Aarde en economie Bachelorgids 2008/2009
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3 1.3.1 1.4 1.5 1.6 1.7 1.7.1 1.7.2 1.8 1.8.1 1.8.2 1.8.3 1.9 1.9.1 1.9.2 1.9.3 1.9.4 1.9.5 1.9.6 1.9.7 1.9.8 1.10 1.10.1 1.10.2 1.10.3 1.11 1.11.1 1.11.2 1.12 1.13 1.13.1 1.13.2 1.14 1.14.1 1.14.2 1.14.3 1.14.4
Undergraduate School for Earth Sciences Welke informatie in welke studiegids? FALW-opleidingen in de Aard- en milieuwetenschappen Bachelor Aarde en economie Bachelor Aardwetenschappen; richtingen I en II Bachelor Aardwetenschappen; specialisatie Geoarcheologie Master Earth Sciences Master Geosciences of Basins and Lithosphere Master Hydrology Master Palaeoclimatology and Geo-ecosystems Master Environment and Resource Management Relevante masteropleidingen van andere faculteiten Master Spatial, Transport and Environmental Economics Programma en vakken Toelatingsvoorwaarden Aarde en economie Verplichte taaltoets Nederlands Doelstelling en eindtermen van de bachelor Aarde en economie Doelstelling van de opleiding Eindtermen bacheloropleiding Jaarindeling, roosters en studiebelasting Jaarindeling en roosters Studielast per periode, per jaar, per opleiding Roosterwijzigingen Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat en -coördinatie Studieinformatie en -communicatie Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Bibliotheek Studieboeken en syllabi Computerfaciliteiten Studentenorganisaties en -medezeggenschap Uitwisseling en internationalisering Studiebegeleiding en studievoortgang Studiebegeleiding Studieplanning en studievertraging Studievoortgangscontrole en studieadviezen Opleidings- en examencommissie Opleidingscommissie Examencommissie Onderwijs- en examenregeling Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Aanmelding voor cursussen, veldwerken, e.a. Aanmelding tentamens Tentamens, regels en richtlijnen Voorschriften voor deelnemers aan tentamens Deeltentamens Hertentamens Tentamenuitslagen en -administratie Inhoudsopgave
9 9 9 10 11 11 12 13 14 14 15 16 16 17 17 18 18 18 18 20 20 21 21 21 21 21 22 22 23 24 24 25 26 26 27 27 28 28 28 29 29 29 31 31 31 31 32 32 5
1.14.5 1.15 1.15.1
Vrijstellingen Toelating tot cursussen, veldwerken en masteronderwijs Toelating studieonderdelen (veldwerken, bachelorthesis) en volgorde van afleggen van examenonderdelen Veldwerken; veiligheid, subsidie en reisverzekering Veiligheid en vaccinaties Subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Reisverzekering Stage en scripties Stage- en scriptieregeling Richtlijnen voor de scriptie Afstuderen Bachelorexamen Goedkeuring van het vakkenpakket Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Beëindiging van inschrijving Dossierverklaring Inschrijving in een masteropleiding Studie- en loopbaanperspectief Studie en loopbaan Loopbaanoriëntatie en arbeidsmarkt Doorstroom naar een masteropleiding Instituten en onderzoeksafdelingen
33 33
2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.5 2.6 2.7 2.8 2.8.1 2.8.2 2.8.3 2.8.4 2.8.5 2.8.6
Aarde en economie (BSc) Opbouw van de opleiding Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Derde jaar (verplichte vakken) Derde jaar, minor Aardwetenschappen Derde jaar, minor Economie Derde jaar, minor Aarde en economie Education variant Algemene en wijsgerige vorming Interfacultaire keuzevakken Vakken buiten FALW en Vrije Universiteit Honours Programma Aarde en economie Wat is het BSc Honours Programma Het faculteitsoverschrijdende deel Het facultaire deel Begeleiding Toelating tot het BSc Honoursprogramma Stervarianten Aarde en economie
45 45 45 45 46 46 46 46 47 47 47 48 48 48 48 48 48 49 49 50
3
Examenonderdelen
51
4
Bijlagen Contactgegevens docenten
90 90
1.16 1.16.1 1.16.2 1.16.3 1.17 1.17.1 1.17.2 1.18 1.18.1 1.18.2 1.18.3 1.18.4 1.18.5 1.18.6 1.19 1.19.1 1.19.2 1.19.3 1.20
2
4.1
33 34 34 34 36 37 37 37 38 38 38 38 39 39 39 40 40 40 41 44
4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
93 93 93 94
4.2.6 4.2.7
Literatuur Aarde en economie, eerste jaar Aarde en economie, tweede jaar Aarde en economie, derde jaar (verplichte vakken) Aarde en economie, minor Aardwetenschappen ter voorbereiding op de master Palaeoclimate and Geo-ecosystems Aarde en economie, minor Aardwetenschappen ter voorbereiding op de master Hydrology Aarde en economie, minor Economie Aarde en economie, minor Aarde en economie
5
Vakkentabel gesorteerd op vakcode
96
4.2.5
Inhoudsopgave
94 94 94 94
7
8
Aarde en economie
1
1.1
Undergraduate School for Earth Sciences
Welke informatie in welke studiegids? Deze studiegids Aarde en economie bevat informatie over de driejarige bacheloropleiding Aarde en economie. De opleiding voorziet in kennis van economie, aardwetenschappen, en beleid De studie verdiept zich in deze vakken, maar de nadruk ligt niet op de specialisatie erin. Die specialisatie ligt juist in het raakvlak. Studenten worden opgeleid om in staat te zijn multidisciplinair te denken en om duurzame oplossingen voor economisch-maatschappelijke problemen te ontwikkelen die specialisten uit de afzonderlijke disciplines niet hadden kunnen bedenken. De werking van ‘het systeem Aarde’ is dynamisch en boeiend, maar we willen wel graag veilig wonen, werken en op vakantie gaan. Ook straks, als de invloed van de klimaatverandering nog groter wordt. Maatregelen tegen bedreigende aardwetenschappelijke processen kosten natuurlijk geld, maar kunnen ook heel goed geld opleveren. Aarde en economie houdt zich bezig met vraagstukken als: • Hoe houden we overstromingen in het riviergebied in de hand? • Wanneer is het veilig en verantwoord om een luchthaven in zee aan te leggen? • Hoe lang kunnen we nog in de Randstad wonen? • Wanneer kunnen we niet meer op dijken alleen vertrouwen? Informatie over de bacheloropleiding Aardwetenschappen is te vinden in een aparte bachelorgids Aardwetenschappen en geoarcheologie. Informatie over de masteropleidingen die worden verzorgd door de Undergraduate School for Earth Sciences zijn terug te vinden in de Master Guide for Programmes in Earth and Environmental Sciences. Hierin opgenomen zijn de opleidingen: • Earth Sciences (inclusief Geoarchaeology) • Environment and Resource Management • Geosciences of Basins and Lithosphere • Hydrology • Palaeoclimatology and Geo-Ecosystems Voor BSc. Aarde en economie-studenten is binnen de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB) de masteropleiding “Spatial, Transport and Environmental Economics”(STREEM) van belang, aangezien dit één van de doorstroommasters is van deze bacheloropleiding. De informatie uit alle gidsen kan ook via de facultaire website worden geraadpleegd.
1.2
FALW-opleidingen in de Aard- en milieuwetenschappen In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van alle relevante opleidingen die binnen de Undergraduate School for Earth Sciences en de Graduate School Earth, Environment and Ecology worden aangeboden.
Undergraduate School for Earth Sciences
9
1.2.1
Bachelor Aarde en economie Aarde en economie is een multidisciplinaire opleiding op het raakvlak van Aardwetenschappen en Economie. Studenten leren redeneren vanuit beide oogpunten en creatieve oplossingen te ontwikkelen die duurzaam zijn voor het landschap en voor economie en samenleving. Dergelijke oplossingen zijn nodig, omdat bijvoorbeeld de gevolgen van grondstofgebruik en klimaatverandering steeds meer invloed krijgen op de economie en onze leefomgeving. Denk aan energiegebruik, overstromingen, bosbranden, onregelmatige rivierafvoer, intensivering van orkanen en zeespiegelstijging. Aardwetenschappers weten hoe deze ‘global change’ functioneert en economen weten wat de sociaal-economische gevolgen ervan zijn. Het probleem is dat hun manier van denken niet altijd even goed bij elkaar past. Bij Aarde en economie leer je denken als aardwetenschapper, maar ook als econoom en leidinggevend beleidsmaker. Het centrale leerdoel van de opleiding is dat de student relevante basisbegrippen, inzichten, methoden en technieken uit de fysische aardwetenschappen en de ruimtelijke economie en besluitvormingsprocessen leert beheersen en toepassen binnen het aardwetenschappelijke werkveld. De opleiding is opgezet als een bètagammaopleiding. Het programma bestaat uit (1) verplichte cursorische studieonderdelen, (2) profileringruimte in een drietal minors opgebouwd uit samenhangende keuzepakketten met een aardwetenschappelijke, of met een economische inhoud, of met een Aarde en economie inhoud en (3) een bacheloronderzoek. Naast speciaal voor de Aarde en economie-opleiding ontwikkelde vakken, worden cursussen gevolgd samen met studenten Aardwetenschappen, of juist met studenten Economie. Het eerste jaar is gericht op een introductie in het wetenschappelijke domein van de opleiding. In het studieonderdeel "Aarde en economie" wordt een aantal thema’s van de opleiding behandeld aan de hand van te bestuderen case studies. Daarnaast zijn er vakken in de basisprincipes van de economie, van de natuurwetenschappen en van de aardwetenschappen. Kennis wordt direct toegepast in de praktijk: door middel van excursies, een veldpracticum en tijdens het veldwerk Aarde en Economie in Limburg. Het tweede jaar concentreert zich op het thema "ruimtelijke analyse en beleid" (onderdelen als regionale economie, statistiek en digitale ruimtelijke data) en het thema "bodem, natuurbeheer en water" (vakken als "Mens en Landschap", "Natuurrampen en risico's", "Natuurwetenschappelijke aspecten van energie en grondstoffen", "Hydrologie", "Kwartairgeologie", "Bodemkunde" en "Basiscursus Milieukunde"). Ook dit jaar wordt afgesloten met een praktische onderzoekstraining rond het thema ruimtelijke analyse. Het derde jaar bestaat naast de verplichte onderdelen als "Wijsgerige vorming" en "Studie en loopbaan", en uit de profileringruimte die de student de gelegenheid geeft verdiepende accenten aan te brengen (in de vorm van een drietal minoren) en die deels oriënterend zijn op het vervolgtraject (masteropleiding) van de studie. De bacheloropleiding wordt afgesloten met een onderzoeksopdracht inclusief verslaglegging (bachelorthesis).
10
Aarde en economie
1.2.2
Bachelor Aardwetenschappen; richtingen I en II Binnen de bachelor Aardwetenschappen is de Aarde het studieobject. Tijdens de opleiding leer je hoe de Aarde als dynamisch systeem functioneert. Je leert gesteenten herkennen en krijgt colleges Global change, die onder meer gaan over de interactie van het aardoppervlak en de atmosfeer. Processen van sedimentatie komen aan de orde en je leert veel over de opeenvolging van gesteentelagen en hun ouderdom en vormingswijze in het studieonderdeel Stratigrafie en sedimentologie. Binnen de colleges Tektoniek worden processen van gebergtevorming en de vorming van sedimentatiebekkens behandeld. In de colleges Paleontologie komt het leven in al zijn vormen in de geologische geschiedenis aan de orde. Ook leer je werken met kaarten en verticale profielen door de aardkorst. Tijdens het eerste jaar wordt die kennis ook in praktijk gebracht tijdens een drietal veldwerken. In het najaar ga je naar de Ardennen, waar je basale veldtechnieken leert en onderzoek doet naar de relatie tussen de geologische opbouw en structuur van de aardkorst en de vormgeving van het landschap (geomorfologie). In het voorjaar houd je je bezig met heel jonge sedimenten tijdens een twee weken durend veldwerk in West Brabant. In de zomer, ten slotte, wordt tijdens een drie weken durende geologische en geomorfologische kartering alle kennis die je in het eerste jaar hebt opgedaan toegepast in een veldwerk in Zuid-Spanje. Aardwetenschappen is een bètastudie die haar basis heeft in de exacte vakken. In het eerste jaar, en ook later tijdens de studie, wordt, afhankelijk van de gekozen specialisatie, dan ook ruim aandacht besteed aan wiskunde, scheikunde, natuurkunde, informatica en/of ecologie. Het vakgebied van de aardwetenschappen is sterk toepassingsgericht. Naast wetenschappelijke vragen over vulkanisme, landschapsontwikkeling, gebergtevorming, sedimentatieprocessen, klimaat, water en milieu zijn er belangrijke en maatschappelijk relevante zaken te bestuderen. Waar bevinden zich fossiele brandstoffen of watervoorraden? Is het mogelijk deze ter beschikking te krijgen en hoe doen we dat? Welke effecten heeft dit en op welke manier zijn de nadelige gevolgen te voorkomen of acceptabel te maken? Bij deze laatste vraagstelling bevinden we ons op milieuterrein.
1.2.3
Bachelor Aardwetenschappen; specialisatie Geoarcheologie Aardwetenschappen en Archeologie hebben veel met elkaar te maken. Het grootste deel van het archeologisch materiaal zit tenslotte in de bodem en daar houden aardwetenschappers zich mee bezig. Zij beschikken over veel methoden en technieken om de opbouw van de bodem te bestuderen. Daarmee zijn dus ook archeologische vindplaatsen op te sporen en te onderzoeken. Als student van de studierichting Geoarcheologie moet je een aantal belangrijke principes uit de aardwetenschappen begrijpen en die vervolgens toe kunnen passen in verschillende onderdelen van het archeologisch werkveld. Het onderwijsprogramma voor de bacheloropleiding bestaat dan ook wat betreft de theoretische vakken uit een pakket aardwetenschappelijk georiënteerde cursussen, die je samen met de aardwetenschappers volgt, en een pakket archeologisch georiënteerde cursussen. Uiteraard krijg je ook een aantal specifieke geoarcheologische vakken. Excursies, veldwerken en stages in binnen- en buitenland maken een wezenlijk onderdeel uit van de studie. Je wordt opgeleid om in een wetenschappelijke, of een meer praktijkgerichte loopbaan in de archeologie aan de slag te kunnen.
Undergraduate School for Earth Sciences
11
1.2.4
Master Earth Sciences De brede masteropleiding Earth Sciences biedt onderdak aan verschillende specialisaties. Een aantal daarvan biedt een vergelijkbare basisopleiding als die van een specialistische onderzoekmaster, maar onderscheidt zich daarvan doordat er meer ruimte is voor eigen invulling van het masterprogramma. Vergelijk b.v. Solid Earth met de specialistische master Geosciences of Basins and Lithosphere, of Applied Environmental Geosciences met de specialistische master Palaeoclimatology and Geo-ecosystems. Daarnaast kent de brede master een aantal richtingen die niet vertegenwoordigd zijn in aparte specialistische masters, waaronder Archaeometry, Landscape Archaeology, Earth and economy, Science Communication en Education. Applied Environmental Geosciences Applied Environmental Geosciences (AEG) is een specialisatie binnen de masteropleiding Earth Sciences. De specialisatie biedt een studietraject voor studenten die een breed, toegepast, aardoppervlaktegericht programma willen volgen. De specialisatie vergroot je kennis van de jongere geologie en fysische geografie, de processen aan het aardoppervlak op land en in zee, de werking van het klimaat, vroegere en huidige klimaatverandering, de ecologie, de invloed van de mens op het Aardse Systeem en beleidsmaatregelen. Centrale thema’s in de opleiding zijn: Earth systems and Sediments, Climate Change, Environmental management and Policy, GeoTools and Techniques. Het programma van de specialisatie AEG is tot aan de Kerst van het eerste jaar grotendeels gezamenlijk met de onderzoeksmaster Palaeoclimatology and Geoecosystems. De grote keuzeruimte in het eerste en tweede jaar geeft je de mogelijkheid je eigen interesses te volgen en een studiepakket samen te stellen waarmee je je optimaal voorbereidt op de arbeidsmarkt. Solid Earth Solid Earth richt zich op de studie van diepere lagen van de aardkorst en de lithosfeer alsmede op de oorsprong, opvulling en deformatie van sedimentatiebekkens. Vanuit de disciplines tektoniek, petrologie, geofysica, en (isotopen-)geochemie wordt inzicht verkregen in processen als subductie, korstdeformatie, vulkanisme, metamorfose en continentale botsingen, met als gevolg opheffing, daling en erosie. De disciplines structurele geologie en sedimentologie richten zich op het begrijpen van structuren waarin olie en gas gevonden kunnen worden, en op de relaties tussen processen op grote diepte en resulterende deformatie aan het aardoppervlak, inclusief de sedimentaire stratigrafie. Het eerste semester van deze specialisatie is identiek aan dat van de onderzoeksmaster Geosciences of Basins and Lithosphere. Er zijn twee masterrichtingen in de geoarcheologie, te weten Archaeometry en Landscape Archaeology. Archaeometry is gericht op de chemische en fysische kant van vindplaatsen en de gevonden voorwerpen: hoe oud is het, waar komt het vandaan, hoe is het gemaakt, waar kunnen we wat vinden? Binnen de specialisatie maak je ook kennis met de bio-archaeology, die moderne technieken in bio-materiaalstudies behandelt. Landscape Archaeology is georiënteerd op het (archeologisch) landschap en is dus vooral gericht op het aardoppervlak. Deze richting bestaat in belangrijke mate uit
12
Aarde en economie
geomorfologische onderdelen. Een derde mastervariant Bioarchaeology is in ontwikkeling en wordt naar alle waarschijnlijkheid vanaf september 2009 aangeboden. De variant Education heeft als doel je op te leiden tot eerstegraads bevoegd docent Aardrijkskunde en bestaat uit 1 jaar mastervakken bij Aardwetenschappen en 1 jaar lerarenopleiding bij het Onderwijscentrum. Het aardwetenschappelijk pakket is voor een belangrijk deel vrij in te vullen. Verplicht zijn in ieder geval een Research Project en het vak Sociale geografie II (450168). Verder is het, gezien de inhoud van het schoolvak Aardrijkskunde in het middelbaar onderwijs, raadzaam in ieder geval voldoende achtergrondkennis in voornamelijk sociaal en fysisch geografische onderwerpen op te bouwen. De lerarenopleiding bestaat uit vijf onderdelen: het opdoen van werkervaring in het onderwijs via een stage of baan (30 stp.), vakdidactiek (9 stp.), algemene didactiek/pedagogiek (9 stp.), onderzoek van onderwijs (8 stp.) en een keuzeprogramma (4 stp.). Aangezien de opleiding zeer praktijkgericht is, vormt het opdoen van werkervaring een belangrijk onderdeel. Science communication is een bèta-breed georganiseerd programma waarbij je in staat gesteld wordt een goede communicator te worden op je eigen wetenschapsgebied, bijvoorbeeld in de journalistiek, als educatief medewerker, of in een museum. Het programma gaat naast de praktische kant van de wetenschapscommunciatie ook dieper in op de theorie en het onderzoek binnen de wetenschapscommuncatie. Hiervoor geldt dat 1 jaar bij Aardwetenschappen wordt opgevuld en 1 jaar bij de afdeling Wetenschapscommunicatie. Binnen het aardwetenschappelijk deel is een Research Project verplicht. Het deel wetenschapscommunicatie en 1 jaar bestaat uit twee verplichte vakken (Qualitative and Quantitative Research Methods en Science and Communciation), keuzevakken (o.a. wetenschapsjournalistiek en museologie), een scriptie en een stage bij de afdeling Wetenschapscommunicatie. 1.2.5
Master Geosciences of Basins and Lithosphere De onderzoeksmaster Geosciences of Basins and Lithosphere (GBL) is een 2-jarige opleiding gericht op sedimentaire bekkens en de diepere lithosfeer. De opleiding heeft tot doel studenten op te leiden tot specialisten die inzicht hebben in de vorming van sedimentaire bekkens en de processen die hier direct of indirect mee samenhangen. Het programma is onderverdeeld in drie specialisatierichtingen, te weten ‘Sedimentary basins: architecture and evolution’, ‘Continental lithosphere: composition and rates of processes’ en ‘Petroleum Systems: development and regional geology’. Deze onderzoeksmaster is gericht op het verbreden en verdiepen van kennis, maar vooral ook op de toepassing ervan in verschillende contexten en het leggen van verbanden tussen verschillende vakgebieden binnen de Aardwetenschappen. Het meest bijzondere aan deze onderzoeksmaster is het internationale karakter ervan: een deel van het curriculum kan gevolgd worden aan 1 (of meer) van de gelieerde buitenlandse instituten, die allemaal hun eigen specialisaties in cursusvorm voor dit programma beschikbaar stellen. Bovendien rust de onderzoeksmaster op een hechte samenwerking met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld in de vorm van stageplaatsen. Momenteel is actieve participatie geregeld met Shell, Norsk-Hydro, Total, GFZ, IFP
Undergraduate School for Earth Sciences
13
en TNO. Het netwerk van universiteiten die deelnemen aan de uitwisseling bestaat naast de Vrije Universiteit uit de 'Université Pierre et Marie Curie' uit Parijs, ‘Université de Rennes’ uit Rennes, de ‘Eötvös Lorand University’ uit Boedapest, the University of Bergen (Noorwegen), en de Technische Universiteit (RWTH) uit Aken. Toekomstmogelijkheden voor afgestudeerden liggen onmiskenbaar in het wetenschappelijk onderzoek en het bedrijfsleven, maar tevens in beleidsfuncties of onderzoeksfuncties bij overheden. Denk hierbij onder andere aan toepassing van opgedane kennis ten bate van het gebruik van sedimentaire bekkens als bron voor voorraden van water, geothermische energie, gas en olie, maar ook als opslagplaats voor bijvoorbeeld water, aardgas, afval (inclusief radioactief afval) en CO2. De onderzoeksmaster kent specifieke toelatingseisen. Zie voor meer informatie de websites: http://www.basinmaster.eu/ of stuur een e-mail naar
[email protected]
14
1.2.6
Master Hydrology De hydrologie houdt zich bezig met het voorkomen, de beweging en de chemische samenstelling van grond- en oppervlaktewater. Het is een sterk toegepaste natuurwetenschappelijke discipline met een groot maatschappelijk belang. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere: de beschikbaarheid van schoon drinkwater, een duurzame benadering tot het gebruik van grond- en oppervlaktewatervoorraden en de relaties tussen veranderingen in de waterkringlopen en die in ecosystemen en het klimaat. Het masterprogramma Hydrology kent twee specialisatierichtingen. In de Hydrogeology-specialisatie ligt de nadruk op regionale grondwaterstroming in relatie tot de geologie en de interactie van water met mineralen en bacteriën in de onverzadigde en verzadigde zones. In de Ecohydrologyspecialisatie ligt de nadruk meer op het combineren van hydrologische concepten met bodem-, vegetatie- en atmosfeeruitwisseling van water en andere stoffen. Hiermee wordt een nauwe relatie gelegd met de ecologie en de masteropleiding Palaeoclimatology and Geo-ecosystems. Beide specialisaties hebben een theoretische component, veldwerken, excursies en computersimulatie-oefeningen in het programma.
1.2.7
Master Palaeoclimatology and Geo-ecosystems De eerste vier maanden van de masteropleiding Palaeoclimatology and Geoecosystems zijn er op gericht om een gedetailleerd inzicht te krijgen in de interacties tussen het klimaat en de geo-ecosystemen. Daarnaast worden extreme klimaatsperioden uit de geschiedenis van de Aarde behandeld waaruit lessen voor de toekomst kunnen worden getrokken. In hoeverre kunnen bijvoorbeeld vroegere perioden met extreem hoge CO2-gehaltes als maat dienen om de gevolgen van de huidige antropogene CO2-verhoging in te schatten? Wat zijn de gevolgen van zeespiegelstijging voor de geo-ecosystemen langs de kust en voor rivierafvoerpatronen? Na inleidende cursussen over de werking van het huidige klimaatsysteem en de relatie daarvan met de geo-ecosystemen, geeft het onderdeel "Sedimentary Environments and Climate Archives" een gedetailleerde analyse van specifieke terrestrische en marine sedimentatie milieu’s waarin klimaats/milieu archieven liggen opgeslagen. Welke parameters gebruiken we om deze archieven te ontsluiten? In "High resolution archives: climate on seasonal to centennial scale" worden natuurlijke
Aarde en economie
klimaatsarchieven zoals, koralen, schelpen en stalagmieten behandeld. Alle behandelde technieken zullen tijdens praktika in de laboratoria zelfstandig worden uitgevoerd. In de cursus "Climate Modeling" zal de werkwijze van verschillende computermodellen worden besproken en met behulp van praktische oefeningen worden geïllustreerd. De grote stofkringlopen, zoals de koolstofcyclus, en hun betekenis voor het aardse klimaat en voor terrestrische en marine geo-ecosystemen staan centraal in "Modern en Past Global Biogeochemical Cycles". De rol van het klimaat op de ontwikkeling van de mens en vice versa diens invloed op het klimaat zijn thema in "Man and Climate: from Hominids to Modern Civilisation". "Climate and Policy" belicht de gevolgen en implicaties van milieuvariaties voor politiek beleid en sluit de serie van verplichte cursussen af. Het tweede jaar biedt een scala aan keuzevakken, inclusief cursussen die worden aangeboden door verwante buitenlandse instituten (bijvoorbeeld in Londen, Gif sur Yvette, of Bremen) en de mogelijkheid tot het volgen van stages in de industrie of bij instituten. De laatste fase van de opleiding bestaat uit het uitvoeren van een Research Project en het schrijven van een Master's Thesis. Studenten die de opleiding succesvol afronden zullen: • In alle opzichten een goed overzicht hebben van het Paleo-klimatologisch en geoecologisch onderzoek; • In staat zijn verschillende methodes toe te passen met betrekking tot klimaat en milieureconstructie; • Een actueel beeld hebben van de wetenschappelijke literatuur en in staat zijn deze kritisch te beoordelen; • In staat zijn de verworven wetenschappelijke kennis binnen een beperkte tijd mondeling en schriftelijk te presenteren en te verdedigen tegenover een professioneel publiek; • Geleerd hebben hoe ze hun eigen onderzoeksdoelen kunnen formuleren; • In staat zijn te functioneren en samen te werken binnen een groep. De opleiding zal de student in staat stellen: • Een PhD-thesis uit te voeren in paleoklimatologie, paleo-oceanografie, geomorfologie, Kwartairgeologie, of verwante onderzoeksvelden; • Te werken bij een bedrijf of bureau dat onderzoeks- of beleidsgericht is, aangezien de student de grondslagen van het wetenschappelijk denken, werken en de verslaglegging grondig geleerd heeft. 1.2.8
Master Environment and Resource Management Environment and Resource Management is een 1-jarig masterprogramma. De opleiding concentreert zich op de wetenschappelijke concepten en methoden die nodig zijn om de oorzaak van veranderingen in het milieu te begrijpen en om milieuproblematiek te helpen oplossen. Een belangrijk deel van het programma houdt zich bezig met thema’s en methoden die hun oorsprong hebben in de milieueconomie, met name om te bepalen wat de effectiviteit en efficiency van bepaalde oplossingen voor milieuproblemen is. Milieuproblemen worden hier gedefinieerd als een antropogene verstoring in de relatie tussen milieu en maatschappij, zoals deze wordt ervaren door groepen individuen, organisaties, of instituten. Daarom zijn milieuproblemen vooraleerst maatschappelijke problemen.
Undergraduate School for Earth Sciences
15
Het hoofddoel van de opleiding is het opleiden van studenten tot experts in het management van natuurlijke hulpbronnen en het milieu, opdat ze concepten, technieken en methoden kunnen toepassen in het verkrijgen van inzicht in milieuproblematiek en kunnen bijdragen aan het oplossen daarvan. “Resource management” slaat hier specifiek op het gebruik van ruimte en natuurgebieden. De opleiding probeert een gemeenschappelijke taal te creëren onder experts van verschillende relevante disciplines, zodat zij op een effectieve manier en in een multidisciplinaire omgeving kunnen werken aan milieuproblematiek. Daarnaast wordt een multidisciplinaire “gereedschapskist” aangereikt, in de zin van praktische toepassing van methoden en technieken.
1.3 1.3.1
Relevante masteropleidingen van andere faculteiten Master Spatial, Transport and Environmental Economics De MSc Spatial, Transport and Environmental Economics (STREEM) vormt een hoogwaardige wetenschappelijke opleiding. Afgestudeerden beschikken over een grondige kennis van de moderne algemene economische theorie in het algemeen, en de ruimtelijke economie in het bijzonder. Hierbij wordt ruimtelijke economie gezien als de verzamelnaam van de subdisciplines regionale, stedelijke, transport- en milieueconomie. Studenten kunnen de theorie toepassen op ruimtelijk-economische beleidsvraagstukken. Daarnaast is de afgestudeerde in staat om zelfstandig relevante onderzoeksvragen te formuleren, een onderzoeksproject op te zetten, uit te voeren en er over te rapporteren en te presenteren. Naast theorie is er ook veel aandacht in de opleiding voor empirische en kwantitatieve kennis en vaardigheden op een wetenschappelijk niveau. Het uiteindelijke doel is dat studenten volledig zelfstandig verantwoord en theoretisch goed gefundeerd toegepast empirisch onderzoek uit kunnen voeren. De opleiding kent drie hoofdstromingen: • Regionale en stedelijke economie • Milieueconomie • Transporteconomie Enkele voorbeelden van onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn de effectiviteit van prijsbeleid gericht op filebestrijding, binnenstedelijke problematiek zoals armoede, criminaliteit en segregatie, de effectiviteit van Europees regionaal stimuleringsbeleid, het effect van klimaatverandering op veiligheid en overstromingen, het ontwerp van een duurzaam transportsysteem voor de Randstad, en het stimuleren van adoptie van energie-efficiënte technologie. In elk van deze stromingen worden tenminste twee vakken aangeboden, waarvan één kernvak en één of meer specialisatievakken. De drie hoofdstromingen hebben duidelijke onderlinge raakvlakken en zijn sterk op elkaar betrokken. Kennis van verschillende stromingen verrijkt het vermogen van de studenten om zelfstandig adequaat onderzoek te doen naar complexe ruimtelijk-economische vraagstukken. Studenten volgen daarom in elk geval twee van de drie kernvakken.
16
Aarde en economie
Meer informatie is te vinden via http://www.feweb.vu.nl/streem. Ook kun je direct contact opnemen met Henri de Groot (
[email protected]) of Erik Verhoef (
[email protected]).
1.4
Programma en vakken Het studieprogramma van Aarde en economie en de daarbij behorende vakomschrijvingen zijn online te vinden op www.studiegids.vu.nl> Aarde en economie (BSc) en als PDF document op de facultaire website: http://www.falw.vu.nl > studenten > studiegids bachelor. Het opleidingprogramma van iedere opleiding is formeel vastgelegd in de Onderwijsen Examenregeling (OER). Daarin kun je altijd terugzoeken hoe je vakkenpakket opgebouwd moet zijn om te kunnen afstuderen. Omdat in de loop der jaren veranderingen worden doorgevoerd in de samenstelling van de opleiding, en er dus ieder jaar nieuwe OERen worden gemaakt, kun je via de facultaire website altijd nog een OER raadplegen van het jaar waarin jij begon met de studie: http://www.falw.vu.nl/ > studenten> Belangrijke regelingen > Onderwijs- en Examenregelingen > School for Earth and Environmental Sciences.
1.5
Toelatingsvoorwaarden Aarde en economie Vooropleidingseisen De toelatingseis voor de bachelorvariant Aarde en economie is een VWO-diploma met het profiel Economie en Maatschappij, Natuur en Techniek, of Natuur en Gezondheid. Studenten met een VWO-profiel Cultuur en Maatschappij hebben uitsluitend instroomrechten tot de opleiding als zij beschikken over een voldoende eindexamen voor Wiskunde A2 of B1. Voor iedereen geldt daarnaast dat Nederlands en Engels op VWO-niveau verplicht zijn gesteld. Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s Een (propedeutisch) diploma HBO geeft toegang tot de bacheloropleiding Aarde en economie. De faculteit stelt hierbij dezelfde eisen voor wiskundekennis als bij het vwo-diploma. Ook de Engelse taal zal op VWO-niveau beheerst dienen te worden. Aankomende studenten zullen hun eventuele deficiënties ingehaald moeten hebben vóór ze aan een opleiding aan een universiteit mogen beginnen. Verdere informatie over toelating met een andere vooropleiding (onder andere colloquium doctum) staat vermeld in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding, of wordt verstrekt door de afdeling Studentendecanen, tel. 598 5020. Zie ook http://www.falw.vu.nl/ > studenten > Belangrijke Regelingen > Onderwijs- en Examenregelingen > School for Earth and Environmental Sciences Toelatingsonderzoek/Colloquium doctum Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen, bestaat de mogelijkheid, wanneer de leeftijd van 21 jaar of ouder is bereikt, een universitair toelatingsonderzoek, colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen, tel. 598 5020.
Undergraduate School for Earth Sciences
17
1.6
Verplichte taaltoets Nederlands In week 40 en 41 (29 september t/m 10 oktober 2008) zullen alle eerstejaars bachelorstudenten aan de VU een verplichte taaltoets Nederlands doen. Basisfilosofie achter de taaltoets is dat de VU in een vroeg stadium taalproblemen wil traceren, diagnosticeren en oplossen met het doel studenten met taalproblemen betere kansen op een goed verloop van hun bacheloropleiding te geven. Informatie over de definitieve roostering voor FALW-studenten wordt in september gepubliceerd op de facultaire website http://www.falw.vu.nl/.
1.7 1.7.1
Doelstelling en eindtermen van de bachelor Aarde en economie Doelstelling van de opleiding De afgestudeerde bachelor wordt geacht met succes een aansluitende masteropleiding te kunnen volgen binnen het gedefinieerde domein van de opleiding. Daartoe zijn de volgende primaire doelstellingen gedefinieerd: •
•
•
•
•
1.7.2
18
De afgestudeerde bachelor heeft voldoende theoretische kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van relevante delen van de fysische aardwetenschappen (met name gericht op het aardoppervlak); De afgestudeerde bachelor heeft voldoende theoretische kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van de ruimtelijke economie en bestuurlijke besluitvormingsprocessen en regelgeving met name op het gebied van inrichting, beheer en duurzaam gebruik van de Aarde; De afgestudeerde bachelor is in staat een (beperkte) integrale aardkundige en economische analyse uit te voeren voor een gebied (regio) op basis van kennis van en inzicht in geologie, hydrologie, cultuurhistorie, natuurbeleid, inrichting en infrastructuur en regionale economische ontwikkeling en op basis van die analyse een visie te geven over het huidige en toekomstige ontwikkelingsbeleid; De afgestudeerde bachelor heeft een eerste ervaring met wetenschappelijk onderzoek, die gaandeweg wordt opgedaan door gerichte onderzoekstrainingen en vervolgens door deelname aan een begeleid wetenschappelijk onderzoeksproject op bachelorniveau; De afgestudeerde bachelor bezit academische vaardigheden waaronder zelfstandigheid en onafhankelijkheid, communicatief gedrag en samenwerking en een kritische attitude en bewustzijn met betrekking tot de morele en ethische dimensies van wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan.
Eindtermen bacheloropleiding Eindtermen theoretische kennis, inzicht en vaardigheden m.b.t fysische aardwetenschappen • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de eigenschappen en structuur van de Aarde en van de werking van het Systeem Aarde als systeem van lagen (sferen): lithosfeer, hydrosfeer, biosfeer en atmosfeer), kringlopen van materie, endogene en exogene dynamische processen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de elementaire processen van erosie, transport en sedimentatie, die het aardoppervlak beïnvloeden en vorm geven;
Aarde en economie
•
• •
De bachelor heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste hydrologische processen, waaronder de kringloop van het water: neerslag, verdamping, infiltratie, stroming van het water in de onverzadigde en verzadigde zones, waterafvoer, oppervlaktewater en grondwater; De bachelor heeft kennis van en inzicht in de interactie van bodem, water en atmosfeer en het daarmee samenhangende ecosysteem; De bachelor heeft basale kennis van en inzicht in de relevante bètadisciplines (wis- en natuurkunde, scheikunde en biologie), tot een niveau dat noodzakelijk is voor een begrip van natuurlijke processen, die het door de mens benutte aardoppervlak betreffen.
Eindtermen theoretische kennis, inzicht en vaardigheden m.b.t ruimtelijke economie, besluitvormingsprocessen en regelgeving • De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in de essentiële economische basisprincipes die van belang zijn voor vragen over gedrag van consumenten, producenten en de rol van de overheid in het economische proces; • De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in de relatie tussen ruimte en economie, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan locatiebeslissingen, regionale economische ontwikkeling, handel, de werking van de grondmarkt en ruimtelijk ordeningsbeleid; • De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de gevolgen van de inrichting van het landschap voor water, natuur, werken, wonen, recreatie en transport (o.a. milieueffectrapportages en risicoanalyses); • De bachelor heeft een brede kennis van en inzicht in politieke en maatschappelijke planologische besluitvormingsprocessen; • De bachelor heeft brede kennis van de relevante interacties tussen verkeer en vervoer, ruimtelijke ontwikkeling, en milieu vanuit een positief en normatief economisch perspectief. Eindtermen integrale aardkundige analyse en economische analyse • De bachelor kan vraagstukken op het gebied van de inrichting van het landschap ten behoeve van wonen, werken, natuurbeheer, recreatie en transport analyseren en met de opgedane multidisciplinaire kennis voorstellen formuleren om deze op te lossen (vaardigheden in probleemoplossing); • De bachelor kan multidisciplinair denken en verbanden leggen tussen aardwetenschappelijke en economische informatie-inhouden; • De bachelor is in staat om vakliteratuur en rapporten op aardwetenschappelijk en economisch gebied met betrekking tot gebruik van aardse hulpbronnen en inrichting van de ruimte te lezen, te begrijpen en kritisch te beoordelen. Eindtermen ervaring met wetenschappelijk onderzoek • De afgestudeerde bachelor kan op systematische wijze zelfstandig informatie verwerven op basis van (een beperkte) beleidsgerichte aardwetenschappelijk/economische vraagstelling; • De afgestudeerde bachelor kan deze informatie selecteren en structureren en in onderlinge samenhang brengen en interpreteren; • De afgestudeerde bachelor kan eigen onderzoeksresultaten en die van anderen schriftelijk en mondeling op heldere wijze presenteren. Eindtermen academische vaardigheden
Undergraduate School for Earth Sciences
19
• •
• •
• •
•
1.8 1.8.1
De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de rol van de Aardwetenschappen en de Economie in wetenschap, samenleving en beroepspraktijk; De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in het belang, de reikwijdte, toepassing en verantwoordelijkheden van wetenschappelijk onderzoek, het wetenschapsgebied en het bestaan en de betekenis van naastliggende vakgebieden; De afgestudeerde bachelor kan in zijn/haar vak op academisch werk- en denkniveau functioneren en verder leren; De afgestudeerde bachelor kan zich een oordeel vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten; De afgestudeerde bachelor bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan; De afgestudeerde bachelor is in staat een weloverwogen keuze te maken voor nadere specialisatie in het vervolgtraject van de studie (masteropleiding), dan wel voor het functioneren op de arbeidsmarkt; De student leert vakliteratuur in de Nederlandse en Engelse taal zelfstandig te bestuderen.
Jaarindeling, roosters en studiebelasting Jaarindeling en roosters De bachelorprogramma's binnen de Undergraduate School for Earth Sciences zijn opgezet volgens de academische kalender van de VU. De kalender is onderverdeeld in zes periodes, twee periodes van vier weken en vier periodes van acht weken. Voor het collegejaar 2008/2009 geldt: Periode 1, week 36 t/m 43, september en oktober 2008 Periode 2, week 44 t/m 51, november en december 2008 Periode 3, week 2 t/m 5, januari 2009 Periode 4, week 6 t/m 13, februari en maart 2009 Periode 5, week 14 t/m 22, april en mei 2009 Periode 6, week 23 t/m 26, juni 2009 Periode 1, 2 en 3 vallen in het eerste semester en periode 4, 5 en 6 in het tweede semester. In enkele gevallen worden cursussen gespreid over opeenvolgende periodes, terwijl in het late voorjaar en vroege zomer door excursies en veldwerken van de uniforme academische kalender wordt afgeweken. De laatste week van een periode is gewoonlijk een tentamenweek. De gedetailleerde uitgewerkte roosters voor alle studieonderdelen te raadplegen via internet http:/www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleidingen > Aardwetenschappen en Geoarcheologie > roosters. Of Aarde en economie > roosters. De gedetailleerde roosters voor het eerste semester worden doorgaans in de zomer (juli) vastgesteld en bekend gemaakt. Voor het tweede semester zijn de roosters medio december klaar. Een jaarlijks uitgegeven jaarschema waarin de vakken van gehele studiejaren in schema worden weergegeven is eveneens te downloaden van de facultaire website.
20
Aarde en economie
1.8.2
Studielast per periode, per jaar, per opleiding Binnen iedere periode van acht weken wordt onderwijs gegeven met een gemiddelde studielast van 12 stp, voor de periodes van vier weken geldt een gemiddelde studielast van 6 stp. Een studiejaar bestaat uit 60 studiepunten (volgens het European Credit Transfer System), wat overeenkomt met 1680 studiebelastingsuren per jaar. Een studiepunt komt dus overeen met 28 uur studietijd. Een week voltijds studie bedraagt ongeveer 1,4 stp. De studielast van de gehele bacheloropleiding bedraagt 180 stp.
1.8.3
Roosterwijzigingen Door omstandigheden is het onvermijdelijk dat er, nadat een rooster in alle details is vastgelegd en bekend gemaakt, soms roosterwijzigingen worden doorgevoerd. Belangrijke roosterwijzigingen worden aangekondigd op de website van FALW en/of op Blackboard.
1.9 1.9.1
Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat en -coördinatie Op het studiesecretariaat kan men terecht voor algemene inlichtingen over de studie, het aanvragen van examens en getuigschriften, overzichten van studieresultaten, vragen over inschrijvingen voor vakken en tentamens, en het doorgeven van een wijziging. Elke student is verplicht om adreswijzigingen door te geven via TIS. Wijzigingen als verandering van opleiding, beëindiging van studie, dan wel langdurige studieonderbrekingen moeten doorgegeven worden via de studentenbalie in het Hoofdgebouw. Openingstijden studiesecretariaat: maandag t/m vrijdag van 10.00-13.00 uur. Mail:
[email protected]. Ook is het mogelijk om een afspraak te maken als je niet tijdens het spreekuur kunt komen. Onderwijscoördinatie De onderwijscoördinator en bachelorcoördinatoren zijn belast met onderwijszaken als de uitvoering van het onderwijsbeleid, kwaliteitszorg, de roosters en de redactie van de studiegids. Bachelorcoördinator Aarde en economie: mw. drs. Mathilde Molendijk, kamer A621, tel. 598 9508; e-mail:
[email protected]. Hoofd van de bacheloropleiding Aardwetenschappen: mw. dr. Reini Zoetemeijer, kamer E-154, tel. 598 7382; e-mail:
[email protected].
1.9.2
Studieinformatie en -communicatie Informatie met betrekking tot de studie wordt via een veelheid aan kanalen aan de studenten aangeboden. Er is een studiegids (online), blackboard, facultaire website, TIS, VU-portal, etc. Voor de duidelijkheid volgt een indicatie omtrent welke studieinformatie waar wordt aangeboden: Portal: in de VU-portal wordt relevante studieinformatie uit systemen als Blackboard en TIS verzameld. Blackboard: gedetailleerde informatie op cursusniveau aangeboden door de docenten.
Undergraduate School for Earth Sciences
21
Studiegids (via de facultaire website): algemene informatie over de faculteit, de School en de opleiding: o.m. regelingen, voorzieningen, studieprogramma's, vakomschrijvingen, etc. TIS: aanmelding voor cursussen en tentamens, inzage in studieresultaten. Facultaire website: informatie op facultair en opleidingsniveau; o.m. roosters, online studiegidsen, reglementen, studiebegeleiding, veldwerksubsidies, facultaire voorzieningen, onderzoeksafdelingen, nieuws, etc. VU-website: algemene informatie op universiteitsniveau; w.o. inschrijving, studiefinanciering, advies en begeleiding, inspraak en reglementen, voorzieningen en digitale services, etc. E-mail Het is belangrijk dat alle studenten regelmatig het e-mailaccount van de VU controleren dat zij toegewezen hebben gekregen bij de aanvang van de opleiding (@student.vu.nl). Dit is het enige mailadres dat de faculteit (w.o. ook Onderwijsbureau, studiesecretariaat, Examencommissie, e.a.) zal gebruiken om via email te communiceren. Andere mailadressen zijn niet bekend bij de onderwijsadministratie, ook niet wanneer deze door de student zijn ingevoerd in digitale systemen zoals Blackboard, of TIS. Het is daarom aan te raden je VU emailadres te koppelen aan een privé e-mailadres.
22
1.9.3
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Studieonderdelen worden periodiek schriftelijk geëvalueerd. Bij de evaluaties wordt een vragenlijst van het VU Onderwijscentrum gebruikt. Dit centrum zorgt ook voor de uitwerking van de evaluaties. De evaluatierapporten van het Onderwijscentrum hebben een vertrouwelijk karakter; zij worden toegezonden aan de leden van de opleidingscommissies. Indien de schriftelijke evaluatie daar aanleiding toe geeft, worden de uitkomsten van de cursusevaluatie(s) met de betreffende docent(en) en afdelingshoofd(en) besproken. Tevens wordt een samenvatting gemaakt door het Onderwijscentrum van geëvalueerde studieonderdelen binnen bepaalde fasen van de opleidingen. De opleidingscommissie adviseert het faculteitsbestuur gevraagd en ongevraagd over de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding als geheel en in afzonderlijke studieonderdelen op basis van de evaluatieresultaten. Individuele docenten kunnen ook buiten de vaste evaluatierondes om hun onderwijs laten evalueren door middel van de vragenlijsten van het Onderwijscentrum. Tevens kunnen studenten door tussenkomst van de opleidingscommissie verzoeken om bepaalde onderdelen te laten evalueren.
1.9.4
Bibliotheek In de Universiteitsbibliotheek vindt men de boeken- en tijdschriftencollecties Aardwetenschappen, Biologie, Milieuwetenschappen (IVM), Algemene Vorming, Natuur- en Sterrenkunde, Scheikunde, Informatica en Wiskunde. Ook is er een grote collectie aardwetenschappelijke kaarten.De boeken en tijdschriften zijn open opgesteld en kunnen worden opgezocht met behulp van de catalogus van de UBVU of met de nationale catalogus Picarta.Elektronische tijdschriftartikelen kunnen worden opgespoord met behulp van bibliografieën als GeoRef, MilieuLiteratuurBestand, Web of Science, en via de electronic journal list van de bibliotheek.In Metasearch kan men
Aarde en economie
meerdere online bibliografieën tegelijk doorzoeken en kan men met My Space, na identificatie met VU-Net-id, online een persoonlijke bibliotheekomgeving inrichten. De Universiteitsbibliotheek biedt de Webcursus Informatievaardigheden Niveau A – Overige studierichtingen aan als algemene introductie in het zoeken naar wetenschappelijke literatuur. Van boeken die verplicht zijn voor bepaalde tentamens, is in ieder geval één exemplaar aanwezig. Boeken die gepubliceerd of minstens twee maal uitgeleend zijn sinds het jaar 2000, staan in open opstelling op de 2e etage in voor de Bètawetenschappen bestemde kasten. Ze kunnen dan met een studentenkaart direct worden geleend aan de balie. Recente jaargangen van aardwetenschappelijke wetenschappelijke tijdschriften zijn bijna uitsluitend digitaal beschikbaar. Oudere, niet digitaal beschikbare jaargangen staan in depot en kunnen kosteloos worden aangevraagd aan de balie. Kaarten zijn helaas uitsluitend na navraag bij de balie beschikbaar. Documenten die niet bij de Universiteitsbibliotheek van de VU te raadplegen zijn kun je bestellen via het interbibliothecair leenverkeer (IBL). Ga voor meer informatie hierover naar: www.ubvu.vu.nl > Artikelen/publicaties elders aanvragen via IBL. Op vertoon van je collegekaart en identiteitsbewijs kun je ook gratis lid worden van alle andere universiteitsbibliotheken in Nederland. De meeste tijdschriften zijn online beschikbaar via de UBVU website (http://www.ubvu.vu.nl/). Om buiten de campus toegang te krijgen tot de digitale collectie heb je een VU-net-id nodig. Meer informatie op de UBVU-website > Digitale diensten. Zie ook voor nadere informatie over het lenen, het bibliotheekreglement, de overige bibliotheken van de VU, de studiezalen, webcursussen informatievaardigheden, enz. de UBVU-website. De afdeling Aard- en Levenswetenschappen van de Universiteitsbibliotheek bevindt zich op de tweede tot en met de zesde verdieping van het hoofdgebouw, ingang De Boelelaan 1105, ruimte 2B-01.Openingstijden: maandag t/m donderdag van 9.0021.00 uur, vrijdag van 9.00-17.00 uur en zaterdag van 10.00-15.30 uur. Telefoon: (020) 598 5200. De Bibliotheek Economie bevindt zich in de B-vleugel van het hoofdgebouw op de derde en vierde verdieping (ingang bij 3B-01). Openingstijden, maandag t/m donderdag: 9.00 tot 21.00 uur; vrijdag: 9.00-17.00 en zaterdag 10.00-15.30. De kaartenverzameling bevindt zich in het hoofdgebouw, 1ste etage, 1A-01a. Openingstijden: maandag t/m donderdag 09.00-12.30 uur en 13.00-16.45 uur Telefoon: (020) 59 85188 Conservator van de Kaartenverzameling: Mw. drs. A. H. Ruitinga (Kamer 1A-01b, tel. (020) 59 85189). 1.9.5
Studieboeken en syllabi Studieboeken zijn onder meer verkrijgbaar bij de VU Boekhandel, hoofdgebouw, tel. 020 644 4355, www.vuboekhandel.nl. Syllabi worden meestal tegen vergoeding verstrekt door de docenten. Veel studiemateriaal wordt tegenwoordig online via Blackboard aangeboden. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, syllabi en practicummaterialen, etc., zijn voor rekening van de student.
Undergraduate School for Earth Sciences
23
De faculteitsvereniging GeoVUsie (zie ook bij studievereniging) zorgt voor gezamenlijke boekenaanschaf met korting. Ook de faculteitsvereniging van Archeologie, Underground, en die van FEWEB, Aureus, verkopen boeken. 1.9.6
Computerfaciliteiten Studenten die zich inschrijven bij de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen worden op dat ogenblik geregistreerd als gebruiker van het facultaire computernetwerk, waardoor toegang tot internet en het netwerk van de faculteit verkregen wordt. Van het netwerk is gebruik te maken via de binnen de faculteit opgestelde computers, bijvoorbeeld in zaal F-229b. Daarnaast is het toegestaan gebruik te maken van onderwijszalen met computers (T-404, T-422, T-437, T-438, T468, U-419, F-153 en F-401), maar alleen op de tijdstippen dat daarin geen onderwijsactiviteiten zijn geroosterd. Deze roostering wordt kenbaar gemaakt bij de ingang van de zaal. Een docent is te allen tijde bevoegd studenten te verzoeken de zaal te verlaten, wanneer deze voor onderwijsactiviteiten nodig is. De internetpagina van de facultaire helpdesk bevat een grote hoeveelheid informatie over het netwerk, pc's en software: http://www.falw.vu/helpdesk/
1.9.7
24
Studentenorganisaties en -medezeggenschap GeoVUsie GeoVUsie, de studievereniging voor alle studenten Aardwetenschappen, Geoarcheologie en Aarde en economie, telt zo'n 300 leden. De contributie voor leden bedraagt EUR 30 voor de gehele studietijd. Iedereen kan donateur worden. De activiteiten van GeoVUsie concentreren zich rond een aantal commissies: • Geoflex b.v. b.v., organisator van aardwetenschappelijke excursies: elk jaar een meerdaagse excursie naar het buitenland en één of meerdere binnenlandexcursies. Ook organiseert Geoflex wekelijks een aardwetenschappelijke lezing door een staflid of iemand van buiten de universiteit, of een film; • Feestcommissie, verantwoordelijk voor de organisatie van feesten en de wekelijkse borrel voor studenten en medewerkers op donderdag in de studentenkamer F-045 (de Donderdorst); • SI-commissie, die ieder jaar opnieuw de Sociale Introductie van de eerstejaars op zich neemt, zowel tijdens de IDEE-week in augustus als tijdens het altijd gezellige introductieweekend in het laatste weekend van september. Een tweede taak is het helpen op open dagen; • Sportcommissie, organiseert sportieve evenementen van allerlei aard, zoals het zeilweekend, het volleybal- en voetbaltoernooi en het van Alebeek toernooi; • Geocult, zorgt voor de culturele activiteiten binnen de studievereniging, zoals de jaarlijkse filmnacht en vele andere rare dingen; • VIP-commissie (Vinger-in-de-Papcommissie), deze bestaat uit oude GeoVUsierotten die altijd bereid zijn om (soms ongevraagde) adviezen te geven en waar nodig een helpende hand toe te steken. • GAT-cie (Geluid, Apparatuur en Techniekcommissie), levert de technische ondersteuning bij vele GeoVUsie activiteiten. • GeoVizier, produceert ieder jaar een gids met onmisbare tips en handige informatie voor het eerstejaars Spanje-veldwerk. Daarnaast zorgt GeoVizier voor het tentamen archief en een alternatieve studiegids met informatie over vakken, docenten, studenten en de faculteit;
Aarde en economie
• •
•
GeoWeb-cie, onderhoudt de website; Jaarboekcommissie, produceert ieder jaar (in samenwerking met alle stukjesschrijvende-mensen) een prachtig jaarboek met een overzicht van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het afgelopen verenigingsjaar. Vakancie, organiseert ieder jaar een wintersport en een zomerse activiteit zoals de trektocht.
Als de gelegenheid zich voordoet, organiseert GeoVUsie symposia en congressen. GeoVUsie koopt voor alle leden de benodigde studieboeken, alsmede geologenhamers, kompassen, loepen etc. die je als lid met korting kunt kopen. Zoals hierboven gemeld, organiseert GeoVUsie iedere week de Donderdorst, een mooie gelegenheid om medestudenten, medewerkers en docenten te ontmoeten. GeoVusie is een levendige vereniging die actieve leden nodig heeft. Actieve betrokkenheid, zowel binnen als buiten de commissies, wordt daarom zeer gewaardeerd en aangemoedigd. Voor meer informatie, kijk op http://geovusie.nl/ GeoVUsie is bereikbaar via
[email protected] en is te vinden in kamer M-138. Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen (SOAL) Het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, kortweg SOAL, bestaat uit studenten van alle opleidingen van de faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Middels commissies als Opleidingscommissies en de Computergebruikersgroep zetten deze studenten uit de verschillende opleidingen zich in voor de kwaliteit van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit. Ze adviseren over nieuwe onderwijsprogramma's en evalueren de diverse vakken. Elk jaar worden vacatures aangeboden zodat nieuwe studenten zich in kunnen zetten voor de kwaliteit van onderwijs. Het SOAL heeft een postvakje in de nis op de F1-gang (studentenraad). E-mailen kan naar
[email protected]. Meer informatie is te vinden op de facultaire website www.falw.vu.nl > Studenten> Studentenorganisaties> SOAL. Facultaire Studentenraad (fSr) Het SOAL wordt voorgezeten door de Facultaire Studentenraad der Aard- en Levenswetenschappen, kortweg de fSr. Ook de fSr is er voor en door studenten en is een belangrijk inspraakorgaan van onze faculteit. Zij heeft direct contact met instanties als het faculteitsbestuur en de examencommissies. De fSr heeft als doel het behartigen van de belangen van de student. Je kunt de fSr vinden in M-112 of op haar Blackboard Community: http://bb.vu.nl/ > Community > Search for: fSr > enroll. Emailen kan ook naar
[email protected]. 1.9.8
Uitwisseling en internationalisering Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het SocratesErasmus voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP
Undergraduate School for Earth Sciences
25
programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door het International Office van de faculteit, kamer F-122, W& N gebouw, openingstijden zijn dagelijks tussen 14 en 15 uur. Ook bereikbaar per e-mail:
[email protected] voor informatie of voor het maken van een afspraak. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VUstudenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door het Centrum voor Studie en Loopbaan naast de grote balie in het hoofdgebouw van de VU en via de VU website www.vu.nl > studenten > internationaal.
1.10 1.10.1
Studiebegeleiding en studievoortgang Studiebegeleiding De studiebegeleiding binnen de Undergraduate School for Earth Sciences kent verschillende structuren in de bachelor- en de masteropleiding. Gedurende de gehele bacheloropleiding Aardwetenschappen heeft ieder cohort (studiejaar) een vaste begeleider. De studiebegeleiders houden individuele gesprekken en groepsgesprekken met studenten, geven studieadviezen en zorgen voor de voorlichting over keuzemogelijkheden binnen de studie. De studiebegeleiders voor de bacheloropleiding Aardwetenschappen zijn: Cohort 2008/2009: dr. Marlies ter Voorde, kamer H-352, tel: 020- 598 7343, e-mail:
[email protected] Cohort 2007/2008: dr. Orson van de Plassche, kamer E-351, tel: 020 - 598 7380, email:
[email protected] Cohort 2006/2007: dr. Simon R. Troelstra, kamer E-319, tel: 020- 598 7292, e-mail:
[email protected] Cohort 2005/2006: dr. Ernst Willingshofer, kamer E-153, tel 020- 598 7353, e-mail:
[email protected]
De bacheloropleiding Aarde en economie werkt met mentorengroepjes: een systeem waarbij een aantal docenten van de opleiding als mentor optreden van een beperkte groep van studenten (6-8). De studiebegeleider coördineert deze mentorgroepjes. De studiebegeleider voor bacheloropleiding Aarde en economie is: mw. drs. M.A. Molendijk, kamer A-621, tel. 020- 598 9508. Kom langs op maandagochtend tussen 9:00 en 10:00 of maak een afspraak (telefonisch of per e-mail:
[email protected]). Alle studenten in de richting Geoarcheologie worden begeleid door Prof. dr. Henk Kars, kamer O-439, tel: 020 598 7381, e-mail:
[email protected] Zodra een student de overstap maakt naar een masteropleiding wordt de studiebegeleiding overgenomen door de daartoe aangestelde mastercoördinator van
26
Aarde en economie
de betreffende opleiding. In de Master Guide Earth Sciences, Environmental Sciences, and Geoarchaeology, of op de facultaire website is te vinden wie de mastercoördinatoren van de verschillende opleidingen zijn. De studiebegeleider of mentor kan helpen bij studieproblemen of adviseren bij studievertraging. Zo nodig verwijst de studiebegeleider of mentor naar andere instanties, zoals de afdeling Studentendecanen of de afdeling Studentenpsychologen aan de VU. De studentendecaan voor de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen is drs. H. Boswijk, tel. (020) 598 5020, e-mail:
[email protected]. 1.10.2
Studieplanning en studievertraging Vooral in het eerste jaar van de studie is het oplopen van studieachterstand niet ongebruikelijk. Daarvoor zijn vele redenen aan te wijzen. Eén van de belangrijkste is een onjuiste studieplanning. Inzicht in de tijdstructuur van het onderwijs en van de tentamens is een eerste vereiste om een vlot studieverloop te realiseren. In de laatste week van december of eerste week van januari vinden hertentamens plaats van die onderdelen uit periode 1. De volgende herkansingsperiode valt in de tweede helft van augustus, dus tegen het einde van de zomervakantieperiode. Dan is het mogelijk de overige tentamens te herkansen. Hertentamens worden altijd zo geroosterd dat ze niet interfereren met ander onderwijs, vandaar dat ze veelal in vakantieperiodes worden georganiseerd. Meer herkansingsmogelijkheden zijn er vervolgens weer op de tentamen- en hertentamendata van het volgende jaar. Veldwerken worden slechts één maal per jaar georganiseerd. Schroom niet om bij je studiebegeleider of mentor aan te kloppen voor hulp bij het maken van een juiste studieplanning en voor andere zaken die van invloed zijn op je studieverloop.
1.10.3
Studievoortgangscontrole en studieadviezen Met behulp van TIS is het voor iedere student mogelijk om gedurende het gehele jaar zelf de studievoortgang te controleren. Het is raadzaam met enige regelmaat te controleren hoe je studieregistratie er voor staat, of er mogelijk fouten zijn opgetreden in de cijferregistratie, of studiepunten nog niet zijn toegekend omdat je bijvoorbeeld nog niet de administratiekosten betaald hebt na te laat of verzuimd aanmelden voor tentamens/cursussen (zie ook later onder 'Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens). Indien je vermoedt dat er dingen niet kloppen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het studiesecretariaat. De examencommissie stelt zich regelmatig van de studievoortgang op de hoogte, bijvoorbeeld in geval van controle op toelatingseisen met betrekking tot veldwerken of andere studieonderdelen, of toelating tot masteronderwijs. Préadvies in het eerste jaar Eerstejaars studenten die medio januari minder dan 50% van het op dat moment maximum aantal te behalen studiepunten hebben behaald, ontvangen een zogenaamd préadvies van de examencommissie. Het préadvies wordt eveneens ter kennis gebracht van de studiebegeleider of mentor die de studenten in kwestie zal uitnodigen voor een gesprek. Het préadvies wordt onder meer afgegeven in verband met de
Undergraduate School for Earth Sciences
27
mogelijkheid voor 1 februari de studiefinanciering stop te zetten, waarbij de ontvangen maanden prestatiebeurs een gift worden. Studieadvies in het eerste jaar Vóór 1 juli krijgen alle eerstejaars bachelorstudenten schriftelijk een wettelijk studieadvies van de examencommissie. Bij het advies wordt een overzicht gegeven van de behaalde studiepunten. Hierbij worden drie adviezen onderscheiden: Advies A (42-60 stp. behaald): doorgaan De student kan, als hij/zij in dit tempo doorstudeert, binnen 6 jaar de studie (bachelor + master) voltooien. De student wordt geadviseerd de studie voort te zetten. Advies B (25-41 stp. behaald): waarschuwing De student loopt bij ongewijzigd studietempo gevaar de studie niet te kunnen voltooien binnen 6 jaar. De student wordt opgeroepen voor een gesprek over de verdere studievoortgang. Advies C (0-24 stp. behaald): herbezinning De studievoortgang van de student biedt weinig uitzicht dat de studie binnen 6 jaar voltooid kan worden. De student moet zich ernstig afvragen of de studiekeuze wel juist is geweest en of het niet beter is de studie te staken. De student wordt door de studiebegeleider opgeroepen voor een gesprek om hierover te praten. Bij een C-advies wordt eventueel een verwijzing naar de studentendecanen gegeven. Een negatief studieadvies is niet bindend.
1.11
28
Opleidings- en examencommissie
1.11.1
Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zit een gelijk aantal stafleden en studentleden. In beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in de opleidingscommissie van die opleiding. De opleidingscommissie heeft tot taak: • adviseren over het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling; • het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; • het desgevraagd, of uit eigen beweging uitbrengen van advies over alle aangelegenheden betreffende onderwijs in de desbetreffende opleiding.
1.11.2
Examencommissie De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken bij tentamens, controleert op naleving van toelatingseisen en stelt de uitslag van de examens vast. Verder wijst zij examinatoren aan en kan hen richtlijnen geven met betrekking tot de beoordeling van tentamens. Er bestaat één gezamenlijke examencommissie voor de opleidingen Aardwetenschappen (BSc), Earth Sciences (MSc), Hydrology (MSc), Geosciences of Basins en Lithosphere (MSc) en Palaeoclimatology and Geo-ecosystems (MSc). Voor de bacheloropleiding Aarde en economie bestaat een aparte examencommissie. Correspondentie naar de examencommissie kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris; mw. M. Wolters, kamer C-148, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam, e-mail:
[email protected].
Aarde en economie
In de regel worden vergaderstukken (w.o. brieven) een week voorafgaand aan de vergadering verspreid onder de commissieleden. Tijdig inzenden van brieven aan de commissie is dus belangrijk.
1.12
Onderwijs- en examenregeling Voor elke opleiding binnen de faculteit bestaat een Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel het onderwijsprogramma en de regelingen over het onderwijs en de examens zijn vastgelegd. Via het internet (http://www.falw.vu.nl > Studenten > Reglementen en Kwaliteit > School for Earth and Environmental Sciences > Onderwijs- en examenregelingen > ) is de OER van elke opleiding te raadplegen en te downloaden. Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze studiegids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
1.13 1.13.1
Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Aanmelding voor cursussen, veldwerken, e.a. Voor het aan- en afmelden van cursussen en tentamens binnen de opleidingen aan de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS (https://tisvu.vu.nl/). Hierbij gelden de volgende regels. Bachelorfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de reguliere eerstejaars studenten. Zij zijn van september t/m november automatisch ingeschreven bij de betreffende studieonderdelen van het eerste jaar. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten. Premasterfase Studenten die voorafgaande aan hun masteropleiding een premasterfase volgen dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Zij zijn van september t/m november automatisch ingeschreven voor de betreffende studieonderdelen. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten. Masterfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de eerstejaars masterstudenten die nieuw aan de VU zijn. Zij worden van september t/m november automatisch ingeschreven bij de verplichte studieonderdelen van het eerste jaar. Alleen voor de studieonderdelen die niet verplicht zijn wordt intekening via Blackboard mogelijk gemaakt. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten.
Undergraduate School for Earth Sciences
29
Inschrijftermijnen Voor alle studenten geldt dat inschrijving via TIS plaats kan vinden vanaf de maand juli voorafgaande aan het studiejaar voor de cursussen van het eerste semester en vanaf de maand november in een lopend studiejaar voor de cursussen van het tweede semester. Studenten dienen zich voor zowel de cursus als (indien relevant) het tentamen aan te melden. Inschrijven kan tot uiterlijk 6 weken voor de aanvang van een cursus en tot uiterlijk 1 week voor een tentamen. Een uitzondering hierop is een aantal onderdelen met veldwerken en excursies. Bij deze onderdelen moeten studenten zich eerder opgeven. Bij de cursusbeschrijvingen achter in de studiegids staat aangegeven of er een afwijkende aanmeldtermijn geldt voor het onderdeel. Wanneer, bijvoorbeeld door technische problemen, inschrijving of afmelding via TIS niet mogelijk is dient de student dit kenbaar te maken bij het studiesecretariaat. Hiervoor gelden echter dezelfde termijnen als bij elektronische opgave. Aanmelding voor de cursus geeft automatisch toegang tot de bijbehorende Blackboard website. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen maar wel aan het bijbehorende tentamen geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op, ook tot 1 week voor de tentamendatum. Afmelden Afmelden voor een cursus of tentamen kan uitsluitend via TIS tot 6 weken voor aanvang van de cursus, dan wel tot 1 week voor aanvang van een tentamen. Sancties Wanneer een student niet is ingeschreven via TIS wordt hij of zij alleen toegelaten tot de betreffende cursus of tentamen wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij een cursus met practicum of werkgroepen zal dat veelal niet mogelijk zijn omdat op basis van opgegeven aantallen groepsindelingen zijn gemaakt, student-assistenten zijn aangesteld en practicum materiaal is besteld. Toelating tot een cursus of tentamen nadat de inschrijftermijn is verlopen is ter beoordeling van het hoofd Onderwijsbureau, mevr. drs. K. Raaijmakers. Wanneer deelname nog wel mogelijk is wordt de student door het studiesecretariaat aan de deelnemerslijst toegevoegd. Wanneer een student aan een tentamen deelneemt zonder zich te hebben aangemeld, wordt het cijfer pas bekend gemaakt en geadministreerd na betaling van administratiekosten. Als een student die staat ingeschreven voor een tentamen niet deelneemt aan dit tentamen zonder zich te hebben afgemeld wordt het eindcijfer 1 ingevoerd. Een student heeft in het totaal vier kansen per cursus. Overtekening en wachtlijsten Bij een aantal keuzecursussen is een maximaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Hiervoor geldt dat wie het eerst komt, het eerst maalt. Wel wordt gecontroleerd op ingangseisen en aanmelding voor meer dan een vak. Indien het maximum aantal deelnemers bereikt is, wordt op het studiesecretariaat een wachtlijst aangemaakt. Minimaal aantal deelnemers
30
Aarde en economie
Bij een beperkt aantal keuzecursussen is een minimaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Wanneer het minimum aantal deelnemers niet wordt gehaald zal de cursus geen doorgang vinden. Meer informatie Uitgebreide informatie over de TIS-procedure en de sancties zijn te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Studenten > Aanmelden voor vakken en tentamens. 1.13.2
1.14
Aanmelding tentamens Wanneer je jezelf aanmeldt voor een FALW-cursus, word je niet automatisch aangemeld voor het afsluitende tentamen dat bij die cursus hoort. Je moet je dus aanmelden voor de cursus, én je apart aanmelden voor het tentamen. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen, maar wel aan het bijbehorende tentamen, geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op. Aan- of afmelden kan tot 1 week voorafgaand aan het tentamen. Deelname aan het tentamen zonder toegelaten te zijn door het Onderwijsbureau betekent dat het resultaat in TIS zal verschijnen als 'not registered'. Pas wanneer aan de betaling van de administratiekosten is voldaan, worden de bijbehorende studiepunten vrijgegeven. Vergeten af te melden voor een tentamen betekent dat het cijfer 1 wordt geregistreerd. In totaal heb je vier kansen om een cursus te behalen. Voor verdere herkansingen is toestemming van de Examencommissie vereist.
Tentamens, regels en richtlijnen
1.14.1
Voorschriften voor deelnemers aan tentamens • De collegekaart behoort zichtbaar op tafel te liggen ter controle. • Mobiele telefoons zijn tijdens het tentamen uitgeschakeld. • Boeken, dictaten, uittreksels, enzovoort, mogen niet worden gebruikt of aanwezig zijn tenzij uitdrukkelijk door de examinator gebruik van een boek en/of ander materiaal wordt toegestaan. • Schrijfpapier wordt verstrekt. Gebruik van eigen blocnote of schrijfpapier is niet toegestaan. • Nadat de eerste tentamenopgave is uitgereikt, mag er niet meer worden gesproken. • Na afloop van het tentamen dient het gemaakte werk te worden ingeleverd. In geval van fraude kan de examinator/surveillant de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De examinator rapporteert dit terstond schriftelijk aan de examencommissie, die vervolgens aanvullende sancties kan opleggen, zoals een aantekening op de bul.
1.14.2
Deeltentamens Tentamens staan aangegeven in het rooster. De examinator kan een tentamen splitsen in deeltentamens. Het tentamencijfer wordt in dat geval bepaald door het gewogen gemiddelde van de resultaten van de afzonderlijke deeltentamens. Daarom moet het resultaat van elk deeltentamen, ook als dat betrekking heeft op veldactiviteiten, worden bepaald door toekenning van een cijfer. De student wordt, op diens verzoek, ten minste één maal per jaar in de gelegenheid gesteld om tentamen af te leggen over het gehele betrokken examenonderdeel, uitgezonderd daarvan deel uitmakende veldactiviteiten en practica waarvoor een
Undergraduate School for Earth Sciences
31
afzonderlijk deeltentamen is voorzien. Deeltoetsen kennen in tegenstelling tot deeltentamens geen formele status. Een docent kan m.b.t. deeltoetsen dus andere regels hanteren, maar dient deze tevoren duidelijk aan de studenten te hebben gecommuniceerd. 1.14.3
Hertentamens Na hertentaminering van een (deel)tentamen geldt het hoogst behaalde cijfer als het resultaat van het desbetreffende (deel van het) examenonderdeel. Op verzoek van de student kan een tweede hertentamen door twee leden van het wetenschappelijk personeel worden afgenomen. Studenten die ook na herhaalde tentamens geen voldoende resultaat hebben behaald, kunnen door de examencommissie nader worden beoordeeld. Binnen het examenprogramma mogen niet meer dan drie tentamens worden herkanst die eerder met een voldoende resultaat werden afgesloten. De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde examenonderdelen is onbeperkt. De Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de Regels en Richtlijnen voor de Examens bevatten de regelingen met betrekking tot de tentamens. De examenonderdelen (behalve veldwerk en excursie) van het bachelorprogramma worden in ieder geval twee maal per jaar getentamineerd. De eerste keer kort na beëindiging van het onderwijs van het onderdeel, een tweede keer direct voor of na de Kerstvakantie en/of in de tweede helft van augustus, dan wel een andere nader vast te stellen periode. De data van de hertentamens zijn eveneens terug te vinden in het rooster. Een tweede hertentamen kan in het volgende jaar worden afgelegd, op de reguliere data die in het rooster zijn aangegeven. Veldwerk en excursies kunnen pas het volgend studiejaar opnieuw worden gedaan. Studenten die zich voorbereiden op het bachelorexamen worden desgewenst gedurende vier aaneensluitende studiejaren na de aanvang van hun studie in de gelegenheid gesteld de examenonderdelen af te leggen conform het studieprogramma dat gold bij het begin van hun bachelorstudie. Als die termijn is verlopen en bepaalde vakken inmiddels niet meer worden gegeven, moeten zij in overleg treden met de examencommissie om aanpassing van hun programma te laten goedkeuren.
1.14.4
Tentamenuitslagen en -administratie Van iedere student wordt een dossier met studieresultaten bijgehouden door het studiesecretariaat. Studenten kunnen zelf gedurende het gehele jaar hun studieresultaten inzien via TIS. Onjuistheden in door TIS gepresenteerde gegevens moeten direct worden bericht aan het studiesecretariaat. Registratie van een regulier tentamen geschiedt op een door het studiesecretariaat vervaardigde lijst met deelnemers. Studenten die zich via TIS voor het tentamen hebben aangemeld, staan automatisch op deze lijst vermeld. De docent zorgt ervoor dat de lijst met namen voorzien van cijfers, door het studiesecretariaat wordt geregistreerd. Registratie van een individueel afgelegd tentamen gebeurt door middel van een cijferbriefje dat door de student wordt ingevuld (studentnummer, vakcode, enzovoort) en door de docent wordt voorzien van cijfer en handtekening. Cijferbriefjes zijn af te halen op het studiesecretariaat. De docent overhandigt ter bewijs de student een kopie
32
Aarde en economie
en levert het tentamenbriefje in bij het studiesecretariaat, dat voor registratie zorgdraagt. Tentamenresultaten van mondeling afgelegde examenonderdelen worden direct bekendgemaakt. De uitslag van een schriftelijk tentamen wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 15 werkdagen na afloop het tentamen vastgesteld door de examinator. De beoordeling van veldwerkverslagen wordt binnen 15 werkdagen na de inleverdatum vastgesteld. Deze termijn kan verlengd worden tot 60 dagen wanneer het verslag wordt ingeleverd in de periode tussen 15 april en 15 augustus.Het studiesecretariaat verwerkt de uitslagen binnen 5 werkdagen tot een uitslagenlijst zonder persoonskenmerken (alleen studentnummers) en hangt deze lijst op het bord ‘Tentamenuitslagen Aardwetenschappen’ in de C1- gang. Na verwerking worden de cijfers ook bekendgemaakt via TIS. Alle ingevoerde cijfers worden via een automatisch mailbericht aan de student doorgegeven.De student wordt, op diens verzoek, binnen een termijn van 21 dagen na het bekend worden van de tentamenuitslag inzage gegeven in het beoordeelde werk en in de gestelde vragen c.q. de gegeven opdrachten. Daarvoor kan doorgaans een afspraak worden gemaakt met de docent. Resultaten van onderdelen die vallen onder de Stage- en Scriptieregeling (bachelorthesis) worden via een speciaal daarvoor ontwikkeld beoordelingsformulier aan het Onderwijsbureau doorgegeven (zie ook onder Stage- en Scriptieregeling). 1.14.5
1.15 1.15.1
Vrijstellingen Vrijstellingen voor studieonderdelen kunnen alleen door de examencommissie verleend worden. Een verzoek tot vrijstelling wordt door de student schriftelijk ingediend, vergezeld van nauwkeurige documentatie op grond waarvan hij/zij veronderstelt in aanmerking te komen voor vrijstelling. Het kan dan gaan om inhoud en omvang van reeds eerder met goed gevolg afgelegde tentamens, dan wel anderszins (bijvoorbeeld in de beroepspraktijk) opgedane kennis en vaardigheden die relevant zijn voor het studieonderdeel. De examencommissie verleent vrijstelling mede op advies van de docent. Verzoeken om vrijstelling kunnen worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie; mw. M. Wolters,
[email protected], kamer C-148, tel. (020) 598 2695 (postvak Onderwijsbureau).
Toelating tot cursussen, veldwerken en masteronderwijs Toelating studieonderdelen (veldwerken, bachelorthesis) en volgorde van afleggen van examenonderdelen In een aantal gevallen kan pas worden deelgenomen aan studieonderdelen als aan bepaalde toelatingseisen is voldaan. Dit is onder meer het geval bij de verplichte veldwerken aan het einde van het eerste en het tweede jaar en de Bachelorthesis aan het einde van de bacheloropleiding. De eisen hebben betrekking op een minimum aantal behaalde studiepunten en/of de afronding van de verslaglegging van het veldwerk van het jaar daarvoor. Details omtrent toelatingseisen zijn onder andere terug te vinden bij de vakomschrijvingen van de betreffende studieonderdelen en in de OER. De OER is bepalend in dezen. Toelating wordt vastgesteld door de examencommissie, die hiertoe in de regel de peildatum van 15 april hanteert voor de eerste- en tweedejaars veldwerken en 1 maart
Undergraduate School for Earth Sciences
33
voor de Bachelorthesis. Studenten die niet voldaan hebben aan de toelatingseisen krijgen hiervan schriftelijk bericht. Daarnaast worden voor een aantal studieonderdelen voorkennisadviezen gegeven. Bij deze studieonderdelen wordt de student niet uitgesloten van deelname aan het studieonderdeel; wel wordt verwacht dat men over de noodzakelijke voorkennis beschikt om het studieonderdeel met succes te volgen. De voorkennisadviezen staan eveneens vermeld bij de vakomschrijvingen in de studiegids. Het is, onder strikte voorwaarden, toegestaan deel te nemen aan een bepaalde onderdelen van de masteropleiding nog voordat het bachelorexamen is afgelegd. De regelingen tot toelating tot de masteropleiding staan vermeld onder het kopje Studieen loopbaanperspectief, of in de master guide en de OER.
1.16 1.16.1
Veldwerken; veiligheid, subsidie en reisverzekering Veiligheid en vaccinaties De Undergraduate School for Earth Sciences voert beleid om veldactiviteiten veilig en zonder gevaar voor de gezondheid uit te voeren. Hiertoe heeft de faculteit de notitie ‘Veiligheid rond Veldwerk’ opgesteld. Als onderdeel van deze notitie moet voor elke veldactiviteit door de verantwoordelijke docent een specifieke risicoevaluatie worden opgesteld. Deze is bedoeld om deelnemers aan de veldwerken en excursies meer bewust te maken van mogelijke gevaren voor de gezondheid. Deze risico-evaluatie moet tijdens de inleiding op het veldwerk worden besproken met de deelnemers. Deelnemers aan een veldwerk of excursie moeten ook een verklaring ondertekenen dat zij kennis hebben genomen van de nota ‘Veiligheid rond Veldwerk’ en de specifieke veiligheidsrisico’s. Deze verklaring bevat tevens een aantal regels die betrekking hebben op de persoonlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de deelnemers. Op de webpagina van de faculteit is alle informatie te vinden over “veiligheid rond veldwerk”. http://www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleidingen > info alle opleidingen > veiligheid. Vaccinaties Studenten die voor studie of stage naar het buitenland gaan, kunnen voor 25 euro hun vaccinaties halen bij de dienst Arbo en Milieu (AMD) van de VU, telefoonnummer 020-5989015. Je kunt een afspraak maken tussen 8:30 en 9:30 uur. Neem ter bevestiging een brief van de faculteit mee als bewijs dat je inderdaad weggaat. Voor vaccinaties waarover de AMD niet beschikt kun je je wenden tot de plaatselijke GGD.
1.16.2
Subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Voor verplichte veldwerken en excursies binnen een door de examencommissie goedgekeurd studieprogramma wordt door de faculteit subsidie verleend. Zowel voor een collectief als voor een individueel georganiseerde veldactiviteit krijgen studenten subsidie op basis van een door de verantwoordelijke docent opgestelde en door de bachelorcoördinator goedgekeurde begroting. Studenten komen in aanmerking voor een subsidie van de faculteit onder de volgende voorwaarden:
34
Aarde en economie
• •
•
•
De student is ingeschreven aan de Vrije Universiteit, De veldactiviteit maakt onderdeel uit van een programma van een bacheloropleiding van de Undergraduate School for Earth Sciences of een aardwetenschappelijke masteropleiding van de Graduate School Earth, Environment and Ecology, De veldactiviteit betreft (of maakt deel uit van) een studieonderdeel dat behoort tot het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma van de student, De student voldoet aan de toelatingseisen voor het betreffende studieonderdeel.
Te allen tijde geldt dat ten onrechte ontvangen subsidie zal worden teruggevorderd. Om de subsidie daadwerkelijk te kunnen ontvangen moet de student zijn/haar bankgegevens hebben doorgegeven aan de Financiële Administratie. Indien je dat nog niet hebt gedaan, neem dan contact op met de Financiële Administratie om te horen welke gegevens men nodig heeft en hoe die aangeleverd moeten worden. Collectief georganiseerde veldwerken/excursies • Bij verplichte excursies en veldwerken waarvoor reis en verblijf collectief worden georganiseerd en afgerekend door de VU (verantwoordelijk docent) betalen de studenten een ‘eigen bijdrage’. Deze ‘eigen bijdrage’ is: 30% van de reiskosten + 50% van de verblijfkosten. De subsidie aan de student wordt verrekend met de kosten volgens het model: subsidie = totale kostendeel studenten – eigen bijdrage. • Het subsidiebedrag voor de heen- en terugreis is gemaximeerd op EUR 350. De totale veldwerksubsidie voor een studieonderdeel kan per student niet meer bedragen dan EUR 900. Studenten betalen de eigen bijdrage op basis van een factuur, die zij ontvangen van de Financiële Administratie. Zolang de factuur niet is voldaan komt de student niet in aanmerking voor subsidie voor volgende excursies/veldwerken. Individueel georganiseerde veldwerken Bij verplichte veldwerken waarbij het aan de studenten individueel wordt overgelaten reis en het verblijf te organiseren en af te rekenen wordt aan studenten een subsidie uitgekeerd conform de hier onderstaande regels: • De studenten krijgen 70% van de reiskosten vergoed (vliegtuig, trein) op basis van de reiskosten, zoals vastgesteld in de goedgekeurde begroting. Het subsidiebedrag voor de heen- en terugreis is gemaximeerd op EUR 350. • Voor verblijfkosten wordt een standaardbedrag van EUR 15 uitgekeerd waarvoor geen verantwoording verschuldigd is. Deze bijdrage in de verblijfkosten betreft overnachting, maaltijden, consumpties, telefoneren, onvoorzien etc. en kan volledig naar eigen inzicht worden gebruikt. • Reiskosten voor lokaal vervoer kunnen uitsluitend worden gesubsidieerd indien het veldwerk onderdeel is van de bachelorafsluiting of de research projecten in de masteropleidingen. Deze kosten dienen gemotiveerd en gespecificeerd door de verantwoordelijk docent te zijn opgenomen in de begroting. Subsidie voor ‘reiskosten lokaal vervoer’ bedragen maximaal EUR 7,50 per persoon/per dag tot een maximum van 28 dagen (EUR 210). • De totale veldwerksubsidie voor een studieonderdeel kan per student niet meer bedragen dan EUR 900.
Undergraduate School for Earth Sciences
35
Veldwerkbegroting De veldwerkbegroting moet minimaal een maand voor aanvang van het veldwerk/excursie door de verantwoordelijk docent worden ingediend bij de bachelorcoördinator. In de begroting dient specifiek te worden aangegeven: • verantwoordelijke docent, deelnemende docenten en studenten, • de code van het studieonderdeel (zie studiegids), • of het een collectief, dan wel door de student individueel af te rekenen veldwerk betreft, • de exacte data waarop het veldwerk zich afspeelt, • waar het veldwerk plaatsvindt, • hoe het vervoer van en naar het veldwerkgebied plaatsvindt, • hoe lokaal vervoer voor studenten geregeld is (autohuur of eigen auto e.d.), • de kosten, gespecificeerd onder de rubrieken reiskosten (vliegtuig, huurbusjes, brandstof etc.), verblijfkosten (hotels, maaltijden), additionele kosten en verzekering, • inkomsten van derden (bijdrage van bedrijven of fondsen). Na afloop van de excursie/veldwerk dient de verantwoordelijke docent bij de Financiële Administratie een lijst in van de studenten die daadwerkelijk aan de excursie of het veldwerk hebben deelgenomen. Hierop dient ook te worden aangegeven of studenten een veldwerk vroegtijdig verlaten en wat de datum van vertrek is. Studenten die een veldwerk voortijdig verlaten dienen de subsidie voor de niet bestede veldperiode terug te betalen. Nadere informatie Bovenstaande tekst over subsidiering van veldwerk en excursies is een samenvatting van de ‘Regeling subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Aardwetenschappen’. Deze regeling is te vinden op de facultaire website: www.falw.vu.nl onder: studenten > bacheloropleidingen > Aardwetenschappen en Geoarcheologie > subsidieregeling excursie en veldwerk 1.16.3
36
Reisverzekering Voor deelnemers aan verplichte veldwerken en excursies wordt een collectieve reisverzekering afgesloten door de faculteit. Voorafgaande aan het veldwerk wordt informatie verstrekt over de polisvoorwaarden van de collectieve verzekering. De polisvoorwaarden zijn tevens op te vragen bij de Financiële Administratie. Indien studenten de veldwerkperiode onderbreken (bijvoorbeeld voor vakantie), dan wel eerder dan noodzakelijk naar het veldwerkgebied vertrekken of langer blijven, dan moeten zij zich voor de betreffende periode op eigen kosten bijverzekeren. Het initiatief daartoe ligt nadrukkelijk bij de student zelf. Gedurende een stageperiode is de student de eerste twee maanden kosteloos verzekerd via de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Daarna kan de student zich bij de faculteit bijverzekeren. Informatie hierover is verkrijgbaar bij de financiële administratie, maar zal meestal pas nodig zijn in de masterfase.
Aarde en economie
1.17 1.17.1
Stage en scripties Stage- en scriptieregeling De faculteit kent een stage- en scriptieregeling die betrekking heeft op die studieonderdelen waarin de student min of meer zelfstandig onderzoek verricht en die worden afgesloten met een schriftelijke rapportage. Iedere student dient goed kennis te nemen van deze regeling VOORDAT gestart wordt aan een daaronder gerekend studieonderdeel. De regeling staat vermeld op het internet: http://www.falw.vu.nl > Studenten > Reglementen en Kwaliteit > Stage- en scriptieregelingen > Stage en scriptieregeling Aardwetenschappen en Geoarcheologie. Op deze webpagina staat tevens een lijst met studieonderdelen vermeld die vallen onder de stage- en scriptieregeling. Voor de bacheloropleiding Aardwetenschappen betreft dit de Bachelorthesis aardwetenschappen (450100), dan wel Bachelorthesis geoarcheologie (450282). Bij deze derdejaars onderdelen moeten van tevoren schriftelijke afspraken worden gemaakt tussen student en docent(en). Een invulformulier met afspraken over stages en scripties is te downloaden via de facultaire website. De Bachelorthesis Aarde en economie (450254) bestaat uit scriptieklasjes en begeleid eigen onderzoek en valt onder verantwoordelijkheid van de minor coördinatoren: Dr. M. van Drunen voor de minor Aarde en Economie, Dr. K. Kasse voor de minor Aardwetenschappen, en Dr. H.L.F. de Groot voor de minor Economie. Het beoordelingsformulier wordt door de verantwoordelijk docent overhandigd aan de student. De student levert het beoordelingsformulier in bij het studiesecretariaat, samen met één exemplaar van het verslag, bedoeld voor de Examencommissie. Bij het verslag moet daarnaast ook worden ingeleverd: • een stage-evaluatieformulier (zie ook website) • een Engelstalig abstract (zowel uitgeprint als digitaal).
1.17.2
Richtlijnen voor de scriptie Over het algemeen dient in eerste instantie een concept van het verslag te worden overlegd aan de docent alvorens over te gaan tot een definitieve versie. Bij de planning van de inleverdatum van zowel de voorlopige als de definitieve versie van een verslag dient vooral goed rekening te worden gehouden met de mogelijke afwezigheid van docenten, vooral in de zomer en de daaraan voorafgaande tijd. De docent zal in die periode vaak vanwege zijn overige werkzaamheden niet in staat zijn op korte termijn het werkstuk te corrigeren en/of te beoordelen. Op het titelblad van de scriptie wordt in ieder geval melding gemaakt van: 1. Titel van het verslag. 2. Auteur en datum van publicatie. 3. Opdrachtgever indien sprake is van een externe stage. 4. Naam van de begeleider vanwege de opleiding; indien afwijkend eveneens naam van de examinator. 5. Naam van de begeleider vanwege de instelling waar de stage werd uitgevoerd indien dit niet de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen of FEWEB (in het geval van Aarde en economie) betreft. 6. Vakcode(s) van het(de) studieonderdeel(en) waarvoor de werkzaamheden werden uitgevoerd, met bijbehorende studiepunten. Undergraduate School for Earth Sciences
37
Voor meer informatie wordt verwezen naar de Stage- en Scriptieregeling zelf.
1.18 1.18.1
Afstuderen Bachelorexamen Het bachelorexamen bestaat uit een aantal onderdelen, zoals tentamens, practica, veldwerk en excursies en het schrijven van een scriptie, die op verschillende tijdstippen worden afgelegd. Om te slagen voor het bachelorexamen gelden de volgende regelingen: De student slaagt voor het bachelorexamen op de voorwaarden dat: • geen van de examenonderdelen is beoordeeld met een cijfer lager dan 5.0, • niet meer dan één examenonderdeel met het cijfer 5.0 beoordeeld is, • het naar studielast gewogen gemiddelde van alle examenonderdelen ten minste 6.0 bedraagt. Het bachelorexamen kan iedere maand (m.u.v. juli) worden afgelegd. Met het afleggen van het examen wordt bedoeld: het door de examencommissie laten vaststellen dat voldaan is aan alle exameneisen (alle vakken gehaald). De buluitreiking volgt altijd later. De uitreiking van de bachelorgetuigschriften vindt elf maal per jaar plaats tijdens openbare zittingen van de examencommissie (data worden bekend gemaakt via de website). Bachelorgetuigschriften worden veelal aan kleine groepen studenten tegelijk uitgereikt.
1.18.2
Goedkeuring van het vakkenpakket Let op: onderstaande procedure zal gedurende het collegejaar 2008/2009 aangepast worden. De wijzigingen zullen worden gecommuniceerd via de facultaire website en via e-mail. Uiterlijk drie maanden voor de gewenste examendatum dient het vakkenpakket van de bacheloropleiding te worden ingediend ter goedkeuring door de examencommissie. Het studiesecretariaat verstrekt daartoe een elektronische versie van het formulier ‘Aanvraag goedkeuring vakkenpakket’ via e-mail. Goedkeuring gebeurt op basis van de programma’s zoals vastgelegd in de OER(en). Als er nadien nog wijzigingen optreden in de samenstelling van het programma (b.v. keuzevakken), dient voor het aanvragen van het examen eerst weer het gewijzigde vakkenpakket te worden goedgekeurd.
1.18.3
Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Let op: onderstaande procedure zal gedurende het collegejaar 2008/2009 aangepast worden. De wijzigingen zullen worden gecommuniceerd via de facultaire website en via e-mail. Als het (goedgekeurde) examenpakket volledig is afgelegd (en de cijfers dus zijn geregistreerd), kan het examen schriftelijk worden aangevraagd door middel van een aanvraagformulier. Dit formulier is verkrijgbaar op het studiesecretariaat. Gelijktijdig wordt hiermee een verzoek tot afgifte van het getuigschrift ingediend. Het examen moet uiterlijk vier weken voor de gewenste examendatum aangevraagd worden.
38
Aarde en economie
Het verdient aanbeveling al enkele weken voor het indienen van het verzoek tot afgifte van het getuigschrift op een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten te controleren of alle afgelegde tentamens/studieonderdelen daadwerkelijk geregistreerd staan. Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de bachelor- of masterbul) kan alleen worden ingediend als de examinandus op de aanvraagdatum staat ingeschreven als student of extraneus en als het collegegeld is betaald. Het formulier Aanvraag getuigschrift moet ingevuld en ingediend worden bij het studiesecretariaat. Neem hierbij een kopie van je paspoort mee. De examencommissie bepaalt aan de hand van de resultaten van de onderdelen of de examinandus al dan niet is geslaagd (in overeenstemming met de OER), bekijkt of de kandidaat de juiste vooropleiding heeft en kent het judicium toe. Daartoe vergadert de examencommissie ten minste éénmaal per maand, met uitzondering van de maand juli. De datum waarop de examencommissie vaststelt dat aan alle eisen voor het examen is voldaan, wordt aan de student medegedeeld en op de bul vermeld. Voor het toekennen van de judicia hanteert de examencommissie de volgende voorwaarden, waarbij het naar studielast gewogen gemiddelde geldt: cum laude ≥ 8,0; met veel genoegen ≥ 7,5; met genoegen ≥ 7,0. Voor toekenning van het judicium ‘cum laude’ geldt nog een aantal beperkende voorwaarden ten aanzien van de studietijd en cijferverdeling. Voor deze verdere regels wordt verwezen naar de ‘Regels en Richtlijnen voor de examens’. Deze zijn bijgevoegd bij de Onderwijs en Examenregelingen. Tegen beslissingen van de examencommissie staat beroep open bij het College van Beroep voor de examens. Zie voor de beroepsmogelijkheden het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut, of kijk op http://www.vu.nl > Studenten > Inspraak / reglementen. 1.18.4
Beëindiging van inschrijving Een student die de VU verlaat, omdat bijvoorbeeld het examen met goed gevolg is afgelegd, moet zelf de inschrijving als student beëindigen door middel van een schriftelijk verzoek bij de Studentenbalie in het Hoofdgebouw. Het formulier daarvoor is verkrijgbaar op het studiesecretariaat en dient ingeleverd te worden gelijktijdig met het verzoek tot afgifte van een getuigschrift. De inschrijving wordt dan beëindigd in de maand volgend op die waarin het examen is afgelegd, behoudens in de maanden juli en augustus.
1.18.5
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen vermeld die met goed gevolg zijn afgerond, inclusief studiebelasting en studieresultaat.
1.18.6
Inschrijving in een masteropleiding Studenten die doorstuderen aan een masteropleiding aan de Vrije Universiteit kunnen met het formulier Aanvraag Getuigschrift tevens aanvraag tot toelating tot en inschrijving in één van de masteropleidingen doen. Gelijktijdig met het vaststellen
Undergraduate School for Earth Sciences
39
van het bachelorexamen besluit de examencommissie over toelating tot de aangegeven masteropleiding (en -specialisatie indien van toepassing). Over doorstroom naar en toelatingseisen tot de masteropleidingen van de Graduate School Earth, Environment and Ecology is meer informatie te vinden in het volgende hoofdstuk onder Studie- en loopbaanperspectief en in de master guide en de OERen.
1.19
Studie- en loopbaanperspectief
1.19.1
Studie en loopbaan In het derde jaar van de bacheloropleiding volg je het vak Studie en loopbaan. Dit vak wordt verzorgd in een samenwerking tussen de faculteit en het Centrum voor Studie en Loopbaan van de VU. Tijdens de cursus analyseer je je eigen competenties en oriënteer je je op de arbeidsmarkt. Ook wordt aandacht besteed aan het gemotiveerd kiezen van een vervolg(master)opleiding. Een uitgebreide beschrijving van het vak is te vinden in de lijst met vakomschrijvingen in deze gids. Meer informatie over het Centrum voor Studie en Loopbaan is te vinden op de algemene website www.vu.nl > studenten > advies en begeleiding > studie- en loopbaanbegeleiding.
1.19.2
Loopbaanoriëntatie en arbeidsmarkt De Nederlandse werkgevers zijn nog niet ingesteld op het creëren van functies voor afgestudeerden met een academische bachelorgraad. In tegenstelling tot sommige andere landen is bij ons de bachelor-masterstructuur pas kort geleden ingevoerd en heeft nog een beperkt aantal mensen een bachelorbul aan het Nederlands Wetenschappelijk Onderwijs behaald. Veelal zullen studenten kiezen voor een vervolgopleiding en het behalen van een mastergraad. Veel informatie over de carrièremogelijkheden met een bachelorbul kan hier helaas dus nog niet gegeven worden. Ter oriëntatie op de arbeidsmarkt is het nuttig om een stage te lopen buiten de instellingen van wetenschappelijk onderwijs. In de bacheloropleiding is alleen binnen het studieonderdeel Bachelorthesis een beperkte mogelijkheid om eens buiten de VU te kijken. Binnen de masteropleidingen zal daartoe veel meer ruimte zijn. Loopbaanoriëntatie vindt ook plaats op de door GeoVUsie georganiseerde bedrijvendagen, de Landelijke Loopbaandag, of via het bijwonen van voordrachten die met grote regelmaat op de faculteit worden gehouden door personen uit het bedrijfsleven (o.a. Geoflex-lezingen op donderdagmiddagen). De Stichting Bèta Bedrijvencontactdag Amsterdam (SBBA) organiseert ieder jaar een bedrijvencontactdag bestemd voor bètastudenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. De bedrijvencontactdag wordt jaarlijks gehouden in de eerste week van april, afwisselend in de gebouwen van de VU of de UvA. De bedrijvendag is met name gericht op laatste jaar bachelorstudenten, masterstudenten en promovendi. Deze krijgen in de loop van maart een uitnodiging en het programmaboekje met het inschrijfformulier. Op de bètabedrijvencontactdag is een informatiemarkt aanwezig waar bedrijven zich presenteren. Tevens zijn er verschillende lezingenrondes waarin enkele bedrijven de kans krijgen om het publiek te informeren over de arbeidsmogelijkheden die er voor bèta's zijn binnen dat bedrijf.
40
Aarde en economie
Een persoonlijk gesprek met een bedrijf naar keuze kan aangevraagd worden door een ingevuld c.v. in te leveren, dat verstrekt wordt met het inschrijfformulier. Naar aanleiding van deze c.v.’s worden studenten uitgenodigd voor de gesprekkendagen die enige tijd na de bedrijvendag plaatsvinden, meestal in mei. De SBBA bestaat uit studenten van de VU en de UvA. Meer informatie over de SBBA of de bèta bedrijvencontactdag kan verkregen worden via de website http://www.sbba.nl/. 1.19.3
Doorstroom naar een masteropleiding De meest voor de hand liggende keuze voor studenten in de afrondende fase van hun bacheloropleiding zal zijn zich te beraden op een doorstroom naar een masteropleiding. De masteropleiding kan gevolgd worden aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit, of wordt logischerwijs voortgezet binnen de faculteit zelf. De Graduate School Earth, Environment and Ecology van de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit kent de volgende masteropleidingen A. Earth Sciences (waarbinnen zes specialisatierichtingen zijn ondergebracht); • Applied Environmental Geosciences • Solid Earth • Archaeometry • Landscape Archaeology • Education (lerarenopleiding) • Science Communication Met ingang van het collegejaar 2009/2010 zal een specialisatie "Earth and economics" worden toegevoegd. B. Geosciences of Basins and Lithosphere (onderverdeeld in drie richtingen); • Sedimentary basins; architecture and evolution • Continental lithosphere; composition and rates of processes • Petroleum systems; development and regional geology C. Hydrology (onderverdeeld in twee richtingen); • Hydrogeology • Ecohydrology D. Palaeoclimatology and Geo-ecosystems; E. Environment and Resource Management (onderverdeeld in twee richtingen); • Environmental Studies • Energy Studies F. Ecology Binnen de specialisaties hebben de studenten de keuze tot het volgen van een tweetal profielen: • maatschappijgericht (M); • onderzoeksgericht (O)
Undergraduate School for Earth Sciences
41
De profielkeuze zal in de praktijk met name tot uitdrukking komen in de uitvoering van een beleidsmatige of bedrijfsstage in het kader van de Master Thesis (M), dan wel een meer onderzoeksgerichte Master Thesis aan universiteit of onderzoeksinstituut (O). De masteropleidingen hebben een omvang van respectievelijk 120 stp. (Earth Sciences, Geosciences of Basins and Lithosphere, Hydrology, Palaeoclimatology and Geo-ecosystems) en 60 stp. (Environment and Resource Management). Toelating tot de masteropleidingen Toestemming tot het volgen van masteronderdelen zonder bachelordiploma Om de doorstroom van een bacheloropleiding naar een masteropleiding van de School of Earth and Environmental Sciences iets te versoepelen, is het onder bepaalde voorwaarden toegestaan reeds deel te nemen aan een deel van het cursorisch onderwijs van de masteropleiding zonder dat het daartoe benodigde bacherlordiploma is behaald (zie later). Studenten met een geringe achterstand in de bacheloropleiding kunnen op deze wijze tijdens het afronden van de bacheloropleiding reeds beginnen met de masteropleiding. De voorwaarden voor deelname zijn als volgt: • Deelname is alleen toegestaan aan de daartoe speciaal in de OER vermelde studieonderdelen van de masteropleiding, wanneer de student minimaal 168 studiepunten heeft behaald in de bachelorrichting die toegang verschaft tot de betreffende masteropleiding of masterspecialisatie. • De periode waarbinnen de student zonder bachelordiploma kan deelnemen aan onderdelen van de masteropleidingen bedraagt maximaal 12 maanden, gerekend vanaf het begin van het cursusjaar. N.B. Officiële inschrijving in de masteropleiding kan pas plaatsvinden na het behalen van het bachelordiploma! Toelating met een Bachelordiploma Aarde en economie Studenten met een Bachelordiploma Aarde en economie kunnen, afhankelijk van de gevolgde minor doorstromen naar de FALW masteropleidingen Earth Sciences (de specialisatie Earth and economy), de opleiding Palaeoclimate and Geo-ecosystems), Environment and Resource Management (specialisaties: Environmental Studies, en Energy Studies), en Hydrology, en de FEWEB masteropleiding "Spatial, Transport and Environmental Economics" (STREEM). De toelatingsmogelijkheden zijn hieronder per minor opgesomd. Toelating met BSc Aarde en economie, minor Aardwetenschappen ter voorbereiding op de master Palaeoclimate and Geo-ecosystems • Earth Sciences, specialisatie Earth and economics • Palaeoclimate and Geo-ecosystems • Environment and Resource Management Toelating met BSc Aarde en economie, minor Aardwetenschappen ter voorbereiding op de master Hydrology • Earth Sciences, specialisatie Earth and economics 42
Aarde en economie
• •
Environment and Resource Management Hydrology
Toelating met BSc Aarde en economie, minor Economie • Earth Sciences, specialisatie Earth and economics • Environment and Resource Management • Spatial, Transport and Environmental Economics Toelating met BSc Aarde en economie, minor Aarde en economie • Earth Sciences, specialisatie Earth and economics • Environment and Resource Management Toelating met afwijkende bachelorsvarianten Studenten die op basis van hun bachelorvariant aan de Vrije Universiteit niet rechtstreeks toegang hebben tot een bepaalde masterspecialisatie binnen een masteropleiding, kunnen alsnog worden toegelaten tot die masterspecialisatie op basis van een daartoe strekkend besluit van de Examencommissie van die masteropleiding. De Examencommissie geeft daarbij aan voor welke differentiatie binnen de masteropleiding de toelating geldt. De Examencommissie kan aanvullende eisen stellen alvorens de student wordt toegelaten. Toelating masterspecialisatie Science Communication Voor het volgen van de richting Science Communication gelden geen specifieke toelatingseisen. Het is echter wel raadzaam tijdens de bacheloropleiding het vak Wetenschapscommunicatie voor Bèta-onderzoekers (470185), 6 stp. op te nemen in je vrije keuzepakket. Toelating masterspecialisatie Education Binnen de brede masteropleiding Earth Sciences bestaat de mogelijkheid tot het volgen van een Educatie-(lerarenopleiding) variant. Wil je toegelaten worden tot deze variant, dan is het verplicht Sociale geografie I (450099), 6 stp. in je bachelorpakket te hebben. Daarnaast wordt sterk aangeraden het vak "Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar" (991010), 6 stp. tijdens je bacheloropleiding te volgen. Master Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied De faculteit der Wijsbegeerte organiseert een 2-jarige masteropleiding Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied, voor studenten die geïnteresseerd zijn in de invloed die de wetenschap uitoefent op ons mens- en wereldbeeld, de drijvende kracht van de wetenschap in onze maatschappij en cultuur en de drastische veranderingen die onze wereld ondergaat onder invloed van (natuur)wetenschappen en technologie. Studenten met een bachelordiploma Aardwetenschappen of Aarde en economie kunnen onder bepaalde voorwaarden worden toegelaten tot deze opleiding en volgen in het eerste jaar een filosofisch basisprogramma en een wetenschapsfilosofisch blok dat is toegespitst op de integratie van natuurwetenschappen en filosofie. In het tweede jaar wordt deelgenomen aan een seminar en moeten er colleges worden gevolgd waarin de wijsgerige reflectie wordt toegepast op problemen binnen het eigen wetenschapsgebied. De opleiding eindigt met een afstudeerfase (leeronderzoek, literatuuronderzoek en scriptie) waarin je eigen wetenschapsgebied alle aandacht krijgt.
Undergraduate School for Earth Sciences
43
Voor meer informatie: Y.M. Jouvenaar, facultair voorlichter Wijsbegeerte, Faculteit der Wijsbegeerte, hoofdgebouw, kamer 14A-18. Tel. (020)-598 8596, e-mail:
[email protected]
1.20
Instituten en onderzoeksafdelingen De volgende afdelingen van verschillende instituten van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen zijn relevant voor de opleidingen in de Aard- en Milieuwetenschappen, Geoarcheologie en Aarde en economie. Stafmedewerkers van deze afdelingen verzorgen de verschillende onderdelen van het bachelor- en masteronderwijs. De afdelingen verzorgen ook kort- en langdurende projecten die als afsluitende leeronderzoeken in zowel bachelor- als masteropleidingen worden aangeboden. Meer informatie over de afdelingen en hun onderzoek vind je op de facultaire website. Instituut voor Aardwetenschappen (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IAW- Earth Sciences) • Hydro(geo)logie en Geo-milieuwetenschappen • Isotopengeochemie • Paleoklimatologie en Geomorfologie • Petrologie • Sedimentologie • Tektoniek Instituut voor Milieuvraagstukken (zie www.ivm.falw.vu.nl > organisation > departments) • Chemie en Biologie • Economie en Technologie • Milieubeleidsanalyse • Ruimtelijke Analyse en Beleid Instituut voor Geo- en Bioarcheologie (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IGBA - Geo- and Bioarchaeology) • Geoarcheologie Instituut voor Ecologische Wetenschappen (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IEW- Ecological Science) • Dieroecologie • Ecologie en Ecofysiologie van Planten • Systeemecologie Athena Instituut (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > Athena Institute) • Wetenschapscommunicatie Voor afdelingen van andere faculteiten (b.v. Archeologie en prehistorie (Faculteit der Letteren), of Ruimtelijke economie (Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde)) wordt verwezen naar de websites van die faculteiten.
44
Aarde en economie
2
Aarde en economie (BSc) De hier gepresenteerde studiegidsinformatie betreft voornamelijk de structuur van de bacheloropleiding Aarde en economie en de gedetailleerde vakomschrijvingen. Overige belangrijke studiegidsinformatie met betrekking tot de opleiding en de School for Earth and Environmental Sciences is terug te vinden op de facultaire website; www.falw.vu.nl > studenten > studiegids bachelor.
2.1
Opbouw van de opleiding Het bachelorprogramma Aarde en economie omvat: 1) Een verplicht pakket studieonderdelen met een omvang van 138 stp., waaronder alle vakken uit het eerste en tweede jaar en 16 stp. uit het derde jaar. 2) Een derdejaars minor Aardwetenschappen, een minor Economie, of een minor Aarde en economie (elk met een omvang van minimaal 42 stp.).
2.2
Eerste jaar Alle onderstaande vakken van het eerste jaar zijn verplicht. Vakcode 450206 450235 450212 450234 450214 450215 450207 450208 60131080 450067 450230 450210 450216
2.3
Vaknaam Aarde en economie Algemene vaardigheden en encyclopedie Dynamiek van het historische landschap Global change Inleiding economie Inleiding wiskunde en computergebruik Natuur, leven en techniek 1 Natuur, leven en techniek 2 Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie) Systeem Aarde Veldpracticum Aardwetenschappen Veldwerk aarde en economie Verslag veldwerk Aarde en economie
Stp. 6 4 6 4 6 6 3 3 3 6 3 7 3
Periode 1 en 2 5 4 3 2 1 en 2 3 4 4 1 5 5 en 6 6
Tweede jaar De verplichte onderdelen van het tweede jaar van de bacheloropleiding Aarde en economie zijn: (N.B.: het vak Uitwerking ruimtelijke Analyse onderzoekstraining (450253) wordt voortgezet in het derde jaar). Vakcode 450105 450091 450023 450024 450093 450260 450236 450261 450269 450309
Vaknaam Basiscursus milieukunde I Bodemkunde Digitale ruimtelijke data Inleiding hydrologie Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Mens en Landschap Natuurrampen en risico's Natuurwetenschappelijke aspecten van grondstoffen Regionale economie Ruimtelijke analyse onderzoekstraining
Aarde en economie (BSc)
Stp. 6 3 5 5 6
Periode 5 4 4 4 5
6 6 6
2 3 1
6 4
2 6
45
450071 450253
2.4 2.4.1
6 5
1 6 (2e jaar), 1 (3e jaar).
Derde jaar Derde jaar (verplichte vakken) De verplichte onderdelen van het derde jaar van de bacheloropleiding Aarde en economie zijn: Vakcode 450258 450312 450255 450253 450256 450257
2.4.2
Statistiek en data-analyse Uitwerking Ruimtelijke analyse onderzoekstraining
Vaknaam Besluitvormingsprocessen Spring School Aarde en economie Studie en loopbaan Uitwerking Ruimtelijke analyse onderzoekstraining Wijsgerige vorming I: Economische Filosofie Wijsgerige vorming II: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Stp. 3 3 2 5
Periode 2 5 1 6 (2e jaar), 1 (3e jaar).
3
2
3
5 en 6
Derde jaar, minor Aardwetenschappen De minor Aardwetenschappen bevat minimaal 42 studiepunten en is te onderscheiden in twee richtingen. Voor elke richting zijn een aantal onderdelen verplicht. Het eventueel resterende deel van de minor kan gedeeltelijk of geheel ingevuld worden met nog niet gevolgde studieonderdelen van de bacheloropleiding Aardwetenschappen (zoals Hydrologie van Nederland, Bodem en Milieu, Computermodelleren, Inleiding in de anorganische geochemie). Minor Aardwetenschappen ter voorbereiding op de master Palaeoclimatology and Geo-ecosystems Verplichte vakken van deze minor zijn: Vakcode 450254 450095 450022 450240 450069
Vaknaam Bachelorthesis Aarde en economie Geomorfologie, inclusief veldpracticum Inleiding in de anorganische geochemie Paleoklimatologie en meteorologie Sedimentologie en stratigrafie
Stp. 12 6 5 6 6
Periode 5 en 6 1 3 4 4
Minor Aardwetenschappen ter voorbereiding op de master Hydrology verplichte vakken van deze minor zijn: Vakcode 450254 450022 450142 450073
2.4.3
46
Vaknaam Bachelorthesis Aarde en economie Inleiding in de anorganische geochemie Toegepaste geofysica Wis- en natuurkunde
Stp. 12 5 6 6
Periode 5 en 6 3 1 2
Derde jaar, minor Economie De minor Economie omvat minimaal 42 studiepunten. Hiervan worden 21 studiepunten ingevuld met verplichte vakken en tenminste 12 studiepunten met keuzevakken. Het eventueel resterende deel van de minor kan gedeeltelijk of geheel Aarde en economie
ingevuld worden met nog niet gevolgde studieonderdelen van de bacheloropleiding Aardwetenschappen of de bacheloropleiding Economie. Derde jaar, minor Economie (verplichte vakken) Verplichte vakken binnen deze minor zijn: Vakcode 450254 450310 60311000
Vaknaam Bachelorthesis Aarde en economie Economie van de Publieke Sector Methoden en technieken van AE/FE (algemeen economisch/financieel economisch) onderzoek
Stp. 12 3 6
Periode 5 en 6 1 1
Derde jaar, minor Economie (keuzevakken) Verder volg je minimaal twee van de volgende keuzevakken: Vakcode 60341050 60332100 450311 60332110 60322070
2.4.4
6 6 6
Periode 5 4 3 4 2
Vaknaam Bachelorthesis Aarde en economie Economie van de Publieke Sector Ruimtegebruiksverandering
Stp. 12 3 6
Periode 5 en 6 1 3
Education variant Om toegelaten te worden tot de masterspecialisatie Education moeten studenten tenminste de onderstaande vakken volgen binnen hun minor. Ook valt het te overwegen om als keuzevak Wetenschapscommunicatie voor Bèta-onderzoekers (470185) te volgen. Vakcode 991010 450099
2.5
Stp. 6 6
Derde jaar, minor Aarde en economie De minor Aarde en economie omvat minimaal 42 studiepunten. Hiervan worden 21 studiepunten ingevuld met verplichte vakken. Verder kies je minimaal één vak uit de minor Aardwetenschappen én minimaal één vak uit de minor Economie. Verder heb je vrije keuze uit de minor Aardwetenschappen en de minor Economie. Derde jaar, minor Aarde en economie (verplichte vakken) Verplichte vakken binnen deze minor zijn: Vakcode 450254 450310 450311
2.4.5
Vaknaam Economie van het onroerend goed Environmental Economics and Management Ruimtegebruiksverandering Transport and Network Economics Urban Economics
Vaknaam Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar Sociale geografie I
Stp. 6 6
Periode maart 2009 2
Algemene en wijsgerige vorming Binnen het bachelorprogramma wordt met de studieonderdelen Wijsgerige Vorming I (450256) en Wijsgerige Vorming II (450257) invulling gegeven aan Algemene en Wijsgerige vorming. Het doel van deze onderdelen is de student inzicht te geven in de aard van de eigen wetenschap en de plaats daarvan in een ruimer verband. Hierbij wordt aandacht besteed aan de onderlinge samenhang van de wetenschappen, de geschiedenis van en wijsgerige vragen omtrent natuurwetenschappen, hun functie Aarde en economie (BSc)
47
binnen de samenleving en aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van hun beoefenaars. In de universiteitsbibliotheek is een aparte bibliotheek Algemene vorming opgenomen.
2.6
Interfacultaire keuzevakken Interfacultaire keuzevakken maken geen deel uit van het vastgestelde examenprogramma van de bacheloropleiding Aarde en economie. Wil je een interfacultair keuzevak volgen dan dien je daar dus toestemming voor te vragen bij de examencommissie. Het is belangrijk dat je dit vooraf en tijdig regelt!
2.7
Vakken buiten FALW en Vrije Universiteit De Informatheek van het Centrum voor Studie en Loopbaan is in het bezit van alle studiegidsen van de VU (welke overigens ook in digitale versie te raadplegen zijn op http://www.studiegids.vu.nl), maar ook van de andere universiteiten. Wil je een keuzevak elders volgen, raadpleeg dan de desbetreffende studiegids, het internet, of doe navraag bij docent of studiebegeleider. Deelname aan keuzevakken die niet door de Undergraduate School for Earth Sciences worden georganiseerd dient vooraf te worden goedgekeurd door de examencommissie (achteraf regelen is niet mogelijk!). Aanvragen hiertoe graag tijdig indienen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie, voorzien van documentatie over de aard en inhoud van het vak. Examencommissie Aardwetenschappen t.a.v. mw. M. Wolters (
[email protected]), FALW, De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam.
2.8
48
Honours Programma Aarde en economie
2.8.1
Wat is het BSc Honours Programma De VU heeft een Bachelor Honours Programma voor excellente studenten, waarin ook de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen deelneemt. Het Honours Programma heeft als doelstelling dat talentvolle studenten zich onder intensieve begeleiding kunnen verdiepen en verbreden. Het VU Honours traject beslaat 30 studiepunten (stp.) verdeeld over 2,5 jaar. Het heeft een faculteitsdeel van 10-15 stp. en een faculteitsoverstijgend deel van 10-15 stp. Het honourstraject komt bovenop het reguliere programma en is alleen toegankelijk voor studenten die meer willen en kunnen dan het reguliere programma biedt.
2.8.2
Het faculteitsoverschrijdende deel In het faculteitsoverstijgende deel van het VU BSc Honourstraject geven topdocenten uit verschillende vakgebieden samen cursussen over actuele thema's. Zie voor nadere informatie over het VU Honoursprogramma en het faculteitoverschrijdende deel: http://www.vu.nl/Student/ > cursussen/stages/scripties > VU Honours Programma. De facultaire coördinator is drs. Liesbeth van de Grint (
[email protected]; Kamer F-114). Ook bij haar kan je terecht voor nadere informatie.
2.8.3
Het facultaire deel Het facultaire deel van het BSc Honours Programma Aarde en Economie kan worden ingevuld met:
Aarde en economie
•
•
•
•
•
Twee stervarianten van bestaande cursussen binnen de verplichte specialisatierichting van je bacheloropleiding. De stervariant van de cursus is gericht op verdieping en heeft een omvang van 2,5 stp. In totaal vul je hiermee dus 5 stp. van het Honours Programma in. Binnen de stervariant wordt een individueel begeleid literatuuronderzoek uitgevoerd naar een specifiek onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Dit literatuuronderzoek wordt afgesloten met een verslag. De stervariant wordt onder een aparte vakcode geregistreerd. Een individeel vastgestelde onderwijsmodule op een aardwetenschappelijk en/of economisch deelgebied dat geen deel uitmaakt van je verplichte specialisatieprogramma. De omvang van deze module is 5 stp. en is gericht op verbreding. Zij wordt afgesloten met een mondeling assessment. Een individuele onderzoeksmodule (de honours bachelorthesis) met een omvang van 10 stp. Deze specifieke honours bachelorthesis betreft een onderzoek binnen en begeleid door één van de wetenschappelijke afdelingen van de bij de opleiding betrokken faculteiten. Een uitbreiding van de reguliere bachelorthesis met maximaal 5 stp. bovenop de bestaande studiepunten voor de bachelorthesis. Doelstelling van beide onderzoeksmodules is verdieping en de verdere ontwikkeling van academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Je Honours Programma moet binnen de 10-15 stp. van het facultaire deel in ieder geval bevatten (1) twee stervariant-cursussen en (2) één van de hierboven genoemde onderzoeksmodules.
2.8.4
Begeleiding Elke BSc honours student krijgt een individuele honours tutor toegewezen. Deze tutor: • stelt in overleg met de student een persoonlijk BSc-Honours Programma op. Dit programma wordt schriftelijk vastgelegd. • stelt in overleg met de student en de betreffende docent(en) de individuele onderwijsmodule (verbreding) op. De inhoud van deze onderwijsmodule wordt schriftelijk vastgelegd. • fungeert als contactpersoon met docenten die bij individuele onderwijsmodules en de begeleiding van onderzoeksprojecten betrokken zijn. • bewaakt het honourstraject van de student.
2.8.5
Toelating tot het BSc Honoursprogramma Studenten kunnen zich vanaf 1 april opgeven bij de FALW Honourscommissie. Contactpersoon hiervoor is Liesbeth van de Grint (
[email protected]; kamer F-114). De Honourscommissie bestaat uit Margot van der Bor (voorzitter), Marjolijn Visser, Jan Kooter, Mathilde Molendijk, Arjen Brussaard, Kees Biermann en Liesbeth van de Grint (projectmanager). Studenten moeten solliciteren met een Engelstalige sollicitatiebrief voorzien van een CV. Met de geselecteerde studenten wordt een gesprek gehouden op basis van een bij de sollicitatie ingediende motivatiebrief. Voorwaarden voor deelname zijn: • de student heeft een gemiddeld cijfer van 7,5 of hoger in het eerste studiejaar; • de student heeft in één jaar het eerste studiejaar afgerond.
Aarde en economie (BSc)
49
De commissie stelt op basis van de sollicitaties en de resultaten toelating tot het traject vast. 2.8.6
Stervarianten Aarde en economie Aarde en economie Vakcode 450260 450236
Vaknaam Mens en Landschap Natuurrampen en risico's
Stp. 6 6
Periode 2 3
Vaknaam Basiscursus milieukunde I Bodem en milieu Geomorfologie, inclusief veldpracticum Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Paleoklimatologie en meteorologie Terrestrische milieus
Stp. 6 6 6 6
Periode 5 2 1 5
Vaknaam Economie van het onroerend goed Environmental Economics and Management Transport and Network Economics Urban Economics
Stp. 6 6
Aardwetenschappen Vakcode 450105 450098 450095 450093 450240 450097
6 6
4 2
Economie Vakcode 60341050 60332100 60332110 60322070
6 6
Periode 5 4 4 2
Honours-specifieke Economie-cursussen De volgende vakken zijn speciaal voor het Honours-programma opgezet: Meta-analysis in business and economics (5 stp.), Transport and Logistics in a Globalizing World (5 stp.) en The economics of transaction costs (5 stp.).
50
Aarde en economie
3 naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Examenonderdelen Aarde en economie 450206 drs. M.P. Bokhorst; prof.dr. G.J. Borger; dr. F.R. Bruinsma (en gastdocenten) 6 1 en 2 De eenwording van Europa en de globalisering hebben vergaande gevolgen voor de Nederlandse samenleving en economie. Dat zal ook doorwerken in de inrichting en het gebruik van de ruimte. Nieuwe economische functies moeten zich kunnen ontplooien, maar tegelijkertijd zal de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsplaats voor internationaal opererende bedrijven moeten toenemen. Dat betekent dat de kenmerkende aspecten van het Nederlandse landschap versterkt moeten worden. Daarbij gaat het om de aardkundige waarden, de natuurwaarden en de voornaamste kenmerken van het Nederlandse cultuurlandschap. Vanwege de ligging van Nederland in de delta van Rijn en Maas moet in alle plannen ook worden gelet op de steeds aanwezige dreiging van het water. Zowel in de hoorcolleges als in de excursies en het afsluitende werkstuk staan de dilemma¿s centraal die samenhangen met de ontwikkeling van nieuwe functies en het behoud van oude kwaliteiten in een steeds weer door hoogwater bedreigde delta. Gedurende de eerste vier weken wordt in de hoorcolleges een toelichting gegeven op de regio's en thema's die ter discussie zullen staan tijdens de excursie in periode 1. Tijdens die excursieweek zal een ronde door Nederland worden gemaakt langs uiteenlopende aarde-en-economische casussen. Onder andere zal worden kennisgemaakt met de plannen voor het Knooppunt Arnhem-Nijmegen, de problematiek rond de Noord-Zuidlijn, drinkwatervoorziening, diverse problematiek in Noord-Groningen en NoordFriesland, zoals gas- en zoutwinning, de afnemende beschikbaarheid van zoet water, bodemdaling en de Blauwe Stad. Met betrekking tot het waterthema wordt daarnaast aandacht geschonken aan de veiligheid en het waterkwaliteitsbeleid. Andere thema's die tijdens de excursie aan de orde komen, betreffen het ruimtelijk beleid met betrekking tot de stedelijke netwerken en economische kerngebieden, de mobiliteit en infrastructuur en de mainports in Nederland in relatie tot de aardwetenschappelijke condities en ontwikkelingen ter plaatse. Na de excursieweek worden deze thema's verder uitgediept in de hoorcolleges en wordt in de werkcolleges een begin gemaakt met de verkenning van de wisselwerking tussen aardwetenschappelijke en economische uitgangspunten in een door de studenten zelf te kiezen regio. Dit werkstuk wordt in groepjes van twee voorbereid en gepresenteerd aan de medestudenten. Ter afsluiting wordt het werkstuk met de begeleiders besproken. Hoorcolleges, excursies (1 week, met 3 overnachtingen), werkcolleges, werkstuk, presentatie. • Berendsen, H.J.A.: Landschap in delen. • Het boekje 'Europa' (wordt vertrekt tijdens college) schriftelijk tentamen en beoordeling werkstuk. Beide onderdelen moeten voldoende zijn beoordeeld.
Examenonderdelen
51
naam Algemene vaardigheden en encyclopedie code 450235 docenten dr. A.C. Lankreijer; drs. M.A. Molendijk; dr. M.A. van Drunen (en docenten van het Centrum voor Studie en Loopbaan) studiepunten 4 periode 5 doel De opleiding Aarde en Economie leidt je op tot een "academische professional". Dat betekent dat je zelfstandig kunt opereren op academisch niveau. Of je er nu voor kiest om een onderzoeker te worden of een loopbaan ambieert buiten de universiteit, je zult een aantal academische vaardigheden moeten beheersen. Kennisontwikkeling op een universiteit betekent niet alleen leren uit boeken en van hoorcolleges, maar ook om samen met onderzoekers of docenten te zoeken naar antwoorden op wetenschappelijke vragen. Wetenschap is continue in beweging, en ieder antwoord roept weer nieuwe vragen op, waarop je met elkaar en de begeleiders de antwoorden moet zoeken. Om mee te kunnen doen in de academische wereld zul je de regels van het spel moeten kennen en een aantal essentiële academische vaardigheden moeten beheersen. Hiervoor is deze cursus bedoeld. Deze vaardigheden zul je niet alleen tijdens je studie gebruiken, maar ook later in je professionele loopbaan. inhoud Aan het eind van deze cursus heb je kennis van, en geoefend met de volgende praktische academische vaardigheden: • wetenschappelijk schrijven, • presenteren van onderzoekresultaten, • toepassen van interviewtechnieken Daarnaast heb je theoretische kennis van: • de wetenschappelijke cyclus, • het opzetten en uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek • ethische normen en waarden in onderzoek De cursus bestaat uit de volgende onderdelen: • Een theoretische module over het opzetten van wetenschappelijk onderzoek aangevuld door een drietal practische workshops en een centrale opdracht • De workshop Presenteren: Structuur van de presentatie, afstemming op het publiek, interactie met het publiek, oefeningen. • De workshop Wetenschappelijk Schrijven: over het systematisch schrijven van een goed opgebouwde wetenschappelijk tekst en het ontwikkelen en weergeven van een eigen visie op basis van literatuur. • De workshop Interviewtechnieken. Naast de theoretische achtergrond van het interviewen als onderzoeksmethode, wordt concreet geoefend met het ontwerpen van interviews en het concreet afnemen van interviews. • Workshop CO2 opslag. Voor de opleiding Aarde en economie is het belangrijk inzicht te krijgen in de methoden en theorieën die in de verschillende wetenschappelijke disciplines gebruikt worden. • De centrale opdracht "CO2": In een groepje onderzoeken studenten een aspect van CO2 en schrijven hierover een wetenschappelijk verslag. Drie wetenschappers zullen een lezing houden over het onderwerp 'CO2 52
Aarde en economie
opslag', belicht vanuit verschillende perspectieven: vanuit de economie, de aardwetenschappen en vanuit de politicologie. werkwijze Werk- en hoorolleges, practische werkgroepen, en groepsopdracht. Studenten wonen tenminste 5 GeoVUsie Geoflex-lezingen bij. Deze lezingen dienen als orientatie op de wetenschap en beroepskeuze. De Geoflex-lezingen vinden plaats op de donderdagmiddag om 16.00 uur. literatuur Nader te bepalen. toetsing Mondelinge en schriftelijke rapportages. Voor de workshops is deelname verplicht. naam code studiepunten periode begeleider doel
inhoud
werkwijze toetsing opmerkingen
Bachelorthesis Aarde en economie 450254 12 5 en 6 Diverse docenten (o.l.v. van de coördinatoren van de minoren; dr. M. van Drunen, dr. K. Kasse en dr. H.L.F. de Groot) Het leren voorbereiden en verrichten van een klein onderzoek, zelfstandig dan wel in klein groepsverband resulterend in een wetenschappelijke verslaglegging in de bachelorthesis. In de uitvoering van het praktisch werk en de verslaglegging daarvan wordt geleerd: • de in de bacheloropleiding verworven kennis van het vakgebied van de Aarde en economie en de laatste ontwikkelingen daarin toe te passen; • relevante gegevens te verzamelen uit zowel vakliteratuur als praktisch werk en deze te bewerken, beschrijven en te interpreteren; • informatie, ideeën en oplossingen te verwoorden in een verslag dat leesbaar is voor specialisten en niet-specialisten. Eigen onderzoek afgesloten met een scriptie. Studenten kunnen een keuze maken uit onderwerpen die door de verschillende afdelingen worden aangeboden. Nadere informatie over projecten is te verkrijgen bij de minorcoördinatoren voor dit studieonderdeel. Zie voor uitgebreide informatie de Blackboard-site. Bachelor scriptieklasjes en begeleid eigen onderzoek. Schriftelijk verslag van het gehele onderzoeksproces. Deelname aan de bachelorthesis kan alleen plaats vinden indien het vak uitwerking onderzoekstraining ruimtelijke analyse (450253) voor 1 maart is geregistreerd bij het studiesecretariaat. Aanmelding uiterlijk 15 februari via TIS, en per e-mail bij de betreffende coördinator met opgave van het project waaraan wordt deelgenomen. De Examencommissie controleert op 1 maart of de betreffende student aan de toelatingseis heeft voldaan. Dit studieonderdeel valt onder de stage- en scriptieregeling. Deze regeling bevat een overeenkomst waarin gegevens en afspraken tussen begeleiders en student worden vastgelegd m.b.t. specifieke omstandigheden, momenten van overleg en voorwaarden voor het studieonderdeel. Deze overeenkomst moet worden overhandigd aan de examencommissie (mw. M. Wolters) voorafgaand aan de start van het studieonderdeel.
naam Basiscursus milieukunde I code 450105 docent dr. M.A. van Drunen (
[email protected])
Examenonderdelen
53
studiepunten 6 periode 5 doel De doelstellingen van de deze cursus zijn: 1. Het krijgen van overzicht in hedendaagse milieuproblemen. Studenten moeten weten wat verzuring, broeikaseffect, eutrofiëring, vervuiling, verspreiding, etc. zijn en kunnen uitleggen wat de samenhang is tussen deze milieuproblemen (bijvoorbeeld gemeenschappelijke veroorzakers). 2. Het verwerven van kennis en inzicht in de wetenschappelijke en maatschappelijke aspecten van milieuproblemen. Studenten moeten kunnen uitleggen wat de oorzaken zijn van milieuproblemen vanuit verschillende disciplines, zoals ecotoxicologie (schade ontstaat door een bepaalde emissie) of de economie (schade ontstaat omdat het milieu niets kost). 3. Het verwerven van inzicht in mogelijke oplossingsrichtingen. Studenten moeten kunnen aangeven welke mogelijkheden managers en beleidsmakers hebben om milieuproblemen op te lossen en welke beperkingen deze mogelijkheden hebben. inhoud In de cursus, die is bedoeld voor ouderejaars bachelorstudenten van alle faculteiten, worden aan de hand van het boek Environmental Science, a Global Concern de achtergronden van de milieuproblematiek besproken. Hoe stellen we milieuproblemen vast, hoe zijn ze ontstaan en wat zijn de mogelijkheden om ze op te lossen? In de (discussie-)colleges worden actuele milieuproblemen toegelicht vanuit diverse invalshoeken, zoals culturele antropologie, psychologie, economie, ecologie en toxicologie. Ook komen milieubeleidsinstrumenten aan de orde, zoals wetgeving en ecotax. werkwijze (Werk)-colleges literatuur William P. Cunningham and Mary Ann Cunningham (2008). Environmental science: a global concern. 10th International Edition, McGraw Hill, New York, 618 pp, ISBN: 987-0-07-128778-4 toetsing De cursus wordt getoetst aan de hand van een schriftelijk gesloten-boek tentamen. Met opdrachten kan een bonuspunt worden verdiend. opmerkingen Na de cursus kan de Scriptie milieubeleid (450136) worden gevolgd. Ook zijn er diverse mogelijkheden voor milieukundige onderzoekstages. Inlichtingen: dr. Michiel van Drunen,
[email protected], De Boelelaan 1085, kamer A645, tel. 020-598 9534. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting III of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt 54
Aarde en economie
geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code studiepunten periode docenten doel
Besluitvormingsprocessen 450258 3 2 drs. E. Vasileiadou; prof.dr. F.H.B. Biermann • Kennismaken met de centrale begrippen en benaderingen in de bestuurskunde. • Kennismaken met de Nederlandse en Europese bestuurlijke kaart. inhoud Dit vak is bedoeld als een brede kennismaking met de bestuurskunde voor zover die relevant is voor Aarde en Economie. Daarbij worden twee kernthema's van de bestuurskunde centraal gesteld: beleid en bestuur. De onderwerpen die bij het eerste kernthema aan de orde komen zijn: de ratio van overheidssturing, het beleidsproces, beleid en omgeving, en de strijd om het beleid. De onderwerpen die in het kader van het kernthema bestuur worden behandeld zijn: • Organisatie en management in het openbaar bestuur, overheidsorganisaties in hun omgeving; • Macht en conflict in overheidsorganisaties, intergouvernementele betrekkingen en; • bestuurlijke integriteit. Het centrale thema van de colleges zal waterbeheer zijn. werkwijze Hoorcolleges en een workshop. toetsing Schriftelijk tentamen.
naam Bodem en milieu code 450098 docenten prof.dr. L.A. Bruijnzeel; dr. J. van Huissteden; dr. B.M. van Breukelen (en ondersteunend personeel veldwerkmagazijn en laboratorium) studiepunten 6 periode 2 doel Begrijpen van fysische en chemische processen in de bodem en hun relatie met biosfeer en atmosfeer, en de invloed van menselijke ingrepen (erosie, verontreiniging) op deze processen. Het leren werken met bodemkundige meet- en analysetechnieken. inhoud De theoretische kennis die in deze cursus aan de orde komt bestaat uit basisbegrippen en concepten op het gebied van: • Bodemfysica: water- en warmtetransport, verdamping, drainage, uitwisseling van gassen • Bodemchemie: verwering, nutrienten, adsorptie, afbraak en omzetting organische stof • Bodemerosie: processen en meettechnieken • Biota en organische stof: opname van nutrienten door planten, ontstaan van en opname van (broeikas)gassen in de bodem • Bodemverontreiniging: soorten verontreinigingen, bronnen, gedrag in de bodem, aanpak/sanering • Practische vaardigheden die in de cursus aangeleerd worden bestaan uit
Examenonderdelen
55
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
een aantal veld- en laboratoriumtechnieken en een kennismaking met simpele rekenmodellen in de bodemkunde. • Veld: monstername, infiltratie, tensiometrie, bodemvochtmeting met behulp van Time Domain Reflectometry (demonstratie), meting gasfluxen op het terrein van de VU of een lokatie dichtbij Amsterdam • Laboratorium: bepaling korrelgrootte, organische stof, pH, porositeit, doorlatendheid • Modellen: demonstratie PEATLAND model, werken met enkele eenvoudige modellen voor warmtetransport en organische stofomzetting. 12 x 2 uur college, 2 dagen laboratoriumpracticum, 2 dagen veldpracticum, 1 dag computerpracticum Hoofdstukken uit W.P. Locher en H. de Bakker. Bodemkunde van Nederland, Deel 1, Algemene Bodemkunde (al in gebruik bij cursus Bodemkunde) R.P.C. Morgan (2005). Soil Erosion and Conservation, Blackwell Publishing. Eventueel wordt dit vervangen door een nog nader te bepalen boek; mededelingen hierover volgen voor aanvang van de cursus in 2009. Geselecteerde aanvullende literatuur (uit te reiken tijdens colleges) schriftelijk tentamen over de behandelde stof, verslaglegging van uitwerking veldmetingen, lab-analyses en overige praktische opgaven. Inleiding hydrologie (450024), Bodemkunde (450091). BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of III of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp.
naam code docent studiepunten periode doel
Bodemkunde 450091 dr. C. Kasse 3 4 Het begrijpen van de bodemvormende processen in gematigde gebieden zoals die tot uiting komen in de gevormde bodemhorizonten van de bodems in Nederland. inhoud Bodemvormende processen: veenvorming, humusaanrijking, ontkalking, verbruining, podzolisatie, kleiverplaatsing, gley, kattenkleivorming. Het systeem voor bodemclassificatie voor Nederland: geschiedenis,
56
Aarde en economie
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
algemene concepten, opbouw van het systeem, differentiërende kenmerken, diagnostische horizonten. De bodems van Nederland: voorkomen, genese, onderlinge relaties binnen en tussen de bodemordes, relatie tot geologie, geomorfologie en hydrologie. Inleiding op het FAO-bodemclassificatiesysteem, als voorbereiding op het Veldwerk geomorfologie (450092). Classificatie van reeds beschreven bodems, benoeming van bodemhorizonten, beschrijving en classificatie van bodems met behulp van lakprofielen. 8 x 2 uur college, 5 x 3 uur practicum, 1 dag excursie naar het International Soil Reference and Information Centre te Wageningen. W.P. Locher & H. de Bakker, 1990, Bodemkunde van Nederland. Deel 1 en 2. Schriftelijk tentamen over de behandelde stof en verplichte aanwezigheid bij de dagexcursie naar het ISRIC. Voorkennisadvies: Systeem Aarde (450067) en Eigenschappen van gesteenten (450010)
naam code docenten studiepunten periode doel
Digitale ruimtelijke data 450023 dr. R.A.M. de Jeu; dr. S.W.M. Peters 5 4 Leren omgaan met digitale ruimtelijke data: inwinning van aardwetenschappelijke gegevens via remote sensing en global positioning systems, destilleren van informatie uit remote sensing gegevens, verwerking van ruimtelijke gegevens met geografische informatiesystemen en toepassing van ruimtelijke statistiek hierin. inhoud • geografische informatiesystemen (GIS: opslag van ruimtelijke data, conversie van kaarten naar digitale data, kaartprojecties, cartografische aspecten, meetschalen, ruimtelijke analysetechnieken, foutenbronnen en foutenvoortplanting). • global positioning system (GPS: route en plaatsbepaling, tracking, omzetten digitale kaartinformatie, foutenbronnen en foutenanalyse) • ruimtelijke statistiek (GS: geostatistiek - monsternamestrategie, ruimtelijke correlatie, semivariogrammen, interpolatietechnieken); • remote sensing (RS: Fysica van remotesensingsystemen, aspecten van straling en atmosfeer, het gebruik van spectra, visualisatie, interpretatie, digitale bewerking en verwerking van RS beelden tot bruikbare kaarten door beeldcorrectie en beeldclassificatie); literatuur Venneker, R., J. van Huissteden & O. van Dam 2001. An introduction to Geographical Information Systems. Syllabus Faculty of Earth Science, Vrije Universiteit, Amsterdam. GARMIN, 2000. GPS guide for beginners. Garmin corporation. (Te downloaden via het web, maar zie Blackboard). Nader op te geven delen uit: Longley, P.A., Goodchild, M.F., Maguire, D.J., and Rhind, D.W. (2003) Geographic Information Systems and Science, Wiley, ISBN 0-471-89275-0 Clarke, K.C. (2001) Getting Started with Geographic Information Systems, Prentice Hall Series, ISBN 0-13-016829-7 Lillesand, T.M. and Kiefer, R.W., Remote Sensing and Image Interpretation,
Examenonderdelen
57
Wiley, meest recente uitgave. toetsing Theorie en Praktijk Tentamen. Het eindcijfer wordt voor 60% gebaseerd op toetsing van theoretische kennis en voor 40% van praktische vaardigheden. opmerkingen Voorkennisadvies: Statistiek en data-analyse (450071). Gedetailleerde cursusinformatie is te vinden op Blackboard. naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing naam code studiepunten periode docent doel
58
Dynamiek van het historische landschap 450212 dr. A.M.J. de Kraker 6 4 Studenten verkrijgen de basale kennis over de historische geografie van Nederland. Doelstelling is ook het verkrijgen van kennis en inzicht in ons cultureel erfgoed en in hoe processen van besluitvorming in het verleden nog steeds invloed hebben op het huidige landschap en ons leefmilieu. Tijdens de cursus worden de belangrijkste landschaptypes in Nederland besproken en de interactie tussen mens en natuur op een tijdschaal van voornamelijk de laatste 1000 jaar. Hoe zijn deze landschappen voortdurend veranderd en wat zijn de belangrijkste factoren die dit proces van transformatie sturen? Hiervoor is kennis nodig van de belangrijkste sociale, politieke en economische systemen die gedomineerd hebben tijdens het laatste millennium. Hiervoor is ook kennis nodig van de natuurlijke processen in dit tijdvak, zoals zeespiegelstijging t.o.v. het landwinning-/watermanagement en kustbeheer, klimaatveranderingen versus landbouwproductie en -systemen. Tijdens de cursus worden ook methoden en instrumenten besproken die door historisch geografen worden gebruikt, zoals geschreven bronnen en oude kaarten. Hoorcolleges, practica. Barends, S., e.a. (eds.) (2005) Het Nederlandse landschap. Een historischgeografische benadering. 9e druk. Matrijs, Utrecht. Harde, Marty & Hans van Triest (eds.) (1994) Jonge Landschappen 18001940. Het recente verleden in de aanbieding Matrijs Utrecht. Gedeelte uit: Berendsen, H.J.A. (2005) Landschap in delen. Overzicht van de geofactoren. Fysische geografie van Nederland. Koninklijke van Gorcum. Schriftelijk tentamen Economie van de Publieke Sector 450310 3 1 prof.dr. C.C. Koopmans Dit vak heeft een tweeledig doel. Enerzijds worden de essentiële economische basisprincipes die zijn behandeld in de eerste twee jaar (Inleiding Economie en Regionale Economie) verder uitgebreid. Daarbij ligt de nadruk op de relevante micro-economische principes die ten grondslag liggen aan de rol en het gedrag van de overheid in het economisch proces. Anderzijds verschaft dit vak inzicht in de vraag hoe in de dagelijkse praktijk besluiten worden genomen over grootschalige publieke projecten die grote Aarde en economie
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
naam code studiepunten contacturen
periode docenten doel
inhoud
literatuur
invloed hebben op ruimtelijke ordening, milieu, verdeling van welvaart over verschillende groepen in de samenleving, etc. Vrije marktwerking leidt lang niet altijd tot sociaal wenselijke uitkomsten. In dergelijke gevallen is er een mogelijk relevante rol voor overheden. Tegelijkertijd heeft overheidsingrijpen vaak (soms onbedoelde) negatieve effecten. In deze cursus komen de vele facetten van overheidsingrijpen aan bod vanuit een economisch perspectief. Onderwerpen die aan bod komen zijn (i) de rol voor de overheid, (ii) externaliteiten, (iii) publieke goederen, (iv) inkomensverdeling (personeel en regionaal), (v) optimale belastingheffing, (vi) kosten-baten analyse en MCA, (vii) beleidsevaluatie, en (viii) fiscal federalism/subsidiariteit. Tijdens de hoorcolleges wordt door de docent op een interactieve wijze de stof besproken. Het van tevoren voorbereid hebben van de stof is zeer aan te bevelen. Tijdens de werkcolleges zal aan de hand van vooraf te maken opgaven uitgebreid met de stof geoefend worden. • Varian, Intermediate Microeconomics, Norton (7e editie). • Reader met aanvullend materiaal. Schriftelijk tentamen. Contacturen: gedurende zes weken twee (interactieve) hoorcolleges per week van 2 uur en een werkcollege per week van 2 uur. Economie van het onroerend goed 60341050 6 24 (24 hoorcollege) hoorcolleges, tweemaal wordt een practicum/werkcollege gegeven waarin een opdracht moet worden uitgewerkt. 5 dr. J. Rouwendal; dr. F.R. Bruinsma; drs. J.E.C. Dekkers Economie van het onroerend goed geeft een inleiding tot de theorieën en methoden die betrekking hebben op de markt voor onroerend goed (woningen, kantoren, winkels, bedrijfsterreinen, etc.). Het vak biedt een veelheid aan inzichten in de werking van de vastgoedsector zoals locatiekeuze, werking van de grondmarkt en ruimtelijke ordeningsbeleid. Een belangrijk deel van de investeringen in Nederland vindt plaats in onroerend goed. Het gaat om investeringen met een lange levensduur die een stempel zetten op de ruimtelijke inrichting van het land. Economische dynamiek manifesteert zich bij uitstek in de vastgoedmarkt (bouwactiviteiten, leegstand). Voor veel beleggers is vastgoed een belangrijk deel van de portefeuille. Voor Amsterdam geldt dat de meest interessante ontwikkelingen op het gebied van onroerend goed zich de komende jaren zullen afspelen op de Zuidas. De onroerend goed markt is nauw verbonden aan de grondmarkt. In Nederland is die markt sterk gereguleerd, voornamelijk via het ruimtelijke ordeningsbeleid. Onderwerpen die aan bod komen zijn: deelmarkten (woningen, kantoren, bedrijfsgebouwen en grond), actoren op de onroerend goed markt (gebruikers/bewoners, bouwondernemingen, projectontwikkelaars, beleggers), prijsvorming, overheidsbeleid, speculatie, huren of kopen, korte versus lange termijn, kosten-batenanalyse. • Denise DiPasquale & William C. Wheaton, Urban Economics and Real
Examenonderdelen
59
Estate Markets. Prentice Hall, 1996. • Syllabus over het Nederlandse ruimtelijke-ordeningsbeleid • Additioneel studiemateriaal en powerpoint slides met hoorcollegestof zullen via Blackboard beschikbaar worden gesteld toetsing schriftelijk tentamen met open vragen entreevoorwaarden geen opmerkingen Het vak heeft relaties met diverse andere keuzevakken uit het derde jaar, waaronder Urban Economics en Environmental Economics and Management. Het bevat een aantal aantrekkelijke toepassingen voor studenten uit de algemene en bedrijfseconomische afstudeerrichtingen. subject code credits contact period lecturer aim
Environmental Economics and Management 60332100 6 24 hours (24 lecture) 4 prof.dr. C.A.A.M. Withagen Environmental economics and management deals with the relationship between natural resources, environmental quality, sustainable development and environmental policy. Attention is given to economic as well as business and managerial aspects of environmental processes and problems.
content Environmental economics and management studies environmental problems from an economic and managerial perspective. In particular it focuses on the structural relationship between the environment, nature, and the economic system. The environment constitutes the material basis of economic development, and thereby functions as a fundamental source of welfare. This function is jeopardized by pollution and overexploitation of renewable and non-renewable natural resources. Environmental policy aims at controlling these processes. The objective of the course is to offer a balanced combination of theories, real world examples and appropriate methodology at different levels, ranging from the firm level to the world scale. The following subjects will be treated. • Economic growth, sustainable development and the environment • The theory of externalities and policy instruments • National and international environmental policy in practice • Natural resource economics • Theory and applications of environmental valuation • Cost-benefit analysis of environmental changes and projects • Economic approaches to international environmental problem, including acid rain and the greenhouse effect (climate change) • Environmental management, including strategy, marketing, organisation, information systems, technology, environmental reporting and waste management form of tuition • Classes 24 hours • 18 hours lectures, 6 hours presentations by students (conditional on number of participants) • Students have to select one article from a list of journal and give a 10 60
Aarde en economie
minutes presentation. Every student writes a summary of three articles literature • Kahn, J.R. (2005), The Economic Approach to Environmental and Natural Resources. 3rd edition. Texas, USA: The Dryden Press, Forth Worth. • Articles from journals. • Powerpoint slides with lectures will be made downloadable through Blackboard. remarks The course contains attractive applications of theories and methods taught in earlier general and business economics courses (microeconomics, growth theory, international economics, accounting, marketing, organisation and management). •
naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Geomorfologie, inclusief veldpracticum 450095 prof.dr. J.F. Vandenberghe; dr. R.T. van Balen 6 1 Het leren begrijpen van erosie- en sedimentatieprocessen en de daaruit voortkomende landvormen. Verklaring van het ontstaan en ontwikkelen van landvormen in verschillende milieus met nadruk op de geomorfologische processen, maar ook met aandacht voor de rol van lithologie en geologische structuur en van paleomilieus. Het ontwikkelen van praktische bedrevenheid in het observeren van geomorfologische fenomenen op kaarten en luchtfoto's, ook via Blackboard, en de weergave ervan op geomorfologische kaarten. Excursie in Frankrijk (1 week) ter praktische toetsing van de leerstof, met nadruk op fluviatiele, vulkanische en structurele morfologie en de aanpassing van rivieren aan geologische structuren. 18 uur college, 40 uur practicum (geïntegreerd). Delen uit: Huggett, R.J. (2007) Fundamentals of Geomorphology (2nd ed.) Schriftelijk tentamen over collegestof en opgegeven literatuur. Beoordeling practicumopgaven. Excursieverslag. Voorkennisadvies: Systeem Aarde (450067), Global change (450234). N.B. Aanmelding voor het veldpracticum geschiedt apart via TIS en kan t/m eind januari 2009 (kijk in TIS onder 'Aanmelden diversen'). BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is.
Examenonderdelen
61
Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Global change 450234 dr. M.J. Waterloo; prof.dr. A.J. Dolman 4 3 De Global Change cursus verschaft de student inzicht in de oorzaken van historische en recente veranderingen in het aardse klimaat en de terrestrische en oceanische milieus aan de hand van kennis over fysische, chemische en biologische processen die hierin een cruciale rol spelen. De cursus begint met een inleidend college over wat er onder global change verstaan wordt en welke rol de mens hierin vervuld heeft sinds de industriële revolutie. Dit college wordt gevolgd door inleidende colleges over de opbouw van de atmosfeer en de algemene processen die ons weer en klimaat bepalen. De invloed van astronomische en geografische factoren op het klimaat, en de interactie tussen atmosferische, oceanische en terrestrische (biosfeer) systemen op het huidige klimaat en dat in het verleden worden hierna uitgebreid behandeld. Aandacht wordt gegeven aan de tijdschalen waarop de processen in deze systemen werken. Tot slot behandelen we de mogelijkheden om negatieve effecten van menselijk ingrijpen op het klimaat en het milieu te beperken via internationale verdragen (Montreal, Kyoto protocol), en de daaruit voortvloeiende milieumaatregelen. Hoorcolleges en zelfstudie. John Houghton, Global Warming, The Complete Briefing 3rd edition. 2004. Overige literatuur wordt verstrekt via Blackboard. Afsluitend schriftelijk tentamen. Deze cursus sluit aan op de cursus Systeem Aarde (450067).
naam code docenten studiepunten periode doel
Inleiding economie 450214 dr. H.L.F. de Groot; dr. A.J.H. Pels; dr. G.J.M. Linders 6 2 Dit vak beoogt de essentiële economische basisprincipes te verschaffen die van belang zijn voor vragen omtrent gedrag van consumenten, producenten en de rol van de overheid in het economisch proces. Deze kennis vormt de basis voor latere toepassingen op bijvoorbeeld het gebied van kosten-baten analyses, waarderingsstudies, studies naar de effectiviteit en efficiëntie van prijsbeleid en regulering, etc. inhoud In deze cursus komen de micro-economische fundamenten van het gedrag van consumenten, producenten en de overheid aan bod. De vraag naar en het aanbod van consumptiegoederen en productiefactoren (kapitaal en arbeid) wordt beschreven. Daarbij wordt ingegaan op het belang van de marktvorm waarin de onderneming opereert, de vorming van evenwichtsprijzen die ervoor zorgen dat markten ruimen, en situaties waarin de markt ald dan niet
62
Aarde en economie
tot maatschappelijk wenselijke uitkomsten leidt. werkwijze Tijdens de hoorcolleges wordt door de docent op een interactieve wijze de stof besproken. Het van tevoren voorbereid hebben van de stof is zeer aan te bevelen. Tijdens de werkcolleges zal aan de hand van vooraf te maken opgaven uitgebreid met de stof geoefend worden. literatuur Varian, Intermediate Microeconomics, Norton (7e editie). toetsing Schriftelijk tentamen. opmerkingen Contacturen: gedurende zes weken twee (interactieve) hoorcolleges per week van 3 uur en een werkcollege per week van 2 uur. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Inleiding hydrologie 450024 dr. V.E.A. Post; dr. M.J. Waterloo 5 4 Inzicht in de voornaamste hydrologische processen en ruimtelijke relaties. Eenvoudige stromingsvraagstukken kunnen oplossen. Het begrijpen van de reikwijdte en het toepassingsgebied van de hydrologie binnen de aardwetenschappen. Algemeen: de kringloop van het water: neerslag, verdamping, infiltratie, stroming van het water in de onverzadigde en verzadigde zone, afvoeren, waterbeheer. Hydrometeorologie: water- en energiebalans; neerslag: meting, fouten, ruimtelijke verdeling, ontwerpmeetnet, data-analyse; verdamping: procesbeschrijving, meting, waterverbruik van gewassen; neerslaginterceptie door vegetatie. Oppervlaktewater: bodemvocht: meting, infiltratie; rivierafvoeren: neerslagafvoer- relaties (afvoerverloop- en duurcurves), meting, Q-Hrelaties, schatting van piekafvoeren, grondwaterrecessie, bergingsmodellen. Grondwater: hydraulische eigenschappen van gesteenten (porositeit, permeabiliteit en bergingsfactor); de wet voor stroming van Darcy en de oplossing van enkele elementaire stromingsvraagstukken; structuur, voeding en ontwatering van grondwaterbekkens; exploratie en exploitatie van grondwater; waterkwaliteit. 44 uur hoorcollege, 1 dag (computer)practicum of excursie. Collegedictaat. Schriftelijk tentamen over collegestof, incl. uitgereikte bijlagen en verplichte literatuur.
naam code docenten studiepunten periode doel
Inleiding in de anorganische geochemie 450022 dr. J.R. Wijbrans; dr. C.J. Beets 5 3 Het verkrijgen van inzicht in de grondbeginselen van scheikunde op natuurlijke processen aan het aardoppervlak en het leren toepassen van deze kennis bij het oplossen van relevante vraagstukken. inhoud Centraal staan de principes en toepassingen van chemische reacties tussen vaste stoffen, vloeistoffen en gassen, doorgaans dus tussen mineralen en waterige oplossingen. De cursus bouwt voort op de aanzet die hiertoe in het
Examenonderdelen
63
eerste jaar is gegeven. De cursus behandelt de noodzakelijke scheikundige theorie en past die toe op natuurlijke processen. In deze cursus worden o.a. de principes behandeld van thermodynamica, mineraal stabiliteitsdiagrammen, kleimineralen, oxidatie en reductie reacties, kinematiek van chemische reacties, stabiele en radioactieve isotoopsystemen, menging en mixing. De student leert kwantitatieve voorspellingen te maken over de uitkomst van chemische reacties in een breed spectrum van geologische processen. Specifieke geochemische aspecten die in deze cursus aan bod komen, zijn: A) verwering B) grootschalige cycli C) water en atmosfeer D) milieu en gezondheid werkwijze College, opgaven tijdens werkcolleges en zelfstudie. Informatie via Blackboard literatuur Syllabus en collegestof toegankelijk via Blackboard. toetsing Schriftelijk tentamen. Eventueel beoordeling van tijdens de cursus gemaakte oefenopgaven. Herkansingen alleen m.b.v. een tentamen. naam code docent studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Inleiding wiskunde en computergebruik 450215 dr. H. Kooi (en anderen) 6 1 en 2 Na de cursus kan de student de wiskunde toepassen ten bate van het oplossen van eenvoudige economische en aardwetenschappelijke problemen. Kort opfrisoverzicht van de vwo-wiskunde (algebra, functies, differentiëren), functies analyseren, differentieren en integreren, extrema bepalen, optimaliseren, inleiding functies met meerdere variabelen, vectoren analyse, rekenen met matrices en eenvoudige differentiaalvergelijkingen herkennen en oplossen. Tijdens de cursus zal de computer worden gebruikt om het begrip van de wiskunde te verdiepen. Tijdens de cursus wordt er veel aandacht besteed aan de toepassing van wiskunde binnen Aarde en economie. College en (computer)practicum. • Basisboek Wiskunde door Jan van de Craats en Rob Bosch. ISBN: 90430-1156-8 Pearson Education, Amsterdam. • Syllabus Schriftelijk tentamen, computeropgaven.
naam Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. code 450093 docent dr. R.T. van Balen studiepunten 6 periode 5 doel Het verwerven van kennis en inzicht met betrekking tot a) de algemene Kwartairgeologie en b) de opbouw van de bodem van Nederland, en het ontstaan van het landschap als functie van geologisch/geomorfologische 64
Aarde en economie
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
opmerkingen
processen, biologische processen, klimaatveranderingen en ingrepen van de mens. Aan het eind van de cursus heeft de student: • een globaal overzicht van de benaderingen en technieken die gebruikt worden in het Kwartairgeologisch onderzoek; • inzicht in de hoofdlijnen van de Kwartaire klimaatdynamiek; • een overzicht van de neotektonische ontwikkeling en recente breukbewegingen, en de invloed daarvan op de Kwartaire sedimentatie en erosie processen en het landschap van Nederland; • een praktisch en theoretisch overzicht van de verschillende landschapstypen, inclusief de daarbijbehorende ecosystemen, van Nederland en soortgelijke/aangrenzende gebieden in West-Europa; • begrip van de ruimtelijke relaties tussen deze landschappen en kan hij deze in een historisch perspectief plaatsen, met name waar het de invloed van klimaatverandering en menselijk ingrijpen betreft. Het jongste deel van de aardgeschiedenis is sterk bepalend geweest voor de genese van het huidige landschap. De wisseling van klimaatomstandigheden, die het unieke karakter van het Kwartair bepaalt, wordt in steeds meer detail onderzocht. Oorzaken en gevolgen worden steeds duidelijker, waarbij voor de interactie tussen land, oceaan en atmosfeer een belangrijke rol is weggelegd. Vertikale bodembewegingen (veroorzaakt door e.g. neotektoniek, compactie), de klimaatfluctuaties van het Kwartair en het meer recente ingrijpen van de mens in het ecosysteem zijn vastgelegd in afzettingen en landvormen. In deze cursus wordt deze relatie aan de hand van de Kwartairgeologische en geomorfologische opbouw en ontwikkeling van Nederland toegelicht. Geologie, geomorfologie en bodemontwikkeling vormen in ecosystemen tevens een belangrijk deel van de abiotische component. Andere abiotische componenten zoals hydrologische processen en daarmee samenhangende stofstromen kunnen niet begrepen worden zonder kennis van ontstaan en opbouw van de ondergrond. Tenslotte vormen de abiotische landschapscomponenten ook de natuurlijke ondergrond van de biotische componenten. De cursus bestaat uit drie onderdelen: • hoorcollege (1 stp) algemene Kwartairgeologie; • hoorcollege (2 stp) Kwartairgeologie en landschappen van Nederland; • excursies (1 stp) binnen Nederland. Hoorcolleges; Excursie. Berendsen, H.J.A. (2004, 4-e druk) De vorming van het land - Inleiding in de geologie en geomorfologie; Berendsen, H.J.A. (2004) Landschappelijk Nederland; Uitgedeelde teksten. Schriftelijke deeltentamens: a) algemene Kwartairgeologie, over de betreffende collegestof en literatuur (25%) , en b) Kwartairgeologie en landschappen van Nederland, over de betreffende collegestof, literatuur en excursiestof (75%). Toetsing tijdens excursie. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven
Examenonderdelen
65
studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code studiepunten periode docenten doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
opmerkingen
66
Mens en Landschap 450260 6 2 prof.dr. M.A.P.A. Aerts; prof.dr H.J.P. Eijsackers; Gastdocenten Inzicht geven in het functioneren van ecosystemen en de rol van de mens in het functioneren van ecosystemen en het natuurbeheer. De student: • weet hoe ecosystemen functioneren en hoe de mens dit functioneren beïnvloedt; • heeft inzicht in hoe ecosystemen duurzaam geexploiteerd kunnen worden; • heeft inzicht in de relatie tussen het funktioneren en exploiteren van ecosystemen enerzijds en de menselijke gezondheid en de kosten die daaraan verbonden zijn anderzijds. • Heeft inzicht in opzet van het natuur-, ruimtelijk- en milieubeleid en hoe dat inwerkt op de ruimtelijke inrichting van Nederland; • kent principes van natuurbeheer; • weet wat ruimtelijke en milieubedreigingen zijn en hoe daar met beheer op in te spelen; • weet wat natuurontwikkeling inhoudt. Colleges, computerpractica en excursies naar verschillende typen Nederlandse levensgemeenschappen die in meer of mindere mate door de mens worden beïnvloed: • Oostvaardersplassen • IJburg • Duinen, kust en waterwinning Environmental Science; (7th edition, 2006) van Daniel D. Chiras. Jones and Bartlett Publishers. ISBN 0-7637-0860-7 De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen (70% van het eindcijfer). Verder zal er een essay geschreven worden over een natuurbeheersonderwerp. Het essay en de opdrachten bepalen samen 30% van het eindcijfer. De deelcijfers moeten tenminste 5,5 zijn. Alle opdrachten, excursies en werkcolleges (computerpractica) zijn verplicht. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten, die het Bachelor Honoursprogramma Aarde en Economie volgen, mogelijk te kiezen voor de Aarde en economie
stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer, dat voor 30% meetelt in de eindbeoordeling van het studieonderdeel. De extra studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. boven de normale belasting van de cursus. naam Methoden en technieken van AE/FE (algemeen economisch/financieel economisch) onderzoek code 60311000 studiepunten 6 contacturen 36 (12 activerende werkvormen, 24 hoorcollege) periode 1 coördinator drs. K. van den Hoeven docenten drs. K. van den Hoeven; dr. J.M. Sneek doel Het verschaffen van wiskundige kennis, die aanvullend is op de inhoud van het 1e-jaarsvak KM 1.2 en die noodzakelijk is om met succes te kunnen deelnemen aan de (kwantitatief getinte vakken van de) master-opleidingen Economics en Finance. Het keuzevak Toegepaste Kwantitatieve Economie, dat aansluitend in periode 2 wordt gegeven is een zeer geschikt vervolgvak. inhoud De hoofdonderwerpen van dit vak zijn: • Matrices, determinanten en toepassingen • Rijen en Limieten • (Optimaliseren van) functies van meerdere variabelen (met en zonder nevenvoorwaarden) • Vectordifferentiatie • Stochastische vectoren • (Meervoudige) integratie en toepassingen op kansverdelingen • Differentievergelijkingen literatuur Sydsaeter, Knut & Peter Hammond, Essential Mathematics for Economic Analysis. 3e druk. Prentice-Hall, ISBN: 978-0-273-71324-1 + enige aanvullingen. toetsing schriftelijk tentamen entreevoorwaarden Het is noodzakelijk de inhoud van de KM-vakken (zowel het wiskundevak als de statistiekonderdelen) uit het programma van 1e en 2e jaar paraat te hebben. naam code docent studiepunten periode
Natuur, leven en techniek 1 450207 prof.dr. P.A.M. Andriessen 3 3
Examenonderdelen
67
doel Het doel van de cursus is: • het inzichtelijk maken dat bepaalde elementaire kennis op het gebied van scheikunde en natuurkunde noodzakelijk is; • het verkrijgen van gerichte elementaire kennis, basisprincipes en wetmatigheden, die dienen als basis voor andere cursussen.; • door het oefenen met berekeningen de opgedane kennis toepassen en testen inhoud Voor de opleiding Aarde en economie is een minimale basiskennis van scheikunde nodig. In het vak Natuur, Leven en Techniek 1 worden fundamentele concepten van scheikunde behandeld en komen de volgende onderwerpen aan bod: Atoombouw, Periodiek Systeem, Chemische bindingen, Zuren, Basen en Zouten, Chemische evenwichten, Evenwichtsconstante, Hydrolyse, Dissociatie, pH, Chemisch rekenen, oplosbaarheid en oplosbaarheidsproduct, Waterige oplossingen. Het gaat niet alleen om het weten, maar ook om het kunnen en dus wordt er voldoende tijd ingeruimd voor het maken van opgaven. De opzet is dat de student zich de theorie en concepten eigen maakt door het maken van oefenopgaven tijdens de cursus. Bovendien zullen er voorbeelden worden behandeld die afkomstig zijn uit de Aardwetenschappen. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges en oefenopgaven. literatuur Dictaat "Natuur, Leven en Techniek 1, Chemische gereedschapkist" (Paul Andriessen). Blackboard wordt o.a. benut voor aanvullend studiemateriaal en oefeningen. toetsing Schriftelijk tentamen. naam code docent studiepunten periode doel
Natuur, leven en techniek 2 450208 prof.dr. P.A.M. Andriessen 3 4 Het doel van de cursus is: • het inzichtelijk maken dat bepaalde elementaire kennis op het gebied van natuurkunde noodzakelijk is; • het verkrijgen van gerichte elementaire kennis, basisprincipes en wetmatigheden, die dient als basis voor andere cursussen. • door het oefenen met berekeningen de opgedane kennis toepassen en testen.
inhoud Voor de opleiding Aarde en economie is een minimale basiskennis van natuurkunde nodig. In het vak Natuur, leven en techniek II worden fundamentele concepten van natuurkunde behandeld en komen de volgende onderwerpen aan bod: Beweging en Kracht (Newton); Behoud van Momentum en Energie; Materie; Temperatuur en Warmte; Golven en Trillingen; Elektriciteit en Magnetisme, Elektromagnetische golven; Licht, inclusief de kwantum aard van licht; Reflectie, Refractie en Dispersie. Het gaat niet alleen om het weten, maar ook om het kunnen en dus wordt er voldoende tijd ingeruimd voor het maken van opgaven. De opzet is dat de student zich de theorie en concepten eigen maakt door het maken van
68
Aarde en economie
oefenopgaven tijdens de cursus. Bovendien zullen er voorbeelden worden behandeld die afkomstig zijn uit de Aardwetenschappen. werkwijze Colleges, werkcolleges en zelfstudie literatuur Dictaat "Natuur, Leven en Techniek II; Natuurkunde" (Paul Andriessen). Aanvullende ondersteunende informatie en uitwerkingen van de oefenopgaven worden op Blackboard geplaatst. toetsing Afsluitend schriftelijk tentamen. naam code studiepunten periode docenten doel inhoud
werkwijze toetsing opmerkingen
naam code docent studiepunten periode doel
Natuurrampen en risico's 450236 6 3 dr. P.Z. Vroon; prof.dr. H.J. Scholten; prof.dr. A. Fabbri; dr. C. Kasse; H. de Moel MSc Kennis van en inzicht in de oorzaken en gevolgen van "natural hazards". Wat zijn "natural hazards". Hoe ontstaan "natural hazards", welke natuurlijke en menselijke factoren bepalen of een natuurlijke ramp een "natural hazard" is. Natural hazards die behandeld worden zijn: waterscheidingen en rivierlopen, aardbevingen, aardverschuivingen, stormen en orkanen, basbranden en vulkanische activiteit. Verder wordt er aandacht besteed aan het bepalen van "natural hazard" risico's en het verkleinen van deze risco's. Het schatten van demogelijke economische schade van "natural hazards". Technieken als remote sensing en geografische informatie systemen worden geïllustreerd. Hoorcollege, zelfstudieopdrachten. Schriftelijke en mondelinge presentaties van de zelfstudieopdracht; schriftelijk tentamen van de behandelde stof. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. Natuurwetenschappelijke aspecten van grondstoffen 450261 prof.dr. P.A.M. Andriessen 6 1 Inzicht te geven in natuurwetenschappelijke aspecten van grondstoffen, water, bodem en energie en hun maatschappelijk belang. De nadruk ligt op
Examenonderdelen
69
het opdoen van kennis, het begrijpen en kunnen toepassen van de fysischchemische eigenschappen die verband houden met processen in- en samenstelling van water, bodem en energie. inhoud Onze economie en maatschappij hangen volledig af van het beschikbaar zijn en gebruik van grondstoffen zoals water, bodem en energie. In dit college wordt ingegaan op natuurwetenschappelijke, fundamentele concepten en aspecten, die het mogelijk maken om overwogen keuzen te maken hoe om te gaan met herwinbare en niet herwinbare grondstoffen zoals water, bodem en energie. Thermodynamica en chemische evenwichten maken deel uit van dit college. Behandeld in deze cursus worden verder de chemisch-fysische eigenschappen en karakteristieken van water; hoe een bodem ontstaat en welke fysisch-chemische eigenschappen en karakteristieken bodems hebben; wat energie is, welke bronnen er zijn en de natuurwetenschappelijke basis voor het beschikbaar krijgen en maken van energie. De kwantitatieve benadering betekent ondermeer het maken van oefeningen en berekeningen. Het belang van water, bodem en energie voor onze maatschappij komt aan bod door het beichten van de situatie van aanbod en consumptie van voornoemde grondstoffen, de relatie tot economische waarde, groei en welvaart, en de impact op leefmilieu en klimaat. Via het maken van werkstukken zullen de studenten zich hierin verdiepen. werkwijze Hoorcollege. Werkcollege voor het maken van oefenopgaven en werkstukken literatuur Collegedictaat "Natuurwetenschappelijke aspecten van grondstoffen: Water, Bodem en Energie" (Paul Andriessen). Blackboard wordt benut voor o.a. ondersteunend leermateriaal, uitwerken van oefenopgaven enz. Er wordt uitgegaan van voorkennis opgedaan in NLTI en NLTII. toetsing Schriftelijk tentamen (80%) en werkstukken (20%). naam code studiepunten periode docenten
Paleoklimatologie en meteorologie 450240 6 4 dr. C.J. Beets; dr. M.J. Waterloo; prof.dr. A.J. Dolman; dr. S.J.P. Bohncke; dr. M.A. Prins; dr. H. Renssen; dr. F.J.C. Peeters doel • Kennismaking met begrippen en processen in meteorologie en klimatologie als basis voor MSc Paleoclimatology and Geo-ecosystems en MSc Hydrology. • De achtergronden van klimaatsonderzoek kunnen begrijpen. Toepassen van verschillende technieken voor de reconstructie van verschillende klimaats-parameters. Werking van het huidige klimaatsysteem. Variabiliteit van het klimaat en inhoud klimaatsaansturing in tijd en ruimte. De expressie van klimaat-variabiliteit in verschillende archieven: ijs, mariene en terrestrische sedimenten. Technieken van klimaats-analyse, proxy-calibratie en toepassing daarvan. Voorts behandelt de cursus de meteorologie en het klimaat in hun functie om de warmte van de tropen te herverdelen richting de polen door middel van de 'algemene circulatie'. Zodoende komen we op de (thermo-) dynamica van de atmosfeer en belangrijkste mechanismes van energie- en impulstransport in
70
Aarde en economie
de atmosfeer, zoals convectieve systemen, wolken, aerosolen en microfysische processen. Specifiek wordt ingegaan op de belangrijkste weersystemen in de tropen en daarbuiten, op de rol van cryosfeer (ijskappen en permafrost) en op de oceanen in het modiale weer en in het klimaat. De mechanismes van grootschalige variabiliteiten als El-Nino en de Arctische Oscillatie komen aan bod. De cursus is gericht op het begrijpen van processen, maar zal zonodig dieper ingaan op de fysica. werkwijze Werkcolleges werkgroepen en practicum (verzamelen en bewerken van materiaal). toetsing Presentaties (onder voorbehoud), schriftelijk tentamen. opmerkingen BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of III of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code studiepunten periode docenten doel
Regionale economie 450269 6 2 dr. P. Mulder; dr. H.L.F. de Groot Dit vak heeft een tweeledig doel. Enerzijds worden de essentiële economische basisprincipes die zijn behandeld in het eerste jaar (Inleiding Economie) verder uitgebreid. Daarbij ligt de nadruk op de relevante microeconomische principes die ten grondslag liggen aan ruimtelijk-economische besluitvormingsprocessen. Anderzijds verschaft dit vak inzicht in de vraag hoe de factor ruimte het economische gedrag van bedrijven, consumenten en de overheid beïnvloedt, en hoe deze gedragingen invloed hebben op de ruimtelijke economische ontwikkeling. inhoud In het eerste deel staan de micro-economische bouwstenen voor economische besluitvormingsprocessen centraal. Daarbij wordt ingegaan op intertemporele besluitvormingsprocessen, discontering, de rol van risico en onzekerheid bij besluitvormingsprocessen en regulering van markten met onvolledige mededinging. Daarbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan de rol die deze bouwstenen spelen in kosten-baten analyses die ten grondslag liggen aan besluitvormingsprocessen omtrent bijvoorbeeld infrastructurele projecten, de uitbreiding van Schiphol, klimaatbeleid, etc. In het tweede deel van dit vak staat de relatie tussen ruimte en economie centraal, waarbij bijzondere
Examenonderdelen
71
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen
aandacht wordt besteed aan locatiegedrag van bedrijven en huishoudens, agglomeratievorming, regionale specialisatie, regionale economische ontwikkeling (met bijzondere aandacht voor groei, werkloosheid en ontwikkelingsbeleid). De inzichten die verkregen worden uit de theorie en de empirische toepassingen worden gebruikt om bestaande regionale ongelijkheden te verklaren en om te analyseren in hoeverre een actief regionaal-economisch beleid van de overheid bestaande regionale ongelijkheden kan verminderen. Tijdens de hoorcolleges wordt door de docent op een interactieve wijze de stof besproken. Het van tevoren voorbereid hebben van de stof is zeer aan te bevelen. Tijdens de werkcolleges zal aan de hand van vooraf te maken opgaven uitgebreid met de stof geoefend worden. • McCann, P., Urban and Regional Economics, 2001. Oxford: Oxford University Press. • Varian, Intermediate Microeconomics, Norton (7e editie). Schriftelijk tentamen. Contacturen: gedurende zes weken twee (interactieve) hoorcolleges per week van 2 uur en een werkcollege per week van 2 uur.
naam code studiepunten periode docent doel
Ruimtegebruiksverandering 450311 6 3 dr. E. Koomen Centraal in dit vak staat de interactie tussen aarde en economie, zoals die zijn weerslag heeft in veranderingen in het ruimtegebruik. Sociaal-economische processen op verschillende schaalniveaus, ruimtelijk beleid en de lokale fysieke ondergrond bepalen voor een groot deel het ruimtegebruik en daarmee het aangezicht van de aarde. Veranderingen in elk van deze factoren beïnvloeden het ruimtegebruik, terwijl omgekeerd veranderend ruimtegebruik direct van invloed is op de sociale en fysieke omgeving van de mens. Simulaties van mogelijke veranderingen in het ruimtegebruik zijn dan ook van groot belang voor ruimtelijke beslissers om de autonome ontwikkelingen en de eventuele gevolgen van hun keuzen te overzien. Doel van deze cursus is inzicht te krijgen in de belangrijkste factoren die ruimtegebruikspatronen bepalen en deze kennis toe te passen in zelfstandig uit te voeren simulaties van toekomstig ruimtegebruik. Tijdens de cursus zal tevens veel aandacht besteed worden aan de maatschappelijke toepassingen van deze kennis in actuele ruimtelijke beleidsvraagstukken, onder meer op het gebied van klimaatsverandering, behoud van open ruimte en bescherming van biodiversiteit. inhoud Het vak is multidisciplinair en heeft raakvakken met sociale geografie (analyseren en beschrijven ruimtegebruikspatronen), economie (verklarende theorieën voor ruimtegebruikspatronen), het fysieke systeem aarde (dat beperkingen oplegt aan menselijk handelen en omgekeerd daar de gevolgen van ondervindt), GIS/ICT (methoden en technieken voor ruimtelijke analyse en het modelmatig simuleren van verandering) en Milieuwetenschappen (gevolgen menselijk handelen). Zie voor uitgebreide informatie de Blackboard-site.
72
Aarde en economie
werkwijze Hoorcolleges, zelfstandig bestuderen van (Engelstalige) literatuur en diverse practica waarin het analyseren en modelleren van ruimtegebruiksverandering wordt geoefend. toetsing Schriftelijk tentamen en actieve deelname aan practica. naam code docenten studiepunten periode doel
Ruimtelijke analyse onderzoekstraining 450309 drs. A.J. Wagtendonk; drs. M.R. Lassche 4 6 Basis onderzoekstraining binnen het wetenschappelijke domein van de opleiding. inhoud • Onderzoek met een sterk accent op ruimtelijke economische analyse, beleid en ruimtelijke informatie management in relatie tot een aardwetenschappelijk georiënteerd regionaal probleem. • Maatstaven en technieken in de regionale economie om economische gebiedsontwikkeling te kunnen beschrijven en ruimtelijke trends te kunnen identificeren en in kaart te brengen met behulp van Geografische Informatie Systemen (GIS) en ruimtelijke analyses. • Aanvullende gegevensverzameling in het veld dmv grondboringen, uitvoeren van enquêtes onder bewoners, bedrijven, bezoekers etc. • Het modeleren van ruimtelijk dynamische processen mbv een ruimtelijk analyse model in GIS, bijvoorbeeld overstromingsrisico¿s op basis van een hoogtemodel gekoppeld aan een landgebruik-schade model. • De samenhang, of het gebrek daar aan, van aardwetenschappelijke component binnen de ruimtelijke planvorming kunnen duiden aan de hand van het 3-lagen model (KNAW, 2008). • Toewerken naar geschikte eindresultaten voor mogelijke toepassing in het derde jaar (Uitwerking Ruimtelijke analyse onderzoekstraining, vakcode 450253) van evaluatietechnieken als multicriteria analyse en Cost Benefit analyse om verschillende ruimtelijke belangen met elkaar af te wegen (o.a. door het gebruik van indicatoren voor effecten van landgebruikverandering). werkwijze Het zelfstandig voorbereiden en uitvoeren van een geïntegreerd multidisciplinair onderzoek. • Opzetten van het onderzoek (probleemstelling formuleren). Voorbereiding door middel van artikelen, data selectie, ontwerp ruimtelijk analysemodel en presentatie. • Verzameling van aanvullende veldgegevens (boringen, interviews, etc.) voor detaillering gebiedsinformatie en verificatie van geanalyseerde data, bijvoorbeeld van hoogte of landgebruikgegevens (groundtruthing). • Integratie en analyse van gegevens binnen een GIS en waar nodig gekoppeld aan externe modellen (input uit of uitvoer naar). • Interpretatie, discussie en conclusies van resultaten. toetsing De student wordt ter plaatse beoordeeld op de inhoudelijke aspecten van de verzamelde gegevensbestanden en analyses, zijn/haar rol in het werkproces en op basis van het concept verslag en presentatie. Uiterlijke inleverdatum conceptverslag 7 juli 2008. De uiteindelijke verslaglegging vindt plaats in het studieonderdeel "Uitwerking veldwerk Ruimtelijke analyse" (450253) in het 3e jaar.
Examenonderdelen
73
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie) 60131080 3 18 (6 activerende werkvormen, 12 hoorcollege) 4 prof.dr. E.T. Verhoef; prof.dr. C.A.A.M. Withagen De student kan de relatie tussen de markt en de overheid benoemen vanuit een economisch perspectief in het algemeen, en voor de toepassingen externe effecten (verkeerscongestie, milieuvervuiling), natuurlijk monopolie (railverkeer) en oligopolie (luchtvaart) in het bijzonder. inhoud Dit vak behandelt vormen van marktfalen zoals externe effecten en marktmacht. Bekende voorbeelden van externe effecten zijn files in het wegverkeer en milieuvervuiling. De centrale vraag is: hoe kan men de schadelijke gevolgen bestrijden die marktfalen heeft voor het functioneren van markten? Daarbij speelt de overheid een belangrijke rol. Om de negatieve gevolgen tegen te gaan, bestaan verschillende reguleringsmogelijkheden. Zo kan de overheid bijvoorbeeld een stelsel van milieuheffingen of congestieheffingen opstellen. Voor het tegengaan van misbruik van marktmacht bestaan verschillende reguleringsmogelijkheden. Er zal worden stilgestaan bij de voor- en nadelen van de verschillende beleidsopties. De volgende onderwerpen komen aan de orde: • Externe effecten in het verkeer: files, congestieheffingen, second-best beleid; • Natuurlijk monopolie: railverkeer (diverse schaalvoordelen), regulering en deregulering, privatisering natuurlijke monopolies; • Oligopolie en strategische bedrijfsvoering: luchtvaart, allianties luchtvaartmaatschappijen, regulering en deregulering; • Externe effecten en milieubeleid; • Vernieuwbare natuurlijke hulpbronnen: overbevissing; • Macro-economische en internationale dimensies van milieubeleid. literatuur • Kahn, J.R., The Economic Approach to Environmental and Natural Resources. 3rd edition. The Dryden Press. • E.T. Verhoef, Markets and Governments: Transport Economic Applications. VU University Amsterdam. Syllabus, gratis downloadable van Blackboard. toetsing schriftelijk tentamen
naam code coördinator studiepunten docent
Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar 991010 drs. M.N.S. Vossen 6 Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door docenten van het Onderwijscentrum VU.) periode maart 2009 doel • Studenten maken kennis met het beroep van eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs en kunnen doordacht een antwoord geven op de vraag: Ben ik geschikt voor dit beroep? • Studenten oefenen met diverse educatieve werkvormen:
74
Aarde en economie
inhoud
werkwijze
toetsing doelgroep
opmerkingen
(wetenschappelijke) presentatie, workshop, onderwijs en onderzoek in de klas. • Studenten kennen een aantal aspecten van de doelgroep (jongeren tussen de 12 en 18 jaar) die van belang zijn voor educatie. De cursus bestaat uit werkcolleges en een stage op een school voor voortgezet onderwijs. De stage is het belangrijkste onderdeel van de cursus, deze voer je uit samen met een medestudent. In totaal zal de stage ongeveer 10 dagen in beslag nemen. Tijdens de werkcolleges komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Hoe bouw je een presentatie op, hoe kom je over? • Hoe vertaal je (wetenschappelijke) informatie naar het niveau van je doelgroep? • Aspecten van het schoolvak, didactiek, pedagogiek en leraarschap; • Wat is het verschil tussen presenteren en onderwijzen? • Hoe krijg je je doelgroep actief? • Oefenen in het geven van een wetenschappelijke presentatie (bijvoorbeeld over je bachelorproject). Tijdens de stage onderneem je in elk geval de volgende activiteiten: • observeren van lessen; • zelf minimaal vier lessen geven, in zowel onderbouw als bovenbouw; • uitvoeren van een klein onderzoek; • zo veel mogelijk deelnemen aan alle activiteiten op school en zo (hernieuwd) kennis maken met het voortgezet onderwijs vanuit het docenten perspectief. Tijdens de cursus houd je een logboek bij en verwerk je opdrachten in een digitaal portfolio. Door regelmatige reflectie leer je optimaal van je ervaringen en krijg je een goed inzicht in je eigen mogelijkheden. Werkcolleges en stage vormen samen een voltijds programma, het is niet mogelijk gelijktijdig andere colleges te volgen. Beoordeling geschiedt op basis van het portfolio, het logboek en de stage en het afsluitend eindgesprek. Deelname aan de cursus staat open voor derdejaars bachelorstudenten van de faculteiten Exacte Wetenschappen en Aard- en Levenswetenschappen. De cursus wordt aangeraden voor studenten die overwegen de lerarenopleiding te gaan volgen binnen de masteropleiding (E-variant) of aansluitend op hun masteropleiding. Ook voor studenten die vaardigheden op willen doen in het verzorgen van wetenschappelijke presentaties is de cursus interessant. • Aanmelding via TIS (zoek bij "aanmelden cursus" onder "IDO") én via Blackboard minimaal vier weken voor het begin van de cursus. • Meer informatie is te verkrijgbaar bij Monique Vossen:
[email protected], of te vinden op www.onderwijscentrum.vu.nl
naam Sedimentologie en stratigrafie code 450069 docenten prof.dr. J. Smit; prof.dr. J.J.G. Reijmer; prof.dr. T.C.E. van Weering; dr. H.B. Vonhof studiepunten 6 periode 4 doel Op de hoogte raken van de grondbeginselen van de stratigrafie en sedimentologie aan de hand van practika en (werk)colleges.
Examenonderdelen
75
inhoud Fysica van stromend water en lucht, het transport van deeltjes en de vorming van sedimentaire structuren in relatie tot stroomsnelheid. Ordening van de sedimentaire gesteenten in ruimte en tijdrelaties, ontstaan en indeling van de geologische tijdschaal. Behandeling van de stratigrafische hoofdcategorieën. Behandeling van de sedimentaire milieus en hun fysische kenmerken (meren, rivieren, delta's, windafzettingen, aride en glaciale milieus, ondiep mariene klastische/carbonaat milieus, en diepzeeafzettingen). De hele cursus wordt afgehandeld via blackboard. werkwijze Bestuderen van een engelstalig leerboek aan de hand van een studiehandleiding, met de syllabus stratigrafie en sedimentologie als aanvulling op het leerboek. Praktisch werk: beschrijven en interpreteren van handstukken en lakprofielen. Oefeningen om de stratigrafische principes beter te leren hanteren (verschillen tussen en litho- en chronostratigrafie; transgressie en regressie; faciessequenties, sequentiestratigrafie). Excursie naar het strand en/of de wadden, eventueel een excursie naar Utrecht, TNONITG, analoge model situaties. literatuur Nichols, G (1998) Sedimentology and Stratigraphy en digitale studiehandleiding op Blackboard. toetsing Tentamen (70%) en ingeleverde werkstukken + excursieverslag (30%). naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
76
Sociale geografie I 450099 prof.dr. J.A. van der Schee (Onderwijscentrum VU) 6 2 De wereld om ons heen verandert snel. Verschillende factoren werken verschillend uit in verschillende gebieden. Sociaal-geografen bestuderen met name ruimtelijke veranderingsprocessen en conflicten. In dit studieonderdeel maken studenten kennis met de geografische optiek en verwerven inzicht in geografische vraagstukken die spelen in gebieden op verschillende ruimtelijke niveaus. Het programma bestaat uit een kennismaking met de volgende hoofdthema's: • De geografische optiek • Economie, globalisering en ontwikkeling • Bevolking, bestaanswijzen en cultuur • Politiek, macht en grenzen • Steden en verstedelijking • Landschap en milieu Deze thema¿s zullen op verschillende ruimtelijke niveaus worden aangekaart. In een excursie door Amsterdam zullen verschillende van deze geografische thema's worden geïllustreerd. Hoorcolleges, werkcolleges, excursie, ontwerpen van een atlas. • P. Knox & S.A. Marston (2007) Places and regions in global context. Human Geography. London: Prentice Hall. • Cloke, P. et al. (1999) Introducing Human Geographies. London: Arnold. Hieruit: The City en The Country, pp. 246-267. • Collegematerialen in de vorm van artikelen uit diverse bronnen. • Open boek tentamen over de literatuur en collegestof • Het ontwerpen van een atlas plus toelichting over een nader te bepalen Aarde en economie
regio. Beoordelingscriteria worden tijdens de colleges uitgedeeld. Beide toetsonderdelen tellen even zwaar mee en moeten voldoende zijn. naam code studiepunten periode docenten doel
Spring School Aarde en economie 450312 3 5 dr. M.A. Prins; drs. R. Vreeker; drs. M.A. Molendijk De Aarde en economie problematiek speelt uiteraard ook buiten de grenzen van Nederland. De Spring School biedt een oriëntatie op Aarde en economie (A&E) problematiek in Europa. Het doel van de Spring School is: • kennismaking met A&E problematiek buiten Nederland • Europese invloed op A&E problematiek Internationale contacten / kennisuitwisseling inhoud De Spring School wordt gerealiseerd in samenwerking met staf en studenten een partneruniversiteit. Het bestaat uit een aantal presentaties van Nederlandse en buitenlandse experts en studenten over de A&E problematiek die aanwezig is in het gebied waar de Spring School plaatsvindt, geïllustreerd aan de hand van case studies en excursies. werkwijze Excursies, presentaties. Groepsopdrachten. toetsing Schriftelijk verslag.
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Statistiek en data-analyse 450071 dr. J. van Huissteden; dr. F.J.C. Peeters 6 1 Vaardigheden en inzicht ontwikkelen in een breed scala van statistische methodieken die in de aardwetenschappen en milieu-onderzoek worden toegepast. Nadruk ligt op de toepassing en in mindere mate de theoretische achtergrond. Kennisoverdracht vindt plaats middels colleges en (computer) practica. Practicumvraagstukken betreffen actuele onderwerpen en praktijkvoorbeelden. Tijdens het practicum ligt de nadruk op het zelfstandig leren toepassen van statistische methodieken en het gebruik van statistische software. De cursus is opgebouwd uit twee delen, te weten: Deel I: Beschrijvende en inferentiële statistiek. Beschrijvende statistiek (frequentieverdelingen, gemiddelde, mediaan, modus, standaardafwijking en andere dipersiematen); inferentiële statistiek (steekproefmethoden, toetsen, curve-aanpassing, regressie en correlatie). Deel II: Tijdreeksanalyse (statistiek van extreme waarden, tijdreeks moddellen, autocorrelatie, spectraalanalyse) en introductie in de multivariate statistiek (multivariate regressie analyse, klassificatie technieken, en een kennismaking met factor analyse). Studiehandleiding, opgaven en uitwerkingen zijn beschikbaar via Blackboard. Hoorcollege en computerpracticum waarbij gebruikt wordt gemaakt van de programma's Excel, Matlab en SPSS. Syllabi. Schriftelijke deeltoetsen over de delen I en II. Voor beide toetsen dient minimaal een voldoende gescoord te worden. De toetsen kunnen gegeven
Examenonderdelen
77
worden in de vorm van praktijkopdrachten die achter de computer uitgevoerd dienen te worden. opmerkingen Het cursusmateriaal zal gedeeltelijk in het Engels aangeboden worden. naam code docent studiepunten periode doel inhoud
Studie en loopbaan 450255 drs. G. de Jong (en anderen) 2 1 Oriëntatie op vervolgstudie (masters) en arbeidsmarkt. Nagaan van eigen sterke en zwakken punten, interesses en voorkeuren. Zelfstandige oriëntatie op vervolgstudie en arbeidsmarkt (advertenties, internet, informatiewinning bij bedrijven en overheden). Elke deelnemer regelt zelfstandig een netwerkinterview. Schriftelijke en mondelinge rapportage over arbeidsmarktonderzoek, netwerkinterview en motivatie keuze vervolstudie. werkwijze 5 Werkgroepbijeenkomsten, lezingen door gastsprekers, voorlichting regelingen masteropleidingen, individueel competentieonderzoek, zelfstandig arbeidsmarktonderzoek (netwerkinterview), schrijven van een kort verslag en een korte mondelinge presentatie hierover. In voorkomende gevallen maakt de GeoVUsie-loopbaandag deel uit van het cursusprogramma. toetsing schriftelijk verslag (60%), mondelinge presentatie (30%) en attitude (10%). Bij herhaalde afwezigheid tijdens de contacturen wordt het studieonderdeel als onvoldoende beoordeeld. opmerkingen Verplichte aanwezigheid bij de bijeenkomsten. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Studie en Loopbaan. naam code docenten studiepunten periode doel
Systeem Aarde 450067 dr. F.M. Brouwer; dr. O. van de Plassche 6 1 Eerste kennismaking met de aardwetenschappen, in het bijzonder de processen die in het inwendige en aan het oppervlak van de Aarde werkzaam zijn en hun onderlinge afhankelijkheid. inhoud • Inleiding ontstaan en levensloop van het heelal en het zonnestelsel; ontstaan van de chemische elementen (nucleosynthese). • Bouw van de Aarde. • Gesteenten en bodems. • Exogene en endogene deelsystemen en hun energiebronnen. • Kringlopen: gesteentecycli, endogeen en exogeen; hydrologische kringloop; (bio)geochemische: koolstof (CO2-thermostaat), stikstof, fosfor, enkele oceanische deelcycli. • De factor tijd: tijdmeting, geologische tijdschaal. werkwijze Responsiecolleges verbonden aan leesopdrachten, afgewisseld met hoorcolleges. literatuur B.J. Skinner, S.C. Porter & J. Park, 2004. Dynamic Earth - An introduction to physical geology. 5th Ed. J. Wiley & Sons. Aanvullende syllabi bij 'exogene' en 'endogene' deelsystemen.
78
Aarde en economie
toetsing Deeltoets(en) en schriftelijk essay-tentamen.
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Terrestrische milieus 450097 prof.dr. J.F. Vandenberghe; dr. R.T. van Balen; dr. O. van de Plassche 6 2 Het doel is de voornaamste terrestrische (abiotische) milieus in algemene termen te karakteriseren, klassificeren en interpreteren naar vorm, faciesverdeling en processen. Het gaat om de fluviatiele milieus, de kustmilieus, de glaciale milieus en de periglaciale milieus (de eolische milieus worden behandeld bij de kustmilieus en periglaciale milieus). De nadruk ligt op het 'kennis nemen' bij elk van deze milieus zowel in theoretisch als praktisch opzicht. In het glaciale deel worden aan landijs gerelateerde tektonische en sedimentaire processen behandeld. Aan de orde komen o.a. stuwwalvorming en -strukturen, keileemvorming en deformatie, proglaciale sedimentaire milieus en glaciale landschapsvormen. In het periglaciale deel ligt de nadruk op processen en landvormen die specifiek zijn voor dit milieu en op hun paleoklimatische betekenis. Speciale aandacht wordt besteed aan die fenomenen die ook fossiel bewaard worden. In het fluviatiele deel worden afzettingen en erosieverschijnselen door rivieren behandeld. Belangrijke aspecten zijn het dynamisch evenwicht van rivieren en de reactie van rivieren op externe en interne aansturing. Bij sedimentaire kustmilieus (o.a. stranden, strandwaleilanden, wadden, estuaria, deltas) staan twee thema's centraal: (1) morfologie (en faciesverdeling) als functie van vooral de verhouding tussen energie, materiaal en rivierinvloed, en (2) evolutie als functie van zeespiegelveranderingen en andere factoren. Hoorcolleges (ca. 20u), practica (ca. 12u), 1 dagexcursie, literatuur (incl. presentatie en discussie). Nader te bepalen, wordt bij het college uitgedeeld. Schriftelijk tentamen over alle behandelde stof (incl. practica, literatuur en excursies) en beoordeling van de praktische werkstukken en presentatie. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of III of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp.
Examenonderdelen
79
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen subject code credits contact period lecturers aim
content
80
Toegepaste geofysica 450142 dr. J. Groen; dr. W.W.W. Beekman; dr. R.A. Stephenson 6 1 In deze cursus wordt een overzicht gegeven van de diverse geofysische methoden die gebruikt worden ter ondersteuning van wettenschappelijk en toegepast onderzoek in de aardwetenschappen, archeologie en milieuwetenschappen. Doel is dat studenten inzicht krijgen in de fysische principes van de methoden en de interpretatiemethodiek, dat ze in staat zijn relevante literatuur te begrijpen en dat ze in staat te beoordelen welke methoden geschikt zijn voor bepaalde vraagstellingen. Basismethoden die tijdens deze cursus aan de orde komen zijn: seismiek, geo-elektrische- en elektromagnetische methoden, gravimetrie, magnetometrie en borehole logging. Van een aantal methoden worden oefeningen gedaan in de interpretatie van metingen. Hoorcollege en practicum. Studiehandleiding, opgaven en uitwerkingen zijn beschikbaar via Blackboard. "An Introduction to Applied and Environmental Geophysics", John M. Reynolds, 1997, John Wiley & Sons, 796 p. Schriftelijk tentamen en praktische opgaven. Het cursusmateriaal zal gedeeltelijk in het Engels aangeboden worden. Transport and Network Economics 60332110 6 24 hours (24 lecture) The course will be taught in English if foreign students participate. 4 prof.dr. E.T. Verhoef; prof.dr. P. Rietveld This course offers an introduction to economic theories and methods that are useful for understanding transport and other network performance. The objective of the course is to provide a toolkit for adequately analyzing, from the economic perspective, transport issues and problems such as congestion, environmental effects, safety, private and public operation and coordination, monopoly power, public transport subsidies and quality, and spatial aspects of transport. Important parallels can often be drawn with the economic functioning of other types of network markets (telecommunication, the Internet, etc.). Where appropriate, these parallels will be emphasized and illustrated. Transport problems require ongoing attention from firms, individuals and governments. Examples are limited parking space in cities, daily traffic jams, unreliability, bottlenecks in freight transport, space constraints for large nodes such as airports and harbours, concentration in aviation, and quality issues in public transport. It is no coincidence that transport problems are often so persistent and multi-faceted. An important economic explanation lies in the wide-spread existence of market failures in transport, including market power and external effects. Aarde en economie
literature examination format
recommended background knowledge
It is important to understand the economic functioning of transport markets when optimizing locational choices and logistic strategies for firms. It is also important when formulating policy recommendations in the field of transport policy itself, but also for spatial and economic policies. Even the macroeconomic performance of a country like The Netherlands will to a certain extent depend on the functioning of transport markets, witness the worries over national grid-lock, and the importance that is attached to the functioning of 'mainports' like the Rotterdam Harbour and Schiphol Airport. These and related topics will be discussed in this course. More specifically, we address: • the demand for transport (passengers and freight) • transport costs (time and money, economies of scale, congestion, the environment, traffic safety) • transport infrastructure investments • market failures in transport; transport policy • competition in transport markets A first thematic lecture will address the contribution of Schiphol Airport, and other transport infrastructure, to the Dutch economy. A second thematic lecture addresses transport pricing policies, such as road pricing (kilometerheffingen) For these lectures, students will prepare a written assignment that will make up 20% of the final grade. Boyer, K.D., Principles of Transportation Economics. Addison Wesley, 1997. written interim examination 80 percent assignment 20 percent This course may be of interest both to students in Economics and to students in Business Administration (specialization TDL: Transport, Distribution and Logistics). The course is related to a number of other third year's courses, including Urban Economics, Environmental Economics and Management, and Real Estate Economics.
naam code studiepunten docenten periode doel
Uitwerking Ruimtelijke analyse onderzoekstraining 450253 5 drs. A.J. Wagtendonk; drs. M.R. Lassche 6 (2e jaar), 1 (3e jaar). Leren uitwerken en vastleggen van veldwerkgegevens en onderzoeksresultaten in een wetenschappelijk verslag. inhoud Uitwerking van studieonderdeel 450309 (Ruimtelijke analyse onderzoekstraining) en het schrijven van het eindverslag, waarin opgenomen de bijlagen met uitgewerkte gegevensbestanden. De resultaten uit studieonderdeel 450309 worden wetenschappelijk nader onderbouwd en diepgaand uitgewerkt met referenties naar vergelijkbaar onderzoek. Toepassing van evaluatietechnieken als multicriteria analyse en Cost Benefit analyse om verschillende ruimtelijke belangen met elkaar af te wegen, in zoverre mogelijk, in een interactief proces met groepsbijeenkomsten met de probleembeheerders uit het gebied (provincies, waterschappen, boerenorganisaties, etc.).
Examenonderdelen
81
werkwijze
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
In aanvulling hierop worden de betrouwbaarheid, onzekerheid en gevoeligheid van de toegepaste methoden, de databronnen en de verkregen eindresultaten wetenschappelijk geëvalueerd, o.a. met behulp van en referentie naar gebruikte strategieën uit de GIScience. In een startbijeenkomst worden de resultaten van de ruimtelijke onderzoekstraining uit periode 6 geëvalueerd. Vervolgens wordt het onderzoek verder uitgewerkt tot een wetenschappelijk verantwoord eindproduct. Peer reviews maken onderdeel uit van dit proces. Beoordeling van het definitieve verslag. 450237 - Ruimtelijke analyse onderzoekstraining. Studenten worden erop gewezen dat een voldoende beoordeling van het verslag een voorwaarde is voor toelating tot de derdejaars Bachelorthesis (450254).
subject code credits contact period lecturers aim
Urban Economics 60322070 6 24 hours (24 lecture) 2 prof.dr. E.T. Verhoef; dr. H.L.F. de Groot Most economic activities such as production, consumption and innovation take place in urban areas, despite the relatively high location costs. Why is this the case, and how does this affect the economic behaviour of firms and households? This course in Urban Economics addresses these and related questions, and studies the relation between urban space and economics. How does the factor (urban) space affect the behaviour of firms and households? And reversely, which implications result from such behaviour for the spatial development of cities? Such insights are developed both through studying theoretical backgrounds and by considering practical examples of the issues at hand. content One of the central topics in this course is the location behaviour of firms. How can a firm increase its profits by choosing a more appropriate location? Why are so many firms interested in expensive locations at, for example, the Amsterdam South Axis? Why do for example computer and fashion shops often cluster in space, while bakers are typically dispersed over a city? Will the advent of e-commerce cause firms to leave crowded and expensive cities? For households, comparable questions arise. Why are certain social and ethnic groups oftentimes clustered in space, and is this desirable? How do location choices of firms and households interact? The aggregate result of these choices, in terms of the development of land use in modern cities, will also be addressed, taking into account the role of land prices and transport costs. Topics of interest include the economic backgrounds and consequences of suburbanization, the rise of urban 'subcentres', and the rise of so-called 'network cities', as witnessed world-wide (and in The Netherlands alike). We will also look at interdependencies between cities, in terms of their economic dynamics and functional development. Why and how do cities specialize, why does nearly every country have a few big cities and many smaller towns and villages, and are such arrangements economically
82
Aarde en economie
desirable? Finally, some typically urban problems will be addressed from the economic viewpoint, such as segregation, poverty and criminality. The course comprises 12 lectures of two hours each. Most of these are organized such that, apart from the teacher's explanation of the essential material, students will make small exercises so as to better comprehend the material. In addition, two thematic lectures are included, in which assignments will be discussed. literature O'Sullivan, A., Urban Economics. 6th edition. Boston: Irwin McGraw-Hill, 2007. examination format written interim examination 80 percent assignment 20 percent remarks This course has links with several other courses in the third year, such as Transport and Network Economics, Environmental Economics and Management (Milieueconomie en management), and Real Estate Economics (Economie van het onroerend goed). Basic knowledge of microeconomics is a prerequisite. In case there are no foreign students, this course will be taught in Dutch. naam code studiepunten periode docenten doel
Veldpracticum Aardwetenschappen 450230 3 5 dr. O. van de Plassche; dr. C. Kasse; drs. M.P. Bokhorst • Leren beschrijven van ongeconsolideerde afzettingen die typerend zijn voor Nederland en de afzettingen koppelen aan een ontstaansmilieu. • Leren stratigrafisch correleren van lithologisch beschreven boorkernen van fluviatiele en kust-sedimentaire afzettingen. • Ontwikkelen van inzicht in de relatie stratigrafie, paleogeografie en landschapsontwikkeling. • Ontwikkelen van inzicht in het toegepast / economisch belang van de eigenschappen van ongeconsolideerde sedimenten. inhoud Op drie locaties in Nederland wordt een beeld verkregen van de sedimenten die in de ondiepe Nederlandse ondergrond voorkomen. Gelet wordt op hun lithologische variatie, stratigrafische opbouw, het landschap en de relatie daartussen. Deze locaties zijn: het veengebied met zeeklei-inschakeling onder Amstelveen, het rivierengebied nabij Culemborg en de overgang Brabantse wal -zeekleipolders ten zuiden van Bergen op Zoom. werkwijze In enige hoorcolleges worden de basale inhoud, principes en methoden van stratigrafisch en fysisch geografisch (met name geomorfologisch en hydrologisch) onderzoek behandeld. Op de hierboven genoemde drie locaties wordt in één of twee boordagen (per locatie) klassikaal een of meerdere boorraaien gezet. In groepen van vier worden op deze dagen boringen gezet, welke gezamenlijk op de VU of op locatie uitgewerkt worden tot een dwarssectie. Tijdens drie excursiedagen worden de actieve afzettingsmilieus bezocht, onder andere het Verdronken Land van Saeftinghe. Uit deze combinatie van gegevens wordt klassikaal afgeleid wat de Pleistocene en Holocene landschappelijke ontwikkeling van de boorlocaties is geweest en
Examenonderdelen
83
hoe men de aanwezigheid van bepaalde afzettingen landschappelijk kan herkennen. Tevens wordt een verband gelegd tussen de aardwetenschappelijke en de historisch geografische en economische ontwikkeling op die locaties. literatuur Syllabus, kaarten, luchtfoto's. toetsing Uitwerking van de veldgegevens. naam Veldwerk aarde en economie code 450210 docenten drs. M.P. Bokhorst; dr. H.L.F. de Groot; dr.ir. E.S. van Leeuwen; drs. R. Vreeker; drs. E. Ufkes; dr. F.R. Bruinsma studiepunten 7 periode 5 en 6 doel Het doel van het veldwerk is een integrale aardwetenschappelijke en economische visie op een gebied te ontwikkelen. Tijdens het veldwerk wordt de ENCI bij Maastricht in relatie tot zijn omgeving (Zuid-Limburg) als case study genomen. • De basis van het leren onderzoeken van Aarde-en-economische kwesties in de praktijk; • Ervaring opdoen met gebruikelijke technieken van een basale landschaps- en stakeholderanalyse (enquete- en interviewtechnieken); • Onderzoeksgegevens leren rapporteren en presenteren. inhoud Studenten ontwikkelen een totaalbeeld van de landschappelijke problematiek van de mergelwinning van de ENCI bij Maastricht. Er wordt inzicht verkregen in het 'systeem landschap' van Zuid Limburg en vervolgens hoe verschillende stakeholders beïnvloed worden door de ingreep in dat landschap door de ENCI. Van een aardwetenschappelijke landschapsanalyse, interviews en enquêtes onder stakeholders wordt verslag gedaan. Deze gegevens worden verwerkt tot een eindrapport en een eindpresentatie per tweetal. werkwijze In een voorbereidingstraject van drie weken krijgen de studenten inleidende colleges over het gebied, ENCI-problematiek en de regionaal economische situatie. In het voorbereidingstraject worden groepen van twee samengesteld en wordt per groep een stakeholder uit een beschikbare lijst toegewezen. Men bereidt zich voor met rapporten en beschikbaar kaartmateriaal. Er wordt een onderzoeksopzet en de basis van het verslag gemaakt (inleiding, doelstelling, werkwijze). Vragenlijsten worden opgesteld en men maakt afspraken met instanties/personen die men men wil interviewen gedurende het bezoek aan Zuid-Limburg (in de tweede week van het veldwerk). Tijdens het veldbezoek van twee weken wordt eerst kennisgemaakt met het gebied middels excursies. Tijdens de excursies wordt een overzicht van de aardwetenschappelijke structuur van het landschap duidelijk. Het verkregen inzicht wordt verwerkt tot een aardwetenschappelijk profiel. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan de cultuurhistorie van het gebeid en een bezoek gebracht aan andere relevante A&E-gerelateerde ingreoen in het landschap zoals de Grensmaas en de bruinkoolgroeve Garzweiler (Dld). Daarnaast is het veldwerk bedoeld om interviews af te nemen en enquêtes te houden in de omgeving van de ENCI, en de verzamelde gegevens te 84
Aarde en economie
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden
opmerkingen
verwerken. De gegevens worden verwerkt tot resultaten in de avonduren en tijdens de uitwerkdagen. Het veldwerk wordt afgesloten met een eindopdracht waarin al het verkregen inzicht in de situatie ter plaatse. Relevante beleids- en onderzoeksrapporten, divers kaartmateriaal, internetbronnen. Boek: Babbie, E.: The Practice of Social Research. ISBN 0 534 57474 2 De student wordt beoordeeld op de inhoudelijke aspecten van verzamelde en verwerkte gegevens, en inzet. In een eindgesprek wordt een oordeel over het voorbereidend en veldonderdeel van deze cursus gegeven. Deelname aan de 1e jaars veldoefening (en voorbereiding) is alleen mogelijk indien de student voor 15 april van het jaar van inschrijving 18 stp. heeft gehaald uit de tot dan geprogrammeerde studieonderdelen. Deze toelatingseis wordt getoetst door de Examencommissie. Inschrijving via TIS. Een eerste voorlichting over het veldwerk wordt gegeven tijdens de 1e-jaars voorlichtingsbijeenkomst in januari. Zie voor uitgebreide informatie de Blackboard-site. Deelname aan alle onderdelen is verplicht. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Veldwerk aarde en economie.
naam Verslag veldwerk Aarde en economie code 450216 docenten drs. M.P. Bokhorst; dr. H.L.F. de Groot; dr.ir. E.S. van Leeuwen; drs. R. Vreeker; drs. E. Ufkes; dr. F.R. Bruinsma studiepunten 3 periode 6 doel Het maken van een geïntegreerde schriftelijke verslaglegging van de cursus Veldwerk aarde en economie (450210) en het oefenen van oplossingsgerichte discussie in de rol van de bestudeerde stakeholder. inhoud Verslaglegging en een discussie naar aanleiding van de cursus Veldwerk aarde en economie. werkwijze In werkcolleges wordt een een economische effectenstudie over het Veldwerk Aarde en economie geproduceerd. In de tweede week wordt dit samengebracht met de resultaten van het veldwerk zelf en verwerkt tot een verslag. Aan het einde van de periode worden de resultaten per groepje gepresenteerd en plenair bediscussieerd. Na inlevering wordt het verslag nagekeken en van commentaar voorzien, waarna het met de studenten per groepje wordt besproken. Vervolgens leveren de studenten een definitieve versie in, die wordt beoordeeld. Het definitieve verslag (1 per veldgroepje van 2) moet worden ingeleverd voor de vrijdag van week 26, 17:00 uur. In week 25 wordt er tevens een rollenspel gespeeld waarbij iedere groep in de huis van zijn/haar bestudeerde actor kruipt. Zie Veldwerk Aarde en economie (450210) literatuur Hand-out, aangevuld met documenten van blackboard. Boek: Babbie, E.: The Practice of Social Research. ISBN 0 534 57474 2 toetsing Beoordeling van het schriftelijk verslag, de presentaties en actieve deelname aan de gesimuleerde stakeholderdiscussie. opmerkingen Deelname aan de werkcolleges is verplicht. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Verslag veldwerk aarde en economie.
Examenonderdelen
85
naam code studiepunten periode docent doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Wijsgerige vorming I: Economische Filosofie 450256 3 2 dr. C.H. Krijnen Deze cursus wil aanzetten tot reflectie op grondbegrippen van het economisch denken, hun betekenis, functie en rechtvaardiging. Daardoor word je in staat gesteld van die begrippen enige afstand te nemen en ze uitdrukkelijk tot onderwerp van studie te maken. Al doende worden tevens vaardigheden op het gebied van tekstanalyse, kritische discussie en verwerking van de resultaten daarvan in je eigen opvattingen ontwikkeld en geoefend. De algemene formulering 'grondbegrippen van het economisch denken' moet worden gepreciseerd. Om aan te sluiten bij kennisgebieden of disciplines waarin de studenten min of meer thuis zijn, is ervoor gekozen om het economisch denkraam zoals dat door de neoklassieke economie wordt gehanteerd, te analyseren en te bezien of en in hoeverre er grenzen zijn aan dat denkraam. Het is ondertussen immers gangbaar ook zulke thema's economisch te behandelen die traditioneel gezien niet tot de economie gerekend worden. Hoor- en werkcolleges of hoorcollege en 'zelfstudie'. De werkvormen zullen t.z.t. op Blackboard worden beschreven en tijdens het eerste hoorcollege worden toegelicht. De literatuur bestaat uit vaktechnische theorieën en filosofische reflecties daarop. Nadere informatie volgt t.z.t. via Blackboard. Bestudering van de tentamenliteratuur, ondersteund door een responsiecollege; de toetsing bestaat uit een schriftelijk tentamen ('zelfstudie'); of verwerking van de opgegeven stof door deelname aan een werkgroep; de toetsing bestaat in dat geval uit het maken van opdrachten.
naam code docent studiepunten periode doel
Wijsgerige vorming II: aardwetenschappen, filosofie en ethiek 450257 dr. H.W. de Regt 3 5 en 6 Deze cursus wil aanzetten tot reflectie op je vak: op de status van de kennis die je in je studie aangeboden krijgt; op de status van wetenschap in onze samenleving; en op je toekomstige verantwoordelijkheid als wetenschapper of in de beroepspraktijk. Hoofddoel is dat je een eigen positie met betrekking tot deze onderwerpen inneemt en kunt motiveren. Nevendoel van de cursus is het ontwikkelen van vaardigheden op het gebied van tekstanalyse en kritische discussie. inhoud Het college behandelt moderne opvattingen met betrekking tot aard en methode van de natuurwetenschappen; hun ontwikkeling; hun relatie met praktijk, samenleving, en levensovertuiging; en de normatieve en ethische aspecten van wetenschapsbeoefening. Deze thema's worden steeds behandeld aan de hand van concrete voorbeelden uit de aardwetenschappen en andere natuurwetenschappen. werkwijze Hoor- en werkcollege. Tijdens het werkcollege-deel wordt een interview
86
Aarde en economie
voorbereid en gehouden, een presentatie gegeven, en een Blackboardopdracht uitgevoerd. Op de eerste college-bijeenkomst zullen de werkvormen nader toegelicht worden. literatuur L. Horsten, I. Douven en E. Weber, Wetenschapsfilosofie (Assen: Van Gorcum, 2007). toetsing Deelname aan de werkcollege-activiteiten (interview, presentatie en Blackboard-opdracht) is verplicht, en de resultaten worden beoordeeld. Daarnaast moet iedere student individueel een essay schrijven. Nadere mededelingen volgen op het eerste college. opmerkingen Inlichtingen bij de docent: dr. H.W. de Regt, Faculteit der Wijsbegeerte, De Boelelaan 1105, kamer 13A-35, tel. 020-5986681, email:
[email protected]. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
Wis- en natuurkunde 450073 dr. B.P. Zoetemeijer; dr. H. Kooi 6 2 Doel van de cursus is dat de student na afloop van de cursus een aantal fundamentele begrippen/operaties kent van enkele deelgebieden van de continuümfysica en deze kan toepassen op eenvoudige aardwetenschappelijke problemen. De cursus richt zich op de volgende deelgebieden van de wis- en natuurkunde die veel in de aardwetenschappen toegepast worden: 1) integreren, 2) vectorrekening, partiële differentiaalvergelijkingen, 3) continuüm mechanica, 4) transport van materie en warmte en 5) lineaire systeemanalyse. De hoorcolleges zijn vooral gericht zijn op het aspect van 'kennen' uit het cursusdoel, het practicum is gericht op het aspect van 'toepassen'. In de colleges wordt de stof uit de syllabus toegelicht middels concrete voorbeelden en wordt ingegaan op de knelpunten. In het practicum wordt onder begeleiding geoefend in het maken van opgaven waardoor de vaardigheid in het toepassen wordt opgedaan. Dit studieonderdeel bestaat uit 16 x 4 contacturen: 16 uur hoorcollege en 16 x 3 uur practicum. Deze cursus vereist veel voorbereiding en zelfwerkzaamheid (ongeveer 4 uur per contactdag). Het cursusmateriaal bestaat uit een handleiding, een syllabus en bijbehorende practicumopgaven. Dit materiaal wordt door de docenten enkele weken voor de aanvang van de cursus in hardcopy aangeboden. Bovendien is het dan ook in digitale vorm beschikbaar via BlackBoard. De volgende literatuur kan als hulp dienen bij de diverse onderwerpen van het college en is niet verplicht: D.L. Turcotte en G. Schubert (1982) Geodynamics; applications of continuum physics to geological problems, John Wiley & Sons, New York. G.V. Middleton en P.R. Wilcock (1994) Mechanics in the Earth and Environmental Sciences, Cambridge Univ. Press. Zelftoetsing is mogelijk op basis van uitgewerkte practicumopgaven. De eindtoets bevat altijd zowel kennisvragen als toepassingsvragen. De eindtoets kan in twee delen voldaan worden. Deel 1, de leerstof van de bovengenoemde onderwerpen 1 en 2, bepaalt 65% van het eindcijfer. Deel 2,
Examenonderdelen
87
de verdere stof (onderwerpen 3 t/m 5), bepaalt 35% van het eindcijfer. opmerkingen voorkennisadvies: Wiskunde en computergebruik (450063), Fysica voor Aardwetenschappers (450064).
88
Aarde en economie
Examenonderdelen
89
4
4.1
Bijlagen
Contactgegevens docenten
tel.*
naam/name
82855 87211 89528 87340
[email protected] drs. J.G. Aarts
[email protected] prof.dr. M.A.P.A. Aerts
[email protected] dr. J.C.J.H. Aerts
[email protected] prof.dr. P.A.M. Andriessen
[email protected] dr. R.T. van Balen
[email protected] dr. W.W.W. Beekman
[email protected] dr. C.J. Beets
[email protected] prof.dr. J. van den Bergh
[email protected] prof.dr. F.G.H. Berkhout
[email protected] dr. G. Bertotti
[email protected] dr. P.J.H. van Beukering
[email protected] drs. F.F. Beunk
[email protected] dr. C. Biermann prof.dr. F.H.B. Biermann
[email protected] prof. dr. G.J. Boekschoten
[email protected] [email protected] dr. J. de Boer
[email protected] prof.dr. J.J. Boersema
[email protected] dr. S.J.P. Bohncke
[email protected] drs. M.P. Bokhorst
[email protected] prof.dr. G.J. Borger
[email protected] drs. H. Boswijk
[email protected] drs. W.J.W. Botzen
[email protected] drs. L.M. Bouwer
[email protected] dr. B.M. van Breukelen
[email protected] dr. J.E.W. Broerse dr. F.M. Brouwer
[email protected] [email protected] prof.dr. J. Bruggink
[email protected] dr. F.R. Bruinsma
[email protected] dr. L.A. Bruijnzeel
[email protected] dr. H.S.J. Cesar
[email protected] dr. J.P. Chadwick
[email protected] prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh
[email protected] prof.dr. M.J. Collins
[email protected] dr. W.R.S. Critchley
[email protected] prof.dr. G.R. Davies
[email protected] dr. R.B. Dellink
[email protected] dr. A.M.J. Derks
87324 89801 87357 89545 89525 87288 89524 87371 87260 89959 87322 89514 85675 87348 87153 86328 85020 86517 89536 87393 87028 87335 86096 87294 89577 87345 87341 87291 89072 87329 89519 86438
90
Aarde en economie
e-mail
kamer/ room 09A-39 A-154 A-544 H-325 F-430 C-220 F-438 C-523 C-554 E-144 A-645 F-062 E-152 C-522 E-337 A-662 C-523 M-428 C-046 M-120 OA-35 A-637 B-628 O-449 S-560 F-038 4A-31 M-446 A-670 E-219 E-160 O-431 N-431 F-032 A-528 9A-37
87358 89532 89806 89534 86690 89591 87369 89521 87276 87330 87266 86168 89548 89228 86212 89523 87354 87295 89512 87287 87364 87381 89531 87355 87283 86095 83661 86328 86161 87264 89506 86090 86029 86088 87979 89803 83992 87321 89508 86093 87403 89572 89542 82999 87419 89556
prof.dr. A.J. Dolman dr. A.M. van Dommelen prof.dr. H. Doust dr. M.A. van Drunen drs. G.C. Eigner dr. M.A. Eleveld dr. G.M. Ganssen drs. A.J. Gilbert drs. J.P. Grant dr. J. Groen drs. M.M.A. Groen dr. H.L.F. de Groot prof. dr. J. Gupta drs. J.J.F. Heins dr. I.R. Hellsten dr. M. Hisschemoller dr. J. van Huissteden dr. M.M.E. Jans dr. R. Janssen dr. R.A.M de Jeu prof.dr. H. Kars dr. C. Kasse dr. M.F. van de Kerkhof dr. S.J. Kluiving dr. H. Kooi drs. E. Koomen R.C. van Kooten, MSc. dr. A.M.J. de Kraker dr. H.M.G. Kruse drs. J.F.H. Kupper dr. A.C. Lankreijer drs. R. Lasage drs. M.R. Lassche ir. E.S. van Leeuwen dr. G.J.M. Linders prof.dr. F. van Lunteren dr. L.C. Matenco H. de Moel, MSc. dr.ir. M.K. van der Molen drs. M.A. Molendijk dr. P. Mulder dr. I. Nikogosian ir. A.Q.A. Omtzigt prof.dr. C. Passchier dr. P.H. Pattberg drs. I. Pauw dr. F.J.C. Peeters dr.ir. U. Pesch
Bijlagen
[email protected] ad.van.dommelen @ivm.falw.vu.nl
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] richard.de.jeu @falw.vu.nl
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
M-438 A-553 E-154 A-645 13A-30 A-535 E-327 A-554 F-424 F-554 D-004 4A-30 A-538 0G-24 S-543 A-652 F-456 O-425 A-570 F-464 O-450 F-432 A-629 O-439 C-454 3A-36 S-554 M-120 U-543 E-320 B-628 4A-33 4A-27 4A-34 T-036b C-214 A-630 H-320 A-621 4A-29 F-022 A-613 A-661 0G-29 E-336 A-561
91
86092 dr. A.J.H. Pels 89547 dr. S.W.M. Peters 87380 dr. O. van de Plassche dr.ir. J. van der Plicht 87402 dr. V.E.A. Post 83635 dr. M.A. Prins 89443 drs. B.J. Regeer 86681 dr. H.W. de Regt 87360 prof.dr. J.J.G. Reijmer 87376 dr. H. Renssen 86097 prof.dr. P. Rietveld 87192 dr. W.F.M. Roling 86093 dr. J. Rouwendal 86369 prof.dr. N. Roymans 87420 dr. E. Samankassou 89213 prof. dr. J.A. van der Schee 86099 prof.dr. H.J. Scholten 87384 prof.dr. J. Smit 87271 drs. P.M.H. Smit 87355 dr. S.K.A. Soetens 86583 dr. D. Sokoutis 87262 dr. H. Stel 87347 dr. R.A. Stephenson 87070 prof.dr. N.M. v. Straalen 87968 prof.dr. P.J. Stuyfzand 87292 dr. S.R. Troelstra 89567 dr. M. Tromp-Meesters 89953 drs. E. Ufkes 87368 prof.dr. J.F. Vandenberghe 86094 prof.dr. E.T. Verhoef 89596 dr.ir. J.E. Vermaat 87366 dr. H.B. Vonhof 87343 dr. M. ter Voorde 89239 R.B. van der Vos 89202 drs. M.N.S. Vossen 86088 drs. R. Vreeker 87404 dr. P.Z. Vroon 89558 drs. A.J. Wagtendonk 87319 dr. M.J. Waterloo 87261 prof.dr. T.C.E. van Weering 85687 drs. G.R. van der Werf 87279 dr. W. van Westrenen 87296 dr. J.R. Wijbrans 87353 dr. E. Willingshofer
92
Aarde en economie
[email protected] [email protected] [email protected] 050-3634760
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
4A-32 A-546 E-351 O-449 E-330 U-536 13A-35 E-259 E-353 4A-35 M-220 4A-29 09A-39 E-254 1G-26 4A-32 E-238 M-454 O-439 C-210 E-127 E-137 H-141 C-424 E-319 A-529 E-329 F-414 4A-37 A-543 E-237 H-352 1G-11 0G-28 4A-34 M-452 A-613 O-420 E-359 H-328 F-040 F-348 E-129
86164 prof.dr. C.A.A.M. Withagen 82695 M. Wolters 86375 prof.dr. D.G. Yntema 89215 D.T.A. Wols 87327 dr. J. Zinke 87382 dr. B.P. Zoetemeijer 87033 dr. M.B.M. Zweekhorst
[email protected]
4A-39
[email protected]
C-148 10A-28 0G-29 E-322 E-154 U-546
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
(*) = telefoonnummers binnen de Vrije Universiteit. Nummers die met een 8 beginnen zijn ook van buiten de Vrije Universiteit te bereiken door voor het nummer 020-59xxxxx te kiezen. Zo wordt het nummer 87411 buiten de Vrije Universiteit 0205987411.
4.2
Literatuur
4.2.1
Aarde en economie, eerste jaar • Babbie, E.: The Practice of Social Research; • Barends, S., e.a. (2005, 9e druk) Het Nederlandse landschap. Een historischgeografische benadering; • Berendsen, H.J.A. (2005) Landschap in delen. Overzicht van de geofactoren. Fysische geografie van Nederland; • Craats, J. van de, Bosch, R. Basisboek Wiskunde; • Harde, H. van & Marty (eds.) (1994) Jonge Landschappen 1800-1940. Het recente verleden in de aanbieding; • Houghton, J., (2004, 3rd edition) Global Warming, The Complete Briefing; • Kahn, J.R., (2005, 3rd ed.) The Economic Approach to Environmental and Natural Resources. • Skinner, B.J., Porter, S.C. & Park, J. (2004, 5th edition) Dynamic Earth - An introduction to physical geology; • Varian (7th edition) Intermediate Microeconomics.
4.2.2
Aarde en economie, tweede jaar • Berendsen, H.J.A. (2004, 4e druk), De vorming van het land - Inleiding in de geologie en geomorfologie; • Berendsen, H.J.A. (2004), Landschappelijk Nederland; • Chiras, D.D., (2006, 7th edition), Environmental Science; • Clarke, K.C., (2001), Getting Started with Geographic Information Systems; • Cunningham, W.P., Cunningham, M.A. and Woodworth Saigo, B. (10th int. edition, 2008). Environmental science: a global concern. • GARMIN, (2000), GPS guide for beginners. Garmin corporation.. • Lillesand, T.M. and Kiefer, R.W., (meest recente uitgave), Remote Sensing and Image Interpretation; • Locher, W.P. & Bakker, H. de, (1990), Bodemkunde van Nederland. Deel 1 en 2; • Longley, P.A., Goodchild, M.F., Maguire, D.J., and Rhind, D.W. (2003) Geographic Information Systems and Science; • McCann, P. (2001), Urban and Regional Economics; • Varian (7th edition), Intermediate Microeconomics.
Bijlagen
93
4.2.3
Aarde en economie, derde jaar (verplichte vakken) • Horsten, L., Douven, I. en Weber, E., (2007) Wetenschapsfilosofie. Assen: Van Gorcum.
4.2.4
Aarde en economie, minor Aardwetenschappen ter voorbereiding op de master Palaeoclimate and Geo-ecosystems • Huggett, R.J. (2007, 2nd ed.), Fundamentals of Geomorphology; • Nichols, G. (1998), Sedimentology and Stratigraphy.
4.2.5
Aarde en economie, minor Aardwetenschappen ter voorbereiding op de master Hydrology • Reynolds, John M. (1997), An Introduction to Applied and Environmental Geophysics.
4.2.6
Aarde en economie, minor Economie Verplichte vakken: • Sydsaeter, K. and Hammond, P., (2e druk), Essential Mathematics for Economic Analysis; • Vogelvang, B. (2005), Econometrics, Theory and Applications with EViews. • Varian (7th edition), Intermediate Microeconomics.
Keuzevakken: • Boyer, K.D., (1997), Principles of Transportation Economics; • DiPasquale, D. and Wheaton, W.C. (1996), Urban Economics and Real Estate Markets. • Kahn, J.R. (2005, 3rd ed.), The Economic Approach to Environmental and Natural Resources; • O'Sullivan, A. (6th ed., 2007), Urban Economics. 4.2.7
Aarde en economie, minor Aarde en economie Verplichte vakken: • Varian (7th edition), Intermediate Microeconomics.
Keuzevakken: • zie andere minoren.
94
Aarde en economie
Bijlagen
95
5
Vakkentabel gesorteerd op vakcode Vakcode 450022 450023 450024 450067 450069 450071 450073 450091 450093 450095 450097 450098 450099 450105 450142 450206 450207 450208 450210 450212 450214 450215 450216 450230 450234 450235 450236 450240 450253 450254 450255 450256 450257 450258 450260 450261 450269 450309 450310 450311 450312 60131080 60311000
96
Vaknaam Inleiding in de anorganische geochemie Digitale ruimtelijke data Inleiding hydrologie Systeem Aarde Sedimentologie en stratigrafie Statistiek en data-analyse Wis- en natuurkunde Bodemkunde Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Geomorfologie, inclusief veldpracticum Terrestrische milieus Bodem en milieu Sociale geografie I Basiscursus milieukunde I Toegepaste geofysica Aarde en economie Natuur, leven en techniek 1 Natuur, leven en techniek 2 Veldwerk aarde en economie Dynamiek van het historische landschap Inleiding economie Inleiding wiskunde en computergebruik Verslag veldwerk Aarde en economie Veldpracticum Aardwetenschappen Global change Algemene vaardigheden en encyclopedie Natuurrampen en risico's Paleo-oceanografie, paleoklimatologie en meteorologie Uitwerking Ruimtelijke analyse onderzoekstraining Bachelorthesis Aarde en economie Studie en loopbaan Wijsgerige vorming I: Economische Filosofie Wijsgerige vorming II: aardwetenschappen, filosofie en ethiek Besluitvormingsprocessen Mens en Landschap Natuurwetenschappelijke aspecten van grondstoffen Regionale economie Ruimtelijke analyse onderzoekstraining Economie van de Publieke Sector Ruimtegebruiksverandering Spring School Aarde en economie Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie) Methoden en technieken van AE/FE (algemeen economisch/financieel economisch) onderzoek
Aarde en economie
Stp. 5 5 5 6 6 6 6 3 6
Periode 3 4 4 1 4 1 2 4 5
6 6 6 6 6 6 6 3 3 7 6 6 6 3 3 4 4 6 6
1 2 2 2 5 1 1 en 2 3 4 5 en 6 4 2 1 en 2 6 5 3 5 3 4
5
6 (2e jaar), 1 (3e jaar).
12 2 3
5 en 6 1 2
3
5 en 6
3 6 6
2 2 1
6 6 3 6 3 3
2 5 en 6 1 3 5 4
6
1
60322070 60332100 60332110 60341050 991010
Urban Economics Environmental Economics and Management Transport and Network Economics Economie van het onroerend goed Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar
Vakkentabel gesorteerd op vakcode
6 6
2 4
6 6 6
4 5 maart 2009
97
Index Aanmelding, 29 Afstuderen, 38 Applied Environmental Geosciences, 12 Arbeidsmarkt, 40 Archaeometry, 12 Bachelorexamen, 38 Bibliotheek, 22 Bul, 39 College van beroep, 39 Computerfaciliteiten, 24 Deeltentamens, 31 Doorstroom naar een masteropleiding, 41 Earth sciences, 12 Education, 13 Eindtermen bacheloropleiding, 18 Examen, 38 Examencommissie, 28 fSr, 25 Geosciences of Basins and Lithosphere, 13 GeoVUsie, 24 Getuigschrift, 38 Hertentamens, 32 Honourscommissie, 49 Hydrology, 14 Jaarindeling, 20 Judicium, 39 Landscape Archaeology, 12 Loopbaanoriëntatie, 40 Medezeggenschap, 24 OER, 29 Onderwijscoördinatie, 21 Opleidingscommissie, 28 Palaeoclimatology and Geo-ecosystems, 14 Regels en richtlijnen voor de examens, 39 Reisverzekering, 36 Roosters, 20 Scriptie, 37 SOAL, 25 Solid Earth, 12 Stage- en scriptieregeling, 37 Studie en loopbaan, 40 Studieachterstand, 27 Studieadvies, 28 Studiebegeleiding, 26 Studieinformatie en -communicatie, 21 Studielast, 21
98
Aarde en economie
Studiesecretariaat, 21 Tentamens, 32 Tentamenuitslagen, 32 Toelating tot de masteropleidingen, 42 Uitwisseling en internationalisering, 25 Veiligheid, 34 Veldwerken en excursies, 34 Vrijstellingen, 33
Index
99