures and the compulsive reading material (book and articles). Furthermore, students will produce a group research paper (40 percent) that falls within the area investigated in their tutorial.
content
form of tuition
literature examination format
subject code credits contact period
Labour, Care and Well-being 60342020 6 24 hours (24 lecture) 5
Examenonderdelen
81
lecturers prof.dr. F.A.G. den Butter; prof.dr. M. Lindeboom content This course shows how theoretical concepts of welfare analysis are used in practical policy preparation. Reforms of labour market institutions and of social and health care systems are at the heart of the economic policy debate in virtually all western societies. This has to do with the ageing of populations in western societies where future generations will have to bear a large burden due to increases of expenditure on social security and health care. Therefore the course will pay ample attention to issues related to the sustainability of the government budget in the coming decades. The course contains the following topics: a refresher in welfare economics; relationship between happiness, wellbeing and welfare; economic developments in the past decades; the institutional setup of policy preparations; modern theoretical and practical aspects of labour market dynamics; proposals and plans to enhance labour participation; recent discussions on labour market and social security reform (disability, active labour market policies, employment protection legislation, extending the retirement age etc); the future of labour; reform of health care systems. A number of lectures will be given by outside experts from Ministries and policy advising organisations such as the CPB and the Ministry of Social Affairs and Employment. literature Articles and papers from scientific journals and major academic discussion paper series. To be announced at the start of the course and distributed via Blackboard. examination format written interim examination entry requirements The participants are expected to have studied the 3rd year courses in micro and macro economics. subject code credits contact period co-ordinators aim
Logistics and Information Systems 61251020 6 30 hours (6 tutorial, 24 lecture) 5 dr.ir. S.L.J.M. de Leeuw; dr. J.F.M. Feldberg The objectives of this course are to: Get students acquainted with theories and concepts from both the fields of logistics and information systems, and explain and demonstrate how these theories and concepts interact. Demonstrate and explain that the interplay between logistics and information systems is determinant for the successful operation and design of modern value chains. Develop a multidisciplinary (Logistics and Information Technology) frame of reference that can be used to analyze, design and develop modern value chains. Develop the appropriate knowledge and skills to self-reliantly deepen knowledge on logistics and organizational information systems. content This course builds upon the fundamental concepts that were introduced in the following two courses: Business Information Technology and Logistics & Operations Research. The primary focus of this course will be on the interplay between logistics and information systems in shaping state-of-theart value chains. The value chain perspective (inbound logistics, internal
82
Bedrijfskunde
logistics, outbound logistics) will be combined with the four fundamental roles information systems can fulfill in the accomplishment of business objectives (1) automate (IT used to make value chains more efficient), 2) informate (IT used to provide and distribute information and knowledge through the value chain), 3) transform (IT used as a vehicle to change and redesign value chains), and 4) innovate (IT used to develop new IT-driven value chains). During the course the focus will shift from an internal, through an external to a network perspective. The first lectures will primarily deal with key aspects of value chains and the roles of information systems from an internal perspective (within the boundaries of an organization). Thereafter, logistics and information systems will be reviewed from a network perspective (such as the impact of collaboration). The final lectures will be dedicated to the impact of innovations and emerging trends on Logistics and in Information Systems. Although information technology plays an important role the primary focus of this course will not be on technology but instead be on the managerial issues associated with organizational information systems. Amongst other issues, the following questions will be dealt with in this course: What is the effect of logistics trends on managing the value chain? What strategies exist to match supply and demand in value chains and how can tools support this? What is the impact of break through information technologies (e.g. RFID) on the shaping of value chains? How can demand forecasts be used to plan inbound, internal and outbound logistics? How can IT concepts like web services, software-as-a-service, and service oriented architectures contribute to the design of dynamic value chains? What is the impact of WEB2.0 on supply chain logistics? What is the role of market places in supply chain integration? Students are required to perform assignments during the course. Details on the assignment will be provided in due time for the start of the course. literature To be announced. examination format written interim examination 60 percent assignment report and presentation 40 percent naam code studiepunten contacturen
periode coördinator docenten doel
Logistics and Operations Research 61121010 6 40 (40 college) totaal, waarvan 28 uur collge: de overige 12 uur waren nog niet 'ingevuld' bij het ter perse gaan van de studiegids. 4 dr.ir. K.S. de Smidt-Destombes dr.ir. K.S. de Smidt-Destombes; dr. I.F.A. Vis Deze cursus geeft een inleiding in logistiek en operationele analyse. De leerdoelen zijn het verwerven van kennis en inzicht in logistiek en in kwantitatieve benaderingen voor beslissingsondersteuning in
Examenonderdelen
83
bedrijfsprocessen. inhoud In dit vak komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: Material management Fysieke distributie Lineaire programming Transport-, voorraad- en wachtrijmodellen Projectmanagement Beschikbaarheid, betrouwbaarheid en onderhoud werkwijze De colleges bestaan uit hoorcolleges waarin de theorie wordt behandeld inclusief voorbeelden. Daarnaast zijn een aantal opgavencolleges waar de theorie aan de hand van relevante vraagstukken wordt uitgediept. Deze zijn direct een voorbereiding op topic exams en het tentamen. De topic exams zijn individuele opdrachten die tijdens vier bijeenkomsten moeten worden gemaakt. Extra oefenmaterialen zijn beschikbaar en worden via Blackboard aangeboden. Als laatste zijn er nog contacturen om alle overgebleven vragen te beantwoorden. literatuur Wordt nog nader bekend gemaakt. toetsing schriftelijk tentamen 60 procent van het eindcijfer topic exams 40 procent van het eindcijfer opmerkingen Voor de topic exams geldt een aanwezigheidsplicht. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Macro-economie 3.1 60311020 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 1 prof.dr. E.J. Bartelsman Verdieping en verbreding van macro-economie 2.4 Overdracht van recente inzichten uit macro-economisch onderzoek Exploratie van beleidsvragen die wel en (nog) niet beantwoord kunnen worden met macro-economische theorie en empirie inhoud In dit vak wordt inzicht verschaft in de samenhang tussen productie, werkloosheid, en prijzen. Daarbij wordt bestudeerd hoe deze grootheden het resultaat zijn van decentrale beslissingen van huishoudens en bedrijven, en van het beleid van supra-nationele en nationale overheden en centrale banken. Voorts wordt gekeken naar de oorzaken en gevolgen van conjunctuurschommelingen op korte termijn en reële groei op langere termijn. Ook worden de verschillende theoretische invalshoeken om bijvoorbeeld consumptie, investeringen, of overheidsbudgetten te analyseren geconfronteerd met bevindingen uit de empirische literatuur. Hiermee kan met een kritisch oog gekeken worden naar de mogelijkheden voor het geven van beleidsadvies aan centrale bankiers of EU / nationale overheden. literatuur Gärtner, M., Macro Economics. 2nd edition. FT/Prentice Hall, 2006. Artikelen. toetsing schriftelijk tentamen opdracht
84
Bedrijfskunde
entreevoorwaarden Macro periode 2.4 of vergelijkbaar naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Management Accounting 61241020 6 18 (6 hoorcollege, 6 casecollege, 6 discussiecollege) 4 drs. F. Duimstra In het eerste studiejaar werd bij Financial Accounting and Bookkeeping aandacht besteed aan de vastlegging van transacties en overige relevante gebeurtenissen in een bedrijf en de rapportage daarvan ex post ten behoeve van eigenaren, aandeelhouders, financiers, fiscale instanties en het publiek in ruime zin. In Management Accounting draait het om het genereren, rapporteren en gebruiken van informatie ten behoeve van de interne besluitvorming binnen organisaties. Hierbij gaat het om informatieverstrekking aan interne partijen binnen de organisatie, zoals aan medewerkers, afdelingsmanagers en de bedrijfsleiding. Zij gebruiken deze informatie om de bedrijfsvoering zo doelgericht (effectief) en doelmatig (efficiënt) mogelijk te laten plaatsvinden. inhoud Verscheidende aspecten van management accounting zullen in deze cursus aan de orde komen: planning & control, budgettering, kostenallocatie. Daarnaast diverse costing systems zoals job-order costing, process costing en Activity Based Costing. In deze cursus zal de student het gereedschap ontwikkelen om in de toekomst als manager of consultant inzicht te krijgen in bedrijfsprocessen, planning, kosten en de analyse van verschillen tussen raming en werkelijkheid. literatuur Belverd E. Needles, Marian Powers & Susan V. Crosson, Financial & Managerial Accounting 2005e. Boston/New York: Houghton Mifflin Company, 2008, ISBN-13: 978-0-618-45530-0 toetsing schriftelijk tentamen 60% case colleges 40%
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Management Accounting 60331010 6 24 (19 hoorcollege, 5 casecollege) 1 drs. E. de With Dit vak bouwt voort op de basiskennis uit de vakken Management Accounting 1.2 en 2.1. Het doel van het keuzevak Management Accounting is het verwerven van kennis en inzicht op het gebied van de financieeleconomische berichtgeving aan interne belanghebbenden, vooral managers. inhoud Management Accounting houdt zich bezig met de problematiek van de financieel-economische berichtgeving aan interne belanghebbenden bij de organisatie. Drie onderwerpen worden bij het keuzevak Management Accounting uitgebreid behandeld: kostprijsberekening van producten (product costing) management control (accounting for planning and control)
Examenonderdelen
85
beslissingscalculaties (accounting for decision making) Bij onderdeel 1 komen aan de orde onderwerpen als job costing, process costing, activity-based costing, de kostenplaatsenmethode, de integrale kostenmethode, de variabele kostenmethode, throughput costing en de allocatie van gemeenschappelijke kosten. Ook wordt aandacht besteed aan strategisch kostenmanagement. Bij onderdeel 2 wordt aandacht besteed aan de management control structuur, het management control proces, budgettering, flexibele budgetten en standaarden, verschillenanalyse, interne verrekenprijzen en prestatiemeting en -beoordeling. Speciale aandacht wordt besteed aan Economic Value Added (EVA) en de Balanced Scorecard (BSC). In het kader van management control wordt ook aandacht besteed aan gedragsaspecten. Bij onderdeel 3 worden enkele vormen van beslissingscalculaties besproken, zoals het zelf maken of uitbesteden, vervangingsbeslissingen, knelpuntscalculaties en verkoopprijsbeslissingen. Er wordt aan het eind van de collegecyclus ingegaan op investeringsbeslissingen, waardebepaling van acquisities en reële opties. literatuur Horngren, Charles T., Srikant Datar & George Foster, Cost Accounting, A Managerial Emphasis. 12th edition, Upper Saddle River, New Jersey: Prentice Hall, 2006. toetsing presentation opmerkingen De casecolleges (activerende werkvormen) houden in dat gedurende vijf colleges cases worden behandeld. Door het vooraf voldoende uitwerken van deze cases kunnen bonuspunten worden behaald. Dit vak behoort tot de ingangseisen van de master Accounting & Control en is ook een toelatingseis voor de postgraduate opleidingen tot Registeraccountant en Registercontroller.
subject code credits contact period co-ordinator lecturers aim
Management Accounting and Control 61312010 6 24 hours (24 lecture) 1 prof.dr. H.C. Dekker prof.dr. H.C. Dekker; drs. A.C. Guldemond; dr. P. Kroos The activity of managing organizations consists of two major functions: planning and control. Planning is the management activity of deciding about what objectives the company will pursue and about how, to what extent and within which time period these objectives will be achieved. Control includes all managerial activities focused on stimulating employees' behaviors in such a way that organizational objectives will be realized in an effective and efficient way. Both managerial activities will be explored during this course. In particular, the course will focus on (1) the analysis of information focused on short-term and long-term decision making, and (2) management accounting for the control of organizational activities. content The content of this course can be divided into two sections. The first section deals with methods and techniques for planning and decision making for the short term and long term. This section includes topics such as the analysis of cost data, cost allocation, modern production systems and techniques, and short-term planning and decision making. The second section of the course
86
Bedrijfskunde
deals with management control issues and is focused more on the behavioral aspects of planning and control systems. Topics included in this section are strategic control systems, performance management systems, transfer pricing and value-based management. form of tuition This course consists of a combination of lectures and case discussions during the lectures. Cases are to be worked out during the course. A written exam takes place at the end of the course. literature Horngren, C.T., S.M. Datar, G. Foster, M. Rajan & C. Ittner. Cost Accounting, A Managerial Emphasis. 13th edition, Upper Saddle River, NJ: Pearson Education, 2009. (note the 12th edition may as well be used) Selected articles. examination format assignment written interim examination naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
inhoud
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden
Management en organisatie 3.2: Adviesvraagstukken 60321020 6 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 2 dr. O. Bouwmeester dr. O. Bouwmeester; dr. M.J.J. Wolters in aansluiting op de vakken M&O 1.1, 2.1 en 2.5 kennis verwerven en verdiepen in de organisatiekunde in het bijzonder wat betreft het ontwerp van organisatiestructuren en organisatieadvisering meervoudig kunnen kijken naar organisaties bij diagnose, evaluatie en het zoeken naar oplossingen kunnen uitvoeren van kleinschalig literatuuronderzoek binnen het vakgebied van M&O kritisch kunnen reflecteren op M&O theorieën aan de hand van artikelen uit toonaangevende tijdschriften Het kernvak M&O richt zich op het verkennen van organisatiekundige debatten en adviesdebatten. Centrale organisatiekundige thema's in het vak zijn: contingency theory, coördinatie van processen, ontwerpregels en de maakbaarheid van organisaties, organisatietypologie, interorganisationele samenwerking, klantgericht organiseren. Centrale thema's ten aanzien van advies zijn: adviesrollen, rationaliteit van besluitvorming, de argumentatie van de adviseur, rigor vs relevance, de instrumentele advies benadering en organisatieleren. Thompson, J.D., Organizations in Action. New Jersey Transaction, 2003 Overige literatuur en artikelen worden via de studiewijzer bekend gemaakt schriftelijk tentamen Het tentamen bestaat uit een essay 15 procent en een gedeelte met open vragen 60 procent. De activerende werkvormen zijn goed voor 25 procent van het eindcijfer. Voor de beoordeling van het tentamen stellen wij de voorwaarde van een score van minimaal 50 procent , ongeacht de beoordeling voor de activerende werkvormen. Basiskennis over strategie en organisatiestructurering, zoals behandeld in de literatuur voor Management en Organisatie 1.1, 2.1 en 2.5, wordt bekend verondersteld.
Examenonderdelen
87
opmerkingen Het kernvak M&O geeft toegang tot het werkcollege M&O. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
literatuur
88
Marketing and Marketing Research 61111040 6 34 (14 hoorcollege, 10 casecollege, 10 discussiecollege) Aanwezigheid bij zowel discussie- als case colleges is verplicht. 1 dr. M.H.P. Kleijnen Conceptuele doelstellingen: Het creëren van een fundamentele basiskennis over marketing en recente ontwikkelingen binnen dit vakgebied Het begrijpen van het identificeren, creëren en leveren van toegevoegde waarde voor consumenten Het creëren van een fundamentele basiskennis over marketingonderzoek Praktijkgerichte doelstellingen: Het begrijpen en toepassen van marketing concepten in de praktijk (dmv case & discussie) Het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden Het oefenen en verbeteren van praktische vaardigheden: Leiderschap versus team work Schrijven versus presenteren Dit vak kan beschouwd worden als een relevant basisvak voor alle bachelor studenten, dat relevant is onafhankelijk van de toekomstige specialisatie. Het vak wordt als verplichte voorkennis beschouwd voor alle mastervakken in marketing, maar is zeker ook relevant bij het volgen van een meer organisatie- of financieel-georiënteerde carriere. Het hoofddoel van dit vak is om je bekend te maken met de meest recente ontwikkelingen binnen het vakgebied marketing, maar ook om een goede basiskennis te realiseren die nodig is voor iedere toekomstige academicus of marketeer. Daarnaast worden de beginselen van marketingonderzoek geïntroduceerd. De volgende topics komen expliciet aan bod: Recente ontwikkelingen in marketing, zoals CRM, nieuwe media, etc. Het ontwikkelen van marketingstrategieën vanuit een consumentgeoriënteerd perspectief Hoe marketeers kunnen leren van de markt en de omgeving Het creëren van kennis over marketingonderzoek Het ontwikkelen van een gedegen onderzoeksvoorstel Daarnaast is een belangrijk onderdeel van dit vak het toepassen van de theoretische kennis op relevante praktijksituaties. Dit wordt gerealiseerd door middel van zowel de discussie als case meetings. Marketing: Perrault, William D., Joseph P. Cannon, & E. Jerome McCarthy, Essentials of Marketing: A Global-Managerial Approach. 11th edition (International edition). New York, NY: McGraw-Hill, 2008. Research: Velde, Mandy van der, Paul Jansen & Niel Anderson, Guide to Management Research Methods. Malden, MA: Blackwell Publishing Ltd, 2004. Verder zijn de sheets van de hoorcolleges en materiaal case colleges (verplichte artikelen) onderdeel van de verplichte literatuur. Veranderingen worden altijd aangekondigd via Blackboard.
Bedrijfskunde
toetsing schriftelijk tentamen 60 procent (individueel) opdracht 40 procent case assignment (in groepsverband) subject code credits contact period co-ordinator aim
Marketing Research 61332040 6 24 hours (24 lecture) 4 dr. H. van Herk Understanding of the various methods used in marketing research Understanding the advantages and disadvantages of certain marketing research techniques Knowing the objectives, use and interpretation of multivariate data analysis techniques Developing the skill to write a marketing research report content Attention will be given to quantitative research. Moreover, drafting questionnaires, sampling, and various data analysis techniques will be explained. An emphasis in this course will be on analyzing data, interpretation of results, and understanding of research implications. Analyzing data using SPSS will be part of the course. literature Malhotra & Birks, Marketing Research. An Applied Approach. 3rd European edition. Pearson Education, 2007. examination format written interim examination assignment naam Methoden en technieken van AE/FE (algemeen economisch/financieel economisch) onderzoek code 60311000 studiepunten 6 contacturen 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) periode 1 coördinator drs. K. van den Hoeven docenten drs. K. van den Hoeven; dr. J.M. Sneek doel Het verschaffen van wiskundige kennis, die aanvullend is op de inhoud van het 1e-jaarsvak KM 1.2 en die noodzakelijk is om met succes te kunnen deelnemen aan de (kwantitatief getinte vakken van de) master-opleidingen Economics en Finance. Het keuzevak Toegepaste Kwantitatieve Economie, dat aansluitend in periode 2 wordt gegeven is een zeer geschikt vervolgvak. inhoud De hoofdonderwerpen van dit vak zijn: Matrices, determinanten en toepassingen Rijen en Limieten (Optimaliseren van) functies van meerdere variabelen (met en zonder nevenvoorwaarden) Vectordifferentiatie Stochastische vectoren (Meervoudige) integratie en toepassingen op kansverdelingen Differentievergelijkingen
Examenonderdelen
89
literatuur Sydsaeter, Knut & Peter Hammond, Essential Mathematics for Economic Analysis. 3e druk. Prentice-Hall, ISBN: 978-0-273-71324-1 + enige aanvullingen. toetsing schriftelijk tentamen entreevoorwaarden Het is noodzakelijk de inhoud van de KM-vakken (zowel het wiskundevak als de statistiekonderdelen) uit het programma van 1e en 2e jaar paraat te hebben. subject code credits contact period lecturer aim content
literature
examination format entry requirements
Microeconomics 3.2 60322030 6 36 hours (12 tutorial, 24 lecture) 2 dr. A.H. Bergemann To develop the theory of decision making at the level of a single agent and to understand the resulting outcomes at the market level. Microeconomics is concerned about how individuals and firms make decisions and how the interaction of many individuals affects markets. In case of an individual, decisions are made concerning labor supply, consumption, savings, and so on, while in case of a single firm this concerns decisions on labor demand, product characteristics and, in certain market forms, on wages and product prices. We cover topics in various areas of microeconomics, such as health economics, industrial organization and labor economics. The main focus lies on the labor market as the most relevant application of micro. We consider models that allow for market imperfections due to incomplete information, notably job search models, efficiency wage models, and models that explain discrimination. This is used for example to study unemployment and wages. Strong emphasis is placed on empirical applications involving policy effects, such as unemployment benefits, welfare, and minimum wages. Borjas, G.J., Labor Economics. Fourth edition. Irwin: McGrawHill, 2007. plus articles that are mentioned during the course. written interim examination The participants are expected to have some basic familiarity with micro economics.
naam code studiepunten contacturen
Midden- en kleinbedrijf 60311070 6 24 (24 college) Het vak wordt in het Nederlands gegevens vanwege de sterk institutionele inkadering. Het college is aanvullend bij de voorgeschreven literatuur. periode 1 docenten drs. E.A.H. Kleijn; prof.dr. A.R. Thurik; prof.dr. E. Masurel doel inzicht verschaffen in de rol die kleine en middelgrote bedrijven spelen in de economie inzichtelijk maken waarin kleine bedrijven en grote bedrijven van elkaar verschillen helderheid brengen in wat ondernemerschap is
90
Bedrijfskunde
inhoud De afgelopen 25 jaar is de belangstelling voor ondernemerschap en het midden- en kleinbedrijf sterk toegenomen: in de markt, in het overheidsbeleid, en ook in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Begrippen als intrapreneurship en extrapreneurship geven de belangstelling voor het fenomeen ondernemerschap bij grote bedrijven aan. De managementeconomie van de vorige eeuw heeft zich omgevormd tot een ondernemerschapseconomie. Het mkb (95 procent van de bedrijven, 60 procent van de werkgelegenheid in de private sector) speelt een belangrijke rol bij innovatie, bij het gezond houden van concurrentieverhoudingen, als omgeving waarin ondernemerschap zich thuis voelt en als generator van economische groei. Ondernemingen in het mkb spelen een belangrijke rol als samenwerkingspartner, als leverancier en als intermediair. In Nederland is inmiddels meer dan een derde van de startende ondernemers afkomstig van hbo of universiteit. Op de arbeidsmarkt groeit de vraag naar mensen die verstand hebben van de MKB-sector. De discipline midden- en kleinbedrijf & ondernemerschap neemt in zijn veelzijdigheid een aparte plaats in het curriculum in: het gaat om bedrijf en markt, om economie en psychologie, om innovatie en ordening, om systeem en individu. Die aspecten komen, geordend in drie hoofdthema's aan de orde: de rol van kleine bedrijven in de moderne economie (small business economics) het belang van ondernemerschap in de moderne economie (entrepreneurship) het starten, runnen en doen groeien van een klein bedrijf (small business management) literatuur reader. toetsing schriftelijk tentamen naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Ondernemingsrecht 60311060 6 24 (12 werkcollege, 12 hoorcollege) 1 prof.mr. J.B. Huizink; mr. J.E. Brink-van der Meer In dit vak staan de Nederlandse privaatrechtelijke samenwerkingsvormen en organisaties centraal, te weten personenvennootschappen, stichtingen, verenigingen, NV's en BV's. Belangrijke onderwerpen van organisatierecht en crediteurenbescherming zullen aan de hand van de verschillende samenwerkingsvormen worden behandeld. De gekozen opzet maakt het mogelijk de verschillende rechtsvormen op allerlei onderdelen met elkaar te vergelijken, waardoor bij de studenten inzicht ontstaat in de grotere verbanden binnen het rechtsgebied van het rechtspersonen- en vennootschapsrecht. Tijdens de colleges zal veel gebruik worden gemaakt van praktijkvoorbeelden. Tevens zal veel worden ingegaan op actuele ontwikkelingen, zoals in 2007 de ABN Amro zaak en de Stork zaak. inhoud De colleges zijn gegroepeerd rond een vijftal onderwerpen: Inleiding (rechtspersoon, vennootschap en onderneming) Organen en bevoegdheden Kapitaalvennootschappen: kapitaal/vermogensbescherming en zorgvuldig
Examenonderdelen
91
vermogensbeheer Aansprakelijkheid Financiering en insolventie De studenten kunnen zelf het onderwerp van het laatste hoorcollege kiezen aan de hand van een aantal voorgestelde en zeer actuele onderwerpen. In 2007/2008 betrof dit de activistische aandeelhouder. 2 uur hoorcollege per week, gevolgd door 2 uur werkcollege waarin het accent ligt op de door de studenten uit te werken casus. Syllabus prof. mr. J.B. Huizink. Wettenbundel Rechtspersonen 2008/2009, inclusief ondernemings- en handelsrecht met toekomstige wetgeving. Deventer: Kluwer. Diverse op blackboard te plaatsen stukken. schriftelijk tentamen Een schriftelijk tentamen met open vragen. Het resultaat daarvan telt voor 60 procent mee in het eindcijfer. Het gemiddelde cijfer van de caseuitwerkingen telt voor 40 procent mee in het eindcijfer. De cases worden in groepsverband (van 2 tot 4 leden naar gelang het aantal deelnemers) uitgewerkt Het wordt aanbevolen dit vak te volgen ter voorbereiding op het master accounting en control vak Corporate law 4.4 Dit vak voldoet aan de instroomeisen voor de master fiscaal recht (9 studiepunten besteed aan het privaatrecht, waarvan het ondernemingsrecht onderdeel uitmaakt)
werkwijze literatuur
toetsing
opmerkingen
subject code credits contact period co-ordinators aim
Organization Design 61221030 6 22 hours (10 case study tutorial, 12 lecture) 2 dr. B.V. Tjemkes; drs. B.A. de Jong The main objective of the Organization Design course is to gain knowledge and understanding of concepts and theories related to the design perspective on organizations. After following this course, the student is able to discuss the history, dominant theoretical perspectives and the nature of organization(s) from a design perspective. In addition, the student has gained an understanding of key organizational configurations and their relation to organizational contingencies. The student is also challenged to apply organization design approaches to business situations. content An organization design consists of a choice for an organizational configuration. This choice can be supplemented with choices for the degree of formalization, division of labor, coordination systems, control procedures, hierarchy of authority, etc. The course focuses on the design and development of an organization design within the meta-theoretical boundaries of the contingency approach. Important concepts that have to be taken into account are: organizational boundaries, dynamic fits, contingency factors, equifinality, organizational typologies and taxonomies, (neo)contingency theory, and organizational effectiveness. In addition, the students are asked to practice their knowledge by designing an effective organization (structure and process) in a scientific way. As the course progresses, the students are also stimulated to formulate their own view on
92
Bedrijfskunde
the 'pros' and 'cons' of the organization design perspective. literature Series of selected articles and cases. examination format written interim examination 60 percent team assignments 40 percent subject code credits contact period co-ordinator aim
content
Organization Perspectives and Dynamics 61322000 6 14 hours (14 lecture) and group project 2 dr. P.J. Peverelli After following this course, students will have gained insight in all aspects of basic organizing processes. They will be able to observe, analyze and discuss how complex organizational structures emerge from such basic processes. The study of organisations is a theoretical field of study distinct from more practical fields like: general management, organisational behaviour, human resource management, etc. It is a basic science studying the ways human actors organise themselves into groups of various degrees of complexity. Organisation theory is not the study of organisations. Groups of actors referred to as 'organisations' in every day parlance are only one part of the groups introduced in this course. Organisation theory is therefore a necessary tool not only for students of business administration, but also for those of a wide range of other academic fields, including: sociology, cultural anthropology, public administration, education, philosophy, etc. As this course is part of the business administration program, we will concentrate on offering tools to study and understand enterprises and their environment from an organisational perspective. The main theme of this course will be the perspective that human organising is a continuous process of ongoing interaction between actors in their quest to make sense of the world. As a result of this process, groups of actors who frequently interact around a specific theme will gradually be perceived by the actors themselves and other actors as entities. Such entities are given generic names like: gangs, pressure groups, tribes, associations, enterprises, industrial sectors, nations, etc. The members of a specific group will have a shared view on reality, at least on that part of reality relevant to their common task. This shared reality will determine the actions they take. Most actors will be members of a number of such groups. During social interaction in one group, actors can access the shared reality of other groups. This can alter the shared reality of the group in which the current interaction is taking place. Multiple group membership (referred to as multiple inclusion) is therefore considered the motor of organisational change. Often, however, actors start perceiving the shared reality of one group as the one and only reality. As a result, they are less susceptible to other realities and in some instances even actively block access to alternative realities. In organisation theory this is referred to as reification or fixation. Reifications are the major cause of organisational problems.
Examenonderdelen
93
Identifying social structures, the members of the structures (actors), the nature of the shared realities, the multiple group membership of actors and occurrences of reification are the core tasks of the organisation scientist. The main aim of this course is to teach students these basic concepts and to train them in exploring complex organisational processes. Although this introduction emphasises theory, attention will be paid to practical applications of the theory as well. These practical applications include firms, but also a few larger structures, in particular industrial clusters. form of tuition 7 lectures + non-obligatory reflection sessions literature reader examination format paper group paper 40 % written interim examination 60 % subject code credits contact period co-ordinator aim
Organization Theory 61121040 3 16 hours (6 case study tutorial, 10 lecture) 2 dr. B.V. Tjemkes The main objective of the Organization Theory course is to familiarize students with the fundamental characteristics of three theoretical perspectives on organizations: the Modern perspective the Symbolic perspective the Post-modern perspective In addition, the student learns to apply these approaches to business situations. content The course Organization Theory offers a clear and comprehensive introduction to the study of organizations. It encourages an even-handed appreciation of the perspectives contributing to student's knowledge of organization theory. Organization theories are often very recognizable and well known, because they are found in many textbooks. The common familiarity, explanations about organizational phenomenon, suggests a certain objectivity, which in fact does not exist. These theories (and instruments) rest on various assumptions, which can be subject to debate at a very fundamental level. To become knowledgeable about organization theories it is necessary to understand these assumptions and approaches and their origin in streams of organization research. In addition, it is necessary to position the perspectives against each other and within a time frame. That is, during the course the Modern, the Symbolic-interpretative, and the Post-modern perspectives are introduced. Furthermore, building on these three perspectives various topics pertaining to organization and organizing are discussed with respect to underlying assumptions and representative theories. The topics are: environment, structure, technology, culture, physical structure, and power. After the course the students are able to differentiate between the three different perspectives on organization theory, to apply each perspective (or parts) to a real-life situation (i.e., case) and come up with an own view on organization theory. literature Hatch & Cunliffe, Organization Theory. Modern, symbolic and postmodern
94
Bedrijfskunde
perspectives. 2nd edition. Oxford: Oxford University Press, 2006. examination format written interim examination 60 percent three written team assignments 40 percent naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Organizational Behavior 61111020 6 24 (14 hoorcollege, 10 casecollege) 4 dr. J.S.E. Dikkers Tijdens het vak Organizational Behavior wordt aandacht besteed aan gedrag van mensen in organisaties, zowel op het niveau van het individu, de groep als de organisatie als geheel. Na afloop van dit blok zijn studenten in staat om: Belangrijke termen en begrippen uit de sociale wetenschappen die relevant zijn voor het gedrag van mensen in organisaties te definiëren en uit te leggen De dagelijkse interactie tussen individuen, groepen en organisaties in dergelijke termen te beschrijven Verschillende theoretische benaderingen van deze interactie te vergelijken Een probleem dat te maken heeft met het gedrag van mensen in organisaties te identificeren en te analyseren Oplossingen voor dit probleem te genereren door theoretische kennis toe te passen en onderzoeksgegevens te benutten Organizational Behavior heeft te maken met de factor 'mens' in de organisatie. Dit vak komt voort uit de sociale wetenschappen. Vanuit de bedrijfskundige context is inzicht in Organizational Behavior van belang voor het gericht kunnen sturen van de inzet van de factor mens in de organisatie. We zullen gedrag in organisaties op drie niveaus bestuderen: het individu, de groep en de organisatie. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: Het individu: de persoon van de werknemer en zijn of haar baan (persoonlijkheid, attitudes, perceptie, motivatie, tevredenheid en stress) De groep: de afdeling of het team van de werknemer; interactie binnen en tussen verschillende groepen werknemers (groepsprestaties, kenmerken van de groep) De organisatie: de interactie tussen managers en medewerkers, groepen en de organisatie als geheel (cultuur, leiderschap en verandering). Casecolleges: projectbijeenkomsten waarin aan groepsopdrachten wordt gewerkt en waarin presentaties worden gegeven. Hierbij is aanwezigheid verplicht. Hoorcolleges: tijdens de colleges worden de theorie en praktijkvoorbeelden behandeld. Course manual, overige informatie en het boek: zie Blackboard schriftelijk tentamen 60 % van het eindcijfer presentatie
Examenonderdelen
95
en groepsopdrachten 40 % van het eindcijfer. Studenten moeten beide onderdelen (met minstens een 5.0) volbrengen om een eindcijfer te kunnen krijgen (vereiste minimum eindcijfer is een 5.5). Toetsingscriteria (zie Blackboard): Voor case reports: inhoud, structuur, kwaliteit van de case analysis, mate waarin een antwoord gegeven wordt op het probleem. Voor presentaties: teamprestatie, inhoud, presentatie skills, interactie met de klas. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
naam code studiepunten contacturen
96
Philosophy I 61261010 3 20 (10 werkcollege, 10 hoorcollege) 4 dr. C.H. Krijnen Het doel van de cursussen Philosophy is om een filosofische reflectie te ontwikkelen op management- en organisatiedenken, bestaande uit een ondervraging van achtereenvolgens ontologische vooronderstellingen (Philosophy I, jaar 2) en epistemologische vooronderstellingen (Philosophy II, jaar 3). Centraal in de cursus Philosophy I staat het nadenken over de vraag 'wat is een organisatie?'. In het organisatiedenken zijn verschillende antwoorden op deze vraag te vinden. Deze antwoorden zijn niet eenvoudig met elkaar te verenigen in een coherent begrip. Desondanks is het niet alleen de bedoeling om tijdens de cursus inzicht te verkrijgen in de verschillende definities; tevens is het belangrijk om te reflecteren over de noodzakelijkheid van een theoretisch begrip dat die verschillende definities met elkaar verenigt. Om dit doel te realiseren is het essentieel om academische vaardigheden te ontwikkelen en te gebruiken, zoals het precies kunnen lezen van teksten, het kritisch bediscussiëren van die teksten en het adequaat en zorgvuldig verslag doen van lectuur en discussie. In de hoorcolleges bespreking van het thema aan de hand van de opgegeven tentamenliteratuur en in de werkcolleges bespreking van en discussie over de opdrachten die bij ieder hoorcollege worden gegeven. Reader schriftelijk tentamen Bestudering van de tentamenliteratuur, ondersteund door een responsiecolleges; de toetsing bestaat uit een schriftelijk tentamen ('zelfstudie'); òf verwerking van de opgegeven stof door deelname aan een werkgroep; de toetsing bestaat uit het maken van opdracht en schriftelijk tentamen Philosophy II 61341010 3 22 (10 werkcollege, 12 hoorcollege) hoorcollege: er worden 6 hoorcolleges gegeven waarin de opgegeven teksten worden besproken ter ondersteuning voor de eigen bestudering. werkcollege: deelname aan een werkgroep als de tweede vorm van onderwijs is niet verplicht, maar kan wel maximaal 1 bonuspunt opleveren. Bij
Bedrijfskunde
periode docent doel
inhoud
literatuur
toetsing naam code studiepunten contacturen periode coördinator docent doel
inhoud
deelname moet voor iedere bijeenkomst van een werkgroep een opgave gemaakt worden. 5 dr. J.H.P. Verburgt (e.a.) Inzicht verwerven in de aard van wetenschappelijk onderzoek en beslissingen die ten aanzien van de criteria voor waarheid, betrouwbaarheid en geldigheid van kennisclaims genomen moeten worden. Inzicht hierin is verbonden met verschillende filosofische opvattingen aangaande die beslissingen. De algemene formulering 'wetenschappelijk onderzoek' moet verder gepreciseerd worden. Om aan te sluiten bij kennisgebieden of disciplines waarin de studenten min of meer thuis zijn, is ervoor gekozen om specifiek aandacht te geven aan wetenschappelijk onderzoek in het veld van economie en management & organisatie. Krijnen, Ch., & B. Kee (red), Wetenschapsfilosofie voor economen en bedrijfskundigen. Een kritische inleiding. Deventer: Kluwer, 2007. Sheets van de hoorcolleges komen beschikbaar op Blackboard. schriftelijk tentamen Professional Skills 61341020 3 18 (18 practicum) Practica vinden plaats in verschillende peiodes. 3 dr. C.J. Vinkenburg onbekend (Namen worden later bekend gemaakt, docenten Klinische Psychologie FPP) Het doel van Professional Skills is het aanleren van vaardigheden die Bedrijfskundigen nodig hebben voor het uitoefenen van een beroep in de zakelijke dienstverlening. Het gaat hierbij om interview- en gespreksvaardigheden die van belang zijn bij ontwikkelings- en veranderingsprocessen in organisaties. Aan deze onderwerpen wordt aandacht besteed tijdens een practicum gespreksvaardigheden. Na afloop van dit practicum beschikken studenten over: Kennis van basale gesprekstechnieken Kennis van verschillende gespreksmodellen: open/half gestandaardiseerd interview en adviesgesprek Vaardigheden die zij kunnen toepassen in verschillende professionele gesprekken Vaardigheden om te reflecteren op eigen prestaties en om leerdoelen op te stellen Vaardigheden om feedback te geven aan medestudenten Een meer professionele beroepshouding. In zijn of haar toekomstige werkkring zal de afgestudeerde Bedrijfskundige dikwijls in situaties terechtkomen waarin een beroep wordt gedaan op interviewtechnieken en gespreksvaardigheden. Dit geldt niet alleen voor consultants maar ook voor projectmedewerkers, projectmanagers, management trainees, beleidsmedewerkers en financieel adviseurs. Tijdens het practicum Gespreksvaardigheden wordt aandacht besteed aan interviewtechnieken en gespreksvaardigheden die nodig zijn in
Examenonderdelen
97
adviestrajecten en veranderingsprocessen. Gespreksvaardigheden kunnen niet los gezien worden van sociale en communicatieve vaardigheden die nodig zijn bij het omgaan met in- en externe opdrachtgevers, cliënten en collega's. Het practicum zal vooral gericht zijn op het oefenen van vaardigheden die nodig zijn voor het houden van interviews. Interviews zijn belangrijk in de eerste fase van een adviestraject of opdracht, om informatie te verzamelen, voor het diagnosticeren van vraagstukken en het doen van onderzoek. Er zal in dit practicum met name aandacht zijn voor vaardigheden zoals vragen formuleren en stellen, luisteren, samenvatten, procesbewaking, schriftelijke verslaglegging van gesprekken en het leren herkennen van en omgaan met weerstanden tijdens een gesprek. Tijdens dit practicum van 6 bijeenkomsten worden in kleine groepen middels rollenspellen en met behulp van een videocamera adviesvaardigheden zoals luister-, gespreks- en feedbackvaardigheden geoefend. Het practicum wordt afgesloten met een opdracht. Dit betreft het afnemen van een interview en het maken van schriftelijk verslag waarin zowel aandacht wordt besteed aan het proces als aan de inhoud van het interview. werkwijze Practicum bijeenkomsten (6x3 uur) in kleine groepen literatuur Wiertzema, K.H. & P. Jansen, A comprehensive introduction to communication. London / Dongen: Ardens Publishers, 2006. Aanvullende literatuur wordt uitgereikt tijdens de practicum bijeenkomsten toetsing practicumverslag Practicumverslagen, opdrachten en participatie. naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
Purchasing and E-Procurement 61331050 6 32 (8 werkcollege, 24 hoorcollege) 4 prof.dr. A.R. van Goor ((ad interim)) Resultaatverbetering (winstverhoging) kan door organisaties in principe maar op twee manieren worden bereikt: door omzetverhoging of door kostenverlaging. Kijkend naar de kosten van een organisatie, maakt duidelijk dat gemiddeld meer dan 70 procent van alle kosten te maken heeft met ingekochte goederen en diensten. Dit maakt direct duidelijk dat inkoop - als significante kostenpost - van sterke invloed is op het resultaat en dat verbeteringen in inkoop leiden tot aantoonbare verbeteringen van het resultaat. Sterker nog, met inkoop kan het resultaat effectiever worden verbeterd dan met verkoop. Organisaties onderkennen dit meer en meer, wat er onder meer toe leidt dat inkoop hoger op de agenda's van directies en management komt te staan. Het doel van het vak Purchasing & Eprocurement is het overdragen van de meest relevante inkoopkennis en ervaring aan studenten, opdat zij in het bedrijfsleven hierover met anderen professioneel mee kunnen denken en praten. inhoud Het vak Purchasing & E-Procurement richt zich op het inkopen van goederen en diensten in de brede zin van het woord. Zowel het traditionele inkoopproces als het elektronisch inkopen komen aan bod. Onderwerpen die zullen worden behandeld zijn: Het toenemende belang van inkoop: waarom wint inkoop aan populariteit?
98
Bedrijfskunde
Inkoopstrategie en inkoopproces: hoe koopt een organisatie in? Leveranciersmanagement: hoe werkt een organisatie optimaal samen met leveranciers? De organisatie van inkoop: wie koopt er binnen een organisatie in? Wordt dat centraal, decentraal of anders gedaan? En wat is de rol van de Chief Purchasing Officer (CPO)? E-procurement: hoe kan het internet worden gebruikt bij inkoop? Inkoopprestatiemeting: Purchasing Performance Measurement Inkoopcontrol: hoe kan een organisatie gericht haar inkoop verbeteren en kosten verlagen? literatuur Weele, A.J. van, Purchasing and Supply Chain Management. 4th edition, Thomson Learning, 2004, ISBN10: 1844800245 toetsing schriftelijk tentamen 70 procent van het eindcijfer paper 30 procent van het eindcijfer opmerkingen Enkele hoorcolleges worden gegeven door gastdocenten uit het bedrijfsleven en de consultancy.
naam code studiepunten contacturen periode coördinator docenten doel
Quantitative Business Analysis 61241030 3 24 (12 hoorcollege, 12 casecollege) 4 prof.dr.ir. C.A.G.M. van Montfort prof.dr.ir. C.A.G.M. van Montfort; dr. J.R. van den Brink Dit vak heeft tot doel het geven van inzicht in het gebruik van kwantitatieve beslissingsmethoden voor managementvraagstukken. inhoud In dit vak ligt het accent op beslisbomen en spelbomen. Beslisbomen en spelbomen zijn moderne management gereedschappen voor het analyseren van financiële beslissingssituaties met onzekerheid en voor het analyseren van onderhandelingssituaties met meerdere spelers. Deze kwantitatieve analysemethodes zullen worden behandeld in het kader van praktische toepassingen waarbij gebruik gemaakt wordt van ondersteunende software voor management doeleinden. literatuur De volgende literatuur is verplicht voor het tentamen: Montfort, K. van & R. van den Brink, Quantitative Business Analyses. London: Pearson Publishing, ISBN 978-1-84776-399-0 Sheets bij hoorcolleges, beschrijvingen cases en practicumopgaven op Blackboard toetsing schriftelijk tentamen Twee cases (40 procent) en een schriftelijk tentamen (60 procent). Zowel het gemiddelde cijfer over de twee cases als het tentamencijfer moeten minimaal 5.0 zijn. subject code credits contact period
Services Logistics 61332060 6 34 hours (10 casecollege, 24 lecture) 4
Examenonderdelen
99
co-ordinator prof.dr. A.R. van Goor lecturers prof.dr. A.R. van Goor; dr.ir. K.S. de Smidt-Destombes aim The introduction of a number of logistics concepts that can be used for a logistics screening of production, trade and distribution companies To be able to calculate with different logistics tools A first introduction into Supply Chain Management content Logistics concept of purchasing, production, distribution and reverse logistics: Terms and definitions in logistics; logistics costs Competitive strategy and logistics Interfaces with marketing, procurement and ICT Integrated logistics concept Demand forecasting and inventory control Logistics Subsystems : Purchasing logistics and E-procurement Production logistics, MRP, JIT and OPT Distribution logistics, DRP, E-logistics Reverse logistics and Sustainability Supply Chain Management: Terms and definitions Supply Chain Logistics SCM trends and research Service Logistics: Service Level Agreements: Performance measures Maintenance concept Inventories and Spare Parts management literature Visser, H.M. e.a., Logistics: Principles & Practise. Groningen: Wolters, 2006, ISBN 90.207.3304.4. Electronic reader with selected articles examination format written interim examination 70 percent case 10 percent working paper 20 percent naam code studiepunten contacturen periode coördinator docent doel
Services Marketing Management 61241010 6 22 (14 hoorcollege, 8 casecollege) 5 drs. I.J.C. Leijen drs. I.J.C. Leijen Leren reproduceren en begrijpen van definities, modellen en theorieën van servicemarketing Het kunnen onderscheiden en combineren van de verschillende theorieën Het kritisch leren omgaan met definities, modellen en theorieën Het leren toepassen van de inzichten uit de theorie in praktijkcases inhoud Introductie service concept en definitie De invloed van services op marketing management
100
Bedrijfskunde
Ontwikkelen van nieuwe services Rol van process in services, blueprinting Rol van de werknemer(People) in service organisaties Dimensies en doel van de servicescape Distributie van services Prijsstrategie voor service organisaties Managen van vraag en aanbod in services Segmenting, targetting en positioning Service quality Customer loyalty Marketing communicatie bij services literatuur Lovelock, Christopher and Wirz, Jochen (2007). 'Services Marketing, People, Technology, Strategy'. 6th edition. Pearson Education Ltd., ISBN 0-13-205676-3. Artikelen (via Blackboard) Opdrachten (via Blackboard) toetsing schriftelijk tentamen presentaties en opdrachten.
naam code studiepunten contacturen periode coördinator doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
Statistics I 61131030 6 48 (24 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) 5 drs. K. van den Hoeven Statistics I heeft heel specifiek tot doel inzicht te geven in hoe bij een gegeven dataset op verantwoorde wijze conclusies te trekken zijn omtrent de populatie(s) waaruit de dataset getrokken is (zijn). Bij het vak Statistics I wordt allereerst ingegaan op beschrijvende statistiek (grafische weergave, frequentieverdelingen, gemiddelde, spreiding, etc.) en wordt de basis gelegd voor inferentiële statistiek (kansberekeningen, discrete en continue stochastische variabelen en steekproefverdelingen). Verder worden er enkele onderdelen uit de toetsende statistiek aan de orde gesteld (onder andere toetsen op gemiddeldes, fracties en varianties in een, twee of meer populaties, chikwadraat-toets, variantieanalyse, non-parametrische toetsen en regressieanalyse). In de hoorcolleges (twee maal twee uur per week) worden de algemene principes aan de orde gesteld, aangevuld met voorbeelden. In de practica (ook twee maal twee uur per week) werken studenten aan oefenopdrachten. Er zijn tevens huiswerkopdrachten die gedeeltelijk met behulp van de computer (Excel/PHStat) gemaakt dienen te worden. Berenson, M.L., D.M. Levine & T.C. Krehbiel, Basic Business Statistics. Concepts and Applications. Speciale druk. Prentice-Hall International Inc. (Nadere informatie volgt!). Overig studiemateriaal kan worden gedownload van Blackboard. schriftelijk tentamen
subject Statistics II code 61251910 credits 3
Examenonderdelen
101
contact period co-ordinators aim
content
form of tuition
literature
examination format entry requirements
subject code credits contact period co-ordinator lecturer aim
102
18 hours (4 tutorial, 6 practical, 8 lecture) 3 dr. J.M. Sneek; drs. K. van den Hoeven The purpose of Statistics II is to provide students with a basic knowledge of inferential statistics and the means to apply the relevant techniques in SPSS, including the ability to prepare external data for use in SPSS. This course starts with an introduction to SPSS and preparation of external data files to SPSS format. This course is also a continuation of Statistics I. Many students will later in their professional life be exposed to data analysis (estimation and testing) and/or be required to understand scientific articles or conclusions based on empirical data. In Statistics II - assuming knowledge of the principles of Statistics I - several additional topics from testing and estimation are covered, including tests on means, proportions and variances in one, two or more populations, and including chi-square tests and other non-parametric tests applicable to one, two or more populations. Also regression analysis is one of the topics. Topics from Statistics I will be quickly repeated within the SPSS instruction, for new topics there is some emphasis on creating, understanding and analyzing computer output. Four times two lecture hours, three times two computer tutorials and two times two 'ordinary' tutorial hours. All these hours are in week one till week three.In the lectures an introduction, overview and some examples are given, including a demonstration of how to run SPSS. In the computer tutorials students make exercises individually on a computer using SPSS. In the 'ordinary' tutorial hours students make exercises in class. M.L. Berenson, D.M. Levine & T.C. Krehbiel, Basic Business Statistics. Concepts and Applications. 10th edition. ISBN 0-13-197581-1, Prentice Hall. Other materials can be downloaded from Blackboard. written interim examination plus an examination on a computer using SPSS and MS Word Some proficiency in Statistics I is assumed, though it is no formal prerequisite. Strategic Management and the Strategy Process 61312030 6 24 hours (24 lecture) lectures plus group presentation 4 drs. M.M. Rietdijk drs. M.M. Rietdijk (prof. Kees van der Heijden, Martien van Winden MBA) After this course students are able to: Describe and explain recent approaches of strategic management - as scientific field - and apply these to problems in the professional field of strategic management Search, select and critically assess scientific publications in the field of strategic management Analyze the strategy process in an organization, to facilitate strategic conversations and to formulate and implement a strategy Present and write a group report
Bedrijfskunde
content This course is focused on recent developments in the scientific field of strategic management and the professional application of Scenario planning. Scenario planning helps organizations develop more than one long term perspective on their environment and core business. The course follows Structuring Organizations of the first year and Strategy Development, Implementation and Evaluation of the second year. In the first part of this course you will study different strategic schools. During the second part you will learn to formulate and implement strategy by the Scenario learning approach. You will deepen and apply your knowledge about Strategic Management at a real life firm. literature Heijden, Kees van der, Scenarioplanning. 2nd edition, Wiley, 2005. Rietdijk, Marius & Martien van Winden, Slag om de toekomst. Bedrijfsstrategieen voor goede en slechte tijden. Balans, 2003 (recommended for Dutch students). examination format written interim examination about the book and (guest)lectures 50 percent presentation group presentation (sufficient/insufficient), group report 50 percent subject code credits contact period lecturer aim
Strategy and Economics 60342040 6 24 hours (6 practical, 18 lecture) 5 dr. H.E.D. Houba How to translate economic situations, in which an economic decision maker must take into account decisions taken by others, into a strategic model. This requires knowledge of available models and concepts to deal with so-called 'strategic uncertainty'. This includes mastering computational techniques. content On an evening, you zap TV channels and, suddenly, you watch Shop4Nop on RTL5. The unique-lowest bid wins the expensive plasma screen TV you fancy. You decide to bid, but how many others bid, how do they bid, what is your best bid? You wonder whether take-over battles can be seen as auctions between competing firms. How do they prepare bids? In the supermarket, you are thrilled about price reductions. You may wonder, is there a similarity between price competition and an auction? In your team project, some team member free rides on your effort and you realize that your grade also depends upon this member's contribution. Everywhere people, firms and institutions interact with each other in many different settings. For instance, negotiations for a contract or treaty, individuals or firms contributing to a joint partnership, managers motivating employees. Firms compete on the market, including web-shops, procurement auctions in B2B for contractors, and art-lovers competing at Christies. In all cases, the final outcome for each participant also depends upon the behaviour of others. Each participant has to deal with the strategic uncertainty about how the others will behave. Game theory deals with strategic uncertainty and has become an influential toolbox in modern Economics. This course offers an introduction to the major game theoretic concepts that are applied to a variety of highly-stylized or abstract economic models in order to focus on the relevant economic issues. These economic models
Examenonderdelen
103
literature examination format
entry requirements
remarks
come from Industrial Organisation, Microeconomics, Macroeconomics, Labour Economics, Auction Theory, Negotiation Theory and Contract Theory. Worldwide, game theoretic economic models influence the policy debate on market regulation, central bank independence, WTO, liberalization of public utilities such as telephone and electricity markets. Implications for economic policy are also discussed. Topics: games and strategies Nash equilibrium and its modifications for dynamic games and games with incomplete information co-ordination market competition negotiations repeated interaction auctions the market for used cars job markets reputation and signalling Special attraction: Learn why many contributors to game theory received a Nobel prize in Economics. Watson, J., Strategy, an Introduction to Game Theory. W.W. Norton & Company, 2002. written interim examination (75 percent ) and take-home exam (25 percent) covering the first two blocks. The written interim exam has two opportunities, while the take-home exam only has a single opportunity. Students should have sufficient knowledge of basic concepts from Microeconomics, Mathematics and Statistics and the capability to apply these correctly. For VU students this involves the courses: Microeconomics 1.1 en 1.2 Quantitative Methods (Kwantitatieve Methoden 1.1, 1.2, 1.4 & 2.5) This course is especially recommended to students interested in a Master in Economics or a career at some market regulating authority.
naam code studiepunten contacturen periode lecturer aim
Strategy and Environment 2.1 61211020 6 22 (14 hoorcollege, 8 casecollege) 5 dr.ir. P.W.L. Vlaar Het verwerven van kennis over en inzicht in het ontwikkelen, implementeren en evalueren van strategieën door ondernemingen en andere organisatie. Studenten zijn na de cursus in staat de verworven kennis en inzichten betreffende strategische concepten en analyses toe te passen op actuele casussen in het bedrijfsleven en bij non-profit organisaties. content Attributen en elementen van strategie, strategische managementprocessen, diverse perspectieven op strategie, invloed van de omgeving, rol van resources, capabilities en verwachtingen, scenario analyse, portfolio analyse, competitief voordeel, cultuur en politiek, competitie en collaboratie, strategische interactie, strategische opties, allocatie van middelen, analyse
104
Bedrijfskunde
van strategieën, strategische veranderingsprocessen en barrières voor strategische verandering. werkwijze Hoor- en casecolleges. In de hoorcolleges wordt de theorie uiteengezet. In de casecolleges wordt de theorie toegepast op concrete bedrijfsvraagstukken en bedrijfsproblemen (cases). Studenten werken de cases uit door middel van een schriftelijk verslag en/of mondelinge presentatie. Voor de casecolleges geldt een aanwezigheidsplicht. literature Bob de Wit en Ron Meyer (2004), Strategy: Process, Content, Context. An International Perspective, 3rd edition, London: Thomson Artikelen en case-beschrijvingen zijn te verkrijgen via Blackboard toetsing schriftelijk tentamen + schriftelijke en mondelinge presentaties van case-uitwerkingen subject code credits contact period lecturer aim content
literature examination format
entry requirements
Strategy and Environment 3.5 60332020 6 24 hours (24 lecture) 5 to be announced Gain theoretical knowledge in the field of strategy and environment Develop skills in translating the theory into practical solutions The course starts with an overview of recent theoretical developments concerning the three strategic questions each organisation has to deal with. After that, the attention will go to strategic analysis, development of strategic alternatives and the issues of choice and implementation. Using smaller cases, the students can learn to apply the theories discussed and studied in stylised practical situations Will be announced later. written interim examination Written examination tests knowledge of and insight in the compulsory literature. assignment The assignment tests the skills in applying the knowledge acquired to a real life case (company name to be announced later). The literature for Management and Organisation 1.1 (M&O 1.1, chapter 7) or a similar basic treatment of the strategy process.
subject code credits contact
Technology and Innovation 61312040 6 36 hours (12 active learning methods, 12 lecture, 12 supporting lecture) interactive assignment sessions. plenary analysis sessions (including film material, interactive analysis, example development and case study feed-back) period 1 lecturer dr.ir. B.A.G. Bossink aim The course offers a framework for thinking about innovation across technological, market and organizational perspectives. It focuses on the resources, organization and processes of innovation. The course explains how an organization can keep innovating within and across the
Examenonderdelen
105
content
form of tuition
literature
examination format
entry requirements
organizational boundary, and how such innovation affects the organization and society. Innovation strategy, national and competitive environments, innovation processes, innovation alliances, corporate innovative venturing, innovative organizations, organization designs for innovation. The lectures focus on an introduction and explanation of the theory. These prepare for the exam. The plenary analysis sessions focus on the explanation and discussion of both theory and assignment. These prepare for both the exam and the assignment. The interactive assignment sessions concentrate on the group assignments (3 students per group). These prepare for the assignment. Paul Trott, Innovation Management and New Product, 4th edition, 2008. London: Prentice Hall. Scientific articles published on the T&I Blackboard site written interim examination (60 %) and group-based assignment (40%). The theory is examinated in an individual exam. The application of the theory is graded in a group-based assignment. Students of Business Administration and students Science, Business and Innovation will be mixed in the group-based assignment. Students Business Administration: Strategy and Environment Students Science, Business and Innovation: one of the Innovation Projects
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Toegepaste data-analyse 60331070 6 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 dr. J.M. Sneek; drs. K. van den Hoeven Dit vak verschaft de student inzicht in een aantal belangrijke statistische technieken dat bij kwantitatief economisch onderzoek gebruikt (kan) worden. Verder wordt de student bekend gemaakt met bijbehorende computersoftware (met name SPSS). inhoud Managementbeslissingen vereisen goed en degelijk vooronderzoek. Een essentieel onderdeel van dergelijk onderzoek is het op de juiste wijze kunnen uitvoeren en interpreteren van kwantitatieve analyses. Dit geldt voor allerlei bedrijfskundige en bedrijfseconomische vraagstukken zoals die voorkomen op het terrein van Marketing, Finance en/of Accounting. In deze cursus komen technieken aan de orde die op deze vakgebieden van toepassing zijn. Te denken valt aan (een selectie uit) onderwerpen als factoranalyse discriminantanalyse logistische regressie multivariate (co)variantieanalyse conjoint analyse clusteranalyse multidimensional scaling correspondentieanalyse data-transformaties
106
Bedrijfskunde
simulatie en bootstrapping in Excel Deze technieken zijn complex van aard, maar tijdens de colleges zal de theoretische diepgang worden beperkt en zal het accent liggen op de praktische bruikbaarheid via economische toepassingen met behulp van statistische programmatuur. Het vak zal in ieder geval goed te volgen zijn voor een student met kwantitatieve belangstelling, die met succes heeft deelgenomen aan de Kwantitatieve methodenvakken en het 3e jaars vak Methoden & Technieken. literatuur De literatuur op dit gebied zal nog nader vastgesteld worden. Er verschijnen enkele nieuwe titels per jaar, steeds meer inclusief economische data geschikt voor computertoepassingen. toetsing schriftelijk tentamen in combinatie met het inleveren van een aantal individueel uitgewerkte (computer-)opdrachten.
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
literatuur toetsing opmerkingen
Toegepaste kwantitatieve economie 60321080 6 24 (12 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 2 dr. M. Massmann Het zelfstandig kwantitatief economisch onderzoek kunnen doen aan de hand van een aantal bekende modellen uit de toegepaste econometrie. Het vak TKE geeft een inleiding in econometrische methoden. Er zullen een aantal econometrische basisbegrippen worden besproken, zodat duidelijk wordt waar in de praktijk op gelet moet worden bij het schatten van economische modellen. Tijdens de statistiekblokken heeft men kennis gemaakt met regressieanalyse. Nu zal bestudeerd worden hoe regressieanalyse kan worden gebruikt om economische modellen te schatten. Er zullen schatters worden geïntroduceerd, en duidelijk worden gemaakt wat hun eigenschappen zijn en wanneer ze gebruikt worden. Verder zal aandacht worden besteed aan methoden warmee de correcte specificatie van een econometrisch model kan worden bepaald. Een belangrijk onderdeel van de cursus zijn tijdreeksmodellen en hun voorspelprestaties. De econometrische procedures zullen tijdens de cursus door de studenten worden toegepast om empirische (d.w.z. macro- en microeconomische alsmede financiële) gegevensbestanden te modelleren. Voorbeelden zijn prijsinflatie, het schoolingsniveau en het rendement van aandelen. Gebruik wordt gemaakt van het EViews software pakket, soms in de PC-zaal en verder met zelfstudie. Op deze wijze zullen de studenten later in staat zijn om in hun werk vaak voorkomende modellen te herkennen en correct toe te passen. J. H. Stock & M. W. Watson, Introduction to Econometrics. 2nd edition, Boston: Pearson Education, 2007. opdracht in groepjes van twee studenten. Dit keuzevak wordt in het bijzonder aanbevolen aan studenten die een MSc in Finance willen gaan doen.
Examenonderdelen
107
subject code credits contact period lecturers aim
content
literature examination format
108
Transport and Network Economics 60332110 6 24 hours (24 lecture) The course will be taught in English if foreign students participate. 4 dr. M. Lijesen; prof.dr. P. Rietveld This course offers an introduction to economic theories and methods that are useful for understanding transport and other network performance. The objective of the course is to provide a toolkit for adequately analyzing, from the economic perspective, transport issues and problems such as congestion, environmental effects, safety, private and public operation and coordination, monopoly power, public transport subsidies and quality, and spatial aspects of transport. Important parallels can often be drawn with the economic functioning of other types of network markets (telecommunication, the Internet, etc.). Where appropriate, these parallels will be emphasized and illustrated. Transport problems require ongoing attention from firms, individuals and governments. Examples are limited parking space in cities, daily traffic jams, unreliability, bottlenecks in freight transport, space constraints for large nodes such as airports and harbours, concentration in aviation, and quality issues in public transport. It is no coincidence that transport problems are often so persistent and multi-faceted. An important economic explanation lies in the wide-spread existence of market failures in transport, including market power and external effects. It is important to understand the economic functioning of transport markets when optimizing locational choices and logistic strategies for firms. It is also important when formulating policy recommendations in the field of transport policy itself, but also for spatial and economic policies. Even the macroeconomic performance of a country like The Netherlands will to a certain extent depend on the functioning of transport markets, witness the worries over national grid-lock, and the importance that is attached to the functioning of 'mainports' like the Rotterdam Harbour and Schiphol Airport. These and related topics will be discussed in this course. More specifically, we address: the demand for transport (passengers and freight) transport costs (time and money, economies of scale, congestion, the environment, traffic safety) transport infrastructure investments market failures in transport; transport policy competition in transport markets A first thematic lecture will address the contribution of Schiphol Airport, and other transport infrastructure, to the Dutch economy. A second thematic lecture addresses transport pricing policies, such as road pricing (kilometerheffingen) For these lectures, students will prepare a written assignment that will make up 20 percent of the final grade. Boyer, K.D., Principles of Transportation Economics. Addison Wesley, 1997. written interim examination 80 percent
Bedrijfskunde
assignment 20 percent recommended This course may be of interest both to students in Economics and to students background knowledge in Business Administration (specialization TDL: Transport, Distribution and Logistics). The course is related to a number of other third year's courses, including Urban Economics, Environmental Economics and Management and Real Estate Economics. naam code studiepunten contacturen
periode coördinator docenten doel
inhoud
Transport, Distribution and Logistics 61322400 6 32 (8 werkcollege, 24 hoorcollege) Naast een wekelijks hoorcollege over de transportsector en een wekelijks hoorcollege over de logistieke dienstverlening is er een werkcollege. De student moet in een kleine groep een werkstuk schrijven over een actueel onderwerp in transport of logistieke dienstverlening. 2 prof.dr. A.R. van Goor prof.dr. A.R. van Goor; dr. A.J.H. Pels Nederland heeft een lange traditie als distributieland. Bekende bedrijven zijn onder meer: DSV, TNT, Schiphol, KLM, ECT Rotterdam en de NS. Veel Amerikaanse en Japanse bedrijven hebben hun Europese Distributiecentrum (EDC) gevestigd in ons land. Maar Nederland moet op het gebied van de zakelijke dienstverlening binnen transport, distributie en logistiek (TDL) alle zeilen bijzetten om een toonaangevende rol te kunnen blijven spelen. Verladers en vervoerders moeten daartoe meer bedrijfskundige kennis in huis halen. Het vak TDL richt zich op de belangrijkste bedrijfskundige vraagstukken, die van belang zijn voor de continuïteit van de sector, zowel als aan verladers- als vervoerderszijde. In het vak TDL worden transport vraagstukken en logistieke beslissingen evenwichtig op elkaar afgestemd. Studenten worden vertrouwd gemaakt met de bedrijfskundige logistieke ontwikkelingen binnen vier soorten ketenpartners: Verladers als IBM, Unilever, Blokker, etc. Mainports als Rotterdam / Amsterdam, Schiphol Transporteurs als NS, KLM, Connexxion Logistiek dienstverleners als DHL, TNT, DSV Ieder sector - introductievak moet vooral worden gezien als een integratie van bedrijfskundige gebieden, die in de BK-opleiding aan de orde zijn geweest Bij TDL is het de bedoeling dat we focussen op een bepaald bedrijf uit de sector en daar kennis over het merendeel der bedrijfskundige functies toepassen. Voor bijvoorbeeld DL betekent dit dat de studenten in een groepje een theorieverhandeling schrijft over 'the state of the art' van een functioneel gebied (strategie, marketing, ICT, etc. ) in de sector logistieke dienstverlening en dat zij vervolgens toetsen in hoeverre het pilotbedrijf voldoet aan de theorie. Aanbevelingen worden gedaan aan het management van het bedrijf, dat bij het eerste en het laatste college aanwezig is. Op deze wijze gaat een sector voor de studenten leven en vormt het vak een prachtige afronding van de bachelorstudie. Voor T betekent dit dat de studenten in een
Examenonderdelen
109
groepje een werkstuk schrijven over onderwerpen die in het hoorcollege aan de orde zijn geweest, bijvoorbeeld intermodaal vervoer, road pricing, combinatie personen en goederenvervoer, de strategie van de haven van Amsterdam, de internationale strategie van een mainport als Schiphol of een internationale vervoerder. De toepassing van de theorie moet leiden tot duidelijk geformuleerde beleidsaanbevelingen. literatuur Wordt nader aangekondigd Reader met artikelen en afdrukken collegesheets toetsing schriftelijk tentamen 70 procent werkstuk 30 procent subject code credits contact period lecturers aim
Urban Economics 60322070 6 24 hours (24 lecture) 2 dr. J. Rouwendal; dr. T. de Graaff Most economic activities such as production, consumption and innovation take place in urban areas, despite the relatively high location costs. Why is this the case, and how does this affect the economic behaviour of firms and households? This course in Urban Economics addresses these and related questions, and studies the relation between urban space and economics. How does the factor (urban) space affect the behaviour of firms and households? And reversely, which implications result from such behaviour for the spatial development of cities? Such insights are developed both through studying theoretical backgrounds and by considering practical examples of the issues at hand. content One of the central topics in this course is the location behaviour of firms. How can a firm increase its profits by choosing a more appropriate location? Why are so many firms interested in expensive locations at, for example, the Amsterdam South Axis? Why do for example computer and fashion shops often cluster in space, while bakers are typically dispersed over a city? Will the advent of e-commerce cause firms to leave crowded and expensive cities? For households, comparable questions arise. Why are certain social and ethnic groups oftentimes clustered in space, and is this desirable? How do location choices of firms and households interact? The aggregate result of these choices, in terms of the development of land use in modern cities, will also be addressed, taking into account the role of land prices and transport costs. Topics of interest include the economic backgrounds and consequences of suburbanization, the rise of urban 'subcentres', and the rise of so-called 'network cities', as witnessed world-wide (and in The Netherlands alike). We will also look at interdependencies between cities, in terms of their economic dynamics and functional development. Why and how do cities specialize, why does nearly every country have a few big cities and many smaller towns and villages, and are such arrangements economically desirable? Finally, some typically urban problems will be addressed from the economic
110
Bedrijfskunde
viewpoint, such as segregation, poverty and criminality. The course comprises 12 lectures of two hours each. Most of these are organized such that, apart from the teacher's explanation of the essential material, students will make small exercises so as to better comprehend the material. In addition, two thematic lectures are included, in which assignments will be discussed. literature O'Sullivan, A., Urban Economics. 6th edition. Boston: Irwin McGraw-Hill, 2007. examination format written interim examination 80 percent assignment 20 percent remarks This course has links with several other courses in the third year, such as Transport and Network Economics, Environmental Economics and Management (Milieueconomie en management), and Real Estate Economics (Economie van het onroerend goed). Basic knowledge of microeconomics is a prerequisite. In case there are no foreign students, this course will be taught in Dutch. naam code studiepunten contacturen periode coördinator docent doel
Werkcollege Accounting: Financial Accounting 60311019 6 20 (20 werkcollege) 3 en 4 drs. E. de With drs. J.F. Veldman Voor de beoordeling is niet alleen van belang de cijfers voor de uitgewerkte cases en het cijfer voor de paper, maar eveneens de participatie in de discussie tijdens de colleges en de presentatie van de paper. inhoud Financial Accounting houdt zich bezig met de problematiek van de financieel-economische berichtgeving aan externe belanghebbenden bij de organisatie. De theorie welke aan bod is gekomen bij het vak Financial Accounting 3.1 wordt toegepast aan de hand van een aantal cases op het gebied van financiële analyse. Daarnaast dient een paper te worden geschreven op het terrein van financiële verslaggeving. toetsing paper en cases. Voor de beoordeling is niet alleen van belang de cijfers voor de uitgewerkte cases en het cijfer voor de paper, maar eveneens de participatie in de discussie tijdens de colleges en de presentatie van de paper. voorkennisvak 60312080: Financial Accounting 3.1 naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Werkcollege Accounting: Management Accounting 60311017 6 20 (20 werkcollege) 3 en 4 drs. E. de With De belangrijkste doelstellingen van het werkcollege zijn: het verkrijgen en verdiepen van kennis en inzicht op het gebied van
Examenonderdelen
111
Management Accounting het op wetenschappelijk verantwoorde wijze rapporteren over een bepaald onderwerp het bevorderen van de presentatie- en discussievaardigheden Management Accounting houdt zich bezig met de problematiek van de financieel-economische berichtgeving aan interne belanghebbenden bij de organisatie. Drie onderwerpen worden bij het keuzevak Management Accounting uitgebreid behandeld: kostprijsberekening van producten (product costing) management control (accounting for planning and control) beslissingscalculaties (accounting for decision making) De eerste 4 weken worden cases behandeld. Het eerste college uur wordt de eerste case behandeld. Eén van de studenten wordt aangewezen voor de bespreking van de case. Het tweede college-uur wordt dezelfde procedure gevolgd voor de tweede case. De volgende 6 weken worden papers besproken. Iedere student moet een paper (klein werkstuk) schrijven en verdedigen. In de paper moet vooral worden ingegaan op de praktijk van een bepaald onderwerp. De maximale omvang van een paper is 15 pagina's (regelafstand 1,5). De paper bestaat uit: Inleiding (1 pag.) Kern (8 à 12 pag.) Samenvatting en conclusies (1 pag.) Geraadpleegde literatuur (1 pag.) Charles T. Horngren, Srikant Datar, George Foster, Madhav Rajan and Christopher Ittner, Cost Accounting, A Managerial Emphasis. 13th edition, 2009, Pearson Education, Upper Saddle River, New Jersey paper + cases De cijfers voor de cases bepalen voor 30% het werkcollegecijfer. Het cijfer voor de paper (inclusief presentatie) bepaalt voor 70% het werkcollegecijfer. Bij de vaststelling van het eindcijfer wordt ook nog rekening gehouden met de participatie tijdens de colleges. Management Accounting 3.1
inhoud
literature
toetsing
entreevoorwaarden naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Werkcollege Macro-economie 60311029 6 20 (20 activerende werkvormen) 3 en 4 prof.dr. B. Compaijen Het leren schrijven van een wetenschappelijke verhandeling, presenteren van de voornaamste bevindingen en discussiëren hierover. inhoud Macro-economisch onderwerp naar keuze. toetsing werkstuk en presentatie; participatie.
naam code studiepunten periode
112
Werkcollege Management en organisatie 60321029 6 3 en 4
Bedrijfskunde
coördinator dr. O. Bouwmeester docent dr. O. Bouwmeester doel Doelen van het werkcollege zijn Zelfstandig kunnen uitvoeren van literatuur onderzoek Het kunnen beoordelen van de kwaliteit van literatuuronderzoek Kunnen illustreren en interpreteren van theorie door praktijkvoorbeelden inhoud Het werkcollege biedt studenten de mogelijkheid om in het verlengde van het kernvak M&O 3.2 een verdiepend literatuuronderzoek uit te voeren dat aansluit bij een van de in het kernvak behandelde debatten. De uitkomsten van het literatuuronderzoek moeten theorievormend zijn, en geïllustreerd worden door enige vorm van triangulatie (Eisenhardt 1989), bijvoorbeeld door het doen van enkele semigestructureerde interviews, of vergelijking van theorie met de toepassing daarvan door consultants in rapporten, door journalisten in artikelen etc. Daartoe stellen studenten een plan van aanpak op, schrijven individueel een conceptpaper, bespreken dit aan de hand van kritieken op elkaars concepten en werken het uit tot een definitief paper. literatuur Het werkcollege biedt studenten de mogelijkheid om in het verlengde van het kernvak M&O 3.2 een verdiepend literatuuronderzoek uit te voeren dat aansluit bij een van de in het kernvak behandelde debatten. De uitkomsten van het literatuuronderzoek moeten theorievormend zijn, en geïllustreerd worden door enige vorm van triangulatie (Eisenhardt 1989), bijvoorbeeld door het doen van enkele semigestructureerde interviews, of vergelijking van theorie met de toepassing daarvan door consultants in rapporten, door journalisten in artikelen etc. Daartoe stellen studenten een plan van aanpak op, schrijven individueel een conceptpaper, bespreken dit aan de hand van kritieken op elkaars concepten en werken het uit tot een definitief paper. toetsing paper en opdrachten. naam code studiepunten contacturen
periode docent doel inhoud
Werkcollege Marketing 60311039 6 12 (8 activerende werkvormen, 4 college) 1 introductiecollege 3.3, 1 introductiecollege 3.4, 4 activerende werkvormen voor de gehele periode. Daarnaast individuele begeleiding. (opzet onder voorbehoud) 3 en 4 drs. E.F.J. Lancee (e.a.) Het verkrijgen van inzicht en vaardigheden met betrekking tot het doen van wetenschappelijk onderzoek in marketing. De student kan verschillende wetenschappelijke marketing vraagstukken vanuit verschillende invalshoeken beoordelen; De student weet een onderscheid te maken tussen A, B en C journals; De student kent de inhoudelijke vereisten voor het schrijven van een wetenschappelijk onderzoek en weet deze toe te passen; De studenten kan een relevante onderzoeksvraag formuleren evenals deelvragen, hypothesen en conceptueel model. De student kan vanuit bestaande literatuur de essentie filteren voor het eigen onderzoek en op basis daarvan een theoretisch kader schrijven. De student kan op een verantwoorde wijze in teamverband samenwerken
Examenonderdelen
113
m.b.t. het schrijven van een paper; De student kan de inhoud van het wetenschappelijk paper/ wetenschappelijk onderzoek op een heldere wijze presenteren; De student kan een discussie voeren met medestudenten over het wetenschappelijk paper/ wetenschappelijk onderzoek; De student is in staat op heldere wijze antwoord te geven op kritische vragen over het wetenschappelijk paper/ wetenschappelijk onderzoek. literatuur Voor de werkcolleges is geen verplichte literatuur noodzakelijk. De content van hoorcolleges en activerende werkvormen evenals al het corresponderende materiaal wordt aangeboden op Blackboard (sectie Course Documents). toetsing paper Voor de werkcolleges 3.3 en 3.4 wordt 1 cijfer gegeven. De weging is als volgt: voor het schrijven van het praktisch wetenschappelijk paper in periode 3.3 krijgt de student een cijfer dat 40 procent meeweegt in het eindcijfer. Voor het schrijven van het wetenschappelijk onderzoek in periode 3.4 krijgt de student ook een cijfer dat echter 60 procent van het gecombineerde eindcijfer bepaald. opmerkingen Blackboard voorziet studenten in studiehandleidingen voor het vak.
naam code studiepunten contacturen periode coördinator inhoud
Werkcollege Micro-economie 60321039 6 20 (20 werkcollege) 3 en 4 dr. H.G. Bloemen Gedurende deze periode schrijft iedere student een paper op individuele basis. Een student kiest zelf een onderwerp uit op het gebied van de microeconomie. Binnen dat gebied, is een zeer uiteenlopend scala van onderwerpen mogelijk, waaronder onderwerpen op het gebied van arbeidseconomie (arbeidsaanbod, werkloosheidsduur, beloningsverschillen, etc.), strategieën van bedrijven (research & development, mededinging, etc.), gedrag van huishoudens, ontwikkelingseconomie, transporteconomie en ruimtelijke economie, de werking van markten, en gezondheidseconomie. In een paper wordt aandacht besteed aan de theorie op het gebied van het onderwerp, de empirie, en de beleidsimplicaties. De papers worden uiteindelijk gepresenteerd binnen de groep deelnemers. Bij de klassikale presentaties krijgt iedere deelnemer ook een rol als discussiant, waarbij een paper van een medestudent besproken wordt. toetsing paper presentatie
114
Bedrijfskunde
Examenonderdelen
115
Index Ad valvas, 9; 27 Afdelingen, 18; 19; 34; 43 Bachelorscriptie, 5; 40; 44; 45 Bibliotheekcommissie, 22 Blackboard, 5; 9; 10; 31; 37; 38; 39; 44; 45; 80; 86; 101; 103 Colloquium doctum, 29 Deficiëntie in wiskunde, 28 Digitale leeromgeving, 9; 10 Ects, 5; 26; 27; 28; 33; 37; 38; 39; 40; 44; 45; 48 Eerste jaar, 5; 23; 26; 27; 28; 33; 37 Examencommissie, 22; 23; 24; 25; 27; 28; 40; 41; 47 Onderzoeksinstituten, 18 Opleidingscommissie, 17; 21; 22 Postgraduateopleiding, 21; 48 Studentenbalie, 9; 23 Tweede jaar, 5; 33; 36; 38; 39; 43 Voorwaardelijke toelating tot de master, 5; 48 Werkvormen, 5; 25; 36; 37; 77
116
Bedrijfskunde