Godgeleerdheid Studiegids 2009/2010
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Bachelor Religie en Levensbeschouwing Algemeen Bachelor Religie en Levensbeschouwing Toelatingsvoorwaarden Doelstelling Eindtermen Onderwijsvorm Programmabeschrijving De minor Programma onderdelen De opleiding na voltooid WO of HBO
9 9 9 9 10 10 10 10 11 11 14
2
Bachelor Theologie Algemeen Inleiding Opbouw bachelorcurriculum Toelatingsvoorwaarden Doelstelling Eindtermen Onderwijsvorm Programmabeschrijving De minor Programma onderdelen De opleiding na voltooid WO of HBO
15 15 15 15 15 16 16 17 17 17 18 29
3
Master Godgeleerdheid Inleiding Toelatingsvoorwaarden Eindtermen Onderwijsvorm Specialisatiemogelijkheden Doelstelling Opbouw van het programma
31 31 31 31 31 31 32 33
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3
4
Master Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing Inleiding Toelatingsvoorwaarden Structuur van het programma Doelstelling Eindtermen Opbouw van het programma Jaar 1 Jaar 2 Verdiepingsmodulen
39 39 39 39 40 40 41 41 42 42
5
Master Religie en Levensbeschouwing
45
1.1 1.1.1 1.1.2 1.2 1.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6
Inhoudsopgave
5
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9 5.1.10 5.1.11 5.1.12
Inleiding Toelatingsvoorwaarden Instromen via een pre-master Eindtermen Onderwijsvorm Structuur van het programma Geestelijke Zorg in Organisaties Levensbeschouwelijke vorming Communicatie en media Verdieping Islam Islamitische Jeugdzorg Islamitische Levensbeschouwelijke Vorming Islamitische Geestelijke Zorg
45 45 45 45 46 46 46 49 51 54 55 58 60
6
Master of Research in Reformed Theology (MARRT) Introduction Specialization Admission Learning objectives Form of instruction Overview and outline of the program The elements of the program
63 63 63 63 64 64 64 66
7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5 7.1.6 7.1.7 7.1.8 7.1.9 7.1.10 7.1.11
7
Master of Theology Introduction Admission requirements Learning objectives Form of instruction Structure of the program for all subprograms Subprogram Living Reformed Theology Subprogram Contextual and Cross-Cultural Theology Subprogram Bible Translation Subprogram Evangelical and Reformation Theology Subprogram Church Ministry Subprogram Pentecostal Studies Subprogram Divinity
67 67 67 67 68 68 72 73 73 74 74 75 75
8
Medewerkers
79
6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
7
8
Godgeleerdheid
1
1.1 1.1.1
Bachelor Religie en Levensbeschouwing Algemeen Bachelor Religie en Levensbeschouwing De bacheloropleiding Religie en levensbeschouwing is een driejarige opleiding. De opleiding richt zich op de kennis van de in onze samenleving manifesterende levensbeschouwelijke en religieuze stromingen. De opleiding biedt tevens een praktische oriëntatie op religie en levensbeschouwing binnen onze maatschappij. De bacheloropleiding Religie en Levensbeschouwing heeft een omvang van 180 European Credits (EC) waarbij 1 EC 28 studiebelastingsuren omvat. De meeste studieonderdelen hebben een omvang van 168 studiebelastingsuren (= 6 EC). Onder studielast wordt verstaan: alle activiteiten die met studeren te maken hebben, zoals het volgen van colleges, het voorbereiden van hoor- en werkcolleges, het uitwerken van opdrachten, het schrijven van papers en de voorbereiding voor de tentamens. Een voltijdstudent behoort 1680 uur per jaar aan de studie te besteden. De studielast van elke onderwijseenheid is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling. De regeling is te vinden op de site van de faculteit www.godgeleerdheid.vu.nl>studenten>reglementen en handleidingen
1.1.2
Toelatingsvoorwaarden De vooropleidingseis voor de bachelor Religie en Levensbeschouwing, is een vwodiploma (alle profielen). Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s. Tot de opleidingen worden eveneens toegelaten: • bezitters van een diploma gymnasium A en B; • bezitters van een diploma hbs-A of hbs-B; • bezitters van een diploma afsluitend examen hbo of wo; • bezitters van een hbo-propedeuse (behaald na 4 september 1986); • bezitters van een wo-propedeuse. Moderne talen Leesvaardigheid Engels wordt verondersteld van alle bachelorstudenten Religie en Levensbeschouwing. Heb je onvoldoende kennis van het Engels dan dien je dit zelf op voldoende niveau te brengen. Eén van de mogelijkheden is het volgen van de cursus Allround Engels van het Centrum voor Studie en Loopbaan van de VU, naast het gewone programma van de opleiding. Zie voor meer informatie http://www.vu.nl/nl/studenten/cursussen-stages-scriptie/cursussen/index.asp Voor de bacheloropleiding Religie en Levensbeschouwing wordt geen kennis van het Frans of Duits verondersteld. Toelatingsonderzoek Voor hen die niet voldoen aan een van de hierboven gestelde eisen en 21 jaar of ouder zijn bestaat de mogelijkheid een universitair toelatingsonderzoek, een colloquium doctum, te doen. Zie voor meer informatie www.vu.nl/colloquiumdoctum.nl Bachelor Religie en Levensbeschouwing
9
1.2
Doelstelling Met de opleiding Religie en Levensbeschouwing wordt beoogd brede basiskennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen op het gebied van de religie en levensbeschouwing op een zodanig niveau dat de afgestudeerde in staat is een masteropleiding Religie en Levensbeschouwing te volgen.
1.3
Eindtermen De student(e) die deze opleiding heeft afgerond beschikt over: • een algemene oriëntatie op de grondslagen van de studie van godsdienst en levensbeschouwing en de plaats die deze binnen het geheel der wetenschappen inneemt; • een algemene kennis van de wereldgodsdiensten en levensbeschouwingen; • meer gevorderde kennis van en inzicht in één van de wereldgodsdiensten of levensbeschouwingen; • inzicht in de waarheidsaanspraken van religies en seculiere levensbeschouwingen inzake moraal en geloof; • inzicht in de (normatieve) rol van religie en seculiere levensbeschouwing in een pluralistische cultuur; • voldoende kennis van vakspecifieke Engelstalige literatuur; • academische vaardigheden die voldoen aan de eisen van een wo-bachelor (conform de Dublin-descriptoren). Daarnaast heeft de student(e) de studie verbreed middels de minor, met onderwijs buiten de eigen opleiding, kennis en inzicht in het Arabisch, een stage of een studieverblijf in het buitenland.
1.4
Onderwijsvorm Behalve voor de scriptie is de onderwijsvorm afhankelijk van de omvang van de groep. Bij 7 of meer studenten zal het onderwijs gegeven worden in de vorm van een hoor- of werkcollege (3 x 2 uur per week voor eerstejaarsmodulen en 2 x 2 uur per week voor tweede- en derdejaarsmodulen). Bij 3-6 studenten zal het onderwijs gegeven worden in de vorm van een tutorial (maximaal 2 x 2 uur per week voor eerstejaarsmodulen en maximaal 1 x 2 uur per week voor tweede- en derdejaarsmodulen). Bij 1-2 studenten zal het onderwijs in de vorm van begeleide literatuurstudie aangeboden worden (geen colleges). Voor de scriptie geldt dat iedere student een begeleider krijgt toegewezen uit het vakgebied van zijn specialisatie.
1.5
Programmabeschrijving Eerste jaar Het eerste bachelorjaar is in formele zin geen propedeuse. De bacheloropleiding kent dan ook formeel geen afsluitend propedeuse-examen. Het eerste jaar is echter wel ‘propedeutisch’ van aard: breed oriënterend, selecterend en verwijzend.
10
Godgeleerdheid
Tweede en derde jaar Het tweede en derde bachelorjaar staan in het teken van verdere verbreding. Bovendien is er een geleidelijke groei naar zelfstandig kritische omgang met de stof. 1.5.1
De minor In het derde jaar heeft de student de mogelijkheid de studie te verbreden met een minor. Het is mogelijk de minor te gebruiken als voorbereiding op de te kiezen master aansluitend op de bachelor. Verder kan de minor worden besteed aan studie in het buitenland of aan een wetenschappelijke stage. De minor dient te voldoen aan de volgende voorwaarden: • de minor is voor wat betreft onderwijsniveau evenwichtig samengesteld: een substantieel deel ervan betreft vakken uit het 2e of 3e jaar van de betreffende studierichting; • de omvang bedraagt maximaal 30 studiepunten. • de onderdelen van de minor vormen een samenhangend geheel. Educatieve minor Vanaf 1 september 2009 biedt het Onderwijscentrum van de VU een educatieve minor aan. In deze minor maakt de student kennis met de theorie en praktijk van het vak leraar godsdienst- en levensbeschouwelijke vorming. Studenten die met succes hun bachelor Theologie of Religie en Levensbeschouwing en deze minor afronden, krijgen een lesbevoegdheid voor de eerste drie klassen van HAVO en VWO en voor de theoretische leerweg van het VMBO. Zie voor meer informatie: www.vu.nl /educatieveminoren.
1.5.2
Programma onderdelen Jaar 1 Periode 1 100013 Hindoeïsme 100018 Religie en levensbeschouwing interdisciplinair
6 EC 6 EC
Periode 2 100006 Geschiedenis van de filosofie 100014 Boeddhisme
6 EC 6 EC
Periode 3 100019 + 100020 Encyclopedie v/d godsdienstwet. A en B
6 EC
Periode 4 100015 Christendom 100017 Jodendom
6 EC 6 EC
Periode 5 100016 Islam 100021 Inleiding sociale wetenschappen
6 EC 6 EC
Periode 6 100011 Interculturele theologie 100012 Nieuwe religieuze stromingen
3 EC 3 EC
Bachelor Religie en Levensbeschouwing
11
12
Jaar 2 Periode 1 105002 Godsdienstfilosofie 105003 Godsdienst in Amsterdam
6 EC 6 EC
Periode 2 105004 Religies in een pluralistische cultuur 100138 Antropologie van religie
6 EC 6 EC
Periode 3 100094 Godsdienstfenomenologie I 105005 Oosterse filosofie A
3 EC 3 EC
Periode 4 100085 Godsdienstpsychologie/Godsdienstsociologie 105010 Seculiere levensbeschouwing en zingeving
6 EC 6 EC
Periode 5 100086 Media, religie en levensbeschouwing 105011 Godsdienstpedagogiek
6 EC 6 EC
Periode 6 100095 Godsdienstfenomenologie II 105006 Oosterse filosofie B
3 EC 3 EC
Jaar 3 Periode 1 109004 Minor
12 EC
Periode 2 109004 Minor
12 EC
Periode 3 109004 Minor
6 EC
Periode 4 105013 Verdieping in een religie of levensbeschouwing 100105 Ethische theorieën
6 EC 6 EC
Periode 5 109000 Voorbereiding scriptie 105015 Ethiek van de wereldreligies
6 EC 6 EC
Periode 6 109001 Scriptie
6 EC
Totaal
180 EC
Godgeleerdheid
Het is mogelijk om binnen de bachelor Religie en Levensbeschouwing accent te leggen op de Islam. Dit traject omvat de volgende onderdelen: Jaar 1 Periode 1 100013 Hindoeïsme 100031 Geschiedenis van de Islam tot 1800
6 EC 6 EC
Periode 2 100006 Geschiedenis van de filosofie 100032 Inleiding in de Koran en Hadith I
6 EC 6 EC
Periode 3 100019 + 100020 Encyclopedie v/d godsdienstwet. A en B
6 EC
Periode 4 100015 Christendom 100017 Jodendom
6 EC 6 EC
Periode 5 100021 Inleiding sociale wetenschappen 100033 Arabisch I
6 EC 6 EC
Periode 6 100034 Arabisch II 100035 Islamitische ethiek I
3 EC 3 EC
Jaar 2 Periode 1 100036 Arabisch III 105002 Godsdienstfilosofie
6 EC 6 EC
Periode 2 100038 Arabisch IV 100037 Islamitische theologie
6 EC 6 EC
Periode 3 100043 Arabisch V 100094 Godsdienstfenomenologie I
3 EC 3 EC
Periode 4 100041 Arabisch VI 105010 Seculiere levensbeschouwing en zingeving
6 EC 6 EC
Periode 5 100046 Usulu 't-Tafsir I
6 EC
Bachelor Religie en Levensbeschouwing
13
100047 Islamitische filosofie
6 EC
Periode 6 105023 Publieke theologie A 100039 Publieke theologie B
3 EC 3 EC
Jaar 3 Periode 1 100044 Usulu`l-Fiqh 100045 Geschiedenis van de Islam na 1800
6 EC 6 EC
Periode 2 100042 Inleiding in de Koran en Hadith II 100050 Usulu 't-Tafsir II
6 EC 6 EC
Periode 3 100048 Islamitische ethiek II 100095 Godsdienstfenomenologie II
3 EC 3 EC
Periode 4 100105 Ethische theorieën 105013 Verdieping in een religie of levensbeschouwing
6 EC 6 EC
Periode 5 100051 Islam en Europese cultuur 109000 Voorbereiding scriptie
6 EC 6 EC
Periode 6 109001 Scriptie
6 EC
Totaal
180 EC
Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen. 1.5.3
14
De opleiding na voltooid WO of HBO Studenten met een WO- of HBO-diploma komen in aanmerking voor een verkort bachelorprogramma Religie en Levensbeschouwing. Sommige onderdelen van dit verkorte programma worden als literatuurstudies aangeboden. Na succesvolle afronding van dit programma kunnen studenten direct doorstromen naar de master Religie en Levensbeschouwing. Voor de bachelor Religie en Levensbeschouwing, traject Islam, wordt geen verkort programma aangeboden. Voor het verkorte programma verwijzen wij u naar de facultaire website: www.godgeleerdheid.vu.nl > studenten > onderwijsprogramma’s. Het rooster van het verkorte programma vindt u op www.rooster.vu.nl.
Godgeleerdheid
2
2.1 2.1.1
Bachelor Theologie Algemeen Inleiding De bacheloropleiding Theologie is een driejarige opleiding op het gebied van de Godgeleerdheid. Binnen deze opleiding is het mogelijk te kiezen voor de klassieke richting waarbinnen de talen een belangrijke plaats innemen (traject Godgeleerdheid) of voor de algemene richting waarbinnen het accent meer ligt op cultuur en samenleving (traject Algemene Godgeleerdheid). De opleiding is zowel in deeltijd als in voltijd te volgen. De bacheloropleiding Theologie heeft een omvang van 180 European Credits (EC) waarbij 1 EC 28 studiebelastinguren omvat. De meeste studieonderdelen hebben een omvang van 168 studiebelastinguren (= 6 EC). Onder studielast wordt verstaan: alle activiteiten die met studeren te maken hebben, zoals het volgen van colleges, het voorbereiden van hoor- en werkcolleges, het uitwerken van opdrachten, het schrijven van werkstukken en de voorbereiding voor de tentamens. Een voltijdstudent behoort 1680 uur per jaar aan de studie te besteden. De studielast van elke onderwijseenheid is vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling. De regeling is te vinden op de site van de faculteit www.godgeleerdheid.vu.nl>studenten>reglementen en handleidingen
2.1.2
Opbouw bachelorcurriculum Binnen de opleiding is het mogelijk te kiezen uit twee trajecten, te weten: • Traject Godgeleerdheid (GG) met accent op Protestantse Kerk Nederland (PKN), Hersteld Hervormd Seminarium (HHS), Doopsgezind Seminarium (DS) of Baptisten Seminarium (BS); • Traject Algemene Godgeleerdheid (AGG), regulier of met accent op Doopsgezind Seminarium (DS).
2.1.3
Toelatingsvoorwaarden De vooropleidingseis voor de bachelor Theologie is een vwo-diploma (alle profielen). Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s. Tot de opleidingen worden eveneens toegelaten: • bezitters van een diploma gymnasium A en B; • bezitters van een diploma hbs-A of hbs-B; • bezitters van een diploma afsluitend examen hbo of wo; • bezitters van een hbo-propedeuse (behaald na 4 september 1986); • bezitters van een wo-propedeuse; bezitters van een wo-bachelor eerste jaar. Moderne talen Leesvaardigheid Engels wordt verondersteld van alle bachelorstudenten Theologie. Heb je onvoldoende kennis van het Engels dan dien je dit zelf op voldoende niveau te brengen. Eén van de mogelijkheden is het volgen van de cursus Allround Engels van het Centrum voor Studie en Loopbaan van de VU, naast het gewone programma van Bachelor Theologie
15
de opleiding. Zie voor meer informatie http://www.vu.nl/nl/studenten/cursussenstages-scriptie/cursussen/index.asp Voor de bacheloropleiding Theologie, traject Godgeleerdheid en traject Algemene Godgeleerdheid, alle denominaties, wordt leesvaardigheid Duits I verondersteld omdat in het programma verplichte literatuur in het Duits is opgenomen. Afhankelijk van de specialisatie is leesvaardigheid Frans ook aan te bevelen. Toelatingsonderzoek Voor hen die niet voldoen aan een van de hierboven gestelde eisen en 21 jaar of ouder zijn, bestaat de mogelijkheid een universitair toelatingsonderzoek, een colloquium doctum, te doen. Zie voor meer informatie www.vu.nl/colloquiumdoctum.nl
2.2
Doelstelling Traject Godgeleerdheid (GG) Met de bachelor Theologie wordt beoogd brede basiskennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen op het gebied van de klassieke theologie. Kennis en inzicht dienen op een zodanig niveau te zijn dat de afgestudeerde in staat is een masteropleiding in de Godgeleerdheid te volgen. Traject Algemene Godgeleerdheid (AGG) Met de bachelor Theologie wordt beoogd brede basiskennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen op het gebied van de theologie. Kennis en inzicht dienen op een zodanig niveau te zijn dat de afgestudeerde in staat is de masteropleiding Religie en Levensbeschouwing of de Master of Theology te volgen.
2.3
Eindtermen Traject Godgeleerdheid De student die deze opleiding heeft afgerond, beschikt over: • een algemene oriëntatie in de grondslagen van de theologie en de plaats die de theologie binnen het geheel der wetenschappen inneemt; • voldoende kennis van het Hebreeuws en Grieks het volgen van de masteropleiding Godgeleerdheid; • elementaire kennis van en inzicht in de Bijbelwetenschappen, de geschiedenis van het christendom en de dogmatiek, de godsdienstfilosofie, de ethiek en de godsdienstwetenschappen, de praktische theologie en de sociale wetenschappen; • elementaire kennis van en inzicht in de methoden van de theologie als wetenschap; • meer gevorderde kennis van en inzicht in één of meer van de onder punt 3. genoemde terreinen van de theologie, blijkend uit een scriptie; • voldoende kennis van vakspecifieke Engelstalige literatuur; • academische vaardigheden die voldoen aan de eisen van een wo-bachelor (conform de Dublin-descriptoren). Traject Algemene Godgeleerdheid De student(e) die deze opleiding heeft afgerond, beschikt over:
16
Godgeleerdheid
• •
• • •
2.4
een algemene oriëntatie in de grondslagen van de theologie en de plaats die de theologie binnen het geheel der wetenschappen inneemt; elementaire kennis van en inzicht in de Bijbelwetenschappen, de geschiedenis van het christendom en de dogmatiek, de godsdienstfilosofie, de ethiek en de godsdienstwetenschappen, de praktische theologie en de sociale wetenschappen; elementaire kennis van en inzicht in de methoden van de theologie als wetenschap; meer gevorderde kennis van en inzicht in één of meer van de onder punt 2 genoemde terreinen van de theologie, die onder meer blijken uit een scriptie; voldoende kennis van vakspecifieke Engelstalige literatuur; academische vaardigheden die voldoen aan de eisen van een wo-bachelor (conform de Dublindescriptoren).
Onderwijsvorm Behalve voor de scriptie is de onderwijsvorm afhankelijk van de omvang van de groep. Bij 7 of meer studenten zal het onderwijs gegeven worden in de vorm van een hoor- of werkcollege (3 x 2 uur voor eerstejaarscolleges en 2 x 2 uur per week voor tweede- en derdejaarscolleges). Bij 3-6 studenten zal het onderwijs gegeven worden in de vorm van een tutorial (maximaal 2 x 2 uur per week voor eerstejaarscolleges en 1 x 2 uur per week voor tweede- en derdejaarscolleges). Bij 1-2 studenten zal het onderwijs in de vorm van begeleide literatuurstudie aangeboden worden (geen colleges). Voor de scriptie geldt dat iedere student een begeleider krijgt toegewezen uit het vakgebied van zijn specialisatie.
2.5
Programmabeschrijving Eerste jaar Het eerste bachelorjaar is in formele zin geen propedeuse. Het eerste jaar is echter wel ’propedeutisch’ van aard: breed oriënterend, selecterend en verwijzend. Het eerste jaar biedt een brede oriëntatie op het terrein van de theologie: • breed overzicht van aandachtsvelden binnen de theologie; • verschillende benaderingswijzen van de theologie komen aan bod; • er wordt een begin gemaakt met oefenen in praktische vaardigheden die van belang zijn bij de beoefening van theologie. Tweede en derde jaar Het tweede en derde bachelorjaar staan in het teken van de verdere verdieping. Bovendien is er een geleidelijke groei naar zelfstandig kritische omgang met de stof.
2.5.1
De minor In het derde jaar heeft de student de mogelijkheid de studie te verbreden met een minor. Het is mogelijk de minor te gebruiken als voorbereiding op de te kiezen master aansluitend op de bachelor. Verder kan de minor worden besteed aan studie in het buitenland of aan een wetenschappelijke stage. Studenten die deficiënt zijn voor Grieks en het klassieke traject willen volgen, gebruiken de minor voor het wegwerken van deze deficiëntie. Over de te kiezen minor geldt het volgende: • de minor is voor wat betreft het onderwijsniveau evenwichtig samengesteld, een substantieel deel ervan betreft vakken uit het 2e of 3e jaar van de betreffende studierichting; Bachelor Theologie
17
• •
de omvang van de minor bedraagt 30 studiepunten binnen het traject Algemene Godgeleerdheid en 12 punten binnen het traject Godgeleerdheid; de onderdelen van de minor vormen een samenhangend geheel.
Educatieve minor Vanaf 1 september 2009 biedt het Onderwijscentrum van de VU een educatieve minor aan. In deze minor maakt de student kennis met de theorie en praktijk van het vak leraar godsdienst- en levensbeschouwelijke vorming. Studenten die met succes hun bachelor Theologie of Religie en Levensbeschouwing en deze minor afronden, krijgen een lesbevoegdheid voor de eerste drie klassen van HAVO en VWO en voor de theoretische leerweg van het VMBO. Zie voor meer informatie: www.vu.nl /educatieveminoren. 2.5.2
Programma onderdelen Voor de tijd en dag waarop onderstaande colleges plaatsvinden, verwijzen wij u naar www.rooster.vu.nl. Literatuurstudies en de scriptie zijn niet in het rooster opgenomen. Raadpleeg studiegids.vu.nl en/of blackboard voor informatie over de modulen. De bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid PKN omvat de volgende onderdelen. De indeling in jaren is zoals de onderdelen voorkomen binnen de voltijd opleiding. Jaar 1
18
Periode 1 100001 Inleiding in het Oude Testament 100005 Introductie niet-christelijke religies
6 EC 6 EC
Periode 2 100003 Geschiedenis van het Christendom 100006 Geschiedenis van de filosofie
6 EC 6 EC
Periode 3 100007 Inl. systematische theologie: dogmatiek 100106 Praktische theologie van rituelen
3 EC 3 EC
Periode 4 100009 Jodendom en hellenisme 100098 Dogmatiek I
6 EC 6 EC
Periode 5 100002 Inleiding in het Nieuwe Testament 100021 Inleiding sociale wetenschappen
6 EC 6 EC
Periode 6 100010 Symboliek/Oecumenica 100011 Interculturele theologie
3 EC 3 EC
Godgeleerdheid
Jaar 2 Periode 1 105002 Godsdienstfilosofie 105003 Godsdienst in Amsterdam
6 EC 6 EC
Periode 2 100102 Geschiedenis van de kerk in de Ned. samenleving 105038 Dogmatiek II
6 EC 6 EC
Periode 3 100110 Praktische theologie van zorgpraktijken 105020 Theologie als wetenschap
3 EC 3 EC
Periode 4 100103 Christelijke ethiek 108001 Hebreeuws I
6 EC 6 EC
Periode 5 100104 Praktische theologie van de cultuur 108002 Hebreeuw II
6 EC 6 EC
Periode 6 105023 Publieke theologie 108003 Hebreeuws III
3 EC 3 EC
Jaar 3 Periode 1 105031 Hermeneutiek 109002 Minor *
6 EC 6 EC
Periode 2 105025 Exegese Oude Testament 109002 Minor *
6 EC 6 EC
Periode 3 105027 Exegese Nieuwe Testament, vervolg in periode 4 108061 NT Grieks I
3 EC 3 EC
Periode 4 100101 Theologie O.T./N.T. 108062 NT Grieks II 105027 Exegese Nieuwe Testament
6 EC 3 EC 3 EC
Periode 5 109000 Voorbereiding scriptie 116001 Geschiedenis van de Reformatie
6 EC 6 EC
Bachelor Theologie
19
Periode 6 109001 Scriptie
6 EC
Totaal
180 EC
* studenten die deficiënt zijn voor Grieks dienen hun minor met dit onderdeel in te vullen. De modulen Grieks in het programma van de bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid worden verzorgd door de Faculteit der Letteren. Het Grieks is zo geprogrammeerd dat studenten die deficiënt zijn voor Grieks dit vak in de eerste en tweede periode bij Letteren in hun minorruimte kunnen volgen. Het laatste deel vindt, extracurriculair, plaats in de 4e periode. Inschrijving voor de genoemde modulen gebeurt via www.tis.vu.nl, Faculteit der Letteren. Het verdient aanbeveling de tijden en plaats voor aanvang van het college nog even bij Letteren te controleren. De bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid HHS voor cohort 2009-2010 omvat de volgende onderdelen. Voor de programma’s van overige cohorten verwijzen we u naar de facultaire website: www.godgeleerdheid.vu.nl > studenten > onderwijsprogramma’s. De indeling in jaren is zoals de onderdelen voorkomen binnen de voltijd opleiding. Jaar 1 (2009-2010) Periode 1 100001 Inleiding in het Oude Testament 100005 Introductie niet-christelijke religies
6 EC 6 EC
Periode 2 100003 Geschiedenis van het Christendom 100006 Geschiedenis van de filosofie
6 EC 6 EC
Periode 3 100022 Inleiding dogmatiek 100114 Inleiding praktische theologie
3 EC 3 EC
Periode 4 100009 Jodendom en hellenisme 100099 Bijbelse theologie
6 EC 6 EC
Periode 5 100002 Inleiding in het Nieuwe Testament 100021 Inleiding sociale wetenschappen
6 EC 6 EC
Periode 6 20
Godgeleerdheid
100025 Apologetiek 100026 Inleiding symboliek
3 EC 3 EC
Jaar 2 (2010-2011) Periode 1 105002 Godsdienstfilosofie 105003 Godsdienst in Amsterdam
6 EC 6 EC
Periode 2 100027 Dogmatiek I 100102 Geschiedenis van de kerk in de Ned. samenleving
6 EC 6 EC
Periode 3 100135 Bijbelse theologie 105020 Theologie als wetenschap
3 EC 3 EC
Periode 4 100115 Ethiek 108001 Hebreeuws I
6 EC 6 EC
Periode 5 100030 Dogmatiek II 108002 Hebreeuw II
6 EC 6 EC
Periode 6 105023 Publieke theologie 108003 Hebreeuws III
3 EC 3 EC
Jaar 3 (2011-2012) Periode 1 100029 Hermeneutiek 109002 Minor *
6 EC 6 EC
Periode 2 105025 Exegese Oude Testament 109002 Minor *
6 EC 6 EC
Periode 3 105027 Exegese Nieuwe Testament, vervolg in periode 4 108061 NT Grieks I
3 EC 3 EC
Periode 4 100074 Geschiedenis van de Vaderlandse kerk vóór 1795 & Paleografie 105027 Exegese Nieuwe Testament 108062 NT Grieks II
6 EC 3 EC 3 EC
Periode 5 Bachelor Theologie
21
109000 Voorbereiding scriptie 116001 Geschiedenis van de Reformatie
6 EC 6 EC
Periode 6 109001 Scriptie
6 EC
Totaal
180 EC
* studenten die deficiënt zijn voor Grieks dienen hun minor met dit onderdeel in te vullen. De modulen Grieks in het programma van de bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid worden verzorgd door de Faculteit der Letteren. Het Grieks is zo geprogrammeerd dat studenten die deficiënt zijn voor Grieks dit vak in de eerste en tweede periode bij Letteren in hun minorruimte kunnen volgen. Het laatste deel vindt, extracurriculair, plaats in de 4e periode. Inschrijving voor de genoemde modulen gebeurt via www.tis.vu.nl, Faculteit der Letteren. Het verdient aanbeveling de tijden en plaats voor aanvang van het college nog even bij Letteren te controleren. De bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid DS omvat de volgende onderdelen. De indeling in jaren is zoals de onderdelen voorkomen binnen de voltijd opleiding.
22
Jaar 1 Periode 1 100001 Inleiding in het Oude Testament 100005 Introductie niet-christelijke religies
6 EC 6 EC
Periode 2 100003 Geschiedenis van het Christendom 100006 Geschiedenis van de filosofie
6 EC 6 EC
Periode 3 100088 Inleiding geschiedenis van het doperdom 100112 Praktische theologie vanuit Dopers perspectief
3 EC 3 EC
Periode 4 100009 Jodendom en hellenisme 100091 Doperse geloofs- en zedenleer I
6 EC 6 EC
Periode 5 100002 Inleiding in het Nieuwe Testament 100021 Inleiding sociale wetenschappen
6 EC 6 EC
Periode 6 100010 Symboliek
3 EC
Godgeleerdheid
100011 Interculturele theologie
3 EC
Jaar 2 Periode 1 105002 Godsdienstfilosofie 105003 Godsdienst in Amsterdam
6 EC 6 EC
Periode 2 100113 Doperse ethiek 100093 Doperse geloofs- en zedenleer II
6 EC 6 EC
Periode 3 100110 Praktische zorg van de zorgpraktijken 105020 Theologie als wetenschap
3 EC 3 EC
Periode 4 100090 Geschiedenis van de Doopsgezinde Broederschap 108001 Hebreeuws I
6 EC 6 EC
Periode 5 100104 Praktische theologie va de cultuur 108002 Hebreeuw II
6 EC 6 EC
Periode 6 105023 Publieke theologie 108003 Hebreeuws III
3 EC 3 EC
Jaar 3 Periode 1 105031 Hermeneutiek 109002 Minor *
6 EC 12 EC
Periode 2 105025 Exegese Oude Testament 109002 Minor *
6 EC 12 EC
Periode 3 105027 Exegese Nieuwe Testament, vervolg in periode 4 108061 NT Grieks I
3 EC 3 EC
Periode 4 100101 Theologie O.T./N.T. 105027 Exegese Nieuwe Testament 108062 NT Grieks II
6 EC 3 EC 3 EC
Periode 5 109000 Voorbereiding scriptie 116001 Geschiedenis van de Reformatie
6 EC 6 EC
Bachelor Theologie
23
Periode 6 109001 Scriptie
6 EC
Totaal
180 EC
* studenten die deficiënt zijn voor Grieks dienen hun minor met dit onderdeel in te vullen. De modulen Grieks in het programma van de bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid worden verzorgd door de Faculteit der Letteren. Het Grieks is zo geprogrammeerd dat studenten die deficiënt zijn voor Grieks dit vak in de eerste en tweede periode bij Letteren in hun minorruimte kunnen volgen. Het laatste deel vindt, extracurriculair, plaats in de 4e periode. Inschrijving voor de genoemde modulen gebeurt via www.tis.vu.nl, Faculteit der Letteren. Het verdient aanbeveling de tijden en plaats voor aanvang van het college nog even bij Letteren te controleren. De bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid BS omvat de volgende onderdelen. De indeling in jaren is zoals de onderdelen voorkomen binnen de voltijd opleiding. In studiejaar 2009-2010 zal alleen het eerste jaar van dit traject worden aangeboden.
24
Jaar 1 Periode 1 100001 Inleiding in het Oude Testament 100005 Introductie niet-christelijke religies
6 EC 6 EC
Periode 2 100003 Geschiedenis van het Christendom 100006 Geschiedenis van de filosofie
6 EC 6 EC
Periode 3 100007 Inl. systematische theologie: dogmatiek 110054 Inleiding praktische theologie
3 EC 3 EC
Periode 4 100009 Jodendom en hellenisme 100098 Dogmatiek I
6 EC 6 EC
Periode 5 100002 Inleiding in het Nieuwe Testament 100021 Inleiding sociale wetenschappen
6 EC 6 EC
Periode 6 110056 Liturgiek I 110055 Praktische theologie
3 EC 3 EC
Godgeleerdheid
Jaar 2 Periode 1 105002 Godsdienstfilosofie 105003 Godsdienst in Amsterdam Periode 2 110057 Baptistica I: Geschiedenis van het internationaal Baptisme 105038 Dogmatiek II
6 EC 6 EC 6 EC 6 EC
Periode 3 110058 Basispastoraat 105020 Theologie als wetenschap
3 EC 3 EC
Periode 4 100113 Doperse ethiek 108001 Hebreeuws I
6 EC 6 EC
Periode 5 110058 Baptistica II: Geschiedenis van het Nederlands Baptisme 108002 Hebreeuw II
6 EC 6 EC
Periode 6 105023 Publieke theologie 108003 Hebreeuws III
3 EC 3 EC
Jaar 3 Periode 1 105031 Hermeneutiek 109002 Minor *
6 EC 6 EC
Periode 2 105025 Exegese Oude Testament 109002 Minor *
6 EC 6 EC
Periode 3 105027 Exegese Nieuwe Testament , vervolg in periode 4 108061 NT Grieks I
3 EC 3 EC
Periode 4 100101 Theologie O.T./N.T. 105027 Exegese Nieuwe Testament 108062 NT Grieks II
6 EC 3 EC 3 EC
Periode 5 109000 Voorbereiding scriptie
6 EC
Bachelor Theologie
25
116001 Geschiedenis van de Reformatie
6 EC
Periode 6 109001 Scriptie
6 EC
Totaal
180 EC
* studenten die deficiënt zijn voor Grieks dienen hun minor met dit onderdeel in te vullen. De modulen Grieks in het programma van de bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid worden verzorgd door de Faculteit der Letteren. Het Grieks is zo geprogrammeerd dat studenten die deficiënt zijn voor Grieks dit vak in de eerste en tweede periode bij Letteren in hun minorruimte kunnen volgen. Het laatste deel vindt, extracurriculair, plaats in de 4e periode. Inschrijving voor de genoemde modulen gebeurt via www.tis.vu.nl, Faculteit der Letteren. Het verdient aanbeveling de tijden en plaats voor aanvang van het college nog even bij Letteren te controleren. De bachelor Theologie, traject Algemene Godgeleerdheid omvat de volgende onderdelen. De indeling in jaren is zoals de onderdelen voorkomen binnen de voltijd opleiding.
26
Jaar 1 Periode 1 100001 Inleiding in het Oude Testament 100005 Introductie niet-christelijke religies
6 EC 6 EC
Periode 2 100003 Geschiedenis van het Christendom 100006 Geschiedenis van de filosofie
6 EC 6 EC
Periode 3 100007 Inl. systematische theologie: dogmatiek 100106 Praktische theologie van rituelen
3 EC 3 EC
Periode 4 100009 Jodendom en hellenisme 100098 Dogmatiek I
6 EC 6 EC
Periode 5 100002 Inleiding in het Nieuwe Testament 100021 Inleiding sociale wetenschappen
6 EC 6 EC
Periode 6 100011 Interculturele theologie
3 EC
Godgeleerdheid
100012 Nieuwe religieuze stromingen
3 EC
Jaar 2 Periode 1 105002 Godsdienstfilosofie 105003 Godsdienst in Amsterdam
6 EC 6 EC
Periode 2 100102 Geschiedenis van de kerk in de Nederlandse samenleving 105038 Dogmatiek II
6 EC 6 EC
Periode 3 100110 Praktische theologie van zorgpraktijken 105020 Theologie als wetenschap
3 EC 3 EC
Periode 4 100103 Christelijke ethiek 100111 Patristiek
6 EC 6 EC
Periode 5 100086 Media, religie en levensbeschouwing 105011 Godsdienstpedagogiek
6 EC 6 EC
Periode 6 100100 Theologische en wijsgerige esthetiek 105023 Publieke theologie
3 EC 3 EC
Jaar 3 Periode 1 109002 Minor
12 EC
Periode 2 109002 Minor
12 EC
Periode 3 109002 Minor
6 EC
Periode 4 100101 Theologie O.T./N.T. 105013 Ethische theorieën
6 EC 6 EC
Periode 5 109000 Voorbereiding scriptie 116001 Geschiedenis van de Reformatie
6 EC 6 EC
Periode 6 109001 Scriptie
6 EC
Bachelor Theologie
27
Totaal
180 EC
De bachelor Theologie, traject Algemene Godgeleerdheid DS omvat de volgende onderdelen. De indeling in jaren is zoals de onderdelen voorkomen binnen de voltijd opleiding. Jaar 1 Periode 1 100001 Inleiding in het Oude Testament 100005 Introductie niet-christelijke religies
6 EC 6 EC
Periode 2 100003 Geschiedenis van het Christendom 100006 Geschiedenis van de filosofie
6 EC 6 EC
Periode 3 100088 Inleiding in de geschiedenis van het doperdom 100112 Praktische theologie vanuit Dopers perspectief
3 EC 3 EC
Periode 4 100009 Jodendom en hellenisme 100091 Doperse geloofs- en zedenleer I
6 EC 6 EC
Periode 5 100002 Inleiding in het Nieuwe Testament 100021 Inleiding sociale wetenschappen
6 EC 6 EC
Periode 6 100011 Interculturele theologie 100012 Nieuwe religieuze stromingen
3 EC 3 EC
Jaar 2 Periode 1 105002 Godsdienstfilosofie 105003 Godsdienst in Amsterdam
6 EC 6 EC
Periode 2 100113 Doperse ethiek 100093 Doperse geloofs- en zedenleer II
6 EC 6 EC
Periode 3 100110 Praktische theologie van zorgpraktijken 105020 Theologie als wetenschap
3 EC 3 EC
Periode 4 28
Godgeleerdheid
2.5.3
100111 Patristiek 100090 Geschiedenis van de Doopsgezinden in Nederland
6 EC 6 EC
Periode 5 100086 Media, religie en levensbeschouwing 105011 Godsdienstpedagogiek
6 EC 6 EC
Periode 6 100100 Theologische en wijsgerige esthetiek 105023 Publieke theologie
3 EC 3 EC
Jaar 3 Periode 1 109002 Minor
12 EC
Periode 2 109002 Minor
12 EC
Periode 3 109002 Minor
6 EC
Periode 4 100101 Theologie O.T./N.T. 105015 Ethiek van de Wereldreligies
6 EC 6 EC
Periode 5 109000 Voorbereiding scriptie 116001 Geschiedenis van de Reformatie
6 EC 6 EC
Periode 6 109001 Scriptie
6 EC
Totaal
180 EC
De opleiding na voltooid WO of HBO Studenten met een WO- of HBO-diploma komen in aanmerking voor een verkort bachelorprogramma Theologie, Algemene Godgeleerdheid van twee jaar (120 EC). Sommige onderdelen van dit verkorte programma worden als literatuurstudies aangeboden. Na succesvolle afronding van dit programma, kunnen studenten direct doorstromen naar de Master of Theology. Voor de bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid wordt geen verkort programma aangeboden. Voor het verkorte programma verwijzen wij u naar de facultaire website: www.godgeleerdheid.vu.nl > studenten > onderwijsprogramma’s. Het rooster van het verkorte programma vindt u op www.rooster.vu.nl.
Bachelor Theologie
29
30
Godgeleerdheid
3
3.1
Master Godgeleerdheid Inleiding De master Godgeleerdheid bestaat uit 180 studiepunten. In voltijd duurt de opleiding drie jaar. Er zijn speciale trajecten voor studenten van de Hersteld Hervormde Kerk, de Doopsgezinde Broederschap en vanaf 2010 tevens voor de Unie van Baptisten in Nederland. (Studenten die belangstelling hebben voor het predikantschap in de Protestantse Kerk in Nederland kunnen terecht bij de masteropleiding Theology, subprogramma Divinity). Het programma van het eerste jaar bestaat uit verplichte vakken. Daarna volgt voor de studenten van de Hersteld Hervormde Kerk het specialisatiejaar, waarin iedere student kan kiezen uit modulen van de vijf secties. Voor deze studenten wordt de opleiding afgesloten met een beroepsjaar. Voor de studenten van de Doopsgezinde Broederschap is het tweede jaar het beroepsjaar en het derde het specialisatiejaar. Een aantal colleges kan in het Engels worden aangeboden, wanneer deze ook worden gegeven als onderdeel van de Master of Theology en de Master of Reformed Theology (research).
3.1.1
Toelatingsvoorwaarden De vooropleidingseis voor de master Godgeleerdheid is de bachelor Theologie, traject Godgeleerdheid, inclusief Grieks en Hebreeuws of een vergelijkbare opleiding elders.
3.1.2
Eindtermen Het programma heeft de volgende eindtermen: De afstudeerde beschikt over: • verdiepte kennis en inzicht op het gebied van de klassieke theologie zodanig dat hij of zij op dit gebied zelfstandig wetenschappelijk onderzoek kan verrichten; • voldoende kennis, inzicht, vaardigheden en attitude om het predikantschap in een voortgaand leerproces zelfstandig te kunnen uitoefenen; • voldoende kennis van vakspecifieke wetenschappelijke Engelstalige literatuur. • academische vaardigheden die voldoen aan de eisen van een wo-master (eisen Dublin-descriptoren).
3.1.3
Onderwijsvorm Behalve voor de scriptie is de onderwijsvorm afhankelijk van de omvang van de groep. Bij 7 of meer studenten zal het onderwijs gegeven worden in de vorm van een hoor- of werkcollege (2 x 2 uur per week). Bij 3-6 studenten zal het onderwijs gegeven worden in de vorm van een tutorial (maximaal 1 x 2 uur per week). Bij 1-2 studenten zal het onderwijs in de vorm van begeleide literatuurstudie aangeboden worden (geen colleges). Voor de scriptie geldt dat iedere student een begeleider krijgt toegewezen uit het vakgebied van zijn specialisatie.
3.1.4
Specialisatiemogelijkheden In het specialisatiejaar kunnen studenten kiezen uit de volgende specialisatiegebieden: • Bijbelwetenschappen: Oude Testament, Nieuwe Testament;
Master Godgeleerdheid
31
•
• • •
Kerkgeschiedenis: Geschiedenis van het christendom in de antieke wereld, Augustinus, Christendom en cultuur (met nadruk op het werk van Augustinus en de receptie daarvan), Geschiedenis van het christendom in de Middeleeuwen, Moderne Devotie, Geschiedenis en theologie van de Reformatie, Geschiedenis van het religieuze boek, Gereformeerde orthodoxie, Christendom in de moderne wereld, Neocalvinisme, Christendom in the Global Society; Dogmatiek & Oecumenica: Dogmatiek/dogmageschiedenis, Symboliek/Oecumenica; Ontmoeting van tradities: Godsdienstwetenschappen, Godsdienstfilosofie, Dialoog en Hermeneutiek; Praxis: Praktische theologie, Sociale Wetenschappen, Ethiek.
Studenten maken hun belangstelling voor een bepaalde specialisatie bekend aan de desbetreffende sectieleider wanneer ze zich inschrijven voor de module 110033 Specialisatiemodule 1 in periode 1 van het specialisatiejaar. 3.1.5
Doelstelling Als algemeen einddoel voor deze master geldt dat de student voldoende kennis, inzicht, vaardigheden en attitude verwerft om het predikantschap in een voortgaand leerproces zelfstandig te kunnen uitoefenen. Het gaat dus om het aanleren van een theologische en professionele bekwaamheid. Dat wil zeggen: Kennis: de student beschikt over een grondige theologische vorming, die hem/haar in staat stelt op wetenschappelijk verantwoorde wijze de bijbel en de traditie te bestuderen, verstaanbaar uit te leggen en op constructieve wijze in te brengen in het contact met mensen binnen en buiten de kerk; Vaardigheden: de student beschikt over de ambachtelijke en agogische vaardigheden die nodig zijn om de gemeente en haar leden procesmatig in haar ontwikkeling te begeleiden. De student beschikt over de communicatie vaardigheden die het mogelijk maken te functioneren in een geloofsgemeenschap waarin mensen met verschillende achtergrond, opleiding en geloofsbeleving deelnemen; Inzicht: de student is in staat een gecompliceerde situatie in de veelvoudige werkelijkheid van de gemeente te analyseren en daarbij de meest bruikbare theoretische kennis ter verheldering te gebruiken. De student is vertrouwd met de eigen kerkelijke traditie. De student is in staat om zichzelf/haarzelf theologische in de breedte van de kerken te positioneren. Attitude: de student is zich bewust van de wijze waarop zijn/haar persoon een instrument is in de ambtsuitoefening. De student is zich bewust van de eigenlijk mogelijkheden en beperkingen ten aanzien van het predikantschap en heeft getoond op het eigen optreden te kunnen reflecteren en dit constructief in te kunnen zetten in een permanent leerproces. De student is bekend met de wijze waarop hij of zij creatief kan omgaan met de persoonlijke ontvankelijkheid en weerbaarheid en de balans tussen bijvoorbeeld nabijheid en distantie, cognitie en emotie, privé en professioneel. Deze doelen zijn vertaald naar de diverse onderdelen in het programma. Steeds is van belang dat er gewerkt wordt vanuit de beoogde integratie tussen het leren op
32
Godgeleerdheid
beroepsmatig én persoonlijk niveau. Op het niveau van de beroepsmatige competenties gaat het daarbij om de volgende doelen: Communicatie De student is in staat om een inschatting te maken van geëigende communicatievormen in verschillende situaties en deze te hanteren. De student is in staat om de eigen geloofstraditie te communiceren in relatie tot culturele en sociale ontwikkelingen. De student is in staat tot beargumenteerde deelname aan theologische discussies, pastorale gesprekken en de reflectie daarop. De student is in staat tot het geven van kritische en opbouwende feedback bij het leerproces van zichzelf en van anderen. De student heeft beschikking over een goede schriftelijke vaardigheid om in vorm van verslagen, papers en gepopulariseerde uiteenzettingen theologische vraagstukken te communiceren. Educatie De student heeft inzicht in verschillende leertheorieën en is in staat om vanuit een zelfstandige analyse leer- en veranderings- en opbouwprocessen in de geloofsgemeenschap en daarbuiten te initiëren, (bege)leiden en te evalueren. Voorgaan in ritueel en viering De student heeft kennis van de functie van ritueel en viering. De student heeft inzicht in liturgische en homiletische tradities en is in staat om in relatie tot de traditie van de eigen geloofsgemeenschap passende vormen van liturgie en prediking te ontwikkelen, daarin voor te gaan en daarop te reflecteren. De student is in staat om passende vormen van ritueel te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren ten dienste van bijzondere levenssituaties of gelegenheden in kerk en/of maatschappij. Pastoraat De student heeft kennis van verschillende stromingen binnen de pastorale zorg en van verschillende functies van pastoraat. Hij of zij kan omgaan met methodiek van een pastoraal gesprek en is in staat om op het eigen pastoraal optreden te reflecteren en in samenwerking met anderen pastoraal beleid te ontwikkelen. Missionaire presentie De student heeft inzicht in de relatie tussen de eigen geloofstraditie en de historische ontwikkeling daarvan. De student heet een basaal inzicht in actuele maatschappelijke ontwikkelingen. De student is in staat de eigen traditie te zien in relatie tot andere christelijke tradities en de student kan de samenhang tussen religie en contextualiteit verhelderen. De student is in staat tot het initiëren, organiseren en evalueren van missionair beleid op grond van contextuele analyse. 3.1.6
Opbouw van het programma Accent HHS De master Godgeleerdheid, accent HHS voor cohort 2009-2010 omvat de volgende onderdelen. Voor de programma’s van overige cohorten verwijzen we u naar de facultaire website: www.godgeleerdheid.vu.nl > studenten > onderwijsprogramma’s. Jaar 1 (2009-2010) Periode 1 110037 Exegesis of the Old Testament
Master Godgeleerdheid
6 EC
33
114008 Mastercollege I: Theologiegeschiedenis
6 EC
Periode 2 114009 Mastercollege II: Voorganger 115000 Exegesis of the New Testament
6 EC 6 EC
Periode 3 100057 Dogmatiek Erasmus en Luther inzake de geloofsleer 100136 Apologetiek
3 EC
Periode 4 114010 Mastercollege III: Esthetiek 100054 Praktische Theologie
6 EC 6 EC
Periode 5 114011 Mastercollege IV: Biografie en Geloof 100030 Dogmatiek
6 EC 6 EC
Periode 6 100058 Gereformeerde spiritualiteit 100075 Geschiedenis van het gereformeerd Piëtisme
3 EC 3 EC
Totaal
60 EC
Jaar 2 (2010-2011) Periode 1 110038 The Human Dimension of Faith 110033 Specialisatiemodule 1
6 EC 6 EC
Periode 2 110034 Specialisatiemodule 2 100137 Homiletiek 100028 Ethiek
6 EC 3 EC 3 EC
Periode 3 111021 General Research Skills 100028 Ethiek
3 EC 3 EC
Periode 4 110031 Verdieping Specialisatie 118903 Scriptie
6 EC 6 EC
Periode 5 110032 Verdieping Specialisatie 118903 Scriptie
6 EC 6 EC
Periode 6 34
3 EC
Godgeleerdheid
118903 Scriptie
6 EC
Totaal
60 EC
Jaar 3 (2011-2012) Periode 1 100062 Homiletiek 100063 Gemeenteopbouw en praktijkoriëntatie 100066 Stage en supervisie 100070 Pastoraat
3 EC 3 EC 3 EC 3 EC
Periode 2 100062 Homiletiek 100064 Bijbelse theologie 100066 Stage en supervisie
3 EC 3 EC 6 EC
Periode 3 100065 Apologetiek 100096 Dogmatiek/Symboliek
3 EC 3 EC
Periode 4 100066 Stage en supervisie 100068 Catechetiek 100069 Ethiek 100070 Pastoraat
3 EC 3 EC 3 EC 3 EC
Periode 5 100067 Dogmatiek 100076 Geschiedenis van de Vaderlandse Kerk vanaf 1795 en Onderzoek van het gereformeerd Piëtisme
6 EC 6 EC
Periode 6 100073 Kerkelijke scriptie 100077 Hervormd Kerkrecht
4 EC 2 EC
Totaal
60 EC
Extracurriculair: 1. Bijbelse theologie (de oude 100061) 2. Bijbelse theologie
3 EC 3 EC
Voor de tijd en dag waarop onderstaande colleges plaatsvinden, verwijzen wij u naar www.rooster.vu.nl. Literatuurstudies en de scriptie zijn niet in het rooster opgenomen. Raadpleeg studiegids.vu.nl en/of blackboard voor informatie over de modulen.
Master Godgeleerdheid
35
Accent DS De master Godgeleerdheid, accent DS voor cohort 2009-2010 omvat de volgende onderdelen.
36
Jaar 1 Periode 1 110037 Exegesis of the Old Testament 114008 Mastercollege I: Theologiegeschiedenis
6 EC 6 EC
Periode 2 115000 Exegesis of the New Testament 114009 Mastercollege II: Voorganger
6 EC 6 EC
Periode 3 114004 Faculty Module 117006 Feminist Theology
3 EC 3 EC
Periode 4 118065 Christelijke ethiek in Dopers perspectief 114010 Mastercollege III: Esthetiek
6 EC 6 EC
Periode 5 100116 Inleiding Theologie van de Vrede 114011 Mastercollege IV: Biografie en geloof
6 EC 6 EC
Periode 6 100117 De Nederlandse Doopsgezinden in de Verlichting 100118 De Ned. Doopsgezinden in de 19de en 20ste eeuw
3 EC 3 EC
Totaal
60 EC
Jaar 2 Periode 1 118034 Gemeenteopbouw I 118035 Sociale en Kerkelijke kaart 118000 Psychologie
3 EC 3 EC 6 EC
Periode 2 118036 Social Ministry/Evangelization 118037 Liturgy/Homiletics 118006 Godsdienstdidactiek
3 EC 3 EC 6 EC
Periode 3 118067 Pastoraat en Counseling 118071 Klinisch Pastorale Vorming
3 EC 3 EC
Periode 4 118066 Hermeneutiek van de Bijbelse literatuur
6 EC
Godgeleerdheid
118068 Catechetiek/gemeentetoerusting 118069 Vredeseducatie en mediation
3 EC 3 EC
Periode 5 118070 Hymnologie, preaching and performance 118032 Supervisie 118031 Drie weken Seminarie
3 EC 3 EC 6 EC
Periode 6 118072 Eindverslag c.q proponentsscriptie
6 EC
Totaal
60 EC
Jaar 3 Periode 1 110033 Specialisatiemodule I 110038 The Human Dimension of Faith
6 EC 6 EC
Periode 2 110034 Specialisatiemodule II 110029 Verdieping specialisatie
6 EC 6 EC
Periode 3 110030 Verdieping specialisatie 111021 General Research Skills
3 EC 3 EC
Periode 4 110031 Verdieping specialisatie 118903 Scriptie
6 EC 6 EC
Periode 5 110032 Verdieping specialisatie 118903 Scriptie
6 EC 6 EC
Periode 6 118903 Scriptie
6 EC
Totaal
60 EC
Voor de tijd en dag waarop onderstaande colleges plaatsvinden, verwijzen wij u naar www.rooster.vu.nl. Literatuurstudies en de scriptie zijn niet in het rooster opgenomen. Raadpleeg studiegids.vu.nl en/of blackboard voor informatie over de modulen.
Master Godgeleerdheid
37
38
Godgeleerdheid
4
4.1
Master Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing Inleiding De master Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing is een tweejarige master (120 EC), gericht op het verwerven van kennis van en inzicht in de wetenschappelijke opvattingen over en de werkwijzen en methoden voor de levensbeschouwelijke vorming van leerlingen op scholen. De levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van leerlingen tevens verbonden met burgerschapsvorming maakt integraal onderdeel uit van de opleiding. In de opleiding wordt nagegaan hoe die verwevenheid in theorie en praktijk vorm krijgt op microniveau van klas of groep. Daarbij richt de aandacht zich ook op het beoogde en gerealiseerde aandeel van de identiteit van de school - het mesoniveau - met het oog op de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de leerling. In samenhang hiermee wordt nagegaan hoe ontwikkelingen in de multiculturele en multireligieuze Nederlandse samenleving (het macroniveau) van invloed zijn op opvattingen en praktijken op meso- en microniveau.
4.2
Toelatingsvoorwaarden De vooropleidingseis voor de master Leraar Godsdienst en Levenbeschouwing is een bachelor Religie en Levenbeschouwing of een bachelor Theologie. Moderne talen Van alle masterstudenten Leraar Godsdienst en Levensbeschouwelijke Vorming wordt beheersing van de Engelse taal verondersteld, op een dusdanig niveau dat zij Engelstalige wetenschappelijke literatuur kunnen lezen en Engelstalige colleges kunnen volgen. Heb je onvoldoende kennis van het Engels dan adviseren wij je, naast het gewone programma van de opleiding, bij het Centrum voor Studie en Loopbaan van de VU de cursus Allround Engels te volgen. Zie voor meer informatie http://www.vu.nl/nl/studenten/cursussen-stages-scriptie/cursussen/index.asp. Voor de masteropleiding Leraar Godsdienst en Levensbeschouwelijke Vorming wordt geen kennis van het Frans of Duits verondersteld.
4.3
Structuur van het programma In het eerste jaar van deze master vormen de pedagogiek (godsdienstpedagogiek) en de didactiek (godsdienstdidactiek) van de levensbeschouwelijke vorming de kern, met een vervolg in stage/leeronderzoek en scriptie. Er wordt vooral gewerkt aan de wetenschappelijk- inhoudelijke verdieping van de godsdienstpedagogiek en godsdienstdidactiek. De student rondt het eerste jaar af met het schrijven van een scriptie. Na het voldoen aan de verplichtingen van dit eerste jaar kan de student deelnemen aan het tweede jaar. Het Onderwijs Centrum van de Vrije Universiteit verzorgt dit opleidingsdidactische jaar. Het tweede jaar is gericht op de beroepscomponent, met name op het vak van leraar Godsdienst en Levensbeschouwing.
Master Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing
39
Voor het beroep van leraar zijn landelijk zeven competenties vastgesteld die geformuleerd zijn door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren: • interpersoonlijke competentie; • pedagogische competentie; • vakinhoudelijke en didactische competentie; • organisatorische competentie; • competentie in samenwerking met collega's; • competentie in samenwerking met de omgeving; • competentie in reflectie en ontwikkeling. In dat tweede jaar ontwikkelen de studenten de voor het beroep van leraar vereiste competenties die zijn ondergebracht in 5 rollen: • de professional; • de ontwerper van onderwijs; • de uitvoerder van onderwijs; • de pedagoog; • het teamlid en collega. In een persoonlijk opleidingsplan wordt aan het begin van het tweede jaar van de master bepaald in welke volgorde de student aan deze rollen gaat werken. Op basis van een portfolio kunnen studenten aan het eind van de opleiding aantonen dat ze aan de vereiste competenties voor het beroep van leraar voldoen. De studenten zijn na het afronden van de master startbekwaam voor het beroep van leraar.
4.4
Doelstelling In deze tweejarige Master Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing wordt beoogd verdiepte kennis en inzicht bij te brengen op het gebied van de religie en levensbeschouwing, zodanig dat de afgestudeerde op dit gebied zelfstandig wetenschappelijk onderzoek kan verrichten. Tevens wordt beoogd dat de afgestudeerde in staat is tot zelfstandige beroepsuitoefening op het gebied van levensbeschouwelijke vorming en als eerstegraads leraar in het vak godsdienst en levensbeschouwelijke vorming (leraar voorbereidend hoger onderwijs) in aanmerking komt voor een eventuele vervolgopleiding tot wetenschappelijk onderzoeker op het gebied van de religie en levensbeschouwing.
4.5
Eindtermen De eindtermen van de master zijn geformuleerd mede vanuit de zeven eerder genoemde competenties. Kennis en inzicht • de studenten beschikt over een grondige theoretische vorming in de vakken godsdienstpedagogiek en godsdienstdidactiek; • de student weet welke thema's in de actuele discussies rondom het leraarschap spelen;
40
Godgeleerdheid
•
•
de student heeft kennis van de bestaande methoden voor Godsdienst en Levensbeschouwing en weet van de verschillende didactische benaderingen binnen Nederland; voldoende kennis van vakspecifieke wetenschappelijke nationale en internationale literatuur.
Vaardigheden • de student beschikt over de analytische en operationele vaardigheden die nodig zijn voor beroepswerkzaamheden in onderwijs en opvoeding; de student kan lessen voorbereiden en uitvoeren; • de student kan op wetenschappelijk niveau reflecteren op zijn onderwijsleerproces; • de student beschikt over vaardigheden die voldoen aan de eisen van een WOmaster (Dublin descriptoren). Attitude • de student weet vakdeskundigheid, beroepsethiek en eigen levensbeschouwing in zijn of haar persoon met elkaar te verbinden; • de student is in staat tot collegiale samenwerking; • de student kan participeren in intervisieverband; • de student is bereid te leren van de interactie tijdens het onderwijs. Coördinator van het eerste jaar van deze tweejarige master is prof. dr. S. Miedema, tel. (020) 59 86622 # 88873, e-mail
[email protected]. Coördinator en vakdidacticus van het tweede jaar van de master is drs. P. de Haas, tel. (020) 59 89231, e-mail
[email protected].
4.6 4.6.1
Opbouw van het programma Jaar 1 Het eerste jaar bestaat in totaal uit 60 studiepunten: 27 punten verplichte vakken en 33 punten keuzevakken. Het programma ziet er als volgt uit: Verplichte vakken Periode 1 118005 Godsdienstpedagogiek A
6 EC
Periode 2 118006 Religious Education
6 EC
Periode 3 111021 General Research Skills
3 EC
Periode 3, 4, 5 en 6 118902 Scriptie
18 EC
Master Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing
41
Keuzevakken Periode 1 118000 Psychologie
6 EC
Periode 2 110034 Specialisatiemodule II 118011 Godsdienstpedagogiek B
6 EC 6 EC
Periode 3 114004 Faculty Module 118052 Geestelijke zorg in de praktijk: gesprekspracticum
3 EC 3 EC
Periode 4 825022 Masterclass Philosophy of Moral & Religious Education* Periode 4 en 5 110008 Stage/leeronderzoek
6 EC
12 EC
* wordt door de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek verzorgd.
Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen. 4.6.2
Jaar 2 Het tweede jaar bestaat uit 60 studiepunten verdeeld over 5 onderdelen. Het programma ziet er als volgt uit: 990114 Vakdidactiek 990001 Algemene didactiek/pedagogiek 990002 Praktijk/stage 990003 Praktijkonderzoek Verdiepingsmodulen
4.6.3
42
9 EC 9 EC 30 EC 8 EC 4 EC
Verdiepingsmodulen In het tweede jaar zijn 4 EC aangewezen voor verdieping. Eén van de mogelijkheden is één of meer van de door het Onderwijs Centrum aangeboden verdiepingsmodulen te volgen. In overleg met de begeleider stelt de student de inhoud van dit keuzeonderdeel vast. De aangeboden modules zijn zeer verschillend. In het ene geval betreft het korte studiereizen om inzicht te krijgen in de eigen onderwijssituatie door vergelijking met die van het bezochte land (Verenigde Staten, Duitsland, België). In het andere geval betreft het verdieping in een voor het
Godgeleerdheid
onderwijs relevant thema, zoals multiculturaliteit, wereldburgerschap, oriëntatie in het HBO, en ICT in het onderwijs.
Master Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing
43
44
Godgeleerdheid
5
5.1
Master Religie en Levensbeschouwing Inleiding De master Religie en levensbeschouwing biedt een programma van één jaar (60 EC). Het programma bestaat uit zeven specialisaties: • Geestelijke Zorg in Organisaties (GZIO); • Levensbeschouwelijke Vorming (LEVO); • Communicatie en Media (CM); • Islamitische Geestelijke Zorg (IGZ); • Verdieping Islam (VI). • Islamitische Jeugdzorg (IJ). • Islamitische Levensbeschouwelijke Vorming (ILEVO). Studenten specialiseren zich in één van deze specialisaties. De colleges zijn in principe in het Nederlands. Een aantal colleges zal in het Engels worden aangeboden omdat deze samen gegeven worden met de internationale master.
5.1.1
Toelatingsvoorwaarden De vooropleidingseis voor de master Religie en levensbeschouwing is de bachelor Religie en Levensbeschouwing of bachelor Theologie van de VU of een vergelijkbare opleiding elders, afhankelijk van de gekozen specialisatie. Moderne talen Van alle masterstudenten Religie en Levensbeschouwing wordt beheersing van de Engelse taal verondersteld, op een dusdanig niveau dat zij Engelstalige wetenschappelijke literatuur kunnen lezen en Engelstalige colleges kunnen volgen. Heb je onvoldoende kennis van het Engels dan dien je dit zelf op voldoende niveau te brengen. Eén van de mogelijkheden is het volgen van de cursus Allround Engels van het Centrum voor Studie en Loopbaan van de VU, naast het gewone programma van de opleiding. Zie voor meer informatie http://www.vu.nl/nl/studenten/cursussenstages-scriptie/cursussen/index.asp Voor de masteropleiding Religie en Levensbeschouwing wordt geen kennis van het Frans of Duits verondersteld.
5.1.2
Instromen via een pre-master Het is mogelijk om, indien je niet aan de voorgeschreven ingangseisen voldoet, eventueel toch in te stromen in deze master en wel via een zogenaamde premaster. De premaster geeft je de mogelijkheid om jouw vooropleiding goed te laten aansluiten bij de eisen van de door jou gewenste master. Met welke vooropleiding je in aanmerking komt voor een premaster vind je op de facultaire website: www.godgeleerdheid.vu.nl > opleidingen > instroom uit het HBO.
5.1.3
Eindtermen Het programma heeft de volgende eindtermen: De afgestudeerde beschikt over: • verdiepte kennis op het gebied van de religie en levensbeschouwing zodanig dat hij of zij op dit gebied zelfstandig wetenschappelijk onderzoek kan verrichten;
Master Religie en Levensbeschouwing
45
• • •
voldoende kennis, inzicht, vaardigheden en attitude voor zelfstandige beroepsuitoefening op het gebied van de gekozen specialisatie; voldoende kennis van vakspecifieke wetenschappelijke Engelstalige literatuur; academische vaardigheden die voldoen aan de eisen van een wo-master (conform de Dublin-descriptoren).
De specifieke doelen van de diverse specialisaties worden per specialisatie uitgewerkt. 5.1.4
Onderwijsvorm Behalve voor de scriptie is de onderwijsvorm afhankelijk van de omvang van de groep. Bij 7 of meer studenten zal het onderwijs gegeven worden in de vorm van een hoor- of werkcollege (2 x 2 uur per week). Bij 3-6 studenten zal het onderwijs gegeven worden in de vorm van een tutorial (maximaal 1 x 2 uur per week). Bij 1-2 studenten zal het onderwijs in de vorm van begeleide literatuurstudie aangeboden worden (geen colleges). Voor de scriptie geldt dat iedere student een begeleider krijgt toegewezen uit het vakgebied van zijn specialisatie.
5.1.5
Structuur van het programma De structuur van de master Religie en levensbeschouwing bestaat uit twee trajecten die parallel aan elkaar lopen; een specialisatietraject van verplichte onderdelen en een traject van keuzeonderdelen die de studenten de kans geven hun horizon te verbreden binnen het vakgebied. Studenten moeten verplicht het gekozen specialisatietraject volgen. Het specialisatietraject bestaat uit de twee specialisatiecolleges, de module General Research Skills (periode 3), en de scriptie (totaal 33 EC). Elke specialisatie heeft zijn eigen traject van aanbevolen keuzeonderdelen (totaal 27 EC). Studenten die een andere keuze dan wordt aanbevolen willen volgen, dienen contact op te nemen met de coördinator van hun eigen specialisatie en toestemming te vragen aan de examencommissie Religie & Levensbeschouwing. Als de keuze een module is uit het programma van de master Godgeleerheid of van de Master of Theology moet de student beschikken over de vereiste voorkennis zoals die wordt aangegeven in de modulebeschrijving. De coördinatoren zijn: • drs. E.C.T. de Jongh, Geestelijke zorg in organisaties (GZIO) • prof. dr. S. Miedema, Levensbeschouwelijke vorming (LEVO) • drs. C.L. de Feijter, Communicatie en media (CM) • prof. dr. P.A. van Doorn-Harder, Verdieping Islam (VI) • prof. dr. H.M. Vroom, Islamitische Jeugdzorg (IJZ) • prof. dr. H.M. Vroom, Islamitische Levensbeschouwelijke Vorming (ILEVO) • prof. dr. H.M. Vroom, Islamitische geestelijke zorg (IGZ)
5.1.6
46
Geestelijke Zorg in Organisaties Inleiding De masterspecialisatie Geestelijke zorg in organisaties is primair gericht op het beroep van geestelijk verzorger. De nadruk ligt op het functioneren van afgestudeerde Godgeleerdheid
theologen en religiewetenschappers in ziekenhuizen en zorginstellingen, gevangenissen en de krijgsmacht. In deze instellingen is de functie van geestelijk verzorger ‘ingeburgerd’. De geestelijke zorg omvat: • de hulpverlening en begeleiding van patiënten en bewoners, gedetineerden en militairen; • de advisering van zorgverleners, hulpverleners en hun leidinggevenden; • de ethische en levensbeschouwelijke bijdrage aan het instellingsbeleid. Ook buiten de gezondheidszorg, gevangenissen en krijgsmacht is een groeiende behoefte aan levensbeschouwelijke en ethische oriëntatie. De masterspecialisatie speelt ook in op mogelijkheden om als geestelijk verzorger/adviseur werkzaam te zijn op het gebied van welzijn, orde en veiligheid en in het bedrijfsleven. Gezien het brede profiel van de masterspecialisatie spreken wij over geestelijk verzorger/adviseur. Het beroepsprofiel van geestelijk verzorger/adviseur wordt in de huidige tijd vooral gestempeld door het vermogen om met mensen te communiceren aangaande zin- en geloofsvragen en hun uitingen van zinbeleving en spiritualiteit te duiden in het licht van andere en eerdere uitingen die worden doorgegeven binnen levensbeschouwelijke en religieuze tradities. Op grond van deze vaardigheid is de geestelijk verzorger/adviseur in staat om, samen met anderen, vanuit de eigen traditie in gesprek te zijn met de huidige pluriforme en multireligieuze samenleving en mede vorm te geven aan de ontwikkeling van de geestelijke identiteit van mensen en hun organisaties. De geestelijk verzorger/adviseur doet dat op een persoonlijk betrokken, theoretisch verantwoorde, professionele en inspirerende wijze. In aansluiting op dit profiel gaat de opleiding uit van de gedachte dat geestelijke zorg nooit ‘algemeen’ kan zijn, maar altijd een bijzondere levensvisie veronderstelt. Voor deze functie wordt daarom uitgegaan van een specifieke ’bron’: een levensbeschouwelijke of religieuze traditie en/of gemeenschap waaruit door de geestelijk verzorger/adviseur wordt geput zowel voor zichzelf als voor en met anderen. De faculteit der Godgeleerdheid biedt hiervoor een geschikte voedingsbodem als plek van ontmoeting van verschillende tradities. De masterspecialisatie is geaccrediteerd door de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in Zorginstellingen. Voor de uitoefening van het beroep van geestelijk verzorger wordt een volledige theologische of godsdienstwetenschappelijke vooropleiding gevraagd. Instroom van studenten met een andere vooropleiding is mogelijk na een intakegesprek. Alle overheidsinstellingen en sommige andere instellingen eisen naast een academische opleiding ook een ambtelijke zending. De masterspecialisatie Geestelijke zorg in organisaties als zodanig is geen ambtsopleiding. Coördinator van de specialisatie: drs. E.C.T. de Jongh, tel. (020) 59 86623, e-mail
[email protected]. Doelstelling Als einddoel voor deze beroepsspecialisatie geldt dat de student voldoende kennis, inzicht, vaardigheden en attitude moet verwerven om het beroep van geestelijk verzorger/adviseur zelfstandig te kunnen uitoefenen. Master Religie en Levensbeschouwing
47
Kennis en inzicht De student heeft zich theoretisch verdiept in theorie van de geestelijke zorg en in de theologische, ethische en/of psychologische aspecten van geestelijke zorg. De keuzevakken bieden de gelegenheid voor aansluiting van de studie bij het persoonlijke beroepsperspectief. Andere keuzevakken binnen en buiten de faculteit der Godgeleerdheid zijn mogelijk na advies van de coördinator en toestemming van de examencommissie. Door middel van studieopdrachten heeft de student een verbinding gelegd met zijn/haar eigen praktijk. De student is in staat gecompliceerde situaties van mensen en hun organisaties te analyseren vanuit het perspectief van zingeving, ethiek en spiritualiteit en daarbij de meest bruikbare theoretische kennis ter verheldering te gebruiken. Vanuit dit perspectief is de student ook in staat om op verantwoorde wijze de eigen en andere tradities te bestuderen, verstaanbaar uit te leggen en op constructieve wijze in te brengen in het contact met mensen binnen en buiten de kerk. Vaardigheden De student beschikt over de agogische vaardigheden die nodig zijn om mensen die aan zijn of haar zorg zijn toevertrouwd procesmatig in hun levensbeschouwelijke ontwikkeling te begeleiden; de student beschikt over communicatieve vaardigheden die het mogelijk maken te functioneren in een organisatie waarin mensen met verschillende achtergrond, opleiding en geloofsbeleving participeren; de student kan omgaan met methodiek van een pastoraal gesprek, een adviesgesprek en de (contemplatieve) dialoog; de student is in staat om over het eigen optreden te reflecteren; de student heeft de vaardigheid om levensbeschouwelijke, religieuze en ethische vraagstukken te analyseren en hun implicaties uit te leggen. Attitude De student is zich bewust van de wijze waarop zijn/haar persoon een instrument is in de geestelijke verzorging. Hij of zij is in staat tot het aangaan van een vertrouwensrelatie en heeft respect voor de diversiteit van levensbeschouwelijke stromingen en culturen. De student weet vakdeskundigheid, beroepsethiek en spiritualiteit in zijn of haar persoon met elkaar te verbinden, is zich bewust van de eigen mogelijkheden en beperkingen ten aanzien van de functie van geestelijk verzorger/adviseur en heeft getoond op het eigen optreden te kunnen reflecteren. De student is in staat tot collegiale samenwerking vanuit een persoonlijke identiteit als geestelijk verzorger/adviseur en een heldere verhouding tot de eigen religieuze of levensbeschouwelijke traditie. Opbouw van het programma De masterspecialisatie bestaat in totaal uit 60 ECTS punten die zijn verdeeld over de volgende modulen: Verplichte vakken Periode 1 118000 Psychologie Periode 2 48
Godgeleerdheid
6 EC
118063 Geestelijke zorg in organisaties I
6 EC
Periode 3 111021 General research skills
3 EC
Periode 4 118064 Geestelijke zorg in organisaties II
6 EC
Periode 5 en 6 118902 Scriptie
18 EC
Keuzevakken Periode 1 118002 Theologische en wijsgerige antropologie
6 EC
Periode 2 117001 Ethics in Spiritual Care
6 EC
Periode 3 110013 Islamitische ethiek en fiqh I 118052 Geestelijke zorg in de praktijk: gesprekspracticum
3 EC 3 EC
Periode 4 118055 Stage/leeronderzoek (GZIO)
6 EC
Periode 5 110084 Biografie en Geloof
6 EC
Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen. 5.1.7
Levensbeschouwelijke vorming Inleiding De masterspecialisatie Levensbeschouwelijke vorming is gericht op het verwerven van kennis van en inzicht in de wetenschappelijke opvattingen over en de werkwijzen en methoden voor de levensbeschouwelijke vorming van leerlingen op scholen. De levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van leerlingen maakt integraal onderdeel uit van de vorming van de brede identiteit van de leerlingen. Ze is sinds de wet op de burgerschapsvorming, die in februari 2006 van kracht werd, in primair en secundair onderwijs ook expliciet verbonden met burgerschapsvorming. Nagegaan wordt hoe die verwevenheid in theorie en praktijk vorm krijgt op het microniveau van klas of groep. Daarbij richt de aandacht zich ook op het beoogde en gerealiseerde aandeel van de identiteit van de school - het mesoniveau - met het oog op de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de leerling. In samenhang hiermee wordt nagegaan hoe ontwikkelingen in de multiculturele en multireligieuze Nederlandse
Master Religie en Levensbeschouwing
49
samenleving (het macroniveau) van invloed zijn op opvattingen en praktijken op meso- en microniveau. In deze specialisatie vormen de pedagogiek (godsdienstpedagogiek) en de didactiek (godsdienstdidactiek) van de levensbeschouwelijke vorming samen met stage/leeronderzoek en de scriptie de harde kern van de masterspecialisatie. Studenten die zeker niet een docentschap levensbeschouwelijk vorming ambiëren, volgen in plaats van de module Godsdienstdidactiek de module Godsdienstpedagogiek (b), het vervolg op en de uitbreiding van de module Godsdienstpedagogiek (a). Het is de bedoeling dat studenten naast het stage/leeronderzoek ook het onderdeel General Research Skills volgen met het oog op het schrijven van een scriptieopzet. Coördinator van de specialisatie: prof.dr. S. Miedema, tel. (020) 59 86622 # 59 88873, e-mail
[email protected]. Doelstelling Als einddoel voor deze beroepsspecialisatie geldt dat de student voldoende kennis, inzicht, vaardigheden en attitude moet verwerven om zelfstandig beroepsmatig werkzaam te kunnen zijn in het veld van het onderwijs of een beleidsmatige- of adviesfunctie. Dat wil zeggen: Kennis en inzicht: De student beschikt over een grondige theoretische vorming in de vakken godsdienstpedagogiek en godsdienstdidactiek. Vaardigheden: De student beschikt over de analytische en operationele vaardigheden die nodig zijn voor beroepswerkzaamheden in onderwijs en opvoeding. Attitude: De student weet vakdeskundigheid, beroepsethiek en eigen levensbeschouwing in persoon met elkaar te verbinden. De student is in staat tot collegiale samenwerking. Opbouw van het programma De masterspecialisatie bestaat in totaal uit 60 ECTS punten die zijn verdeeld over de volgende modulen: Verplichte vakken
50
Periode 1 118005 Godsdienstpedagogiek A
6 EC
Periode 2 118006 Godsdienstdidactiek
6 EC
Godgeleerdheid
Periode 3 111021 General Research Skills
3 EC
Periode 3, 4, 5 en 6 118902 Scriptie
18 EC
Keuzevakken Periode 1 118000 Psychologie
6 EC
Periode 2 110034 Specialisatiemodule II 118011 Godsdienstpedagogiek B
6 EC 6 EC
Periode 3 114004 Faculty Module 118052 Geestelijke zorg in de praktijk: gesprekspracticum
3 EC 3 EC
Periode 4 111027 Oriëntatie op het leraarschap 825022 Masterclass Philosophy of Moral & Religious Education* Periode 4 en 5 110008 Stage/leeronderzoek
6 EC 6 EC
12 EC
* wordt door de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek verzorgd.
Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen. 5.1.8
Communicatie en media Inleiding De masterspecialisatie Communicatie en Media biedt studenten de wetenschappelijke kennis en academische vaardigheden voor beroepswerkzaamheden op het terrein van religie en levensbeschouwing in de journalistiek, communicatiemanagement en beleidsfuncties. Studenten leren kritisch te reflecteren op de rol die de media spelen in de constructie van de alledaagse beelden van de sociale en culturele werkelijkheid, van religie en van (religieuze) identiteit. En op de impact van die beelden op (inter)religieuze communicatie. Ze analyseren de religieuze dimensies in en van de huidige digitale mediacultuur en de implicaties daarvan voor gevestigde religies, hun instituten, gemeenschappen en individuen.
Master Religie en Levensbeschouwing
51
Ook komen de belangrijkste ethische vragen aan bod waarmee de ’informatiesamenleving’ individu en samenleving confronteert, waaronder de bescherming van de vrijheid van meningsuiting, van godsdienst, privacy etc.). Wanneer studenten dit programma met goed gevolg afgelegd hebben, kunnen zij een functie vervullen in de journalistiek (kranten, tijdschriften, omroep of nieuwe media), in kerkelijke, levensbeschouwelijke en godsdienstige organisaties, bij de overheid en NGO’s en in andere sectoren waar deskundigheid op het gebied van communicatie en religie in de multiculturele samenleving wordt gevraagd. Om op het werk als journalist, communicatiemanager of staffunctionaris voor te bereiden, biedt de opleiding een geïntegreerd programma waarin de benodigde kennis, vaardigheden, inzicht en attitude in een doorlopend leerproces ontwikkeld, getraind, verdiept en getoetst worden. Naast instructie-, werk en begeleidingscolleges vindt het leerproces tevens plaats op een stageplaats en/of door middel van een leeronderzoek. Coördinator van de specialisatie: dr. C.L. de Feijter, tel. (020) 59 86613, e-mail
[email protected]. Doelstelling Als einddoel voor deze specialisatie geldt dat de studenten voldoende kennis, inzicht, houding en vaardigheden hebben verworven om zelfstandig op het gebied van religie en communicatie werkzaam te kunnen zijn in de journalistiek, het communicatiemanagement of in een beleidsmatige functie Dat wil zeggen: Kennis en inzicht: De student beschikt over een degelijke theoretische vorming op het gebied van media en communicatie in relatie tot religie en zingeving, mediasociologie en media-ethiek. De student verwerft inzicht in de religieuze dimensies van de huidige mediacultuur, de implicaties daarvan voor gevestigde religies, religieuze gemeenschappen en individuen (in communicatie en identiteit), en in de morele vraagstukken rond het functioneren van de media in de pluralistische samenleving. Vaardigheden: De student beschikt over analytische, communicatieve en operationele vaardigheden die nodig zijn voor zelfstandige beroepsuitoefening in: • de journalistiek (met specialisatie-onderwerpen als wereldgodsdiensten, hedendaagse religie en levensbeschouwing, multiculturele samenleving, religieuze instituten en gemeenschappen, oecumene, dialoog etc.); • in het communicatiemanagement van religieuze en levensbeschouwelijke organisaties; • in beleidsfuncties waar kennis en vaardigheid op het gebied van communicatie en informatievoorziening in de multiculturele samenleving essentieel zijn (dialoog, religie in het publieke domein). Attitude: 52
Godgeleerdheid
De student is zich bewust van de wijze waarop zijn/haar persoon een instrument is in de communicatie. Hij of zij weet vakdeskundigheid, beroepsethiek en eigen levensbeschouwing in zijn of haar persoon met elkaar te verbinden. De student is in staat tot collegiale samenwerking. Opbouw van het programma De masterspecialisatie omvat in totaal 60 ECTS punten die zijn verdeeld over de volgende modulen: Verplichte vakken Periode 1 111028 Media Religie en Cultuur I
6 EC
Periode 2 111029 Media Religie en Cultuur II
6 EC
Periode 3 114004 Faculty Module
3 EC
Periode 3, 4, 5 en 6 118902 Scriptie
18 EC
Periode 4 en 5 110053 Stage/Leeronderzoek COM
12 EC
Keuzevakken Periode 1 110021 Globalisation, Global Governance and Human Rights in World Communication I * 110023 Internationale Communicatie * Periode 2 110042 Moslimjongeren tussen twee culturen 706725 Multiculturslim: an international comparison**
6 EC 6 EC 6 EC 6 EC
Periode 3 111021 General Research Skills
3 EC
Periode 4 114003 Mastermodule IV: Esthetiek
6 EC
* deze onderdelen worden gegeven aan de Universiteit van Amsterdam. Het college Globalisation loopt gedeeltelijk door in periode 2; ** dit onderdeel wordt door de Faculteit der Sociale Wetenschappen (VU) verzorgd en loopt door in periode 3. Master Religie en Levensbeschouwing
53
Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen. 5.1.9
Verdieping Islam Inleiding De masterspecialisatie Verdieping Islam biedt aan studenten die een bachelor Religie en levensbeschouwing hebben gedaan dan wel een HBO-opleiding godsdienstleraar Islam hebben afgerond de mogelijkheid om zich verder te verdiepen in de Islam. Het programma biedt aan studenten een grote mate van vrijheid om de eigen belangstelling te volgen. De academische verdieping in de Islam vindt plaats binnen een christelijke faculteit. Dat betekent onder meer dat de student in de docenten en andere studenten kennis maakt met mensen die vanuit een andere traditie leven. Veel vakken worden ook vergelijkend worden gegeven; vooral de vergelijking met christelijke denkbeelden is hier belangrijk. De studie van de Islam is niet alleen theoretisch, maar wordt gerelateerd aan praktische onderwerpen zoals gezondheidszorg, het omgaan met andere godsdiensten, de invloed van nieuwe Islamitische netwerken in het Westen op de ontwikkeling van Islam, de rol van het Islamisme en de rol van moslims in de maatschappij. Studenten die belangstelling hebben voor deze opleiding nemen contact op met de coördinator van de opleiding. De specialisatie zal op afstand begeleid worden. Coördinator van de specialisatie: prof. dr. P.A. van Doorn-Harder, e-mail
[email protected]. Doelstelling Als einddoel voor de masterspecialisatie Verdieping Islam geldt dat de studenten voldoende kennis, inzicht, vaardigheden en attitude verwerven om zelfstandig werkzaam te zijn in het veld van de Islam, hetzij in onderzoek, hetzij in beleidsmatige of adviesfuncties. Opbouw van het programma De masterspecialisatie bestaat in totaal uit 60 ECTS punten die zijn verdeeld over de volgende modulen: Verplichte vakken Periode 1 110015 Contemporaine Islamitische theologie
6 EC
Periode 2 117504 Islamitische filosofie
6 EC
Periode 3 114004 Faculty Module
3 EC
Periode 3, 4, 5 en 6 54
Godgeleerdheid
118902 Scriptie
18 EC
Keuzevakken Periode 1 117505 Islam in Europa
6 EC
Periode 2 117506 Qu'ran uitleg en jurisprudentie
6 EC
Periode 3 111021 General Research Skills
3 EC
Periode 4 117507 Literatuurstudie I Islam
6 EC
Periode 5 117509 Verdieping III Islam
6 EC
Opmerking In verband met het verblijf van de docent in het buitenland zal deze specialisatie alleen via afstandsonderwijs, ondersteund door Blackboard, gevolgd kunnen worden. Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen. 5.1.10
Islamitische Jeugdzorg Inleiding Moslimjongeren in Nederland bevinden zich in een gecompliceerde situatie. Ze ervaren vaak een kloof tussen de leefwereld van hun ouders en normen en waarden die in de Nederlandse samenleving dominant zijn. In de masterspecialisatie Islamitische jeugdzorg ligt het accent op zorg voor jongeren die tot de risico- of zorgcategorie behoren, vanuit een levensbeschouwelijke invalshoek. Onder de risicocategorie verstaan we jongeren die door hun gedrag of andere omstandigheden een verhoogd risico lopen op geestelijke en maatschappelijke ontsporing of uitval. Indicaties hiervoor kunnen variëren van gedragsproblemen, experimenteren met middelen en kleine criminaliteit tot terugtrekgedrag en inzakken van schoolprestaties. Onder de zorgcategorie verstaan we jongeren die al bezig zijn te ontsporen en/of maatschappelijk uit te vallen. Indicaties hiervoor kunnen tot uiting komen in sterke groepsbindingen die zich onttrekken aan de controle van thuis, variërend van criminaliteit tot extremisme, maar ook in tal van andere problemen, van psychische of sociale aard. Er is nog onvoldoende bekend hoe deze problemen hun weerslag hebben op het levensbeschouwelijke vlak, maar gezien de grote waarde die verreweg de meeste moslimjongeren aan hun geloof hechten, kan worden aangenomen dat deze weerslag aanzienlijk is en dat er behoefte is aan zorg die deze levensbeschouwelijke invalshoek recht doet, als aanvulling op andere vormen van zorg.
Master Religie en Levensbeschouwing
55
Afgestudeerden van de specialisatie Islamitische jeugdzorg zijn toegerust om jongeren dergelijke zorg te kunnen bieden. Ze hebben daarbij mede gezien hun vooropleiding een zodanige kennis van de islamitische theologie dat ze met religieus gezag vragen van jongeren op dat gebied kunnen beantwoorden en begeleiden. Ze beschikken over grondige kennis van processen van identiteitsontwikkeling van moslimjongeren en de problemen die zich daarbij kunnen voordoen, bijvoorbeeld als uiting van een verinnerlijkt cultuurconflict. Ze hebben weet van de mogelijkheden en beperkingen die een levensbeschouwelijke invalshoek voor de oplossing van deze problemen biedt en kunnen van daaruit de jongeren de nodige geestelijke zorg bieden. Doel is daarbij tevens om de integratie van moslimjongeren in de Nederlandse samenleving te bevorderen met volledige erkenning van de betekenis van hun geloof. Daarmee kunnen ze een tegenwicht bieden tegen invloeden binnen en buiten de islam die deze integratie dreigen te belemmeren. Afgestudeerden zouden werkzaam kunnen zijn in de geestelijke zorg in islamitische organisaties, maar ook in andere functies waarbij zorg voor moslimjongeren vanuit levensbeschouwelijk perspectief een toegevoegde waarde heeft. Hierbij kan gedacht worden aan functies op het snijvlak van geestelijke zorg en jeugdreclassering, jeugdwelzijnswerk, leerlingenzorg of andere vormen van hulp- en dienstverlening aan jongeren. Afgestudeerden zijn daarnaast toegerust om een brugfunctie te vervullen tussen levensbeschouwelijke vragen en identiteitsvorming van moslimjongeren aan de ene kant en hun functioneren binnen pedagogische verbanden, in het bijzonder in en rond het onderwijs, aan de andere kant. Maar zij zijn tevens bij uitstek geschikt om binnen een onderwijsinstelling in bredere zin een brugfunctie te vervullen tussen moslimjongeren en hun gezinnen aan de ene kant en de school met zijn institutionele omgeving aan de andere kant. Zij vormen zowel voor de jongeren in kwestie als voor de pedagogische en andere maatschappelijke verbanden waar deze jongeren mee te maken hebben een aanspreekpunt. Kennis van de islam en islamitische pedagogiek wordt daarbij gekoppeld aan kennis over de identiteitsvorming van moslimjongeren binnen deze maatschappij. Een dergelijke brugfunctie zouden ze ook kunnen vervullen bij instanties op de terreinen van jeugdwelzijnswerk en jeugdbeleid. Coördinator van de specialisatie: prof. dr. H.M. Vroom, tel: (020) 59 86608, e-mail
[email protected]. Doelstelling Als einddoel van de masterspecialisatie Islamitische Jeugdzorg geldt dat studenten voldoende kennis, inzicht, vaardigheden en attitude hebben verworven om zelfstandig, beroepsmatig werkzaam te kunnen zijn in pedagogische functies op het snijvlak van geestelijke zorg en jeugdreclassering, jeugdwelzijnswerk, leerlingenzorg of andere vormen van hulp- en dienstverlening aan jongeren. Kennis: De student beschikt over een grondige vorming in pedagogiek en kennis van de islamitische theologie, die hem/haar in staat stelt op verantwoorde wijze om te gaan met het geloof van islamitische jongeren. De student heeft daarnaast kennis over processen van identiteitsvorming onder moslimjongeren tussen twee (of drie) culturen en mogelijke problemen hierbij, in het 56
Godgeleerdheid
bijzonder rond levensbeschouwelijke vragen en kennis over jongerenzorg binnen en buiten islamitische organisaties. Inzicht: De student is in staat de identiteitsvorming van jongeren binnen hun sociale omgeving te analyseren, hun levensbeschouwelijke vragen en hun problemen in deze context te begrijpen en daarbij de meest bruikbare theoretische kennis ter verheldering te gebruiken. De student is daarnaast vertrouwd met de islamitische traditie en in staat om zichzelf theologisch in de breedte van de islam te positioneren en om op dit gebied de relatie te leggen met de levensbeschouwelijke vragen en problemen van jongeren. Toepassing van kennis en inzicht: De student is in staat om deze kennis en inzichten methodisch en beleidsmatig uit te werken en toe te passen binnen de context van jongeren en jongerenzorg met een islamitische invalshoek. Vaardigheden: De student beschikt over de agogische en communicatieve vaardigheden om moslimjongeren die tot de risico- of zorgcategorie behoren te begeleiden, hun sociale omgeving hierbij te betrekken en hierover te communiceren met een publiek van specialisten en niet-specialisten. Attitude: De student is zich bewust van de wijze waarop zijn/haar persoon een instrument is in de functie-uitoefening. De student is zich bewust van de eigen mogelijkheden en beperkingen hierbij en heeft getoond op het eigen optreden te kunnen reflecteren en dit constructief te kunnen inzetten in een permanent leerproces. De student is bekend met de wijze waarop hij of zij creatief kan omgaan met de persoonlijke ontvankelijkheid en weerbaarheid en de balans tussen bijvoorbeeld nabijheid en distantie, cognitie en emotie, privé en professioneel. De student weet ook wanneer bij de aanpak van problemen van jongeren samenwerking met of verwijzing naar andere instanties geboden is en heeft een positieve attitude met betrekking tot een dergelijke samenwerking en taakverdeling. Oordeelsvorming: De student is in staat om op grond van de bovengenoemde analyse en met behulp van theologische en sociaal-wetenschappelijke kennis een zelfstandig oordeel te vormen en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische aspecten die zijn verbonden aan het toepassen van eigen kennis en oordelen. Leervaardigheid: De student heeft de leervaardigheid verworven om onderzoeksmatig of anderszins een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfstandig en autonoom karakter. Opbouw van het programma De masterspecialisatie bestaat in totaal uit 60 ECTS punten die zijn verdeeld over de volgende modulen: Verplichte vakken Master Religie en Levensbeschouwing
57
Periode 1 110041 Islamitische Godsdienstpedagogiek Periode 2 110042 Islamitische Jongeren tussen twee culturen
6 EC 6 EC
Periode 3 114004 Facultaire Module
3 EC
Periode 4 110044 Jongerenwerk en Jeugdzorg
6 EC
Periode 5 en 6 109001 Scriptie
18 EC
Keuzevakken Periode 1 110015 Contemporaine Islamitische theologie Periode 2 118051 Interreligious Dialogue and Islamic Theology of Religion Periode 3 111021 General Research Skills Periode 4 110045 Stage/leeronderzoek Islamitische Jeugdzorg
6 EC 6 EC
3 EC 6 EC
Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen. 5.1.11
58
Islamitische Levensbeschouwelijke Vorming Inleiding De specialisatie Islamitische Levensbeschouwelijke vorming is gericht op het verwerven van kennis van en inzicht in de wetenschappelijke opvattingen over en de werkwijzen en methoden voor de Islamitische levensbeschouwelijke vorming van leerlingen op scholen. De levensbeschouwelijke identiteitsontwikkeling van leerlingen maakt integraal onderdeel uit van de vorming van de brede identiteit van de leerlingen. Nagegaan wordt hoe die verwevenheid in theorie en praktijk vorm krijgt op microniveau. Daarbij richt de aandacht zich ook op het beoogde en gerealiseerde aandeel van de school – het meso-niveau van de identiteit van de school - met het oog op de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de leerling. In samenhang hiermee wordt nagegaan hoe ontwikkelingen in de multiculturele en multireligieuze Godgeleerdheid
Nederlandse samenleving (het macroniveau) van invloed zijn op opvattingen en praktijken op meso- en micro-niveau. In deze specialisatie vormen de pedagogiek (godsdienstpedagogiek) en de didactiek (godsdienstdidactiek) van de levensbeschouwelijke vorming samen met stage/leeronderzoek en de scriptie de harde kern van de masterspecialisatie. Binnen het onderdeel stage/leeronderzoek volgen de studenten met het oog op het schrijven van de scriptie ook het onderdeel methodologie. Coördinator van de specialisatie: prof. dr. H.M. Vroom, tel: (020) 59 86608, e-mail
[email protected]. Doelstelling Als einddoel voor deze beroepsspecialisatie geldt dat de student(e) voldoende kennis, inzicht, vaardigheden en attitude moet verwerven om zelfstandig beroepsmatig werkzaam te kunnen zijn in het veld van het onderwijs of in een beleidsmatige of adviserende functie. Dat wil zeggen: Kennis en inzicht De student(e) beschikt over een grondige theoretische vorming in de vakken godsdienstpedagogiek en godsdienstdidactiek met speciale aandacht voor de islamitische pedagogiek en de problematiek van ‘jongeren tussen twee culturen’. Vaardigheden De student(e) beschikt over de analytische en operationele vaardigheden die nodig zijn voor beroepswerkzaamheden in onderwijs en opvoeding. Attitude De student(e) weet vakdeskundigheid, beroepsethiek en eigen islamitische levensbeschouwing met elkaar te verbinden. Hij of zij is in staat tot collegiale samenwerking. Na het afronden van deze specialisatie kunnen studenten doorstromen naar de lerarenopleiding van het Onderwijscentrum om hun eerstegraads lesbevoegdheid te behalen. Opbouw van het programma De masterspecialisatie Islamitische Levensbeschouwelijke Vorming bestaat in totaal uit 60 ECTS punten die verdeeld zijn over de volgende modulen: Verplichte vakken Periode 1 110041 Islamitische Godsdienstpedagogiek
6 EC
Periode 2 118006 Godsdienstdidactiek
6 EC
Master Religie en Levensbeschouwing
59
Periode 3 114004 Facultaire Module
3 EC
Periode 4, 5 en 6 118902 Scriptie
18 EC
Keuzevakken Periode 1 118005 Godsdienstpedagogiek A
6 EC
Periode 2 110042 Moslimjongeren tussen twee culturen
6 EC
Periode 3 111021 General Research Skills
3 EC
Periode 4,5 110008 Stage/leeronderzoek
12 EC
Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen. 5.1.12
Islamitische Geestelijke Zorg Inleiding De masterspecialisatie Islamitische Geestelijke Zorg is beroepsgericht. In deze specialisatie ligt de nadruk op het functioneren van afgestudeerden in instellingen en organisaties. Daarbij denken we aan: de geestelijke zorg aan patiënten, cliënten en bewoners in ziekenhuizen en zorginstellingen en aan gedetineerden; de geestelijke zorg aan zorgverleners, hulpverleners, politieagenten, militairen en hun leidinggevenden; de theologische bijdrage aan het instellings- of organisatiebeleid. Het initiatief tot deze variant ligt in overleg tussen imams aan gevangenissen en zorginstellingen met de theologische faculteit. Het programma leidt studenten op die werkzaam willen zijn als academisch geschoolde medewerkers in de uitvoering van de Islamitische geestelijke zorg. Binnen de specialisatie verzorgen derhalve ook Islamitische docenten mede het onderwijs. De Islamitische Geestelijke Zorg heeft een vaste plaats verkregen in penitentiaire inrichtingen. Er zijn een beperkt aantal islamitische geestelijke verzorgers werkzaam in zorginstellingen, maar op grond van het rechtsprincipe van gelijke behandeling van religieuze groeperingen zal hun aantal ook stijgen in de zorg en te zijner tijd ook in de krijgsmacht. In het bedrijfsleven is er een langzaam stijgende behoefte aan raadslieden – mensen zijn geen verlengstukken van computers en machines. Het welbevinden is voor het bedrijf van grote betekenis. Omdat deze islamitische variant ten dele samenloopt met de specialisatie Geestelijke Zorg in Organisaties, komen de studenten ook in aanraking met christelijke en nog weer andersdenkende
60
Godgeleerdheid
medestudenten. De problematiek van de plurale samenleving staat in de gehele faculteit centraal en klinkt door in veel van haar onderzoek en onderwijs. Daarom zijn afgestudeerden ook geschikt voor functies als raadslieden geestelijke begeleiding in andersoortige instellingen dan zorg en gevang. Specifieke toelatingseisen Studenten met opleidingen buiten Nederland kunnen worden toegelaten tot de studie als zij secundair onderwijs op vwo-niveau hebben gevolgd en daarna een academische studie in de islamitische theologie hebben afgerond. Studenten met verwante studies maar geen theologische opleiding moeten een uitgebreide premaster volbrengen, voordat zij in deze master kunnen instromen. Hetzelfde geldt voor studenten die niet met de Nederlandse cultuur en stromingen in deze cultuur vertrouwd zijn. Studenten zonder diploma van een Nederlandse voorbereidende onderwijsinstelling, dienen staatsexamen NT2 (Nederlands als tweede taal, programma 2) met succes te hebben afgerond. De geschiktheid van kandidaten voor deze opleiding wordt beoordeeld door een geschiktheidscommissie van enkele islamitische docenten en de coördinator van de opleiding. Omdat er veel verschillende islamitische opleidingen zijn in binnen- en buitenland met ongelijke programma's vormt de commissie zich ook een oordeel over het niveau van de kennis van de islamitische theologie, andere stromingen en Europese context. De definitieve toelating gebeurt door de examencommissie van de opleiding. Coördinator van de specialisatie: prof. dr. H.M. Vroom, tel: (020) 59 86608, e-mail
[email protected]. Doelstelling Als einddoel voor deze beroepsspecialisatie geldt dat de student voldoende kennis, inzicht , vaardigheden en attitude moet verwerven om het beroep van Islamitische geestelijk verzorger zelfstandig te kunnen uitoefenen. Kennis en inzicht De student beschikt over een grondige theoretische vorming in de vakken van de Islamitische geestelijke zorg. De masteropleiding van een jaar voorondersteld een grondige kennis van de islamitische theologie in context op bachelor niveau en is zelf geen ambtsopleiding, maar een specialisatie op het terrein van de geestelijke verzorging. Vaardigheden Geestelijk verzorgers leren om met hun gesprekspartners over hun leven te spreken en goed te horen wat de ander wil zeggen. Zij moeten in staat zijn om hun geloof niet slechts te uiten, maar de relevantie ervan voor de gesprekspartner duidelijk te maken in diens situatie, gezien vanuit de gesprekspartner. Dit noemt men de hermeneutischcommunicatieve competentie. Deze competentie wordt in de studie van meer kanten belicht en getraind. In het vak psychologie worden algemene noties uit de psychologie behandeld, die van voor begeleiding van belang zijn. De master omvat een stage of voor mensen die al in het veld werkzaam zijn supervisie. Attitude Master Religie en Levensbeschouwing
61
De student is zich bewust van de wijze waarop zijn/haar persoon een instrument is in de geestelijke verzorging. De student is in staat tot het aangaan van een vertrouwensrelatie en weet vakdeskundigheid, beroepsethiek en spiritualiteit met elkaar te verbinden. De student is zich bewust van de eigen mogelijkheden en beperkingen ten aanzien van de functie van (Islamitisch) geestelijke verzorger en heeft getoond op het eigen optreden te kunnen reflecteren. Opbouw van het programma De masterspecialisatie bestaat in totaal uit 60 punten die zijn verdeeld over de volgende modulen: Verplichte vakken Periode 1 118000 Psychologie I Periode 2 110012 Islamitische theologie m.b.t. de geestelijke verzorging
6 EC 6 EC
Periode 3 110013 Islamitische ethiek en fiqh I
3 EC
Periode 3, 4, 5 en 6 118902 Scriptie
18 EC
Keuzevakken Periode 1 110015 Contemporaine Islamitische theologie
6 EC
Periode 2 110016 Verdieping Islam Geestelijke Zorg
6 EC
Periode 4 118064 Geestelijke zorg in organisaties II
6 EC
Periode 5 110009 Stage/Supervisie
6 EC
Periode 6 110018 Islamitische ethiek en fiqh II
3 EC
Voor het tijdstip en de locatie van de colleges verwijzen wij u naar rooster.vu.nl. Op studiegids.vu.nl en op blackboard treft u informatie over de inhoud van de modulen.
62
Godgeleerdheid
6
6.1
Master of Research in Reformed Theology (MARRT) Introduction The Faculty's Master of Reformed Theology (research), commonly known as the Research Master or MARRT, offers a two year master's degree of 120 credits. The program consists of in-depth training in specialized research and allows advanced studies in a wide range of theological topics and disciplines. The specialized research training is supervised by leading scholars of the Faculty. The program of the Research Master seeks to prepare the students enrolled for a career involving theological research, especially doctoral study, but also positions in society or in churches in which academic excellence is a prerequisite. The degree is comparable to the M.Phil. in other countries. Co-ordinator: Prof. dr. L.J. Lietaert Peerbolte (
[email protected])
6.2
Specialization Students choose a specialization within one of the five departments of the Faculty: • Biblical Studies: Old Testament Studies, New Testament Studies; • Church History: History of Christianity in the Ancient World, Augustine, Christianity and Culture (with emphasis on the work of Augustine and its reception), Christianity in the Middle Ages, Modern Devotion (Devotio Moderna), Reformation History and Theology, History of the Religious Book, Christianity in the Modern World, Neo-Calvinism, Christianity in the Global Society; • Dogmatics & Ecumenics: Dogmatic Theology, History of Dogma, Christian Creeds, Ecumenics; • Encounter of Traditions: Religious Studies, Philosophy of Religion, Dialogue and Hermenuetics; • Praxis: Practical Theology, Social-Scientific Study of Religion, Ethics. Students enrolling in this program specialize in the chosen theological discipline from the beginning. Once they have registered students will receive more detailed information from the departments about the specializations they have on offer.
6.2.1
Admission Minimum requirement for admission to the Research Master is a bachelor’s degree in theology from a Dutch institution of higher education (university). Foreign students with a bachelor’s degree will be admitted only when the university has approved their curriculum as minimally equivalent to its own. Applicants for admission must have an average grade of 7.5 (Dutch system) or the equivalent for their bachelor’s degree program. Those seeking admission to the second year of the Research Master must have successfully completed VU University’s one year Master of Theology program with an average of at least 8 or an equivalent master’s degree program with the same average grade. Master of Research in Reformed Theology (MARRT)
63
Applicants must also demonstrate that they have sufficient knowledge of English: • a score of 580 on TOEFL (237 in the computer version/93-92 in the internet version), or • an average of 6.0 on IELTS, with a minimum score of 6.5 for writing, or • an equivalent score on a comparable language test whose suitability will be determined by the Faculty, or • a passing grade on the examination for English of the Dutch VWO-school. Application forms with the all the required documents can be found on the website. 6.2.2
Learning objectives The program of the Research Master is designed to provide advanced level theological instruction and to prepare the students enrolled for doctoral study or for a career involving theological research. The learning objectives of this master are as follows: • students have acquired the advanced knowledge, understanding and research skills that enable them to be original in developing their own research proposal and providing an answer to their central research question; • students are able to apply their knowledge in a new setting within a broader context, demonstrating their ability to integrate their knowledge and to handle complex questions; • students are able to formulate judgements on the basis of analysis and evaluation of incomplete data; • students are able to communicate their conclusions and the supporting evidence and rationale to specialists by writing a thesis that can be used as the basis for a publishable article or for the first chapter of the proposed dissertation; • students are able to perform independent research; students have sufficient knowledge of English-language scholarly literature in their chosen field of study.
6.2.3
Form of instruction Aside from the thesis (for which each student receives a faculty supervisor from the area of his or her specialization), the form of instruction for courses offered by the Faculty of Theology depends on the number of students formally enrolled in a course: 7 or more students, a lecture course or seminar programmed to meet twice a week; 36 students, a tutorial involving occasional classes (at most once a week); 1-2 students, a guided reading course (no classes).
6.2.4
Overview and outline of the program The first year consists of a trajectory of two specialization modules followed by a module on research skills and two research papers, one for 9 credits and the other for 12 credits. Alongside this trajectory is another one (periods 1, 2, 4 and 5) in which the student may choose to do advanced study in the chosen specialization (a guided reading course, or a tutorial, depending upon the enrollment) or another master’s course on offer; the latter must, however, also contribute to qualifying the student to do advanced work in the chosen specialization. Year 1
64
Godgeleerdheid
Period 1 100123 Specialization Module MARRT I 110050 Advanced Study in the Chosen Specialization or another master’s level course
6 EC 6 EC
Period 2 100124 Specialization Module MARRT II 110029 Advanced Study in the Chosen Specialization or another master’s level course
6 EC 6 EC
Period 3 111021 General Research Skills
3 EC
Periods 3 and 4 116043 Research Paper I
9 EC
Periode 4 110031 Advanced Study in the Chosen Specialization or another master's level course Periods 5 and 6 110032 Advanced Study in the Chosen Specialization or another master's level course 116044 Research Paper II
6 EC
6 EC 12 EC
The second year consists primarily of seminars (periods 1-3) and the completion of the research project in the form of a master’s degree thesis (periods 4-6). Alongside the seminars in periods 1 and 2, the students once again may choose to do an advanced study module in their field of specialization (normally a guided reading course) or another master’s level course on offer. Again, the choices made must contribute to the qualification of the student in the chosen specialization. Year 2 Period 1 116025 Seminar I 116041 Advanced Study in the Chosen Specialization or another master's level course
6 EC 6 EC
Period 2 116026 Seminar II 116042 Advanced Study in the Chosen Specialization or another master's level course
6 EC 6 EC
Period 3 116027 Seminar III
6 EC
Periods 4, 5 and 6 Master of Research in Reformed Theology (MARRT)
65
110049 Completion of Research Project
30 EC
For exact times and dates, please check the program timetable: rooster.vu.nl Check www.studiegidsen.vu.nl or Blackboard for more information. 6.2.5
The elements of the program The two required modules in the first year, Specialization Module MARRT I (period 1) and Specialization Module MARRT II (period 2), are taught courses (normally seminars) and offer advanced level instruction in the various theological disciplines enumerated above. Students enrolling in these two courses immediately choose the theological discipline in which to specialize and then receive instruction on that basis. In these two modules, MARRT students may receive instruction together with students from other master’s degree programs who have chosen the same specialization. The two research papers in the first year enable the student to make a start on doing independent research in the chosen field and to develop the skills needed to do advanced level research. The module General Research Skills is designed to equip the students with the skills needed to do advanced theological research and to develop an academic attitude. The seminars in the second year are devoted to developing methodological clarity, testing hypotheses, and formulating a research project. All students participate in these seminars. The modules Advanced Study in the Chosen Specialization are designed to allow students to pursue their chosen specialization on an individual basis. Students in this program will normally take these Advanced Study modules but may choose another master’s level course on offer in the faculty. Students who wish to take a course in another faculty or institution instead may do so only in consultation with the coordinator of the program, the written permission of their specialization adviser (frequently the head of department), and the formal approval of the Examination Committee of the Faculty. In all cases, it is important to consult in advance the course descriptions to see what prerequisites might apply in the courses on offer. The students must demonstrate their knowledge and ability to do independent research in their chosen field when they complete their research project in the form of a thesis. A guide to the writing of a thesis is available on the website of the Faculty. Students with an average grade of 8 (out of 10) or higher for their program of study may apply for admission to the Ph.D. program of the Graduate School.
66
Godgeleerdheid
7
7.1
Master of Theology Introduction The Master of Theology offers a program of one year (60 EC). The program contains seven subprograms: • Living Reformed Theology (LRT) • Contextual and Cross-Cultural Theology (CCCT) • Bible Translation (BT) • Evangelical and Reformation Theology (ERT) • Church Ministry (CM) • Pentecostal Studies (PS) • Divinity (DV) Students choose one of these subprograms in which to specialize or major. Instruction is in English unless all the students enrolled for a particular course are Dutchspeaking. Dutch-speaking students may always use Dutch for their papers, examinations, and master's thesis. All other students must use English.
7.1.1
Admission requirements Applicants must a bachelor degree in theology or religious studies from VU University Amsterdam or the equivalent elsewhere. Applicants must also demonstrate that they have sufficient knowledge of English: • a score of 580 on TOEFL (237 in the computer version/93-92 in the internet version), or • an average of 6.0 on IELTS, with a minimum score of 6.5 for writing, or • an equivalent score on a comparable language test whose suitability will be determined by the Faculty, or • a passing grade on the examination for English of the Dutch VWO-school. Application forms with the all the required documents can be found on the website. Dutch applicants who do not meet the admission requirements may be able to enter this program on the basis of a premaster. Further information may be found on the Faculty website at www.godgeleerdheid.vu.nl > opleidingen > instroom uit het HBO
7.1.2
Learning objectives The Master of Theology program seeks to enable students: • to acquire a thorough theoretical foundation in the subjects that belong to the chosen subprogram (Bible Translation, Living Reformed Theology, Evangelical and Reformation Theology, Contextual and Cross-Cultural Theology, Pentecostal Studies, Church Ministry, and Divinity); • to reflect theologically and critically on the issues that pertain to the chosen subprogram and to place them in a multi-disciplinary frame of reference; • to make independent critical judgments on the basis of limited data and with an eye on the social and ethical implications; • to communicate the results of research efforts to diverse audiences of specialists and non-specialists; Master of Theology
67
•
to conduct independent scholarly research within the area of the chosen subprogram.
7.1.3
Form of instruction Aside from the thesis (for which each student receives a faculty supervisor from the area of his or her specialization), the form of instruction depends on the number of students formally enrolled in a course: 7 or more students, a lecture course or seminar programmed to meet twice a week; 3-6 students, a tutorial involving occasional classes (at most once a week); 1-2 students, a guided reading course (no classes).
7.1.4
Structure of the program for all subprograms All students must take the two designated courses of their chosen major in periods 1 and 2: LRT: 116010 Living Reformed Theology I and 116011 Living Reformed Theology II CCT: 110035 Contextual and Cross-Cultural Theology I and 110036 Contextual and Cross-Cultural Theology II BT: 115037 Advanced Reading Hebrew, 539606 Introduction to Translation Studies and 539613 Working Sessions in Bible Translation. ERT: 115034 Evangelical and Reformation Theology I and 115035 Evangelical and Reformation Theology II CM: 110046 Church Ministry I and 110047 Church Ministry II PS: 110024 Pentecostal Studies I and 11025 Pentecostal Studies II DV: 100027 Divinity I and 100028 Divinity II More information about the contents of these courses is given in the overviews of the subprograms below and in the course descriptions available on the university website (www.studiegids.vu.nl). Also required are the general research skills course in period 3, the Integration Module in period 6, and the thesis in periods 3-6. The required course work amounts to 36 EC (European Credits) of which half is for the thesis. The remaining 24 EC consist of electives. For full-time students, the program has the following structure:
68
Period 1 Subprogram Course I Elective
6 EC 6 EC
Period 2 Subprogram Course II Elective
6 EC 6 EC
Period 3 111021 General Research Skills Thesis (continued in period 4)
3 EC 3 EC
Godgeleerdheid
Period 4 Elective Thesis (continued in period 5)
6 EC 6 EC
Period 5 Elective Thesis (continued in period 6)
6 EC 6 EC
Period 6 110087 Integration Module Thesis
3 EC 3 EC
Totaal
60 EC
The program for part-time students (2 years instead of 1) is as follows: Year 1 Period 1 Subprogram Course I
6 EC
Period 2 Subprogram Course II
6 EC
Period 3 111021 General Research Skills
3 EC
Period 4 Elective
6 EC
Period 5 Elective
6 EC
Period 6 Thesis (continued in year 2)
3 EC
Totaal
30 EC
Year 2 Period 1 Elective
6 EC
Period 2 Elective
6 EC
Master of Theology
69
Period 3 Thesis (continued in period 4)
3 EC
Period 4 Thesis (continued in period 5)
6 EC
Period 5 Thesis
6 EC
Period 6 110087 Integration Module
3 EC
Totaal
30 EC
The Integration Module The required module in period 6 seeks to integrate the theological knowledge of participating students at the end of the program by focusing on a particular theological theme. The topic for 2009-2010 is Theological Anthropology. Research Skills In the required module on General Research Skills in period 3 students will be asked to write a thesis proposal and given instruction about research methods and tools in their chosen field of specialization. Electives for 2009-2010 The program of electives for this degree programme is designed to allow students either (1) to deepen their knowledge of one area of theology (e.g., church history) or (2) to broaden it by taking a range of course from different areas. To that end each department of the Faculty offers at least one elective in periods 1, 2, 4 and 5. The five departments are Biblical Studies, Church History, Dogmatics & Ecumenics, Encounter of Traditions, and Praxis. The electives for the academic year 2009-2010 are as follows: Period 1 Biblical Studies 115006 Exegesis of the Old Testament Church History 110077 Assuredly Uncertain: Augustine as a Negative Theologian Dogmatics & Ecumenics 116010 Living Reformed Theology I 115034 Evangelical and Reformation Theology I 110024 Pentecostal Studies I. Encounter of Traditions 111030 Contemporary Philosophy of Culture and Religion 70
Godgeleerdheid
Praxis 110038 Human Dimension of Faith Period 2 Biblical Studies 115000 Exegesis of the New Testament Church History 110079 Modern historiography about penance in the Middle Ages Dogmatics & Ecumenics 116011 Living Reformed Theology II 116011 Evangelical and Reformation Theology II 110025 Pentecostal Theology II Encounter of Traditions 100907 Contextual and Cross-Cultural Hermeneutics Praxis 110081 Methodology of Empirical Research Period 4 Biblical Studies 115035 Law and Ethics in the Old Testament Church History 111007 Reformation Movements Dogmatics & Ecumenics 110083 Ministerial and Missiological Studies Encounter of Traditions 110088 Aesthetics Praxis 110081 Religion and Homosexuality Period 5 Biblical Studies 115036 New Testament Ethics and the End of the Law Church History 110078 Petrarch and Augustine: Essays in Portraying God
Master of Theology
71
Dogmatics & Ecumenics 110082 Grace and Freedom Encounter of Traditions 111031 The Status of the Individual in World Religions Praxis 110084 Biography and Faith Course descriptions are available in the electronic course catalogue on the university website (www.studiegids.vu.nl/godgeleerdheid). Special prerequisites may apply for specific courses. These will be indicated in the course descriptions. Students wanting to take a course not on this list must consult with the coordinator of the relevant master specialization and receive written permission from the Examination Committee. The coördinators are: • • • • • • • 7.1.5
Dr. G. van den Brink, Living Reformed Theology Prof. W.L. van der Merwe, Contextual and Cross-Cultural Theology Dr. J.W. Dyk, Bible Translation Dr. E. van Staalduine-Sulman, Evangelical and Reformation Theology Dr. S. Stoppels, Church Ministry Prof. dr. C. van der Laan, Pentecostal Studies Prof. M.C. de Boer, Divinity
Subprogram Living Reformed Theology (LRT)
Introduction This subprogram, initiated by the International Reformed Theological Institute (IRTI), offers a course of graduate study in systematic and hermeneutical theology from a Reformed perspective in English for both Dutch and foreign students. Especially in its two required courses (LRT 1 and 2), it offers a comprehensive and systematic theological insight into the key aspects of the Christian faith. You will be trained in developing reflective views on topics such as creation, Christology and soteriology, the Trinity, church and sacraments, faith and science, faith and etnicity et cetera. Moreover, you will be challenged to translate classical theological insights on this topics into new contexts and areas of application. The broad international character of the programme encourages you to place your own understanding of the Christian faith in a wider context.
The coordinator of the subprogram: prof. dr. G. van den Brink, e-mail
[email protected]. Learning objectives • • •
72
A comprehensive and in depth knowledge of the main themes of Christian theology, with special reference to the Reformed tradition. A growing ability to formulate reflective and theologically responsible personal views on the classical themes of systematic theology An increased hermeneutical potential for relating aspects of Christian theology to specific (cultural and ecclesial) contexts.
Godgeleerdheid
7.1.6
Subprogram Contextual and Cross-Cultural Theology (CCCT)
Introduction The subprogram Contextual and Cross-Cultural Theology (CCCT) aims at enabling the student to gain awareness of the importance of contextuality for the understanding of Scripture and tradition and the crucial role it plays in the construction of theology. A systematic introduction to hermeneutics and dialogue between Western and non-Western theologies and world views will be offered to all students. The coordinator of the subprogram: prof. dr. W.L. van der Merwe, phone (020) 5986617, email:
[email protected] Learning objectives Enabling students to reflect theologically and critically on the consequences of globalisation and multiculturality with respect to: • •
7.1.7
Criteria for, forms and methods of interreligious dialogue The complex relationship between contextuality, culture and the Christian Faith
Subprogram Bible Translation Introduction The aim of this one-year specialization program within the Faculty of Theology is to provide students with advanced knowledge of the theory and history of Bible translation and with practical skills so that they can function as Bible Translators, translation advisors and researchers in the field of the Bible Translation. This requires multidisciplinary training in the fields of biblical languages, theology, linguistics, information technology, translation studies and anthropology. The coordinator of the subprogram: dr. J. Dyk, phone (020) 59 86627, e-mail:
[email protected] Learning objectives The program Bible translation is aimed at enabling students to propose creative solutions for the translation of biblical texts, to function as translation advisors for Bible translation projects and to contribute to scientific research in the field of Bible translation. This means that graduates are able: • to read and interpret biblical Greek and Hebrew texts in the light of existing information and research in the fields of theology and of Greek and Hebrew linguistics; • to apply information technology to the interpretation and translation of the Bible; • to apply insights from general linguistics, discourse studies, cultural anthropology and translation studies to the translation of the Bible; • to carry out research in the field of Bible translation studies. Study Program and Electives The study program for full- and part-time students may be found under the general description of the degree program above. Students enrolling for Bible Translation have one extra elective in period 4 and two in period 5, in addition to the ones listed under the general program description above: Period 4: 111019 Hebrew Syntax, Discourse Structure and Computers: Narrative Texts
Master of Theology
73
Period 5: 111020 Hebrew Syntax, Discourse Structure & Computers: Prophecy and Poetry 539615 Anthropological Linguistics: an Overview 7.1.8
Subprogram Evangelical and Reformation Theology Introduction The subprogram Evangelical and Reformation Theology offers studies in the history of the Evangelical Theology as part of the wider Reformation movement. It especially supplies reflection on Evangelical views on church and church planting. The rapid and worldwide growth of Evangelicalism challenges traditional ways of doing theology and at the same time requires the movement’s critical self-reflection. The Center of Evangelical and Reformation Theology (CERT), linked to the Theological Faculty at Vrije Universiteit, tries to meet these challenges. CERT is an interdenominational and international research and teaching center for the development of evangelical theology at graduate and postgraduate level. The team of instructors within this subprogram consists of staff members of VU University Amsterdam and guest lecturers from Evangelical institutions participating in CERT. The coordinator of the subprogram: dr. E. van Staalduine-Sulman, phone (020) 59 86626, e-mail:
[email protected] Learning objectives Enabling students: • to acquire a comprehensive and systematic knowledge of the main themes of Christian theology, with particular reference to matters pertaining to Evangelical identity; • to reflect upon Evangelical ecclesiology, in relationship to the wider movement of the Reformation; • to analyse, evaluate and interact with recent developments in contemporary theology and to integrate these, where possible and relevant, into a larger (multidisciplinary) frame of reference, especially with a view to the professional community and praxis.
7.1.9
Subprogram Church Ministry
Introduction The subprogram Church Ministry offers advanced theological education and training for (future) leaders and professionals in the churches. Participating students are either experienced church leaders (pastors, pastoral and missionary workers with a BA-degree in theology) or students wishing to prepare themselves for ministry in Christian faith communities. The students’ varying denominational and cultural background, will be made fruitful for theological reflection and training. Reflection on the students’ work experiences in the field is an integral part of the program. Active involvement and the arrangements and possibilities to practise in a congregation are required. The emphasis of this program is on biblical, hermeneutical, liturgical, educational, pastoral and missional classes and assignments. The coordinator of the subprogram: dr. S. Stoppels, phone (020) 59 86622, e-mail
[email protected]
74
Godgeleerdheid
Learning objectives •
• • •
7.1.10
graduates of this program will have acquired advanced academic knowledge enabling them to fulfil the main tasks of church leadership: leading services, education processes, pastoral and social care. Graduates have gained insight in the social and cultural context of the churches’ life and mission. graduates have acquired research skills and insights in the related disciplines as demonstrated in their Master’s thesis. graduates have acquired the hermeneutical, pastoral and educational skills to accompany and guide others in their personal and spiritual development. They are able to combine academic expertise with personal commitment.
Subprogram Pentecostal Studies
Introduction This subprogram Pentecostal Studies offers graduate studies on global Pentecostalism and Charismatic Christianity. The subprogram is linked to the professorial chair for Pentecostal Studies at Vrije Universiteit and to the Hollenweger Center for the Interdisciplinary Study of Pentecostal and Charismatic Studies. Indirectly it is also linked to the European Research Network on Global Pentecostalism (Glopent). The coordinator of the subprogram: prof. dr. C. van der Laan, phone (020) 59 88628, e-mail:
[email protected] Learning objectives • • • • • •
7.1.11
to become familiar with the key aspects of the origins and developments of global Pentecostalism in all its diversity and variety; to be able to critically reflect on the various definitions, descriptions and interpretations of Pentecostalism; to acquire a comprehensive and systematic knowledge of the main themes of Pentecostal theology; to be able to enter into a criticial and open dialogue; to conduct independent scholarly research on a Pentecostal theme; to analyse, evaluate and interact with developments in Pentecostal issues and to relate these to a larger theological frame of reference.
Subprogram Divinity Introduction The subprogram Divinity (Godgeleerdheid) provides students with the opportunity to deepen their previous theological education by means of specialization in one of the theological disciplines taught and investigated in the five departments of the Faculty: • •
•
Biblical Studies: Old Testament Studies, New Testament Studies. Church History: History of Christianity in the Ancient World, Augustine, Christianity and Culture(with emphasis on the work of Augustine and its reception), Christianity in the Middle Ages, Modern Devotion (Devotio Moderna), Reformation History and Theology, History of the Religious Book, Christianity in the Modern World, Neo-Calvinism, Christianity in the Global Society. Dogmatics & Ecumenics: Dogmatic Theology, History of Dogma, Christian Creeds, Ecumenics.
Master of Theology
75
• •
Encounter of Traditions: Religious Studies, Philosophy of Religion, Dialogue and Hermenuetics. Praxis: Practical Theology, Social-Scientific Study of Religion, Ethics.
Divinity I and II Students enrolling in this subprogram specialize in the chosen theological discipline from the beginning. The two required modules, Divinity I (period 1) and Divinity II (period 2), are taught courses (normally seminars) and offer advanced level instruction in the various theological disciplines enumerated above. Students enrolling in these two courses immediately choose the theological discipline in which to specialize and then receive instruction on that basis. Students enrolled in Divinity I and II normally receive instruction together with students choosing the same theological discipline as specialization in the Master of Divinity (master Godgeleerdheid) and the Master of Reformed Theology (research). The precise form of instruction depends upon the number of students choosing the same theological discipline as specialization in all three degree programs. The departments will provide students with more detailed information about the specializations they have on offer. When registering for Divinity I, students should also send an e-mail to the head of the department of their chosen specialization indicating their interest (the names of the heads of the departments with their e-mail addresses can be found in the course description or on Blackboard). Study Program and Electives The study program for full- and part-time students may be found under the general description of the degree program above ( ....) . Students enrolling for Divinity have one extra elective in periods 1,2,3,4 and 5, in addition to the ones listed under the general program description above: Period 1: 110050 Advanced Study in the Chosen Specialization Period 2: 110029 Advanced Study in the Chosen Specialization Period 3: 110030 Advanced Study in the Chosen Specialization (which may be taken instead of 111021 General Research Skills) Period 4: 110031 Advanced Study in the Chosen Specialization Period 5: 110032 Advanced Study of the Chosen Specialization These modules are designed to allow students to pursue their chosen specialization on an individual basis. Students are strongly advised to choose electives in consultation with the professor or lecturer who will probably be their thesis advisor. It is important to look at the course descriptions on www.studiegids.vu.nl/godgeleerdheid to see what prerequisites might apply in the electives on offer. Learning objectives The subprogram Divinity enables students • to achieve advanced level knowledge and competence in one of the theological disciplines taught and investigated at the Faculty of Theology; • to conduct independent scholarly research in the chosen discipline; • to write a master’s thesis on a topic in the chosen discipline. Protestant Church in the Netherlands (PKN) 76
Godgeleerdheid
The subprogram Divinity is also suitable for students who plan to become ministers in the Protestant Church in the Netherlands (PKN). Such students are normally expected to have completed the Faculty’s bachelor’s degree program Godgeleerdheid (traject PKN), or the equivalent elsewhere. This trajectory includes the biblical languages. On the basis of an agreement reached with the Protestant Theological University (PThU) of the PKN, students successfully completing the subprogram Divinity of the Master of Theology may enter the second year of the Master of Divinity (master Godgeleerdheid) of the PThU, provided they also meet the overall entrance requirements: For admission to the Master of Divinity of the PThU in Leiden/Utrecht, the student completing the subprogram Divinity of the Master of Theology must have done at either bachelor or master level 15 EC Hebrew, 22 EC Greek (including Greek of the New Testament), 18 EC Old Testament (of which at least 12 EC exegesis), 18 EC New Testament (of which at least 12 EC exegesis), 6 EC History of the Reformation, and 5 EC one of the most important non-Christian religions, preferably Islam. For admission to the Master of Divinity of the PThU in Kampen, the student completing the subprogram Divinity must have done at either bachelor or master level 15 EC Hebrew, 22 EC Greek (including Greek of the New Testament), 12 EC Old Testament (of which at least 6 EC exegesis), 12 EC New Testament (of which at least 6 EC exegesis), 6 EC History of the Reformation, 7 EC Dogmatics, 7 EC Practical Theology, and 5 EC one of the most important nonChristian religions, preferably Islam. Students contemplating enrolment in the Master of Divinity of the PThU after completion of this subprogram must normally choose the modules 110037 Exegesis of the Old Testament (period 1) and 115000 Exegesis of the New Testament (period 2) as electives in order to meet the entrance requirements for the PThU whatever their specialization may otherwise be. Students who complete the one-year Master of Theology and continue with the Master of Divinity (master Godgeleerdheid) at the Protestant Theological University (PThU) are eligible for two more years of financial support from the government (studiefinanciering). Further Study Students successfully completing the subprogram Divinity may also enter the second year of the Faculty's Master of Reformation Theology (research) provided they meet the entrance requirements for this program. Coordinator The coordinator of this subprogram is Prof. M.C. de Boer. Office: 14A-33; Telephone: 598-6632; E-mail:
[email protected]
Master of Theology
77
78
Godgeleerdheid
8
Medewerkers Naam H. Akkar dr. H. Amirav dr. M. Aulad Abdellah dr. H.A. Bakker prof. dr. M. Barnard prof. dr. A. van de Beek dr. H. van den Belt dr. V.A. van Bijlert drs. A.M. Bijman-Schulte drs. A. Blaisse H. Blom-Yoo MA drs. P.W. Blomaard prof.dr. E.A. de Boer prof. dr. M.C. de Boer dr. E.A.J.G. van der Borght dr. G. van den Brink prof. dr. M.E. Brinkman dr. L. van den Broeke prof. dr. C.P.M. Burger A.J.M. Damman M.G.H.M. Dijcker prof. dr. P.A. van Doorn-Harder drs. R.J.A. Doornenbal
Medewerkers
VU-adresgegevens kamer 13A-18, tel. (020) 59 86608 e-mail <nog niet bekend> kamer 14A-24, tel. (020) 59 86634 e-mail
[email protected] kamer 14A-29, tel. (020) 59 86648 e-mail
[email protected] kamer 14A-18, tel. (020) 59 85133 e-mail
[email protected] kamer 14A-29, tel. (020) 59 86623 e-mail
[email protected] kamer 01E-51, tel. (020) 59 866 40 e-mail
[email protected] kamer 01E-51, tel. (020) 59 866 48 e-mail
[email protected] kamer 14A-18, tel. (020) 59 86606 e-mail
[email protected] kamer 13A-24, tel. (020) 59 866 05 e-mail
[email protected] kamer 13A-12, tel. (020) 59 88596 e-mail
[email protected] kamer 13A-22, tel. (020) 59 866 12 e-mail
[email protected] kamer 13A-24, tel. (020) 59 86605 e-mail
[email protected] kamer 14A-38, tel. (020) 59 866 25 e-mail
[email protected] kamer 14A-33, tel. (020) 59 86632 e-mail
[email protected] kamer 01E-51, tel. (020) 59 86648 e-mail
[email protected] kamer 14A-18, tel. (020) 59 851 33 e-mail
[email protected] kamer 13A-15, tel. (020) 59 86603 e-mail
[email protected] kamer 14A-38, tel. (020) 59 866 25 e-mail
[email protected] kamer 14A-36, tel. (020) 59 86624 e-mail
[email protected] kamer 13A-19, tel. (020) 59 86619 e-mail
[email protected] kamer 13A-16, tel. (020) 59 86655 e-mail
[email protected] kamer 13A-18, tel. (020) 59 86608 e-mail
[email protected] kamer 14A-37, tel. (020) 59 86630
79
drs. J.C. Drogendijk prof. dr. J. Dubbink dr. J.W. Dyk P.J. van Egmond MA dr. Y.A.I.A Ellethy dr. C.L. de Feijter dr. M.L. Folmer prof. dr. R.R. Ganzevoort prof. dr. P.J.J. van Geest drs. J.D. Gort dr. A. Goudriaan drs. M. Graas K. Grit prof. dr. G. Harinck drs. P.C. Hoek prof. dr. A.G. Hoekema prof. dr. W.J. op 't Hof prof. dr. A.A. den Hollander drs. H. van 't Hoofd drs. F.Y. van Hulst prof. dr. W. Janse dr. M.M. Jansen Y.M. Jansen drs. E.C.T. de Jongh 80
Godgeleerdheid
e-mail <nog niet bekend> kamer 13A-14, tel. (020) 59 86609 e-mail
[email protected] kamer 14A-26, tel. (020) 59 86632 e-mail
[email protected] kamer 14A-42, tel. (020) 59 86627 e-mail
[email protected] kamer 01E-19, tel. (020) 59 86634 e-mail
[email protected] kamer 14A-30, tel. (020) 59 86621 e-mail
[email protected] kamer 14A-34, tel. (020) 59 86623 e-mail
[email protected] kamer 14A-41, tel. (020) 59 86628 e-mail
[email protected] kamer 14A-28, tel. (020) 59 86617 e-mail
[email protected] kamer 14A-31, tel. (020) 59 86633 e-mail
[email protected] kamer 13A-18, tel. (020) 59 86608 e-mail
[email protected] kamer 14A-26, tel. (020) 59 86632 e-mail
[email protected] kamer 13A-06, tel. (020) 59 86607 e-mail
[email protected] kamer 13A-18, tel. (020) 59 86608 e-mail <nog niet bekend> kamer 01B-30, tel. (020) 59 85273 e-mail
[email protected] kamer 14A-27, tel. (020) 59 86606 e-mail
[email protected] kamer 13A-18, tel. (020) 59 86608 e-mail
[email protected] kamer 14A-27, tel. (020) 59 86606 e-mail
[email protected] kamer 14A-31, tel. (020) 59 86633 e-mail
[email protected] kamer 14A-33, tel. (020) 86632 e-mail
[email protected] kamer 14A-34, tel. nog niet bekend email
[email protected] kamer 13A-20, tel. (020) 59 86640 e-mail
[email protected] kamer 14A-28, tel. (020) 59 86617 e-mail
[email protected] kamer 13A-14, tel. (020) 59 86609 e-mail
[email protected] kamer 14A-29, tel. (020) 59 86623
J. van de Kamp MA dr. A. Karagül dr. J. Kommers drs. D.T. Koning prof. dr. C. van der Kooi drs. R. van Kooten dr. J.L.H. Krans prof. dr. C. van der Laan C. Landheer BA D. de Lange MA dr. A.M. Lanser-van der Velde M.L. de Leeuw prof. dr. L.J. Lietaert Peerbolte prof. dr. E.P. Meijering prof. dr. H.P. Meininger prof. dr. W.L. van der Merwe dr. M. van der Meulen prof. dr. S. Miedema dr. L. Minnema A.K. Mosher MA J.J. Mulder drs. R. van Mulligen drs. F. Okumus P. Oliemans
Medewerkers
e-mail
[email protected] kamer 01E-19, tel. (020) 59 86634 e-mail
[email protected] kamer 14A-20, tel. (020) 59 86617 e-mail
[email protected] kamer 13A-17, tel. (020) 59 86648 e-mail
[email protected] kamer 14A-37, tel. (020) 59 86630 e-mail
[email protected] kamer 14A-39, tel. (020) 59 86629 e-mail
[email protected] kamer 14A-27, tel. (020) 59 86606 e-mail
[email protected] kamer 14A-30, tel. (020) 59 86621 e-mail
[email protected] kamer 01E-21, tel. (020) 59 86628 e-mail
[email protected] kamer 13A-04/12, tel. (020) 59 86620 e-mail
[email protected] kamer 13A-05, tel. (020) 59 86618 e-mail
[email protected] kamer 14A-32, tel. (020) 59 86622 e-mail
[email protected] kamer 13A-05, tel. (020) 59 86610 e-mail
[email protected] kamer 14A-28, tel. (020) 59 86617 e-mail
[email protected] kamer 14A-31, tel. (020) 59 86633 e-mail
[email protected] kamer 13A-24, tel. (020) 59 86615 e-mail
[email protected] kamer 14A-20, tel. (020) 59 86608 e-mail
[email protected] kamer 14A-37, tel. (020) 59 86630 e-mail
[email protected] kamer 14A-32, tel. (020) 59 86622 e-mail
[email protected] kamer 13A-23, tel. (020) 59 86677 e-mail
[email protected] kamer 13A-17, tel. (020) 59 86648 e-mail
[email protected] kamer 14A-33, tel. (020) 59 86632 e-mail <nog niet bekend> kamer 01A-21, tel. (020) 59 86628 e-mail
[email protected] kamer 13A-19, tel. (020) 59 86619 e-mail
[email protected] kamer 13A-22, tel. (020) 59 86612 e-mail
[email protected]
81
prof. dr. J.S. Reinders drs. P.J. Reinders prof. dr. B.J.G. Reitsma J.W. Roodenberg drs. P. Rossel dr. J.W. van Saane drs. M. Schoonebeek S.E. Schot C.J. Sikkel prof. dr. M.A. Smalbrugge dr. P.B.A. Smit dr. J. Snoek dr. E. van Staalduine-Sulman dr. F.P. van Stam dr. F. Stark J. Stegeman MA prof. dr. H.C. Stoffels prof. dr. W. Stoker dr. S. Stoppels prof. dr. E. Talstra prof. dr. G.M.F. Troch dr. M.G.K. van Veen drs. R.H. Veenbaas prof. dr. P. Visser 82
Godgeleerdheid
kamer 13A-24, tel. (020) 59 86605 e-mail
[email protected] kamer 13A-06, tel. (020) 59 86600 e-mail
[email protected] kamer 14A-41, tel. (020) 59 86628 e-mail
[email protected] kamer 13A-12, tel. (020) 59 86642 e-mail
[email protected] kamer 13A-14, tel. (020) 59 86644 e-mail
[email protected] kamer 14A-35, tel. (020) 59 86631 e-mail
[email protected] kamer 13A-05, tel. (020) 59 86607 e-mail
[email protected] kamer 13A-17, tel. (020) 59 86648 e-mail
[email protected] kamer 14A-40, tel. (020) 59 86626 e-mail
[email protected] kamer 14A-31, tel. (020) 59 86633 e-mail
[email protected] kamer 14A-33, tel. (020) 59 86632 e-mail
[email protected] kamer 13A-19, tel. (020) 59 86619 e-mail
[email protected] kamer 14A-40, tel. (020) 59 86626 e-mail
[email protected] kamer 14A-38, tel. (020) 59 86625 e-mail
[email protected] kamer 14A-34, tel. nog niet bekend e-mail
[email protected] kamer 14A-42, tel. (020) 59 86627 e-mail
[email protected] kamer 14A-35, tel. (020) 59 86631 e-mail
[email protected] kamer 14A-39, tel. (020) 59 86629 e-mail
[email protected] kamer 14A-32, tel. (020) 59 86622 e-mail
[email protected] kamer 14A-40, tel. (020) 59 86626 e-mail
[email protected] kamer 13A-19, tel. (020) 59 86619 e-mail
[email protected] kamer 14A-38, tel. (020) 59 86625 e-mail
[email protected] tel. (020) 59 88881 e-mail
[email protected] kamer 14A-34, tel. (020) 59 86613
dr. W. van Vlastuin S. Vollaard drs. A. Voolstra prof. dr. L.J. de Vries dr. P. de Vries drs. A.L. Vroom prof. dr. H.M. Vroom L.J.E.M. Werts dr. W.B.S. van de Wetering prof. dr. J.H. de Wit dr. A.W. Zwiep
Medewerkers
e-mail
[email protected] kamer 14A-27, tel. (020) 59 86606 e-mail
[email protected] kamer 13A-05, tel. (020) 59 86618 e-mail
[email protected] kamer 14A-34, tel. (020) 59 86613 e-mail
[email protected] kamer 11A-36, tel. (020) 59 86482 e-mail
[email protected] kamer 14A-27, tel. (020) 59 86606 e-mail
[email protected] kamer 13A-23, tel. (020) 59 86677 e-mail
[email protected] kamer 13A-18, tel. (020) 59 86608 e-mail
[email protected] kamer 13A-14, tel. (020) 59 85133 e-mail
[email protected] kamer 14A-41, tel. (020) 59 86628 e-mail
[email protected] kamer 13A-19, tel. (020) 59 86619 e-mail
[email protected] kamer 14A-30, tel. (020) 59 86621 e-mail
[email protected]
83