Geneeskunde C'91 Studiegids 2008/2009
Inhoudsopgave 1 1.1 1.1.1 1.2 1.2.1 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6
Faculteit der geneeskunde Inleiding VUmc-compas Algemeen Honoursprogramma Organisatie van de faculteit Het instituut voor onderwijs en opleiden (IOO) Commissies Klachtenregeling Studentenorganisaties Faculteitsvereniging MFVU Facultair studentenoverleg (FSO) Studentenraad Co-raad VU medisch centrum Stichting Medisch Interfacultair Congres (MIC) IFMSA/VU
9 9 9 9 10 10 10 11 12 12 12 12 13 13 14 14
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.7
Praktische regels ten aanzien van de opleiding Advies en begeleiding Tentamenrooster Vaccinatie Hepatitis B Studie in het buitenland Onderwijs en examenregeling/ regels en richtlijnen Tentamens/Examens Tentamens Examens Practica
15 15 15 15 15 16 16 16 17 17
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3
De opbouw en inhoud van de opleiding geneeskunde Algemeen Jaarindeling Propedeuse Doctoraal Co-assistentschappen
19 19 19 19 19 20
4 4.1 4.1.1
Inhoud van het aansluitingsprogramma aangepaste master Inhoud van het aansluitingsprogramma aangepaste master Inhoud van de stages
23 23 23
5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3
Preklinisch onderwijs Doctoraal Onderzoeksinstituten VUmc en afstudeerprofielen Institute for clinical and experimental neurosciences (ICEN) Institute MOVE Institute for Cardiovasculair Research at the VU university medical center (IcaRVU) Institute for Research in Extramural Medicin (EMGO Institute)
27 27 29 29 29
5.2.4
Inhoudsopgave
30 30 5
5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5
Cancer Center Amsterdam/ Institute for Cancer and Immunology (CCA/V-ICI) Opbouw van de profielen Certificering Stage- en keuzeco-assistentschappen in het buitenland Wetenschappelijke stage Opfriscursus Duostages Portfolio Wetenschappelijke stages buiten VUmc, in Nederland Wetenschappelijke stages buiten VUmc, in het buitenland
31 31 31 31 32 32 32 32 32 33
6 6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5 6.2.6 6.2.7 6.2.8 6.2.9 6.2.10 6.2.11 6.2.12 6.2.13 6.2.14 6.3 6.4 6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.5.4 6.5.5 6.5.6 6.5.7 6.5.8 6.5.9 6.5.10 6.5.11 6.5.12 6.5.13
Voorzieningen De universiteitsbibliotheek Digitale bibliotheek Bibliotheek medische wetenschappen Medical Library Computerfaciliteiten Algemeen Blackboard EPR Laptops Portal Printen/scannen Regels Sta-werkplekken Studenten internet en planning STIP Surfspot TOP VU-net-id VU-notebook Webmail Onderwijsruimten MFVU-winkel Informatievoorziening Ad Valvas Service centrum geneeskunde Digidesk Draadloos netwerk Invuus & Co MEDchannel Roosterboekje Semesterklapper Subsidie Synaps TIS (tentamen informatiesysteem) Tracer UBVU (e-journals, e-resources & MetalLib)
35 35 35 35 36 37 37 37 37 37 37 38 38 38 38 38 38 39 39 39 39 40 40 40 41 41 41 41 41 41 41 42 42 42 42 43
7 7.1
Klinisch onderwijs Co assistentschappen
45 45
7.1.1 7.2
Tropencursus Keuze co-assistentschappen
46 46
8
Examenonderdelen
53
9
Beschrijving van de co-schappen
72
Inhoudsopgave
7
8
Geneeskunde C'91
1
1.1
Faculteit der geneeskunde
Inleiding Dit is de studiegids van de ongedeelde opleiding geneeskunde. Deze gids bevat informatie over de opbouw en inhoud van de opleiding, de organisatie en de voorzieningen voor studenten. Het onderwijs van de opleiding geneeskunde wordt verzorgd door VU medische centrum (VUmc). Studenten zijn ingeschreven bij de Vrije Universiteit. Met ingang van het collegejaar 2005/2006 wordt de ongedeelde opleiding afgebouwd. Het propedeuse-examen kan niet meer worden afgelegd. Het onderwijs van het doctoraalprogramma 1e, 2e en 3e jaar wordt niet meer aangeboden. Wel worden er nog tentamens van deze studiejaren afgenomen. De doelstelling van de artsopleiding is dat artsen voor een verantwoorde beroepsuitoefening beschikken over de juiste kennis, vaardigheden en attitude. Het is nodig een brede kennis te hebben van het normale functioneren van de mens en van de ziektebeelden die het gevolg zijn van het ontsporen van de normale functies, van de maatschappelijke aspecten van de gezondheidszorg en van medisch-ethische principes, die ten grondslag liggen aan de keuzes waarmee een arts dagelijks te maken heeft. Daarnaast moet deze kennis in een klinische setting toegepast kunnen worden. Het onderwijsprogramma is zo ingericht dat al deze aspecten op een evenwichtige wijze aan bod komen. In het Raamplan 2001 zijn de eindtermen van de opleiding geneeskunde beschreven. Voor meer informatie over de onderdelen in deze studiegids zie Blackboard: http://bb.vu.nl. Aanvullingen en/of wijzigingen over gegevens in deze studiegids, tentamens en examens worden bekendgemaakt via Blackboard en TIS.
1.1.1
1.2
VUmc-compas Een nieuw curriculum. Het VUmc-opleidingsprogramma voor de basisarts is geheel vernieuwd en gestart in september 2005. Met het nieuwe onderwijsprogramma is de bachelor-masterstructuur ingevoerd. Het is een competentiegericht programma en leidt artsen op die hun werk met compassie uitvoeren. Het motto van het nieuwe curriculum is daarom: competent met compassie.
Algemeen De studie geneeskunde is een opleiding van zes jaar met drie examens: • het propedeutisch examen • het doctoraal examen • het artsexamen. De omvang van de verschillende studieonderdelen van de propedeutische fase, de doctoraalfase en de co-assistentschappen wordt aangegeven in studiepunten: EC's (European Credits). Per studiepunt wordt de student geacht gemiddeld achtentwintig Faculteit der geneeskunde
9
uur te besteden aan onderwijs. Binnen die tijd valt het volgen van het onderwijs, de daarbij behorende activiteiten en de zelfstudie gericht op het tentamen. Ieder jaar bestaat uit 42 weken (= 60 studiepunten). De totale opleiding, inclusief propedeuse, omvat dus 360 studiepunten. Het onderwijs van jaar 1 t/m 4 wordt niet meer aangeboden. 1.2.1
Honoursprogramma I.v.m. afbouw van curriculum ‘91 is er geen nieuwe instroom meer mogelijk. Voor meer informatie over het honours programma geneeskunde kunt u de website en Blackboard raadplegen.
1.3 1.3.1
Organisatie van de faculteit Het instituut voor onderwijs en opleiden (IOO) De organisatie van de opleiding geneeskunde is ondergebracht in het instituut voor onderwijs en opleiden (IOO). Het instituut voor onderwijs en opleiden is verantwoordelijk voor de inhoud, de onderwijskundige vormgeving, de uitvoering en de organisatie van o.a. de opleiding geneeskunde. Het hoofd opleiding geneeskunde is onder verantwoordelijkheid van de directeur van het instituut voor onderwijs en opleiden belast met de dagelijkse leiding van de opleiding geneeskunde. Hoofd opleiding geneeskunde: Prof.dr. Fedde Scheele a.i. Adres: Opleiding geneeskunde VU medisch centrum Secretariaat instituut voor onderwijs en opleiden, BS-7, kamer A-114 Postbus 7057 1007 MB AMSTERDAM Bezoekadres: Van der Boechorststraat 7, kamer A 114 Telefoon: 00 31 20 444 8010 Fax: 00 31 20 444 8427 Raad van bestuur VU medisch centrum De raad van bestuur is belast met de leiding van VU medisch centrum. Binnen de raad van bestuur is de decaan verantwoordelijk voor onderwijs en onderzoek. De decaan legt voor deze taken verantwoording af aan het college van bestuur van de Vrije Universiteit. De opleiding geneeskunde is onderverdeeld in secties: • Sectie onderwijs en studentzaken (O&S). De sectie onderwijs en studentzaken zorgt voor de organisatie en de coördinatie van het onderwijs, de onderwijsadministratie, de secretariële/administratieve ondersteuning van de onderwijsgroepen, de onderwijs- en examencommissie en kwaliteitszorg. Ook internationalisering en studieadvisering maken deel uit van de sectie O&S. O&S verzorgt ook de informatievoorziening aan studenten en docenten. Daarnaast verzorgt het de organisatie en administratie van de tentamens en examens, de roostering van het onderwijs en de planning van onderwijsruimten. Voor advies en informatie kunnen studenten terecht bij de balie van het service centrum geneeskunde. De openingstijden van de balie zijn van maandag t/m vrijdag van 10:30 tot 14:00 uur en van 16:00 tot 16:30 uur. Tijdens de vakanties wijzigen de openingstijden (zie Blackboard).
10
Geneeskunde C'91
•
•
•
•
1.3.2
Sectie ontwikkeling en kwaliteit (O&K). Voor het realiseren van excellente onderwijs-programma's zijn kwaliteit en kwaliteitszorg, onderwijsinnovatie en docentprofessionali-sering belangrijke thema´s. De sectie ontwikkeling en kwaliteit (O&K) levert input en ondersteuning op deze terreinen aan het instituut voor onderwijs en opleiding.In de sectie zijn onderwijskundigen, beleidsmedewerkers en coördinatoren werkzaam. Zij geven advies en leveren ondersteuning op het gebied van : curriculumontwikkeling, onderwijsmethoden, toetsing, kwaliteitszorg, professionalisering van docenten, projectmanagement, beleidsontwikkeling. Sectie organisatie: In de sectie organisatie werken financiële deskundigen, ICTers, communicatie en voorlichtingsdeskundigen en beleidsmedewerkers. De sectie is verantwoordelijkheid voor personeel en organisatie, huisvesting, ICT en procesbeheer, communicatie en voorlichting, financiën en managementinformatie en verantwoording. PAOG cursus- en congresorganisatie. De organisatie van het postacademisch onderwijs wordt verzorgd vanuit PAOG cursus- en congresorganisatie. PAOG cursus- en congresorganisatie biedt ondersteuning bij de organisatie van cursussen, symposia en (internationale) congressen. Voor meer informatie zie: www.vumc.nl/paog. ALCO. Het ALCO verzorgt het vaardigheidsonderwijs, beheert het skills-lab en het nieuw op te leveren klinisch trainingscentrum (KTC).
Commissies De opleiding geneeskunde heeft enkele commissies die de kwaliteit van de opleiding en examens bewaken. Onderwijscommissie (OC) De onderwijscommissie geneeskunde adviseert over alle zaken die het onderwijs in de opleiding geneeskunde betreffen. De commissie is samengesteld uit zes leden van het wetenschappelijk personeel en zes studenten, waaronder drie co-assistenten. Aan de commissie is een onderwijskundige toegevoegd als adviseur. Een medewerker is secretaris van de onderwijscommissie geneeskunde. De onderwijscommissie geneeskunde vergadert in de regel éénmaal per maand. Examencommissie (EC) De examencommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de tentamens en de examens van de opleiding. De examencommissie wijst de examinatoren aan en stelt regels op voor de toetsing. De examencommissie stelt ieder jaar de regels en richtlijnen van de opleiding vast. De studieadviseur adviseert de examencommissie geneeskunde over beslissingen rond individuele studenten. Verzoeken, bijvoorbeeld om vrijstelling, aan de examencommissie dienen schriftelijk te worden ingediend bij de secretaris van de examencommissie, IOO VUmc, kamer A114, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam. Toetscommissie De toetscommissie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en toetstechnische advisering van de examinatoren en voor de meta-evaluatie van de toetsing als geheel.Voor de samenstelling van de commissies zie Blackboard: http://bb.vu.nl.
Faculteit der geneeskunde
11
1.3.3
1.4 1.4.1
Klachtenregeling De klachtenregeling is bedoeld voor klachten van uiteenlopende aard en is een aanvulling op de bestaande bezwaar/ en beroepsmogelijkheden. Dat betekent dat van de klachtregeling geen gebruik kan worden gemaakt, indien er al een andere regeling van toepassing is, zoals bijvoorbeeld bij inschrijvingskwesties, bij klachten die betrekking op seksuele intimidatie/discriminatie, de beoordelingen van tentamens, etc. Meer informatie vind je op http://bb.vu.nl/studiebegeleiding/studieadviseur.
Studentenorganisaties Faculteitsvereniging MFVU De Medische Faculteitsvereniging aan VUmc (MFVU) is de studievereniging voor alle geneeskundestudenten aan VU medisch centrum. De MFVU is met ruim 1800 leden een van de grootste studieverenigingen van de VU. De vereniging zorgt voor plezier en ontspanning buiten het studeren. Er zijn namelijk tal van commissies die feesten, borrels, het gala, toneel, reizen, filmavonden en sportactiviteiten organiseren. Als studievereniging houdt de MFVU zich natuurlijk ook actief bezig met het onderwijs. Zo zijn er diverse onderwijsgerelateerde activiteiten, zoals ieder jaar een symposium met een wisselend thema, een ouderdag, een carrièreavond, en wordt samen met de co-raad het blad Invuus & Co uitgegeven. Het bestuur probeert daarnaast elke maand een educatieve workshop de realiseren voor de leden. Bovendien onderhoudt de MFVU nauwe contacten met de verschillende organisaties die de belangen van de studenten vertegenwoordigen en behartigen.Leden van de MFVU kunnen studieboeken en medische instrumenten tegen een gereduceerd tarief kopen in de MFVU-winkel. De MFVU is altijd op zoek naar studenten die actief willen meedoen in een van de vele commissies. adres
openingstijden telefoon fax e-mail homepage 1.4.2
MFVU-kamer D-014 MFVU-winkel BK-38 (kelder medische faculteit) Van der Boechorststraat 7, 1081 BT A'dam Dagelijks is er iemand aanwezig van 11.30 tot 13.30 uur Boekwinkel is dagelijks geopend van 12.00 tot 13.15 uur (020) 444 8353 (020) 444 8398
[email protected] http://www.mfvu.nl
Facultair studentenoverleg (FSO) In het facultair studentenoverleg zijn alle studentenorganisaties verenigd. Het FSO vergadert eens in de zes weken onder leiding van de studentassessor. De studentenraad, de MFVU, de IFMSA, de JVC, de co-raad en de studenten die in andere commissies deelnemen brengen elkaar op de hoogte van hun activiteiten en kijken waar ze, zo nodig, hun krachten kunnen bundelen of samen kunnen werken. Studentassessor De studentassessor is de voorzitter van het facultair studenten overleg (FSO) en ook lid van het managementteam. Hierdoor is een goede communicatie mogelijk tussen
12
Geneeskunde C'91
IOO enerzijds en de studenten anderzijds. Mocht je meer over de functie willen weten, of weet je niet waar je met jouw vragen terecht kunt, neem dan contact op met: Tineke Stolk,
[email protected], tel. 06-48119830 1.4.3
Studentenraad De studentenraad van VU medisch centrum is het medezeggenschapsorgaan voor studenten. De studentenraad bestaat uit negen studenten. Zij worden jaarlijks in mei gekozen via faculteitsbrede verkiezingen tezamen met de universiteitsbrede verkiezingen. De studentenraad is de officiële belangenbehartiger van alle medische studenten en voert zodanig overleg met de decaan en de onderwijsdirecteur over onderwijs en studentenbelangen. De studentenraad werkt samen met andere studentenorganisaties en probeert ook op die manier alle studentenbelangen zo goed mogelijk te behartigen. De studentenraad heeft een dagelijks bestuur van drie leden: voorzitter, de vice-voorzitter en secretaris en heeft zes algemene leden die vaak lid zijn van een van de andere studentenorganisaties. De studentenraad komt op voor de belangen van de studenten van de opleiding geneeskunde van VU medisch centrum. Dit betekent dat de studentenraad de faciliteiten, voorzieningen en reglementen beoordelen op de belangen voor de studenten. Hierbij onderhoudt de studentenraad regelmatig contact met de decaan en onderwijsdirecteur die het beleid uitstippelen voor de faculteit en haar voorzieningen. Dit directe contact stelt de studentenraad in staat invloed uit te oefenen op allerlei zaken die de studenten aangaan. Enkele voorbeelden zijn beslissingen rond VUmccompas en de reglementen omtrent het onderwijs. Heb je problemen met de faciliteiten en/of het onderwijs, of heb je suggesties en/of vragen, neem dan contact op met de Studentenraad. De studentenraad vergadert iedere week en is via e-mail en Blackboard goed te bereiken. adres telefoon e-mail en website
1.4.4
FSO-kamer, BK-44 (tegenover de computerzaal in de kelder) (020) 444 8402
[email protected] www.vumc.nl/studentenraad
Co-raad VU medisch centrum De co-raad is een belangenvereniging opgericht door en voor alle co-assistenten van VU medisch centrum. De co-raad bestaat uit een dagelijks bestuur en een aantal actieve co-assistenten. De co-raad houdt zich vooral bezig met de kwaliteit van het onderwijs, evaluatie van de co-schappen en initieert nieuwe projecten gerelateerd aan de co-schappen. Tevens organiseert de co-raad cursussen, borrels, symposia en de uitreiking van de Jan Heijlmanprijs. Postadres
Bezoekadres e-mail homepage
Co-raad VUmc, kamer BK-44 Postbus 7057 1007 MB Amsterdam Van der Boechorststraat 7
[email protected] http://www.co-raad.nl
Faculteit der geneeskunde
13
14
1.4.5
Stichting Medisch Interfacultair Congres (MIC) De stichting MIC is een interfacultaire studentenorganisatie die elk jaar een landelijk congres organiseert voor studenten geneeskunde, co-assistenten en andere belangstellenden. Elk jaar opnieuw komt een onderwerp aan de orde dat actueel is, in de belangstelling staat van geneeskundestudenten en waarin het geneeskunde curriculum minder aandacht aan wordt besteed. Het negen leden tellende bestuur van de stichting wordt gevormd uit afgevaardigden van alle acht medische faculteiten in Nederland. Elk bestuurslid neemt een deel van de organisatie voor zijn/haar rekening. Te denken valt aan functies als voorzitter, secretariaat, penningmeester, gaststad, dagindeling, PR (2 bestuursleden), sponsoring en subsidie. Elk bestuurslid heeft ter ondersteuning een commissie in de stad waar hij of zij geneeskunde studeert. Kijk voor meer informatie op: www.stichtingmic.nl.
1.4.6
IFMSA/VU IFMSA the Netherlands (IFMSA-NL) is een vereniging van medische studenten die zich inzet om Global Health –ofwel de wereldwijde gezondheid en alles wat daar invloed op heeft - onder de aandacht te brengen bij zowel medestudenten als andere groepen van de samenleving. We zijn van mening dat het voor iedereen, maar vooral voor toekomstige artsen een waardevolle toevoeging is om meer te weten over de gezondheidssituatie wereldwijd. Als arts zul je, waar je ook werkt, vast en zeker te maken krijgen met mensen (en ziekten) uit allerlei landen, culturen en (welzijn)situaties. Toenemende globalisering is een feit: tegenwoordig is de andere kant van de wereld slechts een dagje vliegen hier vandaan; studeren, stagelopen en zelfs werken in het buitenland wordt steeds populairder. Tegelijkertijd worden veel mensen gedwongen hun eigen land te verlaten door slechte en/of onveilige omstandigheden. Met de mensen verspreiden ook gezondheidsproblemen zich over de wereld. Bedenk je eens hoe de gezondheid van de mens beïnvloed wordt door zaken als armoede, (gebrek aan) onderwijs en oorlog. Maar ook zaken als overgewicht, roken en wisselende seksuele contacten veroorzaken in veel landen enorme problemen en behoren ook tot wat genoemd wordt “Global Health”. IFMSA (the International Federation of Medical Students’ Associations) is een vereniging met leden over de hele wereld. IFMSA-VUmc maakt als een van de acht Nederlandse medische faculteiten deel uit van IFMSA-Nederland. Wie lid wordt van IFMSA-VUmc, kan meehelpen met het organiseren van een van de vele projecten, workshops, symposia, en stages. Ook als je zelf graag stage wilt lopen in het buitenland kun je bij IFMSA-VUmc terecht. IFMSA-VUmc heeft haar bestuurskamer in de kelder van de medische faculteit, tegenover de computerzaal (kamer BK-46). Als je meer wilt weten kun je daar langskomen of een mail sturen naar
[email protected].
Geneeskunde C'91
2
2.1
Praktische regels ten aanzien van de opleiding
Advies en begeleiding De studieadviseurs helpen bij het oplossen van problemen die de studievoortgang hinderen. Je kunt bij hen terecht bij onzekerheid over de manier van studeren, met planningsproblemen, examenangst, motivatieproblemen of twijfels over de juiste studiekeuze, of voor meer praktische vragen, bijvoorbeeld over vrijstellingen en studeren in het buitenland. Studenten kunnen ook met privé-omstandigheden die het studeren beïnvloeden of bijvoorbeeld studievertraging veroorzaken terecht bij de studieadviseurs. De studieadviseur draagt zorg voor regelingen op het gebied van functiebeperkingen (waaronder dyslexie), deeltijd co-schappen op basis van zwangerschap of kindzorg en topprestaties.
2.2
Tentamenrooster De roosters worden bekend gemaakt via Blackboard.
2.3
Vaccinatie Hepatitis B In de opleiding krijg je al snel te maken met oefensituaties om vaardigheden te leren. VUmc hecht veel waarde aan de veiligheid van studenten, medewerkers en patiënten. Daarom is het hepatitis B vaccinatiebeleid van VUmc in overeenstemming met de landelijke richtlijnen van de inspectie voor de gezondheidszorg. Dit betekent dat alle studenten van VUmc moeten aantonen dat zij gevaccineerd zijn tegen hepatitis B. Als je hier niet aan voldoet ben je verplicht de richtlijnen te volgen die voor de verschillende situaties gelden (zie verder Blackboard en folder).
2.4
Studie in het buitenland Het is mogelijk voor studenten een deel van de studie in het buitenland te volgen. Een studie in het buitenland kan tot doel hebben een gezondheidssysteem in een andere sociaal-culturele omgeving te leren kennen, kennis te maken met andere ziektebeelden, of verdieping van de kennis op een bepaald gebied waarop een zusterfaculteit in het buitenland een goede naam heeft. Op dit moment kunnen het keuzevak, de wetenschappelijke stage, enkele reguliere, keuze en oudste coassistentschappen in het buitenland gevolgd worden. Studeren in het buitenland moet goed voorbereid worden. Het is daarom aan te bevelen een jaar voor de gewenste vertrekdatum te beginnen met het zoeken van een studie-/ stagemogelijkheid in het buitenland, het leggen van de nodige contacten en het zoeken van fondsen. Verdere informatie is te verkrijgen via Blackboard bij de cursus Studeren in het buitenland. Naast het facultaire aanbod organiseert de studentenorganisatie IFMSA-VU (www.ifmsa.nl) korte onderzoeks- en klinische stages in het buitenland voor medische studenten. Wil een student deze stage mee laten tellen als keuzevak, dan dient daartoe vooraf en zeker drie maanden van tevoren een verzoek te worden ingediend bij de examencommissie. De examencommissie beoordeelt de kwaliteit van de stage en of deze voldoet aan de eisen die aan een keuzevak worden gesteld. Praktische regels ten aanzien van de opleiding
15
2.5
Onderwijs en examenregeling/ regels en richtlijnen De opleiding geneeskunde kent een onderwijs- en examenregeling, kortweg OER genoemd en regels en richtlijnen. De OER omvat naast de doelstelling van de opleiding ook alle regels met betrekking tot de benodigde vooropleiding, de invulling van het onderwijs, het afleggen van tentamens en examens, het verkrijgen van vrijstellingen, de studievoortgang en de studiebegeleiding. De OER wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur van VU medisch centrum. De regels en richtlijnen worden jaarlijks vastgesteld door de examencommissie. De OER en RR voor het studiejaar 2008-2009 staan op de website: http://bb.vu.nl.
2.6 2.6.1
Tentamens/Examens Tentamens De exacte data van de doctoraaltentamens worden gepubliceerd op Blackboard. Inschrijving/afmelding De student schrijft zich in voor het tentamen via het tentamen informatie systeem (TIS) via internet http://tisvu.vu.nl. Pc's staan hiervoor op de eerste etage naast het service centrum geneeskunde, in de computerzalen en in de hal van de medische faculteit. Studenten kunnen ook vanaf thuis inloggen. Voor elk tentamen is een sluitingsdag voor inschrijving vastgesteld. De data worden vermeld in het college- en practicumrooster en in TIS. Om te controleren of de inschrijving goed is gegaan ontvangt men een bevestiging via e-mail. Dit is het bewijs van inschrijving voor de student. Indien een student zich na de sluitingsdatum alsnog wil inschrijven voor een tentamen, kan hij zich melden bij de balie van het service centrum geneeskunde. Tot op de laatste dag vóór de tentamendatum is inschrijving mogelijk tegen betaling van 10 euro. Blijkt tijdens het tentamen dat de student zich niet heeft ingeschreven, dan is onder voorbehoud deelname alsnog mogelijk tegen betaling van 20 euro bij het servicecentrum geneeskunde. Het resultaat wordt pas na de betaling in TIS verwerkt. Afmelding voor een tentamen kan tot de dag van het tentamen via TIS. Tijdstip en plaats van het tentamen De datum waarop een tentamen afgenomen wordt. Wijzigingen in de loop van het studiejaar worden bekendgemaakt via TIS en Blackboard. Bekendmaking uitslag tentamens De tentamenuitslagen worden op alfabetische volgorde op Blackboard gezet en daarna in TIS. Telefonisch worden geen tentamenuitslagen doorgegeven. Inzage in studieresultaten De student kan zelf op ieder moment een gecumuleerd overzicht van de afgelegde tentamens uitdraaien via TIS (zie inschrijving tentamens). Indien een student van mening is dat een cijfer in het tentamenoverzicht niet klopt met de uitslag op Blackboard kan hij tot uiterlijk 31 augustus van het collegejaar dat volgt op het jaar waarin het tentamen is afgelegd, dit melden bij servicecentrum geneeskunde. Daarna is geen herziening meer mogelijk.
16
Geneeskunde C'91
2.6.2
Examens Doctoraal Inschrijving voor het doctoraal examen (buluitreiking) kan geschieden bij het servicecentrum geneeskunde op de vastgestelde inschrijvingsdagen. Voorwaarden voor inschrijving: • bewijs van inschrijving als student aan de Vrije Universiteit; • bewijs dat alle examenonderdelen van de doctoraalfase met voldoende resultaat zijn afgelegd (6 of hoger dan wel een aftekening); • voldoende en juist ingevulde beoordeling van de wetenschappelijke stage (met de juiste handtekening(en), afgerond cijfer, ec-punten en opfriscursus). Inschrijving door iemand anders is mogelijk, indien deze persoon beschikt over de benodigde bewijzen en gegevens (zie voorwaarden inschrijving). Arts Inschrijving voor het artsexamen (buluitreiking) kan geschieden met het overleggen van: • bewijs van inschrijving als student aan de Vrije Universiteit; • uittreksel uit het bevolkingsregister (of kopie daarvan); • formulieren van alle afgelegde examens van de co-schappen; • alle beoordelingen van de co- schappen; • Tevens goedkeuringen van reguliere co-schappen gelopen in het buitenland; • beoordelingen en goedkeuringen van oudste en keuze co-schappen; • bewijs voldaan SOO- en reflectieonderwijs; • uitslag van het examen ´inwendige geneeskunde´ moet reeds bekend zijn. Inschrijving is uitsluitend mogelijk op de vastgestelde data! N.B. Het doctoraaldiploma dient behaald te zijn alvorens het artsexamen aangevraagd kan worden!
2.7
Practica Het onderwijs van de propedeuse en doctoraal wordt niet meer gegeven. Studenten die nog een practicum moeten inhalen wenden zich tot de examencommissie. Zie ook Blackboard\courses\doctoraal2008-2009\tentamens en practica\vervangende opdrachten. Registratie van deelname Deelname aan de practica wordt door de docenten in EPR bijgehouden. Via het EPR kan de student per practicum controleren hoe hij of zij ervoor staat.
Praktische regels ten aanzien van de opleiding
17
18
Geneeskunde C'91
3
3.1
De opbouw en inhoud van de opleiding geneeskunde
Algemeen Alleen het onderwijs van jaar 5 en 6 wordt nog aangeboden in het collegejaar 20082009.
3.2 3.2.1
Jaarindeling Propedeuse Het onderwijs in de propedeuse wordt vanaf 2005/2006 niet meer gegeven. Het propedeutisch examen wordt met ingang van 2006/2007 niet meer afgenomen. Samenstelling onderwijs propedeuse uitgedrukt in EC´s Inleiding in de geneeskunde Van molecuul tot cel Mens, medicus, maatschappij Van cel tot weefsel Orgaansystemen Klinisch lijnonderwijs 1 Vaardigheden 1 Ervaringsleren 1 (verpleeghulpstage)
3.2.2
8.6 8.6 10.0 8.6 10.0 5.7 1.4 7.2
Doctoraal Het onderwijs van het doctoraal jaar wordt vanaf 2008/2009 niet meer gegeven. Samenstelling onderwijs doctoraal uitgedrukt in EC's Bioregulatie en stofwisseling Infectie en afweer Bloed, oncologie en genexpressie Wetenschappelijke vorming Cultuur en gezondheid Hart en bloedsomloop Nieren en milieu interieur Ademhaling Werking van het zenuwstelsel Psychisch functioneren Voeding en spijsvertering Voortplanting Filosofie, geschiedenis en ethiek der geneeskunde Gezondheidszorg Acute geneeskunde Beweging Zintuigen Huid Ouder worden De opbouw en inhoud van de opleiding geneeskunde
7.2 7.2 7.2 4.3 2.9 8.6 5.7 7.2 10.0 8.6 7.2 8.6 4.3 5.7 2.9 7.2 5.7 2.9 4.3 19
Opgroeien Klinisch lijnonderwijs 2 Klinisch lijnonderwijs 3 Klinisch lijnonderwijs 4 en farmacotherapie Vaardigheden 2, 3 en 4 (1.4, 2.9 en 2.9) Ervaringsleren 2 en 3 (1.4 en 1.4) Vrij keuzevak Wetenschappelijke stage
2.9 7.2 10.0 8.6 7.2 2.9 minimaal 4.3 minimaal 17.2
Het aantal studiepunten voor het keuzevak en de wetenschappelijke stage is daarbij als volgt endocrinologie, van neonaat tot bejaard oncologie immunologie neurowetenschappen hart- en vaatziekten huisartsgeneeskunde gezondheidszorg in ontwikkelingslanden kind- en jeugdzorg bewegen
7.2 5.7 4.3 5.7 5.7 5.7 7.2 7.2 7.2
Wetenschappelijke stage: afstudeerprofiel uitgedrukt in EC´s endocrinologie, van neonaat tot bejaard oncologie immunologie neurowetenschappen hart- en vaatziekten huisartsgeneeskunde gezondheidszorg in ontwikkelingslanden kind- en jeugdzorg bewegen
3.3
17.2 18.7 20.1 18.7 18.7 18.7 17.2 17.2 17.2
Co-assistentschappen Tijdens de co-assistentschappen wordt de kennis die in de eerste vier studiejaren is verworven, verdiept en toegepast door klinische stages, die de student volgt in de verschillende medische specialismen. De co-fase begint met een voorbereidend coassistentschap: het algemeen co-assistentschap (ALCO) van vijf weken, waarin de praktische vaardigheden (afnemen anamnese, lichamelijk onderzoek, therapeutisch gesprek) geoefend worden op elkaar en op simulatiepatiënten. Daarnaast wordt een aantal laboratoriumvaardigheden geoefend. Na het ALCO volgt de introductie in de kliniek, het eerste klinische co-assistentschap van twee weken, waar de studenten worden ingevoerd in de medische opleiding en leren werken met patiënten. In deze periode worden studenten veelvuldig geobserveerd en krijgen naar aanleiding hiervan persoonlijke feedback. Volgend op de introductie in de kliniek zijn coassistentschappen in elf klinische vakgebieden. Als sluitstuk wordt het oudste co-
20
Geneeskunde C'91
assistentschap gevolgd, met de integratie van alle aangeleerde vaardigheden in het medisch handelen op eindniveau van de artsopleiding. Tijdens de coassistentschappen volgen studenten op gezette tijden het stageoverstijgend onderwijs, SOO, waarbij diverse discipline-overstijgende medische onderwerpen interdisciplinair behandeld worden. De totale duur van de co-assistentschappen bedraagt 83 weken. Er bestaan beperkte mogelijkheden om een co-assistentschap in het buitenland te lopen. Zie voor actuele mogelijkheden de meest actuele versie van de brochure onderwijsinformatie co-fase, die tijdens ALCO wordt uitgereikt en geupdate zal worden op Blackboard. Co-assistentschappen ALCO introductie in de kliniek inwendige geneeskunde heelkunde neurologie psychiatrie kindergeneeskunde verloskunde & gynaecologie dermatologie keel-, neus- en oorheelkunde oogheelkunde sociale geneeskunde huisartsgeneeskunde oudste co-assistentschap keuzeco-assistentschap stage overstijgend onderwijs
EC’s 8.6 2.9 12.9 12.9 8.6 8.6 11.4 11.4 2.9 2.9 2.9 2.9 8.6 10.0 8.6 4.3
De opbouw en inhoud van de opleiding geneeskunde
21
22
Geneeskunde C'91
4
4.1
Inhoud van het aansluitingsprogramma aangepaste master
Inhoud van het aansluitingsprogramma aangepaste master Het aansluitingsprogramma aangepaste master is ontwikkeld voor studenten uit C’91, die hun doctoraal halen tussen 1 mei 2009 en 1 september 2010. Het programma duurt 19 weken in de periode tussen mei 2009 en 1 september 2010. Het staat voor 23 studiepunten. Coördinator is mw. Dr. H.E.M. Daelmans, instituut voor onderwijs en opleiding, tel.(020)- 4448030.
4.1.1
Inhoud van de stages naam Aangepast ALCO code 310401 coördinator Mw. Drs. C.J.M. Bemelmans Contact:
[email protected] studiepunten 5 periode 5 weken doel Het aanleren en oefenen van algemene vaardigheden die de student in de volgende stages gaat toepassen Tijdens het aangepast ALCO worden vaardigheden getraind die inhoud
toetsing
de student in de komende stages toepast en verder leert beheersen, bv. anamnese, lichamelijk onderzoek, proces van medisch probleemoplossen, verslaglegging. Bij de training worden de vaardigheden onder begeleiding van docenten geoefend met behulp van medestudenten en simulatiepatiënten. Verder krijgen de studenten uitleg over het VUmc profiel en de competenties, en wordt er geoefend met de competenties. Het aangepast ALCO wordt getoetst dmv stagebeoordeling en een stationstoets.
Het programma bestaat uit de volgende onderdelen. Het aangepast ALCO wordt getoetst door een toets professioneel gedrag en een stationstoets. Tijdens de combinatiestage interne geneeskunde en heelkunde wordt er getoetst op professioneel gedrag en op praktijktaken. In de leerstage KNO, oogheelkunde en dermatologie wordt daarnaast een stagekennistoets afgenomen. Voor de voorbereiding werkstages geldt een inspanningsverplichting en het functioneren in de training wordt beoordeeld. Gedurende de aangepaste master legt de student een portfolio aan. Dit portfolio wordt beoordeeld op de volgende onderdelen: - afleggen van twee voortgangstoetsen waarbij de uitslag diagnostisch is en geen consequenties heeft voor de studievoortgang. - deelnemen aan een vastgesteld aantal mentorgesprekken - voldoen aan de inhoudelijke eisen van een portfolio.
Inhoud van het aansluitingsprogramma aangepaste master
23
naam code coördinator
Combinatiestage interne geneeskunde en heelkunde
310402 Dr. R.M. Perenboom (interne geneeskunde) en dr. J.W.A. Oosterhuis (heelkunde) Contact:
[email protected] studiepunten 6 periode 6 weken doel Het aanleren en oefenen van vaardigheden op het gebied van de interne geneeskunde en heelkunde De combinatiestage bestaat uit drie weken stage interne inhoud
geneeskunde en drie weken stage heelkunde. Aan de hand
van patiënten in de kliniek wordt door middel van praktijktaken gewerkt aan anamnese, lichamelijk onderzoek, vaardigheden in medisch probleemoplossen, statusvoering en presenteren van patiënten met gezondheidsproblemen. toetsing
naam code coördinator
Tijdens de leerstages wordt er tijdens de stages getoetst op professioneel gedrag en op praktijktaken . Van iedere deelstage is er een stagebeoordeling (STB1.1 en STB 1.2)
Leerstage KNO, oogheelkunde en dermatologie 310007 Dr. J. Brettschneider (afdeling KNO), Drs. N. Asselbergs (afdeling oogheelkunde), Dr. M. Wintzen, afdeling dermatologie Contact:
[email protected] studiepunten 8 periode 6 weken doel Het aanleren en oefenen van algemene vaardigheden en specifieke kennis op het gebied van de KNO, oogheelkunde en dermatologie. inhoud Deze leerstage is verdeeld in 2 weken KNO, 2 weken oogheelkunde en 2 weken dermatologie. In alle drie de leerstages zal er naast het opdoen van vakinhoudelijke kennis, veel tijd zijn voor praktijkwerk op de poli. In de leerstage KNO krijg je inzicht in de volle breedte van het “kleine” vak: je ziet patiënten op de polikliniek, de zaal en de operatiekamer. Algemene problemen zoals slechthorendheid, bovenste luchtweginfecties, heesheid, de gevolgen van het roken kom je in dit specialistische vak tegen zoals ook conservatieve behandelingen en microscopische en endoscopische operatietechnieken. Je zelfstudietijd kan je efficiënt in de kliniek of thuis in je eigen tijd invullen m.b.v. een specifieke digitale leeromgeving waarin KNO een uniek e-learning programma aanbied in Fronter. Alle kennis, die je dient te beheersen aan het eind van de stage wordt hier digitaal aangeboden,
24
Geneeskunde C'91
toetsing
naam code coördinator studiepunten periode doel
inhoud
toetsing
inclusief anatomische en radiologische beelden, films van de afdelingsartsen, podcasts over belangrijke onderwerpen etc.. Tijdens de 2 weken oogheelkunde gaat het om acute visusdaling, chronisch slecht zien/overige visusproblemen, het rode oog/oogtrauma scheelzien en amblyopie, dubbelzien, pupilstoornissen, ooglidafwijkingen en revalidatie van blinden en slechtzienden. Het programma van de 2 weken dermatologie is thematisch van opzet. Aan de orde komen achtereenvolgens dermatologische diagnostiek en efflorescentieleer, structuur en functie van de huid, systematiek van erythemen en erythematosquameuze dermatosen. Daarnaast wordt ingegaan op eczemen en basisprincipes van dermatotherapie. Jeuk en jeukende huidafwijkingen, huidtumoren, flebologie en decubitus bacteriële en virale huidinfecties, haren, acne, dyschromie en huidafwijkingen bij interne aandoeningen krijgen de aandacht. STB6.1 stagebeoordeling; STB6.2 stagebeoordeling; STB6.3 stagebeoordeling; STK6 stagekennistoets Voorbereiding werkstages 310403 Mw. drs. C.J.M. Bemelmans Contact:
[email protected] 2 2 weken Het voorbereiden op competentieonderwijs in werkstages neurologie, psychiatrie, verloskunde & gynaecologie en kindergeneeskunde. De studenten worden voorbereid op het competentieonderwijs in de werkstages. Daarnaast worden de studenten getraind in klinisch redeneren en worden specifieke vaardigheden geleerd. Voor de voorbereiding werkstages geldt een inspanningsverplichting (presentie) en wordt het functioneren in de training beoordeeld (prestatie) .
Inhoud van het aansluitingsprogramma aangepaste master
25
26
Geneeskunde C'91
5
5.1
Preklinisch onderwijs
Doctoraal Algemeen Het doctoraal bestaat uit drie studiejaren met elk 60 EC's.Het onderwijs start op de eerste maandag in september en loopt door tot juni/juli. Aan het eind van het vierde studiejaar bezit de student kennis en vaardigheden op inzicht- en toepassingsniveau met betrekking tot: • de normale bouw van de mens; levensverrichtingen van de mens zowel in biologische (waaronder is begrepen de fysische en chemische grondslag) als in psychosociale zin; de normale ontwikkeling in de bouw en levensverrichtingen van de mens; • afwijkingen van en stoornissen in de normale bouw van de mens; de herkenning, beïnvloeding en het voorkomen van afwijkingen en stoornissen in het bijzonder op basis van een gestructureerde klinisch methodologische aanpak; het verbeteren van het geestelijk en lichamelijk welbevinden van de mens; • het functioneren van de gezondheidszorg en de plaats en functie van de gezondheidszorg in de maatschappij met inbegrip van de eerstelijnsgezondheidszorg; • de wetenschappelijke grondslagen van al het bovengenoemde; • de mogelijkheden en onmogelijkheden van geneeskundig handelen; de eigen verantwoordelijkheden en attitude in (toekomstige) beroepssituaties; • die onderwerpen die specifiek zijn voor de opleiding geneeskunde aan het VUmc.
Bij al deze doelstellingen staat de opleiding primair ten dienste van de klinische praktijk. De doelstellingen komen voor een gedeelte overeen met die van de propedeuse. Het verschil betreft in deze gevallen het kennisniveau van de student(e). Met de niveauaanduidingen van de verschillende studieonderdelen van het doctoraal curriculum wordt het volgende bedoeld: • O-niveau (overzichtsniveau): de student bezit kennis en/of vaardigheden op het bedoelde terrein; voldoende voor oriëntatie op het gebied, maar niet voldoende voor een toepassing in de praktijk; • I/T-niveau (inzicht- en toepassingsniveau): de student bezit kennis en vaardigheden die het mogelijk maken relevante (in het algemeen niet te complexe) probleemstellingen te doorzien en op te lossen, en kan deze kennis en vaardigheden in theorie of in de praktijk - in beperkte mate - toepassen; • P-niveau (professioneel niveau): de student bezit het vermogen om in relevante probleemsituaties kennis en vaardigheden onder eigen verantwoordelijkheid in de beroepssituaties correct en met de gewenste snelheid toe te passen; • S-niveau (specialistisch niveau): de student bezit het vermogen om kennis en vaardigheden binnen een bepaald specialistisch vakgebied in de beroepssituatie zelfstandig, correct en met de gewenste snelheid toe te passen. 1e doctoraal jaar Het eerste doctoraal jaar wordt met ingang van 1 september 2006 niet meer gegeven.
Preklinisch onderwijs
27
2e doctoraal jaar Vakcode 300931
300955 300956
Vaknaam werking van het zenuwstelsel psychisch functioneren voeding en spijsvertering voortplanting filosofie, geschiedenis en ethiek der geneeskunde ervaringsleren 3 vaardigheden 3
300964 300965 300975
klo 3-practicum klo 3-toets vrij keuzevak
300932 300933 300934 300935
stp 10
Blokvoorzitter Prof.dr. E.Ch. Wolters
8,6
Prof.dr. A.J.L.M. van Balkom
7,2 8,6 Mw. drs.K.F. Heins 4,3 Dr.A. Pieters
1,4 Drs. J.M. Lensink 2,9 Mw.dr.H.E.M. Daelmans 5,7 Mw.drs.H.M. Heller 4,3 7,2
Het tweede doctoraal jaar wordt met ingang van 1 september 2007 niet meer gegeven. Voor herkansingen zie Blackboard. 3e doctoraal jaar Vakcode 300941 300942 300943 300944 300945 310982 300947 300957 300966 300967 300993
Vaknaam gezondheidszorg acute geneeskunde beweging zintuigen huid ouder worden opgroeien vaardigheden 4 klo 4 practicum klo eindtoets en Farmacotherapie wetenschappelijke stage
Stp 5,7 2,9 7,2 5,7 2,9 4,3 2,9 2,9 2,9 5,7 17,2
Het derde doctoraal jaar wordt met ingang van september 2008 niet meer gegeven. Voor herkansingen zie het college- en practicumrooster 2008/2009. Beschrijving van de vakken vind je in het hoofdstuk "Inhoud van de vakken".
28
Geneeskunde C'91
5.2
Onderzoeksinstituten VUmc en afstudeerprofielen Algemeen VU medisch centrum kent vijf onderzoeksinstituten. De onderzoeksinstituten van VUmc hebben de organisatie van een deel van de profielen in handen. Binnen de onderzoeksinstituten is het onderzoek rond een thema samengebracht. Studenten hebben de mogelijkheid om binnen een profiel te kiezen voor een meer fundamentele werenschappelijke vraagstelling of voor meer klinisch geörienteerd, patientgebonden onderzoek.
5.2.1
Institute for clinical and experimental neurosciences (ICEN) directeur: Prof.dr. P. Heutink contactpersoon: Mw.T. Boonstra adres: p/a afdeling anatomie en neurowetenschappen, kamer G-102b, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam tel.: 020 – 444 9641 fax: 020 – 444 8054 e-mail:
[email protected] profielcoördinator: dr. P. Voorn tel.: 020-444 8051 e-mail:
[email protected]
5.2.2
Institute MOVE
directeur: lid DB vanuit het VUmc: contactpersoon: adres:
tel.: e-mail: profielcoördinator adres:
Tel: E-mail:
prof. dr. A. de Haan (FBW) prof. dr. G. J. Lankhorst dr. K.E. Bijker instituut MOVE, faculteit bewegingswetenschappen, kamer A 638, 1081 BT Amsterdam 020-5988486
[email protected] dr. E. E. H. van Wegen VUmc, afdeling revalidatiegeneeskunde VUmc, kamer -1 Y 160.3, polikliniekgebouw 020-4440461
[email protected]
Onderzoek Onderzoek bij aandoeningen aan het bewegingsapparaat kan globaal onderverdeeld worden in twee hoofdgroepen, nl. klinisch-epidemiologisch onderzoek en
Preklinisch onderwijs
29
translationeel onderzoek. Het klinisch-epidemiologisch onderzoek vindt plaats in het EMGO Instituut en valt onder het programma Musculoskeletal disorders. Het translationeel onderzoek vindt plaats in het recent opgerichte instituut MOVE, een interfacultair onderzoeksinstituut waarin onderzoekers van het academisch centrum tandheelkunde Amsterdam (ACTA), de faculteit der bewegingswetenschappen (FBW) en VU medisch centrum participeren. 5.2.3
Institute for Cardiovasculair Research at the VU university medical center (IcaRVU) Institute for Cardiovascular Research at the VU university medical center (ICaR-VU) Het ICaR-VU richt zich op onderzoek van hart- en vaatziekten. Hart- en vaatziekten zijn nog steeds doodsoorzaak nummer één, zowel bij mannen als bij vrouwen. directeur: directieadviseur contactpersoon adres:
tel.: fax: e-mail: profielcoördinator: tel.: e-mail:
5.2.4
prof.dr. V.W.M. van Hinsbergh dr. I. Vergroesen J. de Zeeuw p/a afdeling fysiologie, kamer A-126, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam 020 – 444 8111 020 - 444 8255
[email protected] dr. I.Vergroesen 020 - 444 5290
[email protected]
Institute for Research in Extramural Medicin (EMGO Institute) Institute for Research in Extramural Medicine (EMGO Institute) Het Institute for Research in Extramural Medicine (EMGO Institute) kent vier onderzoeksprogramma's: Diabetes and Overweight (DO), Common mental disorders (CMD), Care and prevention (C&P) en Musculoskeletal disorders (MSD). Directeur secretariaat adres
fax tel e-mail
30
Geneeskunde C'91
Prof.dr.ir. J. Brug mw. F. Siemons MF, kamer D-450, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam 020 - 444 81 81 020 - 444 81 80
[email protected]
5.2.5
Cancer Center Amsterdam/ Institute for Cancer and Immunology (CCA/V-ICI) Cancer Center Amsterdam/ Institute for Cancer and Immunology (CCA/V-ICI) De missie van CCA/V-ICI is het coördineren, stimuleren en faciliteren van fundamenteel, translationeel en patiënt-gerelateerd onderzoek op topniveau in immunologie en kanker Directeur Contactpersoon secretariaat adres
tel fax e-mail website profielcoördinator oncologie tel e-mail profielcoördinator immunologie tel e-mail
prof.dr. P.C. Huijgens dr. E. Ruhé-Hoogervorst Y.M. Duiker V-ICI, kamer CCA 3.36 De Boelelaan 11171081 HV Amsterdam 020-444 4054/3113 020-444 2601
[email protected] www.v-ici.org dr. E. Ruhé-Hoogervorst 020 - 444 4054
[email protected] dr. G. Kuipers 020 - 444 4054
[email protected]
5.2.6
Opbouw van de profielen Alle profielen hebben een omvang van 33 EC's en bestaan uit een keuzevak (minimaal 4.3 EC's), een wetenschappelijke stage (minimaal 17.2 EC's) en een keuzeco-assistentschap (8.6 EC's). De keuzevakken zijn voor het laatst gegeven in het collegejaar 2006/2007 en waren verplicht voor alle studenten van het betreffende profiel. Een voldoende resultaat voor het keuzevak is voorwaarde om het profiel te kunnen vervolgen. Voor zover nodig zijn de algemene regels voor de wetenschappelijke stage uitgewerkt in de profielbeschrijvingen. Het onderwerp van de stage wordt bepaald in overleg met de stagecoördinator. Eigen ideeën zijn daarbij welkom. De wetenschappelijke stage kan in principe worden gekoppeld aan het keuzeco-assistentschap, zodat een langere periode voor patiëntgebonden onderzoek ontstaat.
5.2.7
Certificering Studenten die het gehele afstudeerprofiel met voldoende resultaat hebben afgesloten, ontvangen behalve een aantekening op het getuigschrift een certificaat waarop vermeld is welke invulling is gegeven aan het afstudeerprofiel en wat de resultaten daarvan zijn geweest.
5.2.8
Stage- en keuzeco-assistentschappen in het buitenland Binnen elk profiel is er een beperkt aantal mogelijkheden voor wetenschappelijke stages en keuzeco-assistentschappen in het buitenland. De profielcoördinator dient Preklinisch onderwijs
31
akkoord te gaan met de voorgestelde stage respectievelijk keuzeco-schap. De studieadviseur kan adviseren over de mogelijkheden voor financiële ondersteuning.
5.3
Wetenschappelijke stage Het doel van de wetenschappelijke stage is het zo zelfstandig mogelijk uitvoeren door de student van wetenschappelijk onderzoek in een zelfgekozen aspect van de geneeskundige wetenschap en het uitbrengen van een duidelijk en adequaat mondeling en schriftelijk verslag daarover. Hiermee wordt inzicht nagestreefd in het functioneren en belang van wetenschappelijk onderzoek in de praktijk, met alle voor en nadelen en problemen daaraan verbonden. Voor meer informatie zie Blackboard: http://bb.vu.nl. Het wetenschappelijk onderzoek dat in het VUmc wordt verricht, heeft een nauwe relatie met vraagstukken die voor het ziekenhuis en de maatschappij als geheel van belang zijn. Het onderzoek is gericht op vermeerdering van kennis en de toepassing van deze kennis in de gezondheidszorg. Wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg in het VUmc kennen een aantal zwaartepunten. Het wetenschappelijk onderzoek is binnen elk zwaartepunt georganiseerd in vijf multidisciplinaire onderzoeksinstituten.Voor meer informatie over de onderzoeksinstituten, zie Blackboard. Voor de beschrijving van de wetenschappelijke stages per afdeling van het VUmc, zie Blackboard: http://bb.vu.nl.
32
5.3.1
Opfriscursus Voorafgaand aan de stage dient de opfriscursus gevolgd te zijn. Inschrijving vindt plaats via Blackboard.
5.3.2
Duostages De commissie wetenschappelijke stage (WS) staat stages die door meer dan één student tegelijkertijd gedaan worden niet meer toe. Twee studenten kunnen wel tegelijkertijd aan een project werken op voorwaarde dat iedere student een eigen onderdeel van het onderzoek heeft, zodat ook separate resultaten verkregen worden waarover verschillende verslagen geschreven kunnen worden.
5.3.3
Portfolio Voor de wetenschappelijke stage is een portfolio beschikbaar, dat voor de stage opgehaald kan worden bij het service centrum geneeskunde. De student is verantwoordelijk voor het bewaren, bijhouden en aftekenen van het portfolio. Alle informatie betreffende de stage, alle benodigde formulieren, het stagevoorstel, de beoordelingen en eventuele opmerkingen moeten worden vastgelegd in het portfolio dat de student bijhoudt. Aan het eind van de stage wordt het portfolio ingeleverd met het stageverslag.Voor openingstijden en uitgebreide informatie zie Blackboard (onder geneeskunde, categorie: wetenschappelijke stages/course algemeen).
5.3.4
Wetenschappelijke stages buiten VUmc, in Nederland Voor een stage buiten VU medisch centrum, maar binnen Nederland kan contact opgenomen worden met de afdeling van de desbetreffende universiteit en met de stagecoördinator van de parallelle afdeling in VU medisch centrum, die de externe stage vanuit VU medisch centrum zal begeleiden. De stage kan pas aanvangen als het stagevoorstel dat mede ondertekend is door de externe en interne stagebegeleiders, is goedgekeurd door de commissie wetenschappelijke stage
Geneeskunde C'91
5.3.5
Wetenschappelijke stages buiten VUmc, in het buitenland Aanbevolen wordt alleen een stage in het buitenland te lopen als er directe contacten en samenwerkingsverbanden bestaan vanuit VUmc met de desbetreffende universiteiten en onderzoeksinstituten in het buitenland. Op Blackboard is te vinden welke personen van de afdelingen contacten hebben met buitenlandse instituten. Uiteraard kan ook deze stage pas starten als het stagevoorstel is goedgekeurd door de commissie wetenschappelijke stage. Begin tijdig (6 maanden tot een jaar van te voren) met het organiseren van een buitenlandse stage. Voor hulp bij het regelen van een wetenschappelijke stage in het buitenland kan de student contact opnemen met het bureau internationale samenwerking (BIS) VUmc, dhr. H.J. van der Erve en de studieadviseurs. Er is een uitgebreide brochure verkrijgbaar met tips en adressen. Zie ook Blackboard.
Preklinisch onderwijs
33
34
Geneeskunde C'91
6
6.1
Voorzieningen
De universiteitsbibliotheek Het vinden en raadplegen van wetenschappelijke literatuur is essentieel voor je studie. De universiteitsbibliotheek wil je daarbij graag helpen. Hieronder vind je een overzicht van de algemene bibliotheekvoorzieningen en de voor jouw studie relevante bibliotheekafdeling. Literatuur vinden De interactieve webcursussen informatievaardigheden maken je bij veel vakgebieden wegwijs in het vinden van de juiste literatuur. De cursussen zijn te vinden op: www.ubvu.vu.nl >webcursussen en online handleidingen. Kies de cursus van je vakgebied. Staat deze er niet bij dan kies je voor: ‘overige studierichtingen’. De universiteitsbibliotheek biedt ook (kosteloos) mondelinge workshops aan, zie: www.ubvu.vu.nl > digitale diensten > workshops Documenten lenen of bestellen Literatuur lenen kun je met je VU-chipkaart, zie: www.ubvu.vu.nl > algemene informatie > lenen bij de UBVU. Overige faciliteiten De universiteitsbibliotheek biedt 1500 studieplekken. Daarnaast zijn er ook kopieer-, print- en computerfaciliteiten. Waar deze zich bevinden vind je via: www.ubvu.vu.nl > algemene informatie > studiezaal en SITS computerzalen.
6.1.1
Digitale bibliotheek Via de website van de UB kunt u gebruik maken van de digitale bibliotheek, met elektronische naslagwerken (e-Resources), e-Books en e-Journals. Met Metasearch kunt u meerdere e-Resources tegelijk doorzoeken. Buiten de VU campus kunt u ook gebruik maken van de digitale bibliotheek. Daarvoor heeft u een VU-net-id nodig en de juiste instellingen op uw pc. Voor medewerkers van het VUmc is er een andere oplossing, zie http://ol.vumc.nl/ Voor meer informatie: www.ubvu.vu.nl/digitalediensten Documenten die niet bij de universiteitsbibliotheek van de VU te raadplegen zijn kun je bestellen via het interbibliothecair leenverkeer (IBL). Ga voor meer informatie hierover naar: www.ubvu.vu.nl > artikelen/publicaties elders aanvragen via IBL. Op vertoon van je collegekaart en identiteitsbewijs kun je ook gratis lid worden van alle andere universiteitsbibliotheken in Nederland.
6.1.2
Bibliotheek medische wetenschappen Als onderdeel van de universiteitsbibliotheek is je vakbibliotheek de plek waar je de literatuur en literatuurexpertise voor jouw studie aantreft. Je kunt er niet alleen terecht met algemene maar ook met inhoudelijke vragen.
Voorzieningen
35
De collectie De homepage van de Universiteitsbibliotheek, www.ubvu.vu.nl, biedt toegang tot elektronische tijdschriften, boeken en naslagwerken. De medische bibliotheek bevat het collectiedeel voor de klinische geneeskunde; preklinische vakken; tandheelkundige basisvakken; bewegingswetenschappen; verpleegkunde en paramedische vakken. Een speciale collectie medische geschiedenis bevindt zich op de derde etage in kamer D-322. Alle verplichte tentamenliteratuur, genoemd in de studiegids, is in meervoud aanwezig. Cursussen & instructies Korte uitleg n.a.v. vragen over het opzoeken van publicaties wordt zo mogelijk ad hoc aan de balie gegeven. Voor wie (weer) goed wegwijs wil raken in het aanbod van de medische bibliotheek is er de vaste wekelijkse minicursus. Voor wie regelmatig moet werken met PubMed is er een 2-urige instructie. Op verzoek zijn er cursussen op maat (vanaf 3 personen). Nieuwsbrief medische bibliotheek Met de nieuwsbrief medische bibliotheek ben je snel op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van vakspecifieke informatie en diensten van de bibliotheek. Je ontvangt de nieuwsbrief rechtstreeks in jouw mailbox. Aanmelden doe je via onze website www.ubvu.vu.nl > vakgebieden > geneeskunde>nieuwsbrief. 6.1.3
Medical Library Your subject library is the section of the University Library where you will find the literature and related expertise you need for your studies. Feel free to contact it with both general and specific queries. The collection The University Library home page, www.ubvu.vu.nl, provides access to electronic journals, books and reference works. The Medical Library contains literature relevant on clinical medicine, nursing and paramedical subjects; preclinical courses, basic Dentistry courses and Human Movement Sciences. A special Medical History collection can be found in room D322 on the third floor. Multiple copies are held of all required reading listed in the Study Guide. Courses and instruction Whenever possible, staff at the desk will be happy to answer questions about literature searches. For those who really need to know their way around the Medical Library, there is a weekly mini-course. Also available is a two-hour session on working with PubMed. For groups of three or more people, tailor-made courses can be provided on request. Medical Library newsletter Delivered directly to your e-mail inbox, the newsletter keeps you up to date with the latest developments in Medical Library information and services. To subscribe, go to www.ubvu.vu.nl > Disciplines > Medicine > Newsletter.
36
Geneeskunde C'91
6.2 6.2.1
Computerfaciliteiten Algemeen VU medisch centrum beschikt over een aantal computerzalen voor studenten. Drie hiervan zijn er in de kelder van het faculteitsgebouw gesitueerd. In de BK 37/45 staan 100 computers. Aan de andere kant van de gang is computerzaal BK-50 met 40 pc’s. Er staan 100 computers in de medische bibliotheek. Alle pc’s zijn identiek geconfigureerd met het besturingssysteem Windows XP. Met de muis zijn de menu's te bekijken en de programma's te starten. Na aanklikken van de startknop verschijnt een menu. Onder de icoon Programma’s staan onder meer MS-Word, MS Excel, MS Access en het statistisch pakket SPSS. Om een pc te kunnen gebruiken log je in met je VU-net-id. Pas na het inloggen ben je verbonden met het facultaire computernetwerk en zijn diensten als printen, e-mail en internettoegang beschikbaar. Handleiding computergebruik Na inloggen is ook de Handleiding voor de pc beschikbaar. Dubbelklik hiervoor op de icoon met deze naam. In deze handleiding vind je alles wat je weten moet om met de pc te kunnen werken. Lees in dit verband ook de veelgestelde vragen, door op het icoon met die naam te dubbelklikken.
6.2.2
Blackboard Dit is de digitale leeromgeving van de VU. Blackboard is het platform waarop je praktisch alle informatie rond je studie kunt vinden. Je krijgt toegang tot Blackboard via http://bb.vu.nl. Je hebt automatisch toegang tot een cursus o.b.v. jouw studieprogramma. Indien je geen toegang hebt, laat dat dan weten via
[email protected] o.v.v. naam, studentnummer en cursus. VU-studenten (studenten met een studentnummer van de VU) loggen in met hun VUnet-id. Voor informatie over het VU-net-id zie http://www.digidesk.vu.nl.
6.2.3
EPR Het inschrijvings- en registratiesysteem voor de inschrijven voor practica. In te loggen met je VU-net-id.
6.2.4
Laptops In de openbare ruimten over de hele VU-campus is het mogelijk om te werken met laptops. Om gebruik te maken van een draadloze internetverbinding heb je het VUnet-id nodig. Volg de berichtgeving en de informatie over het VU-net-id, laptopbeheer en het draadloze onderwijsnetwerk via: www.digidesk.vu.nl.
6.2.5
Portal De beveiligde website mijn.vu.nl is je centrale 'toegangsdeur' voor persoonlijke en algemene informatie. Zo worden je e-mailberichten, tentamenresultaten en faculteitsnieuws getoond en kun je groepsruimten aanmaken om in projectgroepen samen te werken. Je logt in met je persoonlijke vu-net-id. De portal is bereikbaar via https://mijn.vu.nl. The portal mijn.vu.nl The secured website mijn.vu.nl is your 'main entrance' to personal and general VU information. Your e-mail messages, exam results and faculty news are directly
Voorzieningen
37
available and you can create virtual group spaces for your project groups. Visit the portal at https://mijn.vu.nl and log in with your personal vu-net-id. 6.2.6
Printen/scannen Het is mogelijk om documenten te printen. Er is een printopstelling in BK-37 (kelder) en een in de medische bibliotheek (kliniek). Ook is het mogelijk met dezelfde machine documenten te scannen. Het resultaat heeft het PDF formaat en moet worden opgeslagen op een USB stick die in de machine wordt gestoken. De prijs van een afdruk of scan is 5 Eurocent en moet worden voldaan d.m.v. de chipknip.
6.2.7
Regels Voor de goede orde dient iedereen zich in de computerzalen aan de volgende regels te houden: • Het is niet toegestaan om veranderingen aan te brengen in de instellingen van de pc (bureaubladen, configuratiescherm, etc.) en er mag geen software geïnstalleerd worden die de goede werking van de pc in gevaar kan brengen. • Alleen zelf aangemaakte bestanden en bestanden die via e-mail of via het internet binnenkomen, mogen worden opgeslagen. Respecteer het copyright. Het is toegestaan om de pc te gebruiken voor doelen die niet direct met de geneeskundestudie te maken hebben, mits men respecteert dat de computertaal primair een studiezaal is: • veroorzaak geen (geluids-)overlast, • houd tijdens de piekuren geen plaats bezet voor niet studieactiviteiten • eten, drinken en roken is niet toegestaan.
38
6.2.8
Sta-werkplekken Op een aantal locaties op de VU-campus zijn stawerkplekken gerealiseerd. Deze stawerkplekken worden ook wel internetwerkplekken genoemd. Je kunt er terecht voor het snel even lezen of versturen van e-mail of het raadplegen van bronnen op internet zoals Blackboard en VOLG. Voor de toegang tot de deze werkplekken heb je het VU-net-id nodig
6.2.9
Studenten internet en planning STIP Digitaal systeem via het internet voor het aanmelden en inschrijven voor diverse studieonderdelen tijdens het studiejaar. Log in met je VU-net-id. Ga naar: https://web.med.vu.nl/stip/student/.
6.2.10
Surfspot De dienst informatietechnologie heeft voor de studenten van de Vrije Universiteit licentieovereenkomsten afgesloten voor een aantal veelgebruikte softwarepakketten. Je kunt deze software via de webwinkel http://www.surfspot.nl/ tegen een aantrekkelijke prijs aanschaffen. De meeste software mag je, met inachtneming van de licentievoorwaarden, ook thuis gebruiken.
6.2.11
TOP In de TOP-applicatie kun je je wachtwoord van het VU-net-id wijzigen. Als je je wachtwoord wijzigt moet je eerst via ‘alternatieve toegang vastleggen’ een alternatief wachtwoord kiezen. Dit alternatief wachtwoord is noodzakelijk voor als je je
Geneeskunde C'91
wachtwoord bent vergeten en je een nieuw wachtwoord via TOP wilt aanvragen. Je krijgt toegang tot TOP via https://top.vu.nl. 6.2.12
VU-net-id Het VU-net-id bestaat uit een combinatie van een gebruikersnaam en wachtwoord waarmee je toegang krijgt tot de meeste applicaties. De gebruikersnaam bestaat uit drie letters en drie cijfers, bijvoorbeeld "abc456"; het wachtwoord bestaat uit een combinatie van letters, cijfers en leestekens, bijvoorbeeld "Zx$Y5i6j". Het zijn vertrouwelijke, persoonsgebonden gegevens. Verlies ze daarom niet en maak ze nooit bekend aan anderen! Wijzig het wachtwoord minimaal eenmaal per halfjaar. Je kunt je wachtwoord van het VU-net-id wijzigen met de TOP-applicatie (https://top.vu.nl).
6.2.13
VU-notebook Studenten kunnen zonder tussenkomst van de VU online een notebook bestellen. De dienst informatietechnologie heeft hier afspraken over gemaakt met een leverancier (ISL). Het VU-notebook heeft verschillende voordelen: • een zeer aantrekkelijke prijs • alle standaardsoftware staat er op • uitgerust met een netwerkkaart voor toegang draadloze netwerk op de VUcampus • twee jaar haal- en brengservice (zowel vanaf de campus als vanaf thuis) • mogelijkheid voor betalen in termijnen. Kijk voor meer informatie op www.digidesk.vu.nl/ • Alleen eerstejaarsstudenten die voor de eerste keer een bacheloropleiding aan de VU gaan volgen komen in aanmerking voor subsidie. De subsidies worden direct verrekend met de aanschafprijs. • De subsidie wordt teruggevorderd als je niet binnen vier jaar, na eerste inschrijving, met goed gevolg het afsluitend examen van de bacheloropleiding aan de VU hebt gehaald (voor deeltijdstudenten geldt een periode van acht jaar). Ook als je tussentijds je studie staakt en de VU verlaat moet je het subsidiebedrag aan de VU terugbetalen. Bij de bestelling van het VU-notebook teken je een schuldbekentenis en overeenkomst van geldlening.
6.2.14
6.3
Webmail Dit is het e-mail programma voor studenten. Je e-mail is overal te bereiken via https://webmail.student.vu.nl. Je logt in met je VU-net-id. Het is mogelijk je mail te laten doorsturen naar een willekeurig ander adres. Lees meer hierover op www.digidesk.vu.nl/.
Onderwijsruimten Het VU medisch centrum beschikt over: • collegezalen • practicumzalen • computerzalen • werkgroepruimten • ALCO ruimten
Voorzieningen
39
De collegezalen FG I en FG II bevinden zich in de hal van de medische faculteit, Van der Boechorststraat 7. De collegezalen Amstel, Maas en Rijn zijn in het VU medisch centrum. De Maas en Rijn zijn te bereiken via de zij-ingang aan de Van der Boechorststraat en de Amstelzaal is te bereiken via de tuin. De practicumzalen zijn in het gebouw van de medische faculteit gelokaliseerd: • practicumzaal anatomie: GK-14 • practicumzalen medische chemie/microbiologie: A-205 en A-013 • practicumzaal celbiologie en pathologie voor microscopie: J-185 • practicumzaal pathologie voor macroscopie: H-161 • practicumzaal fysiologie: B-039. De computerzalen bevinden zich in de kelder: BK-37, BK-45 en BK-50. De werkgroepruimten bevinden zich voornamelijk op de begane grond. Indien de capaciteit in deze ruimten niet toereikend is worden werkgroepen georganiseerd in andere delen van het gebouw of in andere gebouwen, o.a. in het ziekenhuis: werkgroepruimten (colloquiumruimten 1.2 (IJssel) en 3 en 4 (Drecht en Linge). De ruimten voor het ALCO bevinden zich op de vijfde etage van het gebouw in de Gvleugel.
6.4
MFVU-winkel De verkoop van de semesterdelen, boeken en medische instrumenten wordt geregeld door de MFVU-winkel. In de eerste week van het nieuwe jaar is de winkel bijna de hel dag geopend. adres
openingstijden telefoon fax e-mail homepage
6.5
MFVU-kamer D-014 MFVU-winkel BK-38 (kelder medische faculteit) Van der Boechorststraat 7, 1081 BT A'dam Dagelijks is er iemand aanwezig van 11.30 tot 13.30 uur Boekwinkel is dagelijks geopend van 12.00 tot 13.15 uur (020) 444 8353 (020) 444 8398
[email protected] http://www.mfvu.nl
Informatievoorziening Je kunt op diverse manieren aan je informatie komen binnen VU medisch centrum en de VU: van Ad Valvas tot de website, alles op een rij.
6.5.1
40
Ad Valvas Ad Valvas (www.advalvas.vu.nl) is het onafhankelijke weekblad van de Vrije Universiteit voor alle VU-studenten. Het verschijnt wekelijks en gaat in op de
Geneeskunde C'91
actualiteiten. De opleiding geneeskunde geeft mededelingen via Ad Valvas aan de geneeskundestudenten. 6.5.2
Service centrum geneeskunde Het service centrum geneeskunde van de opleiding geneeskunde is elke dag geopend voor advies en informatie over alles wat met jouw studie te maken heeft. De openingstijden zijn van maandag tot en met vrijdag van 10.30 - 14.00 uur en van 16.00 - 16.30 uur. Tijdens vakanties zijn er aangepaste openingstijden.
6.5.3
Digidesk Digidesk is de digitale helpdesk voor de centrale ICT-services. Digidesk is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar via het internet (http://www.digidesk.vu.nl/). In Digidesk vind je antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) over centrale ICTservices die je kunnen helpen als je problemen ondervindt met het gebruik van de digitale services. Tevens vind je hier handleidingen en kun je storingen melden. Je kunt in Digidesk een zoekvraag stellen of op trefwoorden zoeken. Ook kun je door te klikken op de links de site doorzoeken. Mocht je het antwoord op je vraag niet kunnen vinden, dan kun je je vraag stellen via de button 'Vraag niet beantwoord'. Neem regelmatig een kijkje in Digidesk want ook alle nieuwe ICT-services worden bekend gemaakt op Digidesk.
6.5.4
Draadloos netwerk De gehele VU-campus is voorzien van een draadloos VU-netwerk (zowel in de gebouwen als de buitenterreinen). Alle VU-studenten met een notebook kunnen toegang krijgen tot dit draadloos netwerk (internetverbinding) en daarmee tot webbased services zoals Blackboard. Je hebt toegang met een wireless netwerkkaart. Omdat het draadloos VU-netwerk beveiligd is, moet er ook authenticatiesoftware geïnstalleerd zijn op je notebook. Kijk voor meer informatie op digidesk.
6.5.5
Invuus & Co Invuus & Co is het studentenblad van de opleiding geneeskunde. Het wordt uitgegeven door de studentenvereniging MFVU en de CO-raad. Het blad verschijnt vijf maal per jaar.
6.5.6
MEDchannel MEDchannel is hét infotainmentkanaal voor studenten geneeskunde van VU medisch centrum. Het dynamische medium biedt ruimte aan alles wat studenten boeit: serieuze en luchtige zaken, aankondigingen en verslagen. MEDchannel maakt gebruik van zowel foto- als videomateriaal en bondige tekst om studenten te informeren en amuseren. MEDchannel is in de lucht met uitzendingen op twee plasmaschermen in de kantine van de Medische Faculteit. Heb je informatie of tips voor MEDchannel? Mail dan naar de redactie:
[email protected].
6.5.7
Roosterboekje Zie Blackboard.
6.5.8
Semesterklapper Alle informatie over een semester staat in de zgn. semesterklapper. De semesterklapper is een losbladig systeem, bestaande uit een semesterdeel met algemene informatie over het semester en aparte delen van de cursus.
Voorzieningen
41
Het algemene deel bevat de inhoudelijke details van de cursus: op een overzichtelijke manier worden de studieopdrachten en de practicumhandleidingen weergegeven. De semesterklapper wordt verkocht bij de MFVU-winkel. 6.5.9
42
Subsidie Er is een bedrag gereserveerd voor geneeskundestudenten die naast de opleiding geneeskunde een bijzondere activiteit organiseren of een bepaald congres willen bijwonen. Projecten die voor een subsidie in aanmerking willen komen moeten aan de volgende criteria voldoen: - het project of congres heeft een duidelijke relatie met geneeskundeonderwijs of patiëntenzorg; - het project of congres dient een maatschappelijk doel; - het project wordt (gedeeltelijk) door VUmc studenten georganiseerd; - het congres is van belang voor het functioneren binnen de facultaire studenten organisaties. De subsidie kan twee maal per jaar worden aangevraagd: voor 30 april en voor 31 oktober. Zie voor meer informatie en criteria Blackboard > studentenvoorzieningen > subsidiemogelijkheden.
6.5.10
Synaps Synaps is het medisch-wetenschappelijke tijdschrift van VU medisch centrum. Het verschijnt vijf keer per jaar en bevat nieuws en achtergrondartikelen over ontwikkelingen op het gebied van onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg bij VU medisch centrum. Een selectie van de artikelen verschijnt in digitale vorm op www.vumc.nl/synaps/.
6.5.11
TIS (tentamen informatiesysteem) Met TIS kun je jezelf aanmelden en ook weer afmelden voor onderwijs (cursussen en werkgroepen) en tentamens bij alle faculteiten van de Vrije Universiteit. Daarnaast kun je een overzicht van je tentamenresultaten opvragen en zelf je Nederlandse studieadres wijzigen. Bij voorkeur gebeurt dit echter in de applicatie WID: https://wid.vu.nl. Je krijgt toegang tot TIS met je VU-net-id. Kijk voor meer informatie over de werking van TIS naar de helpfunctie in TIS. Naast het servicecentrum van het secretariaat van Onderwijs & Studentenzaken staan speciaal hiervoor twee computers. TIS is een webapplicatie en is daarom ook overal en altijd via het internet (https://tis.vu.nl/ ) te bereiken. (Tip: meld je altijd af bij afwezigheid!).
6.5.12
Tracer Tracer is het personeelsblad van VUmc. Het blad verschijnt tweewekelijks en bevat nieuws, achtergrondartikelen, mededelingen, benoemingen, interne vacatures en de agenda. Het blad verschijnt tevens in digitale vorm op het internet: http://www.vumc.nl/communicatie/nieuws/tracer/index.html. Het onderwijskatern komt vier maal per jaar uit als bijlage in Tracer. In het katern is er aandacht voor allerlei aspecten van de studie geneeskunde. Het katern is bedoeld voor studenten, co-assistenten, medewerkers van VU medisch centrum en partnerinstellingen.
Geneeskunde C'91
6.5.13
UBVU (e-journals, e-resources & MetalLib) Met je VU-net-id is het mogelijk om de 10.000 e-journals en de 500 e-resources (waaronder PiCarta) die de VU-bibliotheek aanbiedt te raadplegen vanaf de VUcampus maar ook buiten de VU-campus. Het type internetaansluiting (ADSL, ISDN etc.) is niet meer van belang. Ga voor meer informatie over het toegang krijgen tot de e-journals en e-resources met je VU-net-id (waaronder aanpassen van de browserinstelling) naar de website van de UBVU: http://www.ubvu.vu.nl. Hier staat precies uitgelegd wat je moet doen om toegang te krijgen tot de e-journals en e-resources met je VU-net-id.
Voorzieningen
43
44
Geneeskunde C'91
7
7.1
Klinisch onderwijs
Co assistentschappen Tijdens de co-assistentschappen wordt de kennis die in de eerste vier studiejaren is verworven, verdiept en toegepast door klinische stages, die de student volgt in de verschillende medische specialismen. De co-fase begint met een voorbereidend coassistentschap: het algemeen co-assistentschap (ALCO) van vijf weken, waarin de praktische vaardigheden (afnemen anamnese, lichamelijk onderzoek, therapeutisch gesprek) geoefend worden op elkaar en op simulatiepatiënten. Daarnaast wordt een aantal laboratoriumvaardigheden geoefend. Na het ALCO volgt de introductie in de kliniek, het eerste klinische co-assistentschap van twee weken, waar de studenten worden ingevoerd in de medische opleiding en leren werken met patiënten. In deze periode worden studenten veelvuldig geobserveerd en krijgen naar aanleiding hiervan persoonlijke feedback. Volgend op de introductie in de kliniek zijn coassistentschappen in elf klinische vakgebieden. Als sluitstuk wordt het oudste coassistentschap gevolgd, met de integratie van alle aangeleerde vaardigheden in het medisch handelen op eindniveau van de artsopleiding. Tijdens de coassistentschappen volgen studenten op gezette tijden het stageoverstijgend onderwijs (SOO), waarbij diverse discipline- overstijgende medische onderwerpen interdisciplinair behandeld worden. De totale duur van de co-assistentschappen bedraagt 83 weken. Er bestaan beperkte mogelijkheden om een co-assistentschap in het buitenland te lopen. Zie voor actuele mogelijkheden de website http://bb.vu.nl. Zie voor actuele informatie de brochure onderwijsinformatie co-fase die tijdens ALCO wordt uitgereikt en via de facultaire website wordt geüpdate. Samenstelling co-assistentschappen uitgedrukt in EC´s: Vakcode
Vaknaam
Stp.
310901
ALCO
8.6
310902
introductie kliniek
2.9
310903
inwendige geneeskunde
12.9
310904
heelkunde
12.9
310905
neurologie
8.6
310906
dermatologie
2.9
310907
keel-, neus- en oorheelkunde
2.9
310908
oogheelkunde
2.9
310909
verloskunde en gynaecologie
11.4
310910
kindergeneeskunde
11.4
310911
psychiatrie
8.6
310912
sociale geneeskunde
2.9
310913
huisartsgeneeskunde
8.6
310914
oudste co-schap
10
310915
keuze co-schappen
8.6
310916
SOO
4.3
Klinisch onderwijs
45
Zie voor een beschrijving van de keuzeco-assistentschappen het hoofdstuk ‘Beschrijving van de co-schappen’. Reflectieonderwijs Coördinator
Periode Werkwijze
Mw.drs. J. Jeltes (afdeling medische psychologie, (020) 444 8227, e-mail:
[email protected]) 8 weken van 2 uur De doelstellingen van het reflectieonderwijs zijn: 1. leren reflecteren op het eigen medisch handelen in de praktijk; 2. inzicht verwerven in de invloed van eigen attitude, normen en waarden op het eigen medisch handelen; ee jaar co-schappen komt de (voormalige) ALCO-groep acht keer bij elkaar om onder begeleiding van een arts en een medisch psycholoog (in principe de tutor en de monitor van de ALCO-groep) te reflecteren op eigen casuïstiek.
7.1.1
7.2
Tropencursus In september 2008 start de tropencursus voor co-assistenten die een co-assistentschap in de tropen gaan lopen. De cursus bevat 8 bijeenkomsten van 2 uren, waarin de belangrijkste onderwerpen ter voorbereiding op een co-schap in de tropen behandeld worden. De locatie is nog nader te bepalen. De deelnemers van de tropencursus krijgen voorrang op plaatsing in een co-schap in de tropen ten opzichte van co-assistenten die de cursus niet volgen. Aanmelden per email:
[email protected]. Meer informatie vind je op de website: http://bb.vu.nl.
Keuze co-assistentschappen Voor door de examencommissie goedgekeurde (curriculaire) keuzecoassistentschappen, zie het overzicht aan het eind van dit hoofdstuk. Verzoeken voor andere keuzeco-assistentschappen zullen op individuele basis bekeken worden door zowel de stageverlenende instelling als door de onderwijscoördinator discipline VUmc. In beide gevallen gelden de hieronder staande regels. Overigens betekent een vermelding in onderstaande lijst niet dat een keuzecoassistentschap in een bepaalde periode goedgekeurd wordt. Er moet wel capaciteit
46
Geneeskunde C'91
zijn in de periode waarin de co-assistent dit co-assistentschap wil lopen en er kunnen omstandigheden zijn waardoor een keuzeco-assistentschap tijdelijk niet wordt aangeboden. Zie voor actuele gegevens http://bb.vu.nl. Voorwaarden keuzeco-assistentschappen • De examencommissie stelt een lijst vast met keuzeco-assistentschappen, waaruit de co-assistent kan kiezen zonder tussenkomst van de examencommissie (verder te noemen: curriculaire keuzeco-assistentschappen). De door de examencommissie goedgekeurde keuzeco-assistentschappen zijn vermeld op de facultaire internetsite. • Indien een keuzeco-assistentschap (verder te noemen: extracurriculaire keuzecoassistentschap) niet in VUmc plaats heeft, moet de co-assistent een tweede begeleider zoeken in de persoon van de onderwijscoördinator discipline in VUmc. Deze medewerker dient werkzaam te zijn bij een discipline waar dit keuzecoassistentschap qua onderwerp bij hoort. • Bij extra-curriculaire keuzeco-assistentschappen is een handtekening vereist d.m.v. een goedkeuringsformulier van zowel de onderwijscoördinator discipline VUmc, als de onderwijscoördinator partnerziekenhuis (bij een niet-geaffilieerde instelling: de stagebegeleider). Bij een curriculair keuzeco-assistentschap volstaat de handtekening van de stagebegeleider. Het genoemde goedkeuringsformulier is verkrijgbaar bij het service centrum geneeskunde. Een ondertekend aanvraagformulier voor een extra-curriculair keuzeco-assistentschap dient minimaal 3 maanden voor het geplande aanvangstijdstip van dit co-assistentschap bij het service centrum geneeskunde te worden ingediend. Elk verzoek voor een extra-curriculair keuzeco-assistentschap dat bij een onderwijscoördinator discipline VUmc ingediend wordt, moet vergezeld gaan van een door de coassistent, in overleg met de stageverlenende afdeling tot stand gekomen, document (A4) met een beschrijving in de vorm van een week- of maandprogramma met de inhoud van het keuzeco-assistentschap. • Aan het eind van elk keuzeco-assistentschap schrijft de co-assistent een kort verslag. Dit verslag wordt ingeleverd bij de onderwijscoördinator partnerziekenhuis (bij een niet-geaffilieerde instelling: de stagebegeleider). Hij of zij stuurt dit vervolgens, samen met de beoordeling, naar de onderwijscoördinator discipline in het VUmc, waarna de beoordeling naar het servicecentrum geneeskunde gestuurd wordt. • Een keuzeco-assistentschap mag geen herhaling van een regulier coassistentschap zijn. Indien een keuzeco-assistentschap gevolgd gaat worden in een discipline waar al een regulier co-schap in is gevolgd, dan dient dit ter verdieping en verbreding van de reeds geleerde competenties. Deze verbreding en verdieping dient in een separate programmatoelichting, voorzien van eindtermen, te worden aangegeven. • Een keuzeco-assistentschap moet betrekking hebben op patiëntgebonden onderwijs • De totale omvang van een keuzeco-assistentschap is vastgesteld op 6 weken (=8.6 ECs). De duur van één keuzeco-assistentschap bedraagt tenminste 2 weken. Men kan kiezen tussen een keuzeco-assistentschap van 6 weken, of maximaal 3 keuzeco-assistentschappen van 2 weken. Andere combinaties zijn mogelijk. Het is mogelijk om een langer keuzeco-assistentschap te lopen, maar het maximum aantal studiepunten blijft 8.6 ECs.
Klinisch onderwijs
47
•
Indien een verzoek tot toestemming voor een extracurriculair keuzecoassistentschap afgewezen wordt door de onderwijscoördinator discipline VUmc, kan de student een verzoek ter heroverweging indienen bij het secretariaat van de examencommissie. De examencommissie beslist binnen dertig werkdagen na binnenkomst van dit verzoek. Dit besluit kan eenmaal voor ten hoogste tien werkdagen worden verdaagd. Van de verdaging ontvangt de kandidaat schriftelijk bericht. Afwijzing van het verzoek geschiedt niet dan nadat de verzoeker in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord. Het besluit wordt de verzoeker onverwijld schriftelijk medegedeeld. Een afwijzing wordt gemotiveerd. Indien de examencommissie niet binnen de voorgeschreven termijn een besluit heeft genomen, wordt de goedkeuring alsnog geacht te zijn verleend. Als er na het lezen van bovenstaande tekst nog vragen zijn, neem dan contact op met Aphrodite Jacobs, coördinator co-fase via
[email protected]. Neem voor inhoudelijke vragen over bijvoorbeeld programma en opzet van een bepaald keuzeco-assistentschap, contact op met de onderwijscoördinator / stagebegeleider van het desbetreffende keuzeco-assistentschap. Dermatologie Gynaecologie en verloskunde Heelkunde
48
Geneeskunde C'91
VU medisch centrum VU medisch centrum • Neonatologie VU medisch centrum • Chirurgische oncologie • Gastro-intestinale/chirurgische oncologie • Intensive care en consultatieve dienst • Kaakchirurgie 2 weken, 444 1023 • Kinderchirurgie....... 2 weken, 444 2424 • Longchirurgie • Neurochirurgie • Orthopedie............... 2 weken, 444 2355 • Plastische chirurgie,. 2 weken, 4443517 • Traumatologie.......... 2 weken, 444 4508 • Urologie............. 2/4/6 weken, 444 0272 • Vaatchirurgie Westfries Gasthuis • Orthopedie Kennemer Gasthuis • Spoedeisende hulp Medisch centrum Alkmaar • Orthopedie OLVG • Spoedeisende hulp St. Lucas Andreas ziekenhuis • Spoedeisende hulp Spaarne ziekenhuis • Intensive care • Orhopedie • Urologie Zaans medisch Centrum De Heel
•
Huisartsgenees kunde Inwendige geneeskunde
Kindergeneesku nde
Spoedeisende hulp Spoedeisende Hulp (Academisch ziekenhuis en Diakonessenhuis Paramaribo, Suriname) Zie opmerking bij keuzeco-assistentschap Tropengeneeskunde VU medisch centrum.2/3/4 weken, 444 8244 VU medisch centrum • Cardiologie................3 weken, 444 4315 • Endocrinologie..........3 weken, 444 4315 • Hematologie..............3 weken, 444 4315 • IC/Consultatieve gnk.3weken, 444 4315 • Infectiologie • MDL-ziekten.............3 weken, 444 4315 • Nefrologie................ 3 weken, 444 4315 • Oncologie..................3 weken, 444 4315 • Combinatie van keuze- en oudste coassistentschappen in Suriname (Paramaribo) of Botswana (Maun). Zie opmerking bij keuze co-assistentschap Tropengeneeskunde Kennemer Gasthuis • Cardiologie Medisch Centrum Alkmaar • Cardiologie • Longziekten Slotervaartziekenhuis Spaarne ziekenhuis • Cardiologie • Longziekten • MDL-ziekten St. Lucas Andreas ziekenhuis VU medisch centrum •
Acute kindergeneeskunde Algemene pediatrie • Kinderneurologie 2 weken 4442419 • Kinderhemato-oncologie, 4 weken,444419 • Kinderlongziekten • Kindernefrologie • Kindercardiologie • Kinderendocrinologie • Kindergastro-enterologie • Kinderoncologie • Neonatologie. 4 weken., 4442419 Kindergeneeskunde Paramaribo (Diakonessenhuis). Zie opmerking bij keuzeco-assistentschap Tropengeneeskunde VU medisch centrum • KNO/ Oncologie •
K.N.O.
Klinisch onderwijs
49
Neurologie
Psychiatrie
Overige keuze coassistentschapp en
50
Geneeskunde C'91
VU medisch centrum • Kinderneurologie • Neurochirurgie GGZ Buitenamstel: • Ouderenpsychiatrie Valeriuskliniek • Ouderenpsychiatrie Walborg • Angstpolikliniek A.J. Ernststraat • PolikliniekPsychiatrieSlotervaartziekenh uis VU medisch centrum: • Psychiatrisch Consultatieve Dienst VUmc St. Lucas Andreas ziekenhuis IGG Geestgronden Kennemer Gasthuis Triversum Alkmaar: • Kinderpsychiatrie.....4/6weken, 5736630 De Bascule (v.h. Pedologisch Instituut Duivendrecht): • Kinder- en jeugdpsychiatrie. 4 weken 4713963 VU medisch centrum • Anesthesiologie.......... • 4 weken, 4444386 • Andrologie................. • 2 weken, 4444315 • Antropogenetica........ • 4 weken, 4444270 • Genderteam • Klinische Genetica..... • 2/4weken, 4440333 • Nucleaire geneeskunde • 2weken, 4444315 • Reumatologie • Revalidatie • Pathologie.................... • 2 weken, 4444001 • Radiologie................... • 2 weken, 4442852 • Radiotherapie............... • 2 weken, 4440414 • Revalidatie................ • 2/4 weken, 4440763 • Sociale Geneeskunde... • 2 weken, 4448268 • Verpleeghuisgeneeskunde... • 3weken, 5664602 Kennemer Gasthuis • Anesthesiologie........... • 4 weken, 4444386/7
• • • •
Reumatologie Geriatrie Reumatologie Revalidatie
OLVG: •
Radiologie Slotervaart ziekenhuis: • Geriatrie..................... • 4 weken, 5125128 • Reumatologie............. • 4 weken, 5125128 Spaarne ziekenhuis: • Nucleaire Geneeskunde • Radiologie • Revalidatiegeneeskunde
Klinisch onderwijs
51
52
Geneeskunde C'91
8 naam code voorzitter studiepunten docenten
doel
werkwijze
literatuur
toetsing
Examenonderdelen Gezondheidszorg 300941 drs. M.B.M. Soethout (afdeling Sociale Geneeskunde, tel. (020) 444 8384) 5,7 dr. R. Janssen (Centrum voor Ethiek en Levensbeschouwing); dr. H. de Vries (huisartsgeneeskunde); dr M. Chin A Paw (Sociale Geneeskunde); dr D.R.M. Timmermans (Sociale Geneeskunde); prof.dr. G. van der Wal (Sociale Geneeskunde) Aan het eind van het blok heeft de student kennis en inzicht op: • I/T-niveau in de problematiek en de belangrijkste vraagstellingen op sociaal- geneeskundig terrein en de werkwijze binnen verschillende sociaal-geneeskundige disciplines; • I/T-niveau in de wijze waarop culturele, sociale en economische factoren de gezondheid beïnvloeden; • I/T-niveau in de bouw en werking van de gezondheidszorg in Nederland en hun onderlinge samenhang; • I/T-niveau in de verschillende preventiestrategieën gericht op de zorg voor en de handhaving van de gezondheid van individuen en groepen mensen; • I/T-niveau in de wijze waarop de kwaliteit in de gezondheidszorg wordt bewaakt en bevorderd; • I/T-niveau in enkele gezondheids-economische begrippen; • I/T-niveau in de rechtspositie van de patiënt en van enkele juridische aspecten van de beroepsuitoefening; • I/T-niveau in ethische aspecten die relevant zijn bij het nemen van beslissingen in de patiëntenzorg. Het blok wordt vormgegeven door twee algemene thema's en een keuze thema. De algemene thema's (Preventie en Patiëntveiligheid en kwaliteit in de gezondheidszorg) omvatten hoorcolleges gevolgd door twee werkgroepbijeenkomsten. Er zijn vijf keuze thema's, waaruit de student een thema kiest (Arbeid en gezondheid, Zorg rond het levenseinde, Gezondheidsrecht, Risicoperceptie en communicatie en Jeugdgezondheidszorg), en omvatten eveneens hoorcolleges gevolgd door drie werkgroepbijeenkomsten. Inschrijving van de werkgroepen vindt plaats in de week voorafgaand aan het blok via EPR. Alle werkgroepsbijeenkomsten zijn verplicht. Tenslotte wordt door colleges en Computer Ondersteund Onderwijs aandacht geschonken aan Forensische geneeskunde. • Mackenbach J.P., Maas P.J. van der (red.). Volksgezondheid en Gezondheidszorg. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2004. ISBN 9035227026 • Blokboek. • Have HAMJ ten, Meulen RJH ter, Leeuwen E van . Medische Ethiek. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghem, Houten/Diegem, 2003 ISBN (903132013). De toets bestaat uit een schriftelijke toets die voor vijfenzeventig procent van het eindcijfer meetelt en een beoordeling van de werkgroepen die voor
Examenonderdelen
53
vijfentwintig procent van het eindcijfer meetelt. Voor beide toetsonderdelen moet een voldoende behaald zijn. De schriftelijke toets bestaat uit open vragen. De leerstof van de werkgroepbijeenkomsten behoort ook tot de tentamenstof. naam code voorzitter studiepunten docenten
doel
inhoud
literatuur
toetsing
naam code voorzitter secretariaat studiepunten docenten
54
Acute Geneeskunde 300942 dr. D.P. Veerman (Afdeling Anaesthesiologie) 2,9 prof.dr. A.R.J. Girbes (Intensive Care Volwassenen); dr. D. de Jong (Heelkunde); prof.dr. Th.P.G.M. de Vries (HVSG); drs. A.M. Eeckhout (Psychiatrie); prof.dr. R.J.B.J. Gemke (Kindergeneeskunde); B. Jelles (Afdeling Neurologie); dr. D.P. Veerman (Afdeling Anaestesiologie) • De student moet grondige kennis hebben van de verschijnselen die wijzen op het bestaan van acute levensbedreigende situaties. • De student moet kennis en inzicht hebben ten aanzien van de behandeling bij bedreigende situaties met betrekking tot de vitale functies en bij ernstige traumatologie. • De student moet kunnen aangeven welke aandoeningen acute behandeling behoeven teneinde tot een optimaal therapeutisch resultaat te komen. • De student moet kennis hebben van de organisatorische structuren die bestaan op het gebied van de acute geneeskunde, zowel op kleine als op grote schaal. Het blok bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt min of meer nieuwe stof in de vorm van colleges aangeboden. Deze kunnen een meer algemeen of specifiek karakter hebben, maar zijn alle gericht op acute levensbedreigende situaties. In het tweede deel van het blok komen specifieke acute problemen aan de orde aan de hand van casuïstiek die door studenten op college gepresenteerd wordt. De student heeft hiervoor eerst een werkgroep gevolgd onder leiding van een inhoudsdeskundige docent. Thijs L.G., Acute geneeskunde: een probleemgerichte benadering in acute genees- en heelkundige situaties. Uitg. Bunge, 4e editie 1999 of 5e editie 2001 en Blokboek. Een tentamen aan het eind van het blok bestaande uit casusvragen en juist/onjuistvragen. Beweging 300943 prof.dr. G.N. Jukema (afdeling Heelkunde, tel. (020) 444 4554) mw. R. Blom (afdeling Heelkunde, tel. (020) 444 4508) 7,2 dr. F.W. Bloemers (Heelkunde); dr. L. Poliacu Prose (Anatomie); prof.dr. G.N. Jukema (Heelkunde); prof.dr. B.A.C. Dijkmans (Reumatologie); prof.dr. F. Barkhof (Afdeling Radiologie); dr. G.J.M. Stienen (Fysiologie); prof.dr. L.M.E. Smit (Kinderneurologie); dr. R.L.M. Strijers (Kindergeneeskunde); prof.dr. G.J. Lankhorst (Revalidatiegeneeskunde); dr. H. de Vries (Huisartsgeneeskunde); dr. A. de Gast (Orthopedie); dr. B.J. van Royen (Orthopedie);
Geneeskunde C'91
drs. J.A. van der Sluis (Orthopedie); drs. E. David (Radiodiagnostiek); dr. F. van Kemenade (Pathologie); prof.dr. H.A. Heij ((Kinderchirurgie)); prof.dr. P.I.J.M. Wuisman ((Orthopedie)); prof.dr. M.W. Ribbe ((Verpleeghuiskundige)); drs. F.C. Bakker (Afdeling Heelkunde); prof.dr. M.J.P.F. Ritt (Afdeling Plastische Chirurgie); R. Saouti (Afdeling Orthopedie); prof.dr. P.T.A. Lips (Afdeling Inwendige Geneeskunde); prof.dr. C. van Kuijk (Afdeling Radiologie); dr. I.E. van der Horst-Bruinsma (Afdeling Reumatologie) doel Aan het eind van het blok heeft de student kennis en inzicht op: • I/T-niveau in de ontwikkeling, normale bouw en functie van het bewegingsapparaat, en de stoornissen die hierbij kunnen optreden; • I/T-niveau in de medische gevolgen van traumatische weefselbeschadigingen van het bewegingsapparaat; • I/T-niveau in de medische en maatschappelijke begeleiding van lichamelijk gehandicapten, vooral ten aanzien van dagelijkse activiteiten en beroepssituatie; • O-niveau en vaardigheden met betrekking tot algemene principes van diagnostiek en therapie op het gebied van dit blok. inhoud De leerstof behorende bij het blok Beweging zal worden geïllustreerd middels hoorcolleges en een aantal verplichte practica. Een deel van de hoorcolleges zal door meerdere afdelingen gezamenlijk worden gegeven. De verplichte practica worden verzorgd door de afdelingen Heelkunde, Fysiologie, Anatomie en Pathologie. literatuur Heelkunde: voor de leerstof van de verschillende colleges wordt verwezen naar het Leerboek Chirurgie, onder redactie van Gooszen et al.(2006) of onder redactie van Bruining et al. (1997). De afdeling Heelkunde geeft de voorkeur aan het Leerboek Chirurgie, onder redactie van Gooszen et al. De stof die tijdens de colleges wordt behandeld en die door veroudering niet is opgenomen in het Leerboek Chirurgie onder redactie van Bruining et al. zal op blackboard worden geplaatst. 1) College Inleiding Bruining, § 34-1 t/m 34-4-3 (pagina 577 t/m 586 en Gooszen, hoofdstuk 7 2) College Algemene fractuurleer volwassenen Bruining: paragraaf 39-1 (pagina 691 t/m 704) Er is geen leerstof in Goozen opgenomen. De PowerPoint van het betreffende college zal op Blackboard worden geplaatst. 3) College Letsels van de schouder/ arm Bruining: paragraaf 39-7 t/m 39-12 (pagina 717 t/m 736) Gooszen: hoofdstuk 51 4) College Wervelfracturen Bruining: paragraaf 35-2 t/m 35-3-4 (pagina 630 t/m 643) Gooszen: hoofdstuk 50 5-9) College Letsels en fracturen van de heup en onderste extremiteit Bruining: paragraaf 39-2 t/m 39-6-5 (pagina 704 t/m 717) en paragraaf 41-2 (pagina 769 t/m 771) Gooszen: hoofdstuk 53 en 54 10) College Bekken- en acetabulumfracturen Bruining: Gooszen: hoofdstuk 52 11-12) Sportletsels en afsluiting
Examenonderdelen
55
Geen leerstof. • Kinderchirurgie: leerstof in blokboek • Orthopedie: leerstof in blokboek • Anatomie: practicumhandleiding • Plastische chirurgie: leerstofverwijzing volgt in blokboek • Reumatologie: leerstof in blokboek • Inwendige geneeskunde: leerstof en leerstofverwijzing in blokboek • Fysiologie: leerstof in blokboek • Kindergeneeskunde: leerstofverwijzing in het blokboek • Klinische neurofysiologie: literatuurverwijzing in het blokboek • Pathologie: literatuurverwijzing in het blokboek • Radiologie: leerstof in blokboek • Revalidatiegeneeskunde: leerstof in blokboek • Huisartsgeneeskunde: NHG-standaard "schouderklachten" • Verpleeghuisgeneeskunde: leerstof in blokboek. toetsing Een schriftelijke toets aan het eind van het blok bestaande uit 80 juist/onjuistvragen en 30 open vragen. naam Zintuigen code 300944 voorzitter mw.dr. A.J. Greven (afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde, tel. (020) 444 0966) studiepunten 5,7 docenten dr. F.G. Wouterlood (Anatomie); dr. G.C. van den Bos (Fysiologie); dr. W.J. van der Laarse (Fysiologie); dr. H. de Vries (Huisartsgeneeskunde); mw.dr. A.J. Greven (KNO-heelkunde); dr. G.L. van der Heijde (Klinische Fysica en Informatica); prof.dr. B.C.P. Polak (Oogheelkunde); dr. F.H. Menko (Klin. Genetica en Antropogenetica) doel Aan het eind van het blok heeft de student kennis en inzicht op: • I/T-niveau in de bouw en functie van de organen, betrokken bij het gezichtsvermogen en stoornissen die hierbij kunnen optreden; • I/T-niveau in de bouw en functie van de organen betrokken bij de reuk, de smaak, het gehoor en het evenwicht, en de stoornissen die hierbij kunnen optreden; • O-niveau in de existentiële, psychische en sociale betekenis van (ernstige) stoornissen van gezichtsvermogen, gehoor en evenwicht, alsmede inzicht in belang van de eigen attitude van de (aanstaande) arts in het omgaan met slechtziende, blinde, slechthorende en dove mensen; • O-niveau kennis en vaardigheden met betrekking tot algemene principes van diagnostiek en therapie op het gebied van dit blok. literatuur • Fysiologie: zie opgave in blokboek. • Keel-, Neus- en Oorheelkunde: Handboek voor Keel-, Neus-, en Oorheelkunde (idem 2e jaar ). Zie opgave in blokboek. • Oogheelkunde: zie opgave van schriftelijke literatuur in blokboek. • Anatomie: blokboek. • Klinische Genetica: blokboek. • Metamedica: blokboek. • Huisarts-, Verpleeghuis- en Sociale Geneeskunde: blokboek. toetsing De stof wordt schriftelijk getoetst door middel van multiple choicevragen. Nadere opgaven in blokboek.
56
Geneeskunde C'91
naam Huid code 300945 voorzitter prof.dr. Th.M. Starink (afdeling Dermatologie, tel. (020) 444 2819, e-mail:
[email protected]) studiepunten 2,9 docenten prof.dr. G. Kraal (Moleculaire Celbiologie); prof.dr. Th.M. Starink (Dermatologie); dr. E.M. de Boer (Dermatologie); prof.dr. D.P. Bruynzeel (Dermatologie); dr. T.J. Stoof (Dermatologie); dr. H. de Vries (Huisartsgeneeskunde); dr. A.M. Simoons-Smit (Medische Microbiologie); drs. T.A.M. Hekker (Medische Microbiologie); dr. G. Kirtschig (Dermatologie); dr. M. Wintzen (Dermatologie); dr. T. Rustemeijer (Dermatologie); dr. F.B. Niessen (Afdeling Heelkunde) doel Aan het eind van het blok heeft de student kennis en inzicht op: • I/T-niveau in de bouw en functie en aandoeningen van de huid; • O-niveau in ernstige huidaandoeningen, alsmede inzicht in belang van de eigen attitude van de (aanstaande) arts in het omgaan met mensen met ernstige huid-aandoeningen; • O-niveau en vaardigheden met betrekking tot algemene principes van diagnostiek en therapie op het gebied van dit blok. literatuur • Dermatologie: Sillevis Smitt J.H., van Everdingen J.J.E., Starink Th.M., de Haan M. Dermatovenereologie voor de eerste lijn. Uitg. Bohn Stafleu Van Loghum, 2004. • Moleculaire Celbiologie, aandachtsgebied Celbiologie: blokboek. • Heelkunde: blokboek. • Medische Microbiologie: blokboek. toetsing Schriftelijke toetsing met korte essayvragen en multiple choicevragen. naam Opgroeien code 300947 voorzitter prof.dr. H.N. Lafeber (afdeling Kindergeneeskunde, tel. (020) 444 2419, mw. Grace Roquas, onderwijssecretaresse) studiepunten 2,9 docenten dr. J.A. van der Sluijs (Orthopedie); prof.dr. Th.P.G.M. de Vries (Farmacologie); prof.dr. W.P.F. Fetter (Kindergeneeskunde); prof.dr. H.N. Lafeber (Kindergeneeskunde); prof.dr. L.M.E. Smit (Kindergeneeskunde); prof.dr. J.J. Roord (Kindergeneeskunde); prof.dr. R.A. Hirasing (Sociale Geneeskunde); prof.dr. G.J. Tangelder (Fysiologie); dr. J. Huisman (Medische Psychologie); prof.dr. Th.A.H. Doreleijers (Kinderpsychiatrie); drs F.J.M. van Leerdam (Sociale Geneeskunde); drs. R. Dap (Huisartsgeneeskunde); mw.prof.dr. M.C. Cornel (Klin. Genetica en Antropogenetica); drs J.M. van Hagen (Klin. Genetica en Antropogenetica); dr M. Elting (Klin. Genetica en Antropogenetica) doel Aan het eind van het blok heeft de student kennis en inzicht op: • I/T-niveau in de betekenis van leeftijd in relatie tot gezondheid en ziekte; • I/T-niveau in de groei en ontwikkeling van de mens in biologisch/geslachtelijk, psychologisch en sociaal opzicht, en de stoornissen die hierbij kunnen optreden. literatuur • Kindergeneeskunde: Brande J.L van den, Kindergeneeskunde. Uitg.
Examenonderdelen
57
Bunge, 3e druk (1e oplage 1998- 4e oplage 2004) en blokboek. Blokboek Opgroeien 2007. Verkrijgbaar in de MFVU-winkel en deels op blackboard • Huisarts- en Verpleeghuisgeneeskunde: blokboek en Diagnostiek van alledaagse klachten I, De Jongh T.D.H., de Vries H, Grundmeijer H.G.L.M. (red.) 1e (2002) of latere druk, Bohn Stafleu Van Loghum • Fysiologie: Guyton A.C., Textbook of medical physiology. Uitg. Saunders, 10e editie, 2000 of latere druk en blokboek. • Orthopedie: Orthopedie, Verhaar J. (red.), 9e of latere druk, Bohn Stafleu Van Loghum, ISBN 90-313-3049 • Antropogenetica: Pronk J.C., Medische genetica. Uitg. Bunge, 6e editie, 1999 of latere druk. • Medische Psychologie: Beknopte kinder- en jeugdpsychologie en psychiatrie voor studenten geneeskunde aan de VU. Doreleijers T en Huisman J. eds. Uitg. Stichting Medische Psychologie Vrije Universiteit Amsterdam. 1e druk 2001 en latere drukken. Verkrijgbaar bij de MFVUwinkel. toetsing De toets bestaat uit 50 multiple choice vragen •
naam Vaardigheden 4 code 300957 coördinator dr. H.E.M. Daelmans (arts, ALCO H-537, tel. (020) 444 8031, e-mail:
[email protected]) voorzitter prof.dr. Th.M. Starink (afdeling Dermatologie, tel. (020) 444 2819, e-mail:
[email protected]) studiepunten 2,9
docent doel
werkwijze literatuur
A) Anatomie in vivo en kin. onderzoek prof.dr. P.V.J.M. Hoogland (Anatomie) Aan het eind van het vierde studiejaar bezit de student: • inzicht in de oppervlakte-anatomie van het bewegingsapparaat • inzicht in houding en beweging Werkgroepen: tweemaal twee uur. Syllabus Anatomie in vivo en kinesiologisch onderzoek.
B) Medische Communicatie IV coördinator drs. N.D. Ehrlich (afdeling Medische Psychologie tel. 020 4448421, e-mail:
[email protected]) docenten drs. N.D. Ehrlich (Medische Psychologie); drs I.A. van Rij (HAG) doel Aan het einde van het practicum Vaardigheden 4 is de student goed in staat in een arts-patiëntgesprek informatie in te winnen en informatie te geven (ook met een ongunstige boodschap). Voorts zijn basale vaardigheden op het gebied van conflicthantering en hetero-anamnese geoefend, counseling en hetero-anamnese geoefend, zodat de student inzicht heeft in de effecten van eigen normen, waarden en emoties op het beroepsgedrag en op de communicatie met patiënten van verschillende sekse, etnische achtergrond, geloofsovertuiging, sociale status, etc., alsmede inzicht in het ontstaan van risico's met betrekking tot grensoverschrijding in de arts-patiëntrelatie. inhoud Informatie inwinnen en informatie geven, leren bewaken van de tijd, introductie van tractus anamnese, herhaling en verdieping van eerder
58
Geneeskunde C'91
werkwijze
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden
geleerde vaardigheden, oefenen met de oudere patiënt, oefenen met conflicthantering, oefenen met hetero-anamnese. Het practicum wordt afgesloten met een toets met een simulatiepatiënt (arts-patiënt-gesprek tot en met speciale anamnese). Practica: negen dagdelen van drie uur. Voor de practica geldt een aanwezigheidsplicht. Slechts als er sprake is van aantoonbare overmacht, kan door de docent toestemming gegeven worden om één bijeenkomst te missen. Meer dan één bijeenkomst missen betekent dat het practicum in zijn geheel in een latere groepenserie moet worden overgedaan. Het missen van een bijeenkomst betekent dat er een vervangende opdracht voor het betreffende practicum moet worden gedaan. Deze is te verkrijgen bij de groepsdocent. Alle dagdelen moeten in dezelfde practicumgroep gevolgd worden. Het is dus niet toegestaan om één of meer practica in een andere groep te volgen. Bij problemen kun je contact opnemen met mw. K.E. Kweldam, secretariaat Medische Psychologie, kamer D-342, tel (020) 444 9364, e-mail:
[email protected]. Locatie/groepsindeling: deze wordt bekendgemaakt op STIP. Esch S.C.M. van, Kreeke J.J.S. van de, Recepten voor een goed gesprek. Deel 2. Amsterdam: SMPVU (2003). Dit boek is verkrijgbaar in de MFVUwinkel. Het practicum wordt afgesloten met een toetsgesprek met een simulatiepatiënt, dat beoordeeld wordt door de groepsdocent. Wanneer een student gezakt is vindt een herkansing van het toetsgesprek plaats. Practicum Medische communicatie I, II en III van het voorafgaande jaar. De programmaonderdelen sluiten door de jaren heen op elkaar aan. De integratie van de deelvaardigheden en de complexiteit van de aangeboden problemen neemt jaarlijks toe, zowel wat betreft de communicatieve vaardigheden als de integratie met medisch inhoudelijke kennis.
C) Fysische Diagnostiek coördinatoren drs. A. Thijs (Afdeing Algemene interne geneeskunde, tel. 020-444 4309); A. Kabalt-Zoet (Tel.: 020-444 4309 e-mail: a.kabalt/
[email protected]) doel Aan het eind van het practicum: • kan de student aangeven welke voorwaarden er gelden voor het goed kunnen uitvoeren en beoordelen van een lichamelijk onderzoek; • beheerst de student de basale fysisch diagnostische vaardigheden ten aanzien van de behandelde orgaansystemen en is de student in staat de bevindingen vast te leggen in een verslag; • heeft de student inzicht in de wijze waarop hij de patiënt tegemoet treedt tijdens het onderzoek. inhoud Lichamelijk onderzoek van hoofd, hals, thorax en abdomen. werkwijze Practica: twee dagdelen van vier uur en een dagdeel van twee uur. Tijdens de eerste twee dagdelen oefenen studenten genoemd lichamelijk onderzoek na een duidelijke instructie op elkaar. Het laatste dagdeel wordt besteed aan een rondgang door de kliniek (VUmc), waar het geleerde bij opgenomen patiënten in de praktijk kan worden gebracht. Voor de practica geldt een aanwezigheidsplicht. Er mag niet eenmalig van groep geruild worden. literatuur • Syllabus Vaardigheidsonderwijs vierde studiejaar. (PKV sept. 2003) • Van der Meer J. en Laar A. van 't, Anamnese en lichamelijke onderzoek.
Examenonderdelen
59
derde druk Elsevier 2004. opmerkingen Tijdens de practica dient u te beschikken over de volgende benodigheden: stethoscoop, lampje en veneuze boog. D) EHBO coördinator drs. E.J.B. Furnée (Afdeling Heelkunde, tel. 020-444 4508, e-mail:
[email protected]) docent Arts-assistenten Heelkunde doel Herhalen EHBO-vaardigheden en aanleren vaardigheden Basic Life Support. inhoud Herhalen van vaardigheden EHBO inclusief reanimatie. Aanleren vaardigheden, onder andere: • Dood constateren; • Beoordelen Glascow Coma Scale; • Masker-beademen. literatuur Als leerstof voor dit onderdeel geldt het blok Acute Geneeskunde. opmerkingen U dient zich te houden aan de indeling van de practicumgroepen. Afwezigheid dient vooraf te worden gemeld. coördinator dr. H.H. van der Hem-Stokroos naam KLO 4-practicum code 300966 informatie bij Klinisch lijnonderwijs eindtoets studiepunten 2,9 werkwijze Zie voor de werkwijze de syllabus. naam code coördinator voorzitter studiepunten docenten
KLO eindtoets en Farmacotherapie 300967 dr. R. Perenboom (afdeling Inwendige Geneeskunde, tel. (020) 444 4307) prof.dr. M. de Haan (tel. (020) 444 8246. Tot eind 2007.) 5,7 prof.dr. P. Eikelenboom (Psychiatrie); prof.dr. M.W. Ribbe (Verpleeghuisgeneeskunde); dr. R. Perenboom (Inwendige Geneeskunde); dr. H. de Vries (Huisartsgeneeskunde); drs. J.F. Bastiaans (Huisartsgeneeskunde); prof.dr. Th.P.G.M. de Vries (Farmacologie/Farmacotherapie); drs. A.F. Nagelkerke (Kindergeneeskunde); prof.dr. Ph. Scheltens (Neurologie); dr. J. Huisman (Medische Psychologie); prof.dr. R.J. Heine (Endocrinologie); dr. D. de Jong (Heelkunde); dr. W. Wisselink (Afdeling Heelkunde); dr. F.C. Bakker (Afdeling Heelkunde); dr. W. van der Flier (Afdeling Neurologie); dr. T.J. Postma (Afdeling Neurologie); drs. A.M. Eeckhout (Afdeling Psychiatrie); A.D. Boenink (Afdeling Psychiatrie); A. Schade (Afdeling Psychiatrie); P. Stærke (Afdeling Psychiatrie); drs. A.A. Meiboom (Verpleeghuiskunde); G. van Well (Afdeling Kindergeneeskunde); dr. C.M.F. Kneepkens (Afdeling Kindergeneeskunde); dr. W. de Ronde (Afdeling Endocrinologie); prof.dr. H.A.M. Brölmann (Afdeling Verloskunde en Gynaecologie); dr. J.W. van der Slikke (Afdeling Verloskunde en Gynaecologie); J.W.M. van der Spruijt (Afdeling Verloskunde en Gynaecologie) doel Aan het eind van het vierde studiejaar heeft de student: Intramurale somatische lijn
60
Geneeskunde C'91
•
dezelfde kennis en inzicht als in het tweede en derde studiejaar en een grotere vaardigheid in het formuleren en toetsen van hypothesen op basis van anamnese, lichamelijk- en aanvullend onderzoek naar aanleiding van individuele patiënten met een omvangrijker en complexer scala van klachten dan in het tweede en derde studiejaar; • kennis, inzicht en vaardigheid met betrekking tot de algemene methodologie van het therapeutisch proces. In het bijzonder bezit de student: kennis van het natuurlijk beloop en de prognose van ziekten, behorend tot de differentiële diagnostiek van de klachten en symptomen, behandeld in het tweede, derde en vierde studiejaar; kennis van indicaties, interacties en bijwerkingen van therapieën; kennis van de methoden die leiden tot een kwantitatieve onderbouwing van therapeutische beslissingen; inzicht in het relatieve belang van verder diagnostisch onderzoek voor het bereiken van een tevoren gesteld therapeutisch resultaat en vaardigheid in het formuleren van therapeutische doelen en parameters voor het effect van therapie bij individuele patiënten. Geestelijke gezondheidszorg lijn • kennis, inzicht en vaardigheid met betrekking tot diagnostiek en beleid bij de belangrijkste psychische klachten, symptomen en probleemsituaties; • inzicht in de betekenis van hulponderzoek in medische psychologie en psychiatrie; • kennis en vaardigheid met betrekking tot indicaties voor de diverse specifieke therapeutische interventies in psychologie en psychiatrie, alsmede vaardigheid in het ontwerpen van een behandelingsbeleid en de evaluatie daarvan, met bijzondere aandacht voor de quality of life; • kennis, inzicht en vaardigheid met betrekking tot zorg voor specifieke categorieën patiënten; • kennis, inzicht en vaardigheid met betrekking tot patiënten met chronische aandoeningen; Extramurale somatische lijn • kennis, inzicht en vaardigheid met betrekking tot aspecten van etiologie, diagnostiek, risicofactoren en behandeling bij patiënten met veel voorkomende klachten, symptomen en aandoeningen; • kennis, inzicht en vaardigheid met betrekking tot zorg voor specifieke categorieën patiënten; • kennis, inzicht en vaardigheid met betrekking tot patiënten met chronische aandoeningen. inhoud Het theoretische klinisch lijnonderwijs maakt gebruik van werkvormen om het inzicht in de aard en de kwaliteit van het eigen klinisch denken te vergroten. Tevens wordt met de gekozen onderwijsvorm zelfwerkzaamheid gestimuleerd. Het farmacotherapie-onderwijs van het tweede en derde studiejaar wordt gecontinueerd. Voor algemene informatie over de onderwijsvormen wordt verwezen naar de syllabus Klinisch Lijnonderwijs vierde jaar. literatuur Syllabus Klinisch Lijnonderwijs vierde studiejaar. toetsing Aan het eind van het vierde jaar vindt de toets plaats (KLO-4 toets). De toets moet met een voldoende afgesloten zijn. Deelname aan de voortgangstoetsen farmacotherapie en geslaagd zijn voor de eindtoets farmacotherapie in het
Examenonderdelen
61
vierde studiejaar zijn verplichte onderdelen van het KLO. Voor een verdere bespreking van de toetsing en de overgangsregeling KLO zie de syllabus. naam code coördinator voorzitter studiepunten doel
Wetenschappelijke stage 300993 M.C.W. Pullens (e-mail:
[email protected]. tel. (020)4445746) dr I.J. van Wijk (Afdeling Kindergeneeskunde (Tel.: 020 - 444 2419)) 17,2 Het doel van de wetenschappelijke stage (ws) is het zo zelfstandig mogelijk uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek in een zelfgekozen aspect van de geneeskundige wetenschap en het uitbrengen van een duidelijk en adequaat mondeling en schriftelijk verslag daarover. Hiermee wordt inzicht nagestreefd in het functioneren en het belang van wetenschappelijk onderzoek in de praktijk, met alle voor- en nadelen en problemen daaraan verbonden. inhoud Een stage kan betrekking hebben op alle terreinen van medischwetenschappelijk onderzoek, medisch-biologische en medischmaatschappelijk onderzoek. Het kan gaan om bijvoorbeeld preklinisch, klinisch of paramedisch wetenschappelijk onderzoek, literatuuronderzoek, statusonderzoek, laboratoriumonderzoek of epidemiologisch onderzoek. werkwijze De stage is minimaal 12 weken (480 uur). Combinatie met een keuzevak, in het kader van de afstudeerprofielen, leidt tot een maximum van 24,4 EC's. De studenten kunnen de stage in de tijd spreiden, indien het onderzoek daartoe mogelijkheden geeft. De omvang van de stage is voor de aanvang van de stage vastgesteld. De opfriscursus is een onderdeel van de wetenschappelijke stage voorafgaand aan de stage. toetsing Voor de wetenschappelijke stage is een portfolio beschikbaar. De student is verantwoordelijk voor het bewaren, bijhouden en aftekenen van het portfolio. Aan het eind van de stage wordt het portfolio ingeleverd met het stageverslag, waarna door de commissie WS het eindcijfer wordt vastgesteld.
naam code coördinator voorzitter studiepunten periode doel
werkwijze
toetsing
62
ALCO 310901 drs. C.J.M. Bemelmans-Straatman (Tel.: 020-444 8028) prof.dr. Th.M. Starink (afdeling Dermatologie, tel. (020) 444 2819, e-mail:
[email protected]) 8,6 Begin cluster 1 waarbij het ALCO vooraf gaat aan de Introductie Kliniek Het aanleren en oefenen van voornamelijk algemene en enkele disciplinegebonden vaardigheden. Dit onderdeel is bedoeld om de student in praktische zin voor te bereiden op de overige co-assistentschappen. Tijdens het ALCO worden vaardigheden getraind die de student in de overige co-assistentschappen toepast en verder leert beheersen. Anamnese, algemeen lichamelijk onderzoek, speciaal lichamelijk onderzoek zoals gynaecologisch en andrologisch onderzoek, proces van medisch probleem oplossen en verslaglegging. Bij de training in het ALCO worden de vaardigheden onder begeleiding van docenten geoefend met medestudenten, simulatiepatiënten en getrainde patiënt partners. • gedurende het ALCO vinden er enkele toetsen plaats. • ook wordt het functioneren van de co-assistent mondeling besproken
Geneeskunde C'91
•
naam code studiepunten coördinator voorzitter periode doel
werkwijze
toetsing
door de docenten met de co-assistent. het ALCO wordt afgesloten met een vaardigheidstoets in de vorm van een stationsexamen.
Introductie kliniek 310902 2,9 dr. R. Perenboom (afdeling Algemene Inwendige Geneeskunde, tel. (020) 444 4307) dr. R. Perenboom 2 weken, als eerste co-assistentschap na het ALCO-schap. • Het toepassen van algemene vaardigheden in een klinische setting. Voorbereiding op de overige co-assistentschappen. • Wennen aan de rol van co-assistent en aan het werken in de kliniek. Gedurende het co-assistentschap bekwamen studenten zich in de kliniek in het afnemen van de anamnese en in het verrichten van lichamelijk onderzoek. Daarnaast breiden zij hun vaardigheden in medisch probleem oplossen, statusvoering en presenteren van patiënten uit. Dit alles onder intensieve begeleiding van specialisten van de afdelingen Inwendige Geneeskunde van het VUmc, het Sint Lucas-Andreas Ziekenhuis en het Kennemer Gasthuis in Haarlem. De beoordelingen van het functioneren van de kandidaat gedurende het coassistentschap is de basis van de eindbeoordeling. Hierbij wordt gebruikgemaakt van observaties van dat functioneren (direct dan wel met behulp van video) en de beoordelingen van status, samenvattingen en patienten presentatie.
naam code coördinator voorzitter
Inwendige Geneeskunde 310903 drs. A. Thijs prof.dr. S.A. Danner (afdeling Algemene Inwendige Geneeskunde, tel. (020) 444 4307 of (020) 444 4315) studiepunten 12,9 periode 10 weken werkwijze Studenten nemen kennis van en doen vaardigheden op van veel voorkomende problemen op het gebied van de inwendige geneeskunde. Medisch-probleemoplossen op basis van een zorgvuldige anamnese en een gedegen lichamelijk onderzoek staat hierbij centraal. Aspecten van aanvullende diagnostiek en therapie krijgen eveneens uitvoerig aandacht. Het co-assistentschap vindt in principe de eerste 6 weken plaats op een verpleegafdeling, de overige weken op de polikliniek. De co-assistenten worden betrokken bij alle werkzaamheden op deze afdelingen, daarnaaast zijn er speciaal voor hen bedoelde onderwijsmomenten, zoals patiëntenbesprekingen en observaties. Bij aanvang wordt een ingangstoets afgenomen, die niet meetelt voor de eindbeoordeling. Tijdens het coassistentschap wordt gebruik gemaakt van een logboek. In dit logboek staan enerzijds de leerdoelen uitvoerig beschreven, anderzijds kan de co-assistent zijn vorderingen hierin bijhouden. Het co-assistentschap wordt besloten met een beoordeling waarin, mede aan de hand van het logboek, het functioneren van de co-assistent wordt beschreven. Deze beoordeling telt voor de helft
Examenonderdelen
63
mee voor het eindcijfer; de andere helft wordt geleverd door de eindtoets. Het co-assistentschap kan plaatsvinden in het VUmc of in één van de geaffilieerde ziekenhuizen. toetsing Het co-schap wordt afgesloten met een schriftelijke toets (25 open casuïstiekvragen). Deze toetsing kan alleen plaatsvinden wanneer de beoordeling van het functioneren tijdens het co-assistentschap tenminste voldoende is. naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
Heelkunde 310904 P.J. van Empel (afdeling Heelkunde, tel. (020)444 4508) prof.dr. J.A. Rauwerda 12,9 10 weken De co-assistent brengt drie weken door op de heelkundige polikliniek, drie weken op de heelkundige verpleegafdeling, twee weken op spoedeisende hulp (SEH) en afsluitend een week op de afdeling Urologie en een week op de afdeling Orthopedie. Deze verschillende stages zullen via een gestructureerd programma worden doorlopen. Tijdens het co-schap zal de coassistent zelfstandig anamneses afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren bij patiënten, zoals tijdens de visites op de verpleegafdeling, op de polikliniek en tijdens de stage op de SEH. Tevens zal de co-assistent tijdens de verschillende stages assisteren bij operaties. De begeleiding zal plaatsvinden door de artsen van de verschillende afdelingen. Daarnaast zal de co-assistent voor de gehele duur van het coassistentschap Heelkunde aan een van de stafleden van de afdeling Heelkunde, Orthopedie of Urologie worden gekoppeld die zal fungeren als de zogenaamde mentor van deze co-assistent. toetsing De algemene klinische competentie van een basisarts kan worden onderverdeeld in kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. Aan het einde van het co-assistentschap Heelkunde zal de kennis van de co-assistent worden getest aan de hand van een schriftelijke toets waarin vragen worden gesteld naar aanleiding van klinische casus. De heelkundige vaardigheden, zoals opgenomen in het Raamplan 2001, worden gedurende het gehele coassistentschap geobserveerd en beoordeeld door de artsen van de verschillende afdelingen. Beoordeling van professioneel gedrag zal, naast door de artsen van de afdelingen, tevens worden gedaan door verpleegkundigen en door patiënten. Daarnaast dient de co-assistent tijdens het co-schap enkele verslagen te maken, zoals patiëntverslagen, ontslagbrieven en operatieverslagen. Voor de beoordeling van de vaardigheden, het professioneel gedrag en de verslagen is een speciaal boekje ontwikkeld waarin de verschillende beoordelingsformulieren zijn opgenomen.
naam code coördinator voorzitter studiepunten periode
64
Neurologie 310905 dr. T.J. Postma ((
[email protected])) prof.dr. J.J. Heimans (afdeling Neurologie, secretariaat tel. (020) 444 2834) 8,6 6 weken
Geneeskunde C'91
werkwijze Het co-assistentschap begint met een klinische stage van twee weken, gevolgd door een stage van twee weken bij de consultatieve dienst of op de afdeling neurochirurgie. Het co-assistentschap wordt afgesloten met een poliklinische stage van wederom twee weken. toetsing Mondelinge toetsing naar aanleiding van een door de kandidaat onderzochte patiënt. Deze toetsing vindt alleen plaats indien de beoordeling van het functioneren van de kandidaat tijdens het co-assistentschap voldoende is. naam Dermatologie code 310906 coördinator prof.dr. Th.M. Starink (afdeling Dermatologie, tel. (020) 444 2819, e-mail:
[email protected]) studiepunten 2,9 periode 2 weken werkwijze De student loopt twee weken stage in de polikliniek. Daarnaast wordt een ochtend doorgebracht in de GG&GD geslachtsziekte polikliniek, wordt meegelopen met consulten en worden zaalvisites en verrichtingen bijgewoond. Er zijn ten minste drie middagbesprekingen per week en ruime voorzieningen voor COO-onderwijs en gestructureerde zelfstudie. toetsing Zie logboek dermatologie. naam Keel-, Neus- en Oorheelkunde code 310907 coördinatoren mw.dr. A.J. Greven (afdeling KNO, tel. (020) 444 0967 / 3690); dr. R. de Bree (afdeling KNO, tel. (020) 444 0967 / 3690); drs. R.N.P.M. Rinkel (afdeling KNO, tel. (020) 444 0967 / 3690, regulier coschap KNO en contactpersoon bij afwezigheid dr. R. de Bree) voorzitters prof.dr. H.F. Mahieu (afdeling KNO, tel. (020) 444 3690); prof.dr. C.R. Leemans (afdeling KNO, tel. (020) 444 3690) studiepunten 2,9 periode 2 weken werkwijze Het co-schap wordt deels op de polikliniek en deels op de verpleegafdeling KNO-heelkunde doorgebracht. Daarnaast loopt de co-assistent stage op de operatiekamers en de subafdelingen audiologie, vestibulologie, foniatrielogopedie en allergologie. toetsing De beoordeling van het functioneren van de co-assistent tijdens het co-schap en een mondeling examen. naam Oogheelkunde code 310908 coördinatoren prof.dr. B.C.P. Polak (afdeling Oogheelkunde, tel. (020) 444 4795); prof.dr. P.J. Ringens; drs. N.M.M. Asselbergs-Brüll (020-444 4729) studiepunten 2,9 periode 2 weken werkwijze 7 dagen van het co-assistentschap worden op de polikliniek doorgebracht, 3 dagen op de afdeling, waar aandacht besteed wordt aan opnamepatiënten en oogoperaties. toetsing De beoordeling van vaardigheden, kennis en het functioneren van de coassistent tijdens het co-assistentschap.
Examenonderdelen
65
naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
toetsing
naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
66
Verloskunde en Gynaecologie 310909 drs. K.F. Heins ((020) 444 3260) prof.dr. H.P. van Geijn (afdeling Verloskunde en Gynaecologie, tel. (020) 444 3260) 11,4 8 weken Stage verloskundeafdeling, verloskamers en verloskunde-polikliniek (4 weken), stage gynaecologie/oncologie afdeling, inclusief operatiekamer, polikliniek gynaecologie (3 weken) en stage VEVO/IVF: voortplantingsendocrinologie en vruchtbaarheidsonderzoek/ in vitro fertilisatie (1 week). 1) Entreetoets van 40 open vragen op doctoraal niveau, inclusief 10 open kernvragen: de belangrijkste. Tevoren worden 100 soortgelijke vragen toegezonden ter voorbereiding: Indien < 2 wordt gescoord volgen 2 weken studieverlof. Toelating tot het coschap wanneer verbetering is opgetreden (>4). Reden voor dit beleid: een dergelijke kennisachterstand is niet in te halen tijdens deze drukke stage. Ongetwijfeld moet dan verlenging van het coschap plaatsvinden aan het eind en wordt er tijdens de stage teveel van de supervisoren gevergd. Tussen score 2 en 4 volgt herhaling van dezelfde toets na 3 weken, maar mag wel worden gestart. 2) Tussengesprek in de vijfde week ter evaluatie van professioneel gedrag, casuistiek en vaardigheden. Bespreking studentveiligheid en reflectie. 3) Voortgangstoets in de zesde week vergelijkbaar met de entreetoets, maar nu bestaande uit 10 open kernvragen, namelijk de belangrijkste vragen - tips ter bijsturing worden gegeven. Verder geen consequenties hieraan verbonden. 4) In de 8e week logboekbespreking gedurende 1 ½ uur • de afgetekende vaardigheden in het logboek • de door de co-assistent verzamelde casuistiek aan de hand waarvan hij tijdens het gesprek zijn opgedane overkoepelende kennis kan demonstreren (cijfer I) • beoordeling van professioneel gedrag middels een conceptformulier ontwikkeld door de commissie Professioneel Gedrag. (cijfer II) Bij onvoldoende beoordeling vindt verlenging van het co-schap plaats. Bij voldoende beoordeling vindt mondelinge toetsing plaats naar aanleiding van het door de kandidaat verrichte onderzoek bij een of meerdere patienten. (cijfer III). Het gemiddelde van deze drie beoordelingen vormt het eindcijfer van de volledige stage. Kindergeneeskunde 310910 dr I.J. van Wijk ((afdeling Kindergeneeskunde, tel. (020) 444 2408)) prof.dr. J.J. Roord ((afdeling Kindergeneeskunde, tel. (020) 444 2487)) 11,4 8 weken Het co-assistentschap begint gewoonlijk met een klinische stage van zes
Geneeskunde C'91
weken. Tijdens deze klinische stage worden tevens korte stages gelopen op zuigelingen- en adolescentenafdelingen. Het co-assistentschap wordt afgesloten met een poliklinische stage van 2 weken. toetsing Mondelinge toetsing naar aanleiding van het door de kandidaat verrichte onderzoek bij één of meer patiënten. Deze toetsing vindt alleen plaats indien de beoordeling van het functioneren van de kandidaat tijdens het coassistentschap positief is. naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
Psychiatrie 310911 drs. D.J.F. van Schaik (afdeling Psychiatrie, tel. (020) 573 6600) prof.dr. A.J.L.M. van Balkom (afdeling Psychiatrie, tel. (020) 573 6600) 8,6 6 weken Het volgen van het co-assistentschap is mogelijk op een klinische-, poliklinische- of consultatieve of ambulante afdeling. toetsing Mondelinge toetsing naar aanleiding van het door de kandidaat verrichte onderzoek bij een of meer patiënten. Deze toetsing vindt alleen plaats indien de beoordeling van het functioneren van de kandidaat tijdens het coassistentschap positief is.
naam code coördinator studiepunten periode werkwijze
Sociale geneeskunde 310912 drs. M.B.M. Soethout (afdeling Sociale geneeskunde, tel. (020) 444 8384) 2,9 2 weken Het co-assistentschap Sociale Geneeskunde omvat een facultaire introductiedag en afsluitingsdag en een praktijkstage bij één van de onderstaande diensten/instellingen. • Arbodienst (bedrijfsgezondheidszorg); • GGD-instelling (jeugd- en/of algemene gezondheidszorg); • UWV-instelling (verzekeringsgeneeskunde); • Jeugdgezondheidszorg 0 - 4 jaar. toetsing De beoordeling van het functioneren van de co-assistent tijdens het coassistentschap en een presentatie tijdens de afsluitende bijeenkomst.
naam code coördinator secretariaat studiepunten periode doel
Huisartsgeneeskunde 310913 drs. H.J.V. Kolstee mw.drs. G.E. Spin (tel. (020) 444 8244) 8,6 6 weken Doel van het co-assistentschap is door middel van observatie, reflectie en toepassen van vaardigheden, inzicht te verwerven in de spilfunctie van de huisarts in de gezondheidszorg buiten de muren van het ziekenhuis. Daarnaast gaat het om het geïntegreerd toepassen van in de coassistentschappen getrainde vaardigheden in de eerstelijnssituatie. werkwijze Het co-assistentschap duurt zes weken en vindt plaats nadat de meeste klinische co-assistentschappen zijn gevolgd. Het co-assistenschap vindt plaats in een door de afdeling toegewezen praktijk. De geaffilieerde
Examenonderdelen
67
praktijken maken deel uit van het huisartsennetwerk van het VUmc. Bij uizondering kan de student zelf een praktijk zoeken.Voor meer informatie, zie website http://www.vumc.nl/hag_coschap toetsing Mondelinge toetsing naar aanleiding van door de kandidaat bij drie patiënten verrichte spreekuurconsulten, aan de hand van registratie van anamnese, hulpvraag, diagnostiek, beleid en reflectie daarop. Een referaat en een patiëntbespreking te houden tijdens de terugkomdagen moeten als voldoende beoordeeld zijn. Deze toetsing vindt alleen plaats indien de beoordeling van het functioneren van de kandidaat tijdens het co-assistentschap positief is. naam code coördinator secretariaat studiepunten periode werkwijze
68
Oudste co-schap 310914 M.A. Westerhof (
[email protected]; 020-444 9626) mw. J.W. van Klingeren ((Tel.: (020) 444 6661,
[email protected])) 11,4 8 weken Het oudste co-schap vormt de afsluiting van de opleiding tot basisarts. In dit co-schap vindt integratie van de algemene eindtermen en vaardigheden plaats. Daarnaast is het ook met nadruk een co-schap waarin attitude en sociale vaardigheden aandacht kunnen krijgen. Het oudste co-schap is dus niet zozeer toegespitst op het uitbreiden van de kennis maar meer bedoeld om de kennis en vaardigheden opgedaan in de voorafgaande reguliere coschappen in praktijk te brengen. Er bestaat een grotere eigen verantwoordelijkheid voor het medisch handelen en voor het op eindniveau toepassen van algemene vaardigheden zoals de algemene anamnese, het lichamelijk onderzoek, het opstellen van een beleidsplan en het evalueren van het behandelingsresultaat. De co-assistent treedt op als zelfstandig functionerend arts en draagt als zaalarts de verantwoordelijkheid voor 'eigen' patiënten. Het oudste co-schap wordt als laatste co-assistentschap gevolgd en wordt afgesloten met een beoordeling door begeleider en verpleegkundige. Dit betreft niet alleen een beoordeling van het medisch handelen, maar een beoordeling waarin juist ook de overige competenties nadrukkelijk worden betrokken Het oudste co-assistentschap kan worden gevolgd in de disciplines: Cardiologie, Geriatrie, Huisartsgeneeskunde, Heelkunde, IC-Geneeskunde, Interne Geneeskunde, Interne Geneeskunde/Oncologie, Kinderchirurgie, Kindergeneeskunde, KNO, Longziekten, MDL Nefrologie, Neurologie, Orthopedische Chirurgie, Plastische Chirurgie, Psychiatrie, Reumatologie, Sociale Geneeskunde, Urologie, Verloskunde & gynaecologie en Verpleeghuisgeneeskunde. Het onderwijsinstituut beschikt over een lijst van stageplaatsen. Deze plaatsen zijn getoetst aan de hand van een lijst met criteria vastgesteld door de 'Werkgroep oudste co-schap' die de kwaliteit van dit co-schap bewaakt. Slechts bij uitzondering kan, in overleg met de coördinator klinisch onderwijs, afgeweken worden van de lijst van erkende plaatsen op voorwaarde dat de gewenste stageplaats voldoet aan de door de werkgroep gestelde eisen. De aanmeldingsprocedure voor het oudste co-assistentschap wordt toegelicht in de Onderwijsinformatie Co-fase en op de website. Medio halverwege uw co-assistentschappen zult u een brief ontvangen om u te attenderen op de
Geneeskunde C'91
start van de procedure door middel van het verzoek een aanmeldingsformulier in te vullen en te retourneren. Indien uw coassistentschappenrooster daartoe aanleiding geeft, verzoeken wij u zelf voor die tijd contact op te nemen. naam code coördinator studiepunten periode werkwijze
Keuze co-schappen 310915 mw.drs. A.R. Jacobs ((Tel.:(020)-444 8011,
[email protected])) 8,6 6 weken De totale omvang van de keuzeco-assistentschappen is minimaal vijf weken. De student kan een keuzeco-assistentschap uitsluitend volgen in de perioden buiten de programmadata vermeld op het co-assistentschapprogramma. Een keuzeco-assistentschap kan in de meeste gevallen pas gevolgd worden nadat in elk geval het co-assistentschap inwendige geneeskunde gevolgd is, terwijl voor deelspecialistische vakken bovendien eerst het co-assistentschap in het specialisme zelf gevolgd moet zijn. Studenten dienen in principe het keuzeco-assistentschap te volgen in het VUmc of een door de faculteit erkend keuzeco-assistentschap bij en externe instelling of afdeling. De student die een keuzeco-assistentschap wil volgen, dient hiervoor zelf contact op te nemen met de betreffende afdeling. Indien een student een eigen plaats vindt, zal hij hiervoor vooraf toestemming moeten vragen bij de onderwijscoördinator van de afdeling waaronder het desbetreffend coassistentschap valt. Hiervoor is een formulier verkrijgbaar bij het Service centrum geneeskunde. Nadat de afdeling besluit dat de stage voldoet aan de eisen van een keuzeco-assistentschap en het formulier voor akkoord tekent, kan de student het keuzeco-assistentschap gaan volgen. Zie voor verdere voorwaarden, alsmede een lijst met curriculaire keuzeco-assistentschappen de internetsite Blackboard. toetsing De beoordeling van het functioneren van de co-assistent tijdens het coassistentschap.
naam SOO (Stage-overstijgend onderwijs) code 310916 coördinatoren mw.drs. A.R. Jacobs (Klinisch Onderwijs (tel. 020-444 8011, e-mail:
[email protected])); mw.drs J. Jeltes (Afdeling Medische Psychlogie, tel.: 020-444 8227, e-mail:
[email protected]) secretariaat mw. J.W. van Klingeren (Tel. (020)-444 6661; e-mail:
[email protected]) studiepunten 4,3 Reflectieonderwijs periode Het thema- en ethiekonderwijs bestaat uit 9 themabijeenkomsten en 3 ethiekbijeenkomsten. Deze 12 bijeenkomsten worden verdeeld over 6 terugkomdagen, die door het onderwijsinstituut worden geprogrammeerd op de vrijdagen in de oneven weken. Studenten hebben deze terugkomdagen in de 2e of 3e week (in de oneven week) van de co-assistentschappen inwendige geneeskunde, heelkunde, neurologie, psychiatrie, verloskunde & gynaecologie en kindergeneeskunde. Tijdens de twee jaar co-schappen komt de (voormalige) ALCO-groep acht keer bij elkaar onder begeleiding van een arts en een medisch psycholoog (in
Examenonderdelen
69
principe de tutor en de monitor van de ALCO-groep) om te reflecteren op de eigen casuìstiek. Het reflectieonderwijs vindt plaats in de ALCO-groepssamenstelling. De 6 bijeenkomsten vinden plaats op dinsdagmiddag van 15.00 - 17.00 uur. werkwijze SOO heeft tot doel het bevorderen van het integratieve denken bij het klinisch handelen van studenten en schept aandacht voor aspecten die in de huidige uitoefening van de geneeskunde van belang zijn, maar door programmering van disciplinegebonden co-assistentschappen geen herkenbare plaats innemen. Het SOO omvat themabijeenkomsten over multidisciplinaire medische onderwerpen, bijeenkomsten medische ethiek en reflectiebijeenkomsten. De doelstellingen van het reflectieonderwijs zijn: • leren reflecteren op het eigen medisch handelen in de praktijk; • inzicht verwerven in de invloed van eigen attitude, normen en waarden op het eigen medisch handelen; • Steun ondervinden van groepsgenoten en begeleiders bij het functioneren in de co-schappen naam Ouder worden code 310982 voorzitters drs. O.J. de Vries (vice- voorzitter, Geriatrie, tel. (020) 444 4309); prof.dr. M.W. Ribbe (Voorzitter Verpleeghuisgeneeskunde, tel. (020) 444 8320) studiepunten 4,3 docenten drs. O.J. de Vries (Klinische Geriatrie); prof.dr. M.W. Ribbe (Verpleeghuisgeneeskunde); prof.dr. D.J.H. Deeg (Sociale Geneeskunde); dr. D. de Jong (Heelkunde); prof.dr. G.J. Tangelder (Fysiologie); prof.dr. Ph. Scheltens (Neurologie); drs. R. Dap (Huisartsgeneeskunde); drs. D. van Zanten (Medische Psychologie); prof.dr. P. Eikelenboom (Psychiatrie) doel Aan het eind van het blok heeft de student kennis en inzicht in: • I/T-niveau in de belangrijkste verouderingstheorieën, morfologische, functionele en psychosociale veranderingen ten gevolge van primaire en secundaire verouderingsprocessen, en inzicht in de morbiditeitspatronen en daarmee samenhangend beleid. • het belang van de factor 'oud zijn' bij hulpverlening aan ouderen in al zijn aspecten kan benoemen en bij het oplossen van klinische problemen daarmee rekening kan houden. • de gezondheidsproblematiek van ouderen (aandoeningen, ziekten, stoornissen, beperkingen en handicaps, mede tegen de achtergrond van de woon/verblijfsituatie van de patiënt) en het oefenen en verkrijgen van vaardigheden in het klinisch denken en handelen aangaande hulpverlening aan ouderen. werkwijze • Het blok bestaat uit negen dagdelen: Er is één inleidend en één afsluitend dagdeel, met daartussen vijf werkgroepen en verschillende 'thema dagdelen' (zie syllabus blok Ouder Worden). De vijf werkgroepen zijn gebaseerd op casuïstiek waarin de meest belangrijke geriatrische en verpleeghuisgeneeskundige problematiek aan de orde komt. DEZE WERKGROEPEN ZIJN VERPLICHT! GEEN ENKELE WERKGROEP MAG GEMIST WORDEN. HET NIET NAKOMEN VAN DEZE
70
Geneeskunde C'91
VERPLICHTINGEN KAN LEIDEN TOT STUDIEVERTRAGING. De opbouw van een werkgroep-dagdeel is als volgt: In de twee eerste (college) uren wordt in kleine groepen gewerkt. In deze tijd wordt een geriatrische casus stapsgewijs doorgewerkt onder begeleiding van een arts uit de ouderengeneeskunde. In de twee college uren daarna worden de thema's verder uitgediept, die in de werkgroep aan de orde zijn geweest en/of wordt een patiënteninterview gehouden. • Het laatste dagdeel wordt besteed aan proeftoetsing: oefenen van examenvragen (zie syllabus blok Ouder Worden). literatuur • Het leerboek is: Inleiding gerontologie en geriatrie,vierde druk 2004, F. Eulderink, T.J. Heeren, D.L. Knook, G.J. Ligthart. Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN 9031342645. • De syllabus blok Ouder Worden • De stof behorende bij de 5 werkgroep-casussen. • De blackboardcursus van blok Ouder Worden • Het collegedeel van de medische psychologie wordt vervangen door een computeronderwijsprogramma waar een taak aan vastzit met vragen psychologie (zie onder toets hierna). toetsing Het tentamen bestaat uit 37 multiple choice vragen en 29 (semi-) open vragen. In de syllabus blok Ouder Worden is een oefententamen opgenomen. Voor het onderdeel Medische Psychologie is een computerondersteund programma gemaakt dat door de student volledig moet worden gemaakt, inclusief vier vragen. De uitgewerkte opdracht moet vóór elke tentamenkans bij de afdeling Medische Psychologie binnen zijn. Ieder student dient het programma uit te voeren. Het tentamencijfer voor blok Ouder Worden wordt pas vrijgegeven wanneer de docent psychologie de uitwerking van de opdracht heeft ontvangen en voldoende heeft beoordeeld. •
Examenonderdelen
71
9
72
Beschrijving van de co-schappen Vakcode Vaknaam
Stp. Periode
310901
ALCO
8,6 Begin cluster 1 waarbij het ALCO vooraf gaat aan de Introductie Kliniek
310902
Introductie kliniek
2,9 2 weken, als eerste co-assistentschap na het ALCO-schap.
310903
Inwendige Geneeskunde
12,9 10 weken
310904
Heelkunde
12,9 10 weken
310905
Neurologie
8,6 6 weken
310906
Dermatologie
2,9 2 weken
310907
Keel-, Neus- en Oorheelkunde
2,9 2 weken
310908
Oogheelkunde
2,9 2 weken
310909
Verloskunde en Gynaecologie
11,4 8 weken
310910
Kindergeneeskunde
11,4 8 weken
310911
Psychiatrie
8,6 6 weken
310912
Sociale geneeskunde
2,9 2 weken
310913
Huisartsgeneeskunde
8,6 6 weken
310914
Oudste co-schap
310915
Keuze co-schappen
8,6 6 weken
310916
SOO (Stage-overstijgend onderwijs)
4,3 Het thema- en ethiekonderwijs bestaat uit 9 themabijeenkomsten en 3 ethiekbijeenkomsten. Deze 12 bijeenkomsten worden verdeeld over 6 terugkomdagen, die door het onderwijsinstituut worden geprogrammeerd op de vrijdagen in de oneven weken. Studenten hebben deze terugkomdagen in de 2e of 3e week (in de oneven week) van de coassistentschappen inwendige geneeskunde, heelkunde, neurologie, psychiatrie, verloskunde & gynaecologie en kindergeneeskunde. Tijdens de twee jaar co-schappen komt de (voormalige) ALCO-groep acht keer bij elkaar onder begeleiding van een arts en een medisch psycholoog (in principe de tutor en de monitor van de ALCOgroep) om te reflecteren op de eigen casuìstiek. Het reflectieonderwijs vindt plaats in de ALCO-groepssamenstelling. De 6 bijeenkomsten vinden plaats op dinsdagmiddag van 15.00 - 17.00 uur.
Geneeskunde C'91
11,4 8 weken
naam code coördinator voorzitter studiepunten periode doel
werkwijze
toetsing
naam code studiepunten coördinator voorzitter periode doel
werkwijze
toetsing
ALCO 310901 drs. C.J.M. Bemelmans-Straatman (Tel.: 020-444 8028) prof.dr. Th.M. Starink (afdeling Dermatologie, tel. (020) 444 2819, e-mail:
[email protected]) 8,6 Begin cluster 1 waarbij het ALCO vooraf gaat aan de Introductie Kliniek Het aanleren en oefenen van voornamelijk algemene en enkele disciplinegebonden vaardigheden. Dit onderdeel is bedoeld om de student in praktische zin voor te bereiden op de overige co-assistentschappen. Tijdens het ALCO worden vaardigheden getraind die de student in de overige co-assistentschappen toepast en verder leert beheersen. Anamnese, algemeen lichamelijk onderzoek, speciaal lichamelijk onderzoek zoals gynaecologisch en andrologisch onderzoek, proces van medisch probleem oplossen en verslaglegging. Bij de training in het ALCO worden de vaardigheden onder begeleiding van docenten geoefend met medestudenten, simulatiepatiënten en getrainde patiënt partners. • gedurende het ALCO vinden er enkele toetsen plaats. • ook wordt het functioneren van de co-assistent mondeling besproken door de docenten met de co-assistent. • het ALCO wordt afgesloten met een vaardigheidstoets in de vorm van een stationsexamen. Introductie kliniek 310902 2,9 dr. R. Perenboom (afdeling Algemene Inwendige Geneeskunde, tel. (020) 444 4307) dr. R. Perenboom 2 weken, als eerste co-assistentschap na het ALCO-schap. • Het toepassen van algemene vaardigheden in een klinische setting. Voorbereiding op de overige co-assistentschappen. • Wennen aan de rol van co-assistent en aan het werken in de kliniek. Gedurende het co-assistentschap bekwamen studenten zich in de kliniek in het afnemen van de anamnese en in het verrichten van lichamelijk onderzoek. Daarnaast breiden zij hun vaardigheden in medisch probleem oplossen, statusvoering en presenteren van patiënten uit. Dit alles onder intensieve begeleiding van specialisten van de afdelingen Inwendige Geneeskunde van het VUmc, het Sint Lucas-Andreas Ziekenhuis en het Kennemer Gasthuis in Haarlem. De beoordelingen van het functioneren van de kandidaat gedurende het coassistentschap is de basis van de eindbeoordeling. Hierbij wordt gebruikgemaakt van observaties van dat functioneren (direct dan wel met behulp van video) en de beoordelingen van status, samenvattingen en patienten presentatie.
naam Inwendige Geneeskunde code 310903 coördinator drs. A. Thijs
Beschrijving van de co-schappen
73
voorzitter prof.dr. S.A. Danner (afdeling Algemene Inwendige Geneeskunde, tel. (020) 444 4307 of (020) 444 4315) studiepunten 12,9 periode 10 weken werkwijze Studenten nemen kennis van en doen vaardigheden op van veel voorkomende problemen op het gebied van de inwendige geneeskunde. Medisch-probleemoplossen op basis van een zorgvuldige anamnese en een gedegen lichamelijk onderzoek staat hierbij centraal. Aspecten van aanvullende diagnostiek en therapie krijgen eveneens uitvoerig aandacht. Het co-assistentschap vindt in principe de eerste 6 weken plaats op een verpleegafdeling, de overige weken op de polikliniek. De co-assistenten worden betrokken bij alle werkzaamheden op deze afdelingen, daarnaaast zijn er speciaal voor hen bedoelde onderwijsmomenten, zoals patiëntenbesprekingen en observaties. Bij aanvang wordt een ingangstoets afgenomen, die niet meetelt voor de eindbeoordeling. Tijdens het coassistentschap wordt gebruik gemaakt van een logboek. In dit logboek staan enerzijds de leerdoelen uitvoerig beschreven, anderzijds kan de co-assistent zijn vorderingen hierin bijhouden. Het co-assistentschap wordt besloten met een beoordeling waarin, mede aan de hand van het logboek, het functioneren van de co-assistent wordt beschreven. Deze beoordeling telt voor de helft mee voor het eindcijfer; de andere helft wordt geleverd door de eindtoets. Het co-assistentschap kan plaatsvinden in het VUmc of in één van de geaffilieerde ziekenhuizen. toetsing Het co-schap wordt afgesloten met een schriftelijke toets (25 open casuïstiekvragen). Deze toetsing kan alleen plaatsvinden wanneer de beoordeling van het functioneren tijdens het co-assistentschap tenminste voldoende is. naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
Heelkunde 310904 P.J. van Empel (afdeling Heelkunde, tel. (020)444 4508) prof.dr. J.A. Rauwerda 12,9 10 weken De co-assistent brengt drie weken door op de heelkundige polikliniek, drie weken op de heelkundige verpleegafdeling, twee weken op spoedeisende hulp (SEH) en afsluitend een week op de afdeling Urologie en een week op de afdeling Orthopedie. Deze verschillende stages zullen via een gestructureerd programma worden doorlopen. Tijdens het co-schap zal de coassistent zelfstandig anamneses afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren bij patiënten, zoals tijdens de visites op de verpleegafdeling, op de polikliniek en tijdens de stage op de SEH. Tevens zal de co-assistent tijdens de verschillende stages assisteren bij operaties. De begeleiding zal plaatsvinden door de artsen van de verschillende afdelingen. Daarnaast zal de co-assistent voor de gehele duur van het coassistentschap Heelkunde aan een van de stafleden van de afdeling Heelkunde, Orthopedie of Urologie worden gekoppeld die zal fungeren als de zogenaamde mentor van deze co-assistent. toetsing De algemene klinische competentie van een basisarts kan worden onderverdeeld in kennis, vaardigheden en professioneel gedrag. Aan het
74
Geneeskunde C'91
einde van het co-assistentschap Heelkunde zal de kennis van de co-assistent worden getest aan de hand van een schriftelijke toets waarin vragen worden gesteld naar aanleiding van klinische casus. De heelkundige vaardigheden, zoals opgenomen in het Raamplan 2001, worden gedurende het gehele coassistentschap geobserveerd en beoordeeld door de artsen van de verschillende afdelingen. Beoordeling van professioneel gedrag zal, naast door de artsen van de afdelingen, tevens worden gedaan door verpleegkundigen en door patiënten. Daarnaast dient de co-assistent tijdens het co-schap enkele verslagen te maken, zoals patiëntverslagen, ontslagbrieven en operatieverslagen. Voor de beoordeling van de vaardigheden, het professioneel gedrag en de verslagen is een speciaal boekje ontwikkeld waarin de verschillende beoordelingsformulieren zijn opgenomen. naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
Neurologie 310905 dr. T.J. Postma ((
[email protected])) prof.dr. J.J. Heimans (afdeling Neurologie, secretariaat tel. (020) 444 2834) 8,6 6 weken Het co-assistentschap begint met een klinische stage van twee weken, gevolgd door een stage van twee weken bij de consultatieve dienst of op de afdeling neurochirurgie. Het co-assistentschap wordt afgesloten met een poliklinische stage van wederom twee weken. toetsing Mondelinge toetsing naar aanleiding van een door de kandidaat onderzochte patiënt. Deze toetsing vindt alleen plaats indien de beoordeling van het functioneren van de kandidaat tijdens het co-assistentschap voldoende is.
naam Dermatologie code 310906 coördinator prof.dr. Th.M. Starink (afdeling Dermatologie, tel. (020) 444 2819, e-mail:
[email protected]) studiepunten 2,9 periode 2 weken werkwijze De student loopt twee weken stage in de polikliniek. Daarnaast wordt een ochtend doorgebracht in de GG&GD geslachtsziekte polikliniek, wordt meegelopen met consulten en worden zaalvisites en verrichtingen bijgewoond. Er zijn ten minste drie middagbesprekingen per week en ruime voorzieningen voor COO-onderwijs en gestructureerde zelfstudie. toetsing Zie logboek dermatologie. naam Keel-, Neus- en Oorheelkunde code 310907 coördinatoren mw.dr. A.J. Greven (afdeling KNO, tel. (020) 444 0967 / 3690); dr. R. de Bree (afdeling KNO, tel. (020) 444 0967 / 3690); drs. R.N.P.M. Rinkel (afdeling KNO, tel. (020) 444 0967 / 3690, regulier coschap KNO en contactpersoon bij afwezigheid dr. R. de Bree) voorzitters prof.dr. H.F. Mahieu (afdeling KNO, tel. (020) 444 3690); prof.dr. C.R. Leemans (afdeling KNO, tel. (020) 444 3690) studiepunten 2,9
Beschrijving van de co-schappen
75
periode 2 weken werkwijze Het co-schap wordt deels op de polikliniek en deels op de verpleegafdeling KNO-heelkunde doorgebracht. Daarnaast loopt de co-assistent stage op de operatiekamers en de subafdelingen audiologie, vestibulologie, foniatrielogopedie en allergologie. toetsing De beoordeling van het functioneren van de co-assistent tijdens het co-schap en een mondeling examen. naam Oogheelkunde code 310908 coördinatoren prof.dr. B.C.P. Polak (afdeling Oogheelkunde, tel. (020) 444 4795); prof.dr. P.J. Ringens; drs. N.M.M. Asselbergs-Brüll (020-444 4729) studiepunten 2,9 periode 2 weken werkwijze 7 dagen van het co-assistentschap worden op de polikliniek doorgebracht, 3 dagen op de afdeling, waar aandacht besteed wordt aan opnamepatiënten en oogoperaties. toetsing De beoordeling van vaardigheden, kennis en het functioneren van de coassistent tijdens het co-assistentschap. naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
toetsing
76
Verloskunde en Gynaecologie 310909 drs. K.F. Heins ((020) 444 3260) prof.dr. H.P. van Geijn (afdeling Verloskunde en Gynaecologie, tel. (020) 444 3260) 11,4 8 weken Stage verloskundeafdeling, verloskamers en verloskunde-polikliniek (4 weken), stage gynaecologie/oncologie afdeling, inclusief operatiekamer, polikliniek gynaecologie (3 weken) en stage VEVO/IVF: voortplantingsendocrinologie en vruchtbaarheidsonderzoek/ in vitro fertilisatie (1 week). toetsing 1) Entreetoets van 40 open vragen op doctoraal niveau, inclusief 10 open kernvragen: de belangrijkste. Tevoren worden 100 soortgelijke vragen toegezonden ter voorbereiding: Indien < 2 wordt gescoord volgen 2 weken studieverlof. Toelating tot het coschap wanneer verbetering is opgetreden (>4). Reden voor dit beleid: een dergelijke kennisachterstand is niet in te halen tijdens deze drukke stage. Ongetwijfeld moet dan verlenging van het coschap plaatsvinden aan het eind en wordt er tijdens de stage teveel van de supervisoren gevergd. Tussen score 2 en 4 volgt herhaling van dezelfde toets na 3 weken, maar mag wel worden gestart. 2) Tussengesprek in de vijfde week ter evaluatie van professioneel gedrag, casuistiek en vaardigheden. Bespreking studentveiligheid en reflectie. 3) Voortgangstoets in de zesde week vergelijkbaar met de entreetoets, maar nu bestaande uit 10 open kernvragen, namelijk de belangrijkste vragen - tips ter bijsturing worden gegeven. Verder geen consequenties hieraan verbonden.
Geneeskunde C'91
4) In de 8e week logboekbespreking gedurende 1 ½ uur • de afgetekende vaardigheden in het logboek • de door de co-assistent verzamelde casuistiek aan de hand waarvan hij tijdens het gesprek zijn opgedane overkoepelende kennis kan demonstreren (cijfer I) • beoordeling van professioneel gedrag middels een conceptformulier ontwikkeld door de commissie Professioneel Gedrag. (cijfer II) Bij onvoldoende beoordeling vindt verlenging van het co-schap plaats. Bij voldoende beoordeling vindt mondelinge toetsing plaats naar aanleiding van het door de kandidaat verrichte onderzoek bij een of meerdere patienten. (cijfer III). Het gemiddelde van deze drie beoordelingen vormt het eindcijfer van de volledige stage. naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
Kindergeneeskunde 310910 dr I.J. van Wijk ((afdeling Kindergeneeskunde, tel. (020) 444 2408)) prof.dr. J.J. Roord ((afdeling Kindergeneeskunde, tel. (020) 444 2487)) 11,4 8 weken Het co-assistentschap begint gewoonlijk met een klinische stage van zes weken. Tijdens deze klinische stage worden tevens korte stages gelopen op zuigelingen- en adolescentenafdelingen. Het co-assistentschap wordt afgesloten met een poliklinische stage van 2 weken. toetsing Mondelinge toetsing naar aanleiding van het door de kandidaat verrichte onderzoek bij één of meer patiënten. Deze toetsing vindt alleen plaats indien de beoordeling van het functioneren van de kandidaat tijdens het coassistentschap positief is.
naam code coördinator voorzitter studiepunten periode werkwijze
Psychiatrie 310911 drs. D.J.F. van Schaik (afdeling Psychiatrie, tel. (020) 573 6600) prof.dr. A.J.L.M. van Balkom (afdeling Psychiatrie, tel. (020) 573 6600) 8,6 6 weken Het volgen van het co-assistentschap is mogelijk op een klinische-, poliklinische- of consultatieve of ambulante afdeling. toetsing Mondelinge toetsing naar aanleiding van het door de kandidaat verrichte onderzoek bij een of meer patiënten. Deze toetsing vindt alleen plaats indien de beoordeling van het functioneren van de kandidaat tijdens het coassistentschap positief is.
naam code coördinator studiepunten periode werkwijze
Sociale geneeskunde 310912 drs. M.B.M. Soethout (afdeling Sociale geneeskunde, tel. (020) 444 8384) 2,9 2 weken Het co-assistentschap Sociale Geneeskunde omvat een facultaire introductiedag en afsluitingsdag en een praktijkstage bij één van de onderstaande diensten/instellingen.
Beschrijving van de co-schappen
77
•
Arbodienst (bedrijfsgezondheidszorg); GGD-instelling (jeugd- en/of algemene gezondheidszorg); • UWV-instelling (verzekeringsgeneeskunde); • Jeugdgezondheidszorg 0 - 4 jaar. toetsing De beoordeling van het functioneren van de co-assistent tijdens het coassistentschap en een presentatie tijdens de afsluitende bijeenkomst. •
naam code coördinator secretariaat studiepunten periode doel
Huisartsgeneeskunde 310913 drs. H.J.V. Kolstee mw.drs. G.E. Spin (tel. (020) 444 8244) 8,6 6 weken Doel van het co-assistentschap is door middel van observatie, reflectie en toepassen van vaardigheden, inzicht te verwerven in de spilfunctie van de huisarts in de gezondheidszorg buiten de muren van het ziekenhuis. Daarnaast gaat het om het geïntegreerd toepassen van in de coassistentschappen getrainde vaardigheden in de eerstelijnssituatie. werkwijze Het co-assistentschap duurt zes weken en vindt plaats nadat de meeste klinische co-assistentschappen zijn gevolgd. Het co-assistenschap vindt plaats in een door de afdeling toegewezen praktijk. De geaffilieerde praktijken maken deel uit van het huisartsennetwerk van het VUmc. Bij uizondering kan de student zelf een praktijk zoeken.Voor meer informatie, zie website http://www.vumc.nl/hag_coschap toetsing Mondelinge toetsing naar aanleiding van door de kandidaat bij drie patiënten verrichte spreekuurconsulten, aan de hand van registratie van anamnese, hulpvraag, diagnostiek, beleid en reflectie daarop. Een referaat en een patiëntbespreking te houden tijdens de terugkomdagen moeten als voldoende beoordeeld zijn. Deze toetsing vindt alleen plaats indien de beoordeling van het functioneren van de kandidaat tijdens het co-assistentschap positief is.
naam code coördinator secretariaat studiepunten periode werkwijze
78
Oudste co-schap 310914 M.A. Westerhof (
[email protected]; 020-444 9626) mw. J.W. van Klingeren ((Tel.: (020) 444 6661,
[email protected])) 11,4 8 weken Het oudste co-schap vormt de afsluiting van de opleiding tot basisarts. In dit co-schap vindt integratie van de algemene eindtermen en vaardigheden plaats. Daarnaast is het ook met nadruk een co-schap waarin attitude en sociale vaardigheden aandacht kunnen krijgen. Het oudste co-schap is dus niet zozeer toegespitst op het uitbreiden van de kennis maar meer bedoeld om de kennis en vaardigheden opgedaan in de voorafgaande reguliere coschappen in praktijk te brengen. Er bestaat een grotere eigen verantwoordelijkheid voor het medisch handelen en voor het op eindniveau toepassen van algemene vaardigheden zoals de algemene anamnese, het lichamelijk onderzoek, het opstellen van een beleidsplan en het evalueren van het behandelingsresultaat. De co-assistent treedt op als zelfstandig functionerend arts en draagt als zaalarts de verantwoordelijkheid voor 'eigen' patiënten. Het oudste co-schap wordt als laatste co-assistentschap gevolgd en
Geneeskunde C'91
wordt afgesloten met een beoordeling door begeleider en verpleegkundige. Dit betreft niet alleen een beoordeling van het medisch handelen, maar een beoordeling waarin juist ook de overige competenties nadrukkelijk worden betrokken Het oudste co-assistentschap kan worden gevolgd in de disciplines: Cardiologie, Geriatrie, Huisartsgeneeskunde, Heelkunde, IC-Geneeskunde, Interne Geneeskunde, Interne Geneeskunde/Oncologie, Kinderchirurgie, Kindergeneeskunde, KNO, Longziekten, MDL Nefrologie, Neurologie, Orthopedische Chirurgie, Plastische Chirurgie, Psychiatrie, Reumatologie, Sociale Geneeskunde, Urologie, Verloskunde & gynaecologie en Verpleeghuisgeneeskunde. Het onderwijsinstituut beschikt over een lijst van stageplaatsen. Deze plaatsen zijn getoetst aan de hand van een lijst met criteria vastgesteld door de 'Werkgroep oudste co-schap' die de kwaliteit van dit co-schap bewaakt. Slechts bij uitzondering kan, in overleg met de coördinator klinisch onderwijs, afgeweken worden van de lijst van erkende plaatsen op voorwaarde dat de gewenste stageplaats voldoet aan de door de werkgroep gestelde eisen. De aanmeldingsprocedure voor het oudste co-assistentschap wordt toegelicht in de Onderwijsinformatie Co-fase en op de website. Medio halverwege uw co-assistentschappen zult u een brief ontvangen om u te attenderen op de start van de procedure door middel van het verzoek een aanmeldingsformulier in te vullen en te retourneren. Indien uw coassistentschappenrooster daartoe aanleiding geeft, verzoeken wij u zelf voor die tijd contact op te nemen. naam code coördinator studiepunten periode werkwijze
Keuze co-schappen 310915 mw.drs. A.R. Jacobs ((Tel.:(020)-444 8011,
[email protected])) 8,6 6 weken De totale omvang van de keuzeco-assistentschappen is minimaal vijf weken. De student kan een keuzeco-assistentschap uitsluitend volgen in de perioden buiten de programmadata vermeld op het co-assistentschapprogramma. Een keuzeco-assistentschap kan in de meeste gevallen pas gevolgd worden nadat in elk geval het co-assistentschap inwendige geneeskunde gevolgd is, terwijl voor deelspecialistische vakken bovendien eerst het co-assistentschap in het specialisme zelf gevolgd moet zijn. Studenten dienen in principe het keuzeco-assistentschap te volgen in het VUmc of een door de faculteit erkend keuzeco-assistentschap bij en externe instelling of afdeling. De student die een keuzeco-assistentschap wil volgen, dient hiervoor zelf contact op te nemen met de betreffende afdeling. Indien een student een eigen plaats vindt, zal hij hiervoor vooraf toestemming moeten vragen bij de onderwijscoördinator van de afdeling waaronder het desbetreffend coassistentschap valt. Hiervoor is een formulier verkrijgbaar bij het Service centrum geneeskunde. Nadat de afdeling besluit dat de stage voldoet aan de eisen van een keuzeco-assistentschap en het formulier voor akkoord tekent, kan de student het keuzeco-assistentschap gaan volgen. Zie voor verdere voorwaarden, alsmede een lijst met curriculaire keuzeco-assistentschappen de internetsite Blackboard.
Beschrijving van de co-schappen
79
toetsing De beoordeling van het functioneren van de co-assistent tijdens het coassistentschap. naam SOO (Stage-overstijgend onderwijs) code 310916 coördinatoren mw.drs. A.R. Jacobs (Klinisch Onderwijs (tel. 020-444 8011, e-mail:
[email protected])); mw.drs J. Jeltes (Afdeling Medische Psychlogie, tel.: 020-444 8227, e-mail:
[email protected]) secretariaat mw. J.W. van Klingeren (Tel. (020)-444 6661; e-mail:
[email protected]) studiepunten 4,3 Reflectieonderwijs periode Het thema- en ethiekonderwijs bestaat uit 9 themabijeenkomsten en 3 ethiekbijeenkomsten. Deze 12 bijeenkomsten worden verdeeld over 6 terugkomdagen, die door het onderwijsinstituut worden geprogrammeerd op de vrijdagen in de oneven weken. Studenten hebben deze terugkomdagen in de 2e of 3e week (in de oneven week) van de co-assistentschappen inwendige geneeskunde, heelkunde, neurologie, psychiatrie, verloskunde & gynaecologie en kindergeneeskunde. Tijdens de twee jaar co-schappen komt de (voormalige) ALCO-groep acht keer bij elkaar onder begeleiding van een arts en een medisch psycholoog (in principe de tutor en de monitor van de ALCO-groep) om te reflecteren op de eigen casuìstiek. Het reflectieonderwijs vindt plaats in de ALCO-groepssamenstelling. De 6 bijeenkomsten vinden plaats op dinsdagmiddag van 15.00 - 17.00 uur. werkwijze SOO heeft tot doel het bevorderen van het integratieve denken bij het klinisch handelen van studenten en schept aandacht voor aspecten die in de huidige uitoefening van de geneeskunde van belang zijn, maar door programmering van disciplinegebonden co-assistentschappen geen herkenbare plaats innemen. Het SOO omvat themabijeenkomsten over multidisciplinaire medische onderwerpen, bijeenkomsten medische ethiek en reflectiebijeenkomsten. De doelstellingen van het reflectieonderwijs zijn: • leren reflecteren op het eigen medisch handelen in de praktijk; • inzicht verwerven in de invloed van eigen attitude, normen en waarden op het eigen medisch handelen; • Steun ondervinden van groepsgenoten en begeleiders bij het functioneren in de co-schappen
80
Geneeskunde C'91