Aardwetenschappen en geoarcheologie Bachelorgids 2008/2009
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3 1.4 1.5 1.6 1.6.1 1.6.2 1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.8 1.8.1 1.8.2 1.8.3 1.8.4 1.8.5 1.8.6 1.8.7 1.8.8 1.8.9 1.9 1.9.1 1.9.2 1.9.3 1.10 1.10.1 1.10.2 1.11 1.12 1.12.1 1.12.2 1.13 1.13.1 1.13.2 1.13.3 1.13.4 1.13.5
Undergraduate School for Earth Sciences Welke informatie in welke studiegids? FALW-opleidingen in de Aard- en milieuwetenschappen Bachelor Aarde en economie Bachelor Aardwetenschappen; richtingen I, II en III Bachelor Aardwetenschappen; specialisatie Geoarcheologie Master Earth Sciences Master Geosciences of Basins and Lithosphere Master Hydrology Master Palaeoclimatology and Geo-ecosystems Master Environment and Resource Management Programma en vakken Toelatingsvoorwaarden Aardwetenschappen Verplichte taaltoets Nederlands Doelstelling en eindtermen van de bachelor Aardwetenschappen Doelstelling van de opleiding Eindtermen bacheloropleiding Jaarindeling, roosters en studiebelasting Jaarindeling en roosters Studielast per periode, per jaar, per opleiding Roosterwijzigingen Studentenvoorzieningen Studiesecretariaat en -coördinatie Studieinformatie en -communicatie Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Bibliotheek Studieboeken en syllabi Computerfaciliteiten Studentenorganisaties en -medezeggenschap Studentenvoorzieningen Letteren (Archeologie) voor studenten Geoarcheologie Uitwisseling en internationalisering Studiebegeleiding en studievoortgang Studiebegeleiding Studieplanning en studievertraging Studievoortgangscontrole en studieadviezen Opleidings- en examencommissie Opleidingscommissie Examencommissie Onderwijs- en examenregeling Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Aanmelding voor cursussen, veldwerken, e.a. Aanmelding tentamens Tentamens, regels en richtlijnen Voorschriften voor deelnemers aan tentamens Deeltentamens Hertentamens Tentamenuitslagen en -administratie Vrijstellingen Inhoudsopgave
9 9 10 10 11 11 12 13 14 14 15 16 16 17 17 17 17 20 20 20 20 20 21 21 22 22 23 23 24 25 26 27 27 28 28 29 29 29 30 30 30 32 32 32 32 33 33 34 5
1.14 1.14.1 1.15 1.15.1 1.15.2 1.15.3 1.16 1.16.1 1.16.2 1.17 1.17.1 1.17.2 1.17.3 1.17.4 1.17.5 1.17.6 1.18 1.18.1 1.18.2 1.18.3 1.19
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 2.6.1 2.6.2 2.7 2.7.1 2.7.2 2.7.3 2.8 2.9 2.10 2.11 2.11.1 2.11.2
Toelating tot cursussen, veldwerken en masteronderwijs Toelating studieonderdelen (veldwerken, bachelorthesis) en volgorde van afleggen van examenonderdelen Veldwerken; veiligheid, subsidie en reisverzekering Veiligheid en vaccinaties Subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Reisverzekering Stage en scripties Stage- en scriptieregeling Richtlijnen voor de scriptie Afstuderen Bachelorexamen Goedkeuring van het vakkenpakket Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Beëindiging van inschrijving Dossierverklaring Inschrijving in een masteropleiding Studie- en loopbaanperspectief Studie en loopbaan Loopbaanoriëntatie en arbeidsmarkt Doorstroom naar een masteropleiding Instituten en onderzoeksafdelingen
34
Aardwetenschappen (BSc) Omvang van de studie Nieuw curriculum per september 2007 Basisopleiding Aardwetenschappen Basisopleiding, eerste jaar Basisopleiding, tweede jaar Richting I, geologie en hydro(geo)logie Richting I, tweede jaar (verplichte vakken) Richting I, derde jaar (verplichte vakken) Richting I, derde jaar (keuzevakken) Richting II, fysische geografie, kwartairgeologie en hydro(geo)logie Richting II, tweede jaar (verplichte vakken) Richting II, derde jaar (verplichte vakken) Richting II, derde jaar (keuzevakken) Richting III, milieuwetenschappen Richting III, derde jaar (verplichte vakken) Richting III, derde jaar (keuzevakken) Geoarcheologie Geoarcheologie, tweede jaar Geoarcheologie, derde jaar (verplichte vakken) Geoarcheologie, derde jaar (keuzevakken) Algemene en wijsgerige vorming Interfacultaire keuzevakken Vakken buiten FALW en de Vrije Universiteit Honours programma Wat is het BSc Honours Programma Het faculteitsoverschrijdende deel
48 48 48 48 48 49 49 49 49 49 50 50 50 50 51 51 51 52 52 53 53 53 54 54 54 54 54
34 35 35 35 37 37 38 38 39 39 39 39 40 40 40 41 41 41 42 46
2.11.3 2.11.4 2.11.5 2.11.6 2.11.7 2.11.8 2.11.9
Het facultaire deel Begeleiding Toelating tot het BSc Honoursprogramma Stervarianten Richting I Stervarianten Richting II Stervarianten Richting III Stervarianten Geoarcheologie
54 55 55 56 56 56 56
3
Examenonderdelen
58
4
104 104 107 107 107
4.2.4 4.2.5 4.2.6
Bijlagen Contactgegevens docenten Literatuur Basisopleiding Aardwetenschappen Aardwetenschappen, richting I, geologie en hydro(geo)logie Aardwetenschappen, richting II, fysische geografie, kwartairgeologie en hydro(geo)logie Aardwetenschappen, richting III, milieuwetenschappen Geoarcheologie Keuzevakken
5
Vakkentabel gesorteerd op vakcode
110
4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3
Inhoudsopgave
107 108 108 108
7
8
Aardwetenschappen en geoarcheologie
1
1.1
Undergraduate School for Earth Sciences
Welke informatie in welke studiegids? Deze studiegids Aardwetenschappen/Geoarcheologie bevat informatie over de driejarige bacheloropleiding Aardwetenschappen. Naast Aardwetenschappen is er ook een bacheloropleiding Aarde en Economie, maar die opleiding wordt beschreven in een aparte studiegids. Het studiegebied binnen de aardwetenschappen beschrijft zowel het inwendige van de Aarde met zijn voorraden aan ertsen en fossiele brandstoffen, aardbevingen en vulkanisme, alsook het oppervlak van de vaste Aarde met zijn bodem, water en lucht, zanden en grinden. In grote lijnen zijn de aardwetenschappen onder te verdelen in geologie en fysische geografie, waarmee ruwweg het verschil wordt aangegeven tussen ‘in de Aarde’ en ‘op de Aarde’. Deze beide richtingen zijn binnen de opleiding samengebracht met het onderwijs in de richtingen Milieuwetenschappen en Geoarcheologie. De bacheloropleiding Aardwetenschappen kent drie varianten: • Geologie (richting I) • Kwartairgeologie en geomorfologie (richting II) • Geoarcheologie Studenten in Richting I en II beginnen met een gemeenschappelijk basisprogramma van 12 maanden. Daarna specialiseren zij zich in één van de twee richtingen. Studenten in de Geoarcheologie volgen een eerste jaar gemeenschappelijk met de Archeologie-studenten bij de faculteit Letteren In het tweede jaar kunnen zij worden toegelaten tot het programma Geoarcheologie, waarbij zij veel aardwetenschappelijke vakken volgen om zo de relatie tussen Archeologie en landschap te kunnen leggen. Voor Geoarcheologiestudenten zal daarom soms afwijkende informatie worden aangeboden in deze gids. Overige informatie en regelgeving is voor alle studenten van toepassing. N.B. De voormalige richting III (Milieuwetenschappen) wordt vanaf collegejaar 2008-2009 niet langer als aparte specialisatie aangeboden. Deze richting is gefuseerd met Richting II. Dat betekent dat studenten die vanaf september 2007 als eerstejaars in zijn gestroomd in het tweede en derde jaar de keuze hebben uit Richting I of Richting II. Voor studenten die in 2007-2008 begonnen zijn met richting III wordt nog wel het derde jaar van die richting aangeboden. Informatie over de masteropleidingen die aansluiten op de bacheloropleiding Aardwetenschappen is terug te vinden in de Master guide for programmes in Earth and Environmental Sciences. Hierin opgenomen zijn de opleidingen: • Earth Sciences (inclusief Solid Earth, Applied Environmental Geosciences, Archaeometry, Landscape Archaeology, Education and Science Communication); • Geosciences of Basins and Lithosphere; • Hydrology; • Palaeoclimatology and Geo-ecosystems; • Environment and Resource Management.
Undergraduate School for Earth Sciences
9
Studenten die zich in de overgangsfase van de bachelor- naar de masteropleiding bevinden, wordt aangeraden zowel deze bachelorgids alsook de Master guide te raadplegen. De informatie in de beide gidsen kan ook via de facultaire website worden geraadpleegd.
1.2
FALW-opleidingen in de Aard- en milieuwetenschappen In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van alle relevante opleidingen die binnen de Undergraduate School for Earth Sciences en de Graduate School Earth, Environment and Ecology worden aangeboden.
1.2.1
Bachelor Aarde en economie Aarde en economie is een multidisciplinaire opleiding op het raakvlak van Aardwetenschappen en Economie. Studenten leren redeneren vanuit beide oogpunten en creatieve oplossingen te ontwikkelen die duurzaam zijn voor het landschap en voor economie en samenleving. Dergelijke oplossingen zijn nodig, omdat bijvoorbeeld de gevolgen van grondstofgebruik en klimaatverandering steeds meer invloed krijgen op de economie en onze leefomgeving. Denk aan energiegebruik, overstromingen, bosbranden, onregelmatige rivierafvoer, intensivering van orkanen en zeespiegelstijging. Aardwetenschappers weten hoe deze ‘global change’ functioneert en economen weten wat de sociaal-economische gevolgen ervan zijn. Het probleem is dat hun manier van denken niet altijd even goed bij elkaar past. Bij Aarde en economie leer je denken als aardwetenschapper, maar ook als econoom en leidinggevend beleidsmaker. Het centrale leerdoel van de opleiding is dat de student relevante basisbegrippen, inzichten, methoden en technieken uit de fysische aardwetenschappen en de ruimtelijke economie en besluitvormingsprocessen leert beheersen en toepassen binnen het aardwetenschappelijke werkveld. De opleiding is opgezet als een bètagammaopleiding. Het programma bestaat uit (1) verplichte cursorische studieonderdelen, (2) profileringruimte in een drietal minors opgebouwd uit samenhangende keuzepakketten met een aardwetenschappelijke, of met een economische inhoud, of met een Aarde en Economie inhoud en (3) een bacheloronderzoek. Naast speciaal voor de Aarde en economie-opleiding ontwikkelde vakken, worden cursussen gevolgd samen met studenten Aardwetenschappen, of juist met studenten Economie. Het eerste jaar is gericht op een introductie in het wetenschappelijke domein van de opleiding. In het studieonderdeel "Aarde en economie" wordt een aantal thema’s van de opleiding behandeld aan de hand van te bestuderen case studies. Daarnaast zijn er vakken in de basisprincipes van de economie, van de natuurwetenschappen en van de aardwetenschappen. Kennis wordt direct toegepast in de praktijk: door middel van excursies, een veldpracticum en tijdens het veldwerk Aarde en Economie in Limburg. Het tweede jaar concentreert zich op het thema "ruimtelijke analyse en beleid" (onderdelen als regionale economie, statistiek en digitale ruimtelijke data) en het thema "bodem, natuurbeheer en water" (vakken als "Mens en Landschap", "Natuurwetenschappelijke aspecten van energie en grondstoffen", "Natuurrampen en
10
Aardwetenschappen en geoarcheologie
risico's", "Hydrologie", "Kwartairgeologie", "Bodemkunde" en "Basiscursus Milieukunde"). Ook dit jaar wordt afgesloten met een praktische onderzoekstraining rond het thema ruimtelijke analyse. Het derde jaar bestaat naast de verplichte onderdelen als "Wijsgerige vorming", "Wetenschapsgeschiedenis" en "Studie en loopbaan", uit de profileringruimte die de student de gelegenheid geeft verdiepende accenten aan te brengen (in de vorm van een drietal minoren) en die deels oriënterend zijn op het vervolgtraject (masteropleiding) van de studie. De bacheloropleiding wordt afgesloten met een onderzoeksopdracht inclusief verslaglegging (bachelorthesis). 1.2.2
Bachelor Aardwetenschappen; richtingen I, II en III Binnen de bachelor Aardwetenschappen is de Aarde het studieobject. Tijdens de opleiding leer je hoe de Aarde als dynamisch systeem functioneert. Je leert gesteenten herkennen en krijgt colleges Global change, die onder meer gaan over de interactie van het aardoppervlak en de atmosfeer. Processen van sedimentatie komen aan de orde en je leert veel over de opeenvolging van gesteentelagen en hun ouderdom en vormingswijze in het studieonderdeel Stratigrafie en sedimentologie. Binnen de colleges Tektoniek worden processen van gebergtevorming en de vorming van sedimentatiebekkens behandeld. In de colleges Paleontologie komt het leven in al zijn vormen in de geologische geschiedenis aan de orde. Ook leer je werken met kaarten en verticale profielen door de aardkorst. Tijdens het eerste jaar wordt die kennis ook in praktijk gebracht tijdens een drietal veldwerken. In het najaar ga je naar de Ardennen, waar je basale veldtechnieken leert en onderzoek doet naar de relatie tussen de geologische opbouw en structuur van de aardkorst en de vormgeving van het landschap (geomorfologie). In het voorjaar houd je je bezig met heel jonge sedimenten tijdens een twee weken durend veldwerk in West Brabant. In de zomer, ten slotte, wordt tijdens een drie weken durende geologische en geomorfologische kartering alle kennis die je in het eerste jaar hebt opgedaan toegepast in een veldwerk in Zuid-Spanje. Aardwetenschappen is een bètastudie die haar basis heeft in de exacte vakken. In het eerste jaar, en ook later tijdens de studie, wordt, afhankelijk van de gekozen specialisatie, dan ook ruim aandacht besteed aan wiskunde, scheikunde, natuurkunde, informatica en/of ecologie. Het vakgebied van de aardwetenschappen is sterk toepassingsgericht. Naast wetenschappelijke vragen over vulkanisme, landschapsontwikkeling, gebergtevorming, sedimentatieprocessen, klimaat, water en milieu zijn er belangrijke en maatschappelijk relevante zaken te bestuderen. Waar bevinden zich fossiele brandstoffen of watervoorraden? Is het mogelijk deze ter beschikking te krijgen en hoe doen we dat? Welke effecten heeft dit en op welke manier zijn de nadelige gevolgen te voorkomen of acceptabel te maken? Bij deze laatste vraagstelling bevinden we ons op milieuterrein.
1.2.3
Bachelor Aardwetenschappen; specialisatie Geoarcheologie Aardwetenschappen en Archeologie hebben veel met elkaar te maken. Het grootste deel van het archeologisch materiaal zit tenslotte in de bodem en daar houden aardwetenschappers zich mee bezig. Zij beschikken over veel methoden en technieken om de opbouw van de bodem te bestuderen. Daarmee zijn dus ook archeologische vindplaatsen op te sporen en te onderzoeken. Als student van de studierichting Geoarcheologie moet je een aantal belangrijke principes uit de aardwetenschappen begrijpen en die vervolgens toe kunnen passen in
Undergraduate School for Earth Sciences
11
verschillende onderdelen van het archeologisch werkveld. Het onderwijsprogramma voor de bacheloropleiding bestaat dan ook wat betreft de theoretische vakken uit een pakket aardwetenschappelijk georiënteerde cursussen, die je samen met de aardwetenschappers volgt, en een pakket archeologisch georiënteerde cursussen. Uiteraard krijg je ook een aantal specifieke geoarcheologische vakken. Excursies, veldwerken en stages in binnen- en buitenland maken een wezenlijk onderdeel uit van de studie. Je wordt opgeleid om in een wetenschappelijke, of een meer praktijkgerichte loopbaan in de archeologie aan de slag te kunnen. 1.2.4
Master Earth Sciences De brede masteropleiding Earth Sciences biedt onderdak aan verschillende specialisaties. Een aantal daarvan biedt een vergelijkbare basisopleiding als die van een specialistische onderzoekmaster, maar onderscheidt zich daarvan doordat er meer ruimte is voor eigen invulling van het masterprogramma. Vergelijk b.v. Solid Earth met de specialistische master Geosciences of Basins and Lithosphere, of Applied Environmental Geosciences met de specialistische master Palaeoclimatology and Geo-ecosystems. Daarnaast kent de brede master een aantal richtingen die niet vertegenwoordigd zijn in aparte specialistische masters, waaronder Archaeometry, Landscape Archaeology, Earth and economy, Science Communication en Education. Applied Environmental Geosciences Applied Environmental Geosciences (AEG) is een specialisatie binnen de masteropleiding Earth Sciences. De specialisatie biedt een studietraject voor studenten die een breed, toegepast, aardoppervlaktegericht programma willen volgen. De specialisatie vergroot je kennis van de jongere geologie en fysische geografie, de processen aan het aardoppervlak op land en in zee, de werking van het klimaat, vroegere en huidige klimaatverandering, de ecologie, de invloed van de mens op het Aardse Systeem en beleidsmaatregelen. Centrale thema’s in de opleiding zijn: Earth systems and Sediments, Climate Change, Environmental management and Policy, GeoTools and Techniques.Het programma van de specialisatie AEG is tot aan de Kerst van het eerste jaar grotendeels gezamenlijk met de onderzoeksmaster Palaeoclimatology and Geo-ecosystems. De grote keuzeruimte in het eerste en tweede jaar geeft je de mogelijkheid je eigen interesses te volgen en een studiepakket samen te stellen waarmee je je optimaal voorbereidt op de arbeidsmarkt. Solid Earth Solid Earth richt zich op de studie van diepere lagen van de aardkorst en de lithosfeer alsmede op de oorsprong, opvulling en deformatie van sedimentatiebekkens. Vanuit de disciplines tektoniek, petrologie, geofysica, en (isotopen-)geochemie wordt inzicht verkregen in processen als subductie, korstdeformatie, vulkanisme, metamorfose en continentale botsingen, met als gevolg opheffing, daling en erosie. De disciplines structurele geologie en sedimentologie richten zich op het begrijpen van structuren waarin olie en gas gevonden kunnen worden, en op de relaties tussen processen op grote diepte en resulterende deformatie aan het aardoppervlak, inclusief de sedimentaire stratigrafie. Het eerste semester van deze specialisatie is identiek aan dat van de onderzoeksmaster Geosciences of Basins and Lithosphere. Er zijn twee masterrichtingen in de geoarcheologie, te weten Archaeometry en Landscape Archaeology. Archaeometry is gericht op de chemische en fysische kant
12
Aardwetenschappen en geoarcheologie
van vindplaatsen en de gevonden voorwerpen: hoe oud is het, waar komt het vandaan, hoe is het gemaakt, waar kunnen we wat vinden? Binnen de specialisatie maak je ook kennis met de bio-archaeology, die moderne technieken in bio-materiaalstudies behandelt. Landscape Archaeology is georiënteerd op het (archeologisch) landschap en is dus vooral gericht op het aardoppervlak. Deze richting bestaat in belangrijke mate uit geomorfologische onderdelen. Een derde mastervariant Bioarchaeology is in ontwikkeling en wordt naar alle waarschijnlijkheid vanaf september 2009 aangeboden. De variant Education heeft als doel je op te leiden tot eerstegraads bevoegd docent Aardrijkskunde en bestaat uit 1 jaar mastervakken bij Aardwetenschappen en 1 jaar lerarenopleiding bij het Onderwijscentrum.Het aardwetenschappelijk pakket is voor een belangrijk deel vrij in te vullen. Verplicht zijn in ieder geval een Research Project en het vak Sociale geografie II (450168). Verder is het, gezien de inhoud van het schoolvak Aardrijkskunde in het middelbaar onderwijs, raadzaam in ieder geval voldoende achtergrondkennis in voornamelijk sociaal en fysisch geografische onderwerpen op te bouwen.De lerarenopleiding bestaat uit vijf onderdelen: het opdoen van werkervaring in het onderwijs via een stage of baan (30 stp.), vakdidactiek (9 stp.), algemene didactiek/pedagogiek (9 stp.), onderzoek van onderwijs (8 stp.) en een keuzeprogramma (4 stp.). Aangezien de opleiding zeer praktijkgericht is, vormt het opdoen van werkervaring een belangrijk onderdeel. Science communication is een bèta-breed georganiseerd programma waarbij je in staat gesteld wordt een goede communicator te worden op je eigen wetenschapsgebied, bijvoorbeeld in de journalistiek, als educatief medewerker, of in een museum. Het programma gaat naast de praktische kant van de wetenschapscommunciatie ook dieper in op de theorie en het onderzoek binnen de wetenschapscommuncatie. Hiervoor geldt dat 1 jaar bij Aardwetenschappen wordt opgevuld en 1 jaar bij de afdeling Wetenschapscommunicatie. Binnen het aardwetenschappelijk deel is een Research Project verplicht. Het deel wetenschapscommunicatie en 1 jaar bestaat uit twee verplichte vakken (Qualitative and Quantitative Research Methods en Science and Communciation), keuzevakken (o.a. wetenschapsjournalistiek en museologie), een scriptie en een stage bij de afdeling Wetenschapscommunicatie. 1.2.5
Master Geosciences of Basins and Lithosphere De onderzoeksmaster Geosciences of Basins and Lithosphere (GBL) is een 2-jarige opleiding gericht op sedimentaire bekkens en de diepere lithosfeer. De opleiding heeft tot doel studenten op te leiden tot specialisten die inzicht hebben in de vorming van sedimentaire bekkens en de processen die hier direct of indirect mee samenhangen. Het programma is onderverdeeld in drie specialisatierichtingen, te weten ‘Sedimentary basins: architecture and evolution’, ‘Continental lithosphere: composition and rates of processes’ en ‘Petroleum Systems: development and regional geology’. Deze onderzoeksmaster is gericht op het verbreden en verdiepen van kennis, maar vooral ook op de toepassing ervan in verschillende contexten en het leggen van verbanden tussen verschillende vakgebieden binnen de Aardwetenschappen.
Undergraduate School for Earth Sciences
13
Het meest bijzondere aan deze onderzoeksmaster is het internationale karakter ervan: een deel van het curriculum kan gevolgd worden aan 1 (of meer) van de gelieerde buitenlandse instituten, die allemaal hun eigen specialisaties in cursusvorm voor dit programma beschikbaar stellen. Bovendien rust de onderzoeksmaster op een hechte samenwerking met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld in de vorm van stageplaatsen. Momenteel is actieve participatie geregeld met Shell, Norsk-Hydro, Total, GFZ, IFP en TNO. Het netwerk van universiteiten die deelnemen aan de uitwisseling bestaat naast de Vrije Universiteit uit de 'Université Pierre et Marie Curie' uit Parijs, ‘Université de Rennes’ uit Rennes, de ‘Eötvös Lorand University’ uit Boedapest, the University of Bergen (Noorwegen), en de Technische Universiteit (RWTH) uit Aken. Toekomstmogelijkheden voor afgestudeerden liggen onmiskenbaar in het wetenschappelijk onderzoek en het bedrijfsleven, maar tevens in beleidsfuncties of onderzoeksfuncties bij overheden. Denk hierbij onder andere aan toepassing van opgedane kennis ten bate van het gebruik van sedimentaire bekkens als bron voor voorraden van water, geothermische energie, gas en olie, maar ook als opslagplaats voor bijvoorbeeld water, aardgas, afval (inclusief radioactief afval) en CO2. De onderzoeksmaster kent specifieke toelatingseisen. Zie voor meer informatie de websites: http://www.basinmaster.eu/ of stuur een e-mail naar
[email protected]
14
1.2.6
Master Hydrology De hydrologie houdt zich bezig met het voorkomen, de beweging en de chemische samenstelling van grond- en oppervlaktewater. Het is een sterk toegepaste natuurwetenschappelijke discipline met een groot maatschappelijk belang. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere: de beschikbaarheid van schoon drinkwater, een duurzame benadering tot het gebruik van grond- en oppervlaktewatervoorraden en de relaties tussen veranderingen in de waterkringlopen en die in ecosystemen en het klimaat. Het masterprogramma Hydrology kent twee specialisatierichtingen. In de Hydrogeology-specialisatie ligt de nadruk op regionale grondwaterstroming in relatie tot de geologie en de interactie van water met mineralen en bacteriën in de onverzadigde en verzadigde zones. In de Ecohydrologyspecialisatie ligt de nadruk meer op het combineren van hydrologische concepten met bodem-, vegetatie- en atmosfeeruitwisseling van water en andere stoffen. Hiermee wordt een nauwe relatie gelegd met de ecologie en de masteropleiding Palaeoclimatology and Geo-ecosystems. Beide specialisaties hebben een theoretische component, veldwerken, excursies en computersimulatie-oefeningen in het programma.
1.2.7
Master Palaeoclimatology and Geo-ecosystems De eerste vier maanden van de masteropleiding Palaeoclimatology and Geoecosystems zijn er op gericht om een gedetailleerd inzicht te krijgen in de interacties tussen het klimaat en de geo-ecosystemen. Daarnaast worden extreme klimaatsperioden uit de geschiedenis van de Aarde behandeld waaruit lessen voor de toekomst kunnen worden getrokken. In hoeverre kunnen bijvoorbeeld vroegere perioden met extreem hoge CO2-gehaltes als maat dienen om de gevolgen van de huidige antropogene CO2-verhoging in te schatten? Wat zijn de gevolgen van zeespiegelstijging voor de geo-ecosystemen langs de kust en voor rivierafvoerpatronen?
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Na inleidende cursussen over de werking van het huidige klimaatsysteem en de relatie daarvan met de geo-ecosystemen, geeft het onderdeel "Sedimentary Environments and Climate Archives" een gedetailleerde analyse van specifieke terrestrische en marine sedimentatie milieu’s waarin klimaats/milieu archieven liggen opgeslagen. Welke parameters gebruiken we om deze archieven te ontsluiten? In "High resolution archives: climate on seasonal to centennial scale" worden natuurlijke klimaatsarchieven zoals, koralen, schelpen en stalagmieten behandeld. Alle behandelde technieken zullen tijdens praktika in de laboratoria zelfstandig worden uitgevoerd. In de cursus "Climate Modeling" zal de werkwijze van verschillende computermodellen worden besproken en met behulp van praktische oefeningen worden geïllustreerd. De grote stofkringlopen, zoals de koolstofcyclus, en hun betekenis voor het aardse klimaat en voor terrestrische en marine geo-ecosystemen staan centraal in "Modern en Past Global Biogeochemical Cycles". De rol van het klimaat op de ontwikkeling van de mens en vice versa diens invloed op het klimaat zijn thema in "Man and Climate: from Hominids to Modern Civilisation". "Climate and Policy" belicht de gevolgen en implicaties van milieuvariaties voor politiek beleid en sluit de serie van verplichte cursussen af. Het tweede jaar biedt een scala aan keuzevakken, inclusief cursussen die worden aangeboden door verwante buitenlandse instituten (bijvoorbeeld in Londen, Gif sur Yvette, of Bremen) en de mogelijkheid tot het volgen van stages in de industrie of bij instituten. De laatste fase van de opleiding bestaat uit het uitvoeren van een Research Project en het schrijven van een Master's Thesis. Studenten die de opleiding succesvol afronden zullen: • In alle opzichten een goed overzicht hebben van het Paleo-klimatologisch en geoecologisch onderzoek; • In staat zijn verschillende methodes toe te passen met betrekking tot klimaat en milieureconstructie; • Een actueel beeld hebben van de wetenschappelijke literatuur en in staat zijn deze kritisch te beoordelen; • In staat zijn de verworven wetenschappelijke kennis binnen een beperkte tijd mondeling en schriftelijk te presenteren en te verdedigen tegenover een professioneel publiek; • Geleerd hebben hoe ze hun eigen onderzoeksdoelen kunnen formuleren; • In staat zijn te functioneren en samen te werken binnen een groep. De opleiding zal de student in staat stellen: • Een PhD-thesis uit te voeren in paleoklimatologie, paleo-oceanografie, geomorfologie, Kwartairgeologie, of verwante onderzoeksvelden; • Te werken bij een bedrijf of bureau dat onderzoeks- of beleidsgericht is, aangezien de student de grondslagen van het wetenschappelijk denken, werken en de verslaglegging grondig geleerd heeft. 1.2.8
Master Environment and Resource Management Environment and Resource Management is een 1-jarig masterprogramma. De opleiding concentreert zich op de wetenschappelijke concepten en methoden die nodig zijn om de oorzaak van veranderingen in het milieu te begrijpen en om milieuproblematiek te helpen oplossen. Een belangrijk deel van het programma houdt zich bezig met thema’s en methoden die hun oorsprong hebben in de milieueconomie,
Undergraduate School for Earth Sciences
15
met name om te bepalen wat de effectiviteit en efficiency van bepaalde oplossingen voor milieuproblemen is. Milieuproblemen worden hier gedefinieerd als een antropogene verstoring in de relatie tussen milieu en maatschappij, zoals deze wordt ervaren door groepen individuen, organisaties, of instituten. Daarom zijn milieuproblemen vooraleerst maatschappelijke problemen. Het hoofddoel van de opleiding is het opleiden van studenten tot experts in het management van natuurlijke hulpbronnen en het milieu, opdat ze concepten, technieken en methoden kunnen toepassen in het verkrijgen van inzicht in milieuproblematiek en kunnen bijdragen aan het oplossen daarvan. “Resource management” slaat hier specifiek op het gebruik van ruimte en natuurgebieden. De opleiding probeert een gemeenschappelijke taal te creëren onder experts van verschillende relevante disciplines, zodat zij op een effectieve manier en in een multidisciplinaire omgeving kunnen werken aan milieuproblematiek. Daarnaast wordt een multidisciplinaire “gereedschapskist” aangereikt, in de zin van praktische toepassing van methoden en technieken.
1.3
Programma en vakken Het studieprogramma van de verschillende bachelorvarianten van de opleiding Aardwetenschappen en de daarbij behorende zijn online te vinden op www.studiegids.vu.nl> Aardwetenschappen (BSc) en als PDF document op de facultaire website: http://www.falw.vu.nl > studenten > studiegids bachelor. Het opleidingprogramma van iedere opleiding is formeel vastgelegd in de Onderwijsen Examenregeling (OER). Daarin kun je altijd terugzoeken hoe je vakkenpakket opgebouwd moet zijn om te kunnen afstuderen. Omdat in de loop der jaren veranderingen worden doorgevoerd in de samenstelling van de opleiding, en er dus ieder jaar nieuwe OERen worden gemaakt, kun je via de facultaire website altijd nog een OER raadplegen van het jaar waarin jij begon met de studie: http://www.falw.vu.nl/ > Studenten > Belangrijke regelingen > Onderwijs- en Examenregelingen > School for Earth and Environmental Sciences
1.4
Toelatingsvoorwaarden Aardwetenschappen Vooropleidingseisen De toelatingseis voor de bacheloropleiding Aardwetenschappen is een vwo-diploma met het profiel "Natuur en Techniek" of "Natuur en Gezondheid". Studenten met een vwo-profiel "Economie en Maatschappij" of "Cultuur en Maatschappij" hebben uitsluitend instroomrechten tot de opleiding als zij beschikken over een voldoende eindexamen in de vakken Wiskunde b1, Natuurkunde 1 en Scheikunde 1. Voor iedereen geldt daarnaast dat Nederlands en Engels op vwo-niveau verplicht zijn gesteld. Studenten met een vwo-diploma oude stijl worden niet langer zonder meer tot de bacheloropleiding Aardwetenschappen toegelaten. Zij dienen zich bij de examencommissie van de opleiding te melden voor een toelatingsbesluit. Ook voor hen geldt dat Wiskunde A of B, Natuurkunde, Scheikunde, Nederlands en Engels onmisbaar zijn. Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s
16
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Een (propedeutisch) diploma hbo geeft toegang tot de bacheloropleiding Aardwetenschappen. De faculteit stelt hierbij dezelfde eisen voor wiskunde-, scheikunde- en natuurkundekennis als bij het vwo-diploma. Ook de Engelse taal zal op vwo-niveau beheerst dienen te worden. Aankomende studenten zullen hun eventuele deficiënties ingehaald moeten hebben vóór ze aan een opleiding aan een universiteit mogen beginnen. Verdere informatie over toelating met een andere vooropleiding (onder andere colloquium doctum) staat vermeld in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding, of wordt verstrekt door de afdeling Studentendecanen, tel. 020-598 5020. Zie ook http://www.falw.vu.nl/ > Studenten > Belangrijke Regelingen > Onderwijsen Examenregelingen > School for Earth and Environmental Sciences Toelatingsonderzoek/Colloquium doctum Voor hen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen, bestaat de mogelijkheid, wanneer de leeftijd van 21 jaar of ouder is bereikt, een universitair toelatingsonderzoek, colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen.
1.5
Verplichte taaltoets Nederlands In week 40 en 41 (29 september t/m 10 oktober 2008) zullen alle eerstejaars bachelorstudenten aan de VU een verplichte taaltoets Nederlands doen. Basisfilosofie achter de taaltoets is dat de VU in een vroeg stadium taalproblemen wil traceren, diagnosticeren en oplossen met het doel studenten met taalproblemen betere kansen op een goed verloop van hun bacheloropleiding te geven. Informatie over de definitieve roostering voor FALW-studenten wordt in september gepubliceerd op de facultaire website http://www.falw.vu.nl/.
1.6
Doelstelling en eindtermen van de bachelor Aardwetenschappen
1.6.1
Doelstelling van de opleiding Met de bacheloropleiding wordt beoogd studenten zodanige theoretische en praktische basiskennis en vaardigheden bij te brengen op het gebied van de aardwetenschappen en aanverwante bèta-disciplines, dat zij in staat zijn een masteropleiding in de Aardwetenschappen of aanverwante discipline te volgen, of eventueel toe te treden tot de arbeidsmarkt. De opleiding beoogt tevens studenten kennis te laten maken met het belang van de discipline in een brede wetenschappelijke, wijsgerige en maatschappelijke context.
1.6.2
Eindtermen bacheloropleiding Kennis en inzicht Richting I • De bachelor bezit specifieke vakinhoudelijke basiskennis van de geologische deelgebieden binnen de Aardwetenschappen, met name op het gebied van de Petrologie en Mineralogie, de Structurele Geologie en de Historische Geologie; Richting II • De bachelor bezit specifieke vakinhoudelijke basiskennis van de fysische geografische/geomorfologische deelgebieden binnen de Aardwetenschappen, met
Undergraduate School for Earth Sciences
17
name op het gebied van de Geomorfologie, Kwartairgeologie, Bodemkunde en Geobotanie en Milieukunde; Richting III • De bachelor bezit specifieke vakinhoudelijke basiskennis van de geologisch / ecologisch / milieukundige deelgebieden binnen de Aardwetenschappen, met name op het gebied van Klimaat(veranderingen), Bodemkunde, Ecologie en Milieukunde; Geoarcheologie • De bachelor bezit specifieke vakinhoudelijke basiskennis van de geologisch / fysisch geografische /archeologische deelgebieden binnen de Aardwetenschappen, met name op het gebied van de Geomorfologie, Kwartairgeologie, Bodemkunde, Petrologie en Archeometrie en Geoarcheologische prospectiemethoden. Algemeen • De bachelor heeft kennis, overzicht en begrip van de eigenschappen en structuur van de Aarde en van de werking van het systeem Aarde als systeem van lagen (sferen): lithosfeer, hydrosfeer, biosfeer en atmosfeer), kringlopen van materie, endogene en exogene dynamische processen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de elementaire vormingsprocessen van gesteenten, van de opbouw, samenstelling, indeling en classificatie van gesteenten, van stratigrafische principes en de tijdschaal, en van sedimentatie- en vervormingsprocessen en –producten; • De bachelor beschikt over voldoende ruimtelijk inzicht om geologische en fysisch geografische elementen op kaarten weer te geven, te begrijpen en te analyseren, luchtfotobeelden en analyses te vertalen naar dergelijke kaarten, en om eenvoudige ruimtelijke kaart- en profielconstructies uit te voeren; • De bachelor is in staat te denken in grootschalige kaders van ruimte en tijd in de aardwetenschappen, zodat geologische en fysisch geografische / geomorfologische processen en fenomenen naar vorm, vormingsproces, plaats en tijd onderscheiden kunnen worden; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in het gebruik van analysetechnieken van aardse materialen; • De bachelor heeft ruime kennis van de exacte vakken (wiskunde, natuurkunde, scheikunde), die nodig is bij verdere specialisatie in het vervolgtraject van de studie; • De bachelor kan eenvoudige kwantitatieve methoden toepassen; dwz een werkelijk aardwetenschappelijk probleem vertalen naar een wiskundig model en aan dit model berekeningen uitvoeren, met of zonder hulp van een computer; • De bachelor is in staat te werken met computerprogramma’s op het gebied van tekstverwerking, spread sheets, data bases en grafieken; • De bachelor heeft voldoende vaardigheid ontwikkeld in het gebruik van dataverwerkingsystemen en geografische informatiesystemen. Toepassen van kennis en inzicht • De bachelor kan op systematische wijze gegevens verzamelen d.m.v. directe waarneming in het veld en op luchtfoto’s, aan de hand van duidelijke geologische en geomorfologische vraagstellingen; deze waarnemingen in onderlinge samenhang brengen, opslaan en interpreteren op kaarten en profielen of in andere
18
Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
•
•
databases en de waarnemingen verwerken in een wetenschappelijk rapport dat voldoet aan de facultaire richtlijnen; De bachelor heeft een eerste ervaring met wetenschappelijk onderzoek; de ervaring wordt gaandeweg opgedaan door confrontatie met onderzoek en onderzoekers en vervolgens door deelname aan een begeleid wetenschappelijk onderzoeksproject; De bachelor is in staat een specifieke aardwetenschappelijke vraagstelling te definiëren, hypothesen op te stellen en verklaringen te vormen en een strategie te bepalen voor een oplossing en deze strategie uit te voeren. (vaardigheden in probleemoplossing); De bachelor kan multidisciplinair denken en verbanden leggen tussen verschillende informatie-inhouden.
Oordeelvorming • De bachelor is in staat verzamelde veld- en/of laboratoriumgegevens op hun waarde te schatten en hun toepasbaarheid te beoordelen; • De bachelor is in staat te beoordelen of kwantitatieve modellen toepasbaar zijn; • De bachelor is in staat om niet-specialistische vakliteratuur en rapporten op aardwetenschappelijk gebied te lezen, te begrijpen en kritisch te beoordelen; • De bachelor heeft inzicht verkregen in het domein van de Aardwetenschappen en het bestaan en de betekenis van bepaalde naastliggende vakgebieden; • De bachelor heeft inzicht in de reikwijdte, toepassing en verantwoordelijkheden van het vakgebied en in de rol van de Aardwetenschappen in wetenschap, samenleving en beroepspraktijk; • De bachelor is in staat ethische aspecten in (toepassing van) de wetenschap af te wegen; • De student heeft na het eerste jaar voldoende zicht op het gehele vakgebied en op het eigen functioneren, om uit te kunnen maken of een vervolgstudie opportuun is; • De bachelor is in staat een weloverwogen keuze te maken voor nadere specialisatie in het vervolgtraject van de studie (masteropleiding), dan wel voor het functioneren op de arbeidsmarkt. Communicatie • De bachelor is in staat verworven kennis en inzicht mondeling en schriftelijk op heldere wijze te presenteren; • De bachelor is staat een mening te vormen en een standpunt te verdedigen; • De bachelor kan in groepsverband samenwerken. Leervaardigheden • De bachelor is in staat niet-specialistische vakliteratuur in de Nederlandse en Engelse taal zelfstandig te bestuderen; • De bachelor is in staat zich tijdens onderzoeksprojecten ook in een vreemde (buitenlandse) omgeving te handhaven en daarin zelfstandig en in groepsverband te functioneren; • De bachelor leert in zijn/haar vak op academisch werk- en denkniveau te functioneren en verder te (willen) leren; • De bachelor is in staat en ziet de noodzaak om op de hoogte te blijven van relevante ontwikkelingen op het vakgebied.
Undergraduate School for Earth Sciences
19
1.7 1.7.1
Jaarindeling, roosters en studiebelasting Jaarindeling en roosters De bachelorprogramma's binnen de Undergraduate School for Earth Sciences zijn opgezet volgens de academische kalender van de VU. De kalender is onderverdeeld in zes periodes; twee periodes van vier weken en vier periodes van acht weken. Voor het collegejaar 2008/2009 geldt: Periode 1, week 36 t/m 43, september en oktober 2008 Periode 2, week 44 t/m 51, november en december 2008 Periode 3, week 2 t/m 5, januari 2009 Periode 4, week 6 t/m 13, februari en maart 2009 Periode 5, week 14 t/m 22, april en mei 2009 Periode 6, week 23 t/m 26, juni 2009 Periode 1, 2 en 3 vallen in het eerste semester en periode 4, 5 en 6 in het tweede semester. In enkele gevallen worden cursussen gespreid over opeenvolgende periodes, terwijl in het late voorjaar en vroege zomer door excursies en veldwerken van de uniforme academische kalender wordt afgeweken. De laatste week van een periode is gewoonlijk een tentamenweek. De gedetailleerde uitgewerkte roosters voor alle studieonderdelen zijn te raadplegen via internet: http:/www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleidingen > Aardwetenschappen en Geoarcheologie > roosters. Of Aarde en Economie > roosters. De gedetailleerde roosters voor het eerste semester worden doorgaans in de zomer (juli) vastgesteld en bekend gemaakt. Voor het tweede semester zijn de roosters medio december klaar. Een jaarlijks uitgegeven jaarschema waarin de vakken van gehele studiejaren in schema worden weergegeven is eveneens te downloaden van de facultaire website.
1.7.2
Studielast per periode, per jaar, per opleiding Binnen iedere periode van acht weken wordt onderwijs gegeven met een gemiddelde studielast van 12 stp, voor de periodes van vier weken geldt een gemiddelde studielast van 6 stp. Een studiejaar bestaat uit 60 studiepunten (volgens het European Credit Transfer System), wat overeenkomt met 1680 studiebelastingsuren per jaar. Een studiepunt komt dus overeen met 28 uur studietijd. Een week voltijds studie bedraagt ongeveer 1,4 stp. De studielast van de gehele bacheloropleiding bedraagt 180 stp.
1.7.3
Roosterwijzigingen Door omstandigheden is het onvermijdelijk dat er, nadat een rooster in alle details is vastgelegd en bekend gemaakt, soms roosterwijzigingen worden doorgevoerd. Belangrijke roosterwijzigingen worden aangekondigd op de website van FALW en/of op Blackboard.
1.8
20
Studentenvoorzieningen
Aardwetenschappen en geoarcheologie
1.8.1
Studiesecretariaat en -coördinatie Op het studiesecretariaat kan men terecht voor algemene inlichtingen over de studie, het aanvragen van examens en getuigschriften, overzichten van studieresultaten, vragen over inschrijvingen voor vakken en tentamens, en het doorgeven van een wijziging. Elke student is verplicht om adreswijzigingen door te geven via TIS. Wijzigingen als verandering van opleiding, beëindiging van studie, dan wel langdurige studieonderbrekingen moeten doorgegeven worden via de studentenbalie in het Hoofdgebouw. Openingstijden studiesecretariaat: maandag t/m vrijdag van 10.00-13.00 uur. Mail:
[email protected]. Ook is het mogelijk om een afspraak te maken als je niet tijdens het spreekuur kunt komen. Onderwijscoördinatie De onderwijscoördinator en bachelorcoördinatoren zijn belast met onderwijszaken als de uitvoering van het onderwijsbeleid, kwaliteitszorg, de roosters en de redactie van de studiegids. Bachelorcoördinator Aarde en economie: mw. drs. Mathilde Molendijk, kamer A621, tel. 598 9508; e-mail:
[email protected]. Hoofd van de bacheloropleiding Aardwetenschappen: mw. dr. Reini Zoetemeijer, kamer E-154, tel. 598 7382; e-mail:
[email protected].
1.8.2
Studieinformatie en -communicatie Informatie met betrekking tot de studie wordt via een veelheid aan kanalen aan de studenten aangeboden. Er is een studiegids (online), blackboard, facultaire website, TIS, VU-portal, etc. Voor de duidelijkheid volgt een indicatie omtrent welke studieinformatie waar wordt aangeboden: Portal: in de VU-portal wordt relevante studieinformatie uit systemen als Blackboard en TIS verzameld. Blackboard: gedetailleerde informatie op cursusniveau aangeboden door de docenten. Studiegids (via de facultaire website): algemene informatie over de faculteit, de School en de opleiding: o.m. regelingen, voorzieningen, studieprogramma's, vakomschrijvingen, etc. TIS: aanmelding voor cursussen en tentamens, inzage in studieresultaten. Facultaire website: informatie op facultair en opleidingsniveau; o.m. roosters, online studiegidsen, reglementen, studiebegeleiding, veldwerksubsidies, facultaire voorzieningen, onderzoeksafdelingen, nieuws, etc. VU-website: algemene informatie op universiteitsniveau; w.o. inschrijving, studiefinanciering, advies en begeleiding, inspraak en reglementen, voorzieningen en digitale services, etc. E-mail Het is belangrijk dat alle studenten regelmatig het e-mailaccount van de VU controleren dat zij toegewezen hebben gekregen bij de aanvang van de opleiding (@student.vu.nl). Dit is het enige mailadres dat de faculteit (w.o. ook Onderwijsbureau, studiesecretariaat, Examencommissie, e.a.) zal gebruiken om via email te communiceren. Andere mailadressen zijn niet bekend bij de onderwijsadministratie, ook niet wanneer deze door de student zijn ingevoerd in
Undergraduate School for Earth Sciences
21
digitale systemen zoals Blackboard, of TIS. Het is daarom aan te raden je VU emailadres te koppelen aan een privé e-mailadres. Centraal e-mailadres Naast je facultaire e-mail adres (@falw.vu.nl) heb je ook een VU-centraal e-mailadres (@student.vu.nl). Het is belangrijk een automatische koppeling te maken in je VUemail naar het FALW e-mail adres. Het blijkt dat studenten dit soms vergeten, waardoor e-mails verstuurd vanuit Blackboard of TIS niet aankomen bij het FALW emailadres. Controleer daarom voor de zekerheid de instellingen van je VU-mail en maak, indien nodig, zelf een forward aan van je universiteitsmail naar je @falw.vu.nl mailadres via https://studentprofile.vu.nl/
22
1.8.3
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Studieonderdelen worden periodiek schriftelijk geëvalueerd. Bij de evaluaties wordt een vragenlijst van het VU Onderwijscentrum gebruikt. Dit centrum zorgt ook voor de uitwerking van de evaluaties. De evaluatierapporten van het Onderwijscentrum hebben een vertrouwelijk karakter; zij worden toegezonden aan de leden van de opleidingscommissies. Indien de schriftelijke evaluatie daar aanleiding toe geeft, worden de uitkomsten van de cursusevaluatie(s) met de betreffende docent(en) en afdelingshoofd(en) besproken. Tevens wordt een samenvatting gemaakt door het Onderwijscentrum van geëvalueerde studieonderdelen binnen bepaalde fasen van de opleidingen. De opleidingscommissie adviseert het faculteitsbestuur gevraagd en ongevraagd over de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding als geheel en in afzonderlijke studieonderdelen op basis van de evaluatieresultaten. Individuele docenten kunnen ook buiten de vaste evaluatierondes om hun onderwijs laten evalueren door middel van de vragenlijsten van het Onderwijscentrum. Tevens kunnen studenten door tussenkomst van de opleidingscommissie verzoeken om bepaalde onderdelen te laten evalueren.
1.8.4
Bibliotheek In de Universiteitsbibliotheek vindt men de boeken- en tijdschriftencollecties Aardwetenschappen, Biologie, Milieuwetenschappen (IVM), Algemene Vorming, Natuur- en Sterrenkunde, Scheikunde, Informatica en Wiskunde. Ook is er een grote collectie aardwetenschappelijke kaarten. De boeken en tijdschriften zijn open opgesteld en kunnen worden opgezocht met behulp van de catalogus van de UBVU of met de nationale catalogus Picarta. Elektronische tijdschriftartikelen kunnen worden opgespoord met behulp van bibliografieën als GeoRef, MilieuLiteratuurBestand, Web of Science, en via de electronic journal list van de bibliotheek. In Metasearch kan men meerdere online bibliografieën tegelijk doorzoeken en kan men met My Space, na identificatie met VU-Net-id, online een persoonlijke bibliotheekomgeving inrichten. De Universiteitsbibliotheek biedt de Webcursus Informatievaardigheden Niveau A – Overige studierichtingen aan als algemene introductie in het zoeken naar wetenschappelijke literatuur. Van boeken die verplicht zijn voor bepaalde tentamens, is in ieder geval één exemplaar aanwezig. Boeken die gepubliceerd of minstens twee maal uitgeleend zijn sinds het jaar 2000, staan in open opstelling op de 2e etage in voor de
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Bètawetenschappen bestemde kasten. Ze kunnen dan met een studentenkaart direct worden geleend aan de balie. Recente jaargangen van aardwetenschappelijke wetenschappelijke tijdschriften zijn bijna uitsluitend digitaal beschikbaar. Oudere, niet digitaal beschikbare jaargangen staan in depot en kunnen kosteloos worden aangevraagd aan de balie. Kaarten zijn helaas uitsluitend na navraag bij de balie beschikbaar. Documenten die niet bij de Universiteitsbibliotheek van de VU te raadplegen zijn kun je bestellen via het interbibliothecair leenverkeer (IBL). Ga voor meer informatie hierover naar: www.ubvu.vu.nl > Artikelen/publicaties elders aanvragen via IBL. Op vertoon van je collegekaart en identiteitsbewijs kun je ook gratis lid worden van alle andere universiteitsbibliotheken in Nederland. De meeste tijdschriften zijn online beschikbaar via de UBVU website (http://www.ubvu.vu.nl/). Om buiten de campus toegang te krijgen tot de digitale collectie heb je een VU-net-id nodig. Meer informatie op de UBVU-website > Digitale diensten. Zie ook voor nadere informatie over het lenen, het bibliotheekreglement, de overige bibliotheken van de VU, de studiezalen, webcursussen informatievaardigheden, enz. de UBVU-website. De afdeling Aard- en Levenswetenschappen van de Universiteitsbibliotheek bevindt zich op de tweede tot en met de zesde verdieping van het hoofdgebouw, ingang De Boelelaan 1105, ruimte 2B-01. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 9.00-21.00 uur, vrijdag van 9.00-17.00 uur en zaterdag van 10.00-15.30 uur. Telefoon: (020) 598 5200. De kaartenverzameling bevindt zich in het hoofdgebouw, 1ste etage, 1A-01a. Openingstijden: maandag t/m donderdag 09.00-12.30 uur en 13.00-16.45 uurTelefoon: (020) 59 85188 Conservator van de Kaartenverzameling: Mw. drs. A. H. Ruitinga (Kamer 1A-01b, tel. (020) 59 85189). 1.8.5
Studieboeken en syllabi Studieboeken zijn onder meer verkrijgbaar bij de VU Boekhandel, hoofdgebouw, tel. 020 644 4355, www.vuboekhandel.nl. Syllabi worden meestal tegen vergoeding verstrekt door de docenten. Veel studiemateriaal wordt tegenwoordig online via Blackboard aangeboden. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, syllabi en practicummaterialen, etc., zijn voor rekening van de student. De faculteitsvereniging GeoVUsie (zie ook bij studievereniging) zorgt voor gezamenlijke boekenaanschaf met korting. Ook de faculteitsvereniging van Archeologie, Underground, en die van FEWEB, Aureus, verkopen boeken.
1.8.6
Computerfaciliteiten Studenten die zich inschrijven bij de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen worden op dat ogenblik geregistreerd als gebruiker van het facultaire computernetwerk, waardoor toegang tot internet en het netwerk van de faculteit verkregen wordt. Van het netwerk is gebruik te maken via de binnen de faculteit opgestelde computers, bijvoorbeeld in zaal F-229b. Daarnaast is het toegestaan gebruik te maken van onderwijszalen met computers (T-404, T-422, T-437, T-438, T468, U-419, F-153 en F-401), maar alleen op de tijdstippen dat daarin geen onderwijsactiviteiten zijn geroosterd. Deze roostering wordt kenbaar gemaakt bij de ingang van de zaal. Een docent is te allen tijde bevoegd studenten te verzoeken de zaal te verlaten, wanneer deze voor onderwijsactiviteiten nodig is.
Undergraduate School for Earth Sciences
23
De internetpagina van de facultaire helpdesk bevat een grote hoeveelheid informatie over het netwerk, pc's en software: http://www.falw.vu/helpdesk/ 1.8.7
Studentenorganisaties en -medezeggenschap GeoVUsie GeoVUsie, de studievereniging voor alle studenten Aardwetenschappen, Geoarcheologie en Aarde en economie, telt zo'n 300 leden. De contributie voor leden bedraagt EUR 30 voor de gehele studietijd. Iedereen kan donateur worden. De activiteiten van GeoVUsie concentreren zich rond een aantal commissies: • Geoflex b.v. b.v., organisator van aardwetenschappelijke excursies: elk jaar een meerdaagse excursie naar het buitenland en één of meerdere binnenlandexcursies. Ook organiseert Geoflex wekelijks een aardwetenschappelijke lezing door een staflid of iemand van buiten de universiteit, of een film; • Feestcommissie, verantwoordelijk voor de organisatie van feesten en de wekelijkse borrel voor studenten en medewerkers op donderdag in de studentenkamer F-045 (de Donderdorst); • SI-commissie, die ieder jaar opnieuw de Sociale Introductie van de eerstejaars op zich neemt, zowel tijdens de IDEE-week in augustus als tijdens het altijd gezellige introductieweekend in het laatste weekend van september. Een tweede taak is het helpen op open dagen; • Sportcommissie, organiseert sportieve evenementen van allerlei aard, zoals het zeilweekend, het volleybal- en voetbaltoernooi en het van Alebeek toernooi; • Geocult, zorgt voor de culturele activiteiten binnen de studievereniging, zoals de jaarlijkse filmnacht en vele andere rare dingen; • VIP-commissie (Vinger-in-de-Papcommissie), deze bestaat uit oude GeoVUsierotten die altijd bereid zijn om (soms ongevraagde) adviezen te geven en waar nodig een helpende hand toe te steken. • GAT-cie (Geluid, Apparatuur en Techniekcommissie), levert de technische ondersteuning bij vele GeoVUsie activiteiten. • GeoVizier, produceert ieder jaar een gids met onmisbare tips en handige informatie voor het eerstejaars Spanje-veldwerk. Daarnaast zorgt GeoVizier voor het tentamen archief en een alternatieve studiegids met informatie over vakken, docenten, studenten en de faculteit; • GeoWeb-cie, onderhoudt de website; • Jaarboekcommissie, produceert ieder jaar (in samenwerking met alle stukjesschrijvende-mensen) een prachtig jaarboek met een overzicht van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het afgelopen verenigingsjaar. • Vakancie, organiseert ieder jaar een wintersport en een zomerse activiteit zoals de trektocht. Als de gelegenheid zich voordoet, organiseert GeoVUsie symposia en congressen. GeoVUsie koopt voor alle leden de benodigde studieboeken, alsmede geologenhamers, kompassen, loepen etc. die je als lid met korting kunt kopen. Zoals hierboven gemeld, organiseert GeoVUsie iedere week de Donderdorst, een mooie gelegenheid om medestudenten, medewerkers en docenten te ontmoeten. GeoVusie is een levendige vereniging die actieve leden nodig heeft. Actieve betrokkenheid, zowel binnen als buiten de commissies, wordt daarom zeer gewaardeerd en aangemoedigd. Voor meer informatie, kijk op http://geovusie.nl/
24
Aardwetenschappen en geoarcheologie
GeoVUsie is bereikbaar via
[email protected] en is te vinden in kamer M-138. Gyrinus natans Gyrinus natans, de studievereniging van de opleidingen Levenswetenschappen, is in 1953 opgericht om elkaar te helpen studeren, studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt waarin zij na hun afstuderen terecht zullen komen en natuurlijk niet te vergeten voor de gezelligheid tijdens en na de studieperiode. Gyrinus natans is een vereniging die bestaat uit studenten en medewerkers. Zij biedt door het gevarieerde aanbod van activiteiten aan iedereen de ruimte en zorgt er zo voor dat een bonte verzameling van mensen samenwerkt en één en hetzelfde doel nastreeft: gezelligheid. Meer hierover is te lezen op de webpagina: http://www.gyrinus.nl/. Het lidmaatschap dat korting geeft op Gyrinusactiviteiten, bedraagt slechts EUR 5. Voor inlichtingen, e-mail (
[email protected]) of kom langs in de Gyrinuskamer, C-153. Underground Underground is de studievereniging van de opleiding Archeologie. Voor studenten van de opleiding regelt Underground de boekverkoop. Daarnaast worden er regelmatig borrels, feesten en excursies georganiseerd. E-mail:
[email protected] Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen (SOAL) Het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, kortweg SOAL, bestaat uit studenten van alle opleidingen van de faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Middels commissies als Opleidingscommissies en de Computergebruikersgroep zetten deze studenten uit de verschillende opleidingen zich in voor de kwaliteit van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit. Ze adviseren over nieuwe onderwijsprogramma's en evalueren de diverse vakken. Elk jaar worden vacatures aangeboden zodat nieuwe studenten zich in kunnen zetten voor de kwaliteit van onderwijs. Het SOAL heeft een postvakje in de nis op de F1-gang (studentenraad). E-mailen kan naar
[email protected]. Meer informatie is te vinden op de facultaire website www.falw.vu.nl > Studenten> Studentenorganisaties> SOAL. Facultaire Studentenraad (fSr) Het SOAL wordt voorgezeten door de Facultaire Studentenraad der Aard- en Levenswetenschappen, kortweg de fSr. Ook de fSr is er voor en door studenten en is een belangrijk inspraakorgaan van onze faculteit. Zij heeft direct contact met instanties als het faculteitsbestuur en de examencommissies. De fSr heeft als doel het behartigen van de belangen van de student. Je kunt de fSr vinden in M-112 of op haar Blackboard Community: http://bb.vu.nl/ > Community > Search for: fSr > enroll. Emailen kan ook naar
[email protected]. 1.8.8
Studentenvoorzieningen Letteren (Archeologie) voor studenten Geoarcheologie Studiesecretariaat Studiesecretariaat: kamer 10A-14, tel. 598 6430 Openingstijden: maandag, dinsdag en donderdag van 11.00-15.00 uur, woensdag en vrijdag van 11:00 tot 13:00. Voor vragen over cijfers en TIS stuur je een e-mail naar
[email protected]. Bibliotheek
Undergraduate School for Earth Sciences
25
De bibliotheek van Archeologie bevindt zich op de 9e verdieping van het VUhoofdgebouw. Ook de uitleenbalie en studiezaal zijn hier te vinden. Openingstijden: Uitleenbalie: maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 16.45 uur, tijdens de zomer van 13:00 tot 16:45. Studiezaal: maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Naast de UBVU-catalogus kun je voor het zoeken van literatuur gebruikmaken van elektronische bestanden: • NCC (Nederlandse Centrale Catalogus): bevat titels van boeken en tijdschriften die in Nederlandse bibliotheken aanwezig zijn; • OLC (Online Contents) Humaniora: speciaal tijdschriftartikelen op het terrein van Humaniora, tevens inhoudsopgaven van tijdschriften. Van speciaal belang voor het betrokken vakgebied is: • Cetedoc Library of Christian Latin Texts: de volledige tekst van het Corpus Christianorum, Series Latina en Continuatio Mediaeualis; aangevuld met edites uit Patrologiae Latinae Supplementum en Corpus Scriptorum Ecclesiasticorum Latinorum. • Packard’s Humanities Institute: bevat de volledige teksten van het hele Latijnse corpus tot de 2e eeuw na Chr. Ook de teksten op papyri en ostraca, en inscripties. • Thesaurus Linguae Graecae: bevat de volledige teksten van het hele Griekse corpus tot de 4e eeuw na Chr. Andere afdelingen van belang: Handschriften en Oude Drukken: dr. W. Heijting, kamer 1B-41, tel.: (020) 598 5184, e-mail:
[email protected] Uitgebreide informatie is te verkrijgen bij de uitleenbalie. Computerfaciliteiten Omdat de opleiding archeologie werkt met specifieke archeologische applicaties, programmatuur en randapparatuur (zoals digitizers) is een eigen computerzaal voor archeologen ingericht in 12A-06. De zaal is bedoeld voor studenten archeologie en wordt gebruikt bij de ICT-onderdelen van colleges en voor het uitwerken van opdrachten en scripties buiten de colleges. Hiernaast kun je met de inlognaam van Letteren terecht in de overige facultaire computerzalen. 1.8.9
26
Uitwisseling en internationalisering Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het SocratesErasmus voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van Aardwetenschappen en geoarcheologie
de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door het International Office van de faculteit, kamer F-122, W& N gebouw, openingstijden zijn dagelijks tussen 14 en 15 uur. Ook bereikbaar per e-mail:
[email protected] voor informatie of voor het maken van een afspraak. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VUstudenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door het Centrum voor Studie en Loopbaan naast de grote balie in het hoofdgebouw van de VU en via de VU website www.vu.nl > studenten > internationaal.
1.9 1.9.1
Studiebegeleiding en studievoortgang Studiebegeleiding De studiebegeleiding binnen de Undergraduate School for Earth Sciences kent verschillende structuren in de bachelor- en de masteropleiding. Gedurende de gehele bacheloropleiding Aardwetenschappen heeft ieder cohort (studiejaar) een vaste begeleider. De studiebegeleiders houden individuele gesprekken en groepsgesprekken met studenten, geven studieadviezen en zorgen voor de voorlichting over keuzemogelijkheden binnen de studie. De studiebegeleiders voor de bacheloropleiding Aardwetenschappen zijn: Cohort 2008/2009: dr. Marlies ter Voorde, kamer H-352, tel: 020- 598 7343, e-mail:
[email protected] Cohort 2007/2008: dr. Orson van de Plassche, kamer E-351, tel: 020 - 598 7380, email:
[email protected] Cohort 2006/2007: dr. Simon R. Troelstra, kamer E-319, tel: 020- 598 7292, e-mail:
[email protected] Cohort 2005/2006: dr. Ernst Willingshofer, kamer E-153, tel 020- 598 7353, e-mail:
[email protected] De bacheloropleiding Aarde en economie werkt met mentorengroepjes: een systeem waarbij een aantal docenten van de opleiding als mentor optreden van een beperkte groep van studenten (6-8). De studiebegeleider coördineert deze mentorgroepjes. De studiebegeleider voor de bacheloropleiding Aarde en economie is mw. drs. M.A. Molendijk, kamer A-621, tel. 020- 598 9508. Kom langs op maandagochtend 9.00 – 10.00 of maak een afspraak (telefonisch of per e-mail:
[email protected]). Alle studenten in de richting Geoarcheologie worden begeleid door Prof. dr. Henk Kars, kamer O-439, tel: 020 598 7381, e-mail:
[email protected] Zodra een student de overstap maakt naar een masteropleiding wordt de studiebegeleiding overgenomen door de daartoe aangestelde mastercoördinator van de betreffende opleiding. In de Master Guide Earth Sciences, Environmental Sciences, and Geoarchaeology, of op de facultaire website is te vinden wie de mastercoördinatoren van de verschillende opleidingen zijn. De studiebegeleider of mentor kan helpen bij studieproblemen of adviseren bij studievertraging. Zo nodig verwijst de studiebegeleider of mentor naar andere
Undergraduate School for Earth Sciences
27
instanties, zoals de afdeling Studentendecanen of de afdeling Studentenpsychologen aan de VU. De studentendecaan voor de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen is drs. H. Boswijk, tel. (020) 598 5020, e-mail:
[email protected]. 1.9.2
Studieplanning en studievertraging Vooral in het eerste jaar van de studie is het oplopen van studieachterstand niet ongebruikelijk. Daarvoor zijn vele redenen aan te wijzen. Eén van de belangrijkste is een onjuiste studieplanning. Inzicht in de tijdstructuur van het onderwijs en van de tentamens is een eerste vereiste om een vlot studieverloop te realiseren. In de laatste week van december of eerste week van januari vinden hertentamens plaats van die onderdelen uit periode 1. De volgende herkansingsperiode valt in de tweede helft van augustus, dus tegen het einde van de zomervakantieperiode. Dan is het mogelijk de overige tentamens te herkansen. Hertentamens worden altijd zo geroosterd dat ze niet interfereren met ander onderwijs, vandaar dat ze veelal in vakantieperiodes worden georganiseerd. Meer herkansingsmogelijkheden zijn er vervolgens weer op de tentamen- en hertentamendata van het volgende jaar. Veldwerken worden slechts één maal per jaar georganiseerd. Schroom niet om bij je studiebegeleider of mentor aan te kloppen voor hulp bij het maken van een juiste studieplanning en voor andere zaken die van invloed zijn op je studieverloop.
1.9.3
Studievoortgangscontrole en studieadviezen Met behulp van TIS is het voor iedere student mogelijk om gedurende het gehele jaar zelf de studievoortgang te controleren. Het is raadzaam met enige regelmaat te controleren hoe je studieregistratie er voor staat, of er mogelijk fouten zijn opgetreden in de cijferregistratie, of studiepunten nog niet zijn toegekend omdat je bijvoorbeeld nog niet de administratiekosten betaald hebt na te laat of verzuimd aanmelden voor tentamens/cursussen (zie ook later onder 'Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens). Indien je vermoedt dat er dingen niet kloppen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met het studiesecretariaat. De examencommissie stelt zich regelmatig van de studievoortgang op de hoogte, bijvoorbeeld in geval van controle op toelatingseisen met betrekking tot veldwerken of andere studieonderdelen, of toelating tot masteronderwijs. Préadvies in het eerste jaar Eerstejaars studenten die medio januari minder dan 50% van het op dat moment maximum aantal te behalen studiepunten hebben behaald, ontvangen een zogenaamd préadvies van de examencommissie. Het préadvies wordt eveneens ter kennis gebracht van de studiebegeleider of mentor die de studenten in kwestie zal uitnodigen voor een gesprek. Het préadvies wordt onder meer afgegeven in verband met de mogelijkheid voor 1 februari de studiefinanciering stop te zetten, waarbij de ontvangen maanden prestatiebeurs een gift worden. Studieadvies in het eerste jaar
28
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Vóór 1 juli krijgen alle eerstejaars bachelorstudenten schriftelijk een wettelijk studieadvies van de examencommissie. Bij het advies wordt een overzicht gegeven van de behaalde studiepunten. Hierbij worden drie adviezen onderscheiden: Advies A (42-60 stp. behaald): doorgaan De student kan, als hij/zij in dit tempo doorstudeert, binnen 6 jaar de studie (bachelor + master) voltooien. De student wordt geadviseerd de studie voort te zetten. Advies B (25-41 stp. behaald): waarschuwing De student loopt bij ongewijzigd studietempo gevaar de studie niet te kunnen voltooien binnen 6 jaar. De student wordt opgeroepen voor een gesprek over de verdere studievoortgang. Advies C (0-24 stp. behaald): herbezinning De studievoortgang van de student biedt weinig uitzicht dat de studie binnen 6 jaar voltooid kan worden. De student moet zich ernstig afvragen of de studiekeuze wel juist is geweest en of het niet beter is de studie te staken. De student wordt door de studiebegeleider opgeroepen voor een gesprek om hierover te praten. Bij een C-advies wordt eventueel een verwijzing naar de studentendecanen gegeven. Een negatief studieadvies is niet bindend.
1.10
Opleidings- en examencommissie
1.10.1
Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. In de opleidingscommissie zit een gelijk aantal stafleden en studentleden. In beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in de opleidingscommissie van die opleiding. De opleidingscommissie heeft tot taak: • adviseren over het onderwijs, waaronder de Onderwijs- en Examenregeling; • het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de Onderwijs- en Examenregeling; • het desgevraagd, of uit eigen beweging uitbrengen van advies over alle aangelegenheden betreffende onderwijs in de desbetreffende opleiding.
1.10.2
Examencommissie De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken bij tentamens, controleert op naleving van toelatingseisen en stelt de uitslag van de examens vast. Verder wijst zij examinatoren aan en kan hen richtlijnen geven met betrekking tot de beoordeling van tentamens. Er bestaat één gezamenlijke examencommissie voor de opleidingen Aardwetenschappen (BSc), Earth Sciences (MSc), Hydrology (MSc), Geosciences of Basins en Lithosphere (MSc) en Palaeoclimatology and Geo-ecosystems (MSc). Zij bestaat uit: prof. dr. J. Smit (voorzitter), dr. C. Biermann, dr. B.P. Zoetemeijer (secretaris), dr. M.J. Waterloo en dr. S.J.P. Bohncke. Voor de bacheloropleiding Aarde en economie bestaat een aparte examencommissie. Correspondentie naar de examencommissie kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris; mw. M. Wolters, kamer C-148, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam, e-mail:
[email protected]. In de regel worden vergaderstukken (w.o. brieven) een week voorafgaand aan de vergadering verspreid onder de commissieleden. Tijdig inzenden van brieven aan de commissie is dus belangrijk.
Undergraduate School for Earth Sciences
29
1.11
Onderwijs- en examenregeling Voor elke opleiding binnen de faculteit bestaat een Onderwijs- en Examenregeling (OER) waarin formeel het onderwijsprogramma en de regelingen over het onderwijs en de examens zijn vastgelegd. Via het internet (http://www.falw.vu.nl > Studenten > Reglementen en Kwaliteit > School for Earth and Environmental Sciences > Onderwijs- en examenregelingen > ) is de OER van elke opleiding te raadplegen en te downloaden. Indien er verschillen zouden bestaan tussen de OER en deze studiegids, geldt de regelgeving zoals beschreven in de OER.
1.12 1.12.1
Verplichte aanmelding studieonderdelen en tentamens Aanmelding voor cursussen, veldwerken, e.a. Voor het aan- en afmelden van cursussen en tentamens binnen de opleidingen aan de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TIS (https://tisvu.vu.nl/). Hierbij gelden de volgende regels. Bachelorfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de reguliere eerstejaars studenten. Zij zijn van september t/m november automatisch ingeschreven bij de betreffende studieonderdelen van het eerste jaar. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten. Premasterfase Studenten die voorafgaande aan hun masteropleiding een premasterfase volgen dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Zij zijn van september t/m november automatisch ingeschreven voor de betreffende studieonderdelen. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten. Masterfase Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TIS. Uitzonderingen hierop zijn de eerstejaars masterstudenten die nieuw aan de VU zijn. Zij worden van september t/m november automatisch ingeschreven bij de verplichte studieonderdelen van het eerste jaar. Alleen voor de studieonderdelen die niet verplicht zijn wordt intekening via Blackboard mogelijk gemaakt. Tijdens de Facultaire Introductie en een extra bijeenkomst in oktober zullen de studenten instructie krijgen in het gebruik van TIS. Voor de vakken die in december beginnen en daarna gelden dezelfde regels als voor alle andere studenten. Inschrijftermijnen Voor alle studenten geldt dat inschrijving via TIS plaats kan vinden vanaf de maand juli voorafgaande aan het studiejaar voor de cursussen van het eerste semester en
30
Aardwetenschappen en geoarcheologie
vanaf de maand november in een lopend studiejaar voor de cursussen van het tweede semester.Studenten dienen zich voor zowel de cursus als (indien relevant) het tentamen aan te melden. Inschrijven kan tot uiterlijk 6 weken voor de aanvang van een cursus en tot uiterlijk 1 week voor een tentamen. Een uitzondering hierop is een aantal onderdelen met veldwerken en excursies. Bij deze onderdelen moeten studenten zich eerder opgeven. Bij de cursusbeschrijvingen achter in de studiegids staat aangegeven of er een afwijkende aanmeldtermijn geldt voor het onderdeel.Wanneer, bijvoorbeeld door technische problemen, inschrijving of afmelding via TIS niet mogelijk is dient de student dit kenbaar te maken bij het studiesecretariaat. Hiervoor gelden echter dezelfde termijnen als bij elektronische opgave.Aanmelding voor de cursus geeft automatisch toegang tot de bijbehorende Blackboard website. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen maar wel aan het bijbehorende tentamen geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op, ook tot 1 week voor de tentamendatum. Afmelden Afmelden voor een cursus of tentamen kan uitsluitend via TIS tot 6 weken voor aanvang van de cursus, dan wel tot 1 week voor aanvang van een tentamen. Sancties Wanneer een student niet is ingeschreven via TIS wordt hij of zij alleen toegelaten tot de betreffende cursus of tentamen wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij een cursus met practicum of werkgroepen zal dat veelal niet mogelijk zijn omdat op basis van opgegeven aantallen groepsindelingen zijn gemaakt, student-assistenten zijn aangesteld en practicum materiaal is besteld. Toelating tot een cursus of tentamen nadat de inschrijftermijn is verlopen is ter beoordeling van het hoofd Onderwijsbureau, mevr. drs. K. Raaijmakers. Wanneer deelname nog wel mogelijk is wordt de student door het studiesecretariaat aan de deelnemerslijst toegevoegd. Wanneer een student aan een tentamen deelneemt zonder zich te hebben aangemeld, wordt het cijfer pas bekend gemaakt en geadministreerd na betaling van administratiekosten. Als een student die staat ingeschreven voor een tentamen niet deelneemt aan dit tentamen zonder zich te hebben afgemeld wordt het eindcijfer 1 ingevoerd. Een student heeft in het totaal vier kansen per cursus. Overtekening en wachtlijsten Bij een aantal keuzecursussen is een maximaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Hiervoor geldt dat wie het eerst komt, het eerst maalt. Wel wordt gecontroleerd op ingangseisen en aanmelding voor meer dan een vak. Indien het maximum aantal deelnemers bereikt is, wordt op het studiesecretariaat een wachtlijst aangemaakt. Minimaal aantal deelnemers Bij een beperkt aantal keuzecursussen is een minimaal aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achter in de studiegids). Wanneer het minimum aantal deelnemers niet wordt gehaald zal de cursus geen doorgang vinden. Meer informatie
Undergraduate School for Earth Sciences
31
Uitgebreide informatie over de TIS-procedure en de sancties zijn te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Studenten > Aanmelden voor vakken en tentamens. 1.12.2
1.13
32
Aanmelding tentamens Wanneer je jezelf aanmeldt voor een FALW-cursus, word je niet automatisch aangemeld voor het afsluitende tentamen dat bij die cursus hoort. Je moet je dus aanmelden voor de cursus, én je apart aanmelden voor het tentamen. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen, maar wel aan het bijbehorende tentamen, geven zich alleen via TIS voor dat tentamen op. Aan- of afmelden kan tot 1 week voorafgaand aan het tentamen. Deelname aan het tentamen zonder toegelaten te zijn door het Onderwijsbureau betekent dat het resultaat in TIS zal verschijnen als 'not registered'. Pas wanneer aan de betaling van de administratiekosten is voldaan, worden de bijbehorende studiepunten vrijgegeven. Vergeten af te melden voor een tentamen betekent dat het cijfer 1 wordt geregistreerd. In totaal heb je vier kansen om een cursus te behalen. Voor verdere herkansingen is toestemming van de Examencommissie vereist.
Tentamens, regels en richtlijnen
1.13.1
Voorschriften voor deelnemers aan tentamens • De collegekaart behoort zichtbaar op tafel te liggen ter controle. • Mobiele telefoons zijn tijdens het tentamen uitgeschakeld. • Boeken, dictaten, uittreksels, enzovoort, mogen niet worden gebruikt of aanwezig zijn tenzij uitdrukkelijk door de examinator gebruik van een boek en/of ander materiaal wordt toegestaan. • Schrijfpapier wordt verstrekt. Gebruik van eigen blocnote of schrijfpapier is niet toegestaan. • Nadat de eerste tentamenopgave is uitgereikt, mag er niet meer worden gesproken. • Na afloop van het tentamen dient het gemaakte werk te worden ingeleverd. In geval van fraude kan de examinator/surveillant de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De examinator rapporteert dit terstond schriftelijk aan de examencommissie, die vervolgens aanvullende sancties kan opleggen, zoals een aantekening op de bul.
1.13.2
Deeltentamens Tentamens staan aangegeven in het rooster. De examinator kan een tentamen splitsen in deeltentamens. Het tentamencijfer wordt in dat geval bepaald door het gewogen gemiddelde van de resultaten van de afzonderlijke deeltentamens. Daarom moet het resultaat van elk deeltentamen, ook als dat betrekking heeft op veldactiviteiten, worden bepaald door toekenning van een cijfer. De student wordt, op diens verzoek, ten minste één maal per jaar in de gelegenheid gesteld om tentamen af te leggen over het gehele betrokken examenonderdeel, uitgezonderd daarvan deel uitmakende veldactiviteiten en practica waarvoor een afzonderlijk deeltentamen is voorzien. Deeltoetsen kennen in tegenstelling tot deeltentamens geen formele status. Een docent kan m.b.t. deeltoetsen dus andere regels hanteren, maar dient deze tevoren duidelijk aan de studenten te hebben gecommuniceerd. Aardwetenschappen en geoarcheologie
1.13.3
Hertentamens Na hertentaminering van een (deel)tentamen geldt het hoogst behaalde cijfer als het resultaat van het desbetreffende (deel van het) examenonderdeel. Op verzoek van de student kan een tweede hertentamen door twee leden van het wetenschappelijk personeel worden afgenomen. Studenten die ook na herhaalde tentamens geen voldoende resultaat hebben behaald, kunnen door de examencommissie nader worden beoordeeld. Binnen het examenprogramma mogen niet meer dan drie tentamens worden herkanst die eerder met een voldoende resultaat werden afgesloten. De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde examenonderdelen is onbeperkt. De Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de Regels en Richtlijnen voor de Examens bevatten de regelingen met betrekking tot de tentamens. De examenonderdelen (behalve veldwerk en excursie) van het bachelorprogramma worden in ieder geval twee maal per jaar getentamineerd. De eerste keer kort na beëindiging van het onderwijs van het onderdeel, een tweede keer direct voor of na de Kerstvakantie en/of in de tweede helft van augustus, dan wel een andere nader vast te stellen periode. De data van de hertentamens zijn eveneens terug te vinden in het rooster. Een tweede hertentamen kan in het volgende jaar worden afgelegd, op de reguliere data die in het rooster zijn aangegeven. Veldwerk en excursies kunnen pas het volgend studiejaar opnieuw worden gedaan. Studenten die zich voorbereiden op het bachelorexamen worden desgewenst gedurende vier aaneensluitende studiejaren na de aanvang van hun studie in de gelegenheid gesteld de examenonderdelen af te leggen conform het studieprogramma dat gold bij het begin van hun bachelorstudie. Als die termijn is verlopen en bepaalde vakken inmiddels niet meer worden gegeven, moeten zij in overleg treden met de examencommissie om aanpassing van hun programma te laten goedkeuren.
1.13.4
Tentamenuitslagen en -administratie Van iedere student wordt een dossier met studieresultaten bijgehouden door het studiesecretariaat. Studenten kunnen zelf gedurende het gehele jaar hun studieresultaten inzien via TIS. Onjuistheden in door TIS gepresenteerde gegevens moeten direct worden bericht aan het studiesecretariaat. Registratie van een regulier tentamen geschiedt op een door het studiesecretariaat vervaardigde lijst van studenten. Studenten die zich via TIS voor het tentamen hebben aangemeld, staan automatisch op deze lijst vermeld. Voor studenten Aarde en Economie geldt voor vakken die bij FEWEB gegeven worden, dat ze zich apart moeten aanmelden voor het tentamen. De docent zorgt ervoor dat de lijst met namen voorzien van cijfers, door het studiesecretariaat wordt geregistreerd. Registratie van een individueel afgelegd tentamen gebeurt door middel van een cijferbriefje dat door de student wordt ingevuld (studentnummer, vakcode, enzovoort) en door de docent wordt voorzien van cijfer en handtekening. Cijferbriefjes zijn af te halen op het studiesecretariaat. De docent overhandigt ter bewijs de student een kopie en levert het tentamenbriefje in bij het studiesecretariaat, dat voor registratie zorgdraagt. Tentamenresultaten van mondeling afgelegde examenonderdelen worden direct bekendgemaakt. De uitslag van een schriftelijk tentamen wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 15 werkdagen na afloop het tentamen vastgesteld door de examinator.
Undergraduate School for Earth Sciences
33
De beoordeling van veldwerkverslagen wordt binnen 15 werkdagen na de inleverdatum vastgesteld. Deze termijn kan verlengd worden tot 60 dagen wanneer het verslag wordt ingeleverd in de periode tussen 15 april en 15 augustus. Het studiesecretariaat verwerkt de uitslagen binnen vijf werkdagen tot een uitslagenlijst zonder persoonskenmerken (alleen studentnummers) en hangt deze lijst op het bord 'Tentamenuitslagen Aardwetenschappen' in de C1- gang. Na verwerking worden de cijfers ook bekendgemaakt via TIS. Alle ingevoerde cijfers worden via een automatisch mailbericht aan de student doorgegeven. De student wordt, op diens verzoek, binnen een termijn van 21 dagen na het bekend worden van de tentamenuitslag inzage gegeven in het beoordeelde werk en in de gestelde vragen c.q. de gegeven opdrachten. Daarvoor kan doorgaans een afspraak worden gemaakt met de docent. Resultaten van onderdelen die vallen onder de Stage- en Scriptieregeling (bachelorthesis) worden via een speciaal daarvoor ontwikkeld beoordelingsformulier aan het Onderwijsbureau doorgegeven (zie ook onder Stage- en Scriptieregeling). 1.13.5
1.14 1.14.1
34
Vrijstellingen Vrijstellingen voor studieonderdelen kunnen alleen door de examencommissie verleend worden. Een verzoek tot vrijstelling wordt door de student schriftelijk ingediend, vergezeld van nauwkeurige documentatie op grond waarvan hij/zij veronderstelt in aanmerking te komen voor vrijstelling. Het kan dan gaan om inhoud en omvang van reeds eerder met goed gevolg afgelegde tentamens, dan wel anderszins (bijvoorbeeld in de beroepspraktijk) opgedane kennis en vaardigheden die relevant zijn voor het studieonderdeel. De examencommissie verleent vrijstelling mede op advies van de docent. Verzoeken om vrijstelling kunnen worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie; mw. M. Wolters,
[email protected], kamer C-148, tel. (020) 598 2695 (postvak Onderwijsbureau).
Toelating tot cursussen, veldwerken en masteronderwijs Toelating studieonderdelen (veldwerken, bachelorthesis) en volgorde van afleggen van examenonderdelen In een aantal gevallen kan pas worden deelgenomen aan studieonderdelen als aan bepaalde toelatingseisen is voldaan. Dit is onder meer het geval bij de verplichte veldwerken aan het einde van het eerste en het tweede jaar en de Bachelorthesis aan het einde van de bacheloropleiding. De eisen hebben betrekking op een minimum aantal behaalde studiepunten en/of de afronding van de verslaglegging van het veldwerk van het jaar daarvoor. Details omtrent toelatingseisen zijn onder andere terug te vinden bij de vakomschrijvingen van de betreffende studieonderdelen en in de OER. De OER is bepalend in dezen. Toelating wordt vastgesteld door de examencommissie, die hiertoe in de regel de peildatum van 15 april hanteert voor de eerste- en tweedejaars veldwerken en 1 maart voor de Bachelorthesis. Studenten die niet voldaan hebben aan de toelatingseisen krijgen hiervan schriftelijk bericht. Daarnaast worden voor een aantal studieonderdelen voorkennisadviezen gegeven. Bij deze studieonderdelen wordt de student niet uitgesloten van deelname aan het studieonderdeel; wel wordt verwacht dat men over de noodzakelijke voorkennis Aardwetenschappen en geoarcheologie
beschikt om het studieonderdeel met succes te volgen. De voorkennisadviezen staan eveneens vermeld bij de vakomschrijvingen in de studiegids. Het is, onder strikte voorwaarden, toegestaan deel te nemen aan een bepaalde onderdelen van de masteropleiding nog voordat het bachelorexamen is afgelegd. De regelingen tot toelating tot de masteropleiding staan vermeld onder het kopje Studieen loopbaanperspectief, of in de master guide en de OER.
1.15 1.15.1
Veldwerken; veiligheid, subsidie en reisverzekering Veiligheid en vaccinaties De Undergraduate School for Earth Sciences voert beleid om veldactiviteiten veilig en zonder gevaar voor de gezondheid uit te voeren. Hiertoe heeft de faculteit de notitie ‘Veiligheid rond Veldwerk’ opgesteld. Als onderdeel van deze notitie moet voor elke veldactiviteit door de verantwoordelijke docent een specifieke risicoevaluatie worden opgesteld. Deze is bedoeld om deelnemers aan de veldwerken en excursies meer bewust te maken van mogelijke gevaren voor de gezondheid. Deze risico-evaluatie moet tijdens de inleiding op het veldwerk worden besproken met de deelnemers. Deelnemers aan een veldwerk of excursie moeten ook een verklaring ondertekenen dat zij kennis hebben genomen van de nota ‘Veiligheid rond Veldwerk’ en de specifieke veiligheidsrisico’s. Deze verklaring bevat tevens een aantal regels die betrekking hebben op de persoonlijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de deelnemers. Op de webpagina van de faculteit is alle informatie te vinden over “veiligheid rond veldwerk”. http://www.falw.vu.nl > studenten > bacheloropleidingen > info alle opleidingen > veiligheid. Vaccinaties Studenten die voor studie of stage naar het buitenland gaan, kunnen voor 25 euro hun vaccinaties halen bij de dienst Arbo en Milieu (AMD) van de VU, telefoonnummer 020-5989015. Je kunt een afspraak maken tussen 8:30 en 9:30 uur. Neem ter bevestiging een brief van de faculteit mee als bewijs dat je inderdaad weggaat. Voor vaccinaties waarover de AMD niet beschikt kun je je wenden tot de plaatselijke GGD
1.15.2
Subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Voor verplichte veldwerken en excursies binnen een door de examencommissie goedgekeurd studieprogramma wordt door de faculteit subsidie verleend. Zowel voor een collectief als voor een individueel georganiseerde veldactiviteit krijgen studenten subsidie op basis van een door de verantwoordelijke docent opgestelde en door de bachelorcoördinator goedgekeurde begroting. Studenten komen in aanmerking voor een subsidie van de faculteit onder de volgende voorwaarden: • De student is ingeschreven aan de Vrije Universiteit, • De veldactiviteit maakt onderdeel uit van een programma van een bacheloropleiding van de Undergraduate School for Earth Sciences of een aardwetenschappelijke masteropleiding van de Graduate School for Earth, Environment and Ecology,
Undergraduate School for Earth Sciences
35
•
•
De veldactiviteit betreft (of maakt deel uit van) een studieonderdeel dat behoort tot het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma van de student, De student voldoet aan de toelatingseisen voor het betreffende studieonderdeel.
Te allen tijde geldt dat ten onrechte ontvangen subsidie zal worden teruggevorderd. Om de subsidie daadwerkelijk te kunnen ontvangen moet de student zijn/haar bankgegevens hebben doorgegeven aan de Financiële Administratie. Indien je dat nog niet hebt gedaan, neem dan contact op met de Financiële Administratie om te horen welke gegevens men nodig heeft en hoe die aangeleverd moeten worden. Collectief georganiseerde veldwerken/excursies • Bij verplichte excursies en veldwerken waarvoor reis en verblijf collectief worden georganiseerd en afgerekend door de VU (verantwoordelijk docent) betalen de studenten een ‘eigen bijdrage’. Deze ‘eigen bijdrage’ is: 30% van de reiskosten + 50% van de verblijfkosten. De subsidie aan de student wordt verrekend met de kosten volgens het model: subsidie = totale kostendeel studenten – eigen bijdrage. • Het subsidiebedrag voor de heen- en terugreis is gemaximeerd op EUR 350. De totale veldwerksubsidie voor een studieonderdeel kan per student niet meer bedragen dan EUR 900. Studenten betalen de eigen bijdrage op basis van een factuur, die zij ontvangen van de Financiële Administratie. Zolang de factuur niet is voldaan komt de student niet in aanmerking voor subsidie voor volgende excursies/veldwerken. Individueel georganiseerde veldwerken Bij verplichte veldwerken waarbij het aan de studenten individueel wordt overgelaten reis en het verblijf te organiseren en af te rekenen wordt aan studenten een subsidie uitgekeerd conform de hier onderstaande regels: • De studenten krijgen 70% van de reiskosten vergoed (vliegtuig, trein) op basis van de reiskosten, zoals vastgesteld in de goedgekeurde begroting. Het subsidiebedrag voor de heen- en terugreis is gemaximeerd op EUR 350. • Voor verblijfkosten wordt een standaardbedrag van EUR 15 uitgekeerd waarvoor geen verantwoording verschuldigd is. Deze bijdrage in de verblijfkosten betreft overnachting, maaltijden, consumpties, telefoneren, onvoorzien etc. en kan volledig naar eigen inzicht worden gebruikt. • Reiskosten voor lokaal vervoer kunnen uitsluitend worden gesubsidieerd indien het veldwerk onderdeel is van de bachelorafsluiting of de research projecten in de masteropleidingen. Deze kosten dienen gemotiveerd en gespecificeerd door de verantwoordelijk docent te zijn opgenomen in de begroting. Subsidie voor ‘reiskosten lokaal vervoer’ bedragen maximaal EUR 7,50 per persoon/per dag tot een maximum van 28 dagen (EUR 210). • De totale veldwerksubsidie voor een studieonderdeel kan per student niet meer bedragen dan EUR 900. Veldwerkbegroting
36
Aardwetenschappen en geoarcheologie
De veldwerkbegroting moet minimaal een maand voor aanvang van het veldwerk/excursie door de verantwoordelijk docent worden ingediend bij de bachelorcoördinator. In de begroting dient specifiek te worden aangegeven: • verantwoordelijke docent, deelnemende docenten en studenten, • de code van het studieonderdeel (zie studiegids), • of het een collectief, dan wel door de student individueel af te rekenen veldwerk betreft, • de exacte data waarop het veldwerk zich afspeelt, • waar het veldwerk plaatsvindt, • hoe het vervoer van en naar het veldwerkgebied plaatsvindt, • hoe lokaal vervoer voor studenten geregeld is (autohuur of eigen auto e.d.), • de kosten, gespecificeerd onder de rubrieken reiskosten (vliegtuig, huurbusjes, brandstof etc.), verblijfkosten (hotels, maaltijden), additionele kosten en verzekering, • inkomsten van derden (bijdrage van bedrijven of fondsen). Na afloop van de excursie/veldwerk dient de verantwoordelijke docent bij de Financiële Administratie een lijst in van de studenten die daadwerkelijk aan de excursie of het veldwerk hebben deelgenomen. Hierop dient ook te worden aangegeven of studenten een veldwerk vroegtijdig verlaten en wat de datum van vertrek is. Studenten die een veldwerk voortijdig verlaten dienen de subsidie voor de niet bestede veldperiode terug te betalen. Nadere informatie Bovenstaande tekst over subsidiering van veldwerk en excursies is een samenvatting van de ‘Regeling subsidiering van verplichte veldwerken en excursies Aardwetenschappen’. Deze regeling is te vinden op de facultaire website: www.falw.vu.nl onder: studenten > bacheloropleidingen > Aardwetenschappen en Geoarcheologie > subsidieregeling excursie en veldwerk 1.15.3
1.16
Reisverzekering Voor deelnemers aan verplichte veldwerken en excursies wordt een collectieve reisverzekering afgesloten door de faculteit. Voorafgaande aan het veldwerk wordt informatie verstrekt over de polisvoorwaarden van de collectieve verzekering. De polisvoorwaarden zijn tevens op te vragen bij de Financiële Administratie. Indien studenten de veldwerkperiode onderbreken (bijvoorbeeld voor vakantie), dan wel eerder dan noodzakelijk naar het veldwerkgebied vertrekken of langer blijven, dan moeten zij zich voor de betreffende periode op eigen kosten bijverzekeren. Het initiatief daartoe ligt nadrukkelijk bij de student zelf. Gedurende een stageperiode is de student de eerste twee maanden kosteloos verzekerd via de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Daarna kan de student zich bij de faculteit bijverzekeren. Informatie hierover is verkrijgbaar bij de financiële administratie, maar zal meestal pas nodig zijn in de masterfase.
Stage en scripties
Undergraduate School for Earth Sciences
37
1.16.1
Stage- en scriptieregeling De faculteit kent een stage- en scriptieregeling die betrekking heeft op die studieonderdelen waarin de student min of meer zelfstandig onderzoek verricht en die worden afgesloten met een schriftelijke rapportage. Iedere student dient goed kennis te nemen van deze regeling VOORDAT gestart wordt aan een daaronder gerekend studieonderdeel. De regeling staat vermeld op het internet: http://www.falw.vu.nl > Studenten > Reglementen en Kwaliteit > Stage- en scriptieregelingen > Stage en scriptieregeling Aardwetenschappen en Geoarcheologie. Op deze webpagina staat tevens een lijst met studieonderdelen vermeld die vallen onder de stage- en scriptieregeling. Voor de bacheloropleiding Aardwetenschappen betreft dit de Bachelorthesis aardwetenschappen (450100), dan wel Bachelorthesis geoarcheologie (450282). Bij deze derdejaars onderdelen moeten van tevoren schriftelijke afspraken worden gemaakt tussen student en docent(en). Een invulformulier met afspraken over stages en scripties is te downloaden via de facultaire website. Het studiesecretariaat registreert het cijfer van het betreffende studieonderdeel vallend onder de Stage- en Scriptieregeling pas indien aan onderstaande condities is voldaan: Het beoordelingsformulier wordt door de verantwoordelijk docent overhandigd aan de student. De student levert het beoordelingsformulier in bij het studiesecretariaat, samen met één exemplaar van het verslag, bedoeld voor de Examencommissie. Bij het verslag moet daarnaast ook worden ingeleverd: • een stage-evaluatieformulier (zie ook website) • een Engelstalig abstract (zowel uitgeprint als digitaal).
1.16.2
Richtlijnen voor de scriptie Over het algemeen dient in eerste instantie een concept van het verslag te worden overlegd aan de docent alvorens over te gaan tot een definitieve versie. Bij de planning van de inleverdatum van zowel de voorlopige als de definitieve versie van een verslag dient vooral goed rekening te worden gehouden met de mogelijke afwezigheid van docenten, vooral in de zomer en de daaraan voorafgaande tijd. De docent zal in die periode vaak vanwege zijn overige werkzaamheden niet in staat zijn op korte termijn het werkstuk te corrigeren en/of te beoordelen. Op het titelblad van de scriptie wordt in ieder geval melding gemaakt van: 1. Titel van het verslag. 2. Auteur en datum van publicatie. 3. Opdrachtgever indien sprake is van een externe stage. 4. Naam van de begeleider vanwege de opleiding; indien afwijkend eveneens naam van de examinator. 5. Naam van de begeleider vanwege de instelling waar de stage werd uitgevoerd indien dit niet de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen of FEWEB (in het geval van Aarde en Economie) betreft. 6. Vakcode(s) van het(de) studieonderdeel(en) waarvoor de werkzaamheden werden uitgevoerd, met bijbehorende studiepunten. Voor meer informatie wordt verwezen naar de Stage- en Scriptieregeling zelf.
38
Aardwetenschappen en geoarcheologie
1.17 1.17.1
Afstuderen Bachelorexamen Het bachelorexamen bestaat uit een aantal onderdelen, zoals tentamens, practica, veldwerk en excursies en het schrijven van een scriptie, die op verschillende tijdstippen worden afgelegd. Om te slagen voor het bachelorexamen gelden de volgende regelingen: De student slaagt voor het bachelorexamen op de voorwaarden dat: • geen van de examenonderdelen is beoordeeld met een cijfer lager dan 5.0, • niet meer dan één examenonderdeel met het cijfer 5.0 beoordeeld is, • het naar studielast gewogen gemiddelde van alle examenonderdelen ten minste 6.0 bedraagt. Het bachelorexamen kan iedere maand (m.u.v. juli) worden afgelegd. Met het afleggen van het examen wordt bedoeld: het door de examencommissie laten vaststellen dat voldaan is aan alle exameneisen (alle vakken gehaald). De buluitreiking volgt altijd later. De uitreiking van de bachelorgetuigschriften vindt elf maal per jaar plaats tijdens openbare zittingen van de examencommissie (data worden bekend gemaakt via de website). Bachelorgetuigschriften worden veelal aan kleine groepen studenten tegelijk uitgereikt.
1.17.2
Goedkeuring van het vakkenpakket Let op: onderstaande procedure zal gedurende het collegejaar 2008/2009 aangepast worden. De wijzigingen zullen worden gecommuniceerd via de facultaire website en via e-mail. Uiterlijk drie maanden voor de gewenste examendatum dient het vakkenpakket van de bacheloropleiding te worden ingediend ter goedkeuring door de examencommissie. Het studiesecretariaat verstrekt daartoe een elektronische versie van het formulier ‘Aanvraag goedkeuring vakkenpakket’ via e-mail. Goedkeuring gebeurt op basis van de programma’s zoals vastgelegd in de OER(en). Als er nadien nog wijzigingen optreden in de samenstelling van het programma (b.v. keuzevakken), dient voor het aanvragen van het examen eerst weer het gewijzigde vakkenpakket te worden goedgekeurd.
1.17.3
Aanvragen van het examen en afgifte getuigschrift Let op: onderstaande procedure zal gedurende het collegejaar 2008/2009 aangepast worden. De wijzigingen zullen worden gecommuniceerd via de facultaire website en via e-mail. Als het (goedgekeurde) examenpakket volledig is afgelegd (en de cijfers dus zijn geregistreerd), kan het examen schriftelijk worden aangevraagd door middel van een aanvraagformulier. Dit formulier is verkrijgbaar op het studiesecretariaat. Gelijktijdig wordt hiermee een verzoek tot afgifte van het getuigschrift ingediend. Het examen moet uiterlijk vier weken voor de gewenste examendatum aangevraagd worden. Het verdient aanbeveling al enkele weken voor het indienen van het verzoek tot afgifte van het getuigschrift op een totaaloverzicht van geregistreerde studieresultaten
Undergraduate School for Earth Sciences
39
te controleren of alle afgelegde tentamens/studieonderdelen daadwerkelijk geregistreerd staan. Een verzoek tot afgifte van een getuigschrift (de bachelor- of masterbul) kan alleen worden ingediend als de examinandus op de aanvraagdatum staat ingeschreven als student of extraneus en als het collegegeld is betaald. Het formulier Aanvraag getuigschrift moet ingevuld en ingediend worden bij het studiesecretariaat. Neem hierbij een kopie van je paspoort mee. De examencommissie bepaalt aan de hand van de resultaten van de onderdelen of de examinandus al dan niet is geslaagd (in overeenstemming met de OER), bekijkt of de kandidaat de juiste vooropleiding heeft en kent het judicium toe. Daartoe vergadert de examencommissie ten minste éénmaal per maand, met uitzondering van de maand juli. De datum waarop de examencommissie vaststelt dat aan alle eisen voor het examen is voldaan, wordt aan de student medegedeeld en op de bul vermeld. Voor het toekennen van de judicia hanteert de examencommissie de volgende voorwaarden, waarbij het naar studielast gewogen gemiddelde geldt: cum laude ≥ 8,0; met veel genoegen ≥ 7,5; met genoegen ≥ 7,0. Voor toekenning van het judicium ‘cum laude’ geldt nog een aantal beperkende voorwaarden ten aanzien van de studietijd en cijferverdeling. Voor deze verdere regels wordt verwezen naar de ‘Regels en Richtlijnen voor de examens’. Deze zijn bijgevoegd bij de Onderwijs en Examenregelingen. Tegen beslissingen van de examencommissie staat beroep open bij het College van Beroep voor de examens. Zie voor de beroepsmogelijkheden het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut, of kijk op http://www.vu.nl > Studenten > Inspraak / reglementen.
40
1.17.4
Beëindiging van inschrijving Een student die de VU verlaat, omdat bijvoorbeeld het examen met goed gevolg is afgelegd, moet zelf de inschrijving als student beëindigen door middel van een schriftelijk verzoek bij de Studentenbalie in het Hoofdgebouw. Het formulier daarvoor is verkrijgbaar op het studiesecretariaat en dient ingeleverd te worden gelijktijdig met het verzoek tot afgifte van een getuigschrift. De inschrijving wordt dan beëindigd in de maand volgend op die waarin het examen is afgelegd, behoudens in de maanden juli en augustus.
1.17.5
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen vermeld die met goed gevolg zijn afgerond, inclusief studiebelasting en studieresultaat.
1.17.6
Inschrijving in een masteropleiding Studenten die doorstuderen aan een masteropleiding aan de Vrije Universiteit kunnen met het formulier Aanvraag Getuigschrift tevens aanvraag tot toelating tot en inschrijving in één van de masteropleidingen doen. Gelijktijdig met het vaststellen van het bachelorexamen besluit de examencommissie over toelating tot de aangegeven masteropleiding (en -specialisatie indien van toepassing). Over
Aardwetenschappen en geoarcheologie
doorstroom naar en toelatingseisen tot de masteropleidingen van de Graduate School for Earth, Environment and Ecology is meer informatie te vinden in het volgende hoofdstuk onder Studie- en loopbaanperspectief en in de master guide en de OERen.
1.18
Studie- en loopbaanperspectief
1.18.1
Studie en loopbaan In het derde jaar van de bacheloropleiding volg je het vak Studie en loopbaan. Dit vak wordt verzorgd in een samenwerking tussen de faculteit en het Centrum voor Studie en Loopbaan van de VU. Tijdens de cursus analyseer je je eigen competenties en oriënteer je je op de arbeidsmarkt. Ook wordt aandacht besteed aan het gemotiveerd kiezen van een vervolg(master)opleiding. Een uitgebreide beschrijving van het vak is te vinden in de lijst met vakomschrijvingen in deze gids. Meer informatie over het Centrum voor Studie en Loopbaan is te vinden op de algemene website www.vu.nl > studenten > advies en begeleiding > studie- en loopbaanbegeleiding.
1.18.2
Loopbaanoriëntatie en arbeidsmarkt De Nederlandse werkgevers zijn nog niet ingesteld op het creëren van functies voor afgestudeerden met een academische bachelorgraad. In tegenstelling tot sommige andere landen is bij ons de bachelor-masterstructuur pas kort geleden ingevoerd en heeft nog een beperkt aantal mensen een bachelorbul aan het Nederlands Wetenschappelijk Onderwijs behaald. Veelal zullen studenten kiezen voor een vervolgopleiding en het behalen van een mastergraad. Veel informatie over de carrièremogelijkheden met een bachelorbul kan hier helaas dus nog niet gegeven worden. Ter oriëntatie op de arbeidsmarkt is het nuttig om een stage te lopen buiten de instellingen van wetenschappelijk onderwijs. In de bacheloropleiding is alleen binnen het studieonderdeel Bachelorthesis een beperkte mogelijkheid om eens buiten de VU te kijken. Binnen de masteropleidingen zal daartoe veel meer ruimte zijn. Loopbaanoriëntatie vindt ook plaats op de door GeoVUsie georganiseerde bedrijvendagen, de Landelijke Loopbaandag, of via het bijwonen van voordrachten die met grote regelmaat op de faculteit worden gehouden door personen uit het bedrijfsleven (o.a. Geoflex-lezingen op donderdagmiddagen). De Stichting Bèta Bedrijvencontactdag Amsterdam (SBBA) organiseert ieder jaar een bedrijvencontactdag bestemd voor bètastudenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. De bedrijvencontactdag wordt jaarlijks gehouden in de eerste week van april, afwisselend in de gebouwen van de VU of de UvA. De bedrijvendag is met name gericht op laatste jaar bachelorstudenten, masterstudenten en promovendi. Deze krijgen in de loop van maart een uitnodiging en het programmaboekje met het inschrijfformulier. Op de bètabedrijvencontactdag is een informatiemarkt aanwezig waar bedrijven zich presenteren. Tevens zijn er verschillende lezingenrondes waarin enkele bedrijven de kans krijgen om het publiek te informeren over de arbeidsmogelijkheden die er voor bèta's zijn binnen dat bedrijf. Een persoonlijk gesprek met een bedrijf naar keuze kan aangevraagd worden door een ingevuld c.v. in te leveren, dat verstrekt wordt met het inschrijfformulier. Naar
Undergraduate School for Earth Sciences
41
aanleiding van deze c.v.’s worden studenten uitgenodigd voor de gesprekkendagen die enige tijd na de bedrijvendag plaatsvinden, meestal in mei. De SBBA bestaat uit studenten van de VU en de UvA. Meer informatie over de SBBA of de bèta bedrijvencontactdag kan verkregen worden via de website http://www.sbba.nl/. 1.18.3
Doorstroom naar een masteropleiding De meest voor de hand liggende keuze voor studenten in de afrondende fase van hun bacheloropleiding zal zijn zich te beraden op een doorstroom naar een masteropleiding. De masteropleiding kan gevolgd worden aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit, of wordt logischerwijs voortgezet binnen de faculteit zelf. De Graduate School for Earth, Environment and Ecology van de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de Vrije Universiteit kent de volgende masteropleidingen A. Earth Sciences (waarbinnen zes specialisatierichtingen zijn ondergebracht); • Applied Environmental Geosciences • Solid Earth • Archaeometry • Landscape Archaeology • Education (lerarenopleiding) • Science Communication Met ingang van het collegejaar 2009/2010 zal een specialisatie "Earth and economics" worden toegevoegd. B. Geosciences of Basins and Lithosphere (onderverdeeld in drie richtingen); • Sedimentary basins; architecture and evolution • Continental lithosphere; composition and rates of processes • Petroleum systems; development and regional geology C. Hydrology (onderverdeeld in twee richtingen); • Hydrogeology • Ecohydrology D. Palaeoclimatology and Geo-ecosystems; E. Environment and Resource Management (onderverdeeld in twee richtingen); • Environmental Studies • Energy Studies
F. Ecology. Binnen de specialisaties hebben de studenten de keuze tot het volgen van een tweetal profielen: • maatschappijgericht (M); • onderzoeksgericht (O) De profielkeuze zal in de praktijk met name tot uitdrukking komen in de uitvoering van een beleidsmatige of bedrijfsstage in het kader van de Master Thesis (M), dan wel 42
Aardwetenschappen en geoarcheologie
een meer onderzoeksgerichte Master Thesis aan universiteit of onderzoeksinstituut (O). De masteropleidingen hebben een omvang van respectievelijk 120 stp. (Earth Sciences, Geosciences of Basins and Lithosphere, Hydrology, Palaeoclimatology and Geo-ecosystems) en 60 stp. (Environment and Resource Management). Toelating tot de masteropleidingen Toestemming tot het volgen van masteronderdelen zonder bachelordiploma Om de doorstroom van een bacheloropleiding naar een masteropleiding van de School of Earth and Environmental Sciences iets te versoepelen, is het onder bepaalde voorwaarden toegestaan reeds deel te nemen aan een deel van het cursorisch onderwijs van de masteropleiding zonder dat het daartoe benodigde bacherlordiploma is behaald (zie later). Studenten met een geringe achterstand in de bacheloropleiding kunnen op deze wijze tijdens het afronden van de bacheloropleiding reeds beginnen met de masteropleiding. De voorwaarden voor deelname zijn als volgt: • Deelname is alleen toegestaan aan de daartoe speciaal in de OER vermelde studieonderdelen van de masteropleiding, wanneer de student minimaal 168 studiepunten heeft behaald in de bachelorrichting die toegang verschaft tot de betreffende masteropleiding of masterspecialisatie. • De periode waarbinnen de student zonder bachelordiploma kan deelnemen aan onderdelen van de masteropleidingen bedraagt maximaal 12 maanden, gerekend vanaf het begin van het cursusjaar. N.B. Officiële inschrijving in de masteropleiding kan pas plaatsvinden na het behalen van het bachelordiploma! Toelating met BSc Aardwetenschappen, Richting I Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting I hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende specialisaties van de masteropleiding Earth Sciences: • Applied Environmental Geosciences • Solid Earth • Education (lerarenopleiding, E-variant) (met Sociale Geografie I, en, bij voorkeur, "Science education en oriëntatie op het beroep van leraar" (991010)) • Science Communication (C-variant) B. de volgende specialisaties van de masteropleiding Hydrology: • Hydrogeology • Ecohydrology C. de volgende specialisaties van de masteropleiding Environment and Resource Management • Environmental Studies • Energy Studies Geologiestudenten (richting I) die willen worden toegelaten tot de masteropleiding Geosciences of Basins and Lithosphere moeten voldoen aan algemene instroomeisen waarover informatie te vinden is op www.basinmaster.vu, in de OER, of via mastercoördinatoren dr. B.P. Zoetemeijer (
[email protected], tel. (020)
Undergraduate School for Earth Sciences
43
598 7382) en dr. M. ter Voorde (
[email protected], tel. (020) 598 7343). Deze master bestaat uit de volgende specialisaties: • Sedimentary basins; architecture and evolution • Continental lithosphere; composition and rates of processes • Petroleum systems; development and regional geology Toelating met bachelorvariant Richting II Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting II hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiaties van de masteropleiding Earth Sciences: • Applied Environmental Geosciences • Education (lerarenopleiding, E-variant) (met Sociale Geografie I, en, bij voorkeur, "Science education en oriëntatie op het beroep van leraar" (991010)) • Science Communication (C-variant) B. de volgende differentiaties van de masteropleiding Hydrology: • Hydrogeology • Ecohydrology C. de masteropleiding Palaeoclimatology and Geo-ecosystems (mits er aan de aanvullende instroomeisen voldaan wordt, zie hiervoor de studiegids van deze masteropleiding); D. de volgende specialisaties van de masteropleiding Environment and Resource Management • Environmental Studies • Energy Studies Toelating met BSc Aardwetenschappen, Richting III Studenten, die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen het programma van de bachelorvariant Richting III hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiatie van de masteropleiding Earth Sciences: • Applied Environmental Geosciences • Education (lerarenopleiding, E-variant) (met Sociale Geografie I, en, bij voorkeur, "Science education en oriëntatie op het beroep van leraar" (991010)) • Science Communication (C-variant) B. de volgende differentiaties van de masteropleiding Hydrology: • Hydrogeology • Ecohydrology C. de masteropleiding Palaeoclimatology and Geo-ecosystems D. de volgende specialisaties van de masteropleiding Environment and Resource Management • Environmental Studies • Energy Studies Toelating met bachelorvariant Geoarcheologie Studenten die binnen het bachelorexamen Aardwetenschappen de variant Geoarcheologie hebben gevolgd, hebben rechtstreeks toegang tot: A. de volgende differentiaties van de masteropleiding Earth Sciences: • Landscape Archaeology • Archaeometry • Applied Environmental Geosciences 44
Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
Education (lerarenopleiding, E-variant) (met Sociale Geografie I, en, bij voorkeur, "Science education en oriëntatie op het beroep van leraar" (991010)) • Science Communication (C-variant) B. de volgende specialisaties van de masteropleiding Environment and Resource Management • Environmental Studies • Energy Studies Toelating met afwijkende bachelorsvarianten Studenten die op basis van hun bachelorvariant aan de Vrije Universiteit niet rechtstreeks toegang hebben tot een bepaalde masterspecialisatie binnen een masteropleiding, kunnen alsnog worden toegelaten tot die masterspecialisatie op basis van een daartoe strekkend besluit van de Examencommissie van die masteropleiding. De Examencommissie geeft daarbij aan voor welke differentiatie binnen de masteropleiding de toelating geldt. De Examencommissie kan aanvullende eisen stellen alvorens de student wordt toegelaten. Toelating masterspecialisatie Science Communication Voor het volgen van de richting Science Communication gelden geen specifieke toelatingseisen. Het is echter wel raadzaam tijdens de bacheloropleiding het vak Wetenschapscommunicatie voor Bèta-onderzoekers (470185), 6 stp. op te nemen in je vrije keuzepakket. Toelating masterspecialisatie Education Binnen de brede masteropleiding Earth Sciences bestaat de mogelijkheid tot het volgen van een Educatie-(lerarenopleiding) variant. Wil je toegelaten worden tot deze variant, dan is het verplicht Sociale geografie I (450099), 6 stp. in je bachelorpakket te hebben. Daarnaast wordt sterk aangeraden het vak "Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar" (991010), 6 stp. tijdens je bacheloropleiding te volgen. Toelating masteropleiding Ecology Na een afgeronde bachelor Aardwetenschappen bestaat ook de mogelijkheid om verder te studeren in de masteropleiding Ecology, mits je vakkenpakkeet aan een aantal eisen voldoet. Neem voor meer informatie contact op met de mastercoördinator van deze opleiding: dr. G..J.J. Driessen,
[email protected]. Master Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied De faculteit der Wijsbegeerte organiseert een 2-jarige masteropleiding Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied, voor studenten die geïnteresseerd zijn in de invloed die de wetenschap uitoefent op ons mens- en wereldbeeld, de drijvende kracht van de wetenschap in onze maatschappij en cultuur en de drastische veranderingen die onze wereld ondergaat onder invloed van (natuur)wetenschappen en technologie. Studenten met een bachelordiploma Aardwetenschappen of Aarde en economie kunnen onder bepaalde voorwaarden worden toegelaten tot deze opleiding en volgen in het eerste jaar een filosofisch basisprogramma en een wetenschapsfilosofisch blok dat is toegespitst op de integratie van natuurwetenschappen en filosofie. In het tweede jaar wordt deelgenomen aan een seminar en moeten er colleges worden gevolgd waarin de wijsgerige reflectie wordt toegepast op problemen binnen het eigen wetenschapsgebied. De opleiding eindigt met een afstudeerfase (leeronderzoek,
Undergraduate School for Earth Sciences
45
literatuuronderzoek en scriptie) waarin je eigen wetenschapsgebied alle aandacht krijgt. Voor meer informatie: Y.M. Jouvenaar, facultair voorlichter Wijsbegeerte, Faculteit der Wijsbegeerte, hoofdgebouw, kamer 14A-18. Tel. (020)-598 8596, e-mail:
[email protected]
1.19
Instituten en onderzoeksafdelingen De volgende afdelingen van verschillende instituten van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen zijn relevant voor de opleidingen in de Aard- en Milieuwetenschappen, Geoarcheologie en Aarde en economie. Stafmedewerkers van deze afdelingen verzorgen de verschillende onderdelen van het bachelor- en masteronderwijs. De afdelingen verzorgen ook kort- en langdurende projecten die als afsluitende leeronderzoeken in zowel bachelor- als masteropleidingen worden aangeboden. Meer informatie over de afdelingen en hun onderzoek vind je op de facultaire website. Instituut voor Aardwetenschappen (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IAW- Earth Sciences) • Hydro(geo)logie en Geo-milieuwetenschappen • Isotopengeochemie • Paleoklimatologie en Geomorfologie • Petrologie • Sedimentologie • Tektoniek Instituut voor Milieuvraagstukken (zie www.ivm.falw.vu.nl > organisation > departments) • Chemie en Biologie • Economie en Technologie • Milieubeleidsanalyse • Ruimtelijke Analyse en Beleid Instituut voor Geo- en Bioarcheologie (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IGBA - Geo- and Bioarchaeology) • Geoarcheologie Instituut voor Ecologische Wetenschappen (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > IEW- Ecological Science) • Dieroecologie • Ecologie en Ecofysiologie van Planten • Systeemecologie Athena Instituut (zie www.falw.vu.nl > onderzoeksinstituten > Athena Institute) • Wetenschapscommunicatie
46
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Voor afdelingen van andere faculteiten (b.v. Archeologie en prehistorie (Faculteit der Letteren), of Ruimtelijke economie (Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde)) wordt verwezen naar de websites van die faculteiten.
Undergraduate School for Earth Sciences
47
2
Aardwetenschappen (BSc) De hier gepresenteerde studiegidsinformatie betreft voornamelijk de structuur van de bacheloropleiding Aardwetenschappen en de gedetailleerde vakomschrijvingen. Overige belangrijke studiegidsinformatie met betrekking tot de opleiding en de Undergraduate School for Earth Sciences is terug te vinden op de facultaire website; www.falw.vu.nl > studenten > studiegids bachelor.
2.1
Omvang van de studie De omvang van de bacheloropleiding bedraagt 180 studiepunten verdeeld over drie studiejaren (60 studiepunten per jaar). Eén studiepunt (conform ECTS, European Credit Transfer System) staat voor 28 uur studiebelasting en bestaat uit het volgen van colleges en practica, het voorbereiden en uitwerken van de collegestof (zelfstudie), het studeren voor tentamens, het maken van werkstukken en het verrichten van veldwerk. Bij de beschrijvingen van de studieonderdelen zijn de studiepunten per onderdeel vermeld.
2.2
Nieuw curriculum per september 2007 Sinds september 2007 is het programma ten opzichte van de voorgaande jaren op enkele punten gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen betreffen een veranderd aantal studiepunten voor bepaalde onderdelen in het eerste en tweede jaar, het samengaan van afstudeerrichting II (Fysische geografie, kwartairgeologie en hydrolo(geo)logie) en afstudeerrichting III (Milieuwetenschappen), en wat kleine wijzigingen in het keuzepakket in het derde jaar. In de hieronder volgende paragrafen is het nieuwe programma van het eerste en tweede jaar (basisopleiding) vermeld. Studenten die in 2006 of eerder zijn begonnen volgen nog het 'oude' programma en vinden dat dus nog terug in het derdejaarsprogramma van deze studiegids.
2.3
Basisopleiding Aardwetenschappen Het programma van het eerste studiejaar biedt een brede oriëntatie op het gehele terrein van de Aardwetenschappen, zodat de student aan het eind van het eerste jaar een weloverwogen keuze kan maken voor de vervolgopleiding, die hetzij meer op het aardoppervlak (fysische geografie en milieuwetenschappen), hetzij meer op de aardkorst (geologie) gericht is. Het totale basisprogramma omvat 84 studiepunten. Het programma van het eerste studiejaar van de bachelorvariant Geoarcheologie wordt verzorgd door de Faculteit der Letteren. Zie ook de paragraaf 'Geoarcheologie'.
2.3.1
Basisopleiding, eerste jaar Alle onderstaande vakken van het eerste jaar zijn verplicht. Vakcode 450238 450010 450064 450068 450234 450157 450070 450065
48
Vaknaam Algemene vaardigheden Eigenschappen van gesteenten I Fysica voor aardwetenschappers Geochemie voor aardwetenschappers Global change Inleiding mineralogie Paleontologie Ruimtelijke beeldvorming
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Stp. 3 6 3 3 4 3 3 6
Periode 1, 2 en 4 1 3 4 3 5 2 2
450069 450067 450066 450062 450239 450063
2.3.2
6 6 3 3 5 6
4 1 5 5 5 en 6 1 en 2
Basisopleiding, tweede jaar Onderstaande tweedejaars vakken zijn voor beide richtingen verplicht. Vakcode 450022 450072 450071 450250 450073
2.4
Sedimentologie en stratigrafie Systeem Aarde Tektoniek Veldpracticum Brabant Veldwerk 1e jaar Wiskunde en computergebruik
Vaknaam Inleiding in de anorganische geochemie Sedimentaire systemen in ruimte en tijd Statistiek en data-analyse Veldwerkverslag 1e jaar Wis- en natuurkunde
Stp. 5 3 6 4 6
Periode 3 2 1 1 en 2 2
Richting I, geologie en hydro(geo)logie In het studieprogramma richting I (geologie en hydro(geo)logie) ligt het accent in de geologische richting. Het programma is opgebouwd uit verplichte onderdelen in het tweede en derde jaar (totaal 78 studiepunten) en een keuzepakket van 18 studiepunten in het derde jaar. Het derde jaar wordt afgesloten met een begeleid zelfstandig onderzoek, ofwel Bachelorthesis (450100).
2.4.1
Richting I, tweede jaar (verplichte vakken) Vakcode 450023 450251 450024 450078 450076 450077 450079
2.4.2
Stp. 5 5 5 3 6 6 6
Periode 4 5 4 4 5 1 6
Richting I, derde jaar (verplichte vakken) Vakcode 450100 450141 450026 450142 450074 450090 450006
2.4.3
Vaknaam Digitale ruimtelijke data Historische geologie incl. veldpracticum Inleiding hydrologie Mineralogie Petrologie, incl. veldpracticum Structurele geologie I, inclusief veldpracticum Veldwerk geologie
Vaknaam Bachelorthesis aardwetenschappen Isotopengeochemie Studie en loopbaan Toegepaste geofysica Uitwerking veldwerk geologie Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Stp. 18 6 2 6 4 3 3
Periode 5 en 6 3 1 en 2 1 1 en 2 2 en 3 1
Richting I, derde jaar (keuzevakken) Uit onderstaande lijst keuzevakken dient een totaal van 18 studiepunten te worden gevolgd. Vakcode 450098
Vaknaam Bodem en milieu
Aardwetenschappen (BSc)
Stp. 6
Periode 2
49
450101 450085 450308 450240 450083 991010 450099 450081 450097 470185
2.5
Computermodelleren Hydrologie van Nederland Inleiding in de biogeologie Paleoklimatologie en meteorologie Petrologie van het systeem Aarde Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar Sociale geografie I Structurele geologie II Terrestrische milieus Wetenschapscommunicatie voor Bètaonderzoekers
6 6 6 6 6 6
4 2 4 4 4 maart 2009
6 6 6 6
2 2 2 02.03.2009-27.03.2009
Richting II, fysische geografie, kwartairgeologie en hydro(geo)logie In het studieprogramma richting II (fysische geografie, kwartairgeologie en hydro(geo)logie) ligt het accent in de fysisch geografische richting. Het programma is opgebouwd uit verplichte onderdelen in het tweede en derde jaar (totaal 78 studiepunten) en een keuzepakket van 18 studiepunten in het derde jaar. Het derde jaar wordt afgesloten met een begeleid zelfstandig onderzoek, ofwel Bachelorthesis (450100).
2.5.1
Richting II, tweede jaar (verplichte vakken) Vakcode 450091 450023 450252 450095 450024 450093 450092
2.5.2
450006
6
Periode 4 4 5 1 4 5 5 en 6
Vaknaam Bachelorthesis aardwetenschappen Isotopengeochemie Studie en loopbaan Toegepaste geofysica Uitwerking veldwerk geomorfologie Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Stp. 18 6 2 6 4 3 3
Periode 5 en 6 3 1 en 2 1 1 en 2 2 en 3 1
Richting II, derde jaar (keuzevakken) Uit onderstaande lijst keuzevakken dient een totaal van 18 studiepunten te worden gevolgd. Vakcode 450098 450101
50
Stp. 3 5 5 6 5 6
Richting II, derde jaar (verplichte vakken) Vakcode 450100 450141 450026 450142 450096 450090
2.5.3
Vaknaam Bodemkunde Digitale ruimtelijke data Geobotanie (plantkunde) Geomorfologie, inclusief veldpracticum Inleiding hydrologie Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Veldwerk geomorfologie
Vaknaam Bodem en milieu Computermodelleren
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Stp. 6 6
Periode 2 4
450085 450308 450240 450083 991010 450099 450081 450097 470185
2.6
Hydrologie van Nederland Inleiding in de biogeologie Paleoklimatologie en meteorologie Petrologie van het systeem Aarde Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar Sociale geografie I Structurele geologie II Terrestrische milieus Wetenschapscommunicatie voor Bètaonderzoekers
6 6 6 6 6
2 4 4 4 maart 2009
6 6 6 6
2 2 2 02.03.2009-27.03.2009
Richting III, milieuwetenschappen In het studieprogramma richting III, ligt het accent in de milieuwetenschappelijke richting. Het programma is opgebouwd uit verplichte onderdelen in het tweede en derde jaar (totaal 78 studiepunten) en een keuzepakket van 18 studiepunten in het derde jaar. Het derde jaar wordt afgesloten met een begeleid zelfstandig onderzoek, ofwel Bachelorthesis (450100). N.B. Richting III (Milieuwetenschappen) zal vanaf 2008-2009 niet langer als aparte specialisatie worden aangeboden. Deze richting is gefuseerd met Richting II. Voor studenten die vanaf september 2007 met de studie zijn gestart betekent dit dat zij alleen de keuze hebben uit Richting I of Richting II. Voor studenten die in het studiejaar 2007-2008 voor richting III gekozen hebben wordt dit jaar het derdejaars programma nog wel aangeboden.
2.6.1
Richting III, derde jaar (verplichte vakken) Vakcode 450100 450141 450136 450026 450142 450090 450006
2.6.2
Vaknaam Bachelorthesis aardwetenschappen Isotopengeochemie Scriptie milieubeleid Studie en loopbaan Toegepaste geofysica Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Stp. 18 6 4 2 6 3 3
Periode 5 en 6 3 1 en 2 1 en 2 1 2 en 3 1
Richting III, derde jaar (keuzevakken) Een totaal van 18 studiepunten dient ingevuld te worden met vakken uit de onderstaande lijst, dan wel met een keuze uit het overige aanbod van studieonderdelen van de bacheloropleiding Aardwetenschappen, of de bacheloropleiding Biologie. Behalve de onderstaande keuzevakken worden mogelijk in de loop van het jaar nog een of meerdere vakken van Levenswetenschappen toegevoegd. Neem voor meer informatie contact op met de bachelorcoordinator. Vakcode 450098 450101 450252 450085 450308 450240 450083
Vaknaam Bodem en milieu Computermodelleren Geobotanie (plantkunde) Hydrologie van Nederland Inleiding in de biogeologie Paleoklimatologie en meteorologie Petrologie van het systeem Aarde
Aardwetenschappen (BSc)
Stp. 6 6 5 6 6 6 6
Periode 2 4 5 2 4 4 4
51
991010 450099 450081 450097 450286 470185
2.7
Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar Sociale geografie I Structurele geologie II Terrestrische milieus Veldexcursie ecosystemen Ardennen Wetenschapscommunicatie voor Bètaonderzoekers
6
maart 2009
6 6 6 2 6
2 2 2 5 02.03.2009-27.03.2009
Geoarcheologie De bachelorvariant Geoarcheologie heeft vanaf het tweede jaar een eigen programma, waarin overigens vaak wordt aangesloten bij de overige bachelorrichtingen. Het centrale leerdoel van het Geoarcheologie-programma is dat je een groot aantal relevante basisbegrippen, inzichten en technieken uit de Aardwetenschappen en de Archeologie gaat beheersen en kunt toepassen in verschillende onderdelen van het archeologisch werkveld. Daarnaast zullen, net zo als dit in de opleiding tot geoloog en archeoloog het geval is, excursies en veldwerk een belangrijk onderdeel uit maken voor de opleiding tot geoarcheoloog. Het vakspecifieke deel van de studie zal met name via het veldwerk en de rapportage daarover, zichtbaar worden. De stages en het veldwerk zullen sterk op het archeologisch werkveld georiënteerd zijn. Met ingang van het studiejaar 2008/2009 start een vernieuwde gezamelijke bacheloropleiding (Geo) Archeologie van de Faculteit der Letteren en de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen. Het eerste jaar van deze gezamenlijk opleiding wordt aangeboden aan de faculteit der Letteren. Dit eerste jaar van de basisopleiding heeft een oriënterende en selecterende functie. Voor meer informatie en het programma van deze nieuwe opleiding wordt verwezen naar de relevante studiegids van de Faculteit der Letteren 2008/2009. In deze studiegids wordt het programma van het tweede en derde jaar van de opleiding Geoarcheologie beschreven zoals dat van toepassing is op studenten die in het collegejaar 2007/2008 en daarvoor zijn begonnen met de studie. Het tweede en derde curriculumjaar bestaat uit een verdere verbreding en verdieping van de stof waarbij vakken uit de Archeologie en de Aardwetenschappen aan de orde komen. Het programma van de basisopleiding ligt grotendeels vast. Naar het eind van het derde curriculumjaar vindt oriëntatie plaats op de specialisatie van de masteropleiding. De opleiding wordt afgesloten met een begeleid zelfstandig onderzoek; de Bachelorthesis geoarcheologie (450282).
2.7.1
Geoarcheologie, tweede jaar Onderstaande tweedejaars vakken maken alle deel uit van het verplichte programma. Vakcode 450036 450091 450034 450023 450035 450095 450024 450022 450093
52
Vaknaam Archeometrie en materiaalpracticum II Bodemkunde Dateringsmethoden Digitale ruimtelijke data Geoarcheologisch veldwerk Geomorfologie, inclusief veldpracticum Inleiding hydrologie Inleiding in de anorganische geochemie Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract.
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Stp. 6 3 3 5 6 6 5 5 6
Periode 2 4 2 4 5 en 6 1 4 3 5
502024 450071 450090
2.7.2
5 1 2 en 3
Vaknaam Bachelorthesis geoarcheologie Geoarcheologische prospectietechnieken Het verhaal van een opgraving, 1 Mineralogie Petrologie, incl. veldpracticum Studie en loopbaan Terrestrische milieus Uitwerking geoarcheologisch veldwerk Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek
Stp. 16 4 5 3 6 2 6 4 3
Periode 4, 5 en 6 3 1 4 5 1 en 2 2 1 1
Geoarcheologie, derde jaar (keuzevakken) De keuzeruimte binnen de bachelorvariant Geoarcheologie omvat 12 studiepunten. Deze kunnen ingevuld worden met een keuze uit het aanbod van studieonderdelen uit de bacheloropleiding Aardwetenschappen, of de bacheloropleiding Archeologie en prehistorie. Onderstaande lijst bevat enkele van de mogelijkheden. De roostering van deze vakken sluit niet per definitie goed aan op het Geoarcheologieprogramma. Voor individuele afstemming en mogelijkheden kan contact worden opgenomen met prof. dr. Henk Kars. Vakcode 450098 450101 470055 450085 450240 450083 504138 991010 450099 470185
2.8
5 6 3
Geoarcheologie, derde jaar (verplichte vakken) Vakcode 450282 450104 504014 450078 450076 450026 450097 450033 450006
2.7.3
Romeinse archeologie, 1 Statistiek en data-analyse Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers
Vaknaam Bodem en milieu Computermodelleren Evolutie van de mens Hydrologie van Nederland Paleoklimatologie en meteorologie Petrologie van het systeem Aarde Prehistorie van Nederland, 3 Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar Sociale geografie I Wetenschapscommunicatie voor Bètaonderzoekers
Stp. 6 6 6 6 6 6 5 6
Periode 2 4 30.03.2009-27.04.2009 2 4 4 1 maart 2009
6 6
2 02.03.2009-27.03.2009
Algemene en wijsgerige vorming Binnen het bachelorprogramma wordt met de studieonderdelen Wetenschapsgeschiedenis (450090) en Wijsgerige vorming (450006) invulling gegeven aan Algemene en Wijsgerige vorming. Het doel van deze onderdelen is de student inzicht te geven in de aard van de eigen wetenschap en de plaats daarvan in een ruimer verband. Hierbij wordt aandacht besteed aan de onderlinge samenhang van de wetenschappen, de geschiedenis van en wijsgerige vragen omtrent natuurwetenschappen, hun functie binnen de samenleving en aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van hun beoefenaars. In de universiteitsbibliotheek is een aparte bibliotheek Algemene vorming opgenomen.
Aardwetenschappen (BSc)
53
2.9
Interfacultaire keuzevakken Interfacultaire keuzevakken maken geen deel uit van het vastgestelde examenprogramma van de bacheloropleiding Aardwetenschappen. Wil je een interfacultair keuzevak volgen dan dien je daar dus toestemming voor te vragen bij de examencommissie. Het is belangrijk dat je dit vooraf en tijdig regelt!
2.10
Vakken buiten FALW en de Vrije Universiteit De Informatheek van het Centrum voor Studie en Loopbaan is in het bezit van alle studiegidsen van de VU (welke overigens ook in digitale versie te raadplegen zijn op http://www.studiegids.vu.nl), maar ook van de andere universiteiten. Wil je een keuzevak elders volgen, raadpleeg dan de desbetreffende studiegids, het internet, of doe navraag bij docent of studiebegeleider. Deelname aan keuzevakken die niet door de Undergraduate School for Earth Sciences worden georganiseerd dient vooraf te worden goedgekeurd door de examencommissie (achteraf regelen is niet mogelijk!). Aanvragen hiertoe graag tijdig indienen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie, voorzien van documentatie over de aard en inhoud van het vak. Examencommissie Aardwetenschappen t.a.v. mw. M. Wolters (
[email protected]), FALW, De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam.
2.11
54
Honours programma
2.11.1
Wat is het BSc Honours Programma De VU heeft een Bachelor Honours Programma voor excellente studenten, waarin ook de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen deelneemt. Het Honours Programma heeft als doelstelling dat talentvolle studenten zich onder intensieve begeleiding kunnen verdiepen en verbreden. Het VU Honours traject beslaat 30 stp. verdeeld over 2,5 jaar. Het heeft een faculteitsdeel van 10-15 stp. en een faculteitsoverstijgend deel van 10-15 stp. Het honourstraject komt bovenop het reguliere programma en is alleen toegankelijk voor studenten die meer willen en kunnen dan het reguliere programma biedt.
2.11.2
Het faculteitsoverschrijdende deel In het faculteitsoverstijgende deel van het VU BSc Honourstraject geven topdocenten uit verschillende vakgebieden samen cursussen op actuele thema's. Zie voor nadere informatie over het VU Honoursprogramma en het faculteitoverschrijdende deel: http://www.vu.nl/Student/ > cursussen/stages/scripties > VU Honours Programma. De facultaire coördinator is drs. Liesbeth van de Grint (
[email protected]; Kamer F-114). Ook bij haar kan je terecht voor nadere informatie.
2.11.3
Het facultaire deel Het facultaire deel van het BSc Honours Programma Aardwetenschappen kan worden ingevuld met: • Twee stervarianten van bestaande cursussen binnen de verplichte specialisatierichting van je bacheloropleiding (Richting I, II of III). De stervariant van de cursus is gericht op verdieping en heeft een omvang van 2,5 stp. In totaal vul je hiermee dus 5 stp. van het Honours Programma in. Binnen de stervariant Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
•
•
•
wordt een individueel begeleid literatuuronderzoek uitgevoerd naar een specifiek onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Dit literatuuronderzoek wordt afgesloten met een verslag. De stervariant wordt onder een aparte vakcode geregistreerd. Een individeel vastgestelde onderwijsmodule op een aardwetenschappelijk deelgebied dat geen deel uitmaakt van je verplichte specialisatieprogramma. (Bijvoorbeeld: een student Richting I volgt een individueel vastgesteld onderwijsprogramma op het gebied van de Geomorfologie of een student Richting II volgt een individueel vastgesteld en begeleid onderwijsprogramma op het gebied van de Geoarcheologie; andere combinaties zijn uiteraard ook mogelijk). De omvang van deze module is 5 stp. en is gericht op verbreding. Zij wordt afgesloten met een mondeling assessment. Een individuele onderzoeksmodule (de honours bachelorthesis) met een omvang van 10 stp. Deze specifieke honours bachelorthesis betreft een laboratoriumonderzoek binnen en begeleid door één van de wetenschappelijke afdelingen van de faculteit. Een uitbreiding van de reguliere bachelorthesis met maximaal 5 stp. bovenop de bestaande studiepunten voor de bachelorthesis. Doelstelling van beide onderzoeksmodules is verdieping en de verdere ontwikkeling van academische vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Je Honoursprogramma moet binnen de 10-15 stp. van het facultaire deel in ieder geval bevatten (1) twee stervariant-cursussen en (2) één van de hierboven genoemde onderzoeksmodules.
2.11.4
Begeleiding Elke BSc honours student krijgt een individuele honours tutor toegewezen. Deze tutor: • stelt in overleg met de student een persoonlijk BSc-Honoursprogramma op. Dit programma wordt schriftelijk vastgelegd. • stelt in overleg met de student en de betreffende docent(en) de individuele onderwijsmodule (verbreding) op. De inhoud van deze onderwijsmodule wordt schriftelijk vastgelegd. • fungeert als contactpersoon met docenten die bij individuele onderwijsmodules en de begeleiding van onderzoeksprojecten betrokken zijn. • bewaakt het honourstraject van de student.
2.11.5
Toelating tot het BSc Honoursprogramma Studenten kunnen zich vanaf 1 april opgeven bij de FALW Honourscommissie. Contactpersoon hiervoor is Liesbeth van de Grint (
[email protected]; kamer F-114). De Honourscommissie bestaat uit Margot van der Bor (voorzitter), Marjolijn Visser, Jan Kooter, Mathilde Molendijk, Arjen Brussaard, Kees Biermann en Liesbeth van de Grint (projectmanager). Studenten moeten solliciteren met een Engelstalige sollicitatiebrief voorzien van een CV. Met de geselecteerde studenten wordt een gesprek gehouden op basis van een bij de sollicitatie ingediende motivatiebrief. Voorwaarden voor deelname zijn: • de student heeft een gemiddeld cijfer van 7,5 of hoger in het eerste studiejaar; • de student heeft in één jaar het eerste studiejaar afgerond.
Aardwetenschappen (BSc)
55
De commissie stelt op basis van de sollicitaties en de resultaten toelating tot het traject vast. 2.11.6
Stervarianten Richting I Vakcode 450251 450085 450083 450076 450077 450081
2.11.7
450240 450097
450240 450097
2
Vaknaam Bodem en milieu Geobotanie (plantkunde) Geomorfologie, inclusief veldpracticum Hydrologie van Nederland Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Paleoklimatologie en meteorologie Terrestrische milieus
Stp. 6 5 6 6 6 6 6
Periode 2 5 1 2 5 4 2
Vaknaam Basiscursus milieukunde I Bodem en milieu Hydrologie van Nederland Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Paleoklimatologie en meteorologie Terrestrische milieus
Stp. 6 6 6 6 6 6
Periode 5 2 2 5 4 2
Stervarianten Geoarcheologie Vakcode 450036 450034 450104
56
6
Periode 5 2 4 5 1
Stervarianten Richting III Vakcode 450105 450098 450085 450093
2.11.9
Stp. 5 6 6 6 6
Stervarianten Richting II Vakcode 450098 450252 450095 450085 450093
2.11.8
Vaknaam Historische geologie incl. veldpracticum Hydrologie van Nederland Petrologie van het systeem Aarde Petrologie, incl. veldpracticum Structurele geologie I, inclusief veldpracticum Structurele geologie II
Vaknaam Archeometrie en materiaalpracticum II Dateringsmethoden Geoarcheologische prospectietechnieken
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Stp. 6 3 4
Periode 2 2 3
Aardwetenschappen (BSc)
57
3 naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
literatuur toetsing opmerkingen 58
Examenonderdelen Algemene vaardigheden 450238 dr. O. van de Plassche; dr. B.P. Zoetemeijer 3 1, 2 en 4 Door oefening leren van algemene vaardigheden van aardwetenschappelijk onderzoek, door het schrijven van een rapport en het houden van een mondelinge presentatie over een veldonderzoek. Onderzoek en rapportage vereisen een vakoverstijgende integratie van leerstof uit het eerste semester. Facultair computergebruik. Principes en toepassing van de wetenschappelijke cyclus, introductie bibliotheek en literatuur zoeken; het lezen en samenvatten van artikelen, basisprincipes schriftelijk en mondeling rapporteren, mediagebruik. Colleges (inleidingen), werkcolleges (begeleide groepsopdrachten), discussiebijeenkomsten (casus), schriftelijk werkstuk, colloquium (groep). Colleges bibliotheekgebruik, wetenschappelijke cyclus, schriftelijk rapporteren, mondelinge presentatie en mediagebruik. Aan de hand van gepubliceerde artikelen wordt de structuur van wetenschappelijke rapportage besproken en geoefend, met name van de opzet van Introductions,. Aan de hand van zelf in het veld verzamelde geologische en geomorfologische gegevens schrijven studenten een verslag en houden een presentatie. Studenten wonen tenminste 5 GeoVUsie Geoflex-lezingen bij. Deze lezingen dienen als orientatie op de wetenschap en beroepskeuze. De Geoflex-lezingen vinden plaats op de donderdagmiddag om 16.00 uur. studiehandleiding. Mondelinge en schriftelijke rapportage. Archeometrie en materiaalpracticum II 450036 prof.dr. H. Kars 6 2 Inzicht verwerven in de natuurwetenschappelijke archeologie, toegespitst op dat deel van de archeometrie dat zich richt op grondstoffen en oude technologie. Ontstaan van het vuur als energiebron voor technologische processen. Beschrijving van deze processen met aandacht voor grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten. De aangereikte stof is toepassingsgericht: aan de hand van materiaalpractica wordt duidelijk gemaakt hoe natuurwetenschappelijke technieken en aardwetenschappelijke kennis bijdragen aan onze kennis van gebruikte technologieën van oude culturen, met name voor de productie van aardewerk, metaal en glas. Een overzicht van moderne analysemethoden en hoe deze te gebruiken in het onderzoek. Wordt tijdens eerste college opgegeven Mondeling tentamen BSc. Honoursprogramma Stervariant Aardwetenschappen en geoarcheologie
Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Geoarcheologie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code begeleider studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
toetsing opmerkingen
Bachelorthesis aardwetenschappen 450100 Diverse docenten (van verschillende afdelingen) 18 5 en 6 Het leren voorbereiden en verrichten van een klein onderzoek, zelfstandig dan wel in klein groepsverband en het leren schrijven van een bachelorthesis. In de uitvoering van het praktisch werk en de verslaglegging daarvan wordt geleerd: • de in de bacheloropleiding verworven kennis van het aardwetenschappelijk vakgebied en de laatste ontwikkelingen daarin toe te passen; • relevante gegevens te verzamelen uit zowel vakliteratuur als praktisch werk en deze te interpreteren; • informatie, ideeën en oplossingen te verwoorden in een verslag dat leesbaar is voor specialisten en niet-specialisten. Eigen onderzoek afgesloten met een scriptie. Dit kan een kort veldonderzoek zijn of een laboratoriumonderzoek, een modelleeronderzoek of een literatuuronderzoek. Studenten moeten een keuze maken uit onderwerpen die door de verschillende afdelingen worden aangeboden. Nadere informatie over projecten is te verkrijgen bij de afdelingscoördinatoren voor dit studieonderdeel. Zie voor uitgebreide informatie de Blackboard-site, en http://www.falw.vu.nl/student/ > Bacheloropleidingen >Aardwetenschappen en Geoarcheologie > Bachelorthesis Begeleid eigen onderzoek. Het voorbereiden, vergaren van onderzoeksgegevens (in het veld) en de analyse van de gegevens maken 65% deel uit van de tijdsinspanning van de student, de overige 35% is gereserveerd voor uitwerking en de verslaglegging van de resultaten. Een thematische veldwerkopdracht kan maximaal 3 weken duren. Schriftelijk verslag van het hele onderzoeksproces. Deelname aan de bachelorthesis kan alleen plaats vinden indien de verslaglegging van het tweede jaars veldwerk Richting I of Richting II voor 1 maart is geregistreerd bij het studiesecretariaat. Voor studenten Richting III geldt dat het studieonderdeel Biodiversiteit en ecologisch veldwerk (470019) met succes moet zijn afgerond en geregistreerd.
Examenonderdelen
59
Aanmelding uiterlijk 15 februari 2009 via TIS, en per e-mail bij de betreffende coördinator met opgave van het project waaraan wordt deelgenomen De Examencommissie controleert op 1 maart of de betreffende student aan de toelatingseisen heeft voldaan. Veldwerksubsidie (verblijfkosten) conform de facultaire norm is maximaal 3 weken. Subsidie voor reiskosten bedraagt 70% tot een maximum van 350 euro. Alle kosten na aftrek van de subsidie zijn voor rekening van de student. Dit studieonderdeel valt onder de stage- en scriptieregeling. Deze regeling bevat een overeenkomst waarin gegevens en afspraken tussen begeleiders en student worden vastgelegd m.b.t. specifieke omstandigheden, momenten van overleg en voorwaarden voor het studieonderdeel. Deze overeenkomst moet worden overhandigd aan de examencommissie (mw. M. Wolters) voorafgaand aan de start van het studieonderdeel. naam code docenten lecturer studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
60
Bachelorthesis geoarcheologie 450282 prof.dr. H. Kars; dr. S.J. Kluiving dr. S.K.A. Soetens 16 4, 5 en 6 Het leren voorbereiden en verrichten van een klein onderzoek, zelfstandig dan wel in klein groepsverband en het leren schrijven van een bachelorthesis. In de uitvoering van het praktisch werk en de verslaglegging daarvan wordt geleerd: • de in de bacheloropleiding verworven kennis van het geoarcheologisch vakgebied en de laatste ontwikkelingen daarin toe te passen; • relevante gegevens te verzamelen uit zowel vakliteratuur als praktisch werk en deze te interpreteren; • informatie, ideeën en oplossingen te verwoorden in een verslag dat leesbaar is voor specialisten en niet-specialisten. Onder begeleiding van de docent dient zelfstandig een klein onderzoeksvoorstel geformuleerd te worden, vervolgens dient het onderzoek uitgevoerd te worden. Van de resultaten dient een verslag gemaakt te worden. Dit verslag vormt de afsluiting van de bachelors fase. Het onderzoek zal in veel gevallen een hoeveelheid veldwerk inhouden, hetzij een opgraving, hetzij in een groter gebied. Meer laboratoriumgerichte projecten kunnen een alternatief zijn, terwijl een stage bij een (overheids)organisatie of bedrijf ook tot de mogelijkheid behoort. Literatuurstudie maakt wezenlijk onderdeel van het onderzoek uit. Beoordeling van de eindscriptie. Deelname aan de Bachelorthesis kan alleen plaatsvinden indien de verslaglegging van het tweedejaars veldwerk (450033) is geregistreerd bij het studiesecretariaat. Aanmelding uiterlijk 15 februari 2009 via TIS. De Examencommissie controleert op 1 maart of de betreffende student aan de toelatingseis heeft voldaan. Dit studieonderdeel valt onder de stage- en scriptieregeling. Deze regeling bevat een overeenkomst waarin gegevens en afspraken tussen begeleiders en student worden vastgelegd m.b.t. specifieke omstandigheden, momenten van overleg en voorwaarden voor het studieonderdeel. Deze Aardwetenschappen en geoarcheologie
overeenkomst moet worden overhandigd aan de examencommissie (mw. M. Wolters) voorafgaand aan de start van het studieonderdeel. naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
Basiscursus milieukunde I 450105 dr. M.A. van Drunen (
[email protected]) 6 5 De doelstellingen van de deze cursus zijn: 1. Het krijgen van overzicht in hedendaagse milieuproblemen. Studenten moeten weten wat verzuring, broeikaseffect, eutrofiëring, vervuiling, verspreiding, etc. zijn en kunnen uitleggen wat de samenhang is tussen deze milieuproblemen (bijvoorbeeld gemeenschappelijke veroorzakers). 2. Het verwerven van kennis en inzicht in de wetenschappelijke en maatschappelijke aspecten van milieuproblemen. Studenten moeten kunnen uitleggen wat de oorzaken zijn van milieuproblemen vanuit verschillende disciplines, zoals ecotoxicologie (schade ontstaat door een bepaalde emissie) of de economie (schade ontstaat omdat het milieu niets kost). 3. Het verwerven van inzicht in mogelijke oplossingsrichtingen. Studenten moeten kunnen aangeven welke mogelijkheden managers en beleidsmakers hebben om milieuproblemen op te lossen en welke beperkingen deze mogelijkheden hebben. In de cursus, die is bedoeld voor ouderejaars bachelorstudenten van alle faculteiten, worden aan de hand van het boek Environmental Science, a Global Concern de achtergronden van de milieuproblematiek besproken. Hoe stellen we milieuproblemen vast, hoe zijn ze ontstaan en wat zijn de mogelijkheden om ze op te lossen? In de (discussie-)colleges worden actuele milieuproblemen toegelicht vanuit diverse invalshoeken, zoals culturele antropologie, psychologie, economie, ecologie en toxicologie. Ook komen milieubeleidsinstrumenten aan de orde, zoals wetgeving en ecotax. (Werk)-colleges William P. Cunningham and Mary Ann Cunningham (2008). Environmental science: a global concern. 10th International Edition, McGraw Hill, New York, 618 pp, ISBN: 987-0-07-128778-4 De cursus wordt getoetst aan de hand van een schriftelijk gesloten-boek tentamen. Met opdrachten kan een bonuspunt worden verdiend. Na de cursus kan de Scriptie milieubeleid (450136) worden gevolgd. Ook zijn er diverse mogelijkheden voor milieukundige onderzoekstages. Inlichtingen: dr. Michiel van Drunen,
[email protected], De Boelelaan 1085, kamer A645, tel. 020-598 9534. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting III of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft
Examenonderdelen
61
van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam Bodem en milieu code 450098 docenten prof.dr. L.A. Bruijnzeel; dr. J. van Huissteden; dr. B.M. van Breukelen (en ondersteunend personeel veldwerkmagazijn en laboratorium) studiepunten 6 periode 2 doel Begrijpen van fysische en chemische processen in de bodem en hun relatie met biosfeer en atmosfeer, en de invloed van menselijke ingrepen (erosie, verontreiniging) op deze processen. Het leren werken met bodemkundige meet- en analysetechnieken. inhoud De theoretische kennis die in deze cursus aan de orde komt bestaat uit basisbegrippen en concepten op het gebied van: • Bodemfysica: water- en warmtetransport, verdamping, drainage, uitwisseling van gassen • Bodemchemie: verwering, nutrienten, adsorptie, afbraak en omzetting organische stof • Bodemerosie: processen en meettechnieken • Biota en organische stof: opname van nutrienten door planten, ontstaan van en opname van (broeikas)gassen in de bodem • Bodemverontreiniging: soorten verontreinigingen, bronnen, gedrag in de bodem, aanpak/sanering • Practische vaardigheden die in de cursus aangeleerd worden bestaan uit een aantal veld- en laboratoriumtechnieken en een kennismaking met simpele rekenmodellen in de bodemkunde. • Veld: monstername, infiltratie, tensiometrie, bodemvochtmeting met behulp van Time Domain Reflectometry (demonstratie), meting gasfluxen op het terrein van de VU of een lokatie dichtbij Amsterdam • Laboratorium: bepaling korrelgrootte, organische stof, pH, porositeit, doorlatendheid • Modellen: demonstratie PEATLAND model, werken met enkele eenvoudige modellen voor warmtetransport en organische stofomzetting. werkwijze 12 x 2 uur college, 2 dagen laboratoriumpracticum, 2 dagen veldpracticum, 1 dag computerpracticum literatuur Hoofdstukken uit W.P. Locher en H. de Bakker. Bodemkunde van Nederland, Deel 1, Algemene Bodemkunde (al in gebruik bij cursus Bodemkunde) R.P.C. Morgan (2005). Soil Erosion and Conservation, Blackwell Publishing. Eventueel wordt dit vervangen door een nog nader te bepalen boek; mededelingen hierover volgen voor aanvang van de cursus in 2009. Geselecteerde aanvullende literatuur (uit te reiken tijdens colleges) 62
Aardwetenschappen en geoarcheologie
toetsing schriftelijk tentamen over de behandelde stof, verslaglegging van uitwerking veldmetingen, lab-analyses en overige praktische opgaven. voorkennis Inleiding hydrologie (450024), Bodemkunde (450091). opmerkingen BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of III of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Bodemkunde 450091 dr. C. Kasse 3 4 Het begrijpen van de bodemvormende processen in gematigde gebieden zoals die tot uiting komen in de gevormde bodemhorizonten van de bodems in Nederland. Bodemvormende processen: veenvorming, humusaanrijking, ontkalking, verbruining, podzolisatie, kleiverplaatsing, gley, kattenkleivorming. Het systeem voor bodemclassificatie voor Nederland: geschiedenis, algemene concepten, opbouw van het systeem, differentiërende kenmerken, diagnostische horizonten. De bodems van Nederland: voorkomen, genese, onderlinge relaties binnen en tussen de bodemordes, relatie tot geologie, geomorfologie en hydrologie. Inleiding op het FAO-bodemclassificatiesysteem, als voorbereiding op het Veldwerk geomorfologie (450092). Classificatie van reeds beschreven bodems, benoeming van bodemhorizonten, beschrijving en classificatie van bodems met behulp van lakprofielen. 8 x 2 uur college, 5 x 3 uur practicum, 1 dag excursie naar het International Soil Reference and Information Centre te Wageningen. W.P. Locher & H. de Bakker, 1990, Bodemkunde van Nederland. Deel 1 en 2. Schriftelijk tentamen over de behandelde stof en verplichte aanwezigheid bij de dagexcursie naar het ISRIC. Voorkennisadvies: Systeem Aarde (450067) en Eigenschappen van gesteenten (450010)
naam Computermodelleren code 450101
Examenonderdelen
63
docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
64
dr. J. van Huissteden; dr. R.T. van Balen 6 4 Het verwerven van basiskennis van constructie en toepassing van computermodellen, en de toepassing van modellen kunnen beoordelen. Computermodellen en -simulaties worden steeds vaker toegepast in onderzoek en voor het voorbereiden van beleid. Dit vak geeft je een inleiding in de ontwikkeling van computermodellen, hun toetsing aan meetresultaten en de toepassing er van in het wetenschappelijk onderzoek en in de praktijk. Voorbeelden van toepassingen in de Aardwetenschappen worden besproken, met de nadruk op processen aan het aardoppervlak en in milieu-onderzoek. Bijvoorbeeld een inleiding over klimaatmodellen, modellen van erosie- en sedimentatieprocessen, en processen in de bodem. Tijdens het practicum doe je ervaring op met het construeren van computermodellen. Het vak geeft daarmee een goede basis voor op modelleren-gerichte studie-onderdelen in de masters fase. Daarnaast leer je de conclusies die uit modelstudies getrokken worden op hun waarde te beoordelen. Bij dit vak wordt uitgegaan van wiskundige voorkennis op het niveau van het wiskundeonderwijs in het eerste jaar van de studie. 18 uur college, 60 uur practicum. Tijdens de cursus uit te reiken syllabus en ander materiaal. Tentamen over de collegestof, verslag van het practicum, essay over modeltoepassing. Dateringsmethoden 450034 prof.dr. H. Kars; prof.dr. H. van der Plicht; dr. E. Jansma 3 2 Inzicht geven in dateringsmethoden die in de archeologie worden toegepast. In aansluiting op het studieonderdeel Archeometrie I wordt een grondig inzicht geboden in de koolstofdateringsmethode en de dendrochronologie. Dit wordt gevolgd door een overzicht van alle andere dateringsmethoden die in de archeologie en prehistorie gebruikt worden. Hoorcolleges, en enkele practicummiddagen op het Nederlands Centrum voor Dendrochronologie (Lelystad) en een eendaagse excursie naar het C14 laboratorium in Groningen. Wordt tijdens het eerste college bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Geoarcheologie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek Aardwetenschappen en geoarcheologie
wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
literatuur
toetsing opmerkingen
Digitale ruimtelijke data 450023 dr. R.A.M. de Jeu; dr. S.W.M. Peters 5 4 Leren omgaan met digitale ruimtelijke data: inwinning van aardwetenschappelijke gegevens via remote sensing en global positioning systems, destilleren van informatie uit remote sensing gegevens, verwerking van ruimtelijke gegevens met geografische informatiesystemen en toepassing van ruimtelijke statistiek hierin. • geografische informatiesystemen (GIS: opslag van ruimtelijke data, conversie van kaarten naar digitale data, kaartprojecties, cartografische aspecten, meetschalen, ruimtelijke analysetechnieken, foutenbronnen en foutenvoortplanting). • global positioning system (GPS: route en plaatsbepaling, tracking, omzetten digitale kaartinformatie, foutenbronnen en foutenanalyse) • ruimtelijke statistiek (GS: geostatistiek - monsternamestrategie, ruimtelijke correlatie, semivariogrammen, interpolatietechnieken); • remote sensing (RS: Fysica van remotesensingsystemen, aspecten van straling en atmosfeer, het gebruik van spectra, visualisatie, interpretatie, digitale bewerking en verwerking van RS beelden tot bruikbare kaarten door beeldcorrectie en beeldclassificatie); Venneker, R., J. van Huissteden & O. van Dam 2001. An introduction to Geographical Information Systems. Syllabus Faculty of Earth Science, Vrije Universiteit, Amsterdam. GARMIN, 2000. GPS guide for beginners. Garmin corporation. (Te downloaden via het web, maar zie Blackboard). Nader op te geven delen uit: Longley, P.A., Goodchild, M.F., Maguire, D.J., and Rhind, D.W. (2003) Geographic Information Systems and Science, Wiley, ISBN 0-471-89275-0 Clarke, K.C. (2001) Getting Started with Geographic Information Systems, Prentice Hall Series, ISBN 0-13-016829-7 Lillesand, T.M. and Kiefer, R.W., Remote Sensing and Image Interpretation, Wiley, meest recente uitgave. Theorie en Praktijk Tentamen. Het eindcijfer wordt voor 60% gebaseerd op toetsing van theoretische kennis en voor 40% van praktische vaardigheden. Voorkennisadvies: Statistiek en data-analyse (450071). Gedetailleerde cursusinformatie is te vinden op Blackboard.
naam Eigenschappen van gesteenten I code 450010 docenten dr. H.B. Vonhof; dr. F.M. Brouwer; dr. A.C. Lankreijer
Examenonderdelen
65
studiepunten 6 periode 1 doel Het leren determineren van mineralen, en sedimentaire en kristallijne gesteenten, alsmede het ontwikkelen van vaardigheden in geologisch en geomorfologisch karteren. inhoud De cursus bestaat uit vier onderdelen: • Mineralen: Macroscopische identificatie van de belangrijkste gesteentevormende mineralen. Benodigdheden: loep (8-10x). • Magmatische en metamorfe gesteenten: macroscopische indentificatie en klassificatie. • Sedimentaire gesteenten: macroscopische identificatie en klassificatie van siliciklastica, kalkstenen en evaporieten; principes van diagenese; petrofysische eigenschappen; Driedaagse excursie Limburg-Ardennen, gevolgd door een 5-daags veldpracticum Ardennen. Leren waarnemen in de ontsluiting en schriftelijke vastlegging van de waarnemingen. • Herkennen van geologische en geomorfologische structuren in het veld. Omgaan met kaarten en geologisch kompas; bestuderen van gesteentetypen en opeenvolgingen in de ontsluiting. Verwerken van ontsluitingsgegevens op topografische kaarten. Leggen van verbanden tussen de verzamelde gegevens door het maken van een geologische en geomorfologische kaart, een geologisch profiel en een stratigrafische kolom. De 3-daagse veldexcursie gaat hieraan vooraf en dient als eerste introductie in de aardwetenschappelijke werkelijkheid, met zijn verschillende ruimte- en tijdsschalen en, specifiek, als inleiding tot het veldpracticum. Benodigdheden: geologisch kompas, geologenhamer. werkwijze Hoorcolleges, practicum, en gecombineerde 3 daagse excursie en 5-daags veldpracticum in de Ardennen. Studiehandleidingen en syllabi zijn beschikbaar via Blackboard. literatuur Skinner, B.J., S.C. Porter & J. Park, 2004. The Dynamic Earth: An Introduction to Physical Geology; 5th Ed. J. Wiley & Sons. Syllabi en handouts zijn deels in het Engels en dekken de behandelde stof. toetsing (Deel)toets(en) over praktische en theoretische kennis. Schriftelijke verslaglegging veldpracticum. opmerkingen Het cursusmateriaal wordt gedeeltelijk in het Engels aangeboden. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
66
Evolutie van de mens 470055 prof.dr. N.M. van Straalen prof.dr. N.M. van Straalen; prof.dr. G.J. Boekschoten; Gastdocenten 6 30.03.2009-27.04.2009 Kennismaking met discussies over de reconstructie van de evolutie van homininen. Verwerven van inzicht in de argumenten die vanuit verschillende disciplines gebruikt worden om zulke reconstructies te onderbouwen. Eindtermen De student is in staat: • de huidige stand van zaken met betrekking tot de afstammingsgeschiedenis van Homo sapiens en andere homininen uiteen Aardwetenschappen en geoarcheologie
te zetten; bewijsmateriaal voor humane evolutie vanuit de moleculaire genetica, de palaeantropologie en de vergelijkende ethologie op hun waarde te schatten; • zich een oordeel te vormen over recente artikelen in Nature en Science waarin nieuwe palaeontologische vondsten en genetische gegevens gepresenteerd worden. Niveau 2: verdieping •
inhoud In de cursus worden de principes van de evolutieleer en de fylogenetische analyse geïllustreerd, gevolgd door een analyse van fossiele en genetische gegevens en hun belang voor de reconstructie van de homininen-subfamilie. Achtereenvolgens komen aan de orde: • Historische visies op de evolutie van mensen; • Dateringsmethodes en tafonomie; • Fylogenetische reconstructies; • Bouwplannen van de primaten; • Sociale structuren en seksueel gedrag bij apen en mensen; • Anatomische overeenkomsten tussen mensapen en mensen; • De oorsprong van de homininen; • Evolutionaire verklaringen voor bipedalisme; • De Australopithecus-soorten; • Homo habilis en Homo erectus; • Verschillende culturen van stenen werktuigen; • Het raadsel van de neanderthalers; • De oorsprong van Homo sapiens: in Afrika?; • Evolutie van de hersenen, zelfbewustzijn en taal; • Migraties van Homo sapiens; • De landbouwrevolutie. werkwijze Responsiecolleges (8 uur); hoorcolleges (12 uur); osteologisch practicum met humane botten en modellen van fossiele schedels (8 uur); onbegeleide zelfstudie (120 uur); excursie (8 uur) literatuur Verplicht studieboek: R. Lewin & R.A. Foley, Principles of Human Evolution, 2nd edition, Blackwell Science, Malden, ISBN 0 632 04704 6. Prijs ongeveer 50 euro. Tevens is een syllabus nodig, prijs ongeveer 10 euro, waarin tevens de toegang tot de grot van Sclayn en vervoer vanaf Maastricht begrepen is. toetsing Schriftelijk tentamen en een essay over een recent artikel. doelgroep Keuzecursus voor derdejaars bachelorstudenten Biologie, Biomedische wetenschappen, Gezondheidswetenschappen. De cursus staat open voor belangstellenden vanuit andere opleidingen. Studenten uit andere studierichtingen moeten vooraf contact opnemen met de docent en goedkeuring vragen bij de examencommissie van hun eigen opleiding. voorkennis Basiskennis van evolutiebiologie op het niveau van de eerstejaars cursus voor biologen (470175) of biomedische wetenschappers (470154) wordt sterk aanbevolen. Voor de BSc Gezondheid en Leven wordt de kennis van Mens en Evolutie (487013) bekend verondersteld. naam Fysica voor aardwetenschappers code 450064
Examenonderdelen
67
docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen naam code docent studiepunten periode doel
inhoud werkwijze toetsing entreevoorwaarden
opmerkingen naam code docenten studiepunten periode doel
68
dr. R.A. Stephenson 3 3 Het verkrijgen van een solide basis voor een aantal natuurkundige principes die belangrijk zijn voor het begrijpen van kwantitatieve analyse en modellering in de aardwetenschappen. Aangepaste voorbeelden van de principes worden getoond en geven tevens een introductie voor diverse kwantitatieve methoden die in gebruik zijn in de aardwetenschappen. • kinematica: displacement en rotatie, dilatatie en deformatie; • dynamica: wetten van Newton, wrijving, zwaartekracht, arbeid en energie; • statisch 'equilibrium' (evenwicht): vergelijking van 'equilibrium', elasticiteit en breuk; • oscillaties: harmonische beweging, golven, interferentie, refractie, reflectie, diffractie; • warmte: 'thermal equilibrium', warmtetransport (geleiding en convectie), straling, diffusievergelijking. Werkcollege. Giancoli, D.C. (2004) Physics Principles with Applications, Volume 1; werkstuk handleidingen. Deeltoets (40%) en eindtoets (60%). Deze cursus zal gedeeltelijk in het Engels worden gedoceerd. Geoarcheologisch veldwerk 450035 Diverse docenten (geoarcheologie) 6 5 en 6 Opdoen van ervaring in het uitvoeren van veldonderzoek, bijvoorbeeld in de vorm van surveys of gerelateerd aan opgravingen, met de daarbij behorende vormen van gegevensverzameling en verwerking. Deelname aan het veldwerk van de opleiding geoarcheologie of archeologie met een specifieke geoarcheologische probleemstelling. Na een korte inleiding wordt de student geleerd zelfstandig of in groepjes van twee een geoarcheologisch probleem uit te werken. Zie Uitwerking geoarcheologisch veldwerk (450033). Toelatingseisen: voldoende voor Inleiding in de veldarcheologie (504012) én minimaal een totaal van 72 studiepunten uit de opleiding Geoarcheologie. Per 15 april controleert de examencommissie aan de hand van de geregistreerde vakken bij het studiesecretariaat of aan de eisen is voldaan. Aanmelding via TIS kan t/m uiterlijk 15 maart 2009. Geoarcheologische prospectietechnieken 450104 dr. S.K.A. Soetens; prof.dr. H. Kars 4 3 De student verkrijgt een overzicht van diverse geofysische en meer traditionele methodes die gebruikt worden in de archeologische prospectie. Aardwetenschappen en geoarcheologie
inhoud Methoden die tijdens deze cursus behandeld worden zijn: veldverkenning, geoarcheologisch booronderzoek, geochemische, elektrische, magnetische en elektromagnetische prospectie, waaronder grondradar. De principes achter de geofysische en geochemische methodes vormen de basis voor het opsporen en in kaart brengen van archeologische vindplaatsen. Ook de archeologische database ARCHIS komt in de cursus aan bod. De bachelorstudent heeft met deze korte introductie voldoende ondergrond voor verdere verdieping in de archeologische prospectietechnieken. De cursus wordt afgesloten met twee dagen veldwerk waarin de bestudeerde methodes worden toegepast. werkwijze Hoorcollege, practicum en veldwerk. literatuur Wordt tijdens het college bekend gemaakt toetsing Schriftelijk tentamen en praktische opgaven. opmerkingen Deze cursus wordt gedeeltelijk in het Engels gedoceerd. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Geoarcheologie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docent studiepunten periode doel
Geobotanie (plantkunde) 450252 dr. S.J.P. Bohncke 5 5 Vertrouwd raken met de ecologie van een groot aantal soorten. Het zelfstandig kunnen determineren van planten in het veld. Het kritisch lezen van literatuur waarin gebruik gemaakt wordt van fossiele planten (palynologische literatuur). inhoud A. Colleges: evolutie en indeling van het plantenrijk; morfologie van bloemplanten; inleiding in de plantenecologie met speciale aandacht voor vocht, voedingsstoffen, verzuring, successie en natuurbeheer. Verder gaan we in op verschillende aspecten van de geobotanie, zoals de relaties tussen klimaat, bodem, plantengroei en vegetatietypen; plantengeografie van Europa en Nederland; beginselen van vegetatieanalyse. B. Practica: Tijdens drie practicummiddagen wordt de morfologie van een aantal geselecteerde plantenfamilies bestudeerd. Hierbij wordt eveneens het determineren van planten met behulp van een flora geoefend. Een derde practicummiddag wordt gebruikt voor de voorbereiding van excursies en veldwerk aan de hand van topografische en bodemkundige kaarten. C. Excursies en veldwerk zijn erop gericht om planten en vegetatietypen in
Examenonderdelen
69
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
samenhang met milieu en landschap te bestuderen. De excursies bieden een overzicht van natuur- en cultuurlandschappen zoals vochtige beekdalen tot hoogveen en droge heides. Gedurende 1 dag wordt veldwerk uitgevoerd waarin vegetatieanalyse wordt gecombineerd met de bestudering van omgevingsfactoren zoals vocht en nutrientenbeschikbaarheid. Excursies en veldwerk vinden plaats in Twente en zuid Drente. 14 uur hoorcollege, 3 halve dagen practicum, 4 dagen excursies en veldwerk. R. van der Meijden - Heukels' Flora van Nederland, 22e druk 1996 of eerste bijdruk. Tentamen en een verslag over excursies en veldwerk Aanmelden voor het bijbehorende veldpracticum geschiedt apart via TIS en kan t/m uiterlijk 29 februari 2009. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer, dat voor 30% meetelt in de eindbeoordeling van het studieonderdeel. De extra studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. boven de normale belasting van de cursus.
naam code docent studiepunten periode doel
Geochemie voor aardwetenschappers 450068 prof.dr. P.A.M. Andriessen 3 4 Het verkrijgen van basiskennis van anorganische (geo)chemie, die aansluit bij aardwetenschappelijke vakken in de bachelorfase. Tevens wordt de basis gelegd voor het tweedejaarsonderswijs in de geochemie. inhoud Geochemie is de toepassing van grondbeginselen van de scheikunde op natuurlijke, aardse processen. De stof is een selectieve herhaling en een verdieping en uitbreiding van scheikundestof van het vwo, aangevuld met algemene geochemische onderwerpen. • Atoommodellen van Bohr en Schrödinger; quantumgetallen, aufbauprincipe, elektronenconfiguratie; periodiek systeem; mol en atoomgewicht eerste ionisatiepotentiaal, elektronaffiniteit en elektronegativiteit; atoom- en ionstralen; coördinatiegetallen; regels van Pauling; chemische binding. • Kristalchemie: kristalstructuren en hun eigenschappen; vaste oplossingen en ionsubstitutie; geochemisch gedrag en eigenschappen van de
70
Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
elementen; regels van Goldschmidt en geochemische classificatie van elementen Reacties in waterige oplossingen; reacties tussen mineralen en oplossingen; chemisch evenwicht, evenwichtsconstante en, wet van massawerking; zuren, basen en zouten; dissociatie en hydrolyse; concentratie en activiteit; pH; oplosbaarheid en oplosbaarheidsproduct; reacties tussen mineralen en oplossingen; carbonaat chemie; chemische verwering.
werkwijze Colleges, maken van oefenvraagstukken tijdens werkcolleges en zelfstudie. Informatievoorziening o.a. via Blackboard. literatuur De benodigde literatuur is tegen kostprijs beschikbaar voor en tijdens het eerste college. toetsing Afsluitend schriftelijk tentamen. Herkansingen alleen m.b.v. een tentamen. naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Geomorfologie, inclusief veldpracticum 450095 prof.dr. J.F. Vandenberghe; dr. R.T. van Balen 6 1 Het leren begrijpen van erosie- en sedimentatieprocessen en de daaruit voortkomende landvormen. Verklaring van het ontstaan en ontwikkelen van landvormen in verschillende milieus met nadruk op de geomorfologische processen, maar ook met aandacht voor de rol van lithologie en geologische structuur en van paleomilieus. Het ontwikkelen van praktische bedrevenheid in het observeren van geomorfologische fenomenen op kaarten en luchtfoto's, ook via Blackboard, en de weergave ervan op geomorfologische kaarten. Excursie in Frankrijk (1 week) ter praktische toetsing van de leerstof, met nadruk op fluviatiele, vulkanische en structurele morfologie en de aanpassing van rivieren aan geologische structuren. 18 uur college, 40 uur practicum (geïntegreerd). Delen uit: Huggett, R.J. (2007) Fundamentals of Geomorphology (2nd ed.) Schriftelijk tentamen over collegestof en opgegeven literatuur. Beoordeling practicumopgaven. Excursieverslag. Voorkennisadvies: Systeem Aarde (450067), Global change (450234). N.B. Aanmelding voor het veldpracticum geschiedt apart via TIS en kan t/m eind januari 2009 (kijk in TIS onder 'Aanmelden diversen'). BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor Examenonderdelen
71
de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Global change 450234 dr. M.J. Waterloo; prof.dr. A.J. Dolman 4 3 De Global Change cursus verschaft de student inzicht in de oorzaken van historische en recente veranderingen in het aardse klimaat en de terrestrische en oceanische milieus aan de hand van kennis over fysische, chemische en biologische processen die hierin een cruciale rol spelen. De cursus begint met een inleidend college over wat er onder global change verstaan wordt en welke rol de mens hierin vervuld heeft sinds de industriële revolutie. Dit college wordt gevolgd door inleidende colleges over de opbouw van de atmosfeer en de algemene processen die ons weer en klimaat bepalen. De invloed van astronomische en geografische factoren op het klimaat, en de interactie tussen atmosferische, oceanische en terrestrische (biosfeer) systemen op het huidige klimaat en dat in het verleden worden hierna uitgebreid behandeld. Aandacht wordt gegeven aan de tijdschalen waarop de processen in deze systemen werken. Tot slot behandelen we de mogelijkheden om negatieve effecten van menselijk ingrijpen op het klimaat en het milieu te beperken via internationale verdragen (Montreal, Kyoto protocol), en de daaruit voortvloeiende milieumaatregelen. Hoorcolleges en zelfstudie. John Houghton, Global Warming, The Complete Briefing 3rd edition. 2004. Overige literatuur wordt verstrekt via Blackboard. Afsluitend schriftelijk tentamen. Deze cursus sluit aan op de cursus Systeem Aarde (450067).
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
Het verhaal van een opgraving, 1 504014 dr. J.G. Aarts drs. S. Heeren; dr. J.G. Aarts 5 28 (28 college) 1 Kennismaking met en inzichtverwerving in de organisatorische, technische en interpretatieve aspecten van een opgraving inhoud Aan de hand van het concrete voorbeeld van de opgravingen van een Romeinse nederzetting en begraafplaats bij Tiel leren de cursisten hoe de archeoloog via het lezen, analyseren en interpreteren van grondsporen en mobilia tot een historisch verhaal over een kleine gemeenschap in het Romeinse rijk kan komen. werkwijze Hoorcollege met opdrachten/werkcollege. Tijdens de werkcolleges wordt in groepsverband aan het opstellen van een structuurrapport van een huis en een
72
Aardwetenschappen en geoarcheologie
literatuur
toetsing doelgroep blackboard opmerkingen naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
graf gewerkt. Tijdens de cursus vindt ook een dagexcursie plaats. Roymans, N., T. Derks, S. Heeren (eds.), 2007: Een Bataafse gemeenschap in de wereld van het Romeinse rijk. Opgravingen te TielPassewaaij, Utrecht • Aanvullende literatuur wordt op college bekendgemaakt Schriftelijke opdrachten en schriftelijk tentamen 1e jaars studenten Archeologie; geïnteresseerde studenten Oudheidkunde, GLTC Ja Inschrijven verplicht via TIS •
Historische geologie incl. veldpracticum 450251 prof.dr. J. Smit; prof.dr. J.J.G. Reijmer; prof.dr. T.C.E. van Weering 5 5 De studenten krijgen (1) een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen die de geschiedenis van onze planeet hebben bepaald. Dit omvat de ontwikkeling van de Aarde, het ontstaan en de ontwikkeling van continenten en oceanen, en de ontwikkeling van organismen. De studenten worden (2) geacht de belangrijkste tektonische, klimatologische en evolutionaire gebeurtenissen in hun ruimtelijk en oorzakelijk verband te kunnen plaatsen. De studenten leren (3) de syllabus te gebruiken als bron van informatie voor meer gespecialiseerde onderwerpen en de grootschalige verbanden binnen het studieprogramma. Het ontstaan van de Aarde en haar evolutie door de tijd. Een introductie over de oorsprong en beweging van de oceanische en continentale lithosfeer, de evolutie en het uitsterven van levensvormen en klimaat- en zeespiegelveranderingen. Nadruk wordt gelegd op grootschalige verbanden die gelegd kunnen worden tussen plaattektoniek, klimaat en de evolutie. Een apart hoofdstuk behandelt de wordingsgeschiedenis van Europa en zijn aangrenzende gebieden. 3 a 4 Inleidende colleges (periode 4), zelfstudie plus vragen/discussiebijeenkomst een keer per week, opdrachten en video. Digitale syllabi en studiehandleiding; deze staan op Blackboard. Tentamen voorafgaand aan of tijdens het veldpracticum (in overleg). Aanmelden voor het veldpracticum geschiedt apart via TIS en kan t/m begin Maart 2008 (kijk in TIS onder 'aanmelden diversen'). BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting I volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is.
Examenonderdelen
73
Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
74
Hydrologie van Nederland 450085 prof.dr. A.J. Dolman; dr. J. Groen 6 2 Inzicht in het functioneren van hydrologische systemen in Nederland in de loop der tijd, met speciale aandacht voor de invloed van menselijke activiteiten op de kwantiteit en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater, mede in ecohydrologisch perspectief. We geven eerst een overzicht van de geschiedenis van water en waterbeheer in Nederland, waarbij hydrologische rampen, de rol van waterschappen en menselijke ingrepen de revue passeren. Ruimtelijke en temporele variaties in neerslag en verdamping worden behandeld inclusief de resulterende droogte en wateroverlast. Hoe standplaatsfactoren het voorkomen van vegetatie bepalen (een typisch ecohydrologische kwestie), wordt toegelicht aan de hand van het verdrogingsvraagstuk. De ruimtelijke verdeling van grondwaterlichamen en hun stroming worden verklaard in termen van de hydrogeologische opbouw van Nederland, de afwisseling van land en zee, en, last but not least, bedijkingen en inpolderingen. Natuurlijke en kunstmatige grondwateraanvulling worden behandeld evenals de drinkwatervoorziening en de resulterende dynamiek van zowel grondwaterstanden als het zoet/zout-grensvlak. Verder aandacht voor: de rol van grote en kleine rivieren, zoetwaterreservoirs, drainagesystemen, stedelijke waterhuishouding, de verwachte hydrologische gevolgen van klimaatverandering, toekomstige zeespiegelstijging, waterverontreiniging, kwaliteitsbeheersing en -bewaking. Hoorcollege, zelfstudie, modelgebruik, opdrachten/werkstukken. Grondwater in Nederland (F.C. Dufour 1998) Water in the Netherlands (NHV-special, edition 2004/5) Tijdens het college wordt aanvullend materiaal uitgereikt. Nader op te geven literatuur. Schriftelijk (open boek) tentamen (70%) en ingeleverde opdrachten/werkstukken (30%). Voorkennisadvies: 450024 Inleiding hydrologie. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting I, II of III volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Aardwetenschappen en geoarcheologie
Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Inleiding hydrologie 450024 dr. V.E.A. Post; dr. M.J. Waterloo 5 4 Inzicht in de voornaamste hydrologische processen en ruimtelijke relaties. Eenvoudige stromingsvraagstukken kunnen oplossen. Het begrijpen van de reikwijdte en het toepassingsgebied van de hydrologie binnen de aardwetenschappen. Algemeen: de kringloop van het water: neerslag, verdamping, infiltratie, stroming van het water in de onverzadigde en verzadigde zone, afvoeren, waterbeheer. Hydrometeorologie: water- en energiebalans; neerslag: meting, fouten, ruimtelijke verdeling, ontwerpmeetnet, data-analyse; verdamping: procesbeschrijving, meting, waterverbruik van gewassen; neerslaginterceptie door vegetatie. Oppervlaktewater: bodemvocht: meting, infiltratie; rivierafvoeren: neerslagafvoer- relaties (afvoerverloop- en duurcurves), meting, Q-H-relaties, schatting van piekafvoeren, grondwaterrecessie, bergingsmodellen. Grondwater: hydraulische eigenschappen van gesteenten (porositeit, permeabiliteit en bergingsfactor); de wet voor stroming van Darcy en de oplossing van enkele elementaire stromingsvraagstukken; structuur, voeding en ontwatering van grondwaterbekkens; exploratie en exploitatie van grondwater; waterkwaliteit. 44 uur hoorcollege, 1 dag (computer)practicum of excursie. Collegedictaat. Schriftelijk tentamen over collegestof, incl. uitgereikte bijlagen en verplichte literatuur.
naam code docenten studiepunten periode doel
Inleiding in de anorganische geochemie 450022 dr. J.R. Wijbrans; dr. C.J. Beets 5 3 Het verkrijgen van inzicht in de grondbeginselen van scheikunde op natuurlijke processen aan het aardoppervlak en het leren toepassen van deze kennis bij het oplossen van relevante vraagstukken. inhoud Centraal staan de principes en toepassingen van chemische reacties tussen vaste stoffen, vloeistoffen en gassen, doorgaans dus tussen mineralen en waterige oplossingen. De cursus bouwt voort op de aanzet die hiertoe in het eerste jaar is gegeven. De cursus behandelt de noodzakelijke scheikundige theorie en past die toe op natuurlijke processen. In deze cursus worden o.a. de principes behandeld van thermodynamica, mineraal stabiliteitsdiagrammen,
Examenonderdelen
75
kleimineralen, oxidatie en reductie reacties, kinematiek van chemische reacties, stabiele en radioactieve isotoopsystemen, menging en mixing. De student leert kwantitatieve voorspellingen te maken over de uitkomst van chemische reacties in een breed spectrum van geologische processen. Specifieke geochemische aspecten die in deze cursus aan bod komen, zijn: A) verwering B) grootschalige cycli C) water en atmosfeer D) milieu en gezondheid werkwijze College, opgaven tijdens werkcolleges en zelfstudie. Informatie via Blackboard literatuur Syllabus en collegestof toegankelijk via Blackboard. toetsing Schriftelijk tentamen. Eventueel beoordeling van tijdens de cursus gemaakte oefenopgaven. Herkansingen alleen m.b.v. een tentamen. naam code docent studiepunten periode doel
Inleiding in de biogeologie 450308 dr. S.R. Troelstra (en anderen) 6 4 Het verkrijgen van inzicht in de interactie tussen de biosfeer (levende organismen en hun producten) en de geosfeer gedurende vier miljard jaar aardgeschiedenis. inhoud In een serie colleges en praktica door docenten uit de aardwetenschappen en de biologie wordt tijdens de cursus aandacht besteed aan beslissende gebeurtenissen en processen in de geo/biosfeer interactie zoals de rol van bacteria, geochemische processen, het ontstaan en de rol van landplanten, rifsystemen en de mesozoische kalkrevolutie. Tijdens de praktica zullen de belangrijkste mariene microfossielgroepen worden gedemonstreerd. werkwijze Werkcolleges, literatuurstudie (wordt tijdens de cursus uitgereikt), practica. toetsing Participatie in de cursus, werkstuk
naam code docenten studiepunten periode doel
Inleiding mineralogie 450157 dr. J.P. Chadwick; dr. W. van Westrenen 3 5 (1) Het verkrijgen van inzicht in de inwendige bouw en de classificatie van mineralen. (2) Het beheersen van de methodes gebruikt voor het macroscopisch determineren van mineralen. inhoud Principes van mineralogie en kristallografie: • Fysische eigenschappen van mineralen als basis voor macroscopische determinatie. • Chemische mineralogie: coördinatieprincipes, binding in mineralen, opbouw van mineraalformules, mengreeksen. • Kristallografie: uitwendige vormen, symmetrie-elementen, symmetrieoperaties, kristalstelsels, Miller indices. werkwijze Hoorcolleges, practica en take-home opdrachten. literatuur Wenk, H-R & Bulakh H (2004) Minerals - Their constitution and origin.
76
Aardwetenschappen en geoarcheologie
toetsing Schriftelijk theorietentamen, en beoordelingen practica en take-home opdrachten. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Isotopengeochemie 450141 prof.dr. P.A.M. Andriessen; dr. C.J. Beets 6 3 Het opdoen van kennis en verkrijgen van inzicht in de fundamentele principes en toegepaste aspecten van isotopengeochemische systemen en methodieken in de Aardwetenschappen en het gebruik van deze systemen in aardwetenschappelijke processen Isotopengeochemie speelt een prominente rol in alle disciplines in de Aardwetenschappen en is van fundamenteel belang voor het begrijpen hoe het Aardse systeem functioneert. Het natuurlijke radioactieve vervalsysteem is de belangrijkste methode om absolute ouderdommen en snelheden te bepalen van geologische processen die zich afspelen in de mantel, korst, hydrosfeer en biosfeer van de Aarde. De variatie in isotopische samenstelling van elementen verschaft inzicht in en informatie over a) oorsprong en geschiedenis van gassen, vloeistoffen en vaste stoffen en b) fysisch-chemische processen die ten grondslag liggen aan de variatie van de isotopische samenstelling. In deze cursus komen de volgende vijf aspecten van het Systeem Aarde aan bod: • Isotopengeochemie van de vaste Aarde -isotopen traceronderzoek voor het bestuderen van de geochemische differentiatie van de planeet Aarde in kern, mantel en lithosfeer; oceanische lithosfeer vorming en recycling en continentale korstgroei; • Lage tot medium temperatuurgeochronologie -tektonische processen en oppervlakte expressies, bepalen van snelheden en de kwantificering van processen, vertikale bewegingen in sedimentaire bekkens en aangrenzende orogenen -, thermische aspecten van de lithosfeer en isotoopsystemen; • Stabiele radiogene dochter isotoop systemen toegepast op processen op en aan het aardoppervlak; • Isotopengeochemie in Kwartairgeologie en paleoklimatologie, datering met 14C, U-series en 210Pb, stabiele isotoopsystemen in het recente sedimentarchief en isotoopsystemen gekoppeld aan het klimaatonderzoek; • Isotopenhydrologie - verdamping en condensatie van water; (paleo)temperatuur van grondwater; herkomst en mengverhouding, herkomst van rivierwater en hydrogeochemische processen. Colleges, werkcollege voor het maken van oefenopgaven en zelfwerkzaamheid in groepsverband aan de hand van case-studies uit de literatuur. Informatie via Blackboard. Reader, collegestof en materiaal dat tijdens het college wordt uitgereikt Probleemstellingen die tijdens het werkcollege worden uitgewerkt Schriftelijk tentamen. Herkansingen alleen m.b.v. een tentamen.
naam Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland +
Examenonderdelen
77
code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing 78
veldpract. 450093 dr. R.T. van Balen 6 5 Het verwerven van kennis en inzicht met betrekking tot a) de algemene Kwartairgeologie en b) de opbouw van de bodem van Nederland, en het ontstaan van het landschap als functie van geologisch/geomorfologische processen, biologische processen, klimaatveranderingen en ingrepen van de mens. Aan het eind van de cursus heeft de student: • een globaal overzicht van de benaderingen en technieken die gebruikt worden in het Kwartairgeologisch onderzoek; • inzicht in de hoofdlijnen van de Kwartaire klimaatdynamiek; • een overzicht van de neotektonische ontwikkeling en recente breukbewegingen, en de invloed daarvan op de Kwartaire sedimentatie en erosie processen en het landschap van Nederland; • een praktisch en theoretisch overzicht van de verschillende landschapstypen, inclusief de daarbijbehorende ecosystemen, van Nederland en soortgelijke/aangrenzende gebieden in West-Europa; • begrip van de ruimtelijke relaties tussen deze landschappen en kan hij deze in een historisch perspectief plaatsen, met name waar het de invloed van klimaatverandering en menselijk ingrijpen betreft. Het jongste deel van de aardgeschiedenis is sterk bepalend geweest voor de genese van het huidige landschap. De wisseling van klimaatomstandigheden, die het unieke karakter van het Kwartair bepaalt, wordt in steeds meer detail onderzocht. Oorzaken en gevolgen worden steeds duidelijker, waarbij voor de interactie tussen land, oceaan en atmosfeer een belangrijke rol is weggelegd. Vertikale bodembewegingen (veroorzaakt door e.g. neotektoniek, compactie), de klimaatfluctuaties van het Kwartair en het meer recente ingrijpen van de mens in het ecosysteem zijn vastgelegd in afzettingen en landvormen. In deze cursus wordt deze relatie aan de hand van de Kwartairgeologische en geomorfologische opbouw en ontwikkeling van Nederland toegelicht. Geologie, geomorfologie en bodemontwikkeling vormen in ecosystemen tevens een belangrijk deel van de abiotische component. Andere abiotische componenten zoals hydrologische processen en daarmee samenhangende stofstromen kunnen niet begrepen worden zonder kennis van ontstaan en opbouw van de ondergrond. Tenslotte vormen de abiotische landschapscomponenten ook de natuurlijke ondergrond van de biotische componenten. De cursus bestaat uit drie onderdelen: • hoorcollege (1 stp) algemene Kwartairgeologie; • hoorcollege (2 stp) Kwartairgeologie en landschappen van Nederland; • excursies (1 stp) binnen Nederland. Hoorcolleges; Excursie. Berendsen, H.J.A. (2004, 4-e druk) De vorming van het land - Inleiding in de geologie en geomorfologie; Berendsen, H.J.A. (2004) Landschappelijk Nederland; Uitgedeelde teksten. Schriftelijke deeltentamens: a) algemene Kwartairgeologie, over de Aardwetenschappen en geoarcheologie
betreffende collegestof en literatuur (25%) , en b) Kwartairgeologie en landschappen van Nederland, over de betreffende collegestof, literatuur en excursiestof (75%). Toetsing tijdens excursie. opmerkingen BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docenten studiepunten periode doel
Mineralogie 450078 dr. J.P. Chadwick; dr. W. van Westrenen 3 4 (1) Het verkrijgen van een samenhangend overzicht van de geologisch belangrijkste mineralen. (2) Het vaardig worden in het gebruik van de polarisatiemicroscoop en in de methode van het determineren van mineralen in dunne doorsneden. Voorbereiding op de aansluitende cursus petrologie (450076). inhoud • Systematische classificatie van de mineralen. Behandeling van chemische samenstelling, structuur, fysische eigenschappen, ontstaanswijze, en geologisch voorkomen van de gesteentevormende mineralen, met nadruk op de silicaten. • Theorie en praktijk van de optische kristallografie. Behandeling van de mineraaldeterminatie in dunne doorsneden en praktische oefeningen met de polarisatiemicroscoop: reliëf, kleur/pleochroïsme, interferentiekleuren en dubbelbreking, relatie tussen optische en kristallografische eigenschappen.
werkwijze Hoorcolleges, practica en take-home opdrachten. literatuur Wenk, H-R & Bulakh H (2004) Minerals - Their constitution and origin toetsing Schriftelijk theorietentamen, en beoordelingen practica en take-home opdrachten. opmerkingen Voorkennis: stof behandeld in Inleiding mineralogie (450157). naam Paleoklimatologie en meteorologie code 450240 studiepunten 6 Examenonderdelen
79
periode 4 docenten dr. C.J. Beets; dr. M.J. Waterloo; prof.dr. A.J. Dolman; dr. S.J.P. Bohncke; dr. M.A. Prins; dr. H. Renssen; dr. F.J.C. Peeters doel • Kennismaking met begrippen en processen in meteorologie en klimatologie als basis voor MSc Paleoclimatology and Geo-ecosystems en MSc Hydrology. • De achtergronden van klimaatsonderzoek kunnen begrijpen. Toepassen van verschillende technieken voor de reconstructie van verschillende klimaats-parameters. inhoud Werking van het huidige klimaatsysteem. Variabiliteit van het klimaat en klimaatsaansturing in tijd en ruimte. De expressie van klimaat-variabiliteit in verschillende archieven: ijs, mariene en terrestrische sedimenten. Technieken van klimaats-analyse, proxy-calibratie en toepassing daarvan. Voorts behandelt de cursus de meteorologie en het klimaat in hun functie om de warmte van de tropen te herverdelen richting de polen door middel van de 'algemene circulatie'. Zodoende komen we op de (thermo-) dynamica van de atmosfeer en belangrijkste mechanismes van energie- en impulstransport in de atmosfeer, zoals convectieve systemen, wolken, aerosolen en microfysische processen. Specifiek wordt ingegaan op de belangrijkste weersystemen in de tropen en daarbuiten, op de rol van cryosfeer (ijskappen en permafrost) en op de oceanen in het modiale weer en in het klimaat. De mechanismes van grootschalige variabiliteiten als El-Nino en de Arctische Oscillatie komen aan bod. De cursus is gericht op het begrijpen van processen, maar zal zonodig dieper ingaan op de fysica. werkwijze Werkcolleges werkgroepen en practicum (verzamelen en bewerken van materiaal). toetsing Presentaties (onder voorbehoud), schriftelijk tentamen. opmerkingen BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of III of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docent studiepunten 80
Paleontologie 450070 dr. S.R. Troelstra 3 Aardwetenschappen en geoarcheologie
periode 2 doel Inzicht in de ontwikkeling van het leven, gekoppeld aan de evolutie van planeet Aarde. Het leren herkennen van biota van karakteristieke sedimentaire milieus. inhoud Evolutie van het leven in relatie tot plaattektoniek en klimaat. Stratigrafisch/ecologische betekenis van de belangrijkste macro/microfossielgroepen uit terrestrische en mariene milieu's. werkwijze Colleges en practica. De behandelde fossielgroepen worden in handstuk bestudeerd. Excursie naar Natuurhistorisch Museum Naturalis. literatuur Syllabus en Internet. toetsing Schriftelijk tentamen. naam code docent studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
Petrologie van het systeem Aarde 450083 prof.dr. G.R. Davies (en andere stafleden van de afdeling Petrologie) 6 4 Inzicht in petrologische aspecten van belangrijke endogene deelsystemen van het systeem Aarde. 'Case studies' van endogene processen in de belangrijkste geo-dynamische milieu's. De petrologie van de processen staat centraal, maar wel in breder perspectief, met aandacht voor aanverwante vakgebieden ((isotopen)geochemie, tektoniek). Ook het belang en de werking van chemische en mineralogische materiaal-analyse komen aan bod. Onderwerpen: • De 'ware aard' van de asthenosfeer. • Magmatische processen van plaatgrenzen en hot spots: Oceanische ruggen en 'hot spots': komatiieten, picrieten en bazalten. Subductiezones: de genese van de andesiet-daciet-rhyolietassociatie. • Optische determinatie van de samenstelling van plagioklaas. • Magmatische geochemie als onderzoeksmethode. • Magmatisme in de continentkorst: Granieten en granitoïden. • De slab-pull force: mantelmineralogie en metamorfe reacties in de mantel; hun betekenis als motor van plaatbeweging. • 'Ultrahoge' metamorfose van de continentkorst (UHP, UHT): Mineraalthermobarometrie, PTt-paden, thermische modellering en tektonische betekenis. • Inleiding in de analytische mineralogie en geochemie. Werkcolleges, practica, laboratoriumdemonstraties Delen van J.D. Winter, 2001. An Introduction to Igneous and Metamorphic Petrology. Prentice Hall. Bij het werkcollege is oefen- en studiemateriaal beschikbaar. Schiftelijk tentamen; beoordeling van tijdens de cursus gemaakte werkstukken en (evt.) gehouden voordracht. Voorkennisadvies: Petrologie (450076). BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting I volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit
Examenonderdelen
81
literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
opmerkingen
82
Petrologie, incl. veldpracticum 450076 dr. P.Z. Vroon; dr. F.M. Brouwer 6 5 Het verkrijgen van inzicht in de chemie van belangrijke fasen-overgangen. Het verwerven van inzicht in de verbanden tussen mineralogische en chemische samenstelling en structuur van magmatische en metamorfe gesteenten en de geologische omstandigheden van hun ontstaan. Het verwerven van vaardigheid in de microscopische determinatie van de mineralogische samenstelling en struktuur van magmatische en metamorfe gesteenten, zodat een vakkundige beschrijving en classificatie kan worden opgesteld. Het opbouwen van veldervaring met betrekking tot endogene processen. Modale (IUGS) en chemische classificatie van stollingsgesteenten; variaties in chemische samenstelling; eigenschappen van magma's; smeltstructuren; viscositeit; nucleatie en kristallisatie; chemie van oplossingen; fasendiagrammen van silikaatsystemen; reactiereeksen van Bowen; associaties van magmatische gesteenten. Inleiding gesteentemetamorfose; microstructuren; graden van metamorfose, zoneren 'Barrovian style'; metamorfe reacties; PT-diagrammen; metamorfe fasenregel; metamorfe faciës; chemische samenstelling en mineralogie van metapelieten, marmers/ kalksilicaat-gesteenten en metabasieten (o.a. ACF). Microscopie stollingsgesteeenten en metamorfe gesteenten. Veldobservaties aan magmatische en metamorfe gesteenten en hun structuren. Hoorcolleges. Practica: microscopische petrografie; chemie van fasenovergangen, te visualiseren m.b.v. 'spread sheets'. Veldpracticum van een week in Auvergne. J.D. Winter (2001): An Introduction to Igneous and Metamorphic Petrology (Prentice-Hall); syllabi, PowerPoint-presentaties. Theorie- en praktijktoetsen over de behandelde stof, inclusief het veldpracticum (veldboek en slijpplaatbeschrijvingen). 'Take-home' opdrachten. Mineralogie (450078) is een noodzakelijke voorbereiding op deze cursus. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting I volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een Aardwetenschappen en geoarcheologie
onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam code docent studiepunten contacturen periode doel inhoud
literatuur toetsing doelgroep blackboard opmerkingen
voorkennisvak
Prehistorie van Nederland, 3 504138 prof.dr. N.G.A.M. Roymans 5 14 (14 hoorcollege) werkcollege en excursie Noord-Nederland 1 Kennis van en inzicht in de hoofdlijnen van de Nederlandse prehistorie. De prehistorie van Nederland met nadruk op de laatste twee millennia voor Chr. Centrale thema's zijn economische versus culturele interpretaties in het landschaps- en nederzettingsonderzoek, huishoudens en locale gemeenschappen, depositiepraktijken, uitwisselingsnetwerken, grafveldonderzoek, de omgang met het verleden in de prehistorie. Oordeelsvorming over het eigen vakgebied in de werkcolleges, met discussie/debat • L.P. Louwe Kooijmans e.a.(eds.) , De prehistorie van Nederland • Aanvullende literatuur wordt tijdens college uitgereikt Schriftelijk tentamen aan het einde van periode 1 3e jaars studenten major West-Europese archeologie Ja • Aanschaf handboek Louwe Kooijmans e.a. wordt dringend aanbevolen • Over de excursie worden nadere afspraken gemaakt • Inschrijven verplicht via TIS 504104 : Europese IJzertijd, 2
naam code coördinator docenten studiepunten contacturen periode doel
Romeinse archeologie, 1 502024 dr. A.M.J. Derks dr. A.M.J. Derks; prof.dr. D.G. Yntema 5 14 (14 hoorcollege) 5 Inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van de Romeinse materiële cultuur in Rome en de Romeinse provincies; het herkennen van een aantal belangrijke monumenten en objecten uit de Romeinse wereld en het plaatsen ervan binnen de historische context; het omschrijven en toepassen van antieke en moderne technische termen; het lezen van plattegronden, opstanden en axonometriën inhoud Het studieonderdeel geeft een beknopt overzicht van de ontwikkelingen in de
Examenonderdelen
83
literatuur
toetsing doelgroep
blackboard opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
materiële cultuur van de Romeinse wereld (bouwkunst, beeldende kunst) tussen ongeveer 100 voor Chr. en 400 na Chr. • Hingh, A. de/W. Vos, 2005: Romeinen in Valkenburg (ZH). De opgravingsgeschiedenis en het archeologische onderzoek van Praetorium Agrippinae, Leiden, 78-167 • Overige literatuur wordt bij aanvang van de cursus bekendgemaakt Schriftelijk tentamen 1e jaars studenten Archeologie, Oudheidkunde en Geo- en Bio-archeologie; 2e jaars studenten GLTC; dit jaar ook voor 3e jaars studenten GLTC i.v.m. overgangsprogramma Ja • Dit onderdeel is tevens een onderdeel van een minorpakket. Zie voor het gehele aanbod www.studiegids.vu.nl > Letteren > Algemeen Facultair minoraanbod • Inschrijven verplicht via TIS Ruimtelijke beeldvorming 450065 dr. H. Stel; dr. E. Willingshofer 6 2 De student ontwikkelt ruimtelijk inzicht door geometrische oefeningen op kaarten en luchtfoto's. Hij verkrijgt kennis en vaardigheden om eenvoudige geologische/geomorfologische kaarten te interpreteren en om een geologisch profiel te tekenen. Basale kennis van het gebruik en interpretatie van luchtfoto's. De student leert werken met: • De weergave van het aardoppervlak in het platte vlak, topografische kaart, hoogtelijnen, topografisch profiel, blokdiagram. • Ruimtelijke geometrische constructies (isohypsen, dagzomen, breuken, plooien met horizontale en duikende plooiassen). • Geologische kaarten: verwerking van kwantitatieve gegevens in kaarten, kaart- en legendaopbouw, geologische geschiedenis afleiden uit kaarten (formaties, plooiing, discordanties, breuken, dikes etc.); het lezen van een geologische/geomorfologische kaart. • Geomorfologische kaarten, landschapselementen • Profielen, constructie van profielen uit de geologische kaart en luchtfoto's. • Luchtfoto's: basisbeginselen van geomorfologische en geologische luchtfoto-interpretatie; (landschapsvormen, luchtfotokenmerken van geologische formaties, reliëf, afwateringspatronen, karteerbare plooi- en breukstructuren). Werkcollege. Prakticumhandleiding. Tentamen (60%) en ingeleverde werkstukken (40%).
naam Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar code 991010 coördinator drs. M.N.S. Vossen 84
Aardwetenschappen en geoarcheologie
studiepunten 6 docent Diverse docenten (De cursus wordt verzorgd door docenten van het Onderwijscentrum VU.) periode maart 2009 doel • Studenten maken kennis met het beroep van eerstegraads docent in het voortgezet onderwijs en kunnen doordacht een antwoord geven op de vraag: Ben ik geschikt voor dit beroep? • Studenten oefenen met diverse educatieve werkvormen: (wetenschappelijke) presentatie, workshop, onderwijs en onderzoek in de klas. • Studenten kennen een aantal aspecten van de doelgroep (jongeren tussen de 12 en 18 jaar) die van belang zijn voor educatie. inhoud De cursus bestaat uit werkcolleges en een stage op een school voor voortgezet onderwijs. De stage is het belangrijkste onderdeel van de cursus, deze voer je uit samen met een medestudent. In totaal zal de stage ongeveer 10 dagen in beslag nemen. Tijdens de werkcolleges komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Hoe bouw je een presentatie op, hoe kom je over? • Hoe vertaal je (wetenschappelijke) informatie naar het niveau van je doelgroep? • Aspecten van het schoolvak, didactiek, pedagogiek en leraarschap; • Wat is het verschil tussen presenteren en onderwijzen? • Hoe krijg je je doelgroep actief? • Oefenen in het geven van een wetenschappelijke presentatie (bijvoorbeeld over je bachelorproject). Tijdens de stage onderneem je in elk geval de volgende activiteiten: • observeren van lessen; • zelf minimaal vier lessen geven, in zowel onderbouw als bovenbouw; • uitvoeren van een klein onderzoek; • zo veel mogelijk deelnemen aan alle activiteiten op school en zo (hernieuwd) kennis maken met het voortgezet onderwijs vanuit het docenten perspectief. werkwijze Tijdens de cursus houd je een logboek bij en verwerk je opdrachten in een digitaal portfolio. Door regelmatige reflectie leer je optimaal van je ervaringen en krijg je een goed inzicht in je eigen mogelijkheden. Werkcolleges en stage vormen samen een voltijds programma, het is niet mogelijk gelijktijdig andere colleges te volgen. toetsing Beoordeling geschiedt op basis van het portfolio, het logboek en de stage en het afsluitend eindgesprek. doelgroep Deelname aan de cursus staat open voor derdejaars bachelorstudenten van de faculteiten Exacte Wetenschappen en Aard- en Levenswetenschappen. De cursus wordt aangeraden voor studenten die overwegen de lerarenopleiding te gaan volgen binnen de masteropleiding (E-variant) of aansluitend op hun masteropleiding. Ook voor studenten die vaardigheden op willen doen in het verzorgen van wetenschappelijke presentaties is de cursus interessant. opmerkingen • Aanmelding via TIS (zoek bij "aanmelden cursus" onder "IDO") én via Blackboard minimaal vier weken voor het begin van de cursus. • Meer informatie is te verkrijgbaar bij Monique Vossen:
[email protected], of te vinden op www.onderwijscentrum.vu.nl
Examenonderdelen
85
naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
Scriptie milieubeleid 450136 dr. M.A. van Drunen 4 1 en 2 Een belangrijke competentie van professionals die werken op het gebied van milieuvraagstukken is het schrijven van kwalitatief goede milieukundige rapporten. Doel van deze cursus is het (verder) ontwikkelen van deze competentie. Specifieke aandacht wordt geschonken aan: • Het formuleren van de vraagstelling; • Het inperken van het onderzoeksgebied; • Het effectief gebruik van wetenschappelijke literatuur, internet, empirische gegevens en modellen en het op de juiste manier verwijzen naar deze bronnen; • Het helder verwoorden van de belangrijkste bevindingen voor beleidsmakers en managers; • Het gebruik van geschikte argumenten. Studenten schrijven zelfstandig een scriptie over het overeengekomen onderwerp. Het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) onderzoekt veel onderwerpen op het gebied van milieu en beleid. Voor een overzicht kan men een Jaarverslag afhalen bij het IVM-secretariaat (kamer A-503). Studenten mogen de scriptie in het Nederlands of in het Engels schrijven. De keuze van het onderwerp vindt plaats in overleg. Het onderwerp moet wel relevant zijn met betrekking tot milieubeleid. De eindversie wordt gecontroleerd op plagiaat. Afhankelijk van het onderwerp. Aanbevolen literatuur is een algemeen boek over het schrijven van een scriptie. De scriptie wordt beoordeeld door de begeleidende onderzoeker en cursuscoördinator op aan de hand van bovengenoemde doelstellingen. Alternatieve periodes in overleg. Voor inlichtingen en inschrijvingen: dr. Michiel van Drunen, Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) (
[email protected]).
naam code docenten studiepunten periode doel
Sedimentaire systemen in ruimte en tijd 450072 prof.dr. J.J.G. Reijmer; dr. E. Samankassou 3 2 Voortbouwend op de eerstejaars studieonderdelen gaat het om schaalvergroting in ruimte en tijd. Ontwikkelen van integratievermogen staat centraal. De cursus verbindt de kennis van individuele sedimentaire milieus en sedimenttypes tot grootschalige ruimtelijke patronen en combineert deze met de principes van stratigrafie tot complexe reconstructies in ruimte en tijd. De nadruk in de cursus ligt op sequentie-stratigrafie en sedimentologie van carbonaatsystemen. inhoud Analyse van sedimentaire systemen in de ruimte op een schaal van bekkens of gehele carbonaat platform systemen. Daarnaast wordt een overzicht van de ontwikkeling van sedimentaire systemen in de tijd behandeld met als leidraad het actualiteitsprincipe en zijn beperkingen. Modelleringsresultaten,
86
Aardwetenschappen en geoarcheologie
satellietbeelden, gedetailleerde kaarten en profielen vormen de belangrijkste basis voor de schaalvergroting in de ruimte. werkwijze Hoorcollege, een slijpplaatjespracticum en een practicum op PC's met gebruikmaking van het computermodel Carbonate 3D en een WEB gebaseerd simulatieprogramma. literatuur Syllabus en aanvullende literatuur. Nichols, G (1998) Sedimentology and Stratigraphy en digitale studiehandleiding op Blackboard (zie 450069). toetsing Schriftelijk tentamen en zelfstandige projecten. Tentamen (70%), gemaakte werkstukken (30%). naam Sedimentologie en stratigrafie code 450069 docenten prof.dr. J. Smit; prof.dr. J.J.G. Reijmer; prof.dr. T.C.E. van Weering; dr. H.B. Vonhof studiepunten 6 periode 4 doel Op de hoogte raken van de grondbeginselen van de stratigrafie en sedimentologie aan de hand van practika en (werk)colleges. inhoud Fysica van stromend water en lucht, het transport van deeltjes en de vorming van sedimentaire structuren in relatie tot stroomsnelheid. Ordening van de sedimentaire gesteenten in ruimte en tijdrelaties, ontstaan en indeling van de geologische tijdschaal. Behandeling van de stratigrafische hoofdcategorieën. Behandeling van de sedimentaire milieus en hun fysische kenmerken (meren, rivieren, delta's, windafzettingen, aride en glaciale milieus, ondiep mariene klastische/carbonaat milieus, en diepzeeafzettingen). De hele cursus wordt afgehandeld via blackboard. werkwijze Bestuderen van een engelstalig leerboek aan de hand van een studiehandleiding, met de syllabus stratigrafie en sedimentologie als aanvulling op het leerboek. Praktisch werk: beschrijven en interpreteren van handstukken en lakprofielen. Oefeningen om de stratigrafische principes beter te leren hanteren (verschillen tussen en litho- en chronostratigrafie; transgressie en regressie; faciessequenties, sequentiestratigrafie). Excursie naar het strand en/of de wadden, eventueel een excursie naar Utrecht, TNONITG, analoge model situaties. literatuur Nichols, G (1998) Sedimentology and Stratigraphy en digitale studiehandleiding op Blackboard. toetsing Tentamen (70%) en ingeleverde werkstukken + excursieverslag (30%). naam code docent studiepunten periode doel
Sociale geografie I 450099 prof.dr. J.A. van der Schee (Onderwijscentrum VU) 6 2 De wereld om ons heen verandert snel. Verschillende factoren werken verschillend uit in verschillende gebieden. Sociaal-geografen bestuderen met name ruimtelijke veranderingsprocessen en conflicten. In dit studieonderdeel maken studenten kennis met de geografische optiek en verwerven inzicht in geografische vraagstukken die spelen in gebieden op verschillende ruimtelijke niveaus. inhoud Het programma bestaat uit een kennismaking met de volgende hoofdthema's:
Examenonderdelen
87
•
De geografische optiek • Economie, globalisering en ontwikkeling • Bevolking, bestaanswijzen en cultuur • Politiek, macht en grenzen • Steden en verstedelijking • Landschap en milieu Deze thema¿s zullen op verschillende ruimtelijke niveaus worden aangekaart. In een excursie door Amsterdam zullen verschillende van deze geografische thema's worden geïllustreerd. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges, excursie, ontwerpen van een atlas. literatuur • P. Knox & S.A. Marston (2007) Places and regions in global context. Human Geography. London: Prentice Hall. • Cloke, P. et al. (1999) Introducing Human Geographies. London: Arnold. Hieruit: The City en The Country, pp. 246-267. • Collegematerialen in de vorm van artikelen uit diverse bronnen. toetsing • Open boek tentamen over de literatuur en collegestof • Het ontwerpen van een atlas plus toelichting over een nader te bepalen regio. Beoordelingscriteria worden tijdens de colleges uitgedeeld. Beide toetsonderdelen tellen even zwaar mee en moeten voldoende zijn. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
88
Statistiek en data-analyse 450071 dr. J. van Huissteden; dr. F.J.C. Peeters 6 1 Vaardigheden en inzicht ontwikkelen in een breed scala van statistische methodieken die in de aardwetenschappen en milieu-onderzoek worden toegepast. Nadruk ligt op de toepassing en in mindere mate de theoretische achtergrond. Kennisoverdracht vindt plaats middels colleges en (computer) practica. Practicumvraagstukken betreffen actuele onderwerpen en praktijkvoorbeelden. Tijdens het practicum ligt de nadruk op het zelfstandig leren toepassen van statistische methodieken en het gebruik van statistische software. De cursus is opgebouwd uit twee delen, te weten: Deel I: Beschrijvende en inferentiële statistiek. Beschrijvende statistiek (frequentieverdelingen, gemiddelde, mediaan, modus, standaardafwijking en andere dipersiematen); inferentiële statistiek (steekproefmethoden, toetsen, curve-aanpassing, regressie en correlatie). Deel II: Tijdreeksanalyse (statistiek van extreme waarden, tijdreeks moddellen, autocorrelatie, spectraalanalyse) en introductie in de multivariate statistiek (multivariate regressie analyse, klassificatie technieken, en een kennismaking met factor analyse). Studiehandleiding, opgaven en uitwerkingen zijn beschikbaar via Blackboard. Hoorcollege en computerpracticum waarbij gebruikt wordt gemaakt van de programma's Excel, Matlab en SPSS. Syllabi. Schriftelijke deeltoetsen over de delen I en II. Voor beide toetsen dient minimaal een voldoende gescoord te worden. De toetsen kunnen gegeven worden in de vorm van praktijkopdrachten die achter de computer uitgevoerd Aardwetenschappen en geoarcheologie
dienen te worden. opmerkingen Het cursusmateriaal zal gedeeltelijk in het Engels aangeboden worden. naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
opmerkingen
Structurele geologie I, inclusief veldpracticum 450077 dr. C. Biermann 6 1 Tijdens het theoretische deel van deze inleidende cursus in de Structurele geologie verkrijg je kennis van en inzicht in de basisprincipes van de gesteentemechanica, gesteentedeformatie, structuren (breuken, plooien, foliaties) en de geometrische en kinematische analyse van deformatie. Tijdens het veldpracticum pas je deze kennis toe tijdens een structuuranalyse in een eenvoudig polyfase gedeformeerd terrein. Basisprincipes van stress, strain, simple shear en pure shear deformatiegeschiedenissen, diaklazen en shear fractures, geometrische analyse van breuken, verplaatsingsvector van breuken, datum gap en overlap, basistheorie van breukvorming, geometrische beschrijving van plooien, basistheorie van plooiing, foliatie and lineatie, tektonische case studies, basisprincipes van structurele analyse, profielconstructies met behulp van cleavage-bedding relaties, basisprincipes van de stereografische projectie, toepassingen van de stereografische projectie in de structurele analyse, dichtheidsplots en contourdiagrammen. Toepassing van technieken tijdens 7 dagen veldpracticum in het Rheinische Schiefergebirge (midden-Moezelgebied). Verslag veldopdracht wordt ter plaatse gemaakt. 12 x 1 uur college; 14 x3 uur practicum, zelfstudie, 7 dagen veldpracticum. Ben A. van der Pluijm, Stephen Marshak (1997), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics, 2e druk; W. W. Norton & Company; New York, NY, 10110 USA (zie: http://www.wwnorton.com/college/titles/geology/strgeo/welcome.htm ) Schriftelijk tentamen over het theorie- en practicumdeel (66,7%). Beoordeling van de uitvoering van het veldpracticum (veldbeoordeling) en het ter plaatse geschreven verslag (33,3%). Voorkennisadvies: 450065: Ruimtelijke beeldvorming. Bij onvoldoende deelname aan het theoretische deel van de cursus kan niet worden deelgenomen aan het veldpracticum. Vooraanmelding via TIS verplicht. Zie voor uitgebreide informatie de Blackboard-site Structurele Geologie I. Studiematerialen: practicumhandleiding, potloden, 0,2 mm tekenpen, geodriehoek, passer, vlakgom, A4-millimeterpapier A4-transparantpapier, stereografische projectienetten (te verkrijgen tijdens practicum). Studiematerialen: practicumhandleiding, potloden, 0,2 mm tekenpen, geodriehoek, passer, vlakgom, A4-millimeterpapier A4-transparantpapier, stereografische projectienetten (te verkrijgen tijdens practicum). BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting I volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een
Examenonderdelen
89
onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. boven de normale belasting van de cursus. naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
opmerkingen
90
Structurele geologie II 450081 dr. G.V. Bertotti 6 2 Inzicht verwerven in de processen en consequenties van deformaties in en van de bovenkorst. Het ontwikkelen van vaardigheden structuren te herkennen en interpreteren in het veld, in seismische secties en in data bestanden. Stresses - stress vectoren en tensoren - weergaven van stresses: Mohr cirkel en stress ellipsoid - stress velden van eenvoudige experimenten tot de "real world" Experimenten in gesteentedeformatie - Stress and deformatie tijdens elastische deformatie - het onstaan van breuken - deformatie na breukvorming - toepassingen voor aardbevingstudies - lage temperatuurdeformatie mechanisme - de transitie naar hoge temperatuurdeformatie - Hoge temperatuurdeformatie en shearing. Lage temperatuurdeformatie in de "real world" - Deformatie op ontsluitingschaal: breuken en plooien - Grootschalige deformatie van de aardkorst onder extensie en verkorting - Systemen van extensiebreuken Geometrie van verkortingstructuren: Ramp-folds en balanced cross sections. seismische analyse van geologische structuren. Hoorcollege en practica Van der Pluijm & Marshak, Earth Structure en hoofdstukken van Twiss and Moores, Structural Geology. Verslagen van practica en schriftelijk tentamen. De verslagen van de practica moeten voor de tentamendatum worden ingeleverd. De verslagen worden geëvalueerd en vormen 30% van het eindresultaat. Voorkennisadvies: Structurele geologie I (450077). BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting I volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek Aardwetenschappen en geoarcheologie
wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. naam Studie en loopbaan code 450026 docenten dr. C. Biermann; drs. P.M.H. Smit; dr. S.R. Troelstra (docenten Centrum voor Studie en Loopbaan VU) studiepunten 2 periode 1 en 2 doel Oriëntatie op vervolgstudie (masters) en arbeidsmarkt. inhoud Nagaan van eigen sterke en zwakken punten, interesses en voorkeuren. Zelfstandige oriëntatie op vervolgstudie en arbeidsmarkt (advertenties, internet, informatiewinning bij bedrijven en overheden). Elke deelnemer regelt zelfstandig een netwerkinterview. Schriftelijke en mondelinge rapportage over arbeidsmarktonderzoek, netwerkinterview en motivatie keuze vervolstudie. werkwijze 5 Werkgroepbijeenkomsten, lezingen door gastsprekers, voorlichting regelingen masteropleidingen, individueel competentieonderzoek, zelfstandig arbeidsmarktonderzoek (netwerkinterview), schrijven van een kort verslag en een korte mondelinge presentatie hierover. In voorkomende gevallen maakt de GeoVUsie-loopbaandag deel uit van het cursusprogramma. toetsing schriftelijk verslag (60%), mondelinge presentatie (30%) en attitude (10%). Bij herhaalde afwezigheid tijdens de contacturen wordt het studieonderdeel als onvoldoende beoordeeld. opmerkingen Verplichte aanwezigheid bij de bijeenkomsten. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Studie en Loopbaan. naam code docenten studiepunten periode doel
Systeem Aarde 450067 dr. F.M. Brouwer; dr. O. van de Plassche 6 1 Eerste kennismaking met de aardwetenschappen, in het bijzonder de processen die in het inwendige en aan het oppervlak van de Aarde werkzaam zijn en hun onderlinge afhankelijkheid. inhoud • Inleiding ontstaan en levensloop van het heelal en het zonnestelsel; ontstaan van de chemische elementen (nucleosynthese). • Bouw van de Aarde. • Gesteenten en bodems. • Exogene en endogene deelsystemen en hun energiebronnen. • Kringlopen: gesteentecycli, endogeen en exogeen; hydrologische kringloop; (bio)geochemische: koolstof (CO2-thermostaat), stikstof, fosfor, enkele oceanische deelcycli. • De factor tijd: tijdmeting, geologische tijdschaal. werkwijze Responsiecolleges verbonden aan leesopdrachten, afgewisseld met
Examenonderdelen
91
hoorcolleges. literatuur B.J. Skinner, S.C. Porter & J. Park, 2004. Dynamic Earth - An introduction to physical geology. 5th Ed. J. Wiley & Sons. Aanvullende syllabi bij 'exogene' en 'endogene' deelsystemen. toetsing Deeltoets(en) en schriftelijk essay-tentamen.
naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Tektoniek 450066 dr. G.V. Bertotti; prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh 3 5 De student verkrijgt enig inzicht in grootschalige deformatiemechanismen en daarmee samenhangende geologische/geofysische fenomenen. De buitenlaag van de Aarde: definitie en gedrag van de lithosfeer. In de cursus zal aandacht besteed worden aan de geofysische en geologische consequenties van twee fundamentele deformatieprocessen: extensie en verkorting. De lithosfeer onder rek en compressie: verticale en horizontale bewegingen aan het aardoppervlak, sedimentaire bekkens, morfologische en sedimentologische processen. De lithosfeer onder druk en verkorting: het onstaan van gebergten en van morfologische reliëfs, erosie. Ontstaan en deformatie van sedimentaire bekkens. Hoorcollege en practicum. Ben A. van der Pluijm, Stephen Marshak (1997), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics, 2e druk; W. W. Norton & Company; New York, NY, 10110 USA en handouts. Schiftelijk tentamen. Het inleveren van de practicaverslagen is verplicht.
naam code docenten studiepunten periode doel
Terrestrische milieus 450097 prof.dr. J.F. Vandenberghe; dr. R.T. van Balen; dr. O. van de Plassche 6 2 Het doel is de voornaamste terrestrische (abiotische) milieus in algemene termen te karakteriseren, klassificeren en interpreteren naar vorm, faciesverdeling en processen. inhoud Het gaat om de fluviatiele milieus, de kustmilieus, de glaciale milieus en de periglaciale milieus (de eolische milieus worden behandeld bij de kustmilieus en periglaciale milieus). De nadruk ligt op het 'kennis nemen' bij elk van deze milieus zowel in theoretisch als praktisch opzicht. In het glaciale deel worden aan landijs gerelateerde tektonische en sedimentaire processen behandeld. Aan de orde komen o.a. stuwwalvorming en -strukturen, keileemvorming en deformatie, proglaciale sedimentaire milieus en glaciale landschapsvormen. In het periglaciale deel ligt de nadruk op processen en landvormen die specifiek zijn voor dit milieu en op hun paleoklimatische betekenis. Speciale aandacht wordt besteed aan die fenomenen die ook fossiel bewaard worden. In het fluviatiele deel worden afzettingen en erosieverschijnselen door rivieren behandeld. Belangrijke aspecten zijn het dynamisch evenwicht van rivieren en de reactie van rivieren
92
Aardwetenschappen en geoarcheologie
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
op externe en interne aansturing. Bij sedimentaire kustmilieus (o.a. stranden, strandwaleilanden, wadden, estuaria, deltas) staan twee thema's centraal: (1) morfologie (en faciesverdeling) als functie van vooral de verhouding tussen energie, materiaal en rivierinvloed, en (2) evolutie als functie van zeespiegelveranderingen en andere factoren. Hoorcolleges (ca. 20u), practica (ca. 12u), 1 dagexcursie, literatuur (incl. presentatie en discussie). Nader te bepalen, wordt bij het college uitgedeeld. Schriftelijk tentamen over alle behandelde stof (incl. practica, literatuur en excursies) en beoordeling van de praktische werkstukken en presentatie. BSc. Honoursprogramma Stervariant Bij dit studieonderdeel is het voor studenten die het Bachelor Honoursprogramma Aardwetenschappen Richting II of III of het Bachelor Honoursprogramma Aarde en economie volgen, mogelijk te kiezen voor de stervariant. Bij de stervariant wordt aan het bovenomschreven studieonderdeel een individueel literatuuronderzoek toegevoegd naar een onderwerp dat binnen de cursus aan de orde komt. Over dit literatuuronderzoek rapporteert de student in een verslag, dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel. Het thema van dit literatuuronderzoek wordt in overleg tussen de docent en de student vastgesteld. Het literatuuronderzoek wordt individueel begeleid door de docent die voor de cursus verantwoordelijk is. Het verslag wordt apart beoordeeld met een cijfer. De stervariant wordt geregistreerd onder een aparte vakcode. De beoordeling van de stervariant telt niet mee in de eindbeoordeling van de cursus zelf. De studielast van de stervariant van de cursus bedraagt 2,5 stp. Toegepaste geofysica 450142 dr. J. Groen; dr. W.W.W. Beekman; dr. R.A. Stephenson 6 1 In deze cursus wordt een overzicht gegeven van de diverse geofysische methoden die gebruikt worden ter ondersteuning van wettenschappelijk en toegepast onderzoek in de aardwetenschappen, archeologie en milieuwetenschappen. Doel is dat studenten inzicht krijgen in de fysische principes van de methoden en de interpretatiemethodiek, dat ze in staat zijn relevante literatuur te begrijpen en dat ze in staat te beoordelen welke methoden geschikt zijn voor bepaalde vraagstellingen. Basismethoden die tijdens deze cursus aan de orde komen zijn: seismiek, geo-elektrische- en elektromagnetische methoden, gravimetrie, magnetometrie en borehole logging. Van een aantal methoden worden oefeningen gedaan in de interpretatie van metingen. Hoorcollege en practicum. Studiehandleiding, opgaven en uitwerkingen zijn beschikbaar via Blackboard. "An Introduction to Applied and Environmental Geophysics", John M. Reynolds, 1997, John Wiley & Sons, 796 p. Schriftelijk tentamen en praktische opgaven. Het cursusmateriaal zal gedeeltelijk in het Engels aangeboden worden.
Examenonderdelen
93
naam code docent studiepunten periode doel inhoud
Uitwerking geoarcheologisch veldwerk 450033 Diverse docenten (geoarcheologie) 4 1 Het leren uitwerken en in verslag brengen van veldgegevens. Het zelfstandig interpreteren en uitwerken van de gegevens, die tijdens het veldwerk (450035) zijn verzameld. Het maken van een verslag met een goede gedefinieerde probleemstelling, weergave van gegevens, interpretatie en conclusies. werkwijze Het zelfstandig, of in groepjes van twee, maken van een verslag in een met de docent overeengekomen tijdsplanning. toetsing Beoordeling van het verslag. (Studenten wordt erop gewezen dat een voldoende beoordeling van het verslag uiterlijk 1 april een voorwaarde is voor deelname aan de Bachelorthesis (450282). Om zeker te zijn van een tijdige beoordeling dient het definitieve verslag uiterlijk 1 maart te zijn ingeleverd).
naam Uitwerking veldwerk geologie code 450074 docenten dr. H. Stel; prof.dr. J. Smit; dr. A.C. Lankreijer (en docenten van de afdelingen Tektoniek en Sedimentologie) studiepunten 4 periode 1 en 2 inhoud Uitwerking van het veldwerk en het schrijven van het eindverslag van studieonderdeel 450079 (veldwerk geologie). werkwijze Begeleide verslaglegging vindt plaats in de maanden volgend op het desbetreffende veldwerk. Tijdens de cursus zijn de deelnemers verplicht enkele delen van het verslag te schrijven en te laten beoordelen.. Dit verslagonderdeel wordt voorzien van commentaar ter verbetering aan de student teruggeven, waarna de deelnemers zelfstandig de afronding verzorgen Over deze verdere afwerking wordenindividuele afspraken gemaakt. Voor die studenten die per 1 februari een eerste versie van het volledige verslag nog niet ingeleverd denken te krijgen is tijdige registratie van een definitief afgerond en voldoende verslag lijkt niet meer mogelijk, zie toetsing. toetsing Beoordeling van het definitieve verslag, mede op basis van de eerder aangeleverde producten. Studenten wordt erop gewezen dat een voldoende beoordeling van het verslag uiterlijk 1 maart een voorwaarde is voor toelating tot de bachelorthesis (450100); om zeker te zijn van een tijdige beoordeling dient het definitieve verslag uiterlijk op 1 februari te zijn ingeleverd. entreevoorwaarden Veldwerk geologie (450079). naam code docent studiepunten periode doel
94
Uitwerking veldwerk geomorfologie 450096 dr. C. Kasse 4 1 en 2 Leren uitwerken en vastleggen van de veldwerkgegevens in kaarten, profielen en een verslag in de daarvoor beschikbare tijd. Aardwetenschappen en geoarcheologie
inhoud Uitwerking van studieonderdeel 450092 (veldwerk geomorfologie) en het schrijven van het eindverslag, waarin opgenomen de profielen en de kaarten. werkwijze Begeleide verslaglegging en inleidende colleges in de maanden volgend op het desbetreffende veldwerk. 1 december moet het conceptverslag worden ingeleverd. Dit verslag wordt voorzien van commentaar en ter verbetering aan de student teruggeven. Over de verdere afwerking wordt dan een afspraak gemaakt. Uiterlijk 1 februari moet het definitieve verslag worden ingeleverd. Wie ook dan nog geen verslag heeft ingeleverd kan niet meer rekenen op tijdige beoordeling en registratie van het verslag (1 maart). toetsing Beoordeling van het concept en het definitieve verslag. Studenten wordt erop gewezen dat een voldoende beoordeling van het verslag uiterlijk 1 maart een voorwaarde is voor toelating tot de derdejaars Bachelorthesis (450100); om zeker te zijn van een tijdige beoordeling dient het definitieve verslag uiterlijk op 1 februari te zijn ingeleverd. opmerkingen Toelatingseis: Veldwerk geomorfologie (450092). naam code docenten studiepunten periode doel
Veldexcursie ecosystemen Ardennen 450286 prof.dr. J. Rozema; dr. N.D. de With; dr. H. Hillebrand 2 5 • Kennismaking met planten en diersoorten van Midden Europese ecosystemen: bossen op kalkbodem, bronbossen, hoogvenen, kalkgraslanden, puinhellingen, zware metaalweiden en snelstromende wateren. • Kennis van flora en fauna van ecosystemen, ook in relatie tot biogeografie. • Het leren gebruiken van Flora van Heukels en andere determinatiewerken • Het leren maken van vegetatieopnamen en het berekenen van een diversiteitsindex. • Het leren karakteriseren van belangrijke abiotische en biotische omstandigheden: pH bodemwater, bodemprofiel, moedermateriaal • Inzicht in de samenhang van onderdelen van ecosystemen: samenhang door trofische structuur, en de daarmee verbonden stofkringlopen. • Inzicht in factoren die de biodiversiteit van ecosystemen beinvloeden. • Inzicht in het beheer van bezochte ecosystemen. Aanwijzingen hiervoor (karakterisering, samenhang, biodiversiteit, beheer) worden met een vragen en opdrachtlijst gegeven. inhoud Excursieduur van 1 week: Nederlandse en Latijnse Plantennamen. Nederlandse en Latijnse Dierennamen. Kenmerkende eigenschappen van bezochte ecosystemen: hoogveen, kalkloofbos, moerasbos, kalkgrasland, puinhelling, zware metaalweide, snelstromende rivier. Vegetatieopnamen en het berekenen van diversiteitsindex. Karakteriseren van belangrijke abiotische omstandigheden: pH bodemwater, bodemprofiel, moedermateriaal. werkwijze Voorcollege flora en fauna excursiegebieden Ecosystemen Ardennen. Dia's flora en fauna ecosystemen Ardennen Excursies naar: hoogveen, kalkloofbos, kalkgrasland, puinhelling, zware metaalweide, snelstromende rivier.
Examenonderdelen
95
literatuur
toetsing doelgroep
opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze toetsing
opmerkingen
Uitvoeren van opdracht: metingen aan abiotische factoren, bodemprofiel, moedermateriaal, maken vegetatieopname, determinaties planten en diergroepen. Maken van een verslag over de uitgevoerde opdracht. Handleiding excursiehandleiding Ardennen. Prijs Euro 5.65 Heukels Flora van Nederland, Wolters Noordhoff, laatste editie Natuurgidsen voor herkenning diersoorten. Het maken van een excursieverslag, en ingevulde vragen en opdrachtenlijst. De excursie is onderdeelt van de bachelorstage voor Biologie-studenten. Zij krijgen geen apart eindcijfer voor de cursus, maar de beoordeling wordt verwerkt in het eindcijfer voor de stage. Daarnaast wordt de cursus als keuzecursus aangeboden aan studenten in de bacheloropleiding Aardwetenschappen. Aan de excursie is een eigen bijdrage verbonden. Bij het ter perse gaan van deze studiegids was nog niet bekend wanneer en of de excursie plaats zal gaan vinden. Meer informatie is te verkrijgen bij Jelte Rozema (
[email protected]). Naast genoemde literatuur is ook een goede loep (15x, ca. Euro 25) nodig. Vroegtijdige opgave is noodzakelijk in verband met de reservering van huisvesting in de Ardennen. Veldpracticum Brabant 450062 dr. C.J. Beets; dr. V.E.A. Post; drs. M.P. Bokhorst; drs. S. Engels 3 5 Het leren systematische veldwaarnemingen te doen en deze te gebruiken bij de reconstructie van een geologische en geomorfologische wordingsgeschiedenis (van Nederland). Lithologische, sedimentologische, geomorfologische en bodemkundige beschrijving en interpretatie van sedimenten; hydrologische opname- en meettechnieken. Geleerd wordt in kaart, profiel, lithologische kolom, schema en tekst de verkregen gegevens tot uitdrukking te laten komen, alsmede de verkregen samenvattende resultaten en hun interrelatie. Gebruik van handboormateriaal voor het verzamelen van gegevens. Tiendaagse veldcursus in Zuidwest-Brabant. Er wordt gewerkt in groepen van 3 personen. Beoordeling ter plaatse aan het eind van het veldwerk op grond van veldinzet, dagboek, kaarten, profiel, kolom en verslaglegging van de verzamelde gegevens. Aanmelding voor het veldpracticum via TIS kan tot begin maart 2009.
naam Veldwerk 1e jaar code 450239 docenten dr. C. Biermann; dr. R.T. van Balen; dr. H.B. Vonhof (+ post-docs en promovendi van diverse afdelingen.) studiepunten 5 periode 5 en 6 doel Toepassing van de aardwetenschappelijke kennis die je in het eerste jaar hebt 96
Aardwetenschappen en geoarcheologie
inhoud
werkwijze toetsing
entreevoorwaarden
opmerkingen
verkregen. Training in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Je onderzoekt de relatie tussen morfologische eenheden en processen met de lithologische eenheden en geologische structuur. Tijdens het veldwerk ontwikkel je vaardigheden, zoals waarnemen, beschrijven, verzamelen van geologische en geomorfologische gegevens, het opslaan van deze gegevens (dagboek, gegevenskaart), het met elkaar in verband brengen van deze gegevens (stratigrafische kolom, profielen, geologische en geomorfologische kaart) en het interpreteren van de geologische geschiedenis van het gebied. Tijdens het veldwerk maak je een geologische gegevenskaart, een geologische interpretatiekaart met bijbehorende lithostratigrafische kolommen en profielen en een geomorfologische kaart. Je definieert en karteert lithostratigrafische en morfologische eenheden en je maakt een dagboek met alle gegevens. Op basis van de gegevens maak je een interpretatie van het gebied in termen van afzettinggeschiedenis en structurele en morfologische ontwikkeling. Veldwerk van drie weken in Zuid-Spanje (omgeving Jumilla) in juni. Voorbereiding in Amsterdam in mei (zie rooster). Je wordt ter plaatse beoordeeld op inzicht, betrokkenheid en vaardigheden in het veld en op de inhoudelijke aspecten van de volgende gegevensbestanden: het dagboek (inclusief de beschrijving van de lithologische eenheden en de geomorfologische processen, de gegevenskaart, de geologische afgedekte kaart, de geomorfologische kaart, de profielen en de stratigrafische kolom. Zie voor de uiteindelijke verslaglegging het studieonderdeel Veldwerkverslag 1e jaar (450250). Deelname aan het 1e jaars veldwerk is alleen mogelijk als je voor 15 april van het jaar van inschrijving 12 stp. hebt gehaald uit de tot dan geprogrammeerde studieonderdelen. Deze toelatingseis wordt getoetst door de Examencommissie. Inschrijving via TIS en tevens uiterlijk 15 maart per e-mail aan
[email protected]. Een eerste voorlichting over het veldwerk wordt gegeven tijdens de 1e jaars voorlichtingsbijeenkomst in januari. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Veldwerk 1e jaar Aardwetenschappen.
naam Veldwerk geologie code 450079 docenten prof.dr. J. Smit; prof.dr. J.J.G. Reijmer; dr. H. Stel (en andere docenten van de afdelingen Tektoniek en Sedimentologie) studiepunten 6 periode 6 inhoud Ontwikkeling van het schaalgebonden, in ruimte- en tijdsdimensies kunnen denken door confrontatie met de veldpraktijk. Het veldwerk bestaat uit de geologische opname van een geselecteerd gebied, inclusief de beschrijving en interpretatie van de aanwezige gesteenteopeenvolging en deformatiestructuren, plus analyse van de geologische geschiedenis. Vervaardiging van een lithostratigrafisch schema, een geologische kaart en profielen. Gedetailleerde documentatie van de verzamelde gegevens in een veldboek. Het veldwerk vindt plaats in de Sierra de Albarracin, Spanje. werkwijze 4 Weken veldwerk in de maand juni. Voor informatie over het uiteindelijke verslag: zie uitwerking veldwerk geologie (450074). Informatie staat op
Examenonderdelen
97
Blackboard. toetsing Beoordeling op grond van een verslag ter plaatse met de veldresultaten. Eindbeoordeling verslag, profielen, kaarten, veldboek. entreevoorwaarden Toelatingseisen: voldoende voor veldwerk eerste jaar (450239) en veldwerkverslag eerste jaar (450250) én minimaal een totaal van 72 studiepunten uit de opleiding (richting I). Per 15 april controleert de examencommissie aan de hand van geregistreerde vakken bij het studiesecretariaat of aan de eisen is voldaan. Voorkennisadvies: Historische geologie (450251) en Structurele geologie I (450077). opmerkingen Aanmelding via TIS kan t/m uiterlijk 1 maart 2009. Verdere uitwerking van de resultaten vindt plaats in de cursus uitwerking veldwerk geologie (450074): geologisch verslag incl. formatiebeschrijvingen, geologische interpretatie en geologische kaart (afgedekte kaart en gegevenskaart), profielen, structuurkaart, stratigrafische kolom inleveren voor 1 december 2009. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze toetsing
entreevoorwaarden
opmerkingen
Veldwerk geomorfologie 450092 dr. C. Kasse; dr. H. Renssen 6 5 en 6 Leren beschrijven en karteren van het relief qua vorm en sedimentinhoud om te komen tot een reconstructie van de landschapsontwikkeling tijdens en na de laatste ijstijd. Het veldwerk bestaat uit het morfologisch en op materiaalinhoud leren beschrijven van reliëfvormen in de Franse Jura; het verrichten van een geomorfologische kartering op basis van ontstaanswijze en ouderdom van de terreinvormen; het onderzoeken van de relatie tussen lithologie, morfologie en bodemtype; het reconstrueren van de paleogeografie. Praktische voorbereiding op de faculteit met behulp van luchtfoto's; 3 weken veldwerk in de Franse Jura. Beoordeling ter plaatse gebaseerd op voorbereiding, veldinzet, veldinzicht, tussentijdse rapportages en veldwerkproducten (kaarten, geologische profielen, lengteprofielen van rivieren, stratigrafische kolom, geclassificeerde bodems, paleogeografische reconstructies) op de laatste dag van het veldwerk. Toelatingseisen: voldoende voor veldwerk eerste jaar (450039) en veldwerkverslag eerste jaar (450020) én minimaal een totaal van 72 studiepunten uit de opleiding (richting II). Per 15 april controleert de examencommissie aan de hand van geregistreeerde vakken bij het studiesecretariaat of aan de eisen is voldaan. Voorkennisadvies: Kwartairgeologie (450093), Bodemkunde (450091) en Geomorfologie (450095). Aanmelding via TIS kan t/m uiterlijk 15 maart 2009.
naam Veldwerkverslag 1e jaar code 450250 docenten dr. C. Biermann; dr. R.T. van Balen (+ docent Centrum voor Studie en 98
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Loopbaan) studiepunten 4 periode 1 en 2 doel In deze cursus leer je hoe je een wetenschappelijk verslag schrijft, op basis van de gegevens, die je tijdens het eerstejaars veldwerk hebt verzameld. inhoud Verslaglegging over 1e jaars veldwerk (studieonderdeel 450239). werkwijze 6 x 3½ uur werkcollege gedurende het eerste blok van het tweede jaar waarin het schrijven van het verslag over het eerstejaars veldwerk wordt begeleid. Tijdens de werkcolleges wordt een aantal instructiecolleges gegeven gericht op de inhoud en opbouw van een wetenschappelijk verslag. Je schrijft in een aantal huiswerkopdrachten (1) de inleiding van het verslag, (2) een formatiebeschrijving en (3) het hoofdstuk Geomorfologie. Tevens bevat de cursus een workshop 'Formuleren en Spellen' van het Taalcentrum VU. Daarna schrijf je het verslag verder zelf af en maak je een nette uitvoering van de bijlagen bij het verslag. In deze fase is overleg met de docenten mogelijk tijdens een aantal spreekuren. Het veldwerkverslag moet worden ingeleverd op de in het rooster vermelde datum. Na inlevering wordt het verslag nagekeken en van commentaar voorzien. Hierna wordt het met je besproken. Na inlevering van de gecorrigeerde versie van het verslag wordt het beoordeeld. toetsing Beoordeling van het schriftelijk verslag en de uitgewerkte bijlagen. opmerkingen Deelname aan de werkcolleges is verplicht. Zie voor uitgebreide informatie: Blackboard-site Veldwerkverslag 1e jaar. naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
Wetenschapscommunicatie voor Bèta-onderzoekers 470185 drs. R.C. van Koten MSc dr. K.T. Rebel; prof.dr. C.J. Hamelink; dr. I.R. Hellsten; dr. J.E.W. Broerse 6 02.03.2009-27.03.2009 • Verwerven van kennis en inzicht in de verschillende modellen van wetenschapscommunicatie (deficiet, context, interactie en participatie), haar parameters en gebruikelijke applicatiedomeinen. • Verwerven van kennis en inzicht van de beperkingen en mogelijkheden van de verschillende media waarin de modellen tot uitdrukking kunnen komen (journalistiek, TV en film, het Internet, musea en science centra). • Verkrijgen van vaardigheid in het ontwerpen van een doelgroepgerichte communicatie • Het opdoen van leerervaring met het werken in een multidisciplinaire groep inhoud Wetenschap heeft verstrekkende gevolgen voor de maatschappij (bv. ICT, biotechnologie, nanotechnologie, farmacie). Maar hoe kijkt de maatschappij eigenlijk naar wetenschappelijke ontwikkelingen? Wat vindt de industrie van wat we uitgevonden hebben en wat denken andere wetenschappers van onze kennis? De visie van deze mensen over ons en ons werk is van groot belang voor de richting die het onderzoek in de nabije toekomst gaat nemen. Daarom is communicatie over wetenschap van cruciaal belang. In deze cursus raak je vertrouwt met een aantal modellen van wetenschapscommunicatie, het herkennen van hun toepassingen in de praktijk en de verschillende soorten publiek die men ermee kan aanspreken
Examenonderdelen
99
werkwijze literatuur toetsing doelgroep
opmerkingen naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
(populariseren voor leken, informatieoverdracht voor de industrie, faciliteren van interdisciplinair onderzoek in de wetenschap). Je maakt kennis met de theorie en de praktijk van het ontwerpen van tekst, beeld, geluid, tast en geur. De opdrachten worden deels individueel uitgevoerd en deels in een multidisciplinaire groep. Colleges, opdracht, zelfstudie Basisboek Wetenschapscommunicatie, Jaap Willems. ISBN 9789047300229. Dit boek kan aan het begin van de cursus worden aangeschaft. Tentamen (50% van het eindcijfer) en opdrachten (50 % van het eindcijfer). Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgesloten. Keuzecursus voor derdejaars bachelor studenten biomedische wetenschappen en biologie. Speciaal aanbevolen voor studenten die overwegen de C-variant (wetenschapscommunicatie) in hun masterprogramma op te nemen. Voor meer informatie;
[email protected] Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers 450090 prof.dr. F.H. van Lunteren 3 2 en 3 Het verwerven van globale kennis betreffende de ontwikkeling van het denken over de aarde en het verkrijgen van enig inzicht in de wijze waarop andere dan wetenschappelijke factoren hierop invloed uitoefenen. De volgende thema's komen aan de orde: het klassieke wereldbeeld; de Copernicaanse revolutie; Newtons theorie van de zwaartekracht; theorieën over de vorming van de aardkorst in de 17de tot en met de 19de eeuw; de evolutie van het leven op Aarde; verschuivende continenten en plaattektoniek; religieuze en klassieke invloeden, organistische en mechanistische metaforen, lineaire en cyclische tijdsnoties. Hoorcollege, digitale leeromgeving Collegedictaat en reader Opdrachten en schriftelijk tentamen
naam code docent studiepunten periode doel
Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek 450006 drs. K. Eigner 3 1 Deze cursus wil aanzetten tot reflectie op je vak: op de status van de kennis die je in je studie aangeboden krijgt; op de status van wetenschap in onze samenleving; en op je toekomstige verantwoordelijkheid als wetenschapper of in de beroepspraktijk. Hoofddoel is dat je een eigen positie met betrekking tot deze onderwerpen inneemt en kunt motiveren. Nevendoel van de cursus is het ontwikkelen van vaardigheden op het gebied van tekstanalyse en kritische discussie. inhoud Het college behandelt moderne opvattingen met betrekking tot aard en methode van de natuurwetenschappen; hun ontwikkeling; hun relatie met praktijk, samenleving, en levensovertuiging; en de normatieve en ethische aspecten van wetenschapsbeoefening. Deze thema's worden steeds behandeld
100
Aardwetenschappen en geoarcheologie
werkwijze
literatuur toetsing
opmerkingen
naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
aan de hand van concrete voorbeelden uit de aardwetenschappen en andere natuurwetenschappen. Hoor- en werkcollege. Tijdens het werkcollege-deel wordt een interview voorbereid en gehouden, een presentatie gegeven, en een Blackboardopdracht uitgevoerd. Op de eerste college-bijeenkomst zullen de werkvormen nader toegelicht worden. L. Horsten, I. Douven en E. Weber, Wetenschapsfilosofie (Assen: Van Gorcum, 2007). Deelname aan de werkcollege-activiteiten (interview, presentatie en Blackboard-opdracht) is verplicht, en de resultaten worden beoordeeld. Daarnaast moet iedere student individueel een essay schrijven. Nadere mededelingen volgen op het eerste college. Inlichtingen bij de docent: drs. G.C. Eigner, Faculteit der Wijsbegeerte, De Boelelaan 1105, kamer 13A-30, tel. 020-5986690, email:
[email protected]. Wis- en natuurkunde 450073 dr. B.P. Zoetemeijer; dr. H. Kooi 6 2 Doel van de cursus is dat de student na afloop van de cursus een aantal fundamentele begrippen/operaties kent van enkele deelgebieden van de continuümfysica en deze kan toepassen op eenvoudige aardwetenschappelijke problemen. De cursus richt zich op de volgende deelgebieden van de wis- en natuurkunde die veel in de aardwetenschappen toegepast worden: 1) integreren, 2) vectorrekening, partiële differentiaalvergelijkingen, 3) continuüm mechanica, 4) transport van materie en warmte en 5) lineaire systeemanalyse. De hoorcolleges zijn vooral gericht zijn op het aspect van 'kennen' uit het cursusdoel, het practicum is gericht op het aspect van 'toepassen'. In de colleges wordt de stof uit de syllabus toegelicht middels concrete voorbeelden en wordt ingegaan op de knelpunten. In het practicum wordt onder begeleiding geoefend in het maken van opgaven waardoor de vaardigheid in het toepassen wordt opgedaan. Dit studieonderdeel bestaat uit 16 x 4 contacturen: 16 uur hoorcollege en 16 x 3 uur practicum. Deze cursus vereist veel voorbereiding en zelfwerkzaamheid (ongeveer 4 uur per contactdag). Het cursusmateriaal bestaat uit een handleiding, een syllabus en bijbehorende practicumopgaven. Dit materiaal wordt door de docenten enkele weken voor de aanvang van de cursus in hardcopy aangeboden. Bovendien is het dan ook in digitale vorm beschikbaar via BlackBoard. De volgende literatuur kan als hulp dienen bij de diverse onderwerpen van het college en is niet verplicht: D.L. Turcotte en G. Schubert (1982) Geodynamics; applications of continuum physics to geological problems, John Wiley & Sons, New York. G.V. Middleton en P.R. Wilcock (1994) Mechanics in the Earth and Environmental Sciences, Cambridge Univ. Press. Zelftoetsing is mogelijk op basis van uitgewerkte practicumopgaven. De eindtoets bevat altijd zowel kennisvragen als toepassingsvragen. De eindtoets
Examenonderdelen
101
kan in twee delen voldaan worden. Deel 1, de leerstof van de bovengenoemde onderwerpen 1 en 2, bepaalt 65% van het eindcijfer. Deel 2, de verdere stof (onderwerpen 3 t/m 5), bepaalt 35% van het eindcijfer. opmerkingen voorkennisadvies: Wiskunde en computergebruik (450063), Fysica voor Aardwetenschappers (450064). naam code docenten studiepunten periode doel
werkwijze literatuur toetsing
Wiskunde en computergebruik 450063 dr. M. ter Voorde; dr. W.W.W. Beekman 6 1 en 2 Na de cursus kan de student de wiskunde toepassen ten bate van het oplossen van eenvoudige aardwetenschappelijke problemen. Met deze cursus heeft de student zich een goede basis verworven om het tweedejaarsvak 'Wis- en Natuurkunde' te kunnen volgen. Kort opfrisoverzicht van de vwo-wiskunde (exponentiële, logaritmische en goniometrische functies, differentiëren, integreren), differentiaalvergelijkingen, lineaire algebra, matrices en vectoren, inleiding functies met meer variabelen. Tijdens de cursus zal de computer worden gebruikt om het begrip van de wiskunde te verdiepen. College en (computer)practicum. Grasman, J. Wiskundige methoden toegepast (nieuwe druk!). Syllabus Schriftelijk tentamen, computeropgaven.
102
Aardwetenschappen en geoarcheologie
inhoud
Examenonderdelen
103
4
4.1
Bijlagen
Contactgegevens docenten
tel.*
naam/name
82855 87211 89528 87340
[email protected] drs. J.G. Aarts
[email protected] prof.dr. M.A.P.A. Aerts
[email protected] dr. J.C.J.H. Aerts
[email protected] prof.dr. P.A.M. Andriessen
[email protected] dr. R.T. van Balen
[email protected] dr. W.W.W. Beekman
[email protected] dr. C.J. Beets
[email protected] prof.dr. J. van den Bergh
[email protected] prof.dr. F.G.H. Berkhout
[email protected] dr. G. Bertotti
[email protected] dr. P.J.H. van Beukering
[email protected] drs. F.F. Beunk
[email protected] dr. C. Biermann prof.dr. F.H.B. Biermann
[email protected] prof. dr. G.J. Boekschoten
[email protected] [email protected] dr. J. de Boer
[email protected] prof.dr. J.J. Boersema
[email protected] dr. S.J.P. Bohncke
[email protected] drs. M.P. Bokhorst
[email protected] prof.dr. G.J. Borger
[email protected] drs. H. Boswijk
[email protected] drs. W.J.W. Botzen
[email protected] drs. L.M. Bouwer
[email protected] dr. B.M. van Breukelen
[email protected] dr. J.E.W. Broerse dr. F.M. Brouwer
[email protected] [email protected] prof.dr. J. Bruggink
[email protected] dr. F.R. Bruinsma
[email protected] dr. L.A. Bruijnzeel
[email protected] dr. H.S.J. Cesar
[email protected] dr. J.P. Chadwick
[email protected] prof.dr. S.A.P.L. Cloetingh
[email protected] prof.dr. M.J. Collins
[email protected] dr. W.R.S. Critchley
[email protected] prof.dr. G.R. Davies
[email protected] dr. R.B. Dellink
[email protected] dr. A.M.J. Derks
87324 89801 87357 89545 89525 87288 89524 87371 87260 89959 87322 89514 85675 87348 87153 86328 85020 86517 89536 87393 87028 87335 86096 87294 89577 87345 87341 87291 89072 87329 89519 86438
104
e-mail
Aardwetenschappen en geoarcheologie
kamer/ room 09A-39 A-154 A-544 H-325 F-430 C-220 F-438 C-523 C-554 E-144 A-645 F-062 E-152 C-522 E-337 A-662 C-523 M-428 C-046 M-120 OA-35 A-637 B-628 O-449 S-560 F-038 4A-31 M-446 A-670 E-219 E-160 O-431 N-431 F-032 A-528 9A-37
87358 89532 89806 89534 86690 89591 87369 89521 87276 87330 87266 86168 89548 89228 86212 89523 87354 87295 89512 87287 87364 87381 89531 87355 87283 86095 83661 86328 86161 87264 89506 86090 86029 86088 87979 89803 83992 87321 89508 86093 87403 89572 89542 82999 87419 89556
prof.dr. A.J. Dolman dr. A.M. van Dommelen prof.dr. H. Doust dr. M.A. van Drunen drs. G.C. Eigner dr. M.A. Eleveld dr. G.M. Ganssen drs. A.J. Gilbert drs. J.P. Grant dr. J. Groen drs. M.M.A. Groen dr. H.L.F. de Groot prof. dr. J. Gupta drs. J.J.F. Heins dr. I.R. Hellsten dr. M. Hisschemoller dr. J. van Huissteden dr. M.M.E. Jans dr. R. Janssen dr. R.A.M de Jeu prof.dr. H. Kars dr. C. Kasse dr. M.F. van de Kerkhof dr. S.J. Kluiving dr. H. Kooi drs. E. Koomen R.C. van Kooten, MSc. dr. A.M.J. de Kraker dr. H.M.G. Kruse drs. J.F.H. Kupper dr. A.C. Lankreijer drs. R. Lasage drs. M.R. Lassche ir. E.S. van Leeuwen dr. G.J.M. Linders prof.dr. F. van Lunteren dr. L.C. Matenco H. de Moel, MSc. dr.ir. M.K. van der Molen drs. M.A. Molendijk dr. P. Mulder dr. I. Nikogosian ir. A.Q.A. Omtzigt prof.dr. C. Passchier dr. P.H. Pattberg drs. I. Pauw dr. F.J.C. Peeters dr.ir. U. Pesch
Bijlagen
[email protected] ad.van.dommelen @ivm.falw.vu.nl
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] richard.de.jeu @falw.vu.nl
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
M-438 A-553 E-154 A-645 13A-30 A-535 E-327 A-554 F-424 F-554 D-004 4A-30 A-538 0G-24 S-543 A-652 F-456 O-425 A-570 F-464 O-450 F-432 A-629 O-439 C-454 3A-36 S-554 M-120 U-543 E-320 B-628 4A-33 4A-27 4A-34 T-036b C-214 A-630 H-320 A-621 4A-29 F-022 A-613 A-661 0G-29 E-336 A-561
105
86092 dr. A.J.H. Pels 89547 dr. S.W.M. Peters 87380 dr. O. van de Plassche dr.ir. J. van der Plicht 87402 dr. V.E.A. Post 83635 dr. M.A. Prins 89443 drs. B.J. Regeer 86681 dr. H.W. de Regt 87360 prof.dr. J.J.G. Reijmer 87376 dr. H. Renssen 86097 prof.dr. P. Rietveld 87192 dr. W.F.M. Roling 86093 dr. J. Rouwendal 86369 prof.dr. N. Roymans 87420 dr. E. Samankassou 89213 prof. dr. J.A. van der Schee 86099 prof.dr. H.J. Scholten 87384 prof.dr. J. Smit 87271 drs. P.M.H. Smit 87355 dr. S.K.A. Soetens 86583 dr. D. Sokoutis 87262 dr. H. Stel 87347 dr. R.A. Stephenson 87070 prof.dr. N.M. v. Straalen 87968 prof.dr. P.J. Stuyfzand 87292 dr. S.R. Troelstra 89567 dr. M. Tromp-Meesters 89953 drs. E. Ufkes 87368 prof.dr. J.F. Vandenberghe 86094 prof.dr. E.T. Verhoef 89596 dr.ir. J.E. Vermaat 87366 dr. H.B. Vonhof 87343 dr. M. ter Voorde 89239 R.B. van der Vos 89202 drs. M.N.S. Vossen 86088 drs. R. Vreeker 87404 dr. P.Z. Vroon 89558 drs. A.J. Wagtendonk 87319 dr. M.J. Waterloo 87261 prof.dr. T.C.E. van Weering 85687 drs. G.R. van der Werf 87279 dr. W. van Westrenen 87296 dr. J.R. Wijbrans 87353 dr. E. Willingshofer
106
[email protected] [email protected] [email protected] 050-3634760
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Aardwetenschappen en geoarcheologie
4A-32 A-546 E-351 O-449 E-330 U-536 13A-35 E-259 E-353 4A-35 M-220 4A-29 09A-39 E-254 1G-26 4A-32 E-238 M-454 O-439 C-210 E-127 E-137 H-141 C-424 E-319 A-529 E-329 F-414 4A-37 A-543 E-237 H-352 1G-11 0G-28 4A-34 M-452 A-613 O-420 E-359 H-328 F-040 F-348 E-129
86164 prof.dr. C.A.A.M. Withagen 82695 M. Wolters 86375 prof.dr. D.G. Yntema 89215 D.T.A. Wols 87327 dr. J. Zinke 87382 dr. B.P. Zoetemeijer 87033 dr. M.B.M. Zweekhorst
[email protected]
4A-39
[email protected]
C-148 10A-28 0G-29 E-322 E-154 U-546
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
(*) = telefoonnummers binnen de Vrije Universiteit. Nummers die met een 8 beginnen zijn ook van buiten de Vrije Universiteit te bereiken door voor het nummer 020-59xxxxx te kiezen. Zo wordt het nummer 87411 buiten de Vrije Universiteit 0205987411.
4.2 4.2.1
Literatuur Basisopleiding Aardwetenschappen Basisopleiding, eerste jaar • Giancoli, D.C. (2004), Physics Principles with Applications, Volume 1; • Grasman, J. (nieuwe druk!), Wiskundige methoden toegepast; • Houghton, J. (3rd edition, 2004), Global Warming, The Complete Briefing; • Nichols, G. (1998), Sedimentology and Stratigraphy; • Pluijm, B.A. van der & Marshak, S. (1997, 2nd edition), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics; • Skinner, B.J., S.C. Porter & J. Park (2004, 5th edition), The Dynamic Earth: An Introduction to Physical Geology; • Wenk, H-R & Bulakh H (2004), Minerals - Their constitution and origin. Basisopleiding, tweede jaar • Lillesand, T.M. and Kiefer, R.W. (meest recente uitgave), Remote Sensing and Image Interpretation; • Nichols, G. (1998), Sedimentology and Stratigraphy.
4.2.2
Aardwetenschappen, richting I, geologie en hydro(geo)logie Richting I, tweede jaar (verplichte vakken) • Pluijm, B.A. van der & Marshak, S. (1997, 2nd edition), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics; • Wenk, H-R & Bulakh H (2004), Minerals - Their constitution and origin; • Winter, J.D. (2001): An Introduction to Igneous and Metamorphic Petrology. Richting I, derde jaar (verplichte vakken) • Horsten, L., Douven, I. en Weber, E. (2007), Wetenschapsfilosofie; • Pluijm, B.A. van der & Marshak, S. (1997, 2nd edition), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics; • Reynolds, John M. (1997), An Introduction to Applied and Environmental Geophysics.
4.2.3
Aardwetenschappen, richting II, fysische geografie, kwartairgeologie en hydro(geo)logie Richting II, tweede jaar (verplichte vakken) Bijlagen
107
• • • • • •
Berendsen, H.J.A. (2004, 4e druk), De vorming van het land - Inleiding in de geologie en geomorfologie; Berendsen, H.J.A. (2004), Landschappelijk Nederland; Huggett, R.J. (2007, 2nd ed.), Fundamentals of Geomorphology; Lillesand, T.M. and Kiefer, R.W. (meest recente uitgave), Remote Sensing and Image Interpretation; Locher, W.P. & de Bakker, H. (1990), Bodemkunde van Nederland. Deel 1 en 2; Meijden, R. van der (22e druk, 1996, of eerste bijdruk), Heukels' Flora van Nederland.
Richting II, derde jaar (verplichte vakken) • Horsten, L., Douven, I. en Weber, E. (2007), Wetenschapsfilosofie; • Reynolds, John M. (1997), An Introduction to Applied and Environmental Geophysics. 4.2.4
Aardwetenschappen, richting III, milieuwetenschappen Richting III, derde jaar (verplichte vakken) • Horsten, L., Douven, I. en Weber, E. (2007), Wetenschapsfilosofie; • Reynolds, John M. (1997), An Introduction to Applied and Environmental Geophysics.
4.2.5
Geoarcheologie Geoarcheologie, tweede jaar • Berendsen, H.J.A. (2004, 4e druk), De vorming van het land - Inleiding in de geologie en geomorfologie; • Berendsen, H.J.A. (2004), Landschappelijk Nederland; • Huggett, R.J. (2007, 2nd ed.), Fundamentals of Geomorphology; • Lillesand, T.M. and Kiefer, R.W. (meest recente uitgave), Remote Sensing and Image Interpretation; • Locher, W.P. & de Bakker, H. (1990), Bodemkunde van Nederland. Deel 1 en 2. Geoarcheologie, derde jaar (verplichte vakken) • Horsten, L., Douven, I. en Weber, E. (2007),Wetenschapsfilosofie; • Roymans, N., Derks, T., Heeren, S. (2007), Een Bataafse gemeenschap in de wereld van het Romeinse rijk. Opgravingen te Tiel-Passewaaij; • Winter, J.D.(2001), An Introduction to Igneous and Metamorphic Petrology; • Wenk, H-R & Bulakh H (2004), Minerals - Their constitution and origin.
4.2.6
Keuzevakken derde jaar (keuzevakken) (alle richtingen) 450098: Bodem en milieu • Locher, W.P. & de Bakker, H. (1990) Bodemkunde van Nederland. Deel 1 en 2; • Morgan, R.P.C. (2005). Soil Erosion and Conservation. 470055: Evolutie van de mens • Lewin, R. &. Foley, R.A., (2nd edition) Principles of Human Evolution. 450094: Geobotanie (plantkunde)
108
Aardwetenschappen en geoarcheologie
•
Meijden, R. van der (22e druk, 1996, of eerste bijdruk) Heukels' Flora van Nederland.
450085: Hydrologie van Nederland • Dufour, F.C., (1998), Grondwater in Nederland; • Water in the Netherlands (NHV-special, edition 2004/5). 470143: Levensgemeenschapsbiologie • Morin, P.J., (1999), Community Ecology. 450083: Petrologie van het systeem Aarde • Winter, J.D., (2001), An Introduction to Igneous and Metamorphic Petrology. 504138: Prehistorie van Nederland, 3 • Louwe Kooijmans, L.P., e.a., De prehistorie van Nederland. 450099: Sociale geografie I • Cloke, P. et al. (1999), Introducing Human Geographies. Hieruit: The City en The Country; • Knox, P. & Marston, S.A. (2007), Places and regions in global context. Human Geography. 450081: Structurele geologie II • Pluijm, B.A. van der & Marshak, S. (1997, 2nd edition), Earth structure: An introduction to structural geology and tectonics; • Twiss & Moores. Structural Geology.
Bijlagen
109
5
Vakkentabel gesorteerd op vakcode Vakcode 450006 450010 450022 450023 450024 450026 450033 450034 450035 450036 450062 450063 450064 450065 450066 450067 450068 450069 450070 450071 450072 450073 450074 450076 450077 450078 450079 450081 450083 450085 450090 450091 450092 450093 450095 450096 450097 450098 450099 450100 450101 450104 450105 450136 450141 450142 450157 450234
110
Vaknaam Wijsgerige vorming: aardwetenschappen, filosofie en ethiek Eigenschappen van gesteenten I Inleiding in de anorganische geochemie Digitale ruimtelijke data Inleiding hydrologie Studie en loopbaan Uitwerking geoarcheologisch veldwerk Dateringsmethoden Geoarcheologisch veldwerk Archeometrie en materiaalpracticum II Veldpracticum Brabant Wiskunde en computergebruik Fysica voor aardwetenschappers Ruimtelijke beeldvorming Tektoniek Systeem Aarde Geochemie voor aardwetenschappers Sedimentologie en stratigrafie Paleontologie Statistiek en data-analyse Sedimentaire systemen in ruimte en tijd Wis- en natuurkunde Uitwerking veldwerk geologie Petrologie, incl. veldpracticum Structurele geologie I, inclusief veldpracticum Mineralogie Veldwerk geologie Structurele geologie II Petrologie van het systeem Aarde Hydrologie van Nederland Wetenschapsgeschiedenis voor Aard-, levens- en milieuwetenschappers Bodemkunde Veldwerk geomorfologie Kwartairgeologie/Kwartairgeologische landschappen van Nederland + veldpract. Geomorfologie, inclusief veldpracticum Uitwerking veldwerk geomorfologie Terrestrische milieus Bodem en milieu Sociale geografie I Bachelorthesis aardwetenschappen Computermodelleren Geoarcheologische prospectietechnieken Basiscursus milieukunde I Scriptie milieubeleid Isotopengeochemie Toegepaste geofysica Inleiding mineralogie Global change
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Stp. 3
Periode 1
6 5 5 5 2 4 3 6 6 3 6 3 6 3 6 3 6 3 6 3 6 4 6 6
1 3 4 4 1 en 2 1 2 5 en 6 2 5 1 en 2 3 2 5 1 4 4 2 1 2 2 1 en 2 5 1
3 6 6 6 6 3
4 6 2 4 2 2 en 3
3 6 6
4 5 en 6 5
6 4 6 6 6 18 6 4 6 4 6 6 3 4
1 1 en 2 2 2 2 5 en 6 4 3 5 1 en 2 3 1 5 3
450238 450239 450240 450250 450251 450252 450282 450286 450308 470055 470185 502024 504014 504138 991010
Algemene vaardigheden Veldwerk 1e jaar Paleo-oceanografie, paleoklimatologie en meteorologie Veldwerkverslag 1e jaar Historische geologie incl. veldpracticum Geobotanie (plantkunde) Bachelorthesis geoarcheologie Veldexcursie ecosystemen Ardennen Inleiding in de biogeologie Evolutie van de mens Wetenschapscommunicatie voor Bètaonderzoekers Romeinse archeologie, 1 Het verhaal van een opgraving, 1 Prehistorie van Nederland, 3 Science educatie en oriëntatie op het beroep van leraar
Vakkentabel gesorteerd op vakcode
3 5 6
1, 2 en 4 5 en 6 4
4 5 5 16 2 6 6 6
1 en 2 5 5 4, 5 en 6 5 4 30.03.2009-27.04.2009 02.03.2009-27.03.2009
5 5 5 6
5 1 1 maart 2009
111
Index Aanmelding, 30 Afstuderen, 38 Arbeidsmarkt, 41 Bachelorexamen, 38 Bibliotheek, 22 Blackboard, 21 Bul, 40 Cijfers, 33 College van beroep, 40 Colloquium doctum, 17 Computerfaciliteiten, 23 Deeltentamens, 32 Doorstroom naar een masteropleiding, 42 Earth Sciences, 12 Eindtermen bacheloropleiding, 17 Examen, 39 Examencommissie, 29 fSr, 25 Geosciences of Basins and lithosphere, 13 GeoVUsie, 24 Getuigschrift, 39 Goedkeuring vakkenpakket, 39 Gyrinus natans, 25 Hertentamens, 33 Hydrology, 14 Jaarindeling, 20 Judicium, 40 Loopbaanoriëntatie, 41 Medezeggenschap, 24 OER, 30 Onderwijscoördinatie, 21 Opleidingscommissie, 29 Palaeoclimatology and Geo-ecosystems, 14 Regels en richtlijnen voor de examens, 40 Reisverzekering, 37 Roosters, 20 Scriptie, 38 SOAL, 25 Stage- en scriptieregeling, 37 Studie en loopbaan, 41 Studieachterstand, 28 Studieadvies, 28 Studiebegeleiding, 27 Studieinformatie en -communicatie, 21 Studielast, 20 Studiesecretariaat, 21
112
Aardwetenschappen en geoarcheologie
Tentamens, 33 Tentamenuitslagen, 33 Toelating tot de masteropleidingen, 43 Uitwisseling en internationalisering, 26 Underground, 25 Vakkenpakket, 39 Veiligheid, 35 Veldwerken en excursies, 35 Vooropleidingseisen, 16 Vrijstellingen, 34
Index
113