Ik bemin U, Heilig Bloed, ultiem geschenk uit Uw doornagelde Handen, die mij alle schatten uit mijn Vader's Erfenis hebben gegeven. Ik bemin U, Heilig Bloed dat Uw doornagelde Voeten bevloeit en mij loswast van alle banden met de aarde. Ik bemin U, Heilig Bloed dat de lans streelt die Uw Hart wil vernietigen. Zelfs na al het leed dat ik U heb aangedaan, wil Uw Hart zich niet voor mij sluiten. Moge de stroom der Barmhartigheid mijn zondigheid verzwelgen. O Jezus, verlangend rusten Uw liefhebbende ogen op de talloze zielen die naast de Kelk van Uw Bloed verdorsten omdat zij in hun zelfzucht weigeren, eruit te drinken. Laat ook hen deel aan U hebben, opdat zij voor immer hun dorst zouden verachten en zich met de Beker van Liefde en zelfgave durven verenigen. 110. GEBED VAN VERENIGING MET MARIA, MOEDER VAN DE VERLOSSING
Jezus heeft op Uw armen gedragen willen worden. Houd mij klein, opdat U ook mij zou kunnen blijven dragen, want slechts in kleinheid kan ik doorheen de smalle poort der verlossing naar Uw wereld terugkeren. O Moeder Maria, neem mij volkomen in U op, dan zal nog slechts het hemels Licht mijn ziel doorstralen, en alle duisternis verwezen worden naar haar bron in het rijk van de dood. Jezus' zelfgave had verlossende kracht omdat ze in uiterste Liefde gegeven werd. Laat mij liefhebben met Uw Hart, opdat ik door, met en in U de wereld moge helpen verlossen van de ketenen van de haat, en ook mijn kruis een bron van Licht voor zielen moge zijn. ♥♥♥ Willen delen in de erfenis van Maria’s jawoord : ziehier de kern van Uw roeping als christen. Maria’s aanvaarding van het Moederschap over Jezus was het begin van het Nieuw Verbond. Ook van U wordt een constant vernieuwd jawoord verwacht, waarmee U zich door totale toewijding ten dienste stelt van Gods Heilsplan.
(door “Myriam van Nazareth”) 111. GEBED VAN VERENIGING MET MARIA, Lieve Moeder Maria,
OPENBARING DER HEMELSE VREUGDEN
Opnieuw heerst de duisternis van Golgotha in de harten, doch de harten laten niet toe dat het stralend Kruis hun bodem heiligt. In het verlossende Lijden heeft Uw Jezus Zijn bestaansgrond vervuld. Ben ook ik niet geboren om door U aan het Doodsbed der Zonden te worden prijsgegeven als kleine losprijs voor zielen. Lieve Moeder, ik heb deel aan de genaden van het Licht die U voor mij put uit de Bron die door het Kruis is ontsloten. Laat mij ook deel hebben aan de grote belofte die U aan God hebt gedaan. Ik wil delen in de erfenis van Uw jawoord. In U heeft het Woord het vlees gehuwd. Laat ook mij Uw heiligdom betreden om mij er met het Woord van Eeuwig Leven te verenigen.
(door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Uw Moederlijke stem in mijn hart sluit mijn ogen van vlees met een gordijn van kleurrijk licht, en aan de schouwende ogen van mijn ziel vertoont zich Uw wereld. Stralend als duizend zonnen ontvouwt zich voor mij Uw verheerlijkte wezen als een verblindend witte Lelie. Uw blik ontmoet de mijne in een niemandsland, niet meer van deze aarde, reeds behorend tot het rijk van het Licht.
Jezus heeft willen groeien in Uw Schoot, de Tempel van de Heilige Geest. Mag ik opgroeien in de Tempel van Uw Onbevlekt Hart, de schoot die kinderen van het verlossende Licht baart.
Onder Uw aanraking deint mijn hart weg op hemelse golven.
Jezus heeft uit U geboren willen worden voor de wereld. Mag ik uit U geboren worden voor de hemel.
O Hemelse Verschijning, zelfs mijn waarneming lijkt nu de Uwe.
Jezus heeft door U gevoed willen worden. Wil ook mij voeden, opdat ik moge leven voor het Licht, en mijn kalvarie besprenkeld moge worden met het bloed waaraan het Woord zich heeft gelaafd. 42
Uw glorie berooft mij van elk vermogen. Alle "ik" wordt "wij" naarmate mijn bewustzijn doordringt in de wereld van de ziel. Ik leef slechts op het kloppen van Uw Hart, want hier omvat mijn hart de onuitspreekbare oneindigheid. In het ontastbare bezit ik alles, omdat ik U nu volkomen toebehoor en van U, Venster op de Bron van alle Heerlijkheid, bezeten ben. 43
Uw glimlach ontsluit voor mij het tijdeloze wanneer een engel schatten van Uw hand in mijn ziel begraaft. Doch Uw belofte is niet van deze wereld. De sleutel in Uw hand is niet bestemd voor aardse sloten. Nog tikt de klok van mijn ballingschap de horizon van mijn bestemming tegemoet.
licht, tegen de achtergrond van zijn levensroeping. Alles wat daarmee niet verenigbaar is, schuift hij zo snel mogelijk opzij. 109. AKTE VAN LIEFDE TOT HET HEILIG BLOED (door “Myriam van Nazareth”)
O schitterende Koningin, hoe dichtbij blijkt Uw Land zonder schaduwen, doch geen benen van vlees zullen het ooit bereiken.
Lieve Jezus,
Met hemelse tederheid wordt Uw glimlach van Liefde aan mijn schouwende ogen onttrokken en als een onvergetelijke kus in mijn hart gegrift tot aandenken aan een reis die geen getuigen duldt.
Korenaar van Eeuwig Leven, voor mij gemalen tussen de stenen der Voorzienigheid. Elke dag heb ik Uw Brood gegeten, opdat ik sterk zou worden voor Uw Rijk.
In het rijk van onze ontmoeting was mijn ik gestorven en tot Liefde geworden. Nu U mij opnieuw baart in de wereld van het ik, moet ik om liefde bedelen opdat ik zou leven. Ik vind haar terug in mijn hart, terwijl mijn voeten Gods wegen betreden en mijn schouder opnieuw de last van mijn loutering torst. Want zie, ik heb mij in Uw handen gegeven als een bedelaar, en heb de rijkdom van het Kruis der Hemelse Vreugden geërfd.
Verteerd door het vuur van de Geest, omhelst mijn hart de Beker van Uw Heilig Bloed, het rode sap der Liefde dat alle haat beschaamt.
O Moeder van de Genade, eens komt de dag dat ook de schatten die U in mijn hart hebt gelegd, mij worden geopenbaard. Dan zal ik zelfs de Vader bezitten, omdat Uw zegel op mij rust. 112. GEBED VAN VERLANGEN NAAR HET ONBEVLEKT HART VAN MARIA (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Smartvol in de heerlijkheid, hoezeer tracht Uw Moederhart naar de liefde van Uw kind, U op Golgotha gegeven. Hoe ontembaar verlangt mijn hele wezen naar Uw nabijheid, die mij Jezus en de Heilige Geest in het hart stort. Als een bloem in de zon opent mijn ziel zich in de warmte en het licht van Uw Aanwezigheid. O Bloesem van de Eeuwige Lente, Uw Vrucht heeft stervende volkeren gevoed. Openbaar nu Uw schoonheid aan mijn verblinde ogen, opdat ik de Zomer moge erven. Bij elke ontmoeting in de Tempel van Uw Onbevlekt Hart drenkt U het diepste van mijn wezen aan de Fontein van het Hemels Vuur dat mij laat branden van liefde en mij wil zien stralen van Uw zuiverheid. Heilig nu mijn dorstende ziel, opdat ik het licht dat ik van U mag ontvangen, in zijn volheid over verduisterde zielen kan uitstorten. 44
In ons beider Moeder Maria, wier bloed U in Haar moederschoot heeft gevoed, zijn wij bloedbroeders geworden. Ik neem U op in de woning van mijn hongerig hart, en voel er het branden van Uw Hart, dat geen rust zal kennen tot Uw laatste druppel Bloed in mij is overgegaan. O Jezus, open mijn hart. Slechts wanneer het Uw Bloed volkomen in zich opneemt, zal het niet verdrinken. Laaf mijn dorst vóór het vuur mij verschroeit. Ik bemin U, Heilig Bloed, voor mij uit hemelzoete poriën gevlucht in Gethsemani, in afgrijzen voor de afschuwelijke zondenlast die Uw Kruis zal worden. Ik bemin U, Heilig Bloed, onder de geselroede uit de Tempel der volmaakte onthechting gedrongen om te getuigen van de ware Liefde van Hart tot hart, van Ziel tot ziel. Ik bemin U, Heilig Bloed, gave van het Hoofd onder de kroon van de spot, opdat mijn hoogmoed voor eeuwig bevlekt zou worden en de ledematen van Uw Kerk groot zouden worden in kleinheid. Ik bemin U, Heilig Bloed, geschenk van de Schouder die het Kruis van mijn dwaasheid draagt. Laat mij vluchten in zelfinkeer, want de last van mijn zonden wordt vergolden met het Bloed dat leven geeft. Ik bemin U, Heilig Bloed dat zich bij de drievoudige val onder mijn onbeschaamdheid verenigt met de aarde die mij draagt. De grond waarvan ik leef en waarop ik gezondigd heb, is door U geheiligd. Ik bemin U, Heilig Bloed dat de Liefde op Veronica's doek prent, opdat ik mijn zwakheid zou begraven aan de voet van het Kruis. Ik bemin U, Heilig Bloed aan Uw Wonden ontrukt wanneer de Eeuwige Hogepriester Zijn Gewaad wordt ontnomen opdat de zelfgave volmaakt zou zijn. O Parels van Liefde, kom de naaktheid van mijn hart bekleden. 41
108. GEBED TOT DE HEILIGE GEEST OM HET GODDELIJK LICHT (door “Myriam van Nazareth”) Beminde Heilige Geest, Als een ondoorzichtbaar gordijn omweeft duisternis de aarde, en sluit in de harten het venster op Uw wereld. Vele van Gods kinderen hebben de deur tot hun hart gesloten. O Allerheiligste Vuur van Goddelijke Liefde, breek alle deuren van zelfverdoeming open en neem de sleutels in bewaring, opdat geen twijfel, angst, onzekerheid of misleiding uit de eeuwige poel van verderf de kans zou krijgen, ze opnieuw te sluiten. Laat het gordijn van de liefdeloosheid in Uw Haard van heiliging verteren, opdat aller ogen het eeuwige Licht mogen aanschouwen. Laat elke schaduw in de harten wijken en vestig elke blik op Jezus en Maria, de Zon en Maan uit het Rijk van de Waarheid, die de nacht tot een eeuwige dag zullen maken. Moge Hun Licht de verborgen paden van de zonde voor alle ogen zichtbaar maken. Moge alle duisternis in de harten opgenomen worden in de schittering van Hun altijddurende Aanwezigheid, opdat de mensheid in een geest van totale overgave ontvankelijk moge worden en blijven voor de wonderen van troost, verlichting en verlossing, die God achter alle deuren wil verrichten. ♥♥♥ Lieve Moeder Maria, ik leg mijzelf aan Uw voeten met de totale overgave van een bloem die zich door U laat oprapen, aan Uw Hart laat drukken en laat begieten met het zuivere en levengevende water van Uw heiligheid. (Myriam, zomer 1998) ♥♥♥ Een instrument van Maria tracht mensen te benaderen zoals Maria zelf ze zou benaderen : in vurige liefde, opperste zuiverheid, en met één doel voor ogen : hun ziel naar het vuur van de Hemelse Liefde en het Licht te trekken. Hij plaatst alle contacten met mensen in een totaal spiritueel 40
Onbevlekt Hart, bed van hemelse rozen die mijn ziel beschermen tegen het onkruid dat haar bedreigt. Hoe kaal is de tuin die voor U gesloten blijft, hoe wankel is mijn liefde wanneer ik U niet aanschouw, want wie U ziet, ziet het mooiste wat God in Zijn Liefde voor de mens heeft bereid. Onbevlekt Hart, met lelies bezaaid, miskend toonbeeld van zuiverheid. Hoezeer verlang ik ernaar, U het geschenk van een deugdzaam leven aan te bieden. Hoe snel verdort toch de tuin der deugden wanneer de Tuinier vergeten wordt. Onbevlekt Hart, door het zwaard doorboord. Hoezeer bemin ik het kleurloos bloed dat zo overvloedig uit Uw liefhebbende ogen is gevloeid tot medeverlossing van mijn zondige ziel. Ondanks alle pijn is het Kruis Uw eeuwige liefde geworden. Ik geef U ook mijn kruisje als een liefdegave, want in U zal het door de Vader verheerlijkt worden. Onbevlekt Hart, omkneld door doornen van haat en onverschilligheid. Hoezeer voel ik U hunkeren naar de zalvende balsem uit de tranen van mijn medelijden en liefde. Welke hemelse bloemen ontluiken in mijn hart wanneer mijn tranen zich met Uw doornen verenigen. Ik wil Uw doornen met U delen, want ze dragen Uw naam. Onbevlekt Hart, hemels rustoord voor mijn gekwelde ziel, paleis van Licht dat alle duisternis verjaagt, kerker waarin alle kwaad geketend wordt. Door de Vlam van Uw Liefde verteerd, wil ik in U verborgen worden, door de wereld vergeten, maar een kleine haard van warmte wanneer de wereld U en Jezus vergeet. 113. GEBED TOT MARIA, MOEDER DER VERDWAALDEN (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Als verloren schatten ziet U Uw kinderen verdwalen op de eenzame wegen der verleiding. Hun zielen scheuren op het puin van valse beloften die tot zonde leiden, doch trots en zelfzucht verhelen vele tranen. Vergeefs wacht het ware Geluk op hen vóór de gesloten deur van hun eigen hart. O Moeder van zoete troost, roep hen naar huis terug. Bent U niet Gods balsem voor gewonde harten ? Onder het Kruis heeft Jezus al Zijn schapen in Uw Hart binnengeleid, doch velen weten niet waar ze zijn. Ze worden er gedrenkt in de oceaan van Gods genaden, doch verdorsten. O mag ik Uw kleine wegwijzer zijn. Mijn hart draagt Uw naam. Mijn geest leeft van Uw gedachten. U beweegt zelfs mijn handen. 45
Zie, de Geest heeft mij aan Uw Moedermelk gelaafd, en ik ben geheel de Uwe geworden. De witte Nectar die de kleine Jezus sterk maakte, heeft mijn oude ik gedood. U hebt mij in Uw Hart begraven en mij op de as opnieuw gebaard om troosteloze wegen te bezaaien met Uw bloemen van Liefde. Nu vergezel ik U op elke reis naar mijn hart langs paden die geen sterveling kent noch vermoedt. Ik heb mij aan U uitgeleverd als een stuk brood om door U te worden gegeten en verteerd, en in volmaakte vereniging totaal in U over te gaan. O teerbeminde Moeder, in mij brandt het heimwee van Uw Hart. Uw jawoord, uit Liefde geboren, is in Liefde gestorven en leeft verder in de verborgen pijnen van Uw Moederhart. Alle smart is geheiligd in een stroom van Liefde, die al het wereldse heeft weggespoeld. Geloof en hoop konden U nooit verlaten, want de tranen die Uw ogen wasten, ontsproten aan de Bron der Hemelse Zuiverheid. Doch Uw erfenis van volmaakte Liefde baart de meest verscheurende hartepijn. Mijn bedroefde Moeder, geen mensenhart peilt de bodem van de smart waarmee het afscheid van Jezus Uw minziek Hart heeft gewurgd. Welk mensenhart doorgrondt ooit Uw pijn om elk kind dat zich van U heeft losgerukt om voor eeuwig aan Uw Moederliefde te verzaken. Lieve Moeder Maria, U hebt mij tot volmaakte vereniging met en in U geroepen. Mag ik elke dag opnieuw mijn verdwaalde zusters en broeders de weg wijzen naar Uw Hart, opdat Zij er het Licht van Christus zouden vinden en ik Uw Moederhart moge helpen genezen van de wonden die de onwetendheid van misleide kinderharten er heeft geslagen. 114. GEBED TOT MARIA, KONINGIN VAN DE STILTE (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria,
Slechts omdat U in mij bent en ik in U, kan ik U mijn liefde schenken. Ik wijd ze U toe in haar vurigheid, want Uw gloed verteert in mijn hart alles wat niet liefde is. Ik wijd ze U toe in haar droefheid, want mijn kinderhart lijdt zo onder alle liefde die U en Jezus niet wordt gegeven. Ik wijd ze U toe in haar onuitsprekelijkheid, want onder de aanraking van Uw ziel verstomt elke taal. O Moeder, leer mij Uw liefde bij de Blijde Boodschap, opdat ook ik onvoorwaardelijk "ja" kan zeggen tegen Gods liefdegave. Leer mij Uw liefde bij Jezus' Geboorte, opdat ook ik voor mijn medemensen zuivere liefde kan baren. Leer mij Uw liefde bij de Opdracht van Jezus in de Tempel, opdat ook ik alles wat mij dierbaar is, in vertrouwen aan God durf weggeven. Leer mij Uw liefde bij de Vlucht naar Egypte, opdat ook ik gevaren en vervolgingen moge trotseren uit liefde voor het onvergankelijke. Leer mij Uw liefde bij Uw zoektocht naar de 12-jarige Jezus, opdat ook ik onvermoeibaar moge zoeken naar verloren hemelse schatten. Leer mij Uw liefde bij de Bruiloft te Kana, opdat ook ik te allen tijde oog zou hebben voor de noden van mijn naaste vóór de mijne. Leer mij Uw liefde tijdens de Kruisweg, opdat ook ik geen last of pijn zou schuwen om Jezus te volgen. Leer mij Uw liefde onder het Kruis, opdat ik trouw zou blijven aan de Liefde terwijl deze voor mijn ogen lijkt dood te bloeden. Leer mij Uw liefde bij de Kruisafneming, opdat ook ik de wonden moge zien die liefdeloosheid de medemens toebrengt. Lieve Moeder, de erfzonde heeft ons beroofd van het vermogen tot volmaakt liefhebben. Bekom voor mij de zuivere liefde waarmee Uw hele wezen bij Uw Onbevlekte Ontvangenis werd omwikkeld, opdat ik bevrijd moge worden van de pijn om het onvermogen, U de bloemen te geven die voor mij in mijn armoede onbereikbaar zijn.
Stille Burcht van Liefde en zachtmoedigheid, Koningin van het rijk van het hart, waar de onvergankelijke Liefde woont en slechts de stilte fluistert. Als een geruisloze beek holt Uw zachte liefdegave elke rots van zelfzucht en haat uit. Uw stilte overstemt de schreeuw van de bekoring voor al wie luistert met de oren van het hart. O Moeder, in stille inkeer beschouwt mijn innerlijke blik U in Uw zo verheven eenvoud.
46
39
Uw handen hebben de wereld zoveel gegeven, doch de wereld heeft ze slechts bespuwd. Daarom geef ik U mijn handen. Zij zullen Uw kinderen alles geven wat ik van U heb gekregen, opdat ik steeds rijker aan U en Jezus zou worden. Uw voeten zijn verwond op het puin van de wegen der zonde waarop U Uw kinderen te hulp snelt. Daarom geef ik U mijn voeten, want ik wil voor U Gods wegen op aarde helpen bereiden. Uw ziel oogst meer distels dan bloemen. Daarom geef ik U mijn ziel zoals een kind een bloempje geeft, nietig doch als goud in eigen ogen. Maak haar tot een lelie, zoals God haar heeft bedoeld, opdat zij U vreugde moge schenken. O Moeder, de liefdegave van mijn ziel is voor U als de kleine Ark van ons Verbond. In haar heb ik mijzelf aan U weggeschonken, want het zaad van de Geest is in de aarde gezaaid om vruchten voort te brengen, en het zaad van de vruchten zal in de aarde terugkeren, voor alle eeuwen der eeuwen. 107. SMEEKBEDE TOT MARIA OM DE ZUIVERE LIEFDE (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Volmaakte Akker aan wie de Zaaier de Kiem der Vernieuwing toevertrouwde, in U ontsproot de Wijnstok die zielen laaft voor de eeuwigheid. Tussen Uw Hart en het Zijne stroomde het reine sap der Hemelse Liefde. De Geest van de oogst verscheen boven de dorre woestijn, de Wijnstok werd uitgeperst en bracht het Bloed der Bevrijding voort, dat de Akker doordrenkte en er de Bron der volmaakte Liefde deed ontspringen. O zuivere afstraling van de Heilige Drieëenheid, Uw hele wezen is Liefde. Geen schaduw van zelfzucht houdt stand in de schittering van Uw Tegenwoordigheid. Wie in U leeft, smaakt de verlokking van de volmaakte Liefde, het water dat zielen wast en zonden verdrinkt. O Hemelse Koningin, hoe zoet is het verlangen, te beminnen met het vuur van de Geest en de zuiverheid van de engelen. O Maria, zo machtig op het Hart van Uw goddelijke Zoon, hoe oneindig is Uw almacht over het kleine hart van Uw nietig kind dat in Uw Aanwezigheid tot een bedelaar is geworden. Met hoeveel vreugde verhoort U mijn smeken om in en door mij lief te hebben, opdat mijn schamele liefde volkomen zou worden.
38
In stille toewijding huwde U met de Geest om het Woord te baren dat slechts de zuiveren zouden horen. In de stilte van Uw Moederhart leed U onder het Kruis de smarten die geen sterveling doorgrondt, terwijl het Woord in Gods Mond terugkeerde om voor eeuwig in de stille diepte van kleine harten wortel te schieten. In stille overgave waste U de Wonden van Hem die zweeg opdat kleine onmondigen de eeuwige Waarheid zouden verkondigen. In stille ontboezemingen spreekt U nu in mijn hart. In een tedere blik of zacht gebaar ontvloeien U duizend woorden. Onze harten verenigen zich in de taal van de Hemelse Liefde. U leert Uw kind, Uw stille Aanwezigheid te beluisteren die de gelukzaligheid ademt die alle woorden tart en het begrip van dove zielen te boven gaat. O Moeder, slechts in deze wereld van liefdeloosheid roepen de monden en zwijgen de harten. Doch waar harten geopend zijn, worden zielen één en laven zij zich aan dezelfde Bron. Hoe zou ik U NIET kunnen begrijpen, U wier Bloed mijn hart bevloeit in golven van het meest onuitspreekbare gemoed dat de Vader in de tedere stilte vóór alle tijden heeft gekneed. Lieve Moeder, wil Uw kind leiden op de eenzame weg der stille beschouwing van de eeuwige schoonheid. Moge ook mijn mond zich slechts openen om woorden van liefde, voorspraak, troost en gebed te fluisteren tot verdoofde harten die nog niet klaar zijn om de zoete stem van de Koningin van de Stilte te horen. ♥♥♥ God vindt U slechts in de stilte. Stilte staat voor inkeer, rustige beschouwing in de beslotenheid van het eigen hart. Maria spreekt in de stilte, want slechts in de stilte kan vrede in Uw hart heersen. Een vredige ziel is zachtmoedig. 115. SMEEKBEDE OM DE KOMST VAN DE HEILIGE GEEST (door “Myriam van Nazareth”) Beminde Heilige Geest, Brandende Pijl die zich in de harten boort en er alle bloed bezwangert met het vuur van de heiligheid, hoe onderkoeld is Gods Schepping geworden.
47
Tranen van leed, eenzaamheid en kwelling hebben in talloze harten het vuur van de Liefde geblust. De smeulende as van de hoop is alles wat hen rest. O verschroeiende Wind van vernieuwing, uit Jezus' Mond gestoten aan het Kruis van de miskende Liefde, ontdooi de bevroren harten, erfenis van het kille vuur van de hel. O Bloem der Eeuwige Waarheid, in uitverkoren zielen ontloken op het Eerste Pinksteren, zuiver de verwaarloosde tuinen van het onkruid der misleiding. O oneindige Lichtbron die duistere geesten verlicht, wek alles tot leven wat in de zielen gestorven is aan het gif van de onwetendheid. Sluit de ogen voor het dwaallicht uit het rijk van verval. O Schatkamer der Eeuwige Deugden, wek in de afgedwaalde harten het verlangen naar het huwelijk met Uw Hemelse Bruid Maria, de Schatbewaarster van al Uw gaven, opdat zij aan de Fontein van Gods genaden gelaafd mogen worden. O verkwikkende Bries van de scheppende Wijsheid, verdrijf de rook die Uw wereld voor doffe mensenogen verbergt, opdat zij hun ongeloof kunnen begraven. Bevrijd Gods blinde erfgenamen van werelds denken en wereldse gehechtheden. O allesbezielende Almacht, stort de kennis van de Eeuwige Waarden in de harten, opdat zij in vreugde en vrede zouden leven. Leer Gods kinderen elkaars diepe schoonheid te ontdekken en te eren. Kom Heilige Geest, zucht van Liefde, eeuwige Stem die het Woord fluistert doorheen de eeuwen, kom ons vervullen van Gods Wijsheid. Kom Heilige Geest, Vuur van de scheppende tedere Liefde, laat alle harten branden voor God en alles om zich heen. Kom Heilige Geest, gevleugelde drager van alle kennis, openbaar ons Gods heerlijkheid en onthul ons het diepe wezen van onze eigen ziel. Kom Heilige Geest, Adem van Eeuwig Leven, bevrijd ons uit de beklemmende slavernij van de duisternis die harten en zielen verstikt. Kom Heilige Geest, stort U over ons uit met de volheid van Gods gaven, opdat wij de weg van de heiligheid vinden die leidt naar het ware Geluk in Uw Rijk van het Licht.
106. GEBED TOT BEZEGELING VAN MIJN VERBOND MET MOEDER MARIA (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, In de heilige bloem van Uw Moederschoot, de Tempel waarin Jezus voor deze wereld werd gevormd, ben ik één met U geworden. Mijn ziel en geest, mijn vlees en bloed zijn er door U gekneed en op de liefdegolven van Uw hartslag gevoed. Alles wat ik heb en ben, draagt de stempel van Uw vertrouwensvolle verwachting. Zo hebt U mij aan de wereld toevertrouwd, met het genadevol verlangen om ooit in Uw armen naar mijn Bron terug te keren. O Moeder, hoezeer poogt de wereld ons te scheiden. Doch de band die mij aan U bindt, kan niemand aan deze zijde van het gordijn tussen onze werelden breken, want hij is door de Vader geschapen, door Jezus geheiligd en door de Heilige Geest voor de eeuwigheid bezield en verzegeld. Kil verkrampt mijn kinderhart om Uw tranen, Uw troosteloosheid om de onverschillige goddeloosheid van ontelbare zusters en broeders. Zie mijn armoede, lieve Moeder, zij heeft U zoveel te geven. Daarom kom ik tot U, rijk in mijn nietigheid, en geef U het niets dat ik heb, opdat wij samen alles zouden bezitten. Uw Hart is gekroond met de doornen van de smart. De naalden doorboren het dieper naarmate het zwelt onder Uw onbegrepen Liefde. Daarom geef ik U mijn hart. Het zal voor U kloppen opdat ons Verbond moge leven tot het einde der tijden. Uw ogen aanschouwen leed dat geen mensengeest vermoedt. Zij hebben het steeds in Uw tranen gewassen en ten hemel gevoerd. Doch mijn hart kreunt onder Uw bedroefde aanblik. Daarom geef ik U mijn ogen. Begenadig hen met Hemelse regen, opdat in Uw Blik weer de zon der Heerlijkheid moge stralen. Uw schouder torst de last van al Uw kinderen die sedert Golgotha aan Uw Voorspraak zijn toevertrouwd. Daarom geef ik U mijn schouder. Zwak als ik ben, wil ik door en voor U worden tot een rots waarop zielen rust en verkwikking vinden op hun tocht door het moeras van deze wereld. Uw mond is moe, Uw stem in de harten is als een roep in de woestijn. Daarom geef ik U mijn mond, want ik wil voor U Jezus' Woord en de boodschap der Goddelijke Liefde in de wereld brengen.
48
37
spot doet méér pijn dan voordien, want Maria lijdt om mijn aanblik en mijn zwakheid. Moeder helpt nu mijn Kruis dragen, daartoe door niets anders gedwongen dan door een Liefde die mensen vreemd is. Zij wist mij ook het gelaat schoon, de spiegel van mijn ziel, en herstelt Gods evenbeeld dat de Vader in mijn ziel had geprent. Hoeveel beloften aan God heb ik in mijn zwakheid gebroken. Opnieuw stort mijn wankelmoedigheid mij ter aarde. O Jezus, ik voel er de smart waarmee mijn ontrouw Uw en Maria's Hart bezwaart. Louter de Liefde en de wil tot eerherstel vinden mij nog de kracht om weer op te staan. In de weinige medelijdende ogen langs mijn weg zie ik gezanten van U en Moeder. Zij laten mij even mijn pijn vergeten. Laat mij hen troosten, want ik ben bezorgd om hen die na mij komen. Wereldse gehechtheden trekken mijn mantel van stof en as nogmaals naar de aarde toe. Onder de zuiverende hand van Maria verloochen ik voor de derde maal de wereld, en maak mij van hem los in vergeestelijking. Door verlangen en heimwee verteerd, leef ik steeds méér in de andere wereld. Op de top waarboven de hemel zich weldra zal openen, berooft de wereld mij een laatste maal van alle schijn. In onbeklede eenvoud en nederigheid laat ik mij met mijn Reisgezel verenigen. Vergeef hen, want hun dwaasheid kluistert mij met elke slag steviger aan U en Moeder vast. O Moeder, weldra is mijn belofte aan U volbracht. De inhoud van Uw Kelk van Offer en Boete heb ik tot de laatste druppel langs mijn Weg van Liefde vergoten. In Uw handen beveel ik mijn geest. Moge Jezus nu Zijn Geest over de aarde zenden. O Toevlucht der zondaars, aanschouw mijn wonden wanneer ik straks op Uw schoot zal rusten, en wil ze aan de Vader opdragen tot redding van zielen. Nog meent de wereld dat ik hem toebehoor, want hij bereidt mijn kleed van stof en bloed een steen als stomme getuige van zijn dwaasheid. Doch spoedig verschijn ik voor U, aan Wie deze ballingschap mij nooit kon ontrukken, met het Kruis van de Liefde in mijn hart en de Kelk van de overgave in mijn ziel.
116. GEBED TOT MARIA, KONINGIN VAN DE NACHT (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Met de vonk van de Geest in het hart heeft de Vader ons op onze levensweg gezonden, opdat wij ook in de duisternis niet zouden verdwalen. Doch de goddelijke vonk staat bloot aan regen en ontij, die Gods aarde teisteren. Hoe snel blijkt zij te zwak voor de nacht, die alles omsluit. Onze broze zielen rest slechts de hoop op het Eeuwige Licht, dat alle duisternis doordringt. O schitterende Moeder van het Licht der wereld, ook in de nacht heerst het Licht, doch slechts een hart dat de zuiverheid bemint, is in staat het Licht op te nemen en rondom zich af te stralen. O Spiegel van Gods Glorie, in U zijn dageraad en avondrood verenigd, want Uw Mantel van Licht overspant het rijk van de nacht, dat in hen zijn grenzen moet erkennen. Onbevlekte Morgenster, wanneer het innerlijk vuur dooft, valt de nacht over de ziel. Maar U bent ons gegeven zoals de maan aan de nacht is gegeven. U stelt ook in de duisternis het Licht voor onze ogen. Schitter met het licht van de ware godsvrucht wanneer duisternis de rijping van de wijnrank bedreigt en de ziel zich aan Uw Zoon laat ontrukken. Schitter met het licht van de hemelse kracht wanneer ziekte een kale donkere winter in lichaam, hart of geest aankondigt. Schitter met het licht van de moederlijke troost wanneer een prille traan de ochtendzon in een gebroken kinderhart blust. Schitter met het licht van de vurige bemoediging wanneer dreigende wolken de middagzon verbergen, de ochtend verloren lijkt, de middag tot last wordt en de avond niet meer hoeft. Schitter met het licht van de vertrouwensvolle overgave wanneer de avond valt, en de bloem van de ziel zich tot een laatste inkeer sluit alvorens de vruchten van haar aardse reis voor God neer te leggen. O Moeder, wanneer de deur voor U opengaat, is geen nacht zo donker of hij moet wijken. Geen weg blijft onverlicht voor de ziel die hem met U gaat. U maakt elk hart dat zich in totale overgave met U verenigt, tot een tempel van Licht, want U baart er een zon die nooit meer ondergaat.
36
49
O Koningin van de nacht, wees mijn ster van hoop en vertrouwen wanneer mijn geest niets meer vindt dan duisternis.
In Uw Hart giet ik in deemoed al mijn woorden en gevoelens van berouw, het doodvonnis van mijn slavernij jegens het kwaad.
En wanneer mijn levenspad zijn laatste horizon bereikt en de schaduwen steeds langer worden, smeek ik U, wees mijn Gids naar het Rijk zonder schaduwen, waar ook de nacht zich voor U buigt.
Uw warme glimlach in mijn hart kondigt Gods vergiffenis en mijn bevrijding aan.
117. AKTE VAN TOTALE TOEWIJDING AAN MARIA (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, In de beschouwing van Uw volmaaktheid kniel ik voor U neer om mij totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan U te geven met alles wat ik ben en heb. Ik wijd mij toe aan Uw handen, die zo vaak Jezus hebben aangeraakt en die mij voeden uit de Graanschuur van Gods Genaden. Mogen mijn handen de Uwe zijn, en slechts naar God uitgestrekt worden in verlangen, en naar mijn broeders en zusters tot zegening. Ik wijd mij toe aan Uw voeten, die op Jezus zijn toegesneld op de Weg van het Kruis, en voorbestemd zijn om het kwaad te vertrappen. Mogen mijn voeten de Uwe zijn, en mij steeds naar Jezus en mijn medemens voeren tot hulp en troost, en tot beschaming van alles wat ondeugd is.
Onvolprezen Moeder, hoevele zielen kiezen voor de vlammen der verwoesting, terwijl Uw woord hen het vuur van de Eeuwige Liefde wil bereiden. Hoevele zielen worden gewillig door de helse gloed omgeven, terwijl Uw voor Gods Aanschijn gestorte tranen deze willen doven. In hoevele harten is Uw liefderijk gefluister als een roep in de woestijn. O Moeder, red ze, Uw woord laat ook in de woestijn bloemen bloeien. Fluister nog één maal, en het zal rozen regenen voor hun zielen. O smekende Almacht, ooit bereikt mijn weg de Poort waar elke tong verstomt. Ik zal er mijn ziel een laatste maal aan U uitleveren, mijn lieve Gids, en er mijn Heil laten bezegelen door de Mond die in mijn armzalig hart mysteries van Liefde heeft ontsloten. 105. GEBED TOT VERHEERLIJKING VAN DE KRUISWEG (door “Myriam van Nazareth”)
Ik wijd mij toe aan Uw ogen, die Gods volle heerlijkheid op aarde hebben aanschouwd, en zoveel gezegende tranen hebben gestort voor mijn zieleheil. Mogen mijn ogen de Uwe zijn, slechts het goede om mij heen zien, en vanuit Uw Hart liefdetranen over de wereld laten vloeien.
Lieve Jezus,
Ik wijd mij toe aan Uw oren, die Jezus' woorden hebben gehoord, maar ook de spot, de beledigingen en de slagen van de onwetenden. Mogen mijn oren de Uwe zijn, en slechts geopend blijven voor Gods stem en de nood van mijn medemens.
Mysterievol boort de heilige klank van Maria's uitnodiging zich in mijn hart, en het jawoord dat ooit de hemel op aarde bracht, leg ik op mijn beurt in de omhulling van mijn hart in Haar Kelk, opdat de aarde tot de hemel zou kunnen gaan.
Ik wijd mij toe aan Uw armen, die het Goddelijk Kind hebben gedragen. Mogen mijn armen de Uwe zijn, en steeds klaar zijn om God aan mijn hart te drukken.
In liefde tot mijn Bestemming hoor ik de wereld in mij ter dood veroordelen, opdat na mijn kruisweg zielen voor de Opperste Rechter tot het Eeuwig Leven toegelaten zouden worden.
Ik wijd mij toe aan Uw schoot, die Jezus heeft gevormd voor deze wereld. Moge mijn schoot de Uwe zijn, opdat hij klaar zou zijn om onophoudelijk te voeden en te baren wat goed is voor deze wereld.
Kruis van smaad en eeuwige vreugde, ik bemin U, want U bent mij door Moeder geschonken als Gezel op mijn weg naar de Bevrijding. Met U wil ik gedoopt worden in het Bloed van het Heil.
Ik wijd mij toe aan Uw mond, die "ja" heeft gezegd aan Gods Heilsplan. Moge mijn mond de Uwe zijn, en zonder aarzeling "ja" zeggen wanneer God en mijn naasten mij nodig willen hebben.
Wankelend onder de pijn van mijn getekende ziel struikel ik over mijn hoogmoed, en vertrouw haar aan de aarde toe.
50
De engel heeft op de Kelk geslagen, en al wat niet Liefde is, is weggevlucht.
Mijn God, nu is opnieuw plaats voor U in mijn hart, want zie, mijn ogen ontmoeten deze van Moeder, die mij omhelst en mijn benen de kracht geeft, mijn gezegende Gezel verder naar de hemel toe te dragen. De 35
Mijn Koningin van de Zuiverheid, de tedere aanraking van Uw gezegende handen richt gebroken stengels op, opdat hun bloemen de geur van heiligheid kunnen verspreiden, die God behaagt.
Ik wijd mij toe aan Uw geest, die zo vervuld was van Godsbeschouwing en zegenende gedachten. Moge mijn geest de Uwe zijn, slechts verwijlen bij God, en gedreven worden door de behoefte om te dienen.
O Maria, maak mij tot een pad van rozen en lelies, waarop U naar mijn naasten toe komt om hun hart te bevruchten met het Licht van Uw Liefde en hun ziel te doordringen van het Licht van Uw Zuiverheid.
Ik wijd mij toe aan Uw hart, kolkende bron van liefdevuur dat hemel en aarde verbindt. Moge mijn hart het Uwe zijn, opdat het zou branden voor alles wat leeft, en als een oven alle kwaad zou omsmelten tot een liefdegave.
Schitterende Koningin, het uur van mijn getuigenis is aangebroken. Met de Liefde die U in mijn hart hebt gestort, zaai ik sterretjes van hoop in donkere luchten. Maak mij nu tot Uw antwoord op de duisternis die de wereld van mijn God bedreigt met de eeuwige dood. 104. GEBED TOT MARIA, VOORSPREEKSTER BIJ GOD (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Hemelse Brug tussen onze vergankelijke zwakheid en de eeuwige Barmhartigheid. Hoezeer zalven de uitstortingen van Uw brandend Moederhart Gods oor wanneer de zonden der wereld ten hemel schreeuwen. Als een kostbare parel bergt U in de Bloem van Uw vlekkeloos Hart mijn ziel, die Jezus' Lijden en Uw Moedersmarten heeft veroorzaakt. Ik heb de Liefde gedood, doch de Liefde stond uit de dood op om mijn dwalende ziel tot het Ware Leven te roepen. O volmaakte Vrucht van de Drieëne God, mijn hart bezwijkt onder het liefdevolle vertrouwen waarmee U in mij naar sporen van geloof, berouw en liefde zoekt opdat U bij God Uw bevrijdend woord voor mij zou kunnen spreken. Uw gezegende Mond herbergt de sleutel tot de ketenen der veroordeling waarmee Satan mijn besmette ziel aan zich vastkluistert. Gouden Stem uit het Paradijs, Uw zoete woorden voor Gods Aanschijn verdrijven de bitterheid van mijn zonden. Geen klank is bij de Vader van Barmhartigheid machtiger dan deze van de zachte Stem die de zielen hielp bevrijden door het jawoord. Aan Uw allerreinste Handen vertrouw ik alle ballast toe die mijn hart en ziel bezwaart. In kinderlijke overgave aan U verlang ik naar de ontmoeting met mijn Vader in de Biecht, het heiligende Bad der Hemelse Liefde, en laat er mijn Mantel van Eeuwig Leven door U wassen. O laatste redmiddel voor mijn zwakke ziel, herinner mij aan alles wat mijn verzoening met God in de weg staat. 34
Ik wijd mij toe aan Uw ziel, draagster van het allerzuiverste licht, diamant van onbevlekte heiligheid. Moge mijn ziel de Uwe zijn, opdat zij gevrijwaard moge blijven voor de zonde en God moge verheerlijken. O volmaakte Liefdekoningin, Kroon van Gods Schepping, ik wil van U zijn in al mijn nietigheid, opdat U in alles over mij zou heersen, opdat U in en door mij zou leven, en mijn omgeving in mijn nabijheid niet langer mij doch U moge aanschouwen. Wil mij maken tot een spiegel van Uzelf, opdat mijn zelfgave aan het eind van de weg God moge behagen en U moge eren. 118. GEBED TOT MARIA, BLOEM VAN HET PARADIJS (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Fontein van Licht waarin bij elke dageraad mijn ziel wordt gebaad voor haar reis naar de eeuwige deugden, bij U zoek ik hoop en steun in mijn onvruchtbaarheid. Volmaakte Bloem, in Gods Schoot ontloken en er teruggekeerd met heel Haar wezen, zalig zijn de akkers waarin Uw zaadjes wortel hebben geschoten, want zij zijn dragers van eeuwig Leven. Gezegende Tuin waarin de Vader Zijn Zoon heeft gezaaid, uit Uw bodem betrekken de U toegewijde bloempjes het sap van de heiligheid om op hun beurt zoete vruchten te dragen. Eeuwigbloeiende Vertrouwelinge van de Heilige Drieëenheid aan wie de Goddelijke Mysteries zijn toevertrouwd, Uitverkorene in wie God alles heeft gelegd wat voor ons mensen voorbestemd was, besproei mij met het verkwikkende water van de Voorzienigheid en wees mijn Voorspreekster bij de Zon, opdat ook mijn bloem tot de hemel moge reiken. Als goud sieren alle deugden Uw bloesems, oord van veiligheid waar ik schaduw en beschutting vind tegen alle ontij van de wereld. Hoezeer zuivert hun heilige nabijheid de afstotelijke geur van het kwaad uit mijn hart en geest. 51
Op de heilige klank van Uw woord opent de onvergankelijke pracht van Uw Hemelse Aanblik mijn ziel, die zich als een bloem ontvouwt om onvermoede geheimen van de Goddelijke Schoonheid in zich op te nemen.
O Moeder, aan Uw Hand bestijg ik mijn kalvarie op de trappen die leiden naar het Altaar van Uw Moederhart, de vlammenzee waarin ook ik in zoete overgave geofferd zal worden als losprijs voor zielen.
In weemoedige verrukking schouwt mijn geestesoog glorievolle gaven die God in de Tuin der Liefde voor de mens had bereid.
Uit U ben ik herboren, in U wil ik naar mijn Schepper terugkeren, want door U hebben het water van de ziel en het vuur van het hart zich voor altijd in mij verenigd.
In diepe pijn ziet het ook de verwelkte bloemen der mensenzielen die deze heilige grond onteren en de Zaaier bedroeven. Als een eeuwige offerkelk openbaart zich de vergoddelijkte Bloem van Uw Ziel. Zij heeft God gedragen voor de mensen, nu draagt Zij mensen voor God. Zalig de ziel die zich in tedere liefde aan Uw bloemkroon overgeeft, want geen onkruid zal haar nog naar het leven staan. O Bloem van het Paradijs, als een levenschenkende meibries zweeft Uw Hemelse Bruidegom, de Heilige Geest, over de tere bloemen op Gods velden. Moge Hij de bezielende geur van Uw parfum in mijn hart vereeuwigen, opdat ook ik mijn blaadjes nooit zou sluiten voor het Eeuwige Licht. In Uw Schoot is mijn bloem tot bloei gebracht, in Uw Schoot wil ze terugkeren, vervuld van het Licht van de Zon, de geur van Uw zuiverheid en het sap van Uw heiligheid. 119. GEBED TOT MARIA, MOEDER VAN DE WEG, DE WAARHEID EN HET LEVEN (door “Myriam van Nazareth”)
Op Uw Voorspraak zal de hemel zich boven ons openen en mij verteren.
103. SMEEKBEDE TOT MARIA, KONINGIN VAN HET LICHT (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Terwijl een onpeilbare duisternis de groei en het leven van de kinderen van het Licht bedreigt, reikt mijn ziel naar U, volmaakt Venster op de God van Licht en Leven. Nog is het middernachtelijk uur niet aangebroken, doch in mijn hart gloort reeds de dageraad van de Koningin van het Licht. Het Licht omhulde Uw ziel bij Uw Onbevlekte Ontvangenis. Geen schaduw kon ooit enig plekje van Uw wezen voor God afsluiten, want waar de Zon huist, kan geen duisternis zijn. Het Licht vervulde Uw hele wezen bij de Blijde Boodschap, toen de Geest het Kind van de Zon van alle leven aan Uw Tuin van Hemelse Deugden toevertrouwde.
Lieve Moeder Maria,
Het Licht straalde uit U in de Geboortegrot van Bethlehem, toen U voor het stervende Godsvolk de Korenaar en de Druiventros baarde.
Bedding van de Weg, Schoot van de Waarheid en Tempel van het Leven, door U begon de Goddelijke Ballingschap op aarde, aan U vertrouw ik ook mijn ballingschap toe.
Het Licht schitterde tussen Uw Hart en Jezus' Hart op Golgotha, waar de allesverblindende straling der Liefde doorheen parels van tranen en bloed regenbogen van hoop over de wereld spande.
Door Gods Geest gedreven, liep U met Jezus de Kruisweg, de Weg naar het Leven. Nu heeft de Geest mij geroepen om de Weg te volgen.
Het Licht nam U in zich op bij Uw glorierijke Tenhemelopneming, kroonde U tot Koningin van het Rijk van zon, maan en sterren, en schonk U alle macht over de duisternis.
O Moeder, wie de Weg verlaat, dwaalt in nevel. Voor hem wordt het Licht pas zichtbaar wanneer U de nevel oplost in de gloed van Uw liefdevolle Aanwezigheid. Ik heb mijn hart ontledigd. Mijn rug moest ik van de wereld bevrijden, want de wereld werd mij tot last op het pad dat steeds steiler wordt. Het Kruis van de Liefde werd mijn nieuwe gezel. Maar ik heb Uw hand op mijn schouder gevoeld. Uw glimlach is mij tot wegwijzer. Uw tranen spoelen de hindernissen voor mijn voeten weg. 52
O Moeder van alle hoop, zie neer op de verdorde mensenharten, als rozenknoppen gesloten door de veelvuldige regen van de wereld. Mijn Koningin van de Liefde, U bent de strelende middagzon die rozen opent, opdat zij ontvankelijk zouden zijn voor het Licht dat Leven geeft. Zie neer op de verpeste zielen, als lelies afgeknakt onder het razen van de winden der zondige duisternis.
33
102. ZELFOFFERANDE IN DE TEMPEL VAN HET ONBEVLEKT HART VAN MARIA (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Mijn ziel werd dorstig geboren, doch de woestijn der wereld kon haar niet laven. Als een frisse bron verschijnt U in mijn hart, en leidt mij naar de Tempel van Uw Onbevlekt Hart, de Fontein die het Water van Eeuwig Leven aan de mensheid schonk. Gedreven door de Geest, deinend op de Bries der Belofte, overschrijd ik de drempel naar Uw wereld, en schud er het aardse stof van mijn voeten.
O vereerde Moeder Maria, ik heb U herkend als de Poort waardoor mijn weg in de eeuwigheid zal verdwijnen. U hebt hem voorbereid, ook ik zal hem ten einde toe bewandelen, omdat U mijn Moeder bent. Onder het Kruis werd U Moeder van de Kerk, het Huis van de Waarheid. Doch de stormen der valsheid beuken ongenadig op Haar muren. De leugen is het kind van de duisternis. Wie haar koestert, struikelt en staat nooit meer op. Wie U als Moeder opneemt in het huis van zijn hart, bezit de kracht van het Eeuwige Licht, want hij erft de Zon als zijn Broeder. O Moeder, ook ik zal de Waarheid beleven en verkondigen, omdat U mijn Moeder bent. De dood waarde over Gods akkers, doch als een dauw van Leven kwam Uw onbevlekte ziel het aardrijk bevruchten. U schonk ons Gods Zoon, het hemelse Geneesmiddel voor onze kwijnende zielen. Nu baart U kinderen voor het Eeuwig Leven.
In Uw Tempel van Hemelse Volmaaktheid worden mijn wereldse gewaden mij tot last, want ik vind er de eeuwige warmte en geborgenheid in Uw Liefde en Deugden.
U prent Uw levenschenkende zuiverheid in elk hart dat zich voor U opent. Uw Moederliefde wekt onderkoelde harten tot leven.
Mijn ziel wordt er gewassen in Jezus' Bloed en voor eeuwig getekend met het Kruis der Tegenspraak.
O Schrik der duivelen, door de eeuwen heen zijn dwaling, leugen en dood gevlucht waar U verscheen, want de duisternis verdraagt niet het Licht van een Gelaat dat getekend is met de volmaakte Liefde en Zuiverheid. In Uw kinderen zullen de Weg, de Waarheid en het Leven één worden tot een Licht dat in eeuwigheid niet zal doven, omdat U onze Moeder bent.
Ik schouw Uw heiligdom der zoete smart. Teder wordt mijn hart er doorboord met het zwaard van Uw smeken om mijn offer, en bloedt er leeg aan alles wat mij van God verwijdert. Tranen van liefde kondigen de doodsstrijd aan van de wereld in mij.
Ja Moeder, ook ik zal leven, omdat U mijn Moeder bent.
O Moeder, deel met Uw kind de doornen van Uw Smartvol Hart. Ik schenk er U rozen voor in de plaats. Slechts wanneer Uw Hart vreugde om mij kent, wil ik leven.
120. GEBED VAN VERENIGING MET MARIA,
In een zuil van vuur stort de herscheppende Geest zich zegenend over mij uit, en versmelt mijn wezen met dat van Zijn Bruid.
(door “Myriam van Nazareth”)
Uw Ziel omhult mij als een kleed van Lelies, en als uit Uw Mond wellen uit de vuuroven van mijn hart mijn gebeden van liefde en overgave als vlammen op. Op Uw aanraking laten mijn handen de wereld los. Uw Hart geeft nu leven aan mijn bloed, dat mij niet langer toebehoort. Uw zachte stem roept mij naar Uw Offerplaats, de wachtkamer van de Hemel. Nu ik U aanschouw, is mijn "ja" niet meer van deze wereld. U weet dat ik U volkomen toebehoor.
32
MOEDER VAN SMARTEN Lieve Moeder Maria, Als de ondergaande zon vervult Uw plotse aanblik mijn wereld, die voor mijn ogen onzichtbaar wordt. In mijn hart voel ik Uw tranen, het bloed dat mijn liefde voedt met heilige bezieling. Uw Hart sluit zich om het mijne, dat stervend in de Hemelse vuurzee, op de golven van Uw Liefde naar Uw wereld wordt gevoerd. O mooiste Mensenkind, telkens weer drukken Uw ogen woorden uit het Geheime Boek van Uw Onbevlekt Hart in mijn hart af, opdat het aan het Uwe gelijkvormig zou zijn. Ik lees er Uw nimmer aflatend verlangen naar 53
God, die in U woont en in Wie U voor eeuwig vastgeworteld bent. Uw verlangen verteert ook mij, want U laat mij schouwen met Uw ogen.
Bekom voor de verduisterde zielen een straal van het oneindig Goddelijk Licht dat U zo overvloedig heeft doordrongen.
Onze vereniging ontsluit mij genadig het mysterie van Uw allerzuiverste glimlach, heilige sluier van een Hart dat zo lijdt om afgewezen Liefde en de miskenning van Uw Goddelijk Kind.
Stort Uw brandende liefde in elk mensenhart, opdat alle zonde en onverschilligheid moge verschroeien tot as die door de heilige winden van de Geest uit ons midden wordt verbannen.
Mijn gekweld gemoed voelt Uw zegenende hand die teder op mij rust als levenschenkende dauw op een kwijnende bloem na een beklemmende nacht. Ik mocht niet verwelken, want weldra komt de Heer van de oogst om de vruchten van Zijn Offer.
Bekleed Uw kinderen met Uw zuiverheid, opdat zij de zonde zouden ontvluchten en een krans van licht om deze wereld kunnen leggen.
Met ongekende Liefde dompelt U mij onder in de oneindige verborgen zee van Uw smarten. Zij zijn de spijkers van de verbroedering met mijn kruis. Zij verzoenen mij met mijn last, want lijden Moeder en kind voortaan niet uit één hart ? Bedroefde Koningin, steeds dieper hechten de naalden uit de Kroon om Uw Hart mij aan het kruis der Liefde. In gewillige overgave koestert mijn hart alle naalden die mijn liefde bij U heeft afgesmeekt, want met hen tekent U mijn ziel voor eeuwig met Uw Zegel. Uw pijnen zijn het graf waarin de mijne voor eeuwig opgeborgen worden. O Moeder, wat heb ik U lief, U die in Uw mateloze droefheid mijn kleinheid bemint zoals U Jezus' grootheid aanbad. Met Zijn Kruis zullen Uw pijnen mij tot zaad van verrijzenis worden. O ondoorgrondelijk mysterie van hemelse Liefde, in Uw Tuin bloeien het Licht der Vreugde en de verlossende Smart aan één boom. Waar de klop van Uw minnend Hart het sap van Uw Liefde laat vloeien, dragen zelfs de doornen bloesems. Tot verhoring van mijn verlangen van eenwording strooit U Uw hemelse vrede als bloemen in mijn hart, dat wordt bevrucht met Uw gelukzaligheid, doch kreunt om Uw moedertranen die de zondenberg bevloeien. Lieve Moeder, Uw stem in mijn hart heeft mij geroepen tot de heilige vereniging, Uw ogen bemoedigen mij, Uw handen leiden mij op de weg. Hoezeer heeft het U behaagd, mijn hart tot Uw tempel te maken. Tot Uw dienst wil U mij tooien met Uw kleed van zuiverheid, Uw sluier van nederigheid en Uw kroon van liefde. Bekleed mij nu ook met Uw mantel van smarten, opdat ik mijn liefdegave aan Uw voeten kan neerleggen.
54
Bekom voor de dwalenden de Goddelijke Wijsheid, opdat zij niet langer verblind zouden worden door het tegenlicht uit de lamp van dood en verderf. Ontsteek in de zielen de ware Godsvrucht, opdat zij zich uit de ketenen der wereld kunnen bevrijden en het Ware Goud als hun enige rijkdom zouden betrachten. Bekom voor Uw kinderen de deugd van de hoop, opdat zij elke dag hun leven in dit land van ballingschap blijmoedig tegemoet zouden zien, en zin zouden vinden in het lijden. Leid al Uw kinderen elke dag naar de Tafel van Barmhartigheid, en geef hen het Brood te eten dat hun uitgehongerde zielen zal redden van de eeuwige dood. Bekom voor Uw kinderen inzicht in de veelzijdige misleiding waaraan zij ten prooi zijn, en voer hen met Uw zachte Moederhand naar de bekering. O Machtige Moeder, U wordt niets geweigerd, moge op Uw voorspraak de hemel zich openen boven al Uw kinderen, opdat de Geest in elke ziel de kiem der heiligheid kan bevruchten. ♥♥♥ Zodra men zich totaal aan Maria heeft toegewijd, mag men niet te zwaar meer tillen aan de opinies van mensen, want de duivel gebruikt mensen om verwarring en onvrede te stichten, en hij doet dat met des te listiger methoden naarmate de roeping van diegene die hij wil vernietigen, voor hem gevaarlijker is. Als een opinie ècht door de Hemel geïnspireerd is, zal Maria zelf dat aan Haar toegewijde laten voelen, want Zij zal hem het vermogen van onderscheiding verlenen.
31
O Moeder, wil mij deze nacht in Uw Moederschoot vormen en kneden zoals U er ooit Jezus hebt gevormd, en wil mij morgenochtend voor de wereld baren in een grotere gelijkvormigheid aan Hem en U dan ik vandaag heb bezeten.
121. TOEWIJDING AAN MARIA, MOEDER VAN GEBORGENHEID (door “Myriam van Nazareth”)
♥♥♥ Ik vraag Maria om in Haar Moederschoot te mogen rusten tijdens de nacht. Dit is een symbool voor wedergeboorte uit Maria, om naar volkomen heiligheid te worden gebracht. Maria’s Moederschoot is de plaats waar ook Jezus werd gedragen in voorbereiding op Zijn geboorte als Mens. Zo wordt Maria ook een “Tabernakel” genoemd : de allerheiligste plaats waar God huist. ♥♥♥ Lieve Moeder Maria, elke avond leg ik alles wat ik in de loop van de dag heb gedaan, gedacht, gezegd en gevoeld als bloempjes voor Uw voeten neer. Sommige zijn geurig, andere verwelkt. Maar U wekt ze allemaal tot leven en biedt ze als een veredelde tuil aan de Eeuwige Vader aan, want U hebt ze van Uw kind gekregen, en niets wat U in liefde wordt opgedragen zal ooit voor God verloren gaan. (Myriam, 10 juni 1998) ♥♥♥ Blaas de rook weg, o Jezus, opdat ik het Vuur moge zien. (Myriam, 24 juli 1998)
101. SMEEKGEBED TOT MARIA, MIDDELARES VAN ALLE GENADEN (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Haard van Liefde en Moederlijke Tederheid, in kinderlijke liefde tot Uw lijdend Hart smeek ik U, reik mijn zusters en broeders Uw reddende hand, en bevrijd hen uit de poel van de ondergang. Spreek Uw woord, en de zielen zullen leven.
30
Lieve Moeder Maria, Onbevlekte Burcht van veiligheid en licht in onze wereld van angst en duisternis, ik vertrouw mij aan U toe met al mijn onzekerheden. U bent onverstoorbare vrede van het hart. Ik geef mij aan U in mijn wankelmoedigheid. Koningin van mijn hart, bedwing de golven van mijn bruisend bloed met Uw scepter van bloemen, opdat alle stormen mogen luwen. U bent heilige rust. De wereld verplettert mij. Ik geef mij aan U met al mijn lasten. Schitterende Ster uit het Land van Beloften, leid mij naar de bron van verkwikking in Uw Tuin van hemelse mysteries. U bent mijn schuilplaats en toevlucht bij ontij. U schenk ik mijn geteisterd gemoed. Mag ook ik wegvluchten in de armen die het kleine Lam Gods voor Herodes onbereikbaar maakten ? U bent de rots van vertrouwen. Met al mijn wantrouwen geef ik mij aan U, Koningin van Golgotha, die wist dat al wat heilig is, slechts sterft voor een wedergeboorte in heerlijkheid. U bent engelachtige zachtmoedigheid. Zelfs de lucht die ik adem, wordt een tedere streling wanneer U in mij fluistert. Ik geef mij aan U met mijn wereldse opwellingen. Mogen zij wegsmelten in de betovering van Uw heilige minzaamheid. U bent eindeloos geduld. Zelfs mijn ondeugden en zwakheden konden Uw glimlach nooit breken. Ik geef mij aan U met mijn onrust, opdat zij in U moge sterven onder de Wet van het Tijdeloze. U bent allerzuiverste Liefde. O Moeder, waar ik Uw ogen zie, Uw handen voel en Uw zachte stem hoor, vlucht mijn angst als de nacht voor de dageraad. Ik geef mij aan U met al mijn kwellingen, opdat Uw brandend Hart ze zou omhullen met het vuur dat pijnen heiligt. U bent de Moeder van troost. De allerheiligste Wonden die mensenogen ooit aanschouwden, zijn door Uw tranen gebalsemd. Ik geef U mijn bloedend hart om door U gezalfd te worden, want mijn wonden beangstigen mijn onwetende geest. U bent hemelse blijmoedigheid. Ik geef mij aan U met mijn droefheid en verbittering, die mijn geest omknellen als een kroon van doornen en mijn 55
ogen sluiten voor het licht. Toon mij de schoonheid van Uw glimlach, opdat in mij opnieuw rozen bloeien.
Ik ben met U één geworden. Weet de wereld dan niet dat ik Uw wegen moet
U bent onwankelbare trouw. Ook in de grootste pijn en verlatenheid vond Jezus U bij zich. Ik geef mij aan U in mijn ontrouw, want hij schept slechts eenzaamheid. O blijf toch bij mij, het is zo kil buiten Uw Mantel.
gaan ?
U bent de vlam die de kaars van mijn geloof brandend houdt wanneer regen en wind haar bedreigen, want als model van geloof bent ook U Licht in de duisternis. Ik geef mij aan U met al mijn twijfels, want met U heb ik de zon zien opgaan boven troosteloze einders. U bent het licht van de hoop wanneer wolken mijn gemoed verduisteren. In het ochtendgloren hebt U mij Uw hand gereikt. Wil U nog steeds mijn Gezellin zijn wanneer mijn tocht straks de horizon van het Eeuwige Licht bereikt. O Moeder, in mijn kleinheid vlucht ik weg in de geborgenheid van Uw heilige Tempel om er door U te worden begraven onder Uw moederlijke Mantel, opdat mijn hart, geest en ziel mogen herbloeien in de ware vrijheid van Gods kinderen. 122. OCHTENDGEBED TOT MARIA (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Nu God mij het licht van de nieuwe dag heeft geschonken, keer ik mij tot U, die mijn hart verlicht.
De gesel van de wereld is op mij neergekomen, doch hij heeft mij niet verscheurd. Ik heb niets dan liefde gevoeld, want bij elke slag zag ik Uw ogen. Vele van Uw kinderen komen niet meer naar Huis. Ik heb Uw droevige verzuchtingen in mijn hart gehoord, en heb mijn kruis opgenomen, want slechts wanneer ik mij door de wereld laat veroordelen, kunt U mij begeleiden naar de hemel boven Kalvarie. Opdat mijn ziel straks in het witte gewaad van de zuiverheid kan verrijzen, moet ze nu van haar aardse kleren worden ontdaan. In kinderlijke overgave laat ik mij door U bekleden met de gewaden van de boete, de offerzin en de liefde. Zoals een moeder haar kind toedekt voor de nacht, legt U mij met een onaardse zachtheid op mijn kruishout neer, want ook over de Schepping is de avondschemering ingetreden. Mijn lichaam kreunt, mijn geest is in rouw om de dood van de zielen, doch mijn hart zingt in dank om Uw Liefde die mij bij elke val heeft ondersteund. Ik weet nu dat ik na mijn laatste smart in Uw armen genomen zal worden en in Uw Schoot terug zal keren, waar U mijn wonden zult zalven met hemelse balsem, opdat ik ook de allerlaatste weg met U zou kunnen gaan. 100. AVONDGROET AAN MARIA
U hebt zich vannacht over mijn zwakheid ontfermd, opdat ik vandaag sterk voor U zou zijn. U hebt mij vannacht gevoed met de sappen van Uw ziel, opdat ik vandaag zuiver voor U zou zijn. U hebt mij vannacht aan Uw Hart gesust, opdat ik vandaag een bloem van liefde zou zijn. Zoals een bloem vervuld wordt van het zonlicht om de schepping te verblijden, zo hebt U mij vannacht met Uzelf vervuld, opdat ik mijn wereld met U zou verblijden. De weg naar het avondland is vol gevaren, doch wat zou ik vrezen, Uw parfum zal mij nog steeds omgeven wanneer ik met de zon te ruste ga. O Moeder, mag ik vandaag voelen met Uw Hart, denken met Uw geest, spreken met Uw mond, handelen met Uw handen, kijken met Uw ogen en luisteren met Uw oren. 56
(door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Mag ik deze nacht in Uw Moederschoot rusten. Wil er mijn ziel wassen van alle smet die de voorbije dag haar heeft toegebracht. Wil er mijn hart genezen van elke wonde die deze dag er heeft geslagen. Wil er mijn geest bevrijden van elk trauma waarmee deze dag hem heeft verstoord. Plant deze nacht in mijn hart de rozen van Uw Liefde en de lelies van Uw Zuiverheid, opdat zij morgen onder de ochtendzon kunnen ontluiken, onder de middagzon kunnen bloeien, en hun zoete en heilige geur onder de avondzon U moge eren. 29
Uw Hemelse Bruid heeft mij in Haar armen gesloten en maakt mij trouw aan Uw inwerking. Doop mij op Haar Voorspraak met het Vuur van Eeuwig Leven. Bewaar in mijn hart de paradijsvreugde van de vereniging met Maria, opdat ik alle lijden in blijmoedigheid moge offeren als brandstof voor het Vuur waarmee U de wereld zuivert en de geesten bevrucht. Zie de glans van Maria's merkteken in mijn arme ziel. Zij heeft er de lamp aangestoken waaraan Christus de Zijnen herkent. Kom, o geliefd Vuur der heiliging, en voltrek in mij Uw Huwelijk met de Koningin van hemel en aarde, opdat ook ik weldra Jezus aan de wereld moge schenken. ♥♥♥ De betrachting van eenwording met de Heilige Geest is een kind van het verlangen naar heiligheid. Dit verlangen wordt door Maria in Haar toegewijden fel aangewakkerd, soms in zodanig hoge mate dat het tot grootste drijfveer van zijn leven wordt. Een vurige liefde tot Maria brengt als vanzelf een vurige liefde tot de Heilige Geest met zich mee, want God heeft Hen tot eenheid bestemd. 99. DANKGEBED OM MARIA'S LEIDING IN DE SMARTEN (door “Myriam van Nazareth”)
Mag ik vandaag een volmaakte spiegel van Uw ziel zijn, die het allerzuiverste Licht waarmee God U heeft doordrongen, afstraalt op alle zielen die vannacht geen warmte hebben gevoeld en vandaag geen licht zullen zien. ♥♥♥ De ochtend is het begin van een nieuwe dag, dus een nieuwe kans die God U schenkt om Uw roeping na te volgen en datgene te volbrengen waartoe God U in de wereld heeft gezonden. U moet elke nieuwe dag beschouwen als een nieuw begin, en betrachten dat U bij het afsluiten van de dag in een grotere staat van genade zou leven dan bij het besluit van de vorige dag. De koninklijke weg om dat doel te bereiken, is de toewijding aan Maria. Door totale, onvoorwaardelijke toewijding aan Maria stelt U zich onder Maria’s leiding. Indien U zich daarbij volkomen aan Haar spiegelt, zult U daadwerkelijk steeds meer op Haar gaan lijken. Dat is wat Maria van U verlangt : dat U Haar spiegelbeeld wordt, want dat betekent de grootst mogelijke heiligheid en deugdzaamheid. ♥♥♥ O Moeder, ik druk deze roos aan mijn hart, laat er al mijn liefde in stromen, en leg ze dan aan Uw voeten neer als een teken, niet van wat ik ben of heb, want dat is te armzalig, maar van alles wat ik voor U zou willen zijn. (Myriam, 28 oktober 1998)
Lieve Moeder Maria, Waar hemel en aarde elkaar raken, hebben mijn ogen Uw bedroefde blik ontmoet.
123. GROET AAN MARIA, MOEDER VAN MIJN HEIL (door “Myriam van Nazareth”)
Ten koste van welke prijs hebt U aanvaard, mijn Moeder te zijn. Het zwaard in Uw Smartvol Hart is aangescherpt aan de slijpstenen van mijn zonden, onverschilligheid en ondankbaarheid. O Moeder, hoezeer leggen stormen mijn zwakheden bloot. Geen vrucht aan mijn boom krijgt de kans om te rijpen, als U ze niet tegen wind en ontij beschermt. Laat mij niet los, ik wil niet vergaan vóór ik de Haven heb gezien. Als een orkaan van bevrijding raast nu Uw Liefde door mijn hart. Zij zuivert er de lucht, opdat mijn ziel zou kunnen ademen.
Lieve Moeder Maria, Uitverkoren Schatbewaarster van het Allerheiligste, in U verheugt zich mijn ziel om het zaad van het Heil dat in haar is gestort en ooit in Uw handen tot bloei zal komen. Ik groet U, ongerept Morgenland uit wier vruchtbare schoot de Zon is opgegaan. Ik groet U, allerheiligste dauw die het Graan liet rijpen op dode akkers.
Mijn hart voelt Uw pijn en Uw vreugde.
Ik groet U, Kelk van vuur waaraan de goddelijke Wijnpers het Bloed der Verlossing heeft toevertrouwd.
Mijn ogen huilen Uw tranen.
Ik groet U, zoete lentebries die bevroren zielen tot leven wekt.
Mijn handen zegenen met Uw tederheid alles om mij heen. 28
57
Ik groet U, tedere Bloem aan wie de Boom des Levens is ontkiemd.
O Maria, hoe zou ik dit doorstaan zonder U aan mijn zijde ?
Ik groet U, allerzuiverste Fontein waaraan het Water der vergeving is ontsproten.
Het is volbracht. In de Mensenzoon voltrekt zich het ultieme Mysterie. Hier zwijgt zelfs de ziel. Zij ondergaat slechts, en herinnert zich in weemoed haar oorsprong.
Ik groet U, hemelse Tuin waarin alle goddelijke deugden bloeien. Ik groet U, ziel van Licht die alle duisternis te schande maakt. Ik groet U, Vreugde der engelen die gesloten harten ontgrendelt. Ik groet U, Schrik der duivelen in wier nabijheid alle zonde vlucht. Ik groet U, Bron van gezegende tranen die mij de poort der eeuwige Vreugde ontsluit. Ik groet U, verheven Tabernakel waarin het Vlees der Verlossing groot werd. Ik groet U, eeuwige Tempel van de Heilige Geest uit wie Gods adem van Leven stroomt. Ik groet U, Onbevlekte Ontvangenis, draagster van de kiem der absolute heiligheid die vruchten voor de hemel baart. O Moeder, dankbaar en vertederd groet ik U uit de verborgen beslotenheid van mijn hart, het kleine rijk van vreugde en tranen voor U voorbestemd. Door U, met U en in U heb ik het Heil ontvangen. Door U, met U en in U wil ik het voor de wereld baren tot het einde der tijden. ♥♥♥ Maria is de Moeder van het Heil, doordat Zij de Moeder van de Christus is, en Zij is ook de Moeder van het heil van iedere individuele mens, mits deze zich door Haar naar de eeuwige gelukzaligheid laat voeren. Zij was volmaakt heilig, was volkomen in alle deugden, geen enkele duisternis vond een plaatsje in Haar ziel, en onder het Kruis van Jezus was Zij de onvolprezen Medeverlosseres van de mensheid van alle tijden. Zij heeft het Leven gebaard voor de wereld, laat Haar ook Uw eeuwig Leven baren voor de Hemel, want in Haar is absolute Wijsheid, absolute Liefde, en het vermogen tot een almachtige voorspraak waaraan niets wordt geweigerd.
Bij de lansstoot breekt ons hart van droefheid om de duisternis die de zielen als een modderstroom verzwelgt. Jezus heeft Zijn laatste woorden gesproken. Mijn hart wil samen met U sterven, en daardoor voor eeuwig leven. De Heilige Geest spreidt Zijn Vleugels over het Kruis uit, en neemt de Verlosser met Zich mee. De Hemelse Korenaar heeft Zijn Graan ter aarde gestort om er rijke velden voort te brengen, maar de distels zullen het niet aannemen. O Moeder, ontsluit voor mij het Mysterie dat wij samen hebben beleefd, opdat mijn woorden en gedachten, mijn doen en laten geen nieuwe spijkers worden in Gods Heilsplan. 98. GEBED VAN VERENIGING MET DE HEILIGE GEEST (door “Myriam van Nazareth”) Beminde Heilige Geest, Eeuwige Fakkel van het Goddelijk Vuur, Uw Hemelse Bruid heeft mijn hart ontstoken aan de Vlam van Haar Liefde. In zoete pijn levert mijn brandend hart zich over aan de smeltoven van de heiligmakende deugden die Moeder voor mij heeft bereid. Wees mijn Gids in de Lusttuin van Maria's Onbevlekt Hart, waar Uw zon nooit ondergaat en mijn Middelares Uw Gaven als bloemen uitdeelt aan de ziel die Haar lokroep beantwoordt. Leid mij naar de Bron van de Wijsheid, en was er mijn ogen met de wateren van de versterving, de boete en de offervaardige liefde, opdat ik de Boom van de Eeuwige Waarheid moge schouwen, wiens vruchten de ketenen van de slavernij van mijn ziel zullen verbrijzelen. Bevrijd mijn tong uit de boeien van deze kerker van ballingschap, opdat zij uiting kan geven aan de indrukken uit het ongerepte Rijk der zuivere schoonheid, waarmee Uw Onbevlekte Bruid mijn wezen streelt. Nog zijn mijn liefdesgezangen geen lofprijzingen doch beledigingen aan Gods grootheid. O Vuur van kracht en vernieuwing, verlos mij uit de kwelling van mijn werelds onvermogen. Mijn stomheid maakt de brandende liefde tot een foltering. Zonder Uw bezieling is het verlangen mijn enige gebed.
58
27
Ik vind er de wachtkamer van het Paradijs, en begrijp dat wie U liefheeft, nooit alleen zal zijn op zijn reis naar God. O Onbevlekte Moeder, mag ik voor eeuwig rusten in Uw Hart, waar geen stormen woeden en de grote misleider mij niet kan raken. Vergun mij, tot glorie van de Drieëne God, dat de uitingen van mijn zwakheid Uw volmaakte Liefde nooit beschamen.
124. STILLE BESCHOUWING VAN MARIA’S HEERLIJKHEID (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Waar krijg ik vat op Uw Hart, zo vervuld van goddelijke mysteries. Waar krijg ik vat op Uw geest, zo vervuld van Godsbeschouwing.
97. GEBED VAN EENHEID MET MARIA ONDER HET KRUIS (door “Myriam van Nazareth”)
Waar krijg ik vat op Uw ziel, Lusttuin van de Heilige Geest ? Waar krijg ik vat op U, Bloem van verrukking uit de Tuin der Hemelen ? Waar krijg ik vat op U, opperste Vreugde van God ?
Lieve Moeder Maria, De zoete Vrucht van Uw Schoot heeft Zijn laatste reis ondernomen, en wij zijn Hem gevolgd. De Berg der Zonden leek eindeloos. Op zijn top wordt het Kruis, de Boom der Getuigenis, in het stof neergelegd om zich met de aarde te verzoenen. Ik zoek Uw nabijheid. Hier staat de zonde naast de vlekkeloze reinheid, doch door de Barmhartigheid worden U en ik één, want waar Licht straalt, wordt de duisternis onzichtbaar. Uw tranen branden zich een weg naar mijn hart, dat nu met het Uwe versmelt.
Waar krijg ik vat op U, verheerlijkte Koningin van Hemel en aarde ? O leef in mij, opdat mijn ogen waarlijk mogen zien. ♥♥♥ De Heerlijkheid van Maria kan door geen mensenziel worden bevat. Wat sommigen van ons te zien krijgen in Hemelse visioenen, licht een tipje op van het grote Mysterie dat Maria is. Wie Haar ooit in visioenen heeft aanschouwd, ligt onvoorwaardelijk aan Haar voeten. Zij is een volmaakte spiegel van Gods Glorie, zoals ook Jezus Zelf Haar ooit heeft genoemd. Zij is indrukwekkend in Haar schoonheid, zachtheid, Liefde, en Haar uitstraling brandt zich zo diep en onuitwisbaar in de ziel dat de sporen ervan als een onophoudelijke stimulans blijft nawerken.
De Eeuwige Hogepriester is van Zijn Gewaad ontdaan. Doch ze herkennen Hem niet, want ze weten niet wat ze doen. Ze dobbelen erom, want voor wie in duisternis rondwaart, is haat en zonde een spel. Voor onze ogen is de Bron van alle Licht tentoon gespreid, doch ons eengeworden hart gaat doorheen de donkerste nacht. De wind van het verval is tot een storm aangezwollen, wij aanschouwen de zieltogende Zon, en in ons hart regent het tranen. O Moeder, naarmate de duisternis dichter wordt, wijkt mijn blindheid. ik betreur al mijn zonden. Mag ook ik, op Uw voorspraak, met Hem in het Paradijs zijn ? Het Lam vertrouwt mij toe aan Uw hoede. Ik ben nu voor eeuwig de Uwe. Ik weet nu dat de Vader mij in het uur van mijn dood niet zal verlaten. Want zie, de schaduw van de dood doolt om mij heen. De vruchten der Genade lijken wel uitgedroogd. Mijn Goddelijke Broer dorst naar liefde en naar zielen. De mens drukt Hem slechts, vanop een afstand, bitterheid op de lippen. 26
♥♥♥ Lieve Moeder Maria, hoe meer het vuur van Uw Liefde mijn hart verteert, des te groter lijkt het te worden. Hoe meer de gloed van Uw Liefde mijn hart in vervoering dreigt te verstikken, des te vrijer ademt mijn ziel. O Onbevlekte Vlam van Hemels Vuur, stort U ongenadig over Uw dienaar uit, ik wil sterven om in U eeuwig te leven. O onoverwinnelijke Koningin, Uw Rijk in mij groeit van dag tot dag. Met elke vervoering sloopt U delen van mijn hart die mij nog toebehoorden. De totale vernietiging van mijn hart zal Uw grote triomf zijn, en daardoor ook de mijne, want pas onder Uw zoete slavernij kan ik in vrijheid leven. (Myriam, 28 december 1998) ♥♥♥ Lieve Moeder Maria, hoezeer hou ik toch van deze ogenblikken waarin ik mijn hart voor U kan komen openen, Uw Liefde in mij kan voelen stromen en U zonder enige remming mijn liefde kan geven. Uit die 59
wisselwerking worden in mij kinderen geboren die God toebehoren. Ook de grond waarop zij groeien, hoort God toe, die zaait en oogst.
96. EERBETOON AAN HET ONBEVLEKT HART VAN MARIA
(Myriam, 30 juli 1998)
(door “Myriam van Nazareth”)
125. GEBED TOT MARIA, KONINGIN VAN DE NEDERIGHEID (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Hoogverheven Koningin, met de edelste bloemen getooid, mijn onvruchtbaarheid kwelt mij. Hoe kan ik Haar behagen die de Wijnstok heeft gevoed ? Geruisloos als de opgaande zon schreed U binnen in mijn hart om er het rijk van de gelukzalige stilte te vestigen. Nergens straalt Uw Hart met grotere luister dan in de eenvoud. Hoe kleiner mijn huisje werd, des te meer plaats was er voor U. Uw glimlach heeft mij klein gemaakt. O mijn Hemelse Moeder, mag ik voor eeuwig Uw kind blijven. Moeten de groten van hart niet hun Kalvarie bestijgen zonder U ? Uw ogen zijn de spiegel van Gods heerlijkheid. Zij drukken het zegel van Uw majesteit in mijn hart. O mijn Hemelse Meesteres, mag ik U voor eeuwig dienen zoals de engelen dat doen. Houd mij onderdanig, zuiver en vol liefdevuur zoals zij, want de groten prijzen slechts zichzelf, en oogsten de kroon der eenzaamheid. In Uw waardigheid koester ik mijn nietigheid. Uw Licht laat zelfs mijn schaduwen stralen, want God bemint mijn zwakheid omdat ik ze verafschuw. Hoe hard schreeuwt toch de bekoring in mijn hart, doch het is Uw zachte stem die ik gehoorzaam. Hoezeer bemint U de zachtheid, de heilige uitstraling der liefde van hen die zichzelf en de wereld prijsgeven aan het kruis der verheerlijking. O engelachtige Lelie, ontferm U over de doornen in mijn ziel die Gods Hart en het Uwe verwonden. Hoe verleidelijk schittert de vergankelijke glans der hoogmoed mij tegemoet, doch het is Uw bevallige ingetogenheid die mij in verrukking brengt. Leer mij de lieftalligheid van Uw Hart dat zichzelf wegschenkt om zielen te winnen voor het Heil, terwijl de eigen ziel smartelijk lijdt om de zelfvoldaanheid der wereld. Omdat U steeds de minste wilde zijn, hebt U macht over allen gekregen. 60
Lieve Moeder Maria, Terwijl voor mijn ogen de wereld zich sluit, voel ik mij opgenomen worden in Uw Onbevlekt Hart, waar het Bloed is ontsproten dat mij heeft verlost. Het is het heiligdom van de Goddelijke Liefde, het toevluchtsoord voor mijn gekwelde mens-zijn. In Uw Hart klopt de ziel van de Heilige Drievuldigheid, die U aan mij heeft gegeven als het Meesterwerk van Haar Liefde en Barmhartigheid. Als een veelkleurig raam geeft Uw Onbevlekt Moederhart de stralen van Gods gaven aan mij door in tederheid, opdat mijn zo breekbare ziel ze zou verdragen. Ik begrijp nu dat U alles met mij wil delen, doch de opgaande Zon verblindt vooral de stoutste ogen. Op Uw tedere uitnodiging betreed ik Uw heiligdom, dat Weefsel van Smart en Vurigheid dat slechts de Schepper Zelf doorgrondt. Het ontsluit zich voor mijn geestelijke blik als een Goddelijk Mysterie, versluierd door een onstoffelijk gordijn van gouden stralen, waarachter de eeuwigheid mij in volmaakte stilte met vrede beademt. Ik word er teder omhelsd door de Vleugels van de Geest, Uw Bruidegom, die mijn ogen opent in vervoering. Ik vind er de Hemelse Akker waarop het Gouden Koren rijpt, dat wacht op de zielen die gesterkt Gods Rijk tegemoet willen treden. Ik zie er een Tuin waarin de deugden bloeien als veelkleurige bloemen die geen mensogen ooit aanschouwden. De Heilige Geest verstuift hun zaad op de winden van mijn beproevingen. Ik vind er alle Hemelse vreugde die opwelt uit de Bron en mij overspoelt in zoete golven van gelukzaligheid. O Vader, met welke steen heeft de erfzonde mijn ziel voor Uw Liefde toegedekt. Ik vind er het bed waarop alle menselijke smarten tot rust komen. Zij worden er met Uw onbegrensde Liefde doorstraald en gemaakt tot een offergave tot mijn Verlossing. Ik vind er de schatkamer der Goddelijke Genaden, hemels water van leven voor de rozen waarmee U zelf in mijn ziel een tuin hebt aangelegd. Ik vind er de begraafplaats van al mijn zonden. Zij verteren er in de bodem van Gods Barmhartigheid, bestrooid met de bloemen van Uw Voorspraak en gezegend met Uw heilige tranen. 25
Met U wil ik "ja" zeggen tegen het kruis, de beproevingen die mij zuiveren van alle wereldse gehechtheden. Moge mijn "ja" de akker zijn waarop in mijn ziel de heiligheid wordt gezaaid. Ik ontledig mijzelf onder Uw ogen en word tot niets, doch mijn hart ervaart hoezeer U zelfs het niets bemint. In Uw Handen beveel ik mijn geest, opdat geen enkele gedachte of indruk mijn betrachting van de totale eenheid met U en God zou verstoren. O Moeder, leer mij zoals U te leven in totale afhankelijkheid van God, geheel open voor de zuivering en verlossing van mijn ziel. Omhul haar met Uzelf, zij wordt zo mooi wanneer ze Uw kleed draagt. Vergun mij dat elk van mijn handelingen en woorden gesteld en gesproken wordt in vereniging met U. Moge ook ik in alles slechts door de Heilige Geest bewogen worden. Bekom mij, zoals U, het vermogen tot onophoudelijk liefhebben. Dan zal geen pad mij te steil zijn, geen weg onbegaanbaar, en geen pijn mij nog kwellen. Wanneer U mijn hand met de Uwe omklemt, voel ik het warme bloed van de Liefde stromen. Baken van Hemels Licht, hou mijn ogen op de Poort gericht, opdat zij het Heil mogen aanschouwen en ik nooit meer zou verdwalen. ♥♥♥ Waarom is het genadevol, Uzelf onder Maria’s leiding te plaatsen ? Omdat Zij de volmaakte ziel is, in rang van heiligheid alleen door God overtroffen. Maria is bestemd om Leidster, Gids en Meesteres van de mensheid van alle eeuwen te zijn. De engelen hebben Haar als hun Meesteres aanvaard omdat zij in Haar hun meerdere erkenden. Heiligen hebben in visioenen geschouwd hoe de engelen zich bij de Kroning van Maria in de Hemel vόόr Haar voeten neerwierpen in eindeloze lofprijzing, verering en zelfvernedering. Engelen zijn wezens die volkomen vrij zijn van zonde. Wie is dan de mens, dat hij Maria niet tot zijn Meesteres zou erkennen ? Maria is de onfeilbare weg naar volmaaktheid en heiligheid, een weg waartoe elke mens geroepen is. U toewijden aan Maria, betekent U onder Haar leiding stellen, zonder enige voorwaarde of beperking. Het loon voor de zelfvernedering aan Maria’s voeten is de eeuwige gelukzaligheid, waarvan Zij U reeds in dit leven voorsmaakjes kan vergunnen. Zij bezit daar de macht en de liefde toe.
Om Uw ootmoed is de wereld aan Uw voeten gelegd. Hoe zou ik U kunnen dienen met een trots hart ? O mijn Koningin, schenk mij de kroon van de nietigheid, opdat ik oneindig groot moge worden in Uw Liefde. ♥♥♥ De grootste heiligen zijn niet zelden de nederigsten geweest. Dat geldt zeker voor Maria. In de ogen der wereld lijken zij daarom op de “afgekeurde stenen”, die echter binnen Gods Heilsplan tot hoeksteen zijn geworden. 126. VERHEERLIJKING VAN DE ONBEVLEKTE ONTVANGENIS VAN MARIA (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Reeds bij Uw Onbevlekte Ontvangenis werd Uw ziel gedrenkt in het Bloed van de Verlossing. Reeds bij het betreden van onze wereld was zij met de vrucht van het rijk der hemelen gekroond. Geen genade uit Gods Heilige Bron, of ze werd overvloedig over U uitgestort. Geen straal uit het Eeuwige Licht van de Scheppende God, of U werd ervan doordrongen. Geen bloem uit Gods Tuin der volmaakte deugden, of U werd ermee gekroond. Geen vlam uit het oneindige vuur van Gods Liefde, of Uw Hart nam haar in zich op. Geen voedsel van eeuwig leven, of Uw bloed werd ermee verzadigd. Geen water uit de sprankelende Fontein van Gods Zuiverheid, of Uw ziel werd ermee gewassen. Geen lieflijke geur uit Gods Tuin van heiligheid, of Uw hele wezen heeft hem geademd. Geen mysterie uit het Heilsplan van de Goddelijke Drieëenheid, of Uw geest mocht het bewaren. Geen Woord gesproken door Hem die was, is, en zal zijn, of het werd in Uw Hart gegrift. Geen weg van de aarde naar de hemel, of hij werd in Uw ziel uitgetekend.
24
61
Geen list van de meester der duisternis, of zij werd door U overwonnen. Geen zonde die de ziel verwondt, of zij werd onder Uw voeten gelegd. Geen schaduw van bederf, of hij werd uit Uw besloten Tuin geweerd. Geen schoonheid uit de schatkamer van Gods Liefde, of Uw wezen werd ermee bekleed. Geen parel uit Gods handen, of hij werd in Uw Tempel tot rijping gebracht. O Onbevlekte Moeder, in dit tranendal is mijn ziel tot de bedelstaf veroordeeld. Mag ik ooit delen in de rijkdommen waarmee Uw ziel bij haar ontvangenis werd bekleed, opdat ook ik een troonplaats voor het Paradijs moge worden. ♥♥♥ Maria’s Onbevlekte Ontvangenis is bij uitstek het symbool voor absolute heiligheid en zuiverheid. Zij was volkomen vrij van de erfzonde, wat in Haar ziel een fundament van heiligheid legde dat uniek is en Haar onaantastbaar maakte voor alle zonde. 127. GEBED VAN DANK AAN MIJN MOEDER MARIA (door “Myriam van Nazareth”)
voorbestemd, en die aan de wereld van het zichtbare onttrokken moet blijven. Ik vind haar terug als een oneindig paleis, doorstraald met Goddelijk Licht en verwarmd door Uw verlangende Liefde. Doch ik kan haar niet altijd betreden, want wereldse ballast maakt mij soms te groot voor een ruimte die slechts plaats biedt voor heiligheid. O mijn Hemelse Geliefde, volmaakt in de deugden, kus mijn ziel opdat ik mij zuiver en klein in Uw armen kan werpen. De zachte aanraking van Uw heiligheid heeft mij aan U verslaafd. Geef dat mijn verlangen naar de bloemen van de Geest uit Uw geheime Tuin mijn trouw aan Uw liefde bestendigt. Bij herhaling kwam U om mijn hart vragen. In de vervoering van Uw aanraking heb ik het U in bezit gegeven. Ontroof het nu voorgoed aan de wereld, en werp het in het vuur van Uw Liefde tot het zelf nog slechts liefde is, in gelijkvormigheid aan het Hart van de Heilige Drievuldigheid waaruit U bent voortgekomen. Moge het liefdevuur in mijn hart oplaaien tot zijn vlammen de Uwe raken, tot volmaakte en tijdeloze vereniging. Voltrek ook in mij het huwelijk van de in God verenigde zielen, opdat ook in mij Jezus geboren moge worden. Moge ik voor eeuwig U alleen toebehoren, om alleen van God te zijn.
Lieve Moeder Maria, In de aanblik van mijn kleinheid gaf God U op Golgotha aan mij als mijn Moeder. Van dag tot dag lijkt de weg naar de Poort van het Eeuwig Leven langer te worden. Toch kan de steen der wanhoop mij niet vellen, want waar hij op de weg verschijnt, draagt U mij op Uw armen. Geen van mijn eindeloze noden ontgaat Uw zorgende moederlijke blik. U wekt mij elke ochtend met de Zon. Hoe zou mijn slapende ziel leven indien Uw glimlach haar niet de kracht gaf om op pad te gaan. U geeft mij te eten aan de Tafel des Hemels. Hoe zou mijn hongerige ziel leven indien U niet het Brood van Eeuwig Leven aan haar toevertrouwde. U geeft mij te drinken uit de Bron der Goddelijke Genaden. Hoe zou mijn dorstige ziel leven indien U niet het Hemels water voor mij zou putten. U wijkt niet van mijn zijde wanneer ik ziek ben. Hoe zou mijn koortsige ziel leven indien U haar niet in Uw zalvende handen nam.
62
♥♥♥ Wanneer U een volkomen eenwording met Maria betracht, kan Zij door de genadewerking zichzelf in zo hoge mate in U tot uitdrukking brengen, dat in spiritueel opzicht gesproken kan worden van een “huwelijk” : dit is ook wat ik versta onder “Hemelse Bruiloft”. 95. SMEEKBEDE OM MARIA'S LEIDING (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Stralende Poort waardoor het Hemels Licht op mij neerschijnt, op Golgotha heeft het Lam der Liefde mij aan U gegeven. Zie, ik kom, om mijn hand in de mij toegestoken Moederhand te leggen, want de eeuwige Zon is voor mij opgegaan.
23
Maria is de grote Overwinnares van de duivel, die de Satan onder Haar voeten legt en warme Moederliefde in de mensenharten stort.
U troost mij wanneer mijn kinderhartje lijdt. Hoe zou mijn betraande ziel leven indien zij niet de Zon in Uw tedere ogen mocht aanschouwen.
Wie Maria vurig vereert, Haar aanroept, Haar verheerlijkt, Haar grote eigenschappen verkondigt en deze met de grootste eerbied in gebeden uitspreekt, zet werkelijk onvoorstelbaar grote krachten in beweging om deze wereld van alle kwaad en onheil te zuiveren.
U leert mij spreken, want de woorden der groten ken ik nog niet. Hoe zou mijn onmondige ziel leven indien U haar gestamel niet voor God verstaanbaar maakte.
Wie door verering en gebeden meehelpt om het kwaad in de wereld te bestrijden, brengt daardoor liefde en waar geluk onder de mensen, en bekomt Goddelijke Genaden voor zijn eigen ziel en deze van zijn medemensen. Vurige verering en brandende liefde voor Maria vormen tevens de grootste verheerlijking aan God zelf, want Maria is Zijn uitverkoren, boven alles verheven Dochter, de Parel van Zijn schepping, Zijn grote trots. Hij heeft Haar zo zeer liefgehad dat Hij Haar heeft bekleed met een absolute macht over alles wat aan Hem onderworpen is. Nooit kan een mensenmond Maria te veel eer bewijzen. Het is een gevaarlijke dwaling, te menen dat het God zou mishagen wanneer een mensenziel zich in verrukking aan Maria’s voeten neerwerpt, wel integendeel. Prijs Haar schoonheid, Haar Liefde, Haar deugden, en lever Uzelf totaal aan Haar uit, want Zij heeft een onbegrensde macht over U. In Haar prijst U de volmaaktheid van God zelf.
U verdedigt mij tegen wie mij kwaad wil berokkenen. Hoe zou mijn hulpeloze ziel leven indien U niet haar vijanden van haar verwijderd hield. U wast mij wanneer het wereldse spel mij heeft bevuild. Hoe zou mijn bezoedelde ziel leven indien U haar niet schoonmaakte voor Gods Aanblik. U onderricht mij diep in mijn hart in alles wat U zelf ooit hebt geleerd. Hoe zou mijn onwetende ziel leven indien U haar niet vervulde met de Eeuwige Wijsheid. U maakt ons huisje schoon voor de Bezoeker die weldra komt. Hoe zou mijn bestofte ziel leven indien Uw schitterende Aanwezigheid haar niet leefbaar hield. U dekt mij elke avond toe voor de nacht. Hoe zou mijn vermoeide ziel leven indien U haar niet de rust schonk voor de strijd die haar wacht. O Moeder, U bent de hartslag van mijn ziel. Hoe zou ik leven zonder U in en naast mij.
94. GEBED VAN HUWELIJK VAN DE ZIEL MET MARIA (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Bruid van God en Huwelijkskamer van het Eeuwig Verbond tussen het Woord en de mens.
♥♥♥ Wat Maria voor U kan betekenen, ervaart U pas goed wanneer U Uw hele leven volkomen in Haar handen legt. Geen mensenmond kan ooit zoveel dankwoorden uitspreken dat deze Maria’s werking enigszins zouden kunnen vergoeden. 128. GEBED VAN STEUN AAN MARIA,
Bij mijn schepping voorzag de Vader in mijn hart een geheim vertrek voor mijn intieme ontmoeting met het Allerheiligste.
KONINGIN VAN SMARTEN (door “Myriam van Nazareth”)
Onder het Kruis gaf de Zoon U de sleutel, en ik nam U bij mij op. In de duisternis van de nacht hebt U het voor mij ingericht, doch het pad erheen bleek moeilijker dan enige uitwendige weg die mijn voeten ooit betraden. Onder een regen van genadebloemen brak de Dageraad van mijn ziel aan, en onder een vloedgolf van Licht hebt U de deur voor mij geopend. O Maria, vóór alle eeuwen voorbestemd als Tabernakel van Gods Lichaam en Bloed, doordat U in mij bent, ben ik in U. In de geheime kamer van mijn hart roept U mij tot de intieme versmelting waartoe ik ben 22
Lieve Moeder Maria, Welk kinderhart kan zich verheugen terwijl het hart van zijn moeder lijdt ? Laat mij branden van liefde, opdat U in mij nooit meer kou zou lijden. Maak mij zuiver als een engel, opdat ik dag en nacht voor Uw troon kan zingen. Maak mijn ziel tot een bevallige bloem, opdat haar aanblik U vreugde zou schenken. 63
Ontsteek het licht in mijn hart, opdat ik straks een zonnestraal voor U moge zijn.
Zo velen onder ons willen kinderen van de duisternis zijn ; U wilde voor ons de Moeder van het Licht worden.
Fluister wijsheid in mijn oor, opdat ik het Woord tegen de wereld kan verdedigen.
O Morgenster die de nacht der zielen openbreekt, wees mij tot Gids wanneer de zon in mijn hart dreigt onder te gaan en wolken mijn blik op God versluieren.
Stort Uw tranen in mijn hart, opdat er een altijdvloeiende bron van troost voor U moge ontspringen. Vertrouw mij Uw onvervulde dromen toe, opdat ik ze kan helpen waarmaken. Baar Uw Jezus in mij, opdat ik de woestijn voor U tot een wijngaard kan maken. Mijn lieve Koningin van Smarten, ik geef mij aan U tot troost, wil mij bevrijden van alles wat Uw schoonheid beledigt, opdat de heiligheid van Uw dienaar U met een kroon van vreugde moge tooien. ♥♥♥ Hoe kunt U Maria “steunen” in Haar Smarten ? Door Uw eigen lijden aan Haar op te offeren, en door Uw lijdende medemens te helpen : Maria en Jezus lijden in de lijdende mens. Daarom is de mens die zijn lijdende medemens bijstaat, in de werkelijke zin van het woord een “medeverlosser”, want hij helpt daadwerkelijk Jezus en Maria bij het dragen van het Kruis en de Smarten der wereld.
♥♥♥ De Morgenster moet U zien als een symbool voor de aankondiging van het Licht. Maria heeft Jezus, het Licht der wereld, gebaard, en kondigt ook in elke individuele ziel het Licht, de nieuwe dageraad, aan, wanneer deze ziel zich helemaal aan Maria overgeeft om haar duisternis door Haar te laten overwinnen. ♥♥♥ Lieve Moeder Maria, in mij zitten zo veel liefde en dank die ik U wil betuigen, maar mijn mond is zo klein. Daarom leg ik gewoon mijn hart voor U open. (Myriam, 1 mei 1999) 93. LOFPRIJZING AAN MARIA (door “Myriam van Nazareth”)
♥♥♥ O mijn Moeder, wat verlang ik ernaar, op zekere dag voor U te kunnen verschijnen in heiligheid, opdat ik mijn aanwezigheid bij U niet langer zou ervaren als een belediging aan U en ik U mijzelf zou kunnen aanbieden als een zuiver geschenk. Ja, ik voel dat U mij innig bemint zoals ik ben, maar dat is precies wat mij soms bedroeft, want ik ben U niet waardig. (Myriam, 4 november 1998) 129. LOFPRIJZING TOT MARIA, KONINGIN IN HEMELSE GLORIE (door “Myriam van Nazareth”)
O Gloed uit duizend zonnen, geen bevroren hart houdt stand nadat Uw Voet het heeft betreden. O Licht uit duizend sterren, geen blinde ogen verliezen meer de Weg nadat ze U hebben aanschouwd. O Klank als van duizend engelen, geen gekwelde oren blijven nog onverschillig nadat ze Uw Stem hebben gehoord. O Tederheid van duizend moederhanden, geen ziel blijft onbewogen nadat U haar liefkozend het Kruis hebt getoond. O Macht oneindig groter dan deze van duizend demonen, geen duivel die niet siddert bij het horen van Uw zoete Naam.
Lieve Moeder Maria,
O Geur als van duizend bloemen, geen stank van zonde die niet wijkt waar Uw adem deint.
Mooi als duizend bloemen werd U geboren, in ongeziene schoonheid rees Uw ster tot de troon in het Rijk van Eeuwig Leven.
O Hemelse Meesteres Maria, duizend maal heb ik mezelf aan U gegeven, geen vezel van mijn hart en ziel die U niet toebehoort.
De Vader schiep U zuiver als de engelen, U bracht hen in verrukking en zij erkenden in U hun koningin. 64
♥♥♥ 21
O Koningin van de Vrede, ontferm U over hen die lijden onder oorlog of onvrede in hun omgeving. Doordrenk hen met Uw zachtmoedigheid, opdat zij het pantser van de haat kunnen doorbreken. O Bron van onze blijheid, ontferm U over hen die neerslachtig of teleurgesteld zijn. Beziel hen met het Vuur van Uw Hart, opdat de kilte uit hun leven moge wijken. O Moeder van de armen, ontferm U over hen die de ellende en het gebrek niet meer aankunnen. Open hun hart voor de onmetelijke rijkdom van de ziel die zich in Uw Handen overgeeft. O Barmhartige Moeder van Bijstand, ik vertrouw U alle harten en zielen toe die in duisternis gehuld zijn. Mogen zij in Uw Tegenwoordigheid vertrouwen dat achter de wolken het ware Leven op hen wacht. 92. HULDE AAN MARIA, ONZE MORGENSTER (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Hemels Licht op donkere wegen, U hebt verdwaalde zielen de weg naar de Hemel teruggegeven. In dankbaarheid kussen mijn ogen Uw lichtende sporen op het pad van de deugd dat zo weinige mensenvoeten ten einde toe hebben betreden. Onze ongehoorzaamheid baarde Satan's rijk op aarde ; Uw gehoorzaamheid baarde het Rijk van Christus. Onze hoogmoed verdreef ons uit het Paradijs ; Uw nederigheid legde de weg naar de Hemel weer open. Onze haat verwoest de eenheid die God tussen onze zielen heeft voorzien ; Uw Liefde heeft Hem aanvaard, gedragen en afgestaan die de menselijke kudde op één weide wil verzamelen. Onze zelfzucht heeft onze ziel tot gevangene van wereldse schijnbehoeften gemaakt ; Uw zelfverloochening heeft ons de Weg der Bevrijding gebaand. Onze hebzucht heeft onze harten in armoede gedompeld ; Uw totale onthechting van alle bezit toont ons de weg naar de eeuwige rijkdom van de ziel.
Reeds in de scheppende Bron van de Heilige Drievuldigheid werd U de koninklijke kroon der volmaaktheid in alle deugden bereid. Uw ziel werd in een vorstelijke mantel van genaden gehuld. U droeg hem in koninklijke waardigheid vanaf de allerheiligste Dageraad tot de maan Uw heerlijkheid kwam begroeten. De Geest bekleedde Uw Schoot met het Gewaad der allerheiligste zuiverheid, en in U groeide de Koning in heerlijkheid. In U werd het huwelijk met de Koning voltrokken. Uw Hart werd het paleis van het nieuwe koninkrijk der Liefde. Geen andere mensenziel bezat ooit de Zoon van de Opperkoning zoals de Uwe, geen ziel was inniger met Hem verenigd dan de Uwe. Aan de voet van het Kruis van Christus Koning werden Uw tranen in Jezus' stervend Hart gesmeed tot parels. Uw verruimde Moederhart, erfenis van Uw deelgenootschap aan mijn Verlossing, werd de scepter van rozen waarmee U het hart regeert van hen die U beminnen. De eeuwigdurende Goddelijke erfenis van Golgotha maakte U tot Leidster van alle zielen. De bloemen der deugd zaaiden zelfvernedering in Uw ziel, en zij oogstte verheffing en bekroning in de Voortuin van de Troon. Uw lichaam zocht de totale versterving in vergeestelijking, doch het bederf van de dood raakte nooit Haar die Koningin van het Rijk van Eeuwig Leven werd. In het licht van Uw verlangende ogen brak onder de gouden stralen van de Avondzon de hemel boven U open, alle heerlijkheid der eeuwen omhulde Uw Ziel en Lichaam, en de sleutel tot de oneindige Schatkamer der Genaden werd U in de hand gelegd. Als levenschenkende dauw sluit zich nu Uw koninklijke Voorspraak om verwelkende harten. Tranen om hen gestort bij de Troon der Barmhartigheid regenen als bloemen van vreugde in hun ziel neer. O hoogverheven Koningin, de aanblik van Uw onuitspreekbare glorie leidt mijn schouwende ziel in vervoering, want in haar herkent zij het vuur van het Licht waaruit ook zij is voortgekomen. Laat Uw heerlijkheid over alle zielen stralen, opdat zij hen tot licht moge worden op hun weg naar het Koninkrijk.
Ons ongeloof heeft onze ogen verstrikt in wereldse afleidingen die God geen plaats meer geven ; Uw godsbewustzijn leert ons, in blijde verwachting onze blik op de Hemel gevestigd te houden.
20
65
130. GEBED TOT MARIA,
91. SMEEKGEBED TOT MARIA, MOEDER VAN BIJSTAND
GIDS OP DE WEG NAAR EEUWIG LEVEN
(door “Myriam van Nazareth”)
(door “Myriam van Nazareth”)
Lieve Moeder Maria,
Lieve Moeder Maria,
Moeder van alle tijden, U die alle harten bezielt, tot U smeek ik om leniging van de nood van mijn medemens.
In hoeveel pijn en liefde heeft Jezus het Land van Belofte voor mij ontsloten. De Zon gaat er nooit onder, doch de wolken der wereld doen mij wankelen.
O Moeder van Smarten, ontferm U over hen die verdrietig zijn en onder hartepijn gebukt gaan. Richt hen op, opdat zij de Kelk kunnen ledigen tot redding van zielen.
Hoe zouden mijn blinde ogen mijn Bestemming vinden, langs een weg die bij elke regenbui onder mijn zwakke benen lijkt weg te spoelen.
O Middelares van alle Genaden, ontferm U over hen die ziek zijn naar lichaam of geest. Geef hen de kracht opdat hun kruis zegevierend moge zijn.
Leid mij, o Moeder, de Weg is U gegeven, en Uw ogen zijn de spiegels van het Licht zelf. Slechts Uw hand wil ik in de mijne sluiten, want de Weg is zo smal, mijn tred zo onvast. Slechts van Uw vruchten wil ik eten, opdat mijn honger naar het Eeuwig Leven onverzadigbaar moge blijven. Slechts van de melk van Uw heiligheid wil ik drinken, opdat ik van dag tot dag méér op U moge lijken. Slechts het spoor van Uw voeten wil ik volgen, opdat ik de altijdgroene weiden moge vinden. Slechts met Uw tranen wil ik gewassen worden, opdat mijn lijden zuiver moge zijn. Slechts in Uw ogen wil ik kijken, zij geven mij kracht wanneer mijn kruis mijn moed ten val brengt. Slechts naar Uw stem wil ik luisteren, zij zalft mijn wonden met de balsem der Waarheid. Slechts onder Uw blik wil ik werken, opdat mijn handen steeds door liefde geleid worden. Slechts in Uw tuin wil ik rusten, waar alle bloemen mij herinneren aan wat mijn Vader voor mij heeft voorbestemd. Slechts Uw Hart wil ik horen kloppen, het vertelt mij waarvoor U hebt geleefd en waarvoor U in mij verder leeft. Slechts in Uw Tempel wil ik wonen, ik neem er Jezus in mij op met iedere ademtocht.
O Medeverlosseres, ontferm U over de zielen in het vagevuur. Leid hen de eeuwige gelukzaligheid binnen. O Voorspreekster, ontferm U over hen die in staat van doodzonde leven. Spreek slechts één woord, en hun ziel zal niet verloren gaan. O Moeder Gods, ontferm U over hen die God negeren of Zijn bestaan ontkennen. Schenk hen de wijsheid en de moed om hun hart te ontsluiten voor de Adem der Eeuwigheid. O Onbevlekte Koningin, ontferm U over hen die de zonde tot hun levensweg hebben gemaakt. Wil hen leiden naar de zuiverheid die God voor hun ziel had voorbestemd. O Schrik der duivelen, ontferm U over hen die bewust of onbewust instrument van het kwaad zijn. Moge Uw Liefde hen aan de slavernij van Satan ontrukken. O Moeder van de Kerk, ontferm U over hen die de H. Eucharistie verzuimen of Jezus met onverschilligheid ontvangen. Geef hen de honger naar het Brood van Eeuwig Leven en de dorst naar het Bloed van hun Verlossing. O Troon van Wijsheid, ontferm U over hen die het materiële tot hun God hebben gemaakt. Open hun verblinde ogen voor de eeuwige waarden. O Koningin van de Liefde, ontferm U over hen die slechts voor zichzelf leven. Leg de naastenliefde en de zin voor onbaatzuchtig dienen in hun hart, opdat zij tot instrument in Gods Handen zouden worden. O tedere Moeder, ontferm U over de eenzamen. Mogen zij Uw Moederlijke Aanwezigheid voelen, opdat zij zouden weten dat zij de weg naar God niet alleen gaan.
Slechts in Uw armen wil ik sterven, zij zullen mij het Eeuwig Leven binnendragen. 66
19
♥♥♥
90. AKTE VAN HUWELIJK MET DE GEKRUISIGDE LIEFDE (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Jezus, Ik heb U in de kribbe gezien, en ik wist dat wij voor elkaar bestemd waren.
Bovenstaand gebed bergt een grote les in zich : vertrouw in alles slechts op Maria (en in Haar, op Jezus). Laat U niet misleiden of verblinden door de wereld en werelds denkende mensen, want zij kunnen de ondergang van Uw ziel bewerken. 131. GEBED TOT MARIA, BRUG TUSSEN HEMEL EN AARDE
Ik heb Uw verlangende ogen gezien, en mijn hart is U gevolgd. Ik heb Uw zachte stem beluisterd. Zaligsprekingen en huwelijksaanzoeken liet zij horen. Liefde behoeft slechts weinig woorden in een hart dat oren heeft.
(door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria,
Nu hangt U in de mensenharten te sterven, wachtend op een laatste kus van aanvaarding. Ik zie de striemen en hoor Uw kreunen. Ik heb begrepen. U bent bezweken onder de nimmer aflatende betuiging van Uw Liefde voor mij. U hebt Uzelf gegeven opdat wij voortaan samen door het Leven zouden gaan.
Alleen Uw bloed is ooit volmaakt één geweest met het Bloed van de Verlossing. Slechts Uw Vlees heeft de Heilige Graankorrel omsloten.
In wanhoop boort de late kreet van mijn wederliefde zich een weg door Uw Hart, waaruit nu de wijn vloeit waarop weldra onze bruiloftstafel wacht.
In U vond de Herder Zijn toevlucht. Hoe zouden de schapen U onverschillig kunnen laten ?
Het is volbracht, het Verbond is bezegeld voor goede en slechte dagen. O laat mij Uw handen losmaken, opdat ik ze met mijn bruidsschat kan vullen. Laat mij Uw voeten losmaken, opdat U mij kunt voorgaan naar het Huis waar wij samen zullen wonen tot het einde der tijden. Laat mij U van Uw kroon bevrijden, want Uw koningschap in mijn hart is niet van deze wereld. Ik heb Uw geschenken ontvangen, en geef U op mijn beurt alles wat ik heb. Ik zal U omarmen, de eenzaamheid is voorbij. Het Brood, de Wijn en de Liefde van de Eeuwigheid rusten nu op mijn schoot. Rust zacht, o Tempel van Liefde. Op de derde dag zullen wij samen verrijzen voor een Leven in Heerlijkheid.
U hebt Jezus gekneed en gevormd om Hem als mensenkind te baren voor de wereld. Hoe groot is Uw verlangen om nu mensenkinderen te kneden en te vormen om hen als heiligen te baren voor de hemel.
U hebt met eigen handen het Hemelse Brood voor mij bereid. Op de weg naar de Berg der Verlossing hebt U ook de Hemelse Wijn voor mij opgevangen. Toen Jezus' Hart door de lansstoot werd doorboord, opende zich ook Uw Hart voor al Uw kinderen. O Onbevlekt Hart, zinderend van liefde, God voorzag U als een onbegrensde Tempel van vuur die alle mensenzielen in zich zou bergen. Ons hart werd gebrandmerkt met het heilige zegel van de liefde tot U die onze geestelijke Moeder bent. Doch vele harten laten zich niet verzegelen. Als koningin van de harten legt U de zwakke uitingen van onze liefde tot God als onweerstaanbare bloemen voor de hoogste Troon neer, doch Uw boodschap van Gods Liefde tot ons gaat verloren in ons ongeloof. Op het veld van onze ziel gedijen zoveel distels. Bij de oogst worden ook zij in Uw Moederhart geborgen. Door Uw voorspraak worden zij als bloemen over onze akker uitgestrooid. Als een bliksem van liefdevuur stort Uw Hart zich onophoudelijk over Uw kinderen uit. O Moeder, waarom ontbranden zij niet ? Als vruchtbaar makende regen zoeken Uw tranen van medeleven de harde bodem van stervende zielen opdat het zaad der bekering in hen zou ontkiemen, doch een rots drinkt geen water.
18
67
Als een tedere bries op verstikkende zomerdagen blaast U de herscheppende kracht van Gods deugden in de zielen in geestelijke ademnood. Als een geestelijke Maan spreidt U de zachte mantel van Gods Licht uit over harten die geen zon meer vinden. Ogen die zich nog slechts aan de duisternis hebben gewend, en zij die verziekt zijn door de dwaallichten van deze wereld, vinden zalving in de aanschouwing van Uw glorievolle gloed. Door U zullen zij weldra weer het Licht van de Zon verdragen. O Brug tussen Hemel en aarde, bezaaid met alle heerlijkheden der eeuwigheid, over U kwam de Verlossing tot ons. Wek in alle harten het verlangen naar het veilige pad over de kolkende stroom die zielen verzwelgt, want wie Uw wegen gaat, vindt de hemelse redding. 132. AKTE VAN HUWELIJK MET MARIA, MOEDER VAN SMARTEN
Zij moge leven in de gelukzaligheid die toekomt aan Haar die nooit de zonde heeft gekend. ♥♥♥ Lieve Moeder Maria, mei is de bloemenmaand. De zieltjes van alle kinderen in de moederschoot zijn voor God ook als bloempjes. Mogen onze gebeden U helpen om Gods landschap intact te bewaren. (Myriam, 1 mei 1999, na Rozenkrans tegen abortus) ♥♥♥ Als Moeder van Smarten is Maria een groot symbool van verlossend Lijden. Sommige zielen zijn geroepen om Haar te volgen, in een eenwording van hart. Deze roeping is zeer genadevol, want zij nodigt de ziel aan de voet van het Kruis, de Boom die toegang geeft tot de Tuin der Hemelen.
(door “Myriam van Nazareth”) 89. GEBED TOT AARTSENGEL GABRIEL Lieve Moeder Maria, Geruisloos als de maan kwam U tot mij in de nacht om mijn dorstig hart te laven aan Uw beker van vervoering. Aan Uw hand geleid, ontwaakte mijn ziel in het Licht van de Dageraad. O Hemelse Verschijning, hoe kan ik U loslaten, vóór alle tijden heeft onze Vader ons voor elkaar bestemd. O allermooiste Bloem, hoe onvolmaakt ben ik, en toch hebt U in mij geloofd. Op mijn jawoord vertoont U zich aan mij, getooid in een bruidskleed van lelies van de zuiverheid waarmee de Heilige Geest U heeft bekleed. O levende Tempel van de Heilige Drieëenheid, het voorhangsel van Uw Hart is gescheurd toen het zwaard der smarten U op Golgotha doorboorde. Achter een sluier van liefdevuur ontsluiten Uw brandende ogen mij de kwellende pijn die U verteert. Als een mantel van satijn sluit zich Uw smartvol Hart om het mijne, en in hun eenwording voeden beide zich aan het Bloed uit de Bron der zuivere Liefde.
(door “Myriam van Nazareth”) Heilige Aartsengel Gabriël, Verkondiger van Gods Woord, Boodschapper van Gods Genade, Drager van de Goddelijke Liefde, Vervul mijn hart met de blijheid die Maria in Uw tegenwoordigheid ten deel viel. Versterk ook in mijn hart de hoop, het geloof en de liefde van de ziel die weet dat God in haar geboren wil worden. Zuiver mijn hart, opdat ook ik de woorden van liefde en ontferming moge horen die God tot mij richt. Zuiver mijn mond, opdat mijn ja-woord moge klinken met de liefde, de overgave en het vertrouwen van dat van mijn Hemelse Moeder. Neem de belijdenis van mijn bereidheid veilig met U mee, opdat mijn Vader mij waarlijk tot de Zijnen moge rekenen.
Zie, ik schenk U een bruidsboeket van de rozen van mijn liefde. Neem de bloemen in U op, de doornen wil ik als bruidsschat in mijn hart bewaren, opdat ik met U één moge blijven in de pijn. Mijn totale zelfgave aan U zal de ring zijn die onze eenheid bezegelt. 68
17
O Goddelijke Moeder, baar toch vannacht het Licht op het stro van mijn geestelijke armoede. Het zal schijnen in de duisternis, en Zijn uitstraling zal vele huisjes verlichten.
Ik beloof U mijn eeuwige liefde. Zonder Uw bloed kan mijn hart niet leven.
Moge de wereld zo de Hemelse Boodschap begrijpen en het Geschenk van het Licht aanvaarden.
Ik beloof U mijn eeuwige troost. Worden mijn ogen niet met Uw tranen geze gend ? Brandt mijn hart niet van liefde wanneer U in mij fluistert en mij laat delen in Uw droefheid ?
Mogen liefde en vrede de nieuwe lente aankondigen, en mogen alle lichtjes aan wie de geboorte is ontzegd, na Uw bezoek aanvaard worden in de warmte van verlichte harten. 88. GEBED VAN OVERGAVE AAN MARIA, MOEDER VAN SMARTEN (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria,
Ik beloof U mijn eeuwige trouw. Voor wie zou ik U verloochenen ?
Ik beloof U mijn eeuwige ondersteuning. Zijn Uw verlangens niet de mijne ? Ik beloof U mijn eeuwige gehoorzaamheid. U bent mijn hart tot Bruid gegeven, maar U zult mijn Koningin blijven. Ik zal aan Uw zijde zitten aan de bruiloftstafel, het Altaar van Golgotha. Ik zal er met U het bruiloftsmaal nuttigen, het Lam in Uw Liefde grootgebracht, door U bereid en afgestaan onder de zoete tranen van de allerheiligste overgave. Ik zal er met U de bruiloftsbeker drinken, de Kelk van Bloed en Tranen die mijn hart dronken van liefde hebben gemaakt.
Mijn zonden hebben de Witte Lelie in gewaden van rouw gehuld.
Wij zullen samen leven in het huis van onze verenigde harten, tot de avond valt en U mij zult meenemen naar het Huis van Hem die mijn hart heeft geschapen voor Uw Liefde en Uw Smart.
Als een zoenoffer leg ik mijn wenend hart voor U neer. Uit liefde tot U heeft het de doodstrijd der zelfopoffering aanvaard.
Wij zullen kinderen baren voor het Rijk van Liefde, en heilige vreugde zal opnieuw uit U stralen.
O Moeder, gun Uw onwaardig kind slechts één blik, en het zal weer leven.
O mijn Hemelse Bruid, Uw glimlach verrukt mij, Uw tranen maken mij ziek van liefde. Voortaan zullen wij de doornen samen dragen, en de rozen zullen bloeien voor U en voor mij in eeuwigheid.
De zwakheid der wereld heeft Uw Hart verscheurd en Jezus gedood.
Uw donkere Mantel herinnert mij aan mijn bevlekte ziel. Ik kom er thans mijn hele leven in begraven. Ik bied U mijn tranen van liefde en medeleven met Uw Smartvol Hart als kleurloos bloed tot heiliging van zielen. Uw kind is te zwak en te onwaardig om U bij de hand te nemen, doch het wil bij Moeder zijn, waar Zij ook gaat. Wil U mij daarom de hand reiken, ik zal U volgen op de Weg van het Kruis. Zeer velen zullen ons toekijken, doch slechts weinigen zullen zien.
133. GEBED TOT MARIA, MOEDER VAN DE HOOP (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, bemoedigende kracht in mijn zwakheid.
Uw Hemelse Schoonheid zal velen in het gezicht slaan, doch weinigen zullen begrijpen.
Het eeuwige Licht heeft zich aan U overgegeven en heeft uit U gestraald. Zelfs de dichte duisternis van Golgotha kon de gloed in Uw Hart niet verdrijven.
Zeer velen zullen ons bespotten en toeroepen, doch aller harten zullen stom blijven.
In U werd de opperste vreugde van het moederschap over Jezus gestort, doch in Uw Schoot werd de heiligste Smart voldragen.
Ik wil de dwaas zijn die naast U loopt, tegen alle wereldse rede in, hunkerend naar de smart indien daardoor de Uwe wordt verlicht.
U hebt de warmste zonnestraal voor de wereld gebaard, doch de wereld gaf U de meest huiveringwekkende kilte ervoor in de plaats.
O Goddelijke Barmhartigheid, schenk mij toch de tranen van Maria's verdriet, stort de genade van Haar verscheurende smarten in mijn liefhebbend hart, en laat mij sterven aan Haar pijn om de wereld, opdat
Uw ziel was de bergtop in het Land van de Zuiverheid, Uw Hart een maanbeschenen dal in de heilige nacht van het verraad.
16
69
Hoezeer tracht U in Uw kinderen de liefde tot het Kruis op te wekken, doch de menselijke natuur aardt niet op Golgotha. Zien zij dan niet hoe doorheen de spijkergaten het zuiverste Licht straalt ? O Moeder, U overwon de diepste nacht, en een kroon van twaalf sterren werd Uw erfdeel. Zie, de schaduw van mijn zonden wijkt onder de openbrekende hemel, want U hebt het Licht der Wereld over mij afgeroepen. Wanneer de avond valt, zult U de Eeuwige Dageraad baren, want sedert de duisternis mijn lichaam heeft gekluisterd, zie ik U zwanger van de hoop die de Geest aan U heeft toevertrouwd. Mijn aardse kerker weent, doch mijn ziel juicht, want de sleutel heb ik voor altijd aan U gegeven. De steen die mij drukt, wordt een diamant aan Uw kroon. Ik wil mijn lijden dragen in vereniging met het Uwe, opdat het in Uw handen tot een bloem van verlossing voor zielen zou worden, en ik voor U een zonnestraal in de mist van Uw smarten moge zijn. O Moeder van de hoop, zelfs met tranen ontsteekt U vuur in gewillige harten. In Uw ontferming wordt dreigende regen tot een bron van vruchtbaarheid, want Hem die U moest afstaan, laat U niet verloren gaan in een kinderhart dat U voor altijd tot zich neemt. ♥♥♥ Maria is verheerlijkt om al Haar deugden en verdiensten. Haar hoop is waarlijk heldhaftig geweest. Zij hoopte met onvergelijkbare vurigheid op de komst van de Messias, en toen Hij uiteindelijk gekruisigd was, bleek Zij de enige die vast geloofde dat Hij werkelijk zou verrijzen. Geloof, hoop en liefde hebben in Maria absolute toppen bereikt. Zij wist dat God de mens nooit in de steek laat en al Zijn beloften nakomt. 134. GEBED TOT MARIA, MOEDER VAN HET KRUIS (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Uit de as der duisternis rees de Vrucht van Uw Schoot op boven de Berg van de Dood. Als een brandende pijl heeft Uw verlangen naar aanvaarding van het Licht der Verlossing zich in mijn ziel geboord.
Schenk al Uw kinderen Uw zuiverheid naar ziel, geest, hart en lichaam, opdat wij zoals U in vreugde en overgave Gods wegen mogen volgen en ons voor eeuwig van de zonde mogen afkeren. 86. AANROEPING TOT AARTSENGEL MICHAEL (door “Myriam van Nazareth”) Heilige Aartsengel Michaël, Wil mij bijstaan opdat ik Uw en mijn Hemelse Meesteres Maria in volle overgave zou kunnen dienen, en noch de uitvoering noch de vruchten van mijn dienst ten prooi zouden vallen aan de bedervende invloed van duistere krachten. 87. GEBED VAN UITNODIGING AAN MARIA, MOEDER VAN HET LICHT (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Terwijl winter heerst in de harten, en het kwaad zijn gevangenen telt, zie ik U, eenzaam zoekend naar geborgenheid, want het verlangen van het Licht is ongeduldig geworden. Vele deuren zijn voor U gesloten gebleven. Andere werden geopend, doch door de macht van ongeloof en egoïsme voor Uw verlangende ogen opnieuw gesloten. Wat is het Licht van Uw Gelaat pijnlijk voor verblinde ogen die voor de duisternis hebben gekozen. Zelfs het Godsgeschenk dat U draagt, opent geen sloten. Als een ster in de duistere nacht wenkt U de vlam van de hoop in mijn begerige ziel. Ik heb Uw kloppen gehoord. In Uw Aanblik heeft de Heilige Geest mijn hart begroet, en het is voor U opengegaan. Mijn ogen aanschouwen een Vuur dat geen schaduwen werpt, en Uw bedelaar herkent zijn lang verwachte Koningin van het Licht. O Boodschapster van de Hemel, ik schenk U mijn huisje voor eeuwig. Vereer de tafel van mijn ziel met Uw Tegenwoordigheid, en niemand die mij bezoekt zal ooit nog honger lijden, want U draagt het Brood van Eeuwig Leven. De warme gloed van mijn liefde zal U omhelzen, en Uw Onbevlekte Schoonheid zal engelen en mensenzielen in mijn huisje uitnodigen. De rozen van Uw Liefde en de lelies van Uw Zuiverheid zullen mijn tafel sieren tot het einde der tijden.
70
15
85. GEBED TOT DE ONBEVLEKTE ONTVANGENIS MARIA OM ZUIVERING VAN DE MENSHEID (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Onbevlekte Ontvangenis van de oneindige Goddelijke Liefde die de eeuwigheid bezielt, wil de Mantel van Uw machtige bescherming over ons uitspreiden.
U vroeg om mijn overgave aan Uw Moederschoot opdat U mij zou vormen in het allerheiligste Bed waaruit ooit de Mensenzoon oprees. Nu vraagt U om mijn overgave aan het Bed waarop Hij deze wereld wilde verlaten. O Moeder, hoe kan ik rusten zolang ik Uw vragende ogen zie ? Zoals U in liefde Uw armen naar mij uitstrekt om mij in Uw Hart op te nemen, zo wil ik mijn armen uitstrekken op het Kruis, want ook ik wil zielen in mijn hart sluiten, om ze tot redding aan U over te leveren.
O Lelie uit de Tuin van alle Leven, beadem mij met de tedere bries van Gods kracht, opdat ik moge openbloeien tot een vlekkeloze bloem voor Gods Laatste Tijden.
Zoals onder het Kruis Uw Moederhart door het Zwaard der Smarten werd doorboord, zo is mijn hart doorboord door de brandende Liefde uit Uw eerste blik. Als met kruiswonden hebben Uw ogen mijn hart getekend, dat bloedt onder de verlossende smarten, de erfenis van Uw verheerlijking.
O Allerzuiverste Maagd, moge de brandende liefde uit Uw Onbevlekt Hart medeverlossers baren die het rijk van Satan onvruchtbaar maken.
Ik laat mijn lichaam door U tekenen met de pijn van het Kruis, opdat Jezus' Wonden gezalfd mogen worden.
O Moeder van onze Verlosser, bevrijd ons uit de greep van alle duistere machten die Jezus elk ogenblik opnieuw kruisigen.
Ik laat mijn hart door U tekenen met de liefde tot het Kruis, opdat Uw Hart van vreugde moge stralen.
O Bruid van de Heilige Geest, breng licht in verduisterde geesten en liefdevuur in bevroren harten, laat de volheid der genade onze innerlijke leegte vervullen.
Ik laat mijn geest door U tekenen met het verlangen naar het Kruis, opdat de Heilige Geest mijn bloed moge heiligen.
O Zoete Stem der laatste dagen, sluit onze zwakke oren voor de verdovende schreeuw der helse verleidingen. O Koningin der Hemelse Schoonheid, schenk ons Uw ogen, opdat wij de lelijkheid der zonde zouden herkennen. O schitterend Licht in onze wereldse duisternis, wek in onze ziel de hoop op de Paradijsvreugden, opdat in ons de bloesems van het berouw mogen bloeien, waaruit de vruchten der bekering ontspruiten. O Hemelse Leermeesteres, sterk ons in de toewijding aan U en de Heilige Drievuldigheid, en leid ons in de vernieuwing van onze doopbeloften tot verzaking aan alle kwaad, opdat de smet van de erfzonde ons niet langer zou tekenen. O Koningin van de Eeuwige Liefde, reinig onze misleide harten van het gif van de haat. Moge de straal van de vurige Liefde uit Uw Onbevlekt Hart in alle harten een liefdewonde slaan, de enige wonde die ons sterker kan maken naarmate zij meer bloedt. O zuivere Moeder van Barmhartigheid, bezegel de heilige band met Uw kinderen en sla een brug van rozen tussen alle harten, opdat de geur van heiligheid ons de weg naar U moge tonen.
Ik laat mijn ziel door U tekenen met de glorie van het Kruis, opdat Jezus en U in mijn offergave verheerlijkt mogen worden. O Koningin van Golgotha, sedert U onze Moeder bent, is het Kruis onze Broeder. Doch wij maken ons elke dag schuldig aan broedermoord. Hoevelen van Uw kinderen doden het Kruis omdat zij liever bezwijken onder de last van de wereldse schijn die zij tot hun god hebben verheven. Zij verachten het Bloed dat hemel en aarde verlicht, zij bespotten de Tranen die zielen wassen, en aanbidden de ketenen van de kerker der eeuwige duisternis. O Jezus, ziehier Uw en mijn Moeder. Voortaan zal Zij in mij wonen en ik in Haar, want Zij heeft Uw Kruis in mij gebaard. Op het Altaar in Haar Tempel heeft Zij mij met Haar tranen aan de Getuige van de Eeuwige Liefde vastgehecht. Bedroefde Moeder, Jezus ter ere hebt U mijn hart gestigmatiseerd. Kruisig ook hen die ik op de vleugels van mijn gebed tot U breng met de brandende spijkers van Uw Liefde, opdat het Licht in de wereld moge verrijzen.
Lieve Moeder Maria, 14
71
135. GEBED TOT MARIA NA DE BIECHT (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Ik heb mijn ziel ontdaan van het grauwe kleed van zonden dat haar bezwaarde. Was haar toch aan de Bron der Genaden die God onder Uw hoede heeft gesteld. Wees mijn machtige Voorspreekster en schenk God mijn rouwmoedig hart, in Uw mond wordt mijn berouw tot een lofzang op God. Volmaakte Moeder, help mij voortaan mijn hart te openen voor Uw leiding, opdat ik niet meer zou dwalen. Wil mij de genade bekomen om mijn grootste zwakheden te overwinnen. Leer mij zien dat de verleiding slechts werelds genot belooft, doch mijn ziel verziekt voor de eeuwigheid. Ben ik niet gemaakt om voor altijd bij God te wonen ? Leer mij zien dat elke zonde een geselslag voor Jezus en een doorn in Uw Moederhart is. Laat mij in elke bekoring Uw Liefde voelen, opdat ik sterk zou blijven tegen de duivel, die mij haat. Laat mij zien dat ik door elke misstap de duivel voedsel geef en U de honing van mijn liefde onthoud. O Schrik der duivelen, aan U lever ik al mijn ondeugden uit, opdat ze onder Uw voeten verstikt zouden worden. Maak mij tot een spiegel van Uzelf, o eeuwig levende reinheid. Bekom voor mij de kracht om U voortaan volmaakt na te volgen. Hoezeer verlangt mijn hart dat ik Uw trots moge zijn zoals Jezus dat ooit was. O allerheiligste Lelie die de Koning der zuiverheid hebt gebaard, bekleed mijn ziel en hart met Uw zuiverheid, opdat al mijn daden en gedachten voortaan bloemen zouden zijn die Uw Hart omkransen en Jezus genezen van de slagen die mijn zonden Hem hebben toegebracht.
Al te vaak zijn menselijke overgave en liefde kortstondige vlammen die doven op het ijs van het zelfbehoud dat de harten scheidt. Telkens weer wil het vlees de harde weg omzeilen. Nochtans worden zachte paden onder regen tot modder waarin de ziel wegzinkt. O Moeder, kom mij te hulp wanneer ik slechts op mijn onvolmaakte zintuigen vertrouw en, zoals ooit Thomas, de lamp van het geloof laat doven. Kom mij te hulp wanneer angst, gemakzucht of egoïsme mij, zoals ooit Petrus, verleiden om Hem te verloochenen die mijn Bloedbroeder is. Kom mij te hulp wanneer de Prins van de Materie mij, zoals ooit Judas, aan de liefde tot Jezus wil ontrukken. O Moeder, schenk mij de moed van Maria Magdalena opdat ik mijn eigen onreinheid moge bekennen, standvastig moge blijven in de bekering, en de eeuwige Liefde van het Kruis moge zoeken boven wereldse en vergankelijke gehechtheden. Schenk mij de moed van Veronica opdat ik de liefde tot mijn naaste en tot God moge belijden, vooral wanneer zij alle schijn tegen zich hebben en de wereld hun gelaat heeft verminkt. Schenk mij de moed van Johannes opdat ik God trouw moge blijven terwijl het kwaad schijnbaar hoogtij viert, en opdat ik U moge ondersteunen in Uw smarten wanneer de wereld de Liefde vermoordt. Schenk mij de moed van Jozef opdat ik de kracht moge vinden, Jezus en U te ondersteunen in Uw werk van Liefde op aarde, en U Beiden te beminnen met de allerzuiverste liefde. O Moeder, schenk mij de moed om te delen in de volmaaktheid van Uw Onbevlekt Hart, God in mij geboren te laten worden en aan mijn wereldse gehechtheden te verzaken. ♥♥♥ Zwakheid is de mens eigen. Zij is geen zonde, zij is ook geen schande, maar zij moet ons er wel toe drijven om sterker te worden tegen alle bekoring en neiging tot zondigen. In onze zwakheid ligt onze kracht, want zwakheid brengt vaak lijden, en lijden is de munt waarmee wij de verlossing van zielen kunnen betalen.
♥♥♥ Vele heiligschennissen worden goedgemaakt door met liefde en vurigheid de Communie te ontvangen op de tong in plaats van op de hand, en de eerste zaterdag van elke maand te biechten ter ere van het Onbevlekt Hart van Maria. Deze handelingen wekken Gods 72
13
Laat mij Uw hand voelen bij elke klip en op elk kruispunt op mijn levensweg. Wees mijn schild wanneer de duivel de hand op mij wil leggen. Verenig U met mij telkens ik bid, opdat mijn gebeden een engelachtige zuiverheid mogen verkrijgen. Vul de onvolmaaktheid van mijn gebed aan, opdat het God waardig moge zijn en de wereld moge dienen. Waak over mij wanneer ik in diep gebed en dood voor de wereld ben. Geleid mij dan veilig op de weg terug naar de lichamelijke tempel van mijn ziel. Dank en loof God en Maria in mijn naam. Betuig hen onophoudelijk de liefde die mijn hart verteert doch die verdwaalt op de lange weg naar mijn mond. Houd mij constant het Licht voor ogen, opdat de duisternis mijn ware bestemming niet aan mijn blik zou kunnen onttrekken.
Barmhartigheid op en ontkrachten veel kwaad. Het is heel gunstig, na de Biecht met Maria een verbond te sluiten opdat Zij Uw gewassen ziel zou begeleiden en U waakzaam zou houden om niet meer in dezelfde zonden te vervallen. 136. OCHTENDTOEWIJDING AAN MARIA (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Zoals de zon de dageraad begroet, zo begroeten Uw ogen deze ochtend mijn hart, dat opspringt van vreugde om de nieuwe dag die het met U mag delen. Allerheiligste Moeder, ik geef mij vandaag aan U als Uw bezit en eigendom, opdat U mij zou vormen in de deugden en de heiligheid. Wees mijn trouwe Gids op mijn reis naar Gods Licht.
Vervul mijn oren onophoudelijk met Uw zachte stem, opdat ik de luide schreeuw van het kwaad niet meer zou horen.
Ik wijd mij vandaag toe aan Uw Hart, dat de meest verheven vreugden en de diepste smarten heeft gevoeld, opdat Gods Wet van Liefde al mijn handelingen moge richten.
Spreek door mijn mond, opdat al mijn woorden lofzangen aan God mogen zijn.
Ik wijd mij vandaag toe aan Uw Moederschoot, die Jezus heeft gedragen, opdat ik vandaag in U waarlijk een kind van God moge zijn.
Geef mijn lichaam de kracht die het nodig heeft om al mijn plichten en apostolaat te vervullen. Bid voor mij wanneer ik zwak, ziek of bewusteloos ben, en niet zelf kan bidden.
Ik wijd mij vandaag toe aan Uw handen, die de kleine Jezus in de Tempel aan God hebben opgedragen, opdat ook ik door Uw zuivere handen aan God moge worden gegeven.
Laat mij vanavond onder Uw vleugels slapengaan, opdat de duisternis mij moge vinden als een heilig licht.
Ik geef U vandaag mijn lichaam, opdat het in U de Wonden van Jezus moge voelen en mijn lijden geheiligd moge worden. Wil het aan God opdragen tot verlossing van zielen die niet willen lijden.
Mijn lieve hemelbroeder, sterk mij in mijn stervensuur voor de laatste strijd, en leg mij aan Maria's voeten neer, opdat mijn Voorspreekster mij met Haar allerzuiverste handen aan het Eeuwige Licht moge aanbieden. 84. GEBED TOT MARIA OM STEUN IN MIJN ZWAKHEID (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Wanneer ik Jezus, de gekluisterde Overgave, aanschouw, wordt het stil in mijn werelds gemoed. Wanneer ik U, de zachtmoedige Liefde, aanschouw, breekt mijn hart om mijn zwakheid. Hoe angstvallig wil mijn bloed in mijn eigen tempel blijven. 12
Ik geef U vandaag mijn hart, opdat het in U moge opbranden in de vlammenzee van Gods Liefde. Aanvaard al mijn liefde, al mijn gevoelens, als bloemen van bekering voor mensen die hun hart voor God en hun naaste hebben gesloten. Ik geef U vandaag mijn geest, opdat hij in U moge opgaan in de beschouwing van Gods Heerlijkheid. Moge hij slechts het goede zoeken in alle mensen en dingen om mij heen, opdat ik voor mijn medemens een spiegel van Uw zuiverheid moge zijn. Ik geef U vandaag mijn ziel, opdat zij in U gezuiverd en van deugden vervuld moge worden. Moge Uw bemiddeling mij vrijspreken van de straffen voor elke dwaling waaraan ik mij vandaag in mijn onwetendheid overgeef. Mogen door Uw tussenkomst al mijn goede bedoelingen worden bekleed met Gods zegen, opdat zij dwalende zielen naar het eeuwige Licht zouden leiden. 73
O onbevlekte Moeder Maria, ik ben zo klein en zondig. In U vind ik volmaakte liefde, hemelse vrede, moederlijke troost en kracht voor mijn dagelijkse strijd. Uw voorspraak opent mij de weg naar het eeuwig Leven. Hoe zou ik U vandaag minder kunnen geven dan mijzelf en alles wat ik heb en doe. 137. GEBED TOT MARIA, POORT NAAR DE HEILIGHEID (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Oneindig zacht raakt mij Uw blik van hemelse tederheid, spiegel van Uw voortdurende aanschouwing van de verborgen Bron der eeuwige Liefde. Uw ogen willen mij laten delen in de onmetelijke rijkdom van Uw ziel, vurige diamant van volmaaktheid. Uw aanblik verplettert mijn hart. Hij wekt in mijn ziel het zondebesef en het verlangen om te zijn zoals U. Hij laat mij de wereld misprijzen. Hij laat mij verlangen naar het kleed van de zuiverheid, opdat ik moge leven en dienen in Uw heilige Tempel. U hebt mij Uw Mantel aangepast opdat ik op U zou lijken. Nu vertrouwt U het zaad uit de hoogheilige Bloem van Uw Hart toe aan de bodem van mijn ziel. Doch bloemen bloeien en geuren slechts in vruchtbare grond. O Moeder, zalig de bodem die zich door U laat drenken in het Bloed van Christus en op Uw woord beschutting vindt onder de vleugels van de Geest, die hem bewaart voor de vernietigende stormen van de ondeugd. Onder de milde zon van Uw voorspraak zullen zijn vruchten langsheen het Kruis opklimmen en tot in de hemel reiken. Hoe zoet smaken de druiven der zielen die in U tot vereniging met de Heilige Geest zijn geroepen. Hun wijn maakt koele harten dronken van liefde tot het Kruis en tot U, Onbevlekte Ontvangenis, Tabernakel van de Menswording. Hoezeer verlangt mijn zondig hart naar de warmte van Uw zuiverende nabijheid, want ook voor distels schijnt de zon. Als een gouden zonnestraal van hoop in een donkere kamer schrijdt U door mijn hart, en trekt er een spoor van hemelse bloemen. Tranen van liefde heiligen mijn zieke bodem, opdat Uw bloemen wortel zouden schieten en het eeuwige Licht begroeten. 74
De wereld poogt mij de ontmoeting met U te beletten, en ik dreig in mijn liefde te stikken. Ware liefde laat zich niet vergrendelen, doch wat zegt een mond nadat mensenogen U plots mogen aanschouwen ? Hoe luider mijn hart schreeuwt, des te meer verstomt mijn mond. Niet meer met woorden spreek ik, maar met uitbarstingen van een hart dat niet langer mij toebehoort. Zie, o Moeder, de Vlam van Uw Liefde heeft mij ontstoken als een toorts. Ik ben nu zelf een vuur waaraan Uw Hart zich kan warmen wanneer de kilte van de wereld het beklemt. Tijdens de vervoering van Uw omarming torst mijn gemoed de schulden der wereld. Alle spot, minachting, verwaarlozing en liefdeloosheid uit gesloten mensenharten valt op mij als een kruis dat mij te gronde werpt. De vloedgolf van Uw Liefde breekt in mijn hart onvermoede dimensies van leven open, en vermoordt mijn ik door het dodelijk besef van mijn zonden, de distels die ik U en Jezus gaf terwijl U zo naar bloemen verlangde. Alle liefde die U wordt onthouden, vlecht zich als een doornenkroon om mijn lijdend hart. Alle bronnen van Uw smarten vanaf de Boodschap tot in eeuwigheid trek ik in mijn armzalig wezen samen. Ik laat ze met mijzelf rouwmoedig aan Uw voeten neervallen. Doch het zwaard boort zich nog dieper naarmate de wederzijdse stroom van brandende liefde tussen onze harten mij de onvolmaaktheid van mijn offergave laat beseffen. Uw hemelse gaven vervullen mijn hart met gelukzaligheid die niet van deze wereld is, en baren de weemoed van de ziel die haar onwaardigheid belijdt. O Moeder van de Goddelijke Liefde, maak mij de Genade waardig, opdat de pijn waarmee ik haar in mijn nietigheid ontvang, door Uw gezegende handen aan God kan worden aangeboden als een heilige offerande die Jezus' Kruisoffer één ogenblik moge verkorten. 83. GROET AAN MIJN ENGELBEWAARDER (door “Myriam van Nazareth”) Mijn lieve engelbewaarder, Gods geschenk aan mijn wereldse zwakheid, dichter bij mij dan mijn schaduw, met liefde en dank groet ik U als mijn hemelse broeder. Elke morgen opent U mijn ogen opdat zij de wereld zouden waarnemen in een hemels licht. Bid toch voor mij opdat ik heilig moge worden en mijn bestemming als kind van God moge bereiken. 11
Barmhartige Moeder, talloze bladeren van de Levensboom waren te licht, zijn verdord en werden de eeuwige winter ingeblazen.
Ik adem Uw geur, ik eet Uw woorden, ik drink Uw tranen en baad in Jezus' Bloed.
Ik wijd U alle bladeren toe die door de kleurenpracht van hun deugden de levensarme bodem van Gods Rijk op aarde kunnen bevruchten, opdat de Boom des Levens weldra voorgoed wortel moge schieten.
O allerheiligste Moeder, ik leef niet meer, U leeft in en door mij. Alles wat ik ben en doe, draagt Uw naam.
Op U stel ik al mijn vertrouwen, want in U schuilt de belofte van een nieuwe Lente. 82. GEBED TOT MARIA, KONINGIN VAN DE HEMELSE WEEMOED (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria,
Mijn hart begeert, de zonde in mij ten grave te dragen. Moge de zoete pijn van het Kruis in mij leven en de schaduw van de dood verdringen. O Onbevlekte Moeder, genees mijn ziel van het gif van de erfzonde, opdat de Liefde in mij niet gedood worde. Zoals een bloem zich richt naar de zon, zo heb ik de poort van Uw Tempel gevonden, die het Licht van de oneindigheid in allesverterende stralen over mij heen stort. Draag mij binnen door Uw Poort, o Moeder, opdat ik het Land van het Allerheiligste moge zien, dat mijn wankele benen niet kunnen noch durven betreden.
Geen moederhart werd ooit zo tot het uiterste gedreven als het Uwe. Geen moederliefde werd ooit zwaarder beproefd dan de Uwe.
138. EERBETOON AAN MARIA, HART VAN MIJN HART (door “Myriam van Nazareth”)
Sedert Uw ja-woord hebt U ons met schatten overladen. Het besef van mijn tekorten en mijn onmacht om U te vergoeden, wurgt mijn hart.
Lieve Moeder Maria,
Elke morgen geef ik U mijzelf als een bloempje, doch hoe vaak verwelk ik nog vóór de avond valt.
Ik zie slechts wanneer U het Licht voor mijn ogen laat schijnen.
Elke morgen begroet ik U als een zonnestraaltje, doch hoe vaak word ik een wolk nog vóór de dag in Gods armen gaat rusten.
Ik glimlach slechts wanneer Uw vreugde uit mij wil stralen.
Ik spreek slechts wanneer U mijn mond met woorden voedt.
U leert mij voelen met Uw Hart. Uw eenzaamheid kwelt mij.
Ik huil slechts wanneer Uw Hart in mij bloedt.
Mijn wereldse ik kan slechts tot U spreken, doch hoort niet de klanken van Uw Liefde.
Ik leef slechts wanneer Uw Hart voelbaar in mij klopt.
Het kan U slechts uiterlijk aankijken, doch ziet niet de schittering noch de tranen in Uw ogen. Het ademt slechts lucht, doch ruikt niet het parfum van Uw Aanwezigheid. Het spreekt slechts woorden, doch blijft stom voor de rijkdom der heilige gevoelens die de Geest in mijn ziel heeft gelegd en door Uw Aanblik ontsloten worden. Uw roep wekt mijn eeuwige ik, dat mijn hart volmaakt voor U openlegt en alles begrijpt wat Uw Hart tot mij zegt. Het Mysterie overweldigt mij in mijn kleinheid. O Moeder, waarom ik ? Wat ben ik méér dan zonden, tranen en onuitgesproken liefde ? Welk liefhebbend kind gaat niet tot moeder wanneer zij roept ? 10
Ik ben slechts geboren omdat U mij tot Uw dienst wilde roepen. ♥♥♥ Eenwording met Maria is in hoge mate een mystieke gave. Naarmate de ziel méér met Maria versmelt, krijgt het hele wezen het gevoel dat Maria de motor is, en de Heilige Geest de brandstof. Volkomen zelfstandig handelen, denken, voelen, spreken en verlangen lijkt zo goed als onmogelijk, het is alsof alles gebeurt vanuit “dat andere Hart” waarin het eigen wezen overgevloeid is. Dit uit zich in talrijke aspecten van het gedrag : niets is nog zoals het voorheen was, en het eigen hart wordt oneindig veel gevoeliger voor allerlei indrukken. ♥♥♥ 75
Lieve Moeder Maria, ik ben niet eens waardig om in Uw schaduw te treden, en toch neemt U mij onder Uw Mantel. Uw onvoorwaardelijke Liefde maakt mij sprakeloos. Laat mijn hart duizend liederen voor U zingen, want mijn mond blijft stom.
Als het eerste vogelgezang na de stilte van de winter der stervende zielen klonk de Boodschap van de Engel aan zijn nieuwe Meesteres. In U werd de Kiem van Eeuwig Leven gezaaid.
(Myriam, 3 juli 1998) ♥♥♥ Lieve Jezus, zoals Uw en mijn Moeder Maria U in Haar schoot heeft mogen dragen, zo mag ook ik U nu dragen. Zoals U Haar met Uw Goddelijke Aanwezigheid hebt doorstraald, doorstraal nu alstublieft ook mij met Uw Goddelijke Aanwezigheid, opdat ook ik door en door heilig moge worden.
De Kiem bracht de Bloem van het Geloof voort, en kondigde voor Gods kinderen de zomer aan. Onder Uw tedere zorgen kwam de Bloem tot bloei en bracht kleur in de wereld. Als steeds nieuwe bloemen opende menig hart zich op de klanken van het Mensgeworden Woord. Het Woord plantte de Boom des Levens in ons midden, en bracht de Hemel dichterbij. In het verborgene spreidde Uw Mantel zich als een oneindig blauw uitspansel over de hele wereld uit.
(Myriam, 29 juli 1998) ♥♥♥ Lieve Moeder Maria, uit Uw handen heb ik het Lichaam van Jezus ontvangen. In mijn kleinheid en onwetendheid weet ik niet eens wat ermee aan te vangen. Maar ik zal het omhullen met mijn liefde en het in mijn hart bewaren, om het daar door de Goddelijke Voorzienigheid de bestemming te laten geven die voor mij is weggelegd. (Myriam, 28 juli 1998) 139. GEBED TOT MARIA, MOEDER VAN DE GEKWELDE LIEFDE (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Ik zie U op weg naar Bethlehem om er de verhongerde bodem te bevruchten met het zaad van Uw jawoord, doch het slijk der wereld spoelt het weg. Ik deel Uw pijn om de afwijzing van Uw liefdegave. O Moeder, leer mij geloven dat wat door God gezonden wordt, ook vrucht draagt wanneer het aanvankelijk niet aanvaard wordt. Ik zie U bij het opdragen van de kleine Jezus in de Tempel. Hoezeer drukt op U de bezorgdheid om de toekomst die Uw Geliefd Kind op deze wereld wordt voorspeld. O Moeder, leer mij geloven dat wie door Uw handen aan God wordt toegewijd, niets te vrezen heeft dan zijn eigen vrees om aardse pijn. Ik zie U vluchtend naar Egypte, lijdend onder de angst om de Geliefde. 76
O kleine Maria, Uw nooit geziene heiligheid beloofde nieuw leven.
Uit het nachtelijk duister zie ik de krachten van het verval opdoemen, die als een herfststorm door Gods Land razen. De Boom des Levens moet van vele bladeren scheiden, en menige bloem verwelkt doordat het sap van het geloof niet langer tot haar wezen doordringt. Regendruppels van haat en onbegrip vullen de Goddelijke Kelk, die door U in brandende Liefde ten hemel wordt geheven, met bitterheid. Het aardrijk schudt onder de geselslagen van wind en ontij. De Boom des Levens is geworden tot een ontbladerd Kruis, nog slechts rechtop gehouden door de Liefde uit twee eenzame Harten. O gekwelde Moeder, voor Uw en mijn ogen wordt de Liefde vermoord. Een stervende Boom geeft ons het Leven terug. Met een witte mantel van zuiverheid poogt de hemel onze zonden te bedekken, doch na het Teken van Tegenspraak is de nieuwe Adam almachtig. Zoals hij ooit de Liefde doodde, doodt hij nu zijn eigen zonde en schept zijn eigen vergeving. Hij hoopt nog slechts op het werk van zijn eigen onreine handen. Hij gelooft nog slechts in wat zijn onwetende mond spreekt. De brandende liefde is inbeelding van naïeven, want het is zo koud. Alles is dood, hoe kan God dan leven ? O Moeder van alle seizoenen, mijn klein hart gloeit van vreugde nu ik aan de horizon Uw nieuw Licht heb ontwaard. Daar wacht de ware Hoop van de lente, het ware Geloof van de zomer, en een Liefde die zelfs geen herfst meer nodig heeft. Want voor hen die U en de Boom des Levens oprecht liefhebben, gaat de zon ook in een bevroren mensenland nooit onder. 9
De hemel breekt open. O Hemelse Koningin, Uw geopende armen drukken mij aan Uw Onbevlekt Hart in een omhelzing die het Tijdeloze voor mij ontsluit. Mijn lichaam en mijn wil bezwijken onder de vervoering van Uw aanraking, die ik voel in de diepste kern van mijn ziel. Gezegende tranen spoelen alle resten van de wereld weg uit mijn bewustzijn, dat wordt begraven onder Uw Moederlijk Mantel en verdampt in de gloed van Uw Liefde. O Maria, hier is geen ruimte meer voor de stof, alles is kleur, Licht en Liefde.
O Moeder, leer mij geloven dat zelfs wanneer ik uitverkoren akkers moet verlaten voor de woestijn, het Land van Belofte wacht zolang ik op God vertrouw. Ik zie U in Jeruzalem, op zoek naar de twaalfjarige verloren Jezus. Hoezeer vreest Uw Moederhart, te hebben gefaald. O Moeder, wees mijn onfeilbare Gids wanneer ik Jezus verlies, want ik geloof in U.
Onze harten verenigen zich. Mijn ik sterft de zalige dood van hen die zich totaal aan U wegschenken.
Ik zie U tijdens de geseling van Jezus. Hoe groot is Uw pijn om de vernietiging van het mensgeworden Woord uit Uw Schoot, dat U met volmaakte moederlijke zorgen had omringd.
Mijn ogen zijn blind, verdronken in Uw tranen, doch ik zie wat voor mijn wereldse ogen verborgen blijft.
O Moeder, herinner mij aan de Glorierijke Verrijzenis wanneer verheven dingen die ik koester, door de wereld worden stukgeslagen.
Mijn oren zijn doof, doch ik hoor de klanken van de Eeuwige Liefde, de taal van de engelen.
Ik zie de laatste aanraking van Uw levend Kind op de Kruisweg, en laat de eenwording van Roos en Doornen mijn hart verscheuren.
Opgenomen en verteerd in Uw Hart, aanschouw ik met Uw ogen wat geen menselijke geest kan begrijpen.
O Moeder, brand deze aanblik voor eeuwig in mijn hart, nu het lijden mijn pad kruist, opdat ook uit mijn gekwelde wezen slechts volmaakte Liefde moge stromen.
U leidt mij over bergen van gelukzaligheid en dompelt mij onder in de diepste afgronden van Uw Smarten. O stralend Licht van Onbevlekte Heiligheid, waar krijg ik vat op U ? Golven van pijnlijke verrukking beuken onbarmhartig op de materiële tempel van Uw paleis in het hart van Uw dienaar. O genadige Koningin der Vervoering, ik wil niet meer van U scheiden, en kan ook zonder Uw hulp niet terug. U zegent mijn geest met een herinnering uit de Toekomst in het Rijk van het Licht. U zalft mijn hart met de kus van Uw Eeuwige Liefde en de Eeuwige Glorie, en schenkt het nieuwe grenzen. Voortaan, o zoete Koningin, wil ik met U langs eenzame wegen gaan, en er kloppen aan de huisjes waarvan de tuinen de bloemen der Hemelse Heerlijkheid ontberen. Ik smeek U, wil de verstopte harten openbreken, opdat Gods Wet van Liefde elke mensenziel moge verheffen naar het Land van Bestemming. 81. GEBED TOT MARIA, BELOFTE VAN EEN NIEUWE LENTE (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Een duister wolkendek van zonden had de hemel voor de kinderen der aarde gesloten. Doch God schonk ons de eerste zonsopgang van een nieuwe lente toen Hij op de vleugels van de engelen der Hoop Uw Onbevlekte Roos in de harde, levenloze bodem van het aardrijk plantte. 8
Ik zie U bij de aannageling van Jezus aan het Kruis, en huiver onder Uw smart om de haat en de onwetendheid die de Bron van Barmhartigheid willen ledigen. O Moeder, leer mij zoals U te bidden om vergeving wanneer verduisterde zielen mijn liefde kruisigen. Ik zie U onder het Kruis. O mijn Zoon, waarom lijdt Gij en niet ik, die U dit Vlees heb gegeven. Hoe vernietigend voelt de machteloosheid om het leed van de Geliefde wanneer de Liefde volmaakt is. O Moeder, leer mij onwankelbaar geloven in het Paradijs boven deze donkere lucht, en ik zal met U rechtop staan tot de hemel zich opent. Ik zie U bij de lansstoot doorheen Jezus' Hart en voel het Zwaard der Smarten Uw Ziel doorboren. Ook de laatste druppels van Jezus' Bloed verzamelt U in de Kelk van Uw Hart. O Moeder, schenk mij het vertrouwen om mijn hart onder Uw ogen over te leveren aan de lans van de onwetenden, opdat mijn bloed hen moge bekeren. Ik zie U met de geslachtofferde Jezus op Uw Schoot. Uw Hart rouwt om de grauwe sluier waarmee zondige handen het Eeuwige Licht hebben bekleed. O Moeder, leer mij geloven dat de haat de Liefde slechts uiterlijk kan verminken, want haar diepe wezen is de onaantastbare God.
77
Ik zie U bij de Graflegging van Uw Kind. De eenzaamheid wurgt Uw Hart, doch U weet dat de eeuwige Vereniging met Hem op U wacht. O Moeder, leer mij geloven dat wie het Bloed der Verlossing in zijn hart koestert en de aanblik van het Kruis niet schuwt, Jezus nooit echt verliest.
Ik wil U trouw blijven in de zuiverheid. Moge ik in volkomen gehoorzaamheid toestaan dat Uw Moederlijke Hand mijn tuin wiedt, opdat de avondzon in mij de rozengeur der heiligheid moge vrijmaken, die God aangenaam is en mij Uw gelukzalige nabijheid waarborgt.
Lieve Moeder van Smarten, in Uw en mijn ziel heeft het middernachtelijk uur geslagen, doch in U gloort reeds de hoop van de wordende Dageraad, die mij nog niet de hand heeft gereikt.
Ik wil U trouw blijven in de overgave. Zoals U Uzelf totaal voor mij hebt ontledigd, zal ik geen rust kennen vóór ik U alle rozen heb teruggegeven, die Uw zoete Liefde mij heeft geschonken, want in de Eeuwige Rozentuin wil ik van U zijn met alles wat ik ooit het mijne heb genoemd.
140. JAWOORD AAN MARIA, MOEDER VAN SMARTEN
80. HULDE AAN MARIA, KONINGIN DER VERVOERING
(door “Myriam van Nazareth”)
(door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria,
Lieve Moeder Maria, Gehuld in de Mantel der Smarten, mooier dan een engel, verschijnt U in mijn hart en vraagt U om mijn jawoord. O Moeder, het liefdevuur in Uw bedroefde ogen heeft Uw heilige naam in mijn kleine hart gebrandmerkt. De onblusbare gloed leidt mij op wegen van vereniging die de brandende druppels uit Uw ogen voor mij hebben uitgetekend. Mij geschiede naar Uw woord. Ik heb ermee ingestemd om de kruisdragende Jezus in mij te ontvangen. In de overschaduwing door de Geest is Hij in mij gegroeid. In een verborgen mysterie van eenwording met U heb ik Hem gedragen. In het duister van de winternacht heb ik van Hem getuigenis afgelegd, maar de duisternis nam Hem niet aan. Nu vraagt Uw gewonde Moederhart om mijn getuigenis onder het Kruis van de zelfofferande. Zoals Uw allerheiligste schoot in gelukzalige vreugde het Heil heeft gebaard, zo baart Uw Onbevlekt Hart nu in ontroostbare smart Uw zegenbrengende droefheid in mijn hart, dat het onze is geworden.
Eenzaam doolt U met Uw Goddelijk Kind langs verlaten wegen. Aan talloze huisjes hebt U vergeefs geklopt. Nu wacht U in vergeten bomen en grotten op Uw kinderen, die Uw van Liefde kreunend Hart versmaden. Overal waar U kwam, hebt U bloemen gezaaid, maar ze worden als onkruid vertrapt. De Vader heeft Zijn Geest gezonden, Hij heeft mij Uw bloemen getoond, en ik heb er de schoonheid van mijn Moeder in herkend. O Bron van Hemelse Bloemen, zacht weerklinkt Uw roep van Liefde in mijn teder kinderhart. Uw eenzaamheid verscheurt mij. In mijn armoede kan ik U niets geven dan mijn liefde en al mijn gevoelens, die nu niet langer mijzelf toebehoren. Mijn armoedig huisje is het Uwe geworden. Uw aanvaarding laat mij mijn kleinheid herkennen, want Uw schittering tovert mijn huisje om tot een hemels paleis. Ik leg mijn onwaardigheid in de handen van mijn engel, die alles voor U neerlegt wat nog van mij was overgebleven. Mijn ogen zien nog slechts mijn Moeder en Koningin. De wereld in mij en om mij heen verteert in hemels Vuur, en vergaat. Mijn oren horen nog slechts hemelse woorden.
O Moeder, ik ben toch Uw kind van Golgotha. Zie, geen andere gunst behaagt mij nog dan op Uw roepstem aan Uw zijde te staan, met de ogen gevestigd op het Kruis, waaruit de rode vloed van het Heil stroomt.
Mijn hart begeeft. Alles wat nog leeft in mij, sterft nu weg in de aanschouwing van Uw heerlijkheid en de Liefde die alle grenzen van Uw paleis in mijn hart vernietigt.
Terwille van de gelijkvormigheid en eenheid van hart waartoe U mij roept, wil ik er worden doorboord met het zwaard dat voor U is bestemd.
Uw ogen verheffen mij in onuitspreekbare gelukzaligheid.
Ja, Moeder, ik geef mij totaal en onvoorwaardelijk aan U, opdat ik waardig moge worden, U bij mij op te nemen wanneer de volgende 78
Hoe kunt U mij zo innig liefhebben, ik ben zo nietig en zondig. Weemoed en verlangen verstikken mij.
7
79. AKTE VAN TROUW AAN MARIA, KONINGIN VAN DE ROZEN
regen voor U komt, en mijn liefdegave Uw eenzaamheid van het nimmer eindigende Golgotha moge verzachten.
(door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Bij mijn schepping heeft God de sporen van de bloem der eeuwigheid in mijn ziel gelegd. Zolang de zon mijn levensweg verlicht, zal ik hongeren naar de verzadiging die geen werelds voedsel mij kan geven. O zoete Rozentuin, het parfum van Uw heiligheid overspoelt mijn hart en leidt mij over de Weg naar de Waarheid en het Leven. Als rozenblaadjes strooit U de hemelse Liefde in mijn hart. Zij slaat tussen onze harten de brug van het tijdeloos Verbond. Laat mij het door mijn trouw bezegelen, want ik wil U alleen toebehoren. Ik wil U trouw blijven in het geloof. U hebt hemelse rozen in mijn hart geplant. Zij vereeuwigen Uw Tegenwoordigheid in het diepste van mijn wezen. Ook op donkere dagen zal ik ze zien, want ik weet dat U er bent, en dat God op mij wacht.
Hoe genadevol is het, Maria’s Smarten te mogen delen. Het is een onschatbare zegen voor Uw eigen ziel en deze van vele anderen. U kunt op meer dan één wijze geroepen worden tot eenwording met de Moeder van Smarten. Maria kan U uitnodigen om Uw dagelijks lijden aan Haar op te dragen. Zij kan U roepen tot bepaalde vormen van mystiek lijden. Zij kan U ook laten voelen dat U Haar lijden om de wereld kunt helpen dragen door het lijden van Uw medemens te helpen verzachten. Ook dat kan op vele wijzen gebeuren. Jezus en Maria lijden mee in de lijdende mens. Elke inspanning om het lijden van Uw naaste te verlichten, kan daarom worden beschouwd als verzachting van het lijden van Jezus en Maria. 141. NACHTELIJKE GROET AAN MARIA (door “Myriam van Nazareth”)
Ik wil U trouw blijven in de hoop. Uw Aanwezigheid heeft alle grenzen van mijn hart gesloopt. Al mijn hoop rust op U, want ik weet dat U nieuwe en steeds mooiere rozen wil planten in mijn hart, dat Uw Tuin is geworden.
Lieve Moeder Maria,
Ik wil U trouw blijven in de liefde. Wereldse regen wil Uw rozen in mijn hart verwoesten, maar Uw bedwelmende liefde heeft ze onsterfelijk gemaakt. Voor U wil ik bloeien tot in de eeuwigheid.
Nog slechts een herinnering is de voorbije dag met de wonden die hij heeft gebracht, nog slechts één stap weg is de nieuwe dag met de beproevingen die hij zal brengen. Laat Uw kind toch niet alleen.
Ik wil U trouw blijven in het lijden. Hoe licht vergeet een mensenhart de rozen wanneer de doornen voelbaar worden. Maar U bleef schitteren door de doornen heen. Omgeven door Uw warmte en gevoed door de levenssappen uit Uw grond kan ook ik niet verwelken.
Zoals een verdwaalde vogel het maanlicht begroet, zoek ik in dit niemandsland de zachte gloed van Uw verheerlijkte wezen, en verlang naar het zachte fluisteren van Uw Moederstem.
Ik wil U trouw blijven in de offerbereidheid. Opdat mijn tuin ontvankelijk zou worden voor Uw rozen, hebt U de doornen liefgehad. De weg omhoog is smal en pijnlijk. Toch schuw ik hem niet, omdat ik weet dat U in de kroon naar mij lacht.
Bezoek deze nacht hen die moeten sterven. Zij wachten op U om hen het Rijk van het Eeuwig Leven binnen te leiden.
Ik wil U trouw blijven in de dienstbaarheid. In Haar Hart is mijn Koningin dienstmaagd gebleven. Mag Uw dienaar met U strijden voor een wereld met mooiere tuintjes ? Moge het mij vergund zijn, vele harten te openen voor de bloemen van de eeuwige deugden die U erin wil uitstorten. Ik wil U trouw blijven in het gebed. De gebeden van Uw kinderen zijn bloemen van liefde, waarmee U dit tranendal zuivert van de stank van de zonde. O maak mijn tuin vruchtbaar, opdat hij niet zou ophouden, Gods genade van Eeuwig Leven over alle andere tuinen af te roepen. 6
In de stilte van de nacht kom ik tot U, in wier warme nabijheid mijn rusteloos hart de vrede vindt.
O Moeder, in Uw armen komen Uw gekwelde kinderen tot rust.
Bezoek deze nacht hen die ziek zijn. Zij wachten op Uw tedere aanraking om de kracht te vinden, ook de komende dag hun lijden in heilige hoop en vertrouwen op te offeren aan het Kruis der Verlossing. Bezoek deze nacht hen die eenzaam zijn. Zij wachten op Uw voelbare aanwezigheid, opdat Uw Liefde hun ontberen van menselijke steun tot een zegen moge maken. Bezoek deze nacht hen die bedroefd zijn. Zij wachten op Uw glimlach in hun hart, opdat de donkere wolk boven hen rozen van hemelse vreugde zou regenen.
79
Bezoek deze nacht hen die geen rust vinden omdat zorgen hen kwellen. Zij wachten op Uw Licht langsheen hun kruisweg, opdat hun last moge verlichten en hun kruis hen tot baken op de Weg naar de Waarheid en het Leven moge worden. O Koningin van de vertroosting, ik smeek om Uw Moederlijke nabijheid voor al Uw kinderen die deze nacht verstoken blijven van de rust die zalft naar ziel, geest, hart en lichaam. Wees in dit nachtelijk uur voor hen als de maan, de spiegel van Gods Licht die hen er ook in de duisternis aan herinnert dat de zon in eeuwigheid niet verdwijnt.
Opdat mij de eeuwige zekerheid ten deel zou vallen, hebt U de honger, dorst en ontberingen van de ballingschap in Egypte in gelatenheid en liefde aanvaard. Opdat ik nooit zou verdwalen op de weg naar de eeuwige zaligheid, hebt U drie dagen lang in zorgen en smart Uw verloren Goddelijk Kind voor mij gezocht. Opdat ik in de hemel verheven zou worden, hebt U zichzelf een leven lang vernederd en verloochend. Opdat ik alle heerlijkheden van Gods Paradijs zou ontvangen, hebt U in stilte en verborgenheid geleden en Uzelf en wat U op aarde het dierbaarst was weggeschonken. Opdat ik zou weten dat voor Gods kinderen geen eenzaamheid bestaat, hebt U de lijdende Jezus vergezeld op zijn laatste Tocht der Verlatenheid. Opdat ik eeuwig zou leven, hebt U op Golgotha Uw allerzuiverste Moederhart laten doden. Opdat ik waarlijk kind zou kunnen blijven, hebt U de last en smarten van het mystieke Moederschap op U genomen. Opdat ik uit de slavernij van de antichrist zou verrijzen als een heilige, hebt U mijn Verlosser, Uw enige bezit, afgestaan aan het Graf van de Eeuwige Hoop. Opdat mijn ziel de Paasvreugde van haar opstanding tot Leven moge kennen, hebt U in onbeschrijflijke smarten gewaakt en gebeden tussen Jezus' Dood en Verrijzenis. Opdat ik in Gods Liefde zou blijven, bidt U in pijn om vergeving van al mijn zonden, uitingen van liefdeloosheid. Mijn lieve Medeverlosseres, In mijn nietigheid en gebrek aan enige verdienste verschijn ik voor U als een bedelaar, met niets anders getooid dan de liefde die U zelf in mijn hart hebt gelegd. U hebt mij alles gegeven, U geeft zelfs elke dag Uzelf aan mij weg. Uit liefde smeek ik U om een laatste gunst : sier mij met Uw volharding in de deugd en de offerzin, opdat ik in het uur van de waarheid mijzelf aan U zou kunnen geven als een Kelk van heiligheid, tot vergoeding van mijn schulden jegens U.
80
5
Bedroefde Moeder, ik aanschouw U tijdens de Kruisweg. Uw Hart bloedt, want U weet dat Uw kind in deze wereld een last van zonden over zich zal halen. Huil niet langer, lieve Moeder. Heb ik U niet beloofd, deze getuige van mijn wereldse gehechtheden naar de Berg van het Oordeel te dragen als U mij onderweg Uw Liefde wilde geven ? Bedroefde Moeder, ik aanschouw U onder het Kruis. Uw Hart bloedt, want U weet dat de ziel van Uw kind in deze wereld met de dood wordt bedreigd.
© Copyright 2008: Deze heilige boodschappen zijn een vrije publicatie. Daarom werd door Myriam van Nazareth toegestaan, kopieën te maken onder voorwaarde dat de tekst op geen enkele manier wordt veranderd en alleen mag doorgeven worden zonder financieel gewin.
Huil niet langer, lieve Moeder. Laat mij mijn aardse zusters en broeders dit laatste offer schenken, opdat ik naar Huis terug kan komen, want ik heb U Allen zo lief. Bedroefde Moeder, ik aanschouw U tijdens de Kruisafneming. Uw Hart bloedt, want U ziet van nabij welke verminkingen de zonde aanricht, en hoe weinig de wereld er uit leert. Huil niet langer, lieve Moeder. Zijn wij niet opnieuw volmaakt verenigd, nu ik gezuiverd en zonder enige weerstand in Uw armen rust ? Bedroefde Moeder, ik aanschouw U tijdens de graflegging. Uw Hart bloedt, want U torst alle leed van de wereld om het opnieuw aan de aarde toe te vertrouwen, doch de wereld baart steeds nieuw leven zonder God. Huil niet langer, lieve Moeder. Ik heb de stof prijsgegeven en ben in U overgegaan als de kaars in de vlam. Pijn noch verdriet kunnen ons nog deren, want wij behoren elkaar toe voor de eeuwigheid.
Apostolat Postfach 50 15 59 D-50975 Köln e-mail:
[email protected]
© Copyright 2008: "Myriam van Nazareth" Verdere teksten: www.myriam-van-nazareth.net
78. DANKGEBED AAN MARIA MEDEVERLOSSERES (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Met Jezus hebt U mijn ziel het leven gered. Met de bloemen van Uw pijn, verdriet en ontbering hebt U de tuin geschapen waarin weldra de eeuwige Paradijsvreugden voor mij zullen ontluiken. Opdat ik niet tenonder zou gaan in de kilte van de wereld, hebt U in winterse koude Uw Goddelijke Zoon gebaard. Opdat mijn toekomst mij geen zorgen zou baren, hebt U Uw Hart laten verteren door Simeon's voorspelling over Uw en Jezus' lot op aarde.
4
81
Uw Barmhartigheid dekt hemelse tafelen voor mijn ziel, verziekt door het giftig voedsel van de wereld, en ondervoed voor haar reis naar het Land van Bestemming. Uw Barmhartigheid hult mijn ziel in de heilige gewaden van de deugd. Wat is het koud in het kleed van zelfzucht en eigenwaan. Uw Barmhartigheid heeft mijn zwervend hart onderdak geboden in het Paleis van Uw Onbevlekt Hart. Zij roept mij, arme bedelaar, tot U en geneest door vervoering de wonden die werelds ontij hebben aangericht. Lieve Moeder van Barmhartigheid, ik geef mij over aan de almacht van Uw tedere Liefde. Moge zij zich voor eeuwig over mijn welwillende zwakheid ontfermen, opdat ik de kracht zou vinden, mijzelf totaal aan Gods Heilsplan op te offeren. 77. GEBED VAN TROOST TOT MARIA, MOEDER VAN TRANEN (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Van dageraad tot avondrood gaat Uw kind de weg van de heiligende smarten, en merkt aan de doornen dat de Hemelse Roos hem die is voorgegaan. Bedroefde Moeder, ik aanschouw U tijdens de voorspelling van Simeon. Uw Hart bloedt, want U weet hoeveel Uw kind in deze wereld zal lijden. Huil niet langer, lieve Moeder. Heb ik U niet mijn hele leven geschonken ? Laat mij Uw Hart van het zwaard bevrijden, ik zal het genezen met de rozen van mijn liefde. Bedroefde Moeder, ik aanschouw U tijdens de vlucht naar Egypte. Uw Hart bloedt, want U weet dat de Draak Uw kind in deze wereld geen rust zal gunnen. Huil niet langer, lieve Moeder. Ik verlang ernaar, aan het eind van de weg met U naar Huis terug te keren. Bedroefde Moeder, ik aanschouw U wenend in de straten van Jeruzalem. Uw Hart bloedt, want U weet dat Uw kind in deze wereld soms Uw hand zal loslaten. Huil niet langer, lieve Moeder, de leerschool der wereld laat mij zo naar U verlangen. Om Uwentwil zal ik de wijzen der wereld verbazen met de kracht van de ware Liefde.
3
Maria is een groot symbool van hoop : door Haar werd Jezus Mens, en door Zijn Menswording kon de mensheid opnieuw toegang krijgen tot de Hemel. Ook in Uw eigen leven kan Zij symbool van nieuwe hoop worden. Laat Haar in U werken. 76. GEBED TOT MARIA, MOEDER VAN BARMHARTIGHEID (door “Myriam van Nazareth”) Lieve Moeder Maria, Duisternis bedreigt de wereld, doch Uw Mantel van Licht maakt schaduwen onvindbaar. Duisternis bedreigt de zielen, doch Uw ontferming ontsluit voor elk vertroebeld oog het Rijk van Liefde. Duisternis bedreigt de harten, doch Uw gelukzaligheid straalt in elk wezen dat U bemint. O tedere Koningin van zachtmoedigheid, geen armen omsloten ooit een kind in diepere overgave dan deze die Jezus hebben gedragen. Geen mond wist ooit een kind méér gerust te stellen voor de nacht dan de Uwe. Geen moederlijke Aanwezigheid inspireerde ooit duurzamer tot het goede dan de Uwe. Uw kind blijft struikelen en vallen, doch Uw dronkenmakende Liefde heelt alle wonden. Uw kind is bang, doch Uw vreugdevolle glimlach neemt alle dreiging weg. Uw kind stamelt in onwetendheid, doch U leert het woorden van wijsheid die de stilte zoeken. O Moeder van goedheid, waar mijn zwakheid zich weggeeft aan Uw Liefde, oogst zij Uw Barmhartigheid. Uw Barmhartigheid leidt mij vanuit het verborgene van mijn geest, die U toebehoort. Zij fluistert mij Uw heilige raad die mij voor de ondergang behoedt. Uw Barmhartigheid legt bloemen van troost in mijn hart dat treurt om de heiligste Smarten, die geen mensenziel ooit kan vergoeden. Uw Barmhartigheid wekt mij tot leven wanneer U mijn hart bezoekt en mij wegvoert uit alles wat sterfelijk is. Uw Barmhartigheid begraaft mijn zonden, die door het Kruisoffer zijn gedood. Haar vergevingsgezindheid verzoent mijn God met mijn dodelijke wankelmoedigheid. 2
MARIA’S BLOEMENTUIN Gebedsbloemen van en voor de Heilige Maagd Maria
Verzameling van alle gebeden door Maria geïnspireerd aan “Myriam van Nazareth” vanaf mei 1997
door “Myriam van Nazareth” (pseud.)
Deel 2 76-141
Ik draag dit boek op tot eerherstel aan Maria als Moeder van Smarten, in welke hoedanigheid Zij mijn roeping als Haar instrument gestalte heeft gegeven 14.07.2008