Geschiedenis aantekeningen 22-01-2013 t/m 27-03-2013 22-01-2013 Nationalisme op de balkan: WOI (Sarajevo) Economisch en sociaal economisch. Sociaal: groepen in de maatschappij Staat/ natie: Natie heeft met emotie te maken. Politieke zaken: staatkunde en natie Welvaart vs. welzijn Nederland en de VS vanaf 1870. Black Thursday: beurskrach op Wall Street. Late 19de eeuw: De Tweede Industriële Revolutie 17de eeuw: Wetenschappelijke Revolutie Wetenschappelijke Revolutie: - Mede geleid tot de Verlichting (18de eeuw) Verlichting: men ging nadenken over filosofische, maatschappelijke, politieke en economische vraagstukken. Verlichting (Adam Smith) en Wetenschappelijke Revolutie: wat is het midden van het heelal? Galileo keek met de sterrenkijker (uitgevonden door Christiaan Huygens). Copernicus had gelijk met zijn wereldbeeld, en de kerk niet. De Wetenschappelijke Revolutie is mogelijk door de (voortgang van de) techniek. De manen van Jupiter draaiden niet om de aarde, dus niet alles draait om de aarde. Conclusie kerk: dat wat de kerk ons heeft verteld, kán onzin zijn. Vandaar de Verlichting, met eerst de Wetenschappelijke Revolutie, waarin natuurwetenschappelijke concepten onderuit worden gehaald door middel van techniek. 18de eeuw: Maatschappelijke concepten worden onderuitgehaald; men denkt kritisch. Dit is echter allemaal theoretisch. In 1789 (Franse Revolutie), als de adel wordt afgeschaft, is er de praktijk van de theorie. ´le droit divin´ is weg. 1784: Eerste grondwet in de Verenigde Staten, daar waren dus ook al verlichte ideeën. Trias politica Eerste Industriële Revolutie: Nieuwe spin-/ weeftoestellen (door waterkracht). Steenkool was de energiedrager van de Industriële Revolutie. De Industriële Revolutie verandert Europa. IR: Engeland, België en Duitsland (Ruhr-gebied): allemaal steenkool. De Industriële Revolutie zorgde niet per se voor welvaart. Economie: van agrarisch naar industrieel (veel arbeiders; een relatieve meerderheid zelfs!) branche = tak Branche economie: meer mensen verdienen hun inkomen in de industrie dan in de agrarische tak. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Tegenwoordig zitten de meeste mensen in de dienstverlening. Sociale gevolgen van deze economische veranderingen: urbanisatie/ urbanisering, waarmee wordt bedoeld de trek naar de stad, met als gevolg verstedelijking (letterlijk betekent het verstedelijking). Sociaal: Wie trekken naar de stad? Lagere inkomensgroepen/ -klassen. Adel => bourgeoisie. 23-01-2013 Periodisering Oudheid Middeleeuwen Nieuwe Tijd (Moderne Tijd) Nieuwste Tijd 500 n. Chr. 1500 n. Chr. 1800 n. Chr. 476 n. Chr. Val van Rome 1453 n. Chr. Val van Constantinopel 1492 n. Chr. Columbus 1517 n. Chr. Reformatie Luther De boekdrukkunst is een katalysator in het overgaan op tijden (in het speciaal van de ME naar de NT/ MT). Renaissance (= wedergeboorte): interesse in kunst en cultuur (geestelijk en cultuur) Dus niet religieus en niet politiek. 1) Geestelijke en kunstzinnige stroming 2) Centraal staat de natuur, in het bijzonder de mens zoals zij is. 3) Herleving interesse in de Oudheid 4) Het humanisme door Erasmus (de filosofische kant van de Renaissance) ad 2) De natuur staat centraal: Realistische kunst; het realisme ontstaat. Wie begint de Renaissance? Petrarca met ´Sonnetten voor Laura´, dus niet Maria, maar voor een aards meisje! Middeleeuwen: Een soort tussenperiode, want het zit tussen de Oudheid en Renaissance in. De Renaissance bepaalt de Nieuwe Tijd. In Italië begint de Nieuwe Tijd al in de 15de (en ook nog in de 16de) eeuw. In de rest van Europa begint de Nieuwe Tijd in de 16de eeuw. 1800: Nieuwe Tijd - Franse Revolutie - Industriële Revolutie Hoe noemt men de periode vóór de Nieuwste Tijd? Het ancien régime. Economisch: Agrarisch (industrieel) Sociaal: Standenmaatschappij Politiek: Adelsheerschappij (aristocratie) + toenemende autocratie Cultureel: Bepaald door economische elite (hofcultuur). NB: Sociaal en politiek: burgerlijk tijdperk 1) Geestelijken 2) Adelsheerschappij 3) Derde stand (Rond 1800 waren er geen afspraken in de maatschappij) Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Hofdienst: Lodewijk de 14de, aka de zonnekoning, doet aan hofdienst. Koopmanselite in de Nederlandse steden worden patriciërs genoemd. Censuskiesrecht: politiek. Cultuur bourgeoisie: de bourgeoisie wil de de plaats van edellieden overnemen, dus nemen ze de cultuur van de edellieden over. Dus de bourgeoisie verkrijgt het geld, de cultuur en de manieren, maar niet de titel. Nieuwe Tijd: de armste landarbeiders, maar ook de rijke boeren zitten in de Derde Stand. Het grou: de armste stedelingen. Grond is het belangrijkst... Tweede Industriële Revolutie James Watt: stoommachine (op steenkool) Vroeger had je per se snelstromende beken nodig (met hoogteverschillen verkrijg je energie/ waterkracht waardoor je iets kunt vervoeren). Later is er beter vervoer, en kunnen fabrieken dus overal gaan zitten. In de stad: - Infrastructuur - Veel arbeiders (Liverpool, Manchester) Urbanisering: platteland (= de onderklasse) trekt naar de stad. Alle maatschappijen zijn gelaagd. Diffuus: onduidelijk/ osmotisch/ doortastend. Lagen/ kaste(s/n)/ klasse Nederland is in te delen op bijvoorbeeld inkomen of opleidingsniveau. Industrialisering is een doorgaande fase. Midden van de 19de eeuw: crisis! Economische crises leiden tot politieke veranderingen. 1848: Revolutie in Europa (en er is meer aan de hand...) 1847: Oogsten zijn mislukt Midden 19de eeuw: Economische en politieke crises. Vanaf 1880 tot WOI: Tweede Industriële Revolutie Proletariërs doen nu ook mee aan de welvaart. Anders ontstaat het socialisme, want: Vanaf 1880 is er sociale wetgeving. Het lot van de arbeider verbetert. Marx voorspelde precies het tegenovergestelde. Economisch liberalisme = klassieke economie. Kapitalisme is vrije markt(economie). 19de eeuw: Geen hygiëne whatsoever. Cholera is de grootste ziekte. Cholera is besmettelijk, dus de (liberale) bourgeoisie hadden er ook baat bij om de hygiëne te verbeteren. Dit verklaart waarom arbeiders een graantje meepikken van de welvaart. Handelseconomisch is tijdens de Tweede Industriële Revolutie de meeste vrije handel. (globalisering). Klassieke economie is de opvatting zoveel mogelijk vrijheid te hebben en zo weinig mogelijk staat: nachtwakersstaat (staat die zich alleen maar bekommert om interne en externe veiligheid) Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
De puurste vorm van kapitalisme is economisch liberalisme. Tweede Industriële Revolutie: Technologisch onderscheid: machines zijn beter en verfijnder. Industrienormen ontstaan: producten met precies dezelfde maten. Standaardisering: Klonen maken Enorme boost in de ontwikkeling van technologie. Auto (uitvinder Otto) verbrandingsmotor Eerste succesvolle vluchten (gebr Wright) Een middenklasse ontstaat. Leven wordt complexer, beter opgeleide mensen zijn nodig. 1820: Moeten kinderen onderwijs? Veel ondernemers zeggen van niet (geld). Vrouwen worden naar de keuken (terug) gedreven. De wereld wordt preutser. Kinderen worden soldaten en er ontstaat een middenklasse. 1880: Ja, kinderen moeten geschoold worden, want het bedrijf(sleven) is complexer. 29-01-2013 Longue durée: de lange duur (het in het perspectief plaatsen van de 19de eeuw): de geschiedenis van de lange lijnen. Hoe heet de maatschappij vóór de Franse Revolutie? Het ancien régime Wat zijn de verschuivingen/ veranderingen? - histoire des évenements: wat is er allemaal gebeurd in de maatschappij - histoire des structures (ME bv.): hoe zit de maatschappij in elkaar 19de eeuw: ''De lange 19de eeuw'' (1789-1914/1918) De lange 19de eeuw is vooral een politieke opvatting (Franse Revolutie-WOI) Het burgerlijk tijdperk eindigt. Tijdperk van de massa begint bij WOI. Velen zeggen dat de grootste rol die van een consument is in de maatschappij. Dit is een beetje cynisch. Gevolg WOI: wat verandert er politiek? Algemeen kiesrecht (ook vrouwenkiesrecht!). Mensen (met uitzondering van kinderen) worden niet meer uitgesloten voor stemrecht, ofwel de massa mag gaan stemmen. Er komt een burgerlijke regering. Staatkundig: de koning(in) regeert. WOI:
Keizer Oostenrijk-Hongarije Keizer Rusland Keizer (sultan) Turkije Keizer Duitsland (Wilhelm)
Al deze keizers/ rijken gaan ten onder in WOI. Een verschuiving van de burgerij aan de macht naar het volk aan de macht. Consumentisme. Rol van de massa na WOI: nationaalsocialisme is populair. Nationaal-socialisme valt onder het grotere begrip fascisme. Welke massa bedoelen de fascisten? Hun volk/ hun ras. Het nationaal-socialisme is een populistische stroming. De massa in de vroeg 20ste eeuw Communisme is ook een stroming van de massa. De 20ste eeuw is de eeuw van de massa. Niet dat de massa krijgt wat die wil. De dictator bepaalt namelijk wat er gebeurt. De massa wordt dus gestuurd door een enkeling. 20ste eeuw: vergaande democratie Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Eeuw van de massa: - democratisering - consumentisme (na WOII) - massabewegingen geleid door dictatoren (voor WOII) Totalitarisme = massabeweging geleid door een dictator Verlichter: Adam Smith, hij schreef 'The wealth of nations' 1) Hierbij hoort het kapitalisme, een vorm van economie. 2) Liberalisme (grondlegger is Adam Smith) ad 1) Vrijemarkteconomie: economisch systeem waarin particulieren bedrijven mogen oprichten met als doel zoveel mogelijk winst te maken. ad 2) economisch-liberalisme is de klassieke economie (nachtwakersstaat) Als iedereen zijn eigen economische belangen nastreeft, dan is dat goed voor iedereen. Een kapitalist is een ondernemer. De welvaart van naties ontstaat uit kapitalisme en concurrentie(!). Kapitalisme: is er al in de Franse Revolutie maar men is nog niet zo vrij om te ondernemen als Adam Smith wilde. Ondernemerschap in de Middeleeuwen: gilde-systeem (beperking van het kapitalisme). Waarom beperkt het gilde-systeem het kapitalisme? Particulieren mochten niet zomaar iets beginnen; je moest aangesloten zijn bij een gilde. Vrijstelling van Joden is het gevolg van de Verlichting. Joden zijn vaak voddenhandelaars, al is er wel een aantal zeer rijke Joden in de advocatuur, in het bankieren en diamantair. Dit zijn echter grote uitzonderingen. In het ancien régime wordt men deels nog belemmerd door het gildeweznen. Waarom zijn sommige beroepen typisch joods? 30-01-2013 Verschil tussen dwangarbeid en slavernij Slavernij 1) Slaven zijn eigendom, onvrij 2) Slaven krijgen niet of veel te weinig betaald Er zijn ook rijke slaven geweest.
Dwangarbeid Als dwangarbeider: vrij/ niet vrij/ deels vrij Dwangarbeiders hoeven dus niet onvrij te zijn, maar dwangarbeiders hadden wel dienstplicht en worden daarom ook wel dienstarbeiders genoemd.
Een slaaf kun je (ver)kopen. Een horige boer is geen slaaf.
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
19de eeuw Onzekerheid: verlangen naar vroeger of het verlangen ver weg te gaan. Escapisme: de realiteit ontvluchten (eventjes) Tijdens romantiek: escapisme Standaard van de muziek is de klassieke muziek (alles uit de 19de eeuw en daarvoor) 20ste eeuw: veel intellectuele stromingen, dus vooral verstand Romantiek: vooral gevoel 05-02-2013 Krijgsgevangenen waren vaak dwangarbeiders. Dienstplicht is een vorm van dwangarbeid. Romantiek: escapistisch element/ functie in onder andere de beeldende kunst, literatuur en muziek. Wat is romantiek? Een culturele stroming, de heersende cultuurstroming in de 19de eeuw waarbij het gevoel centraal staat. Romantiek gaat niet alleen maar over de liefde. NB: De Renaissance begint feitelijk met de liefde (sonnetten voor Laura/ Petrarca) Eén van de grootste inleiders van de romantiek was Goethe. (Goet, hè?) Hij doet dit in de Duitse periode van de ´Sturm und Drang´ (rond 1800). De ´Sturm und Drang´ was een onstuimige periode met jeugdige emoties. Vanbinnen voelde men ´storm´ en ´drang´. Goethe schrijft over Werther, die aan het eind van het boek zelfmoord pleegt. Dit wordt een hype, veel mensen plegen zelfmoord. Escapisme in de romantiek: de griezelroman (= gothic novel) komt op. Je kunt vluchten in fantasy of ver weg. Romantisch: De idee dat een jongeman missionaris wil worden om levens te redden. Duitse SSers die Ruland binnenvielen zagen zichzelf als ridders (ook romantisch). De romantiek is niet materieel. Waarom was het heersend in de 19de eeuw? Vanaf Renaissance: ratio (materialistisch) vs. fides (idealistisch) Meer wetenschap dan geloof... Grote romantische schrijver: Sir Walter Scott Terugverlangen naar een escapistische wereld. 19de eeuw Industriële Revolutie Grote veranderingen Politieke onrust
Ivanhoe/ Bram/ Dracula
} Hoe reageren mensen hierop? } Reactionair }
Romantiek als een reactionaire stroming zien. (behalve de burgerlijke bevolking, als die macht verkrijgt: die wordt dan behoudend, want de bevolking wil de macht behouden). Veranderingen zorgden voor angst bij mensen en grote onzekerheid. Daarom vluchten mensen weg van de realiteit (= escapisme). In de 20ste eeuw is dit nog veel sterker. Waarom zijn we bang bij grote veranderingen? Vanwege de onzekerheid die heerst. 19de/ 20ste eeuw: Tijd van de westerlingen 21ste eeuw: Wij zijn bang dat China alles afpakt Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
De romantiek is een beweging tegen de realiteit van de 19de eeuw. Wat kun je doen als je terug wil naar vroeger? Bewegingen tegen moderniteit en veranderingen - Confessioneel fundamentalisten (bv. moslim) - Populisme Wat is populisme? Populisme richt zich op de mening van de man op straat/ de gemiddelde kiezer. Populisme is op 2 manieren te interpreteren 1) Goed luisteren naar het volk 2) Geen eigen mening hebben ad 2) Alleen maar het volk naar de mond praten om populair te worden. Welvaart neemt toe: hoe verdeel je dan de welvaart? Tweede Industriële Revolutie: Standaardisering Nijverheid: sector van de economie die zich bezighoudt met productie. Industria = nijverheid = industrie = productie van goederen voor de verkoop 1) Huisnijverheid (bijvoorbeeld de smid) 2) Fabrieksnijverheid De Verenigde Staten worden de grootste economische macht, wanneer bewijzen ze dat? 1861-1865: Amerikaanse burgeroorlog (Noord x Zuid, waarbij het noorden geïndustrialiseerd was). De VS gaan een hoofdrol spelen. Nodig voor industrialisering - Arbeiders (heel veel! de VS hebben er heel veel, vanwege de vele immigranten) - Grondstoffen - Afzetmarkt - Mentaliteit 06-02-2013 Industriële groei 1) Arbeiders 2) Grondstoffen 3) Afzetmarkt 4) Mentaliteit ad 1) Mensen die een hoger opleidingsniveau (kunnen) hebben, zijn nodig. Er is (meer) kantoorpersoneel nodig bijvoorbeeld. ad 3) Consumenten: in het beste geval zijn de arbeiders consumenten. In de VS: Heel veel immigranten Midden 19de eeuw: crisis, waardoor er veel immigranten zijn. 1847: Aardappelpest (Ierland) => Massaal gaan Ieren naar de VS. NB: Boston celtics Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Staten in Noord-Oosten van de VS heten samen New England. Massale immigratie garandeert arbeidskrachten en afzetmarkten. Engelstaligen en Duitstaligen, die er net 1/2 generaties zitten, terroriseren de nieuwkomers (Gangs of NY). Politieke vrijheid in de VS, een gouden toekomst! Je vrij maken van het bourgeoise adelstijdperk. Amerika was een manier om weg te vluchten, een land met heel veel mogelijkheden. Er moet genoeg eten zijn. Honger = overbevolking (blijkbaar is er te weinig voedsel) Wasp (White Anglo-Saxon Protestants): dat wat zichzelf als de top van Amerika ziet. Heel veel sektes vluchten weg. De wasps beheersen de politiek, zeker in de 19de eeuw. ´Willen we wel zoveel katholieken in de VS´ bijvoorbeeld. Ook in de politiek niet om-omstreden. Het land is leeg en wil mogelijkheden gebruiken. Ellis-island: waar iedereen aankomt. Liberty Island: Waar het vrijheidsbeeld staat/ zie je als eerste (´Welkom´). Oklahoma: vierkant. Race van immigranten: die gaan Oklahoma binnen na het startschot om kavels op te eisen. Wilde Westen: bijna geen gezag Indianen krijgen een eigen reservaat. Maar dan, in 1890, wordt er olie/ goud of iets dergelijks gevonden in het reservaat van de indianen, dus moeten ze weer weg. Mentaliteit: ´Go west, young man!´ Dit hoort bij de American Dream (in 19de eeuw). De Amerikaanse droom is het helemaal losmaken van standen en klassen; van } dit is krantenjongen tot miljonair: ´Iedereen kan dat´. The self-made man; je hebt een } een bepaalde mentaliteit nodig, maar het maakt niet uit waar je vandaan komt. } leugen! ´the projects´ => leven in ghetto (gaan vaak stelen/ handelen in drugs) ´Iedereen kan het maken, zolang je je maar inzet!´ Als het in NY niet lukt, ga je maar naar het westen. ´The American Dream´ hoort bij de pioniersmentaliteit. Pionier: iemand die iets als eerste doet. Het land maken is hetzelfde als je eigen geluk maken, want Adam Smith: ´Als iedereen zijn eigen economische belangen nastreeft, dan is dat goed voor iedereen.´ The pursuit of happiness (streven naar geluk) = een grondrecht. Bovenstaande (´Het land maken´) is een heel liberale opvatting. Adam Smith (Engelsman) zit hierachter. De Amerikaanse overheid is veel liberaler dan de Nederlandse. Pioniersmentaliteit: denken als pionier. Iets nieuws durven proberen, initiatief, een eigen bedrijf beginnen bv, instelling om aan de slag te gaan. Hét voorbeeld: Thomas Alva Edison Mentaliteit
- terug in de Amerikaanse politiek (vergaand liberalisme) - individueel vlak Maar, het is niet allemaal zoals het hoort te zijn. De liberale overheden in de VS zijn niet consequent. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Liberaal: zo vrij mogelijke markt, dan moet je monopolies hebben. Kartelvorming/ trust = geen concurrentie Kartel: verschillende bedrijven maken afspraken (samenwerking bedrijven), maar officieel niet samen (vaak in het geheim) Trusts: ´legale kartelvorming´: als één bedrijf samengevoegd Maar de overheid doet niks tegen kartels. De concurrentie neemt af en de regeringen van de VS doen niks. De Republikeinen zitten hierachter. Er zijn ook nog de grote banken die de trusts/ kartels/ monopolies financieren. Vriendjespolitiek (van de wasps elite) dus (en die doen dus ook niks aan de afnemende concurrentie). Dit is typisch voor de 19de eeuw. Macht grote kapitaal: een groot probleem. Kartel: afspraak om concurrentie te verminderen Trust: samenwerkingsverband drugskartel: samenwerking (drugsbendes) Wat gebeurt er in de VS na WOI (in 1919)? Alcohol wordt verboden (Prohibition). Het liberale denkbeeld wordt hierdoor verstoord. Liberale regeringen zijn wel liberaal op economisch gebied, maar op het gebied van normen en waarden zijn ze conservatief/ bevoogdend/ patriarchaal. WASP-denkers. Binnen partijen zijn er kleine protestantse rechtse groeperingen. (Grote vinger in de pap). Op cultureel gebied: mensen de wet voorschrijven. Op economisch gebied niet. Zedigheidsoffensief (zedigheid is deugd): een tegenactie WOI: nieuw tijdperk Politiek/ denken: waar hoor ik bij? In VS: een tegenbeweging tegen de moderniteit ontstaat. De Prohibition is het gevolg. In de loop van de 19de eeuw: VS kristaliseert zich in een 2-partijensysteem (Democraten en Republikeinen). Geen van hen is links. Amerika: stuk verder rechts ´Liberal´ is bij ons rechts. ´a liberal´ is in Amerika een linkse softie (voor homohuwelijk/ algemene ziekteverzekering/ geen geweren). Grootste held is Obama. Scheldwaard rechts-Amerika: liberal Vragen over politiek/ geloof: zijn Amerikanen moeilijk(er) in. Liberal is bijna communist. Obama is in de ogen van de Republikeinen een liberal. De gewone man die zijn baan kwijt is stemt automatisch democratisch. Teaparty: zo extreem, dat het zou betekenen dat Obama een (overtuigd) moslim zou zijn. Als er al iemand links is, zijn het wel de Democraten. NB: voor free-enterprise: als niet dan socialisme Amerika heeft een sterke vakbondstraditie, maar niet ideologisch socialistisch. Socialisme gaat tegen de pioniersmentaliteit in. Waar komen de partijen vandaan? De partijen bestaan allang in de 19de eeuw (door Amerikaanse burgeroorlog). Ze wisselen van naam. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Centrale kernpunten: slavernij. Het noorden wil het afschaffen. In het agrarische zuiden werken slaven (katoen). Dit drijft het zuiden en noorden uit elkaar. 1863: Abraham Lincoln schaft de slavernij af tijdens de burgeroorlog. Nederland volgt. Als slaven ook stemrecht krijgen, stemmen ze op de Republikeinen (want Lincoln was een Republikein). Paradigmawisseling: wisseling van uitgangspunten. Zwarte Amerikanen stemmen nu (anno 2013) op de Democraten, waarom? Regeringen die de banken steunen hebben/ willen geen sociale wetgeving. Deze houding van de Republikeinen zorgt ervoor dat democraten de kans hebben om stemmen van de zwarten over te nemen. Kukuxclan: wil dat de (bevrijde) zwarten weer onvrij worden. Het zuiden is economisch genaaid door het noorden na de burgeroorlog, terwijl het zuiden al armer was. De democraten kwamen als eerste op voor de (blanke) arme burger. Dus een dilemma: Stemmen op de partij van de slavenbevrijder, of op de partij die de armen helpt? Dit wordt in één klap makkelijk gemaakt door de beurskrach in 1929. 12-02-2013 De vakbond speelt een rol in de welvaart, want arbeiders moesten ook meegenieten van de welvaart, vond de vakbond. Welke rol speelt de vakbond? 1) Zorgt voor een verdeling van de welvaart 2) Marxistische (heersend in deze tijd)/ socialistische instelling: Arbeiders voorbereiden op een revolutie NB: Splitsing waardoor sociaal-democratie ontstaat Sociale wetgeving: Ter bescherming van (vaak armere) zwakkere bevolkingsgroepen in de maatschappij. (Dit zijn vaak sociaal-economische maatregelen) Waar werken kinderen? Op het platteland/ boerderij. Het marxisme heeft in Amerika een heel kleine rol en in Europe een steeds kleiner wordende rol. Er kan en wordt welvaart verdeeld, dus is er minder animo voor een communistische revolutie. (VUL AAN: boek blz. 117 rechterkolom) Punt 6 in boek: pioniersmentaliteit/ punt 7: vaag punt In welk jaar bewijst Amerika het sterkste land ter wereld te zijn? In 1917. Oorlogen tussen staten in Amerika: economisch sterkste wint Amerika gaat terug naar het isolationisme na WOI (Wilson is teleurgesteld). Amerika helpt Duitsland met het Dawes-plan (1924). Duitsland moet heel veel schuldbetalingen doen. Duitsland zet de geldpers aan => hyperinflatie. Amerika helpt Duitsland en Europa financieel, omdat het ook voor Amerika goed is. NB: Henry Ford is de uitvinder van de lopende band. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Republikeinse regeringen in deze tijd.. 1929: Hoover is president, gekozen in 1928 en in maart 1929 geïnaugureerd 1919: Prohibition, FBI heeft er zijn handen aan vol In Nederland: Anti-Alcoholbeweging (uit protestantisme, net als in VS) In NL: ´Blauwe knoop´ Gevaar alcohol voor socialist: het verzwakt de kracht van de arbeidersklasse (waardoor een revolutie ondenkbaar wordt). Alcohol was in de 19de eeuw een groot probleem in de steden (armeren nog iets heftiger). J. Edgar Hoover (van de FBI) Kukuxclan: een grote vijand van de FBI Jaren '50: Communisme is een groot gevaar President Hoover was een republikein en net in ambt en een halfjaar later kampt hij met een beurscrisis (en meer zelfs dan dat!). Crisis 1) Omslagpunt 2) Historisch vakbegrip, algemener: depressie Depressie: langdurige daling van de welvaart/ conjunctuur (= toestand economie), krimp economie gepaard met hoge werkloosheid Recessie: krimp van de groei recessie => crisis
=> depressie
Oorzaken 1929... 13-02-2013 Aandelen worden verhandeld op de beurs. Aandelenbeurs = psychologie Spes: verwachtingen, dus er kunnen dingen verkeerd zijn ingeschat Als aandeelhouder krijg je jaarlijks dividend, maar daar gaat het aandeelhouders niet om. Het gaat om het speculeren. Ontslagen mensen => beurs omhoog Beurskrach: Er werd massaal met geleend geld gespeculeerd. Onderliggende oorzaak bij speculeren met geleend geld: gebrek aan toezicht door overheid. Hoover was overtuigd van het economisch liberalisme. Inconsequente gedrag van Republikeinen zorgt ervoor dat grootste bedrijven tegen de kleine strijden. John D. Rockefeller: oprichter Standard Oil (SO => esso) Dit bedrijf schakelt de kleine(re) bedrijven uit. Er geldt een speciale wetgeving voor esso. 1900: Octupus (zo wordt Esso gezien, omdat ze alle kleine bedrijfjes opslokt) 1929: Hoover Achterliggende probleem: geen toezicht op staten en banken (zelfde probleem 1929 als in 2008) Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Dit zijn allemaal economische en zelfs financieel-politieke oorzaken voor de crisis. 1) Financieel-politiek 2) Niet genoeg geld om luxegoederen (auto's bv.) te kopen: dus overschotten in de industrie (want prijzen (luxe-)goederen dalen niet) 3) Landbouw: agrarische crisis, boeren in midwesten (graan!) tijdens WOI: in Europa was er een tekort aan graan doordat de graanproductie stillag. Dus Amerika verzorgt de graan in Europa. 4) Financieel: kleine plattelandsbanken kunnen het niet aan dat boeren hun leningen niet kunnen betalen. Grote banken staan achter de kleine banken, dus is er ook een probleem bij de grote banken. ad 3) Grote behoefte aan graan: dus Amerikaanse regering zet boeren aan tot meer productie van graan. Meer grond in gebruik, meer mest/ zaadjes, leningen zodat men tractors kan kopen. Totdat de oorlog is afgelopen, en Europa weer zelf produceert. Amerikaanse boeren zitten met overschotten, dus de prijs wordt lager. Bovendien zitten de boeren met (hoge) openstaande leningen. Grote ellende onder de boeren. Leidt terug naar financiele crisis. NB: Autoindustrie Amerika: Hoe nieuwe auto laten kopen? Elk jaar van dezelfde auto een niet ontwerp/ uiterlijk (technisch niks). Black Thursday: Crisis, aandelen veel minder waard, alles valt in elkaar => psychologisch, want men verkoopt massaal aandelen. Van recessie naar depressie. Wereldeconomie is zo verbonden met Amerika, dat de wereld ook een economisch probleem krijgt, vooral Duitsland (door (vervroegd) terugbetalen van leningen van het Dawes-plan). Directe aanleiding: Black Thursday (29 oktober 1929). 1) Speculeren met geleend geld (gebrek aan toezicht heeft te maken met het willen hoog houden van grote bedrijven) Hoover zegt eerst: laat de economie zichzelf oplossen. Hij had de idee dat deze crisis een griepje was: de zwakke bedrijven gaan failliet (niet genoeg weerstand), en je komt er sterker uit. Het gaat vanzelf over. Men wacht jaren totdat het ´vanzelf´ overgaat... Uitdrukkingen als ´Hoover town´ (krottenwijken geïmproviseerd door mensen die hun huis kwijt zijn) en ´Hoover flag´ (platzak zijn) ontstaan. Men gat Hoover vanalles verwijten, Hoover gaat op een gegeven moment ´helpen´ door tariefmuren te bouwen (= belastingen te verhogen op geïmporteerde producten). Het probleem wordt voor het buitenland des te meer een probleem. Dit is niet goed voor buitenlandse export. Hoovers ´hulp´ versterkt het probleem dus alleen maar? 1932: Verkiezingen: Franklin Delano Roosevelt wordt gekozen en hij doet het anders Theodore Roosevelt: naar hem is de teddybeer vernoemd. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Wisseling van stem Afro-Amerikaan (neger). Sociaal-democraten: steeds meer een sociaal programma. Franklin D. Roosevelt wordt in 1933 geïnaugureerd. Hij heeft een belofte: the New Deal. Jim Crow = slang voor neger ´Jim Crow-wetten´: In Zuidelijke Staten probeert men de stemwetten te omzeilen, zodat zwarten moeilijk of helemaal niet kunnen stemmen. Segregatie (scheiding bevolkingsgroepen): gelijk voor allebei maar uiteindelijk nadelig voor de zwarten. Segregatie = ongeveer apartheid (apartheid is specifiek in Afrika) New Deal: sociaal programma en meer. De New Deal is gebaseerd op de ideeën van econoom Keynes. Tegen conjunctuur in bewegen (anti-cyclisch) is het plan. Regering moet precies tegen de conjunctuur in gaan. Gaat het goed? Bezuinigen! Gaat het slecht? Uitgeven! Uitgaven aan snelwegen, bruggen, spoorwegen, elektriciteitscentrales en andere (infrastructurele) projecten: dit zorgt voor werk en later, als het weer goed gaat met de economie, heb je daar wat aan. (VVD zegt: gaat het slecht? Bezuinigen!) Wat werkt? Houdt de New Deal aan? Dit is niet te zeggen, vanwege WOII (oorlogseconomie). Economische wereldheerschappij. Fase 1: '33/ '34: Nieuwe wetten Fase 2: '37/ '38: ABC wetten: nieuwe fase van overheidsinvesteringen. Geld pompen in de economie. Hoe? Infrastructurele projecten. 1) Dit werkt als katalysator voor als het beter gaat. Dit geeft later (als het beter gaat een economische boost en is goed voor de economie, want bv. minder transportkosten). 2) Werkgelegenheid voor werklozen (+ werklozen krijgen zelfrespect terug, want werkloos zijn was een schande voor toeleveranciers en lokale bedrijven). De hele omgeving krijgt een ecnomische boost. Leningen door de overheid vormen hiervoor de basis. Hoe betalen we dit geld terug? Belastinggeld als de economie weer goed is. Après nous le déluge: na ons de zondvloed => wie dan leeft heeft het probleem, dat probleem is voor later (dit is kortetermijndenken en daar is geen sprake van nu). Welke mensen profiteren van deze leningen? Blanke mannen (typisch voor die tijd). Infrastructurele projecten zorgen dat de crisis niet verergert. Werkgelegenheid: sociaal + economisch => koopkracht gaat omhoog. Koopkracht vergroten => meer geld uitgeven Uitkeringen niet verlagen => meer kunnen consumeren Nederland is afhankelijk van Duitsland. Duitsland van Amerika. Duitsland koopt massaal landbouwproducten (melk, eieren, vlees) van Nederland. New Deal zou mogelijk zijn, maar in Nederland niet met Hendrikus Colijn (AR => anti revolutionair). Colijn was streng confessioneel (gereformeerd). De grootste partij in Nederland in die tijd was an Colijn. Hij denkt liberaal, zijn reactie op al deze gebeurtenissen is bezuinigen, uitkeringen omlaag! Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Werklozen: wat moeten die doen? Niksen/ criminaliteit/ alcoholisme. Ledigheid des duivels' oorkussen: wie niks doet, gaat (wellicht) rare dingen doen. Colijn wil voorkomen dat werklozen geen rare dingen gaan doen. Daarom richt hij werkkampen ingericht voor werklozen op veenkampen/ turf. Dit zijn niet infrastructurele dingen van Keynes. Grote probleem: de economie moet beschermd worden, maar dat kan niet met belastingen. Bedrijven gaan echter in landen zitten waar ze het meest verkopen. Dus is er minder belasting voor Nederland én minder werkgelegenheid. Hoe maak je het aantrekkelijk om in Nederland te blijven/ naar Nederland terug te komen? Goudprijs: internationaal (gaat altijd omhoog in tijden van crisis). Gouden standaard: objectief, omdat men bang is voor hyperinflatie. Nederland als economisch aanhangsel. 1924: Hyperinflatie (Colijn is hier bang voor) Colijn houdt maar vast aan de gulden. Als een land de waarde verlaagt, gaat de export omhoog. Dus niemand koopt nog Nederlandse producten. 1937: Nu pas wordt de gouden standaard losgelaten. Politiek: Nooit met SDAP in coalities, want in 1918 was er een mislukte revolutiepoging door de sociaal-democraten, dus niemand wil regeren met de sociaal-democraten. 19-02-2013 SDAP: hieruit ontstaat de PvdA. De PvdA (naam) is niet origineel (want Labour) Plan van de Arbeid: alternatief voor de kabinetten van Colijn. Colijn: bezuinigen Deze tegenstelling moet je kunnen toepassen op de crisis Crisistijd: liberaal gaat bezuinigen, links gaat investeren (anti-cyclisch) Koopkracht verhogen in tijden van crisis NVV: vakbond (heeft best wel invloed op de PvdA gehad) New Deal: wetten (en executieve macht nodig) ABC-wetten (meestal drieletterig): infrastructuur en meer, o.a.: - AAA - FERA - WPA - SSA - NIRA Primaire arbeidsvoorwaarden: beloningen Secundaire arbeidsvoorwaarden: werkplek, vakantie, ziektekosten Wie beslist over de arbeidsvoorwaarden? Deels het volk (via de Tweede Kamer), maar vooral vakbonden door middel van overleg tussen werkgevers en werknemers. Zo'n overleg heet CAO (= centrale arbeidsovereenkomst) overleg. Vakbonden in de VS waren niet socialistisch
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Plan van de Arbeid 1) Werkloosheid bestrijden 2) Koopkrachtversterking 3) Maatregelen voor boeren (o.a. verlagen productie en beschermen boeren). Dit is te vergelijken met de ABC wet AAA. 4) Door industrialisatie werkgelegenheid scheppen 5) Ordening om een volgende crisis te vermijden: door middel van toezicht, wetten! Dit sluit aan op het in de gaten houden van de financiele branche (= tak). Meer overheidstoezicht in financiele branche onder Roosevelt/ New Deal. Amerika: FED NL: AFM (autoriteit financiele markten) De AFM had een probleem, want men moet verstand hebben van financiele markt, maar de mensen die daar verstand van hebben werken niet bij de overheid. Plan van de Arbeid: in 1935 bedacht door de SDAP. Er wordt echter niks mee gedaan. Waarom niet? Omdat de SDAP in 1918 door een mislukte revolutiepoging al tijden niet meer in een coalitie zit en dus niet meeregeert. De blunder van Pieter Jellers Troelstra, voorman van de SDAP (opvolger van de oprichter): hij roept op tot revolutie in november 1918, als WOI eindigt. Er zijn na WOI trouwens op vele plaatsen revolutiepogingen. Maar er komen geen arbeiders naar Den Haag, waar Troelstra wil dat men heengaat. Als gevolg: de SDAP is niet meer te vertrouwen en wordt zo lang mogelijk buiten de heerschappij gehouden. Dit verandert in de jaren '30, wanneer de SDAP zegt niks te maken te hebben met Stalin (dit helpt bij het terugkrijgen van macht). NB: 1917: Rusland SDAP heeft redelijk radicale ideeën, onder andere 1) Het afschaffen van het koningshuis 2) Nationalisering van bedrijven Dus vanwege 1) De mislukte revolutiepoging van Troelstra en 2) De radicale ideeën van de SDAP regeert de SDAP niet mee. NB: PvdA is een echte middenpartij 20-02-2013 19de eeuw: tijd van de -ismen, bv. nationalisme, socialisme, feminisme (Olympe de Gouges). Het materialisme is volgens de kerk ongeloof. Materialisme: manier van denken (filosofisch). -ismen zijn ideologieën. Isolationisme: politiek VS. Kapitalisme liberalisme (= heersend vanwege het censuskiesrecht) Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
1) Imperialisme 2) Continentaal imperialisme ad 1) kolonialisme ad 2) expansionisme Duitsland is laat hiermee. Waarom? 1789-1918 Emancipatie: gelijkstelling Nationalisme: geen materialistische stroming, het gaat om gevoel. Nationalisme is een complex van denken. Duitsland vs. Nederland: geen verschil. Paring is de enige manier voor de natuur om dna te onderscheiden. Mens + mens = baby, dus één soort. Nationaliteiten zijn etiketten. Rassen zijn etiketten, dit is door mensen bedacht. Joods zijn gaat om - Afkomst } als je moeder Joods is maar je - Geloof } niet naar de synagoge gaat...? Wie bepaalt wie Joods is, de rabbi of Himmler? (´voljüden, halbjüden´: Welk etiket de nazi's erop plakken). Het is maar een gevoel. Volk natie land staatkunde Vergelijk volk <=> natie met land <=> staat Land: stuk grond Staat: stuk grond met grenzen en een bestuur 19de eeuw: de staat moet overeenkomen met één volk. De natiestaat: staat die samenvalt met een natie, een staat die bij een bepaald volk hoort. Wat is volk? Volk is een groep mensen die het gevoel heeft bij elkaar te horen. Volk (gevoel bij elkaar te horen), op basis van: - Taal - Cultuur - Geloof - Afkomst (´bloed´) Gedeelde geschiedenis speelt een grote rol. Anglicaanse kerk: (door imperialisme) verbonden. Bindende factor: kan geloof zijn. Geloof hoeft niet per se een volk te definëren, maar kan wel binden. (Bij Serviërs is dat bijvoorbeeld wel zo). Syriërs zijn vaak orthodoxe syriërs.
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Aansluiting bij definitie volk Nationalisme 1) Algemeen: het gevoel van een volk een volk te zijn, ofwel het saamhorigheidsgevoel van een groep mensen die zichzelf bij elkaar ziet. 2) Het streven van een volk naar een staat, de natiestaat (een eigen staat), of, als die er al is, het behoud van de natiestaat. 3) Chauvinisme: het gevoel beter te zijn (op een overdreven manier) NB: ´wog´ is racistisch volk: natie in de 19de eeuw (afkomst) volk: het lagere volk, algemenere definitie => sociaal: niet-eliten, armere lagen => cultureel: groep die zichzelf bij elkaar vindt horen 19de eeuw: liever natie, vandaar het nationalisme Een natiestaat heeft idealiter geen of weinig minderheden. Wat is het probleem van de Duitsers? a) Er zijn heel veel kleine staatjes ad 2) Het streven van een volk naar een natiestaat => Middelpuntzoekend nationalisme: een nieuwe hoofdstad zoeken voor een nieuwe staat. b) Middelpuntvliedend nationalisme: wijkend van het midden Bij a) hoeven de Duitsers het alleen maar met elkaar eens te worden. Bij b), stel je bent een koerd. Men woont in een cirkel, de koerden moeten alle andere regeringen ook overtuigen een stuk land op te Middelpuntzoekend geven.
Middelpuntvliedend
ad 2) Het streven van een volk naar een natiestaat => Hoe groot moet een land worden? ad 3) Chauvinisme: het gevoel beter te zijn (op een overdreven manier) Nationalisme en racisme zijn broer en zus: hiërarchisering van paspoorten => rangordening van paspoorten (racistisch, negers onderaan) Chauvinisme is de hiërarchisering van paspoorten. Male chauvinism: mannelijk seksisme } Seksisme = hiërarchisering van Radicaal feminisme: vrouwelijk seksisme } geslachten Racisme: rangschikking van afkomst. Een ras is een etnische groep = een groep binnen een soort met gedeelde uiterlijke kenmerken. Racisme (= een denkwijze/ gevoel) vs. discriminatie (= een handeling) Racisme is onderscheid maken op basis van afkomst. Discriminatie is onderscheid maken. 19de eeuw: nationalisme is supersterk Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
05-03-2013 Hoe was de toestand in Duitsland ten tijde van de Franse Revolutie? In Duitsland in 1789 waren er volgens iemand 1789 staatseenheden en ongeveer 350 soevereine eenheden. Dus ad 2) ´Het streven van een volk naar een staat, de natiestaat (een eigen staat), of, als die er al is, het behoud van de natiestaat.´: De natiestaat, in dit geval middelpuntzoekend nationalisme. NB: Basken (Noord-Spanje en Zuid-Frankrijk): middelpuntvliedend nationalisme NB: Voor de eenwording heette Duitsland het Heilige Roomse (= van Rome) Rijk van de Duitse natie. Het Heilige Roomse Rijk heeft niks (meer) te maken met het Romeinse Rijk; het is alleen om een traditie uit te dragen. De keizers waren Habsburgers. 27 v. Chr. - 476 na Chr: Romeinse Rijk (Keizerschap is er al sinds Augustus) Pas in 800 komt er weer een keizer: Karel de Grote tot aan 1804. Op een gegeven moment hoort Duitsland hierbij. NB: Veel mensen geloven de bijbel in de Middeleeuwen heel letterlijk. ´Er zullen 5 rijken zijn voordat de wereld vergaat.´ Wie is de belangrijkste persoon in het tweede deel van de Franse Revolutie? Napoleon. Iemand heeft Napoleon de vroedvrouw (= verloskundige) van Duitsland genoemd, want: 1) Napoleon reduceert het aantal Duitse staten om de factor 10 (nadat hij Duitsland veroverd heeft) Hierna zijn er nog ongeveer 30 soevereine eenheden. 2) Napoleon bezette het Heilige Roomse Rijk (en beëindigde die in 1804) => dit leidt tot gemeenschappelijke haat op de Fransen (Waarom konden de Fransen Duitsland zo makkelijk veroveren? Door de onderlinge verdeeldheid in Duitsland.) 3) De Fransen introduceren het 19de eeuwse nationalisme Dit nationalisme is nieuw in de 19de eeuw. Maart 1793: levée en masse in Frankrijk: de algemene diensplicht wordt ingevoerd. Uit heel Frankrijk komen jongemannen. Napoleon maakt overal een eind aan het ancien régime. Gelijkheid is hierbij heel belangrijk. Napoleon zorgt hier ook voor, o.a. de emancipatie van de Joden. Niet helemaal natuurlijk, want hij herinvoert slavernij, hijzelf staat boven alles en vrouwen worden niet gelijkgesteld. In die tijd marcheren burgers naar België, ze zingen de Marseillaise (´Allons enfants de la Patrie´). Het vaderland moet verdedigd worden! Dit is de geboorte van het moderne nationalisme. Gebroeders Grimm: via de Duitse taal eenheid proberen te creëren. De gebroeders Grimm hebben het eerste Duitse woordenboek; zij codificeren (= vastleggen) de Duitse taal + sprookjes. Cultureel nationalisme: het bewustzijn bij het volk scheppen een volk te zijn. Politiek nationalisme: wij willen voor het vaderland vechten Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
06-03-2013 blz. 138/139 Leren over cultureel nationalisme: vooral de praktische invulling van de algemene definitie van nationalisme: gevoel. Politiek: natiestaat. De gebroeders Grimm doen dit bijvoorbeeld. Verscheidenheid: geen eenheid. the invention of tradition: een traditie wordt vaak bedacht, bijvoorbeeld om iets te behouden. VB: Iets veranderen zorgt voor weerstand. De nationale identiteit wordt gecreëerd. Hoe prent je het nationalisme in? Door taal, en gedeelde religie/ cultuur/ etc. Dus zich makkelijker laten regeren. Hoe doe je dat (= iemand een Neerlander laten voelen) met geschiedenis? Onderwijs. Je kunt je identificeren met een volk, maar dit is niet hetzelfde als trots (zijn op dat volk). Je zou je ook/ zelfs kunnen schamen. 19de eeuw: Voel je trots! Hoe help je mensen zich trots voelen? Door verhalen over helden. 1813-1815: Congres van Wenen Poging tot Restauratie (= ongeveer terug naar het ancien régime) Koningen willen (natuurlijk) graag terug naar het ancien régime. Wat voor staten zijn er? In Nederland: terug naar vóór 1789 zou betekenen terug naar de Republiek, waar iedereen een hekel aan had. Dus een koninkrijk ontstaat (NB: dit was ook wel t.t.v. Lodewijk Napoleon). Deze staat is een koninkrijk, dus het is niet geheel terug gaan naar het ancien régime. Het beslaat hierbij de Benelux, dus ook hier blijkt dat het niet klopt helemaal terug te gaan naar het ancien régime (België had bij Oostenrijk gemoeten). Waarom de gehele Benelux? ´Ter bescherming´ tegen Frankrijk, om weerstand te bieden tegen Frankrijk. Frankrijk wordt nog niet vertrouwd, dus moeten er geen ministaatjes rond Frankrijk zitten, die Frankrijk makkelijk kan opslokken. Nederland is een koninkrijk, maar dit is geen terugkeer. Geen letterlijke terugkeer dus. Staatjes die ontstaan zijn vaak politiestaten. Politiestaat: poltie en veiligheidsdiensten hebben vergaande bevoegdheden; het is een vorm van dictatuur. Onder koning Willem I worden kritische journalisten weggestuurd. 1830: Belgische opstand 1839: België (officieel) uit koninkrijk der Nederlanden Helden zijn nodig: Men neemt eerst Michiel de Ruyter. Admiraal de Ruyter is een zeeheld. Gouden Eeuw: 17de eeuw (in het bijzonder het derde kwartaal): De Ruyter verslaat Engeland door de Theems binnen te varen. Probleem? De Ruyter was een man uit het noorden (protestants), Belgen (katholiek) hadden er niks mee. Daarna wordt Rubens de nieuwe held, maar vanaf 1830 voldoet ook Rubens niet (hij was een Belg) meer en wordt Rembrandt de held. Eric Hobsbawn: invention of tradition (verhaal: staatsmythen en nationale mythen). Mythe: een verhaal dat mooier gemaakt is. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Gaelic: Iers (Keltisch/ Gallisch) Bard = singer-songwriter (minstreel/ troubadour/ zanger voor de mensen) Schotse held: James MacPherson Nep-verhalen om mee te identificeren. Nationalisme-opwekkende geschriften zich Schots te voelen. dialect = streektaal verschil streektaal en taal? Als het officieel is, is het een taal. Dus welke streektaal een taal wordt is besloten. De definitie van een taal: ´Eigen idioom en eigen grammatica´ is een taal, is omstreden, want het Fries heeft dit, maar is gewoon niet erkend. Fries nationalisme: Oera-Linda = een familie kroniek uit de 19de eeuw. Het gaat over de Linden. Dit boek wordt opgegraven en ontdekt. De hele Griek-Romeinse cultuur zou gebaseerd zijn op de Friese cultuur volgens dit boek. De leraar die dit schreef, heeft dit zelf bedacht, dus gefalsificeerd. Nadat duidelijk was geworden dat het vals was, herontdekt de SS de Oera-Linda. Volgens de nazi's was het boek waar, en werd door Duitse literatuurkenners in die tijd bestempeld als echt. Napoleon reduceert het aantal Duitse staten. Congres van Wenen: we kunnen niet terug naar de 350 staten in Duitsland. Dus behoud van de staten die er zijn, want 1) Grootste Duitse vorsten blijven over en grote krijgen veel meer, Dus kleine vorsten zijn een onderdeel van grotere gebieden. 2) Grotere Duitse staten staan sterker tegen Frankrijk. Pruisen is de opkomende player in Duitse gebieden en speelt een grote rol in Slag bij Waterloo. Concurrent Pruisen = Oostenrijk. Die concurrent vervalt. Eén Duitsland, daar zorgde het Congres niet voor, want dan zou Duitsland te machtig worden. Engeland wil een balance of power op het (vaste)land. Engeland is bang voor (opkomend) Rusland (onder tsarin Catharina). Nymfomaan .. Rusland is een opkomende macht. Concert der machten => de Heilige Alliantie - Pruisen } Frankrijk is - Rusland } het subject maar De Heilige Alliantie: met van een afstandje het VK - Oostenrijk } zal snel participeren Het Congres van Wenen was een (grote) teleurstelling voor Duitse politieke nationalisten. In 1815 lukt het niet om één Duitsland te maken, maar wel een 30tal staatjes. Tot 1989: 2 Duitslanden, erna 1 Duitsland. 1991: Duitsland weer samen Maar één Duitsland wordt te machtig, dus de EU moet meer samenwerken. Duitse burschenschaften: Duitse studentenvereniging (de Mensuur) gaat de kleuren van de Duitse vlag dragen. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
12-03-2013 Ossian mythe (van James MacPherson): beter te vergelijken met de Oera-Linda dan met Michiel de Ruyter. Doelstelling van het Congres van Wenen: Restauratie In de kern: macht van de vorsten/ koningsmacht (en adel) herstellen. Heilige Alliantie + Engeland Voor Engeland is het het gunstigs als er een balance of power is op het land. Verklaar aan de hand van de stichting van het Nederlandse koninkrijk dat de Restauratie geen letterlijke terugkeer was? 1) Nederland was een Republiek (+ verklaar!) 2) België hoorde zou (weer) bij Oostenrijk moeten horen, dit gebeurt niet Nederland wordt een koninkrijk. want 1) Men heeft een hekel aan de Republiek (men denkt aan Franse Republiek/ guillotine etc) 2) Nederland wordt twee keer zo groot, want er moeten sterke staten tegen Frankrijk zijn ad 1) Een Republiek past ook niet in het vorstelijke, aristocratische Europa Gemeenschappelijke haat op Frankrijk door Duitsers. Heel veel Duitsers willen eenheid. Waarom niet terug naar de 350 staten? 1) Frankrijk kan de losse (minder sterke) staatjes makkelijk(er) opslokken (= niet goed!) 2) Vorsten in het Congres van Wenen zijn wel tevreden (want die hebben zo meer macht) Landen van de Heilige Alliantie en Engeland denken: 1), maar ook: één Duitsland zou te sterk worden. Duitse burschenschaften gaan de kleuren van de vlag dragen (eenheid!) en zijn agressief nationalistisch. 1804: Napoleon beëindigt het Heilige Roomse Rijk De Duitse bond wordt door het Congres gesticht. 1815: Bondgenootschap van overgebleven staatjes. Dit past helemaal in het Congres. Eén van de belangrijkste taken van de bond was: Het houden van status quo, dus verhindert dit eenheid van Duitsland. De Duitse bond verbiedt in 1819 de burschenschaften, de karlsbader besluiten zijn dit. In 1815 wordt de eerste burschenschaft opgericht en in 1817 is het Hambacher Schlossfest. Conservatieve verenigingen: studentenverenigingen. Dragen van kleuren (sjerp). Er zijn ook echte burschenschaften, vaak edellieden. Dit zijn de Schlagende Verbindungen: de schermende verenigingen. De Mensur: doen van proeven van moed. In de Mensur zit ook een militair (vechten!) aspect: schermen. (De Schmiss: litteken van snede in wang met paardenhaar erin om ontsteking te veroorzaken: levenslang litteken). Burschenschaften gaan ondergronds, want de Duitse staten zijn politiestaten. NB: SA: proletariaat, SS: adel Kinderen van adel waren (meestal) voor de Duitse eenheid. Turnen is uitgevonden in Duitsland na het Congres van Wenen, door Turnvater Jahn (men moet sterk worden!). Dit wordt als een bedreiging gezien. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
13-03-2013 Economisch gezien gaan staten samenwerken... status quo: de toestand zoals hij is Metternich, rijkskanselier van Oostenrijk, een belangrijke man in het Congres van Wenen. Duitse bond was geen instrument voor de vereniging van Duitsland. Verenigen: 1) Hoe moet het eruit zien? Waar moeten de grenzen liggen? Ofwel, hoe groot of klein? 2) Wie wordt het staatshoofd? Welke Duitse staat gaat de hoofdrol spelen (met/ zonder Oostenrijk?) 3) Met of zonder een parlement Heilige moedergrond: Albanen en Serviërs denken dat bomen Albaans of Servisch zijn. Kolsovo polpe (Servië): het Merelveld, waar een beslissende veldslag plaatsvindt in de Middeleeuwen. ´Het bloed van Servische martelaren is mest voor de bloemen, dus dat stuk grond moet altijd Servisch zijn.´ ad 1) Waar de heilige moedergrond ophoudt, daar stoppen de grenzen: volk en staat moeten geografisch overlappen. Polen is er in de 19de eeuw nog niet. zionisme: Joods nationalisme om in Palestina een Joodse staat te stichten. Joden hebben een bijzonder nationalisme. Wanneer wordt het moeilijk? Als er bijvoorbeeld 30% Duitsers zijn en 70% Tsjechen. Grens? Liever groter dan kleiner, maar dan komen er minderheden! Je zou mensen kunnen verjagen (= etnische zuivering = zuivering van afkomst). Er is nooit een etnische zuivering vredelievend verlopen. Grote en kleine nationalistische oplossing Groot: Elke persoon met een Duitse herder is Duits. Klein: Zo nationalistisch mogelijk Hoe lastig is groot? Lastig, want aan de Wolga wonen al eeuwen Duitstaligen, dus een dependance kan niet. Moet Oostenrijk nou wel of niet bij Duitsland horen? - Veel volkeren/ staat erbij Duitsland, met of zonder Oostenrijk: Wie zat er helemaal niet te wachten op Oostenrijk? Pruisen. Oostenrijk en Pruisen willen allebei niet met elkaar, en zonder Pruisen zou het sowieso niet lukken, dus Oostenrijk doet niet mee. Waarom hoort de bourgeoisie macht te hebben? De bourgeoisie draagt de economie. Opkomst van de bourgeoisie. Censuskiesrecht, dus er is een parlement nodig: autocratie of democratie? Congres van Wenen: relativering. In de politiek blijkt dat de Restauratie geen volledige terugkeer was, want het waren allemaal constitutionele monarchieën, dus een grondwet. De macht van de koning wordt beperkt door de grondwet. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Wanneer zijn revoluties destructief? Als twee bevolkingsgroepen (bourgeoisie en volk) samenwerken (=> dan rollen de koninklijke hoofden). Revolutiejaren: bourgeoisie krijgt gelijk, maar alleen met behulp van het (arme) volk, zeker als er honger is. De bourgeoisie zijn geen hooligans, want dan gaan de spullen kapot (de bourgeoisie hebben wat te verliezen). Rousseau: du contrat social: een contract tussen vorst en onderdaan Montesquieu: scheiding der machten (trias politica) 1830 Eerste Revolutiejaar 1848 Tweede Revolutiejaar
} hieruit leidt je } de 'grondwet' af
} dit is } typisch
Niet op één plek, maar als een olievlek verspreidt de revolutie zich. 1830: Binnen grondwetten worden de parlementen ietsjes uitgebreid. België (met succes!) en Polen (zonder succes) staken erboven uit. De Belgen nodigen, omdat ze succes behaald hebben, Polen uit. De tsaar van Rusland is hier nog altijd boos over. Waarom accepteert het Congres België überhaupt? Bescherming tegen Frankrijk! 1830 Tiendaagse veldtocht (alleen voor de eer) door Nederland 1831 Verdrag van Londen 1839 Nederland erkent dat België niet meer tot Nederland behoort Waarom pikken de Britten dit allemaal? Frankrijk is geen bedreiging meer, dus België mag onafhankelijk zijn (Frankrijk zal België niet proberen op te slokken). Hoe wordt Engeland overgehaald? 1) België zal eeuwigdurend neutraal zijn en Engeland staat hier garant voor (zie ook WOI, het von Schlieffenplan) 2) Er komt een vorst, die familie is van het Britse koningshuis 19-03-2013 1848 Revolutiejaar, begint in Parijs. Revolutionairen lopen met de oude Franse vlag met een Franse lelie. fasces = roedenbundel 1848: Frankrijk is weer een republiek (na de Februari-revolutie) De Februari-revolutie is een geslaagde revolutie, omdat het volk en de bourgeoisie gaan samenwerken (de sans culotten = zonder kniekousen is het voetvolk van Frankrijk). De samenwerking is tijdelijk, want de belangen zijn verschillend. De bourgeoisie wil het censuskiesrecht (in alle revoluties overigens): de bourgeoisie wil meepraten, inspraak hebben, parlementariërs kiezen (actief kiesrecht) en parlementariërs verkiesbaar stellen (passief kiesrecht). De bourgeoisie heeft er echter geen belang bij dat het volk ook mag stemmen. In de loop van het eerste halfjaar van 1848 is er een oproep van het volk: 1) Algemeen kiesrecht 2) Sociale wetten (werk, hogere lonen) 1847 (vooral in Ierland, aardappelpest): grote hongersnood! Dus het volk is (nog meer) bereid om in opstand te komen! Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
1848: Er is een economische crisis, tussen de twee industriële revoluties. 1848: Karl Marx + Friedrich Engels: Communistisch Manifest De bourgeoisie trekt aan het kortste eind. proto = voorloper/ vroeger proto-socialist = een vroege socialist Na de Februari-revolutie is er een tweede Republiek in Frankrijk, waarbij sociale werkplaatsen worden ingevoerd tegen de massawerkloosheid. Dit werd echter na een paar dagen beëindigd, omdat het te duur was. Er is een burgerregering met enkele socialisten. Juni-oproer: Een volksopstand door de Nationale Garde, een burgerleger (= militie) De bourgeoisie en de kleine middenstand zitten hierachter. De Nationale Garde moest in Parijs een revolutie leiden. De Nationale Garde slaat de Juni-oproer neer. Die ronselt hiervoor boerenjongens. ´Het volk is bedrogen´ Een minderheid heeft het volk verraden. Het volk is echter in de meerderheid... In september zijn er verkiezingen. Socialisten winnen dan niet, want het overgrote deel van de (stemmende) boeren is conservatief. De socialisten hebben dit onderschat (en dachten de verkiezingen te kunnen winnen), doordat ze alleen maar het radicale plebs uit Parijs zagen. Lodewijk Napoleon, broer van Napoleon Bonaparte: eerste koning van Nederland (konijn). Napoleon III, neef van Napoleon Bonaparte, was de president van de Franse Republiek. Napoleon III ijvert zijn oom na. De Republiek bestaat maar 2 jaar, en dan is er een keizerrijk, met Napoleon als keizer (vanaf dan heet hij pas Napoleon III). Hij werpt zich op als een beschermer van het katholicisme. Hij helpt Turkije in de Krimoorlog (tegen Rusland) in 1851-1855. Rijk van Turkije tot diep in Europa: ´een zieke man aan de Bosporus´, een rijk in verval. Sommige Russen willen dat Jeruzalem russisch wordt. De Engelse pers overdrijft dit (er worden zelfs documenten vervalst) en zegt dat Rusland van plan is richting India te gaan. De Britten willen hun Rijk beschermen, vooral tegen Rusland. Rusland wint de oorlog niet. NB: Lodewijk Napoleon denkt: Jeruzalem mag nooit bij orthodoxe mensen horen. De Krimoorlog, veel belangrijke dingen! 1) Frankrijk en Engeland werken samen!? 2) Georganiseerd in ziekteverzorging 3) Fotografie als nieuw medium 4) Telegrafie als nieuw medium ad 1) 100-jarige oorlog: Frankrijk en Engeland waren altijd gezworen vijanden, nu werken ze voor het eerst samen. ad 2) Florence Nightingale: dame met lamp (verzorgt soldaten), later Rode Kruis opgericht ad 3) Krimoorlog: begin oorlogsfotografie, vaak geposeerd i.v.m lange sluitertijd ad 4) Londen: democratie: men moet rekenen op publieke opinie, dus invloed op politiek NB: Napoleon is nog steeds keizer in 1871/ 1872 ten tijde van de Duitse eenwording. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
20-03-2013 Napoleon III: beschermer van het katholicisme, waarom? Jeruzalem! ´Liever dat Jeruzalem van de moslims dan van russisch-orthodoxen!´ Legitimering van de macht: Napoleon III wil zijn macht houden, maar moet zijn macht legitimeren, want hij wil niet als een usurpator worden gezien. Beschermer van het katholicisme, want 1) Krimoorlog 2) Steun aan de pauselijke staat Zoeaven: bepaald soort soldaten, die in dit geval vechten voor de paus (vooral vrijwilligers) Usurpator: iemand die de macht (illegaal) heeft gegrepen, een alleenheerser die op illegale wijze aan de macht is gekomen. Het faciliteren (= verschaffen/ mogelijk maken) van zoeaven om een goede katholiek te lijken. Napoleon III bespeelt naast de Rooms-katholieke kerk een ander sentiment: het nationalisme. NB: Algemeen kiesrecht is er al in deze tijd. Napoleon III is op dit moment zelfs een proto-fascist! Hij koppelt het nationalisme aan het militarisme en hij betrekt hierbij het volk. Militarisme 1) Verheerlijking van alles van krijgsmacht 2) Oorlog is een legaal middel om buitenlandse politiek mee te voeren Nationalisme: Van Speijk is de (zee)held in de 19de eeuw in Nederland => opoffering voor het vaderland. Wat doet Napoleon III? Hij zorgt dat het Franse leger hoort bij het volk. 19de eeuw: Parijs wordt getransformeerd (door architect Haussmann). Prachtige straten om parades te houden, natuurlijk gebaseerd op de Romeinse veldtochten. Aan het eind van de Champs-Elysées: de l'Arc de Triomphe: hieronder ligt het graf van de onbekende soldaat. Verering van het heldendom en natuurlijk het martelaarschap. (Oostenrijk x Frankrijk in de Krimoorlog) Dit gaat om gevoel! Nationalisme en militarisme. De eerste parade is nogal apart. Na de Krimoorlog zijn de formaties niet gesloten, om de gaten (= doden) te laten zien. Tweede parade: soldaten hebben hun kleding van het slagveld aan in plaats van een mooi uniform. Bij beide parades: dit is heel romantisch. Sommige zien dit als een aanloop naar het fascisme. Monsieur Eiffel (belangrijk!): uit de Tweede Industriële Revolutie 1848: Ook in Duitsland is er oproer (in de losse staatjes dan). Er zijn opstanden, geïnspireerd door de Februari-revolutie: De Maartrevolutie in Berlijn. Het parlement van Pruisen heet de Landdag.
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Het Pruisische leger in Berlijn maakt een fout en opent het vuur op de oproerkraaiers. Dit is een probleem. Mensen worden boos, en komen in opstand. Frederik Willem de 4de, koning van Pruisen, ongeïnteresseerd in de Duitse eenheid, moet de situatie sussen. In het vroegere koninklijk paleis worden de doodgeschotenen uitgestald voor de koning. De koning betuigt respect. Een jonge ambtenaar en politicus, Otto van Bismarck, maakt dit mee, en zegt: Nooit meer mag dit gebeuren! Het gepeupelte (het schorriemorrie) had de macht, en dat mocht nooit meer volgens Bismarck. Hij zal altijd de democratie onderdrukken. De koning van Pruisen trok dezelfde conclusie. Er moeten meer bevoegdheden aan de Landdag worden gegeven. Bismarck zal deze bevoegdheden later weer afpakken. NB: Uitgestalde doden: Märzgefallenen van Berlijn 1848 Later: 1933 (dictatuur Hitler: een enorme toename Nazi partij na gebeurtenis, dit zijn opportunisten) Nationaal niveau: 1) Meer bevoegdheden parlementariërs2) Duitse vlaggen De roep om nationale eenheid is zo sterk, dat een Duits (in Frankfurt) parlement komt, zonder dat er een Duitsland is! NB: Frankfurt: Duitse beurs, financiele hoofdstad (daar zit de ECB) Duits parlement: professoren op dit parlement, want je moet een opleiding hebben. Heren. professoren: Bismarck zit hier ook. Ze noemen zichzelf de Nationale Vergadering. Er moet een Duitse grondwet komen, daarbij rijzen 3 vragen: 1) Hoe moet het eruit zien? Waar moeten de grenzen liggen? Ofwel, hoe groot of klein? 2) Wie wordt het staatshoofd? Welke Duitse staat gaat de hoofdrol spelen (met/ zonder Oostenrijk?) 3) Met of zonder een parlement Oostenrijk geeft al snel niet thuis. Oostenrijk wil niet meedoen, door eigen problemen... Dubbelmonarchie: Oostenrijk-Hongarije Als Hongarije in opstand komt. De keizer van Oostenrijk wordt de koning van Hongarije. Het Hongaarse parlement bepaalt wat er gebeurt in Hongarije, samen met de keizer. Personele unie: 1 persoon met 2 titels. (dit heeft de keizer van Oostenrijk) Minderheden in Hongarije: Oostenrijk helpt deze minderheden. Er wordt een spel gespeeld. Oostenrijk wil (meer) beheersen, vooral op de Balkan (van de Turken). Oostenrijk heeft dus heel andere zorgen. Censusdemocratie 1848: Keizerskroon wordt aan Frederik Willem IV aangeboden. Duitsland (als één land) doet dit, maar Frederik zegt nee. Hij ´weigert een kroon uit het slijk op te rapen´ en wil een kroon van God, niet een door het ´gewone volk´. Er komen meer bevoegdheden voor de Landdag. Dat Frederik Willem IV ertegen is, blijkt uit ´Gegen Democraten helfen nur Soldaten´. Frederik Willem wil wel keizer worden, maar alleen 1) Door geboren te worden als koning of 2) Door verovering Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Professorenparlement mislukt: mislukte revolutie van 1848. Dit idee is het best verwoord door Bismarck. Hij wordt kanselier in 1862. Niet door regeren, maar ´durch Blut und Eisen´ zullen de problemen worden opgelost. Duitse eenheid 1) Niet democratiesch onder de Pruisische leiding 2) Oorlog (van boven) Oostenrijk mag geen rol in het Duitse Rijk. Broederoorlog: Oostenrijk wordt vernietigend verslagen door het moderne Pruisische leger. Pruisen wordt geassocieerd met ´deugden´, de mentaliteit: Soberheid, discipline, gehoorzaamheid, grondelijkheid (degelijkheid). Niet iedereen vindt dit deugden (in het bijzonder gehoorzaamheid). Waarom is Bismarck geen lid van de Burschenschaften? Hij vond het te Duits, hij was Pruisisch nationalistisch. Bismarck lokt de oorlog uit. Duitsland mag niet als agressor lijken, in verband met de balance of power van Engeland. 1866: Oostenrijk Dit is 1 van de redenen dat de Heilige Alliantie en Engeland zich er niet mee mogen bemoeien. 26-03-2013 Pruisen is een grote speler. De balance of power mocht niet verstoord worden. Doelstelling van Pruisen tijdens deze brüderkrieg: 1) Pruisische macht uitbreiden naar het noorden 2) Duidelijk maken aan Oostenrijk wie er nummer 1 is (Pruisen natuurlijk) 1848: Koning Willem II is van de ene op de andere nacht van conservatief naar democratisch gegaan. 1848: Liberaal Thorbecke wordt door de koning geïnstrueerd om de grondwet te wijzigen. Kern van de wijziging: - ministeriële verantwoordelijkheid } dit hangt - koning(in) wordt onschendbaar } samen In de jaren 1860: conflict tussen het parlement en de regering. De koning denkt: we komen er niet meer uit en ontbindt het parlement => er komen nieuwe verkiezingen. De samenstelling is bijna volledig hetzelfde. Er zijn opnieuw verkiezingen, maar omdat de samenstelling nauwelijks is veranderd, ontstaat al snel nog een conflict, dat leidt tot nog een ontbinding van het parlement. Bij de derde keer zegt de koning: de ministers (van de regering) moeten opstappen. In Pruisen staat de regering hoger dan het parlement. Pruisen is een constitutionele monarchie, alleen dan niet democratisch, maar autocratisch. 1848: Pruisen heeft een grondwet. Wie regeert Pruisen? Willem II/ de keizer NB: Frederik Willem wordt vervangen in 1861 omdat hij gek wordt. Zijn broer Willem I volgt hem op. Willem II is diens opvolger.
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Waarom wil Bismarck de oorlog provoceren? 1) Pruisische macht uitbreiden naar het noorden 2) Duidelijk maken aan Oostenrijk wie er nummer 1 is (Pruisen natuurlijk) Bismarck krijgt het 3 keer voor elkaar dat andere landen de oorlog verklaren aan Duitsland. NB: Voor Oostenrijk is de uitbreiding naar het noorden door Duitsland een casus belli Sleeswijk-Holstein (Denemarken): opgeslokt door Pruisen, waardoor er minderheden ontstaan. Deze minderheden hebben het grondwettelijke recht op een aantal zegels. Reaalpolitiek: Bijna alle middelen zijn geoorloofd (Machiavelli: het doel heiligt de middelen) Het is een politiek die uitgaat van de reële (= nuchtere) feiten, gebaseerd dus op de ratio/ de realiteit => de de facto situaties. Niet dogmatisch (= onveranderlijke overtuiging), maar pragmatisch (handelend naar de situatie) ingesteld. NB: De pragmaticus kijkt naar de situatie, bijvoorbeeld straffen. Helpt dat? Soms is iets anders handiger. 27-03-2013 Reaalpoliticus Bismarck. Willem I, broer van Frederik Willem, 1861. 1862: Bismarck wordt kanselier. Willem had vertrouwen in Bismarck. Bismarck bepaalde alles. Hij werd ook wel ijzeren kanselier genoemd, waarom? Blut und Eisen: hij is keihard. Onverdeeldheid is voor zowel Pruisisch- als Duits-nationalisten irritant. De ruzie tussen parlement en regering ging over dienstplicht (= afgekeken van Frankrijk). Landdag: wetgevend Regering: uitvoerend Rechter: rechtsprekend Bruderkrieg: prachtige set geopend naar de Duitse eenheid. Volgens Bismarck kan de eenheid alleen verkregen worden door oorlog te voeren. De macht van Pruisen wordt uigebreid over het Noorden. Van de Zuid-Duitse staatjes kiezen sommige voor Pruisen, andere (zoals Beieren) hebben daar moeite mee, omdat ze katholiek zijn. Beieren wordt door het Pruisische succes gedwongen een bondgenootschap te sluiten. Dus door een overwinning in het noorden, zijn bondgenootschappen in het zuiden mogelijk. Saupreis = een scheldwoord noorden voor het zuiden. Bondgenootschappen spelen een grote rol bij de vereniging 1) Niet-aanvalsverdrag (non-agressie) 2) ''Navo-principe'': Het defensief bondgenootschap 3) Offensief (en daarmee ook defensief) ad 2) Als een land wordt aangevallen, helpt de ander dat land. Wat is een satellietstaat? Satelliet = kunstmaan/ een hemellichaam dat om een ander hemellichaam draait => Dus de ene staat moet doen wat een andere staat zegt. Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
NB: Nederland had liever een verre vriend dan een lastige buur. Bismarck overweegt serieus door een oorlog met Frankrijk de Duitse eenheid te versterken. Stelling: de Frans-Pruisische oorlog moest alweer door Bismarck worden uitgelokt. 1) Balance of power 2) Pruisen heeft een defensief (ad 2) bondgenootschap met Zuid-Duitse staten. ad 2) Dus Frankrijk moet aan Pruisen de oorlog verklaren, omdat alleen zo ook die Duitse staatjes mee gaan doen. Andersom zijn de staatjes niet verplicht mee te doen. ''Napoleon I als vroedvrouw voor Duitsland'' => door de bezetting van Duitsland, krijgen de Duitsers een gevoel van saamhorigheid (gezamenlijke haat). De ijzeren kanselier had een zwakke gezondheid.. Hij ging graag op kuur in Bad Ems. De koning ging daar ook graag heen. Hier zat de Europese elite (adel). In het kuuroord (the spa) ontspant men zich. NB: Deze traditie is in de 90er jaren afgeschaft, eerst zat het in de Duitse ziektekostenverzekering. Deze cultuur leidde tot Kurschaften (kuurschaduw) => overspel. 1870: Er is een probleem in Europa => In Spanje: vacante troon Een nieuwe koning voor Spanje wordt gezocht. Men kijkt naar de hoge adel: in Duitsland is er daar veel van. 1870: Leopold van Hohenzollern wordt koning, is er besloten (familie: neef van Willem I). Frankrijk is hier niet blij mee, want dan wordt ze ingesloten door Duitsers. Stemming Frankrijk is opgehitst. Keizer Napoleon III is hier gevoelig voor (omdat hij telkens zijn macht moest legitimeren). De pers is woedend en een omsingeling ''mag niet''. Dus Napoleon III zendt een Franse ambassadeur naar de koning die kuurt in Bad Ems en bespreekt dit. Koning zegt: als jullie daar zo bang voor zijn, zeg dan maar dat mijn neef geen koning wordt in Spanje. Maar de Fransen willen meer: ze willen dat er nooit een Hohenzollern op de troon komt in Spanje. De koning van Pruisen kan dit niet garanderen, vanwege soevereiniteit. Dit zou een beperking van de eigen soevereiniteit geven op deze manier, dus dat kan niet. Dus de Duitse koning weigert een 2de gesprek. Een keurige brief wordt gegeven aan Binnedoti, de gezant van Frankrijk. Deze brief is een Emser Depeche. Bismarck zag een mogelijkheid om oorlog uit te lokken. Pruisen weigert met Frankrijk te spreken, en Bismarck doet er een schepje bovenop. Hij haalt alle beleefde formuleringen eruit, zodat de brief bot wordt. Deze stuurt hij vervolgens naar de Pruisische pers. Franse journalisten lezen dit ook, en krijgen beide brieven. Het Franse volk eist oorlog (1870). Er is wederzijdse haat. Pichelhaute: Pruisische heldin Frankrijk verliest de slag bij Sedan in 1870. Dit is het einde van het 2de Franse keizerrijk. Op dit moment is in Parijs de derde Franse Republiek.
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
1871: Parijse Commune (communistische opstand in Parijs) 1) Grote delen van Frankrijk worden bezet door Pruisen 2) Arme Parijzenaars hebben de Parijse commune uitgeroepen De Franse burgerlijke republiek wordt hier zelfs gesteund door Pruisen. De commune wordt bloedig neergeslagen. In Februari 1871 (voor het neerslaan van de commune) wordt in het paleis van Versailles in de Spiegelzaal (door zonnekoning laten bouwen) de koning van Pruisen tot keizer gekroond. De Fransen konden het niet verkroppen (dit is misbruik van een Frans nationaal symbool) en nemen Elzas-Lotharingen in. Symboliek van vernedering komt terug. Revangisme: wens tot wraak nemen Fransen hebben revangisme tot en met WOI (Verdrag van Versailles). 1940: Hitler laat het treinstel zoeken dat in 1919 gebruikt was om wapenstilstand te tekenen. En daar laat hij de Franse generaals zich overgeven. En Elzas-Lotharingen hoort weer bij Duitsland tot 1945. 1945: Einde Frans-Duitse haat De Erbfeidschaft is doorbroken na 1945 door Charles de Gaulle en een Duitser. Boek Toets: M5 H1, 2 en 3(!) M6 H1, 2 en 3.1
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013
Tijdlijn ---0--27 v. Chr.- 476 476-800 800-1804 Maart 1793 1804 1813-1815 1813-1814 1815 1815 1817 1819 1820 1830 1830 1830 1831 1839 1847 1848 1851-1855 1861 1862 1863 1870 1871 1880-1914 1890 1917 1918 1919 1924 1924 1929 1929 1932 1937
Romeinse Rijk Geen keizer Karel de Grote Levée en masse in Frankrijk (invoering algemene diensplicht) Napoleon beëindigt het Heilige Roomse Rijk Congres van Wenen Koninkrijk der Nederlanden wordt gesticht Slag bij Waterloo Oprichting eerste burschenschaft Hambacher Schlossfest Duitse bond verbiedt burschenschaften (karlsbader besluiten) Moeten kinderen onderwijs? Belgische opstand Eerste Revolutiejaar Tiendaagse veldtocht (alleen voor de eer) door Nederland Verdrag van Londen Nederland erkent dat België niet meer tot Nederland behoort/ België officieel uit koninkrijk der Nederlanden Aardappelpest/ oogsten zijn mislukt (vooral in Ierland) Tweede Revolutiejaar: Revolutie in Europa Krimoorlog (Turkije x Rusland) Frederik Willem wordt vervangen Bismarck wordt kanselier Lincoln schaft slavernij af Slag bij Sedan (Frankrijk verliest) Parijse Commune (communistische opstand in Parijs) Tweede Industriële Revolutie Olie/ goud in reservaat indianen Amerika bewijst het sterkste land ter wereld te zijn Mislukte revolutiepoging door sociaal-democraten Prohibition (FBI heeft er zijn handen aan vol) Hyperinflatie Dawes-plan Amerika Hoover is president (1928 gekozen, maart 1929 geïnaugureerd) Beurskrach Wall Street (Black Thursday) Franklin D. Roosevelt wordt gekozen als president Gouden standaard losgelaten in Nederland
Faber quisque fortunae suae est – Ieder is de bewerker van zijn eigen geluk GS 22-01-2013 t/m 27-03-2013 © Tara Fokker 2013