13
2. ACTIVITEITEN VAN DE WERKGROEP LOCHEM (AWL) Door Jan Kleinen.
Tentoonstelling “Recente opgravingen in Lochem” Van februari tot en met april organiseerde de AWL in Lochem en in Gorssel een tentoonstelling naar aanleiding van een aantal professionele opgravingen bij infrastructurele projecten in de gemeente. Aan die projecten heeft de werkgroep meegewerkt. Daarnaast waren ook zelfstandig enkele begeleidende onderzoeken uitgevoerd, waaronder bouwbegeleidingen aan de Asselerweg (Almen), aan de Groterkamp (Gorssel) en bij het sluisje in de Berkel. Het doel van de tentoonstelling was om interessante informatie van die onderzoeken publieksvriendelijk in beeld te brengen. De hoofdthema´s van de expositie waren - Het AWN onderzoek in Almen met Federmesservondsten (de aangetroffen pijlspits werd beeldmerk van de expositie). - Informatie over het AWN-onderzoek bij het blootgelegde Berkelsluisje. - Begravingen n.a.v. opgegraven urnenveldjes en n.a.v. de werkzaamheden van de AWN bij het grafveldonderzoek op de Kleine Markt. - Educatieve informatie over boerderijen, landweren en drinkwaterputten in de loop van de geschiedenis. - Het gemeentelijk archeologiebeleid aan de hand van de waarden- en verwachtingenkaart. De tentoonstelling, gehouden in de Graafschapbibliotheek in Lochem, werd door de heer T. de La Court (wethouder openbare werken, groen, duurzaamheid en monumentenzorg) geopend.
Afb. 1. Uitnodiging voor de tentoonstelling.
Afb. 2. De wethouder verricht de opening.
In Lochem trok de opgraving van het e 18 -eeuwse Berkelsluisje veel aandacht. Menige bezoeker had nog weet van het sluisje en herinnerde zich, met behulp van de geëxposeerde oude prenten, de locatie van de sluis. Afb. 3. Informatiehoek over het Berkelsluisje.
14 In Gorssel werd de tentoonstelling in “Het Tramstation” geopend door wethouder W. Heessen (van participatie) geassisteerd door mevrouw Holtslag-Harkink (met de vlag), voorzitter van de Historische Vereniging De Elf Marken (afb. 4).
Afb. 4. Opening in Gorssel.
Op deze locatie trokken de informatieborden en de vitrines met scherven van de AWN-opgraving op het vrijgegeven terrein aan de Grooterkamp veel belangstelling, vooral van de bewoners van deze nieuwe wijk (afb. 5).
Afb. 5. Informatieborden Grooterkamp.
De Gorsselse tentoonstelling werd bezocht door de kinderen van de groepen 7 van de J.A. Vullerschool een openbare basisschool in Gorssel (afb. 6).
Afb. 6. Klas basisschool Gorssel.
De Stentor deed verslag van de tentoonstelling, met foto (afb. 7).
Afb. 7. Gerard Tiemessen geeft uitleg over de archeologische begeleiding van de opgraving van de Berkelsluis.
15
Bezoek aan Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Overijssel Nadat in 2011 een bezoek werd gebracht aan het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten van Gelderland was in juni 2013 het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Overijssel in Deventer aan de beurt. Na meer dan 100 jaar archeologisch onderzoek zijn alle bodemvondsten uit de provincie Overijssel, met uitzondering van Kampen en Zwolle, in dit depot in Deventer onder één dak gebracht. Van een veevoedersilo uit 1899 werd een pakhuis gemaakt met ruim 1500 kastplanken. Het provinciale en gemeentelijke depot voor bodemvondsten is gernoemd naar voormalig provinciaal archeoloog van Overijssel, dr. Ad Verlinde, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van het archeologisch onderzoek in Overijssel. Nu alle vondsten uit Overijssel in het depot een plek hebben gekregen, zijn deze veel toegankelijker geworden. Bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek of voor exposities. De Lochemse werkgroep werd deskundig rondgeleid door provinciaal archeoloog van Overijssel drs. Suzanne Wentink. Speciale belangstellig was er voor de wandkaart met de plechtige titel … “Voorgeschiedkundige Romeinsche en Frankische en Oudheden” (afb. 8).
Afb. 8. Wandkaart.
De wandkaart werd in 1903 door de Nederlandschen Oudheidkundigen Bond uitgegeven, met bewerking door dr. R. Jesse.
Archeotour Lochem Door Gerard Tiemessen De AWL heeft in samenwerking met de geoloog Tieme Bruins een geologische tour met archeologische accenten (archeotour) uitgezet rondom de Lochemse Berg en door Groot en Klein Dochteren. De zeer afwisselende tour voert langs geologische en archeologische bijzonderheden, zoals de zand- en klappersteengroeven, restanten van hessenwegen, beekdalen, rivierduinen, dekzand- en stuifzandkoppen, droge dalen op de stuwwal, enken, middeleeuwse locaties van ijzerindustrie, urnenvelden en landhuizen en landgoederen. Op 10 mei heeft een tiental personen een deel van de tocht, rondom de Lochemse Berg, gefietst. Op de markante punten werd gestopt voor het geven van een nadere toelichting. Onder de deelnemers bevond zich ook de educatief boswachter van het Geldersch Landschap.
Afb. 9. Stuifduin aan de Lindeboomsweg.
16 De tocht is beschreven in een rapport. Het rapport gaat in op de geologie van de Lochemse Berg en omgeving en geeft een korte schets van de bewoningsgeschiedenis van het Berkeldal. De archeologische en geologische bijzonderheden die men op de tour tegenkomt worden toegelicht. Enkele specifieke onderwerpen, zoals de ijzerindustrie, worden in meer detail uit de doeken gedaan. Bij de samenstelling van het rapport is onder meer gebruik gemaakt worden van de recent opgestelde Archeologische Waardenkaart van de gemeente Lochem. Een digitale versie van de tour is op aanvraag verkrijgbaar:
[email protected]
Beleef de Berkel
De Lochemse archeologische werkgroep werd door de gemeente Lochem uitgenodigd de feestelijke oplevering van het project “Beleef de Berkel” mee op te luisteren (afb. 10). Afb. 10. Uitnodiging.
De Berkel heeft een metamorfose ondergaan. Bij de Berkelsluis is een vistrap aangelegd, de Berkelboorden zijn heringericht, en de oevers zijn met twee nieuwe bruggen verbonden. Daardoor is het nieuwe gemeentehuis aan de overkant nu bij het stadscentrum betrokken. De feestelijkheden werden geopend door wethouder Kottelenberg en heemraad Van Helvoirt. De AWL presenteerde zich met een informatiestand over hun archeologische begeleiding van de opgraving van de Berkelsluis (afb. 11). Vooral de vijf meter lange kaart uit de 17e eeuw van de Berkel, in het bezit van de AWL, trok veel belangstelling.
Afb. 11. Infostand AWL.
Winterlezing Gorssel De “Winterlezing”, de jaarlijkse lezing voor de leden voor de leden van de Historische Vereniging De Elf Marken van Gorssel, werd dit jaar verzorgd door het Lochemse AWN lid Jan Kleinen. In de lezing werd de prehistorie van het gebied behandeld. Daarbij kon gebruik worden gemaakt van recente resultaten van twee grote archeologische onderzoeksprojecten die in de gemeente werden uitgevoerd: de aanleg van de nieuwe rondweg rond Gorssel-Eefde en de 15 km lange persleiding LochemZutphen dwars door het buitengebied. In deze onderzoeken kwam een groot aantal restanten van prehistorische boerderijen, Afb. 12. Urn. spiekers en drinkwaterputten aan het licht. Uiteraard werd ook aandacht besteed aan de met crematieresten gevulde urn uit de Romeinse Tijd, de “de oudste menselijke resten uit Gorssel”. Afb. 12 toont de vondst in de coupe.
17
Lezing voor Woodbrookers De Vereniging Woodbrookers Lochem bestaat uit leden met uiteenlopende levensopvattingen die zich verbonden “door onderlinge ontmoeting in een geest van openheid, religieuze verbondenheid en maatschappelijke betrokkenheid, bij te dragen aan persoonlijke verdieping en bezinning op de maatschappelijke verantwoordelijkheid”. In januari heeft Jan Kleinen een lezing verzorgd over de archeologie rond de Lochemse Berg. Het onderwerp behandelde de prehistorische bewoning van de Berg en zijn omgeving, waarin het culturele centrum van de Woodbrookers Lochem is gevestigd.
Afb. 13. Vondstlocaties rond de Lochemse Berg.
Presentatie op de jaarlijkse Steentijddag in Leiden Jan Kleinen deed op de Steentijddag verslag van de Federmesservondsten van het AWN-onderzoek in Almen. Naar aanleiding van de 10-minuten lezing een citaat uit het verslag van de steentijddag op de website: “Jan Kleinen van de AWN afdeling 18 (Zuid-Salland, IJsselstreek en Veluwezoom) deed verslag van een steentijdonderzoek naar een laatpaleolithische vindplaats bij Lochem. De „reddingsactie‟ van een al als verloren opgegeven vindplaats, kon op bijval uit het publiek rekenen. Uit de proefputten en zeefvakken van de opgraving kon uiteindelijk toch nog belangrijke informatie gewonnen worden, alsmede een aantal mooie vondsten. Niet onbelangrijk voor een periode waarvoor vindplaatsen schaars zijn.”