^^^^■^™
IMPEL. L.Ï3SOJ3B
WOORDEN YAN DIFRAEN
MUZIEK VAN FRANZ GOETZE
XeHvoudig.
M^ JijgJj rir I üüi
^
Ik ?iiigeeMkleiiige..didit..je...Tk houd vä.n
B
*$ ^^
i ■ ■ P zoet Alfijege.. zicht.je Ik houd
#N^ i r^r^
^
^.J
^
1 I r '^rJ^J^pir
r
van
vxn
joa.'
Ik ^peelfieM5iw-|3él wijö...je ,lk houuil
sSS
£
m
^^
s^^ ^M W ^rff—g^
Al-.ler. wiooi^te meid-..je
mi
droomt
houd
^r ■
VAH
mi^ jr^137^
jot^^.
g
i
nr r ö ^B: r'--f r r-^^r g
^
f
Z'/'
') Jou/
rct/i
^
A-cc7/.
w#
■I A I ^ O IN Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd in 1690
^r f^
te
£
^m
Ä
^ ^ ^ raJl
^j^U-
1
Ik houd ViM
IkhmdteJi jou/
#=è
^
3q •S=r*
SM B3 Ä i ^
^
e
i^~vr.i JJ t£rr Js s*S& f
É Érf g
ta
r ir ^
^■ta
wawit
ï
^^
^^ o' r
Ir wilteeMeen.zaAm trdAM.tje.'
jow.!
^^ kijk int koe.le Mi
^ \
pTr p'r P HiÜl r
üü
Ik
l'r"nJ'
i ^s
r^r g ^r rffij Ésü
JIJ Ik
P? ^rO ET
■fäi-j-, i
ö
^s ^^
Zoo
jpj j J J-. ^ ^ F ï^^ r ^'F^r^
■g y^
^
ioti
^
^
jou..
sa
^
^.o
^È
^
rtt.;/. &.
■1
^ ^•N^-^
^TF 13
ODIO
?
JUNI
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS
1931
No. 385 JESSIE VIHROG speelt een der vrouwelijke hoofdrollen in de Ufa-toonfilm „De verkeerde echtgenoot".
Specialiteit voor geschenken in zilvex en verzilverd metaal
N
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKB STIJLPERIODE
H
E E
M A
A T
N R
:
door de „mechanische masseuse". Het voordeeligste massage-apparaat. Prijs f 85— Verkrijgbaar ook in huurkoop. Proef behandeling en brochure gratis bij den Pharm. en Chem. Groothandel A. J. AMEYE, Prinsengracht 1111. bij de Utrechtschestraat. Telefoon 33081.
Uw trots. Mevrouw, dat schitterende theesemes en die gesoigneerde theetafel! Behooren daar niet de fijnste en smakelijkste biscuits bij, die te krijgen zijn? Wat een eer zult U inleggen bij Uw gasten, wanneer ge „DeLindebooms" biscuits serveert. Want hier komt de kwaliteit om den hoek kijken, die alléén bereikt kan worden door een fabriek met een meer dan honderdjarige ervaring.
n het gemengde bad storen overvloedige haren. Juist in het bad - maar ook bij sport, dans en spel in de open lucht hinderen onaangename haartjes op de beenen, armen, in de oksels, in het gezicht en den nek de ongedwongen beweging. U betreurt het gemis aan bevalligheid aan Uw verschijning, vooral in den zomer, wanneer U zich toch vrij en ongedwongen wilt voelen. Snelle hulp brengt "Dulmin"'Ontharingscrème, die in een paar minuten al deze storende haren pijnloos verwijdert. "Dulmin"- ontharingscrème werkt snel, pijnloos en verwijdert het haar na eenvoudig aanbrengen in 3-5 minuten. Ze is wit, weeken zacht als een Cold-Cream, bijna zonderreuk en droogt niet iti. Door nieermalig gebruik houdt "Dulmin" den haargroei tegen. Ze is het betrouwbaarste en aangenaamste ontharingsmiddel van den tegenwoordigen tijd. Groote tube f 1.^5 DR. M. ALBERSHEIM PrTel.ut:/-.« FRANKFURT A.D.M. ^ Overal verkrijgbaarl PARIS EN LONDEN
Natuurlijk heeft Uw winkelier ze voorradig. Kent U onze luxe blikjes Rose Marie, Adonis en After dinner?
N.V. BISCUITFABRIEKEN
DEUNDEBOOH
DLfLMim Ontharingscrème ^fl
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE 00
■
BlMIM@X^9C-^|gTDKilLiINl =— HET MELKDIËET VOOR DE HUID _
s Morgens en 's avonds ge bruikt voor het wasschen van het gezicht, zult spoedig bemerken,
dat Uw teint gezond, Uwe huid zacht, gaaf en stevig wordt en kleine huidaandoeningen verdwijnen,
Generaalvertetenwoordlging: J.WinkelJzn.,21D 30. Den Haag, Merwedestraat 47, Tel. 772595
Cffecum verpakt in tubes, zeer ge* makkelijk op reis mede te nemen, is verkrygbaar door geheel Nederland. PRIJS PER TUBE f 0.50 T. LEVISSON Zeepfabriek 's-Oravenhage Post Giro No. 63T97
- 2 —
8
1
B^SSS^rVH*
&aeaf Ei \x
EASVCMAIi™*.-..*.„.„,. w^«. ■ HwngPi na «■tor. 4w kuN [tuk Mn. H .
•
H
et courantenbericht, dat Douglas Fairbanks en zijn echtgenoote Mary Pickford hoogstwaarschijnlijk een bezoek aan ons land zouden brengen, roept eindelijk weer eens den naam in onze gedachten van twee der grootste filmsterren uit de Nieuwe Wereld, twee artisten, die nog maar luttele jaren geleden de lievelingen waren van vier werelddeelen, maar die men thans reeds begint te vergeten. Want geen enkel reclame-artikel is in staat, het feit te verdoezelen, dat Doug en Mary aan populariteit hebben ingeboet I Waaraan de schuld ? Zooals zoovele groote sterren, werd ook dit echtpaar door de sprekendefilm plotseling voor een zeer moeilijk probleem geplaatst. Mary filmde de laatste jaren weinig; zij teerde een beetje op haar ouden roem van ,,Amerika's lieveling". Toen de sprekendefilm kwam, was zij één van de eersten, die^in een talkie optrad, maar deze roli teleurstelling voor het Mary niet minder. Veel la! probleem echter voor Doug; hij was in zijn volle de sprekendefilm hem oi scenario's van zijn films wal gebaseerd op de zwijgende kuil bezoeker van den bioscoop fantasie naar . hartelust laten en ... dit was het geheim van w geweldig succes! In iedereen sli iets van een kind en dus genotel van „Don Q.", en lieten onze fartl den vrijen loop bij „De zoon Zorro". Deze films zouden, spn opgenomen, een onding zijn. Niei zou het immers in zijn hoofd ki om thans „De twee weezen" tÄv« filmen en op de keper beschoulvd, „Don Q." van gelijk gehalte, wa^Bj de groote verdienste der uitbeeMHig aankleeding kwam. En hiei^rit htfni kneep; Doug is cigcuiijk in hoofdzs een uitbeelder rr^&t effect * in de sprekendefilm. 1" maat van ramp komt, dat de Oude Wereld de Amerikaansche all-talkie niet slikt en daarom de paar sprekendefilms, die hij vervaardigde, hier niet vertoonde. Het echtpaar Fairbanks, dat het vroeger zoo prettig vond incognito te reizen, (Doug bezocht reeds tweemaal onopgexmerkt door de groote massa ons land), maakte thans een reclame-reis naar Europa. Vooraf ging het typische Amerikaansche schandaalbericht van echtelijke oneenigheid; Doug wilde van Mary scheiden! Toen kwam, zooals steeds, het bericht, dat alles tip-top in orde was met het huwelijksbootje en Mary reisde haar echtgenoot na. Ze troffen elkaar in Engeland. Maar het publiek is ondankbaar en misschien ook wel een beetje beu van het telkens weer toejubelen van dezelfde filmlievelingen. Dat is de oorzaak waarom de reis maar van korten duur was en Doug en Mary scheepten zich weer naar Californië in, om, als ze verstandig zijn, op hun lauweren te gaan rusten. Wanneer zij dit doen, behouden wij tenminste mooie herinneringen aan beider filmprestaties. Want ontegenzeglijk is het waar, dat zij, ieder in het genre waarin, zij uitmuntten, groote verdiensten hebben FOTOÏ UhlTEO AHTIiTi
.
ARY PICKFORD EN DOUGLAS FAIRBANKS GINT MEN HEN TE VERGETEN ?
DOOR
ERIC WINTER
mmm*^
ffltelt gefoirceeirdle tfllliihii DOOR
D'AIMAWEZ
ONS EERSTE COMPLETE VERHAAL
B
E groote, zware man, die van louter zenuwachtigheid bijna naast zijn stoel was gaan zitten toen hij plaats nam, deed zoo'n verward en onsamenhangend verhaal, dat mijn vriend — mag ik u hem even voorstellen: John Britten, den bekenden particulier-detective — dat mijn vriend, zei ik, hem glimlachend en met iets van medelijden in zijn oogen, aankeek en opmerkte: „Neemt u mij niet kwalijk, mijnheer Dickson, maar ik geloof, dat het beter is, wanneer u ons Wat duidelijker vertelt, waarvoor u eigenlijk hier is gekomen. Vertelt u om te beginnen eens, hoe de dame heet, van wie u spreekt, hoe u haar kent, en welke de aard der bedreigingen ^ijn, waarop u zinspeelt." Mijnheer Dickson glimlachte machinaal terug. „U heeft gelijk, mijnheer Britten," zei hij toen. „Maar dat komt, eh het is de eerste keer dat ik met een detective in aanraking kom en " Mijn vriend glimlachte andermaal. „Vertelt u maar eens rustig alles wat u weet," zei hij toen. De ander knikte en zei: „Haar naam is juffrouw Ruth Manners. Zij is jarenlang verpleegster geweest en doet ook thans nog veel aan liefdadig werk. Ik ben met haar verloofd en we gaan binnen twee maanden trouwen. Zoodat ik dus wel gerechtigd ben, voor haar in de bres te springen " „Inderdaad," gaf Britten toe. „U bent tot op zekere hoogte belanghebbende. En nu-: waarmee heeft men haar gedreigd?" „Dat kan ik u niet zeggen. Ze heeft me namelijk niet rechtstreeks verteld, dat ze bedreigd werd, maar ik heb het kunnen opmaken uit eenige uitlatingen, van haar. Ik heb er haar natuurlijk wel naar gevraagd, maar ze gaat er niet op in, omdat ze het geval niet ernstig opneemt. Ik heb haar echter gezegd, dat ik naar u zou gaan en nu hoop ik maar, dat u meer uit haar zult weten te krijgen. Ik ben er niets gerust op." „En de persoon of de personen, die de bedreigingen hebben geuit? Wie zijn dat?" „Het is er maar één, mijnheer Britten, een zekere Dick Pommers, juffrouw Ruth Manners' stiefbroer, als dat tenminste het juiste woord is. Haar vader trouwde als zijn tweede vrouw een zekere mevrouw Pommers, een weduwe met een zoon. Hij is de zoon, begrijpt u? Zijn moeder overleed vóór mijnheer Manners, en de laatste liet, toen hij stierf, aan zijn dochter, Ruth, al zijn bezittingen na. Dit heeft Pommers altijd geërgerd. Maar nu is er nog iets bijgekomen. Juffrouw Manners heeft een paar jaar geleden een testament gemaakt, waarbij zij het grootste deel van haar tamelijk flink vermogen vermaakt aan twee neven, Frederik en James Houser, zoons van de zuster van haar vader. Dick
Pommers krijgt slechts een betrekkelijk Reringe som. Toen hij dit hoorde, was hij woedend! Hij verlangde een minstens even groot aanded als de beide anderen kregen, en af en toe is hij op zijn eisch teruggekomen. Ik vermoed, dat zijn bedreigingen te danken zijn aan haar onwil om het testament te veranderen." „Maar begrijpt hij niet, dat haar huwelijk het heele testament van nul en geener waarde zal maken?" vroeg ik. „Klaarblijkelijk niet," antwoordde Dickson. „En om u de waarheid te zeggen, heb ik daar ook niet aan gedacht." „Ik bt'grijp eigenlijk niet," merkte Britten op, „waarom hij zich zoo opwindt over haar testament. Hoeveel verschillen zij in leeftijd?" „Juffrouw Manners is ongeveer zes en dertig en Pommers om en nabij de veertig." „En wat voor soort man is het?" wilde Britten weten. „O, een onaangenaam soort mensch, een verkwister en een klaplooper tegelijk. Het spijt me, dat ik het zeggen moet, maar het is nu eenmaal zoo. Hij heeft al heel wat geld van juffrouw Manners gehad — geleend zoogenaamd, maar hij heeft het nooit terugbetaald. Aan werken heeft hij een hekel, ofschoon hij een tamelijk goed bezoldigd baantje heeft als geregeld medewerker aan een weekblad." „Ik zou zijn adres wel willen noteeren," zei Britten. Mijnheer Dickson vertelde waar Pommers woonde, en mijn vriend schreef het in zijn zakboekje. „Hoe is zijn verhouding tot de neven, zijn rivalen?" vroeg Britten toen. „Slecht," antwoordde Dickson. „Vroe-
LOUIS VAN TULDER de bekende tenor, die Zondag 14 Juni onder leiding van Karl Schurlcht in het Kurhaus te Scheveningen zal optreden. - 5 -
_MH-a^.^M^M^HHI^Ml^HMaH^.a^^__^^^_^^
—
„Daï is vreemd," zei mijnheer Dickson angstié, toen er niet werd opengedaan. „Wat kunnen we doen?" vroeg, hu. zyn duim op het knopje van de bel houdend. „We moeten zoo gauw mogelijk maken, dat we binnenkomen," zei mijn vriend ernstig.
ger waren zij dikke vrienden, zoo zeer zelfs, dat hij in hetzelfde flatgebouw als zij is gaan wonen. Hij woont er nu trouwens nog. Maar sinds die kwestie met het testament, spreken ze nauwelijks meer tegen elkaar." „Wonen de beide neven samen?" „Ja. Frederik en zijn vrouw, en James, die ongehuwd is. Maar het zijn óók drie typen, hoor! Frederik zingt in derderangs cabarets zoogenaamde levensliedjes en James begeleidt hem op verschillende instrumenten. Natuurlijk moeten zij veel studeeren en dat ergert Pommers verschrikkelijk. Hij klaagt steeds, dat hij door hen niet werken kan." Mijnheer Dickson zweeg en mijn vriend dacht even na. Toen zei hij: „Ik geloof, dat wij nu wel zoo wat weten waar het om gaat, mijnheer Dickson, maar van één ding zijn we absoluut onwetend: van welken aard de bedreigingen zijn, die Pommers tegen juffrouw Manners heeft geuit. En wat wilt u eigenlijk, dat wij zullen doen?" „Ik wilde, dat u juffrouw Manners eens opzocht, zoo mogelijk met mij samen, en dat u er haar dan toe bracht, u zooveel bijzonderheden mede te deelen, dat u in staat was een eind aan die geschiedenis te maken. — Kunt u misschien vanavond al meegaan? Ik zal er u in een taxi heenbrengen. Het is maar een half uurtje hier vandaan. We treffen haar stellig thuis, want haar meisje is uit en dan gaat zij nooit uit." Britten dacht even na; toen keek hij op zijn horloge en zei: „Half negen En een half uur, eer we er goed en wel zijn. — Wat, denk je er van, Barry?" — Dit laatste tegen mij. Wat kon ik zeggen? Ik zou veel liever met een boek bij de kachel zijn blijven zitten — het was een gure Novemberavond — maar nood breekt wetten, nietwaar, en zoo waren wij eenige minuten later op weg naar juffrouw Manners' woning. Het was bij negenen toen wij voor het op zichzelf staand, even buiten de stad, gelegen huisje, stilhielden. „Ze is thuis, ziet u wel," zei mijnheer Dickson, naar een der verlichte benedenkamers wijzend. Hij gaf den chauffeur order te blijven wachten, opdat hij ons zou kunnen terugrijden, en belde toen op een bepaalde manier, die klaarblijkelijk zoo tusschen zijn verloofde en hem was afgesproken. Omdat er niet werd opengedaan, belde hij opnieuw. Maar de deur bleef nóg steeds gesloten, ofschoon ik twee keer meende, eenig geluid in de gang te hooren. „Dat is vreemd," zei mijnheer Dickson angstig, zijn duim op het knopje van de bel houdend. „Wat kunnen we doen?" „We moeten zoo gauw mogelijk maken dat we binnenkomen," zei mijn vriend. „Ik heb eenig leven gehoord. Is er een achteruitgang?" Mijnheer Dickson rende naar den ach-
..-'
I,
."
DE OPLOSSING van de vierkant-prijsvraag in ons no. 382 van 23 Mei is als hieronder aangegeven: ^T
1
1
1
1
1
l
|
i
i
i n
r^H-ffH+H+ 1 r^, i j •
1—aj
Hierboven ziet men de spoorlijn New York—San Francisco in beeld gebracht. Aangenomen, dat de reis van New-York naar San Francisco zeven dagen duurt en dat er lederen dag van laatstgenoemde stad een trein naar New York vertrekt, op hetzelfde uur als er een vèn New York vertrekt, hoeveel treinen zal de reiziger van New York dan ontmoeten eer hij in San Francisco aankomt, vooropgesteld dat we den trein, die bij aankomst te San Francisco gereed staat om te vertrekken, niet mederekenen ? Onder hen, die ons een goed antwoord zenden, verloten wij een prijs van fl. 2.50 en drie aardige troostprijzen. Inzending vóór 16 Juni aan ons adres: Redactie „Het Weekblad", 22 Galgewater, Leiden. Op de envelop of briefkaart vermelde men duidelijk: PUZZLEHOEKJE nr. 385. Men verzuime niet, naam en adres duidelijk in te vullen f
terkant van het huis, terwijl mijn vriend en ik naar het verlichte raam keken, dat van boven iets openstond. „Dat ziet er tamelijk zonderling uit," merkte ik op, terwijl ik aan de brievenbus luisterde. Mijn vriend knikte ernstig en op hetzelfde oogenblik keerde mijnheer Dickson ademloos terug. „De achteruitgang is van binnen gesloten," zei hij en ik moest opeens denken aan de geluiden, die ik had gehoord. „Wat moeten we doen?" Zonder een woord te zeggen, gaf Britten mij zijn onderzoekingskoffertje, dat hij had meegenomen, sprong op de vensterbank, trok zich een weinig op èn schoof het bovenraam, dat zooals gezegd iets openstond, geheel naar beneden. Even later was hij op handige wijze achter de gordijnen verdwenen. Eenige seconden daarna ging de straatdeur open en traden Dickson en ik in de gang. We tuurden door de open deur in de verlichte kamer en ik zag een stapeltje naaiwerk, daj blijkbaar haastig op tafel was geworpen. Toen draaide Diekson het licht in de gang aan en Britten liep snel langs hem heen naar de half geopende deur van de volgende kamer. Hij draaide er het licht aan en trad de kamer binnen, de deur gedeeltelijk achter zich sluitend. „Kom niet binnen, mijnheer Dickson," riep hij. Maar de aangesprokene had even goed als ik iets gezien, voordat de deur gesloten werd: een groote, donkere vlek bij den drempel. Zonder acht te slaan op de waarschuwing, duwde hij de deur open en drong de kamer in. Ik volgde hem en zag hoe hij met een onderdrukten kreet naast een lage canapé, waarop een vrouw lag, op zijn knieën zonk. „Groote goedheid!" hijgde hij. „Ze is dood. _ Ja, i s ze dood? Kan er niets aan haar worden gedaan?" Britten schudde zijn hoofd. „Niets," antwoordde hij. „Ze is dood."
N
-^.
,,
i i M i i i i r-k —I
<j 1—i
,
_<__J
i.A IL-L-LU
I
De hoofdprijs viel ten deel aan den heer C. T. Rombaut te Leiden. Een troostprijs ontvingen de heer: J. v.d. Berg te Amsterdam; de heer L E. Meyer te Den Haag en mevr. G. v. d. As te Rotterdam.
Dickson bleef op zijn knieën liggen en staarde naar het gezicht van de vrouw. „Hoe verschrikkelijk!" riep hij uit. „Arme, arme Ruth! Goeie, lieve vriendin!" Toen richtte hij zich plotseling op en wendde zich bijna woest tot mijn vriend. „Maar het kan niet waar zijn,'" zei hij, over zijn eigen woorden struikelend. „Het is onmogelijk, onmogelijk! Dat bedoel ik!" en hij wees naar de rechter hand van de vrouw, waarin een geopend scheermes lag. Dickson had mijn eigen gedachten als het ware onder woorden gebracht. Het was niet te gelooven, dat deze beschaafde, opgewekte vrouw — Dickson had ons onderweg in den taxi nog heel veel over haar verteld — zichzelf deze wonden, die ónder het wassen gezicht zichtbaar waren, had toegebracht. En toch zag ik, dat de sneden van links naar rechts liepen, zooals het geval zou zijn geweest bij zelfmoord. „Na wat u ons van haar verteld heeft, kan ik het ook moeilijk gelooven," zei mijn vriend. „Maar er blijft slechts één andere mogelijkheid. In ieder geval moet iemand direct de politie gaan waarschuwen." „Ik zal wel gaan." riep Dickson uit; „ik ken hier den weg en de taxi wacht nog." Met een langen blik naar zijn doode vriendin, als zwijgend afscheid, haastte hij zich de kamer uit en we hoorden de straatdeur even later achter hem dichtslaan. Toen Dickson weg was, veranderde de manier van doen van mijn vriend opeens geheel en al. Hij wendde zich met een ernstig gezicht tot me. „Een afschuwelijk geval, Barry," zei hij. „Je gelooft dus ook niet aan zelfmoord?" vroeg ik. „Absoluut niet! Het' woord moord schreeuwt ons als het ware toe van ieder voorwerp, dat je hier ziet. Kijk naar dat naaiwerk op de tafel in de kamer hier- 6 -
naast; kijk, hoe los dat scheermes in haar hand zit; let op de vier ernstige wonden, waarvan ieder op zichzelf reeds doodelijk is; de bloedvlek bij de deur; het bloed op haar kleeren; het doorgesneden halsboord en let er op, dat het bloeden practisch gesproken reeds opgehouden had, toen zij hier werd neergelegd. Want neerg e 1 e g d is ze, ze is niet neerg e v a 11 e n! — Maar we verspillen onzen kostbaren tijd. Laten we een onderzoek instellen. De moordenaar is natuurlijk al verdwenen, maar daar hU zeer waarschijnlijk nog in huis was, toen we kwamen, moeten zijn sporen nog versch zijn." Terwijl hij de laatste woorden zei, nam hij zijn electrische lantaarn uit zijn onderzoekingskoffertje en liep naar de deur. „We kunnen deze kamer later onderzoeken," zei hij. „Als jij bij de trap wilt gaan staan en de voor- en achterdeur in de gaten houdt, zal ik even een kijkje op de bovenverdieping gaan nemen." Hij rende de trap op, terwijl ik de mij aangewezen positie innam, maar hij was binnen een paar minuten weer terug. „Er is daar niemand," zei hij. Na een vluchtig onderzoek van de vertrekken gelijkvloers, gingen we door de achterdeur naar buiten en stelden een onderzoek in op het open stukje grond, dat achter het huisje was gelegen. Mijn vriend richtte het licht van zijn lantaarn op den modderigen grond en we ontdekten weldra, dat er niet lang te
fetwormpjes
De
vetwormpjes komen meer terug.
nooit
Dat is het groote voordeel van de Radox-methode; de vetwormpjes komen nooit meer terug. Hoiidl slechts voor gewoonte om telkens wanneer ge Uw greticht wascht, wat Radox in het waschwater te mengen. De zuurstof, die Radox vrv maakt, brenet lujverende zouten in de poriën, verwijdert alle verstoppende onzuiverheden en maakt de huid zacht, frisch en gezond. Deze dame heeft het ondervonden — evenals duizend andere. „Radox is een wondermiddel tepen vetwormpjes. Ik had er a/tffd ergen last van opzij van mi/n neus. Maar ik kreeg ze alle wee met Radox, wat ik gebruikte volgens Uw aanwijzingen. Sindsdien zffn ze nooit meer teruggekomen, want eiken keer als ik me nu wasch, doe ik wat Radox in het water." ƒ>. M. Uw huid heeft 2i/j millioen poriën, die de onderhuidsche kliertjes met de opperhuid verbinden. Als de ponen verstopt raken en de kliertjes ontstoken, is dit de oorzaak van puistje», vetwormpjes en uitgezette poriën. Water en zeep kunnen met tot onder de huid doordringen, het eenige wat U helpen kan is zuurstof, dat het meest zuiverende, heelende en antiseptische natuur-middel is. Om vetwormpjes te verwyderen, mengt men een theelepel Radox in een glas goed warm water en behandel hiermee de aangetaste plek eenige minuten lang. Droog dan af met een zachte, ruwe handdoek en de vetwormpjes worden gewoon wegfeveegd. Gebruik hiema een goede cold cream, org er dan voor dat U nooit meer last van vetwormpjes krijgt door steeds wat Radox in het waschwater te mengen. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten è fï.25 per pak. Een pak is toereikend voor verscheidene weken. Imp. :N.V.Rowntree Hand.Mii..Keizersgr. 124, Adam Vbprlndi« verkrijgbaar bij Fa. J. van Gorkom a Co., Djocja an hare filialen. H"lland»che_yerBakKlnfl_waarborot echthelu.
voren meer dan één persoon geloopen had, en wel op verschillende tijden. Ik maakte deze opmerking tegen mijn vriend, die knikte en zei: „Ja, maar déze scherpe afdrukken zijn van dengeen, die het laatst hier is geweest, en dat is de man, dien wij waarschijnlijk moeten hebben. Laten we de indrukken niet bederven, door er over heen te loopen. We zullen deze plek even merken en eens aan den anderen kant bij de schutting gaan kijken." We troffen bij de schutting dezelfde scherpe sporen aan en vonden ook nog wat anders: twee heel kleine stukjes stof, een van grijs tweed, en het ander van blauw laken. Ze waren beide aan een stukje prikkeldraad blijven hangen. „Er is iemand over de schutting geklommen," zei mijn vriend, „en naar alle waarschijnlijkheid de man, die de voetsporen heeft achtergelaten. Die twee stukjes stof lijken tamelijk nieuw," besloot hij, toen hi] ze van de schutting had genomen en ze in zijn portefeuille legde. „Ja," antwoordde ik, „en ze correspondeeren waarschijnlijk met den broek en de jas van dengeen, die er over geklommen is." „Zeer goed mogelijk," antwoordde mijn vriend. „Maar laten we nu eerst een gipsafdruk nemen van dit voetspoor. Als het er op aankomt, kunnen we er onzen man gemakkelijk mee identificeeren. Een aan den rechter kant afgesleten hak en een rubberzooi, waarvan het patroon nog niet is afgesleten " Terwijl hij deze laatste woorden zei, haalde hij eenige ingrediënten uit zijn koffertje, maakte een mengsel van sneldrogend gips, smeerde een dikke laag er van op een stukje zeildoek en legde het toen over den voetindruk Ziezoo," zei hij toen, „als jij nu hier blijft tot het droog is, ga ik binnen nog eens even naar de vermoorde kijken " Zonder mijn antwoord af te wachten — hij wist wel, dat dit toch bevestigend zou luiden — verdween hij naar binnen, de electrische lantaarn bij mij latend. Even later voelde ik, dat het gips hard genoeg was, nam het met het zeildoek van den voetindruk af en bemerkte tot mijn genoegen, dat we een haarscherpen afdruk hadden. Toen ging ik ook naar binnen, naar den salon, waar ik mijn vriend over de donkere vlek bij de deur gebogen zag staan. Ik vertelde hem, dat de afdruk uitstekend was geworden en vroeg hem, waar hij naar keek. „Naar een knoop," zei hij. „Zooals je ziet, heeft het slachtoffer een soort huishoudschort aan met een hoog boord. Welnu, aan den achterkant is er een knoop af." „Is dat van eenig belang?" vroeg ik. „Het is van belang te weten, w a nn e e r en w a a r hij er afgerukt is," antwoordde hij. „Geef mij de lantaarn even."
■"en men weldra in w
— — v-=-UNa V@|f^ ^
(
--ä^Sä^ä-
Hij zette ze op den grond en liet haar licht er langs schijnen. Weldra had hij het gezochte voorwerp onder een kast ontdekt. „Zooals je ziet," merkte hij op, nadat ik den knoop opgeraapt en aan hem had gegeven, „staat deze kast precies aan den anderen kant van de kamer als de canapé. Maar we kunnen beter eens zien, of het de goede knoop is." Hij liep naar het lichaam op de canapé en probeerde of de knoop door het knoopsgat ging. Dit was inderdaad het geval. „Het is hem," zei hij toen. „Er zit trouwens nog zoo'n zelfde knoop aan het schort. Tusschen twee haakjes — ik heb een paar haren gevonden, die op den rug van het slachtoffer zaten. Waarschijnlijk van een kat of een hond. Hier vind ik er nog een paar. Wil jij even de lantaarn bijhouden, opdat ik kan zien of er nog meer zijn?" Ik deed zulks en mijn vriertd onderzocht het schort nauwkeurig, er af en toe een haar afnemend, die hij zorgvuldig opborg in de envelopjes, die hij voor dergelijke doeleinden steeds in zijn portefeuille bij zich droeg. „Ouwe vrijsters zijn gewoonlijk groote dierenliefhebsters," merkte ik op, omdat ik niet begreep, waarom mijn vriend zoo'n waarde aan die haren hechtte; ik zag niet goed in, wat ze eventueel zouden kunnen, bewijzen. „Dat is zoo," antwoordde hij. „Maar het zonderlinge is, dat ik aan den vóórkant van het schort geen enkele haar kon vinden en daar zou je ze toch verwachten, evenals trouwens op het kleed, maar ook daar is er geen te vinden!" Toen mijn vriend zijn onderzoek beëindigd had, legden we het lichaam weer in zijn origineelen stand en begaven ons naar de andere kamer. Hier stelde Britten zijn kleinen microscoop op en begon de stukjes stof voorloopig alvast vluchtig te onderzoeken. „Het stukje blauwe stof is een soort kamgaren, van een goede kwaliteit," zei hij na eenige oogenblikken. „Waarschijnlijk is het overgeverfd. Het andere stukje is tweed, - 7 -
^icrophoon'voorÄ
van grijze en zwarte draadjes geweven. Eveneens van goede kwaliteit. — Nu eens zien wat het voor haren zijn." Hij legde ze onder den microscoop en merkte na eenige seconden op: „Er zijn drie soorten. „Enkele zijn zonder twijfel van een Cypersche kat; de andere zijn langer en van een hond. Waarschijnlijk een Pekingees. Over de derde soort kan ik het met mezelf niet eens worden. Het lijken wel apenharen, maar ze zijn van een eigenaardige kleur. Maar daar hoor ik den taxi al. We behoeven de politie niet al te veel te laten merken van hetgeen we hebben gevonden. Dit zal zeer waarschijnlijk wel een geval zijn voor een hoofdinspecteur." Ik ging de gang in om open te doen. Dickson rolde bijna naar binnen, zoo verlangend was hij blijkbaar om te weten te komen, wat- er tijdens zijn afwezigheid was gebeurd. Achter hem ontwaarde ik twee beeren, in een daarvan herkende ik hoofdinspecteur Clever. De andere was een mij onbekende jongeman, die zich voorstelde als inspecteur Strong. „We hebben mijnheer Dickson nogal opgehouden," begon Clever, terwijl ik hem voorging naar de kamer, waar mijn vriend op ons wachtte, „maar we vonden het beter eerst een volledige verklaring aan te hooren, alvorens ter plaatse een onderzoek in te stellen. — Hoe maakt u het mijnheer Britten? Blij u hier te zien. Ik veronderstel, dat u de feiten reeds kent?" „Ja," antwoordde mijn vriend, „we weten wat er aan deze gebeurtenis is voorafgegaan en we waren reeds een paar minuten na den dood van de overledene hier." „Zoo?" zei Clever, „werkelijk? En ik denk, dat u zich ook reeds een meening heeft gevormd met betrekking tot de vraag, of de verwondingen door de persoon zelf pi door iemand anders zijn toegebracht?" [Vervolg op pagina 12]
NAAR LONDEN HET HART VAN HET BRITSCHE KEIZERRIJK DE VOLKRIJKSTE STAD VAN EUROPA
IS::
Londen — op één pagina, met foto's, wel, dat doet denken aan: „Engelsch in twaalf lessen" of aan den bekenden kernel, die door het oog vart een naald moet: het is allemaal even onmogelijk! Wie zou willen probeeren ook maar een eenigszins volledigen indruk te geven van Londen, en zich daarbij tevens te beperken tot de hiervoor genoemde ruimte, die zou even goed kunnen trachten een wolkbreuk op te vangen in een vingerhoed. Want zóó is onDE BEROEMDE TOWER-BRIDGE geveer de verhouding! voorstellen, welk een ontzaglijk verkeer er klokenspel in Cheapside; de Westminster Londen — dat is eigenlijk iets geweldigs. op de spitsuren heerscht, wanneer iedereen Hiermee is niet zoo zeer bedoeld, dat het Abdij, waarin dertien koningen van Enge • naar de city stroomt of haar verlaat. Wie een geweldige stad is — hetgeen inmiddels land, vijf souvereinc koninginnen en talhet meemaakt en even zijn oogen sluit, kan ook juist zou zijn, want haar oppervlakte rijke staatslieden, dichters, enz. begraven zich verbeelden dé branding te hooren van bedraagt met de voorsteden mee ongeveer liggen; de Parlementsgebouwen, de open2 een door een storm opgezweepten oceaan. 1795 K.M. , dat is dus zoowat tienmaal bare bureaux in Downingstreet en WhiteHet geratel der wielen van de duizenden de oppervlakte van de Haarlemmermeer! hall, alle in Westminster; verder Buckingvoertuigen, het geschuifel der millioenen - maar dat ze geweldige indrukken geeft ham Palace, St.-James Palace en Marlvoeten en het stemmengeroezemoes der en dat die indrukken zoo verscheiden zijn borough House en tenslotte aan de Theems vertegenwoordigers van alle nationaliteiten als het beeldengamma van een kaleidosde beroemde Tower, lang als staatsgevan— het is een overweldigende symphonic coop. genis gebruikt, doch nu als arsenaal en der moderne, werkende grootstad, die men Londen — dat is de wereld in een notemuseum ingericht. En dan tenslotte de benooit vergeet. dop, en wie veel van de „wereld" zien wil roemde Dierentuin en de musea, waarvan Londen, aan beide oevers van de Theems in een beperkten tijd, die kan in Londen het British Museum het voornaamste is. gelegen, was reeds in de grijze oudheid ta kust en te keur gaan. Op ieder gebied. een bekende overtochtsplaats, die door Er bestaat wellicht geen stad, geen „meLonden is geen „show"-stad; dit beteehaar buitengewoon gunstige ligging getropolis" zelfs, althans in Europa niet, die kent, dat haar schatten en haar schoonheid groeid is tot de grootste koopstad der zoo voortreffelijk de kunst verstaat — men niet om zoo te zeggen voor het grijpen wereld. De stad Londen is verdeeld in de vergeve deze „stoute" beeldspraak — om liggen. De oningewijde, doet daarom verhierboven reeds genoemde city — een oniemand op ieder uur' van den dag en van standig — vooral wanneer zijn tijd beperkt regelmatig gebouwd centrum met nauwe, den avond — annex een gedeelte van den is — om zich Londen te laten „toonen". bochtige straatjes, waarin intusschen toch nacht! — zoo aangenaam en zoo interesAlleen dan kan hij overtuigd zijn, „waar de kantoren van wereldvermaarde firma's sant tevens bezig te houden. En het komt voor zijn geld" te krijgen. Londen is ook zijn gevestigd; — het Eastend, sedert 1750 er daarbij niet opaan, waarop men zijn beeen dure stad, voor wie er niet bekend is. aangelegd en speciaal aan den zeehandel langstelling speciaal of in het bijzonder Ook hierom is het dus goed, zich aan een gewijd; het West-End en Westminster, met heeft ingesteld, want men kan- niets bedenveiligen gids toe te vertrouwen! Zoo'n veiprachtige, ruime straten, schitterende pleiken of Londen kan zelfs den meest verhge gids is de Polytechnic Touring Assonen en imponeerende gebouwen — het hof wenden bezoeker nog „versehe" indrukken ciation, welke over de geheele wereld en de upper-ten resideert er! —, Whitegeven. Men denke slechts aan zijn grootreizen organiseert en nu ook voor onze chapel met de bekende kleermakerswerksche schouwburgen, theaters en bioscopen; abonné's voor slechts honderd gulden een plaatsen, Bethnal Green met de zijdeaan zijn prachtige restaurants; aan zijn reis naar Engeland, met als hoofdschotel fabrieken en tenslotte Southwark en Lamoude, eerbiedwaardige gebouwen, gewijd Londen, heeft voorbereid, waarvan de bijbeth, de fabrieks- en handelskwartieren. door een eeuwenoude, belangwekkende hiszonderheden uit de verschillende mededeeHet verkeer over de Theems wordt torie; aan zijn pleinen en parken en winkellingen in ons blad reeds bekend zijn. Wij onderhouden door negentien vaste bruggen straten van wereldvermaardheid; zijn muhebben er hier niet veel aan toe te voegen; sea, waarin schatten op het gebied van — beroemd is de Waterloo-bridge, die op slechts dit nog: de Polytechnic Touring negen bogen rust, geheel van graniet is en kunst, geschiedenis en cultuur, wier waarAssociation is geen gewóón reisbureau, veertien millioen gulden moet hebben gede niet is te noemen, zijn bijeengebracht; d.w.z. zij is niet als zoodanig opgericht. kost — door vijf tunnels voor den „underaan zijn havenwerken en dokken — in de Oorspronkelijk was zij een volksuniversiground" en verder door een massa stoomlaatste kunnen wel vier-, vijfhonderd scheteit, die voor haar leden reizen organiseerbootjes. pen! — en dan: aan zijn enorm verkeer in ce. Het groote succes van deze reizen heeft de City, al evenzeer een Europeesch uniVan de merkwaardige gebouwen, die er toe geleid, dat men, op verzoek, begoncum, dat men gezien moet hebben om te Londen in groote verscheidenheid rijk is, ren is ze ook voor niet-leden te organikunnen begrijpen hetgeen er van wordt noemen we hier slechts: de merkwaardige seeren. En zoo is de Polytechnic Touring verteld: letterlijk als in een bijenkorf kriSt.-Paulskerk, gebouwd naar het model van Association eigenlijk ontstaan uit het veroelen de menschen er door elkaar. Overde St.-Pieterskerk te Rome met de graven langen anderen van dienst te zijn. Deze dag vertoeven er een millioen „working van vele beroemde personen; de Guildhall; woorden symboliseeren volkomen • juist men", terwijl het aantal bewoners van Mansion-House (woning van den burgehaar opzet. Anderen van dienst zijn op deze „kern" der stad slechts dertigduizend meester); en de Bank van Engeland, alle in reis — dat wil zij! .En daarom zijn haar bedraagt. Men kan zich dus eenigszins de City gelegen; de Bow Church met haar reizen zoo'n succes!
f
DE „ROYAL EXCHANGE" EN BANK
DE WESTMINSTER ABBEY
•spee/f c/e v™ÄWc/.o/.We^,00/;M
^ „D'treïn is heeft vertr^in^.
v..'
•-,,
-
he Vrouwen behoudf Uw beroemde feinn
UM
A. P. £e 's-GRAVENHAGE. Hierbij de gevraagde adressen. Dolly Haas, Reichsérasse 9, Berlijn. Käthe von Nagye, Winklerstrasse 1, Berlijn. Beide artiséen zijn niet getrouwd. , P. D. te HILLEGERSBERG. Iwan Mosjoukin en Betty Amann zullen binnenkort weer filmen. Deze zanger was niet Richard Tauber. Rolverdeeling van films plaatsen we in deze rubriek niet. Deze film wordt door Gerard Ratten gedraaid. L. M. te 's-GRAVENHAGE. Richard Tauber was getrouwd met Charlotte Varconti. Zij is zangeres. Hij treedt nog in de operette op. N. v. O. te DORDRECHT. Deze film zal ook te Dordrecht vertoond worden. De gevraagde foto's zijn gezonden. K. T. te AMSTERDAM. De nieuwste film met Harry Liedtke is „Nie wieder Liebe", zijn partnerin is Lilian Harvey. Het adres van Greta Garbo is MetroGoldwyn-Mayer Studios, Culver-City, Californië.
kosmeti Ibileh-preparaof
% • %
Dr Dralle's „Ohne Gleichen", huidreinigend kosmetisch toilet„Ohne y Leichen" preparaat, is in den tegenwoordigeri tijd onontbeerlijk voor Dames en Heeren na stoffige autotochten, danspartijen en vermoeiende bijeenkomsten. Het vroegtijdig oud worden door gebruik van cosmetica, het ontstaan van puistjes wordt voorkomen. Onzuiverheden in het gezicht, resten van gebruikte cosmetica als poeder, schmink, rouge, lippenstift e.a., worden op de gemakkelijkste manier verwijderd door het gezicht dagelijks met een vochtig gemaakt stukje watten of linnen lapje af te wrijven. U zult verrast zijn over de uitwerking, zelfs na het gezicht met zeep gewasschen te hebben. Juist dit preparaat mankeerde tot op heden aan de volmaakte huidverzorging.
DR
DRALLE's
OHNE GLEICHEN huidreinigend kosmelischfoilefpreparaat ORICINEELE
(^2,75
B. S. W. te AMSTERDAM. Het adres van de Reinhardt-Schule is Schumannstrasse 14, Berlijn. W. L." te ENKHUIZEN. Hierbij de gevraagde adressen. Harry Piel, Ulmenallee 12, Berlijn. Truus van Aalten, Königin Augustastrasse 35, Berlijn. Gustav Fröhlich is niet getrouwd. B. de G. te HILVERSUM. Het adres van Anny Ondra is Sachsenplatz 12, Berlijn. L. G. te 's-GRAVENHAGE. Theodor Loos is getrouwd. Zijn echtgenoote is geen actrice. L. N. H. te AMSTERDAM. Het adres van Hermann Thising is Albrecht-Achillesstrasse 7, Berlijn. Hij is gescheiden. Geboren 3 October te Weenen. B. K. te SCHIEDAM. Charlotte Susa is niet getrouwd. Het adres van Lien Deijers is Kurfürstendamm 103, Berlijn. I. N. P. te ROTTERDAM. Het adres van Ramon Novarro is> Metro-GoldwynMayer Studios, Culver-City, Californië. Hij is niet verloofd. In 't Engelsch schrijven. H. C. v. E. te HILVERSUM. Wij zullen zooveel mogelijk met Uw wensch rekening houden. A. O. te WOERDEN. Het adres van R. L. is ons niet bekend. Wendt U, voor inlichtingen betreffende deze film, tot Loet C. Barnsteyn, Hoefkade, Den Haag; voor inlichtingen betreffende de toestellen tot de firma van Duinen, Prinsengracht, Amsterdam.
Voor engros = F. L. VQLLEMANS & ZONEN,Ged. Binnenrotte 137, Rotterdam, Telef. 54496
lUüMI/AM Naar wij lezen, is het mogelijk, zware hoofdpijn te verdrijven door praten I — De lijder brengt de kwaal eenvoudig op een ander overl Een athleet heeft het de vorige week meer dan drie dagen lang volgehouden om van den eenen voet op den anderen te springen. — Tenslotte belde hij den tandarts op en vroeg hoe laat hij bij hem kon komen.
Echtgenoot (by het opruimen van de schuur): „Lieve, nu bepryp ik, waarom dat bed met boenen nooit is opgekomen. Ik heb vergeten ze te zaaien I" (The Humorist)
„Er was maar éen schilderij op de tentoonstelling, waar ik naar kon kijken — en dat was het jouwe." „Dank je, kerel f" „Er stonden zooveel menschen voor de andere schilderijen I" (Gutierrez)
Vriend: „Allemachtig! Wat is dat voor een soort mascotte ?" Eigenaar van een oudenvetschen auto: „Beste •.igen kerel, met een wagen zooals deze kun je je niet sn rekening te houden de weelde permitteeren om geen met de windrichting." (The Passing Show)
„Ik geloof teen woord van dat praatje overEmilie." „Waarom begin je er dan over?" „Ik dacht, dat jij er misschien meer van wist." (London Opinion)
Op een tentoonstelling van zuivelproducten, die onlangs in Amerika werd gehouden, was een standbeeld in boter van een filmacteur te zien. — Er hing een groot bord bij, waarop toeschouwers van net schoone geslacht werden verzocht, geen smeltende blikken op den boter-heer te werpen I „De sterren hebben voor verliefden altijd een zekere romantische beteekenis gehad," schrijft een criticus. — Dit duidt natuurlijk niet op de sterren, die de jonge aanbidder ziet, als gevolg van het onwelwillende gedrag van het meisje haar vader. Een jongedame, wier handtaschje haar op straat was ontfutseld, heeft laten bekend maken, dat zij van plan is met den dief te trouwen. — Dit moge den onverlaat een les zijnt „Vitten is: ononderbroken de aandacht vestigen op onpleizierige waarheden," schrijft iemand. — De voortdurende verschijning van een kleermakersrekening zou men dus vitten per post kunnen noemen? Een vrouw hield gedurende drie en een halve minuut haar adem in, lezen wij in een wetenschappelijk artikel. — Toen zij eindelijk tot spreken in staat was, wenschte haar echtgenoot, dat hij maar niet zoo laat was thuisgekomen 1
A. P. te ROTTERDAM. Wanneer E. A. weer optreedt, staat nog niet vast. B. M. D. te GRONINGEN. Roland Varno is niet verloofd. Syd Chaplin filmt op het oogenblik niet. ^ T. S. te ALKMAAR. Olga Tschechowa filmt veel. Het adres van Lien Deijers is Kurfürstendamm 103, Berlijn. Zij beantwoordt haar brieven zelf. J. F. T. te 's-GRAVENHAGE. Lilian Harvey is springlevend en filmt nog steeds.
Voor engros: Firma A. MAAS, O. Z. Voorburgwol 239, Amsterdam, Tel. 31683, 46169
Een bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tijdschriften.
J. B. £e HOOGEZAND. Lew Ayres speelde voordien in verschillende M.G.M.en P.D.C.-films mede. He£ adres van Lew Ayres en Richard Dix is Universal Studios, Universal-Ciéy, Californië. U moeé beiden arüséen in he£ Engelsch schrijven!
L. W. te ROTTERDAM. Davey Lee zijn ouders filmen niet. Harold Lloyd filmt nog steeds. Jeannette MacDonald is gebrouwd.
JJ
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM
,s3CStUjc«i\ „Waarom huil je 100, Jongen?" „Vader verkoopt een nieuw soort leep an lederen keer, dat er een klant komt, moet ik gewasschen worden voor de reclameI" _. _ „. '. (The Passing Show) '
- 11 —
Afgewezen minnaar: „Nu, enfin, ik zou toch nooit met haar vader kunnen opschieten!"
iTit-Bits)
* ■
[üervolg van pagina 7)
„Ik veronderstel," zei Britten, „dat zelfmoord is uitgesloten en dat het 't beste is, wanneer er zoo spoedig mogelijk iets wordt gedaan." „Juist," antwoordde Clever. „U bedoelt, dat wij beter kunnen probeeren uit te zoeken, waar een bepaald persoon was om ja, om hoè laat kwam u hier?" i.Twee minuten voor negenen stopte onze taxi hier voor de deur," antwoordde mijn vriend, „en daar het nu pas vijf minuten over half tien is, hebben we nog een heelen avond voor ons. Mijnheer Dickson wil ons misschien den taxi wel afstaan? Ik heb het adres." „De taxi wacht op u," antwoordde mijnheer Dickson, „en de chauffeur is betaald." „Uitstekend," merkte Clever op. „Wilt u dan hier blijven, mijnheer Dickson?
Mijn collega Strong zal tijdens onze afwezigheid een onderzoek ter plaatse instellen, en u kunt hem daarbij zeer waarschijnlijk van dienst zijn." Mijnheer Dickson was hiertoe natuurlijk bereid en we namen hartelijk afscheid van hem. We waren reeds bij de deur, toen Britten nog even terugging en hem vroeg: „Weet u ook, of juffrouw Manners huisdieren had? Een kat, hond of een ander dier?" Dickson keek hem verbaasd aan en antwoordde toen: „Neen,-ze hield juist niet van dieren." Mijn vriend knikte ernstig en voegde zich weer bij ons, zijn onderzoekingskoffertje onder den arm. Clever zag het en merkte op: „Ik zie. dat u uw tooverkistje weer bij u hebt, mijnheer Britten. — Hebt u er nog succes mee gehad?" „We hebben een heel scherpen voet-
Poto Oodfr. de Groot
Bé Hulst, de danseres'van het ballet Else Dankmeler.
- 12
afdruk gereproduceerd," antwoordde Britten, „maar misschien heeft die met dit geval niets te maken." „Dat hoop ik maar niet," antwoordde Clever. „Een goede voetafdruk, is voorde rechtbank een heeleboel waard. Het beteekent een veroordeeling indien wij den erin passenden voet kunnen vinden." De pogingen van Clever om meer uit mijn vriend te krijgen, werden niet met succes bekroond, zoodat hij het tenslotte maar opgaf. Eenige oogenblikken later stopten we voor de woning van Dick Pommers. „Doet u het woord maar, inspecteur," zei mijn vriend. „Anders hebben we de kans, dat we er niet eens inkomen!" Clever knikte. De deur werd geopend en een kwaadaardig, harig gezicht werd door de kier zichtbaar. „Nou, wat moet je?" vroeg het. „Bent u mijnheer Pommers?" vroeg Clever. „Wat gaat je dat aan?"„We moeten u even spreken!" „Ik heb geen tijd." „U zult wèl tijd hebben, als u hoort, wie ik ben: ik ben inspecteur van politie en ik moet u voor een zeer dringende zaak spreken. Verkoop dus geen onzin!" „Inspecteur van politie?" vroeg Pommers. „En wat wilt u dan van mij?" Zijn manier van doen was opeens geheel veranderd. „Dat kan ik u moeilijk op de stoep vertellen!" antwoordde Clever. „Nou, kom dan maar binnen," zei Pommers. „Maar ik heb werkelijk weinig tijd. Ik heb vanavond al genoeg oponthoud gehad." Hij ging ons voor naar een kamer, die spaarzaam was gemeubeld en slechts één groot raam bezat. Een aantal beschreven vellen papier, die over de tafel verspreid lagen, onthulden den aard van zijn beroep._ Hij wees ons stoelen aan, nam zelf ook plaats en nam'Britten en mij eenkszins achterdochtig op. „Zijn die ook van de politie?" vroeg hij toen aan Clever. „Neen," antwoordde deze. „Deze heeren zijn particuliere detectives, en ze hadden het geval reeds vóór mij in handen. Daarom zou ik graag willen, dat ze bij dit onderhoud tegenwoordig zijn. Misschien is het zelfs wel het beste, als u de kwestie even uitlegde, mijnheer Britten," zoo wendde hij zich tot mijn vriend. Deze voldeed aan het verzoek en stak direct van wal. „We zijn hier gekomen, mijnheer Pommers," zei hij, „om u in kennis te stellen van het feit, dat juffrouw Ruth Manners vanavond plotseling is overleden." „Alle duivels!" riep Pommers uit. „Dat is al heel onverwachts! Hoe laat is het gebeurd?" • „Ongeveer kwart voor negen!" „Zonderling!" mompelde Pommers. „Ik heb haar eergisteren nog gezien en ze leek toen nog volkomen in orde. Waaraan is ze overleden?" „De omstandigheden wijzen op zelfmoord," antwoordde mijn vriend. „Zelfmoord?" herhaalde Pommers verbaasd. „Onmogelijk! Dat geloof ik niet. Wilt u beweren, dat ze zichzelf heeft vergiftigd?" „Neen," antwoordde mijn vriend. „Het
is niet. met vergif gebeurd. De dood is ingetreden als een gevolg van verwondingen, die met een scheermes aan de keel zijn toegebracht." „Alle duivels!" riep Pommers weer uit. „Wat verschrikkelijk! Maar," voegde hij er na een pauze aan toe, „waarom zou ze zelfmoord hebben bedreven? Ik kan niet gelooven, dat zij het zelf deed!" „Ik we^t het ook niet, eerlijk gezegd," bracht Clever nu in het midden. „Maar, ziet u, als zij het niet zélf heeft gedaan, moet een ander het hebben gedaan en dan zouden we moeten uitvinden, wie dat is. Daarom moeten we om te beginnen zien te weten te komen, waar een bepaald persoon vanavond om kwart voor negenen is geweest." Pommers' oogen gloeiden als van een kwade kat. „En i k ben natuurlijk die bepaalde persoon, nietwaar?" vroeg hij. „Iedereen is een bepaalde persoon," antwoordde Clever. „Voo'ral wanneer het bekend is, dat hij gedreigd heeft!" Dit antwoord scheen Pommers' woede te daen kalmeeren. Hij antwoordde kalm: „Ik heb hier sinds zes uur zitten werken. U kunt zelf zien, wat ik heb geschreven en ik kan bewijzen, dat het n a zes uur is geschreven." Clever knikte, maar zei niets. Plotseling schoot Pommers in een lach. „Wat is er te lachen?" vroeg Clever verbaasd. „Ik lach, omdat ik nog een alibi heb — een zeer compleet alibi. ledere onaangename zaak heeft haar goede zijde. Ik vertelde u, dat ik reeds verscheidene keeren in mijn werk ben gestoord vanavond. Dat was de schuld van die gekken hiernaast, de Housers, een paar neven van haar. Het zijn cabaret-artisten! En een mooi slag ook! Ze repeteeren hun onzin in de kamer naast de mijne en ik beloof u, dat het vervelend is om aan te hooren! Ze hebben me echter beloofd, niet op Donderdag- en Vrijdagavond te zullen repeteeren, omdat ik dan heb te werken en gewoonlijk doen ze het dan ook niet. Maar vanavond, juist toen ik veel had te schrijven, hoorde ik Frederik weer een van zijn idiote liedjes zingen: „Morgen komt er weer een dag om gelukkig te zijn" — en de andere begeleidde hem op de saxophoon. Ik kon het na eenige oogenblikken al niet rneer uithouden en ben naar hen toe gegaan. Frederiks vrouw deed me zelf open en maakte haar excuus. Ze zei, dat ze waarschijnlijk hadden vergeten, dat het Donderdagavond was en beloofde, dat ze zouden uitscheiden. En dat is inderdaad gebeurd, want tegen den tijd, dat ik weer op mijn kamer terug was, was het stil geworden." „Hoe-Jaat was het, toen u ging vragen of ze wilden ophouden?" vroeg Clever. „Ongeveer vijf minuten voor negenen," antwoordde Pommers. „Ik weet dit zoo goed, omdat ik even daarna
Bij blijft men kalm en helder, indien men vooraf Mijnhardt's Zenuwtabletten gebruikt. Koker 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.
de klok van den kerktoren hier in de buurt heb hooren slaan." „Zoo," zei Clever, een blik op mijn vriend werpend. „Dat is eigenlijk alles, wat we wilden weten. We hoeven u dus niet langer op te houden." Hij stond op en Britten en ik volgden zijn voorbeeld. Op de gang spraken we even fluisterend met elkaar. „Dat is jammer," zei Clever3 „ik had zoo gehoopt, onzen man te hebben gevonden." Britten zei niets, maar keek ernstig. Evenals ik, had hij natuurlijk gezien, dat Pommers een donkergrijs costuurn droeg. De stukjes stof, die wij op de schutting hadden gevonden, konden dus niet van zijn costuurn zijn, of hij had zich moeten verkleeden. Maar zijn alibi maakte, dat hij niet meer in aanmerking kwam. Plotseling scheen mijn vriend uit zijn gepeins te ontwaken. Hij wendde zich tot Clever en zei: „We doen het beste, als we het door Pommers gegeven alibi terstond aan de feiten toetsen. De Housers wonen in hetzelfde huis en we kunnen het dus direct verifieeren. Dat lijkt me ook het beste, want dan kunnen ze niet eerst onderling een afspraak maken. Ik heb er zoo'n idee van, dat we toch hier in huis de oplossing moeten zoeken." We belden aan de deur van de Housers. Een dame deed ons open. „Is u mevrouw Houser?" vroeg mijn vriend. De dame knikte en tot haar verbazing zei Britten: „We komen om eenige inlichtingen in te winnen over uw buurman, mijnheer Pommers. Het is wel een ongewoon uur voor een bezoek, doch we zijn van de politie en dus zult u dit wel willen excuseeren." „Ik denk, dat u dan beter mijn man kunt spreken," zei mevrouw Houser. „Als u even wilt wachten, zal ik hem waarschuwen." Met deze woorden duwde zij de deur dicht en liet ons buiten staan. Even later verscheen Frederik Houser en verzocht ons, hem te volgen. Terwijl we dit deden, keek ik in een kamer aan het eind van een soort portaal, en ik zag net hoe een rood kleed, dat op een tafel lag, snel werd weggetrokken. Toen we binnen waren, wees de man ons een stoel aan. Het viel op, dat het roode tafelkleed nu over een hoekig voorwerp hing, dat men waarschijnlijk aan onze blikken wilde onttrekken. „Ik zou graag willen weten," begon Britten, „om hoe laat u mijnheer Pommers van hiernaast vandaag voor het laatst hebt gezien." Frederik Houser herhaalde de vraag van mijn vriend, terwijl hij zijn vrouw aankeek en antwoordde toen: „Dat zal zoowat even over negenen zijn geweest. — Geloof je ook niet vrouw, dat het zoowat zoo laat was, toen hij hier Kwam vragen of we wilden uitscheiden met repeteeren,'omdat hij moest werken?" „Ja," antwoordde mevrouw Houser. „Dat moet wel, want ik hoorde de klok juist negen uur slaan, even nadat jullie waren opgehouden. „Ja, ziet u," verklaarde Frederik Houser, „we zijn cabaret-artisten en studeeren een nieuw liedje in. We repeteeren anders nooit op Donderdagavond, omdat - 13 -
JAN EN DE HARMONICA. De zanger Jan van Riemsdijk, zooals hij op het tooneel en voor de radio bij de harmonica voor ons zingt.
mijnheer Pommers dan werken moet, maar vanavond wilden we het er op wagen, omdat we het liedje spoedig moeten voordragen. Toen hij echter kwam klagen, dat hij door ons studeeren niet kon werken, zijn we er direct mee uitgescheden." Terwijl hij sprak, keek ik de kamer eens rond; er was iets bijzonders aan deze kamer, dat voelde ik, maar ik zou niet hebben kunnen zeggen wat. Mevrouw Houser zag erg bleek; haar man scheen weinig op ^ijn gemak en de broer, die in een gemakkelijken stoel zat, streelde een Cypersche kat, welke op zijn schoot lag, en zei geen woord. „Tusschen twee haakjes," vroeg Frederik Houser na eenige oogenblikken, „waarom'wilt u eigenlijk weten, wanneer wij Pommers voor het laatst bobben gezien?" Terwijl hij dit vroeg, haalde hij een tabakszak te voorschijn en begon een pijp te stoppen en ik merkte daarbij op, dat hij linksch was, een feit, dat werd bevestigd doordat hij zijn horloge aan zijn rechterpols droeg. „Uw vraag is zeer begrijpelijk," zei Britten, „en het antwoord er op is, dat er iets verschrikkelijks is gebeurd. Juffrouw Kuth Manners, die geloof ik, nog familie van u is, is vanavond overleden onder zeer verdachte omstandigheden. Ze is gestorven of door haar eigen hand óf door de hand van een moordenaar, ongeveer kwart voor negen. Daarom is het noodzakelijk, het alibi vast te stellen van eenige personen, op wie mogelijkerwijs verdenking zou kunnen vallen." „Lieve help!" riep Houser uit. „Wat vreeselijk!" Deze uitroep werd gevolgd door een diepe stilte, tijdens welke ik in een aangrenzende kamer het onmiskenbare schelle keffen van een Pekingees hoorde. Door het antwoord van mijn vriend [Veivolg op pagina 22]
■■;'/-■
■,'■
■.^■'•■■■■-'•■.^;'■.■-■*!^
".■v'^
' ■•Är..r:--,^
'^-^^^?:;f-r~~':~:".~^y ■
Dr. H. NANNINO's Zetpillen tegen Aambeien
Het geeft :; inderdaad een fiuweelen Teint ^
werken punstillend en genezen in korten tijd de ontstoken slijmvliezen. De
maakt het inbrengen zeergemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten h f 1.75 per doosje van 12 stuks.
Lotion nittmttrmiiwiümmisitn. HelverfraM Jthuid(Unookivoudtrbaarlyk. Metèurt en onreinheden zyn dikwijls in zeer korten tfd täl ■weggehlazen. Gehruikstanwjzini vindt men m het hy iedere flacon verpakte iodge. 'Een mooi GezUlt". Zakflacons ontvangt men bij mMendj/tg van deze ß. 0.90, Fletschen ß. ƒ JO, 2.10 en S.00. advertentie, met hi/voeging van tf Votr beeren na het schert»: Geen infecüe, cent voor porto, am S. Blindeman geen branden, geen spannen van de huid. | 6-Co., Zeedijk 116, Amsterdam
Gratis Monsterfleschje
\ DE „SCHÜKK": ,Hal Zijn we eindelijk v alleen?' STEM VAN DE OALERIJ: „Neen; maar morg-enavond zal je wel alleen zijn!"
ADVERTEERT IN DIT BfcAD VRAAGT OFFERTES
DRAAGT ZORG VOOR UW CHARME, SPAART EW JAPOIV. Transpiratie kan de meest elegante vrouw overvallen. Zij treedt onder de armen op, bederft het toilet en verspreidt een vernederenden geur. Odorono geeft U het onfeilbare middel om dit te voorkomen en om Uw smettelooze japon volkomen droog te houden onder Uw armen. Past eens per dag, onverschillig op welk oogenblik, de nieuwe zachte Odorono (kleurloos) toe, speciaal samengesteld voor hen die een gevoelige huid hebben en die lichtelijk transpireeren. Hebt U last van een bovenmatige transpiratie, gebruikt dan, slechts tweemaal per week, voor U slapen gaat, de gewone Odorono (robijnkleurig). Past toe —• laat drogen p— veegt af.
:
ODORONO Bij
OVERTOLLIG HAAR De nieuwe ontharingscrème Odorono, een vervolmaakt product, aangenaam en gemakkelijk in het gebruik, die noch in de tube, noch op de huid verhardt, completeert de verzorging Uwer oksels.
alle firma's die toiletartikelen verkoopen : f. 1.- — en f. 1,80. Stuuft 6 postzegels van 6 cent, met navolgende coupon, aan de Globe Trading Co., Singel 44, Amsterdam, voor het verkrijgen van monsters. Gelieve mil monsters Odorono te doen toekomen, tagen inwUiellng van 6 poetzegels van 6 «ent, hlerbil Ingesloten. Naam__ Adres
fiedel nm MIJN NEEF JANSSEN
^/^pechm^n^
Gthetl verruk schryfi om dit eene dame, die
y
GEBRUIK
WRIGLE/f BIJ INSPANNEND WERK Wie verantwoordelijke arbeid verricht, moet zijn zenuwen de baas blijven, leder die in zijn werk over •talen zenuwen moet besohikken, beseft eerst recht hoe Wrigley's Kauwgom rust en kalmte geelt. Ook voor sportmenschen Is Wrigley's onmisbaar om winnend uit de strijd te komen. Wrigley's • na elke maal IJd - reinigt het gebit, houdt de mond Irisch, bevordert de spijsvertering. Twee soorten: P.K. met zuivere pepermuntsmaak en Spearmint met een pittige smaak van versehe kruizemunt Beide even verrukkelijk door hun tot 't eind toe blijvende smaak. 5 ct. per pakje. Geen andere versnapering is zoo goedkoop en zoo gezond.
had deelgenomen aan een alleraangenaamst heerendiner en was nogal laat thuis gekomen. Den volgenden dag ontmoette hij een der andere gasten, die klaagde: „Mijn vrouw was vreeselijk uit haar humeur. We hebben uren lang gekibbeld. Hoe is 't jou vergaan ?" ,,0, mijn vrouw heeft mij in een oude kleerkast gejaagd," antwoordde mijn neef luchtig. „Allemachtig! En wat heb je toen gedaan ?" „Ik sloot mijzelf op, terwijl zij eischte, dat ik de deur zou openen en er uitkomen." „En heb je dat gedaan ?" De ander was een en al belangstelling. „Warempel niet I" zei mijn neef fier. ,,Ik_ben baas in mijn eigen huis!" „Ik was vroeger dokter en ik had een groote praktijk, maar door een kleine vergissing liepen mijn patiënten weg." „Wat was dat voor een vergissing?" „Ik vulde een overlijdens-acte in en doordat ik een beetje verstrooid was, zette ik mijn handteekening in de ruimte achter : Oorzaak van overlijden." „Kom ons af en toe eens opzoeken kerel." „Ik heb erg weinig tijd." „Kom gerust. Al mijn dochters zijn nu verloofd." Actrice : „Ik heb nu al jaren brieven opgebracht — kan ik niet eens een belangrijker rol krijgen ?" Directeur: „Ja ! In het vervolg zul je alleen aangeteekende brieven opbrengen."
HL-14.
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG
_
Op een publieke verkooping werd een bontmantel geveild. Vlak bij het podium stond een man, die den mantel scheen te willen hebben ; ook een dame, die aan den anderen kant van de menigte kijkers stond, deed al haar best het prachtige kleedingstuk in haar bezit te krijgen. Er waren geen andere koopers en zij boden dus hardnekkig tegen elkaar op, tot tenslotte de dame het opgaf. De naam van den kooper werd afgeroepen. Het was haar echtgenoot! „Doet uw man iets, om zijn doofheid te genezen ?" „Nee, hij heeft besloten te wachten tot de kinderen ophouden met hun muzieklessen." Dienstbode (de kamer binnenhollend) : „Cognac I" Mevrouw (terwijl zij een glas vol schenkt) : „Wat is er ?" Dienstbode : „Cognac ! ! I" Mevrouw (na het vierde glas) : „Maar wat is er dan in 's hemelsnaam ?" Dienstbode : „Hè, gelukkig ! Nu ben ik een beetje bekomen van den schok." Mevrouw : „Wat voor schok ?" Dienstbode : „Ik heb uw mooiste Chineesche vaas gebroken !"
Vraag honderd drie en twintig. Wat is een madrigaal ? Antwoorden vóór 24 Juni (abonné's in overzeesche gewesten vóór 24 Juli) in te zenden op een briefkaart, waarop duidelijk staat vermeld: Vraag honderd drie en twintig, aan ons adres : Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Onder de inzenders van juiste oplossingen verloten wij een hoofdprijs van / 2.50 en vijf troostprijzen.
METRO-GOLDWXN MÄfCR'5 QEWBLDIOB
AFWKA-F,LM
I
KOMT BINNENKORT.
14
Mijnheer Pantoffel (stralend) : „Hoera! Ik heb de honderdduizend gewonnen !" Mevrouw Pantoffel: „Waar heb jij 't geld vandaan gehaald, om een lot te koopen ?"
Vrouw : „Ik moét eenvoudig een nieuwen hoed hebben. De heele stad weet, dat ik dezen al twee jaar gedragen heb." Echtgenoot: „Dan zit er niets anders op, dan naar een andere stad te verhuizen."
|RM iH( (N
WRIGLEY
Uitgever: „Het artikel is niet slecht. Maar u moet zóó schrijven, dat iedere idioot het kan begrijpen." Auteur: „Wat begrijpt u er dan niet van ?"
„Mijnheer, u mag niet rooken in den slaapwagen." ,,En er zat iemand te slapen in den rook-coupé en daar nam je niet de minste notitie van !" . „En Lenie, hoe vond je de lezing in de vrouwen club ?" „Snert gewoonweg. Er werd geen enkelen nieuwen hoed of kostuum vertoond en toch zou de lezing gaan over: „De vrouw in haar nieuwen staat"." Een welgedane, dikke en ronde onderwijzeres gaf les in de eerste klas. Het onderwijs liep over kanaries. Onderwijzeres : „Kan iemand mij vertellen, wat een kanarie kan doen en ik niet ?" Kleine jongen : „Ik weet 't, juf! Een bad nemen in een theeschoteltje !" - 15 -
„Waarom heb je dien mijnheer er uit gewerkt', die een diner bestelde ?'' „Hij was niet nuchter." „Hoe weet je dat ?" „Hij stak zijn krant in den ring en ging zijn servet lezen." Jonge vrouw : „0, ik ben zoo ellendig ! Mijn man is al den heelen avond weg en ik heb niet 't flauwste idee, waar hij is." Ervaren vriendin: „Lieve kind, maak je niet zoo overstuur. Je zoudt dubbel zoo ellendig zijn, als je wèl wist, waar hij" was I" Kantonrechter: „De verkeersagent zegt, dat u sarcastisch tegen hem was." De gedaagde : „Dat was absoluut mijn bedoeling niet. Hij praatte tegen mij zooals mijn vrouw altijd doet en toen vergat ik mijzelf en antwoordde : Ja, lieve."
DE OPLOSSING Vraag honderd en negentien. Archimedes ontdekte de naar hem genoemde wet, terwijl hij in het bad zat. Hij merkte op, dat zijn ledematen, wanneer die onder water waren, een deel van hun gewicht verloren. Men verhaalt, dat hij het water uit vloog onder het roepen van „Eureka ! Eureka !" (Ik heb het gevonden) en inderdaad leidde hem dit tot de ontdekking, dat ieder lichaam, dat ondergedompeld wordt in een vloeistof, zooveel aan gewicht verliest als het gewicht van de door het lichaam verplaatste vloeistof bedraagt. Met de juiste beantwoording van deze vraag won de heer L. H. van Dam te Den Haag den hoofdprijs. Een troostprijs ontvingen de heer F. Dickman te Amsterdam ; mej. F. Milhaus te Middelburg ; de heer P. T. Pons te Rotterdam ; de heer W. H. B. Briedé Jr. te Noordwijk a/z en mej. B. G. Boerema te Groningen.
DE PRIVÉ-SECRETARESSE met RENATE MÜLLER
De schlager dèr schlagers FILMA - AMSTERDAM
—
MmmM.m&&&?
DE AANKOMST TE MADRID. ^■v^
«wV -
'i
'i?' /
'
■
g
'■■■
,.'■■.
^1
I.J
\\
wir f
/Wo* 31
liÊUr
-^m
fo ■■x^s ■■
U B Ifl
■■ ■.
RAMON NOVARRO TREEDT TE MADRID OP. — 17 —
Juan, een jong, talentvol zangei houdt meer van een vr"('d leven dan van studeercn Zijn LIK)od verdient hi} met zingen inCen café, waar Lola, een danseres, zijn partner is. Reeds lang heeft de oude Tio Esteban, een vroegere operazanger, wiens carrière verwoest werd door dezelfde levenswijze als Juan thans leidt, getracht den jongen naar Madrid te doen gaan om te studeeren, maar tevergeefs. Een ommekeer wordt in Juan veroorzaakt, wanneer Maria in zijn leven komt. Het teergevoelige meisje, volkomen vreemd aan de slechtheden des levens, klom 's avonds in een boom om den jongen zanger te kunnen zien. Langzamerhand verkeerden haar gevoelens in liefde, en op zekeren dag zoekt zij Juan op. Maria bekent Juan, dat zij niet weet, waar zij den nacht _ moet doorbrengen. Juans aanbod, bij hem te komen wonen, wordt gaarne aangenomen. De oude Esteban verzoent zich spoedig met de gedachte, dat Maria als huisgenootc bij hen zal komen. De liefde op het eerste gezicht, die Juan voor het meisje opgevat heeft, maakt van hem een ander mensch. Hij zal nu naar Madrid gaan om te studeeren en zoodoende een positie te verwerven. Een en ander is natuurlijk niet naar den wensch van Lola, die Maria's broer, kapitein Vargas, opzoekt en hem in kennis stelt van de verblijfplaats van zijn zuster. Het drietal is inmiddels in Madrid gevestigd en Estebans oude relaties verschaffen Juan de mogelijkheid, voor een beroemd impresario proef te zingen, die niet ^geheel ontevreden, maar van oordeel is, dat een operazanger pas goed kan zingen, wanneer „zijn hart gebroken is". Esteban besteedt heimelijk al zijn overgespaard geld om een voorstelling in de opera voor Juan te „koopen". Op den dag van zijn debuut komt kapitein Vargas om zijn zuster terug te halen. Na een hartstochtelijke scène besluit Juan zich op te' offeren, en om Maria voor te spiegelen, dat zijn gevoelens jegens haar geveinsd waren, flirt hij met Lola. De teleurgestelde Maria smeekt haar broer, haar mee te nemen. Het uur van Juans debuut nadert en Esteban beweegt hem te zingen „omdat een artist zijn publiek nooit teleurstelt". Het blijkt, dat de impresario gelijk had: nu Juans hart gebroken is, zingt hij als nooit tevoren. Als zijn nummer uit is, valt Juan in zwijm. Nu hij alles kan krijgen, wat hij begeert, is zijn eenige wensch, naar Sevilla te worden teruggebracht. Terwijl de zieke langzaam wegkwijnt, liefderijk verpleegd door Lola, die nu vreeselijke spijt van haar optreden heeft, leidt Mark een , even treurig bestaan. Lola, die begrijpt, dat zij door haar daad" twee slachtoffers dreigt te maken, grijpt ech- i ter in en maakt alles tusschen Juan | en Maria in orde. Maria verneemt de ware toedracht der zaak, zij snelt naar Juan, die nu spoedig herstelt en \ aan de zijde van Maria een gelukkige toekomst tegemoet kan gaan, gelouterd jfi door de smart. [ä MtiTRO -GOLOVJUII n/KyCU FILM
rnmmgm
^ilipili^Mwyii'
^-v~\ •■
wv
ALS HET LEVEN EEN TRAGEDIE WORDT KEIZERIN ZITA. Na een gelukkige jeugd een leven van ellende. Tegen het einde van 1891 werd in Toscane, op het kasteel van Pianore, een meisje geboren, dat van haar vader, hertog Robert van Parma, den zonderlingen naam Zita (patrones der huisbedienden) ontving. Hertog Robert van Parma bezat een ware patriarchale familie : negen kinderen van zijn eerste vrouw, prinses Bourbon van Sicilië, en twaalf kinderen van zijn tweede gemalin, prinses Marie Antoinette van Bragance. Tot deze laatsten behoort de prinses, wier levensloop wij thans zullen beschrijven. Reeds als kind toonde prinses Zita een ernstig, wilskrachtig karakter, waaraan religieus-mystieke neigingen niet vreemd waren. Dit laatste belette haar echter niet om met haar broers op de terrassen van Pianore, onder het rooken van talrijke sigaretten, te keuvelen over vraagstukken van den dag en over de nieuw-verschenen boeken, of om Molière te spelen in de theaterzaal van het kasteel. Na een jeugd van weldoen-aan-dearmen harer omgeving bereikte zij den huwbaren leeftijd en daarmee een der delicaatste perioden in het leven van prinsessen, die immers niet het recht hebben uitsluitend de ingevingen van haar hart te volgen. Tóch deed zich voor prinses Zita deze gelukkige omstandigheid voor, die misschien wel de eenig gelukkige van heel haar leven genoemd kan worden : men liet haar volkomen vrij, wien zij als toekomstig gemaal haar hand wilde schenken. In 1910, op een hofbal te Weenen, ontmoet zij den „prins harer droomen". Het was de jonge aartshertog Karl, neef van Franz Ferdinand, den erfgenaam van den troon van Oostenrijk; Hongarije. Niets of niemand verzette zich tegen een huwelijk der beide jonge menschen, dan alleen Keizer Wilhelm II van Duitschland, die zijn eigen dochter had bestemd tot gemalin van prins Karl. Zijn tegenstand kon de verbintenis echter niet tegenhouden en den 2isten October 1911 werd deze plechtig aangegaan in de kleine kapel van het kasteel Thwenertzau. De oude keizer der Dubbel-Monarchie, die toen reeds 84 jaar telde, wilde er zelf bij tegenwoordig zijn, zoodat de huwelijksvoltrekking onder de gunstigste omstandigheden plaats vond. Inderdaad waren de beide jonge echtgenooten den eersten tijd dan ook zeer gelukkig ; zij leefden ver van het Weensche hof met zijn intrigues, in een klein dorpje in Galicië, waar zich het regiment van den aartshertog bevond. Den twintigsten November 1912 werd hun daar een zoon geboren, die den naam Franz Joseph Othon ontving. Hun geluk mocht echter niet van langen duur zijn. Eerst werd prins Karl benoemd tot commandant van een infanterie-regiment, dat te Weenen in garnizoen lag, zoodat zij zich daar ook dienden te vestigen ; daarna volgde, den 28sten Juni 1914, het drama te Serajewo, waarbij Karls oom werd doodgeschoten, met het gevolg, dat Karl officieel troonsopvolger werd. Tot overmaat van ramp breekt dan nog eenige weken later de wereldoorlog uit, die de beide echtgenooten dwingt onder zeer moeilijke omstandigheden
gescheiden te leven. Karl moet naar het front vertrekken en moet het veld vrij laten aan de Duitsche diplomaten, die den oorlog zien als een „frische, fröhliche Krieg", ofschoon hijzelf met afschuw van het bloedbad is vervuld en er liefst zoo gauw mogelijk een eind aan gemaakt zou hebben, terwijl prinses Zita op verlangen van den keizer aan het hof moet blijven waar zij als de gemalin van den troonsopvolger de honneurs dient waar te nemen en waar men haar, omdat zij van Fransche afkqmst is, schuwt en met wantrouwen gadeslaat. Nog geen twee jaar later wordt de last op hun schouders gelegd, waaraan zij zullen tenondergaan. In November 1916 wordt keizer Franz Joseph op het ziekbed geworpen en alles wijst er op, dat hij er niet meer van zal opstaan. Zita besluit haar gemaal, die in Hongarije vertoeft, persoonlijk de rampzalige tijding te gaan brengen. Samen ïceeren zij terug naar Weenen en op den avond van den 21 sten November staan zij aan het sterfbed van den uitgeputten monarch. ,,Mijn kinderen," zegt deze, terwijl hij voor den laatsten keer zijn oogen opent, ,,ik laat u een verpletterenden last na en ik beklaag u . . . ." Toen stierf hij ; Karl was keizer en Zita keizerin van Oostenrijk-Hongarije. In welken zin zullen deze beide menschen, die in alles door hun groote liefde eensgezind waren, hun macht uitoefenen? Ze hoefden er niet lang over te praten om te weten welke de weg was, dien zij hebben in te slaan : den vrede moesten zij bereiken, den vrede, onmiddellijk, en tegen lederen prijs. En het is daarom, dat keizer Karl in de proclamatie, welke den ochtend näd en dood van Franz Joseph verschijnt, plechtig aan zijn volk belooft: alles te zullen doen, om in den kortst mogelijken tijd 'n eind te maken aan de verschrikkingen en opofferingen van den oorlog. Keizerin Zita van haar kant riep, ter bereiking van dit doel, de hulp in van ha'ar beide broers, prins Sixtus en prins Xavier, die aan president Poincaré en den koning van België Oostenrijks verlangen naar vrede overbrachten. Tegelijkertijd verwijderde keizer Karl alle Duitschers uit zijn onmiddellijke omgeving, een daad, die den Duitschen keizer in hooge mate verontrustte, waarvan hij dan ook op ondubbelzinnige wijze blijk gaf. Maar keizer Karl aarzelde niet Wilhelm aan het verstand te brengen, dat hij keizer van Oostenrijk en geen soldaat van Keizer Wilhelm II was. In het kamp der Geallieerden was het vredesaanbod van het Oostenrijksche keizerspaar intusschen met gemengde gevoelens ontvangen ; er was een partij, die geneigd was met Oostenrijk vrede te sluiten omdat zij er de groote voordeden van zag, maar er was óók een partij, die aan geen vrede met Oostenrijk dacht, en die het aanbod van den Oostenrijkschen keizer slechts wenschten te benutten om hun strijders aan en achter het front met nieuwen moed te bezielen. Tot deze laatsten behoorde Italië, dat rondweg verklaarde, dat een vrede met Oostenrijk, zonder dat dit Triënte, Dalmatië en de eilanden afstond, een revolutie in Italië beteekenen zou. Zoo werd de schoone droom van keizerin Zita — want het plan tot het vredesaanbod was in hoofdzaak — 18 -
van haar uitgegaan — op wreede wijze verstoord ; de oorlog zou nog langer dan een jaar moeten duren ; Oostenrijk zou verscheurd moeten worden en Keizer Karl zou in ballingschap van ellende moeten sterven .... De laatste maanden van den oorlog beteekenden voor heel Weenen een ware hel; de soldaten stonden op wacht zonder behoorlijke uniformen en de ellende en hongersnood brachten het volk tot vertwijfeling. Bulgarije gaf zich over en het revolutie-monster stak dreigend zijn kop op. Dan laat Oostenrijk aan president Wilson weten, dat het de staking der vijandelijkheden wenscht. Op dit öogenblik vertoeft het keizerlijk paar in Hongarije en door verraad van een zijner getrouwen, die het bericht doet verspreiden, dat Karl, evenals Wilhelm II, gevludit is, krijgt Bela-Kun gelegenheid zijn geesel over het Oostenrijksche volk te zwaaien. Vrienden dringen er nu bij den keizer op aan, dat hij afstand zal doen maar Zita, de wilskrachtige, verklaart trotsch : ,,Een keizer doet geen afstand!" Den volgenden dag breekt de revolutie uit ; het gansche hof vlucht, maar Zita weigert. Zij wordt echter gedwongen met haar gemaal de vlucht te nemen naar het kasteel van Eckostsa aan den Donau. Hier houdt men Karl als eenige keuze voor: afstand te doen of gevangengenomen te worden. Nog weigert hij afstand te doen en vlucht naar Zwitserland, waar hij eenigen tijd het asyl-recht geniet, om dan een poging te wagen den troon te heroveren. Per vliegmachine en vergezeld van zijn gemalin, die hem zelfs bij deze gevaarvolle expeditie niet verlaten wil, begeeft hij zich des nachts naar Hongarije dat hem nog getrouw, maar .... machteloos is. Na eenige dagen reeds zitten beiden gevangen op het kasteel van graaf Esterhazy, in afwachting van de beschikkingen, die de Geallieerden over hun toekomst zullen treffen, en het is andermaal Engeland, dat als gevangenbewaarder van ontrouwe vorsten optreedt: de keizer en de keizerin worden aan boord van de „Glowenn" gebracht, die hen naar het eiland Madeira voert, waar hun ballingsoord zal zijn. Onder de ellendigste omstandigheden komen zij er aan : zonder geld, zonder bagage, zonder kleeren zelfs! Goede vrienden komen hun in dezen nood te hulp, maar toch .... hoe intens moet het lijden zijn geweest van deze ongelukkige vrouw naast een zieken, ontmoedigden gemaal,.terwijl haar kinderen, eveneens ziek, in Zwitserland waren achtergebleven ! Na een langen lijdensweg sterft Karl (1 April 1922) en krijgt Zita toestemming zich in Spanje te vestigen. Acht dagen na haar aankomst schenkt zij er het leven aan een dochtertje. Maar ook in Spanje kan zij niet blijven ; het leven is er te duur en ze vestigt zich nu te Brussel, opdat haar zoon Othon de colleges aan de universiteit te Leuven kan volgen. Haar zoon Othon, van wiens meerderjarigheid eenige maanden geleden officieel werd kennis gegeven en die misschien de hoop in het hart van deze inderdaad beklagenswaardige vrouw heeft doen herboren worden ; de hoop, die ten nauwste verbonden is met de vraag of" hij ooit ,,het erfdeel zijner vaderen" in bezit zal mogen nemen ....
^^^■■^^■^■HB^^^^^^^^BBHi
#P.
"'
ENGELAND
.
'
'
'■
'
■
OP UW GEMAK
morel nu een schutterende reis georg
Londen, waar zoo buitengewoon veel te zien en te genieten valt! Historische gebouwenI Schitterende winkels en restaurants f En niet alleen Londen, maar geheel Engeland f De leuke dorpjes, de bosschen en rivieren! Eeuwenoude dorpjes, die tusschen de heuvels verscholen liggen! Doch niet voor degenen, die aan deze reis deelnemen, want zij zullen alles vinden, alles zien en ... zich alles herinneren f En dit alles kunt U zich permitteeren, wanneer U reist met Polytechnic.
Van Maandag tot Donderdag in Engeland. Het beste gedeelte van de week wordt besteed om door Engeland te reizen voor een totaal bedrag van 100 Gulden, alles inbegrepen. Dit is een gelegenheid om door een speciale reis in den mooisten tijd van hot iaar een aangenaam en verrukkelyk bezoek te brengen aan de moederstad van het Britsche Rijk. De reis vangt aan te Hoek van Holland 's Zondagsavonds 26 Juli, aankomst Londen (via Harwich) op Maandagochtend 27 Juli. Inbegrepen zijn. overal tweede klas reizen, drie maaltyden per dag en alle verblijf gedurende de reis, vervoer van station naar hotel en terug en fooien aan hotelbedienden. Ge behoeft niet meer onkosten te maken dan de oppegeven kosten voor de reis.
Ge zijt gedurende de geheele reis onder uitstekend geleide, waardoor alle moeilijkheden van de reis en van de taal van uw schouders worden genomen. Het gezelschap zal te Londen in een Hollandsch hotel verblijven tot Donderdagavond 30 Juli, van waaruit verrukkelijke uitstapjes zullen worden gemaakt, omvattende: Maandag: 's middags (eerste dag). Bezichtiging van Londen per autocar. Dinsdag-: Autotocht van een geheèlen dag naar Kent „The Garden of England", de Kathedraal City van Canterbury en het land van Dickens. Woensdag: Autotocht van een geheèlen dag naar het Kasteel Windsor, Eton, Stoke Poges en Paleis Hampton Court. Donderdag: Vrv om te gebruiken, zooals ge wilt. Ideaal voor de dames om ereis wat te „winkelen". Vertrek uit Londen na het middagmaal naar Harwich en Hoek van Holland.
IP € IL Y¥ IE € 1H MIC- ID. IE IS En de totale kosten bedragen slechts 100 Gulden. In het onwaarschijnlijke geval, dat er minder dan 25 deelnemers voor de reis zijn, zullen de kosten iets meer zijn. U behoeft niets meer uit te geven. Vul de coupon nu in. Sluit drie gulden als reserveergeld bij en u zult rechtstreeks uit Londen alle bijzonderheden ontvangen. Reisbiljetten en hotelcoupons zullen u dan worden toegezonden na ontvangst van het overige bedrag, dat is: het totaalbedrag
van de reis met aftrek van drie gulden reserveergeld.
Dit is een gelegenheid om een bezoek aan Engeland te brengen, dat u nooit zult vergeten. De POLYTECHNIC TOURING ASSOCIATION, welke over de geheele wereld reizen organiseert, garandeert U het grootste comfort. Vul nu de coupon in.
COUPON
Aan de Nederl. Rotogravure Mij. Qalsewater 22
—
Leiden
Ik wensch deel te nemen aan de reis naar Londen op 26 Juli, waarvoor ik 3 gulden insluit als reserveergeld. Het zal mij aangenaam zijn alle bijzonderheden te ontvangen. Naam: Adres:.
- 19 -
Knip deze coupon uit en doe haar nu op de post.
^m Lsj DEN • ir KUNSTSCHILDER
[-^
Ja
: ___
iiii
1 1 , IIÉÜi 1: 1 —HU tit-.»
4
(IM ■ ■•■ ?
JAAP
-
-,,
c
DOOYEWAARD dooK GUUS
BETLEM ffiLA• -£
JAAP Dooy.ewaard, geboren te Amsterdam, is de schilder van het intérieur, waarmede ik evenwel niet wil zeggen, dat hij zich aan geen andere onderwerpen waagt. Integendeel, ook het stilleven, landschap en portret \yorden door hem beoefend, doch zooals ieder schilder zich op een bepaald gebied specialiseert, kiest Dooyewaard het intérieur als zijn liefste onderwerp. Aanvankelijk bepaalde hij zich tot het eenvoudige Hollandsche boeren-intérieur, doch de laatste jaren trekt de binnenkamer der betergesitueerden hem meer en meer aan, door haar rijkdom aan weeldeen luxe-voorwerpen, de stijlvolle aankleeding en dikwijls prachtige stoffeering. Gedurende drie jaren bezocht Dooyewaard de Rijks Normaalschool, waarna hij op de Kunstnijverheidsschool nog het boetseeren leerde. In 191 o bezocht hij voor de eerste maal Spanje, welk land hem buitengewoon boeide, zoodat hij het nadien nog vele malen heeft bereisd. ..Voor mij," zegt Dooyewaard, ,,is Spanje het mooiste en schilderachtigste land dat er is! Daarbij haalt naar mijn opinie zelfs Italië niet!" In 1927 exposeerde Dooyewaard in Hol-
'
*T^Pfcf '~'
'•
^W-4i 1 ... mjrpsß.'._
n
afkomstig uit het huis, waar ik mijn atelier heb, en dat door kennissen van me wordt bewoond."
■ ■.■.
8
— 20
-
■ ■--
Het werk van Dooyewaard omvat, zoo• als reeds gezegd, diverse onderwerpen. In de eerste plaats zijn daar de intérieurs. In deze werken zoekt de schilder het lichte, vroolijke, zonnige element- Het stuk „After Dinner" is een buitengewoon geslaagde weergave van de luxueus, zij het ook eenvoudig gedekte tafel. De half geledigde wijnglazen, de achteloos neergeworpen avondmantel, • aÈ de beide moccakopjes, het open terras met het donkere avonduitzicht verplaatsen ons in den geest naar een weelderige, buitenlandsche hotelomgeving. Van de figuurstukken vind ik „De Zi- ^Hr geunerin" zonder twijfel een der beste. De mooie regelmatige trekken der Spaansche schoone, het rijke gewaad, en, ook hier, de donkere avond op den achtergrond, maken het schilderij tot een waar juweel. Ook het portret van den vader van den schilder is zeer goed, doch het bezit niet die kwaliteiten welke „De Zigeunerin" eigen zijn. Van de stillevens vind ik dat met de „kan" een der beste, hoewel het „Stilleven met paard" ook bijzonder verdienstelijk is. De landschappen behooren wel tot de minst belangrijke werken van den schilder. ■--.
^«SBIV ■•
■
-
,
-,
-
■"5
-«■-,•■ i
1
DE ZIGEUNERIN.
■
■. lm
JAAP DOOYEWAARD.
AFTEB DINNER. land bij de firma Buffa ö Zn. te Amsterdam, waarmee hij veel succes mocht oogsten. Zijn expositie had dan ook ten gevolge, dat hij spoedig een uitnoodiging ontving, om in New York zijn werk te komen tentoonstellen. De schilder gaf hieraan gevolg, en tot zijn eigen verwondering was het succes ook hier buitengewoon! Zelfs zoodanig, dat een tweede invitatie volgde voor September 193 1. Daar vóór zal hij echtcc nog een expositie houden in de Koninklijke Kunstzaal Kleykamp te 's-Gravenhage. „Overigens," zegt Dooyewaard wat teleurgesteld, ,,is de belangstelling in Amerika voor de Hollandsche schilders niet meer zoo bijster groot. Zelfs de schilderijen van onze oude meesters, waarvan de musea daar vroeger boordevol waren, zijn nagenoeg alle verdwenen. „Waar naar toe?" vraagt u. Ik weet het niet, maar er zijn kolossale kelders onder die musea, dat staat vast! En op vele plaatsen, waar ik vroeger een Hollandsch schilderij zag hangen, trof ik den laatsten keer bij een mijner bezoeken werk van jonge Fransche kunstschilders. Die zijn momenteel een ware rage in Amerika de Franschen. Niettemin ga ik toch vol goede hoop in het najaar naar Amerika. Voordien echter ga ik nog een paar maanden naar Noorwegen, waar ik zeven van de twaalf maanden doorbreng. Hoe ik daartoe gekomen ben? Door den Amerikaanschen schilder W. H. Singer, die .mij heeft medegenomen op een zijner reizen naar Noorwegen, en mij daar heeft geïntroduceerd. Sindsdien heb ik er een groot atelier en werk er mijn schilderijen uit. Zoo ben ik er verleden jaar begonnen aan een portret van Professor Noordenbos, die daar toevallig met vacantie vertoefde. Dit jaar zullen we elkander er opnieuw treffen, zoodat ik dan het stuk ka^ afmaken. Mijn voornaamste intérieurs zijn'
|
.
■
L-iÉafll^BfeCS^flr
m i4,
1: i
■
jtf
i^^^^^^BH <
C
' .
1
•i
m
1
^K ^"^^^^^K^l^r D
, l3iiö%' «Sfc-
■
■
%
/«r^s^. - -~*Êm
- )£/--■'
^^IÖ^JB
ftAii
v>. .-.•»"
^
STILLEVEN MET KAN. — 21 -
.
\
STILLEVEN MET PAARD.
DE VADER VAN DEN SCHILDER.
.
^s^-W--"ip^^^ /
MI -
r
,. a*^^.--^- <- TEifc
- «S!
- *?>
. .,. j^äUättdiKSH ■"';■'-'
j^p
KM
Bi
1
'.
m
'■ ■
W-
■
■:
■
^^^^^^^n
:■
■
[Vervolg, van pa&ina 13]
was mevrouw Houser nóg bleeker geworden, terwijl haar man zich onrustig op.zijn stoel heen en weer bewoog. De broer zei geen woord, maar bleef somber voor zich uitstaren. Op dit oogenblik verbaasde mijn vriend mij door iets te doen, wat ik in de gegeven omstandigheden zeer onbehoorlijk vond. Hij stond op en liep naar een plaat, welke boven liet voorwerp onder het roode tafelkleed hing en zei: „Dat lijkt wel een reproductie van Cameron " Terwijl legde hij zjiji handen op het voorwerp onder hef kleed en op hetzelfde oogenblik sprong Frederik Houser woest op en riep: „Pas op, kijk uit wat u doet, mijnheer!" Britten keek naar zijn handen en trok met opzet een gedeelte van het kleed weg. „Er is nog niets gebeurd," zei hij rustig, het kleed weer vall.en latend, en na nog een blik op de plaat te hebben geworpen, ging hij weer zitten. Weerwerd het stil in de kamer. Opeens werd de stilte verbroken door het gekef van den Pekingees en op een of andere wijze verbond dit geluid zich in mijn hersenen met de Cypersche kat, die James Houser nog steeds zat te streelen! Ik keek naar de kat en naar den man en zag toen iets, wat mij ten hoogste verbaasd deed zijn. Boven den schouder van James Houser kwam langzaam een klein rond hoofd te voorschijn, een bruin-achtig-grijs hoofd. Hooger en hooger klom het aapje en zette zich tenslotte op den schouder van James Houser. Toen, alsof het plotseling verlegen werd, sprong het op den grond en ging onder een stoel zitten. Ik was perplex. De aanwezigheid van de kat en den hond üad ik zuiver als een toeval beschouwd. Maar het aapje — en zoo'n zonderling aapje! — maakte, dat er van toeval geen sprake meer kon zijn. Op de een of andere wijze bestond er een geheimzinnig verband tusschen dezen man en het ontzielde lichaam van juffrouw Ruth Manners „Het is een afschuwelijke geschiedenis," herhaalde Frederik Houser bijna fluisterend." „Is hef niet mogelijk uit te maken, of ze zelfmoord heeft gepleegd of dat er moord in het spel is?" „Ik geloof, dat mijnheer Clever heeft uitgemaakt, dat zij vermoord is," antwoordde Britten, terwijl Clever verrast opkeek en nijdig gromde. „En is er geen spoor van den dader gevonden? U sprak toch zooeven van verdachte personen?" „Ja," antwoordde Britten, „er i s een prachtig spoor, indien het maar gevolgd kan worden. We hebben een uitstekenden voetafdruk gevonden en wat meer zegt, we hebben er een gipsafdruk van genomen. Wilt u dien eens zien?" Zonder op antwoord te wachten opende mijn vriend zijn onderzoekingskoffertje en nam er den afdruk uit, dien hij aan mij gaf. „Laat hem eens zien," zei hij terwijl. Clever had mijn vriend de laatste oogenblikken met de grootste verbazing
GEBRUIK STEEDS
Transpireerende oksels en voeten
behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel daarvoor. Het kost 45 en 60 ct. per buä en is evenals Purol, verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten.
RENIÉ.OyiMIOINIO,
(Poto Godfried de Groei
die met zijn band In cabaret Le GaTté te Amsterdam optreedt.
sprakeloos gadegeslagen. Maar nu sprong hij op en toen ik den gipsafdruk liet zien, plaatste hij zich vlak naast mij om het kostbare voorwerp tegen mogelijke beschadiging te vrijwaren. Ik legde den afdruk op de tafel en de drie menschen verdrongen er zich nieuwsgierig om heen. Frederik'Houser was zoo bleek als een doek geworden, maar hield zich overigens goed; mevrouw Houser daarentegen wankelde en het scheelde blijkbaar weinig of ze was flauwgevallen. James Houser stond achter haar en zijn gezicht was akelig verwrongen. Duidelijk zag ik mj, dat zijn blauwe jasje als het ware bezaaid was met de haren van zijn lievelingsdieren. Plotseling werd de stilte in de kamer verbroken door een stem, die begon te zingen: „Morgen komt er weer een dag om gelukkig te zijn." We wendden ons allen één en al verbazing om en onmiddellijk begrepen we, dat het geheim van de misdaad was opgelost! Britten stond weer bij de plaat, het roode kleed lag aan zijn voeten en naast hem stond een tafeltje, waarop een phonograaf stond, zooals wel op kantoren wordt gebruikt voor het dicteeren van brieven. Inplaats van de rubber luisterslangetjes, zat er echter een hoojn aan. Het stilzwijgen duurde slechts eenige seconden; toen stiet mevrouw Houser een doordringenden gil uit en viel zwaar in een stoel; haar man snelde op Britten toe, die onmiddellijk zijn polsen greep en hem in bedwang hield, terwijl Clever, die de sjtuatie met één oogopslag doorzag, zich op James Houser wierp en hem in een ommezien had geboeid. Ik snelde op den' phonograaf toe, zette hem stil en snelde toen mijn vriend te hulp, die zijn aanvaller uit de buurt van de spreekmachine probeerde
ID€ZAM — 22 -
te houden. Weldra had ook Frederik Houser, dank zij mijn tusschenkomst, de boeien aan „Inspecteur Clever," zei mijn vriend toen, „ik beschuldig deze beide mannen hier juffrouw Ruth Manners te hebben vennoord. Frederik Houser is de eigenlijke moordenaar, terwijl James Houser hem geholpen heeft door het slachtoffer vanachteren vast te houden. Mevrouw Houser is medeplichtig, omdat zij, terwijl zij weg waren, den phonograaf heeft laten spelen om hierdoor een valsch alibi te scheppen." „Ik wist er niets van," gilde mevrouw Houser. „Ze hebben me nooit gezegd, waarom ze wilden, dat ik dat ding zou aanzetten." „Daar kunnen we ons nu niet in verdiepen," antwoordde Clever. „Te zijner tijd zult u de gelegenheid hebben, uw onschuld te bewijzen. — Toe, mijnheer Barry," zoo wendde hij zich toen tot mij, „zoudt u even hier in de buurt naar het politiebureau willen telefoneeren en vragen, of ze wat manjtjetjes zenden om het stelletje in te rekenen?" Ik deed natuurlijk wat me gevraagd werd en eenige minuten later arriveerden er vijf agenten met een inspecteur in twee taxi's. Weldra snorden ze weer weg. We bevonden qns nu met zijn drieën in het huis en begonnen een grondig onderzoek in de verschillende kamers. Frederik Houser had zich geheel verkleed, doch in een la van een kast op de slaapkamer vonden we zijn blauwen pantalon en zijn tweed jasje. Er zaten bloedvlekken op! We namen ze in beslag, evenals de plaat waarop het liedje „Morgen komt er weer een dag om gelukkig te zijn" stond. Clever maakte er een net pakje van en nam het mee. De
ALS VERSTERKINGSMIDOEL N.V. AMSTEROAMSCHE CHININE-FABRIEK
dieren werden even later door een paar rechercheurs weggehaald. „Natuurlijk," merkte ik op, toen we naar huis wandelden, „het heele geval is me nu volkomen duidelijk, maar ik begrijp niet, hoe je er toe kwam de Heusers te verdenken." „Dat zul je wèl, als je het geval kalm overdenkt. In de eerste plaats duidden alle aanwijzingen op moord. Herinner je, dat ieder der vier sneden reeds doodelijk was; de drie anderen moesten dus n a het intreden van den dood zijn toegebracht, hetgeen zelfmoord dus absoluut uitsloot. Bovendien lag er een bloedplek bij de deur, terwijl het lichaam aan den anderen kant van de kamer op een canapé lag, en er daar zoo goed als geen bloedvlekken te zien waren. De vermoorde moest er dus zijn neergelegd, toen het bloeden had opgehouden. Alles wees er tevens op dat ze niet is g e v a 11 e n, toen ze aangevallen werd, anders hadden we daar de sporen van mQeten vinden en dat was niet het geval. Iemand moet haar dus van achteren hebben opgehouden. Dit klopte ook met het feit, dat er aan den achterkant van haar schort een knoop gemist werd, terwijl daar tevens de dierenharen waren te vinden. Er waren dus twee personen bij betrokken. Bovendien ble;ek uit het karakter van de sneden duidelijk, dat de mgordenaar linksch was. Toen we in den taxi onderweg naar haar huis waren, overdacht ik de zaak nog eens en kwam toen tot de volgende conclusie; juffrouw Rulh Manners was betrekkelijk rijk en had een testament gemaakt ten gunste van haar neven. Als zij trouwde, kwam dit testament te vervallen en waren de beide neven dus gedupeerd. Zij hadden er dus belang bijj dat zij zoji overlijden vóórdat zij trouwde. Met Pommers is dit niet zoozeer het geval: hij stond slechts voor een gering bedrag in haar testament en had juist belang er bij, dat zij bleef leven, omdat hij af en toe geld van haar leende. Bovendien had hij een alibi. Hij was gezien, doch dat waß met de Housers niet het geval. Pomgiers had alleen mevrouw Houser maar gezien. Toen ik dit hoorde, dacht ik opeens aan de mogelijkheid een valsch ^libi te maken door middel van een phonograaf of een gramofoon. Pommers zat te werken; het was dus zeer waarschijnlijk, dat een herhaald spelen van het liedje „Morgen komt er enzoovoort" hem buiten zinnen moest brengen en hem naar de woning van de Housers zou doen snellen. Hie'rdoor zou hij, zoo noodig, in staat zijn geweest, te verklaren, dat de beide artisten thuis waren geweest op het oogenblik, dat juffrouw Manners werd vermoord. Hun alibi kon dus valsch zijn, al had Pommers hen gehoord. Gegeven nu, dat er twee moordenaars moesten zijn geweest; dat de
Housers belang bij den dood van juffrouw Manners hadden en dat zij zoogenaamd hadden gerepeteerd op een avond, waarop zij dit anders nooit deden, lag de conclusie voor de hand, dat zij de daders moesten zijn. Mijn vermoeden werd nog versterkt, toen ik zag, dat Frederik Jiouser linksch was en dat er een kat, een hond en een aap in huis waren. Dan was er nog dat tafelkleed, dat haastig van tafel werd genomen toen wij binnenkwamen en dat diende om iets te verbergen! Ik besloot daarom eens te kijken, wat er verborgen moest worden en toen ik ontdekte, dat het een phonograaf was, besloot ik, op goed geluk de plaat te laten draaien, die gr OP stond. Dat wa.3 noadig, want anders was hun alibi natuurlijk van kracht geweest
Gelukkig stond de goede plaat er nog op en waren de aanwijzingen dus „compleet". Waaruit weer eens opnieuw blijkt," besloot hij, „hoe dom misdadigers zijn, die een valsch alibi willen construeeren. Indien de Housers niet voor valsche sporen hadden gezorgd, zouden we hen misschien nooit hebben verdacht. Het was juist hun knap alibi, dat ons naar hen toe gevoerd heeft " Voor den nieuwsgierigen lezer blijft er nog slechts te vermelden, dat tijdens het onderzoek bleek, dat mevrouw Houser inderdaad niet had geweten, waarom zij de phonograaf moest laten spelen. Frederik en James Houser konden de tegen hen ingebrachte bewijzen niet ontzenuwen en betaalden hun misdaad met hun hoofd
1DIE IM€€IBID IM 1DIE /AVriD SPEL IN DRIE BEDRIJVEN DOOR M. MORTON EN F. FRAILL OPGEVOERD BIJ HET ROTTERDAMSCH HOFSTAD TOONEEL
Uet wordt een voordeel van het theater * ■* genoemd, dat het alle uitingen, die in de groote maatschappij naar. voren komen of daarin een beteekenende rol spelen, in een sterk geconcentreerden vorm voor de. oogen -van de theater-bezoekers brengt, waardoor een veel krachtiger realiseeren der beteekenis hiervan mogelijk wordt. Het hierboven genoemde tooneelspel moet als een verwerkt detective-verhaal beschouwd worden waaraan nog is toegevoegd een helle belichting van het gevaar, dat in het huwelijk bestaat, wanneer de man zich te weinig met de vrouw bemoeit en de vriend van deze omstandigheid gebruik kan maken om zich zelf in een voordeelige positie te plaatsen. Kenneth Pawle (Louis Gimberg) is een schrijver van detective-verhalen. Zijn jonge vrouw Irene (Louise Kooiman) voelt zich door haar man, die voortdurend met zijn werk bezig is, veronachtzaamd. Nick Berkeley (Ludzer Eringa) tracht haar te troosten, wat hem lukt, zoozeer, dat het vrouwtje er toe besluit om met hem er van door te gaan, meer uit dépit, omdat zij vindt «dat haar man zich niet genoeg met haar bezig houdt, dan uit liefde voor den ander. Op het laatste oogenblik ziet Pawle het kritieke van de positie in en wordt zijn jalouzie wakker. £ijn hartstocht is dan zoo sterk dat hij zich niet ontziet om zijn mededinger te vermoorden. Hij 'doorsteekt hem in de auto, waarmee de minnaar de vrouw naar huis" heeft gebracht om haar in staat te stellen zich voor te bereiden voor de vlucht uit de echtelijke woning. Wanneer hij dan aan zijn vrouw bekent tot welke hantieling
11
: | !
•
■
.
,
m
•
■
|
il f»
*V i
s
1
Man en minnaar: Gimberg en Eringa. — 23 —
Als het tragische der Situatie tot haar doordringt. Louise Kooiman en Gimberg. hij in staat is geweest en welke gevaren hem nu dreigen, gloeit de liefde van Irene weer op en stelt zij zich geheel aan de zijde van den man. Het 3e bedrijf is voor een groot gedeelte gevuld met deze gebeurtenis. Een niet onbelangrijk en zeker interessant deel hiervan is ook het kruisverhoor dat inspecteur Lawrie (Anton Roemer) aan vrouw en man afneemt, Het publiek is in spanning en voelt de tragiek van de situatie. Als plotseling, zooals in een goed spel vol angstwekkendheid en verrassing noodig is, de ontknooping duidelijk wordt, is er een gevoel van ontspanning in de zaal merkbaar. Wie de clou van een anecdote of den afloop van een detective-verhaal aan een ander vertelt voordat deze in de gelegenheid was ze zelf te vinden of bij te wonen, doet een verwerpelijke daad. Waaraan ik mij onder geen voorwaarde zou willen schuldig maken. „De moord in de auto" is een amusant stuk, waarmee men uitstekend een avond kan vullen. De vertooning wordt voornamelijk gedragen door Louis Gimberg en Anton Roemer, terwijl Louise Kooiman verschillende malen de gelegenheid heeft om haar talent te toonen. L. E. KOS.
^^"—^^—-
EEN UFATON-FILM.
,
Productieleider: Bruno Duday. Regie: Johannes Guter. PERSONEN: Peter Hännemann Johannes Riemann Paul, zijn tweelingsbroer Maria Paudler Ruth, Peters vrouw . . H. H. Hardegg uit Buenos Aires ■ Gustav Waldau Ines, zijn dochter . . Jessie Vihrog Maxim Tartakoff . . . Tibor v. Halmay Mej. Schulze Martha Ziegler Een Maharadja Frjtz Strehlen
c R\emann, .ann (^hannes Pau\ Hanne Peter en P*^ (FrUz Stre^en^ «^.^^0 0e
Waharadia
Elk beroep drukt min of meer zijn stempel op dengene, die he.t uitoefent. Wanneer een man jaar in jaar uit slaapmiddeltjes fabriceert, is het dus geen wonder, als hij langzamerhand een slaapmuts wordt en in I tegenwoordigheid van zijn secretaresse, zijn personeel en zijn mooie jonge vrouw, alleen nog maar kan geeuwen. Zoo"n man is Peter Hannemann, wiens zaak langzaam maar zeker verloopt. Ook zijn echtelijk geluk loopt gevaar, daar zijn levenslustige vrouw troost dreigt te zoeken bij een aanbidder, den interes santen violist Tartakoff. Paul Hannemann, een tweelingsbroeder van Peter is uit heel ander hout gesneden. Paul, die sprekend op Peter lijkt, blaakt van energie. Pauls levensweg gaat niet over rozen. Zoo heeft hij de heele wereld moeten doorkruisen alvorens hij directeur van het mondaine hotel „Helvetia" werd De gasten waardeeren den steeds op geruimden en bereidwilligen directeur, die zelfs als skilooper vermaardheid geniet, om het zeerst. Op een dag echter verschijnt de Zuidamerikaansche millionnair H. H. Hardegg met zijn dochter Ines. Paul kan hem geen appartementen verhuren, daar alles bezet is. H. H. Hardegg is hierover gebelgd en besluit het heele hotel te koopen. Hij betrekt Pauls kamer en ontslaat Paul op staanden voet. Boven den machtigen Hardeg troont evenwel een nog invloedrijkt
persoon: de temperamentvolle Ines, die op "het eerste gezicht Paul lief heeft gekregen. Zuchtend moet Hardegg per auto Paul, wiens spoor in de richting van Berlijn wijst, terughalen. In Peters kantoor verschijnt op een morgen de directeur op een ongewoon vroeg uur. Het heele personeel verbaast zich er over, te meer daar de chef hen om hun indolentie flink kapittelt, wat hij tot dusver nooit gedaan heeft. De verwarring wordt grooter, als de chef om elf uur voor de tweede maal binnenkomt. Peter en Paul begroeten elkaar en Paul heeft onmiddellijk de zwakke punten van Peter ontdekt: zijn zaak en zijn huwelijk! Paul zal alles in orde brengen, maar stelt als voorwaarde, dat Peter .zoolang zal verdwijnen. Peter verlaat zijn woning, ontmoet Hardegg, die hem meeneemt naar hotel „Helvetia", waar hij door Hardegg, die hem voor Paul houdt, tot directeur wordt benoemd. In „Helvetia" is intusschen Peters vrouw Ruth in gezelschap van Tartakoff gearriveerd. Nog altijd is Ruth tegenover Tartakoff standvastig gebleven. , Als Paul Ruths afscheidsbrief vindt met het adres hotel „Helvetia", begeeft hij zich ijlings daarheen, want de firma van Peter heeft zich reeds gereorganiseerd door in plaats van slaapmiddeltjes het opwekkende „Energin" te fabriceeren, dat grif verkocht wordt. Ines is gelukkig, omdat haar directeur terug is, al wil het haar voorkomen, dat hij vroeger een energiekeren indruk gemaakt heeft. Maar zij steekt zonder veel omwegen van wal, wat Peter heel prettig vindt. Zoodra Paul is aangekomen, zet hij de flirtation, ^lie Peter met Ines begonnen is, voort, nadat hij zijn broeder uitgeschakeld heeft. Ruth ziet Pauivoor Peter aan en wordt hevig jaloersch! Er ontwikkelt zich nu een reeks amusante verwisselingen^ die eindigen met de verzoening van Peter en Ruth en de verloving van Paul en Ines, zoodat Tartakoff zich genoodzaakt ziet, iemand anders van zijn smachtende melodieën te doen genieten.
0
cchl
IN DEN „SLAAPMIDDELEN-WINKELT
JOHANNES RIEMANN EN MARIA PAUDLER. 24 -
EEN PICCOLO UIT HET ZWITSER3CHE HOTEL
MARIA PAUDLER EN TIBOR VON HALMAY. 25-
-
BE KLOOF BES BOOBS YAM CHOSKUS )inis tmeede complete oerhaal.
EEN SPANNEND AVONTUUR IN DE PERZISCHE PROVINCIE CHORASSAN.
O
M dringende redenen van familiebelang — waaraan mijn berooide financieele toestand allerminst vreemd was! — had ik dienst genomen in het leger van den Sjah van Perzië. Mijn eenige vriend daar was een jonge Engelsche luitenant ter zee, die evenals ik, door allerlei oorzaken aan lager wal was geraakt en zich nu zoo goed mogelijk door de wereld trachtte te slaan. Hij was een klein, kwiek kereltje, vlug als kwikzilver en moedig als een leeuw. Hij behoorde tot een zeer voorname Engelsche familie, doch omdat zijn ware naam hier niet ter zake doet, zal ik hem in den loop van dit verhaal Dick noemen. Wij dienden in dezelfde sectie en werden weldra beiden tot den rang van „Ombaschi" benoemd, wat ongeveer gelijk staat met luitenant. In het wilde rotsgebergte van Koerdistan vochten wij tegen hardnekkige rooverbenden; daarna kwamen wij in het nog geheel onbeschaafde en wilde gebied van de groote provincie Chorassan, waar eenige plaatselijke opstanden waren uitgebroken. Reeds in de laatste stad, welke wij hadden bezet, in Meschhed, hadden wij veel gehoord van de „kloof des doods van Chosrus", die zich tweehonderd kilometer oostwaarts bevond, vlak bij de Afghaansche grens. Sedert eeuwen bestond in deze woeste bergstreken de legende, dat bij den val der Abassiden Chosrus, de laatste heerscher over dit machtige Perzische rijk, zich met al zijn bezittingen teruggetrokken had in deze onherbergzame plaats voor de wilde benden van Osman en zijn broeder Omar, die beiden uit het geslacht van den profeet waren. Volgens de overlevering zou Chosrus verdwenen zijn in een zelfs nu nog niet geheel bekende spelonk io de rotsen. Iedereen echter, die het gewaagd had, hierin door te dringen, was een afschuwelijken dood gestorven. Door al deze verhalen, die wij bij stukjes en beetjes te hooren kregen, hadden Dick en ik het stellige plan opgevat, het kostte wat het kostte, in deze kloof binnen te dringen en het raadsel te ontsluieren. Overmoedig als wij waren, vertrouwden wij op onze goede wapenen en ons even goed gesternte om de kloof haar geheim te ontfutselen. Op een warmen Mei-avond kwamen
BEZOEKT HET
Mm-
TIHIE^TEI^ TE DEN HAAG
L©s!!5© Hlowairä] &n
imslhiilftai IMl®!FDft©po©g][?»®
in den M.G.M.-romance van de Zu idzee „Never the Twain shall meet".
wij aan bij den voet van het gebergte Puscht-I-Kuth, waar zich het geheimzinnige hol moest bevinden. Reeds eenige kilometers vóór den rotsketel weigerden onze kozakken nog een stap verder te" gaan; bedreigingen noch vriendelijke woorden waren in staat hen te bewegen. Zij waren anders bang voor dood noch duivel, maar voor geen geld ter wereld was dit geharde gezelschap over te halen om naar de beruchte kloof te rijden. Wij brachten een onrustigen nacht door en begroetten met vreugde den morgen, waarna wij ons voorbereidden op de expeditie. Mijn mannen smeekten mij, het plan op te geven en verklaarden, dat zij niet zouden dulden, dat wij beiden gns leven zoo lichtvaardig op 't spel zetten. Na lang overleggen en redeneeren liet ik Dick achterblijven en reed alleen de zwarte bergwanden tegemoet. Als ik des avonds niet terug was, moest Dick mij niet verder zoeken dan tot aan den ingang van de kloof; vooral niet verder. Wanneer er daarna weer twaalf uur verloopen waren, moest hij volgens bevel afmarcheeren, ook wanneer hij mij niet gevonden had. Na een rit van ongeveer een half uur bereikte ik den ingang van de grot. Reusachtige porfierkegels staken als rotstorens omhoog; het pad werd steeds smaller, de rotswanden vernauwden zich en sloten eindelijk het laatste stukje blauwe lucht buiten. Ik moest van mijn paard, dat onrustig begon te snuiven, afstijgen en bond het over zijn geheele lichaam bevende dier aan den stam van een verdorde accacia. Met mijn geladen — 26 -
revolver, een groot model Colt, in de rechterhand, klom ik verder over de ongelijke steenmassa's. Eindelijk kwam ik in een nauwen gang; een vochtige moeraslucht sloeg mij tegemoet. Ik knipte mijn zaklantaarn aan en onderzocht de omgeving: witte wanden van kalksteen, reusachtige stalagmieten. Ik bevond mij in een druipsteengrot. Langs een kleinen plas voerde een smal weggetje; op den bodem van den plas bewogen zich groote hagedissen met hun afschuwelijke kleurlooze lichamen en hun griezelige koppen zonder ooren. Een eindje verder hoorde ik mischen, als van een waterval, doch ik kon niet ontdekken wat het was en waar. Ik voelde een looden zwaarte op mijn borst liggen. Toen ik om een uit druipsteen gevormde galerij heenstapte, brak plotseling het koude angstzweet mij uit. In het licht van mijn zaklantaarn zag ik een gestalte langzaam op mij afkomen. Een verlammende schrik maakte mijn ledematen bewegingloos; ik wilde schreeuwen, doch kon geen geluid uitbrengen; ik was niet bij machte een spier te vertrekken; voor mijn verwarde zintuigen dansten groote kringen van vuur. Ik moest mijn oogen sluiten. Hoe lang ik zoo, onbeweeglijk, tegen den muur stond, weet ik niet meer. Toen ik mijn zinnen eindelijk weer een beetje bij elkaar had en mijn zaklantaarn weer aanstak, was de verschijning verdwenen. Op den grond kropen een paar groote griezelige spinnen rond. Toch snoerde nog steeds de angst mijn keel dicht; zoo vlug ik kon strompelde ik naar buiten. Nog eenmaal hoorde ik een
geluid achter mij en toen was het met mijn zelfbeheersching gedaan. Halfdood van angst, met gescheurde kleeren en schrammen aan handen en gelaat kwam ik uit de kloof. In mijn ontzettetjden angst moet ik een anderen weg ingeslagen hebben, want eerst na lang zoeken vond ik de plaats, waar ik mijn paard had vastgebonden. Nu was het dier weg. Ik sleepte mijn moede ledematen, die als verpletterd waren, door het zand. De zon stond reeds in het Westen toen ik eindelijk bij het kamp aankwam. Ik zwaaide en wankelde als een beschonkene en de voorpost stiet een schreeuw van schrik uit. De kalklucht had- mijn gezicht sneeuwwit gekleurd, zoodat dit met mijn diepliggende oogen een doodskop leek. De oude Tschauch-Marad kwam mij tegemoet. „Waar is Dick Effendi?" was mijn eerste vraag. De oude schudde zijn grijze hoofd. „Heeft u den Effendi dan niet gezien? Toen uw paard vanmiddag plotseling in het kamp kwam, kon de • Inglesi-Effendi het niet langer uithouden. Hij wierp zich in het zadel en joeg naar de kloof des doods!" Grootg hemel! Dick bevond zich in de gruwzame grot! En het werd al donker! Ik wilde oogenblikkelijk weer omkeeren om hem te gaan zoeken, doch mijn krachten waren uitgeput, ik kon ternauwernood meer staan. Bovendien lieten de kozakken mij niet gaan. Men droeg mij naar het flikkerende kampvuur. Rillende van de koorts doorworstelde ik den nacht, die eindeloos scheen. Dick keerde niet terug. Toen het dag werd, stQnd ik, ondanks mijn koorts, op en wankelde naar mijn paard. Het was een bijna bovenmenschelijke inspanning voor mij, om in het zadel te komen, doch de gedachte aan mijn vriend gaf mij kracht. De oude Tschauch-Marad ging met mij mee en hoewel zijn gezicht in 't geheel niet vriendelijk stond en men ^duidelijk kon zien, hoe onbehaaglijk het hem te moede was, knipte hij zelfs niet met de oogen, toen wij voor de kloof stonden. Wij bonden de paarden extra stevig vast en liepen door den mij reeds bekenden ingang. Van Dicks paard was niets te zien; ik zag echter voetsporen, die alleen van mijn vriend afkomstig konden zijn. Doordat ik den dag te voren ergens anders was uitgekomen, had ik ze toen .niet gezien. Vlak bij den ingang stootte -mijn voet t§gen een hard voorwerp: het was Dicks revolver. Ik bekeek het wapen; het was driemaal afgevuurd. Plotseling maakte weer die verlammende angst zich van mij meester en slechts met de grootste inspanning bedwong ik mij. Mijn oude metgezel leunde tegen den muur; zijn gelaat was aschgrauw en zijn tanden klapperden van ontzetting. Ik volgde zijn blik en ontdekte aan den muur tegenover mij een onbeweeglijke gestalte met een krijtwit gezicht. Toen het licht van de lantaarn er op scheen, herkende ik de verwrongen trekken van mijn vriend. Zijn spieren waren gespannen als in kramp. Slechts met al mijn energie en overredingskracht kon ik den ouden Marad er toe krijgen mij te helpen bij he* vervoeren van het lijk. Toen wij uit de grot
2500 Arbeiders 2l/2 Millioen sigaren per week
in het helle zonlicht kwamen, onderzocht ik mijn vriend nauwkeurig. Ook zijn gezicht was wit van het kalkstof. Ondanks mijn ijverig zoeken, kon ik nergens een of andere verwonding ontdekken. Aan zijn pols zag ik eindelijk twee nauw merkbare zwarte puntjes, maar dit schenen niet meer dan vlekjes op de huid en men zag ze bijna over het hoofd. Dick nam het geheim van zijn dood mee in het rotsgraf, dat mijn mannen voor hem groeven. Al deze gebeurtenissen hadden mijn gezondheid dermate geschokt, dat ik het eskadron slechts kon brengen tot de militaire post van Besg aan een ouden karavaanweg. Toen wierp de koorts mij neer op het ziekbed. Zes weken worstelde mijn lichaam met de ziekte. Dokters waren er niet en ik was dus aangewezen op de tooverkunst van een Mullah. Mijn taaie natuur redde mij van den dood, maar mün haar was aan de slapen grijs geworden De Kozakken, de bewoners van de streek, hielden stijf en strak vol, dat booze geesten mijn vriend hadden gedood en ikzelf wist er in 't geheel geen verklaring voor te vinden. Nog jarenlang had ik afschuwelijke droomen, waarin zich dat vreeselijke angstgevoel weer aan mij opdrong. Na vele jaren echter kwam ik eens in de Russische keizerlijke bibliotheek van het Kremlin en daar kreeg ik toevalligerwijze een geschrift in handen, dat mij het geheim van Dicks dood openbaarde. Het was een rapport van den Kozakkenhetman Dmitry Alexandrowitsch Orlow, die in den tijd van Kei— 27
zerin Catharina in Perzië en de provincie Turkestan had gereisd. In dit geschrift maakte hij melding van al zijn ontdekkingen en ervaringen en op een gegeven oogenblik viel mijn oog op de volgende regels: „320 werst ten Oosten van de oude stad Meschhed aan den karavaanweg, die van Teheran naar Herat voert, ligt het onherbergzame Puscht-I-Kuth-gebergte. Aan den ingang hiervan bevindt zich een groote kloof, die door de bewoners de „kloof des doods van Chosrus" wordt genoemd; zij durven deze versphrikkelijke plaats op geen mijlen te benaderen. Het is een groezelig hol, dat gevormd is door druipsteen. Wie het toch waagt, het te onderzoeken, die moet niet schrikken van de luchtspiegelingen van zijn eigen gestalte, die onstaan door' een onderaardschen waterval. Men moet in geen geval een schietwapen gebruiken, want door den knal van een schot komen onvermijdelijk de giftige spinnen, die in dit hol leven, voor den dag. Eén beet van deze afschuwelijke dieren is voldoende om een mensch binnen enkele seconden te doen sterven. Men hoede zich, dit gruwzaam oord te betreden! Tot zoover handelde het rapport van den Kozakkenhoofdjnan over de kloof des doods van Chosrus. En nu begreep ik wat de twee kleine puntjes aan Dicks pols hadden beteekend. Mijn vriend had natuurlijk geschoten, en wel op de weerkaatsing van zijn eigen gestalte, die ook ik had gezien en welke mij zoo ontzet had en de spinnen hadden hem gebeten.
>.
NIEUWS UIT DE STUDIO'S CECIL B. de Mille heeft voor het eerst een film voltooid, die niet als zijn vroegere films , The Godless Girl", ,,De Tien Geboden" en „Dynamiet", een uitgesproken probleemfilm is. ,,Madame Satan", zooals de titel luidt, is zooals hij zelf zegt, een filmklucht met muziek, waarin de hoofdrollen worden vervuld door Kay Johnson (dê door hem ontdekte artiste) en Reginald Denny. Catharine De Mille, de dochter van den regisseur, treedt hierin voor het eerst als artiste op. Sir Harry Lauder, de beroemde komiek, die voordrachten van zijn zelfgeschreven serie Schotsche liederen houdt, is filmartist geworden. Sir Harry is geëngageerd voor een serie een-acters, waarin hij de liederen zal zingen, die wereldvermaardheid hebben verworven, o.a. ,,She is my Daisy", ,,Roamin' in the gloamin", „The End of the Road" en „Nanny". Metro-Goldwyn-Mayer heeft de rechten aangekocht van Pirandello's „Naar het u lijkt" en van het Engclsche tooneelstuk „The way to try a Woman". Het stuk van Pirandello, dat zoowel in Italië als te Parijs, Berlijn en ten onzent veel succes oogstte, loopt nu sedert vier maanden op Broadway. „The way to try a Woman", geschreven door Walter Hackett, werd verleden jaar voor het eerst opgevoerd te Londen in het Duke of York-Theatre. Buster Keaton is begonnen met de opnamen voor „Sidewalks of New-York", waarin hij omringd wordt door een bezetting, voornamelijk bestaande uit kleine, jonge padvinders en andere vertegenwoordigers van jeugdig Amerika. In deze film treedt Buster'Keaton op als de hervormer, die er op uit is den Amerikaanschen jongen der groote stad op te voeden in eenzaamheid en deugd, en talrijk zijn de moeilijkheden en plagerijen waaraan hij wordt blootgesteld. „Sidewalks of New-York" is Keaton's eerste Engelsche sprekendefilm sedert vele maanden, daar hij den laatsten tijd bezig is geweest met de • Fransche sprekendefilm „Buster se Marie" en de Duitsche „Casanova wider Willen", gebaseerd op „Parlor Bathroom and Bath". Dr. Arthur. Robison, die de Duitsche editie van de film „De strafzaak Mary Dugan", met in de hoofdrollen Egon von Jor- ■ dan, Nora Gregor, Peter Erkelenz en Arnold Korff vervaardigde, is thans geëngageerd om ook aan de Engelsche productie mee te werken. De eerste Engelsche film, die hij zal vervaardigen, is „The great Lover", waarin Adolphe Menjou de hoofdrol speelt. De bekende regisseur Hanns Schwarz is geëngageerd om voor de Fransche filmfirma Gaumont zes Duitsche films te vervaardigen. Een bijzonder eervolle opdracht voor dezen jongen cineast. In de studio's te Reinickendorf is men bezig de Fransche versie van de toonfilm „Das Land des Lächelns" te vervaardigen. De romanschrijfster Alice Berend schrijft met Rudolf Eger een scenario getiteld,,Papi", dat onder regie van Joe May zal worden opgenomen. Marga Lion zal in de Ufatoonfilm „Nie wieder Liebe" eenige liederen van Mischa Spoliansky zingen. De Duitsche regisseur Dr. Arthur Robisson zal voor de Metro-Goldwyn-Mayer-film de opnamen voor de film „The Great Lo[Vervolè 2e kolom onderaan^
GRAMOPHOON.NIEUWS
■■'.
■ ; ■ •
■
' • .'
■•.■-.v
FIIM-ENTHOUSÏASTEN
WEERGEVER
0
P Parlophon 12426 speelt Magyari Imre met zijn zigeuners den „Titania Walzer" van Radics Béla en „Messina-Walzer" van denzelfden componist. Op Parlophon B 12428 speelt hetzelfde orkest den „Bihari Walzer" van Bihari en de weemoedige „Serenade" van Imre. Twee zeer mooie platen! Een geestige plaat is Tri Ergon 6128, waarop „Die 5 Songs" de tango „Mein Herz ist ein Salon für schöne Frauen" (H. May) en den fox trot „Mein Herr, ich hab Sie schon gekannt" (W. Rosen) zingen. Momboisse speelt op zijn accordeon „La Parigina" (Péguri) en „Charlotte" (Péguri), begeleid door guitaar, gespeeld door Latorre. Het nummer van deze plaat is Parlophon B 80466. Het uitstekende Paul GodwinTanz-Orchester speelt op Polydor 23762 „Baby, ich suche Anschluss", een tango van Meisel en „O cara mia", een tango van Brodszky. Hetzelfde orkest speelt op Polydor 23763 „Im Rosengarten von La Plata" (Rosen-Gilbert) en den tango „Mara" (Petersburski-Beda). Op Polydor 23838 zingt de beroemde tenor Franz Völker „Alles für Euch, schöne Frau'n", uit de toonfilm „Tingcl-Tangel" (F. Grothe) en het lied „Keine Frau kann schöner sein als Du" (S. Klupsch). Een mooie opname! De wals „Mondnacht in Sans-souci" (Rotter-Kaper) en de boston „Schöne Frau, gute Nacht" (Rotter-Kaper), gespeeld door Paul Godwin-Tanz-Orchester vindt u op Polydor 23761. Op Brunswick A 9008 zingen en spelen Red Nichols and bis five Pennies „On Revival Day" (Razaf). Voor Jazz-liefhebbers een goede plaat. Twee ouderwetsche walsen vindt u op Ultraphon A 795, n.1. „Traumideale" (I. Fucik), gespeeld door Georg Kniestädt en zijn orkest, en „Tesoro Mio" (Becucci), gespeeld door Alfred Beres en zijn orkest. Op Ultraphon A 780 spelen de „Mitglieder der Berliner Philharmoniker" onder leiding van Selmar Meyrowitz de ouverture van de opera „Alessandro Stradella" (Flotow). Een prachtige opname! Een aardige plaat is Ultraphoon A 735, Lona en Edmund Foltermayer zingen het volkslied „Die kluge Liesl und .... der noch klügere Hans" en „Dorette" .(Ein Liedlein von zwei Lästerzungen). Het „Trompeterkorps der 3e Fahr-Abteilung" speelt op Ultraphon A 809 „Lieb und freundlich" en „Schnucki", beide van Willi Thiele. Het salonorkest van Alfred Beres speelt op Ultraphon A 841 „Klosterglocken" (Lefébure-Wély) en „Silberfischen" (Kettener). Tot slot voor deze week Ultraphon A 778, waarop de „Kölner Männergesangverein", onder leiding van dirigent Professor R. Trunk zingt „In der Ferne" (Fr. Sucher) en „Frisch gesungen" (Rr. Silcher). Een zeer goed koor en eveneens een goede opname. ver" leiden. De hoofdrol in deze rolprent speelt Adolphe Menjou. Het filmscenario „Preisabbau" van A. K. von Hübbenet wordt thans als tooneelstuk bewerkt. De Aafa zal een film vervaardigen „Twee gelukkige dagen," vrij naar het tooneelstuk van dien naam, geschreven door Schönthan en Kadelburg. De populaire comédienne Louise Fazenda is geëngageerd om voor Paramount een hoofdrol te spelen in „Let's Play King." De kinderrollen in deze rolprent worden vervuld door Mizzi Green en Jackie Searl. - 28 —
J. F. te SCHIEDAM. Rolverdeeling plaafsen we in deze rubriek nie(. Lew Ayres speeH in Engelsche sprekendefilms. Marlene Dietrich is aan de Paramount, Greta Garbo aan de Metro-Goldwyn-Mayer Film Maatschappij verbonden. Beiden zijn zeer tnlentvolle filmactrices.
HOE EEN DAME IN 4 WEKEN Wlz POND LICHTER WERD f Voelt zich veel gezonder en ziet er veel betei uit. Waarom behoort deze brief door iedere corpulente vrouw g-elezen te worden? Omdat iedere gezette vrouw hierna tot gebruik van Kruschen Salts zal overgaan, dat haar slanker, energieker en leveifdiger zal maken en haar een jeugdig uiterlijk zal geven met van gezondheid stralende oogen. En dit alles tegen onbeteekenende kosten. Is 't nu geen tijd, het gezond verstand te laten werken? Leest U eens aandachtig dezen brief: „Ik zag Uw advertentie in een plaatselijk blad en besloot Kruschen Salts te gebruiken. Volgens 't voorschrift gebruik ik het iederen morgen, want ik wilde niets liever dan van mijn corpulentie verlost worden. Vroeger had ik wel getracht, dieet te houden, maar dit was meestal van korten duur, omdat ik steeds eetlust had. Toen besloot ik een proef met Kruschen Salts te gaan doen! Voordat ik begon met Kruschen Salts woog ik 192 pond en nu, terwijl ik gedurende vier weken Kruschen Salts gebruikte, nog maar ITO'/» pond. En ik moet zeggen, niet alleen voel ik me beter, mijn voorkomen is ook veel aantrekkelijker geworden. Kruschen Salts beveel ik al mijn kennissen aan en onder hen zijn er inderdaad velen, die nu ook Kruschen Salts gebruiken Ik hoop dat alle menschen, zoowel Dames als Heeren, die slank willen worden, een proef met Kruschen Salts zullen nemen. Bij 'tg-ebruik van één flacon ben ik er reeds zeker van, dat U overtuigd zult zijn. Vandaag kocht ik reeds mijn tweede flacon". Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten & fl. 0.90 en fl. T.60 per flacon.
En toen ontdekte hij opeens een biljet aan „Goed," zei ze rustig. „Ik neem de verTot nu toe was het haar vaak gelukt, de rechterzijde van de deur, waarop geantwoording op me, je in dienst te hebben zichzelf wat wijs te maken, hetgeen des te drukt stond, dat er een nette loopjongen genomen. Je salaris bedraagt vijftien shilgemakkelijker was gegaan, omdat ze niet werd gevraagd. In minder dan geen tijd ling per week. En je eerste werkje i's, dameer in Londen was en Brynmor dus weihad hij het plakkaat er afgenomen en delijk dit pak bij' juffrouw Gwendolyn Carnig zag. En de keeren, dat hij kwam, had in zijn zak gestoken. Toen ging hij den ruthers te gaan brengen. Maak haar onze ze alle mogelijke excuses van druk werk winkel binnen. Jay nam hem koetjes op, verontschuldigingen over de vergissing, die gevonden en haar jongere zusters. Bundies toen ze hem zag binnenkomen. gisterenavond werd begaan." en Jiggs, met hem uit laten gaan. „Waarmee kunnen we u van dienst zijn, En daarna duwde ze hem een kartonnen Toen dokter Leslie het nieuws had vermijnheer Titherington? Ik heb zoo juist doos in de hand en sloeg de deur voor nomen, had hij zich van commentaar onteenige toiletten uit Parijs aan gekregen. zijn neus dicht. houden. Hij had zich al eenigen tijd teWilt u die misschien bezichtigen?" voren voorgenomen zich volstrekt niet te Tony keek haar aan en mompelde glimHoe meer Marylin's trouwdag naderde, bemoeien met de keuze van zijn dochters. lachend: hoe erger ze er tegen op zag. In dit geval konden ze hem later ook nim„Ik wilde Marylin graag even spreken." „Het is niet mogelijk, het kan niet waar mer verwijten hun leven bedorven te Er kwam nu eenige belangstelling in zijn, dat ik werkelijk met Brynmor ga trouhebben. Jay's houding. wen," motnpelde ze vaak. En dit kon ze Op een keer had hij echter aan Marylin „Marylin is in de paskamer. Weet u den zich eigenlijk nog niet indenken, toen de gevraagd, of ze haar aanstaanden echtgeweg?" Tony bedankte haar en ging naar cadeaux al binnenkwamen. Ze deed haar noot alsjeblieft uit zijn studeerkamer wilde boven. uiterste best zichzelf te suggereeren, dat houden, diar hij daar soms uren kon zitten In de groote paskamer trof hij een bijna dit alles geen werkelijkheid kon zijn. praten. onnatuurlijk rustige Marylin aan. Hij bracht Een week vóór de plechtigheid werd het „Verveelt hij u, vader?" vroeg Marylin zijn verontschuldigingen dan ook slechts haar echter maar al te duidelijk. Ze was medelijdend. haperend uit en stotterde als een schoolnpar huis gegaan om een en ander voor Dokter Leslie woelde met zijn vingers ■ jongen. haar huwelijk in gereedheid te brengen en door zijn grijze haren en zag er opeens „En waarom verdween je gisterenavond haar vader, dokter Leslie, had haar bij erg verlegen uit. ineens zoo gauw?" vroeg hij haastig. zich geroepen. „Dèt nu niet precies," zei hij. „Ik voelde me niet erg lekker en daar„Er zijn verschillende pakjes voor je ge„Ijc begrijp het," zuchtte Marylin. „Ik om leek het me beter om naar huis te komen, Linnie. Ze liggen op mijn bureau." denk precies zoo over hem als u." gaan," zei het jonge meisje. Marylin kwam naar beneden, nam de „Wat zeg je me daar?" riep de oude heer „En.. ben je nu weer heeleroaal in orde?" pakjes mee naar haar slaapkamer en opende verwonderd uit. „Waarom trouw je dan in Ze knikte bevestigend. „Ja, nu ben ik ze. Het eerste bevatte een zilveren suiker's hemelsnaam met hem, kind?" weer goed." pot van juffrouw Titherington. „Maakt u zich maar nergens ongerust „Dat doet me genoegen," zei Tony. Hij Er was een briefje bij van den volgenden over, vadertje," smeekte ze. „Ik denk, dat stond zich af te vragen wat hij verder kon korten inhoud: „Ik wensch je geluk, kind, ik Brynmor op dezelfde manier beschouw zeggen, en • welk excuus hij moest aanvoemaar ik had zoo gehoopt, dat je met Tony els honderden vrouwen na haar huwelijk ren om langer bij haar te kunnen blijven. zou trouwen." Marylin staarde naar het heur man doen. Dat is dus niets bijzon„Ik geloof, dat je gehuild hebt," zei hij briefje, totdat de letters voor haar oogen opeens. En toen hij die woorden had uitders, vindt u wel?" begonnen te dansen. gesproken, liet opnieuw plotseling de herDokter Leslie liet het daarbij en begaf Het volgende oogenblik was ze op haar innering zich gelden. Wanneer had hij ook zich naar zijn spreekkamer. Niettemin vond bed neergevallen en begroef haar gezicht weer hetzelfde gezegd? O, hij wist het.... hij het erg vreemd, dat het meisje zoo iets in een kussen. Op den avond toen ze elkander voor het „O, goede hemel, ik wilde het zelf ook gezegd had. eerst in „The Emerald Dragon" ontmoetten. zoo graag," kreunde ze. En in die oogenEn nu lag Marylin temidden van haar En evenals toen ontkende ze ook thans blikken scheen het haar voor het eerst ten huwelijkscadeaux schreiend op bed. Hoeweer. volle duidelijk te worden, dat ze niet met veel bruidjes hebben vaak niet hetzelfde „Dat is niet waar!" En dadelijk begreep Tony, doch met Brynmor trouwde. gedacht als zij? „O ik kèn het nu niet Tony, dat hij het bij het juiste eind had gehad. „Luister eens, Marylin," begon hij opnieuw. „Ik...." „Ik vrees, dat ik nu geen tijd heb om met je te praten, Tony," viel het jonge meisje hem bedaard in de rede. „Je moet werkelijk weggaan. Je moogt me niet van mijn werk houden." Op een dergelijke raededeeling was Tony evenwel geprepareerd. Zooiets had hij wel verwacht. Met een triomfantelijk gebaar haalde hij de kaart tevoorschijn, welke hij van de winkeldeur had genomen. „Ik ben hier voor zaken," gaf hij op den ernstigsten toon van de wereld te kennen. „Tante Ethelberta geeft me van nu af aan geen cent meer. Ditmaal meent ze het werkelijk. Ik moet dus zoo gauw mogelijk een baantje zoeken. En wat zou je er van zeggen, als ik eens naar de betrekking van loopjongen solliciteerde?" Hij had gedacht, dat Marylin om hem zou lachen, doch in plaats daarvan keek Miss Carol Lombard, een bekende P.D.C.-ster, en William Powell, een der meest beroemde ze hem met groote, ernstige oogen aan. Paramount-acteurs, hebben zich verloofd. — 29 —
-
meer uitmaken, want de cadeaux zijn al gekomen. Het zou afschuwelijk zijn, die allemaal terug te moeten sturen. En welk nut kan het bovendien hebben?" Nadat ze goed had uitgehuild, waschte ze haar gezichtje en begon het laatste pakje te openen. Hieruit kwam een compleet stel prachtig damast tafellinnen tevoorschijn. Het bleek een geschenk van Gwendolyn Carruthers te zijn. En toen schaterde Marylin het plotseling uit. „Gelukkig, dat ik weer eens lachen kan," mompelde ze. „En die stakker is nog al zoo voor den gek gehouden met het verzenden van haar japon. Het is eigenlijk schandelijk geweest van Jay." Toen begon ze er over te denken of ze, wanneer ze getrouwd was en in Londen woonde, nog met haar oude ■ kennissen zou omgaan. Ze hoopte het van harte, want ze waren allemaal zoo goed voor haar geweest. En daarna vroeg ze zich wanhopig verdrietig af, of ze Tony ooit terug zou zien. • Marylin zag Tony evenwel terug. Het lot had het zeer ironisch geregeld, want het gebeurde den dag vóór haar huwelijk. Ze had den avond bij Jay doorgebracht en met haar alle mogelijke boodschappen gedaan, welke men gewoonlijk tot het laatst uitstelt. Ze ontmoetten elkander voor Jay's zaak en botsten zelfs tegen elkaar op. Marylin wilde het huis verlaten en Tony stapte er binnen, met de bedoeling Jay te verzoeken een klein geschenk voor Marylin mede te nemen om haar dit den volgenden dag te geven. „Tony." Zijn naam was over haar lippen gekomen, voordat ze zich er van bewust was en ze kreeg weer het gevoel, alsof haar keel werd dicht geknepen. En Tony was, niet in staat een enkel woord uit te brengen. Doch toen begonnen ze ineens alle twee tegelijk te praten, en wel over allerlei onnoodige, onzinnige dingen. Over het weer hoe laat Marylin den vorigen dag in de stad was gekomen, wanneer ze weer vertrok enz. enz. Vijf minuten lang praatten ze onafgebroken met elkander en het leek wel, alsof ze beiden bang waren, dat er een seconde stilte zou komen. Tenslotte waren ze echter uitgeredeneerd en moest er wel een stilte invallen. Een stilte, die pijnlijk en wreed was. Opeens boog Tony zich tot haar over en nam Marylin bij den arm. „Stap gauw in mijn wagen. We zullen naar buiten rijden en ergens een kopje thee drinken. Ik moet met je praten." Hij had er op dat oogenblik echter niet het flauwste idee van, waarover hij het eigenlijk met haar zou hebben.
, Er was een inwendige stem, die Marylin waarschuwde: „Als je met hem meegaat, dan zul je je trein missen." iJoch een andere stem antwoordde: „En wat komt dat er per slot van rekening op aan? Je weet zelf toch maar al te goed, dat je met liefde vijftig treinen zou missen om vijf minuten bij Tony te kunnen zijn." Ze stapte in den wagen, precies zooals vroeger. Tony drukte op den selfstarter en de lage, blauwe race-auto gleed geruischloos naar Richmond. rrZit je goed, Linnie?" vroeg hij. Ze knikte bevestigend, te gelukkig om veel te kunnen zeggen. En in die pauze merkte hij op: „Je hóórt hier in dezen wagen. O, wat ben ik een sentimenteele idioot," voegde hij er dadelijk aan toe. Toen ze Richmond bereikten, was het lunchtijd. Ze gebruikten de lunch aan een tafeltje, dat dicht bij de rivier stond en ze sloegen het zachte kabbelen van het water gade. De ober bracht hen koude zalm en komkommersalade en Rijnwijn op ijs. Marylin verbrak plotseling de stilte door te zeggen: „Ik kan me met geen mogelijkheid voorstellen, dat ik morgen ga trouwen." „Doe het niet, Linnie. O, doe het toch nietï" Deze woorden werden evenwel niet door Tony uitgesproken, maar ze lagen hem niettemin op de lippen. In die oogenblikken was het hem eerst ten volle duidelijk, van welk een groote beteekenis Marylin voor hem was. Hij was er verwonderd over bijna versuft maar het was de waarheid. Hij had Marylin lief Had haar lief. Niets en niemand kwam er verder op aan; alles verzonk in het niet bij die ontdekking. „Gay Girl" was niets dan een doode machine, en hij was ten volle bereid zijn vroeger zoo geliefd vliegtuig er aan te geven, indien hij Marylin slechts kon behouden. Marylin, met haar groote bekoring, haar heerlijken, gezonden lach, het blonde, golvende haar en de prachtige grijsblauwe oogen! O, hij had natuurlijk aldoor van haar gehouden, dat kon niet anders, maar eerst thans werd 't hem ten volle duidelijk. Waarom had hij altijd gezegd, dat hij niet het recht had om te trouwen? Idioot was hij geweest, een kwajongen Doch nu was hij een man, en met de kracht en hartstocht van een man had hij die lieve, kleine Marylin lief. Den volgenden dag zou ze evenwel met dien vervloekten Wittamore trouwen! Hij zat onbeweeglijk en staarde haar aan, terwijl de stilte steeds dieper en pijnlijker werd. Hield ze van Wittamore? Dat zou toch wel het geval wezen, want anders hoefde ze hem niet te nemen. Eensklaps herinnerde hij zich dien avond van de afscheids-
—™
HIM-ENTHOUSI ASTEN MAS ée RIJSWIJK. Het gevraagde adres is N.V. Filmmaatschappij ,,ElecÉra",Schoonderloostraaé 85, Rotterdam.
fuif, toen ze in haar slaapkamer zoo geschreid had. Hij had zich toen angstig gemaakt, dat ze verliefd op hem kon zijn.. Hij was bang geweest voor al die veranderingen, welke er hierdoor in zijn leven konden komen. En nu, nu had hij alles wat . hij bezat willen geven om het voorrecht te mogen hebben, die veranderingen te makenl Doch het was te laat.. Morgen zou ze met Brynmor trouwenl Het eenige wat hem te doen stond was, zich dapper te houden, zoodat ze niet kon merken wat er in hem woelde en in opstand kwam. Doch toen de stilte tenslotte èl te pijnlijk was geworden, zei Marylin: „Kom je op de bruiloft, Tony?" Er was een droevige glimlach om haar lippen, maar ze hield zich niettemin even flink als Tony. „Ik zal niet tot de gasten behooren, Linnie, maar er toch bij ^ijn. Misschien begrijp je, wat ik bedoel?" Een stralende glimlach kwam in haar oogen, die evenwel onmiddellijk verdween om plaats te maken voor een cynische uitdrukking. „Je bedoelt, dat je in gedachten bij me zult wezen?" Hij lachte. „Ik zal met „Gay Girl" boven de kerk cirkelen. Hoe laat vindt de plechtigheid plaats?" „Om twee uur." „Als je uit het rijtuig stapt en op het punt bent de kerk binnen te gaan, kijk dan naar den hemel, want daarin zal een gelukwensch voor je geschreven worden. Voor jou alleen, Linnie." Hij kon niet hebben, dat ze zou veronderstellen, dat die wensch ook voor Brynmor bedoeld was. „Zoodra je „Gay Girl" ontdekt, moet je met je hand wuiven, Linnie." „Goed," beloofde ze. „Dat is een prachtig idee van je, Tony." „We hebben zulke heerlijke uren samen doorgebracht, kind," klonk het heesch. „Ja." Marylin stond op en er kwam een vastberaden trek om haar lippen. „Ik moet nu naar de stad terug," Tony." Voordat ze den tuin verlieten, legde Tony zijn hand op haar arm en zei: „Ik heb een klein geschenk voor je, Linnie. Mag ik het je nu maar vast geven?" Hij haalde uit zijn zak een smal, rood fluweelen juweliersdoosje; en duwde het met een onhandig gebaar in haar hand. Marylin bleef stilstaan en opende 't doosje.
Wilt U achter blijven?
E. J. C. M. ie SOERABAIA. Eddie Polo maakt een fournée door Europa. Zoodra hij in Amerika terug is, zal hij weder filmen.
Neen natuurlijk met. de tijd vraagt vlugheid . . . Niet alleen lichamelijk, ook geestelijk. Vlug, vlug van begrip, vlug van beweging, vlugheid in verplaatsing kortom in alles.
G. H. ée ROTTERDAM. In deze rubriek plaatsen wij geen rolverdeeling. De gevraagde foto's zijn verzonden.
Alles kunt U met dwingen, maar vlugheid van beweging, daar kunt U zelf voor zorgen I Zorg slank te zi|n I Slankheid is waarborg voor vlugheid I
L. B. T. te AMSTERDAM. Iedere abonné kan desgewenscht twee filmfoto's gratis ontvangen.
Als U ook maar den mnsten aanleg hebt voor corpulentie neem dan intijds Ontvettingsboonen van Dr. Hugo Remmler, die U. zónder van Uw gewonen leefregel af te wiiken. met alleen corpulentie helpen voorkomen, maar U ook daarvan afhelpen Het resultaat is verbluffend!.
A. H. te AMSTERDAM. Het adres van Billie Dove is First National Studios, Burbank, Californië. Leeftijd vermelden wij niet. Zij is met W. I. Willat getrouwd. Indien U in het Engelsch schrijft ep antwoordcoupon insluit, zult U wel antwoord ontvangen.
Met gebruiksaanwiizing en kuurtabel in doezen ä ('2 40 bi| Apotheken en Drogisten.. 6 doozen (voldoende voor een kuur) f13 50 Importeur H TEN HERKEL - Hilversum.
C. B. LI hebt vergeten Uw adres te vermelden, zoodat wij U de gevraagde foto's niet kunnen zenden. Lilian Harvey is gezond en filmt. M. O. te AMSTERDAM. Uw opmerking w:»s juist; dank voor Uw vriendelijk sclitiiven. J. B. te HAARLEM. Het adres van Bernice Claire is Metro-Goldwyn-Mayer Studios, Culver-City, Californië.
n
,nVc\\)
Godfried de ©root
FR. D. te HAREN. Het adres van Vilma Banky is Metro-Goldwyn-Mayer Studios, Culver-City, Californië.
"Jan ßuyhenstraat 2a Amsterdam Telef 28474
P. S. te 's-GRAVENHAGE. Het adres van den acteur Theo Frenkel is Centraal Theater, Amsterdam.
Specialiteit in Moderne en artistieke foto's
Grootste prijs ii het gelukkigste geval 750.000 Reichsmark.
T\en »ie de veic reproducties van ons veife in „TJel Weehblad" Cinema a Theater
De prijzen zijn door den Slaat gegarandeerd.
gaat door de
HAMBURGER STAATSLOTERIJ
LI UI A
Van 80000 Loten rullen in 6 klassen op 32513 pri>zen vallen, verder 8 groote premies, zoodat de kans op winnen zeer gunstg is. Uitgeloot zullen worden:
11 Millioen 459.779 Reichsmark
Een zoo gunstige gelegenheid, door deze ^eldloterij spoedig 'n vermogen rijk te worden, mag — vooral in dezen tijd — niemand Jaten voorbijgaan. Hoogste prijs in het gelukkigste geval
Het gemak van LILIA
750.000 Reichsmark Hoofdprijzen en Premiën Reichsmark:
Het nieuwe hygiënische Damesverband.
300,000 200.000 150,000
LILIA Damesverband is volmaakt. De sneeuwwitte vulling is zoo zacht en koel, zoo stevig en toch soepel en het gaas er om heen zoo plooibaar als het fijnste verband. LILIA absorbeert zoo buitengewoon, dat het U nooit in verlegenheid zal brengen. Bovendien is LILIA met een speciaal antisepticum behandeld, zoodat elke onaangename reuk verdwijnt. En dan het gemak om LILIA te verwijderen. LILIA lost tn stroomend water op en verdwijnt even gemakkelijk als een stukje closetpapier.
100.000 90.000 80.000
70.000 60.000 50.000
45.000 40,000 35,000 enz.
Prijs per lot voor de Ie klas, met inbegrip van porto en trekkingslijst;
Reichsmark : of Gulden:
Geheel Lot 34.50 20.50
Half Lot 17.50 10.50
Kwart Lot 9. 5.40
De prijs der loten bhjft in alle klassen dezelfde. Officieel trekkingsplan wordt gratis toegezonden. Verzending der loten tegen vooruitbetaling in geld per aangeteekenden brief of per postwissel, desgewenscht ook onder rembours. Daar de eerstvolgende trekking reeds spoedig ZH! plaats vinden wordt omgaande bestelling verwacht, uiterlijk tot den 20 en Juni aan de Hmiptkollnkte der Hamburger Staatslottcrie von
Vraag ilechts
Samuel Heckscher senr.
„Een pak LILIA"
Hamburg 408
en men zal U begrijpen. \
■ ul!^M=JN^ä|
De Weg naar Rijkdom
Proefpak van. . . 5 stuks f OM Standaardkwaliteit . 12 stuks „ 0.75 Superkwaliteit . .12 stuks „1.15 Fabrikanten: Sashena Limited, Paragon Works, Hall. Agenten voor Nederland: J. Beijers 6 Co., Den Haag
Gelieve te zenden Naam: Adres:
Dammtorstrasse 14 Hier afknippen. Bestelbrief. lot ä
Reichsm. Gulden.
het bedrag ä Fl. verzonden per postwissel, ingesloten in bankpapler. Gelieve bedrag per rembours te heffen. — Niet gewenschte doorhalen.
31 -
WIEè ÏIVKEDENI
WOORDEN VAN ANNIE DE HOOG-NOOY
MUZIEK VAN HENRI C. VAN PRAAG
Tnsch.
ntrfTrrrrrr i inH
^
^
h 11 ih i [ i M i| \fjj]
. ^i^m--v,,y^.i;^::;-...
^....luk.kigwe«flclife wezen^ièchWatjejezelveHkehtlndat jiJHietxlje zor.^Al.tijul M^te.vVecteMbeHtHebje ^^
^Sipiis
^ffl^ ^^ ^
ƒ
5
?=*
HP ^/
^
?
J
' ^ i P
w
y^^h
3^ r
K-N
il^j'Jil^rP^lr
p..
P P J'J|^^^ Jzrz Ä>wiseewkijfzi€k vröiwtje?l^este..vre.d€n/bes.tevriMdJ)eKkwaardatmeMo|Dde wcreWófelli^ dieMöger.^er vindtiléde
^ö . ^
i
^jJ|jJT3
f%
ë
r
^
P riM" 11^111^x^44^4
r-JJ"J I i
wurftfUfaste. vreJeuBfetje feveiiyCWi*2ffl^.ljikbeL.i!UitiAl.leii «».teMWijom kM-fafixrteïe.vemsöuJm
tts
-y* Heb je soms een kijfziek vrouwtje? Wees tevreden, beste vrind I Denk maar, dat men op de wereld Stellig er nog érger vindt
En heeft vrouwlief — hoe z'ook rekent Aan haar huishoudgeld te kort. Denk niet, dat door zuur te kijken Het er bij getooverd wordt I
Is de koffietafel schraaltjes, Zoo eens zonder kaas of ham? Weet, zoovelen zijn gelukkig Bij een droge boterham I
Wees tevreden met je leven. Ondanks 'n zorgelijk bestaan! Allen moeten wij om beurten Door des levens schaduw gaanl
MAISON ODIOT 7 Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd m 7690
ir'
20 Juni 1931
PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS
,j
m vi1-^
Specialiteit voor geschenken in zilvei en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE ■ Red. en Adm.: Oaljiewater 22, Lelden, Tel. 760 Posh-ekenlnn «880
„..-
STIJLPERIODE a 'I' H.
VerschUnt wekeiyks - PiHUs per kwartaal f ï.93
eivossEropJ^^r -•-