Rohana Safinah: ‘Ik wilde altijd al expat worden’ Hoe staat FrieslandCampina ervoor? Halfjaarcijfers 2013 Met een nieuwe exportstrategie de wereld veroveren September 2013 Spark is het personeelsblad van FrieslandCampina
Spark nr.3
2 Spark
September 2013
September 2013
Column
Draagvlak voor de toekomst Met enige trots kunnen we samen vaststellen dat Royal FrieslandCampina na de fusie in de top 50 van global ‘Fast Moving Consumer Goods’ (consumentenartikelen voor dagelijks gebruik met een hoge omloopsnelheid) ondernemingen is komen te staan. We zijn van 8 miljard euro omzet per jaar naar 11 miljard gegroeid. Onze Ebit* is in het eerste half-jaar van 2013 even hoog is als de totale Ebit van de onderneming in 2008. De winst per kilo melk is verviervoudigd (ondanks een groeiend aantal liters). De onderneming verschuift sneller dan verwacht naar marktsegmenten met toegevoegde waarde. De onderneming krijgt steeds meer erkenning, ook als het gaat om klimaatneutrale groei. Kortom: route2020 de strategie die we samen hebben uitgezet - werkt. Je zou kunnen zeggen dat we in de champions league spelen! We zijn een financieel gezond bedrijf en dat is in deze tijd een positief gegeven. In Nederland is de zuivelindustrie een economische sector van belang. In totaal produceren we in heel Nederland op 19.000 melkveehouderijbedrijven met 1,5 miljoen koeien 12 miljard kilo melk. De sector is in omvang ongeveer 1/6e van de totale voedingsmiddelenindustrie. In 2012 exporteerde de zuivelindustrie voor 5,9 miljard euro. De verwachting is dat de melkveehouderij na de afschaffing van de melkquota in 2015, nog meer melk zal gaan leveren. Met andere woorden: meer melk verwerken tot meer zuivelproducten. En niet alleen FrieslandCampina investeert in de toekomst: buitenlandse ondernemingen vestigen zich in Nederland en gaan zich bezighouden met de productie en afzet van zuivelproducten. De groei in onze sector kan alleen maar doorgaan als wij, en dan heb ik het over de leden-melkveehouders én de onderneming, bewust werken aan een duurzame wijze van ondernemen. Als mens wil ik op een verantwoorde manier met mijn omgeving omgaan. Als ondernemer weet ik dat we alleen maar een toekomst hebben in dit land als we ervoor zorgen dat we
draagvlak houden in de samenleving. Als we de ecologische voetafdruk van zuivelproducten willen verminderen, zullen we ons voortdurend en actief moeten inzetten op allerlei gebieden. Op energiebesparing, op zuinig omgaan met water, op het verminderen van afval, op diergezondheid, op weidegang van onze koeien en op biodiversiteit. Dat geldt natuurlijk niet alleen in Nederland. In elk land waar FrieslandCampina actief is, willen wij op een verantwoorde wijze ondernemen. Dat zie je aan de vele duurzame initiatieven zoals het Dairy Development Program waarmee we de melkveehouderij in Aziatische en Afrikaanse landen ondersteunen en versterken. Groei aan de ene kant, minder belasting van onze leefomgeving aan de andere kant. Iedere partij in onze sector is zich bewust van het feit dat we duurzamer moeten ondernemen om een draagvlak te behouden voor de toekomst. En van de risico’s als we dat nalaten. Ik zie uitstekende initiatieven, investeringen in efficiency en innovatie die ons helpen zuiniger met grondstoffen en energie om te gaan. Ik hoop dat ik duidelijk kan maken dat we ons heel sterk bewust moeten zijn van de rol die wij hebben. Van de rol die ieder van ons heeft. Niet alleen om onze melk tot waarde te brengen, maar ook in de manier waarop we dat doen. Verantwoord en bewust. Zodat we een robuust resultaat neerzetten, gericht op de toekomst.
Cees ’t Hart CEO Royal FrieslandCampina
• Ebit is een afkorting van ‘Earnings before interest and tax’ en is een maatstaf voor de operationele inkomsten van een onderneming
Halfjaarcijfers FrieslandCampina: hoe deden we het de afgelopen zes maanden?
26 34 12
Spark 3
4
Strategische aanpak in Indonesië
Veilig werken, ook op kantoor We werken veiliger met de Atex-richtlijn
32
Sportieve activiteiten op de Filippijnen
14
Met sterke merken de wereld over: de strategie van Export
20
Op zoek naar de zuinigste indamper
17
Landliebe boter voortaan in ’s-Hertogenbosch
Bij de voorplaat: Rohana Safinah werkt voor enkele jaren in Nederland. Rohana komt uit Maleisië en doet in Nederland ervaring op. Hetzelfde geldt voor zes andere collega’s die in een van de landen waar FrieslandCampina actief is, kennis en ervaring delen. Lees er meer over op pag. 22.
18
Innoveren samen met klanten
Een nieuw businessmodel voor Campina Schoolmelk
37
Colofon Spark is het internationale personeelsblad van Royal FrieslandCampina en verschijnt in een oplage van 20.000 exemplaren in het Nederlands, Engels en Duits. Redactie: Helma de Waardt en Suzanne van Hattum Redactionele bijdragen: Roy Ramaker, Esther Krijgsman en Miriam Vijge Vertalingen: Bosch&Bosch, Amsterdam (Nederland), Norbert Zänker & Kollegen, Berlijn (Duitsland), Lisé Nijman, Arnhem (Nederland) en HSM Vertaalbureau, BerkelEnschot (Nederland) Ontwerp: WAT ontwerpers, Utrecht (Nederland) Druk: Bek grafische producties, Veghel (Nederland) Overname van artikelen is toegestaan onder bronvermelding.
4 Spark
September 2013
September 2013
CEO Cees ’t Hart over het eerste halfjaar van 2013:
‘Onze prestaties zijn over een breed front solide’ De halfjaarcijfers van FrieslandCampina liegen er niet om, maar Cees ’t Hart, houdt nog even een slag om de arm. ‘Ons bedrijfsresultaat is gestegen en onze winst eveneens. Zeker, het is een mooi resultaat. We hebben deze wedstrijd goed gespeeld, maar de tweede helft moet nog komen.’
Resultaat in miljoen euro’s
Netto omzet Bedrijfsresultaat Winst
1e halfjaar 2013 5.524 275 164
1e halfjaar 2012 5.089 220 140
mutatie 8,5% 25% 17,1%
Cees ’t Hart is trots op de ontwikkelingen. ‘De winst is met 17,1 procent gestegen naar 164 miljoen en ons bedrijfsresultaat neemt met 25 procent toe naar 275 miljoen euro. De garantieprijs voor onze leden is de afgelopen maanden flink omhoog gegaan. Op dit moment beweegt de garantieprijs zich rond de 40 euro per 100 kilo melk. Het is over het algemeen goed gelukt om de stijgende prijs voor melk door te berekenen in onze producten. Daardoor slagen we erin om een ‘plus’ op de garantieprijs te realiseren die zich op dit moment goed ontwikkelt (zie kaders, red). Als we deze trend in de tweede helft van 2013 voortzetten, passeren we een mijlpaal. Maar ik wil niet op de zaken vooruitlopen. In de huidige economische en politieke omstandigheden kan ieder bedrijf dat internationaal opereert met tegenvallers te maken krijgen.’ Wereldmarkt In drie van de vier business groups zijn de resultaten flink verbeterd. ‘Cheese, Butter & Milkpowder heeft een goede prestatie geleverd. Kaas is al langer winstgevend, maar ook boter en melkpoeder hebben een veel beter beeld laten zien. Beide productgroepen hebben heel sterk te maken met ontwikkelingen op de wereldmarkt. De prijzen voor boter en melkpoeder zijn flink gestegen, de opbrengsten zijn navenant beter. De overnames van Yoko Cheese en kaasspecialist Zijervelt en Den Hollander Foods (verpakkingsbedrijf) verstevigen onze marktposities.’
daar ook de organisatie verder versterken. In Indonesië, waar in voorgaande jaren de prestaties wat achterbleven bij de concurrentie, is duidelijk verbetering te zien. Hetzelfde gebeurt in Vietnam, in een wat gematigder tempo. Alaska Milk Corporation, dat we in 2012 hebben overgenomen, draagt positief bij aan onze cijfers. De integratie met het bedrijf in de Filippijnen verloopt voorspoedig. Het is fantastisch om te zien hoe gemotiveerd onze nieuwe collega’s zijn om bij FrieslandCampina te horen.’
Spark 5
‘Een juiste mix van activiteiten’
‘We zien dat de mix van onze activiteiten in totaal een mooi resultaat geven. Onze prestaties zijn over een breed front solide. We hebben bij het uitzetten van de strategie de juiste keuzes gemaakt: de goede product/marktcombinaties tot speerpunten verklaard. We hebben een volumegroei in strategische productcategorieën van 6,1 procent. Dat is werkelijk goed. Buiten Europa groeien we zelfs boven 10 procent in volume.’
‘De business group Ingredients heeft zowel omzet als resultaat verbeterd. De business group doet het erg goed. Vooral Domo, DMV en DFE Pharma hebben een duidelijke verbetering laten zien. Wat onze groei nog wat afremde, was een gebrek aan productiecapaciteit. Onze investeringen in de productiebedrijven in Beilen en Bedum - en zoals nu gepland in Borculo - stellen ons in staat de capaciteit op te voeren. Dat zal de winstgevendheid van de business group Ingredients verder verhogen.’
Veilig werken
Voorspoedige integratie Minstens zo goed is het Consumer Products International gegaan. ‘Het bedrijfsresultaat is met 21 procent omhoog gegaan. De ontwikkelingen in Azië en Afrika (vooral Nigeria) zijn heel positief. In China zet de groei door, de investeringen die we daar gedaan hebben, werpen vruchten af. In de komende tijd zullen we
In het afgelopen half jaar is het aantal ongevallen binnen FrieslandCampina opnieuw afgenomen. Nog altijd zijn er ongevallen, maar de LTA-rate is gedaald naar 0,6 (aantal ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren). In 2009 lag dat cijfer nog op 2.2. ‘Je merkt dat alle aandacht voor veilig werken en het borgen van procedures wérkt. Medewerkers zijn zich veel meer bewust van het belang van veilig werken. We zijn er nog niet, maar we hebben een goede lijn te pakken. Er is ons echt veel aan gelegen dat de mensen die gezond naar het werk komen, ook weer gezond naar huis toe gaan.’
6 Spark ‘We zijn een sterk bedrijf’
Prestatietoeslag en winst De winst die FrieslandCampina maakt, wordt voor de helft gereserveerd en voor de helft uitgekeerd aan de ledenmelkveehouders. Dat gebeurt aan het einde van het boekjaar 2013. Nu is de pro forma (voorlopige) prestatietoeslag bekend gemaakt van 1,81 euro per 100 kilo melk plus 1,24 euro voor de reservering ledenobligaties. De prestatietoeslag wordt uitbetaald bovenop de garantieprijs voor melk. De garantieprijs is een gewogen gemiddelde van wat er in de zuivelmarkt in West-Europa wordt betaald. De prestatietoeslag is een belangrijk onderdeel van de totale melkprijs voor de ledenmelkveehouders. Daaraan kunnen zij zien in hoeverre de onderneming erin slaagt een ‘plus’ op de garantieprijs te bereiken.
September 2013
September 2013 Ingredients
Onder druk De ontwikkelingen in Europa baren Cees ’t Hart wél zorgen. ‘Vijf jaren van economische crisis drukken de consumentenbestedingen. Mensen hebben minder geld te besteden, ze kopen minder en goedkopere producten. In Griekenland ging het beter, maar in Nederland, Hongarije, Roemenië en Duitsland staan de volumes onder druk. De resultaten van Consumer Products Europe zijn wel iets verbeterd, maar de situatie is dusdanig dat we er niet aan ontkomen om te bekijken hoe we kosten kunnen verlagen en de organisatie kunnen aanpassen. Het zou te mooi zijn om te verwachten dat de economie op korte termijn verbetert. Er is in Europa nu meer productiecapaciteit dan de markt vraagt. Er lopen studies om te zien hoe we de resultaten in de toekomst kunnen verbeteren.’
Meer voedsel De juiste strategische keuzes zullen van waarde blijken in onze bestendigheid naar de toekomst. ‘We zien dat de wereldbevolking blijft toenemen. In 2050 verwacht men een groei naar 9 miljard mensen ten opzichte van de 7 miljard wereldburgers nu. Men verwacht ook dat er een groeiende middenklasse zal ontstaan, die steeds meer te besteden heeft. Dat enorme aantal mensen zal een groeiende vraag naar voedsel met zich meebrengen en – naarmate er meer inkomen is – ook meer vraag naar zuivelproducten. FrieslandCampina ziet een rol voor zichzelf weggelegd in de voedselvoorziening van die groeiende groep wereldburgers die behoefte heeft aan goede voeding. Daarnaast willen we bijdragen aan de bestaanszekerheid van melkveehouders wereldwijd en een perspectief aan jonge melkveehouders. De mondiale ontwikkelingen bieden ons kansen, maar die kunnen we alleen maar benutten als we ons bewust zijn van onze verantwoordelijkheden. We opereren in landen die zich snel ontwikkelen in economisch opzicht. De wet- en regelgeving in deze landen ontwikkelt zich ook en verandert soms ook snel. Daar zullen we op in moeten spelen. We verkennen nieuwe gebieden en we zullen vanaf 2015 – na de afschaffing van de melkquota - over meer melk beschikken die we in nieuwe afzetgebieden op de markt willen brengen. We zijn een sterk bedrijf en we verkeren in de positieve omstandigheid dat we kunnen blijven investeren. Onze focus blijft onverminderd op groei en waardecreatie gericht.’
Spark 7
Danone beloont goede samenwerking De divisie baby- en kindervoeding van Danone in China heeft FrieslandCampina Ingredients onderscheiden met de Strategic Partnership-prijs. Tijdens een onlangs gehouden bijeenkomst voor leveranciers mocht corporate key accountmanager Peter van der Heijden de prijs in ontvangst nemen. ‘Het hele FrieslandCampina-team mag trots zijn op deze onderscheiding.’
Peter van der Heijden (links) ontvangt de prijs van Chopin Zhang, operations director Danone Baby Nutrition China. Foto: FrieslandCampina
Danone is een belangrijke key account van FrieslandCampina. In China is de business unit kindervoeding van Danone bekend onder de naam Dumex. ‘Vorig jaar werd de bijeenkomst voor leveranciers voor de eerste keer gehouden. Het is de bedoeling dat het een jaarlijks terugkerend evenement wordt. Dit jaar werd de bijeenkomst gehouden op 27 juni in Shanghai’, aldus Peter. ‘Bijna tachtig leveranciers van ingrediënten en verpakkingen waren uitgenodigd.’ Peter woonde namens FrieslandCampina de bijeenkomst bij, samen met Janine Soo, regional manager Asia Pacific. Tijdens de bijeenkomst besteedde Danone veel aandacht aan de strategie en specifieke ontwikkelingen, zoals geloofwaardigheid en betrouwbaarheid in China. ‘Er werd ook gesproken over onderwerpen als beschikbaarheid van grondstoffen, de veranderende wetgeving ten aanzien van kindervoeding en de bijbehorende ingrediënten. Leveranciers moeten zich proactief opstellen en moeten voldoen aan hoge eisen en behoeften.’
Prestigieus Eén van de hoogtepunten van de bijeenkomst was de toekenning van vier onderscheidingen voor leveranciers. FrieslandCampina Ingredients ontving de Strategic Partnership Award, de meest prestigieuze prijs van de vier. ‘De overige drie prijzen werden toegekend voor specifieke onderdelen. Onze onderscheiding heeft betrekking op de complete samenwerking. De woorden ‘partnership award’ zeggen eigenlijk al veel over de manier waarop we met elkaar samenwerken. De prijs is voor ons allemaal. Dit resultaat bereik je alleen als iedereen echt met elkaar samenwerkt. Het is een erkenning voor het hele FrieslandCampina-team.’ De prijs werd toegekend door Dumex, de business unit in China, nadat het global team van Danone werd geraadpleegd. ‘Zij ondersteunden de toekenning volledig’, zegt Peter. ‘Danone en FrieslandCampina Ingredients werken nauw met elkaar samen en hebben een gemeenschappelijke strategie opgesteld. Onze samenwerking is gebaseerd op transparantie, vertrouwen en wederzijds respect. We werken gezamen-
lijk aan operationele ontwikkeling en innovatie. In grote lijnen gaat het om effectieve afstemming van onze activiteiten op hun ambities ten aanzien van groei en ontwikkeling.’ Binnen het samenwerkingsverband wordt ook aandacht besteed aan onderwerpen als duurzaamheid en kwaliteit (voldoen aan de hoge IFTnormen bijvoorbeeld). ‘We mikken op een win-win situatie. Als het om duurzaamheid gaat zijn beide ondernemingen toonaangevend. Met onze wederzijdse kennis kunnen we elkaar helpen en versterken.’
8 Spark
September 2013
Bekijk het filmpje voor klanten van Kieivit via
Ingredients
intranet: Homepage/Disciplines/Communication/ CorporateCommunication/Spark/2013/Spark 3
Project Overrun:
Het projectteam bij de installatie voor vetmixbereiding, v.l.n.r. Jeen Nijmeijer, Marcel Grobbe, Astrid Vasbinder en Irene Bodt. Niet op de foto: Rob Harte (verantwoordelijk voor planning). Foto: Het Hoge Noorden
Productie van toppings in Meppel
Wat zijn toppings? Toppings zijn ingrediënten voor luchtige, lichte en lekkere verwenproducten. Ze hebben uitstekende beluchtingseigenschappen en geven vorm en structuur aan luchtige desserts zoals kwarktaart, mousse en ijs. Een aantal toppings blijft ook bij hogere temperaturen heel vormvast, een eigenschap die voor klanten heel belangrijk is. Wereldwijd levert FrieslandCampina Kievit toppings vooral aan de bakkerij- en dessertindustrie.
Het team schuift aan tafel en meteen beginnen de collega’s enthousiast te vertellen over project Overrun. Een project waarmee de productie van toppings van FrieslandCampina DMV in Veghel naar FrieslandCampina Kievit in Meppel is verplaatst. Dat betekent naast technische en bouwkundige veranderingen ook werken met andere software, veel proeven draaien, werkvoorschriften updaten, de strakke planning bewaken én klanten erbij betrekken.
Vanaf 1 oktober 2013 zal de productie volledig in Meppel draaien, maar dat betekent niet dat het project ook is afgerond. Astrid Vasbinder, algemeen projectleider, vertelt: ‘We zijn in oktober 2011 gestart. Dat lijkt misschien lang geleden, maar er komt veel bij kijken. Naast nieuwe levering van grondstoffen, nieuwe recepturen en kostenstructuren zijn we veel bezig geweest met masterdata: gegevens van grondstoffen, nieuwe certificering en gegevens van leveranciers. Parallel aan Overrun werd ook Summit (zie de bijlage bij deze Spark) ingevoerd, waardoor we met nieuwe systemen gingen werken.’ Marcel Grobbe, technisch projectleider, vult aan: ‘We zijn gestart met de bouw van 400 m2 extra ruimte bij Kievit in Meppel, een gebouw van 16,5 meter hoog. Deze ruimte wordt gebruikt voor vetmixbereiding, een proces waarbij vloeibare en vaste
vetten en emulgatoren in de juiste samenstelling worden samengevoegd.’ Jeen Nijmeijer, procestechnoloog: ‘Ondanks de aanpassingen kunnen we naast de toppings ook nog steeds creamers voor soep en koffie produceren. Flexibiliteit in het productieproces is uitermate belangrijk.’ Astrid: ‘Onze interne testen zijn met succes afgerond. Vanaf juni hebben we monsters naar klanten gestuurd, zodat zij ook konden testen en goedkeuren.’
September 2013 Ingredients
Spark 9
Plantmanagers leren elkaar kennen
‘Onze klanten er nauw bij betrekken, is een bewuste keuze geweest’, vertelt Irene Bodt, verantwoordelijk voor de marketingcommunicatie voor het project. ‘Voor klanten is het altijd spannend als er veranderingen zijn in de productie. We hebben er daarom voor gekozen om op een positieve en transparante manier te communiceren en de voordelen te benadrukken. De accountmanagers zijn in gesprek gegaan met de klanten. Dit hielp ons ook om meer inzicht te krijgen in wat klanten met onze producten doen; waardevolle informatie. Met een filmpje hebben we klanten laten zien dat de toppings belangrijk zijn voor Kievit, wat vertrouwen geeft voor de toekomst. Astrid: ‘Voor medewerkers verandert er ook het een en ander. De toren waar in Veghel eerder de toppings werden geproduceerd, wordt nu geschikt gemaakt voor spraycaseïnaat, een ingrediënt voor medicinale voeding, sport- en dieetvoeding en allerlei levensmiddelentoepassingen. Daardoor hebben sommige medewerkers een iets andere functie gekregen, met andere taken. Bij FrieslandCampina Kievit zijn er ook andere taken bijgekomen, waardoor we extra operators nodig hadden. Twee operators zijn twee weken in Veghel geweest om daar te kijken en te leren van de ervaren operators. De samenwerking is goed verlopen, ook doordat in het projectteam mensen zitten die vroeger zelf in Veghel werkten.’ ‘We zijn er trots op dat we het project realiseren binnen budget en binnen de strakke planning. Met de productie van toppings in Meppel hebben we nu de hele range van geëncapsuleerde poeders bij elkaar. Dit betekent dat er meer mogelijkheden zijn voor innovatie omdat de teams met hun kennis en ervaring zeer intensief kunnen samenwerken.’
De groep plantmanagers op het terrein bij de fabriek in Workum Foto: Marten Aukes
Plantmanagers van de business group Ingredients ontmoeten elkaar twee keer per jaar. Onlangs bij de fabriek van Domo in Workum. Hans Borsboom, plantmanager in Workum, mocht de collega’s in zijn bedrijf ontvangen en betrok ook de plantmanager van de naastgelegen kaasfabriek, Fred Raaijmakers, erbij. ‘Een goede manier om elkaar te leren kennen, te praten over ontwikkelingen in onze bedrijven en het delen van best practices. 'Continu verbeteren' was dit keer het thema. Daar hebben we ons in verdiept, samen met corporate director supply chain Joost van de Rakt en Harco de Jager, programmamanager continuous improvement. Je merkt dat je veel leert van elkaar en dat je het netwerk van collega’s actief gaat gebruiken. Bij een volgende bijeenkomst staat ‘Duurzaamheid’ centraal, eerder hebben we ‘Safety’ als onderwerp gehad.’
10 Spark
Bij FrieslandCampina Kievit in Salatiga, Indonesië, werd Wereldmilieudag gevierd, samen met de lokale gemeente, de universiteit, het milieukantoor en de boerengemeenschap. Zo openden ze ‘Kievit Paradise’, een park voor het behoud van zeldzame planten in MiddenJava, organiseerden een campagne om lokale Midden-Javaanse traditionele maaltijden te promoten en een workshop rond het thema van de milieudag: Think, Eat, Save (over hoe we omgaan met ons eten, hoeveel we weggooien wat nog eetbaar is en wat we zouden kunnen besparen).
September 2013 Ingredients
DMV Veghel:
Energiebesparing én een schoon proces Een team medewerkers in de lactosefabriek van FrieslandCampina DMV in Veghel, heeft een eind gemaakt aan een structureel en lastig probleem in de productie van lactose. Het resultaat: een schoner proces én energiebesparing. ‘Deze actie in het kader van ‘continu verbeteren’ zorgt ervoor dat medewerkers met andere ogen naar hun eigen werk kijken en zich bewust worden van de mogelijkheden om energie te besparen’, vertelt Ad Snoeijen, energie-coördinator bij DMV. Het begon allemaal met schoonmaken als onderdeel van continu verbeteren (TPM, Total Productive Management) bij FrieslandCampina DMV. ‘Wij waren met onze ploeg bezig met de eerste stap in ‘autonoom onderhoud’, vertelt groepsleider Louis Opdam in de lactosefabriek in Veghel. ‘De eerste drie stappen gaan over het grondig schoonmaken van de afdeling. We liepen tegen een vervuiling aan in een vochtafscheider bij een van de reactietanks. We hadden die vochtafscheider schoongemaakt, en zijn op zoek gegaan naar de oorzaak van de vervuiling.’
Afzuiging ‘Wij zijn gaan zoeken naar de oorzaak van de vervuiling’, vervolgt Louis. ‘En door het maken van een dwarsdoorsnede van de ontluchting merkten we dat we in dit proces te maken hebben met afvoer van hete waterdamp mét hulpstoffen. De waterdamp condenseert met resten daarvan en die verstoppen uiteindelijk de vochtafscheider.’ Ad Snoeijen: ’Met behulp van een extern bureau is nagedacht over een goede oplossing. Er is een technische aanpassing aan de reactietank gedaan, waardoor de vochtige lucht minimaal wordt afgevoerd, er geen dampvorming
Ingredients
Spark 11
Studenten geven uitleg aan de burgemeester (midden foto) en collega's van FrieslandCampina Kievit over het omzetten van slibafval in milieuvriendelijke mest.
Wereldmilieudag in Salatiga, Indonesië Louis Opdam (vooraan) en Ad Snoeijen bij een technische tekening over de bestaande aanpassing. Foto: Van Assendelft
Op de filtratie-afdeling in de lactosefabriek wordt de lactose in een tank opgelost bij een temperatuur van 100°C. Dan wordt er een filterhulpstof en actieve kool aan toegevoegd. Die beide helpen om de lactose te zuiveren van restjes eiwitten en zouten. ‘In dit proces wordt de lactose steriel gemaakt en gezuiverd. Dat is belangrijk, want we produceren hier farmaceutische lactose die aan hoge kwaliteitseisen moet voldoen’, aldus Louis. ‘Tijdens het filtratieproces wordt de temperatuur in de tank hooggehouden met directe stoominjectie. Om dampvorming in de productieruimte te voorkomen, werd er tot voor kort maximaal afgezogen.’
September 2013
in de productieruimte optreedt en er geen vervuiling meer ontstaat. Met een investering van 50.000 euro wordt er ieder jaar 30.000 euro aan energiekosten bespaard.’ Louis Opdam: ‘We kunnen deze oplossing niet voor één maar voor zeven tanks gebruiken. Bovendien is deze aanpassing in feite toepasbaar op iedere vergelijkbare tank, bijvoorbeeld ook bij CIP-tanks (Clean in Place). ‘Het goed onderling samenwerken door de verschillende groepen die met ‘continu verbeteren’ bezig zijn, heeft in dit project zeker zijn vruchten afgeworpen’, aldus Ad. ‘Medewerkers kijken niet alleen naar verbeteringen in het proces maar ook naar energiebesparing. Als we dat bereiken, is dat echt winst. We richten ons in dit bedrijf op een jaarlijkse energiebesparing van 2,5 procent. Daar hebben we onze medewerkers hard bij nodig.’
Ook is het MVO-programma (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) verder uitgewerkt: FrieslandCampina Kievit recyclet voortaan organisch slibafval van het waterzuiveringsproces tot mest in de vorm van vet en olie. Dit wordt vervolgens omgezet in zeep en kaarsen. Wereldmilieudag wordt al sinds 1972 wereldwijd gevierd. Het initiatief van de Verenigde Naties gaat over wat we kunnen doen om het milieu te behouden en te verbeteren. In meer dan 100 landen vinden er activiteiten plaats, zoals bomen planten, afval inzamelen en schoonmaakactiviteiten, campagnes met muziek en dans om duurzaamheid onder de aandacht te brengen en voorlichting over gezonde en duurzame voeding.
De burgemeester van Salatiga en bestuurders van FrieslandCampina Kievit planten zeldzame bomen op het terrein van Kievit Paradise
De burgemeester proeft samen met collega’s van FrieslandCampina Kievit lokale Midden-Javaanse traditionele lekkernijen
Foto’s: FrieslandCampina
12 Spark
September 2013 Cheese, Butter & Milkpowder
Werkgroep gaat explosiegevaar te lijf Op elke locatie waar een poedertoren staat, kan een stofexplosie plaatsvinden. Om dat gevaar uit te bannen zijn er wettelijke eisen: de Atex-richtlijnen. FrieslandCampina gaat echter een stap verder. Een concernbrede werkgroep zet zich ervoor in ook die risico’s aan te pakken waar de richtlijnen niet in voorzien. Hoe kan een stofexplosie ontstaan? Doordat poeder kan gaan broeien, smeulen en vervolgens branden. Vandaar dat de overheid strenge richtlijnen invoerde, de Atex-137, voor bestaande installaties, de Atex-95 voor nieuwe. Toch ontstond in Lochem vorig jaar een explosie, terwijl de fabriek beveiligd was volgens de laatste eisen. Er was een temperatuurmeting uitgevallen. Daardoor leek ten onrechte meer warmte nodig, en die werd automatisch ingebracht. Met alle consequenties van dien. Met andere woorden: er bestaan binnen het proces kwetsbaarheden waarin de richtlijnen niet voorzien. En het is zaak die te elimineren. Daar komt de Atex-werkgroep in beeld. Die werkgroep – hij werd in 2003 opgericht door Friesland Foods – bestaat uit mensen van elke locatie waar een poedertoren staat. Samen werken ze – vooral door continu kennis te delen – aan concernbrede verbeteringen. Bovendien voeren ze audits uit. Snuffelaars en dubbelmetingen Eén van de werkgroepleden is Henk Broeke, maintenance manager in de
locatie Lochem waar men sinds de explosie extra alert is op Atex-gebied. Hij vertelt graag over de aanvullende veiligheidsmaatregelen die zijn ingevoerd. ‘Voor een explosie is een vonk nodig, dus wordt werkelijk alles wat een vonk kan geven explosieveilig gemaakt. Je kunt al je machines veilig hebben en toch overvallen worden door iets kleins als een vonk in de verlichting bij een toren. Verder hebben we onder meer een zelfcontrolerende dubbele temperatuurmeting ingevoerd, zodat een fout als vorig jaar niet meer kan optreden. Daarnaast zijn er maatregelen getroffen voor als er tóch een explosie plaatsvindt: er is bijvoorbeeld een explosie-ontlastkanaal aangebracht en een blussingssysteem ontwikkeld.’ De verbeteringen die Henk Broeke noemt zijn inmiddels ingevoerd bij alle poedertorens van FrieslandCampina. Eerder waren die al voorzien van CO-detectie-installaties, waarmee een beginnende brand of broei in een vroeg stadium wordt gedetecteerd.
September 2013 Cheese, Butter & Milkpowder
Spark 13
Restrisico’s opruimen Bij de vervolgaanpak staat een door de werkgroep ontwikkeld self assessment centraal: de gehele installatie wordt tot in detail doorgeplozen om verborgen gebreken boven water te krijgen. ‘Als dit uitvalt, wat zou er dan gebeuren?’ Uitgangspunt daarbij zijn Atex-zoneringen (zone 1 betekent geen gevaar, zone 22 een hoog gevaar) waarvoor risicoanalyses worden gemaakt. Het self assesment wordt dit jaar per ‘poedertorenlocatie’ in één toren uitgevoerd. De komende jaren volgt uitbreiding naar álle poedertorens. En er wordt al weer hard gewerkt aan de volgende stap: de menselijke kant van het verhaal. Zijn alle verantwoordelijkheden op Atex-gebied goed geregeld? Zijn alle benodigde documenten op orde? Henk Broeke: ‘Alle torens voldoen aan de Atex-richtlijnen, maar er bestaan nog restrisico’s. Die zijn we nu aan het opruimen.’
‘We elimineren de kwetsbaarheden’
Monteur Erwin van Holten in Lochem. Foto: William Hoogteyling
Cheese, Butter & Milkpowder
Spark 15
FrieslandCampina Export
Joost Boks (l) en Cees Ruijgrok (r)
Met sterke merken de wereld veroveren
Op zoek naar kansen De samenvoeging heeft alles te maken met ‘one face to the customer’, waarin FrieslandCampina werkt aan key accountmanagement. Cees legt uit: ‘We hebben drie grote aandachtsgebieden waar onze ‘area managers’ zich op richten: The Americas (Noord-, Midden-, en Zuid-Amerika), Afrika en The Near and Far East (van Rusland tot en met China). We zijn opnieuw naar de markten gaan kijken en gaan analyseren: waar liggen onze kansen? Dit past helemaal in het plaatje van route2020, waarin geografische groei een be-
langrijk onderdeel is. Een voorbeeld van een land met veel mogelijkheden is Libië: kaas doet het goed, Frico is er een groot merk. Daarnaast is MyBoy er een belangrijk merk voor kindervoeding en voeren we er ook de merken Rainbow en Omela. Door intern nog beter samen te werken, maken we optimaal gebruik van elkaars kennis met als resultaat een nog sterkere positie dan voorheen. Om ook in andere gebieden zo optimaal mogelijk te presteren, hebben we een plan ontwikkeld waarmee andere landen het voorbeeld van Libië kunnen volgen.’ Marktanalyses Joost Boks heeft eerder in Spanje en Afrika gewerkt en werkt nu als marketing en business development director voor FrieslandCampina Export. Hij legt uit: ‘Voordat we de uiteindelijke strategische keuzes maken, gaat er een grondige analyse aan vooraf. We kijken naar de kenmerken van de markt in een land: hoe is de zuivelmarkt, wat is het gemiddelde inkomen, wat zijn de trends? Daarnaast kijken we naar onze eigen business: wat voor mogelijkheden zijn er voor ons in dat land? Welke specifieke regels gelden er voor export? Door deze gegevens te combineren, maken we duidelijke analyses waarmee we onze strategie per land bepalen. We hebben nu een selectie
gemaakt van landen en producten waarop we ons de komende jaren gaan richten. Onze focus ligt daarbij op het bouwen van sterke merken.’ Veranderende rol Joost: ‘Voorheen werkten we vanuit FrieslandCampina eigenlijk met twee modellen: we betraden een nieuwe markt óf vanuit de exportorganisatie met een sterke en dominante rol voor de lokale distribiteur óf vanuit een werkmaatschappij met een eigen, lokale vestiging. Vaak ligt daar een grijs gebied tussen en dat is waar we met onze nieuwe exportstrategie invulling aan willen geven. Met ons nieuwe masterplan hebben we een model ontwikkeld waarmee we onze exportactiviteiten verdelen in twee groepen: ‘order & deliver’ landen en ‘strategic markets’. In ‘order & deliver’ landen gaan we relaties aan met distributeurs die onze marketing- en verkoopactiviteiten behartigen. Voor de ‘strategic markets’ bepalen we per markt een specifieke strategie en structuur om daar sterke merken op te bouwen. Eventueel gaan we ons daar op termijn lokaal organiseren en een zelfstandig opererende werkmaatschappij opbouwen.’ Cees vult aan: ‘Daar hoort bij dat we lokale mensen werven om ‘lokaal een oor aan de grond te houden’. Je moet namelijk de cultuur goed kennen om goed zaken te kunnen doen. Een actueel voorbeeld is Noord-Afrika, waar na het succesvol opbouwen van merken door FrieslandCampina Export, nu gekeken wordt om in deze regio een zelfstandige werkmaatschappij op te zetten.’
Welke producten exporteert FrieslandCampina het meest?
1
2
3
4
Yoghurts
‘We exporteren al meer dan 100 jaar en bedienen 148 markten’, zegt Cees Ruijgrok, managing director, trots. Zelf is hij al ruim 35 jaar betrokken bij FrieslandCampina en heeft hij zo’n 27 jaar in het buitenland gewerkt. Cees vertelt: ‘Eerder werkten de exportmedewerkers vanuit twee locaties: vanuit Leeuwarden werden alle producten voor condensmelk, geëvaporeerde melk, melkpoeder en kindervoeding geëxporteerd en vanuit Wolvega de kaasproducten. Sinds juli 2012 zijn de twee organisaties samengevoegd en werken alle medewerkers in Wolvega. De keuze voor Wolvega was pragmatisch: veel medewerkers komen uit het noorden van Nederland en we wilden hun kennis en expertise graag behouden.’
Noorden
UHT-melk
Producten van FrieslandCampina gaan de hele wereld over. Met ruim 100 medewerkers richt FrieslandCampina Export zich op het vermarkten van consumentenproducten in landen buiten Europa, waar FrieslandCampina (nog) geen eigen vestiging heeft. Met een nieuw strategisch masterplan bouwen zij verder aan dit succes en blijven ze op zoek naar potentiële markten.
Foto: Het Hoge
Baby-voeding
‘FrieslandCampina Export heeft veel kennis in huis over lokale markten’
September 2013
Cheese, Butter & Milkpowder
Evap
Het nieuwe strategische masterplan van FrieslandCampina Export in het kort: Marktanalyses: feiten en trends verzamelen Marktbenadering: met welk model benaderen we welke markt het beste? • Order & deliver: relaties met distributeurs/importeur s aangaan die onze marketing- en verkoopactiviteiten behartigen • Strategic markets: specifieke strategie om marktpositie op te bouwen en merken sterk neer te zetten, kan leiden tot eigen lokale werkmaatschappij
September 2013
Kaas
14 Spark
5
16 Spark
De productie van Landliebe-boter is van Duitsland naar Nederland verhuisd. Dat lijkt misschien wat vreemd voor een bekend Duits consumentenmerk, maar dat is het niet.
September 2013 Cheese, Butter & Milkpowder
Arabische lente: exporteren naar landen in onrust In delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten is het onrustig. De media tonen ons vreselijke beelden van demonstraties, opstootjes en politieke machtswisselingen. Ondertussen gaan de exportactiviteiten van FrieslandCampina door. Wessel de Vries is area exportmanager voor deze regio en vertelt over de impact van de onrust.
Frico-kaas in een supermarkt in Egypte
FrieslandCampina exporteert onder meer naar Egypte (Frico-kaas) en Libië (Frico-kaas, geëvaporeerde melk (Evap) en babyvoeding). ‘We werken samen met importeurs met wie we vaak jarenlange relaties hebben opgebouwd. In Egypte hebben we bijvoorbeeld een betrouwbare importeur met wie we al meer dan 15 jaar samenwerken. In augustus was hij nog in Nederland, omdat het voor ons nu lastiger is om naar Egypte te reizen gezien de situatie daar. Niemand weet welke kant de ontwikkelingen op zullen gaan, ook de importeur niet. Je hoort er van alles over, maar de onzekerheid is groot.’
Foto: FrieslandCampina
Onzekere factoren De onzekere situatie beheerst het dagelijks leven van de bevolking en heeft ook gevolgen voor het bedrijfsleven. ‘We weten normaal gesproken altijd wat onze importeurs verkopen en op voorraad hebben. Met die gegevens kunnen we plannen. Dan zie je ook ieder jaar dezelfde pieken en trends in de verkopen. Die voorspelbaarheid ben je nu kwijt. Dit maakt het lastig om voorraden te beheren. Daarnaast spelen in Egypte nog twee belangrijke ontwikkelingen een rol. Het Egyptische pond is sterk in waarde gedaald, waardoor de prijzen lokaal flink omhoog zijn gegaan en de
September 2013 Cheese, Butter & Milkpowder
Frico-kaas zo’n 30% duurder is geworden. Daarnaast zijn soms delen van Caïro en ook steden buiten Caïro volledig afgesloten. Hierdoor kan onze importeur onze producten niet altijd even goed leveren. 2013 zal dan ook geen goed jaar worden. We verkopen wel door want de behoefte aan voeding en zuivelproducten blijft – ondanks de onzekere tijden.’
Landliebe boter
Kansen ‘We werken samen met onze importeur aan het behouden van ons marktaandeel. Als de markt aantrekt, zijn we er meteen weer bij. Zo behouden we samen onze business voor de toekomst. In de regio NoordAfrika liggen nog veel kansen voor FrieslandCampina. De bevolking is jong en de landen zijn in opkomst. Er zijn steeds meer mensen die geld te besteden hebben. Met onze producten kunnen we nog flink groeien. Belangrijk is wel om focus te houden, want alles tegelijk doen werkt niet.’
Mariëlle de Jong, marketing director CPE in Duitsland, en Sybille Erhardt, PR manager, vertellen: ‘Landliebe staat in Duitsland bekend als een duurzaam merk, geproduceerd van GMO vrije melk (zie kader). De melk wordt in Duitsland geproduceerd door koeien van leden-melkveehouders in de regio Keulen. In Keulen wordt de melk tot room verwerkt, maar er is geen productielijn die geschikt is voor de laatste stap in het proces: de productie van boter. Voorheen ging de room daarom naar Prenzlau, een plaats in het Noordoosten van Duitsland. Deze productielocatie is echter sinds 2009 niet meer van FrieslandCampina.’
Samen bouwen Onze relaties en partnerschappen met importeurs zijn onze basis voor succes. Belangrijk is dat we betrouwbare partners hebben, zodat we samen met hen kunnen inspelen op de situatie. Zij kennen vaak het land, de cultuur en de politiek het beste en zijn onze oren en ogen ter plekke. Daarbij werken wij in onze grotere Frico exportmarkten met lokale marketeers die, aangestuurd door onze marketeers in Wolvega, vanuit het kantoor van onze distributeurs alle marketingactiviteiten coördineren. Onze relatie gaat dus veel verder dan alleen producten leveren; we plannen samen promoties in voor supermarkten en bereiden marketingcampagnes samen voor. Om ook in de toekomst succesvol te zijn, bouwen we verder aan deze relaties.’
Groen imago ‘Om de productie in eigen hand te houden en efficiënt in te richten, is gekozen voor de boterlocatie in ’s-Hertogenbosch. Daar wordt veel boter gemaakt en is veel expertise aanwezig. Als je kijkt naar de transportkosten is het zelfs voordeliger. Van Keulen naar Prenzlau is ongeveer 700 kilometer en van Keulen naar ’s-Hertogenbosch 170 kilometer. Dat past beter bij het groene imago van Landliebe.’
Noot van de redactie: dit artikel is begin augustus geschreven, gebaseerd op de situatie in Egypte van dat moment.
Groot effect ‘Om de aparte Landliebe-roomstroom naar ’s-Hertogenbosch te verplaatsen, moesten we van alles regelen. Van investeringen in technologie, kennis uitwisselen over recepten, smaak en structuur van de boter tot het uitvoeren van producttesten. Uitgangspunt was dat het product hetzelfde bleef. Het zit ‘m vaak in kleine dingen, maar als je die niet goed regelt, heeft het een enorme impact op het project.’ Gea Vogels, plantmanager in ‘s-Hertogenbosch, kan dat beamen. ‘De nieuwe Landliebe roomstroom heeft effect op onze hele fabriek. We houden de stroom helemaal apart van de andere werkzaamheden, waardoor er twee stromen door de fabriek gaan. We hebben gewerkt met twee projectteams: het ene
Dat gaat naar Den Bosch toe…
Spark 17
Het Landliebe-merk Landliebe is het grootste zuivelmerk in Duitsland. Landliebe heeft naast boter ook melk, drinks, yoghurt, kwark, desserts, griesmeelpudding en muesli met yoghurt in het portfolio. Landliebe-producten zijn natuurlijk en authentiek en worden gemaakt van GMO-vrije melk. Dat is melk van koeien die alleen gen-vrij voer eten dat door de Duitse melkveehouders zelf wordt verbouwd of elders in Europa wordt gekocht. De melk voor Landliebe-producten wordt in een aparte melkstroom opgehaald en verwerkt in onze fabrieken. Er worden geen conserveringsmiddelen, smaakversterkers of kunstmatige kleurstoffen toegevoegd.
Welke botermerken worden er nog meer geproduceerd in ‘s-Hertogenbosch? Campina Botergoud (Nederland) • Frau Antje (Duitsland) • Frico (wereldwijd) • Campina bulkverpakkingen (wereldwijd) •
team hield zich bezig met investeringen, het andere team met de organisatie zoals de proefproductie, hoe komen orders binnen en het maken van afspraken over kwaliteitscontroles. Er komt inderdaad heel wat bij kijken.’ Investeringen ‘We hebben bijvoorbeeld twee nieuwe dozenmachines aangeschaft, die zorgvuldig 16 of 40 pakjes boter inpakken. En we zijn met andere dozen gaan werken, de zogenaamde 'wrap around’. Dit zijn dozen met veel minder karton dan de traditionele en waarbij de randen aan de buitenkant zitten. Zo beschadigen de pakjes boter niet. Om alle nieuwe activiteiten goed uit te voeren, hebben we een nieuwe ploeg aangenomen. Ze hebben veel proefproducties gedraaid om de kwaliteit van de boter te garanderen.’ Win-win-win Gea besluit: ‘Het is een win-win-win situatie: we produceren de boter weer op een eigen FrieslandCampina locatie, de transportafstand voor de room is flink ingekort en in ‘s-Hertogenbosch hebben we er extra volume bij, wat voor onze productielocatie alleen maar goed is.’
De eerste Landliebe-boter kwam in ’s-Hertogenbosch in augustus van de band gerold. 1ste operator kleinverpakking Cees Fens controleert het proces nauwkeurig. Foto: William Hoogteyling
18 Spark
Uit de VS Philips doet het, IBM doet het en FrieslandCampina doet het ook: open innovatie bedrijven. Het begrip open innovatie is afkomstig uit de Verenigde Staten. Henry Chesbrough, hoogleraar aan de universiteit van Berkely, heeft de ideeën rond open innovatie uitgedragen en gedefinieerd. ‘Het combineren van interne en externe bronnen voor zowel de ontwikkeling als het op de markt brengen van nieuwe technologieën en producten.’ Open innovatie staat tegenover gesloten innovatie. Nog niet zo lang geleden hielden bedrijven hun innovaties geheim en deden ze geen pogingen om informatie met anderen te delen. Vandaag de dag kan informatie zo gemakkelijk overgedragen worden dat het onmogelijk lijkt om dat tegen te houden. Bedrijven erkennen dat maar zien vooral kansen en mogelijkheden om via open innovatie beter in te spelen op de vragen van hun klanten. Het open innovatie-model gaat ervan uit dat je er beter aan doet om kennis uit te wisselen, te leren en daar je voordeel mee te doen.
September 2013
pende relaties met elkaar. FrieslandCampina werkt wereldwijd; het principe van open innovatie wordt ook wereldwijd toegepast in onze onderneming. Het team helpt bij het op gang brengen van samenwerkingen. Dat kan bijvoorbeeld door het vinden van de meest geschikte partner, het opstellen van samenwerkingsovereenkomsten en het daadwerkelijk opstarten van projecten.’
Sneller slagen in de markt met ‘open innovation’ Sneller innoveren doe je samen. Samen met grote afnemers, leveranciers of met een universiteit. FrieslandCampina zet nadrukkelijk in op ‘open innovation’. ‘De wereld verandert snel, als bedrijf wil je ook snel kunnen reageren op verandering en op de vragen van je afnemers. Daar helpt open innovatie bij’, aldus Willem Posthouwer, open innovatie manager bij FrieslandCampina. ‘FrieslandCampina werkt al nauw samen met enkele grote klanten aan innovaties. Dat doen we met onze zogenaamde ‘key accounts’, aldus Willem Posthouwer. ‘Je kunt als onderneming nieuwe producten ontwikkelen, produceren en aanbieden aan je klanten; ervan uitgaande dat dat het product is waar zij behoefte aan hebben en een markt voor zien. Je kunt ook een andere weg kiezen en samen met je klant een traject in gaan waarin je samen gaat onderzoeken waar de klant het meeste behoefte aan heeft en besluiten of je zo’n product samen kunt ontwikkelen. Als je die weg in gaat, bundel je de krachten, deel je kennis en ben je met open innovatie bezig.’ Partner Margriet Schoterman is senior research manager en ‘open innovation champion’. ‘Innovatie is een van de sleutels tot succes, een van de competenties uit route2020. Voor echte innovatie hebben we dikwijls kennis en vaardigheden nodig die we niet zelf in huis hebben. Hiervoor werken we samen met externe partners. We gaan ontwikkelingstrajecten aan met grote klanten, maar we werken ook aan innovaties met kennisinstellingen zoals universiteiten en hogescholen. Hetzelfde geldt voor leveranciers van bepaalde grondstoffen. Procurement (inkoop) speelt een belangrijke rol bij open innovatie. Als je op een open wijze innoveert, in een samenspel met afnemers en leveranciers, dan investeer je in langlo-
Goede afspraken ‘Het principe van open innovatie is beproefd, ook binnen FrieslandCampina’, stelt Frank Boerboom (technical manager en ‘open innovation champion’). ‘Maar we streven ernaar om het samenwerken met externe partners steeds beter in de vingers te krijgen. Dat was een van de redenen om onlangs voor het eerst een bijeenkomst te houden voor een groep van alliance managers (een alliance manager is een collega die een samenwerking met een belangrijke partner leidt), key accountmanagers en open innovation champions. We hebben sprekers uitgenodigd die veel ervaring hebben met open innovatie, zoals een CEO uit de automobielindustrie, een hoogleraar ondernemerschap en innovatie en een research manager uit de vliegtuigindustrie. Dat heeft ons nuttige leerpunten opgeleverd voor onze eigen organisatie. We willen kennis delen evenals de inzichten die we gaandeweg opbouwen.’ Uitnodiging Het team wil open innovation verder stimuleren. Willem Posthouwer: ‘Wij nodigen onze collega’s graag uit om de mogelijkheden van open innovatie te ervaren. Met de kennis en ervaring in dit team kunnen we de open innovatie trajecten van anderen sneller laten verlopen. Het vergroot de innovatiekracht van je bedrijf.’
Bel of mail met Willem Posthouwer:
[email protected], tel (0031) (0) 6 5354 1072
September 2013
Spark 19
Peter van der Heijden, corporate key accountmanager voor Danone ‘Open innovatie is een goed instrument om al in een vroeg stadium samen met je ‘key account’ op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Partijen vullen elkaar aan met kennis en vaardigheden. Daarin word je allebei sterker, bereik je synergie en kun je innovaties sneller naar de markt brengen. Sleutelwoord in dit proces is vertrouwen. Vooraf moet je goede afspraken maken over de manier van samenwerking en oplossingen zoeken voor mogelijke obstakels. Bijvoorbeeld over segmenten waarin je elkaars concurrent bent en het eigendom van bepaalde vindingen. Je wilt een sfeer creëren waarin je open en constructief kunt samenwerken met duidelijk afgebakende grenzen. Wij zijn momenteel met Danone over een dergelijk model in gesprek.’
Vlnr: Margriet Schoterman, Willem Posthouwer en Frank Boerboom. Foto’s: Bram Petraeus
20 Spark
September 2013
September 2013
Spark 21
Technological Expert Teams (TET’s)
Kennis delen over de allerbeste indamper
Kennis opbouwen over de technologie van onze productieprocessen is voor FrieslandCampina van groot belang. Tom van Hengstum, (director Research, Process & Technology) is lid van het Technology Management Team. ‘In de afgelopen jaren zijn alle technologieën in de onderneming in kaart gebracht. Indampen bijvoorbeeld doen we in de hele onderneming. Maar dat geldt ook voor membraantechnologie, voor procescontrole, verpakkingstechnologie, de vast/vloeistofscheiding en ‘mild preservation’ (verwijderen van ongewenste micro-organismes). Voor deze zes technologieën zijn er Expert Teams in het leven geroepen met vertegenwoordigers vanuit verschillende business groups. De leden van deze Expert Teams bouwen aan de kennis over deze onderwerpen en fungeren als vraagbaak voor de organisatie. Zij zorgen er ook voor dat wij als bedrijf de beste technologieën in huis hebben en op de meest optimale manier gebruiken. Zij houden nieuwe ontwikkelingen in de gaten die ertoe kunnen leiden dat we ons kunnen onderscheiden in onze producten en markten, en zorgen voor een veel duurzamer proces.’
De beste indamper die er is moet de standaard worden bij FrieslandCampina. Dat is het doel van het Expert Team Evaporation. Het Expert Team zet in op het opbouwen van zoveel mogelijk kennis over indampers én het delen van die kennis met alle collega’s die met indampers werken. Via gesprekken, intranet en workshops.
Het Expert Team: vlnr Abhay Markande, Karin Schröder, Gerard van Gils, Harald de Jonge, Arjan Verkerk en André van der Hoek. Op de foto ontbreekt Jeannet Raanhuis, die eveneens lid is van het team. Foto: William Hoogteyling
Kennis opbouwen over de indamptechnologie, dat is het doel van project BEAST. Dat staat voor Best Evaporator Available Standards and Technologies. ‘Op intranet hebben we een site ingericht met relevante documenten over fundamentele en praktische kennis van indampers in de zuivelindustrie. We willen deze verzameling documenten gaandeweg uitbreiden en de kennis over indampers zo goed mogelijk beschikbaar maken voor iedereen die met indampers te maken heeft’, legt Karin Schröder, senior process technologist bij Domo uit. In oktober zal bij DMV in Veghel een splinternieuwe indamper in gebruik worden genomen, de I30-3 traps. Bevindingen die tijdens het project BEAST zijn opgedaan zijn succesvol geïntegreerd in het ontwerp van de I30-3 waardoor deze indamper dicht in de buurt komt van het ideaalbeeld: een I30-3 traps indamper die maar liefst 60 procent minder energie verbruikt. Dit komt overeen met het verbruik van circa 500 Nederlandse huishoudens. Het werken met energiezuinige indampers zet dus zoden aan de dijk als het gaat om het terugdringen van de CO2uitstoot. ‘Dat maakt FrieslandCampina duurzamer. Deze I30-3 traps maakt gebruik van MVR (Mechanical Vapour Recompression) technologie. In samenwerking met de leverancier hebben we die MVR- technologie geoptimaliseerd’, vertelt Gerard van Gils, process technologist bij
DMV in Veghel. Gerard is een absolute expert op het gebied van indampers. De afgelopen jaren heeft hij samen met Karin Schröder gewerkt aan fundamentele en praktische kennisopbouw van indampers. ‘Dit heeft geleid tot aanpassingen aan bestaande indampers waardoor ze minder energie gebruiken. In samenwerking met onze leverancier kunnen we aan indampers die de MVR technologie gebruiken, belangrijke verbeteringen aanbrengen. Die kennis kunnen we voor meer indampers gebruiken.’ Workshop Onlangs organiseerde het Expert Team voor het eerst een workshop over indampen: ‘Evaporation theory in practice’. ‘Er waren 35 collega’s aanwezig die met indampers werken. Dat waren collega’s van R&D en procestechnologen uit de business groups’, aldus Abhay Markande, researcher process technology bij Corporate Research. ‘We hebben ’s ochtends college gegeven over de theorie van indampprocessen en in de middag werden de collega’s uitgenodigd om berekeningen uit te voeren aan indampers die met Mechanical Vapour Recompression of met Thermal Vapour Recompression (TVR) werken. De berekeningen zijn uitgevoerd aan de hand van een rekenprogramma dat door Karin is gemaakt’, legt legt senior process technologist Arjan Verkerk uit. ‘Door deze workshops krijgen
we met elkaar veel meer inzicht in de meest optimale indamperconfiguratie.’ Investeren Het Expert Team voerde ook een inventarisatie uit van alle indampers binnen FrieslandCampina. Dat leverde een totaal van 74 in gebruik zijnde indampers op. Ieder jaar worden er gemiddeld twee indampers vervangen. ‘Het gaat om investeringen voor de lange termijn, de CAPEX-investeringen. We willen de kennis die we nu hebben – en steeds verder ontwikkelen – inzetten bij het aankopen van nieuwe indampers.’ ‘Hiertoe heeft het Expert Team een zogenaamde demand list (lijst van eisen) voor indampers opgesteld’, aldus André van der Hoek, process technologist bij DMV. ‘In de lijst zijn de huidige best practices opgenomen’. ‘Investeren in energiezuinige indampers levert besparingen op die van jaar tot jaar terugkeren’, vertelt Harald de Jonge, senior process technologist bij CPI: ‘Indampers zijn belangrijke onderdelen in onze bedrijfsprocessen. Met de gegevens die we nu hebben zijn we in staat om van onze leveranciers te verlangen dat ze de energiehuishouding van het indamperontwerp optimaliseren.’ Bij de projecten Aeolus (Borculo) en Mountain (Borculo) is het Expert Team vanaf het begin als adviseur betrokken. ‘Daar wordt de MVR technologie dan ook toegepast.’
Indampers, ze zijn overal in de productiebedrijven van FrieslandCampina. In kaasproductiebedrijven, in de productiebedrijven van Ingredients en Consumer Products International. Jeannet Raanhuis, senior process developer bij Cheese, Butter & Milkpowder: ‘In een indamper wordt water uit melk, uit kaaswei of caseïnewei gehaald tot de vloeistof een drogestof-gehalte heeft van 30 tot 60%. De ingedikte vloeistof kan verder worden bewerkt. Zo kan het weiconcentraat naar een kristallisatietank gaan voor het verwijderen – en verder tot waarde brengen - van lactose. De vloeistof kan ook direct naar de sproeidroogtoren voor de laatste stap van de waterverwijdering.
In het nieuwe Innovation Centre dat in Wageningen wordt gebouwd, wordt ook een indamper geplaatst. Het Expert Team was nauw bij het ontwerp betrokken. ‘Dat was best een puel’, vertelt Karin Schröder. ‘Deze indamper moet namelijk geschikt zijn voor alle indampprocessen binnen het concern. In de onderneming zijn bijna alle indampers weer net iets anders. Hier geldt: één indamper voor alle producten. Het was echt rekenen om daarvoor de juiste, modulaire indamper te ontwerpen.’
22 Spark
September 2013
September 2013
Met locaties in 28 landen is FrieslandCampina met recht een internationaal bedrijf te noemen. Medewerkers werken meer en meer samen in een internationale context en overschrijden daarmee fysieke, sociale en culturele grenzen.
Internationaal denken, leren en samenwerken Medewerkers gaan steeds vaker naar het buitenland om voor korte of langere termijn aan projecten te werken. Voor FrieslandCampina levert dit voordelen op: een sterker intern netwerk, het delen van kennis en ervaring, het delen van (nieuwe) technologie en misschien zelfs het ontdekken van nieuwe markten of het ontwikkelen van producten voor specifieke marktsegmenten. Voor medewerkers biedt het de kans om een andere cultuur te leren kennen en om hun vaardigheden en kennis te ontwikkelen in een internationale omgeving. Als medewerkers naar het buitenland gaan, gebeurt dat meestal voor een specifiek project of programma. Bijvoorbeeld Rohana Safinah en Ralf Roex, zij zitten in de pool van Academic Potentials / Future Leaders. Vanuit deze pool worden jonge talenten gestimuleerd om (tijdelijk) in het buitenland te werken. Voor een ander project, General Trade, zijn vijf senior managers naar een ander land uitgezonden om daar hun kennis en expertise te delen. Zij delen hun verhalen hier.
Samen met zijn ‘WAMCO’ familie viert Ralf de bruiloft van Omotomilola Akigbogun. Foto: FrieslandCampina
Spark 23
Kennis delen voor General Trade Foto: Bram Petraeus
Ralf Roex: ‘Deze ervaring verrijkt mijn carrière’
Rohana Safinah: ‘Ik wilde altijd al expat worden’
Sinds november 2012 werkt Ralf Roex in Lagos, Nigeria, als brand manager. Hij komt uit Nederland.
Sinds mei 2013 werkt Rohana in Amersfoort, als change manager voor Summit. Ze komt uit Maleisië.
‘Ik ben voor een jaar in Lagos en mijn doel is om yoghurt te introduceren op de Nigeriaanse markt. Dit land heeft zoveel mogelijkheden en met mooie merken zoals Peak, Three Crowns en Friso moeten we in staat zijn om hier echt te groeien met onze business, zelfs nog sneller dan we nu al doen. Nigeria wordt waarschijnlijk het derde grote land ter wereld, gekeken naar populatie, en dat is veelbelovend.’ ‘Volgens mij is het voor FrieslandCampina belangrijk dat medewerkers de mogelijkheid krijgen en nemen om naar het buitenland te gaan. We kunnen veel van elkaar leren en het uitwisselen van verschillende ervaringen en culturele gewoonten is heel waardevol. Wat ik in Nigeria erg op prijs stel is de sfeer op kantoor: mijn collega’s zijn altijd enthousiast en zingen en dansen soms zelfs op kantoor. Daarnaast zijn ze erg sociaal: mensen groeten elkaar altijd uitgebreid en kletsen eerst even voordat ze aan het werk gaan. In Nederland slaan we dit meestal over en gaan we meteen aan de slag. Als ik denk aan het afscheid van mijn nieuwe ‘WAMCO’ (West African Milk Company) familie, word ik nu al somber. Ik zou graag tegen iedere jonge medewerker willen zeggen: als je zo’n kans krijgt om in het buitenland te gaan werken, grijp deze dan met beide handen aan.’
‘Ik dacht altijd dat je binnen FrieslandCampina alleen expat kon worden als je Nederlands was of als je een senior management rol had. Dat blijkt niet zo te zijn! Ik ben erg blij dat ik de mogelijkheid heb om hier twee jaar te blijven, samen met mijn familie. ‘Op het moment werk ik aan de implementatie van OBB (One Back Bone, zie de bijlage over Summit). bij FrieslandCampina Ingredients in Beijing, China. Omdat ik eerder als supply chain manager werkte en daarvoor als hoofd van de afdeling Regulatory and Cooperative Affairs, neem ik veel praktijkervaring mee voor het uitvoeren van verandermanagement vanuit het Summit project. Voor mij persoonlijk levert deze kans me een sterk intern netwerk op en een open mind.’
Vijf General Trade experts vanuit Nigeria, Thailand, het Midden-Oosten, Maleisië en de Filippijnen zijn naar andere landen gegaan om daar voor het ‘Invincible in General Trade’ project (‘winnen in General Trade’) hun kennis te delen. Dit project hoort bij de afdeling Customer Development & Shopper Marketing. General Trade staat voor traditionele verkoopkanalen waar mensen hun boodschappen doen, zoals buurt-winkels, kleine supermarkten, kiosken en markten. Het project focust op de uitwisseling van kennis en ervaring over het systematisch in kaart brengen van lokale verkooppunten, wat het assortiment is wat er in die winkels moet komen en wat de beste manier is om de producten te distribueren.
Mohammed Al Hassoun, regionaal sales manager voor FrieslandCampina Middle East: ‘Ik ben naar Jakarta gegaan, in Indonesië, waar ik heb gewerkt aan de evaluatie van de resultaten van verkopers op de markt en plannen om verkoopteams te motiveren. Ik heb veel geleerd over hoe je kunt segmenteren in de General Trade markt en hoe je het beste enquêtes kunt opzetten. Ook heb ik ‘Wat me opviel is dat geleerd over het managen van distributiekanalen, hoe je de meerwaarde van producten overmensen in Indonesië brengt op retailers en hoe je effectieve ‘s ochtends noodles of verkoopteams vormt. Dit alles helpt mij om mijn werk beter te structureren. En voor Frieslandrijst met ei eten. Naar Campina levert het meer strategische manieren mijn smaak zijn de op om General Trade te benaderen.’
maaltijden vaak erg zoet.’ Frederick Hii, nationaal sales manager voor FrieslandCampina Maleisië: ‘In Ho Chi Minh City, in Vietnam, heb ik gewerkt aan een strategisch plan voor General Trade en aan het overbrengen van de verkooppropositie voor retailers. Ik heb geleerd hoe je het beste een strategisch project kunt leiden, analyses kunt uitvoeren en gestructureerd kunt werken op basis van ‘Negen miljoen mensen en het bijhouden van de voortgang en eerdere ervaringen. Volgens mij helpt zo’n zes miljoen brommers in Ho project FrieslandCampina als organisatie Chi Minh City was voor mij omdat er veel best practices worden uitgewisseld en we de lessen die we leren een echte cultuurschok. Voor wereldwijd kunnen toepassen.’
het eerst in mijn leven wist ik niet hoe ik een straat moest oversteken.’
24 Spark
September 2013
September 2013 Consumer Products International
Urairat Iacharoen:
Eind juli heeft een delegatie van de Chinese Academy of Inspection and Quarantaine (CAIQ) FrieslandCampina bezocht. Het team maakte kennis met de manier waarop we in Nederland onze productieketen en de kwaliteitsbeheersing in de hele keten hebben georganiseerd. Ze bezochten onder meer het central office in Amersfoort, een boerderij van een van de leden-melkveehouders, de productielocatie Workum en verschillende laboratoria, waaronder Laboratory & Quality Services (LQS) in Leeuwarden. Overal zagen ze dat kwaliteit in de hele keten – van gras tot glas – hoog in het vaandel staat.
channel development manager voor FrieslandCampina Thailand: ‘Ik ben ook naar Ho Chi Minh City in Vietnam geweest en heb gewerkt aan een standaard uitvoeringsplan: het opzetten van een gedetailleerd activiteitenplan met een lijst van acties, planning en eigenaren. Deze ervaring helpt mij om de stap ‘Ik heb – zittend op een van idee tot uitvoering te maken. Ik heb gezien dat veransmal stoeltje op de dermanagement cruciaal is om alle stakeholders mee te nemen binnen dezelfde deadline. Deze buitenlandervaring stoep – van een kop zorgt ervoor dat we beter best practices delen, ons interne koffie genoten; dat was netwerk verder uitbreiden en elkaar beter helpen over nieuw voor mij.’ landsgrenzen heen.’
Internationale projecten brengen vaak culturele verschillen met zich mee.
Ian M. Tecson, regionaal distributor manager voor Alaska Milk Corporation op de Filippijnen: ‘Segmenteren in de Indonesische General Trade markt, samenwerkingsverbanden opzetten en de implementatie van het go-tomarket model zijn zaken waaraan ik heb ‘Vroeg in de morgen heringewerkt in Jakarta. Ik heb geleerd dat geen enkele markt hetzelfde is. De beste nerde het geluid van gebed manier om marktsegmenten te bedieme er steeds aan dat ik echt nen is toch om hun individuele kenmerin een andere omgeving was, ken en unieke economische behoeften te kennen zodat je een specifieke benaver weg van huis.’ dering kunt kiezen. Ik heb nu kennis opgedaan die ik zeker in mijn thuismarkt kan toepassen.’
Alex O. Unuadjefe, sales manager voor FrieslandCampina WAMCO Nigeria: ‘Infrastructurele ontwikkelingen leiden vaak tot nieuwe verkooppunten, terwijl andere juist weer sluiten. Onderzoek naar die verkooppunten legt de mogelijkheden in de markt bloot, vooral in landelijke gebieden. In Ho Chi Minh City in Vietnam heb ik gewerkt aan hoe je dergelijke onderzoeken het beste opzet, uitvoert ‘In lokale restaurants bepaalt documenteert. Ik heb geleerd dat het bereik het type stoel waarop je zit de en van landelijke gebieden de sleutel is voor toekomprijs van je maaltijd. Hoe kleiner stige groei op de Nigeriaanse markt. Deze ervaring helpt zeker om ervaringen vanuit je stoel, hoe lager de prijs.’ verschillende markten uit te wisselen.’
Spark 25
Van gras tot glas maakt indruk op Chinese delegatie De delegatie bestond uit functionarissen die namens de Chinese overheid de kwaliteitsnormen voor voedingsmiddelen controleren. Ook ontwikkelt de CAIQ methodes om in Chinese laboratoria te controleren of importproducten de voorgeschreven kwaliteit hebben. FrieslandCampina werkt sinds begin 2012 nauw samen met de CAIQ, om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van onze producten – in het bijzonder kindervoeding – aantoonbaar aan de Chinese eisen voldoet. Het bezoek is afgesloten met de afspraak om de samenwerking nog dit jaar verder te versterken.
Heb je interesse in werken in het buitenland? Neem contact op met je HR manager voor informatie over de mogelijkheden.
Foto onder: v.l.n.r. Suzan Horst, Aafke Keizer, Agnes Kroes, Li Li (CAIQ), Eelko ter Schure, Li Shujuan (CAIQ), Jikke Douma, Zhang Fengxia (CAIQ), Irina Rodionova en Jin Ying. Foto's: FrieslandCampina
Foto's: Bram Petraeus
26 Spark
September 2013 Consumer Products International
Indonesië: op weg naar 2022 Al ruim 90 jaar maakt Frisian Flag Indonesia zuivelproducten om Indonesische families van de beste voeding te voorzien. Het management van FrieslandCampina Indonesia streeft naar een nummer één positie in de markt als hét zuivelbedrijf van het land. Vanaf het begin van het jaar is begonnen met een nieuwe strategie onder de naam ‘Transformation in motion’, waarin een inspirerende visie is neergelegd.
‘Onze strategie is gebaseerd op route2020. Wij hebben gekozen voor het jaar 2022 als richtpunt omdat we in dat jaar 100 jaar bestaan’, verduidelijkt Handy Halim, supply chain manager. ‘Om onze strategie te laten slagen hebben we het programma ‘Transformation in Motion’. FrieslandCampina Indonesia is een van de gebieden van FrieslandCampina waarin de winstgevendheid moet verbeteren. Via Transformation in Motion streven we naar groei, zowel in volume als in marktaandeel.’
September 2013 Consumer Products International
Spark 27
Het programma Transformation in Motion is onderverdeeld in drie verschillende projecten: Janus, Zeus en Proteus. ‘Met project Janus creëren we een visie op de toekomst’, vertelt projectmanager Tanti, verantwoordelijke voor marketing services. ‘Het project definieert ‘waar moeten we zijn’ en ‘hoe kunnen we winnen’ voor de organisatie. De visie voor 2022 wordt doorgevoerd in de bedrijfsplannen zodat deze terugkomt in alle categorieën, klantsegmenten en kanalen. We werken aan een compleet bedrijfsplan voor de lange termijn. Niet alleen in termen van marketing, maar juist geldend voor de hele organisatie inclusief financiën, productie en investeringen.’ De eerste stap van het projectteam was om de markomstandigheden in Indonesië in kaart te brengen. Daarna zullen ze een visie opstellen voor de toekomstige ontwikkelingen in de markt en de volgende stappen voor de organisatie bepalen. Focus op producten Project Zeus is gericht op de producten van Frisian Flag: hoe positioneren we deze nog sterker in de markt? Het project, geleid door general sales manager Modern Trade Rivanda Idiyanto, focust op General Trade (kleine winkeltjes en verkooppunten, red.) met drie doelen: het vergroten van de markt en het verbeteren van de distributie, het beter definiëren van de ‘Route to Market’ (RTM; distributiekanalen, red.) voor melkpoeder, SCM (sweetend condensed milk) en kanten-klare producten (‘ready to drink’) en het inrichten van een effectief geïntegreerd systeem waarin bedrijfsprocessen, operationele processen en kritieke prestatie indicatoren (KPI’s) worden gecombineerd. In het kader van het internationale project van FrieslandCampina voor General Trade (zie ook pagina 23), zijn er ook teams uit het Midden-Oosten en de Filippijnen betrokken bij project Zeus. Sinds de kick-off in januari werkt het projectteam aan een grootschalig onderzoek onder bijna twee miljoen winkels in Indonesië. Met behulp van vragenlijsten onderzoeken ze de mogelijke kansen voor producten van Frisian Flag. De eerste pilotenquêtes zijn gedurende een maand uitgevoerd bij twee distributeurs in Noord-Jakarta en Salatiga, Centraal Java. Het onderzoeks-
team bracht ongeveer 30.000 winkels in kaart, interviewde de eigenaars en verzamelde gegevens van de deelnemers. Het project loopt nog tot halverwege 2014; uiteindelijk wordt een nieuw General Trade model of nieuw business model opgezet. Business processen verbeteren FrieslandCampina Indonesia heeft ook een team opgesteld dat werkt aan de ontwikkeling van de bedrijfsprocessen, geleid door Handy Halim. ‘Het gaat om ‘Order to Cash’, om ‘Procure to Pay’ en om ‘Finance to Manage’, alle drie belangrijke processen in ons bedrijf. Deze drie processen zijn ook belangrijk voor de twee eerdergenoemde projecten, Zeus en Janus. Met dit project willen we de drie processen op een lijn brengen en integreren en dat moet ertoe leiden dat we straks niet alleen gestroomlijnde processen hebben, maar ook ieder weet wie welke rol heeft en hoe de verantwoordelijkheden liggen. In feite is het een voorbereiding op de invoering van Summit. Een kleine onderneming is gemakkelijk te besturen. In een onderneming die groter en groter wordt, is het moeilijker om de processen te blijven overzien. De manier waarop we onze processen nu hebben ingericht, is niet voldoende om de groei van ons bedrijf bij te houden. Daar hebben we dit project nodig: Proteus.’
Projectteamleden aan het werk Foto’s: FrieslandCampina Indonesia
28 Spark
September 2013
Over de B2B Sales Academy en de Share & Learn sessies Sales managers die business-tobusiness (B2B) werken kunnen via de B2B Sales Academy trainingen volgen Eerst volgen de sales managers drie trainingsmodules: accountmanagement (over de relatie met klanten), value selling (over de factoren die, naast de prijs, de waarde van een product bepalen) en onderhandelingstechnieken. Daarop volgt later een Share & Learn sessie De sales managers werken een plan uit op basis van een van de trainingsmodules, vaak met hun samenwerkingspartner: een collega van marketing of research & development (R&D). Samen presenteren ze het plan tijdens de Share & Learn sessie aan diverse collega’s. Ook presenteren ze hun plannen in een korte pitch aan senior managers Bij de Share & Learn sessies gaat het vooral om het uitwisselen van feedback en het delen van ideeën Na twee geslaagde pilotsessies in 2012, zijn er dit jaar vier Share & Learn sessies in het programma van de B2B Sales Academy opgenomen Wil je meer informatie over de B2B Sales Academy? Kijk dan op intranet: Homepage/Disciplines/Marketing & Sales/B2B Sales Academy
September 2013
Share & Learn sessies: kennis en ervaringen delen Hoe deel je als sales manager intern je succesverhalen? En ook zaken waar je tegenaan loopt in je werk? Vanuit dit soort vragen ontstond binnen de B2B Sales Academy van Ingredients het idee voor ‘Share & Learn’ sessies: sessies waarin collega’s van verschillende werkmaatschappijen en disciplines plannen en projecten aan elkaar presenteren en elkaar feedback geven.
FrieslandCampina Nutrifeed: ‘de behoefte van de klant staat voorop’ Jan-Karel Op de Coul, sales manager bij FrieslandCampina Nutrifeed, was betrokken bij de start van de B2B Sales Academy voor Ingredients. Hij is zelf ook ambassadeur en facilitator bij de Share & Learn sessies. ‘Het doel van de B2B Sales Academy is om te groeien naar een hoger niveau en het talent en de vaardigheden van sales managers verder te ontwikkelen. We hebben ambassadeurs per werkmaatschappij gezocht, om de behoeften te peilen en de inhoud te bepalen. De Share & Learn sessies passen goed
in het plaatje: je leert van én met elkaar. Als facilitator vraag je door, bijvoorbeeld over wat collega’s nu anders doen dan vroeger. Uiteindelijk leidt dit tot een nieuwe manier van werken, waarbij de behoefte van de klant voorop staat.’ ‘Bij de Share & Learn sessies zijn collega’s van verschillende werkmaatschappijen en disciplines betrokken. Voor Nutrifeed betrekken we ook nog eens onze distributeurs en klanten erbij. Ieder jaar organiseren we een tweedaagse seminar in Bangkok, al 14 jaar lang. We komen dan bij elkaar met alle mensen die Nutrifeed vertegenwoordigen. Van elkaar leren we hoe we de markt het beste benaderen. Je ziet dan dat distributeurs ook onderling waardevolle kennis en ervaringen uitwisselen. Samen kijken we naar de meerwaarde van onze producten: wat levert het uiteindelijk op voor de distributeur en de klant? In werkgroepjes van internationale teams werken we ideeën uit over bijvoorbeeld reclame, nieuwe producten en nieuwe marktsegmenten. Dit seminar is natuurlijk ook heel goed voor klantenbinding en relatiebeheer. Het is prachtig om de interactie tussen de verschillende nationaliteiten te zien.’
Spark 29
FrieslandCampina Domo: ‘je mag best kritisch zijn’ Alex Hoogers, sales manager, en Janneke Dijksterhuis, key accountmanager, hebben vanuit FrieslandCampina Domo deelgenomen aan Share & Learn sessies. ‘Materie van de trainingen van de B2B Sales Academy in de praktijk laten zien, daar gaat het om bij de Share & Learn sessies’, vertelt Janneke, ambassadeur voor de B2B Sales Academy en daarmee ook facilitator voor de sessies. ‘Met het plan dat je maakt, doorloop je alle stappen die je in theorie had geleerd nog een keer. Ik heb samen met een collega van marketing een accountplan ontwikkeld. Deze collega gaf input over hoe de markt eruit ziet, over de cijfers en de context en over hoe de klant bij Domo past. Op basis van het plan hebben we intern op een gestructureerde manier een project en een team opgezet. Tijdens de sessies zien we altijd goede bijdragen van collega’s vanuit alle werkmaatschappijen. Juist omdat je met zo’n gemixte groep werkt, is het uitwisselen van kennis en ervaringen heel waardevol.’ Alex heeft tijdens een Share & Learn sessie een regioplan voor OostEuropa/Rusland gepresenteerd. ‘De sessie was ongeveer zes maanden na het theoretische deel van de trainingen. Je wordt echt uitgedaagd in zo’n sessie, dat is best spannend. Het is interessant om te zien hoe een groep mensen buiten hun comfort zone gaat. Je krijgt feedback op je eigen werk, op een constructieve manier. Toch zijn we soms nog wat te lief voor elkaar denk ik, je mag best kritisch zijn naar elkaar toe. De sessie was erg positief en zeker nuttig. Je ziet dat iedereen er zijn of haar eigen lessen uit haalt.’
Op de linker pagina: Jan-Karel Op de Coul. Foto: Van Assendelft. Op deze pagina: (boven) Janneke Dijksterhuis en Alex Hoogers Foto’s: William Hoogteyling
e the / e i n off or e et k t m a t i p acil nloo or f 0u i o 3 . d 8 m e lk o in. w u 0m 4 9.00 e r e nd , ied elro t s s e i r t voo nta ese r p u in. 9.15 5m h c 2 n u er 0u l , ied s 12.0 e itch 0u p 0 . ing 13 sluit f a el 0u borr k 15.0 r we net u 0 1 15.
30 Spark
September 2013
September 2013 Consumer Products International
Leden-melkveehouders ontvangen Maleise media en overheidsvertegenwoordigers
FrieslandCampina Creamy Creation: ‘goede voorbereiding is het halve werk’ Jeroen Huiskes, senior sales manager bij FrieslandCampina Creamy Creation en ambassadeur van de B2B Sales Academy, kwam met het idee voor Share & Learn sessies. ‘Met de Share & Learn sessies leren we vooral van elkaar. We delen successen en ook problemen. We zijn begonnen met een externe trainer als facilitator. Inmiddels doen we dit als ambassadeurs zelf. Ik heb echt heel veel enthousiasme gezien tijdens de sessies. Zelf heb ik het meeste gehad aan een case van export. Daarbij ging het over het polsen bij de klant over hoe je staat ten opzichte van concurrenten. Ik vond dat een lastig onderwerp in gesprekken, maar weet nu dat als je maar durft te vragen, het vaak waardevolle antwoorden oplevert. Nog een voordeel is dat je zo meer mensen leert kennen en je interne netwerk groeit.’ Maurice Smeets, sales director alcoholic beverages, vertelt over de Share & Learn sessies vanuit zijn senior management rol: ‘De Share & Learn sessies zijn echt een serieus item geworden. Ze krijgen de volle aandacht en steun van alle senior managers. Collega’s hebben tijdens de sessies heel open verteld hoe ze hun plannen hebben aangepakt. Je ziet dan goed het cliché: ‘een goede voorbereiding is het halve werk’. Sommigen hadden vooraf winkels bezocht om een goed beeld te krijgen van de betreffende assortimenten waarvoor wij de grondstoffen leveren en die bevlogenheid zie je direct terug in de presentaties. Het is mooi om te zien hoe de sales managers samen met collega’s van marketing en R&D als koppels optreden. Ze hebben dat duidelijk met veel plezier gedaan.’
Over Creamy Creation, Domo en Nutrifeed Creamy Creation, Domo en Nutrifeed zijn werkmaatschappijen binnen de business group Ingredients. Creamy Creation produceert en verkoopt roomdrankjes met en zonder alcohol, Domo richt zich op baby- en kindervoeding en Nutrifeed verzorgt voeding voor jongvee (voornamelijk kalveren en biggen). Alle drie werken ze business-tobusiness. Ook andere werkmaatschappijen van FrieslandCampina die business-to-business werken zijn betrokken bij de B2B Sales Academy en de Share & Learn sessies, zoals FrieslandCampina Export, FrieslandCampina Kievit, Satro, FrieslandCampina Professional en Butter.
In het kader van de 50ste verjaardag van FrieslandCampina Maleisië hebben een Maleise tv-ploeg, verschillende vertegenwoordigers van het Ministerie van Onderwijs en het Ministerie van Landbouw, afdeling diergezondheid, een bezoek aan Nederland gebracht. Het doel was om te laten zien hoe melk wordt geproduceerd en hoe we bij FrieslandCampina werken. De afdeling Communication and Corporate Responsibility van FrieslandCampina Maleisië organiseerde de educatieve reis, samen met de afdeling Corporate Communication uit Amersfoort.
Van boven naar beneden: De tv-ploeg filmt de koeien Vertegenwoordigers van de Maleise afdeling voor diergezondheid bespreken best practices Groepsfoto tijdens boerderijbezoek Schoolmelk wordt uitgedeeld op een basisschool Jeroen Huiskes (boven) Maurice Smeets
Een kijkje door de ogen van een Nederlandse boer
Foto: William Hoogteyling
Foto's: FrieslandCampina Maleisië
De bezoekers werden een week lang getrakteerd op excursies om te zien hoe melk wordt geproduceerd en verwerkt. De media kregen volop gelegenheid om een verhaal te maken voor het Maleise publiek over de sterke merken van FrieslandCampina Maleisië, hun herkomst en de expertise die daarbij komt kijken. In het drukke schema van de bezoekers was ook ruimte voor experts die hun kennis deelden over bepaalde onderwerpen, zoals halal, issue en crisis
Spark 31
management, gezonde voeding en nog veel meer. Ondanks de (op dat moment nog) koude zomer, kon de tv-ploeg mooie opnames maken van de mooie omgeving en de koeien in de wei. Een bijzonder gezicht, zeker voor mensen uit het tropische, zonnige Maleisië. De reis was extra speciaal omdat ze ook naar Nederlandse boerderijen gingen, waar boeren zelf de rondleiding verzorgden. Deze bezoeken waren een echte ‘eye opener’ voor de vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw, afdeling diergezondheid, want zij zagen best practices over hoe boerderijen in Nederland worden geleid en konden kennis uitwisselen met verschillende Nederlandse melkveehouders. Dr. Kamaliah Ghazali, hoofd van de afdeling veehouderij binnen de afdeling diergezondheid, zei: ‘De boerderijbezoeken waren zeker het hoogtepunt van de reis. Het is inspirerend om de verschillende technieken en manieren om boerderijbedrijven te managen te zien; daarvan kunnen de Maleise melkveehouders leren en profiteren.’ Het avontuur eindigde met een bezoek aan een lokale basisschool, waar de overheidsvertegenwoordigers van het Ministerie van Onderwijs met eigen ogen het Nederlandse schoolmelkprogramma konden zien. Ishak Ismail, gezondheidscoördinator van het Ministerie van Onderwijs, was onder de indruk. Hij zei: ‘We hebben belangrijke aanwijzingen gezien om het Maleise schoolmelkprogramma verder te verbeteren.’ Het resultaat van de reis: drie exclusieve documentaires over FrieslandCampina Maleisië en de expertise van FrieslandCampina op het gebied van zuivelproductie. De documentaires zijn uitgezonden op een lokale Maleise tv-zender.
32 Spark
September 2013
September 2013
Consumer Products International
Alaska Milk Corporation zet zich met verschillende sport- en spelprogramma’s actief in voor buitenactiviteiten voor kinderen en volwassenen. Twee triatlons – de Alaska Ironkids triatlon voor kinderen en de Ironman 70.3 triatlon voor volwassenen – passen goed bij deze insteek. Daarom sponsorde Alaska Milk Corporation in augustus deze evenementen in Lapu Lapu City op het eiland Mactan, Cebu, op de Filippijnen.
Consumer Products International
Gezonde en actieve leefstijl voor kinderen op de Filippijnen Al sinds vier jaar is het merk Alaska sponsor van de Alaska Ironkids triatlon. Tegenwoordig zitten Filipijnse kinderen veel voor de tv, spelen ze videospelletjes of spellen op de computer of tablet. Zo krijgen ze veel te weinig beweging, wat kan leiden tot overgewicht en obesitas; nu al het meest voorkomende gezondheidsprobleem onder Filipijnse kinderen. De Alaska IronKids triathlon begon ooit als een speelse zondagse hardloopwedstrijd voor kinderen, maar groeide snel uit tot een sportevenement met meer dan 200 deelnemers. De kinderen hebben allemaal hetzelfde doel: het Ironkids parcours overwinnen door 300 meter te zwemmen, 10 kilometer te fietsen en 2 kilometer te rennen. Het evenement is een perfect familie-uitje: overal zie je ouders, opa’s en oma’s, broers en zussen en andere familieleden de jonge atleten toejuichen. Bij de Alaska Ironkids triatlon draait het niet om winnen. Fred Uytengsu, CEO van Alaska Milk Corporation, zei aan de start van de race: ‘Het gaat erom dat je het leuk vindt. Het kind met de grootste lach op zijn gezicht is de echte winnaar. Dus: geniet ervan en veel succes’.
Kinderen rennen het water in om 300 meter te zwemmen. Foto's: Alaska Milk Corporation
Ironman 70.3 triatlon Alaska Milk Corporation sponsort ook al voor de vijfde keer de Ironman 70.3 triatlon. Deze langeafstandstriatlon bestaat uit een parcours van 1,9 kilometer zwemmen, 90 kilometer fietsen en 21 kilometer hardlopen. Dit jaar waren er meer dan 2000 deelnemers uit 35 landen. Honderdduizenden toeschouwers bevolkten de straten van Lapu Lapu City om het
evenement te aanschouwen. Ook het Alaska Team TBB Filippijnen deed mee en behaalde een goed resultaat. Dit is een team van professionele triatleten die worden gesponsord door Alaska Milk Corporation, als onderdeel van een trainingsprogramma voor de ontwikkeling van jonge Filippijnse atleten. Veel (media)aandacht Beide triatlons waren een groot succes, wat blijkt uit het enorme aantal deelnemers en toeschouwers. Ook was er veel media-aandacht: de nationale en regionale tv-zenders, kranten, tijdschriften, radio en digitale media besteedden er aandacht aan. Ook online waren er veel berichten. Alaska Sports Hub, de digitale afdeling van Alaska’s sport- en spelprogramma’s, was online erg actief en werd dé online nieuwsbron. Volg hen op Twitter via @ALASKASportsHub.
Spark 33
34 Spark
September 2013
Ghislai de Waele (l) en Thomas de
Consumer Products Europe
Pauw: ‘Zorgen voor elkaars veiligheid’.
September 2013 Consumer Products Europe
Foto’s Marcel Bekken
‘Laat je niet leiden door haast’
‘Veiligheid, daar werken we samen aan’ Begin juli staan er 648 dagen zonder ongeval op het bord bij FrieslandCampina Bornem. Eind juni kregen de medewerkers een safety oorkonde uitgereikt van managing director FrieslandCampina Branded Netherlands Bas van den Berg. Ze zijn er trots op, de medewerkers en de leiding van het bedrijf. ‘Het gaat er nu vooral om dat we ons allemaal samen verantwoordelijk weten voor veilig werken’, vindt productie manager Thomas de Pauw.
Geert Pauwels: ‘Vroeger ging het alleen maar om productie draaien’.
‘Wij hebben in de afgelopen tijd per machine een team samengesteld. Ieder heeft in dat team een extra taak en een van de operators is speciaal verantwoordelijk voor veiligheid en milieu. Na het invoeren van systemen als OHSAS (een wereldwijd programma voor gezond en veilig werken, red.) en de technische aanpassingen, richten we ons nu vooral op veilig gedrag’, aldus Thomas de Pauw. ‘Het is vooral een cultuuromslag. We zijn niet zo gewend om elkaar aan te spreken op gedrag. Maar als het ons lukt om dat te bewerkstelligen, dan zijn we op een punt waar we naartoe willen. Het gaat erom dat je laat zien dat we zorgdragen voor elkaars veiligheid. En daar kan ieder op zijn of haar eigen werkplek heel veel aan bijdragen.’ ‘Vroeger was dat anders. Dan ging je in je werk altijd maar door, productie draaien. Je stond niet stil bij veiligheid’, vertelt ploegleider Geert Pauwels op de afdeling waar cupjes koffiemelk worden afgevuld. ‘Er is echt veel veranderd. Nu is het veiligheid, kwaliteit en daarna productiviteit. Het is nu: alle dagen je hoofd bij je werk hebben. Alert zijn en ervoor waken dat er situaties zijn waarin er ongelukken kunnen
Spark 35
gebeuren. En als iemand een situatie meldt, wordt er meteen met drie tot vier man naar gekeken en lossen we de situatie op.’ ‘In ons team ben ik ‘safety ambassador’, legt operator Tom Van Meirvenne uit. ‘Dat is een extra taak. Ik ben speciaal belast met alles wat met veiligheid te maken heeft in ons team. Daar ben ik ook voor opgeleid. Je ziet hier wel dat alle bewegende delen van machines zijn afgeschermd; de robot slaat direct af als iemand het hek open doet. Er is echt geïnvesteerd, ook in zaken die het werk minder zwaar maken zoals de schaarliften die dozen van de grond tillen. Onze afdeling is ook strak opgeruimd, alles heeft een vaste plaats. Orde en netheid zijn belangrijk. We denken met elkaar na over veilig werken en de juiste procedures. Meer investeren hoeft nu niet, het gaat er nu om wat we zelf doen.’ ‘We leggen de verantwoordelijkheid voor veiligheid bij ieder van ons neer’, stelt manager SHE/QA Ghislain de Waele vast. ‘We moedigen de medewerkers aan om hun ideeën op papier te zetten (op speciale labels). Die ideeën worden besproken en met heel veel daarvan kunnen we verbeteringen aanbrengen. Zo wordt het nadenken over veiligheid gestimuleerd. Het is nu echt onderdeel van ons streven naar continu verbeteren, daarom hebben we ook één WCOM pilaar voor veiligheid en milieu opgericht. De aandacht blijft.’
Het Belgische bedrijf in Bornem (niet ver van Antwerpen) produceert flesjes en blikjes Chocomel, Cécémel, Fristi, Extran en Appelsientje, plus een enorme hoeveelheid koffiemelk in kleine cupjes die naar klanten over de hele wereld worden geëxporteerd. Het bedrijf telt 150 medewerkers. Afhankelijk van de vraag vanuit de markt wordt er volcontinu gewerkt of vijf dagen per week in drie ploegen.
Tom Van Meirvenne: ‘Orde en netheid zijn belangrijk’.
‘Veilig werken op kantoor? We stonden er eigenlijk nooit zo bij stil. Dat is nu wel anders.’ Monique van Weert, receptioniste bij FrieslandCampina in Nuenen (onderdeel van FrieslandCampina Professional) heeft met haar collega’s een veiligheidstraining gevolgd. ‘We zijn er nu serieus mee bezig.’ De fotograaf die Monique op de foto zal zetten, wil graag wat hoger staan en een foto van bovenaf maken. ‘Dat kan alleen met een goede trap’, besluit Monique. Ze haalt een splinternieuwe trap voor de fotograaf. Ze wijst op het bord voor de ingang waar 42 dagen zonder ongevallen genoteerd staan. ‘Het waren er 559, maar dit voorjaar was er een klein ongeval in de productie-afdeling. Ik kan je vertellen: we hadden er allemaal buikpijn van dat de teller naar 0 ging.’ Sinds ze een training hebben gevolgd zijn Monique en haar collega’s heel alert op onveilige situaties. Ze hebben zelf alle onveilige plekken aangewezen en zijn op zoek gegaan naar verbeteringen. Stickers op de trap wijzen je erop dat je de leuning moet gebruiken. Alle losliggende snoeren zijn weggewerkt. 'We gebruiken een wagentje om volle bladen met koffie en thee rond te brengen, in plaats van ze te dragen en met je rug een deur open te
‘We helpen elkaar om veilig te werken’, zegt Monique van Weert.
doen. Het kantoor is strak opgeruimd, er ligt nergens iets op de grond. Er was een onhandig trapje bij de ingang van de kantine, ook dat wordt veranderd. We zijn ons echt bewust geworden van gevaarlijke situaties. En dat willen we bereiken, dat je erover nadenkt dat je je niet moet laten leiden door haast. Je hebt het vaak druk en dan neem je sneller risico’s. Maar nu niet meer. We helpen elkaar ook om erop te letten. Als ik iemand iets zie doen waarvan ik denk: dat gaat nog fout, zeg ik: ‘Kan ik je even helpen’? We controleren elkaar op een positieve manier. En dat werkt.’
36 Spark
September 2013
Spark 37
Herman Polderman en Willemijn van Lier Foto: Bram Petraeus
Veilig werken: gewoon geen ongelukken graag ‘Veilig werken staat op nummer 1. Niet hoe hard we werken en hoeveel we produceren maar of we dat veilig doen.’ Joost van de Rakt, corporate director supply chain, wil het nog maar eens gezegd hebben. ‘Veiligheid is onze hoogste prioriteit, gevolgd door kwaliteit in ons werk. We zijn positief over de ontwikkelingen rond veiligheid in onze onderneming, maar elk ongeval is er nog altijd een teveel.’ En toch… als het aantal ongevallen bij FrieslandCampina zo gestaag blijft dalen als de afgelopen maanden het geval is, komen de doelstellingen voor veiligheid voor 2015 ruim in zicht. ‘We streven naar minder ongevallen met verzuim en naar een veiligheidsniveau waarin we proactief omgaan met veiligheid en veiligheid (niveau 3) verankerd is in onze bedrijfscultuur’, aldus Joost van de Rakt. ‘We komen van een LTA-rate van 2.2 in 2009 (het aantal ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren). Nu, in het eerste half jaar van 2013 zitten we op een LTA-rate van 0.6. Daarmee liggen we op koers voor onze doelstelling: een LTA-rate beneden de 0,75 in 2015 en beneden de 0,15 in 2020.’ Zowel Joost van de Rakt als Geke Naaktgeboren, QA & Safety director Cheese, Butter en Milkpowder, zijn beiden vanuit hun werk nauw betrokken bij veilig werken. ‘We zijn inderdaad goed op weg’, aldus Joost van de Rakt, ‘maar dit jaar tellen we toch al weer 70 ongevallen met verzuim. En natuurlijk kijken we in 2015 weer naar de wereld om ons heen. Zijn in andere industriële ondernemingen de LTA-rates verder gedaald, dan passen wij onze doelen ook weer aan.’
Link op intranet: homepage/highly recommended/Safety
Serieus De aandacht voor veilig werken blijft dus onverminderd hoog. ‘De afgelopen anderhalf jaar is er bij de business group Cheese, Butter & Milkpowder een proef gedraaid met een campagne om alle medewerkers zoveel mogelijk bij veilig werken te betrekken. We hebben materialen ontwikkeld om het streven naar veilig
werken te ondersteunen; steeds rond een thema dat voor onze medewerkers van belang is: machine-veiligheid, werken met gevaarlijke stoffen en allerlei andere thema’s. De campagne slaat goed aan. Zozeer dat de SHEcouncil (de stuurgroep voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu waarin alle business groups vertegenwoordigd zijn) ervoor heeft gekozen om deze materialen aan alle business groups ter beschikking te stellen (zie intranet link onderaan artikel) en collega’s aan te moedigen het te gaan gebruiken. We merken nu dat de basis voor veilig werken steeds beter in orde is, de kunst is om veiligheid echt iets van onszelf te laten zijn. Dat we er niet over nadenken óf we veilig handelen, maar dat we automatisch veilig werken. Zoals je je veiligheidsgordel omdoet in de auto en je stopt voor een rood verkeerslicht’. ‘We merken overigens dat alle aandacht voor veiligheid gewaardeerd wordt door medewerkers en ook door mensen die net in dienst komen’, vult Joost aan. ‘Er is altijd een nog hoger doel om naar te streven: geen ongelukken tijdens het werk en ook niet als je naar huis rijdt. Het is een onderwerp om elke dag serieus te nemen.’
De comeback van Campina Schoolmelk Campina Schoolmelk bestaat in Nederland tachtig jaar en heeft een unieke positie. Als enige zuivelfabrikant biedt FrieslandCampina kinderen op de basisschool verse zuivel aan. De voedingswaarde is en blijft een belangrijk argument om voor schoolmelk te kiezen. Tegelijkertijd willen ouders en scholen van nu vooral gemak en bieden online media kansen om hen direct te bereiken. Dus heeft Campina Schoolmelk zich zelf opnieuw uitgevonden en start na de zomer een landelijke campagne. Herman Polderman en Willemijn van Lier lichten de herintroductie toe. Hij werkt als channel development manager en zij als channel marketeer bij Out of Home, business unit van Consumer Products Europe waaronder Campina Schoolmelk valt. Herman schetst het belang van melk: ‘Voor een goede ontwikkeling hebben kinderen de juiste voedingsstoffen nodig. Melk bevat van nature vitaminen B2 en B12, eiwitten en calcium die juist voor kinderen in de groei belangrijk zijn. Steeds meer kinderen krijgen echter onvoldoende of verkeerde voedingsstoffen binnen en drinken minder zuivel. Het alternatieve aanbod voor schoolmelk is gegroeid met limonade, sap en water, en ouders willen vooral gemak. FrieslandCampina neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid om meer kinderen van 4 tot 12 jaar, de zuivelconsumenten van de toekomst, het goede van melk te bieden.’
Gezond en lekker Maar hoe? ‘Door te focussen op het allereerste moment dat een vierjarige naar school gaat’, legt Willemijn uit. ‘We helpen als Campina Schoolmelk ouders bij de voorbereiding op die spannende dag, waarbij een schoolmelkabonnement afsluiten een logische stap is. Zo weten ouders zeker dat hun kind in de klas iets gezonds en lekkers te drinken heeft. Het is makkelijk kiezen en een zorg minder.’ ‘De grootste verandering in het werven van abonnementen is dat we ons rechtstreeks richten tot ouders in plaats van via scholen. Dat doen we met slimme databasemarketing waarbij we ouders van aankomende vierjarigen rechtstreeks via direct mail benaderen. Ook via ambassadeurs onder bestaande schoolmelkouders en op literpakken in de supermarkt maken we het nieuwe online platform bekend. Daar ademt alles de sfeer van voorbereiding op De Eerste Schooldag’, zegt Willemijn enthousiast. ‘Ouders kunnen er hun kind wegwijs maken in hoe deze eerste schooldag verloopt, onderling tips uitwisselen en zich uiteraard abonneren op schoolmelk. Dan is dat alvast geregeld.’ Meer weten? Kijk op www.CampinaSchoolmelk.nl.
De Nederlandse schoolmelkmarkt in kaart: 7.000 scholen 1.500.000 kinderen van 4 – 12 jaar Campina Schoolmelk: bestaat bijna 80 jaar levert als enige in Nederland schoolmelk aan 2200 deelnemende scholen met in totaal 550.000 kinderen, waarvan er 70.000 een schoolmelkabonnement hebben. streeft naar 100.000 abonnementen in 2014
38 Spark
September 2013 Consumer Products Europe
‘We blijven werken aan verbetering’ De medewerkers van het productiebedrijf in Lummen (België) van FrieslandCampina Professional hebben enorme verbeteringen bereikt. Er wordt veiliger gewerkt, efficiënter, de klachten zijn afgenomen, het voorraadniveau is veel beter onder controle: de resultaten van twee jaar hard werken aan een verbetertraject. Supply Chain director Acronius Hettinga is trots op wat er in Lummen is bereikt. ‘We bedienen onze klanten veel beter, het werken in Lummen is veel prettiger geworden én we hebben aanzienlijke kostenbesparingen bereikt.’ Hij gelooft heilig in de principes van ‘continu verbeteren’, Acronius Hettinga. ‘Alle kennis die je nodig hebt om het bedrijf op een optimaal niveau te brengen, zit bij de medewerkers. Zonder die kennis en inzet, werkt het niet. ‘Continu verbeteren’ is onderdeel van de bedrijfscultuur in Lummen. Daarmee verankeren we alle stappen die we de afgelopen twee jaar met elkaar hebben gezet. Stappen op weg naar veiligheid, kwaliteit en efficiency. Wij hebben deze prioriteiten met elkaar vastgesteld, we hebben gewerkt aan de juiste methodes en het juiste gedrag. En dat borgen we door samen te werken aan continu verbeteren.’ FrieslandCampina Professional levert in diverse Europese landen producten aan professionele gebruikers, zoals (banket)bakkers, chocolatiers, koks en cateraars. Producten die onder meer in Lummen worden gemaakt. Klanten Er is de afgelopen jaren al veel verbeterd in Lummen (zie kader). Dat was ook nodig, stelt de supply chain director nuchter vast. ‘We hebben een belangrijk doel: onze klanten zo goed mogelijk bedienen, of dat nu externe of interne klanten zijn. En om dat te doen, moet je organisatie zo goed mogelijk functioneren. Heel belangrijk zijn de waarden die we met elkaar zijn overeengekomen (zie kader). Die worden nu door de hele organisatie gedragen en dat beïnvloedt onze resultaten. Dat heeft vooral met de cultuur te maken, met
de manier waarop we met elkaar omgaan en elkaar op een positieve manier aanspreken om ons werk zo goed mogelijk te doen.’ Samen Noël Housen, (ploegbaas filling) ‘We hadden hier nogal wat ongeschreven regels. Bijvoorbeeld: als een ploegbaas iets zei, ging je er niet tegenin. Tegenwoordig zie je operators in gesprek gaan met hun ploegbaas. We lossen problemen op voordat ze problemen worden.’ Ivan Scheepers, (manager warehouse & distribution): ‘We hebben als leidinggevenden geleerd om signalen af te geven, zodat we ook inderdaad volgens de principes van the Way We Work kunnen werken. Een goed voorbeeld is de waarde ‘samen resultaat boeken’. We zien Willy Geuens, de manager logistiek nu rondlopen in productie en we zien Acronius Hettinga in het magazijn om een praatje te maken met de mensen daar. Wij doen het samen. Wij zijn één organisatie en dat moeten we samen uitstralen.’ Zafer Özturk, (operator) vult aan: ‘Iedereen werkte vroeger strikt in zijn eigen gebied. Dat is er nu uit.’ Logistiek manager Willy Geuens: ‘Natuurlijk moeten wij als management het goede voorbeeld geven. Maar daarmee buigen we de cultuur niet om. Deel van de aanpak was de inzet op de werkvloer, de training van medewerkers en de coaching in gesprekken waarbij we ondersteund werden door een extern bureau.
September 2013 Consumer Products Europe
Onze machines en systemen zijn nog dezelfde, maar de gedragsverandering in deze fabriek heeft belangrijke verbeteringen gebracht.’ Marianne Claesen, laborante op het kwaliteitslaboratorium, ervaart dat de communicatie vooral is verbeterd. ‘Wij zijn veel opener geworden naar elkaar toe. We dragen ons werk duidelijk over van de ene ploeg naar de andere. We werken met checklists zodat we van elkaar weten wat wel of niet gedaan is. En als er iets fout gaat, spreken we elkaar daar over aan. Dat kun je doen op een constructieve manier. Ik denk dat al met al de samenwerking enorm is verbeterd, ook met andere afdelingen. Zo ga ik vaker naar de productieafdelingen toe om – naast de analyses – gewoon een praatje of een grapje te maken. Een ontspannen werksfeer is ook belangrijk. De boog kan niet de hele dag gespannen zijn.’ Eén gezicht naar de klant Ook al zijn er goede resultaten geboekt, Acronius Hettinga legt uit dat er de komende tijd nog veel te doen is. ‘Continu verbeteren betekent ook dat we voortdurend bezig blijven met verbeteringen en het borgen van de goede resultaten. We kunnen ons geen stilstand veroorloven. Vanaf 1 januari 2014 komt de integratie tot stand van FrieslandCampina Professional en de unit Out of Home tot FrieslandCampina Foodservice. Daarmee gaan we naar al onze afnemers in dit kanaal ‘met een volledig zuivelpakket en één gezicht naar de klant werken’. Ook in dat traject is het van groot belang dat ons bedrijf zo goed en betrouwbaar mogelijk presteert.’
Vlnr.: Noël Housen, Marianne Claesen, Zäfer Öztürk en Ivan Scheepers Foto: Rob Oostwegel
Spark 39
Waarden: the Way We Work Heldere doelen, correct gedrag, en de juiste middelen We werken met openheid en respect We houden ons aan onze afspraken We boeken sámen resultaten We zetten de organisatie voorop Het kan altijd beter Samen worden we slimmer
Resultaten na twee jaar werken aan verbeteringen: Verbetering veiligheid (LTA): 25% Daling klachtenniveau: 50% Daling interne afkeur: 60% Daling materiaal- en verpakkingsverlies: 25% Verhoging efficiency (OEE): 20% Daling voorraadniveau (werkkapitaal): 25%
40 Spark
September 2013
Frico, één van de oudste kaasmerken van Nederland, beroemd in vele landen binnen en vooral buiten Europa Het merk ontstond bijna 115 jaar geleden in Friesland en heeft sindsdien zijn weg gevonden naar bijna 100 landen over de hele wereld. Frico is hét merk als je het hebt over de traditionele Nederlandse kaassoorten Gouda, Edam en Maasdam (genoemd naar deze Nederlandse steden) en staat wereldwijd bekend om zijn authentieke smaak en kwaliteit. Frico-kaas wordt nog steeds gemaakt en gerijpt volgens eeuwenoude traditie. Naast een voortreffelijke smaak bevat Frico-kaas ook een hoge concentratie aan belangrijke voedingsstoffen. Kaas is eigenlijk ‘ingedikte melk’, wat tot uitdrukking komt in het feit dat één kilo Fricokaas gemaakt wordt van tien liter pure melk. ‘Pure goodness’ dus. Dat is ook de boodschap die Frico aan consumenten in vele landen overbrengt. Elk land heeft zijn eigen gebruiken en tradities, wat ook vaak terug te zien is in het gebruik van kaas. Zo wordt de ronde Edammer kaas op de Filippijnen vaak cadeau gegeven met kerst, kan je in China kreeft eten met geraspte kaas, eten Koreanen de Frico Cheese burger bij Lotteria (een lokale fastfoodketen), eten Russische vrouwen kaas bij de koffie en hollen ze in Mexico Edammers uit om die vervolgens vol te stoppen met vlees, groente en fruit (Queso Relleno). Kijk op www.frico.com voor inspiratie voor heerlijke internationale recepten met Frico-kaas!
Egyptische familie aan tafel met Frico-kaas Foto: FrieslandCampina
Merken in ....