Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU Studiegids 2009/2010
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5
Organisatie van de Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU Taak en organisatie Het bestuur van het Onderwijscentrum VU De taken van de lerarenopleiding De opzet van de lerarenopleiding Toelatingscommissie en examencommissie
9 9 9 9 10 10
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1
Missie, opleidingsdidactiek en beroepsprofiel Missie Opleidingsdidactiek Ontwikkelingsgericht Vakgericht Samen Beroepsprofiel Vijf rollen
11 11 11 11 12 12 12 12
3 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.2.1
Studentenvoorzieningen Onderwijssecretariaat Mededelingen Studiematerialen Reiskosten Universiteitsbibliotheek Collectie bibliotheek
13 13 13 13 13 14 14
4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.2.8 4.3 4.3.1 4.3.2 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 4.5
Studie-informatie De omvang van de studie Toelatingsvoorwaarden tot de studie Vereiste vooropleiding Oriëntatie op het beroep van leraar Educatieve minor Intakegesprek Andere vooropleiding Vrijstellingen EVC-procedure Tweede bevoegdheid Inschrijving en studiefinanciering Inschrijving Studiefinanciering De organisatie van de studie Opleidingstraject Startweek Colleges Aanwezigheidsplicht Schoolpracticumcontract Wettelijke aansprakelijkheid Internationalisering Studievoortgangsregistratie, portfolio en examen
15 15 15 15 15 16 16 16 16 17 17 17 17 17 17 17 18 18 18 19 19 19 20
Inhoudsopgave
5
4.5.1 4.5.2 4.5.3
Studievoortgangsregistratie Portfolio Onderwijs- en examenregeling
20 20 20
5 5.1 5.1.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5
Studieprogramma Oriëntatie op het beroep van leraar Oriëntatiecursus Educatieve minor Educatieve minor Doelgroep Programma Aanmelden Universitaire Lerarenopleiding Vakdidactiek Algemene didactiek/pedagogiek Praktijk Praktijkonderzoek Verdiepingsmodulen
21 21 21 24 24 25 27 29 29 29 30 31 31 32
6 6.1
Adressen Adreslijst van medewerkers van het Onderwijscentrum VU betrokken bij de lerarenopleiding
35
Inhoudsopgave
35
Inhoudsopgave
7
8
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
1
Organisatie van de Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
1.1.1
Taak en organisatie Het Onderwijscentrum VU verzorgt binnen de Vrije Universiteit de universitaire lerarenopleiding. Het Onderwijscentrum VU is een wetenschappelijk expertisecentrum voor voortgezet en hoger onderwijs. De ruim 100 medewerkers van het Onderwijscentrum doen onderwijskundig onderzoek, ondersteunen de kwaliteitszorg van het universitaire onderwijs, nemen assessments af, geven adviezen over onderwijsvernieuwing en onderwijsbeleid, bevorderen ict-toepassingen in het onderwijs, verzorgen eerstegraads lerarenopleidingen en bieden een breed scala cursussen en trainingen aan in het hele land. In het kader van de lerarenopleiding werkt het Onderwijscentrum VU nauw samen met diverse scholen uit de regio.
1.1.2
Het bestuur van het Onderwijscentrum VU Bestuurlijk valt het Onderwijscentrum VU direct onder het College van Bestuur van de Vrije Universiteit. De dagelijkse leiding van de lerarenopleidingen van het Onderwijscentrum VU berust bij het hoofd lerarenopleidingen die werkt onder eindverantwoordelijkheid van de hoogleraar-directeur. Ten behoeve van de lerarenopleiding is er een Commissie Lerarenopleiding waarin vertegenwoordigers uit de faculteiten zitting hebben. De opleidingscommissie bestaande uit drie docenten en drie studenten, is het medezeggenschapsorgaan van de opleiding.
1.1.3
De taken van de lerarenopleiding De lerarenopleiding leidt op tot de eerstegraads bevoegdheid in het betreffende schoolvak. Studenten bij de lerarenopleiding worden docenten in opleiding genoemd. De taken van de lerarenopleiding zijn dan ook gericht op begeleiding van en het verzorgen van onderwijs voor docenten in opleiding. Het Onderwijscentrum VU verzorgt de eerstegraads lerarenopleiding voor de vakken: • Nederlands • Engels • Frans • Duits • klassieke talen • Latijn en KCV • aardrijkskunde • geschiedenis • maatschappijleer • godsdienst en levensbeschouwelijke vorming • algemene economie • management en organisatie • wiskunde • biologie • natuurkunde • scheikunde Het aanbod wordt verzorgd in drie clusters: alfa, bèta en gamma. Docenten in opleiding in het alfacluster kunnen zich tevens voorbereiden op het verzorgen van het Organisatie van de Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
9
vak Culturele en Kunstzinnige Vorming I (CKV1), docenten in opleiding Latijn en Grieks tevens op het vak Klassieke Culturele Vorming (KCV) en docenten in opleiding in het bètacluster op de vakken Algemene Natuurwetenschappen (ANW) en Natuur, Leven en Technologie (NLT).
10
1.1.4
De opzet van de lerarenopleiding De lerarenopleiding start twee keer per jaar, in september en februari. De opleiding is sterk praktijkgericht. De helft van de opleiding bestaat uit praktijk (en bijbehorende opdrachten) op een school voor voortgezet onderwijs. Praktijkplaatsen worden bij voorkeur gezocht op opleidingsscholen van het Onderwijscentrum. Deze opleidingsscholen zijn goed bekend met de opleiding en een deel van de opleiding vindt zelfs plaats op locatie van de opleidingsschool, dit om tot een optimale aansluiting tussen theorie en praktijk te komen. De begeleiding van de docenten in opleiding is in handen van opleidingsdocenten van het instituut (de instituutsbegeleiders) en docenten op school (de schoolbegeleiders). De inhoud van het onderwijs wordt met de docenten in opleiding regelmatig geëvalueerd, o.a. in de opleidingscommissie. Suggesties voor veranderingen/verbeteringen van het onderwijs worden besproken in het opleidingsteam en in de clusters (alfa, bèta en gamma).
1.1.5
Toelatingscommissie en examencommissie Ten behoeve van de lerarenopleiding kent het Onderwijscentrum VU een toelatingsen examencommissie. In deze gecombineerde commissie zit één medewerker voor elk cluster. De toelatingscommissie toetst de verzoeken om toelating aan de toelatingsregeling en wint indien nodig advies in bij de vakdidactici en de examencommissies van de faculteiten. De examencommissie beslist over de beoordeling van het afsluitend examen van de lerarenopleiding en de uitgifte van de diploma's. Hierbij gelden de 'regels en richtlijnen met betrekking tot het examen' en de onderwijs- en examenregeling.
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
2
2.1
Missie, opleidingsdidactiek en beroepsprofiel Missie Het Onderwijscentrum is het wetenschappelijk expertisecentrum van de Vrije Universiteit voor onderwijs, onderzoek en dienstverlening ten behoeve van voortgezet en hoger onderwijs. Het Onderwijscentrum wil bijdragen aan de ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij sluit het aan op de VU-missie: “[…] De VU is een inspirerende, vernieuwende en betrokken universiteit: een universiteit die midden in de samenleving staat en actief bijdraagt aan de huidige ontwikkelingen in onderwijs en onderzoek.” Ons werk is gericht op het zichtbaar maken en versterken van bestaande expertise van beginnende en ervaren docenten in een gemeenschap van lerende onderwijsprofessionals waarin de hoofdvragen en kernbegrippen van het vakgebied centraal staan en waarin de discussie over de relatie tussen onderwijs, wetenschap, levensbeschouwing, cultuur en samenleving wordt gevoerd. Binnen de afdeling voortgezet onderwijs van het Onderwijscentrum VU wordt onderwijs gegeven in de eerstegraads lerarenopleidingen. Daarnaast wordt nascholing verzorgd voor docenten in het voortgezet onderwijs en maatwerk geleverd ten behoeve van onderwijsverbetering en schoolontwikkeling in het voortgezet onderwijs. De inbedding in het Onderwijscentrum zorgt ervoor dat gemakkelijk een beroep kan worden gedaan op de expertise van collega’s op het gebied van onderzoek, kwaliteitszorg en informatie- en communicatietechnologie.
2.2
Opleidingsdidactiek De missie van het Onderwijscentrum heeft mede de keuzes bepaald voor hoe in de Universitaire lerarenopleiding wordt gewerkt.
2.2.1
Ontwikkelingsgericht Wij definiëren competenties als kennis, vaardigheden, motivatie en persoonskenmerken. Onze opleiding kenmerkt zich door aan te sluiten op reeds aanwezige competenties van studenten en hen te stimuleren zich verder te ontwikkelen, ook na het behalen van hun diploma. Studenten worden ondersteund bij het kiezen van een op hen toegesneden route door een assessment in de startweek. De uitkomsten worden door de vakdidacticus (persoonlijk begeleider van de student) met de student besproken waarna de individuele route voor de eerste zes weken wordt vastgesteld. Er vinden op gezette tijden vervolggesprekken met iedere student plaats. De competentiecomponenten motivatie en persoonskenmerken zijn minder eenvoudig inzichtelijk te maken dan kennis en vaardigheden.Wij menen echter dat motivatie en persoonskenmerken medebepalend zijn voor het succes als leraar en geven ook op de ontwikkeling daarvan feedback.
Missie, opleidingsdidactiek en beroepsprofiel
11
2.2.2
Vakgericht De ULO heeft een vakgerichte traditie. Kernconcepten en kernvaardigheden zijn de kurk waarop het onderwijs drijft. De studenten van de lerarenopleiding beheersen hun vak op academisch niveau. Op de lerarenopleiding leren ze hoe kernconcepten en kernvaardigheden uit hun vakgebied naar het voorgezet onderwijs worden vertaald en ontwikkelen zij de bijbehorende vakdidactische kennis en vaardigheden.
2.2.3
Samen Het verzorgen van onderwijs is niet waardevrij. Het Onderwijscentrum VU wil docenten opleiden die vanuit een betrokkenheid bij leerlingen, vak, school en samenleving hun taken vervullen; docenten die proberen voor leerlingen een optimale leersituatie te creëren. Binnen de opleiding reflecteren studenten samen – in peergroups – op hun ervaringen en wat zij daarvan kunnen leren en geven zo hun professionele ontwikkeling vorm. Samen verwijst ook naar de intensieve relatie met (opleidings)scholen, samen met deze scholen leiden we docenten op.
2.3
Beroepsprofiel Met de opleiding wordt beoogd studenten de competenties te laten verwerven op het gebied van het beroep van eerstegraads docent, zodanig dat de afgestudeerde bekwaam is tot een zelfstandige beroepsuitoefening. Uitgangspunt hiervoor zijn de landelijk vastgestelde bekwaamheidseisen geformuleerd door Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel (augustus 2006), en het landelijk overeengekomen uitstroomprofiel (Interuniversitaire Commissie Lerarenopleidingen, november 2006).
2.3.1
12
Vijf rollen Bekwaamheidseisen en uitstroomprofiel zijn door het Onderwijscentrum verder uitgewerkt naar de vijf rollen van de docent (ontwerper, uitvoerder, pedagoog, teamlid en professional). Met het beoordelingsmodel rubrics kan het niveau waarop de student deze rol beheerst beoordeeld worden. Uitgebreide informatie over rollen en rubrics is te vinden in de DIO-map, een uitgebreide studiehandleiding die bij aanvang van de studie aan alle studenten wordt uitgereikt.
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
3
3.1.1
Studentenvoorzieningen Onderwijssecretariaat Het onderwijssecretariaat is het centrale adres voor algemene inlichtingen en praktische zaken (tentamenformulier, aanvraag examen, rooster, adreswijziging e.d.). Het secretariaat is er verder voor zaken als: • informatie over de organisatie en inhoud van de opleiding • formele verzoeken aan de examencommissie • formele verzoeken om individuele studieroutes • formele administratieve regelingen, toelatings- en examenprocedures, vrijstellingen e.d. Het is van groot belang dat alle studenten zich voordat zij met de lerarenopleiding starten, melden bij het secretariaat om de meest recente informatie over het programma te verkrijgen. Het onderwijssecretariaat is op maandagen geopend in G-vleugel van het Hoofdgebouw van de VU (1G-31, De Boelelaan 1105, Amsterdam). Al het onderwijs vindt plaats op de maandag op de VU-campus. Op overige dagen is het Onderwijssecretariaat geopend op locatie VU-Uilenstede (Prof. E.M. Meijerslaan 2, Amstelveen). Beide locaties: tel. (020) 59 89222, e-mail:
[email protected]
3.1.2
Mededelingen Veel informatie wordt digitaal verzonden, via de VU-NET-ID-emailadressen en/of via Blackboard. Voor meer informatie hierover zie: http://www.digidesk.vu.nl/. Daarnaast zal ook geregeld post verstuurd worden naar het opgegeven huisadres van de studenten.
3.1.3
Studiematerialen Bij aanvang van de opleiding ontvangt elke student de zogenaamde DIO-map. In deze map is veel praktische informatie over de opleiding te vinden en een uitgebreide trajectbeschrijving met de te bereiken eindtermen en beoordelingscriteria. De benodigde boeken/readers voor de colleges worden door de opleidingsdocent opgegeven en zijn per schoolvak verschillend. Bij de start van de opleiding wordt de docenten in opleiding gevraagd een eenmalige machtiging in te vullen voor de materiaalkosten, waaronder de readers. Het onderwijsmateriaal dat voor de stageschool nodig is, valt onder de regelingen die op de betreffende school gelden. Het kopiëren van verslagen en lespakketten is voor eigen rekening. Docenten in opleiding kunnen daarvoor gebruik maken van de centrale kopieerfaciliteiten van de VU. Ook kopieerkosten op school zijn niet voor rekening van de lerarenopleiding. De docent in opleiding kan op school informeren naar de regels die daar gehanteerd worden voor het kopiëren van lesmateriaal.
3.1.4
Reiskosten Studenten die niet in aanmerking komen voor een OV-jaarkaart hebben recht op een vergoeding van de reiskosten in het kader van de praktijk van de lerarenopleiding. Studentenvoorzieningen
13
Vergoed worden de reëel gemaakte reiskosten tweede klas openbaar vervoer op de voor de universiteit meest voordelige wijze. Dit houdt in: • van Amsterdam naar de stageschool (v.v.) of • van de woonplaats naar de stageschool (v.v.) indien de woonplaats dichter bij de stageschool ligt dan Amsterdam. De eerste € 46,00 is voor eigen rekening. Niet vergoed worden de kosten van lokaal vervoer. Alleen indien de stageschool niet te bereiken is met het openbaar vervoer komt men in aanmerking voor een kilometervergoeding voor een eigen auto. De kilometervergoeding bedraagt dan € 0,09 per km. Declaraties kunnen twee keer per jaar, vóór 10 december en vóór 15 juli, ingeleverd worden.
3.2
Universiteitsbibliotheek Het vinden en raadplegen van wetenschappelijke literatuur is essentieel voor je studie. De Universiteitsbibliotheek wil je daarbij graag helpen. Meer informatie over de verschillende voorzieningen vind je op Blackboard en op http://www.ubvu.vu.nl/.
3.2.1
14
Collectie bibliotheek Over het algemeen is de literatuur voor medewerkers en studenten van de universitaire lerarenopleiding te vinden in de collectie van Psychologie en Pedagogiek in het Hoofdgebouw. De boeken van deze collectie bevinden zich op de tweede etage en de tijdschriften staan doorgaans op de derde etage. Lesmateriaal dat op de scholen voor voortgezet onderwijs wordt gebruikt, is hier ook te vinden. De meeste tijdschriften zijn digitaal beschikbaar via de homepage van de bibliotheek. Ook zijn er steeds meer boeken digitaal beschikbaar. De docent in opleiding kan bij de voorbereiding van lessen en bij het doen van onderzoek van dit materiaal gebruik maken.
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
4
4.1
Studie-informatie De omvang van de studie Algemeen De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten. Eén studiepunt omvat 28 studie-uren. De lerarenopleiding is een opleiding met een studiebelasting van 1680 uur, ofwel 60 ECTS. De opleiding is opgedeeld in twee semesters van ieder ca. 30 studiepunten. De verdeling van de totale studielast is: 30 studiepunten voor de praktijk, 9 studiepunten voor algemene didactiek/pedagogiek, 9 studiepunten voor vakdidactiek, 8 studiepunten voor praktijkonderzoek en 4 studiepunten voor keuzemodules. Schoolpracticum Het schoolpracticum wordt uitgevoerd als stage of als baan. In het schoolpracticum moeten ten minste 250 klassencontacturen gemaakt worden, waarvan 120 zelfstandig te geven lessen. Van die 120 uur zelf te geven lessen moeten 40 lesuren gegeven worden in de bovenbouw havo/vwo. De docent in opleiding wordt begeleid door een eerstegraads docent in het desbetreffende schoolvak. De docent in opleiding vervult het schoolpracticum bij voorkeur op één van de scholen waarmee de opleiding nauw samenwerkt.
4.2
Toelatingsvoorwaarden tot de studie De toelatingsregeling is te raadplegen via www.onderwijscentrum.vu.nl/lerarenopleiding
4.2.1
Vereiste vooropleiding Om uiteindelijk een getuigschrift voor de eerstegraads bevoegdheid te kunnen behalen moet de docent in opleiding beschikken over een afgeronde doctoraal/masteropleiding in het betreffende vak of een afgeronde doctoraal/masteropleiding in een ander vak en voor het betreffende vak vakinhoudelijk aantoonbaar voldoende kennis hebben. De toelatingscommissie bekijkt of: • de aanstaande docent in opleiding geschikt is voor het beroep van leraar op grond van een gevolgde oriëntatiecursus, of op grond van een intakegesprek; • de docent in opleiding beschikt over een afgeronde doctoraal/masteropleiding die direct toegang biedt tot de lerarenopleiding in het betreffende schoolvak, of over voldoende kennis in het betreffende vak om hier na afronding van een uit te zetten studietraject over te beschikken.
4.2.2
Oriëntatie op het beroep van leraar Het volgen van een oriëntatiecursus op het beroep van leraar wordt sterk aanbevolen ter voorbereiding op de lerarenopleiding. Voor verschillende faculteiten wordt door het Onderwijscentrum VU een oriëntatiecursus verzorgd als keuzevak tijdens de bacheloropleiding. Meer informatie hierover is te vinden onder 'Studieprogramma' in deze studiegids. Studie-informatie
15
4.2.3
Educatieve minor Bij een aantal bacheloropleidingen bij faculteiten FALW, FEW, FSW en Letteren wordt de mogelijkheid geboden de kennismaking met het beroep van leraar te verdiepen tot een educatieve minor van 30 studiepunten. Bij succesvolle voltooiing van deze minor wordt bij het bachelordiploma ook een beperkte tweedegraads bevoegdheid verleend. Met uitzondering van faculteit FSW verkeert de ontwikkeling nog in een pilotfase, en wordt per student bekeken of er een aangepast studieprogramma kan worden opgesteld om de educatieve minor mogelijk te maken. Voor meer informatie verwijzen we door naar de betreffende studieadviseur van de opleiding.
4.2.4
Intakegesprek Studenten die geen oriëntatiecursus hebben gevolgd, kunnen alleen na een intakegesprek met de betreffende vakdidacticus toegelaten worden tot de lerarenopleiding. Op basis van de aanwezige competenties en kennis van het onderwijs wordt in dit gesprek beoordeeld of er gestart kan worden met de lerarenopleiding.
4.2.5
Andere vooropleiding Van tweedegraads naar eerstegraads • De aanvullende vakinhoudelijke scholing die nodig is om toelaatbaar te zijn voor de lerarenopleiding betekent dat een masterdiploma moet worden gehaald. In de regel is voor doorstromen vanuit het HBO naar een wo-masteropleiding, deelname aan een pre-masterassessment nodig. Per opleiding is de studieduur van het traject verschillend, maar voor afgestudeerden van de tweedegraads lerarenopleidingen zonder specifieke op het wo gerichte specialisatie moet gerekend worden op ongeveer een jaar premasteropleiding en de studieduur van de masteropleiding. Informatie over het pre-masterassessment en inschrijving als student voor de (pre-)masteropleiding is te vinden op de VU-site. • Als een aanstaande docent in opleiding een tweedegraads onderwijsbevoegdheid heeft behaald en in het bezit is van een masterdiploma, wordt er vrijstelling verleend voor ongeveer de helft van de lerarenopleiding. Andere hbo/wo-vooropleiding Als een student een hbo/wo-opleiding in een ander verwant vak heeft afgerond, zijn er mogelijkheden om de vakinhoudelijke kennis die is opgedaan zo aan te vullen, dat hij toelaatbaar is voor de universitaire lerarenopleiding. Ook voor deze hboafgestudeerden geldt dat het getuigschrift van de lerarenopleiding pas uitgereikt kan worden als de leraar in opleiding beschikt over een wo-mastergetuigschrift. Bij de toelatingscommissie kan om nadere informatie worden gevraagd.
4.2.6
16
Vrijstellingen Voor de vaststelling van vrijstelling(en) wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling, te raadplegen via www.onderwijscentrum.vu.nl/lerarenopleiding. Verzoeken tot vrijstelling worden, bij voorkeur voor aanvang van de opleiding, ingediend bij de examencommissie.
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
4.2.7
EVC-procedure Om in aanmerking te komen voor een verkort traject op basis van erkenning van eerder verworven competenties, moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden: • doctoraal of masterdiploma dat toegang biedt tot het betreffende schoolvak • werkervaring, opgedaan als docent in het voorgezet onderwijs, dan wel andere relevante werkervaring Aanmelding voor de EVC/procedure is alleen mogelijk via het formulier op www.onderwijscentrum.vu.nl/lerarenopleiding. Om deel te nemen aan de EVC-procedure, moet een portfolio samengesteld worden waarin de kandidaat aantoont al over (een deel van) de benodigde competenties voor het beroep van docent te beschikken. Daarna volgt een assessment, waarna vastgesteld wordt in hoeverre de competenties erkend worden. Na inschrijving voor de opleiding resulteert dit in vrijstelling voor onderdelen.
4.2.8
4.3
Tweede bevoegdheid Voor een beperkt aantal combinaties van schoolvakken is het mogelijk een tweede lesbevoegdheid te behalen in een verkort traject. Het gaat hier met name om de combinatie Algemene economie en Management en organisatie, maar ook bij moderne vreemde talen en exacte vakken is een dubbele lesbevoegdheid denkbaar. Voorwaarde is dat de student op grond van de vooropleiding voor beide schoolvakken toelaatbaar is. Zie voor verdere voorwaarden de Toelatingsregeling en de Onderwijsen examenregeling, en vraag verder bijzonderheden na bij de betreffende vakdidacticus.
Inschrijving en studiefinanciering
4.3.1
Inschrijving Om als student ingeschreven te kunnen worden voor de lerarenopleiding moet de kandidaat zich in eerste instantie aanmelden via www.vu.studielink.nl. De toelatingscommissie bepaalt vervolgens of een toelatingsbeschikking wordt afgegeven. Dit oordeel wordt gebaseerd op de vooropleidingseisen.
4.3.2
Studiefinanciering Wie voldoet aan de daarvoor geldende regels, komt in aanmerking voor studiefinanciering, er is sprake van een jaar verlenging. Ook is er een regeling voor tegemoetkoming in de kosten voor wie geen studiefinanciering meer ontvangt. Informatie is te vinden op de website van de Informatie beheer Groep: www.ibgroep.nl. Voor specifieke vragen kun je terecht bij een studentendecaan van het Centrum voor Studie en Loopbaan. Je kunt een afspraak maken via de Studentenbalie (Hoofdgebouw, kamer 0A-11). Deeltijdstudenten hebben geen recht op studiefinanciering.
4.4 4.4.1
De organisatie van de studie Opleidingstraject Voor alle studenten wordt een leerovereenkomst gemaakt. Afhankelijk van de beginsituatie van de docent in opleiding wordt met de docent in opleiding een opleidingstraject afgesproken die in de leerovereenkomst vastgelegd wordt. Studie-informatie
17
Studietraject educatieve master Studenten van de bètafaculteiten en godgeleerdheid kunnen de lerarenopleiding volgen als onderdeel van een tweejarig masterprogramma. Deze studenten dienen zich voor de lerarenopleiding apart aan te melden met het aanmeldformulier (op te vragen bij de betreffende facultaire studieadviseur), hierbij is een verklaring dat de student op aangegeven moment mag starten met de lerarenopleiding vereist.
18
4.4.2
Startweek De lerarenopleiding start met een intensieve startweek van vier dagen (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag). In deze startweek worden de vijf rollen toegelicht )zie onder 'beroepsprofiel', en zijn er praktische oefeningen om de eerste schoolweken voorbereid voor de klas te staan. Tijdens de startweek wordt ook een assessment afgenomen, zodat de startende student een concreet overzicht krijgt van zijn beginsituatie. Op basis daarvan en rekening houdend met de eigen wensen van de student zoals neergelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en de schoolcontext waarin de student zijn of haar praktijk onderdeel doet, bepalen student en mentor/vakdidacticus het individuele ontwikkelingstraject voor de student. Gekozen wordt onder andere met welke rol van het onderdeel algemene didactiek/pedagogiek zal worden begonnen, en welke rollen later aan de orde zullen komen.
4.4.3
Colleges De onderdelen algemene didactiek/pedagogiek, vakdidactiek, verdiepingsmodules en praktijkonderzoek beslaan 30 studiepunten. Deze colleges worden op de VU of gedeeltelijk op een opleidingsschool verzorgd. Voor een deel van deze colleges kan ook gekozen worden voor (zelfstudie)opdrachten. De dagelijkse gang van zaken is als volgt: • Op de maandagochtend vinden de colleges algemene didactiek/pedagogiek plaats. Dit zijn series van zes bijeenkomsten per docentrol met studenten uit alle vakken. • Vervolgens zijn er de peergroup bijeenkomsten, met studenten uit hetzelfde cluster • De colleges vakdidactiek vinden plaats op de maandagmiddag. Dit zijn bijeenkomsten met studenten uit hetzelfde vak. • Vakoverstijgende onderdelen zoals microteaching, logopedie en verdiepingsmodulen en bijzondere workshops worden voor de hele groep docenten in opleiding gegeven. Dit gebeurt op de maandagnamiddag. Collegeroosters worden bij de start van de opleiding verstrekt en zijn ook via Blackboard te raadplegen.
4.4.4
Aanwezigheidsplicht Voor de startweek, colleges, werkgroepen en andere bijeenkomsten op de VU geldt een aanwezigheidsplicht. Er wordt vanuit gegaan dat iedereen aanwezig is op de gezamenlijke bijeenkomsten. Ziekte of een andere reden van verhindering moet doorgegeven worden aan de betreffende docent en de mentor/vakdidacticus. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het inhalen van gemiste collegestof.
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
4.4.5
Schoolpracticumcontract Aan het begin van elk schoolpracticum (stage of baan) in het kader van de lerarenopleiding worden afspraken met betrekking tot begeleiding, verplichtingen van de docent in opleiding en regels waaraan men gebonden is, vastgelegd in het zogenaamde schoolpracticumcontract. Dit document wordt namens de school getekend door de rector/directeur van de school, namens het Onderwijscentrum VU door het hoofd van de lerarenopleiding en door de docent in opleiding zelf. Na ondertekening ontvangt de docent in opleiding een exemplaar van het contract.
4.4.6
Wettelijke aansprakelijkheid In principe vallen de docenten in opleiding die aan het Onderwijscentrum VU opgeleid worden onder de WA-verzekering van de VU. Uiteraard geldt die verzekering alleen wanneer er iets gebeurt dat voortvloeit uit activiteiten die verricht worden in het kader van de opleiding. Als de docent in opleiding zelf iets overkomt, valt hij niet automatisch onder de verzekering van de VU of van de stageschool. Het is daarom aan te raden dat de docent in opleiding een goede ongevallen-, ziektekosten- en WA-verzekering heeft. Over het algemeen vragen de scholen daar ook om voordat de docent in opleiding bijvoorbeeld mee mag op een werkweek.
4.4.7
Internationalisering In het voortgezet onderwijs speelt internationalisering de laatste jaren een grote rol. De Europese eenwording en de verbreiding van ICT zijn daar de oorzaak van. Bijna elke school heeft tegenwoordig een uitwisselingsprogramma of een studiereis naar het buitenland op het programma staan. Ook in de lerarenopleiding wordt aandacht besteed aan de internationalisering. In het kader van de keuzemodules worden excursies naar Gent, Duitsland en Florida georganiseerd. Deze excursies vinden in het voorjaar plaats. De dio's volgen colleges aan de universiteit en/of bezoeken scholen voor voortgezet onderwijs. Ook voeren zij een vakoverstijgende opdracht uit. De ervaring leert dat zo'n kijkje over de grens heel verhelderend kan zijn voor de visie op het onderwijs in eigen land. Deelname is facultatief. Van de deelnemers wordt een eigen bijdrage gevraagd; de excursie wordt slechts voor een klein deel gesubsidieerd. Een andere mogelijkheid is om deel te nemen aan de conferentie 'Docent in Europa'. Deze conferentie vindt plaats in het voorjaar. Van elke Nederlandse universiteit worden tien deelnemers afgevaardigd. Tijdens de conferentie wordt onderzocht wat het begrip internationalisering inhoudt. Het programma bestaat uit lezingen, workshops en het uitvoeren van opdrachten. De conferentie duurt van zondagavond tot dinsdagmiddag. Aan de deelname zijn geen kosten verbonden. De conferentie is ondergebracht in het programma van de keuzemodulen van de lerarenopleiding. Ook een langer verblijf in het buitenland is mogelijk. In het kader van het Socratesprogramma kan een gedeelte van de studie in het buitenland te gevolgd worden. Dio's die hiervoor voelen maken in overleg met de coördinator internationalisering (drs. H. Goudsmit) een plan waarin zij aangeven naar welke universiteit zij gaan, wie daar de contactpersoon is en welke studieonderdelen zij daar volgen. Aangeraden wordt een dergelijk verblijf pas in de tweede helft van de studie te plannen. Het plan voor verblijf in het buitenland moet door de examencommissie worden goedgekeurd
Studie-informatie
19
4.5 4.5.1
Studievoortgangsregistratie, portfolio en examen Studievoortgangsregistratie Algemeen Het onderwijssecretariaat houdt de studievoortgang van de docent in opleiding bij. Als bewijs van de afronding van de onderdelen, te weten algemene didactiek/pedagogiek, vakdidactiek, praktijkonderzoek, praktijk en verdiepingsmodulen, moet de docent in opleiding een tentamenbriefje invullen, dat door de opleidingsdocent getekend wordt. De briefjes worden ingeleverd bij het onderwijssecretariaat van de lerarenopleiding. De tentamenuitslagen zijn door de studenten te raadplegen via www.tis.vu.nl. Werkervaring De docent in opleiding moet minimaal 250 zogenaamde klassencontacturen hebben gemaakt en daarvan minimaal 120 uren zelfstandig les hebben gegeven, waarvan 40 uur in de bovenbouw havo/vwo. Klassencontacturen zijn de lessen die de docent in opleiding observeert, de lesuren waarin hij een groepje leerlingen begeleidt en ook de uren waarin de docent in opleiding zelf lesgeeft. Onder de zelfstandig gegeven lessen vallen de lessen die door de docent in opleiding zelf verzorgd worden. Als zelfstandige lessen gelden tevens hele lesuren aan een gedeelte van de klas of een gedeelte van het lesuur aan de hele klas. Van zelfstandig gegeven lessen worden stageverslagen gemaakt. Tijdens de opleiding moet de docent in opleiding een administratie van de klassencontacturen bijhouden. De beoordeling van de praktijk geschiedt door de schoolbegeleider en de instituutsbegeleider samen, via de ingevulde checklist die aan het einde van de praktijk bij het Onderwijssecretariaat moet worden ingeleverd.
20
4.5.2
Portfolio De docent in opleiding houdt gedurende de lerarenopleiding een digitaal portfolio bij. In dit portfolio worden de opdrachten uit de verschillende studieonderdelen opgenomen, maar ook een zelfbeschrijving en een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Het portfolio wordt door de docent in opleiding gebruikt om de eigen opleiding vorm te geven en zicht te krijgen op de eigen ontwikkelingen. Daarnaast wordt het gebruikt als beoordelingsinstrument.
4.5.3
Onderwijs- en examenregeling De onderwijs- en examenregeling van de lerarenopleiding Onderwijscentrum VU is te raadplegen via www.onderwijscentrum.vu.nl/lerarenopleiding, evenals de regels en richtlijnen van de examencommissie.
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
5
5.1 5.1.1
Studieprogramma Oriëntatie op het beroep van leraar Oriëntatiecursus Om er zelf achter te komen of het beroep van leraar iets voor je is worden jaarlijks cursussen ter oriëntatie op het beroep van leraar aangeboden. Het zijn keuzevakken van 6 tot 10 studiepunten, meestal bedoeld voor derdejaars bachelorstudenten. De inhoud bestaat uit de onderdelen algemene didactiek en vakdidactiek, en een korte stage op een school voor voortgezet onderwijs. Ook als je (nog) niet van plan bent om leraar te worden kan het een interessant keuzevak zijn omdat er veel aandacht is voor het verbeteren van je presentatie- en communicatievaardigheden, en je een goed beeld krijgt van wat het beroep van leraar inhoudt. Je volgt de cursus samen met studenten uit verschillende (verwante) opleidingen. Voor studenten van de faculteiten Letteren, Godgeleerdheid en Sociale wetenschappen is er een gezamenlijk keuzevak van 10 studiepunten (vakcode 990006). Voor studenten van de faculteiten Aard- en levenswetenschappen en Exacte wetenschappen is er een gezamenlijk keuzevak van 6 studiepunten (vakcode 991010). Studenten van de faculteit Economische wetenschappen en bedrijfskunde kunnen kiezen uit een cursus meer gericht op het lesgeven (vakcode 990008), en/of een cursus meer gericht op communicatie algemeen (vakcode 990009), beide van 6 studiepunten. Wie geen oriëntatiecursus heeft gevolgd, kan na een intakegesprek toch toegelaten worden tot de lerarenopleiding. Deze mogelijkheid is er met name voor studenten die pas na de afronding van hun doctoraal- of masteropleiding kiezen voor het beroep van leraar. Het wordt echter sterk aangeraden om een oriëntatiecursus te volgen, om zo een bewustere keuze te kunnen maken. Vakcode 990006 990008 990009 991010
Vaknaam Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie Oriëntatie op het beroep van leraar (bedrijfs)economie Presentatie en communicatie voor (bedrijfs)economie Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar
Stp. 10
Periode 4
6
4
6
4
6
maart 2010
naam code studiepunten periode docent
Oriëntatie op het beroep van leraar: presentatie en communicatie 990006 10 4 Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door diverse docenten van het Onderwijscentrum VU.) doel De student maakt intensief kennis met het beroep van eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs. Na afloop beschikt de student over voldoende informatie over het voortgezet onderwijs en de eigen geschiktheid voor het
Lerarenopleiding
21
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
naam code docent studiepunten periode doel
beroep van leraar om een afgewogen keuze te maken voor het volgen van de universitaire lerarenopleiding. De cursus bestaat uit werkcolleges waarin thema's uit de vakdidactiek en algemene didactiek / pedagogiek aan bod komen. Verder maakt een begeleide stage op een school voor voortgezet onderwijs deel uit van de cursus. Voor deze cursus wordt uitgegaan van een voltijdsprogramma met werkcolleges en stage. Reader wordt bij aanvang van de cursus aangeschaft, eventueel aanvullende literatuur via Blackboard. Beoordeling van portfolio, stage en eindgesprek Derdejaars bachelorstudenten bij de faculteit Letteren • Aanmelding via TIS (zoek bij 'aanmelden cursus' onder 'IDO') uiterlijk 4 weken voor het begin van de cursus. • De cursus geeft toegang tot de universitaire lerarenopleiding. • Voor meer informatie: www.onderwijscentrum.vu.nl, tel. (020) 59 89222.
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
Oriëntatie op het beroep van leraar (bedrijfs)economie 990008 drs. H.R. Goudsmit 6 4 • Studenten zijn in staat een beeld van het leraarschap te schetsen; • Studenten kennen de onderwijsterminologie uit basisvorming, leerwegen en tweede fase; • Studenten kennen aan aantal theorieën uit de adolescentiepsychologie; • Studenten zijn in staat de verschillende doceer- en leerstijlen te benoemen en in de praktijk aan te wijzen; • Studenten kunnen een aantal didactische problemen bij het aanleren van stof uit de economische vakken benoemen er een oplossing voor aandragen; • Studenten zijn in staat een les professioneel te observeren; • Studenten zijn in staat een gefundeerde opzet te maken van een les en deze ook uit te voeren; • Studenten kunnen beargumenteerd aangeven of een baan in het onderwijs iets voor hen is. Dit keuzevak bestaat uit twee onderdelen: • Theorie: Gedurende een zestal bijeenkomsten (drie bijeenkomsten algemene didactiek en drie bijeenkomsten vakdidactiek) zal er aandacht worden besteed aan de drie belangrijke thema's in het onderwijs te weten de docent, de leerling en de lesstof. • Praktijk: Gedurende een week ga je naar een stageschool waar je mee gaat doen aan zoveel mogelijk activiteiten. Daarbij wordt verwacht dat je ook een aantal lessen zelf gaat geven aan de hand van de opgedane theorie in de werkcolleges. Werkcolleges en stage Reader wordt bij aanvang cursus aangeschaft. Mondelinge toets (60%) en stagebeoordeling (40%) Derdejaars bachelorstudenten economie, econometrie en
22
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
inhoud
opmerkingen
naam code coördinator studiepunten periode doel
inhoud werkwijze
literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen
bedrijfswetenschappen. • Aanmelding via TIS (zoek bij 'aanmelden cursus' onder 'IDO') uiterlijk 4 weken voor het begin van de cursus. • De cursus geeft toegang tot de universitaire lerarenopleiding. • Voor meer informatie: www.onderwijscentrum.vu.nl, tel. (020) 59 89222. Presentatie en communicatie voor (bedrijfs)economie 990009 D.T.A. Wols 6 4 • Inzicht krijgen in het verloop van communicatieprocessen • Beoordelen van de effectiviteit van communicatie • Analyseren van je eigen rol in het verloop van de communicatie • Het leren herkennen en verwerven van communicatieve vaardigheden waarmee je het verloop van communicatie kunt beïnvloeden • Het leren benutten van bovenstaande inzichten in je eigen presentatie Theorie van Lindgren, Watzlawick en Leary. Via een persoonlijk ontwikkelingsplan word je in staat gesteld om je verder te ontwikkelen op het terrein van communicatie. Tijdens de eerste bijeenkomst krijg je informatie over en voorbeelden van communicatie. Na afloop van de eerste bijeenkomst stel je een eigen agenda op (persoonlijk ontwikkelingsplan). Tussen de bijeenkomsten door houd je jezelf via een logboek een spiegel voor over je eigen rol in de communicatie. Door middel van praktijksituaties wordt communicatie geoefend en krijg en geef je feedback. Dit alles gekoppeld aan de theorie van het communiceren. Hand-outs worden uitgereikt en aanvullende informatie via blackboard • Mondelinge presentaties van case-uitwerkingen (aanwezigheid bij alle colleges is verplicht) • Eindverslag waarin je je ontwikkeling en leerpunten op het gebied van communicatie beschrijft en koppelt aan de behandelde theorieën Derdejaars bachelorstudenten FEWEB • Dit vak is een verdieping van het keuzevak 'Oriëntatie op het beroep van leraar' (vakcode 990008) • Aanmelding via TIS (zoek bij 'aanmelden cursus' onder 'IDO') uiterlijk 4 weken voor het begin van de cursus • Voor meer informatie: www.onderwijscentrum.vu.nl, tel. (020) 598 9222
naam code coördinator studiepunten docent
Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar 991010 drs. M.N.S. Vossen 6 Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door docenten van het Onderwijscentrum VU.) periode maart 2010 doel • Studenten maken kennis met het beroep van eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs en kunnen doordacht een antwoord geven op de vraag: Ben ik geschikt voor dit beroep? • Studenten oefenen met diverse educatieve werkvormen: (wetenschappelijke) presentatie, workshop, onderwijs en onderzoek in de Lerarenopleiding
23
klas. Studenten kennen een aantal aspecten van de doelgroep (jongeren tussen de 12 en 18 jaar) die van belang zijn voor educatie. De cursus bestaat uit werkcolleges en een stage op een school voor voortgezet onderwijs. De stage is het belangrijkste onderdeel van de cursus, deze voer je uit samen met een medestudent. In totaal zal de stage ongeveer 10 dagen in beslag nemen. Tijdens de werkcolleges komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Hoe bouw je een presentatie op, hoe kom je over? • Hoe vertaal je (wetenschappelijke) informatie naar het niveau van je doelgroep? • Aspecten van het schoolvak, didactiek, pedagogiek en leraarschap; • Wat is het verschil tussen presenteren en onderwijzen? • Hoe krijg je je doelgroep actief? • Oefenen in het geven van een wetenschappelijke presentatie (bijvoorbeeld over je bachelorproject). Tijdens de stage onderneem je in elk geval de volgende activiteiten: • observeren van lessen; • zelf minimaal vier lessen geven, in zowel onderbouw als bovenbouw; • uitvoeren van een klein onderzoek; • zo veel mogelijk deelnemen aan alle activiteiten op school en zo (hernieuwd) kennis maken met het voortgezet onderwijs vanuit het docenten perspectief. Tijdens de cursus houd je een logboek bij en verwerk je opdrachten in een digitaal portfolio. Door regelmatige reflectie leer je optimaal van je ervaringen en krijg je een goed inzicht in je eigen mogelijkheden. Werkcolleges en stage vormen samen een voltijds programma, het is niet mogelijk gelijktijdig andere colleges te volgen. Beoordeling geschiedt op basis van het portfolio, het logboek en de stage en het afsluitend eindgesprek. Deelname aan de cursus staat open voor derdejaars bachelorstudenten van de faculteiten Exacte Wetenschappen en Aard- en Levenswetenschappen. De cursus wordt aangeraden voor studenten die overwegen de lerarenopleiding te gaan volgen binnen de masteropleiding (E-variant) of aansluitend op hun masteropleiding. Ook voor studenten die vaardigheden op willen doen in het verzorgen van wetenschappelijke presentaties is de cursus interessant. • Aanmelding via TIS (zoek bij "aanmelden cursus" onder "IDO") minimaal vier weken voor het begin van de cursus. • Meer informatie is te verkrijgbaar bij Monique Vossen:
[email protected], of te vinden op www.onderwijscentrum.vu.nl •
inhoud
werkwijze
toetsing doelgroep
opmerkingen
5.2 5.2.1
24
Educatieve minor Educatieve minor inleiding De Vrije Universiteit biedt verschillende mogelijkheden voor studenten om zich te oriënteren op het leraarsberoep en het behalen van een lesbevoegdheid. Een van die mogelijkheden is het volgen van een educatieve minor. De educatieve minor beslaat Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
30 studiepunten en wordt aangeboden in het eerste semester (september tot en met januari) van het derde jaar van de bacheloropleiding. waarom een educatieve minor Wie kiest voor een educatieve minor, concentreert zich op werken in het onderwijs. Er zijn verschillende redenen om voor een educatieve minor te kiezen. Bijvoorbeeld omdat je werken in het onderwijs ziet als mogelijke bijbaan in combinatie met je Master programma. Je komt op een opleidingsschool en raakt zo bekend met het onderwijs. Je maakt kennis met de onderliggende theorieën van onderwijs en ervaart zelf hoe het is om voor de klas te staan. In ieder geval is een educatieve minor een goede voorbereiding voor het masterprogramma dat je na de bachelorfase wilt volgen. Studenten die de Educatieve minor hebben afgerond komen in aanmerking voor een verkort traject bij de universitaire eerstegraads lerarenopleiding. In de educatieve minor maak je kennis met de theorie en de praktijk van het leraarsvak. Het onderwijs is erop gericht om de student optimaal voor te bereiden op de lespraktijk en bevatten een afgewogen combinatie van theorie, opdoen van praktijkvaardigheden en het aanleren van de gewenste attitude die passend is voor het leraarschap. Studenten die met succes hun bachelor inclusief de educatieve minor hebben afgerond, krijgen een lesbevoegdheid voor de eerste drie klassen van havo en vwo. Ook mogen zij les geven in de theoretische leerweg van het vmbo. 5.2.2
Doelgroep voor wie De educatieve minor wordt (nog) niet voor alle schoolvakken aangeboden, en is niet mogelijk binnen alle bacheloropleidingen. Hieronder is een overzicht te vinden van de bacheloropleidingen waarbij het mogelijk is om de educatieve minor te volgen.
Lerarenopleiding
25
WO-bachelor in combinatie met educatieve minor Aarde en economie Aardwetenschappen Biologie Biomedische wetenschappen Duitse Taal en Cultuur Economie en bedrijfseconomie Engelse Taal en Cultuur Franse Taal en Cultuur Geschiedenis Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Godgeleerdheid Religie en levensbeschouwing Natuur- en sterrenkunde Medische natuurwetenschappen Scheikunde Farmaceutische wetenschappen Medische natuurwetenschappen Sociologie Politicologie Bestuurs- en organisatiewetenschap Culturele antropologie Communicatiewetensc hap Nederlandse Taal en Cultuur Wiskunde
Bevoegdheid Leraar Aardrijkskunde Leraar Aardrijkskunde Leraar Biologie Leraar Biologie Leraar Duits Leraar Economie Leraar Engels Leraar Frans Leraar Geschiedenis Leraar Grieks, Latijn en KCV Leraar Godsdienst en levensbeschouwing Leraar Godsdienst en levensbeschouwing Leraar Natuurkunde Leraar Natuurkunde Leraar Scheikunde Leraar Scheikunde Leraar Scheikunde Leraar Maatschappijleer Leraar Maatschappijleer Leraar Maatschappijleer Leraar Maatschappijleer Leraar Maatschappijleer Leraar Nederlands Leraar Wiskunde
instroomeisen Omdat studenten over adequate vakkennis moeten beschikken, is de Educatieve minor alleen toegankelijk voor studenten van de die een verklaring van de studiecoördinator kunnen overleggen waarin aangegeven wordt dat minimaal 90
26
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
studiepunten aan eerste- en tweedejaarsvakken met succes zijn afgerond, of dat dit naar verwachting zal gebeuren voor de start van de educatieve minor. 5.2.3
Programma collegedagen Collegedagen zijn de maandag en dinsdag overdag, dit afhankelijk van het schoolvak en het aantal aanmeldingen hiervoor. Reken bij elkaar op één volle dag college per week. De rest van de week wordt gebruikt voor de stage op een opleidingsschool en zelfstudie. De educatieve minor gaat uit van voltijds studie. Als er bij opleidingen toch nog vakken in deze periode ingeroosterd staan (omdat niet alle faculteiten 30 punten vrije ruimte gerealiseerd hebben) zal overleg plaatsvinden tussen student, faculteit en Onderwijscentrum of er toch mogelijkheden gevonden kunnen worden om de educatieve minor te volgen. studieprogramma De educatieve minor bestaat voor de helft uit theorie en de helft uit praktijk (stage op school). De stages worden door het Onderwijscentrum geregeld. Hieronder zijn de vakken met vakcodes vermeld. Uitgebreidere informatie over de vakken is vanaf eind juni te vinden op www.vu.nl/educatieveminoren.
Lerarenopleiding
27
periode week 36 t/m 39
vakcode 990500
week 40 t/m 43
990501
vanaf week 44
990502
vanaf week 44 vanaf week 44
990503 990504
vaknaam (ECTS) EM Oriëntatie op het beroep van leraar 1 (6) EM Oriëntatie op het beroep van leraar 2 (6) EM Algemene didactiek en pedagogiek (4) EM Praktijk (9) EM Vakdidactische verdieping (1) vakdidactiek afhankelijk van schoolvak
28
vanaf week 44
990511
vanaf week 44
990512
vanaf week 44
990513
vanaf week 44
990514
vanaf week 44
990517
vanaf week 44
990518
vanaf week 44
990519
vanaf week 44
990520
vanaf week 44
990521
vanaf week 44
990522
vanaf week 44
990523
vanaf week 44
990524
vanaf week 44
990525
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
EM Vakdidactiek aardrijkskunde (4) EM Vakdidactiek geschiedenis (4) EM Vakdidactiek maatschappijleer (4) EM Vakdidactiek godsdienst en levensbeschouwelijke vorming (4) EM Vakdidactiek Frans (4) EM Vakdidactiek Engels (4) EM Vakdidactiek Duits (4) EM Vakdidactiek klassieke talen (4) EM Vakdidactiek Nederlands (4) EM Vakdidactiek Scheikunde (4) EM Vakdidactiek Natuurkunde (4) EM Vakdidactiek Biologie (4) EM Vakdidactiek Wiskunde (4)
5.2.4
5.3
Aanmelden aanmelden en inschrijven Als student kun je een minor volgen in het eerste semester van het derde jaar. Voor de invulling moet je toestemming vragen aan de examencommissie van je bacheloropleiding. Je kunt je voor de minor aanmelden door een online-formulier in te vullen die je kunt vinden op de website: www.vu.nl/educatieveminor. Daarnaast moet je je ook op tijd (uiterlijk een maand voor aanvang) intekenen voor elk afzonderlijk vak via TIS. Dit is mogelijk vanaf 1 juli. Let op: het is niet mogelijk om je in TIS in een keer voor de gehele minor in te schrijven. Iedere student tekent in voor ieder studieonderdeel. meer informatie Wil je meer informatie hebben over de educatieve minor of heb je nog vragen? Neem dan contact op met Remko van der Vos:
[email protected] Kijk voor de meest recente informatie op www.vu.nl/educatieveminoren
Universitaire Lerarenopleiding De lerarenopleiding bestaat uit vijf onderdelen. De onderdelen Algemene didactiek/pedagogiek, Praktijk en Praktijkonderzoek hebben elk één vakcode. De vakdidactiek heeft per schoolvak een eigen vakcode. Bij verdiepingsmodulen wordt gekozen uit een breed aanbod van door het Onderwijscentrum VU aangeboden verdiepingsmodulen, er kan ook zelf een verdiepingsmodule worden samengesteld.
5.3.1
Vakdidactiek Vakdidactiek periode Het vak beslaat 2 semesters (een heel studiejaar). Startmomenten zijn aan het begin van de semesters: in september en in februari. inhoud De vakdidactiek houdt zich bezig met de inhoud van het schoolvak en met het lesgeven in dit schoolvak. Er is aandacht voor vakspecifieke kennis, vaardigheden en inzichten en de voor het schoolvak relevante ICT-toepassingen. In het vakdidactiekprogramma vindt eveneens een vertaling plaats van algemeen didactische thema's naar het vak. De leservaringen op school spelen hierbij een belangrijke rol. Door het samenstellen van een digitaal portfolio kan een student aantonen over de competenties te beschikken om zelfstandig les te kunnen geven. Een belangrijk onderdeel van de vakdidactiek is de meesterproef: in het tweede semester ontwerpt de docent in opleiding als meesterproef onderwijsmateriaal volgens een aantal richtlijnen. Een meesterproef kan bestaan uit praktische opdrachten, trainingsmodules, een speciaal lessenpakket, een plan voor een excursie, etc. De docent in opleiding laat hiermee zien dat hij of zij zelfstanding vanuit eigen kennis en inzicht t.a.v. onderwijs, vak en maatschappij een uitgewerkt plan kan ontwerpen dat leerlingen in staat stelt op een bepaald gebied leerervaring op te doen. werkwijze werkcolleges op maandag literatuur Lerarenopleiding
29
Een reader wordt uitgereikt bij aanvang van de colleges. toetsing Er zijn twee deeltoetsmomenten: aan het eind van elk semester een mondeling naar aanleiding van het samengestelde portfolio. entreevoorwaarden Dit vak is alleen te volgen als onderdeel van de universitaire lerarenopleiding Vakcode 990111 990112 990113 990114 990115 990116 990117 990118 990119 990120 990121 990122 990123 990124 990125 990126
5.3.2
Vaknaam Vakdidactiek aardrijkskunde Vakdidactiek geschiedenis Vakdidactiek maatschappijleer Vakdidactiek godsdienst en levensbeschouwing Vakdidactiek algemene economie Vakdidactiek management en organisatie Vakdidactiek Frans Vakdidactiek Engels Vakdidactiek Duits Vakdidactiek klassieke talen Vakdidactiek Nederlands Vakdidactiek scheikunde Vakdidactiek natuurkunde Vakdidactiek biologie Vakdidactiek wiskunde Vakdidactiek Latijn en KCV
Algemene didactiek/pedagogiek
naam code studiepunten periode
Algemene didactiek / pedagogiek 990001 9 Het vak beslaat 2 semesters (een heel studiejaar). Startmomenten zijn aan het begin van de semesters: in september en in februari. inhoud Bij algemene didactiek / pedagogiek spelen de leservaringen op school een belangrijke rol. Daarmee in samenhang komen algemene onderwijskundige en pedagogische inzichten aan de orde, onder andere via literatuurstudie. Er wordt geoefend met en gereflecteerd op het begeleiden van leerprocessen. Het gaat daarbij om onderwerpen als orde houden, verschillen tussen leerlingen en leerstijlen. We onderscheiden vijf rollen die een leraar goed moet kunnen vervullen: • de professional • de ontwerper van onderwijs • de uitvoerder van onderwijs • de pedagoog • het teamlid / de collega Met welke rol gestart wordt hangt af van de persoonlijke startcompetenties van de student, studenten maken een persoonlijk ontwikkelingsplan en houden hun eigen leerproces bij in het digitaal portfolio. Reflectie op het eigen leerproces en dat van medestudenten neemt een belangrijke plaats in.
30
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
werkwijze werkcolleges op maandag literatuur Een reader wordt uitgereikt bij aanvang van de colleges. toetsing Er zijn twee deeltoetsmomenten: aan het eind van elk semester een mondeling naar aanleiding van het samengestelde portfolio. entreevoorwaarden Dit vak is alleen te volgen als onderdeel van de universitaire lerarenopleiding. 5.3.3 naam code studiepunten contacturen
periode doel inhoud toetsing entreevoorwaarden
5.3.4
Praktijk Praktijk 990002 30 250 (250 stage) De praktijk bedraagt tenminste 250 klassencontacturen, waarin de student lessen observeert, zelf lessen geeft, of deelneemt aan andere leerlinggerichte activiteiten. Ten minste 120 lessen worden door de student zelf verzorgd, waarvan minimaal 40 lesuren in de bovenbouw van havo/vwo. Het vak beslaat 2 semesters, en loopt daarbij parallel aan de vakdidactiek en de algemene didactiek / pedagogiek. Zo is ook een goede wisselwerking mogelijk tussen theorie (colleges) en praktijk. Praktijkervaring opdoen in het lesgeven. In overleg met de begeleider op school en op de opleiding voert de student stageopdrachten op school uit en verwerkt deze in het digitaal portfolio. Er zijn twee beoordelingsmomenten: aan het eind van elk semester. De praktijk wordt door de schoolbegeleider en door de instituutsbegeleider beoordeeld. Dit vak is alleen te volgen als onderdeel van de universitaire lerarenopleiding. Praktijkonderzoek
naam code studiepunten docent periode
Praktijkonderzoek 990003 8 Diverse docenten Het grootste deel van het praktijkonderzoek vindt plaats in het tweede semester van de lerarenopleiding. doel • Zicht krijgen hoe door systematisch onderzoek van onderwijssituaties inzicht verkregen kan worden in leerprocessen van leerlingen. • Opdoen van ervaring met het voorbereiden, uitvoeren en rapporteren van onderzoek van onderwijssituaties. inhoud Bij het praktijkonderzoek diept de student één of meer vraagstukken uit de (eigen) onderwijspraktijk uit. Hij of zij doet dat door het opzetten, uitvoeren en evalueren van een op de onderwijspraktijk gericht onderzoek waarbij op één of enkele scholen empirisch materiaal wordt verzameld. Elke student maakt in het kader van vakdidactiek een meesterproef. Het ligt voor de hand om in het praktijkonderzoek het leereffect van de meesterproef te onderzoeken. Een alternatief is aan te sluiten bij lopend onderzoek van het
Lerarenopleiding
31
werkwijze
literatuur toetsing entreevoorwaarden
5.3.5
Onderwijscentrum VU. Ook kunnen eigen onderzoeksvoorstellen worden ingediend. Aan het begin van de opleiding worden doel, planning en beoordeling van het praktijkonderzoek uitgelegd en ontvangen de studenten een handleiding met daarin onder meer een beoordelingschecklist en literatuursuggesties op het gebied van methoden en technieken van onderzoek. Er worden drie werkcolleges over onderzoekstechnieken georganiseerd ter ondersteuning. De studenten worden uitgedaagd met hun praktijkonderzoek zoveel mogelijk gemeenschappelijke thema's op te pakken. Literatuurverkenning, probleemstelling, onderzoeksvraag en onderzoeksdesign dienen door de instituutsbegeleiders goedgekeurd te worden alvorens de student verder kan gaan met de dataverzamelingsfase en de data verwerkingsfase. Gedurende deze fasen zijn de instituutsbegeleiders beschikbaar voor individuele hulp. Aan de hand van concepten van het onderzoeksverslag reflecteert de dio met zijn instituutsbegeleider op de analyse van de onderzoeksgegevens in het licht van de literatuur. Vervolgens wordt het definitieve onderzoeksartikel geschreven. Op de onderwijsresearchdag van het Onderwijscentrum VU worden de praktijkonderzoeken gepresenteerd en bediscussieerd. Studenten ontvangen aan het begin van het vak literatuursuggesties op het gebied van methoden en technieken van onderzoek Onderzoeksartikel voor vaktijdschrift voor leraren en een presentatie Dit vak is alleen te volgen als onderdeel van de universitaire lerarenopleiding. Verdiepingsmodulen Keuzemodulen Binnen de lerarenopleiding zijn 4 studiepunten aangewezen voor verdieping of verbreding. het is mogelijk hiervoor één of meer van de door het instituut aangeboden verdiepingsmodulen te volgen. De docent in opleiding kan er ook voor kiezen om een bepaald aspect van een schoolvak of een aspect van het leerproces van leerlingen of van het coachen van leerlingen nader te bestuderen. In overleg met de begeleider stelt de docent in opleiding dan zelf de inhoud van deze verdiepingsmodule valt. Door het Onderwijscentrum VU zijn afgelopen jaren onder andere de volgende verdiepingsmodulen aangeboden: • Docent in Europa • Oriëntatie lesgeven in het HBO • Excursie naar Gent, Duitsland of Florida • ICT didactiek • Multiculturaliteit • Dyscalculie Binnen de clusters en vakken worden ook (verplichte) verdiepingsmodulen aangeboden als: Veldwerkweek, Klassieke Culturele Vorming (KCV), Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) en Taalleerproblemen. Studiepunten
32
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
2 studiepunten per verdiepingsmodule Periode najaar 2008 en voorjaar 2009 tijdens de verdiepingsperiode (zie rooster). Niet alle keuzemodulen worden twee keer per jaar aangeboden. Literatuur Wordt bij aanvang van de cursus bekend gemaakt. Onderwijs werkcollege op maandag Toetsing opdracht Entreevoorwaarden Deze vakken zijn alleen te volgen als onderdeel van de universitaire lerarenopleiding. Opmerkingen Aan het begin van elk semester wordt het definitieve aanbod van keuzemodulen bekend gemaakt. De inschrijving voor de modulen vindt dan plaats.
Lerarenopleiding
33
34
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU
6
6.1
Adressen Adreslijst van medewerkers van het Onderwijscentrum VU betrokken bij de lerarenopleiding Algemeen mw. M. Meijrink onderwijssecretariaat dhr. R.B. van der Vos stagecoördinator
020 - 59 89210
[email protected] 020 - 59 89239
[email protected]
Vakdidactici alfa Engels mw. drs. J.W Geursen Nederlands mw. drs. Y.G. Meindersma drs. W. Maas klassieke talen mw. drs. C.D.P. van Oeveren Frans drs. S. Dönszelmann Duits drs. J.W.R.M. van Megen
020 - 59 89220
[email protected] 020 - 59 89214
[email protected] [email protected] 020 - 59 89214
[email protected] 020 - 59 89220
[email protected] 020 - 59 89204
[email protected]
Vakdidactici bèta biologie mw. drs. M.N.S. Vossen MEd J.P.T. Maréchal mw. ir. E.J.F. Scheringa natuurkunde dr. G.J. Kuik wiskunde drs. W. Hoekstra scheikunde mw.dr. E.M.M. van Rens
020 - 598 9209
[email protected] [email protected] [email protected] 020 - 59 89202
[email protected] 020 - 59 89209
[email protected] 020 - 59 89245
[email protected]
Vakdidactici gamma economie drs. H. Goudsmit drs. P. van der Veen aardrijkskunde mw. drs. I. Pauw Adressen
020 - 59 89231
[email protected] [email protected] 020 - 59 82999
[email protected] 35
mw. drs. H.C.P. van Dijck geschiedenis mw. drs. J.K.W. Riksen mw. drs. M. van der Eem godsdienst en levensbeschouwing drs. W. de Haas maatschappijleer drs. A.A. J. Olgers
[email protected] 020 - 59 89215
[email protected] [email protected] 020 - 59 89231
[email protected] 020-59 86862
[email protected]
Examencommissie en Toelatingscommissie drs. W. Hoekstra mw. drs. J.K.W. Riksen mw. drs. Y.G. Meindersma
36
020 - 59 89229
[email protected] 020 - 59 89215
[email protected] 020 - 59 89214
[email protected]
Lerarenopleiding Onderwijscentrum VU