Resource 0318 1-3 en 10-13
25-02-2009
16:36
Pagina 1
Wageningen UR gaat topatleet sponsoren Pag. 5 en 12
Promovendus Studenten(76) kan wel raad twijfelt vijf uur wachten over nieuwe op een jagende bachelorslechtvalk structuur Pag. 9
WEEKBLAD VOOR WAGENINGEN UR/
Pag. 23
3E JAARGANG/ 26 FEBRUARI 2009
RESOURCE
#18
PAG. 10
ZO HOUDEN WE ONS VOEDSEL GOEDKOOP
Resource 0318 1-3 en 10-13
25-02-2009
16:36
Pagina 2
2
2
ZEEPKIST
[email protected]
HR
VISIE MRSA BIJ KALVERHOUDERS
P
Br aa
B Radio1 meldde onlangs dat 88 procent van de Nederlandse kalverhouderijen besmet is met NT-MRSA, een variant van de gevreesde ziekenhuisbacterie die eerder vooral in verband werd gebracht met varkens. En één op de drie kalverhouders is zelf drager, blijkt uit onderzoek door de Universiteit Utrecht. Verontrustend nieuws?
Henk van Ruitenbeek
HOFSTEDE NOBODY IS INTERNATIONAL I am Dutch. That means I am from the Netherlands, not to be confused with ‘Deutsch’ which means from Germany. My parents are Dutch. My grandparents were from IJsselmonde, Groningen and Twente at a time when identities were still regional and most people spoke regional dialects. My colleagues are from China, Ethiopia, Italy, Serbia and the Netherlands. They all have their national language. We often speak English during the coffee break. Does that make me less Dutch? No, but it makes our group international, and that is the point. In my classes, I create teams. Some groups of students prefer to be among
mother tongue sharers. Others like to team up internationally. In such a team, the members need to be willing to take an extra step to co-operate well. They have to come to terms with language problems, gender issues, different approaches to planning and to leadership, and different ideas about duty. So the most resourceful, outgoing students tend to find themselves in the international groups, where they learn valuable intercultural skills. They are French, or German, or Iranian … or Dutch. But they form an international community. And a community needs at least one common language. In an essay for the Belhamel contest, I once pleaded to make English the official
language at Wageningen University. To my bafflement, the jury accused me of wanting to ‘Americanize’ the university. A few years later, the Board of the university tried to implement the idea but found once more that time was not ripe. Apparently, we still need our language to protect our identity. Changing this will take another generation. I visit universities in many countries and ours is the most international one I know. And it should be, because of its international mission. We are Dutch hosts of an international community. For that, we need a shared language, and our skills need to be international. Noblesse oblige. / Gert Jan Hofstede
Prof. Jaap Wagenaar, hoogleraar Klinische infectiologie aan Universiteit Utrecht en senioronderzoeker bij het Centraal Veterinair Instituut: ‘Deze brede verspreiding verklaren we voor een deel door de open structuur van de kalverhouderij waarbij dieren afkomstig van vele bedrijven op één bedrijf samengebracht worden. Hierdoor is het aannemelijk dat de kans op insleep groter is dan in de varkenshouderij, waarbij de bedrijven meer gesloten zijn. Overigens is ook in de varkenshouderij, in binnen- en buitenland, de NT-MRSA-besmetting wijdverbreid. De gevolgen van een NT-MRSA-besmetting treffen voor een groot deel de veehouders zelf. Als mensen gezond zijn, hebben ze er geen last van. Maar als ze gewond raken of een operatie in het ziekenhuis ondergaan, vormt de antibioticaresistentie van NT-MRSA een probleem. De klassieke ziekenhuisbacterie verspreidt zich efficiënt in een ziekenhuis, via contact met de verpleging en patiënten onderling. De NT-MRSAbacterie heeft echter niet zozeer de neiging om te spreiden. Verder komt de bacterie wel op het voedsel voor, maar in zulke lage aantallen dat mensen daar nauwelijks door besmet lijken te raken. Op Radio 1 werd gezegd dat het om een ‘passief openbaar’ onderzoek ging, vanwege de economische belangen van de kalverhouderij. Maar de belangrijkste reden om nog niet actief met de resultaten naar buiten te treden is dat het een tussenrapportage betreft. Het hele onderzoeksprogramma naar MRSA in de veehouderij, dat we met een consortium van onderzoeksinstituten uitvoeren, loopt nog. Dat zal dit voorjaar worden afgerond. We onderzoeken nu de specifieke kenmerken van besmette bedrijven. Wanneer we de risicofactoren op bedrijven kennen, geeft dat aanknopingspunten voor de preventie. Ik zie dit mede als een les voor de toekomst. Hoe moet je handelen als zo’n besmetting de bevolking wel breed treft? Daarover denken we na met de ministeries van VWS en LNV, en de Voedsel en Waren Autoriteit.’ / Alexandra Branderhorst
In co de Ev br te Ve uit in pe in so m lin he Ja ge do re Ni gr ke se zie ze ke zo bio en eig ko wr m ke
T
W m M ac
n
n
ns e-
d-
ng
n
Resource 0318 1-3 en 10-13
25-02-2009
16:36
Pagina 3
26 FEBRUARI 2009
3 ‘Ik ontbeer als bioloog nog de verklaring van de toename van genetische informatie’
POST Brieven kunnen worden gericht aan
[email protected].
BIJEN In Resource 17 van 12 februari schreef columnist Hoffman over het sulletje van de korf, ongetwijfeld grappig bedoeld. Even wat achtergronden: eind januari bracht bijen@wur van Plant Research International een advies uit aan minister Verburg over de manier waarop de achteruitgang van de vitaliteit van de honingbij in Nederland gekeerd kan worden. Het persbericht hierover kwam natuurlijk ook in het in-bakje van de redactie van Resource terecht. Het is opgesteld door communicatiemensen met voldoende scholing om begrijpelijk over te brengen waar het in de specialistische zaak om draait. Jammer dus als een columnist uit eigen gelederen er dan niet méér mee weet te doen dan de eerste de beste schoolkrantredacteur. Niet zozeer de antropomorfe man-vrouwgrappenmakerij van Hoffman is schokkend - die is eerder oubollig. De grote misser is de minachting die de schrijver laat zien voor de belevingswereld van veel lezers. Niet alleen die van mij als actief imker, maar die van elke Wageningse onderzoeker of docent. Die begrijpt veel van de biologie van andere wezens dan de mens, en is zo doordrongen van de fascinerende eigen-aardigheid van elke levensvorm, dat koddige pseudoparallellen als in de gewraakte column bij al die lezers ieder doel missen. Niet doen dus, zo’n tekst. / Tineke Brascamp-van der Lee
THE AMAZON We would like to express our disappointment regarding the seminar given by Dr. Marc van Roosmalen, entitled Barefoot across the Amazon: About the Protection
OPINIE of world’s largest Rainforest. The presentation took place on February 4th and was organized by Studium Generale. Van Roosmalen was recognized as a ‘Hero of the Planet’ by Time magazine for his remarkable research in the Amazon. However, most people might not know that he was an employee of the National Research Institute of the Amazon for almost twenty years, which makes him an employee of the Brazilian government. The same government he referred to as disinterested in the Amazon. Marc van Roosmalen did not have the right to make such sweeping references to a whole society, especially one that he was part of for most of his professional life. As Brazilians, the seminar raised in us a feeling of rage and injustice, and we were furious at his misconceptions about Brazilian society and the Amazon occupation. Corrupt, xenophobic, stupid: these were just some of the adjectives used by Marc van Roosmalen when referring to Brazil. We might not know much about the Amazon region. Fortunately, we do know something about respect, otherwise we would have replied to Marc van Roosmalen with the same disrespect with which he referred to Brazil. We just hope that the audience did not leave taking everything Van Roosmalen said at face value. Also, we would like to ask Studium Generale to organize a more ‘both sides of the coin’ evening next time. / Danuta Chmielewska, MSc student, and Luciana de Souza Soler, PhD student
CREATIONISME II In zijn bijdrage ‘Creationisme’, in Resource 17 van 12 februari, gebruikt dr. Van der Leij de voor mij nieuwe termen anevolutionist en anevolutionisme. Als hij dat bedoelt in analogie met analfabetisme – in de zin van: nog niet beter wetend – is dat niet alleen denigrerend ten opzichte van
(INGEZONDEN MEDEDELING)
Invitation
91st Dies Natalis, 9 March, 2009
-
er n, ree n ? es n
RESOURCE #18
Darwin’s Legacy:
Biodiversity as natural capital
The 91st Wageningen University Dies Natalis celebrates the legacy of Charles Robert Darwin, born 200 years ago. His work ‘On the Origin of Species’, is considered a landmark in evolutionary biology. Contributions by Dr Martin J. Kropff, Rector Magnificus at Wageningen University, Dr Stephen C. Stearns, Professor of Ecology and Evolutionary Biology at Yale University and Dr Marcel Dicke, Professor of Entomology at Wageningen University.
Register online at www.dies.wur.nl now
collega’s en studenten, maar ook getuigend van een simplistisch inzicht in de problematiek van de ontwikkeling van het leven op aarde. ‘Alles is altijd ingewikkelder’, verzuchtte prof. H. Zuilhof in zijn oratie op 28 april vorig jaar, waarbij hij er onder meer op wees dat de chemische onderbouwing van het ontstaan van het leven nog steeds rammelt. Aan evolutie door selectie hoeft inderdaad niemand te twijfelen, maar selectie betekent per definitie verwijdering van genetische informatie. Deze ontwikkeling op soortniveau is te onderscheiden van een macro-evolutie ‘van bacterie tot mens’, die een gigantische verrijking met nieuwe informatie zou vereisen. Mutaties blijken vrijwel altijd negatief. De mutatieve vorming van nieuw, informatief DNA moet dan ook zo zeldzaam zijn, dat het de voor (macro)evolutie benodigde verrijking niet kan verklaren. Bovendien zijn voor de nieuwvorming van complexe organen niet alleen positieve, maar ook simultane informatieveranderingen nodig, om bijvoorbeeld botten, spieren en zenuwen tegelijkertijd in onderlinge aanpassing te doen veranderen. Als zulke veranderingen niet in één keer optreden, dan zijn organismen verminderd vitaal en kunnen ze de struggle for life niet winnen. Dat dergelijke organismen niet als fossiel worden gevonden, zag Darwin al als een ernstig probleem voor zijn theorie. Zoals prof. Zuilhof als chemicus de onderbouwing van het ontstaan van het leven vooralsnog mist, zo ontbeer ik als bioloog voorlopig nog de theorieën ter verklaring van de voor (macro)evolutie vereiste toename van genetische informatie en van de nieuwvorming van complexe organen. / Dr. Johan Bruinsma, emeritus hoogleraar Plantenfysiologie
VERNIEUWING RESOURCE Dit blad gaat verdwijnen. In deze vorm dan. Na de zomer zien het blad en de site er anders uit. We willen dagelijks nieuws op internet brengen, en het blad moet meer een agendabepalende functie krijgen. Ook willen we meer in het Engels publiceren. Maar we zijn er nog niet helemaal uit. Want in hoeverre moeten we artikelen in het Engels publiceren? Welke berichten moeten direct op de site, en welke in het blad? En moet Resource een nieuwe naam krijgen? Vandaar dat we de lezer vragen om mee te denken. Op donderdagmiddag 12 maart, van 15 tot 17 uur in zaal 0.05 in gebouw 116 op de campus, Bornsesteeg 47. Meld je aan bij
[email protected]. / Gaby van Caulil, hoofdredacteur
GROOTMOEDERS TIJD Eet alleen wat onze grootmoeders ook zouden eten. Dat is in het kort de boodschap van de Amerikaanse voedingsjournalist Michael Pollan. Dus geen fruit uit flesjes of sla uit plastic. Pollan verzet zich ook tegen maïsvelden zo groot als de gemeente Wageningen en cities of meat zoals op de voorpagina van deze Resource. Want op zo’n manier voedsel produceren, gaat ten koste van dieren, het milieu en onze gezondheid. In het weekend voor de inauguratie van Barack Obama schreef hij de aanstaande president een open brief. We moeten onze kinderen leren gezond te eten door ze bij te brengen waar voedsel vandaan komt. Obama zou Amerika gezonder kunnen maken door het goede voorbeeld te geven. Eten uit de moestuin is de kortste voedselketen die er is. Maak dus een fruit- en groentetuin van een deel van het gazon rond het witte huis. En de beste inspiratie krijgen de Amerikanen als de presidentiële familie er zelf onkruid gaat wieden. Ha! Michael Pollan lijkt een naïeve romanticus. Want deze wereld heeft natuurlijk meer voedsel nodig dan in grootmoeders tijd. Bovendien levert grootschalige productie nu eenmaal een goed inkomen op en is die af en toe ook duurzaam. Twee weken geleden was de invloedrijke Amerikaanse voedingsjournalist in ons land. Hij bekritiseert veel van het werk dat in Wageningen wordt gedaan. Maar wilde volgens zijn uitgever - graag in debat met Wageningers. Na afloop van dat debat zeiden de Wageningse agronomen en economen van hem geleerd te hebben. Zonder al te veel regels krijgt de voedingsindustrie de macht, met als gevolg een vervuilende voedselproductie en een ongezonde eetcultuur. Vaak zijn de VS ons voorland. Toch loopt het hier zo’n vaart nog niet. Het Europese beleid houdt meer rekeningen met kleinschalige boeren en landschapsinrichting, de Europese megaboerderijen zijn nog altijd een factor tien kleiner, en onze eetcultuur is gezonder. Bovendien: we zijn gewaarschuwd. Pollan doet alsof hij terug wil naar de moestuintjes uit grootmoeders tijd. Hij weet natuurlijk ook wel dat dit een utopie is. Eigenlijk wil hij ons doordringen van de gevaren van de geïndustrialiseerde voedselproductie. Dat lijkt te lukken. / Gaby van Caulil Omslagfoto AP/Reporters
Resource 0318 4-9
25-02-2009
16:16
Pagina 4
2
4
IN ‘T NIEUWS 12 FEBRUARI T/M 25 FEBRUARI 2009
NIEUWE LECTOR WATERBEHEER De nieuwe lector Integraal Waterbeheer en klimaatbestendige gebiedsontwikkeling, dr. Elgard van Leeuwen, treedt op 1 maart aan bij Van Hall Larenstein. Hij gaat twee dagen per week werken op de hogeschool in Velp. Van Leeuwen werkt al bij Deltares in Delft als adviseur en leider van het team regionaal waterbeheer. Ook geeft hij les aan de TU Delft. Binnen het lectoraat, verbonden aan de opleiding Land en Watermanagement, verschuift het accent van ruimtelijke inrichting naar klimaatbestendige gebiedsontwikkeling. Een modekreet? ‘Waterbeheer gaat eigenlijk om het vaststellen van de beste verbeteringsmaatregelen. Klimaatbestendigheid kan daarbij bepalend zijn’, reageert Van Leeuwen. ‘Voor studenten is het echter van belang eerst voldoende inzicht op te bouwen in de effecten van maatregelen. Vervolgens kan de aandacht worden gericht op actuele doelen op het gebied van klimaatbestendigheid, natuurwaarde en nieuwe woonmilieus.’ / AB
BRANDSTICHTING/
Ja, ik heb deze brand aangestoken, meldt Cathelijne Stoof aan de Portugese televisie. Stoof is pyromaan voor de wetenschap. Na een bosbrand stoot de bodem water af waardoor neerslag niet wordt opgenomen. Stoof gaat na hoe dat komt. De Wageningse promovendus veroorzaakte afgelopen vrijdag een experimentele bosbrand in Portugal. Op tien hectare zijn lage struiken en boompjes afgebrand. Vooraf, tijdens en na de brand hebben sensoren vocht, temperatuur en afstroom van water gemeten. De resultaten worden nu verwerkt. / GvC, foto Hans de Herder
‘VHL MOET MEER VOORDEEL HALEN UIT DE PRAKTIJK’ Van Hall Larenstein moet zijn studenten meer met het bedrijfsleven in aanraking brengen, stelt Miel Hooijdonk bij zijn vertrek als course manager bij VHL Wageningen. ‘Dat kan door relaties met het werkveld structureel in het onderwijs in te bouwen’, adviseert hij. Het hoger beroepsonderwijs is geen eenrichtingsverkeer, meent Hooijdonk, die drieënhalf jaar geleden bij VHL aantrad. ‘Je moet input uit de praktijk creëren.’ Als course manager Horticulture and Business bij VHL Wageningen haalde Hooijdonk zelf de banden met het bedrijfsleven aan in een veelvoud aan projecten. Sinds half februari werkt hij bij trainingsinstel-
ling voor de groene sector PTC+ in Ede. Hooijdonk had zelf achttien jaar lang een import- en exportbedrijf van bloemen op Curaçao. ‘Dan zie je dat het inzicht van stagiaires in de bedrijfstak minimaal is. Dat kun je ook niet in de klas leren. Dat moet je als school faciliteren.’ Dat kan bijvoorbeeld bij het inkoopplan dat eerstejaarsstudenten International Agribusiness and Trade maken. Daarbij worden ze in de rol van importeur/exporteur gezet en moeten – hypothetisch – rozen inkopen in Kenia voor een Duitse supermarktketen. ‘Een goed businessplan hangt af van de mate waarin studenten de belangrijke vragen begrijpen. De vluchtfrequentie, landingsplaats, vracht-
afhandeling en verpakking spelen allemaal een rol.’ De studenten hebben via contact met een inkoopmanager van een veiling een veel beter beeld gekregen van wat erbij komt kijken, aldus Hooijdonk. ‘In dit geval is dat contact met de inkoopmanager toevallig ontstaan, maar dit soort relaties met het werkveld moet je structureel inbouwen. Dan kom je niet meer weg met het geven van een fles wijn, maar moet je aan flexibele contracten denken.’ Vergelijkbare ideeën heeft hij ook voor de businessplannen die tweedejaars studenten moeten opstellen: de studenten realiseren een onderdeel van hun plan en kunnen daarvoor een financiering van duizend euro krijgen van de Rabobank. ‘Stu-
dit moment tientallen vacatures voor hoger opgeleiden heeft, vertelt Piet van der Aar van diervoederconcern Schothorst. ‘Zonder aanwas van jonge mensen dreigen we onze sterke internationale positie kwijt te raken.’ Via voorlichting en gastcolleges hoopt Van der Aar bijvoorbeeld studenten over de streep te trekken die nu kiezen voor gezelschapsdieren. / AS
ECTOR HOOGSTAD ONTWERPT FORUM II Architect Joost Ector, van bureau Ector Hoogstad uit Rotterdam, gaat het tweede onderwijsgebouw op Wageningen Campus ontwerpen. Het bureau heeft onder meer het ministerie van VROM in Den Haag vormgegeven. Enkele jaren geleden ontwierp het de
nieuwbouw van het instituut voor geowetenschappen van TNO in Utrecht. Het programma van eisen voor het tweede onderwijsgebouw, dat dertienduizend vierkante meter aan onderwijsvoorzieningen gaat bevatten, is gereed. Het gebouw moet in september 2012 klaar zijn. / AS
At ge ee so m in de
Om pe co te he om
W
DL als op de on wi ke be
To Wa de Pr co ‘O
(INGEZONDEN MEDEDELING)
BEURZEN VOOR STUDIE VEEVOEDING De Nederlandse diervoedersector begint een campagne bij Wageningen Universiteit en de agrarische hogescholen om meer studenten te interesseren voor een specialisatie veevoeding. De voederfabrikanten stellen onder meer zo’n twintig studiebeurzen beschikbaar. De animo voor een studie veevoeding loopt al jaren terug, waardoor de sector op
denten zijn gemotiveerder en zenuwachtiger wanneer ze naar de bank moeten.’ En er zijn nog veel meer mogelijkheden en kansen, illustreert van Hooijdonk. ‘Docenten klagen over lage studentenaantallen in plaats van vooruit te kijken. Maar die kleinschaligheid kun je ook benutten. De Rabobank gaat bijvoorbeeld echt geen honderden businessplannen beoordelen.’ Bovendien liggen er veel kansen in de internationale tak van VHL Wageningen, meent hij. ‘Je zou bijvoorbeeld een lector Fair Trade Management kunnen instellen die dat werkveld binnenhaalt. Hier kun je het verschil maken. Als je werkelijk guts hebt als VHL, ga je daarin investeren.’ / AB
W
Invitation
Darwin’s Legacy:
91st Dies Natalis, 9 March, 2009
Biodiversity as natural capital
The 91st Wageningen University Dies Natalis celebrates the legacy of Charles Robert Darwin, born 200 years ago. His work ‘On the Origin of Species’, is considered a landmark in evolutionary biology. Contributions by Dr Martin J. Kropff, Rector Magnificus at Wageningen University, Dr Stephen C. Stearns, Professor of Ecology and Evolutionary Biology at Yale University and Dr Marcel Dicke, Professor of Entomology at Wageningen University.
Register online at www.dies.wur.nl now
P
zij die wi zij
r
ek
ft ode
sn
d n-
-
e-
Resource 0318 4-9
25-02-2009
16:16
Pagina 5
26 FEBRUARI 2009
5
RESOURCE #18 Dick de Zeeuw, een vrijdenker met pretoogjes
WAGENINGEN UR SPONSORT TOPSPORTER Atleet Ate van der Burgt wordt dit jaar gesponsord door Wageningen UR, als eerste in de geschiedenis. Hoe de sponsoring wordt ingevuld is nog onduidelijk, maar de instelling stelt de promovendus in ieder geval in staat om zich zes maanden volledig te concentreren op zijn sport. Om in 2009 de wereldkampioenschappen te halen kwam hij vooral rust te kort, concludeerde promovendus en 1500-meterloper Ate van der Burgt vorig jaar. Deze herfst is hij daarom met zijn promotoren om tafel gaan zitten om een oplossing te
bedenken. ‘Het is lastig voor het werk, we zijn met spannende dingen bezig’, vertelt zijn dagelijks begeleider Roeland van Ham van PRI Bioscience. ‘Maar fysiek is dit zo’n bijzonder moment in zijn leven. Dit kun je maar een paar jaar. En dan vind ik dat wij er alles aan moeten doen om dat mogelijk te maken.’ Daarom kreeg Van der Burgt toestemming om vanaf november geen 32 maar 24 uur per week te werken, en per april een half jaar onbetaald verlof op te nemen. Om die periode te overbruggen diende hij een verzoek tot sponsoring in. De raad van be-
stuur reageerde positief. ‘De kans is redelijk groot dat Ate op topniveau gaat functioneren. Hij krijgt daar ook de tijd voor van zijn promotoren, en Ate is een mooi visitekaartje voor ons’, zegt woordvoerder Simon Vink. Het gaat volgens Van der Burgt om een bedrag ter grootte van zes maanden aio-salaris. Het ziet er overigens naar uit dat de atleet zich door een blessure moet afmelden voor het EK Indooratletiek in Turijn, in het eerste weekend van maart. / YdH Zie pagina 12: Gewoon zo hard mogelijk
WILLY WORTELS WORDEN BELOOND DLO-onderzoekers gaan meeprofiteren als een octrooi op hun vinding geld oplevert. De uitvinder ontvangt een zesde deel van de inkomsten, evenals zijn onderzoeksgroep. Tweederde van de winst komt terecht bij de betreffende kenniseenheid. Dat heeft de raad van bestuur besloten. Tot dusverre kwamen de inkomsten uit Wageningse patenten niet ten goede aan de bedenker en diens onderzoeksgroep. Prof. Raoul Bino, die de kennisexploitatie coördineert, vindt dit een goede stap. ‘Ook bij andere universiteiten profiteren
de uitvinders mee. En terecht.’ Overigens komt dat niet vaak voor, vervolgt hij. ‘Hoogstens één op de twintig patenten genereert inkomsten voor de onderzoeksinstelling.’ Met de nieuwe regeling gaan alle inkomsten uit octrooien volgens de beschreven verdeling naar bedenker, groep en kenniseenheid, tot een bedrag van anderhalf miljoen euro. Daarna gaat Wageningen UR de opbrengst afromen. Voorwaarde voor zowel de kenniseenheid als raad van bestuur is dat de inkomsten opnieuw worden geïnvesteerd in onderzoek. De regeling geldt niet voor de universiteit, omdat
de onderwijsbonden tegen de regeling stemden. Patenten zijn belangrijk voor onderzoekers om hun relatie met het bedrijfsleven te versterken, zegt Bino. ‘Een uitvinding zonder patent leidt vaak niet tot productontwikkeling door bedrijven, omdat die zonder patentbescherming geen concurrentievoordeel hebben op de markt.’ Meest voorkomende praktijk is dat onderzoekers hun patent in licentie verkopen aan een bedrijf. Het octrooibureau van Wageningen UR kan ze daarbij ondersteunen. / AS
PROEFPERSOON/ Eurocommissaris Janez Potocnik probeert een hap te nemen van Spaanse tapas die behandeld v
zijn met hoge druk. ‘Hij had zich zojuist hardop afgevraagd of hij soms de eerste proefpersoon was’, vertelt Huug de Vries (links), die de commissaris rondleidde bij AFSG. Potocnik, die gezien kan worden als de Europese minister van wetenschap en onderzoek, wilde vooral met eigen ogen zien waar Europees geld terechtkomt. De Vries: ‘Hij wilde weten of dit onderzoek er ook geweest zou zijn zonder Europese investeringen.’ / NM, foto BdG v
DICK SCHUDDE DE BOEL GRAAG OP Afgelopen weekend overleed Dick de Zeeuw op 85-jarige leeftijd in Bangkok. De senioren van Wageningen UR kennen De Zeeuw – ‘zeg maar Dick’ – als een belangrijk vormgever van het naoorlogs landbouwkundig onderzoek. Hij was negen jaar directeur van DLO en vier jaar bestuursvoorzitter van de Landbouwuniversiteit, ruim voordat beide fuseerden tot Wageningen UR. Van Dick had dat eerder gemogen. De Wageningse studie van De Zeeuw werd in 1942 bruut onderbroken door een Duits werkkamp dat hij onder barre omstandigheden wist te overleven. Het lijkt erop dat die ervaring zijn houding als mens en bestuurder heeft gevormd. Hij hechtte grote waarde aan vrijheid. Vrijheid van geest, vrijheid van denken en de vrijheid om te veranderen en de zaak op te schudden. Dat maakte hem een bijzondere bestuurder. Halverwege de jaren tachtig werd De Zeeuw collegevoorzitter van de universiteit. De lange vergaderingen met de universiteitsraad wist hij met moeite uit te zitten, want de bestuurlijke procedures konden hem maar matig boeien. Na een half jaar kondigde hij een reorganisatie aan, de SKG-operatie. Bestaande leerstoelen werden opgeheven en ingeruild voor nieuwe; ongehoord in die tijd. De Zeeuw wist prima om te gaan met de opschudding die dat veroorzaakte. Hij toog naar zaaltjes met docenten en studenten die vertelden dat de uitgangspunten van het plan niet deugden. Menig bestuurder gaat dan in de verdediging, maar De Zeeuw niet. Hij genoot van de inhoudelijke discussie, luisterde, verwoordde zijn afwegingen en gaf critici soms gelijk. Als hij overtuigd werd, stelde hij het plan bij. De toenmalige columnist van het universiteitblad noemde hem een ‘jonge hond’ en dat vond hij een prima typering. Jaren daarvoor had hij geprobeerd de KVP – een voorloper van het CDA – te hervormen. Toen dat niet lukte, stapte hij uit de politiek. Na zijn pensionering werd De Zeeuw nog geregeld uitgenodigd voor commissies die nadachten over de toekomst van de Nederlandse landbouw of andere kwesties die vroegen om vrijheid van geest, niet gehinderd door de sleur van de bureaucratie en gevestigde belangen. Altijd waren er dan die pretoogjes van hem. / Albert Sikkema
Resource 0318 4-9
25-02-2009
16:16
Pagina 6
2
6
UIT ‘T VELD NIEUWS UIT DE WETENSCHAP
PLATVIS NOORDZEE KANKERVRIJ
V
Vrijwel geen enkele bot of schar in de Noordzee heeft nog leverkanker. Twee decennia terug had nog veertig procent van de platvissen die aandoening. De verbetering laat zien dat de Noordzee schoner is geworden. Dat stellen onderzoekers van Deltares, Imares en Rijkswaterstaat in een artikel in Environmental Science & Technology.
He EU pla Ne ge ve ge ad pa
Bot en schar worden al tientallen jaren nauwlettend in de gaten gehouden. De gezondheid van de vissen is een aanwijzing voor de ecologische toestand van de Noordzee. Aan het eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw hadden twee op de vijf volwassen botten uit de kustwateren leverkanker. Maar sinds halverwege de jaren negentig is dat percentage tot bijna nul gedaald. Ook het aantal huidzweren en wratten is sterk afgenomen. Min of meer hetzelfde patroon is te zien bij de schar, die wat verder uit de kust leeft. De schonere Noordzee is volgens de onderzoekers de belangrijkste verklaring. Er wordt veel minder fosfor en stikstof geloosd. Datzelfde geldt ook voor zware metalen als cadmium, kwik en lood, en voor organische verontreiniging met bijvoorbeeld PCB’s. De gehaltes aan cadmium en PCB zijn plaatselijk meer dan zeventig procent gedaald. Dat beeld is ook terug te vinden in de onderzochte vissen. Overigens bevat de zee nog steeds veel cadmium, PCB’s en PAK’s. Maar platvissen worden daar niet meer ziek van. / RK
He ge die te he ke te EU 20 ja m
De gezondheid van bot is een aanwijzing voor de vervuiling van de Noordzee. / foto Lineair
BLIJE VISSEN KWEKEN DANKZIJ BIG BROTHER Wie zuivere koffie wil drinken, heeft een ruime keus in de schappen van de supermarkt. Maar vis vinden die zuiver op de graat is, wordt al lastiger. Een welzijnsmonitor voor kweekvis kan helpen. Als een soort Big Brother houdt het systeem de dieren nauwlettend in de gaten. FAST-TOOL heet het instrument dat met Europees geld in Noorwegen is ontwikkeld. In feite is het een softwareprogramma dat allerlei gegevens over de kweek verwerkt en vertaalt naar adviezen voor de kweker. Die gegevens worden dagelijks aangeleverd door de kweker, waarbij hij wordt geholpen door onderwatercamera’s en meetinstrumenten in het kweekbassin. Sensoren meten bijvoorbeeld het zuurstofgehalte van het water, de temperatuur en het zoutgehalte. Met echopeiling wordt in kaart gebracht waar en hoe de vissen zich bewegen. Van sommige vissen worden zelfs individueel de gangen nagegaan en de ademhaling in kaart gebracht. Met
de onderwatercamera kan de kweker bovendien het gedrag van zijn vissen van nabij volgen en vastleggen. Al die gegevens worden opgestuurd naar een centrale computer. En daar rolt dan een advies uit aan de kweker, legt Victor Immink van het LEI uit. Immink onderzocht hoe de monitor in praktijk gebracht kan worden. Want zover is het nog niet. ‘De implementatie zal nog wel veel vragen oproepen. Hoe ga je bijvoorbeeld met die gegevens om? Wie is de eigenaar van die gegevens? Er moet een platform komen om de invoering te begeleiden. Wie komen daarin?’ Dat laat onverlet dat het systeem grote voordelen heeft. De monitor kan van elke partij vis in principe een soort cv opstellen. Immink: ‘Een rapport dat je meestuurt: dit is er met die vis gebeurd. Dat geeft de mogelijkheid om een soort labelsysteem in te voeren, waarbij specifieke kenmerken worden benadrukt. Vergelijk het maar met de certificering van koffie.’ / RK
MINDER MKZ-VACCIN NODIG Als varkens in de huid worden ingeënt tegen mond- en klauwzeer (MKZ), is veel minder entstof nodig dan bij een normale prik in de spieren. Dat leidt tot lagere productiekosten van het vaccin, schrijven medewerkers van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) in het tijdschrift Vaccine van vorige week. Bovendien kunnen bij een MKZ-uitbraak met een beperkte voorraad vaccin meer boerderijen worden beschermd. Voor hun studie maakten de onderzoekers gebruik van een spuitpistool van diergeneesmiddelenbedrijf Intervet, dat een kleine dosis vaccin onder hoge druk in de huid perst, een methode die bij varkens al met succes is toegepast bij vaccinaties tegen onder meer pseudorabiës. De methode scheelt in de pijn, maar ook wordt voorkomen dat ziektekiemen via de naald meeliften van het ene dier naar het andere. Bovendien hoeven er in het slachthuis geen spuitplekken uit het vlees te worden gesneden. De onderzoekers vergeleken de mate van bescherming bij een tiende dosis en bij vier keer een tiende dosis MKZ-vaccin in
de huid, met de standaard dosis in de spier. De hoeveelheid antistoffen in het bloed lag bij een tiende dosis huidvaccinatie lager dan bij intramusculaire vaccinatie, en was het hoogst bij vier keer een tiende huidvaccinatie, maar de resultaten ontliepen elkaar qua ziektebescherming niet veel. Als beste vaccinatiemethode kwam vier keer een tiende dosis in de huid uit de bus, maar dat is volgens de onderzoekers in een stal met rondrennende varkens geen haalbare kaart. Wel concluderen ze dat bij huidvaccinatie de hoeveelheid entstof per behandeling omlaag kan. Nader onderzoek moet uitwijzen wat de optimale dosering is. Door minder entstof te gebruiken, wordt vaccineren waarschijnlijk goedkoper, als gevolg van de lagere productiekosten, concluderen de CVI-medewerkers. Volgens Intervet zijn de resultaten ‘zeer interessant’, maar is verder onderzoek nodig, ook bij andere diersoorten. Het bedrijf beraadt zich op vervolgstudies, aldus een woordvoerster. / RN
G
n en g
rs
e tr a-
-
nrijf n
Resource 0318 4-9
25-02-2009
16:16
Pagina 7
26 FEBRUARI 2009
7
RESOURCE #18
Het spuitpistool perst een kleine dosis vaccin onder hoge druk in de huid
VERSNIPPERD PLATTELANDSBELEID WERKT WEL Het eerste subsidieprogramma van de EU voor de ontwikkeling van het platteland, een megaprogramma waar in Nederland 1,4 miljard euro in is gestoken, was te complex en had te veel verschillende doelen. Toch heeft het wel gewerkt. Dat concluderen LEI, Alterra en adviesbureau ERAC in een vijfhonderd pagina’s tellende evaluatie. Het Europees landbouwbeleid is eind vorige eeuw hervormd. Boeren krijgen sindsdien in plaats van steun voor hun producten een hectaretoeslag. Ook is toen voor het eerst beleid ingevoerd voor de ontwikkeling van het platteland. Dit eerste plattelandsontwikkelingsprogramma van de EU – in jargon POP1 – liep van 2000 tot 2006. In Nederland is daarvoor 1,4 miljard euro uitgegeven. Daarvan kwam 435 miljoen uit Brussel, 607 miljoen van de
Nederlandse overheid en 366 miljoen van het bedrijfsleven. ‘Het programma heeft gefunctioneerd, maar er zijn wel mitsen en maren’, zegt drs. Gabe Venema van het LEI, een van de onderzoekers die de omvangrijke evaluatie opstelden. Belangrijkste conclusie is dat het programma in Nederland gebrek aan focus had. Nederland koos voor veel verschillende doelen. Instandhouding van de landbouwsector en verduurzaming daarvan was er bijvoorbeeld een. Onder die noemer was er veel subsidie voor investeringen in landbouwbedrijven, zoals voor het aanschaffen van een energiezuiniger kas, verplaatsing van bedrijven of subsidies voor jonge boeren. Maar er waren ook hele andere doelen, zoals het versterken van de leefbaarheid op het platteland, bijvoorbeeld door te investeren in dorpshuizen, behoud en uitbreiding
van natuur en landschap, waardoor er veel geld ging naar aankoop van natuur voor de ecologische hoofdstructuur. Ook duurzaam waterbeheer was een forse post. Kleinere bedragen gingen er naar verbreding van landbouwbedrijven en recreatie en toerisme. ‘Door die versnippering is de doeltreffendheid soms te laag geweest’, zegt Venema. Het programma had bijvoorbeeld nauwelijks invloed op de werkgelegenheid op het platteland. Subsidiegeld zou efficiënter besteed zijn als het op minder en heldere doelen was ingezet, zegt Venema. Dat is niet gebeurd omdat het Europese geld vooral gebruikt is om bestaande Nederlands doelen te financieren. Er zijn weinig scherpe politieke keuzes gemaakt, bijvoorbeeld voor landbouw of voor natuur. Daarnaast was het programma ook te ingewikkeld. Omdat Nederland het program-
ma vooral gebruikte om bestaand beleid te financieren, moesten subsidieaanvragers voldoen aan de Europese en de Nederlandse regels. In de eerste jaren was er een tekort aan projecten, omdat aanvragers de weg niet konden vinden. Later werd dat beter, vooral door de inzet van intermediairs, maatschappelijke organisaties die het EU beleid kennen en de weg kennen naar de bewoners van hun gebied. De onderzoekers bevelen dan ook aan om in de toekomst meer gebruik te maken van dat soort organisaties, om meer gebiedsgericht beleid te maken, en om duidelijker doelen te stellen in het beleid. Maar ook het tweede Europese plattelandsontwikkelingsprogramma, dat al twee jaar loopt, is breed opgezet. / JT
WINDMOLENPARKEN NOORDZEE ‘ENORME BARRIÈRE’ De landen rond de Noordzee moeten hun plannen voor grote windmolenparken beter op elkaar afstemmen. Als alle plannen doorgaan zijn vogels en zeedieren mogelijk de klos. Ze vinden dan enorme barrières op hun weg. Prof. Han Lindeboom van Imares oppert daarom onderzoek naar molenvrije vlieg- en zwemcorridors. Lindeboom trekt aan de bel na bestudering van de plannen voor windmolenparken van de landen rondom de Noordzee. Die zijn volgens Lindeboom niet op elkaar afgestemd. Terwijl Nederland de Doggersbank vrijwaart van windmolens, heeft Engeland daar juist heel grote plannen met windmolens. Geplande Belgische windparken in de Noordzee grenzen pal aan een beoogd Nederlands windgebied voor de kust van Zeeland. Als die windmolens er allemaal komen, kan dat volgens Lindeboom tot een grote barrière leiden voor vogels en zeezoogdieren. ‘Er wordt heel veel bedacht en ontwikkeld, maar enige samenhang is ver te zoeken. Bij de planning is voorlopig niet echt rekening gehouden met de ecologie van de Noordzee.’ Windmolenparken zijn voor sommige vogels hinderlijke barrières. Ze durven niet door of over een park te vliegen, vooral als molens dicht op elkaar staan. ‘Duikers en zee-eenden bijvoorbeeld zijn bang voor windmolens.’ De vogels gaan dan omvliegen. Bij een enkel windpark is dat niet erg. Maar als de zee wordt volgebouwd kan dat een flink probleem worden. Lindeboom stelt daarom molenvrije zones voor. Niet alle vogels hebben overigens last van windmolens. Aalscholvers en meeuwen hebben volgens Lindeboom geen schrik van windmolens. Aalscholvers gebruiken die molens zelfs als een soort stepping-
De paal en wieken van een nieuwe windmolen worden per schip naar de plek gebracht waar de betonnen voet al in de zeebodem staat. / foto Han Lindeboom. stones om verder uit de kust vis te vangen. De windmolen als vluchtheuvel en mogelijke broedplaats. Lindeboom vraagt ook aandacht voor een diervriendelijkere manier van windmolens bouwen. Het lawaai van het heien van de palen waarop de molens staan kan tot op een kilometer afstand dodelijk zijn voor bruinvissen en zeehonden. Hun gehoororgaan loopt blijvende schade op. ‘Bij de
bouw van de huidige twee Nederlandse windparken zijn geen slachtoffers gevallen. Daarbij zijn akoestische afschrikmiddelen gebruikt, die de dieren verjagen. Maar in potentie is het wel een probleem. Als er elke dag overal geheid wordt, verandert de Noordzee in een zeer onaangename plek.’ Heien is bovendien niet strikt nodig. In België zijn de eerste grote molens op een betonnen voet in zee ge-
bouwd zonder te heien. ‘Je hoort mij niet zeggen dat heien onacceptabel is. Maar per klap komt 240-250 decibel vrij. Dat is heel veel geluid. Ik pleit ervoor niet klakkeloos te heien, maar te onderzoeken of het toelaatbaar is of niet. En vooral goed onderzoek te doen naar de cumulatieve effecten van alle internationale ontwikkelingen op de Noordzee.’ / RK
Resource 0318 4-9
25-02-2009
16:16
Pagina 8
WETENSCHAP
2
8 ‘Een saucijzenbroodje glimt en je krijgt er vette vingers van’
RECESSIE BEDREIGT CREATIVITEIT Tijdens economisch slechte tijden loopt het aantal kunstenaars terug. En dit verschijnsel heeft waarschijnlijk ook gevolgen voor andere creatieve beroepen, bijvoorbeeld binnen de ICT en bij de media. Dat stelt dr. Ernst Bos van het LEI. Kunst, innovatie en economie hebben een sterke relatie, wijst zijn onderzoek voor het ministerie van LNV uit. Niet voor het ministerie van OC&W? ‘Het klinkt niet logisch maar is het wel, gezien de interesse van LNV voor cultuurhistorie’, antwoordt Bos. Hij vergeleek het bruto nationaal product vanaf 1500 tot nu voor Italië, Frankrijk en Nederland met het aantal kunstschilders dat die landen in die periode voortbrachten. Globaal is bij alle drie de landen te zien dat er op langere termijn een relatie bestaat. Nederland kende bijvoorbeeld begin negentiende eeuw een dieptepunt, toen de economie flink was teruggelopen na de Gouden eeuw. Maar aan het eind van de eeuw, toen hier de industriële revolutie op gang kwam, was er ook een grote opleving met schilders als Jongkind, Van Gogh, Mauve en Israëls. Andersom kan kunst ook effect hebben op de economie. ‘Zoals bij het Gooi, in de negentiende eeuw nog een arm landbouwgebied met schrale grond. Schilders trokken vanuit het verstedelijkende westen naar het Gooi, dat goedkoop, pittoresk en onaangetast was. Langzamerhand ver-
Van een zichtbaar vet saucijzenbroodje eten mensen minder dan van een droog ogend worstenbroodje met evenveel calorieën. Dat stelt ir. Mirre Viskaal - van Dongen in The Journal of Nutrition. Als het vet niet gezien wordt, wordt er meer van gegeten. En dat wordt niet gecompenseerd in een latere maaltijd.
Gezicht op de kerk van Kortenhoeff van Bernard van Beek (1875 – 1941). Het zijn schilders als hij die van het Gooi een welvarende regio hebben gemaakt, stelt Ernst Bos van het LEI. anderde de regio in een mondaine kunstenaarskolonie, die ook schrijvers, dichters en architecten aantrok’, schetst Bos. Hoe het afliep is bekend: het Gooi is inmiddels de duurste woonregio in het land. De onderzoeker verklaart: ‘Kunstenaars liepen voorop en zagen als eersten de aantrekkelijkheid van dit gebied.’ Kunst leidt tot meer productie en innovatie in andere creatieve sectoren zoals design, ICT en media, wees eerder onderzoek al uit. De afgelopen eeuw is een grote creatieve sector ontstaan, die in de VS
over de periode 1900 tot 2000 liefst drie keer zo groot is geworden. In Nederland groeide het aantal banen in de creatieve sector tussen 1996 en 2004 met 25 tot 34 procent. ‘Maar nu met de recessie daalt de vraag naar kunst en cultuur en zal het aanjaageffect van kunst op innovatie en creativiteit afnemen’, verwacht Bos. Investeren in kunst is echter lastig, meent hij, omdat effecten niet vooraf te voorspellen zijn. ‘Van het een komt het ander. Het is een spontaan proces, net als kunst zelf.’ / AB
EXTRA VITAMINE E SCHAADT FOETUS Een overschot aan vitamine E in het dieet van een zwangere vrouw verhoogt de kans op aangeboren hartafwijkingen bij het kind. Dat schrijft dr. Jeanne de Vries in BJOG: An International Journal of Obstetrics and Gynaecology. ‘Maar,’ zegt de Vries, ‘omdat we werken via een voedselvragenlijst en de studieopzet tekortkomingen kende, moeten we voorzichtig zijn met de uitkomsten.’ Vitamine E is oplosbaar in vet en kan als anti-oxidant of als pro-oxidant werken. Het zit in plantaardige olie, noten, margarine, bakvetten en in sommige groenten. De Vries: ‘In de eerste drie maanden van de ontwikkeling van een foetus, als het hart wordt gevormd, is de juiste balans tussen pro-oxidanten en anti-oxidanten erg belangrijk. Een hoge inname van vitamine E kan deze balans verstoren.’ De onderzoekster heeft 276 moeders van kinderen met aangeboren hartafwijkingen gevraagd naar hun eetgedrag. De Vries: ‘Zo ontstond een beeld van de hoeveelheid vitamine E die de vrouwen binnenkregen rondom de conceptie en de eerste drie maanden van de zwangerschap. Bij verhoogde inname was er een twee keer zo hoge kans op aangeboren hartafwijkingen. Als de moeders ook nog supplementen gebruikten, dan was die
VETTE HAP SCHRIKT AF - ZOLANG VET ZICHTBAAR IS
kans tot negen keer zo groot. Helaas konden we niet achterhalen welke supplementen werden gebruikt, en bleef het dus onduidelijk hoeveel vitamine E precies werd ingenomen.’ Ondanks de onzekerheden in het onderzoek - het vond ruim een jaar na de geboorte van de kinderen plaats - zijn de aanbevelingen wel helder. De Vries: ‘In Nederland halen mensen veertig procent
van hun aanbevolen dagelijkse hoeveelheid uit margarine, als ze vier boterhammen per dag eten. Als je daar nog braadboter bij optelt, dan heb je al snel genoeg vitamine E. Supplementen nemen is dus echt onnodig. Dit onderzoek wijst uit dat er mogelijk schadelijke effecten zijn.’ Het onderzoek is een samenwerking tussen onderzoekers van het Erasmus UMC en Wageningen UR. / NM
(ADVERTENTIE)
50% korting op de Volkskrant plus 1 jaar gratis pasta Ben je uitwonend student en niet ouder dan 27 jaar, ga dan nu naar naar eenjaargratispasta.nl De actie loopt tot en met 28 februari 2009
Viskaal - Van Dongen, promovendus op de afdeling Humane Voeding, gaf haar proefpersonen een lunch en een avondmaaltijd, waarbij de hoeveelheid vet al dan niet zichtbaar was. De hoeveelheid vet, calorieën en koolhydraten in beide varianten was gelijk. ‘We zijn behoorlijk creatief geweest’, aldus de onderzoekster. ‘Een saucijzenbroodje glimt, je krijgt er vette vingers van en het is vet in je mond. Daartegenover zetten we een worstenbroodje. Daar zit ongeveer evenveel in, maar het ziet eruit als droog brood. Verder serveerden we brood met boter, tegenover brood dat met extra olie gebakken is, waardoor het vet niet zichtbaar is. Ook hebben we tomatensoep gemaakt met een emulgator, waardoor al het vet oplost, en soep waarop je de oogjes vet ziet drijven.’ Van de maaltijden met verborgen vetten werden ongeveer tien procent meer calorieën gegeten. De zichtbaarheid van het vet beïnvloedt ook het eetgedrag bij de volgende maaltijd. Mensen die tijdens de lunch zichtbaar vet hadden gegeten, werkten tijdens het diner acht procent minder calorieën naar binnen dan mensen die verborgen vetten hadden gekregen. Viskaal – Van Dongen: ‘Blijkbaar werkt de gedachte door: ‘Ik heb tijdens de lunch veel vet gegeten, dus eet ik nu wat minder.’’ Het achterliggende mechanisme van dit fenomeen is niet helmaal helder: ‘Het is moeilijk vast te stellen of dit eetgedrag een bewuste keuze is of een fysiologische reactie. Misschien kan je lichaam nauwkeuriger registreren hoeveel energie je hebt geconsumeerd wanneer de vetten zichtbaar zijn, dan wanneer de vetten verborgen zijn.’ De onderzoekster bekeek ook het compensatiegedrag na het eten van een grote maaltijd. Proefpersonen kregen bij de lunch twee tot drie keer zoveel calorieën als normaal, en moesten hun bord helemaal leegeten. Tijdens de avondmaaltijd waren ze vervolgens vrij om zoveel te eten als ze zelf wilden. ‘Ze compenseerden daarbij ongeveer twintig procent van de overtollige calorieën, maar dat is lang niet genoeg om het overschot teniet te doen. Ik vind dat vrij ernstig’, aldus de onderzoekster. ‘Het blijkt dat het erg makkelijk is om te veel calorieën binnen te krijgen. Je zou hopen dat mensen beter in staat zouden zijn om op korte termijn te compenseren voor zo’n groot overschot aan energie.’ Verborgen vetten en slecht compensatiegedrag zijn belangrijke elementen in de strijd tegen obesitas. Viskaal - Van Dongen: ‘Het is belangrijk om mensen bewust te maken van verborgen vetten, maar het is lastig.’ / NM
‘
E
bl ze
KT
g
n het n erd
e fjd, chten k. us e is een veel rns, eb-
’ wern ïn-
hts
vetk s e len of n
l de tten
enaalwee l, en jens Ze g ar tes de kkeen. zoueren
gejd et is van M
Resource 0318 4-9
25-02-2009
16:16
Pagina 9
26 FEBRUARI 2009
9
RESOURCE #18
‘Jagende slechtvalken vormen het meest dramatische hoogtepunt in de natuurbeleving’
‘DOCTOR SLECHTVALK’ KAN GOED WACHTEN
E
igenlijk, filosofeert Dick Dekker, is hij zelf een jager. Die spanning van een valk in felle achtervolging hoog in de lucht – hij heeft altijd moeite om niet hardop te gaan juichen. Gesublimeerd jachtinstinct, noemt hij het. ‘In plaats van zelf te jagen, doet de valk dat voor mij.’ De fascinatie is er altijd geweest. Als kleine jongen al struinde Dekker urenlang de duinen bij Haarlem af op zoek naar sperwers, fietste hij door de polders om roofvogels aan het werk te zien. Daar was hij er op een mistige wintermiddag getuige van hoe een slechtvalk een smient te grazen nam. Zijn eerste ‘vangst’. Jagende slechtvalken, het werd een passie die nooit meer overging. ‘Het meest dramatische hoogtepunt in de natuurbeleving.’ En Dekker kan het weten. Er is waarschijnlijk geen mens op aarde die langer naar jagende slechtvalken heeft getuurd dan hij. En die er vervolgens ook nog op is gepromoveerd. Dekker verdedigde afgelopen week met succes zijn proefschrift Hunting tactics of peregrines and other falcons. Na bijna een halve eeuw geduldig veldwerk. Want als er iets is wat Dick Dekker goed kan, dan is het wel wachten. Afhankelijk van plek en seizoen kan het wachten op een aanval wel meer dan vijf uur duren. ‘De meeste mensen hebben niet zoveel geduld. Ik zou ook niet durven zeggen dat ik me nooit verveel hoor. Ik vergelijk het wel eens met vissen. Uren turen naar die dobber, en dan ineens is het er.’ Maar dan nog is het maar zelden echt raak. Gemiddeld genomen zien negen van de tien aangevallen vogels kans te ontsnappen. Dat ligt overigens niet aan de jagerscapaciteiten van de slechtvalk. Dat is de snelste vogel onder de jagers. Tijdens een duikvlucht kan hij 360 kilometer per uur halen. ‘Maar kleine vogels zijn door hun behendigheid en beweeglijkheid in staat de valk te ontwijken. Daarom is de verrassing in de aanval ook zo belangrijk voor de valk. En ach, het zou ook niet leuk zijn als elke aanval raak was hè’, lacht Dekker. Slechts een klein deel van zijn veldwerk heeft hij overigens in Nederland verricht. Dekker woont al bijna een halve eeuw in Alberta, Canada. ‘Ik heb altijd een zucht gehad naar natuur die niet door de mens is beïnvloed. Ik zocht niet zozeer níeuwe dingen; in Canada ziet een wilde eend er net zo uit als in Nederland. Ik zocht eigenlijk Europa zoals het heel vroeger was. En in Canada vond ik wat hier verloren is gegaan.’ Tot 1982 combineerde Dekker zijn natuuronderzoek nog met zijn werk als freelance grafisch ontwerper in de reclame. Maar sinds dat jaar verdient hij de kost met boeken, artikelen en scripts voor tv-documentaires. Over slechtvalken natuurlijk, maar ook over wolven en ander wildlife. Dekker is een erkende grootheid in zijn
Promovendus Dick Dekker (76): ‘In plaats van zelf te jagen, doet de valk dat voor mij.’ / foto BdG vakgebied. Een buitenbeentje, dat wel. Het type van de romantische wetenschapper. De natuurvorser die observeert, onbevangen en zonder vooroordeel. Iemand die zijn eigen nieuwsgierigheid volgt, niet gebonden door krappe onderzoeksbudgetten, programma’s en prestatiedruk. Dekker kijkt en inventariseert, als een geduldige boekhouder der natuur. Niemand heeft zulke langlopende sets gegevens over het jachtgedrag van de slechtvalk als hij. En dat gedrag is heel anders dan altijd
werd aangenomen. Valken slaan bijvoorbeeld hun prooi niet met hun vleugels uit de lucht. ‘Die informatie kwam van valkeniers. Wilde valken doen het heel anders, maar daar was praktisch niets over bekend. Ik heb veel bijgedragen aan de kennis, dat mag ik wel zeggen.’ En die expertise moest maar eens worden verzilverd, vond Ron Ydenburg, sinds kort bijzonder hoogleraar Faunabeheer in Wageningen. Hij kent Dekker uit Canada en nodigde hem uit om te promoveren op zijn kennis van de slechtvalk. Op 76-jarige
leeftijd. En dat met slechts drie jaar HBS op zak. De bijzondere promovendus heeft zijn proefschrift verluchtigd met afbeeldingen van elf olieverfschilderijen. Van slechtvalken uiteraard. En van eigen hand. / RK Dick Dekker is op 18 februari gepromoveerd bij prof. Herbert Prins, hoogleraar Resource Ecology, en prof. Ron Ydenberg, bijzonder hoogleraar Faunabeheer.
Resource 0318 1-3 en 10-13
25-02-2009
16:36
Pagina 10
ACHTERGROND
10
DE GITZWARTE LESSEN VAN
2
D o g v w
POLLAN
d
E
de in se de B d w ve de zo D de aa si ri zo p e u D vo ta w te vl m te de
H ze ki ko ee no Z d ke Po A tie m tr m do re d sp ‘D a
Resource 0318 1-3 en 10-13
25-02-2009
16:36
Pagina 11
26 FEBRUARI 2009
11
RESOURCE #18
Drie grote rampen van deze tijd – de energiecrisis, klimaatverandering en overgewicht – zijn terug te voeren op de manier waarop ons voedsel wordt geproduceerd, namelijk grootschalig en industrieel. Dat stelt de Amerikaanse voedingsjournalist Michael Pollan, die half februari in Nederland kwam uitleggen wat de alternatieven zijn. Wageningse wetenschappers trekken er hun lessen uit.
door ALBERT SIKKEMA, foto LINEAIR
E
en ‘sympathieke misleidende goeroe’. Zo omschreef hoogleraar Louise Fresco hem drie weken geleden in een column in NRC. Michael Pollan legt deze kritiek tijdens zijn masterclass, op 10 februari in Zeist, resoluut naast zich neer. ‘Ik ben geen goeroe; ik heb meer vragen dan antwoorden. Ik praat met boeren, onderzoekers en managers in de voedingsindustrie. Wat ik weet, weet ik van mensen als jullie. Ik vertel het terug om mensen te laten nadenken, zodat ze bewuste keuzes kunnen maken.’ Bij de masterclass van Pollan waren veel vertegenwoordigers van de Nederlandse biologische landbouw aanwezig, maar ook de agro-industrie was present. Bedrijven als Nutreco, Nestlé, Albert Heijn en Unilever hadden verkenners gestuurd om te horen wat de pleitbezorger van de lokale landbouw te zeggen had. De Amerikaanse journalist schreef twee boeken over de voedselketens in de VS, en een uitgebreide brief aan Barack Obama. Pollan wijst erop dat de energiecrisis, het gezondheidsprobleem en de klimaatverandering zijn terug te voeren op een verspillend en ongezond voedselsysteem. Dat draait op goedkope olie – de productie van voedsel in de VS kost tien keer zoveel energie als het oplevert – en goedkope maïs, wat tot uniforme en ongezonde producten leidt. De voormalige prairies in de Midwest staan helemaal vol met maïs en soja. Bedrijven van twintigduizend hectare dienen via een beregeningssysteem cocktails met water, kunstmest en bestrijdingsmiddelen toe. De veeteelt is geconcentreerd in feedlots met tienduizenden vleeskoeien. Pollan noemt ze ‘cities of meat with pyramids of feed and shit’. De kosten van dit productiesysteem worden afgewenteld op de dieren, het milieu en de consumenten, aldus Pollan.
Wageningse agronoom dr. Hein ten Berge, aanwezig bij de masterclass. Zijn collega dr. Jaap Schröder: ‘Onze landbouw berust op het massaal gebruik van eindige hulpbronnen als olie, fosfaat en watervoorraden.’ De integrale analyse van Pollan bevalt ook ir. Onno van Eijk van de Animal Sciences Group. ‘We zijn als onderzoekers voortdurend de deelschakels van de voedselproductie aan het optimaliseren. Als we naar het varken kijken, richten we ons op de maximale groei van het varken – de rest is input en output. In de polycultuur van Pollan gaat het om de totale output van een voedselsysteem. Dat maakt het niet gemakkelijker, want de kennis die we dan nodig hebben is veel complexer. We moeten op een andere manier het optimum zoeken om bij te dragen aan de grotere vraagstukken van de volksgezondheid en energievoorziening.’ Ook Ten Berge zoekt naar methoden om alternatieve voedselsystemen, die minder olie verbruiken en beter zijn voor milieu en gezondheid, kwantitatief te beschrijven. Dat is verre van eenvoudig. ‘Het is te gemakkelijk van Pollan om de lage olieprijs en subsidies als enige oorzaken van de problemen aan te wijzen. Hij maakt onvoldoende duidelijk dat er meerdere doelen zijn, zoals genoeg voedsel tegen een redelijke prijs voor de wereldbevolking, een goed inkomen voor de boer, een dieet met dierlijke eiwitten, behoud van biodiversiteit en minder milieubelasting. We zullen als samenleving keuzes moeten maken.’ Hij wil beleidsmakers en consumenten laten zien wat de gevolgen van hun keuzes zijn.
MULTINATIONALS Kent de Europese Unie veel regelgeving op het gebied van milieu en gezondheid, in de VS is de overheidsregulatie beperkt. Volgens Pollan wordt de dienst daar uitgemaakt door multinationals als Monsanto, Dow Chemical, ADM en Cargill. Die ontwikkelen geen proGITZWART RELAAS ducten voor duurzame of biologische boeren – je kunt Het alternatief is de kleinschalige regionale polycultuur, niets verdienen aan gewasrotatie. Van Eijk: ‘Ik ben het zegt Pollan. Zijn held is boer Joel Salatin, die een uitge- meest getriggerd door de machtsstructuren in de voedkiende kringloop heeft ontwikkeld met onder meer selketen. In de VS zijn dat de grote leveranciers en verkoeien, kippen, konijnen en grasland. Pollan noemt het werkers, in Nederland zegt iedereen: de supermarkten een post-industrieel systeem, ‘way beyond what we hebben de macht. In beide gevallen is het voedsel now call organic’. steeds goedkoper gemaakt. De supermarkten gebruiZijn gitzwarte relaas over de Amerikaanse voedselinken het vlees als stuntproduct om hun marktaandeel dustrie werd ook aangehoord door een vijftal onderzoe- te versterken, zodat ze daarnaast flesjes bronwater kers van Wageningen UR. Allemaal vragen ze zich af of voor twee euro kunnen verkopen.’ Van Eijk houdt zich Pollans verhaal ook hier werkelijkheid kan worden. De bezig met innovatieprojecten en vraagt zich af hoe de Amerikaanse megabedrijven zijn nog wel een factor tien groter dan wat we in Nederland ‘megabedrijf’ noemen, maar de tendens van schaalvergroting en industrialisatie is ook hier te zien. Het percentage mensen met overgewicht is hier kleiner, maar groeiende. En de door Pollan beschreven voedseleconomie, waarin boeren tegen lage prijzen ‘grondstoffen’ leveren aan de industrie, die er dan ‘functionele’ voeding van maakt, speelt ook in Nederland. ‘De verdienste van Pollan is dat hij het voedselsysteem als een samenhangend geheel beschouwt’, zegt de
Veel voedsel in de VS komt van een maïsveld in Iowa
zogeheten ‘ketenregisseurs’ een omslag kunnen maken naar een duurzame voedselvoorziening. Dr. Jan Willem van der Schans, bedrijfskundige bij het LEI, weet daar wel raad mee. Hij wil een methode ontwikkelen om verschillende productiesystemen tegen een duurzaamheidsmeetlat te leggen. ‘Ik wil de productiviteit van zowel biologische, innovatieve als gangbare voedselketens weten en hoeveel voedingsstoffen ze per hectare realiseren. Soms zijn gangbare ketens behoorlijk duurzaam bezig, soms lopen ze tegen de uitputting van de grond aan. Maar de vraag is of Joel Salatin het werkelijk zoveel beter doet. We hebben de verschillende voedselsystemen onvoldoende onderzocht.’ Waarom? ‘We krijgen geen opdrachten om dat te doen, het is een taboe. In Nederland is afgesproken: de gangbare landbouw moet duurzamer, biologische landbouw is het meest duurzaam. We vergelijken gangbare en biologische productieketens dus niet. Het varkensvlees met milieukeur is volgens de life cycle analysis hartstikke efficiënt. Biologisch vlees scoort op een aantal parameters slechter. Dan zegt de biologische sector: we accepteren jullie parameters niet. Je komt in een methodologische discussie. Als we het politieke taboe opheffen en overeenstemming bereiken over hoe we de duurzaamheid van productieketens kunnen meten, komen we verder.’ BEWUSTE CONSUMENTEN In deze integrale aanpak past nog een belangrijk aspect van Pollan’s betoog: de kwaliteit van ons voedsel. ‘Het industriële voedsel in de VS lijkt divers’, zegt Pollan, ‘maar het is allemaal terug te voeren naar een groot maïsveld in Iowa.’ Dat zorgt voor enorme gezondheidskosten. Pollan: ‘Van de Amerikaanse kinderen die in 2000 zijn geboren, krijgt één op de drie suikerziekte. Zestig procent van de Amerikanen heeft overgewicht.’ Staat ons dat ook te wachten? Nee, zegt voedingshoogleraar prof. Frans Kok. ‘Europeanen eten gezonder omdat ze diverser eten – meer aardappelen en brood – en omdat het hier meer gewoon is om thuis te koken.’ Toch waarschuwt hij ook. ‘We eten ook hier steeds meer buitenshuis. En we stoppen vaker samengestelde maaltijden in de magnetron. Dat vormt een risico – in Engeland is al een waarschuwing uitgegaan.’ Kant-en-klaarmaaltijden luisteren heel nauw, legt Kok uit. ‘Als de ingrediënten eenzijdig zijn, zoals veel soja, maïs of suiker, dan deugen ze voedingskundig niet.’ Vers eten is aan te bevelen en plantaardig voedsel is vaak beter dan dierlijk voedsel, zegt Kok. ‘Maar dat weten we al jaren’. Bewuste consumenten kweken – dat is een belangrijk doel van Michael Pollan. Die kunnen meer bereiken dan we denken, aldus de Amerikaan. ‘Supermarkt WalMart verkoopt geen vlees meer met hormonen. McDonald’s gebruikt geen gmo-aardappels meer. Naar verluidt waren daar 25 brieven van verontruste consumenten voor nodig. De voedingsindustrie is heel gevoelig voor het oordeel van consumenten.’ <
Resource 0318 1-3 en 10-13
25-02-2009
ACHTERGROND
16:36
Pagina 12
12
GEWOON ZO HARD MOGELIJK
2
E A h o h
d
M
ve sc m d ze lo p Z he bo ge se ha kr ki st o va la ho ve
N le vo ‘w va Vo le da ho ke re sc Pa ‘A kl th u do ch le O te ‘T a is st B n
Resource 0318 1-3 en 10-13
25-02-2009
16:36
Pagina 13
26 FEBRUARI 2009
13
RESOURCE #18
Een wedstrijd ‘wie het langzaamst kapotgaat’. Dat is de 1500 meter, in de visie van Ate van der Burgt. Dit jaar moet het piekjaar worden voor de hardloper, met als hoogtepunt de wereldkampioenschappen in Berlijn. Hij gaat er zijn promotieonderzoek bij Plant Research International een half jaar voor onderbreken. Wat hem drijft? ‘Ik wil gewoon zo hard mogelijk lopen.’
door YVONNE DE HILSTER, foto BART DE GOUW
M
et fietstassen vol mango’s, citrusvruchten, paprika’s, courgettes, aubergines en champignons komt Ate van der Burgt elke woensdag en zaterdag terug van de markt in Wageningen. Om fit te blijven eet hij twee keer de hoeveelheid groente en fruit die het Voedingscentrum voorschrijft. En naast zijn ochtendbordje Brinta met sojamelk liggen geen pillen en poeders. Nergens voor nodig, vindt de promovendus. ‘Als je gezond eet hoef je zelfs als sporter geen tekort aan micronutriënten op te lopen. En ik ga van voedingssupplementen niet beter presteren.’ Hij gedijt vooral bij voldoende rust. Zijn leven is volledig ingericht op hardlopen. En toch is het niet ‘alles’ voor hem, vertelt zijn vrouw Elise Uittenbogaard. ‘Ate moet tussendoor af en toe naar de bergen kunnen.’ Van jongs af aan komt hij al in de Zwitserse Alpen, op zoek naar mineralen. Hele dagen stenen hakken, nachtje bivak, en dan de stenen thuis in de kraakmachine stoppen en ze onder de microscoop bekijken, op zoek naar de mineralen. De vondsten registreert hij netjes. De laatste jaren gaat Van der Burgt op vakantie ook klimmen, aan touwen over een gletsjer van vierduizend meter. ‘Een trainingskamp in Zwitserland is voor hem dan ook een mooie manier om op hoogte te trainen en tegelijkertijd in de Alpen te zijn’, vertelt Elise. TIKKERTJE Negen is Van der Burgt, als hij voor het eerst op een atletiekbaan staat. Turnen is hem te saai geworden. ‘Ik vond tikkertje leuk, en was er ook goed in.’ Zijn keus is ‘wat onhandig’, want de baan is aan de andere kant van Breda en hij moet met de bus. Maar hij gaat toch. Vooral hoog- en verspringen zijn favoriet bij de jonge atleet. In de pubertijd maakt een groeispurt zijn pezen daar echter te kwetsbaar voor, en kiest hij voor de achthonderd meter. Na ruim een jaar specifieke training rinkelt het belletje: ‘dit beheers ik wel’. Bij nationale juniorenkampioenschappen haalt hij het podium, in de schaduw van supertalent Gert-Jan Liefers. Pas echt fanatiek wordt Van der Burgt in Wageningen. ‘Als student kun je rond je college-uren trainen’, verklaart de oud-student Bioprocestechnologie. Dat enthousiasme keert zich al snel tegen hem. Hij krijgt wel uitgebalanceerde trainingsschema’s uit Breda, maar doet vooral waar hij zelf zin in heeft. Met langdurig lichamelijk ongemak tot gevolg. ‘Ik was echt een ongeleid projectiel’, zegt Van der Burgt nu. Op zijn 24e is hij terug op de baan, nu op de 1500 meter. Hij klokt ‘zomaar’ 3.43, nationaal een leuke tijd. ‘Toen realiseerde ik me: als ik met deze trainingsarbeid al zo ver kan komen, dan moet het harder kunnen.’ Het is uiteindelijk Jeroen Zeinstra, oud-bestuursgenoot bij studentenatletiekvereniging Tartlétos, met wie Van der Burgt echt de weg omhoog vindt. Zeinstra leert uit nieuwsgierigheid veel over trainingsschema’s, en over-
tuigt Ate van een andere aanpak. ‘Het is net puzzelen’, zegt Zeinstra. ‘Ik moet inschatten hoe iets voelt bij hem, hoe veerkrachtig zijn lichaam is. Het schema moet ook bij het dagelijks leven aansluiten. Eerst moet je investeren, en dan iets terughalen. Als het werkt, dan kun je weer een prikkel genereren en verder komen.’ Dat Van der Burgt blijft groeien is vooral zijn eigen verdienste, benadrukt trainer Zeinstra. ‘Ik wist dat hij heel hard kon lopen, en dat hij gedreven was. Anders werk je geen twee jaar aan herstel van een knieblessure. Maar het is in het begin best een strijd geweest hem de dingen te laten doen die goed voor hem waren.’ Dat zijn pupil het aandurfde is waarschijnlijk mede te danken aan hun vriendschap. ‘En als de resultaten goed zijn, gaat het ook makkelijker’, weet Zeinstra.
student Alex van der Meer. Het hoeft niet altijd hard te gaan, en het geeft de sociale Van der Burgt de noodzakelijke energie. De promovendus is ook nog altijd wedstrijdlid van Tartlétos, waar hij als student in het bestuur zat en zijn vrouw Elise ontmoette. Het samen trainen helpt ook om los te komen van de problemen van alledag. Soms hard nodig, want de hardloper combineerde zijn topsportbestaan lange tijd met een aio-schap van vier dagen per week, terwijl de meeste atleten een halfbakken baan van vijftien tot twintig uur hebben. Van der Burgt vergelijkt pathogene schimmels, wat neerkomt op het maken van grootschalige computeranalyses. Het is vooral een kwestie van goed plannen. ‘Eigenlijk heeft hij er een tweede baan bij’, zegt Roeland van Ham, zijn dagelijks begeleider bij PRI. Van Ham vindt Ate in zijn werk minstens zo gedreven als op GEZELSCHAP de baan. ‘Hij kan ontzettend gefocust zijn, en zich erIn de winter loopt Van der Burgt zo’n 120 kilometer per gens echt in vastbijten.’ week. Wereldtoppers lopen zo’n 30 kilometer meer, Die analytische blik – ‘erin geramd tijdens studie en maar dat kan zijn lichaam (nog) niet aan. Daarnaast promotie’ – zit Van der Burgt in zijn sport nog wel eens gaat Van der Burgt fitnessen voor core stability en in de weg. Tijdens trainingen maalt het soms door: ging aquajoggen om zijn kwetsbare achillespezen een dagje het wel goed, ging het gister niet beter? ‘Terwijl ik moet te ontzien. vertrouwen op mijn schema en mijn gevoel. Dat moeHij heeft regelmatig gezelschap tijdens het trainen: ten loslaten trekt me eigenlijk juist ook wel aan in hardTartleten, Zeinstra, of marathonloper en oud-Bosbouw- lopen.’
‘Dat gevoel van kracht terwijl je zoveel hebt gelopen, dat is gewoon kicken’
LIJSTJE PR’S Wat hem motiveert in deze individuele sport? ‘Ik wil gewoon zo hard mogelijk lopen. De meeste atleten die ik ken willen een bepaalde wedstrijd winnen. Ik wil op het moment dat ik stop een lijstje persoonlijke records hebben waar mensen over tien tot dertig jaar nog met respect naar kijken. Dat zegt me meer dan een titel. Ik word liever laatste met een dik pr dan eerste met het idee dat ik sneller had gekund. En het is natuurlijk fantastisch om te ervaren dat je zo fit bent. Dat ik na anderhalf uur lopen in het bos rond Wageningen maar drie keer hoef uit te hijgen. Dat gevoel van kracht terwijl je zoveel hebt gelopen, dat is gewoon kicken.’ Het steeds weer moeten jagen op limieten om aan internationale toernooien mee te mogen doen – soms vergeefs – hoort er gewoon bij. ‘Ik probeer bij een wedstrijd zo min mogelijk te letten op de klok. Mijn beste races loop ik als ik anderen ga inhalen, als ik een gat van een meter dichtloop en alert ben op wat er om me heen gebeurt. Dan ben je in trance en niet bezig met de pijn, maar bezig met dat gaatje dichtlopen.’ Zoals hij begin februari deed in Wenen, waar hij de limiet liep voor het EK Indoor van 7 en 8 maart – zijn tweede Europese indoortoernooi. Het volgende doel is deelname aan de 1500 meter op de wereldkampioenschappen outdoor in augustus in Berlijn. ‘Als Ate het haalt, betaalt hij mijn reis’, vertelt de meelevende Van Ham. En op het buiten-EK van 2010 in Barcelona is voor Ate ook wat te halen, zegt zijn trainer. Maar veel verder kijkt het tweetal nog niet. Van der Burgt is dan tenslotte ‘al’ 32. <
Resource 0318 14-17 en 22-24
25-02-2009
16:42
Pagina 14
OPINIE
2
14
M.I.
De economie krimpt. Het is met minder dan een procent nog weinig, maar genoeg om te stellen dat Nederland zich in recessie bevindt. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige week. Bedrijven staan voor de vraag of ze in magere tijden nou wel of niet moeten investeren in innovatie. Krijgen onderzoekers al zorgwekkende signalen van potentiële opdrachtgevers? Stokt de stroom aan opdachten?
KRIJGT U AL MINDER OPDRACHTEN VAN BEDRIJVEN?
T
door YVONNE DE HILSTER, illustratie KAREL HULSTEIJN
Th th tra m jo m sc
‘Publiek-private samenwerking geeft zekerheid’ Drs. René van Ree, groepsleider Biomassavoorbehandeling en vezeltechnologie en programmacoördinator Bioraffinage bij AFSG ‘We zien nog geen teruggang, maar dat kan nog komen. We werken veel samen met industriële partijen, en als die slechter in hun onderzoeksbudgetten komen te zitten dan heeft dat op termijn gevolgen voor bilaterale projecten. Veel van ons onderzoek doen we in publiek-private samenwerking, zowel op nationaal, Europees als mondiaal niveau. Daar speelt minder budget nog niet, integendeel: biobased producten inclusief bioraffinage zijn hot. Publiek-private samenwerking geeft ook meerjarige zekerheid, waarmee we een ruggengraat opbouwen. Een bottleneck hierin is wel de cofinanciering, maar we doen er alles aan om dat te reduceren. We hebben het bedrijfsleven nodig in die projecten, en voor bedrijven blijft het, door de overheidsbijdrage, ook aantrekkelijk.
Het is niet te vroeg om na te denken over effecten van de recessie, en met de vinger aan de pols te kijken of de opdrachten stokken of voortgang blijven hebben. Maar binnen ons projectenportfolio zien we dus geen probleem.’
‘Bedrijven zijn voorzichtiger met langdurige verplichtingen’ Ir. Toine Timmermans, business unit manager bij AFSG Fresh, Food & Chains ‘Gelukkig merken we er niet veel van. We houden wel de signalen uit de markt scherp in de gaten. Belangrijk is dat we
‘Ik denk dat we het elkaar vooral aanpraten’
‘Bedrijven weten dat innovatie in mindere tijden belangrijk is’
Hendrik Boekhoud, projectmanager bij VHL Training & Consultancy in Leeuwarden
Dr. Henk Schols, universitair hoofddocent bij de leerstoelgroep Levensmiddelenchemie ‘Bij de vorige grote teruggang, een jaar of acht geleden, hebben veel bedrijven bezuinigd op hun onderzoeksafdelingen. R&D-afdelingen werden verkleind of opgeheven, en vervolgens stapten ze naar de universiteit. Maar ze likken er nog hun wonden van. Veel expertise is verdwenen en de labs zijn opgedoekt, en dat heb je niet zomaar weer terug. De bedrijven blijven dus komen. Ze hebben geleerd dat kennis en innovatie in mindere tijden erg belangrijk is. Wat ik wel zie is dat bedrijven langer nodig hebben om over deelname aan een project te besluiten. Bij twee bilaterale projecten, met internationale bedrijven, duurt de procedure langer dan verwacht. Een voorstel gaat nu over meer schijven. In goede tijden mag een simpele baas op een afdeling over grotere bedragen besluiten dan in slechte tijden. Maar het blijft goed gaan, en dat geldt ook voor projecten met de EU en Senter Novem. Wij komen eerder mensen tekort. Onze afdeling kan nog een heleboel aio’s en postdocs gebruiken.’
ons blijven baseren op feiten en niet meegaan in speculaties. Er zijn voor zover ik weet nog geen opdrachten gestopt, en onze orderportefeuille is op de meeste gebieden goed gevuld. In deze onzekere tijd is het nog belangrijker goed aan te sluiten bij de prioriteiten van de klant, en overtuigend de meerwaarde van het onderzoek en de oplossingen naar voren te brengen. Een bedrijf dat iets wil, dat het onderzoek belangrijk vindt en de investering verantwoord, zal de uitgave vaak toch doorzetten. Wel merken we de laatste twee maanden dat bedrijven voorzichtiger worden in het aangaan van langdurige verplichtingen. Ook lijken hun interne besluitvormingsprocessen lastiger. Maar dat is in deze tijden eigenlijk vanzelfsprekend.’
‘Ik houd rekening met een na-ijleffect’ Ing. Paul van Leeuwen, bollenonderzoeker bij PPO Bollen en bomen ‘Ik merk nog niks van een recessie, maar dat wil niet zeggen dat het zo blijft. Veel van het onderzoek dat ik doe wordt gefinancierd door het Productschap Tuinbouw (PT), en die projecten zijn al enige tijd geleden toegekend. Maar er zou wel een na-ijleffect kunnen komen. PT krijgt geld via heffingen. Als het minder gaat in de sector en die minder omzet, dan heeft het productschap minder te besteden en zullen er minder projectvoorstellen wor-
den goedgekeurd. Omdat de export afgelopen jaar al stroever ging, verwacht ik dat de omzetten dalen en dat wij er dus ook last van gaan krijgen. Binnenkort vergadert het PT weer over ingediende projectvoorstellen; dat doen ze een paar keer per jaar. De vorige keer werd voor enkele tonnen aan onderzoeksgeld toegekend aan PPO Bollen, en ook nu liggen er weer de nodige projectvoorstellen. Ik vraag me af hoeveel er dit keer gehonoreerd wordt, of ze dat nog op de normale basis gaan doen of dat het PT al een voorschot neemt op een mindere toekomst.’
‘We zien een lichte teruggang in het aantal cursisten. Maar dat komt volgens ons eerder doordat mensen geen tijd hebben om cursussen te volgen. De lokale workshops van een halve dag, met minder reistijd, worden namelijk juist beter bezocht. Bij onze projecten merken we geen teruggang. We doen veel projecten voor overheden, en dat wordt niet minder, en ook bij de projecten voor het bedrijfsleven gaat het nog goed. Maar gevoelsmatig zeg ik dat we daar wel de gevolgen gaan zien. We doen veel met innovaties, en bedrijven geven daar in deze tijd toch minder snel geld aan uit, ook al krijgen ze wat overheidssubsidie. We verwachten verder dat de aandacht verschuift naar projecten op het gebied van alternatieve energiebronnen en hergebruik van materialen. Toch denk ik dat het met de recessie wel meevalt, en dat we het elkaar vooral aanpraten.’
Resource 0318 14-17 en 22-24
25-02-2009
16:42
26 FEBRUARY 2009
Pagina 15
15 Michael Pollan: ‘Industrial food in the US can all be traced back to one big corn field in Iowa’
)
?
RESOURCE #18
THE PRICE OF CHEAP FOOD Three major disasters of our time – the energy crisis, the obesity epidemic and climate change – can be traced back to our large-scale, industrial food production methods. This is the view of American nutrition journalist Michael Pollan, who was in the Netherlands mid-February to explain the alternatives. Wageningen scientists are drawing their lessons from his message.
e-
ged en ik n. k -
n t
j-
s n
n
A ‘sympathetic, misleading guru’. That is how Professor Louise Fresco described him three weeks ago in a column in the NRC. Michael Pollan firmly rejected this criticism during his masterclass in Zeist on 10 February: ‘I’m not a guru; I have more questions than answers. I talk to farmers, researchers, and managers in the food industry. What I know, I learned from people like you. I retell it to get people thinking, so that they can make conscious choices.’ There were many representative of Dutch organic agriculture at Pollan’s masterclass, but companies such as Nutreco, Nestlé and Unilever had also sent along their scouts to hear what the champion of local agriculture had to say. The American journalist has written two books about food chains in the US: An Omnivore’s Dilemma and In Defence of Food – as well as a long letter to Barack Obama. Pollan points out that three major crises – the energy crisis, the health issue and climate change – can all be traced back to a wasteful and unhealthy food production system. The system is based on cheap oil – food production in the US costs ten times more energy than it produces – and cheap maize, which leads to uniform and unhealthy products. The former prairies of the Midwest are full of maize and soya. Livestock farming is entirely unconnected from this and is concentrated in feedlots with ten thousand beef cattle apiece. Pollan calls them ‘cities of meat with pyramids of feed and shit’. The costs of this system are transferred to the animals, the environment and the consumers.
en
e-
at er en
l n-
The alternative is small-scale regional polyculture, says Pollan. His hero is farmer Joel Salatin, who has developed a precisely worked-out cycle including cows, chickens, rabbits and grassland. Pollan calls this a post-industrial system, ‘way beyond what we now call organic’. His scathing account of the American food industry was heard by five researchers from Wageningen UR. They all wonder whether Pollan’s story could become the reality here as well. American mega companies are ten times larger than what are called mega companies in the Netherlands, but the tendency towards upscaling and industrialization can be seen here too. The percentage of overweight people is smaller, but it is
On a huge dairy farm in Florida, cows are driven through a bath on their way to the milking shed. Milking goes on 24 hours a day. / photo bvBeeld growing. And the food economy described by Pollan, in which farmers supply lowpriced ingredients to the industry, which turns them into ‘functional’ foods, is happening in the Netherlands as well. ‘Pollan’s strength is that he sees the food system as one coherent whole’, says Wageningen agronomist Hein ten Berge, who attended the masterclass. His colleague Dr. Jaap Schröder says, ‘Our agriculture is based on bulk use of nonrenewable resources such as oil, phosphates and water reserves.’
environmental damage. As a society, we shall have to make choices.’ Ten Berge wants to show policymakers and consumers the consequences of their choices.
MULTINATIONALS
Pollan’s integral analysis is welcomed by Onno van Eijk of the Animal Sciences Group too. ‘As researchers, we are continuously optimizing the components of food production. If you take the pig, we aim at maximum growth of the pig – and the rest is just input and output. In Pollan’s polyculture, it’s all about the total output of the food system. That doesn’t make it any easier, because the knowledge we need to work this out is much more complex. We need a different way of looking for the optimum in order to help solve the problems in public health and energy supply.’
Whereas the European Union has a lot of regulations on environmental and health matters, government regulation in the US is very limited. According to Pollan, it is the multinationals such as Monsanto and Dow Chemical who call the tune there. They do not develop any products for sustainable or organic farmers – there’s nothing to be earned from crop rotation. Van Eijk: ‘What triggered the biggest reaction in me was the power structure in the food chain. In the US power is held by the big suppliers and processors, while in the Netherlands everyone says the supermarkets have the power. In both cases, food is made steadily cheaper. The supermarkets use meat as a loss leader to enlarge their share in the market, so that they can then sell spring water for two euros a bottle.’ Van Eijk is working on innovation projects and wonders how the value chain managers can make the switch to sustainable food production.
Ten Berge, too, is looking for methods of quantitatively describing alternative food systems that use less oil and are better for the environment and for health. That is far from easy. ‘It is too simplistic of Pollan to single out the low oil price and subsidies as the sole causes of the problems. He doesn’t make clear enough that there are several goals, such as producing enough reasonably priced food for the world population, a good income for the farmer, a diet with animal proteins, the conservation of biodiversity, and less
Dr Jan Willem van der Schans, specialist in business administration at the LEI, has ideas about that. He wants to develop a method of assessing the sustainability of various production systems. ‘I want to measure the productivity of organic, innovative, and mainstream food chains, as well as the nutritional value they produce per hectare. Sometimes mainstream chains are quite sustainable, and sometimes they run up against the problem of soil exhaustion. But the question is whether Joel Salatin is really doing so
much better. We haven’t done enough research on the different food systems.’ Why not? ‘We don’t get any assignments to do so, it’s a taboo. In the Netherlands it’s been agreed that mainstream agriculture must become more sustainable, and that organic agriculture is the most sustainable. So we don’t compare the two production chains. According to the life cycle analysis, pork with an eco-label is really efficient. And organic meat scores lower on a number of criteria. So then the organic sector says, we don’t accept your criteria, and you get into a methodological discussion. If we get rid of the political taboo and reach an agreement on how we measure the sustainability of chains, we’ll get further.’ There’s another important theme in Pollan’s lecture that fits into this integral approach: the quality of our food. ‘Industrial food in the US may seem diverse’, says Pollan, ‘but it can all be traced back to one big corn field in Iowa. There’s corn in all our food.’ At great cost to public health. ‘Of the American children born in 2000, one in three will get diabetes. Sixty percent of Americans are overweight.’ Is this coming our way? No, says Professor of nutrition Frans Kok. ‘Europeans eat more healthily because they eat a more varied diet – more potatoes and bread – and because it is more normal here to cook at home. Double-income couples in the US eat out much more, and that often means fast food.’ But he does warn, ‘We are eating out more here too. And at home we’re eating more ready meals that we heat up in the microwave. This poses a potential risk – in England a warning has already been issued.’ / Albert Sikkema
Resource 0318 14-17 en 22-24
25-02-2009
16:42
Pagina 16
INTERNATIONAL
2
16 Harriët Tienstra: ‘On the Student Council you’ve got to get to work, pick up the phone and create opportunities’
ACTIVE WITH THEIR FEET UP Anyone who thinks ‘student council’ means a group of businesslike students of the collar-and-tie type should think again. True enough, the Progressive Student Party (PSF) is houses in a villa overlooking the chic Emmapark, but inside it’s a typical student office, complete with piles of paper, wine bottles and toilet cleaner lying around. Four members are holding a meeting with their well-worn sneakers on the table. It all looks very relaxed – almost a bit offhand in fact. And yet the subject under discussion – how to make the work of the student council better known – is very important. Because all twelve members will be resigning at the end of this academic year. Nothing special about that, it happens every year. But it does mean that before then, a fresh team of twelve new students needs to be at the ready. And that’s why elections are planned for the week of 25 May to 1 June. The elections can only go ahead if more than twelve students stand for election, and these candidates have to be found now. Interested students can contact one of the two parties on the council (VeSte or PSF) by 17 April. A visit to the offices of the two parties is enough to make their positions clear. The walls at the PSF office speak mainly of campaigning. Campaigning for independent journalism in Resource, campaigning against Shell Oil, campaigning against Apartheid. And visitors here are offered a hot cup of herb tea. At VeSte, on the Lawicksallee, the main theme is an active student life, accompanied of course by plenty of coffee, beer and drinks parties. VeSte chairperson Anne Reijbroek makes a point of keeping in touch with her voters – students who do a lot of extra-curricular activities – by attending plenty of parties given by study associations and student societies.
T
Ov m m M M re Jo
The promotion committee of the student council meets at the PSF office in the Niemeijerstraat. / photo BdG In spite of the differences between the two parties, they always manage to arrive at a joint standpoint. They meet the executive council about once a month for a formal consultation, and for some decisions rector Martin Kropff needs the approval of the student council: if they don’t agree, it doesn’t go ahead. For example, the student council brought in a lawyer when the university just stopped funding the canteens without consulting the students in advance. In a case like that, they think, you shouldn’t hesitate to take such steps. Being a member of the student council is a full-time job. You get a year off for it and the university pays a small sum towards
your expenses. ‘You are seriously involved in big issues such as plans for a new building. And at the same time, there are lots of light-hearted activities such as debates or graduation parties. That combination is what makes it so nice to be on the student council’, says Anne. PSF chairperson Harriët Tienstra likes to be active. ‘Studying is mainly sitting still and listening. Here you can’t be passive. You’ve got to get to work, pick up the phone and create opportunities for yourself. And the nice thing is, you meet a lot of people from different cultures. That’s what makes the student council interesting for me.’
HAPPY FISH THANKS TO BIG BROTHER If you want politically correct coffee (whether organic or fair trade), there is plenty of choice at the supermarket. But if you are concerned about the fish you eat, it gets a bit harder. A welfare monitor for farmed fish has been developed which can help with this. Like a Big Brother, the system keeps a constant eye on the fish. FAST-TOOL is the name of this instrument, developed in Norway with EU funding. It is really a software programme that processes all sorts of data about the fish farm, on the basis of which it offers the farmer advice. The data is supplied daily by the fish farmer, who uses underwater
cameras and various other instruments to collect it. For example, sensors measure the oxygen levels in the water, as well as the temperature and the salinity. Echo sounding is used to show where and how the fish are moving. In some cases, the movement and breathing of individual fish are even monitored. And the underwater camera enables farmers to follow and record the behaviour of their fish. All this data is sent to a central computer which then produces advice for the fish farmer, explains Victor Immink of the LEI. Immink researched how the monitor can be used in practice – a stage that has not
been reached yet. ‘Implementation will raise quite a few questions. For example, how do you handle this information? Who owns it? And do you need to set up a platform to steer the introduction process? If so, who should be involved?’ Nevertheless, the system has big advantages. The monitor can put together a sort of CV for every fish – in Immink’s words, ‘ a report that you send with it: this is what has happened to this fish. It makes it possible to bring in a labeling system in which specific qualities can be emphasized. You can compare it with the certification of coffee.’ / RK
The student council is indeed very international. The language of communication is English, and there are members from China, Russia, Colombia and Costa Rica. Internationalization is an important subject for the council, and there is a special committee for it. Li Fucheng, a second year MSc student of Food Quality Management from China, thinks there’s a lot of room for improvement in this area. ‘Wageningen has a very good name abroad. But when you arrive here as an international student, it’s a bit of a disappointment. There is very little information in English. And if it does exist, it’s not clear where you can find it. I don’t really think Wageningen is an international university.’ / AvG
Th ca lit co tio th la er pr m re riu du m of In in fo co co
A NEW LOOK FOR RESOURCE This paper is going to disappear. At least, in its current form. After the summer both the paper and the website will have a new look. We want to publish daily news bulletins on the internet, and the paper should play more of a role in agenda setting. And we want to publish more in the English language. But we haven’t yet decided quite how we want to go about it. So we are inviting you, the reader, to help us think it through. On Tuesday 3 March at 9am in room 1.04 at building 116, Bornsesteeg 47 (upstairs in the left wing). Let us know you are coming by mailing
[email protected]. / Gaby van Caulil, editor-in-chief
Fa
on
.
y a
pn
Resource 0318 14-17 en 22-24
25-02-2009
16:42
Pagina 17
26 FEBRUARY 2009
17
RESOURCE #18
Raoul Bino: ‘No patent often means no product development’
NO FUND FOR STUDENTS FROM THE SOUTH The government will not be fulfilling a wish expressed in the Tweede Kamer (the lower house of the Dutch parliament) for a new fund to enable students from developing countries to study in the Netherlands. MP Ed Anker of the Christian Union party wondered why the Netherlands only recruits the very best students from developing countries. Anker thought that
Dutch higher education should make a more generous contribution to development, so he tabled a motion proposing that students should also be sponsored who may be less outstanding but who ‘badly need’ the education and who come from countries ‘that badly need it’ too. But Minister Plasterk hasn’t got the money and doesn’t see the need for such a fund. Top students can already obtain a
scholarship through the Huygens Scholarship Programme. What is more, universities and other higher education institutions are free to use their own internationalization budget to recruit students from developing countries. Plasterk also points out that students from outside Europe can apply to the EU’s Erasmus Mundus Programme. It was learned last week that this programme will have almost one billion euros to spend over the
TRANSGENES IN MEXICAN MAIZE Over the past few years, bits of genetic material from genetically modified (GM) maize have ended up in landraces in Mexico. This is reported in this month’s Molecular Ecology by Mexican researchers and Wageningen PhD holder Joost van Heerwaarden. The results of the research into what is called the gene flow in GM maize are politically sensitive because biotechnology companies and environmental organizations have been arguing for years about the risks of GMOs spreading uncontrollably. As early as 2001, Mexican researchers offered indirect evidence of the presence of transgenes in conventional maize. Using the polymerase chain reaction (PCR), they found the agrobacterium 35S, which is routinely used to introduce gene packages into GM maize. Nature magazine rejected the research on grounds of technical shortcomings, however. In 2005, a follow-up study was published in PNAS. A government laboratory had found transgenes in samples, while two commercial laboratories found no convincing evidence. This led to a
discussion about ways of using statistics. In the new study, the researchers took new samples at the locations where transgenes were said to have appeared in landraces. They investigated these samples using not only PCR but also the technique known as southern blotting. In the Oaxaca area that had been investigated in 2001, they found transgenes in landrace at three of the 23 locations. At two of these locations, transgenes had been found in 2004 as well. A species is counted as a landrace if farmers use part of the harvest as seed for their next crop. GM maize has been prohibited in Mexico since 1999, but it is widely available across the border in the US. The researchers guess that Mexican farmers – whether deliberately or not – imported GM seed, and that cross-pollination with local maize then took place. This also explains why the distribution of the transgenes over the maize fields is irregular. Van Heerwaarden and his colleagues at the National University of Mexico pay a lot of attention in their article to the possible explanation for the varying results in the
past. ‘If we had taken random samples in the area, we might not have found anything’, says Van Heerwaarden. Taking samples at specified locations increased the chances. Researcher Linus Franke from Plant Research International comments that the researchers did not find the transgenes themselves, but their promoter. ‘That is not conclusive evidence of the presence of transgenes, but it is a strong indicator.’ According to his colleague Bert Lotz, the research results have no consequences for the Dutch policy, known as the coexistence policy, which regulates the coexistence of agricultural chains with and without GMOs. ‘In the Netherlands farmers use certified sowing seed and not part of the previous season’s harvest’, says Lotz. Earlier research carried out by him showed that cross-pollination between GM and conventional maize fields is less than 0.1% if co-existence agreements are observed. That is well below the limit of 0.9% above which products in the EU must be labeled as GM. / AS
coming four years – 450 million more than in the 2004-2008 period, in which ten thousand grants were awarded. For ‘mid-career professionals’ there is the Netherlands Fellowship Programme. The advantage of this programme, according to the government, is that ‘there is a bigger chance that people return to their countries after following the programme in the Netherlands than there is with students’. / HOP
WAGENINGEN INVENTORS TO REAP THE REWARDS DLO researchers are going to get a share of the profits if a patent on an invention of theirs makes money. The inventors and their research groups are to receive one sixth of the profit, while two thirds of the revenue will go to the relevant knowledge unit. This is what the executive board has decided. Up to now, earnings from Wageningen patents have not benefitted the inventors and their research groups. Professor Raoul Bino, who coordinates knowledge exploitation, approves of this new development. ‘At other universities, inventors get a share in the benefits. And rightly so.’ Not that it happens all that often, he adds. ‘No more than one patent in twenty generates any income for the research institute.’ Under the new regulation, all income from patents will be divided as described between the inventor, the group and the knowledge unit, up to a limit of one and a half million euros. Beyond that, Wageningen UR will cream off the profits. A condition for both the knowledge unit and the executive board is that the income should be reinvested in research. The regulation does not apply to the university because the education unions voted against it. Patents are important to researchers for strengthening their relationships with the business world, says Bino. ‘An invention without a patent often means no product development by companies, since without the safeguard of a patent they don’t have a competitive advantage on the market.’ The most common practice is for researchers to sell their patent under license to a company. Wageningen UR’s patent office can support them in this. / AS
t, th w
t t.
p
g).
Farm workers use digging sticks to sow maize in Puebla State in Mexico. / photo Lineair
Resource 0318 18-21
25-02-2009
13:48
Pagina 18
SERVICE
18
NAMEN in Friesland begraven. Wij wensen zijn moeder, zijn zus, verdere familie en vrienden veel sterkte bij het verwerken van dit zware verlies. Jan Willem Hofstee, opleidingsdirecteur, mede namens de leerstoelgroepen Valorisatie plantaardige productieketens, Meet-, regel- en systeemtechniek en Agrarische bedrijfstechnologie.
IN MEMORIAM Dick de Zeeuw Op 18 februari overleed in Bangkok op 85 jarige leeftijd de voormalige directeur van DLO en oud universitair collegevoorzitter dr. ir. Dick de Zeeuw. Dick de Zeeuw studeerde Tuinbouw aan de toenmalige landbouwhogeschool. Hij promoveerde in 1954 op een proefschrift over de invloed van bladgroei op de bloei van een plant. Na zijn promotie bekleedde hij twee jaar lang postdoc posities aan verschillende universiteiten in de Verenigde Staten. Hij kwam daar bij zijn biofysisch onderzoekswerk in contact met toepassingsmogelijkheden van straling in de landbouw. In 1960 werd hij directeur van het toenmalige DLO-instituut ITAL, het instituut voor de toepassing van atoomenergie in de landbouw. In 1976 werd hij Directeur Landbouwkundig Onderzoek bij het ministerie van LNV, waaronder DLO toen nog ressorteerde. In 1985 verhuisde hij naar Wageningen Universiteit als voorzitter van het College van Bestuur. Dick de Zeeuw was een sprankelend en inspirerende bestuurder die maatschappelijke en wetenschappelijke vernieuwing als belangrijke drijfveer had. Al in de jaren tachtig pleitte hij voor samengaan van DLO en de universiteit. Ook hield hij bij de nieuwbouw van het Bestuurscentrum rekening met een Wageningse vestiging van Larenstein: onder het grasveld van de hoofdingang getuigen heipalen van deze vooruitziende blik. Hij was maatschappelijk en politiek zeer actief. Zijn hart ging uit naar de ontwikkeling van de Derde Wereld en hij had een scherp oog voor maatschappelijk onrecht. Tot op het laatst van zijn leven is hij actief geweest op dit vlak: hij werd onwel tijdens een missie voor de Wereldbank in Laos en werd opgenomen in een ziekenhuis in Bangkok waar hij op 18 februari overleed. Wageningen UR is Dick de Zeeuw dankbaar voor de grote bijdragen aan haar ontwikkeling en wenst zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen veel sterkte bij het verwerken van dit grote verlies. Aalt Dijkhuizen, voorzitter Raad van Bestuur
het naar zijn zin had. Op donderdag 12 februari zou hij zijn startcolloquium geven, maar hij was er niet. Willem had ons verlaten, we zijn enorm geschokt en ontroerd. Willem, je was zo’n beste jongen, vriend we zullen je missen. Je jaargenoten Agrotechnologie
Afscheid
Willem Pijl Willem Pijl Donderdag 12 februari bereikte ons het verschrikkelijke bericht dat Willem Pijl afscheid van het leven heeft genomen. Willem begon in 2004 met de opleiding Agrotechnologie aan Wageningen Universiteit. Hiermee kon hij zijn passie voor grote landbouwmachines, belangstelling voor de landbouw, techniek en wiskunde combineren. Willem was een goede en actieve student. Vorig jaar heeft Willem zijn bachelordiploma Agrotechnologie behaald en dat is in oktober officieel uitgereikt. Hij wilde in januari beginnen met een afstudeervak. In de tussenliggende tijd heeft hij zich verder georiënteerd en is uitgekomen op het ontwerpen van een opslag voor bieten. Hiermee zou het mogelijk worden om suikerbieten gedurende een veel langere tijd van het jaar op het agrarisch bedrijf te bewaren en zelf te verwerken tot waardevolle grondstoffen voor de industrie. Zo kan een groter deel van de waarde van het eindproduct aan het agrarisch bedrijf toegekend worden. Het onderwerp sloot aan bij zijn intrinsieke belangstelling een bijdrage te leveren aan een betere rentabiliteit van het agrarisch bedrijf door middel van waardecreatie op het bedrijf zelf. In januari is hij met de afstudeeropdracht gestart bij de leerstoelgroep Valorisatie plantaardige productieketens. Donderdag 12 februari zou hij zijn startpresentatie houden en vertellen wat hij precies van plan was te gaan doen. Het heeft niet mogen gebeuren. Wij verliezen met het overlijden van Willem een goede en plezierige student. De schok bij medestudenten en stafleden was erg groot. De schok bij zijn moeder en zus moet nog veel groter geweest zijn. Willem is maandag 16 februari onder grote belangstelling in Dronrijp
In 2004, tijdens de AID, leerden we Willem kennen, met op de fiets zijn bekende Leeuwarder Courant tassen. Vanaf het eerste studiejaar waren we een hechte groep en deden we veel dingen samen. Willem had genoeg talenten. Als hij zich iets voornam, behaalde hij met intelligentie en grote doorzettingskracht vrijwel ieder doel. Voor het eerste tentamen van zijn studie, Wiskunde T, haalde Willem zelfs een 10! Willem wist welke inspanning nodig was voor een goed resultaat. Hij won in 2006 met het Universiteitsteam de Batavierenrace, en daarnaast ook zijn eigen afstand. Willem was een erg enthousiaste teamsporter in bijvoorbeeld voetbal en knotsbal. Willem was een rustige, gemoedelijke jongen, die altijd belangstelling had voor anderen. Hij was een vriendelijk iemand. Je kon met Willem over veel dingen praten, daarbij had hij een kritische blik. Als techneut vertelde hij graag over de boerderij thuis. Over de nieuwe Zetor-trekker, de frontmaaier, de minishovel en de tweescharige ploeg die plaats moest maken voor de drieschaar. Hij was ook zeer geïnteresseerd in de werkzaamheden bij vrienden op het bedrijf. In het weekend reisde Willem met de noordelijke techneuten mee naar thuis-thuis en weer terug naar Wageningen in de trein of met de auto. Het waren vaak gezellige ritten. Willem hield van mensen om zich heen, maar vond het niet makkelijk om van zichzelf te houden. Het grote gemis van zijn pa heeft altijd een grote invloed gehad op hem. Pas geleden was Willem nog mee op studentenwintersport en het leek dat hij
2
AGENDA
E
Mail agendaberichten uiterlijk maandag 09.00 uur naar
[email protected], met als onderwerp ‘Agenda’. De lengte is hooguit 60 woorden.
Su res doe
Promoties
On 51
tes. Promotoren prof.dr. J. van der Oost en prof.dr. W.M de Vos. 16.00 uur promotie dhr.ir. M. Kos27 februari ter: Fear of abandonment. Slum 13.30 uur promotie dhr. K.K.R. life, community leaders and poliTetala: Microfluidic devices for sample clean-up and screening of tics in Recife, Brazil. Promotor prof.dr. T.B. Hansen (UvA), co-probiological samples. Promotor prof.dr. E.J.R. Sudhölter, co-promo- motoren dr.ir. M.C.M. Nuijten en dr.ir. P.A. de Vries. tor dr. T.A. van Beek. 16.00 uur promotie mw.ir. F.T. de Vries: Soil fungi and nitrogen cyDiversen cling. Causes and consequences of changing fungal biomass in 26 februari grasslands. Promotor prof.dr. L. 22.00 uur Hugh Hefner: King of Brussaard, co-promotoren dr. E. Porn Party van dispuut Semar bij Hoffland en dr. J. Bloem. NjiSri in Wageningen. Dresscode: Playboy Style. Inl: www.njisri.nl.
2 maart Willem Stiekema naar UvA Op 30 april 2009 verlaat prof. dr. Willem Stiekema Wageningen UR. Na 26 jaar en verschillende functies bij Wageningen UR treedt hij per 1 mei in dienst van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Bioinformatica en kwartiermaker/directeur Onderwijs van de op te richten Amsterdam Graduate School of Science (AGSS). AGSS heeft als doel de onderlinge samenwerking tussen beide universiteiten op een hoger plan te brengen. Binnen AGSS wordt gestreefd naar bundeling van het volledige aanbod aan bèta-opleidingen, inclusief de life sciences, op master- en cursorisch PhD-gebied. Dit is onderdeel van de steeds verder reikende samenwerking tussen de beide universiteiten. Om dit doel te bereiken stellen de beide Colleges van Bestuur Willem Stiekema per 1 mei 2009 aan als AGSS kwartiermaker. In 1999 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar Genoominformatica bij WU en in 2002 tot directeur van het Centre for BioSystems Genomics, een samenwerkingsverband van 5 universiteiten, 2 onderzoeksinstituten, 13 plantenveredelingsbedrijven en 2 ketenorganisaties met een budget van 100 M€ voor de periode 2003-2013.
16.00 uur promotie dhr. B.B. D’Hoop: Association mapping in tetraploid potato. Promotoren prof.dr. R.G.F. Visser en prof.dr. F.A. van Eeuwijk, co-promotor dr.ir. H.J. van Eck.
14.30–15.30 hrs. Seminar Linkages between plants, soil microbes, and ecosystem nutrient cycles by dr. Richard D. Bardgett, professor of Ecology, Soil and Ecosystem Ecology Group, University of Lancaster, UK, in Atlas, room 1 at the occasion 3 maart 16.00 uur promotie dhr. W. Wan- of the PhD defense by Franciska zala: Ethnobotanicals for manage- de Vries later that day. 17.30-19.00 uur Carnavalsfeest ment of the brown ear tick Rhipiin Forum met samba-danseressen cephalus appendiculatus in wesen capoeirashow door Grupo Catern Kenya. Promotor prof.dr. J.C. poeira Brasil. Na 21.00 uur gaat van Lenteren, co-promotoren het feest door in de International prof.dr.ir. W. Takken en prof. A. Hassanali (ICIPE, Nairobi, Kenia). Club met live perscussie, samba show en capoeira optreden.
4 maart 16.00 uur promotie dhr.ir. S.A. Meijer: The organization of transactions. Studying supply networks using gaming simulation. Promotoren prof.dr. S.W.F. Omta en prof. dr.ir. G. Beers, co-promotor dr.ir. G.J. Hofstede.
2 maart
6 maart
5 maart
13.30 uur promotie mw.ir. S. Wolterink-van Loo: Characterization and engineering of thermophilic aldolases. Synthesizing Nitrogenheterocycles in biosynthetic rou-
23.00 uur VeSte en CAID presenteren op Ceres het AID-thema tijdens The Party of 2009 met een optreden van de combiband Overinflated en dj Freek.
proefschriftdrukken.nl
KLEINTJES
20.00 uur Openbare avond over de toekomst van het universiteitsgebied De Dreijen in de bblthk. Informatie bij Rita van Biesbergen (06-14506896) of Rob Janmaat (06-51804102).
(ADVERTENTIE)
proefschriftdrukken.nl
SWITCH
ONDERZOEKSMEDEWERKER SIMULATIES EN VERKENNINGEN DUURZAME BEDRIJFSSYSTEMEN M/V (1.0) PSG, Biologische Landbouwsystemen, Wageningen LECTURER SUSTAINABLE HORTI- FUND RAISING OFFICER M/F (1.0) Vac. nr.: AT: DPW 09-11 ESG, ISRIC, Wageningen CULTURE M/F (0.8) Vacancy number: AT DOW-09-ISPROJECTCONTROLLER M/V (1.0) VHL, Wageningse Opleidingen, RIC-03-R LEI, Finance & Control, Den Haag Wageningen Berichten in de categorie ‘Gevraagd en aangeboden’, voor studenten Vac.nr.: AT05-F&C-2009 Vacancy number: AT 09 04 en medewerkers van Wageningen UR. Lever het bericht voor maandag SCIENCE COORDINATOR M/F (1.0) 10.00 uur in bij het redactiesecretariaat van Resource, gebouw 116, MEDEWERKER ONDERWIJS M/V ESG, ISRIC, Wageningen KWANTITATIEF ECONOMISCH kamer 0.31, en betaal contant. Tarief is 3,50 euro per dertig woorden, (0.8) Vacancy number: AT DOW-09-ISONDERZOEKER VISSERIJ EN de lengte is hooguit 60 woorden. RIC-05-R KUSTZONEBEHEER M/V (1.0) VHL, Leeuwarden LEI, Afd. Dier, Den Haag Vac.nr.: AT 09 08 Vac.nr.: AT07-Dier-2009 PHD (AIO) SOIL BIOLOGY AND Vakgroepuitje? Kookworkshops in studenten. Een steentje bijdragen SOIL PHYSICS M/F (1.0) unieke omgeving (tussen aan een betere wereld én nuttige SENIOR ONDERZOEKER LANDESG, Centrum Bodem, WageninHBO ONDERZOEKER ADAPTATIE Maserati’s en Ferrari’s). Met BOUW EN RUIMTE M/V (1.0) vaardigheden opdoen? Word VAN AI AAN VARKENS M/V (1.0) uitsluitend de beste producten. ESG, Alterra, Centrum Landschap, gen vrijwilliger! Nieuwsgierig? Check Vac. nr: AT PROM-09-CB-07-R ASG, CVI, Lelystad Kijk op www.moltogusto.nl of Wageningen www.crossyourborders.nl! Vac.nr: CVI 2008-036 www.helfferich.nl, 06 Vac. nr.: AT ALT-09-CL-01-R 46446486DIVERSEN POSTDOC RESEARCHER Grieks leren? Bel Sophia Berkati ONDERZOEKSASSISTENT SOIL LEGACY DATA OFFICER M/F POSITION IN TOMATO FRUIT 0317-842509 of kijk op: http:// DEVELOPMENT M/F (1.0) VIROLOGISCHE DIAGNOSTIEK Cross Your Borders: een onderwijs- parnassos.dutchlanguagecoach.nl. (1.0) PSG, PRI, Business Unit BioM/V (1.0) project voor middelbare scholieren Beginners en gevorderden, 8 euro ESG, ISRIC, Wageningen science, Wageningen ASG, CVI, Lelystad Vacancy number: AT DOW-09-ISover ontwikkelingsvraagstukken, per les. Vacancy number: AT: 09.Biosc.01 Vac.nr: CVI 2008-037 RIC-04-R uitgevoerd door enthousiaste (ADVERTENTIE)
27 februari
Vacatures zijn voor interne en externe kandidaten. Interne kandidaten hebben voorrang, zie intranet/people/arbeidsvoorwaarden. De volledige vacaturetekst staat op www.werkenbij.wur.nl. Aanleveren: woensdag in de week voorafgaand aan verschijnen van Resource. Voor informatie, bel Corporate HRM: (0317-4)85706.
ONDERZOEKSASSISTENT/APPLICATIEBEHEERDER LIMS M/V (1.0) ASG, CVI, Lelystad Vac.nr.: CVI 2008-038 PHD ZERO GROWTH OF LACTIC ACID BACTERIA M/F (1.0) AFSG, Laboratory of Microbiology, Wageningen Vacancy number: AFSG 09.022 PHD FOR A DSTI PROJECT M/F (1.0) AFSG, Laboratory of Biochemistry, Wageningen Vacancy number: AFSG 09.023 PHD FOR AN EU FP7 PROJECT M/F (1.0) AFSG, Laboratory of Biochemistry, Wageningen Vacancy number: AFSG 09.024
Voor meer informatie zie: www.werkenbij.wur.nl
Var spe ma pro the me and que an pro dis Thi lar An Org ww em
Ag sc
TO En 30
Pe is a the gy. eth and imp mu ves Info
En
Me
Se
Mic of C me tra 26 hrs floo
Na pla
Ca Co (Co Bio
Clim ac ww eve hrs bu que con
er
os-
-
o-
:
kes, by or coter, on a
t en t al a
r tsn-
t
n-
d
LI-
Resource 0318 18-21
25-02-2009
13:48
Pagina 19
26 FEBUARI 2009
19
EDUCATION
(ADVERTENTIES)
Submit education announcements before Monday 09.00 to
[email protected], with header ‘Education’. The announcement doesn’t exceed 100 words.
Social sciences
On the Origin of Feed (CWE 51306) period 4, mornings
Agricultural and Rural Policy Analysis (AEP-30306)
terns, but dynamic changes in vegetation characteristics also affect the climate system. This lectuVarious experts in research and speakers from plant breeding, ani- re series bridges the gap between mal feed manufacturing and dairy climatology and ecology by addressing climate-vegetation interprocessing industries will give actions. Leading experts will pretheir views on recent developments and innovations of forages sent lessons from the geological and more recent past and the role and feed ingredients, and conseof vegetation in future climate proquences for animal production, animal health and quality of dairy jections and the carbon cycle. products. Sustainability issues are discussed in a chain-perspective. Plant sciences This free choice course is particuPlant production systems larly interesting for students in Animal Science, Plant Science and Thesis subject: Yield gap Organic Agriculture. Information: analysis for oil palm production www.grassandforage.wur.nl or in Indonesia, theme: Land evaemail to
[email protected]. luation and Plant Production In this thesis you will quantify the Agrotechnology and food yield gap of oil palm production in Kalimantan, Indonesia. You will sciences assess the difference between TOXICOLOGY what is currently produced and Environmental Toxicology TOX- what the soil-climate combinations in this region would allow un30806 Period 4, afternoons. This course der different management strategies. You will display the land suiis about aspects playing a role in the field of environmental toxicolo- tability and yield gap in maps and gy. Special attention will be paid to verify results with experts. Conethical issues such as animal use tact:
[email protected]. and ethical, legal, social and policy ENTOMOLOGY implications of research and communications and to job perspecti- Seminar ves for environmental toxicologists. Semiochemical effects in the DeInformation:
[email protected]. sert Locust, Shistocerca gregaria, and their potential in the manageEnvironmental sciences ment of the pest by prof. Ahmed Hassanali, ICIPE, Kenya en KenyMeteorology and air quality atta University, Nairobi. Date: Tuesday, 3 March 2008, 11.30 hrs. Seminar Micrometeorological observations Venue: Large Lectureroom C19, of CH4 and N2O at a managed fen Building 511, Binnenhaven 7. meadow in the Netherlands by Petra Kroon (ECN). Date: Thursday ENT90303 Cutting-Edge 26th February 2009. Time: 15.30 Ecology, Meet the NIOO-KNAW hrs. Venue: Room: 1, C103, 1st In this Capita Selecta series stufloor, Atlas.. Drinks afterwards. dents, staff, and strangers can become acquainted with cutting-edNature conser vation and ge ecology. We visit the hot areas plant ecology in present-day ecological research. Debate with us where ecology is Capita Selecta: Nature Conservation and Plant Ecology heading, what is needed and how it should be done. Students can in(Course code: NCP- 50401) teract with our researchers, visit Biomes on the move? Climate-vegetation interactions in our labs, and do a PGO by writing a project proposal for future research a changing world. Information: in one of the areas: beyond cutwww.ncp.wur.nl. Start: 4 March, ting-edge ecology! Time: Fridays every Wednesday 15.30 -17.15 hrs. Location: Room C435 Forum from 10:30-12:15 hrs. Venue: Lecture room C221, Forum. More inbuilding. Contact person: Moniformation: Froukje Rienks,
[email protected]. Climate controls worldwide vegetation pat- 239303,
[email protected].
Agricultural economics and rural policy
4th period. The course Agricultural and Rural Policy Analysis offers a critical review of the agricultural and rural policies of the European Union. The focus is on the economic analysis of agricultural and rural policies and international trade in agricultural and food products. Info: Jack Peerlings, tel. 483812, Leeuwenborch room 2018.
Te c h n o l o g y a n d a g r a r i a n development TAD 30806: Technography This course learns to assess rural cultural heritage uses in nature reservation and governmental planning policies as well as in educational and cultural projects. A final (group) paper assesses relevant discussions, a project proposal and/or an existing project. Class: Mon.13.30 and Thurs. 15.30 hrs., Leeuwenborch, starting 2 March, C66. Information: Margreet van der Burg, tel 483864/482096,
[email protected] or
[email protected].
Rural histor y RHI-53306- Gender and Rural Cultural Heritage This course learns to assess rural cultural heritage uses in nature reservation and governmental planning policies as well as in tourist, museum, educational and other cultural projects. A final (group) paper assesses relevant discussions, a project proposal and/or an existing project. Class: Mon.13.30 and Thurs. 15.30 hrs., Leeuwenborch, starting 2 March, C66. Information: Margreet van der Burg, tel 483864/482096,
[email protected] or
[email protected].
Graduate schools Striving for an international career? Your future starts here E-Day teaser lunch lecture by Wouter Thiebou, (youth representative UN in 2008). Wouter will talk about the process to apply for this position, his year in the UN, his future plans and hopefully inspire you to go for this position as well. Date: 5 March, 12.30-13.30 hrs. Venue: C 326 (Forum).
(ADVERTENTIE)
OvidSP replaces WebSPIRS in Digital Library
gy,
WebSPIRS, the platform on which Wageningen UR Library offers Life Sciences bibliographies such as CAB Abstracts will disappear as of 1 March. This platform is being replaced by the OvidSP platform Bibliographies in the Social Sciences are offered on the EBSCOhost platform. In March and April the Library organises several lunch meetings on Changes at the Search Platforms in the Digital Library. The dates and venues can be found in the Calendar on library.wur.nl. Wageningen UR Library, http://library.wur.nl
RESOURCE #18
De Waddenacademie-KNAW is een nieuw instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Het instituut speelt een coördinerende en agendabepalende rol op de ecologische, geologische, klimatologische, economische en sociaal-culturele onderzoeksgebieden met betrekking tot de Waddenregio. De Waddenacademie is een compacte faciliterende organisatie met wetenschappelijk gezag. Het instituut werkt nauw samen met organisaties voor wetenschappelijk onderzoek, maatschappelijke organisaties, beleidsadviserende instanties en overheden, zowel nationaal als internationaal. De Waddenacademie is er met name op gericht om de doelstelling ‘het ontwikkelen van een duurzame kennishuishouding van het Waddengebied’ van het Waddenfonds te realiseren.
Doelstellingen van de Waddenacademie zijn: • het identificeren van domeinoverstijgende kennisleemtes ten behoeve van de duurzame ontwikkeling van het Waddengebied en het articuleren van voor het Waddengebied relevante onderzoeksvragen; • het bevorderen van een samenhangende onderzoeksprogrammering op regionaal, nationaal en internationaal niveau; • het bevorderen van informatievoorziening en kennisuitwisseling in en tussen de kenniswereld, de overheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. De Waddenacademie zoekt een
wetenschappelijk bureaumedewerker (m/v) voor 1,0 fte / 38 uur per week.
Taken: • identificeren, analyseren en samenvatten van wetenschappelijke publicaties die gericht zijn op de dwarsverbanden tussen de vijf in de Waddenacademie onderscheiden portefeuilles (Geowetenschappen; Ecologie; Klimaat; Economie en Cultuurhistorie); • inhoudelijk vormgeven van de kennisagenda van de Waddenacademie en haar deelproducten; • inhoudelijk verslagleggen van wetenschappelijke bijeenkomsten en congressen die betrekking hebben op de activiteiten van de Waddenacademie; • leveren van een bijdrage aan de programmering van onderzoek; • inhoudelijk ondersteunen van door de Waddenacademie te organiseren wetenschappelijke bijeenkomsten en congressen. Wij vragen: • een universitaire opleiding, afgerond met een promotie in de milieu- of natuurwetenschappen; • minimaal vijf jaar werkervaring in het wetenschappelijk onderzoek; • een brede algemene kennis en affiniteit met sociaal-wetenschappelijk en cultuurhistorisch onderzoek; • een strategisch en analytisch denker, creatief, sociaal vaardig en met een vlotte pen, zowel in de Nederlandse als Engelse taal. Standplaats: het bureau van de Waddenacademie is gehuisvest in het Huis voor de Wadden, Ruiterskwartier 121a te Leeuwarden, vlak bij het station. Arbeidsvoorwaarden: afhankelijk van opleiding en ervaring bedraagt het salaris bij een 38-urige werkweek maximaal € 4.970,- bruto per maand (schaal 12 CAO-Nederlandse Universiteiten), exclusief 8% vakantiegeld en 8,3% eindejaarsuitkering. Aanstelling is in eerste instantie voor een periode van twee jaar, met mogelijkheid van verlenging. Inlichtingen: voor meer informatie over de functie kunt u contact opnemen met prof. dr. Pavel Kabat, voorzitter/directeur Waddenacademie, tel. (0317) 48 64 58, e-mail
[email protected], en drs. Klaas Deen, bestuurssecretaris Waddenacademie, tel. (058) 233 90 31, e-mail
[email protected]. Algemene informatie over de Waddenacademie vindt u op www.waddenacademie.knaw.nl. Solliciteren: U kunt solliciteren naar deze functie tot 5 maart a.s. door uw sollicitatie te sturen naar de Waddenacademie-KNAW, t.a.v. Klaas Deen, Postbus 2724, 8901 AE Leeuwarden. Per e-mail solliciteren kan door een pdf- of Word-document te zenden aan
[email protected]. In beide gevallen onder vermelding van ‘vacature wetenschappelijk bureaumedewerker’. Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
proefschriftdrukken.nl
Resource 0318 18-21
25-02-2009
13:48
Pagina 20
2 Lawickse Allee 13 6701 AN Wageningen http://studiumgenerale.wur.nl Tel: 0317- 482030
Debate How to build a Civil Society in a Conflict Area? Organized by Press Now. LA13, 1 April, 20.00 hrs The Radio Darfur Network has started with the launch of Radio Dabanga, an initiative of Darfur Journalists to provide independent news to the population of Darfur, led by Press Now. Initiated and organized by Press Now, SG hosts this debate. Info:
[email protected]
Lezing
Debate Serie
The Impasse between Israel and the Palestinians Palestina: Story of a Land Movie W, LA13 Monday 2 March, 20.00 hrs Movie W kicks off this series (original title: Palestine Histoire Dúne Terre). Unique film archive material in a thorough historical overview.
Understanding Nationalism in the Search for a Just Peace Jeff Handmaker, Institute of Social Studies, The Hague De Leeuwenborch, Hofsteezaal Monday 9 March, 20.00 hrs
Wageningen University encourages students and staff to participate in social, cultural and scientific activities beyond their specialisation. The Studium Generale Team, offers film, theatre, music, and expositions as well as readings, lectures and debate-series.
To what extent does nationalism play a role in the ongoing impasse between the State of Israel and the Palestinian people? How does seeing this impasse as a "religious" "conflict" impact a possible breakthrough? What can understanding nationalism offer? Jeff Handmaker, lawyer and lecturer, will explore the prospects for a just peace based on equal rights.
Did Israel violate humanitarian law’s? Speaker confirmation pending De Leeuwenborch Monday 16 March, 20.00 hrs International Law and Israel's war against Hamas in Gaza Human rights organizations are exploring claims that international law was broken during Israel’s military offensive against Hamas in Gaza in January. What are the laws? How does humanitarian law apply to this case? Do human rights groups stand a chance with their claims?* Please watch for our news letter and/or the website for further details on this event.
The Role of the Netherlands and the International Community in breaking the Political Impasse Ghada Zeidan, United Civilians for Peace De Leeuwenborch Monday 23 March, 20.00 hrs What is Europe’s position on the impasse between Israel and the Palestinians? Ghada Zeidan will focus on the role, responsibilities and possibilities Europe can offer in a search for a solution. How united is Europe’s position and where are the stumbling blocks? Special attention will be drawn to the position of the Netherlands. Info:
[email protected] Please visit SG-website for additional information.
Calvijn: Mensbeeld en Maatschappijopvatting
Ever considered the impact of research on human rights? Dr. Otto Hospes and dr. Rutgerd Boelens De Leeuwenborch/C70, 3 March, 19.00 Wageningen University’s motto is science for impact. The WUR has even added the respect to human rights in her code of conduct. But what would happen if researchers really would consider the impact of their research on human rights? Hospes and Boelens talk about the (im)possible role of researchers in the light of protecting human rights. We will discuss water rights as an example. Info:
[email protected]
Akademia Honora
dr. John van Eck, emeritus legerpredikant LA13, 11 maart, 20.00 uur De Renaissancemens Johannes Calvijn nam de bijbel niet letterlijk. Zo zei hij van de tien geboden: “Die zijn moeilijk na te leven; maar besef dat het gaat om humanitas, medemenselijkheid. En hoe je dan moet handelen, hangt af van de situatie”. Vervolgens ontwikkelde Calvijn zijn idee over de inrichting van de maatschappij in sociaal en economisch opzicht. Van Eck plaatst deze in de actualiteit van de armoede en globalisering. Info:
[email protected]
13
in L A
Levenskunst Hoe kun je je leven bewust leiden en inrichten? Welke kennis en vaardigheden heb je daarvoor nodig? En hoe kun je omgaan met religie, politiek en traditie? We zoeken naar antwoorden op deze vragen, met het begrip ‘levenskunst’ als leidraad. Deze serie is onderdeel van ons ‘Akademia Honora’ programma. Daarin diepen we algemeen menselijke thema’s uit in lezingenseries die grotendeels door één spreker worden verzorgd.
Michel Foucault: Inspecterend omgaan met jezelf Dick Kleinlugtenbelt Dinsdag 24 maart, 20.00 uur
Dick Kleinlugtenbelt, filosoof en socioloog Dinsdag 3 maart, 20.00 uur
De zorg voor jezelf is een voorwaarde van zorg voor de ander. We staan stil bij de ethiek van de zorg voor zichzelf en bij Seneca, de lievelingsauteur van Foucault. Van Seneca bespreken we een zelfoefening in het denken. Ook doen we actief een levenskunstoefening uit de Stoïcijnse traditie.
Wat is levenskunst? Wanneer ontstaat levenskunst? We beginnen bij de basis. Die blijkt een oefening te zijn in het zelf nadenken. Vragend en onderzoekend, in dialoog met jezelf en je omgeving.
Michel de Montaigne: Het leven als meesterwerk
De bouwstenen
Socrates. Wanneer draag je zorg voor jezelf? Dick Kleinlugtenbelt Dinsdag 10 maart, 20.00 uur De eerste filosofische tekst over levenskunst gaat over de antwoorden van Socrates op vragen als: wat is het zelf van de mens? Hoe werk je aan jezelf? Een lezing over de werkwijze van Socrates en de kunst van het vragen stellen.
Leuk levenskunst Ruut Veenhoven, hoogleraar ‘Sociale condities voor menselijk geluk’ Dinsdag 17 maart, 20.00 uur Volgens Veenhoven is levenskunst ‘het vermogen een vorm aan het bestaan te geven waarbij men zich prettig voelt’. Het draait om ‘het vinden van passende gedragsvormen’. Maar hoe doe je dat precies?
Dick Kleinlugtenbelt Dinsdag 31 maart, 20.00 uur Michel de Montaigne leefde in de 16e eeuw, maar zijn levendige essays worden nog altijd gelezen. We bespreken de opvatting van Montaigne over vriendschap, zijn houding tegenover lusten en begeerten en de betekenis van de ervaring voor levenskunst. Een zinvol leven is volgens Montaigne het meesterstuk waarop je trots kunt zijn.
Waarom we onszelf zoeken maar niet vinden Coen Simon, schrijver en filosoof Dinsdag 7 april, 20.00 uur Wie ben ik? Wat kan ik? Wat voel ik? Moet je diep graven in je persoonlijkheid om te stuiten op een authentieke kern? Filosoof Coen Simon denkt van niet: wanneer je je eigenheid wil betrappen kan je beter aan de oppervlakte blijven. Een lezing om het voorafgaande te relativeren.
Resource 0318 18-21
25-02-2009
13:49
Pagina 21
26 FEBUARI 2009
21
RESOURCE #18
VERENIGINGEN In de wereld - sp3
Duivendaal 7, tel. 0317 482663,
[email protected], www.indewereld-sp3.nl
Uit het juiste hout geneden? Code 4760, meeloopstage. De Gewasbeschermingskennisbank (GBK) zoekt een student die een handleiding gaat schrijven voor de beheerders van de databank, een handleiding voor de gebruikers van de databank en helpteksten en extra informatieschermen, ter ondersteuning van de beheerders en gebruikers.
Agenda Zondag 1 maart, 11.00 uur, SunMovie W day Service; maandag 2 maart, 19.00 uur, Theologie & Me; dinsdag 3 maart, 19.00 uur, Meet thy Neighbour. An impression of the special Chinese art of painting will be given by Titus de Jong, expert in oriental painting;donderdag 5 Filmhuis Movie W, Lawickse Allee maart, 17.45 uur, sobere maaltijd 13, tel. 0317-484809 (ook voor en aansluitend vesper (org. Raad reserveren), www.movie-w.nl van Kerken), Bergstraatkerk.
Import/Export van Ulrich Seidl (Oostenrijk, 2007)
Integrand
t
Bemiddelingsorganisatie voor studenten en recent afgestudeerden, www.integrand.nl,
[email protected], tel. 0317 422421.
Integrand Wil je reageren op onze stages? Als je bent ingeschreven bij Integrand kun je reageren door in te loggen op de website. Sta je niet ingeschreven, mail dan naar
[email protected]. Op de website vind je alle stages van Integrand.
Olga is een alleenstaande moeder uit de Oekraïne en Pauli een werkloze Oostenrijker. Beiden zijn jong, fysiek goed geproportioneerd en vanwege allerlei omstandigheden niet in staat de wereld naar hun hand te zetten. Olga reist van Oost- naar West-Europa, op zoek naar werk. Pauli neemt precies de tegenovergestelde route. Donderdag, vrijdag en zaterdag 20.30 uur.
North by northwest van Alfred Hitchcock (VS 1959) Spionage- en avonturenklassieker met Gary Grant. Zondag, dinsdag en woensdag 20.30 uur.
10 jaar kavelruil in de praktijk
0Q [ PF L O B B S WF S EJF Q JO H
8BBSIFJE JO EFSFMJHJFT "11
%PDFOUQSPGES#FSU#MBOT CJK[POEFSIPPHMFSBBSXJKTCFHFFSUF WBOEF3BECPVETUJDIUJOH )PFXPSEUJOEFWJKGHSPUFXFSFMEHPETEJFOTUFO IJOEPFuTNF CPFEEIJTNF KPEFOEPN DISJTUFOEPNFOJTMBNPWFSXBBSIFJEHFEBDIU )PFEFOLFO [JK PWFS IFU HFTQSFL NFU EF BOEFSF HPETEJFOTUFO &O LBO FFO XJKTHFSJHF WFSIFMEFSJOHWBOXBUXBBSIFJEJT IJFSCJKEJFOTUCBBS[JKO 7BOFMLFHPET EJFOTU[VMMFOEFHSPOECFHJOTFMFOFOFOLFMFNBSLBOUF¹HVSFOVJUWFSMFEFO FOIFEFOCFIBOEFMEXPSEFOFOIPFFSPWFSXBBSIFJEHFEBDIUXPSEU 7PPSEJUDPMMFHF[JKOHFFOUPFMBUJOHTWPPSXBBSEFO
Code 4528, afstudeerstage of bachelor eindproject. Nu de Wet Inrichting Landelijk Gebied van kracht is zien we per provincie een andere inbedding van kavelruil in de veranderde structuur. Omdat Optifield op eigen wijze kavelruilt, direct voor de markt of als aannemer van waterschappen en DLG, heeft zij behoefte aan het formuleren van de beste kavelruilaanpak in relatie tot de regelgeving.
FQFSJPEFEPOEFSEBH¬VVS 7BOBGNBBSU 8BBS %F-FFVXFOCPSDI[BBM$ 4UVEJFMBTU &$54 FWFOUVFFMBBOUFWVMMFOUPU
0OEFSXJKTWPSN 8FSLDPMMFHF UPFHBOLFMJKLWPPS[PXFMCBDIFMPSBMTNBT UFSTUVEFOUFO XBBSCJKTUVEFOUFOPQCBTJTWBOFFOJO EFSFBEFSBBOHFSFJLUFTUPGQSFTFOUBUJFTWFS[PSHFO 5PFUTWPSN %PPSIFUWFS[PSHFOWBOQSFTFOUBUJFTEPPSTUVEFOUFO [BMFSHFFOUFOUBNFO[JKO
.FFSJOGPSNBUJFPQXXXSBECPVETUJDIUJOHOMDPMMFHFT WJBEFEPDFOU QSJWn
FNBJM()5#MBOT!VWUOMPGTFDSFUBSJBBUUPFHFQBTUF¹MPTP¹F NX#FB1SJKO FNBJMCFBQSJKO!XVSOM
Hét netwerk voor iedereen die iets met Wageningen heeft. www.klv.nl e-mail:
[email protected]'
Discussion Evening March 30, Leeuwenborch, 20.00 hrs: Doing a PhD: Pleasure or burden? Discussion evening with Martin Kropff and Jolanda Jansen. For registration, go to our website www.klv.nl or send an e-mail
[email protected]. Entrance: free for members of KLV.
Not a KLV student member yet? Become a student member FOR FREE and get connected to this network! visions about social development: not only about successes, but also about failures, effectiveness and self assessment. A presentation of his activities during his volunteering year will be given. Marc was involved one year in Asia with the network Young People for Development (YPD), working on educational projects for Burmese refugees and fair-trade networks.
Student Chaplaincy Otherwise
Knowledge sharing for development, Lawickse Allee 13,
[email protected], tel. 0317423590, www.wur.nl/otherwise
Student Chaplaincy Wageningen, Duivendaal 7, tel. 0317 - 48 26 63, www.wau.nl/scw,
[email protected]
Youth as agents of change
Eucumenical church services
As a youth, do I have a role to play in society? Can I have impact on Interesse in markting? what is happening around me? Code 3485, afstudeerstage of bachelor eindproject. Ins and Outs Some answers to these questions heeft geen duidelijk marketingbe- will be proposed during the next leid. Om te kunnen groeien als be- Lecture from the Field, organised by OtherWise on 3 March at 20.00 drijf moet er meer gedaan gaan worden aan het marketingaspect. hrs in C69 (Leeuwenborch). Based on his experiences, Marc d’EngreDe stagiair wordt gevraagd een mont will share his opinions and marketingplan op te stellen.
In English. Sunday 1 March, 11.00 hrs, Rev. Josine v/d Horst, Monday 8 March, 19.30 h. Taize prayer.
Other activities Thursday 26 February, 19.00 hours: Preparation meeting / Bible study, Thursday 5 March, 19.00 hours: Crossroads: PhD presentations in relation to faith.
(ADVERTENTIES)
Studentenmenu MasterScriptie en proefschriftprijs
8BOOFFS
Generaal Foulkesweg 1a, Achter de Aula, gebouw 365 www.wageningen-alumni.nl e-mail:
[email protected]
Ontwikkelingsvraagstukken Heb jij in het jaar 2007 of 2008 een proefschrift of een Masterscriptie geschreven op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken? Voor de meest interessante scriptie en het meest veelbelovende proefschrift stelt het Amsterdam Institute for International Development (AIID) prijzen ter beschikking. Voor het beste proefschrift bedraagt de eerste prijs een reisbeurs van ` 2000. Voor de beste scriptie wordt een afzonderlijke reisbeurs beschikbaar gesteld van ` 1000. Kijk voor de voorwaarden en meer informatie op www.aiid.org
Iedere dinsdag, woensdag en donderdag serveren wij een studentenmenu voor iedereen met een OV-studentenkaart. Het menu bestaat uit: drankje naar keuze, soep naar keuze: Amerikaanse aardappelsoep, Thaise Kippensoep of Indiase wortelsoep, brood met tapenade en tzatziki, combinatie van warme gerechtjes, huisgemaakt friet met aïoli. Prijs per persoon € 15,50. Bekijk onze website: www.colorsworldfood.nl Nieuw in Wageningen: Colors World Food, Markt 15, 6701 CX, Wageningen, 0317-417463, E:
[email protected]
Resource 0318 14-17 en 22-24
25-02-2009
16:42
Pagina 22
STUDENT
>
2
22 VU-studenten zijn een beetje schuw. Uit angst om dom over te komen durven ze tijdens colleges geen vragen te beantwoorden. Daarom kunnen ze voortaan anoniem hun a,b,c of d doorgeven per sms. Docenten kunnen in hun PowerPointpresentaties meerkeuzevragen stellen en de sms-uitslag wordt direct zichtbaar in een diagram. Docenten weten zo toch of studenten de stof begrijpen. Live respons krijgen ze zelden. Persoonlijk contact is ook zó 2008.
Het magnetenlab van de Radboud Universiteit in Nijmegen ligt plat. Het elektriciteitstarief voor het High Field Magnet Laboratory is door een wetswijziging meer dan verdubbeld, waardoor het lab nog maar acht weken per jaar kan draaien. De rechter die de zaak in behandeling had vindt het bijzonder spijtig, maar kan de tariefswijziging niet terugdraaien, volgens universiteitsblad Vox. Door de sluiting is Nijmegen een stuk minder aantrekkelijk geworden.
S T IJ N
S O
De ov ba be be To
VERA Op tafel staat een rij plantjes. Drie aloë vera’s en een kaal boompje dat ik niet ken. De aloë vera’s zijn bruin, een enkele stengel is afgebroken en het boompje is door het gebrek aan blad nu helemaal onherkenbaar. Volgende week komt ze al terug van stage. ‘Natuurlijk wil ik voor je plantjes zorgen.’ Ik hoor het me nog zeggen. Wat een blamage. Ruim zes jaar lang Bos- en natuurbeheer gestudeerd en ik kan niet eens voor een paar plantjes zorgen. Gelukkig ben ik niet de enige. Wageningen UR – omzet 590 miljoen – kan een collectie dode vlinders niet meer onderhouden. Maar ja, ik kan haar plantjes niet naar Naturalis sturen. Ik had beslist niet verwacht dat het zo zou aflopen. Dan te bedenken dat aloë vera’s uit een droog land komen en daar allerlei barre omstandigheden overleven. Maar een paar weken met mij in een keuken in Rheden, dat is dan weer teveel gevraagd. Wat een stomme planten zijn het ook. ‘Ik koop nooit meer zeep waar je inzit, rotplant’, mompel ik zachtjes. Iets wat natuurlijk nergens op slaat. Er is nauwelijks nog zeep zonder aloë vera te koop. Toch begin ik tegen het boompje te schreeuwen, waardoor het zielige stammetje zelfs zijn laatste blaadje nog verliest. Oh, wat moet ik nu? Ze heeft me af en toe gesms’t.‘Hé Stijn, hoe gaat het? Hoe is het met de plantjes?’ Waarbij ik wel doorhad waar het om ging. En het ergste is, ik heb geantwoord dat het met de plantjes prima gaat. Mezelf wel enigszins indekkend met de opmerking dat ook mijn huisgenoten hebben bijgedragen aan het resultaat, maar goed, dat ontslaat me niet van mijn verantwoordelijkheid. En dan heb ik ook nog gehoord dat ze een rotstage achter de rug heeft. Moedeloos kruip ik op de bank ineen. Ik zie d’r in gedachten al vrolijk binnenkomen, om daarna verschrikt en zachtjes hijgend naar al dat bruin op de keukentafel te staren. En wat zal ze wel niet zeggen op het moment dat het me niet langer lukt om haar te ontlopen? Zouden ze aloë vera’s hebben bij het dichtstbijzijnde tuincentrum? / Stijn van Gils
Si sc uit Be hb de na en Ba Ba Ac te
Vo uit vr va va ge kle bie de vo nie ge lijk De die te no he ve De promotiecommissie van de studentenraad vergadert in het pand van de PSF aan de Niemeijerstraat. Van links naar rechts: Li Fucheng, Harriët Tienstra, Jelmer Hooghiemstra en Olga Alejandra. / foto BdG
ACTIEF MET DE VOETEN OP TAFEL Wie bij de studentenraad denkt aan zakelijke studenten, type jasje-dasjemantelpakje, heeft het mis. De Progressieve Studenten Fractie PSF huist dan wel in een villa met uitzicht op het deftige Emmapark, binnen is het gewoon een studentenkantoor compleet met rondslingerende papieren, wijnflessen en wc-reiniger. Vier leden vergaderen er, met de afgetrapte sneakers ontspannen op tafel. Het oogt allemaal heel relaxed, bijna nonchalant. Toch is het onderwerp van gesprek – bekendheid geven aan het werk van de studentenraad – van groot belang. Want aan het eind van dit collegejaar stappen alle twaalf leden op. Niks bijzonders, dat gebeurt elk jaar. Maar het betekent wel dat er voor die tijd een verse ploeg van twaalf nieuwe studenten klaar moet staan. Daarom zijn er verkiezingen gepland van 25 mei tot 1 juni. Die gaan alleen door als er meer dan twaalf kandidaten zijn, en die kandidaten moeten dus nu gevonden worden. Geïnteresseerde studenten kunnen zich tot 17 april melden bij één van de twee partijen in de raad: VeSte of de PSF. Een bezoekje aan de kantoren van beide partijen maakt al veel duidelijk over hun standpunten. De muren van PSF ademen vooral Actie. Actie tegen niet onafhankelijke berichtgeving in Resource, ‘aksie’
tegen oliemaatschappij Shell en de apartheid in Zuid-Afrika. En bezoekers krijgen hier een versgezet kopje kruidenthee. Bij VeSte aan de Lawickse Allee is actief studentenleven het belangrijkste thema. En zo’n actief leven gaat natuurlijk gepaard met veel koffie, bier en borrels. VeSte-voorzitter Anne Reijbroek houdt dan ook vooral contact met haar achterban – studenten die actief zijn buiten hun studie – door veel borrels van studie- en studentenverenigingen te bezoeken. Ondanks de verschillen tussen de partijen lukt het altijd om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Ongeveer eens per maand is er formeel overleg met de raad van bestuur. Voor sommige onderwerpen heeft rector Martin Kropff de goedkeuring van de studentenraad nodig. Als de raad het er niet mee eens is, gebeurt het niet. Zo heeft de studentenraad een jurist in de arm genomen toen de universiteit zomaar de subsidie voor de mensa’s stopte. De studenten waren daarover niet van tevoren geraadpleegd en dan moet je niet aarzelen om zulke stappen te nemen, vinden ze. Studentenraadslid zijn is een fulltime baan. Je krijgt er een jaar vrijstelling voor en de universiteit keert een kleine onkostenvergoeding uit. ‘Je wordt serieus betrokken bij grote dingen, zoals een
nieuw onderwijsgebouw. En tegelijkertijd zijn er veel luchtige activiteiten, zoals debatten of promotiefeesten. Die combinatie is het mooie van de studentenraad’, vindt Anne. PSF-voorzitter Harriët Tienstra vindt het leuk om actief te zijn. ‘Studeren is vooral luisteren, stilzitten. Hier kun je niet passief zijn. Je moet aan het werk, de telefoon oppakken en zelf je eigen mogelijkheden creëren. En het leuke is dat je veel mensen van verschillende culturen ontmoet. Dat maakt de studentenraad voor mij heel interessant.’ De studentenraad is inderdaad erg internationaal. De voertaal is Engels en er zijn leden uit onder andere China, Rusland, Colombia en Costa Rica. Internationalisering is een belangrijk onderwerp voor de raad. Daar bestaat dan ook een speciale commissie voor. Li Fucheng uit China, tweedejaars masterstudent Food Quality Management, vindt dat er nog wel het een en ander te verbeteren valt op dat gebied. ‘Wageningen staat heel hoog aangeschreven in het buitenland. Maar als je hier komt als internationale student valt het een beetje tegen. Er is heel weinig informatie in het Engels. En als het er wel is, is het niet duidelijk waar je het kunt vinden. Ik vind Wageningen eigenlijk geen internationale universiteit.’ / AvG
‘ IS
Ho De uit zo Na La
W pr ov te m bie dic tu te gr m ka te la on de De na ve cu wo so bi er En ge ge ga Ve in
n
n.
Li
d
d’,
al
el
r
n
-
aet ee-
is,
n-
Resource 0318 14-17 en 22-24
25-02-2009
16:42
Pagina 23
26 FEBRUARI 2009
23 Imca Marina geeft niks om chinchilla’s. De smartlappenkoningin was tot voor kort ambassadrice van Vida Nueva, een noodlijdend chinchillaopvanghuis in Musselkanaal. Ze zou spulletjes leveren voor een veiling die zeven VHL-studenten uit Leeuwarden hebben georganiseerd voor dat huis. Ook zou Imca andere BN’ers optrommelen voor een benefietconcert. Maar met een kil mailtje liet ze weten dat ze het te druk heeft met bruiloften en partijen. De chinchilla’s zitten nog steeds met een lekkend dak.
Sinds de invoering van het bamastelsel schieten bachelortitels als paddenstoelen uit de grond. Beng, BDes, BAS, BICT en Bed bijvoorbeeld. Het onderscheid tussen hbo- en wo-bachelors wordt steeds onduidelijker. Minister Plasterk heeft daarom naast twee bestaande uni-bachelors BA en BSc twee officiële hbo-titels bedacht: Bachelor of Applied Arta (BAA) en Bachelor of Applied Sciences (BASc). Ach, wat maakt het uit. Zonder mastertitel blijft het vier keer niks, aldus soggen.nl.
STUDENTENRAAD KRITISCH OVER ONDERWIJSPLAN De studentenraad heeft stevige twijfels over de veranderingen in de bachelorstructuur die de raad van bestuur wil doorvoeren. Met name de bekostiging en uitvoering van het plan Towards Flexiblility roepen vragen op. Voor het plan moet ruim 1,2 miljoen euro uit het huidige onderwijsbudget worden vrijgemaakt. ‘Om te bezuinigen moeten er vakken worden samengevoegd en kleine vakken worden afgeschaft. Terwijl die Wageningen juist maken tot wat het is: een kleine universiteit met specifieke vakgebieden’, legt Anne Reijbroek van de studentenraad uit. ‘Er was veel kritiek op de vorming van brede bachelors, die daardoor niet is doorgegaan. Maar deze bezuinigingen leiden er ook toe dat studies inhoudelijk dichter bij elkaar komen te liggen.’ De raad van bestuur wil de bachelorstudies vanaf 2010 voorzien van een semesterstructuur en indelen in majors en minors. Op die manier worden de mogelijkheden voor uitwisseling met andere universiteiten in binnen- en buitenland gro-
ter. De bevordering van flexibiliteit vindt de studentenraad positief, evenals een vaste programmering voor de minoren. ‘Zo hoeven studenten niet zelf hun vakken bij elkaar te sprokkelen’, zegt Anne. Over de uitvoering heeft de raad echter vragen. Zo wordt de derde periode gesplitst in twee keer vier weken om een extra instroommoment te creëren. Anne: ‘We vragen ons af of dat voor alle vakken goed te regelen is. Sommige vakken hebben hun tijd nodig, bijvoorbeeld als studenten een langlopende proef moeten doen of een essay moeten schrijven. Dat kan niet in de helft van de tijd.’ Ook de invoering van de bachelorthesis kan niet op eenduidige enthousiasme rekenen. ‘De thesis wordt in veel gevallen groter en dat vergt waarschijnlijk meer van de begeleiders. Het is nog niet duidelijk hoe dat wordt aangepakt.’ De raad van bestuur heeft de instemming van de studentenraad en de gezamenlijke vergadering (GV) van de universiteit nodig om het plan in te voeren. De GV buigt zich binnenkort over het voorstel. / AB
‘DE NATUUR IN NEDERLAND IS NIET BESCHERMD’ Hoe effectief is natuurwetgeving? Deskundigen en studenten geven uiteenlopende antwoorden op die vraag, zo blijkt tijdens het Nationale Bos- en Natuurdebat, op 17 februari bij Van Hall Larenstein in Velp. Wim Schepens, eindredacteur van het tvprogramma Landroof, verbaast zich erover hoe bestuurders met hun eigen wetten omgaan. ‘Neem Maarheeze, daar mocht geen landbouwontwikkelingsgebied komen omdat een natuurgebied te dichtbij lag. Plotseling was een stuk natuur van de kaart verdwenen en kon de intensieve landbouw wel doorgaan.’ De programmamaker die in zijn programma opmerkelijke ruimtelijke ordening aan de kaak stelt, ziet daarom weinig heil in wettelijke bescherming. ‘De natuur in Nederland is niet beschermd, elke wet is direct onderhandelbaar’, zo stelt hij tijdens het debat. De ongeveer zeventig bezoekers – voornamelijk studenten van Wageningen Universiteit en Van Hall Larenstein – bediscussiëren de visie van Schepens, maar worden het onderling niet eens. ‘Kijk naar soorten als de geelbuikvuurpad’, zegt Robin Kraaij. ‘Als die ergens leeft dan wordt er echt niet gebouwd hoor’. ‘Ach’, zegt Tim Endeveld, ‘dan compenseren ze toch ergens. Kun je mij één wet noemen waar geen uitzondering in staat? Uiteindelijk gaat de economie toch altijd voor.’ Verdeeldheid is er ook over de mate waarin natuurbeheerders actie mogen voeren.
RESOURCE #18
‘Mensen zijn het eeuwige geschreeuw van Greenpeace beu’, vindt Wouter Delforterie. Daarom moeten terreinbeheerders volgens hem zelf in actie komen om de natuur te beschermen. ‘Juist terreinbeheerders hebben de kennis. Als een organisatie als Staatsbosbeheer iets zegt dan is dat veel geloofwaardiger.’ De huidige wetgeving zit zo in elkaar dat beheerders alert moeten zijn en dat vraagt om meer actie dan beheer alleen, meent hij. Ad Olsthoorn sluit zich daar bij aan, waarbij de VHL-docent verwijst naar het onderwijslandgoed Larenstein. ‘Als we eerst de plannen van anderen afwachten dan staan er binnen de kortste keren kantoren op onze hooilandjes.’ Peter van der Meer is het daar echter beslist niet mee eens. ‘Terreinbeheerder hebben simpelweg geen tijd om de barricades op te gaan, bovendien hebben actiegroepen veel betere connecties in de politiek.’ Aan het debat is dan ook geen gezamenlijke conclusie te verbinden. Desondanks is de VPRO-programmamaker achteraf positief gestemd. ‘Ik vind het goed om te zien dat hier gedebatteerd wordt. De strijd wordt niet in het bos, maar in de politiek gevoerd. Het zou verstandig zijn als een aantal groene mensen op die plek hun strijd leveren.’ Student Renske Terhürne van Wageningen Universiteit wordt aan het einde van het debat uitgeroepen tot de beste debater. Haar prijs is een lindeboom, die de deelnemers meteen gaan planten op landgoed Larenstein. / SvG
Zijn al je kamerplanten ter ziele? Probeer dan nu de Treemagotchi, de duurzame virtuele vriendschapsboom. Elke week word je uitgenodigd om online iets voor het milieu te doen, waardoor je boom gaat groeien. Alle acties zijn uit te voeren door met je muis te klikken. Je papieren telefoongids afzeggen, een koopwijzer downloaden of je bank op duurzaamheid beoordelen bijvoorbeeld. Op treemagotchi.nl kun je je opgeven en de onvermijdelijk duurzame prijzen winnen.
HET ECHTE WERK
foto
RODEO GIRL IN CANADA Koeien melken om vier uur ’s ochtends, door de bossen sjezen op een op hol geslagen paard. Malou Heidekamp, tweedejaars Regional Development and Innovation aan Van Hall Larenstein, ontdekte vorig jaar de ruige kant van Canada. Ze liep negen weken stage bij een toeristenresort aan Spirit Lake en nog eens zes weken bij een melkveebedrijf in Alberta. ‘Mijn vuurdoop kreeg ik meteen op de tweede dag. Het bedrijf waarbij ik stage ging lopen is van verre familie. De kinderen wonen verspreid over de hele wereld. Ik kwam precies op de dag aan dat er de grote familiereünie was. Met zijn allen gingen we raften. Met twee boten trotseerden we de woeste rivier. Eén boot sloeg om en schoot weg, met de stroming mee. Iedereen werd in onze boot erbij gehesen en pas ergens op het eind vonden we de ontsnapte boot terug. Na afloop strompelden we het land op en toen vertelde de instructeur dat hij ons niet meegenomen zou hebben als hij geweten had dat de rivier zo wild was. Spirit Lake Wilderness Resort ligt aan een prachtig meer. Het bestaat uit een hotel en een restaurant, en ze organiseren er kano- en paardrijdtochten. Ik heb geholpen bij het opbouwen van een kas, zodat het restaurant zelf zijn groenten kan kweken in de toekomst. Na deze winter zullen ze hun eigen kroppen sla, tomaten en
komkommers verbouwen. In mijn vrije tijd ging ik veel paardrijden en kanoën. Ervaring met paardrijden had ik niet, maar het ging bijzonder goed. Ik mocht op een gegeven moment zelfs als gids invallen bij tochten. Op een keer zat er in het hotel een groep goudzoekers met een eigen helikopter. We sloten een deal dat zij een paardrijdtour zouden krijgen als wij een stukje mee mochten vliegen. De helikoptervlucht was supermooi en de rijtour was hilarisch. Mijn paard sloeg op hol doordat hij schrok van een stekelvarken. Alle paarden begonnen hard door elkaar te rennen. Ik raakte natuurlijk lichtelijk in paniek, maar de goudzoekers genoten en waren hard aan het klappen. Zij dachten dat wij een cowboyshow aan het opvoeren waren. Uiteindelijk kwamen de paarden weer tot rust en konden we er natuurlijk hard om lachen. Voor het tweede deel van mijn stage ging ik naar een melkveebedrijf in Alberta. Ik was boerderijhulp en hielp mee met alle taken. Om vier uur stond ik op om de koeien te melken en ik reed rond op een tractor voor verschillende klussen. Na zes weken op de boerderij besloot ik om de laatste twee weken nog een stuk te gaan reizen. Ik bezocht onder andere de Rocky Mountains en Vancouver. Maar Canada is een te mooi en groot land om in twee weken tijd te verkennen. Ik moet snel nog eens terug.’ / Anneloes Dijkstra
Resource 0318 14-17 en 22-24
25-02-2009
16:42
Pagina 24
STUDENT
24 De recessie grijpt ras om zich heen, en dat is goed nieuws. Er worden namelijk minder mensen door haaien gebeten. Een wetenschapper uit Florida legde een verband tussen de sterke afname van het aantal haaienbeten en de economische crisis. ‘Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de afname heeft te maken met terughoudendheid van mensen om op vakantie te gaan naar het strand’, staat op nu.nl. ‘We hebben een vergelijkbare terugval gezien bij de recessie in 2001.’
PRIKBORD ARAL SEA Students from Uzbekistan and the Netherlands are working on a project called River 21. They are studying the Amu Darya river and the way its waters are managed. Two Wageningen University students, Chris Seijger and Farida Abdullaeva, write: ‘In the first week we traveled by bus down the Amu Darya river basin from upstream to downstream – a trip of about 3300 km, crossing Uzbekistan in five days. We saw how important irrigation systems are for managing water resources in Uzbekistan. Besides agricultural areas, we also visited nature areas and the Aral Sea desert. The sight of this major disaster made a big impression on everybody in the group.’
GENIETEN OP DE ATLETIEKBAAN Nout Jansen geniet als hij op 15 februari naar de startstreep loopt voor de finale van de 1500 meter. Dit was zijn doel op het NK Indoor atletiek. Voor de kwalificatierace, een dag eerder, was de Velpse student Bos- en natuurbeheer een stuk zenuwachtiger. Zijn eerste senioren-NK, voor het eerst tussen de grote jongens. De lucht in de Apeldoornse hal was droog, en mocht van hem best een graadje koeler. In het wachthok voor de start, bij de controle van clubtenue en spikelengte, had hij maar wat geijsbeerd en aan zijn benen geschud, zoals de anderen ook deden. Om zich heen kijken en genieten van de volle tribune lukte in de concentratie van gister niet. Maar de race was ideaal geweest. Rustig, zodat hij niet kapot over de finish kwam. Moe en met hoofdpijn was hij ‘s avonds om negen uur zijn bed in gedoken, om elf uur later uitgerust wakker te worden. Om de ochtend door te komen had hij zijn vader geholpen bij het zoeken naar een
huisje voor de wintersport. Hij was ook ontspannen gebleven onder de autopech op de heenweg, al had hij zich daardoor laat in de hal gemeld. Dan klinkt het startschot. Als jongeling delft Nout in het gedrang het onderspit en moet achteraan aansluiten. Bang de boot te missen passeert hij al snel een paar lopers en schuift op naar plek vijf. Als in de voorlaatste ronde de eindstrijd begint, kan hij nog gas geven. Bijna krijgt hij nummer twee nog te pakken, maar dan is daar de finishlijn en de fotograaf waar hij half over struikelt. Derde. En hij zijgt met pijnlijke benen neer. De kampioen moet eerst interviews geven voordat de drie medaillewinnaars samen naar het podium mogen. Nout haalt zijn veilig opgeborgen kleren op, en dribbelt wat uit. Drie kwartier later krijgt hij de bronzen plak dan toch mooi om zijn nek. Boven de piano thuis hangt de medaille nu te glimmen. En Nout, die gloeit in stilte van trots. / Yvonne de Hilster
RESOURCE #18 De HappyJMA heeft in de nacht van 12 februari de muren van een tankstation aan de Mansholtlaan in Wageningen overgeschilderd. De ‘VredesVervers’ hebben racistische tekens veranderd in grote bloemen. Ze vinden dat negatieve graffiti te lang blijft staan, en ze ‘krijgen er een vervelend gevoel van’. De originele tekens blijven overigens wel zichtbaar. Zo maken de blije actievoerders mensen niet alleen blij met mooie bloemen, maar laten ze ook zien dat ze vechten tegen racisme. / NM
stuur je foto’s naar
[email protected]
<