Preventie eenzaamheid bij ouderen Plan van aanpak Preventie eenzaamheid ouderen in de gemeente Cuijk 2009/2010
Cuijk, September 2009 Deelnemers balanstraject “Preventie eenzaamheid Ouderen gemeente Cuijk”: Gemeente Cuijk Stichting Welzijn Ouderen Cuijk (SWOC) Zorgcentra en Thuiszorg Pantein Dichterbij Steunpunt Mantelzorg KBO Afdeling Cuijk - Centrum Regionaal Maatschappelijk Centrum Land van Cuijk (RMCLvC) GGZ Centrum Land van Cuijk GGD Hart voor Brabant
2
Inhoudsopgave pag
1. Inleiding
5
1.1. Aanleiding 1.2. Deelnemende organisaties 1.3. Balanstraject preventie eenzaamheid ouderen in de gemeente Cuijk 1.3.1. Doel 1.3.2. Drie bijeenkomsten 1.3.3. Perspectief
2. Eenzaamheidsproblematiek 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6.
Begrip eenzaamheid Vormen van eenzaamheid Oorzaken Gevolgen Eenzaamheidspreventie is complex Preventie 2.6.1. Vanuit de preventiepiramide 2.6.2. Vanuit oplossingsrichtingen bij een eenzame oudere 2.6.3. Naar typen interventies in de praktijk
3. Huidige situatie in Cuijk 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Eenzaamheid in de gemeente Cuijk Naar aanleiding van de verzamelde informatie in de quick scan Samenwerking, afstemming beleid Aandachtsgroepen/risicogroepen
4. Uitgangspunten plan van aanpak 5. Aandachtspunten en pilotproject 2009/2010 5.1. Aandachtspunten en afspraken 5.2. Samenwerken en afstemmen in 2009 - 2010 5.3. Pilotproject 2009 - 2010 rondom omgaan met eenzaamheidsproblematiek in Cuijk Centrum in de gemeente Cuijk 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Titel “Heb je even voor mij?!” Aanleiding Doel Doelgroep Randvoorwaarden Projectstructuur pilotproject Werkwijze/ interventie Eindresultaten Implementatie Taakverdeling Tijdsplanning (voorlopig) Tijdsbesteding/Kosten
Bijlage
5 5 5 6
7 7 7 7 7 7 8 8 8 8
9 9 9 10 10
11
13 13 13 14 14 14 14 14 14 15 16 17 17 17 18 18
20
3
4
1. Inleiding 1.1. Aanleiding Preventie eenzaamheid ouderen is een belangrijk speerpunt voor het lokaal gezondheidsbeleid van de gemeente Cuijk. De gemeente Cuijk heeft ervoor gekozen om in 2008 samen met relevante organisaties en instellingen gebruik te maken van de “balanstraject-aanpak” van de GGD Hart voor Brabant. Dat wil zeggen dat de gemeente er voor gekozen heeft om samen met relevante partijen de balans op te maken wat betreft het probleem eenzaamheid bij ouderen in Cuijk. Om samen te kijken naar de aard en vóórkomen van het probleem, naar bestaand preventief aanbod en beleid, en mogelijkheden en onmogelijkheden als het erom gaat samen tot een plan van aanpak voor de gemeente Cuijk te komen. 1.2. Deelnemende organisaties In de gemeente Cuijk nemen in het balanstraject deel: Gemeente Cuijk Stichting Welzijn Ouderen Cuijk (SWOC) Zorgcentra en Thuiszorg Pantein Dichterbij Steunpunt Mantelzorg KBO Afdeling Cuijk-Centrum Regionaal maatschappelijk Centrum Land van Cuijk (RMCLvC) GGZ Centrum Land van Cuijk GGD Hart voor Brabant De gemeente Cuijk is in dit balanstraject initiatiefnemer; de GGD zorgt voor de procesbegeleiding en de rapportage. De groep deelnemers aan het balanstraject wordt vanaf hier balanstrajectgroep genoemd. 1.3. Balanstraject preventie eenzaamheid ouderen in de gemeente Cuijk 1.3.1. Doel In veel gemeenten vinden vanuit diverse organisaties en instellingen tal van activiteiten plaats die direct of indirect gericht zijn op de preventie of bestrijding van eenzaamheid. Een belangrijk knelpunt vormt in veel gemeenten het feit dat lokaal relevante partijen soms onvoldoende van elkaars activiteiten op de hoogte zijn en soms onvoldoende afstemmen en samenwerken. Bij de preventie en bestrijding van eenzaamheid bij ouderen zijn vele partijen nodig, met ieder een eigen inbreng en expertise. Een belangrijke succesfactor in een geslaagde aanpak van eenzaamheid is de afstemming en bundeling van deze inbreng en expertise. Het gekozen balanstraject is ingezet om: Uit te wisselen en overzicht te verkrijgen van preventieve activiteiten in Cuijk van verschillende organisaties en instellingen met betrekking tot preventie van eenzaamheid bij ouderen; inzicht te verkrijgen in eventuele doublures en “open plekken” in deze; overzicht te verkrijgen van wensen en behoeften, en van mogelijkheden en onmogelijkheden om de bestaande activiteiten in verband met preventie eenzaamheid bij ouderen in Cuijk samen op een hoger plan te tillen; waar gewenst of noodzakelijk lokale afstemming en samenwerking te realiseren en/of te optimaliseren tussen bestaande preventieve activiteiten en vanuit bestaande naar eventuele nieuwe preventieve activiteiten. 1.3.2. Drie bijeenkomsten In drie bijeenkomsten is toegewerkt naar een plan van aanpak. In de eerste bijeenkomst op 9 september 2008 is het probleem eenzaamheid in de gemeente Cuijk verkend (omvang, definities, oorzaken, gevolgen, kwetsbare groepen) en is uitgewisseld hoe elke organisatie en instelling eenzame ouderen tegenkomt en met hen omgaat. En welke activiteiten men daarom, direct of indirect, uitvoert om eenzaamheid te signaleren, te voorkomen en/of te bestrijden.
5
Ook is toen gesproken over de vraag in hoeverre men vindt dat relevant aanbod in de gemeente voldoende bekend is bij de burgers (ouderen, kinderen en omgeving van ouderen). De aanwezigen zegden toe de informatie aan te leveren over de taken van de eigen organisatie, stand van zaken van het beleid preventie eenzaamheid ouderen, relevant aanbod, mening over de drie sterkste punten ivm preventie eenzaamheid ouderen in Cuijk, de drie belangrijkste beperkingen, verwachtingen van een plan van aanpak, en rol bij uitvoering van eventuele deelprojecten in een plan van aanpak. In de bijlage zijn de resultaten van deze zogenaamde quick scan opgenomen. In de tweede bijeenkomst op 4 november zijn conclusies getrokken naar aanleiding van de quick scan. Ook zijn door de GGD cijfers toegelicht naar aanleiding van een verdieping van de cijfers uit de ouderenmonitor van 2004. Tevens kwam men tot gezamenlijke uitgangspunten voor een plan van aanpak. Op 22 januari 2009 was de derde bijeenkomst waar vanuit de opbrengsten van de eerste twee bijeenkomsten besluiten genomen zijn over het plan van aanpak “Preventie eenzaamheid ouderen in Cuijk 2009/2010”. Er werd gekozen voor een pilotproject. Criteria voor keuze van het pilotgebied zijn 22 januari vastgesteld. (In het kerngroepoverleg van 15 april werd definitief gekozen voor Cuijk Centrum als pilotgebied.) 1.3.3. Perspectief Perspectief is een gezamenlijk plan van aanpak 2009/2010. De tijdsinvestering die in 2008 door de organisaties en instellingen gepleegd is in het balanstraject moet resulteren in een verbetering van bestaande werkwijzen. In de tweede helft van 2010 zal geëvalueerd worden en zal eventueel een advies geformuleerd worden ten aanzien van een eventueel vervolg daarna. Het plan van aanpak is besproken en goedgekeurd door de samenwerkende organisaties en instellingen in januari 2009 en is in april/mei 2009 ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeente.
6
2. Eenzaamheidsproblematiek 2.1. Begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een subjectieve beleving. Het is het verlangen naar contacten, maar dit verlangen niet adequaat kunnen invullen. Het gaat dan vaak niet alleen om het hebben van (te) weinig contacten (de kwantiteit), maar ook om het ervaren dat de kwaliteit van de contacten niet bevredigend is (gemis IN en AAN contacten). Tot slot is bij eenzaam voelen van belang dat iemand zich niet in staat voelt hier op korte termijn iets aan te doen. Eenzaamheid komt voor bij alle leeftijdsgroepen. Maar ouderen vormen een speciale doelgroep omdat zij kwetsbaarder zijn, vanwege afnemende gezondheid en het wegvallen van sociale contacten. Eenzaamheidsproblematiek bij ouderen is groot. Eenzaamheid tast het welzijn aan en kan ook een gezondheidsrisico zijn. 2.2. Vormen van eenzaamheid Eenzaamheid wordt vaak onderverdeeld in twee soorten: sociale eenzaamheid en de emotionele eenzaamheid. Bij sociale eenzaamheid wordt vooral een ondersteunend netwerk gemist, met als gevolg gevoelens van verveling en doelloosheid. Er is een tekort aan sociale integratie of het ontbreken van contacten met mensen waarmee men bepaalde gemeenschappelijke kenmerken deelt, zoals vrienden. Emotionele eenzaamheid is het gevolg van het missen van een hechte, intieme band met een ander persoon zoals een levenspartner. Dit leidt tot gevoelens van verlatenheid en intens verdriet. Sociale eenzaamheid kan tegelijkertijd voorkomen met emotionele eenzaamheid, maar ook los daarvan en omgekeerd. Het is duidelijk dat sociale eenzaamheid om een andere aanpak vraagt dan emotionele eenzaamheid. 2.3. Oorzaken Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor het ontstaan van eenzaamheid, vaak zijn er ook meer oorzaken tegelijkertijd aan de orde. Deze oorzaken kunnen in de persoon liggen, in de sociale omgeving en/of de fysieke omgeving. Oorzaken van ontstaan van eenzaamheid bij ouderen kunnen gezondheidsproblemen zijn zoals slechthorendheid, slechtziendheid, verminderde mobiliteit of invaliditeit. Ook veranderingen in de sociale omgeving bijvoorbeeld door overlijden van partner en/of vrienden, problemen met zingeving na pensionering, gebrek aan sociale vaardigheden, en/of een negatief zelfbeeld zijn mogelijke oorzaken. Tenslotte kunnen ook zaken als een ontoereikend inkomen, aan huis gebonden zijn door zieke partner, gebrek aan vervoersmogelijkheden, geringe beschikbaarheid /toegankelijkheid van recreatieve voorzieningen tot eenzaamheidsproblemen leiden. Dergelijke factoren bemoeilijken het aangaan, onderhouden of verbeteren van sociale relaties. 2.4. Gevolgen De gevolgen van eenzaamheid kunnen ingrijpend zijn: - Verminderd zelfrespect,een pessimistisch toekomstperspectief, depressieve klachten en angststoornissen - Veel voorkomende lichamelijke klachten: hoofdpijn, maagpijn, ademhalingsproblemen, slaapproblemen en gebrek aan eetlust, gekoppeld aan overmatige alcoholconsumptie en een bovengemiddeld gebruik van medicijnen zoals slaap- en kalmeringsmiddelen (Fokkema & Van Tilburg, 2005). - Uit onderzoek blijkt bovendien dat minder eenzaamheid, meer emotionele steun en minder praktische steun samenhangt met een kleinere kans op sterfte onder ouderen (Tijhuis, 2002a). 2.5. Eenzaamheidspreventie is complex De variëteit in de mate, vorm en oorzaken van eenzaamheid en het gegeven dat het meestal een gevolg is van opeenvolgende gebeurtenissen in iemands levensloop maken dat de het voorkomen of bestrijden van eenzaamheid complex is. Soms is de oorzaak tijdelijk en gaat de eenzaamheid vanzelf over, soms onomkeerbaar. Soms ondernemen mensen zelf actie. Daarnaast blijkt het niet eenvoudig om personen van
7
hogere leeftijd sociaal te activeren. Bezig gaan met preventie en bestrijding van eenzaamheid kan zelfs, onbedoeld, eenzaamheid oproepen (bewustwording). Ook kunnen gevoelens van eenzaamheid in sommige situaties vanzelf overgaan. 2.6. Preventie Op verschillende manieren kan tegen preventie aangekeken worden: 2.6.1. Vanuit de preventiepiramide Vanuit de preventiepiramide kan op verschillende niveaus en in verschillende settings gewerkt worden aan de preventie van eenzaamheid: A. Universele preventie richt zich op alle ouderen en algemeen publiek. Het gaat dan om algemene voorlichting, agendasetting, draagvlak voor preventieve activiteiten en mentaliteitsverandering rondom eenzaamheid en mogelijk maken van sociale participatie; b. Selectieve preventie richt zich op groepen waar het risico op eenzaamheidsproblematiek is verhoogd (bijvoorbeeld alleenstaanden en ouderen die beperkt zijn door hun lichamelijke gezondheid); C. Bij geïndiceerde preventie worden individuen met een verhoogd risico op eenzaamheidsproblematiek persoonlijk benaderd (voorbeelden: vriendschapsbezoeken, huisbezoeken, buddyprojecten); d. Tot slot richt hulpverlening en zorggerichte preventie zich op toeleiding naar de zorg en passende (curatieve) interventies (therapie, cursussen). 2.6.2. Vanuit oplossingsrichtingen bij een eenzame oudere Focus wat betreft oplossingsrichtingen als het gaat om verminderen van eenzaamheidsproblematiek bij een eenzame oudere, kan naar inhoud gericht zijn op: netwerkontwikkeling standaardverlaging bijstellingen van verwachtingen/berusten. 2.6.3. Naar typen interventies in de praktijk Interventies ter preventie van eenzaamheid bij ouderen worden vaak ingedeeld naar 6 typen: 1. Algemene voorlichting en mentaliteitsverandering 2. Deskundigheidsbevordering 3. Sociaal culturele activering en ontmoeting 4. Persoonlijke activering 5. Cursussen en gespreksgroepen 6. Interventies niet gericht op de einddoelgroep maar bijvoorbeeld op intermediairen of omgeving Ad 1. Gericht op beeldvorming ivm ouderen en eenzaamheidsproblematiek Ad 2. Om beroepskrachten en vrijwilligers beter te leren signaleren en adequaat te reageren Ad 3. direct gericht op de eenzame ouderen met vaak het accent op gezelligheid en activiteit als randvoorwaarden voor contact (een aanpak ‘via een omweg’) Ad 4 direct gericht op de eenzame oudere en gericht op bewustmaking van een eenzaamheidsbevorderende houding of gedrag en begeleiding naar een nieuwe situatie (voorbeelden: vriendendienst, activerend huisbezoek, telefonische hulpdienst, 50+ website) Ad 5. gericht op blijvende gedragsverandering en meestal op een aspect gericht (zoals sociale vaardigheden of rouwverwerking) Ad 6. voorbeelden zijn mantelzorgondersteuning, aanpak van vervoersproblemen van (eenzame) ouderen
8
3. Huidige situatie in Cuijk In dit hoofdstuk zijn belangrijke bevindingen opgenomen uit de verschillende groepsgesprekken in het balanstraject in 2008. 3.1. Eenzaamheid in de gemeente Cuijk In de gemeente Cuijk is 48% van de 65-plussers eenzaam. Dat is vergelijkbaar de regio Hart voor Brabant (48%). Van de 48% eenzamen is 39% matig eenzaam, 7% ernstig eenzaam en 2% zeer ernstig eenzaam. Uitgaande van bijna 3.600 65-plussers in de gemeente Cuijk, betekent het dat er circa 320 ouderen ernstig tot zeer ernstig eenzaam zijn in de gemeente. Van de eenzame 65-plussers in Cuijk is 47% zowel sociaal als emotioneel eenzaam, 41% is alleen sociaal eenzaam en 11% is alleen emotioneel eenzaam (ouderenenquête GGD Hart voor Brabant, 2004). Uit de ouderenenquête komt verder naar voren dat de meeste eenzamen voorkomen in de categorieën alleenstaanden, 75-plussers en mensen met een beperking. Uit de verdieping van de monitorcijfers komt de volgende aanvullende informatie naar voren: Ook volwassenen (19-64-jarigen zijn nogal eens eenzaam: 35% eenzaam; 6 % (zeer) ernstig eenzaam). Onder ouderen die alleen wonen en ouderen die beperkt worden door hun lichamelijke gezondheid komt eenzaamheid het meest voor. Relatief meer eenzame ouderen dan niet-eenzame ouderen in Cuijk hebben behoefte aan welzijnsvoorzieningen, met name aan recreatieve/culturele activiteiten, en hebben vaker behoefte aan hulp bij (uitbreiden van) sociale contacten. Eenzame ouderen weten vaker niet waar ze een voorziening moeten aan vragen, kennen vaker een voorziening niet, vinden ze vaker te duur . Bekendheid met voorzieningen is bij hen slechter dan bij niet-eenzame ouderen. Eenzame ouderen in Cuijk hebben vaker problemen met vervoer (21%), dan niet-eenzame ouderen (10%). Eenzame ouderen voelen zich vaker onveilig en hebben daardoor vaker hun uitgaanspatroon gewijzigd om te voorkomen dat ze slachtoffer worden van een misdrijf. De betrokken organisaties en instellingen vinden eenzaamheid bij ouderen een groot probleem 3.2. Naar aanleiding van de verzamelde informatie in de quick scan Schriftelijk vastgelegd beleid over preventie van eenzaamheid bij ouderen? In sommige organisaties is preventie eenzaamheid expliciet vastgelegd in beleid; in enkele organisaties/instellingen niet. Mogelijk aandachtspunt in een plan van aanpak kan zijn: daar waar eenzaamheid geen expliciet onderwerp van schriftelijk vastgelegd beleid is, inspanningen leveren om preventie eenzaamheid meer herkenbaar en hoger op de instellings-/organisatieagenda te krijgen. Aanbod dat direct of indirect erop gericht is eenzaamheid te voorkomen en/of bestrijden? Er is nogal wat aanbod in Cuijk dat indirect, soms direct, erop gericht is eenzaamheid te voorkomen en/of bestrijden. De 3 sterkste punten in preventie eenzaamheid ouderen in Cuijk? Het thema krijgt redelijk vaak aandacht in veel organisaties en instellingen Er is behoorlijk wat aanbod dat direct of indirect gericht is op of effect heeft bij preventie en bestrijding van eenzaamheid. De drie belangrijkste beperkingen in bestaande preventie-activiteiten van eenzaamheid bij ouderen in Cuijk? Er worden verschillende zaken genoemd: vanuit de complexiteit van het probleem eenzaamheid:
9
-
-
-oplossing vraagt nogal eens diepgaande menselijke contacten;gespreksvoering met een mogelijk eenzame ouderen vraagt professionele vaardigheden en tijd; -de vraag is wie de diagnose mag en kan stellen -erkenning van een probleem/een plaats geven is noodzakelijk -bewust en systematisch signaleren staat nog in de kinderschoenen ouderen zelf: - drempels om gebruik te maken van aanbod - onvoldoende bekendheid met mogelijk aanbod in Cuijk individueel en groepsgericht aanbod: -aanbod soms versnipperd, -samenhang in een netwerk in een behapbare geografische schaal ontbreekt - bij sommige organisaties/instellingen/beroepsgroepen is aanbod onvoldoende bekend omgeving: - samenhang van beïnvloedende factoren in de (fysieke en sociale) met aanbod ontbreekt
Welke verwachtingen heeft men van plan van aanpak? Genoemd worden hier: aanbod is voldoende bekend bij betrokken organisaties/instellingen/beroepsgroepen/vrijwilligers/beroepskrachten (voor zover zij ervan op de hoogte moeten zijn vanuit taken en bezigheden) een goed werkend systeem van signaleren/verwijzen Rol en financiering? hoofdboodschap; maximaal streven met creativiteit het bestaande beter te laten werken; in het algemeen vanuit reguliere middelen. 3.3. Samenwerking, afstemming beleid Er is in Cuijk geen samenwerkingsoverleg waarin het thema eenzaamheid bij ouderen systematisch samen met alle betrokken partijen aan de orde komt. 3.4. Aandachtsgroepen/risicogroepen De organisaties/instellingen zijn zich er van bewust dat eenzaamheid niet alleen speelt bij ouderen. Eenzaamheid is een probleem dat speelt onder allerlei leeftijdsgroepen en doelgroepen. Voor dit plan van aanpak geven gemeente en samenwerkingspartners om te beginnen prioriteit aan de aanpak van eenzaamheid bij ouderen. Men wil zich in eerste instantie richten op mogelijk eenzame ouderen die in ieder geval contact hebben met een of meer van de beroepskrachten of vrijwilligers van de organisaties en instellingen die deelnemen in het balanstraject.
10
4. Uitgangspunten plan van aanpak De volgende uitgangspunten zijn gekozen voor het plan van aanpak “Preventie eenzaamheid ouderen in Cuijk 2009/2010” Over het aanbod: 1. Er vinden in 2008 Cuijk veel activiteiten plaats die direct of indirect erop gericht zijn eenzaamheid bij ouderen te voorkomen en/of te bestrijden en dat is een goede zaak. In het algemeen zijn vrijwilligers en beroepskrachten die mogelijk eenzame ouderen tegenkomen in reguliere werkzaamheden/bezigheden hier voldoende van op de hoogte. Behoefte aan informatie en agendasetting verschillen per setting. Er liggen verbeterkansen in de afstemming en samenwerking in Cuijk. Over het probleem eenzaamheid: 2.
Eenzaamheid is een als onplezierig en ontoelaatbaar ervaren discrepantie tussen de gerealiseerde en de gewenste situatie wat betreft relaties, een gemis in en/of aan contacten, waar iemand zich niet toe in staat voelt zelf op korte termijn iets aan te doen.
3.
De gevolgen van eenzaamheid kunnen ingrijpend zijn. In Cuijk streven we ernaar de gevolgen te beperken en/of te voorkomen.
4.
Eenzaamheid is een complex probleem vanwege: - Verschillen in mate, vorm, oorzaken, - Soms is de oorzaak tijdelijk, soms onomkeerbaar - Soms gaat eenzaamheid vanzelf over - Soms ondernemen mensen zelf actie - Soms langere periode nodig voor oplossing - Negatieve bij-effecten zijn mogelijk door confrontatie met het probleem - Ouderen sociaal activeren is moeilijk - Diepgaand in gesprek gaan met een oudere over niet-pluis/mogelijk eenzaam zijn, probleemanalyse, oplossingsmogelijkheden en –wensen, ondersteuning bij persoonlijk plan van aanpak, vergt goede gespreksvoeringsvaardigheden en tijd
Over de duur dat we gezamenlijk met het probleem preventie eenzaamheid ouderen bezig willen gaan: 5.
We willen als gemeente en organisaties en instellingen met beroepskrachten en vrijwilligers (en burgers) in de gemeente Cuijk gedurende meerdere jaren daarom expliciet met het probleem eenzaamheid aan de slag gaan, samen.
Over accenten in 2009 – 2010: 6.
We willen om te beginnen voor 2009 - 2010 accenten leggen bij de volgende zaken: dat we in Cuijk, vaker en beter eenzaamheid bij ouderen expliciet signaleren, en adequater verwijzen dat we, waar nodig, meer van elkaars aanbod weten en elkaar gemakkelijk weten te vinden dat we adequater verwijzen dat we onze samenwerking in een project lokaal niet te breed insteken, maar kleinschalig beginnen, in een wijk of kern, in een voorbeeldaanpak die daarna op grotere schaal geïmplementeerd kan worden 1
1
Mogelijke criteria om tot een keuze te komen van kern/wijk zijn onder meer: slagingskans van activiteiten (zie ook d,e,g) ,veel ouderen aanwezig,allochtone ouderen aanwezig,,ervaring met buurtgericht werken, effectief werkend netwerk aanwezig, bouwprojecten op stapel/in voorbereiding om de fysieke omgevingskant ook mee te kunnen nemen, ontwikkelingskansen.
11
-
dat we voor het probleem en de oplossingen een integrale aanpak kiezen passend binnen de mogelijkheden van reguliere werkzaamheden en budgetten dat we samen van daaruit zoeken naar lacunes in het aanbod van Cuijk, en dat we uiteindelijk meer ouderen adequaat helpen een eenzaamheidprobleem te voorkomen, te verminderen of op te lossen.
Over lokale agendasetting als een randvoorwaarde: 7.
Ook burgers (algemeen publiek) willen we betrekken en deelgenoot maken van het probleem eenzaamheid bij ouderen en hoe we daar in Cuijk met elkaar mee willen omgaan.
8.
We denken dat het goed is ervoor te zorgen dat het onderwerp eenzaamheid structureel onderwerp op de agenda is en blijft bij de organisaties en instellingen en beroepsgroepen die direct of indirect mogelijk eenzame ouderen tegenkomen in hun dagelijks werk.
Over signaleren en adequaat omgaan met een signaal: 9.
Het lijkt daarom ook goed als zowel vrijwilligers als beroepskrachten/professionals van de samenwerkende organisaties en instellingen in Cuijk een visie op het omgaan met het probleem verder gaan ontwikkelen en delen, en met voldoende kennis en kunde toegerust zijn om eenzame ouderen te signaleren, en (nog) meer bereid zijn te signaleren. Maar altijd, passend bij ieders rollen, taken en mogelijkheden (bij beroepskrachten/professionals), en mogelijkheden en bereidheid tot inzet (bij vrijwilligers).
10. Daar hoort bij dat in de pilot in elke organisatie en instelling volstrekt duidelijk moet zijn: wie eventueel signaleerders kunnen zijn en wat zij nodig hebben om te kunnen signaleren bij wie in de eigen organisatie/instelling een eerste vermoeden/signaal gemeld kan worden dat het vandaar uit adequaat afgehandeld wordt en dat de inbrenger van het vermoeden/signaal erop kan vertrouwen dat er teruggekoppeld wordt dat het signaal is opgepakt.
12
5.Aandachtspunten en pilotproject 2009/2010 5.1. Aandachtspunten en afspraken Tijdens de bijeenkomsten zijn de volgende aandachtspunten naar voren gekomen die tot afspraken hebben geleid of gaan leiden: -
Er vinden welzijnsbezoeken plaats bij elke 75+ inwoner van de gemeente. Oudere ouderen (die alleenstaand zijn en/of beperkingen hebben) zijn risicogroepen voor eenzaamheid. Daar ligt een kans om mogelijk eenzame ouderen te vinden. Afgesproken wordt dat de evaluatie van de welzijnsbezoeken in 2009 (per dorp), besproken worden met de deelnemers aan het balanstraject. Initiatiefnemer in 2009 om de evaluatie in bespreking te brengen en bewaker van deze afspraak: SWOC/Radius
-
SWOC en Maatschappelijk Werk maken afspraken over structurele consultatie bij elkaar opdat signalen voor eenzaamheid, bijvoorbeeld naar aanleiding van de welzijnsbezoeken, effectiever en efficiënter opgepakt kunnen worden; GGZ sluit daar mogelijk op aan (nader uit te werken wanneer en hoe). Initiatiefnemer en bewaker van deze afspraak in 2009: SWOC/Radius
-
Gehandicapten zoeken contacten en ontmoetingsmogelijkheden: SWOC en Dichterbij gaan afspraken maken over mogelijkheden in Cuijk en werkwijzen/randvoorwaarden om dit voor deze specifieke groep in Cuijk beter mogelijk te maken. Initiatiefnemer en bewaker van deze afspraak in 2009: Dichterbij
-
“Revitaliseren van wijken” betreft ook “wijken meer geschikt maken/geschikt houden voor ouderen om zelfstandig te blijven wonen en dus ook wijken inrichten/ingericht houden met voldoende en voor ouderen voldoende toegankelijke ontmoetingsmogelijkheden en voorzieningen. Wijken moeten (blijven) uitnodigen sociale contacten te hebben.” Structurele check hierop vanuit oogpunt voorkomen en bestrijden van eenzaamheid is een aandachtspunt. Houder van dit aandachtspunt in 2009: gemeente
5.2. Samenwerken en afstemmen in 2009 - 2010 Terugkoppeling van resultaten van samenwerkingafspraken, monitoring van voornemens en samenwerking, vindt in 2009 en 2010 plaats vanuit een kerngroep “Preventie eenzaamheid ouderen, pilotptoject Cuijk 2009 – 2010” (zie ook hierna bij 5.3.).
13
5.3. Pilotproject 2009 - 2010 rondom omgaan met eenzaamheidsproblematiek in Cuijk Centrum in de gemeente Cuijk 1. Titel “Heb je even voor mij?!”
2. Aanleiding Naar aanleiding van het balanstraject ‘Preventie eenzaamheid ouderen in de gemeente Cuijk, 2008, wil men in de gemeente een pilotproject uitvoeren in Cuijk Centrum, in 2009 en 2010. De pilot is gericht op ervaring opdoen met een aanpak in verband met het voorkomen en oplossen van eenzaamheidsproblematiek bij ouderen en daarvan leren met het oog op projecten of activiteiten in andere wijken of kernen van de gemeente Cuijk, na 2010. De aanpak is gericht op agendasetting en verbetering van afstemming en samenwerking bij het signaleren van en omgaan met eenzaamheidsproblematiek. Waar mogelijk is een integrale benadering herkenbaar. 3. Doel Doel van het deelproject is een aanpak van eenzaamheid bij ouderen in de gemeente Cuijk in een wijk/kern waarmee de eenzaamheidsproblematiek kan verminderen en die goede perspectieven biedt voor structurele inbedding binnen (lokaal) gezondheidsbeleid en binnen reguliere taken van gemeente en van de samenwerkende en afstemmende instellingen en organisaties in Cuijk. Ook wordt daarbij gekozen voor een integrale benadering waarbij diverse settings aandacht krijgen waaronder ook de sociale omgeving en de fysieke/gebouwde omgeving. De aanpak moet een voorbeeld zijn voor andere wijken/kernen van de gemeente. 4. Doelgroep Doelgroepen zijn de ouderen vanaf 55 jaar, die woonachtig zijn in Cuijk Centrum. Ook de instellingen en organisaties die taken hebben op het gebied van ouderen in de Cuijk Centrum en waar medewerkers/vrijwilligers betrokken zijn die in contact komen met ouderen en een probleem niet-pluis/mogelijk eenzaam kunnen signaleren, en/of passend (preventief) aanbod kunnen bieden, zijn doelgroep. Deze medewerkers/vrijwilligers zijn ook doelgroep. Verder is het algemeen publiek in de wijk doelgroep en de sociale omgeving van ouderen heeft aandacht. Ook beleidsmakers en andere sleutelpersonen ivm de infrastructuur en de fysieke (gebouwde) omgeving zijn doelgroepen. Kortom, het systeem van de ouderen en hun omgeving zijn ‘doelgroep’. 5.Randvoorwaarden Er moet een projectplan voor de wijkaanpak komen, waarin een integrale aanpak herkenbaar is. Er moet een projectstructuur ingericht worden waarbinnen de samenwerkende organisaties en instellingen, groepen, elkaar in 2009 – 2010 kunnen ontmoeten. De projectstructuur bestaat tenminste uit een kerngroep en een of meer ad hoc werkgroepjes om onderdelen uit te werken. De organisaties en instellingen die deelnamen aan het balanstraject preventie eenzaamheid ouderen Cuijk worden structureel over de pilot geïnformeerd, middels het WWZ-kernteam. Randvoorwaarden ivm signaleringsaanpak: er moet sprake zijn van actief en bewust signaleren van eenzaamheidsproblematiek; er is bij betrokkenen kennis van de belangrijkste signalen van eenzaamheid en van relevant aanbod van (lokale) instellingen en organisaties;
14
-
-
er is duidelijkheid over en draagvlak voor de taken in verband met signaleren van eenzaamheid binnen organisaties en instellingen (wie signaleren?); er is duidelijkheid over de route van signalen binnen en buiten de organisatie en naar aanbod (wat gebeurt er met een signaal?); er zijn afspraken over terugkoppeling; er is duidelijkheid bij betrokkenen over lokaal en/of regionaal relevant aanbod.
De aanpak past binnen reguliere werkzaamheden. Er is bereidheid voor enige inzet van reguliere tijd bij de voorbereiding en uitvoering en evaluatie (2010) van verbetering activiteiten rondom signalering van eenzaamheid en omgaan met signalen.
6. Projectstructuur pilotproject 6.1.Kerngroep Kerngroeptaken zijn: het ontwikkelen (projectplan), (doen) uitvoeren en evalueren van het pilotproject bewaken en begeleiden van de voortgang en eventuele bijstelling van projectplan; het communiceren naar de eigen organisatie/instelling en naar de gemeente en het zorg dragen voor commitment; het zorg dragen voor structurele communicatie over het pilotproject (communicatieplan) naar de deelnemers aan het balanstraject preventie eenzaamheid ouderen en inzichtelijk maken van verloop en voortgang, de opbrengsten het vertalen van de bevindingen uit de projecten naar instellingsbeleid en/of gemeentelijk beleid en de besluitvorming daarin stimuleren (voor zover relevant); ook de overige aandachtspunten en afspraken bij paragraaf 5.1. worden bewaakt. De volgende organisaties maken deel uit van de kerngroep: Gemeente Cuijk, Radius, Regionaal Maatschappelijk Centrum Land van Cuijk, Zorgcentra en Thuiszorg Pantein. In activiteiten, of bij werkgroepjes die onderdelen uitwerken, kunnen andere organisaties of instellingen erbij betrokken worden. De GGD kan, gevraagd door de gemeente, ondersteuning bieden. Elke instellling draagt bij overeenkomstig afspraken in het werkplan. Voorzitter van de kerngroep is: nog af te spreken De kerngroep komt in 2009 en in 2010 4-5 maal per jaar bij elkaar. 6.2. Werkgroepen Werkgroeptaken zijn: het (doen) uitvoeren van onderdelen/activiteiten uit het projectplan; het bewaken van de voortgang van een of meer projectonderdelen; het zorg dragen voor (tussentijdse) voortgangsrapportage en evaluatie; het zorg dragen voor communicatie naar de kerngroep. Verdere concretisering als opdrachten voor eventuele (tijdelijke) werkgroepen duidelijk zijn (projectplan). 6.3. WWZ-kernteam Tijdens het pilotproject worden de organisaties en instellingen die deelnamen aan het balanstraject Preventie eenzaamheid ouderen Cuijk structureel geïnformeerd wordt over opzet, verloop en opbrengsten van het pilotproject, via het WWZ-kernteam. De taken van het WWZ-kernteam rondom de pilot zijn: reflecteren op de opzet, voortgang en opbrengsten van het pilotproject; het communiceren daarover naar de eigen organisatie/instelling en het zorg dragen voor commitment (waar noodzakelijk of gewenst);
15
-
het vertalen van de bevindingen uit de projecten naar instellingsbeleid of gemeentelijk beleid en de besluitvorming daarin stimuleren (voor zover relevant).
De gemeente is voorzitter van het WWZ-kernteam. Het pilotproject “Heb je even voor mij?! is een van de kernthema’s van het team en wordt structureel agendapunt. In het kernteam spreekt men af hoe gecommuniceerd wordt naar relevante organisaties en instellingen die niet structureel onderdeel uitmaken van het WWZ-kernteam.
7. Werkwijze/ interventie De volgende elementen zijn onderdeel van de aanpak: 1. Agendasetting Zodra het pilotgebied vastgesteld is wordt voor het projectplan geconcretiseerd welke specifieke groepen (ouderen) doelgroepen zijn voor het pilotproject 2009/2010. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in doelgroepen vanuit verschillende niveaus van preventie: A. Universele preventie richt zich op alle ouderen en algemeen publiek in het pilotgebied. Het gaat dan om algemene voorlichting, agendasetting, draagvlak voor preventieve activiteiten en mentaliteitsverandering rondom eenzaamheid en mogelijk maken van sociale participatie; b. Selectieve preventie richt zich op groepen waar het risico op eenzaamheidsproblematiek is verhoogd (bijvoorbeeld alleenstaanden en ouderen die beperkt zijn door hun lichamelijke gezondheid); C. Bij geïndiceerde preventie worden individuen met een verhoogd risico op eenzaamheidsproblematiek persoonlijk benaderd (voorbeelden: vriendschapsbezoeken, huisbezoeken, buddyprojecten); d. Tot slot richt hulpverlening en zorggerichte preventie zich op toeleiding naar de zorg en passende (curatieve) interventies (therapie, cursussen). 2. Werken aan verbeteren afstemming en samenwerking bij signaleren van eenzaamheid Elke in de pilot deelnemende organisatie of instelling spreekt zich in 2009 uit over: - of, en zo ja, welke agendasettingsactiviteiten rondom het onderwerp eenzaamheid bij ouderen men in 2009/2010 wil ontplooien in de eigen organisatie. - wie men ziet als signaleerders niet-pluis-mogelijk eenzaam (beroepskrachten en vrijwilligers) - wie vraagbaak is voor deze signaleerders binnen de eigen organisatie/instelling - wat men wil organiseren in 2009 voor deze signaleerders (en eventueel de vraagbaak) om te zorgen dat signaleerders vertrouwen hebben eenzaamheid te kunnen signaleren en daartoe bereid zijn en weten waar zij een signaal kunnen neerleggen - wat men daarvoor nodig heeft, en van wie - wie intern verantwoordelijk is dat interne afspraken en afspraken met andere organisaties hierover gemaakt worden en uitgevoerd in 2009. Gezamenlijk worden de agendasettings-afspraken gemaakt richting algemeen publiek. 3. Kansen voor integrale aanpak herkennen en benutten Vanuit de kerngroep wordt als onderdeel van het projectplan een SWOT-analyse uitgevoerd. Deze analyse is gericht op het verkennen van de sterke (strong points) en zwakke punten (weak points) van afstemmende en samenwerkende organisaties en instellingen in de pilot en van de kansen (opportunities) en bedreigingen (threads) in de omgeving van de pilot voor een integrale aanpak van eenzaamheidsproblematiek. Van de SWOT-analyse wordt een verslag gemaakt. 4. Het aanbieden van een eenvoudige digitale sociale kaart ivm preventie en bestrijding eenzaamheid eind 2009 aan alle samenwerkende organisaties en instellingen in de pilot De beschikbare aanbodinformatie over organisaties en instellingen wordt samengevoegd in een sociale kaart:
16
-
om informatie over aanbod van andere organisaties en instellingen op te kunnen zoeken om de informatie in een overzicht bijeen gebracht te zien om elkaar om nadere informatie over inhoud van een activiteit te kunnen bevragen om elkaar te kunnen inspireren om lacunes en/of overlap te kunnen constateren om elkaar mede daardoor makkelijker te kunnen vinden om indien nodig, adequaat mbv deze informatie te kunnen verwijzen.
Daarom zal eind 2009 de informatie digitaal beschikbaar komen voor iedereen en dan in ieder geval de volgende items bevatten: naam en een typering van de activiteit of het aanbod, aanbieder, voor wie het specifiek bedoeld is, hoe het werkt, waar de activiteit/aanbod plaats vindt (bereikbaarheidsinformatie), en eventuele kosten van deelname. 8. Eindresultaten Eindperspectief is dat 31 december 2010 in de gemeente Cuijk in Cuijk Centrum het volgende bereikt is: er hebben agendasettingsactiviteiten plaats gevonden om het probleem eenzaamheid bij algemeen publiek en bij (groepen) ouderen, en bij groepen relevante vrijwilligers en beroepskrachten onder de aandacht te brengen. een aantal beroepskrachten van instellingen en organisaties en vrijwilligers die met mogelijk eenzame ouderen in contact komen in de pilot, zijn geschoold, zijn bereid te signaleren, en signaleren meer bewust en ter zake kundig; in de randvoorwaarden voor een goed signaleringsproces is zoveel mogelijk voorzien (inclusief verdergeleiding waar nodig) binnen elke organisatie/instelling die taken constateert op het gebied van signaleren van eenzaamheid; er is ervaring opgedaan met (meer) integrale aanpak van eenzaamheid; succesfactoren en faalfactoren zijn benoemd en beschreven; succes- en faalfactoren rondom afstemming en samenwerking van de betrokken instellingen en organisaties zijn benoemd en beschreven; er is een evaluatieverslag en een implementatievoorstel. 9. Implementatie De samenwerkende instellingen in de pilot stellen vast hoe men na afloop van 2010 met elkaar verder wil afstemmen en samenwerken opdat de verworvenheden van het project vastgehouden kunnen worden in het pilotgebied (met oog op nieuwe medewerkers, nieuwe vrijwilligers, andere ontwikkelingen). Ook is afgesproken waar de taken en verantwoordelijkheden in dat verband waar nodig structureel ondergebracht zullen worden. De aanpak is zodanig beschreven dat deze overdraagbaar is naar andere wijken en kernen in Cuijk. Er ligt een implementatievoorstel voor de gemeente. Er is een communicatieplan rondom de implementatie van de resultaten en de aanpak. 10. Taakverdeling Kerngroep, platform en eventuele werkgroepjes (zie bij paragraaf 6) Agendasetting en deskundigheidsbevordering van signaleerders in de instellingen en organisaties Elke organisatie en instelling die deelneemt in de pilot is zelf verantwoordelijk hoe de deskundigheidsbevordering (en agendasetting, waar nodig) intern georganiseerd wordt in 2009/2010. In de kerngroep worden eventuele ondersteuningsvragen aan andere organisaties of instellingen gesteld en afgehandeld.
17
Hulpmiddelen Zoveel mogelijk wordt teruggegrepen op hulpmiddelen die elders in vergelijkbare projecten gebruikt zijn. Elke organisatie en instelling is zelf verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de hulpmiddelen zoals (integratie van) eenzaamheidsafspraken/-protocollen in de eigen instelling/organisatie. 11. Tijdsplanning (voorlopig) De globale tijdsplanning ziet er als volgt uitzien: Voorbereiding pilotprojectplan en inrichting kerngroep Check op realisering van randvoorwaarden projectplan binnen de instellingen/organisaties Projectplan pilot, communicatieplan, evaluatieopzet Digitale sociale kaart beschikbaar ? Evaluatie (initiatief gemeente) Formulering voorstel met oog op verdere structurele verankering van werkwijze in bestaande werkwijzen van organisaties/instellingen, evaluatieverslag en implementatieplan ivm andere wijken/kernen
Januari t/m mei 2009 Januari t/m augustus 2009 September /oktober 2009 Medio 2009 Najaar 2010 December 2010
12. Tijdsbesteding/Kosten De deelnemende lokale organisaties zullen vanuit reguliere werkzaamheden participeren in de voorbereiding en uitvoering van de voorgenomen activiteiten en deze waar mogelijk inpassen in bestaande overlegsituaties.
18
Bijlage
Quick Scan ivm plan van aanpak eenzaamheid ouderen Cuijk 1. Wat is het taakgebied van uw organisatie? (of: wat zijn de kerntaken van uw organisatie) Het Steunpunt Mantelzorg biedt ondersteuning bevordert herkenning en maatschappelijke erkenning van de mantelzorger om zo de draagkracht van de mantelzorger te vergroten en overbelasting te voorkomen. Functies: - Informatieverstrekking en advies - Emotionele ondersteuning - Praktische ondersteuning - Coördinatie en aansporing tot innovatie met betrekking tot personen en organisaties in de omgeving van het Steunpunt Mantelzorg. - Herkenning en erkenning van mantelzorgers - Belangenbehartiging Pantein Verpleging en Verzorging: het bieden van ondersteuning en zorg voor met name de ouder wordende mens die daar behoefte aan heeft. Dat kan dus zijn in de vorm van verpleging maar ook in de vorm van dagbesteding, huisbezoeken enz. (onze missie en visie zal ik in gesprek meebrengen) GGZ Land van Cuijk: Behandeling, preventie (informatievoorziening/voorlichting, risicogroepen opsporen, vroege klachten terugdringen, terugvalpreventie), dienstverlening, bemoeizorg, crisisdienst bij/rond ernstige psychische of psychiatrische klachten. Radius/Stichting Welzijn Ouderen Cuijk: De SWOC organiseert activiteiten en levert diensten t.b.v. het welzijn van ouderen in de gemeente Cuijk, met als achterliggende doelstelling om ouderen in de gemeente Cuijk te helpen zo lang mogelijk zelfstandig te functioneren en volwaardig te participeren. De kerntaken zijn als volgt geformuleerd: - Participatie en sociale contacten: stimuleren van maatschappelijke activering en ontmoeting. - Praktische ondersteuning: Coördinatie van persoonsgerichte begeleiding door vrijwilligers d.m.v. diensten als telefooncirkel, bezoekdienst, aanwezigheidshulp en maaltijdbezorging. - Regieversterking: Coördinatie van diensten als activerend huisbezoek, ouderenadvisering en voorlichting versterken de competentie om de regie over het eigen leven te kunnen blijven voeren. RMC “Land van Cuijk”: Individuele begeleiding, groepswerk, schoolmaatschappelijk werk, jeugdpreventie, bemoeizorg, schuldhulpverlening, informatie/advies, consultatie, spreekuren
19
2. Heeft uw organisatie een schriftelijk vastgelegd beleid over preventie van eenzaamheid bij ouderen? Steunpunt mantelzorg: -nee Thuiszorg/Pantein: - nee, voor zover bekend Pantein Verpleging en Verzorging: In onze visie en missie is verwoord wat onze opvatting daarover is. Daarnaast zijn er projecten uitgewerkt waarin dat tot uiting komt. GGZ Land van Cuijk: We hebben beleid over preventie van depressie. Eenzaamheid speelt daarbij vaak een belangrijke rol. Depressiepreventie is een van de kernthema’s van onze GGZ. Radius/Stichting Welzijn Ouderen Cuijk: Ja, in het productenboek (2008-2011) en bijv. in het projectplan Welzijnsbezoeken. RMC “Land van Cuijk”: In Plannen van aanpak bij andere gemeenten in land van Cuijk ism netwerkorganisaties: - overzicht krijgen van lokale preventieve activiteiten - inzicht krijgen in evt. doublures en ‘open plekken ‘ - overzicht krijgen van relevante netwerken en overlegsituaties - afstemming en samenwerking van relevante netwerkorganisaties
3. Heeft uw organisatie een aanbod voor preventie van eenzaamheid bij ouderen? Zo ja, omschrijf dat aanbod in 1 zin Steunpunt Mantelzorg: - Individuele ondersteuning: vaak verwijzen we door naar organisaties die hierin iets kunnen betekenen Lotgenotencontact en/of respijtweekenden - De Dag van de Mantelzorg (verwendag met lotgenoten) Thuiszorg/Pantein: Binnen het zorgaanbod wordt hiermee rekening gehouden door middel van stimuleren, zorgmomenten, zorgaanbod. Pantein Verpleging en Verzorging: - wonen met zorggarantie - vroegsignalering en diagnostiek - preventief huisbezoek - advies voorlichting en ondersteuning - vrijwilligers beleid GGZ Land van Cuijk: deskundigheidsbevordering signalering eenzaamheid, verminderen en voorkomen van somberheidklachten (waaronder vaak eenzaamheid) via effectief bewezen aanbod (groep, individueel). 20
Radius/Stichting Welzijn Ouderen Cuijk: Naast structurele aandacht voor ontmoeting bij al onze activiteiten hebben we momenteel een nieuwe dienst Welzijnsbezoeken voor 75-jarigen, waarbij via een gesprek thuis de behoefte van de oudere en het aanbod van de SWOC wordt doorgesproken. RMC “Land van Cuijk”: Hulpverlening aan ouderen vindt plaats via individuele gesprekken, huisbezoeken en groepswerk (met thema’s als rouwverwerking, met zin ouder worden, rondkomen met inkomen); tevens hebben de andere afdelingen in Grave en Mill ism plaatselijke netwerkorganisaties een plan van aanpak opgesteld. (tijdens het balanstraject krijgt u de gelegenheid het aanbod uitgebreid in kaart te brengen) 4. Wat zijn volgens u de 3 sterkste punten in de huidige preventie van eenzaamheid ouderen in Cuijk? Steunpunt Mantelzorg: 1. Veel aandacht voor dit thema 2. Aanbod vanuit verschillende organisaties. 3.Organisaties zijn goed op de hoogte van elkaars aanbod Pantein Verpleging en Verzorging: 1. samenwerking tussen partijen op uitvoerend niveau (voor een aantal partijen) 2. Klein en divers aanbod 3. goed draaiend swoc GGZ Land van Cuijk: 1. dat er aandacht voor het thema is: initiatieven van SWOC genomen om beter te leren signaleren (bijv. eenzaamheid, depressie) en beter om te gaan met verlieservaringen 2. dat gemeenten LvC specifieke aandacht van de GGZ vragen voor depressiepreventie Radius/Stichting Welzijn Ouderen Cuijk: Ik heb dit bezien vanuit het werk van de SWOC. Van anderen kan ik dit niet genoeg overzien. 1. Persoonlijke ondersteuning 2. Integrale aanpak: koppeling tussen persoonlijke ondersteuning, activiteiten en diensten. 3. Inzet van ongeveer 330 vrijwilligers RMC “Land van Cuijk”: 1.signalering 2. samenwerking met ouderenorganisaties 3 vraaggericht
21
5. Wat zijn volgens u de 3 belangrijkste beperkingen in de huidige preventie van eenzaamheid ouderen in Cuijk? Steunpunt Mantelzorg: 1. Drempel bij de ouderen zelf om hulp te zoeken 2. Mensen weten niet waar ze terecht kunnen voor hulp. Pantein Verpleging en Verzorging: 1. samenwerking op operationeel niveau 2. versnipperd aanbod dat elkaar overlapt 3. te weinig aandacht voor samenhang in de wijk GGZ Land van Cuijk: 1. aandacht voor signaleren is nog minimaal 2. er is veel effectief bewezen aanbod rond depressiepreventie aanwezig; bereik zal moeten groeien Radius/Stichting Welzijn Ouderen Cuijk: 1. Er zullen niet voldoende vrijwilligers zijn voor structureel, regelmatig huisbezoeken af te leggen. Veel ouderen zouden dit wel graag willen. 2. Voor diepgaande gesprekken en ondersteuning zijn vrijwilligers niet gekwalificeerd en hebben professionals te weinig tijd. 3. Wie bepaalt wanneer een oudere eenzaam is en welke definitie wordt gehanteerd? 4. Hoe weet je de echte eenzamen te vinden. En wat heb je hen te bieden? Zij ontberen vaak diep menselijke contacten. Dat is met een aanbod van activiteiten niet op te lossen. RMC “Land van Cuijk”: - weinig bekendheid met de doelgroep - weinig bekendheid met aanbod van andere instellingen, wat effectief gebruik belemmert - begrip eenzaamheid: wanneer is iemand eenzaam? Wanneer is het voor de doelgroep een reden aan de bel te trekken.
6. De balansgesprekken zullen resulteren in een plan van aanpak. Welke verwachtingen heeft uw organisatie daarvan? Steunpunt mantelzorg: - In elk geval dat organisaties op de hoogte zijn van wat iedereen te bieden heeft op dit gebied. - Betere doorverwijzing. - Hoe kun je met zijn allen preventief werken, zodat het aantal eenzame ouderen terug gebracht kan worden. 22
Thuiszorg/Pantein: De aanpak dient kleinschalig te zijn, kort bij de eenzame oudere georganiseerd, herkenbaar. Pantein Verpleging en verzorging: Op operationeel niveau samenhang en complementair werken GGZ Land van Cuijk: Zo min mogelijk dingen dubbel doen; aan de slag met de goede dingen die we hebben. Verlies geen tijd aan teveel praten. We weten wat we moeten doen. Radius/Stichting Welzijn Ouderen Cuijk: Gezien de bezuinigingen bij organisaties als het GGZ en de grote caseload van o.a. WWZ coördinatoren ben ik bang dat er te weinig ingezet kan worden op persoonlijke ondersteuning door professionals. Er wordt veel beroep gedaan op vrijwilligers. Gezien de problematiek soms ten onrechte. Ik hoop en verwacht dat we binnen een plan van aanpak betere afspraken kunnen maken over de deskundigheidsbevordering door organisaties als de GGZ. Zodat de vrijwilligers die we hiervoor inzetten in ieder geval goed kunnen scholen. RMC “Land van Cuijk”: Doelgroep ouderen beter in kaart brengen en op de behoeftes van deze doelgroep aansluiten Uitwisselen van deskundigheid, goede afstemming van hulpverlening, goed overzicht, goede signalering en bekendheid met aanbod verspreiden onder de doelgroep
7. Welke rol is er mogelijk weggelegd voor uw organisatie bij uitvoering van (deel-)projecten die uit het plan van aanpak kunnen voortvloeien? Steunpunt Mantelzorg: Mede-uitvoerder vanuit reguliere uren, mits passend in eigen beleids- en werkplan: Thuiszorg/Pantein: Mede-uitvoerder alleen op basis van extra financiering Pantein verpleging en verzorging: *Mede-uitvoerder vanuit reguliere uren, mits passend in eigen beleids- en werkplan *Mede-uitvoerder alleen op basis van extra financiering *Rol als adviseur c.q. meedenker op de achtergrond (klankbord) GGZ Land van Cuijk: Consultatie Mede-uitvoerder alleen op basis van extra financiering, bijv. voor training signaleren Rol als adviseur c.q. meedenker op de achtergrond (klankbord) Effectief bewezen interventies die we hebben willen we graag breder inzetten maar daarvoor is financiering nodig Radius/Stichting welzijn ouderen Cuijk: Mede-uitvoerder vanuit reguliere uren, mits passend in eigen beleids- en werkplan Mede-uitvoerder (alleen) op basis van extra financiering 23
Anders, namelijk: Uitvoerder van het project Welzijnsbezoeken wat hopelijk een structurele dienst kan gaan worden. We zouden een klankbordgroep kunnen formeren met vertegenwoordigers van relevante instellingen om de bevindingen van deze Welzijnsbezoeken mee te bespreken en om taken/activiteiten mee af te stemmen. RMC “Land van Cuijk”: Mede-uitvoerder vanuit reguliere uren, mits passend in eigen beleids- en werkplan Adviseur, c.q. meedenker op de achtergrond (klankbord) 8. Wat is uw motivatie om met dit balanstraject mee te doen? Mantelzorgers komen vaak in een isolement terecht, omdat ze thuis intensief zorgen voor een naaste. Dit kan oorzaak zijn, waardoor mantelzorgers eenzaam voelen. Het Steunpunt wil deze groep ondersteunen. Pantein Verpleging en Verzorging: Maatschappelijke verantwoordelijkheid, zorg voor ouderen is onze belangrijkste taak; Zorg is breder dan verplegen; goede zorg bieden is professionele samenhang GGZ Land van Cuijk: Raakt aan ons speerpunt depressiepreventie Radius/Stichting Welzijn Ouderen Cuijk: Ouderen zijn onze doelgroep! Eenzame ouderen vormen een extra kwetsbare groep daarbinnen. We signaleren dat die groep groeit en we willen graag bespreken met andere instellingen hoe het aanbod verbeterd kan worden en daar afspraken over maken. RMC “Land van Cuijk”: Inspelen op de problematiek, outreachend werken; ouderen vormen belangrijke doelgroep Onderwerp actueel en onder de aandacht blijven brengen Doelgroep ouderen wordt steeds groter (vergrijzing)
9. Ruimte voor overige opmerkingen: Pantein Verpleging en Verzorging: In gesprek wil ik graag de stellingen toelichten omdat de ruimte te beperkt is. Vandaar dat de opmerkingen in dit stuk onvoldoende weergeven waarvoor wij staan, wat wij doen, wat wij kunnen doen en willen bereiken. Verder wil ik dit graag zo kort mogelijk houden omdat als ik alles uit zou werken en complete notitie ga schrijven waarvan ik niet weet of ik dan aan de verwachting voldoe en dus lijkt me dat niet handig. Radius/Stichting welzijn ouderen Cuijk: Ik zou binnen het balanstraject niet te veel tijd willen steken in organisatorische rompslomp en overleggen, maar zo snel mogelijk willen komen tot goede afspraken en concrete actie.
24