Opleidingsmap ‘Hart voor Werk’ Inhoud 1.1 Inleiding 1.2 Mijn werkgever heeft een hartaandoening. Wat nu? 1.3 Samenwerkingsmodel Gezondheidszorg en Werk 1.4 Opleiding ‘professionele re-integratie tijdens periode van arbeidsongeschiktheid’ voor begeleiders uit de zorgsector 1.5 Opleiding ‘professionele re-integratie tijdens periode van arbeidsongeschiktheid’ voor trajectbegeleiders 1.6 Bijlagen
2
Inleiding
4
Inhoudstafel 1 INLEIDING 1.1 Beschrijving van de problematiek 1.2 Hoe kwam het project “Een hart voor Werk” tot stand? 1.3 Welke hartaandoeningen en mogelijke behandelingen zijn er? 1.4 De aanpak van het project 1.5 Hart voor Werk in een notedop
INLEIDING 5
1 INLEIDING 1.1 Beschrijving van de problematiek Het aantal personen dat lijdt aan hart- en vaatziekten zit gestaag in de lift. Dankzij de medische vooruitgang is de levenskwaliteit van personen met een hartprobleem de jongste jaren echter sterk verbeterd. Cijfergegevens over hartziekten zijn beschikbaar maar het ziekteverzuim dat hiermee gepaard gaat is in België niet in kaart gebracht. Wel werd in een onderzoek naar mogelijkheden voor systematische aanpak van verzuim aangetoond dat het niet inschakelen van mensen met een beperkte arbeidsgeschiktheid een aanzienlijke maatschappelijke kost impliceert.1 De werkgevers staan immers in voor het aantal dagen gewaarborgd inkomen en de samenleving draagt de kosten voor de vervangingsinkomens en het gemis aan inkomsten uit arbeid. Uit de probleemanalyse blijkt dat veel personen met een hartprobleem er niet in slagen om hun plaats op de arbeidsmarkt opnieuw in te nemen. Een groot aantal personen met een hartprobleem slaagt er niet in om op eigen kracht opnieuw aan het werk te gaan. Werkhervatting op eigen houtje blijkt doorgaans een zware opgave voor personen met een hartaandoening, die vaak resulteert in jobverlies. Uit een bevraging bij een 10-tal cardiale revalidatiecentra in Vlaanderen blijkt dat cardiale revalidatieprogramma’s in eerste instantie gericht zijn op het herstellen van het persoonlijk en het fysiek functioneren. Het aspect “werk” zit hierin verweven, soms in sterke mate, maar vaak slechts in beperkte mate. Elk revalidatiecentrum heeft haar eigen specifieke aanpak naar de patiënt toe, bij het ene revalidatiecentrum is de methodiek al wat uitgebreider dan bij de anderen. Maar elk van deze revalidatiecentra geeft aan dat men gebaat zou zijn bij meer/ een betere samenwerking met gespecialiseerde diensten inzake trajectbegeleiding. De aanpak van revalidatie voor de doelgroep van personen met een hartprobleem gaat uit van een sterk intramuraal gerichte benadering. Dit betekent dat patiënten zich naar een revalidatiecentrum verplaatsen en dat therapie en advies van daaruit verstrekt worden. De extramurale benadering die Een Hart voor Werk aanbiedt is er op gericht om de kans op re-integratie op de werkvloer te optimaliseren. De geïntegreerde aanpak die wordt beoogd binnen het project komt tot stand door de verregaande samenwerking tussen arbeidsmarktinstanties (GTB, VDAB..) en de medisch deskundigen in het ziekenhuis/revalidatiecentrum (cardioloog, psycholoog, verpleegkundige en kinesist in het revalidatiecentrum…).
1.2 Hoe kwam het project “Een hart voor Werk” tot stand? Het project ‘Een Hart voor Werk’ kent zijn oorsprong vanuit vzw Hartziekte, een gebruikersorganisatie die ervoor ijvert om personen met een hartziekte te ondersteunen in al hun levensfasen. Al gauw werd de vzw overspoeld door vragen van personen met een hartprobleem die gerelateerd waren aan werkhervatting. Al vanaf 2008 zocht Paul Bols van vzw Hartziekte naar een oplossing om de vele personen met een hartprobleem die moeilijkheden ervaren om opnieuw aan het werk te gaan, te kunnen helpen. Dhr. Bols bracht een deskundig partnerschap, bestaande uit vzw Hartziekte, GTB, VDAB, AZ Turnhout, CM, RESOC Kempen en SPK vzw, op de been en ging op zoek naar middelen om het project te kunnen realiseren. Uiteindelijk werden middelen gevonden bij het Europees Sociaal Fonds (ESF) en kon het project van start gaan op 1 januari 2011.
1 http://www.intro-dm.be
INLEIDING 6
De doelstelling was om gedurende de eerste twee jaren een methodiek uit te werken om zoveel mogelijk patiënten vanuit de revalidatie te begeleiden naar werk. Er werd vooropgesteld om 40 patiënten te begeleiden.
1.3 Welke hartaandoeningen en mogelijke behandelingen zijn er? Er bestaan verschillende soorten hartaandoeningen, elk met hun specifieke kenmerken en behandelingsmethoden. Met sommige hartaandoeningen valt zonder verdere problemen te werken, andere vereisen een meer intensieve opvolging en nazorg. Het is allerminst de bedoeling om alle kennis bij te brengen die gangbaar is binnen de cardiologische wetenschappen. We willen wel enigszins inzicht geven over de meest courante hartproblemen en behandelingen waarmee cliënten geconfronteerd worden, en je enigszins vertrouwd maken met het bijhorende medische jargon dat gangbaar is binnen de cardiologische revalidatiecentra. Hartkramp (angina pectoris): ontstaat wanneer het hart onvoldoende zuurstof krijgt. De symptomen zullen zich meestal eerst presenteren tijdens een inspanning. Hartkramp is een typische beklemmende, drukkende pijn achter het borstbeen. De pijn straalt vaak uit naar de linkerarm of naar de kaken en soms naar de rug of de schouderbladen. Hartinfarct/hartaanval: ontstaat bij plots afsluiten van een kransslagader. Er doet zich een vergelijkbare pijn voor als bij hartkramp, doch de klachten zijn veel intenser van aard en blijven aanhouden. Belangrijk is snelle interventie. Hoe langer een bloedvat afgesloten blijft, hoe minder kans op herstel van het geïnfarceerde gebied van het hart. Hartklepaandoeningen en endocarditis: Er zijn 2 problemen die zich kunnen voordoen bij hartkleppen. Ofwel spreekt men van een lekkende hartklep, ofwel kan een hartklep verkalken en aanleiding geven tot een vernauwde hartklep. Wanneer een hartklep structureel afwijkend is, kan deze soms ook makkelijker geïnfecteerd geraken, en dan spreekt men van endocarditis. Een lekkende hartklep kan een aangeboren afwijking zijn, maar kan ook ontstaan door ouderdom. Een vernauwde hartklep is een proces dat met de jaren toeneemt, maar kan ook al op relatief jonge leeftijd ontstaan. Afhankelijk van de ernst zal een hartklepherstel of hartklepvervanging nodig zijn. Hartstilstand: als de sinusknoop (de aan-en-uit-knop) van het hart ons in de steek laat spreken we van een hartstilstand, die zich soms door reanimatie laat behandelen. Hartritmestoornissen: wanneer het hartritme afwijkt van het normale ritme. Een normale hartfrequentie in rust bedraagt tussen 60 en 100 slagen per minuut. Bij ritmestoornissen heeft de patiënt klachten van hartbonzen of palpitaties. Een groot deel van de hartritmestoornissen wordt met medicatie behandeld. Sommige gevaarlijke ritmestoornissen dienen soms behandeld te worden met het plaatsen van een inwendige defibrillator. Geleidingsstoornissen: In het hart bevindt zich elektrisch geleidingsweefsel, dat ervoor zorgt dat het hart geactiveerd wordt en waarbij ontlading van de elektrische prikkel tot een samentrekken van de hartspier leidt. Bij een geleidingsstoornis wordt ergens in het geleidingsweefsel van het hart het stroomstootje opgehouden. Dit is vaak een ouderdomsverschijnsel, maar kan ook het gevolg zijn van een acuut hartinfarct of van een hartoperatie. Zulke stoornissen herstellen soms vanzelf. Soms dient een tijdelijke pacemaker te worden aangebracht, zodat men kan afwachten hoe de aandoening zich ontwikkelt.
INLEIDING 7
Hartfalen: is een aandoening welke verschillende vormen omvat. Er bestaat linker en rechter hartfalen, systolische hartfalen en hartfalen met bewaarde kamerfunctie. De meest voorkomende klachten van mensen met hartfalen zijn: • Vermoeidheid • Kortademigheid • Opgezette benen en enkels • Een vol gevoel in de bovenbuik, een opgezette buik • Gewichtstoename ten gevolge van vochtopstapeling • Vaker moeten plassen ‘s nachts met soms weinig urineproductie overdag • Prikkelhoest, vooral bij platliggen • Verminderde eetlust (vergevorderd hartfalen) • Slapeloosheid of onrustige slaap, duizeligheid • Koude handen en voeten Ontstekingen aan het hart: pericarditis en myocarditis worden meestal veroorzaakt door een virale infectie. Vaak zijn er wat vage klachten aan de borstkas en vaak heeft zich de voorafgaande dagen een virale infectie voorgedaan. Als behandeling moet men vaak het natuurlijke beloop afwachten. In ernstige gevallen kan opname op de dienst intensieve zorgen noodzakelijk zijn. Endocarditis is een ontsteking van één van de hartkleppen en bacterieel van aard. In eerste instantie dient een antibioticakuur te worden gestart. Helpt dit niet, dan kan een chirurgische ingreep noodzakelijk zijn. Voor meer info hierover kan je terecht op de website www.eenhartvoorwerk.be.
1.4 De aanpak van het project Van bij de start liep de ontwikkeling van de methodiek en de toepassing ervan gelijktijdig. Terwijl de eerste mensen met een hartaandoening opnieuw begeleid werden door de trajectbegeleiders van GTB, werd de methodiek stelselmatig uitgediept en verfijnd in functie van een optimale begeleiding. Vanaf maart 2011 hielden twee trajectbegeleiders van GTB een wekelijkse zitdag in het cardiaal revalidatiecentrum. Er werd voor hen een aparte gespreksruimte voorzien. De trajectbegeleiders startten met het verwerven van kennis over cardiologie. Deze kennis werd gedurende het project nog uitgebreid door de contacten met de klanten, de verpleegkundige, de kinesist, de psychologe en de cardioloog. Door hun wekelijkse aanwezigheid in het centrum, werden de twee trajectbegeleiders een deel van het team. Ze namen deel aan het stafoverleg (overleg met revalidatieteam) en waren vaak aanwezig in de oefenruimte zelf. Dit zorgde voor een erg laagdrempelige manier van werken. Er werd op een informele manier gepraat met patiënten die deel uitmaakten van het project, maar ook met andere revalidanten. Op die manier kregen de trajectbegeleiders een beter beeld over hartproblematieken en ook over de psychologische impact daarvan. GTB fungeerde vaak als klankbord om samen met de patiënt een objectieve kijk te krijgen op de problematiek en de job die er uitgevoerd diende te worden. Sommigen konden na het krijgen van voldoende informatie en na enkele gesprekken zelf het gesprek met hun werkgever aangaan. Anderen hadden nood aan meer intensieve begeleiding en ondersteuning door GTB, bvb. overleg met de werkgever.
INLEIDING 8
Deze begeleidingen brachten heel wat inzichten rond samenwerking tussen de gezondheidszorg en het werkveld. De uitgewerkte methodiek voor professionele re-integratie heeft vanuit deze ervaringen vorm gekregen. Tijdens deze fase was er, in functie van de begeleidingen, ook vaak contact met werkgevers en arts-specialisten. De GTB-trajectbegeleider fungeerde als ‘tolk’ tussen de patiënt en de werkgever en trachtte de problematiek van de patiënt zo duidelijk mogelijk te kaderen naar de werkgever in functie van de job die uitgevoerd moest worden. Tegelijkertijd had de GTB-begeleider ook de taak om de jobomschrijving en werkomstandigheden van een patiënt zo duidelijk mogelijk te krijgen, zodat de cardioloog een correcter een advies naar hertewerkstelling kon formuleren.
1.5 Hart voor Werk in een notedop Ondanks de vele voordelen van werken voor personen met een hartprobleem, ervaart deze doelgroep heel wat problemen bij werkhervatting. Vanuit die probleemstelling ontwikkelde een multidisciplinair partnerschap binnen het ESF-project “Een hart voor werk” een uniek samenwerkingsmodel tussen de verschillende instanties die actief betrokken zijn bij het revalidatieproces van de hartpatiënt. Door de nieuwe visie en methodiek kunnen personen met een hartprobleem sneller terug aan de slag. Door de kruisbestuiving van kennis en expertise kregen de trajectbegeleiders van GTB basiskennis van de belangrijkste ziektebeelden, behandelingsmethoden en cardiovasculaire risicofactoren, waardoor verbeterde begeleidingstrajecten, op maat van de patiënt, uitgewerkt konden worden. Voor het cardiologisch revalidatiecentrum is de ondersteuning door trajectbegeleiders een grote meerwaarde in het begeleidingsproces van de persoon met een hartprobleem. In de toepassing van de nieuwe methodiek bij 60 cases werden de werkgerelateerde risico’s en de impact van werk op het hart in kaart gebracht. Dit resulteerde in een checklist van mogelijke aanpassingen en instrumenten voor werkgevers. In voorliggende werkmap omschrijven we de methodiek ‘Professionele re-integratie van personen met een hartprobleem tijdens revalidatie’ en een aantal praktische instrumenten die de trajectbegeleiders kunnen benutten om voor een optimale ondersteuning te kunnen zorgen. Voor meer informatie over het project: zie www.eenhartvoorwerk.be
INLEIDING 9