51°55’7.83”N - 4°29’19.24”E
2007/2008 Nr. 03
ACCABONAC
ACCABONAC
ACCABONAC
4
5
Zand in Spanje: Ingezonden brief (per email): Anoniempje
5
7
Rotterdam Gedicht: Laura Looyen
5
6
8
Selwyn Senatori Interview: Quin de Vreede
11
Harold Linker
14
Mederwerkers Choice Jero van Nieuwkoop
13
15
Suus Allewelt
Film review Mr. Vie’otterdam
Centrale Academie Recentie: Koen Taselaar
14
EEN VOORWOORD:
Koen Taselaar & Marijke Appelman
16
15
Untitled
Rikk
Deze Accabonac moest eigenlijk over dislectie, maar dat hebben jullie al. Vandaar dit onderwerp waar iedereen zich in kan vinden (behalve Harold Linker). En dat hebben we geweten, de beste Accabonac ooit! Nu is die jullie money zeker waard. We zoeken nieuwe redactieleden en hebben jullie content voor de volgende Accabonac (wat dan ook) stuur het op naar:
[email protected] Alles is welkom! ALLES IS WELKOM! Alles is welkom! (KEEP THE ACCABONAC ALIVE, PEACE OUT!)
Max Maas
Interview: Quin de Vreede
De bedanktlijst
11
Horse Gogo Girl
De bezeten stoel
Venour
16
Colomn: Ava Mees List
Kim Hospers
Jan legt het nog een keer uit.
Dyslexie
Groen en Roze
Albumrecenties
Colomn: Jan van Heemst
8
12
Hidde van Schie
Contactadvertenties
Aanvraagformulier basissubsidie pagina 5
7
Pataphor
Etienne Hesen
Colofon
Martijn Konings | Accabonac #3, 2008
2
3
ACCABONAC
ACCABONAC
INGEZONDEN BRIEF (PER EMAIL): ZAND IN SPANJE.
Advertenties
door een Anoniempje
Goh leuk, een schoolkrant. Dat dacht ik: Goh hee, wat leuk, een schoolkrant. Dat leverde in een grijs middelbare school-verleden altijd wat plezierige, hilarische uurtjes op, dus ik kocht ‘m. Mijn eerste Acabonac. Lekker ff lezen. Nou niet dus. Beetje leeg nog he, dat ding. Nou, dacht ik, die Acabonac moet gevuld, en dat wastie niet. Helaarsch. Dus zal ik het zelf moeten doen he, stelletje luie filantropen? Beetje op je stufi teren, beetje van de academie-faciliteiten gebruik maken en nog te beroerd om even de schoolkrant vol te plempen. Dus ik had het over lekker lezen. De helft van mijn hele bestaan bracht ik lezend door. Voor het opstaan, tijdens het eten, onder de les, lopend naar school. Toen we op vakantie naar Spanje gingen heb ik 2 weken lang alleen maar liggen lezen op het strand. Het had voor mij net zo lief de hotelkamer kunnen wezen. Ik smeerde me laveloos aan zonnebrandcreme en las me laveloos aan boeken en kwam net zo wit terug in Nederland als ik gegaan was. Dat ontstelde mijn vader zeer, die vond dat het niet gezond was als ik me niet zoals ieder ander meisje intresseerde voor ‘bruin worden’. Bruin, rood of wit, dat kon me gestolen worden. En zwemmen deed ik ookal niet, wat ook zeer schokkend en teleurstellend scheen te zijn. Waarom begreep ik niet, maar mijn gedrag scheen mensen altijd erg ongerust te maken. Of ik dan soms moest gaan voetballen? Als ik moest gaan voetballen werd dat immer een hele show, waarbij ik vruchteloos achter de bal aan hobbelde volgens exact dezelfde route die de bal maakte, zonder ‘m één keer te raken. Als de bal een plotse scherpe bocht maakte maakte ik ook een plotse scherpe bocht. Van voetballen begrijp ik niets. Als ik doodmoe halverwege besloot dat ze best verder konden spelen zonder mij, en van het veld stapte, besloot verder ook iedereen dat ze best verder konden spelen zonder mij, zonder daar veel woorden aan vuil te maken. Ik had best willen zwemmen overigens, maar bij de eerste poging had ik ontdekt dat er gebruikt wc-papier en maandverband in de Spaanse zee dreef. . Het voornaamste wat ik me van Spanje herinner zijn zout water en heel veel stof. En zand in de soep en vieze oude mannetjes op bankjes. Die lispelden iets geils in het Spaans, als ik voorbij liep. Ik kon het niet verstaan, want het was Spaans, en toch al gelispeld, maar dat het iets geils was wist ik zeker. Ik hoef nooit meer naar Spanje. Mijn broertje en ik verdachten de obers 4
van het Spaanse hotel ervan ’s avonds al het eten wat niet op gegeten was te verzamelen, bij elkaar te gooien en daar de soep voor de volgende dag van te maken. Er was altijd één soep van de dag, iedere dag een andere, en iedere dag dreven er andere rare niet nader te identificeren dingetjes in die waarschijnlijk voor groenten door gingen. En overal zat zand in. We volgenden op een dag de obers door de eetzaal tot aan de keuken en bleven op een afstandje staan wachten tot de dubbele deuren weer open gingen, zodat we naar binnen konden kijken. Er stond een hele grote zwarte bak in het midden van de keuken. Toen waren we helemaal overtuigd van ons gelijk. Daar ging het overgebleven eten van iedereen in. Waarschijnlijk was het gewoon de vuilcontainer, maar wij wouden geen soep meer. Als ik aan Spanje denk, denk ik aan vieze oude mannetjes en soep met zand. Mijn broertje kreeg een plastic opblaaskrokodil, waarmee hij iedere dag tussen het maandverband en wcpapier door dreef. Ik kreeg een plastic rozekransje dat ik jaren om mijn nek gedragen heb. Mijn moeder kreeg een knalroodverbrande huid, en toen besloot ze dat we nooit meer op een strandvakantie gingen. En zeker niet in Spanje. Dus ging ik het jaar erop met een vriendje naar Portugal, waar we in het goedkoopste hotel door het bed heen zakten. Maar dat is weer een geheel ander verhaal. Ouders zijn toch al wonderlijke wezens. Mijn ouders kregen een rolling als ze zagen dat ik met kaarsen speelde, bijvoorbeeld, maar dat ik mijn poppen van hun ledematen ontdeed intresseerde ze niets, hoewel mij dat een veel serieuzer probleem leek. Zouden ze het ook niet erg vinden als ik mijn kinderen later een arm uittrok? Ik vond met kaarsen spelen gewoon een gezonde interesse voor licht, totdat ik op een dag per ongeluk mijn wiskundeboeken in de fik stak. Ik had geprobeerd daarmee een kaars uit te slaan die een beetje van z’n padje af ging. Misschien dat ik daarom maar een opleiding uitkoos waar je niet veel boeken meer nodig hebt. Kunnen ze ook niet per ongeluk opfikken, dat geeft zo’n onrust.
Zo, en nou inpakken die Accabonac, frot ‘m in je tas, kun je lekker lezen in de trein/metro/tram/ je vliegdekschip/ufo. En gooi voortaan je troep ‘s in de prullenbak als je in de kantine hebt zitten kanen, stelletje viespeuken. W.
CONTACT Redactie Lid Hou jij van netwerken? Hou jij van Inside Jokes? Maak jij graag een schoolkrant die niemand leest? Meld je nu aan als nieuw redactie lid van de accabonac! Je krijgt er geen studiepunten voor! Maar wel bier en respect! Reactie onder advertentie nummer 00003 op
[email protected]
CONTACT Joep Jacobs zoekt Suikeroom Heeft u geld te veel. Wilde u altijd al investeren in een jonge enthousiaste onderneming. Dan bent u de suikeroom die wij zoeken. Reactie onder advertentie nummer 00004 op
[email protected]
TE HUUR Atelier Eur 100,- per maand. +/- 150 m2 Inpiratievolle schilderruimte. Reactie onder advertentie nummer 00005 op
[email protected]
TE HUUR Sunshine op de werkvloer Zijn uw collega’s ook altijd zo ongemotiveerd en sacherijnig? Daar kunt u nu verandering in brengen! De firma JJ verhuurt (per dagdeel) entertainment van de bovenste plank! Sunshine (akka Homey Universalis) komt en brengt u werkvloer gegarandeerd in hogere sferen. Succes verzekerd! Reactie onder advertentie nummer 00006 op
[email protected]
POST Wil je post ontvangen? Wil je post ontvangen? Email je postadres en ontvang een postkaart van Marijke Appelman. Reactie onder advertentie nummer 00007 op
[email protected]
ROTTERDAM door Laura Looyen
Bloed zweet en tranen zijn nu wel voorbij zweet bier en tieten
PATAPHOR Hidde van Schie
“Pataphor is de eerste kunstenaarspublicatie van Hidde van Schie, een verzamelwerk met tekeningen, collages en schilderijen. Het begrip ‘pataphor’ uit de titel is een metafoor die tot in een onlogische extremiteit is doorgevoerd. Het boek geeft een beeld van Van Schie’s artistieke mentaliteit. Psychologische en mythologische thema’s lopen in zijn werk door elkaar heen en vormen een verwarrende visuele wereld waarin de onderliggende drijfveren van de menselijke natuur centraal staan. De stripverhalen voor volwassenen, bezeten van macabere en erotische taferelen, waar het formaat van het boek aan ontleend is, vinden een weerklank in zijn artistieke praktijk. De donkere kant van de menselijke psyche worden naar de oppervlakte getrokken; het obscure wordt uitvergroot en zichtbaar gemaakt” Titel: ‘Pataphor’ / Kunstenaar: Hidde van Schie / Auteurs: Jan van Heemst, Esma Moukhtar, Nathalie Hartjes & Jeroen S. Rozendaal / Grafisch Ontwerp: Studio Beige / Formaat: 17 x 11 cm, 160 pag. / Oplage: 1000 stuks / Prijs: €15,- / Uitgever: Veenman Publishers Rotterdam / ISBN: 978 90 8690 165 4
5
ACCABONAC
ACCABONAC
Advertentie
GROEN EN ROZE door Ava Mees List
Accabonac Van onze eerdere Accabonacs zijn nog enkele exemplaren verkrijgbaar. Koop hem bij Joep Jacobs op de van Speykstraat 147a, of bij de betere boekenhandel natuurlijk. Op vertoon van deze edities krijg je een oude voor niks.
“In New York zijn er maar twee kleuren: Roze en Groen. Seks en geld dus.” Nietsvermoedend staat een vriendin in de metro aldaar tot een één of andere aap besluit om haar eens goed te vertellen hoe het zit. Ik weet niet hoe de kerel in kwestie er uit zag maar ik kan het me een beetje voor de geest halen. Wie kent het type niet. De man (want het zijn alleen mannen die dit soort uitspraken doen) die om niets geeft dan een Mercedes en een blond snolletje in de passagiersstoel. Licht uitgedund haar of juist een overvolle bos waar vooral een hele ochtend aan gewerkt moet voordat de voordeur achter zich dicht klapt. De arme vent zal zijn hele leven niets anders doen dan het onvermijdelijke proberen te ontwijken. Want, zoals het Amerikaanse gezegde al gaat: Nothing is certain but death and taxes. Met andere woorden: je geld sta je af en dood ga je toch.
Vechten tegen de bierkaai, zeg ik dan. Om er nog maar een gezegde tegenaan te knallen. Dat geld en seks onderdelen van het leven zijn, maakt ze nog niet belangrijk. Als je echt slim bent (of gewoon calvinistisch) hou je simpelweg je bek hierover en ga je je bezighouden met dingen die er toe doen. Je weet wel, de liefde. Of een goed boek. Of een fietstocht op een zonnige lentedag. Ondanks dit moet worden gezegd, dat we allemaal wel eens worden verleid door dit schunnige kleurenpalet. Wie houdt er niet stiekem van arrenbie clips waar tieten en dollarbiljetten je om de oren vliegen, wie droomt er niet soms van een prachtig rijvoertuig, wie staat er nooit dronken tegen een slettebak aan te schuren? Wie baalt er niet van het vooruitzicht van drie weken min duizend tot de volgende loonstorting? Ik wel in ieder geval. Blijkbaar kunnen we toch niet om ze heen, die roze en groen. Balen. Ik ga binnenkort maar eens naar New York. You know, see if I can paint the town red.
ALBUM RECENTIES door Kim Hospers
Ekman
The good ol’ boys Schmuck
Boem Tik Boem Tik Boem Boem Tik Boem Tik Tik. Voetjes van de vloer met Ekman. Toen ik de cd in handen kreeg wist ik niet zeker wat voor muziek ik moest verwachten, maar de fraai vormgegeven hoes verried (bleek achteraf) de inhoud. The Chloroform Series 2 is een sobere cd. Lege ritmes, weinig bombarie. Subtiele elektronische muziek. Het ideale geluid om, met een kan koffie vergezeld, de hele nacht aan een morgen af te krijgen academie-opdracht te werken. Nummer 1 gaat naadloos over in 2, 2 in 3, 3 in 4 en 4 weer in 1. Dus op repeat en werken maar. Op de website van Ekman was ook deel 1 van de Chloroform Series te beluisteren. Een stukje heftiger en iets meer in mijn straatje wat dat betreft. Maar desalniettemin is The Chloroform Series 2 een cd die je gewoon in je kast moet hebben.
Op de valreep werd ik door de Accabonacredactie nog gevraagd een betoogje te schrijven over de band “The good ol’ boys” (a.k.a. Jukebox Dynamite). “The good ol’ boys” is een bandnaam die volledig de lading dekt, wat de muziek betreft. Na enkele seconden van het eerste nummer geluisterd te hebben, kreeg ik sterk de aandrang om een paar slangenlederen laarsen te kopen. Helaas wordt muziek als deze vaak tenonrechte geassocieerd met linedancende 50-plussers die in overvolle campingkantines onhandig tegenelkaar opbotsen. Maar laten we wel wezen: Een echte man is een cowboyman! En dus is echte muziek vermoedelijk ook cowboy muziek. Dit is in iedergeval hele leuke muziek. Goed voor rond het kampvuur, maar ook prettig om te horen wanneer je na een lange dag op de prairie een pilsje gaat drinken in je stam-saloon. Al met al, mocht er een cd uitkomen van de Good ol’ boys (en daar zie ik reikhalzend naar uit), is het er vast een die je zeker in je kast moet hebben.
The Chloroform Series 2
Luister op roeldijcks.nl
6
Schmuck Schmuck Schmuck Alle kettingrokende nonconformisten! Toupeer je haar! Werk je eyeliner bij! HIER IS SCHMUCK! Een nieuwe internationale band met als thuisbasis het altijd idyllische Lichtenstein... Schmuck is duister als de Duitse wouden, diep als de Zwitserse meren en extreeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeem jaren ’80. Ik ben zelf heel erg benieuwd naar de volgende uitgave van Schmuck. Nu is het eerst wachten op de eerste aanklachten van ouders wiens depri kroost zich hebben verhangen op de donkere klanken van Schmuck Schmuck Schmuck. Kortom: ook weer een cd die je gewoon in je kast moet hebben.
Harold Linker | Zonder Titel (100 x 140 cm, houtskool op papier), 2006
Aanvraagformulier Basissubsidie pagina 5
Luister op myspace.com/schmuckdieband
Toelichting op het werk Met mijn werk wil ik op ironische wijze kritiek leveren op de huidige consumptiemaatschappij. Een maatschappij die, naar mijn idee, is doordrongen van verleidingen en verlokkingen van de entertainmentindustrie welke handig gebruik weet te maken van de beeldstrategieën van de reclame. Door de herkenbare beelden naar mijn hand te zetten en samen te brengen in een ‘bevreemdend’ decor, hoop ik, door de onderlinge verhoudingen te observeren, iets meer te weten te komen over de wereld waarin ik leef.
Wil je ook graag dat je band door Kim Hospers (medewerker grafiek studio) in de Accabonac onder de loep wordt genomen? Stuur dan een e-mail naar de redactie:
[email protected]
De afgelopen jaren heb ik mij vooral bezig gehouden met werken op paier en gebruik gemaakt van verschillende materialen. Hierbij heb ik telkens de verschillende materialen met elkaar gecombineerd om de gebruikte beelden meer met elkaar te laten contrasteren of juist met elkaar te laten samenvallen. Deze manier van werken heeft geresulteerd in een reeks collage-achtige tekeningen/schilderijen. Dit collageachtige karakter sluit aan bij de thematiek van het werk en vertolkt de aanwezigheid van de verschillende beeldstrategieën die werkzaam zijn in de huidige leefwereld. 7
ACCABONAC
WIE DIS LEEXT GEK Suus Allewelt | Dyslexie
SELWYN SENATORI door Quin de Vreede
Selwyn Senatori is een succesvol kunstenaar die in Amsterdam woont en werkt. Hij hangt in galleries in binnen- en buitenland en er zijn twee boeken over zijn schilderijen uitgebracht. Accabonac had een lang en gezellig interview met hem en sprak over gezelligheid, Schilderen en Italië. Q: Is het zo dat je op de smaak van mensen afgaat? S: Ik doe in principe alleen maar wat ik zelf wil, maar ik neem wel veel dingen mee. Als iemand zegt “Ik hou van rood” ga ik wel kijken. Ik kan vanuit opdracht werken. Ik heb illustratie gedaan op de HKU en daar leer je dat. Het is gewoon goed omdat je leert handelen. Q was je op de HKU ook al bezig met geschilderd werk? S: Ik ben afgestudeerd in 1999 en toen begon ik met mijn eerste expositie in ’99, een galeriehoudster in Hoorn zei “Ga maar beginnen”. Dat was veel illustratiever werk dan ik nu maak. De laatste vier jaar heeft mijn werk langzamerhand de vorm gekregen die het nu heeft, maar het is elke dag aan het ontwikkelen. Ik ben bijvoorbeeld nu bezig met twee doeken waar ik ontzettend blij mee ben. 8
Deze zijn weer anders dan de andere doeken, ze zijn meer gelaagd. Het word dikker, de textuur verandert. Het wordt losser en met veel meer drips. Een beetje onzorgvuldig bijna maar je ziet het tempo erin. Dus het is heel snel, knallen en doorwerken . Als je wat oudere werken ziet dan is het iets netter en meer illustratief. Q: Je hebt Illustratie gestudeerd op de HKU, maar je schilderde dus ook al veel, hoe gingen docenten daar mee om? S: Ik deed wat autonoom schilderen en ik had altijd ruzie met die kale klootzak met z’n cowboylaarzen, ik weet niet meer hoe die heet. Wat een eikel was dat, die vond niks cool en niks goed; ,, en je mag niet met zwarte lijn werken”. Dat ga je dan dus juist doen. Ik dacht “flikker maar op, ik doe wat ik wil”. Bij illustratie vonden ze me te vrij. Bij mijn afstuderen moest ik me een beetje aanpassen aan hun eisen, maar dat is een compromis wat je maakt. Ik wist natuurlijk® suus allewelt niet dat mijn werk zo zou worden als ik nu schilder. Ik was gewoon heel veel aan het experimenteren, dat is wel goed. Q:Hoe lang doe je ongeveer over een schilderij? S: Da’s een vraag die ik heel vaak krijg, maar dat is zo verschillend. Over sommige kleine doekjes doe ik 15 minuten, (wijst naar
ACCABONAC
twee grotere doeken die hij voor Joop Braakhekke’s nieuwe restaurant Le Garage maakt) maar met deze twee ben ik alweer een week bezig. Omdat ik wil dat het daar heel goed komt te hangen in het restaurant. Q: laat je het werk dan ook af en toe een dag staan of werk je er elke dag aan? S: Ik laat het vaak een dag staan en dan doe ik een ander ondertussen. Ik heb heel veel doeken in bestelling staan en veel exposities lopen waardoor ik moet multitasken. Illustreren doe ik al jaren niet meer, een paar jaar geleden heb ik gewoon gezegd “IK STOP”. Schilderen vind ik het leukste om te doen, dat heeft de overhand genomen. Op een gegeven moment verkoopt dat ook goed en kun je daar van leven. Het is een beetje een luxe hoor.
salami’s, lekker eten. Dan duurt zo’n maaltijd 2 of 3 uur. Iedereen zit aan tafel gezellig te ouwehoeren, de kinderen rennen rond. Een paar mannen gaan af en toe even weg, omdat ze even iets moeten regelen. Zo gaat het gewoon daar. Q: Maak je dan schetsen tijdens het eten daar? S: Ja, maar vooral veel mental pictures, dus veel snapshots in m’n hoofd. (Selwyn bladert door een schetsboek) Als ik met mijn vriendin zit te eten in een restaurantje in Parijs maak ik even een snel compositieschetsje, dat is vooral een mental note. Ik heb ook internet, als ik een aap wil schilderen kan ik even een aap googlen. Maar eigenlijk heb je al zo veel beeldmateriaal in je hoofd dat dat niet nodig is. Je weet wel hoe een aap eruit ziet.
Q: Er zijn natuurlijk zat mensen die zeggen dat je geluk hebt gehad in “het wereldje” en dat mensen zoals Joop Braakhekke jouw schilderijen willen in hun restaurant. Maar hoe is dat dan begonnen? Ben je een iemand tegen gekomen die juist die contacten heeft gegeven? S: Het gaat allemaal van de hak op de tak en via via. Een reclameman uit Utrecht heeft bijvoorbeeld toevallig mijn tweede boek numero Due bij zich in zijn vakantiehuis in Monaco. Daar ontmoet hij op een terrasje een man die op zoek was naar een manier om zijn drankmerk Cinzano nieuw leven in te blazen. De reclameman laat mijn werk zien, ze bellen me op en nu doe ik heel veel voor dat bedrijf. Zo gaat dat. Je gaat dingen voor ze maken, ik heb bijvoorbeeld glazen voor ze ontworpen, dat wordt gepromoot in Moskou, waar ik dan ook weer mag liveschilderen. Binnenkort mag ik ook naar Argentinie, omdat ik in Praag met wat galeriehouders aan de praat was geraakt. Ik heb ook werk hangen in een galerie in Oslo, dat is een heel ander verhaal. Ik was daar met mijn vriendinnetje op vakantie en we liepen langs een heel coole galerie. Er hing heel mooi werk en ik dacht dat het mijne er ook goed tusen zou passen. Daar ben ik gewoon naar binnen gestapt: “Hello, I’m Selwyn, this is my website, I think my work will fit very well here”. Die man keek me aan zo van “Nou nou, hoog van de toren”, maar hij keek naar m’n website en was heel enthousiast. Nu gaan er dertig doeken per jaar heen en die zijn tot nu toe altijd verkocht.
Q: Zijn er verder kunstenaars die je inspireren of beinvloeden, afgezien van of je het terug ziet in je werk? S: Jeff Koons vind ik echt te gek. Hij knalde, net als Warhol in zijn tijd, zijn ideeen eruit en heeft mensen voor zich aan het werk. Dat vind ik toch wel iets hebben, hij is gewoon een stijlicoon. Het is meer zijn werk dat me inspireert dan zijn visie hoor, vooral de schoonheid van zijn werk. Als ik bijvoorbeeld kijk naar David van Michelangelo dan denk ik ook mooi gemaakt, ziet er goed uit. Weet ik veel wat hij er mee bedoeld heeft toen in die tijd. Dat vind ik er gewoon prachtig uitzien. Maar ik was van de week bij W139 in Amsterdam en dan staat er weer een of andere spreuk of een lijnenspel en dan wordt ik ook wel weer getriggerd om daar over na te denken, dan ben ik daar ook wel weer mee bezig. Het hoeft dus niet alleen maar vorm te zijn. Ik vind het ook leuk om ergens te gaan staan en na te denken. Maar ik ben vooral heel erg met de beelden bezig, met de plaatjes.
Q: dat is denk ik ook de kracht van je werk, het heeft niet een bepaald publiek. Het maakt niet uit welk land ze komen. S: Oud of jong maakt ook niet uit. Ik had een paar schilderijtjes gemaakt met allemaal dikke tieten en konten, eigenlijk gewoon dikke pornovormen. Er is dus een stel van redelijk middelbare leeftijd geweest, ik denk in de 60 ofzo en die waren er helemaal wild van. Die hebben ze alle vier gekocht voor op hun slaapkamer. Dat had ik ook niet verwacht. Je weet dus niet wie het allemaal koopt, het is altijd zo verschillend. Q: Italiaanse cultuur speelt een grote rol in je werk, (schilderijen van the Sopranos, italiaans eten en Italiaanse tafelkleden komen veel voor in Selwyns werk), waarom spreekt die cultuur je zo aan? S: Ik kom daar vandaan, mijn moeder is nederlands-amsterdams en de andere helft is Italiaans, ik ben daar geboren. In mijn werk overdrijf ik een heel klein beetje die Italiaanse sfeer maar het gaat daar wel zo. Jaren zestig jetset vind ik ook heel leuk, dat zie je ook veel terug. Q: Maar is het dan de decadentie en dure flessen champagne of juist de gezelligheid, die echte Italiaanse sfeer bij het eten die bijvoorbeeld typisch is in maffiafilms zoals Goodfellas? S: Ja dat is ‘t, de gezelligheid, de sfeer. Kijk als wij in Italie zijn, dan kom je dat sfeertje gewoon dagelijks tegen en dat hebben wij van oudsher ook gewoon meegekregen. Als we daar zijn met de hele familie dan zit je daar met 15 tot 20 man aan een grote houten tafel met blauw wit geblokte tafelkleedjes en allemaal wijn, pasta, lekkere
Q: Je werk bevat altijd ijzersterke composities... S: Ja als het niet lekker kijkt, je beeld bedoel ik, dan kun je het wegflikkeren. Dan wil niemand het hebben, jijzelf ook niet. Da’s niet goed. Het moet lekker kijken, maar dat ligt niet alleen aan de compositie, maar ook aan kleur en de spanning tussen verschillende objecten die je weergeeft. (selwyn bladert verder in een paar schetsboeken) S: Konten... Ik vind konten ook heel interessant. Ik hou van het buiten proportie schilderen en tekenen van lichamen, op het Botero af bijna. Q: Sla je vaak opdrachten van bedrijven af ? S: Jazeker, ik doe heel veel niet. Laatst was er een bedrijf waar ik eens een klus voor had gedaan, dat het werk wat ik toen had gemaakt wilde gebruiken voor een website van een nieuw bedrijf. Ik heb gezegd dat ik nog even wou kijken wat ik daar ook alweer precies voor gemaakt had. Het bleek dat ik helemaal niet meer achter dat werk stond, en het bedrijf zei me ook al niets. Die man had toen al wel
9
ACCABONAC
de werken op die website gezet, Dan moet je dus uitleggen dat je dat niet wilt en dat is soms best wel moeilijk; zeggen dat je niet met iemands bedrijf geassocieerd wil worden. Maar het past dan gewoon niet in je strategie. Ik sta ook ingeschreven bij een merkrechtenbureau, Markcube. Daar betaal je een maal een astronomisch achterlijk hoog bedrag voor en dan schijnt het zo te zijn dat als iemand wat van je namaakt je daar wat aan kunt doen. Dat geldt dan in ieder geval voor mijn signatuur, dus dat mag niet vervalst worden. Als het er maar een beetje op lijkt wordt het al aangepakt. Eigenlijk maakt het ook allemaal niet zo heel veel uit, want je bent die namakers toch altijd voor. Jij maakt het en verzint elke keer weer iets nieuws. Je bent dus altijd een stap verder. Q: Heb je al eens te horen gekregen dat je een verrader van de schilderkunst bent omdat je werk als commercieel gezien wordt? S: Ja je hebt wel mensen die dat wel eens zeggen, maar niet negatief. Maar commercie was wel een vies woord bij de academie, dat weet ik wel. Dan stond er zo iemand met een hele dikke hanenkam te zeggen van ,, Ja ik vind het niks al die commerciele shit “ dat soort dingen en dan denk ik,, ja kerel, wat moet je nou? Leer eerst je eigen subcultuur kennen voordat je over die van mij praat.” Mensen gaan niet werken met de bedoeling om commercieel kunstenaar te worden. Ik ben gewoon begonnen met plaatjes maken en dat vond ik leuk. Ik mocht gaan exposeren en het ging verkopen, meer galeries gingen me vragen en dan wordt het commercieel. Moet ik dan zeggen “Flikker maar op”? Het is toch lekker als het verkoopt? Kom maar op met die cash, zij blij, jij blij. Ik vind commercie geen vies woord hoor. Q: je bent nu in de dertig,ziet je werk er over tien jaar heel anders uit dan nu? Evolueert het? S: Jawel, maar met mate. Het wordt nu wat pasteuzer. Ik merk dat ik nog niet klaar ben met deze stijl. Ik experimenteer nog steeds. Ik heb laatst voor een expositie van de Holland Art Gallery ook weer heel ander werk gemaakt dan ik deed. Q: je bent momenteel bezig schilderijen die bestemd zijn voor het nieuwe restaurant van Joop Braakhekke, zou je dan willen dat mensen lekker zitten te eten en dat je schilderijen aan de sfeer en gezelligheid iets toevoegen? S: Ik wil power en expressie in mijn werk en mensen moeten daar wel over kunnen oordelen vind ik, het werk moet daar wel in het oog springen. Ze moeten niet langslopen, een kleurtje in hun ooghoek zien en dan denken “Oh, da’s een schilderijtje”. Ik wil wel dat het opvalt. Dat extraverte zit wel in me. Q: Herman brood had ook eerst een illustratie opleiding gedaan en maakte ook werk dat veel meer groepen aansprak dan de kunstelite. Zie je een verandering in de kunst ? Een soort nieuwe stroming? S:Weet je wat het is? Je hebt tegenwoordig ontzettend veel mensen die beeld maken. Je hebt grafici, photoshoppers, illustratoren en fotografen. Die willen nu allemaal iets unieks neerzetten en zichzelf onderscheiden, daar wordt dan ook heel snel het labeltje kunstenaar opgeplakt valt me op. Dus in die zin is er veel nieuw beeld. Er wordt een hoop geinput. Mensen kopen tegenwoordig een Macbook en illustratoren even wat en voor je het weet opent het weer in een galerietje. Q: Ik ben nieuwsgierig hoe je te werk gaat, heb je bijvoorbeeld muziek opstaan? S: Ja, hard. Ik kom dan bijvoorbeeld binnen en dan heb zet ik de Opposites op, ik hield vroeger ook veel van hiphop, NWA en Run DMC bijvoorbeeld. Dan knal ik dat heel hard door mijn speakers en dan zit ik in mijn eigen wereldje te schilderen. Na een tijdje heb ik daar genoeg van en dan zet ik op I-tunes een easy listening radios10
ACCABONAC
tation op, Martini in the morning, en dan heb je de hele dag Frank Sinatra en dat soort zaken. Dus dat is dan een hele andere boeg. Q: De Italiaanse invloeden van Sinatra zijn goed te zien vind ik, maar wat voor hiphop element zit er dan in je werk? S:Nou kijk ik gebruik wel wat elementen, maar geheel op eigen wijze. Er zit veel spuitbus in m’n werk, maar ik was nooit een grote graffitiman. Ik was net een generatie te jong daarvoor, maar de gasten die dat wel deden, daar keek ik toch tegenop. In Amsterdam had je gewoon een hele grote scene. Die kwamen dan op school langs en dan gingen ze graffitien en de metro tunnels in, dat heb ik wel meegekregen, ik heb ook wel eens een tag in een wc gezet. Dat zit er een beetje in toch wel, dat zijn stukjes die je meepakt. Ik doe aan een vechtsport uit Japan, dus er komt ook een heleboel Japans spul in. Geisha’s bijvoorbeeld, maar wel met dikke tieten, want dat vind ik interessant. Q: Werk je aan meerdere schilderijen tegelijkertijd? S: Ja, dat vind ik wel handig. Als ik dan toch een kleur aan het mengen ben... Dat gaat mooi, eigenlijk is het gewoon een groot doek met losse segmenten. Q: zou je ooit met olieverf schilderen? S: Nee, daar heb ik geen geduld voor. Q: Je gebruikt nog net geen föhn dus... S: Jawel, die ligt daar. Ik ben continu aan het fohnen. Q: Studenten aan de kunstacademie hebben vaak moeite met het bepalen van de prijs voor een werk, wat zou je advies aan hun zijn? S: Niet te hoog inzetten aan het begin, want je kan nooit meer terug. Da’s dan ongeloofwaardig. Het is makkelijk om je prijs te verhogen als het goed gaat. Daar moet je wel mee oppassen: dat gaat een tijd goed maar op een gegeven moment wordt je te duur en dan kopen mensen het niet meer. Ik wil graag heel veel werk de deur uit hebben, want ik moet ruimte hebben in mijn atelier om verder te kunnen, het moet goed doorlopen. Ik heb nu een goeie prijs en daarvoor gaat het de deur uit, het kan wel duurder maar dan verkoop je minder. Ik heb wel een bepaalde prijslijst waar ik me aan hou, maar ik heb bestellingen voor 2009 bij klanten en galeries en daar heb ik de prijs al iets omhoog geschroefd. Q: Je spant niet je eigen doeken zo te zien... S: Die worden allemaal gebracht, die bestelt mijn assistente of ikzelf en dan krijg ik ze gewoon kant en klaar. Ik heb nu twee galeries die hebben werk besteld, in Leiden en in Den Bosch. Die hebben allebei iets van 10 of 20 doeken besteld dus dan moet ik sowieso zo’n 35 doeken schilderen. Dus dan koop ik wat van alle maten. Meer over Selwyn op: www.selwyn.nl
Rikk | Horse Gogo Girl
JAN LEGT HET NOG EEN KEER UIT Jan van Heemst
OLYMPIA Schoon geld kan veel vuil dekken. Olympia – deze onvervalste fee van de negentiende-eeuwse Parijse passage was goedkoper en handzamer dan haar zusters in het leven. Ze draaide rond op een muziekdoosje met aan haar arm een mandje waaruit bij een klagende kleine-tertsklank een lammetje zijn verschrikte snuitje naar voren stak. Dit was het object waarin de mode dialectisch tussen vrouw en koopwaar bemiddelde. Aan het anorganische lag het sex-appeal van het fetisjisme ten grondslag. Zulke geneugten werden in bordeel en speelzaal botgevierd. Met bomvolle zakken kwam X het gokpaleis uit, sprak een hoer aan en zag in haar armen verzonken nog eens de getallen aan zich voorbijtrekken waarop hem geld en goed – zaken waarmee gisteren niet viel te spotten – even gul toelachten als deze dienstwillige vrouw. Bare hartstochtelijkheid. Geld, geweld en gunst breken recht, zegel en kunst. In 1861 verscheen op de Londense gevels het eerste lithografische aanplakbiljet. Het gaf een witte gestalte van een vrouw op de rug te zien die gehuld in een weelderige sjaal zojuist een trap is opgesneld, haar gezicht half afwendt en met één vinger aan de lippen een zware deur op een kier zet waarachter men een strerrenhemel ontwaart. Zo adverteerde Wilkie Collins met zijn nieuwste boek, een klassieke detective, De vrouw in het wit. De gedachte dat ook het lichaam een prijs heeft, beperkt zich niet tot de offerte van de levensverzekering. Wij zijn getuigen van de economische verwerking van genot in wellust. Sinds de negentiende eeuw geldt genot als een bevredigbare en betaalbare basisbehoefte. Wat in het driftleven onlosmakelijk verbonden is (lust, instinct en fantasma), laat zich ongeremd uitbaten in termen van producent, consument en hebbeding. De visuele media zijn de meest efficiënte verspreiders van al dat al dit fraais; door de ontwikkeling van de techniek speelt de beeldcultuur in vrijwel alle facetten van de cultuur de hoofdrol. Het ‘mediale leven’ heeft inmiddels de vorm aangenomen van een immense opeenhoping van spektakel. Spektakels dienen gemakzuchtige toeschouwers koste wat het kost te overweldigen, te verbazen, te amuseren. Zij vervormen onze blik tot een kijkdoos waarin louter events oplichten. Deze contextloze
voorstelling afficheert zich als het ‘echte leven’, alsof er buiten de kijkdoos niets bijzonders te doen zou zijn. Op het televisiescherm schieten ze in een stroboscopische cadans van visuele prikkels aan het oog voorbij, al dan niet voorzien van irritante tickers met headlines en breaking news, afgewisseld met koortsachtige chats waarin woordblinde pubers naar iemand zoeken om ff heftig mee te flirten. Televisieshows, reclamecampagnes en clips zijn de grootste visuele smaakmakers. Hoe flitsender, des te beter. Een videoclip van pakweg vier minuten bevat 251 beeldwisselingen – gemiddeld 0.9 seconden per beeld. Minder boeit niet, sneller kan nauwelijks. Clips worden gemaakt om overvoerde kijkers aan het kijken te houden. Sinds 1981 zet MTV de toon met de uizending van de eerste televisieclip Video Killed the Radio Stars. De flits-tv van nu jaagt op een minimum aan maximale aandacht. En dus passeert in razend tempo een verleidelijke montage van geweld en lust de revue: een aanblik van euforische jeugddelinquenten op proefverlof. Aan de straffe beeldregie van de showbizshows spiegelen zich pretparken, sportevenementen, verkiezingskaravanen, roddel- en sensatiepers, vakantiebeurzen, glossy’s. Maar in een maatschappij die zijn producten van auto tot zoutje bij voorkeur in spektakels met jong vrouwenvlees aan de man brengt en die dus voor meisjes van negen al verleidelijke ondermode in de aanbieding heeft, die clips en soaps lardeert met een overdaad aan geoliede feestbeesten, in dit pornokratische universum zijn sommigen onder ons mooi in de aap gelogeerd. Vrouwen moeten altijd snel beschikbaar zijn, mannen moeten doorlopend scoren. Hier is het lichaam genotsartikel; totdat de vercommercialiseerde geilheid zo vervelend wordt dat er geen winst meer aan valt te behalen. 11
ACCABONAC
ACCABONAC
MEDEWERKERS CHOICE
VENOUR
Wegens het ontbreken van toestemming voor het geven van hun mening, is de Accabonac redactie genoodzaakt de ‘FADI’s Choice’ te laten voor wat het is. Daarvoor in de plaats hebben wij onze computergoeroe Rob Dielissen gevraagd wat hem nou aanspreekt op het gebied van kunst, binnen de muren van onze Academie.
Venour is een collectief van Noel, Uriah en Steven. Zij houden zich bezig met autonome kunst, interactieve media, illustratie, performance en grafisch design. Momenteel maken zij deel uit van galerie M, dat te vinden is op de Meent in Rotterdam. Accabonac sprak met Noel en Uriah over hun werk, geld en seks...
door Jero van Nieuwkoop
door Quin de Vreede
Jero van Nieuwkoop | Rob D.
J: Rob, allereerst zouden wij graag van jou het volgende willen weten. Hebben wij toestemming jou naar jouw mening te vragen? J: Voor welke kunststroming heb jij nou een zwak? Welke kunstenaars spreken jou aan?
R: Jazeker wel!
R: Ik kijk graag naar kunstenaars als Thomas Ruff, Marlene Dumas, Buckminster Fuller, Frans van Lent, Frank van der Salm, Jackson Pollock en Farrell. Je kunt dus niet echt van één stroming spreken, maar meer een delta.
J: Zijn er binnen de Academie studenten die met hun werk zo een niveau halen, dat jij daar door geprikkeld wordt?
R: Tuurlijk wel, zowel in positieve als in negatieve zin.
J: Heb je kunst in je eigen huis staan en/of hangen? En zo ja, wat was dan het eerste kunstobject wat jij ooit hebt aangeschaft?
R: Ik heb mij meerdere malen in natura laten belonen voor werk voor collega’s. Aan de muur hangt bijvoorbeeld werk van John Blake, Theo Poel, Klaas Gubbels en Storm Thorgerson. Het eerste wat ik ooit heb gekocht, is een schilderij van Joost Kosir.
J: We proberen natuurlijk meteen ook alles te betrekken op de Academie, dus zouden wij graag meteen willen weten welke koffie jij het liefst drinkt, welk broodje van de Albron nog net door de beugel kan en waar jij op school het liefste zit.
R: (code invoegen) Een lekker broodje kroket fietst er altijd in, enne.... zitten?
J: Laatste vraag, het nieuwe Accabonac Issue heet “ Money boven Sletten”. Wat zou jij kiezen? 12
R: Money buys all.
Q: Money boven sletten? U: Bitches cost money. Q: Met wat voor kunstwerken ben je op dit moment bezig Noel? N: Ik ben heel hard bezig geweest de winkel M op poten te zetten. En daarbij andere kunstenaars te motiveren bij mij te komen om hun werk te exposeren.Dit heeft deels gewerkt. Maar nu wil ik me zelf overdreven op de markt zetten. Met de nodige zelfspot wil ik een product dat Kunst heet worden. Zo zullen er een hoop zelfportretten op de markt komen, zowel 3d als 2d. Q: Wat is de rolverdeling in M? N: M is een hele andere rolverdeling dan Venour. M is dus met Leyp en Lijfstijl erbij en we zijn allemaal onafhankelijk. Iedereen mag doen met de winkel wat hij wil. Wij zijn het artistieke punt. Lijfstijl is vooral bezig met kleding, lijfstijl en hoe Rotterdam zich kleedt. Leyp is Hiphop en Sneakers, die heeft een hele sneakercultuur achter zich staan. In Venour hebben we weer een andere rolverdeling, dan ben ik de autonoom kunstenaar. Uriah is meer het zakelijke aspect, dus als ik te ver ga in rare kronkels dan is hij de commerciele bodem die aangeeft dat hij mij niet meer begrijpt. Zo word je dus niet die kunstenaar op de zolderkamer. Q: Jij bent dus een objectief klankbord Uriah. U: Ja, ik bekijk het vanuit een ander oogpunt. Maar ik zeg alleen wat ik dan denk, hij hoeft er niet op in te gaan. Dat doet hij ook vaak genoeg niet. N: Dat houd mij eigenlijk echt, als je op de kunstacademie zit en je gaat met allemaal mensen van de kunstacademie om dan krijg je soms moodswings of je weet het even allemaal niet meer. Uriah zijn mening is dan belangrijk, want hij staat buiten de kunstacademie en buiten dat kunstwereldje. Zijn mening vind ik belangrijk om te weten. Q: Zou je je werk beschrijven als ‘urban’ ? N: Nee ik vind ‘urban’ een vies woord. Vroeger wel, omdat het toen ‘stads’ betekende en ik vind de stad heel erg inspirerend. Maar ‘urban’ betekent nu Hiphop, echt een mediaterm, en ik heb niets tegen hiphop maar het is geen inspiratie voor mijn werk. Ik zou mijn werk sowieso nooit in een hokje willen plaatsen. HOKJES SPOKJES . Q: Wat wil je eigenlijk met je werk zeggen? N: Ik vind de eerste reactie het allerbelangrijkste. Ik wil een glimlach op je gezicht plaatsen als je naar mijn werk kijkt. Humor is dan ook het allerbelangrijkste. Je kan het zien als komedie in de allerbreedste creatieve zin. Ik wil grapjes maken en ik denk dat als je een goeie grap hebt gemaakt als het heel erg dicht bij de werkelijkheid en de maatschappij staat. En als de grap dus werkt dan heb ik iets geraakt bij je, omdat je het herkent. Q: Je experimenteert op het moment ook heel erg veel. N: Ja, als ik me nu al ga koppelen aan een stijl is dat niet goed. Ik wil meetellen in zowel de kunstwereld als in de illustratiewereld en de theaterwereld. Als je daar aan wil meedoen moet je daar in ook steeds verder gaan. Q: Jullie zijn dus heel ambiteus. U: Ja, op het moment dat ambitie ontstaat kan je een grens voor jezelf neerzetten, maar je kan ook denken ,,the sky is the limit”. Dat heeft vaak te maken met geluk maar ook met doorzettingsvermogen.
N: We stonden in een club, keken naar dat VJ scherm en dachten dat kunnen wij ook, dit willen wij doen. We keken toen wat we daar voor nodig hadden en wat we moesten doen. Daar hebben we toen een half jaar aan gezeten en een van onze allereerste doelen was Club11 in Amsterdam, die veel met visuals bezig is. We zeiden toen tegen elkaar “als we gaan VJ’en willen we dat daar doen”. We hebben toen gewoon gemaild en gebluft dat we VJ’s waren en konden zorgen voor een toffe avond. Onze tweede gig was toen dus daar. Q: Jullie zijn met Venour bezig met Schilderen, kleren bedrukken, VJ’en, Webdesign, theater en TV. Zijn jullie nooit bang dat dit teveel verschillende media zijn, dat je dus nooit in een ding zal uitblinken? N: Nee, want we zien het niet als verschillende dingen. We zien Venour als een stijl en een handschrift die we heel breed kunnen toepassen. Q: Jullie zijn buiten collega’s ook heel goeie vrienden toch? N: Ja Steven woonde vroeger bij mij in de buurt en Uriah heb ik leren kennen van toen we bij het Hofplein Theater zaten. Nu wonen we alledrie in hetzelfde huis. Dus we hebben constant contact. Q: Jullie werk is heel toegankelijk en jullie zullen veel feedback krijgen op Venour in jullie winkel. Is dat confronterend? U: Nee, maar je krijgt wel constant een spiegel voorgehouden wat je eigenlijk alleen maar scherp houd. N: Mensen vragen wel vaak of ik een schilderij speciaal voor hen kan maken. Q: En doe je dat dan? N: Nee, want dan wordt je te commercieel en dan ga je een grens over die we niet willen passeren... Dat is de reden dat we ook hebben afgesproken dat we niet meer dan 50 T-shirts met dezelfde print drukken. Zo blijft het kunst omdat er maar een bepaald aantal van zijn. We willen werk maken dat echt van ons is en dat aanbieden, dus als iemand vraagt of ik hetzelfde schilderij voor ze wil maken maar dan in het rood is het antwoord: ,,nee”. Ik doe niks nog een keer tenzij ik er zelf achter sta. Ik zou er wel over nadenken als ze me er duizenden euro’s voor zouden geven. U: Je staat als kunstenaar in deze tijd op het randje van het kunstzinnige en het zakelijke. Soms moet je dingen zakelijk zien en dat kan dan niet als kunstenaar zijnde. Mensen willen dan dingen die op een kunstzinnige manier niet leuk zijn maar ze betalen er wel voor, dit gebeurt bijvoorbeeld veel bij webdesign. N: Maar we doen het dan wel, maar zien dat dan toch meer als bijbaan zodat we weer wat geld verdienen dat we dan weer in onze eigen kunst kunnen investeren. Maar we vinden die concessies soms wel moeilijk. Eigenlijk is alles wat je doet een visitekaartje voor jezelf. Je kan een flyer drukken, maar een T-shirt met Venour erop zegt eigenlijk net zo veel. We VJ’en ook wel eens voor weinig geld, maar als je dan je eigen ding kunt doen zodat mensen je onthouden is dat goeie reclame voor Venour. Q: Dat is net zo iets als liveschilderen, iets wat je ook vaak doet. N: Liveschilderen doen ik eigenlijk steeds minder, omdat ik vind dat de markt een beetje verzadigd raakt. Tegenwoordig doet iedereen dat. Toen liveschilderen in clubs begon was het heel gaaf, omdat het toen nog vrij nieuw was en als kunstenaar stond je dan heel dicht bij de mensen. Nu hebben zoveel feesten liveschilders dat er bijna geen enkel feest meer is waar geen liveschilders zijn. Dan krijg je dus ook veel mensen die bijna nooit een kwast hebben vastgehouden of alleen maar tags enzo maken en word je dus weer in een hokje geplaatst. Dat wil ik niet. Ik doe dat dus alleen nog maar als het feest of de club me aanspreekt. Q: Staat er op werk van Venour eigenlijk copyright? N: Nee, en ik zie ook wel eens dat mensen die nog wat jonger zijn wel dingen jatten, maar ik vind dat niet zo heel erg. Je bent dan toch alweer met iets anders bezig en ik heb ook leren tekenen van anderen. Ik ben me nu nog aan het ontwikkelen dus als iemand dan iets overn13
ACCABONAC
ACCABONAC
eemt vind ik dat nu nog een eer, maar als het echt een definitieve stijl krijgt moeten ze er wel van afblijven. Q: Deze issue van Accabonac heet dus Money boven Sletten en ik zie in de Venour schilderijen wel eens naakte poppetjes. In hoeverre speelt seks in jullie werk een rol? N: Ik vind seks en vlezigheid grappig. In dat aspect ben ik dan gewoon nog een kind. Ik vind piemeltjes, kutjes en mensen die op een rare manier naakt zijn gewoon grappig. Het grappige aan seks vind ik interessant om weer te geven. De liefde of bedreiging in seks vind ik voor mijn werk niet echt boeiend. Ik heb een keer een keramiekbeeld gemaakt van een roze berg en iedereen zag daar een lul in. Toen heb ik een klein poppetje gemaakt en die bovenop het beeld gezet. Die hebben we in de winkel gezet en dat beeld heb ik toen “On top of the dick” genoemd. Ik ergerde me dood dat mensen er de hele tijd een penis inzagen en heb dat toen maar gewoon uitgebuit. Zo van: “Hebben jullie nu je zin?” Maar mijn werk zal ik nooit zien als erotisch. Ik vind het gewoon moeilijk om liefde of woede in mijn werk te maken. Dat komt dan ook veelsteveel bij delen van mezelf te staan die ik helemaal niet zo nodig hoef te delen, Q: Wat kunnen we binnenkort van Venour verwachten en waar kunnen we jullie vinden? U: We zijn nu heel veel met video bezig en optredens kan je vinden op onze website van Pleur in de Sleur. N: Je kunt ook langskomen in onze winkel en als mensen zelf werk maken dat goed bij onze winkel past kunnen ze een keer langskomen of een jpeg naar de Venoursite sturen.
Etienne Hesen | Untitled
Voor meer info: www.venour.com en www.m125.nl Max Maas | De bezeten stoel (reactie op de Duifel, R. Ketting Accabonac #2)
MR. VIE’OTTERDAM’S TOO ARTISTICTO-BE-ART FILM REVIEWS Mr. Vie’otterdam
CENTRALE ACADEMIE door Koen Taselaar
Een bijzonder positief stuk over de Centrale academie ontmoeting. De centrale academie ontmoeting, een initiatief van lokaalo1 te Breda. ‘Wat is dit?’ denk je als 1ste 2de 3de en niet autonoom 4de jaars student. Bij deze de uitleg: als 4de jaars student autonoom beeldende kunst, krijg je de kans om met andere 4de jaars studenten autonoom beelden kunst van andere academies te converseren voor kunst, onder leiding van een bekend kunstenaar, of curator. het dat was me wat! Broodjes van Bakkerij Bart, koffie, thee, cola (geen Coca Cola), Snickers, Marsen, Bounties en ook nog een heerlijk avondmaal! Dat allemaal voor maar 15 euro. Jammergenoeg was de Willem de Kooning academie maar lauwtjes aanwezig. Maar een andere student telde ik van onze academie. Dat terwijl wij daar de positieve noot waren. Dus bij deze als je niet van klagen houd meld je volgend jaar zeker aan op www.lokaal01.nl Deze gaat uit naar jullie, derde jaars autonoom! En 2de jaars autonoom over 2 jaar en 1ste jaars autonoom over 3 jaar. Nee niet naar jullie Lyfestyle! We hebben ook nog gevraagd het de volgende keer de dag na de Stufi storting te houden, dus de 15 euro smoes geld dan niet meer! 14
This time: Breakfast at Tiffany’s! Well what do we have here: A classic Film with a classic Actress that needs no introduction, which raises the issue on writing a review about it even higher! Why? Because: 1. Audrey Hepburn is the women of all women 2. Audrey Hepburn doesn’t have breasts and looks more loveable than any of the other erotic symbols in the last 20 years as for example…say… *cough* Pamela Anderson, P.s. Hilton or any of those other media-hyped pseudo-whores. Well yeah, but now back to the film: a homage on New York, it’s places and stores (as the one the movie was named after, Tiffany’s itself), and a celebration on the beauty of decadence. Glamorous parties in New York’s apartments and love for luxurious items are like the backdoortheme of the whole movie. We got the, by now already legendary Miss Golightly Character, a naïve girl played by Hepburn
with enthusiasm and a charm that no one will ever forget who saw it. A great George Peppard playing her lover Paul Vakjard, in the probably only role ever that made him famous. Did I say only one? No! 20 Years later, he would return as the cigar puffing leader of the A-team, “Hannibal”…yuk! Only the slightest Comparison between that romantically played writer embracing Audrey Hepburn and the grey-haired unshaved boss, giving instructions on how to build a rocket launcher out of a few shipping crates makes me throw up. The two live in the same apartment, and fall in love – sounds pretty standard and unspectacular, but it’s probably not the simple plot that makes the film (the story continues then with some dramatic issues about her being a runaway child, some tear dropper-scenes of her not being able to accept love and more blah blahs). It’s just the women named Holy Golightly who makes the whole
film such an enormous and fascinating experience. An archetype of a stylish, chic and elegant women, but who charms it’s audience also through her lively attitude and spontaneous acting. Who wouldn’t love a metropolitan woman whose greatest joy is too watch expensive jewelry at the luxury store Tiffany’s, spontaneously steal items from the toy store, who goes to New York from out of the blue because she’s never been there? I think we all actually wish for a playmate like her, who adores spending her time with parties & champaign, and is totally autonomous in her own way. But yeah, actually the whole scenery of this film is quite unforgettable, since it spits the word “GLAMOUR” all over your face, at every scene, with every new take on holly golightly’s smile, whether you like it or not. Glamour in all its facets of loveliness, cheesiness and “thisis-so-60ties”ness. The second
word or phrase however is “New York New York New York New York New York New York New York…” going down all your throat. The City’s total overuse in movies has portrayed an imagination of a city where I’ve never been so strong, that I’m almost getting annoyed by it. But this movie puts me, almost soaks me back into the fairytaledream of an incredible city, and an adorable couple walking through it along the wall street in Manhattan. I mean already these typical houses with the fire ladder-system on the outside, are being greatly put in scene as we see in one cut: While Paul is writing a book on his Valentina, he hears the sound of a guitar and a girl singing over it. He opens the window which leads to those mentioned fire ladders, and see’s Miss Golightly softly singing “Mooooon riiiiiveeeeeeeeeerrr” while sitting on the ladder one floor under him, playing the guitar gently. Damn it! Just the sheer cheesy musical-style beautifulness and total lack of logical benefit for the rest of the film in this scene! Mind-blowing! And the way she says “Hi” after she’s finished with singing – to awesome to not take your remote control and rewind the scene again and again and again. And the way she swings her arm to pose for a Photographer while getting arrested, my God! Now, before I start boring you with a big more load of enthusiastic appreciations of my favorite scenes, I suggest you get the DVD as quickly as possible from your local dealer – steal it if you don’t have the money. Your local video rental should have it as well – if not so, start reading this article to the responsible person so many times that it makes the little hairs in his ears beg for mercy! There is little time in your life, and you’ll turn in grave if you end up not having seen this movie. So come on!
15
ACCABONAC
BEDANKTLIJST Bedankt: zwarte Macbooks, haten, witte Macbooks, Macbooks (geen Macbook Air), Joep Jacobs, Inge Aanstoot, DE fotograaf (we weten je naam Jero), Martijn! beter speel je de academie uit, Hasselblad, Quin, die gast voor het geven van het lange interview, Harold Linker (omdat het je tekst niet is), alle mensen uit de derde, de vierde niet, lijfstijl, lifestyle, Lacie harddisk, sigaretten (niet voor koen), Huilende Hidde (eine liebe liebling), Kleurendoka, Safari, Firefox, Gmail, Myspace (niet), Cafe Decomment, opkomst, mensen die dingen hebben ingestuurd, de FADI, die gasten die niet de FADI zijn maar het best zouden kunnen zijn, Marijke Appelman, www.koentaselaar.nl, engelse stekkers, Stadslab, Mike Mager, Fronton, Expose, analoog, 1 uur service (wat dan ook), zeefdrukkerij (ook een soort 1 uur service), Wilco, Hans, Kim, Tom zijn onuitputbaar doorzettingsvermogen en alle andere sletjes, de WIK (niet), Money, Alles wat (wie) gratis is, Simone one love baby, Eitjes, Tosties, De auto van Marijke’s ouders, Marijke’s ouders (one love), Pika, Jan van de Langedwerg, uitleg, uilen, huilen, Richard, Albert zekerweten, Ifactors, brillen zonder glazen, brillen met glazen, brillen met glazen op sterkte, zonnebrillen, zonder brillen, 10000euro, 5000euro, prijzen, lokaalsleutels, de FADI (one love), Photoshop, Word, Esma Moukhtar, Esma Mouhktar, Ezma Moukhter, Esna Maukhtar, Espa Moukar, Eszna Mourkar, Jan van Heemst, sletjes, sletjes, sletjes, sletjes, fashion (altijd), de niet naakte centerfold, al jullie Goden (one luv), existentie, verveling, per post, post academie, niet Paul Post, post kunst, KUNST (one love), conceptuele kunst, autonome kunst, emo kunst, kunst om de kunst, illustratie, grafische, kunst die op kunst lijkt, voor kunst kunst was was was kunst, kunststuk, onze hersens, onze collectieve dislectie, alle mensen die geen dyslexie hebben (one love), slimheid, onze slimheid, jullie slimheid, Bob met de kralenketting (omdat hij er altijd in mag), Ben met zijn nieuwe winkel (dat die maar veel accabonacs mag verkopen want de accabonac moet gepusht worden), cacaoboon, Rozijn Murphy, Talking Heads, Ipods, Ipod minis, Ipod soufflés, Word auto spelling correctie, Family Guy, merken, branding, Advertizzzzing, Dasein, buy now, buy now pay later, katers, KOTSEN (one love Tom), grote platte tvs die op schilderijen lijken, printen op doek, schilderijen, tekeningen, fotos, decoratieve kunst, ikea, hema, artBrussels, centrale academie ontmoetingen, Breda, huilebalken, lampen, Kiki Lamers, namedroppen, Karin Arink, Harold negeren we nu weer, messen, Kempi, Polaroid voor het quitten, 6x6, scripties, de posityfus, raketten (het ijsje), DE ZON, de regen, de wind, de tram, de bus, de metro (niet die krant), screensavers, deuren, muren, pre fab gebouwen, Rotterdam zuid, sleutels, dingen 2 keer bedanken, gradiënt, regenboog, Photoshop, adobe, Berlin, Vilnius, Berlin, eindexamens 2008, drempelprijs, al onze ouders, al jullie ouders, alle voogden en voogdessen, al jullie voogden en voogdessen, student nummers (wie waren we zonder student nummers), het pasjes systeem, Komo, goud en zilver, brons, Krank, krant, dollars, euros, ponden, dure werken, marinII, Tom voor alle smsjes (keep it going baby!), Joep Jacobs, Rufus, de vriendin van Rufus, komkommers, boten, saaie interviews, geld, Stufi, ov, Chipknips, Kapsalon, Ariana, Marianna, Talud, nieuwe schoolkrant initiatieven, de nieuwe redactie leden, de stille dood, Willem de Kooning academie for lifestyle, fashion and design, Levensles: I have to change to stay the same, Piet Zwart, Jack Black, lol, rofl, hvj, sms taal de trend van 2004, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, alle trends, het nieuwe millennium, nieuwe laptops, piekfijn, fiets, je lichaam ter beschikking stellen, (sociale) werkplaatsmedewerkers in het algemeen, sommige in het bijzonder, de bedanklijst, mobiele telefoon, Mark Appelman, Beijerlandselaan, Grote Visserijstraat, de dooie mus, de levende mus, inside jokes, toiletten, slechte grappen, de Buurtsuper, klub zonder koncessies, mijn muzieksmaak, meisjes van 13, Rob Dealersen, entree, iedereen die wat voor de Accabonac heeft gedaan! Iedereen die van bier moet kotsen! De tafel van Wilco, Tom zijn nieuwe Rock & lijstijl, het opruimen van kots, de vogels (in de grafiekwerkplaats), de volle bedanklijst, bedankt voor het bedanken, MINDER KLAGEN MEER BEDANKEN, bedankt allemaal!
COLOFON
/
Accabonac is gemaakt door: Marijke Appelman, Koen Taselaar, Martijn Konings, Inge Aanstoot, Harold Linker, Tom Slechtenhorst. Met bijdragen van: Koen Taselaar (cover Illustratie), Ava Mees List, Jan van Heemst, Kim Hospers, Joep Jacobs, Marijke Appelman, Martijn Konings, Hidde van Schie, Max Maas, Harold Linker, Laura Looyen, Suus Allewelt, Quin de Vreede, Rob Dielissen en Jero van Nieuwekoop, Etienne Hesen, Mr. Vie’otterdam, Rikk. Vormgeving: Joep Jacobs Fonts: Scala Sans & AG Book Stencil Gedrukt in de zeefdrukkerij van de Willem de Kooning Academie Rotterdam. Mei 2008 Mail je bijdragen naar:
[email protected]
16