Stad Kortrijk Zitting gemeenteraad van 14/12/2009 Agenda: 1
Verzoek van burgers om voorstellen en vragen over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening te agenderen op de gemeenteraad. Commissie 1
p4
2
Budget 2010. Vaststellen. Commissie 3
p6
3
Gemeentebelasting opcentiemen onroerende voorheffing. Dienstjaar 2010. Vaststellen belastingsreglement. Commissie 3
p7
4
Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting. Dienstjaar 2010. Vaststellen belastingsreglement. Commissie 3
p7
5
Belastingreglement op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (2010-2014). Vaststellen. Commissie 3
p8
6
Gemeentelijk retributiereglement vanaf 1 januari 2010. Vaststellen retributiereglement. Commissie 3
p11
7
Wijziging retributiereglement ambulante handel voor het plaatsnemen op markten en voor het privaat gebruik van de openbare weg voor ambulante handel.
p14
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p1/40
Vaststellen retributiereglement. Commissie 3 8
Gemeentelijke saneringsbijdrage op de waterfactuur : differentiëring tarief grootwaterverbruikers. Commissie 3
p16
9
OCMW. Verslag overlegcomité d.d. 29 oktober 2009. Aktename. Commissie 1
p20
10
OCMW Kortrijk. Budgetwijziging nr. 1 2009. Goedkeuren. Commissie 3
p21
11
OCMW Kortrijk. Meerjarenplan 2010-2013 en budget 2010. Goedkeuren. Commissie 3
p22
12
Dotatie aan de politiezone Vlas 2010. Vaststellen. Commissie 3
p27
13
Reglement 'Indicaties van leegstand van een gebouw of woning'. Vaststellen. Commissie 2
p29
14
Belastingsreglement "Leegstandsheffing op gebouwen en woningen". Vaststellen. Commissie 2
p31
15
Heffing van opcentiemen op de Vlaamse heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en woningen.
p38
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p2/40
Vaststellen belastingsreglement. Commissie 3
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p3/40
Memorie van toelichting: 1
Verzoek van burgers om voorstellen en vragen over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening te agenderen op de gemeenteraad. Commissie 1 - Dossier: 09-165727 Directie: Communicatie en recht - Dossierbehandelaar: Petra Verhenne Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: In toepassing van de artikels 200bis tot en met 200 quinquies van het gemeentedecreet kunnen burgers verzoeken om een voorstel of een vraag over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening te agenderen op de gemeenteraadszitting. Het komt aan het College van Burgemeester en Schepenen toe om de ontvankelijkheid te beoordelen door na te gaan of aan alle voorwaarden voldaan is. Bij ontvankelijkheid wordt het punt geagendeerd op de gemeenteraad, die minstens 20 dagen later moet zijn dan de dag van het indienen van het verzoek. De gemeenteraad doet dan eerst uitspraak over zijn bevoegdheid, om vervolgens in te gaan op de grond van het verzoek. De vereniging Vlasmarkt! heeft dergelijk verzoek overgemaakt i.v.m. de toekomstvisie voor het plein Vlasmarkt. Het College van Burgemeester en Schepenen bereidt in dit verband een voorstel van antwoord voor tegen de zitting van 14 december 2009. Beschrijving: Conform artikel 200bis van het gemeentedecreet hebben inwoners het recht te verzoeken om de door hen in een gemotiveerde nota nader omschreven voorstellen en vragen over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening op de agenda van de gemeenteraad in te schrijven en om deze agendapunten te komen toelichten in de gemeenteraad. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden, zijn opgenomen in de artikels 200bis en 200ter van het gemeentedecreet, alsook in artikel 58 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad: - het verzoek moet gesteund worden door ten minste 1% van het aantal inwoners ouder dan 16 jaar in gemeenten met minstens 30.000 inwoners. In januari 2009 bedroeg dit aantal in de stad Kortrijk 61.833. Het verzoek moet dus gesteund zijn door minstens 618 personen ouder dan 16 jaar. - het verzoek wordt ingediend met een formulier dat de stad ter beschikking stelt - het verzoek wordt aangetekend verstuurd aan de gemeente - het verzoek vermeldt de naam, voornaam, geboortedatum en woonplaats van iedereen die het verzoekschrift ondertekend heeft. Het komt aan het College van Burgemeester en Schepenen toe om na te gaan of aan alle voorwaarden voldaan is. Met een aangetekend schrijven van 19 november 2009 maakte de vereniging Vlasmarkt! een verzoek/voorstel over op het daartoe bestemde formulier in verband met de toekomstvisie voor het plein Vlasmarkt. In het bijzonder betreft het:
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p4/40
- vraag naar inzage en overleg over de toekomstvisie van het plein met het stadsbestuur en de bouwpromotoren - vraag om duidelijke garanties om de horecafaciliteiten in de huidige vorm en de huidige plaats te laten verder bestaan - vraag om een stem in de verdere buurtontwikkeling van het plein - vraag om toekomstige bewoners correct te informeren over het unieke karakter van dit plein. Dit verzoek is geldig ondertekend door 910 personen ouder dan 16 jaar, waarvan naam, voornaam en geboortedatum vermeld zijn. Het verzoek voldoet bijgevolg aan alle opgelegde voorwaarden en wordt dus ontvankelijk verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. De gemeenteraad gaat zijn bevoegdheid na i.v.m. de in het verzoek vermelde vragen. Vervolgens worden de indieners van het verzoek, op hun vraag, gehoord. Daarna volgt een debat waarbij de verschillende politieke fracties aan bod komen, om tenslotte een conclusie te formuleren. De gemeenteraad wordt verzocht om: Zich bevoegd te verklaren ten aanzien van de in het verzoek vermelde vragen.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p5/40
2
Budget 2010. Vaststellen. Commissie 3 - Dossier: 09-165549 Directie: Financiën - Dossierbehandelaar: Frank De Laere Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: Het voorgelegde ontwerp van budget 2010 werd opgesteld aan de hand van aanvragen vanuit de verschillende directies. Het komt aan de gemeenteraad toe om het budget 2010 vast te stellen. Het budget 2010 is conform het gemeentedecreet samengesteld uit de financiële nota en de beleidsnota. Beschrijving: Wij verwijzen naar: - het Koninklijk Besluit van 2.8.1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, inzonderheid de artikels 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 - de omzendbrief van 4 september 2009 met kenmerk BB 2009/05 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken - de artikels 148, 149 en 150 van het gemeentedecreet. Conform het artikel 149 van het gemeentedecreet omvat het budget een financiële nota (of budget) en een beleidsnota. Hierbij wordt het ontwerp van budget 2010, alsmede de bijlagen voorgelegd. De beleidsnota 2010, die eveneens wordt voorgelegd, verwoordt het beleid dat de stad gedurende het boekjaar zal voeren en concretiseert de beleidsdoelstellingen. De gemeenteraad wordt verzocht om: 1. De financiële nota 2010 als volgt vast te stellen: In gewone ontvangsten - totaal : 119.761.522,00 In gewone uitgaven - totaal : 119.959.590,00 Geraamd resultaat van het dienstjaar : - 198.068,00 Geraamd alg. begrotingsresultaat van het vorige jaar(boni) (art 01.tabel 3): 219.580,00 Geraamd algemeen begrotingsresultaat gewone dienst : 21.512,00 In buitengewone ontvangsten - totaal : 45.668.861,00 In buitengewone uitgaven - totaal : 48.683.504,00 Geraamd resultaat van het dienstjaar : - 3.014.643,00 Geraamd alg. begrotingsresultaat van het vorige jaar(boni) (art 01.tabel 3): 3.018.701,00 Geraamd algemeen begrotingsresultaat buitengewone dienst : 4.058,00 De beleidsnota 2010 van de stad Kortrijk vast te stellen.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p6/40
2. Het budget 2010 en de bijlagen worden aan de hogere overheid overgemaakt binnen de 20 dagen.
3
Gemeentebelasting opcentiemen onroerende voorheffing. Dienstjaar 2010. Vaststellen belastingsreglement. Commissie 3 - Dossier: 09-162658 Directie: Financiën - Dossierbehandelaar: Jean Claeys Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: Het college legt het belastingsreglement opcentiemen op de onroerende voorheffing voor "vaststelling" voor aan de gemeenteraad. Beschrijving: Voor het aanslagjaar 2010 dient het belastingsreglement "opcentiemen op de onroerende voorheffing" hernieuwd te worden. Voorgesteld wordt de huidige belastingsvoet van 1.750 opcentiemen te behouden. Toepasselijk wetgeving: Artikel 42 van het gemeentedecreet. Artikel 464, 1° van het Wetboek van de inkomstenbelasting.
De gemeenteraad wordt verzocht om: Het belastingsreglement opcentiemen op de onroerende voorheffing als volgt vast te stellen. Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2010 worden er duizend zevenhonderd vijftig (1.750) opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd. Artikel 2 : De invordering van deze gemeentelijke belasting zal gebeuren door toedoen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie budgettering, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelasting. Artikel 3 : Een afschrift van dit reglement wordt overgemaakt aan de heer gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.
4
Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting. Dienstjaar 2010.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p7/40
Vaststellen belastingsreglement. Commissie 3 - Dossier: 09-162632 Directie: Financiën - Dossierbehandelaar: Jean Claeys Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: Het college legt het aanvullend belastingsreglement op de personenbelasting voor "vaststelling" voor aan de gemeenteraad. Beschrijving: Voor het aanslagjaar 2010 dient het belastingsreglement "Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting" hernieuwd te worden. Voorgesteld wordt de huidige belastingvoet van 7,9% te behouden. Toepasselijke wetgeving: Artikel 42 van het gemeentedecreet. Artikel 465 tot en met 470bis van het wetboek op de inkomstenbelasting.
De gemeenteraad wordt verzocht om: Het aanvullend belastingsreglement op de personenbelasting als volgt vast te stellen: Artikel 1: Er wordt voor het aanslagjaar 2010 een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 7,9% van het volgens artikel 466 van het Wetboek op de inkomstenbelasting 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het Rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar, dus in 2009. Artikel 3: De vestiging en de inning van de gemeentebelasting zullen door toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4: Een afschrift van dit reglement wordt overgemaakt aan de heer gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.
5
Belastingreglement op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (2010-2014).
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p8/40
Vaststellen. Commissie 3 - Dossier: 09-163927 Directie: Communicatie en recht - Dossierbehandelaar: Johan Vermandele Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: Door het decreet van 8 mei 2009 tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg dient het belastingreglement (GR 12 december 2005) op de taxi#s functioneel aangepast te worden. Dit decreet legt nu ook verplicht een belasting op voor diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder en legt hiervoor tarieven vast. Hierdoor dient nu ook voor deze categorie voertuigen een belastingreglement vastgesteld te worden. Beschrijving: Naar aanleiding van de inwerkingtreding van het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg werd in de gemeenteraad van 10 mei 2004 een taxireglement vastgesteld en werd in de gemeenteraad van 12 december 2005 het belastingreglement op de taxi's vastgesteld voor de periode 2006-2010. In dit decreet werden enkel maximumtarieven vastgelegd zodat de gemeenteraad uitspraak moest doen over de grootte van de tarieven. Artikel 14 van het decreet van 8 mei 2009 tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 (BS 6 juli 2009) heeft voor gevolg dat een wijziging aan dit belastingreglement dient doorgevoerd te worden voor taxivoertuigen die ook ingezet worden als verhuurvoertuig met bestuurder. Het stedelijk taxireglement bepaalde dat vergunningen voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder aanleiding geven tot een jaarlijkse en ondeelbare belasting ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon, die houder is van de vergunning. Het bedrag van deze belasting werd bepaald door artikel 49 van het decreet van 20 april 2001. Artikel 10 en 49 van het decreet van 8 mei 2009 tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 (BS 6 juli 2009) heeft voor gevolg dat ook voor verhuurvoertuigen met bestuurder een belastingreglement moet vastgesteld te worden. Toepasselijke wetgeving : -het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg; -het besluit van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder; -het decreet van 13 februari 2004 tot wijziging van het decreet van 20 april 2001, gepubliceerd op 29 en 30 maart 2004; -het decreet van 8 mei 2009 tot wijziging van het decreet van 20 april 2001 (BS 6 juli 2009)
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p9/40
-het gemeentedecreet (artikel 43). Advies van Type Financiën Gunstig De gemeenteraad wordt verzocht om: Het belastingreglement op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder als volgt vast te stellen: Belastingreglement op taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (2010-2014). Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2010 en voor een termijn eindigend op 31 december 2014 wordt er een gemeentebelasting gevestigd op voertuigen bestemd voor de exploitatie van een taxidienst en op voertuigen bestemd voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. Artikel 2: De belasting op taxi's wordt als volgt vastgesteld : § 1. 250,00 euro per jaar en per vergund voertuig zonder standplaats op de openbare weg ; § 2. 325,00 euro per jaar en per vergund voertuig zonder standplaats op de openbare weg maar waarvan de voertuigen voorzien zijn van radiotelefonie ; § 3. 450,00 euro per jaar en per vergund voertuig bij gebruik van standplaatsen op de openbare weg ; § 4. 500,00 euro per jaar en per voertuig voor de exploitant van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder die , mits toelating van het college van burgemeester en schepenen, de vergunde voertuigen inzet als taxidienst Artikel 3: De belasting op verhuurvoertuigen wordt als volgt vastgesteld : § 1. 250,00 euro per jaar en per vergund voertuig § 2. 500,00 euro per jaar en per voertuig voor de exploitant van een taxidienst die , mits toelating van het college van burgemeester en schepenen, de vergunde voertuigen inzet als dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder Artikel 4 : De bedragen vermeld in de artikelen 2 en 3 worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingsjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000. De in artikelen 2 en 3 bedoelde belastingen zijn verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning afgegeven werd. Ze zijn jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de houder van de vergunning vermeld op 1 januari van het kalenderjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p10/40
De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingsteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van één of meerdere voertuigen voor welke reden dan ook. Artikel 5: De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, en de bepalingen van de procedure voor de deputatie of voor het college van burgemeester en schepenen, inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting. Artikel 6: De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 7: De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting van toepassing zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 8: De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. Deze indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan. Artikel 9: Deze beslissing wordt definitief zo, na het voorgeschreven onderzoek geen bezwaren werden ingediend, en zal overgemaakt worden aan de gouverneur van de provincie WestVlaanderen. Artikel 10: Het besluit van de gemeenteraad van 12 december 2005 betreffende de belasting op taxi's (2006-2010) wordt opgeheven.
6
Gemeentelijk retributiereglement vanaf 1 januari 2010. Vaststellen retributiereglement. Commissie 3 - Dossier: 09-164099 Directie: Financiën - Dossierbehandelaar: Katrien Demeyere Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting:
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p11/40
In het kader van de begroting wordt jaarlijks de lijst met retributies voor het volgende dienstjaar voorgelegd aan het college om te laten vaststellen door de gemeenteraad. Deze nota omvat de door de diverse diensten voorgestelde tarieven om toe te passen met ingang van 2010. Beschrijving: In het kader van de begroting wordt jaarlijks de lijst met retributies vastgelegd voor het volgend dienstjaar. De belangrijkste wijzigingen t.o.v. 2009 zijn de volgende: - leefmilieu : * verdubbeling van het tarief voor het afhalen van karton en papier voor bedrijven. De verhoging is gemotiveerd doordat de kostprijs voor het verwerken van het papierafval in 2009 enorm gestegen is. De bedrijven die op deze ophaalronde zijn aangesloten krijgen via VAL-IPAC een premie van € 100,00/jaar terugbetaald. * verhoging van het tarief voor het afleveren van zakken voor huisvuil. Dit is beslist in het CBS van 26/08/09 agendapunt 17 - uniformisatie huisvuilzakken binnen de Imog-regio. * de retributie voor het afleveren van hondenpoepzakjes wordt geschrapt omdat er te weinig dergelijke zakjes verkocht worden en omdat er in 2010 een nieuwe actie gepland wordt, waarbij inwoners via dispensers, gratis deze zakjes zullen kunnen gebruiken. - infrastructuur : de tekst en het tarief voor de aansluiting op het stadsrioolnet wordt gewijzigd volgens voorstel van de dienst. - burgerzaken : * er wordt een nieuwe retributie ingevoerd met name "het plaatsen en leveren van een urnenkelder in volle grondsgraf" * de tekst rond "inlichtingen verstrekt door de dienst bevolking" wordt aangepast. - brandweer : aanpassing tarieven om * vereenvoudiging van tarieven te bekomen * gelijkstelling met de korpsen rond Kortrijk te verkrijgen * de tarieven in functie van het ingezette materiaal en personeel te bepalen (updaten) - cultuur : * bibliotheek : deze aanpassingen hebben geen nadelige impact op de ontvangsten en de stadsbegroting : - het lidgeld voor elk betalend lid wordt verlaagd tot € 5,00/jaar. Het lidgeld is immers het hoogste van de regio en één van de hoogste in Vlaanderen. - het leengeld voor multimedia wordt afgeschaft. Deze trend zie je ook overal in Vlaanderen doorzetten: bij helft van de centrumsteden is dit reeds gratis. - ter compensatie wordt het maningsgeld verhoogd (zoals in de meeste bibliotheken van Vlaanderen) en per dag berekend ipv per week. - de kostprijs voor het reserveren van een boek wordt verhoogd van € 0,5 naar € 1,00. Dit in de lijn van de andere centrumsteden.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p12/40
- de kopiekosten werden afgestemd op de geldende tarieven bij de andere stedelijke diensten, evenals de kosten voor erfgoedmaterialen van de bibliotheek * gebruik schouwburgcomplex - ontmoetingscentra - buurthuizen : tarieven schouwburgzaal voor niet-Kortrijkse of commerciële organisaties worden verhoogd. Daarenboven wordt voor het gebruik van de foyer schouwburg een personeelskost van € 25 aangerekend voor de opkuis. * gebruik musea : de tarieven voor groepen vanaf 15 personen wordt aangepast. * gebruik muziekcentrum : bij gebruik van de hal concertstudio wordt een personeelskost van € 25 aangerekend voor de opkuis. De tarieven worden ook aangepast zodanig dat ze gelijk oplopen en er worden weektarieven voorzien bij de opnamestudio's zoals bij andere lokalen. * buurthuis 't Senter : verhoging van het tarief schenkrecht voor 'hoofdzakelijk andere dranken" in de Grote zaal. * andere diensten cultuur : verhoging tarief voor reservering via internet en er wordt een percentage aangerekend (ipv een bedrag) voor betaling online. * AGB Buda : tekst Budatoren wordt aangepast en geschrapt en een nieuwe tarievenstructuur werd opgemaakt. - Sport : * zwembaden : de zwemtarieven wijzigen niet behalve het open zwembadtarief voor nietsportkaarthouders. De tekst van de toelichting is aangepast. De belangrijkste wijziging situeert zich in "Schoolzwemmen", meer bepaald een aanpassing van de regeling met betrekking tot de annuleringen. Wat het Openluchtzwembad Abdijkaai betreft wordt er een minimum factuurbedrag van € 15,00 ingevoerd. De administratiekosten lopen te hoog op voor bedragen van minder dan € 15,00. Lagere bedragen dan € 15,00 moeten betaald worden aan de kassa. Verhogen van het open zwembadtarief voor niet-sportkaarthouders(+ 1€) : De evaluatie van het nieuwe tarievensysteem in het open zwembad Abdijkaai is, ook met de (beperkte en veelal opbouwende) kritiek positief. Dit tarief is in vergelijking met andere openluchtzwembaden nog altijd relatief laag, waardoor ook hier een zekere winst kan worden gemaakt. Mensen die over een sportkaart beschikken kunnen weliswaar aan ongewijzigde reductietarieven komen zwemmen. * sportcentra : Verhogen van de tarieven voor voetbalvelden(+ 50%) De huidige tarieven voor voetbalvelden in Kortrijk zijn, in vergelijking met andere steden en gemeenten uit de regio en uit Vlaanderen, eerder laag. Bijkomend argument voor een verhoogd tarief voor het gebruik van voetbalvelden is de kwaliteit van de velden na een lang voetbalseizoen en de hoge kostprijs voor de renovatie en herinzaai van voetbalvelden. We stellen wel voor alle nieuwe tarieven voor scholen pas vanaf 1 september 2010 te laten ingaan ! Integrale verhoging (+ 10%)
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p13/40
Omdat deze verhogingen nog niet voldeden, stellen we verder een integrale verhoging voor van de tarieven voor de sporthallen. We stellen wel voor alle tarieven voor scholen pas vanaf 1 september 2010 te laten ingaan ! Het beleid inzake gratis infrastructuur voor erkende sportverenigingen blijft ongewijzigd. Onder rubriek B is er nog een tekstaanpassing gebeurd wat de opsomming van de adviesraden betreft. Er worden eveneens tarieven voorzien voor het gebruik van een cateringruimte (de cafetaria).
- welzijn : toevoegen waarborgtarief themapakket "Opvoedingsondersteuning" en de "Promillebril". - jeugd : * uitleendienst : tekst toevoegen dat voor erkende jeugdverenigingen de waarborg wegvalt als zij een uitleenpas kunnen voorleggen. De hoge waarborgen van de uitleendienst zijn reeds lange tijd onderwerp van discussie. Zeker voor jeugdverenigingen neemt dit dikwijls een heel groot stuk van hun werkingsmiddelen in beslag. Het waarborgsysteem werd destijds ingevoerd, om risico's (niet-betaling bij schadegevallen edm) zoveel als mogelijk te vermijden. Erkende jeugdinitiatieven worden echter betoelaagd vanuit de stedelijke jeugddienst (Team Jeugd). Gezien de uitleendienst sinds 2008 ook onder Team Jeugd valt, hebben we dus voldoende zekerheid dat schadegevallen zeker kunnen worden betaald (desnoods kunnen we hun subsidies inhouden, tot de betaling is vervolledigd). De jeugdraad (als officieel adviesorgaan van Team Jeugd) heeft dit voorstel als zeer positief onthaald. Het komt aan de gemeenteraad toe om het retributiereglement vast te stellen. Toepasselijke wetgeving : art. 42 van het gemeentedecreet en de comptabiliteitswet. De gemeenteraad wordt verzocht om: De lijst met de retributies, zoals opgenomen in bijlage, met ingang van 1 januari 2010 vast te stellen.
7
Wijziging retributiereglement ambulante handel voor het plaatsnemen op markten en voor het privaat gebruik van de openbare weg voor ambulante handel. Vaststellen retributiereglement. Commissie 3 - Dossier: 09-164487 Directie: Financiën - Dossierbehandelaar: Katrien Demeyere Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting:
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p14/40
Het retributiereglement ambulante handel voor het plaatsnemen op de markten en voor het privaat gebruik van de openbare weg voor ambulante handel werd uit praktische overwegingen en na overleg met de cel economie aangepast en wij vragen de gemeenteraad dit reglement vast te stellen. Beschrijving: Bedoeling van huidige aanpassing is om de tarieven van de vaste standplaatsen op de markten, die nu in het reglement als dagtarieven gespecifieerd staan, te wijzigen naar kwartaaltarieven. De tarieven blijven ongewijzigd maar worden uit praktische overwegingen en transparantie omgezet naar kwartaaltarieven, doordat de facturatie van de markten ook per kwartaal gebeurt. Het komt aan de gemeenteraad toe om het retributiereglement vast te stellen. Toepasselijke wetgeving : art. 42 van het gemeentedecreet en de comptabiliteitswet. Budget: 67912,35 € De gemeenteraad wordt verzocht om: Het artikel 2 van het retributiereglement ambulante handel met ingang van 1 januari 2010 als volgt aan te passen : RETRIBUTIEREGLEMENT AMBULANTE HANDEL DEEL 1 : VOOR HET PLAATSNEMEN OP DE MARKTEN Artikel 2 : berekeningsgrondslag en tarief De retributie is verschuldigd per standplaats en op basis van : - de ingenomen ruimte - de duur van het gebruik - soort gebruik De kwartaaltarieven zijn enkel geldig voor diegene die op vaste standplaatsen (=abonnementen) staan. De dagtarieven zijn geldig voor de losse standplaatsen (cfr. Gemeentelijk reglement betreffende de uitoefening en de organisatie van de ambulante en de kermisactiviteiten). Voor de vaste standplaatsen bedraagt de retributie per strekkende meter en per kwartaal:
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p15/40
kwartaaltarief Maandagmarkt : algemeen tarief
20,15 EUR
- bloemen
17,55 EUR
Andere markten : algemeen tarief
13,00 EUR
Gleierwaren
½ algemeen tarief
Voor de losse standplaatsen bedraagt de retributie per dag en per lot van 5 strekkende meter: dagtarief Maandagmarkt
15,00 EUR
Andere markten
12,00 EUR
Bovenstaande tarieven worden met ingang van 1 januari 2010 jaarlijks geïndexeerd (gezondheidsindex) en afgerond naar de hogere eenheid.
8
Gemeentelijke saneringsbijdrage op de waterfactuur : differentiëring tarief grootwaterverbruikers. Commissie 3 - Dossier: 09-164136 Directie: Financiën - Dossierbehandelaar: Katrien Demeyere Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: De waterfactuur is gevoelig gestegen voor grootwaterverbruikers. Deels door het BOT (Bijdrage Opvangen en Transport) door de stad geheven. De waterfactuur is als volgt samengesteld : Naast de prijs van het water, wordt naargelang het afgenomen volume een bovengemeentelijke bijdrage en een gemeentelijke bijdrage aangerekend. De verplichting van VMM voor diverse grootwaterverbruikers die voorheen zelf water oppompten naar (al dan niet grijs) leidingwater is een extra kost voor deze betrokken afnemers. De verhoging van het BOT Stad Kortrijk ingegaan 1/5/2008 houdt geen rekening met de mogelijkheid tot differentiëring naargelang het afnamevolume. Daarom wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2009 de gemeentelijke saneringsbijdrage te differentiëren voor de grootwaterverbruikers. Beschrijving: Bij decreet van 24 december 2004 werd de saneringsbijdrage op bovengemeentelijk en gemeentelijk vlak opgelegd aan de drinkwatermaatschappijen. Ter financiering van de kosten die gepaard gaan met de saneringsverplichting kunnen gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsbijdragen aangerekend worden aan de abonnees. Voor de saneringsverplichting op gemeentelijk vlak werd dan ook met ingang van 1 januari 2005 een overeenkomst afgesloten tussen de stad en de V.M.W. Bij de invoering van deze heffing werd de forfaitaire rioleringstaks van de Stad Kortrijk afgeschaft en een tarief BOT ingevoerd ten belope van hetzelfde totaalbedrag.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p16/40
Op 1 mei 2008 werden de tarieven aangepast voor de gemeentelijke saneringsbijdrage (laatst vastgesteld in de gemeenteraad van 14 april 2008) : tarief per m³ verbruikt drinkwater is op heden : -
van 0 tot 6.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt (2009 = 1,2222 €/m³); van 6.001 tot 60.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt (2009 = 1,2222 €/m³); boven de 60.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt (2009 = 1,2222 €/m³).
-
Ter info prijs van het water voor grootverbruik : * 0-6000m³
1.58 €/m³
* 6.001-60.000m³
1,36 €/m³
* >60.000 m³
1,24 €/m³
Tarief grijswater * 0,65€/m³ In bijlage zit een overzicht van alle grootverbruikers in Kortrijk (meer dan 6.000m³/jaar). Slechts Malysse en Bockor kregen de kans om toe te treden tot het grijswaterproject (samen goed voor maximaal 60.000 m³ grijswater). Financiële consequenties bij differentiëring Opbrengst gemeentelijke heffing : 2006
1.418.548 €
2007
1.664.405 €
2008
2.396.146 € (inhaling achterstand)
Optelling van alle grootwaterverbruikers boven 6.000m³ voor Kortrijk : 416.000 m³. In het overzicht van de diverse VMW vennoten kunnen voornamelijk 3 tariefstructuren worden gedistilleerd : Afname Opbrengst 1. huidige tarifiëring Kortrijk
0-6.000m³
6.001-60.000 m³
1.2222 €/m³
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
1.2222 €/m³
>60.000 m³
1.2222 €/m³
p17/40
huidig
2. telkenmale halvering 210.000 €/j
1.2222 €/m³
0.6111 €/m³
3. tussenvoorstel vb Roeselare 1.2222 €/m³ 175.000 €/j
0.8730 €/m³
0.3056 €/m³
0.4365 €/m³
-
-
Derhalve wordt voorgesteld om als tegemoetkoming naar de grootwaterverbruikers volgende differentiatie in de tarieven toe te passen : Tarief per m³ verbruikt drinkwater -
van 0 tot 6.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt (1,2222 €/m³); van 6.001 tot 60.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt gedeeld door twee (0,6111 €/m³); boven de 60.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt gedeeld door vier (0,3056 €/m³).
Op vandaag telt Kortrijk geen enkel afnemer groter dan 60.000 m³. Noot : Ook eigenwaterwinners vallen onder de BOT-reglementering. Grootwaterverbruikers die tot op heden zelf grondwater oppompten worden door de VMM verplicht hun grondwaterafname aan te passen en dienen uit te kijken naar een alternatief als hun lopende grondwatervergunning ten einde loopt. Als alternatief bestaat het systeem van 'grijs water'. Grijs water is eigenlijk drinkwater dat als proceswaterlevering wordt aanzien en daardoor tegen lagere prijs wordt geleverd. Door de voorwaarden die aan het systeem van 'grijs water' verbonden zijn, kunnen slechts enkele bedrijven van dit project gebruik maken, m.a.w. het is niet toegankelijk voor alle grootwaterverbruikers. Deze verplichting maakt voor betrokken grootwaterverbruikers de waterfactuur nogmaals duurder. Tenslotte heft ook de VMM een bovengemeentelijk aandeel op de waterfactuur. Bij de VMW werd gevraagd naar de mogelijkheid om de reeds aangerekende facturen 2009 te herberekenen na aanpassing van het tarief. Daar het slechts over een 20-tal abonnees gaat is VMW bereid deze te herberekenen. Beslissen met ingang vanaf 1/1/2009 is derhalve mogelijk. Conform artikel 42 van het gemeentedecreet is de gemeenteraad bevoegd. De gemeenteraad wordt verzocht om:
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p18/40
De bijdrage voor opvang en transport (BOT) van het van abonnees afkomstige afvalwater en de vergoeding voor de eigen waterwinners (VEW) met ingang van 1 januari 2009 te differentiëren voor de grootwaterverbruikers en de tarieven te wijzigen als volgt : -
van 0 tot 6.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt ; van 6.001 tot 60.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt gedeeld door twee; boven de 60.000 m³ : gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) x toegelaten verhogingscoëfficiënt gedeeld door vier.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p19/40
9
OCMW. Verslag overlegcomité d.d. 29 oktober 2009. Aktename. Commissie 1 - Dossier: 09-165055 Directie: Communicatie en recht - Dossierbehandelaar: Hilde Rigole Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: Het college neemt kennis van de vraag van de burgemeester om volgend agendapunt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad : "Kennisname verslag overlegcomité Stad Kortrijk-O.C.M.W. Kortrijk van 29 oktober 2009". Beschrijving: De stad ontving op 4 november 2009 het verslag van het overlegcomité van 29 oktober 2009 tussen de stad en het O.C.M.W. Dit verslag dient door toedoen van de heer burgemeester "ter kennisgeving" voorgelegd in de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad, in toepassing van artikel 3 § 3 van het huishoudelijk reglement voor het overleg tussen de stad en het O.C.M.W. Kortrijk. De gemeenteraad wordt verzocht om: Kennis te nemen van het verslag overlegcomité Stad Kortrijk-O.C.M.W. Kortrijk van 29 oktober 2009.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p20/40
10
OCMW Kortrijk. Budgetwijziging nr. 1 2009. Goedkeuren. Commissie 3 - Dossier: 09-165271 Directie: Communicatie en recht - Dossierbehandelaar: Petra Verhenne Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: Het OCMW Kortrijk legt zijn eerste budgetwijziging 2009 ter kennisname aan de gemeenteraad voor. De budgetwijziging heeft betrekking op zowel de investeringsdienst als de exploitatiedienst. Beschrijving: 1. GEGEVEN Het budget 2009 bestaat uit 2 afzonderlijke delen : investeringsbudget en exploitatiebudget. BUDGETWIJZIGING INVESTERINGSDIENST De budgetbedragen van de investeringsdienst 2009 ten bedrage van 19.316.125,50 EUR in investeringen en financiering vermeerderen tot 19.616.125,50 EUR. De kredietverhogingen voor een totaal bedrag van 505.000,00 EUR worden slechts gedeeltelijk gecompenseerd door kredietverlagingen voor een totaal bedrag van 205.000,00 EUR zodat het investeringsbudget met 300.000,00 EUR toeneemt. Met betrekking tot de financiering is er een verlaging van op te nemen leningen (-506.000,00 EUR), van subsidies andere overheden (-112.014,60 EUR) en van de desinvesteringen (-730.000,00 EUR). De subsidies "derden" verhogen met 29.040,00 EUR en er is een schenking van 35.000,00 EUR. Ingevolg genoemde wijzigingen verhoogt de financiering 'eigen middelen' met 1.637.974,60 EUR. BUDGETWIJZIGING EXPLOITATIEDIENST De budgetbedragen van de exploitatiedienst 2009, voor opbrengsten 39.166.461,00 EUR en voor kosten 49.106.623,00 EUR, dienen gebracht op respectievelijk 41.785.089,00 EUR en 51.849.192,00 EUR, hetzij een procentuele verhoging met 6,69 % bij de opbrengsten en een procentuele verhoging met 5,58 % bij de kosten. De kostenstijging is vooral veroorzaakt door de sociale uitkeringen die in gevolg de financieel-economische crisis spectaculair gestegen zijn. De overboeking van 150.000,00 EUR exploitatieopbrengsten Lokaal Opvanginitiatief (LOI) naar de investeringsdienst, blijft behouden zoals opgenomen in het oorspronkelijk budget. Deze wijziging vermeerdert het exploitatieverlies (resultaat incl. afschrijvingen, excl. gemeentelijke bijdrage) met 123.941,00 EUR, dit is van een verlies van 9.940.162,00 EUR naar een verlies van 10.064.103,00 EUR. Het kasstromentekort berekend vanuit het exploitatieresultaat, evolueert van 9.916.103,00 EUR naar 10.131.254,00 EUR. Na inbreng van de Gemeentelijke bijdrage resulteert dit in een gebudgetteerd kastekort van 947.581,00 EUR.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p21/40
De OCMW-reserves (werkkapitaal) bedroegen per 31/12/08 in het totaal 4.864.741,00 EUR. Na aanwending voor 947.581,00 EUR voor het gebudgetteerd tekort bedragen de gebudgetteerde reserves per 31/12/09 nog 3.917.160,00 EUR. 2.
DE GEMEENTERAAD
De Gemeenteraad wordt verzocht om de eerste OCMW-budgetwijziging 2009 goed te keuren. We verwijzen naar de bepalingen van het OCMW- en gemeentedecreet. Advies van Type Financiën Gunstig De gemeenteraad wordt verzocht om: De budgetwijziging nr. 1 2009 van het OCMW Kortrijk, met volgende cijfers goed te keuren:
Budget 2009
Wijziging
Budget 2009 na BW1
19.316.125,50
300.000
19.616.125,50
Opbrengsten
39.166.461,00
2.618.628
41.785.089
Kosten
49.106.623
2.742.569
51.849.192
Resultaat boekjaar
-9.940.162
-123.941
-10.064.103
in werking en aflossingen
9.916.103
215.151
10.131.254
in werkkapitaal (onttrekking reserves)
-732.430
-215.151
-947.581
totaal gem. bijdrage
9.183.673
0
9.183.673
*investeringsbudget Investeringen
*exploitatiebudget
*Gemeentelijke bijdrage
11
OCMW Kortrijk. Meerjarenplan 2010-2013 en budget 2010.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p22/40
Goedkeuren. Commissie 3 - Dossier: 09-165277 Directie: Communicatie en recht - Dossierbehandelaar: Petra Verhenne Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: Het OCMW Kortrijk legt het meerjarenplan 2010-2013 en het budget 2010 voor goedkeuring voor aan de gemeenteraad. Het meerjarenplan 2010-2013 omvat enerzijds de 'investeringen' en anderzijds de planning 'exploitatie'. Het budget 2010 is identiek aan de cijfers opgenomen in het meerjarenplan. Beschrijving: 1. GEGEVEN Het meerjarenplan 2010-2013 omvat enerzijds de 'investeringen' en anderzijds de planning 'exploitatie'. Het budget 2010 is identiek aan de cijfers zoals opgenomen in het meerjarenplan.
MEERJARENPLAN INVESTERINGEN 2010 - 2013 De jaarlijkse investeringsbudgetten vertonen een evenwicht tussen investeringsuitgaven en financiering. Samenvatting : 2010 Investeringstotaal 6.928.300
2011
2012
2013
9.013.000
5.280.000
2.855.000
2.350.000
2.200.000
Financiering leningen subsidies *gemeente
525.000
* andere overheden
216.400
105.000 2.483.000
4.000.000
2.000.000
*desinvesteringen 2.000.000
9.000.000
500.000
750.000
*andere eigen middelen
4.186.900
-2.470.000
-1.675.000
-2.095.000
Financieringstotaal
6.928.300
9.013.000
5.280.000
2.855.000
eigen middelen
(1) bevat jaarlijks € 150.000,00 dat met betrekking tot het Lokaal opvanginitiatief (LOI) overgebracht wordt van werkingsopbrengsten naar investeringssubsidie.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p23/40
MEERJARENPLAN EXPLOITATIEDIENST 2010 - 2013 ° Resultaat overeenkomstig vermogensboekhouding (= inclusief afschrijvingslasten). 2010
2011
2012
2013
Opbrengsten
42.862.158
50.571.238
43.344.461
44.369.995
Kosten
54.638.202
54.773.383
55.782.747
56.762.306
resultaat boekjaar voor gem. bijdrage
-11.776.044
-4.202.145
-12.438.286
-12.392.311
Het beperkt verlies 2011 wordt verklaard door de belangrijke (9.000.000,00) desinvesteringen/ verkoop patrimonium . ° Gemeentelijke bijdrage Met dit meerjarenplan wordt de Gemeentelijke bijdrage uitgebreid met 2012 en 2013; bedragen 2010 en 2011 blijven ongewijzigd tegenover vorig meerjarenplan. Tijdens de periode 2005-2010 blijft de gemeentelijke bijdrage ongewijzigd op 9.183.673,00. De overschotten (geboekt als werkkapitaal) in de jaarrekeningen 2005/2006/2007/2008, dienen aangewend (= onttrekking werkkapitaal) in de jaren 2009-2013. - De gemeentelijke bijdrage versus de geraamde OCMW-tekorten 2010-2013. toekenning gem. behoefte gem. bijdrage (A) bijdrage (B)
OCMW-reserves OCMW-reserves (werkkapitaal) (werkkapitaal) A-B
saldo 31/12/08
saldo 31/12 4.864.741
2009
9.183.673
10.131.254
-947.581
3.917.160
2010
9.183.673
11.585.955
-2.402.282
1.514.878
2011
10.183.673
11.361.864
-1.178.191
336.687
2012
11.183.673
11.511.247
-327.574
9.113
2013
11.683.673
11.692.786
-9.113
0
-De specifieke berekeningsschema's bieden de samenstelling van deze bijdrage. Hierbij de samenvatting:
berekende bijdrage in de
2010
2011
2012
2013
11.585.955
11.361.864
11.511.247
11.692.786
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p24/40
werking en de aflossingen werkkapitaal (onttrekking)
-2.402.282
-1.178.191
-327.574
-9.113
toegekende gemeentelijke bijdrage
9.183.673
10.183.673
11.183.673
11.683.673
2. DE GEMEENTERAAD De Gemeenteraad wordt verzocht om het OCMW-meerjarenplan 2010-2013 alsook het OCMWbudget 2010 goed te keuren. We verwijzen naar de bepalingen van het OCMW- en gemeentedecreet. Advies van Type Financiën Gunstig De gemeenteraad wordt verzocht om: Het meerjarenplan 2010-2013 en het budget 2010 van het OCMW Kortrijk goed te keuren met volgende cijfers: Meerjarenplanning
2010
2011
2012
2013
investeringen
6.928.300
9.013.000
5.280.000
2.855.000
exploitatie: resultaat
-11.776.044
-4.202.145
-12.438.286
-12.392.311
gemeentelijke bijdrage
9.183.673
10.183.673
11.183.673
11.683.673
Budget 2010 *investeringsbudget investeringen
6.928.300
desinvesteringen
2.000.000
financiering °leningen
0,00
°subsidies
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p25/40
- gemeente (gebouw kinderopvang)
525.000
- andere overheden
216.400
°desinvesteringen
2.000.000
°andere eigen middelen
4.186.900
°totaal
6.928.300
*exploitatiebudget OPBRENGSTEN werkingsopbrengsten
40.547.425
financiële opbrengsten
1.113.331
uitzonderlijke opbrengsten
1.201.402
Totaal
42.862.158
KOSTEN werkingskosten
53.875.770
financiële kosten
762.432
uitzonderlijke kosten Totaal
54.638.202
RESULTAAT BOEKJAAR
-11.776.044
*gemeentelijke bijdrage in werking en aflossingen
11.585.955
in werkkapitaal (=onttrekking reserves)
-2.402.282
Totaal
9.183.673
*investeringsbudget investeringen
6.928.300
desinvesteringen
2.000.000
financiering
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p26/40
°leningen
0,00
°subsidies - gemeente (gebouw kinderopvang)
525.000
- andere overheden
216.400
°desinvesteringen
2.000.000
°andere eigen middelen
4.186.900
°totaal
6.928.300
*exploitatiebudget OPBRENGSTEN werkingsopbrengsten
40.547.425
financiële opbrengsten
1.113.331
uitzonderlijke opbrengsten
1.201.402
Totaal
42.862.158
KOSTEN werkingskosten
53.875.770
financiële kosten
762.432
uitzonderlijke kosten Totaal
54.638.202
RESULTAAT BOEKJAAR
-11.776.044
*gemeentelijke bijdrage in werking en aflossingen
11.585.955
in werkkapitaal (=onttrekking reserves)
-2.402.282
Totaal
9.183.673
12
Dotatie aan de politiezone Vlas 2010.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p27/40
Vaststellen. Commissie 3 - Dossier: 09-164958 Directie: Financiën - Dossierbehandelaar: Frank De Laere Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: Het budget 2010 van de politiezone Vlas werd voorgelegd aan de politieraad in zitting van 13 november 2009. De dotatie aan de politiezone dienstjaar 2010, zijnde 12.879.213,73 EUR, dient te worden ingeschreven in het budget van de stad Kortrijk. Beschrijving: We verwijzen naar: - de omzendbrief van 4 september 2009 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken Agentschap voor Binnenlands Bestuur - Afdeling Lokale en Provinciale Besturen - Financiën en Personeel, Boudewijnlaan 30 - bus 70 te 1000 Brussel, met kenmerk BB 2009/05, betreffende het opstellen van de gemeentebudgetten 2010 en in het bijzonder punt 4.3.3. - artikel 16 van het decreet van 15 juli 2002, houdende wijziging toezichtsdecreet van 28 april 1993, inzonderheid artikel 29. Bij brief van 13 november 2009 wordt door de politiezone Vlas gevraagd om een bedrag van 12.879.213,73 EUR in te schrijven in het budget 2010 van de stad Kortrijk. Het budget 2010 van de politiezone Vlas werd voorgelegd aan de politieraad in zitting van 13 november 2009. De dotatie aan de politiezone Vlas dienstjaar 2010 zal ingeschreven worden in het budget 2010 voor een bedrag van 12.879.214,00 EUR. Het komt aan de gemeenteraad toe om de betreffende dotatie vast te stellen. Budget: artikel 330/435-01 - begroting 2010. De gemeenteraad wordt verzocht om: De dotatie aan de politiezone Vlas voor het dienstjaar 2010 vast te stellen op 12.879.213,73 EUR. Deze beslissing wordt, ingevolge het gewestelijk toezicht, overgemaakt aan de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, Federale Administratie, Provinciehuis Ridderstraat 13 te 8000 Brugge.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p28/40
13
Reglement 'Indicaties van leegstand van een gebouw of woning'. Vaststellen. Commissie 2 - Dossier: 09-165643 Directie: 1e schepen (W. Maddens) - Dossierbehandelaar: Pol Hiergens Email: - Tel: Samenvatting: Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (DGP) bepaalt dat elke gemeente een "leegstandsregister" bijhoudt van leegstaande gebouwen en woningen. Het Besluit van de Vlaams Regering van 10 juli 2009, houdende o.a. nadere regelen betreffende het leegstandsregister, bepaalt dat de administratie de leegstand van een pand beoordeelt "aan de hand van objectieve indicaties die worden vastgelegd in een reglement dat wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005." Hierbij wordt het desbetreffend ontwerpreglement ter goedkeuring voorgelegd. Beschrijving: Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (DGP) bepaalt in art. 2.2.6.§1 dat elke gemeente een "leegstandsregister" bijhoudt, zijnde een register van leegstaande gebouwen en woningen. Het Besluit van de Vlaams Regering van 10 juli 2009 (B.S. 23.09.2009) Dit besluit "houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen", bepaalt in hoofdstuk 2 met betrekking tot "Opmaak en actualisering van het leegstandsregister" onder meer: - dat de administratie twee afzonderlijke inventarissen opmaakt, namelijk een inventaris "leegstaande gebouwen" en een inventaris "leegstaande woningen', die samen worden ondergebracht in het leegstandsregister; - dat in elke inventaris een aantal gegevens moeten worden opgenomen, waaronder "de indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname" van het leegstaande pand; Het besluit bepaalt verder (art. 3) dat een leegstand pand in het register wordt opgenomen "aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden." Het vaststellen van gemeentelijke reglementen behoort overeenkomstig artikel 43 §2, 2° tot de bevoegdheid van de gemeenteraad. Overeenkomstig art. 3. alinea 2 dient de administratie de leegstand te beoordelen "aan de hand van objectieve indicaties die worden vastgelegd in een reglement dat wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005."
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p29/40
Tevens wordt bepaald: "In dat reglement kan verwezen worden naar indicaties als vermeld in de volgende niet-limitatieve lijst: 1. de onmogelijkheid om het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang; 2. het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als "te huur" of "te koop"; 3. het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen; 4. een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten; 5. de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992; 6. het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf." Voorstel van reglement Er wordt voorgesteld om de lijst voorzien in het Besluit over te nemen met dien verstande dat de indicaties 1. en 4. niet alleen worden voorzien voor een "gebouw", maar ook voor een "woning". Er wordt tevens voorgesteld de hiernavolgende indicatie toe te voegen: 7. de vraag van de eigenaar van het leegstaande pand, aan de gemeente, om een attest te bekomen waaruit de leegstand blijkt, ten behoeve van een aanvraag tot vermindering van onroerende voorheffing. Advies van Type Communicatie en recht Gunstig De gemeenteraad wordt verzocht om: Het reglement "Indicaties van leegstand van een gebouw of woning", waarvan de tekst luidt als volgt, vast te stellen : "Artikel 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1. Leegstandsregister: het register, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; 2.
Pand: een gebouw of een woning
Artikel 2. Met het oog op de opname van een pand in het leegstandsregister zal de administratie van de Stad Kortrijk de leegstand van een gebouw of een woning beoordelen aan de hand van de volgendeindicaties:
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p30/40
1. de onmogelijkheid om het pand te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang; 2. het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als "te huur" of "te koop"; 3. het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen; 4. een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het pand kan worden uitgesloten; 5. de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992; 6. het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf ; 7. de vraag van de eigenaar van het leegstaande pand, aan de gemeente, om een attest te bekomen waaruit de leegstand blijkt, ten behoeve van een aanvraag tot vermindering van onroerende voorheffing. Artikel 3. Onderhavig reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. "
14
Belastingsreglement "Leegstandsheffing op gebouwen en woningen". Vaststellen. Commissie 2 - Dossier: 09-162951 Directie: 1e schepen (W. Maddens) - Dossierbehandelaar: Pol Hiergens Email: - Tel: Samenvatting: In het kader van een actief pandenbeleid heft de stad sinds 2005 een belasting op leegstand van woningen en gebouwen. Het belastingreglement geldt van 2005 tot en met 2009. Inmiddels bepaalt het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (DGP) dat de gemeenteraden gemachtigd zijn tot het heffen van een leegstandsheffing op gebouwen en woningen die zijn opgenomen in het leegstandsregister. Hierbij wordt een nieuw reglement 'Leegstandsheffing', geldend voor de aanslagjaren 2010 tot en met 2014, ter vaststelling voorgelegd. Beschrijving: De stad Kortrijk heeft er in 2005 voor geopteerd om een eigen instrument te ontwikkelen ter bestrijding van leegstand en aldus een specifiek en efficiënt beleid te voeren naast het bestaande beleidsinstrumentarium van het Vlaams Gewest. Aldus werd in Kortrijk bij beslissing van de gemeenteraad van 14 maart 2005 het reglement ingevoerd:
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p31/40
"Belastingreglement op de geheel leegstaande woningen en geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen voor economische doeleinden en de geheel leegstaande woningen in gebouwen", of kortweg "Belasting op leegstand", zoals gewijzigd bij beslissing van de gemeenteraad van 15.12.2008. Dit reglement geldt voor de aanslagjaren 2005 tot en met 2009. Tot zover bekend zijn het aantal belaste panden en het belastingbedrag geëvolueerd als volgt: Aantal belaste panden en opbrengst van de belasting: Aantal belaste panden
Bedrag belasting
2005
63
119.805,00
2006
88
198.315,00
2007
105
201.982,50
2008
133
266.825,00
Totalen
389
786.927,50
Het stijgend aantal belaste panden "leegstand" is het gevolg van een geleidelijk performantere detectie. De ervaring leert dat hardnekkige leegstand veelal enkel wordt opgelost nadat het pand in kwestie effectief belast wordt. Dit blijkt ook uit het feit dat het aantal belastingverhogingen de
wegens een 4 opeenvolgende aanslag vrij beperkt (11 %) is gebleven (de andere werden immers "tijdig" opgelost). De reglementering draagt aldus ongetwijfeld bij tot het verhogen van een degelijk woningaanbod en van de leefkwaliteit in onze stad. In de toekomst blijft de heffingsbevoegdheid duidelijk op het niveau van de gemeenten ingevolge het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (DGP), namelijk in Boek 3 "Activering van gronden en panden" waar meer bepaald in hoofdstuk 3 de "Leegstandsheffing" wordt behandeld. Artikel 3.2.17 van bedoeld decreet bepaalt: "Gemeenten voorkomen en bestrijden de leegstand van gebouwen en woningen op grondgebied". Hetzelfde artikel bepaalt verder dat de gemeenteraden gemachtigd zijn tot het heffen van een leegstandsheffing op gebouwen en woningen die zijn opgenomen in het leegstandsregister. De stad wil de problematiek van leegstand op zijn grondgebied ook na 2009 kordaat blijven aanpakken. Een instrument hiervoor is het belastingreglement, gebaseerd op het Decreet Grond- en Pandenbeleid en geldend voor de aanslagjaren 2010 tot en met 2014, dat hier ter goedkeuring wordt voorgelegd.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p32/40
De bepalingen van het decreet (DGP) leggen in artikel 3.2.17 enkel de minimale heffingsbedragen dwingend op. De suppletieve bepalingen (DGP art. 3.2.18 tot en met 3.2.21) betreffende o.m. diegene die de belasting verschuldigd is en betreffende diverse vrijstellingen, zijn evenwel enkel van toepassing in zoverre het gemeentelijke heffingsreglement daarvan niet afwijkt. De stad kan derhalve, uiteraard onverminderd de dwingende bepalingen van het decreet (DGP) omtrent de minimale heffingsbedragen, waar nodig een eigen regelgeving aanhouden. Deze kan ten dele gebaseerd blijven op de principes van het eerder bestaande reglement "Belasting op leegstand" vermits dit nog vrij recent bij beslissing van de gemeenteraad van 15.12.2008 werd geactualiseerd. De vroegere complexe regeling van de "aangifteplicht" hoeft niet gehandhaafd te worden. Voortaan zullen immers enkel panden die op het officiële leegstandsregister staan belastbaar zijn en er is al een tegensprekelijke procedure bij de opname zelf op dat register. Het is wel verkieslijk dat de stad, vooraleer tot effectieve heffing over te gaan, de heffingsplichtigen zou aanschrijven zodat zij de kans (niet de plicht) hebben te melden hoe de eigendomsrechtelijke situatie ineen zit of welke vrijstellingen zij menen te kunnen inroepen. Dit kan dan door de administratie gecontroleerd worden en, indien juist bevonden, wordt er vervolgens correct of desgevallend niet belast. Aldus kan men vermijden dat er te veel aanslagen zouden gevestigd worden waartegen achteraf bezwaar komt. Andere wijzigingen ten opzichte van de vroegere reglementering betreffen o.m.: art 3 par.4 : bij mede-eigendom betaalt elk voor zijn deel (vroeger hoofdelijkheid) cfr. Heffing onbebouwde percelen; art 4 par.4 : de nieuwe minimumaanslagen zijn dwingend opgelegd door het DGP (vroeger minimum 750 euro per pand); art 4 par.5 : vanaf 2de aanslag verhoging met 25 euro (vroeger vanaf 4de aanslag verhoging 50%); Art 5 paragrafen 1.d, 2.c en 2.d : de jaren waarin het pand al onder de vroegere reglementering om eenzelfde reden was vrijgesteld worden in mindering gebracht; Art 5 par.3 : (nieuwe) vrijstelling voor leegstand "omwille van een vreemde oorzaak" (cfr voorbeeld uit Decreet GP). Verder verwijzen we nog naar de artikels 42-43 van het gemeentedecreet, op basis waarvan de gemeenteraad bevoegd is. Advies van Communicatie en recht De gemeenteraad wordt verzocht om:
Type Gunstig
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p33/40
Het hiernavolgende belastingsreglement vast te stellen: Reglement "Leegstandsheffing op gebouwen en woningen" Artikel 1. Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt verstaan onder: 1. Decreet Grond- en Pandenbeleid: het decreet van 27 maart 2009 betreffende het gronden pandenbeleid; 2. Leegstandsregister: het register, vermeld in artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid; 3. Voorgevel: de gevel van een gebouw/woning die grenst aan het openbaar domein, al dan niet gescheiden door een voortuinstrook. 4.
Pand: een gebouw of een woning
Artikel 2. Belastbare grondslag Er wordt voor de aanslagjaren 2010 tot en met 2014 een jaarlijkse belasting geheven op de gebouwen en woningen die op 1 januari van het aanslagjaar gedurende twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister. Artikel 3. Heffingsplichtige par. 1. De belasting is verschuldigd door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar. par. 2. In geval van overdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. par. 3. Indien er erfpacht, opstalrecht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker. par. 4. In geval van mede-eigendom, is iedere mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel. Artikel 4. Aanslagvoet par. 1. De aanslagvoet van de belasting wordt vastgesteld op € 150 per strekkende meter gevellengte van de voorgevel van het pand. Het aldus vastgestelde bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal bouwlagen. par. 2. Indien het een pand betreft, gelegen op een hoekperceel, worden alle gevels, grenzend aan het openbaar domein, in rekening gebracht. Bij deze hoekpercelen wordt de helft van de som van alle zijden van de gevels langs de straat in aanmerking genomen, de afgesneden of afgeronde hoek inbegrepen.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p34/40
par. 3. De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. De gedeelten, kleiner dan de halve meter worden weggelaten. De gedeelten gelijk aan of boven een halve meter worden aangerekend als volle meter. Voor de berekening van de verschuldigde belasting worden alle volwaardig ingerichte niveaus als bouwlaag aanzien. par. 4. De minimumaanslag bedraagt: 1. 990euro voor een volledig gebouw of woonhuis 2. 75 euro voor een individuele kamer of studentenkamer 3. 300 euro voor elke overige woongelegenheid Deze minimumbedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het Abex-indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat. par. 5. Vanaf de tweede aanslag wordt de aanslagvoet jaarlijks verhoogd met 25 euro. Artikel 5. Enkel de in dit artikel vermelde vrijstellingen worden toegepast. par.1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld : a. De heffingsplichtige die zakelijk gerechtigde is van één enkel pand, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed, voor het geheel of in onverdeeldheid. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende 2 kalenderjaren volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. b. De heffingsplichtige die, op 1 januari van het aanslagjaar, sinds minder dan 1 jaar eigenaar is van het pand. Deze vrijstelling geldt slechts voor het aanslagjaar volgend op de verwerving en op voorwaarde dat in de loop van dit aanslagjaar geen wijziging van eigenaar meer plaats vindt. c. De heffingsplichtigen die laatste bewoner zijn van de belastbare woning en die in een erkende ouderenvoorziening verblijven of zich in een vergelijkbare situatie bevinden. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende 3 aanslagjaren. d. Het Stadsontwikkelingsbedrijf, het OCMW en de door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende vijf aanslagjaren te verminderen met het aantal jaren waarin het pand reeds om zelfde reden was vrijgesteld op basis van het reglement op de leegstandsbelasting zoals goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 14 maart 2005. e. De heffingsplichtige die het pand in de loop van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar heeft vervreemd via een onderhandse overeenkomst, voor zover uit de daaropvolgende notariële akte blijkt dat de vervreemding effectief is doorgegaan. par. 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het pand:
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p35/40
a.
gelegen is binnen een goedgekeurd onteigeningsplan;
b. beschermd is als monument, gedurende de termijn van behandeling, door de bevoegde instanties, van het dossier tot restauratie; c. voorwerp uitmaakt van een geldige stedenbouwkundige vergunning waarvan de werken tijdens het aanslagjaar aantoonbaar worden uitgevoerd. Deze vrijstelling geldt maximaal voor drie opeenvolgende aanslagjaren te verminderen met het aantal jaren waarin het pand reeds om zelfde reden was vrijgesteld op basis van het reglement op de leegstandsbelasting zoals goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 14 maart 2005. d. voorwerp uitmaakt van renovatiewerken, waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is vereist, die tijdens het aanslagjaar aantoonbaar worden uitgevoerd. Deze vrijstelling geldt maximaal voor drie opeenvolgende aanslagjarente verminderen met het aantal jaren waarin het pand reeds om zelfde was vrijgesteld op basis van het reglement op de leegstandsbelasting zoals goedgekeurd bij beslissing van de gemeenteraad van 14 maart 2005. par. 3. Een vrijstelling wordt verleend indien de leegstand aanhoudt omwille van een vreemde oorzaak die de heffingsplichtige niet kan worden toegerekend. Artikel 6. Wie een in het leegstandsregister opgenomen pand vervreemdt, is verplicht binnen de 2 maanden na het verlijden van de notariële akte, per aangetekend schrijven het volgende aan de gemeente mede te delen : - volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar ; - datum van de akte en naam van de notaris ; - nauwkeurige aanduiding van het verkochte pand. Artikel 7. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier, dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 8. De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen en de bepalingen van de procedure voor de deputatie of voor het college van burgemeester en schepenen, inzake bezwaarschrift tegen een provincie- of gemeentebelasting. Artikel 9.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p36/40
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting van toepassing zoals inzake rijksbelastingen op de inkomsten. Artikel 10. par. 1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. par. 2. Het bezwaarschrift moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend, en worden gemotiveerd. De indiening kan gebeuren door verzending of door overhandiging. par. 3. Deze indiening, moet op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. par. 4. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan. Artikel 11. Het college van burgemeester en schepenen verleent ambtshalve ontheffing van overbelastingen die voortvloeien uit materiële vergissingen op voorwaarde dat die door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie werden bekendgemaakt binnen de drie jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting werd gevestigd, en de aanslag niet reeds het voorwerp is geweest van een bezwaarschrift, dat aanleiding heeft gegeven tot een definitieve beslissing nopens de grond (Hfdst. 7 van het W.I.B., m.b.t. artikel 376 en artikel 55 par.2 van het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit). Artikel 12. Deze beslissing wordt definitief zo na het voorgeschreven onderzoek geen bezwaren werden ingediend en zal overgemaakt worden aan de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p37/40
15
Heffing van opcentiemen op de Vlaamse heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en woningen. Vaststellen belastingsreglement. Commissie 3 - Dossier: 09-165557 Directie: Financiën - Dossierbehandelaar: Jean Claeys Email:
[email protected] - Tel: Samenvatting: De gemeentelijke belasting ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en woningen geldt van 2005 tot en met 2009. Daarnaast bestaat er ook een heffing op verkrotting door het Vlaamse gewest. Het gewest zal verder blijven instaan voor deze heffing. Vanaf het heffingsjaar 2010 hebben de gemeenten verder de mogelijkheid om naast deze Vlaamse heffing een eigen belasting te heffen of zij kunnen ervoor kiezen om opcentiemen te heffen op de Vlaamse heffing. Bij deze wordt voorgesteld om 60 opcentiemen te heffen op de Vlaamse heffing. Beschrijving: Ter bestrijding van verkrotting heeft de stad in het verleden opcentiemen geheven op de Vlaamse heffing. Het betrof 50 opcentiemen in de periode 1996-2000 (beslissing gemeenteraad 30.08.1996) en eveneens 50 opcentiemen in de periode 2001-2005 (beslissing gemeenteraad 24.11.2000). De stad Kortrijk heeft er in 2005 voor geopteerd om een eigen belasting te heffen op verkrotte panden, dus naast de bestaande Vlaamse heffing. Aldus werd bij beslissing van de gemeenteraad van 14 maart 2005 het reglement ingevoerd: 'Belastingreglement op de onbewoonbaar- en/of ongeschikt verklaarde woningen en op de verwaarloosde woningen/ gebouwen', zoals gewijzigd bij beslissing van de gemeenteraad van 15.12.2008. Dit reglement geldt voor de aanslagjaren 2005 tot en met 2009. Tot zover bekend zijn het aantal belaste panden en het belastingbedrag geëvolueerd als volgt: Aantal belaste panden
Bedrag belasting
2005
51
72.315,00
2006
83
99.877,50
2007
85
98.392,50
2008
33
41.467,50
Totalen
252
312.052,50
Het gemeentelijk reglement geldt niet meer vanaf 2010. De beteugeling van verkrotting zal verder door het Vlaams Gewest gebeuren overeenkomstig het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.Uitgangspunt is dat de stad in het kader van een actief pandenbeleid de verwaarloozing en verkroting van panden kordaat
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p38/40
blijft bestrijden in de lijn en ter versterking van het Vlaamse beleid. Het blijkt niet wenselijk om opnieuw een parallelle gemeentelijke heffing in te voeren vermits dit een overdreven dubbele belasting tot gevolg kan hebben en, zoals gebleken is uit de praktijk, tot verwarring leidt bij de belastingplichtigen die bv. om een of andere reden zijn vrijgesteld van de Vlaamse heffing maar niet van de gemeentelijke heffing. De stad kan er evenwel voor opteren om opcentiemen te heffen op de Vlaamse heffing ter bestrijding van verkrotting. In omzendbrieven van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst dd. 22.10.2009 en 30.10.2009 wordt er op gewezen dat, indien de gemeente opcentiemen wenst te heffen voor het heffingsjaar 2010, het besluit van de gemeenteraad uiterlijk 31 januari 2010 per aangetekend schrijven aan het Agentschap moet toegestuurd worden (Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Leegstand Woningen, T.a.v. Annelies Van den Steen, Koning Albert II-laan 19 bus 7, 1210 Brussel). Door voldoende opcentiemen te heffen wordt enerzijds ook vanuit de stad aangezet tot het saneren van verkrotte panden en anderzijds kan de stad hiermee een financieel resultaat bereiken dat minstens gelijkaardig is als bij toepassing van een eigen belastingreglement. De opbrengst van de gemeentelijke heffing bedroeg gemiddeld ong. 1.200 euro per pand. De Vlaamse heffing bedraagt vanaf de eerste aanslag minstens 1980 EUR per pand. De Vlaamse heffing is berekend op het kadastraal inkomen waarbij minimaal 990 als basis wordt genomen. Indien de verkrotting niet wordt aangepakt wordt de Vlaamse belasting elk jaar hoger. Bij de eerste aanslag is de heffing = KI x 2, dan x 3, tot max. x 5. voor een pand tot 990 KI is de eerste aanslag dus 1.980 euro, en dan verhoogt jaarlijks met 990 euro tot max. 4.950 euro. De 60 opcentiemen zouden dan eerst 1.188 euro opbrengen tot 2.970 euro (bij de 4de aanslag) Voor het aanslagjaar 2008, waren er 33 aanslagen voor verkrotting: 4de heffing : 6 3de heffing : 2 2de heffing : 17 1ste heffing : 8
(18%) ( 6%) ( 52%) ( 24%)
Door een heffing van 60 opcentiemen op de Vlaamse heffing kan de stad derhalve per pand een financieel resultaat bereiken dat minstens gelijkaardig is als voorheen. Conform de bepalingen van het gemeentedecreet is de gemeenteraad bevoegd. De gemeenteraad wordt verzocht om: De opcentiemen op Vlaamse heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en woningen vast te stellen als volgt : Artikel 1
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p39/40
Voor de dienstjaren 2010 tot en met 2014 worden er zestig (60) opcentiemen geheven op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen, woongebouwen en/of woningen, ingesteld door het decreet van 22 december 1995 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, meer bepaald Hoofdstuk VIII, afdeling 2. Artikel 2 Voor de inning van deze heffing een beroep te doen op het agentschap Vlaamse Belastingsdienst. Een afschrift van dit besluit wordt binnen de maand die volgt op de inwerkingtreding ervan en uiterlijk tegen 31 januari 2010 bij aangetekende brief bezorgd aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst. Artikel 3 Een afschrift van dit reglement wordt overgemaakt aan de heer gouverneur van de provincie West-Vlaanderen.
vrijdag 4 december 2009 9:43 - Agenda en memorie 14/12/2009
p40/40