Branchemonitor
Ondersteuning informele zorg 2008/2009
Branchemonitor Ondersteuning informele zorg 2008/2009 Deze Branchemonitor Ondersteuning informele zorg 2008/2009 geeft een beeld van de stand van zaken en de ontwikkelingen in de sector informele zorg in Nederland. Een sector die volop in beweging is door maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in de wet- en regelgeving voor zorg en welzijn. Mezzo, de Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg, biedt betrokkenen met deze branchemonitor cijfers waarmee beleid gemaakt kan worden om de zorgondersteuning te organiseren, stimuleren en verstevigen.
Colofon
Deze Branchemonitor ondersteuning informele zorg 2008/2009 is een uitgave van Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg
2
Tekst:
Mezzo, Bunnik
Fotografie:
Joost van Velsen
Vormgeving:
Wrik (BNO), Utrecht
Drukwerk:
Libertas, Bunnik
Mezzo Branchemonitor
Voorwoord U heeft de eerste Branchemonitor Ondersteuning Informele Zorg in handen. Deze monitor geeft een beeld van de sector ondersteuning informele zorg in 2008-2009. Het is een sector die sterk in beweging is door maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in de wet- en regelgeving voor zorg en welzijn. De betekenis van mantelzorg en vrijwilligerszorg voor de samenleving is groot. Nederland telt 3,5 miljoen mantelzorgers. En volgens een voorzichtige schatting zijn er 420.000 vrijwilligers actief in de zorg. Als familielid, buur, vriend of ‘gewoon’ uit solidariteit zorgen veel mensen onbetaald voor een ander. Mantelzorgers zorgen meer dan acht uur per week, of langer dan drie maanden voor een hulpbehoevende oudere, gehandicapte of chronisch zieke. Vrijwilligers in de zorg ondersteunen mensen in kwetsbare situaties, waarbij ‘meedoen’ in de samenleving centraal staat. De vraag naar mantelzorg én intensieve vrijwilligerszorg zal in de toekomst toenemen: senioren blijven langer zelfstandig wonen, er zijn meer 1-persoons huishoudens, de arbeidsparticipatie van vrouwen stijgt en het aantal chronisch zieken neemt toe. Door de stijgende kosten van de gezondheidszorg zal ook meer en meer een beroep worden gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) biedt kansen om ondersteuning voor mantelzorgers en zorgvrijwilligers dichtbij huis te organiseren. De Wmo zet vooral in op het stimuleren van de eigen kracht van burgers en sluit daarmee aan op de ambitie om te komen tot een moderne civil society. De uitdaging voor alle betrokken partijen is groot. Hoe gaan we om met de toenemende vraag om ondersteuning? Hoe organiseren, stimuleren en verstevigen we de zorgondersteuning? Deze branchemonitor biedt cijfers waarmee beleid gemaakt kan worden.
Jancor de Boer Directeur Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorg en Vrijwilligerszorg
Mezzo Branchemonitor
3
4
Mezzo Branchemonitor
Inhoud Voorwoord
3
1. Ondersteuning informele zorg in Nederland
7
2. Mantelzorgondersteuning in cijfers
11
3. Intensieve vrijwilligerszorg in cijfers
15
4. Organisaties voor ondersteuning informele zorg
19
5. Over Mezzo
23
Mezzo Branchemonitor
5
6
Mezzo Branchemonitor
1. Ondersteuning informele zorg in Nederland Veel kwetsbare mensen krijgen hulp van familieleden, vrienden en andere naasten. Deze hulp heet mantelzorg. Daarnaast zijn er veel vrijwilligers die de zorg en aandacht voor kwetsbare mensen op zich nemen. Dit wordt ook wel intensieve vrijwilligerszorg genoemd. Mantelzorg en intensieve vrijwilligerszorg samen vormen de informele zorg. Dankzij de informele zorg verbetert de kwaliteit van leven van kwetsbare mensen.
Informele zorg neemt een plaats in tussen gebruikelijke zorg en professionele zorg. Gebruikelijke zorg is de normale dagelijkse zorg van gezinsleden en huisgenoten voor elkaar. Professionele zorg is zorg die deskundigheid vraagt en waarvoor iemand een opleiding gevolgd moet hebben. De zorg wordt tegen betaling verricht en uitgevoerd op basis van protocollen en richtlijnen. Informele zorg gaat verder dan de normale dagelijkse zorg, maar wordt onbetaald en niet beroepshalve gegeven.
Waardevol voor de samenleving Driekwart van alle zorg aan mensen thuis wordt verleend door mantelzorgers. Zij geven huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en begeleiding.[1] Zonder mantelzorg zou het Nederlandse zorgsysteem niet houdbaar zijn. Als opeens alle mantelzorgers uitvallen, zou de samenleving vier miljard euro per jaar meer kwijt zijn aan betaalde zorg. Er zijn ook schattingen die het over acht miljard euro per jaar hebben. Per uur is een mantelzorger tussen de 8 en 17 euro waard.[2] Maar mantelzorg is ook een uiting van solidariteit met mensen die wegens langdurige ziekte of gebrek niet in staat zijn voor zichzelf te zorgen of op te komen. Mantelzorg wordt daarom ook wel het cement van de samenleving genoemd.
Intensieve vrijwilligerszorg helpt ‘meedoen’ Vrijwillige Thuishulp, Vriendendiensten en Buddyzorg vormen voor veel kwetsbare mensen een belangrijke - en soms de enige schakel om ‘mee te kunnen doen’. Dit geldt bijvoorbeeld voor mensen die psychische of psychiatrische problemen hebben, mensen die ernstig of chronisch ziek zijn of mantelzorgers met een dementerende partner. Zij hebben veel behoefte aan praktische, sociale en emotionele ondersteuning.
Zorgvrijwilligers geven via hun eigen ‘meedoen’ vorm aan maatschappelijke betrokkenheid. Ze brengen de civil society in praktijk. Zorgvrijwilligers zijn gemiddeld minimaal een dagdeel per week bij de cliënt en hun betrokkenheid is langdurig.
Bijna 25.000 zorgvrijwilligers actief bij lidorganisaties van Mezzo Vormen van intensieve vrijwilligerszorg Intensieve vrijwilligerszorg is er in verschillende vormen. Mezzo onderscheidt Vrijwillige Thuishulp, Buddyzorg en Vriendendiensten. Vrijwillige Thuishulp biedt praktische hulp of steun aan cliënten. De doelgroep bestaat uit mensen die bijvoorbeeld niet alleen thuis kunnen blijven, een hobby met een ander willen delen of gezelschap willen. Zorgvrijwilligers bieden ook emotionele en sociale steun. Hierdoor worden mantelzorgers vaak ontlast. Buddyzorg biedt steun aan cliënten bij het omgaan met hun ziekte, het vergroten van hun zelfstandigheid en/of hun leefwereld. De doelgroep bestaat uit mensen met een chronische en/of levensbedreigende aandoening, zoals HIV/aids, kanker, multiple sclerose of niet-aangeboren hersenletsel. Vriendendiensten bieden cliënten vriendschappelijk contact. De doelgroep bestaat uit mensen die psychische of psychiatrische problemen hebben of gehad hebben. Het doorbreken van en omgaan met hun isolement staat centraal. Vriendendiensten worden ook wel Maatjesprojecten genoemd.
Mezzo Branchemonitor
7
Beroep op informele zorg neemt toe De vraag naar informele zorg groeit door verschillende oorzaken: • Het aantal chronisch zieken neemt toe. • De indicatiestelling voor professionele zorg wordt strenger. • Zorgvragers blijven zolang mogelijk zelfstandig wonen met bijpassende zorg. • De opnameduur in ziekenhuizen wordt steeds korter. • Het aantal eenpersoons huishoudens neemt toe (nu één op de drie). • De overheid beperkt aanspraken op de AWBZ. Ook zijn AWBZ onderdelen overgeheveld naar bijvoorbeeld de Wmo. Zo wordt vanaf 2009 begeleiding voor maatschappelijke participatie niet langer vergoed vanuit de AWBZ. Gemeenten, jeugdzorg en andere organisaties moeten de begeleiding overnemen. De druk op mantelzorg en vrijwilligerszorg zal toenemen, zo blijkt uit onderzoek naar de effecten van de maatregel.
Ondersteuning informele zorg moet worden versterkt Mezzo heeft samen met haar leden in de afgelopen jaren gewerkt aan de opbouw van een ondersteuningsstructuur informele zorg. Dit kwam in 2007 in een stroomversnelling met de invoering van de Wmo. Sindsdien hebben gemeenten de regierol om mantelzorg en vrijwilligerszorg te stimuleren en te versterken, en mantelzorgers te ondersteunen. Als beleidsondersteuning voor de gemeenten heeft staatssecretaris Bussemaker van VWS basisfuncties geformuleerd voor mantelzorgondersteuning en vrijwilligersbeleid. ‘Iedereen heeft belang bij de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers’, zegt zij. ‘Waarderen, bevorderen en ondersteunen is noodzakelijk.’[3]
8
Mezzo Branchemonitor
Mantelzorg
In Nederland zorgen 3,5 miljoen mensen voor een ander, 1,7 miljoen mensen (10,3% van de bevolking) doen dat in ernstige zorgsituaties, onbetaald en veelal langdurig en intensief, voor hun chronisch zieke of gehandicapte partner, ouder, kind, vriend of buur. 80% van de mantelzorgers
doet dat vanuit liefde en genegen- heid en omdat zij het vanzelfspre- kend vinden.
Eén derde van de mantelzorgers wil een tehuisopname voorkomen van degene voor wie zij zorgen. 23% van de mantelzorger geeft aan dat er geen alternatief is. Bijna alle mantelzorgers
geven emotionele steun en houden toezicht op de zorgvrager.
Een kwart van de mantelzorgers geeft persoonlijke verzorging of neemt verpleegkundige taken op zich. Bijna alle mantelzorgers Bron: SCP
geven ook praktische steun, bijvoor- beeld bij het invullen van formulieren, huishoudelijke hulp en begeleiding naar bijvoorbeeld een arts.
Langdurige en intensieve mantelzorg
Intensieve vrijwilligerszorg
Meer dan 1 miljoen mantelzorgers zorgen langdurig en intensief (meer dan 8 uur per week en langer dan 3 maanden). Vooral de mantelzorg aan een partner of kind is intensief en duurt vaak vele jaren.
420.000 vrijwilligers
300.000 mantelzorgers uit geeft aan ernstig belast of overbelast te deze groep zijn. (1,8 % van de bevolking). 15% van de mantelzorgers geeft aan dat de eigen gezondheid achteruit is gegaan door het geven van mantelzorg. Nog eens 15% van de mantelzorgers Ongeveer één op de drie mantelzorgers
Bron: SCP
is somberder of neerslachtiger geworden. staat er helemaal alleen voor. Zij kunnen zorgtaken met niemand delen of durven geen hulp van anderen te vragen. Dit is een extra kwetsbare groep.
zijn actief in zorgorganisaties, vrijwilligersorganisaties in de zorg, patiëntenen gehandicaptenorganisaties.
Bijna 25.000 van deze zijn zorgvrijwilliger bij een organisatie vrijwilligers voor Vrijwillige Thuishulp, Buddyzorg of Vriendendienst.
Kenmerkend voor de vrijwilligerszorg via organisaties voor Vrijwillige Thuishulp, Buddyzorg of Vriendendienst is dat er meestal sociaalemotionele ondersteuning gegeven wordt. Dit vraagt veel van de vrijwilliger en kan emotioneel belastend zijn voor hem of haar. Daarom wordt dit intensieve vrijwilligerszorg genoemd. Zorgvrijwilligers worden door professionals zorgvuldig geworven, geselecteerd, geschoold en begeleid. Ook het matchen van vrijwilliger en cliënt gebeurt zorgvuldig en vakkundig. Intensieve vrijwilligerzorg: • Gaat meestal verder dan praktische hulp. • Omvat meestal sociaal-emotionele ondersteuning, één-op-één geboden aan (thuiswonende) cliënten. • Is soms respijtzorg. De vrijwilligers neemt dan tijdelijk de zorg over van een mantelzorger. • Draait vaak om ondersteuning bij verlies of isolement. Eenzaamheid, sociale uitsluiting, de impact van ziekte of aandoening bepalen voor de meeste cliënten dagelijks het dagelijkse leven. Zij hebben een deel van hun mogelijkheden en functies verloren.
Bron: SCP
Mezzo Branchemonitor
9
10
Mezzo Branchemonitor
2. Mantelzorgondersteuning in cijfers Ondersteuning helpt de belasting van mantelzorgers te verminderen. Respijtzorg biedt mantelzorgers de mogelijkheid hun zorgtaken even aan een beroepskracht of vrijwilliger over te laten.
Mezzo organiseert respijtarrangementen waarin mantelzorgers even los zijn van de zorg en andere mantelzorgers en deskundigen ontmoeten. Deelnemers aan de respijtarrangementen voelen zich na deelname minder belast en vinden vaker dat zorg hen goed afgaat.[4] 83% van de mantelzorgers die Wmo-ondersteuning ontvangt, zegt de zorg beter aan te kunnen, 76% staat positiever tegenover de zorgtaak en 75% voelt zich minder belast.[5]
Verwijzen De meeste mantelzorgers (20%) worden door publiciteitscampagnes van de lidorganisaties geattendeerd op ondersteuning. Daarna volgt doorverwijzing vanuit de zorg (14%). Er zijn nog steeds veel mantelzorgers die niet weten dat de mantelzorgondersteuning er juist voor hen is. Bij hun zorgtaken hebben mantelzorgers vaak te maken met gemeentelijke zorgloketten en met zorgprofessionals. Die zouden hen kunnen wijzen op de mogelijkheden voor ondersteuning. Helaas vragen de zorgloketten in 81% van de gevallen niet of de mantelzorger zelf ondersteuning nodig heeft. Terwijl van die mantelzorgers 60% bij navraag wél behoefte aan ondersteuning blijkt te hebben.[6] Bij de organisaties die meewerkten aan de branchemonitor was 10% van de ondersteunde mantelzorgers doorverwezen via het zorgloket of de gemeente. Zorgprofessionals verwijzen vaker door dan de zorgloketten, zo blijkt uit de branchemonitor. Toch valt ook hier nog steeds veel winst te behalen. Professionele hulpverleners in de eerstelijn concentreren nog te vaak alleen zich op de zorgbehoevenden, zonder stil te staan bij de consequenties voor de mantelzorgers.
20% van de organisaties heeft minder dan 100 mantelzorgers geholpen. Van de mantelzorgers die ondersteuning vragen, is 70% vrouw. (Van alle mantelzorgers is volgens het SCP 61% vrouw.)
3,5 miljoen mantelzorgers in Nederland
Ondersteuningsvragen Op initiatief van de staatssecretaris van VWS hebben het ministerie van VWS, De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Mezzo basisfuncties benoemd voor een goed aanbod voor mantelzorgers, ongeacht de gemeente waar zij wonen. Het gaat om de functies: informatie, begeleiding en advies, emotionele steun, educatie, praktische hulp, respijtzorg, financiële tegemoetkoming en materiële hulp. Van de organisaties die mantelzorgondersteuning bieden, zijn emotionele steun (79%), informatie (77%) en begeleiding en advies (77%) de meest voorkomende vormen van ondersteuning. Bijna 21% van de organisaties biedt alle basisfuncties aan. Dit ligt in lijn met het kwaliteitssysteem ondersteuning mantelzorg en vrijwilligerszorg van Mezzo[7] en de basisfuncties lokale ondersteuning mantelzorg[8].
Bereikte mantelzorgers Van de organisaties die meewerkten aan de branchemonitor geeft 62% mantelzorgondersteuning. In 2008 steunden zij per organisatie gemiddeld 679 mantelzorgers. Hiervan zijn 47% nieuwe aanmeldingen. Het landelijk aantal ondersteunde mantelzorgers door Mezzolidorganisaties in 2008 is ruim 97.000, een daling van ongeveer 4,5% ten opzichte van 2007. Een verklaring hiervoor is dat meer organisaties mantelzorgondersteuning aanbieden, maar gemiddeld per organisatie minder mantelzorgers ondersteunen dan in 2007 (van 807 mantelzorgers in 2007 naar 679 mantelzorgers in 2008).
Mezzo Branchemonitor
11
Activiteiten directe mantelzorgondersteuning
percentage
Informatie
77%
Begeleiding en advies
77%
Emotionele steun
79%
Educatie
54%
Praktische hulp
54%
Respijtzorg
67%
Financiële tegemoetkoming
33%
Materiële hulp
26%
Geleverde mantelzorgondersteuning
12
Ondersteunde mantelzorgers per organisatie 2007 (gemiddelde)
Totaal landelijk ondersteunde mantelzorgers 2007 (schatting)
Ondersteunde mantelzorgers per organisatie 2008 (gemiddelde)
Totaal landelijk ondersteunde mantelzorgers 2008 (schatting)
807
101.682
679
97.097
Mezzo Branchemonitor
Leeftijd ondersteunde mantelzorgers
18-24
14% 6%
25-34
35-44
18% 16%
45-54
20%
55-64
34%
Ouder dan 65 0
5
10
15
20
25
30
35
Toeleidingsbron naar ondersteuning
Publiciteitscampagne
20%
Doorverwijzing professionele zorg
14%
Via via
13%
Zorgloket
10%
Doorverwijzing welzijnswerk
10%
Media
10% 0
5
10
15
20
Mezzo Branchemonitor
13
14
Mezzo Branchemonitor
3. Intensieve vrijwilligerszorg in cijfers Organisaties voor intensieve vrijwilligerszorg ondersteunen jaarlijks naar schatting 34.500 hulpbehoevenden en mantelzorgers. Dit cijfer laat de hulpvraag zien bij de organisaties, niet het aantal mensen dat gebaat is bij intensieve vrijwilligerszorg. Door recente wijzigingen in de AWBZ zal het beroep op de intensieve vrijwilligerszorg waarschijnlijk verder toenemen. Daarom schat Mezzo de totale vraag op 40.000 tot 50.000 cliënten.
Zorgvrijwilligers
Mutaties vrijwilligers
Van de organisaties die meewerkten aan de branchemonitor gaven er 45 intensieve vrijwilligerszorg. Bij hen waren 6.293 zorgvrijwilligers actief in 2008. De Vrijwillige Thuishulp neemt de meeste zorgvrijwilligers voor haar rekening (66%). Bij Buddyzorg en Vriendendiensten is het aantal zorgvrijwilligers lager, respectievelijk 13% en 37%. Naar schatting zijn bij alle organisaties voor intensieve vrijwilligerszorg meer dan 24.900 zorgvrijwilligers actief.
Organisaties Buddyzorg en Vriendendiensten hadden in 2008 ongeveer 16 vrijwilligersmutaties per organisatie. De totale omvang van het vrijwilligersbestand is bij deze organisaties stabiel. Bij de Vrijwillige Thuishulp was er groei: tegenover gemiddeld 30 stoppende zorgvrijwilligers per organisatie staan gemiddeld 65 nieuwe vrijwilligers.
Koppelingen Het aantal zorgvrijwilligers dat aan een zorgvrager werd gekoppeld, is in 2008 15% toegenomen ten opzichte van 2007. Deze toename is vooral toe te schrijven aan de groei van het aantal organisaties dat intensieve vrijwilligerszorg biedt. Het gemiddeld aantal koppels per organisaties is bij de Vrijwillige Thuishulp en Buddyzorg iets toegenomen. Bij Vriendendiensten was er een daling.
420.000 vrijwilligers actief in de zorg
Wachtlijsten Bij alle lidorganisaties van Mezzo samen staan naar schatting 5.900 cliënten op de wachtlijst. De wachtlijst voor Vriendendiensten is gekrompen. Bij Vrijwillige Thuishulp en Buddyzorg groeiden de wachtlijsten. Daar steeg de vraag naar hulp en nam het aantal zorgvrijwilligers niet toe. Oorzaak van de vraagstijging is bijvoorbeeld het wegvallen van professionele (AWBZ-)zorg, maar ook de promotie door Mezzo en haar leden bij de media, beleidsmakers en ketenpartners.
Wervingsbronnen In hun top-3 van wervingsbronnen noemden de organisaties het vaakst de landelijke wervingscampagne Schitterende Mensen (21%), gevolgd door hun eigen wervingsactiviteiten (17%) en aandacht in de media (16%). Veel vrijwilligers worden via-via geworven (13%).
Stagiairs Van de organisaties die meewerkten aan de branchemonitor hadden er 37 één of meer stagiairs. In totaal hadden ze in 2008 426 stagiairs. Deze zijn vooral actief in de intensieve vrijwilligerszorg (92%, waarvan 65% bij Vrijwillige Thuishulp, 4% bij Buddyzorg en 31% bij Vriendendienst). Stagiairs werken vooral in de primaire werkprocessen van organisaties, zoals werving en scholing van zorgvrijwilligers. Ongeveer 9% van de stagiairs doet algemene organisatiewerkzaamheden, zoals de administratie bijhouden of een nieuwsbrief maken. De meeste stagiairs volgen een hboopleiding. Dit beeld komt overeen met de opleidingsachtergrond van professionals in de ondesteuning van informele zorg.
Maatschappelijke stage Eind 2008 is een aantal lidorganisaties van Mezzo gestart met het project ‘Informele zorg, kansen voor jongeren’. Zij doen daarmee ervaring op met maatschappelijke stage. Die is bedoeld om leerlingen uit het vmbo, havo en vwo kennis te laten maken met de samenleving en er een onbetaalde bijdrage aan te leveren.
Mezzo Branchemonitor
15
Vraag naar intensieve vrijwilligerszorg
Vrijwillige Thuishulp
Ondersteuningsvragen per organisatie 2008 (gemiddelde)
Totaal landelijke vraag 2007 (schatting)
284
28.400
Buddyzorg
71
1.775
Vriendendienst
88
4.400
-
34.575
Totaal
Ziektebeeld zorgvragers
Lichamelijke beperking Psychische beperking
18%
Verstandelijke beperking
17%
Chronische en/of levensbedreigende ziekte
24%
Verslaving Dubbele diagnose Overig
16
VTH
Mezzo Branchemonitor
Buddyzorg Vriendendienst
0%
1%
15%
87%
0%
1%
55%
8%
0%
6% 27%
1%
0%
1%
29%
9%
1%
0%
Gemiddeld aantal zorgvrijwilligers naar type vrijwilligerszorg
Gemiddeld aantal vrijwilligers per organisatie
Vrijwillige thuishulp
Geschat landelijk totaal
190
19.000
Buddyzorg
63
1.575
Vriendendienst
87
4.350
-
24.925
Totaal
Aantal koppelingen tussen zorgvrijwilliger en zorgvrager
Koppelingen per organisatie 2007 (gemiddelde)
Totaal landelijk aantal koppelingen 2007 (schatting)
Koppelingen per organisatie 2008 (gemiddelde)
Totaal landelijk aantal koppelingen 2008 (schatting)
Vrijwillige Thuishulp
245
23.030
268
26.800
Buddyzorg
95
2.185
105
2.625
Vriendendienst
72
3.096
63
3.150
-
28.311
-
32.575
Totaal
Mezzo Branchemonitor
17
Hulpvraag waarvoor geen vrijwilliger beschikbaar is op pijldatum
Totaal landelijk aantal niet vervulde ondersteuningsvragen 2007 (schatting)
Totaal landelijk aantal niet vervulde ondersteuningsvragen 2008 (schatting)
Vrijwillige Thuishulp
3.290
3.900
Buddyzorg
115
150
Vriendendienst
1.935
1.850
Totaal
5.340
5.900
Opleidingen van stagiairs
VMBO/HAVO/VWO MBO
12,1%
HBO
79,4%
WO
0,3%
OVERIG
18
Mezzo Branchemonitor
3,9%
4,2%
4. Organisaties voor ondersteuning informele zorg Het aantal bij Mezzo geregistreerde organisaties voor ondersteuning van informele zorg is toegenomen van 204 organisaties in 2007 naar 244 organisaties in 2008. Hiervan bieden 143 mantelzorgondersteuning, 100 Vrijwillige Thuishulp, 25 Buddyzorg en 50 Vriendendiensten.
Groei zien we vooral bij de geregistreerde organisaties die mantelzorgondersteuning bieden: van 126 in 2007 naar 143 in 2008. Het aantal organisaties voor intensieve vrijwilligerszorg bleef vrijwel gelijk.
Vaak bundeling functies Van de organisaties biedt 40% zowel mantelzorgondersteuning als intensieve vrijwilligerszorg. Vooral de combinatie van mantelzorgondersteuning en Vrijwillige Thuishulp komt veel voor (19%). Buddyzorg en Vriendendienst wordt in mindere mate in combinatie gegeven met andere vormen van intensieve vrijwilligerszorg en mantelzorgondersteuning, respectievelijk 12% en 10%. Soms groeien organisaties door het combineren van functies uit tot een brede - veelal stedelijke - organisatie voor ondersteuning van informele zorg, waarin functies op het snijvlak van zorg en welzijn zijn samengebracht (10% van de organisaties). Gemeenten lijken hiermee te kiezen voor het bundelen van functies op lokaal niveau in een stichting voor informele zorg.
Vooral zelfstandige en welzijnsorganisaties Ondersteuning van informele zorg wordt voornamelijk aangeboden door zelfstandige (alleen op de ondersteuning informele zorg gerichte) organisaties (24%) en welzijnsorganisaties (41%). Als we alleen naar de functie mantelzorgondersteuning kijken, zien we een vergelijkbaar beeld: welzijnsorganisaties hebben daarin een aandeel van 55%, zelfstandige organisaties 21% en thuiszorgorganisaties 14%. Ook Vrijwillige Thuishulp en Buddyzorg worden voornamelijk door zelfstandige organisaties (respectievelijk 35% en 50%) en welzijnsorganisaties (respectievelijk 40% en 47%) geboden. Heel anders is dat voor Vriendendiensten, die vaak zijn gelieerd aan een GGZ-organisatie (32%).
Kwaliteit wordt inzichtelijk In januari 2008 rondde Mezzo het Kwaliteitsmodel Mezzo af, een belangrijke stap in de verdere professionalisering van de ondersteuning van informele zorg. Met het kwaliteitsmodel kunnen lidorganisaties hun werk inzichtelijker maken voor mantelzorgers, vrijwilligers, cliënten, gemeenten en subsidieverstrekkers. In mei 2008 is Mezzo begonnen met een ondersteuningstraject voor de invoering van het kwaliteitsmodel. Eind 2008 was 66% van de organisaties in de informele zorg die lid zijn van Mezzo bezig met enige vorm van kwaliteitsbeleid. De verwachting is dat met het kwaliteitsmodel van Mezzo en het ingezette ondersteuningstraject meer organisaties werk zullen maken van kwaliteit.
Expertise en vertegenwoordiging Naast ondersteuning mantelzorg en intensieve vrijwilligerszorg ontwikkelen lidorganisaties activiteiten die Mezzo expertise en vertegenwoordiging noemt. Deze activiteiten leveren een belangrijke bijdrage aan een klimaat waarin mensen de zorg voor een ander op zich willen en kunnen nemen. 65% van de organisaties geeft aan ook activiteiten uit te voeren. Zo onderhoudt een groot deel van de organisaties (82%) contact met de gemeentelijke Wmo-adviesraad. Alle organisaties die mantelzorgondersteuning bieden, nemen deel aan een lokaal of regionaal zorgnetwerk. Het geven van een cursus of training aan een zorginstelling of Wmo-loket wordt door 35% van de organisaties verzorgd. Andere activiteiten zijn o.a.: beeldvorming, innovatie en ontwikkeling, afstemming en samenwerking.
Mezzo Branchemonitor
19
Personeel Betaalde medewerkers Op 31 december 2008 werkten er bij 56 respondenten van de branchemonitor 670 betaalde medewerkers, ongeveer 4 fte per organisatie. 18% van de organisaties heeft 10 fte of meer; dit zijn organisaties met een regionale functie of brede (stedelijke) organisaties voor ondersteuning informele zorg (zowel mantelzorg als intensieve vrijwilligerszorg). 28,5% van de organisaties heeft 1 fte of minder beschikbaar voor ondersteuning van informele zorg; dit zijn voornamelijk lokale welzijnsorganisaties. Van het totale aantal fte’s is ongeveer 21% voor indirecte activiteiten, zoals directie, secretariaat of communicatie-ondersteuning. Mutaties Veel organisaties (64,9%) hadden in 2008 te maken met personeelsmutaties. Hiervan had 21,6% te maken met een personeelsdaling en 48,6% met een personeelsgroei. Personeelsdaling kwam voor bij regionaal werkende organisaties. Groei was er vooral bij lokaal georiënteerde organisaties. Dit kan duiden op een verdere decentralisatie van de ondersteuning van informele zorg. Omdat informatie van eerdere jaren ontbreekt, is niet vast te stellen of het totale aantal medewerkers in de ondersteuning van informele zorg groeit of daalt. Ziekteverzuim Het gemiddelde ziekteverzuim bedroeg in 2008 4,45%. Dit percentage ligt net iets boven het landelijk gemiddelde in 2008 van 4,3 % (CBS), maar onder het landelijk gemiddelde voor de sectoren Zorg en Welzijn (CBS: 5,3%).
Financiering en werkgebied Tot 2007 waren organisaties voor ondersteuning van informele zorg grotendeels afhankelijk van de subsidieregeling Coördinatie Vrijwillige Thuishulp en Mantelzorgondersteuning (CVTM). De CVTM-middelen zijn, na ophoging, per 2007 overgedragen aan de gemeenten. Daarnaast ontvingen de Vriendendiensten tot 2007 soms subsidie via de AWBZ-regeling Zorg op Maat, een regeling voor kleinschalige initiatieven voor met name cliënten in de GGZ. Momenteel krijgen de organisaties vrijwel al hun budget van gemeenten (62%). Het aandeel vanuit de AWBZ is verwaarloosbaar (3%); dit is vooral financiering van Vriendendiensten door GGZinstellingen. Uit overige financieringsbronnen komt 35%. Zo ontvangen enkele organisaties een projectsubsidie van de provincie. Een enkele organisatie ontvangt een bijdrage van een kerk, uit een legaat of van een sponsor. Sommige organisaties ontvingen een extra gemeentelijke (project)subsidie uit de in 2007 overgebleven middelen van het mantelzorgcompliment.
20
Mezzo Branchemonitor
Ruim de helft van de organisaties (59%) heeft één financieringsbron; 41% heeft meerdere financiers, variërend van vijf tot zeven met een enkele uitschieter van meer dan tien (5%). De meeste organisaties bedienen meerdere gemeenten (97,6%). Toch geeft 59% aan slechts één financieringsbron te hebben; mogelijk dat in zo’n geval een centrumgemeente financiert namens een regio. Van de organisaties richt 32,4% zich op één gemeente, 29,4% op twee tot en met vijf gemeenten. De overige 38,2% heeft meer dan vijf gemeenten als werkgebied. 7,4% richt zich op meer dan 20 gemeenten.
244 lidorganisaties voor ondersteuning van informele zorg
Contact met gemeenten Gemeenten zijn sinds de Wmo voor veel organisaties een nieuwe partner. De meeste organisaties (72%) beoordelen de contacten en samenwerking met gemeenten als goed, 28% als matig. Geen enkele organisatie vindt de relatie met gemeenten slecht. Dit is een verbetering ten opzichte van 2007, toen vond 64% de relatie met gemeenten goed, 34% matig en 2% slecht. Dit kan deels verklaard worden doordat 2007 een overgangsjaar was in de financiering van de AWBZ naar de Wmo. Eind oktober 2007 had 42% van de organisaties nog geen duidelijkheid over hun subsidieaanvraag.
Kwaliteitsontwikkeling bij Mezzo-lidorganisaties
Verdeling aanbod informele zorg
Percentage
Organisatietype
Percentage
Zijn er (nog) niet mee bezig
33%
Thuiszorg
9%
Hebben een eerste aanvang gemaakt
28%
Mee
6%
Hebben een kwaliteitsbeleid voor de organisatie vastgesteld en zijn bezig met de invoering
13%
Welzijnsorganisatie
41%
GGZ
10%
De uitvoering van het kwaliteitsbeleid is goed en wij stellen bij indien nodig
10%
Humanitas
Wij zijn extern gecertificeerd
15%
Zelfstandige organisatie voor ondersteuning informele zorg
3%
24%
Anders
Gemiddeld fte naar functie en organisatie
Opleiding medewerkers
Functie
Hoogst genoten opleiding
FTE (gemiddeld per organisatie)
7%
Percentage
Mantelzorgondersteuning
1,86
WO
7%
Vrijwillige Thuishulp
2,59
HBO
68%
Buddyzorg
2,37
MBO
20%
Vriendendienst
1,61
LBO
5%
Indirect (management en directie, secretariaat, communicatie en voorlichting)
1,78
Mezzo Branchemonitor
21
22
Mezzo Branchemonitor
5. Over Mezzo Mezzo komt op voor de belangen van mantelzorgers, organisaties die mantelzorgers ondersteunen en lokale en regionale organisaties die zorgvrijwilligers inzetten. Mezzo geeft steun, informatie en advies.
Bij Mezzo zijn zo’n 14.000 mantelzorgers en 244 lokale en regionale organisaties voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg aangesloten. Het gaat hierbij om: • Steunpunten Mantelzorg; • Platforms Belangenbehartiging Mantelzorg; • Organisaties voor Vrijwillige Thuishulp; • Organisaties voor Buddyzorg; • Vriendendiensten.
Websites - www.mezzo.nl - www.vilans.nl - www.zorgbetermetvrijwilligers.nl (Vilans, Movisie, Sting, Agora, ActiZ en VGN) - www.scp.nl (Sociaal en Cultureel Planbureau)
Mezzo werkt al sinds 2003 aan het versterken van de collectieve belangenbehartiging van mantelzorgers door het ontwikkelen van Platforms Belangenbehartiging Mantelzorg. Eerst op regionaal niveau en met de invoering van de Wmo stimuleert Mezzo ook de lokale vertegenwoordiging van mantelzorgers.
Verantwoording onderzoek Mezzo heeft door middel van een digitale vragenlijst bij haar 244 lidorganisaties gegevens verzameld over 2008. Gevraagd is naar onder andere de functies die zij bekleden, financieringsbronnen en naar hun cliëntcontacten. Op 25 augustus hadden 73 organisaties deze vragenlijst volledig ingevuld en teruggezonden. De vragenlijst is opgesteld op basis van opgedane ervaringen vorig jaar met gegevens uit 2007 met een eerste nulmeting. Voor deze branchemonitor is naast de gegevens van de vragenlijst en de in 2008 gehouden nulmeting ook gebruik gemaakt van aanvullende informatiebronnen, zoals vanuit de ledenadministratie van Mezzo en cijfers van derden, waaronder van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). De Branchemonitor 2008-2009 is tot stand gekomen dankzij subsidie van het ministerie van VWS. Zie ook www.mezzo.nl voor aanvullende informatie.
Publicaties - Mantelzorg. Over de hulp van en aan mantelzorgers. J.M. Timmermans (red.). SCP, Den Haag, 2003. - Monetaire waardering van mantelzorg. B. van der Berg en A. Ferrer-i-Carbonell. TPEdigitaal, jaargang 2 (2008), nummer 3. - Onderzoek effecten pakketmaatregelen AWBZ. CIZ en Bureau Hoeksma, Homans & Menting, Driebergen/Enschede, 2008. - Uitwerking basisfuncties Intensieve Vrijwilligerszorg in de samenleving, Mezzo, 2009.
Noten [1] Mantelzorg, een overzicht van de steun van en aan mantelzorgers in 2007. A. de Boer, M. Broese van Groenou en J. Timmermans. SCP, Den Haag, 2009. [2] Informal care: an economic approach. B. van den Berg. Proefschrift Erasmus Universiteit, Rotterdam, 2005. [3] Voor elkaar, Beleidsbrief Mantelzorg en Vrijwilligerswerk 2008-2011, ministerie van VWS, 2008. [4] Even op adem komen, onderzoek naar respijtarrangementen voor mantelzorgers. E. Sambekken, M. van den Wijngaart, Mezzo, 2008. [5] Derde tussenrapportage evaluatie Wmo, een onderzoek onder aanvragers en hun mantelzorgers. M. de Klerk, A. Maria Marangos, M. Dijkgraaf, A. de Boer. SCP, Den Haag, 2009. [6] Derde tussenrapportage evaluatie Wmo, een onderzoek onder aanvragers en hun mantelzorgers. M. de Klerk, A. Maria Marangos, M. Dijkgraaf, A. de Boer. SCP, Den Haag, 2009. [7] Kwaliteitssysteem Ondersteuning Mantelzorg en Vrijwilligerszorg, Mezzo, 2008. [8] Basisfuncties Lokale Ondersteuning Mantelzorg, ministerie van VWS, 2008.
Mezzo Branchemonitor
23
Mezzo Postbus 179 3980 CD Bunnik T 030 659 22 22 F 030 659 22 20
[email protected] www.mezzo.nl
Branchemonitor Ondersteuning informele zorg 2008/2009
A09 09090015
Deze Branchemonitor Ondersteuning informele zorg 2008/2009 geeft een beeld van de stand van zaken en de ontwikkelingen in de sector informele zorg in Nederland. Een sector die volop in beweging is door maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in de wet- en regelgeving voor zorg en welzijn. Mezzo, de Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligerszorg, biedt betrokkenen met deze branchemonitor cijfers waarmee beleid gemaakt kan worden om de zorgondersteuning te organiseren, stimuleren en verstevigen.