de erfgoed krak
Erfgoedspel
5 en 6 lager onderwijs
handleiding 110619_handleiding.indd 1
21/06/11 12:16
inhoud inleiding
> spelstructuur > spelkenmerken
module 1| | erfgoed brengt je van de kaart > voorbereiding > fase 1: in kleine groepjes > fase 2: in klasverband > wat is erfgoed?
module 2 | het bewaren waard > fase 1: erfgoed brengt je van de kaart > fase 2: verdiepingsopdrachten
module 3| | verzameldinges > > > >
fase 1: erfgoed brengt je van de kaart fase 2: het verzamelding in de klas fase 3: het verzamelhuis fase 4: mijn verzamelding > de gouden kaarten
colofon bijlagen > > > > > > > > > > > >
2 110619_handleiding.indd 2
bijlage 1: verdiepingsopdrachten: DINGEN bijlage 2: verdiepingsopdrachten: PLAATSEN bijlage 3: verdiepingsopdrachten: MENSEN bijlage 4: verdiepingsopdrachten: VERHALEN bijlage 5: regionale duo’s kempens karakter bijlage 6: regionale duo’s noorderkempen bijlage 7: voorbeelden van ambachten bijlage 8: voorbeelden van bijgeloof bijlage 9: landschapsfiche bijlage 10: schoolreglement bijlage 11: sjabloon stamboom bijlage 12: contactgegevens verenigingen
de erfgoed krak
| inleiding
21/06/11 12:16
inleiding beste leerkracht, Je leest de handleiding van ‘De Erfgoedkrak’, het eerste erfgoedspel voor het 5de en 6de leerjaar dat de erfgoedcellen Noorderkempen en Kempens Karakter samen ontwikkelden. ‘De Erfgoedkrak’ brengt leerlingen op een speelse en interactieve manier in contact met erfgoed. Wat is dat nu, erfgoed? Erfgoed is een verzamelnaam voor de sporen uit het verleden of uit de samenleving van vandaag die we als groep of gemeenschap belangrijk vinden om te bewaren. Dat kunnen voorwerpen zijn, waarvan vele een plaats vinden in onder andere musea, archieven enz. Maar ook verhalen en tradities behoren tot het erfgoed. In dat geval spreken we van immaterieel erfgoed. Monumenten en landschappen tot slot zijn heel gekende vormen van onroerend erfgoed. Je kan dus over verschillende soorten erfgoed spreken: erfgoed kunnen dingen, plaatsen, mensen of verhalen zijn. Die opdeling gebruiken we ook in het spel. Maar er is meer. Als erfgoedcellen van de Kempen vinden we het belangrijk dat de leerlingen het erfgoed uit hun streek ontdekken. Dat kan nu dankzij dit spel!
spelstructuur
Het spel is opgedeeld in 3 modules. Je kunt ze gebruiken naargelang je voorkeur en beschikbare tijd.
Module 1:: erfgoed brengt je van de kaart
Dit is het basisspel en laat de leerlingen ontdekken wat erfgoed precies is. Deze module kan ook gespeeld worden of als aanloop voor module 2 of 3. Duur: 1 lesuur
Module 2:: het bewaren waard
Deze module zet de leerlingen aan zich verder te verdiepen in de soorten erfgoed. Duur: 4 lesuren
Module 3:: Verzameldinges
De leerlingen zoeken aansluiting op hun persoonlijke leefwereld. Deze module vraagt meer tijd, maar het leereffect en de beleving bij de leerlingen is ook groter. Duur: 8,5 lesuren
Op de volgende pagina’s krijg je alle uitleg die nodig is om het spel te spelen. De medewerkers van de erfgoedcellen zijn ook steeds beschikbaar voor extra hulp. Het spel zit in een gebruiksklare, gratis te ontlenen koffer en is volledig afgestemd op de eindtermen. Dankzij de regionale invalshoek en de mogelijkheid om de onderdelen zelf samen te stellen, kan je ‘De Erfgoedkrak’ spelen op maat van je klas. We hopen dat het spel een succes wordt en dat erfgoed een belangrijke plaats krijgt op school.
Veel plezier ermee!I inleiding |
110619_handleiding.indd 3
de erfgoed krak
3 21/06/11 12:16
spelkenmerken doelgroep Leerlingen van het vijfde en zesde jaar lager onderwijs
Aantal deelnemers 12 tot 30 spelers
begeleiding 1 begeleider/leerkracht
Accommodatie Module 1: • een lokaal met één stoel per deelnemer • 4 ‘eilandjes’, gemaakt van tegen elkaar geschoven schoolbanken • één tafel of bankje vooraan in de klas Module 2: • De opstelling voor module 2 varieert naargelang de gekozen verdiepingsopdrachten. De klasopstelling wordt aangegeven op elk opdrachtenkaartje. Module 3: • Gewone klasopstelling
Materiaal meegeleverd in de koffer • • • • • • • •
1 handleiding 96 memorykaartjes paspoortjes (1 per leerling) 1 groot verzamelhuis (plattegrond) kleine verzamelhuisjes (1 per leerling) 1 verzamelding (kermiseend) 1 set kaarten met verdiepingsopdrachten 1 set gouden kaarten
Materiaal door de leerkracht te voorzien Module 1: • balpennen Module 2: • De benodigdheden voor module 2 zijn afhankelijk van de gekozen verdiepingsopdrachten. Ze worden opgesomd op elk opdrachtenkaartje. Module 3: • Creamateriaal: schaar, plakband, stoffen, lijm, papier, enz. • Overige materialen kunnen de leerlingen zelf meebrengen, afhankelijk van de gouden opdracht waar ze aan werken.
4 110619_handleiding.indd 4
de erfgoed krak
| inleiding
21/06/11 12:16
Module 1 erfgoed brengt je van de kaart De basis van deze module is het gezelschapsspel Memory, in combinatie met creatieve opdrachten.
Voorbereiding
Schuif de banken tegen elkaar zodat je vier groepen of ‘eilandjes’ krijgt. Verdeel de stoelen over de eilandjes.
Fase 1:: in kleine groepjes
Verdeel de klas in 4 groepen. Elke groep neemt plaats aan een eilandje en krijgt een set van 24 memorykaarten (12 duo’s). Elke set heeft een andere kleur. Er is een rode, blauwe, oranje en groene set. Elk groepje krijgt een set in een bepaalde kleur. Vraag de leerlingen de kaarten met het spellogo naar boven te leggen in een rechthoek van 4 bij 6 kaarten. Vraag hen ook te wachten met omdraaien tot het startsein wordt gegeven.
stap 1: Duid in elke groep een leerling aan die mag beginnen. De spelronde verloopt verder in de richting van de klok. Geef het startsein. De leerlingen draaien nu om de beurt 2 kaarten naar keuze om. Passen de afbeeldingen bij elkaar, dan legt de leerling het duo open naast het spelbord. Daarna is de volgende leerling aan de beurt. Hebben de kaarten een verschillende inhoud, dan worden ze weer met de logozijde naar boven gelegd en is de volgende leerling aan de beurt. De groepen spelen het spel gelijktijdig.
rebus -k
+
-t
-k v=m
wie wa
k=v
-ijs
rebus
TIP VooR De leeRkRACHT: In de hoek van elk kaartje geven een nummer en een letter aan welke kaartjes bij elkaar horen. Zo hoort 1A bij 1B, 2A bij 2B, enzovoort.
er
-d
-r
-v -f
-t
Ver zamel h=r gemarkeerhier de de let (in de juis t volgorde
r wee oordzoe wie wat wann ke
)
de erfg oed krak
in: Erfgoedspel de leprapatiënten 4, 5 en 6 Pater Damiaan verzorg lager onderwijs IJ R E D R E 1. Molokai O B Zoek volg A L A 2. Hong Kong ende woo T S O rden in het (op 1 rech rood 3. Paaseiland de lett te lijn: diago el hier R A erro Verzam K naal re A achte , verticaal, . oster: F c G r naar voor 4. Singapo e letters horizonta keerd ) gemar G etse, al, van voo ouderw E N e) K regel een R Tbij een (in de juist volgord op het einde van STA L S N L Wat gebeurde er O W OO GS T chine? E G T AK KE R mechanische typema N D W ER niets. F de BO ER B G 1. Er gebeur R S K belletje. KE MP EN BO ER DE RIJ eMregel. E volgend 2. Er klonk een de naar P Ee regel automatisch N moest. 3. De machine ging wel naar de volgend rde waardoor je werkblad 4. De machine blokkee
stap 2: Heeft een groep de memory volledig opgelost, dan steken de leden van die groep hun hand omhoog en krijgen ze van de leraar de 4 opdrachtenbladen in de overeenkomstige kleur. Bijvoorbeeld: als de rode groep de memory heeft opgelost, ontvangt deze groep 4 verschillende rode opdrachtenbladen. Elk opdrachtenblad bevat 1 creatieve opdracht en 2 vragen.
kruiswoordraadse wie wl cyclo at waop nneer 5
horizontaal Welk soo 7. Vul aan: op een grote paddenstoel, rt vliegtui 1. Blauwachtig lichtje boven moemoe g werd tijde 1. zeppeli vol met witte... rassen dat volgens n n WOI hetI volksgeloof ingezet doo 8. Vliegt rond op een bezem. 2. F16 mensen in het water lokt. r Duit 9. Wiese onder staat, spiodeze je 2. Dit wezen drinkt graag bloed en 3. helikop nneplant n? van de mag kan kussen. Ook ingrediënt ter tover toverje afschrikken met een kruisbeeld. 4. space drank van Panoramix uit de stips van 3. Dialect voor ‘bord’ (om uit te eten) shuttle Asterix en Obelix. 9
7
1
8
6
11
4. Een cycloop heeft er maar één
van.
10. Speelgoed dat al bestaat sinds Waar kan 1932 en ook nu nog heel populair je, verticaal ontdekken in Vlaande ren, tere is. Het won al twee keer de prijs van hoe men 5. Groot cht met fabeldier in een reptielachtig ‘speelgoed van de eeuw’. sen 1. Antw ope vroeen lichaam germeestal erpen vleugels. nluchtm leeftden 11.use Engeltje met pijl en boog dat 4 um waa 2. Gen ,hertje woonde 6. Hoe heette het kleine r je kunt t in den enmensen verliefd maakt. werkten gelijknamige Disneyfilm? 3. Oostend ? e 4. Bokrijk 3
2
10
wie wat wanneer
Welk van de onderstaande wezens uit volksverhalen is veel groter dan de anderen? 1. gnoom 2. alverman 3. goblin 4. cycloop De oude bezems werden gemaakt van: 1. berkentakjes 2. gras 3. paardenhaar 4. versleten lakens
de erfgoe d krak
e
Verzam gemark
(in de jui
Erfgoedspel
4, 5 en 6 lager onderwijs
Verzamel hier de blauw gemarkeerde letters.
(in de juist volgorde)
werkblad 1
stap 3: Een groep die alle vragen juist kan beantwoorden, krijgt van de leerkracht het invulblad (in de kleur van de groep) waarop ze de gevonden letters invullen. Op die manier puzzelen ze een woord samen. De 4 te ontdekken woorden zijn ‘dingen’, ‘plaatsen’, ‘mensen’ en ‘verhalen’: de 4 soorten erfgoed. Groepen die eerder klaar zijn, moeten nu even wachten tot hun medeleerlingen de woorden hebben ontdekt.
de erfg oed krak
l Erfgoedspe 4, 5 en 6
lager onderwijs
de erf go ed krak
Fase 2:: in klasverband
Vraag aan elke groep of ze het gevonden woord hardop aan de rest van de klas willen vertellen, zodat elke groep weet op welk ‘eilandje’ welke woorden liggen. De leerlingen krijgen de opdracht om de memory-duo’s van hun groepje bij het juiste woord – dus op het juiste eilandje – te leggen. Ze mogen
110619_handleiding.indd 5
er fg oedd krak
+ je
p=l
l=b
r
module 1 | erfgoed brengt je van de kaart
f=o -t
t wanne
Schoenmak er blijf bij 1. Bemoei je leest bete je enkel kent: met zake 2. Wees n waarvan opletten d. je iets ken 3. Als je veel lees t of voor t, kom opgeleid 4. Onthou bent. altijd je afko je er wel. mst en wee s nederig Wie is de . uitv 1. McAllan inder van de asfa lt: 2. McAdam 3. McDona ld 4. McKerr
+
De leerlingen proberen de vragen en opdrachten samen te beantwoorden en uit te voeren. In totaal zijn dit 4 creatieve opdrachten en 8 meerkeuzevragen. Bij elk juist antwoord vinden de leerlingen één of meerdere letters.
+
-l
de erfgoed krak
Erfgoedspel
4, 5 en 6 lager onderwijs
de erfg oed krak
l Erfgoedspe 4, 5 en 6
lager onderwijs
5 21/06/11 12:16
hiervoor kriskras door de klas lopen. De kaartenduo’s moeten wel bij elkaar blijven. Bijvoorbeeld: het duo met een oude schrijfmachine en een laptop, hoort bij ‘dingen’, een uitspraak in het dialect en de vertaling in het algemeen Nederlands bij ‘verhalen’. Het zal meteen duidelijk worden dat sommige duo’s moeilijk toe te wijzen zijn aan één categorie. Laat in dat geval de leerlingen zelf kiezen en bespreek – als alle kaartjes gelegd zijn – de moeilijke gevallen in klasverband. Deze duo’s illustreren dat de verschillende soorten erfgoed onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Bijvoorbeeld: een kasteel (plaats) heeft een specifieke geschiedenis (verhaal). Er heeft misschien een hertog gewoond (mensen) en het hangt vol met schilderijen (dingen).
duo’’s uit je regio In elk van de 4 kaartensets zijn er 4 duo’s die een plaatselijke invulling hebben gekregen (dus 16 duo’s in totaal). Deze duo’s tonen m.a.w. erfgoed dat voor de leerlingen herkenbaar is of kan zijn in de directe omgeving. Vraag aan de leerlingen om de regionale duo’s te zoeken en ze apart te leggen, vooraan bij de leerkracht. De leerlingen mogen hiervoor kriskras door de klas lopen. Opmerking: er liggen niet noodzakelijk 4 regionale duo’s bij elke soort erfgoed. Het zou m.a.w. kunnen dat de leerlingen 5 regionale duo’s bij ‘dingen’ hebben gelegd, terwijl er maar 3 bij ‘mensen’ liggen. Laat de leerlingen na deze ronde terug plaatsnemen en vraag hen welke regionale duo’s ze herkend hebben. Je kan de duo’s aan de klas tonen en bespreken aan de hand van bijlage 5 (voor regio Kempens Karakter) en bijlage 6 (voor regio Noorderkempen).
einde van module 1
Vraag de leerlingen om de kaartjes terug per kleur te verzamelen en aan de leerkracht te bezorgen. De groep die begonnen is met de blauwe kaartenset zoekt de blauwe kaartjes, de groep die met de gele begonnen is de gele, enz. Aan het einde van module 1 kunnen de leerlingen zich een idee vormen van de soorten erfgoed en zijn ze zich bewuster van het erfgoed in hun directe omgeving. We kunnen 4 soorten erfgoed onderscheiden (mensen, plaatsen, dingen en verhalen). De afbeeldingen op de memorykaartjes maken duidelijk dat erfgoed heel uiteenlopend kan zijn: heel oud of recent, een voorwerp of een traditie, kostbaar of goedkoop. Vraag aan de leerlingen of ze na het spelen van deze module zelf een definitie van erfgoed kunnen formuleren. We kunnen erfgoed definiëren als: een verzamelnaam voor de sporen uit het verleden of uit de samenleving van vandaag die we als groep of gemeenschap belangrijk vinden om te bewaren.
Als slotvraag kan je de leerlingen vragen om in de klas te zoeken naar voorwerpen, verhalen, (foto’s van) mensen, enz. die zij als erfgoed zouden bestempelen. In de volgende modules kunnen leerlingen diepgaander kennismaken met erfgoed en met de mogelijke praktijken rond bewaring. Duur van deze fase: 1 lesuur
6 110619_handleiding.indd 6
de erfgoed krak
module 1 | erfgoed brengt je van de kaart
21/06/11 12:16
Module 2 het bewaren waard Fase 1:: erfgoed brengt je van de kaart De leerlingen spelen eerst module 1: Erfgoed brengt je van de kaart. Duur van deze fase: 1 lesuur
Fase 2:: verdiepingsopdrachten
In deze spelfase verdiepen de leerlingen zich in de verschillende soorten erfgoed aan de hand van de opdrachtenkaarten. De kaarten vind je in de koffer. In bijlagen 1 tot en met 4 vind je voor elke opdracht extra toelichting, tips, bronnen, enzovoort. Er zijn meerdere kaarten per erfgoedsoort (verhalen, mensen, dingen en plaatsen). Op de kaarten vind je de duurtijd, de aansluitende leerinhouden en een indicatie van eventuele benodigdheden. Voor het verloop van fase 2 zijn er meerdere mogelijkheden:
Mogelijkheid 1:
Op momenten die jij zelf kan kiezen – bijvoorbeeld aan het begin van elke les – mag een leerling een kaartje uit de schatkist halen en de opdracht luidop aan de klas voorlezen. Sommige opdrachten kunnen in kleine groepjes afgewerkt worden. Andere zijn geschikter om individueel op te lossen. Elke opdrachtenkaart geeft wat dit betreft een suggestie.
Mogelijkheid 2:
Je kunt de opdrachten bewust in een bepaalde les plannen. Op de kaarten vind je de aansluitende leerinhouden. Zo kan je van erfgoed een onderdeel maken van de bestaande lespraktijk en krijgen dagelijkse lessen een verrassende erfgoedtoets.
De benodigde materialen vind je terug op de opdrachtenkaarten. Duur van deze fase: 3 lesuren Totale duur van module 2 ‘Het bewaren waard’: 4 lesuren
module 2 | HET BEWAREN WAARD
110619_handleiding.indd 7
de erfgoed krak
7 21/06/11 12:16
Module 3 : verzameldinges Fase 1:: erfgoed brengt je van de kaart De leerlingen spelen eerst module 1: Erfgoed brengt je van de kaart. Duur van deze fase: 1 lesuur
Fase 2:: het verzamelding in de klas
In de koffer zit een kermiseendje. Dit is het ‘centrale verzamelding’. Wanneer ze rond het eendje stapsgewijs een verzamelhuis inrichten, komt de geschiedenis ervan tot leven. Zo ontdekken de leerlingen dat de 4 soorten erfgoed niet los staan van elkaar maar allen bijdragen tot de betekenis van een voorwerp. Na deze klassikale oefening, brengt elke leerling een eigen voorwerp mee naar de klas (fase 4). Je kan de leerlingen volgende vragen stellen om deze module op gang te brengen: • Wat is dit? • Wanneer komt de kermis in onze gemeente? Waarom net die datum? • Wat is je favoriete attractie? Stel het verzamelding voor aan de hand van onderstaande kadertekst. Opmerking: Het kermiseendje mag na het project in de klas blijven en moet dus niet terug meekomen bij inlevering van de erfgoedkoffer. Duur van deze fase: 0,5 lesuur
geschiedenis
Als kind gaan we er naartoe met onze ouders of grootouders, als tiener spreken we er af met vrienden of met een (potentieel) liefje, als ouder nemen we onze kinderen er mee naartoe en als grootouder genieten we van het plezier dat onze kleinkinderen er beleven: de kermis is er voor jong en oud.
verhalen
De kermis of foor kent een lange ontstaansgeschiedenis. De benaming foor is zelfs afkomstig van het Latijnse woord forum wat marktplaats betekent. De benaming kermis is dan weer afkomstig van het woord kerkmis, een middeleeuws fenomeen. Hoewel beide benamingen tegenwoordig als synoniemen worden beschouwd, heeft de ene een economische en de andere een religieuze oorsprong. Er wordt aangenomen dat de hedendaagse kermissen zijn gegroeid uit de middeleeuwse kerkmissen en tevens uit de jaarmarkten. Kerkmissen werden georganiseerd naar aanleiding van de plechtige inwijding van een nieuwe kerk. Vele mensen waren aanwezig bij dit gebeuren. Nadien werd jaarlijks een kerkmis georganiseerd op de sterfdag van de heilige verbonden aan de betreffende kerk en op andere religieuze feestdagen. Deze kerkmissen werden na verloop van tijd grootser waardoor er niet enkel binnen, maar ook buiten de kerk werd gevierd. uiteindelijk verdween na verloop van tijd het religieuze karakter van de kerkmissen en evolueerden de kerkmissen naar kermissen. Bovendien werden er in de middeleeuwen ook jaarmarkten georganiseerd. Op deze
8 110619_handleiding.indd 8
de erfgoed krak
module 3 | verZameldingeS
21/06/11 12:16
jaarmarkten werd in de eerste plaats handel gedreven, maar later werd er ook gezorgd voor amusement en vermaak door onder meer muzikanten, acrobaten en waarzeggers. Bij de eerste kermissen lag de nadruk vooral op kijken. Er werd gekeken naar circusartiesten, films, worstelwedstrijden, zogenaamde freaks in het rariteitenkabinet, vlooiencircussen, dansende beren… Pas later werden de spiegeltenten geïntroduceerd waarin werd gedanst op muziek dat door een draaiorgel werd geproduceerd. Vandaag de dag ligt de nadruk niet zozeer meer op kijken, dan wel op beleven. Tal van attracties staan ter beschikking van de kermisklant waarop hij of zij letterlijk door elkaar wordt geschud. Hoewel kleine dorpskermissen minder worden georganiseerd en ook minder worden bezocht, blijven de grote stadsforen telkens veel volk lokken. (bron: www.tradities.be – een initiatief van Volkskunde Vlaanderen vzw)
Zegswijzen
Het is kermis in de hel (het regent terwijl de zon schijnt) Het is daar kermis (er wordt daar flink ruzie gemaakt) Hij komt van een koude kermis thuis (hij heeft pech. Hij komt er slecht vanaf)
Carrousel of draaimolen
dingen
De draaimolen is sinds lang ongetwijfeld één van de meest bekende attracties op kermissen. Één van de eerste draaimolens zag er helemaal anders uit dan deze die we vandaag de dag kennen. De eerste draaimolen bestond namelijk uit een rechtopstaande paal met dwarsliggende balken waaraan touwen waren bevestigd. De mensen dienden deze touwen vast te nemen en vervolgens snel rond te lopen. Door hun snelheid konden ze in de lucht zweven. Nadien ontstond de draaimolen waarbij paarden werden ingezet en in de negentiende eeuw konden kermisklanten de eerste stoomcarrousel bewonderen. Vandaag de dag kennen we enerzijds de versierde carrousels met de pastelkleurige op- en neergaande paarden en anderzijds de felgekleurde draaimolens met onder andere auto’s, fietsen, helikopters en de begeerde floche waarmee een gratis ritje gewonnen kan worden. (bron: www.tradities.be – een initiatief van Volkskunde Vlaanderen vzw)
kop van jut
De kop van Jut vinden we tegenwoordig enkel nog op kermissen in grote steden. Het betreft een lange paal waarlangs een gewicht bovenaan een belletje kan doen rinkelen. Het belletje rinkelt echter enkel wanneer de deelnemer met voldoende kracht en vaardigheid de grote hamer kan hanteren. Iedere deelnemer heeft daartoe meestal drie kansen en wanneer hij of zij erin slaagt het belletje te doen rinkelen, mag de winnaar een prijs in ontvangst nemen. Als zegswijze hoort de ‘kop van jut’ ook thuis in de categorie ‘verhalen’. (bron: www.tradities.be – een initiatief van Volkskunde Vlaanderen vzw)
kermisorgel
Kermisorgel: een orgel dat vroeger (voor de tijd van de jukeboxen en muziekboxen) op kermissen werd gebruikt. Een apart type kermisorgel werd (en wordt) gebruikt in de klassieke draaimolen. Kermisorgels zijn ontworpen om een groot volume te produceren. Dit was nodig om boven de menigte uit te komen. Daarvoor werd het vaak uitgerust met luide instrumenten en slagwerk. Dit type orgel was vooral populair in de periode 1880-1950. Omstreeks 1950 werd het kermisorgel steeds vaker verdrongen door moderne geluidsapparatuur, zoals de jukebox. De mechanische geluidsreproductie evolueerde naar digitale reproductie. Je zou dus kunnen zeggen dat het kermisorgel de verre voorloper is van de mp3-speler. (bron: Wikipedia) module 3 | verZameldingeS
110619_handleiding.indd 9
de erfgoed krak
9 21/06/11 12:16
vlaamse kermis
Op een Vlaamse kermis worden er voornamelijk volksspelen gespeeld. Jong en oud kunnen er zich uitleven met hoefijzerwerpen, sjoelbakken, touwtrekken, vloerbollen, zaklopen… Op een Vlaamse kermis zorgt een fanfare doorgaans voor een muzikale noot. (bron: www.tradities.be – een initiatief van Volkskunde Vlaanderen vzw)
de Sinksenfoor in antwerpen
plaatsen
Elk jaar wordt op de Gedempte Zuiderdokken, aan de Vlaamsekaai en de Waalsekaai, de grootste kermis van Antwerpen gehouden. Traditioneel start de Sinksenfoor met meer dan 150 attracties op de zaterdag van Pinksteren. De naam Sinksenfoor stamt dan ook af van de woorden Pinksteren (=sinksen) en foor (=kermis). De grootste kermis van Antwerpen duurt officieel 5 weken, maar in de praktijk wordt er vrijwel altijd ontheffing aangevraagd om een week extra te draaien. (bron: www.allesoverantwerpen.be en www.antwerpse-sinksenfoor.be)
de Pierrot van de foorreizigers
Dit is een standbeeld ter nagedachtenis van de gesneuvelde kermisexploitanten van beide wereldoorlogen. Het standbeeld staat op de luchtvaartsquare nabij het zuidstation van Brussel. Elk jaar tijdens de officiële opening van de Zuidfoor in Brussel worden er aan de voet van het standbeeld bloemen neergelegd ter ere van hun overleden voorouders en collega’s.
kermisschool en internaat
mensen
Kermisexploitanten reizen van het ene dorp naar het andere en van de ene stad naar de andere. Vanzelfsprekend reizen hun kleinste kinderen steeds met hen mee. De kinderen kunnen echter niet steeds van school veranderen, daarom werden kermisscholen opgericht voor de kleuters. Zo kunnen de kinderen zich voorbereiden om vlot de stap te kunnen zetten naar het eerste leerjaar. Deze mobiele kermisscholen reizen steeds met de kermis mee. De oudere kinderen worden naar een internaat gezonden. (bron: www.tradities.be – een initiatief van Volkskunde Vlaanderen vzw)
Patrones van foor en circus
Zij is de beschermvrouwe van foorreizigers en circusartiesten. In de moderne versie van een gebed aan haar staat: “En Lieve Vrouw, maak er mij goed bewust van dat ik als Foorreiziger en Circusartiest uitverkozen ben om vreugde en blijdschap te brengen… en niet alleen aan kinderen en jongeren, maar ook aan eenzamen en zelfs aan grote mensen.” (bron: www.kermisland.be)
Fase 3:: het verzamelhuis
In de koffer zit een verzamelhuis. Volg de instructies op het sjabloon om het verzamelhuis te bouwen. Toon de leerlingen het verzamelhuis. Vertel hen dat er 4 wanden zijn aan het huis: de dingenwand, de plaatsenwand, de personenwand en de verhalenwand. Plaats het kermiseendje voor de dingenwand van het verzamelhuis. Tussen de kaartjes van het memoryspel (uit module 1) liggen 3 kaartenduo’s die verband houden met het kermiseendje (mensenduo, plaatsenduo en verhalenduo). Vraag aan de leerlingen om deze duo’s te zoeken en om ze aan de juiste wand van het huis te leggen. Ze mogen hiervoor kriskras door de klas lopen. Vraag hen na afloop om weer plaats te nemen.
10 110619_handleiding.indd 10
de erfgoed krak
module 3 | verZameldingeS
21/06/11 12:16
sen 1B
1A
5A
5B
Iemand die gepest wordt of het slachtoffer is, is ‘kop van jut’.
10A
10B
Duid één leerling aan die het paspoort invult. Deze leerling leest luidop aan de rest van de klas de vragen op het paspoort voor. Alle leerlingen mogen mee zoeken naar de antwoorden. De twee laatste vragen zijn niet van toepassing op het kermiseendje. De leerlingen hoeven deze vragen dan ook niet te beantwoorden. Deze komen echter wel aan bod in de volgende spelfase. Dezelfde leerling maakt na het invullen van het paspoort het identificatiebandje los uit het paspoort en hangt het aan het kermiseendje. Zo krijgt het voorwerp een label. Duur van deze fase: 1 lesuur
module 3 | verZameldingeS
110619_handleiding.indd 11
paspoort verzamelding
Bij het kermiseendje hoort een paspoort.
de ed e r f g okrak
de erfgoed krak
11 21/06/11 12:16
Fase 4:: mijn verzamelding
In deze fase van ‘Verzameldinges’ krijgen de leerlingen de opdracht om thuis op zoek te gaan naar een eigen verzamelding. Maak hen duidelijk dat het niet noodzakelijk om een voorwerp hoeft te gaan. Het kan bijvoorbeeld ook het oorlogsdagboek van overgrootvader of een familierecept zijn. Vraag hen wel om iets mee te brengen uit hun persoonlijke omgeving en bijvoorbeeld geen foto van de kerk. Dit stimuleert de leerlingen om verder te kijken dan het ‘gangbare’ erfgoed en af te wegen welke voorwerpen in huis erfgoed zouden kunnen zijn.
ort paspom elding :: verza n
ing is ee
rzameld
mijn ve
melding ijn verza k voor m ik beden : : m e naa volgend eruit::: meldingdte en diepte in cm): ijn verza bree zo ziet mgen (lengte/hoogte,
de ed e r f g okrak in > afmet
al:
ing rzameld Mijn ve te: voor/om
ebruikt
wordt g
ekozen
elding g
erzam eb dit v
ik h -
omdat:
::
melding
ijn verza
aar ik m
Zo bew
erzame
> kleur:
lding::
ia > mater
Bij elk verzamelding hoort een paspoort. Elke leerling vult voor zijn of haar verzamelding dit paspoort in, eventueel in de vorm van een huistaak. In de koffer zit voor elke leerling een verzamelhuis. De leerlingen versieren de binnenwanden als een omgeving waarin het verzamelding zich thuis voelt (bijvoorbeeld: als het verzamelding een boek is, zou de binnenkant van het huis als een bibliotheek kunnen ingericht worden). Voor de inkleding van de wanden kunnen de leerlingen hun fantasie de vrije loop laten. Ze kleden best het huis al zo goed mogelijk aan vóór ze het in elkaar vouwen. Zo kunnen ze makkelijker overal bij.
naam v
paspoort verzamelding
Om de leerlingen te helpen bij het kiezen van een verzamelding, kan je hen volgende criteria meegeven: • Het verzamelobject moet een betekenis hebben voor minstens 2 personen. M.a.w. naast de leerling zelf moet nog minstens één andere persoon het verzamelding de moeite waard vinden om te bewaren. • Het verzamelding moet persoonlijk zijn. De leerling moet er een persoonlijke band mee hebben. Het kan bijvoorbeeld iets zijn dat hij echt verzamelt. • Het verzamelding moet passen in het verzamelhuis. Als het groter is (bv. de oude schommelstoel van oma), dan stelt de leerling het verzamelding voor a.d.h.v. een foto.
de gouden kaarten
De leerlingen gaan op zoek naar mensen, plaatsen, verhalen en dingen die verwant zijn met hun eigen verzamelding. Om hen hierbij te helpen, kan je hen ‘gouden opdrachten’ geven. De gouden opdrachtenkaarten vind je in de koffer. We raden aan om de gouden opdrachten te spreiden over meerdere lesuren zodat de leerlingen voldoende de kans krijgen om er iets moois van te maken. Het resultaat van de gouden opdrachten is meestal een geschreven tekst. De visualisering van deze teksten op en in het verzamelhuis kan echter nog alle kanten uit: je kan hen vragen de tekst te illustreren met tekeningen, foto’s, documentatie, enzovoort. Let er op dat het voor elke tekst duidelijk is op welke gouden opdracht deze een antwoord geeft. Laat de leerlingen de opdracht bijvoorbeeld overschrijven aan het begin van hun tekst. De leerlingen leggen het resultaat van de verschillende gouden opdrachten aan de juiste wand van hun verzamelhuis. Bijvoorbeeld: een opdracht die vraagt naar de uitvinder van het voorwerp komt aan de ‘mensenwand’.
12 110619_handleiding.indd 12
de erfgoed krak
module 3 | verZameldingeS
21/06/11 12:16
Deze laatste fase van ‘Verzameldinges’ kan je zelf invullen naargelang beschikbare tijd en interesse. We doen enkele suggesties:
1... Eén voor één komen de leerlingen aan het woord om hun verzamelding aan de klas voor te stellen.
Ze kunnen zich voor hun spreekbeurt baseren op het ingevulde paspoort. Na elke spreekbeurt plaatst de leerling het verzamelding in zijn of haar verzamelhuis (meegeleverd met de koffer) en maakt het identificatiebandje eraan vast. Daarna werken ze aan de gouden opdrachten, bij voorkeur gespreid over meerdere lesuren.
2. De leerlingen werken per categorie erfgoed. Zo kan je de leerlingen vragen om de eerste week alle
vragen rond ‘mensen’ in te vullen, de week erna alle vragen rond ‘plaatsen’, enz. Ook de overeenkomstige gouden opdrachten komen week na week aan bod. Wanneer alle paspoorten zijn ingevuld en alle gouden opdrachten zijn volbracht, kan je de leerlingen vragen hun verzamelding te komen voorstellen.
3... Als afronding van het project kan je van alle verzamelhuizen een verzamelstraat maken en deze tentoonstellen op bijvoorbeeld een opendeurdag van de school. Je kan het zelfs als aanleiding gebruiken om met de hele school een schoolfeest op te zetten rond het thema ‘erfgoed’.
TIP: Moest je module 2 nog niet gespeeld hebben met de klas, kan je toch in deze fase de verdiepingsopdrachten uit module 2 gebruiken. De opdrachten laten de leerlingen toe zich te verdiepen in de verschillende soorten erfgoed en geven hen inspiratie voor hun spreekbeurten.
Duur van deze fase: 6 lesuren Totale duur van module 3 ‘Verzameldinges’: 8,5 lesuren
module 3 | VERZAMELDINGES
110619_handleiding.indd 13
de erfgoed krak
13 21/06/11 12:16
14 110619_handleiding.indd 14
de erfgoed krak 21/06/11 12:16
de erfgoed krak
110619_handleiding.indd 15
Erfgoedspel
5 en 6 lager onderwijs
21/06/11 12:16
de erfgoed krak
Erfgoedspel
5 en 6 lager onderwijs
bijlage 1: l verdiepingsopdrachten: dingen bijlage 2 l verdiepingsopdrachten: plaatsen bijlage 3 l verdiepingsopdrachten: mensen bijlage 4 l verdiepingsopdrachten: verhalen bijlage 5 l regionale duo’s kempens karakter bijlage 6 l regionale duo’s noorderkempen bijlage 7 l voorbeelden van ambachten bijlage 8 l voorbeelden van bijgeloof bijlage 9 l landschapsfiffiiche bijlage 10 l schoolreglement bijlage 11 l sjabloon stamboom bijlage 12 l contactgegevens verenigingen
110619_handleiding.indd 16
21/06/11 12:16
bijlage 1: l verdiepingsopdrachten: dingen opdracht 1: maak een lijstje van drie dingen die je wil bewaren achtergrondinfo
Bewaren? Als je goed voor je erfgoed wilt zorgen, moet je het ook goed bewaren: zowel dure voorwerpen (Rembrandt, Egyptische vondst, Karel Appel…) als minder kostbare, maar zeker zo belangrijke zaken (vlaggen, postkaarten, foto’s van verenigingen) - zijn de moeite om te bewaren (bij te houden voor het nageslacht). Hoe bewaren? Dit hangt af van het voorwerp. Een boek bijvoorbeeld bewaar je anders dan een trouwkleed. Voor raad hierover kan je terecht bij organisaties in de buurt of bij specialisten. Wie bewaart? In elke gemeente zijn er wel instellingen die zich bezighouden met het bewaren van erfgoed: lokale heemkringen, musea, archiefinstellingen… Een lijst hiervan vind je in bijlage. Waarom bewaren? Er zijn heel wat redenen waarom mensen en verenigingen documenten, foto’s enz. bewaren. Er zijn objectieve redenen, maar (zeker wat erfgoed betreft) ook heel wat persoonlijke redenen. Historische waarde, juridische, administratieve waarde en bijvoorbeeld authenticiteit zijn belangrijk om te oordelen of erfgoed al dan niet bewaard moet worden. Maar ook emotionele waarde – of gevoelswaarde – maakt dat iemand iets bijhoudt of niet. Om je een beeld te vormen van wat mensen zoal bewaren, kan je een kijkje nemen op www.vlaanderenverzamelt.be. Op de website van tapis plein vzw kan je je eigen verzameling op de kaart van Vlaanderen zetten: www.nooitgenoeg.be.
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/historische tijd: Leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, het heden en de toekomst, hier en elders.
media/materiaal • Opbergdoos • Creamateriaal • Papier
werkvorm
• Beschrijving: Leerlingen geven een voorstelling in woorden (geschreven) door opsomming van kenmerken en bijzonderheden • Collage
groepering
• Individuele opdracht • Individuele opdrachtvoorbereiding en -uitvoering binnen en buiten de lesuren • Gewone klasopstelling
duur
• 1 lesuur
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 17
de erfgoed krak
1 21/06/11 12:16
opdracht 2: welke oude spelletjes ken je nog? speel er een in de klas.. achtergrondinfo
Een volksspel is een traditioneel spel dat vroeger (meer) gespeeld werd. Tegenwoordig zijn sommige spelen vervangen door moderne versies. Zo werd kegelen vervangen door bowling. Voorbeelden van volksspelen zijn: bakschieten, gaaibollen, kegelen, tollen, knikkeren, bikkelen, paapgooien, diabolo, enzovoort. Je vind een mooie opsomming van volksspelen op de website van Sportimonium: www.sportimonium.be. Bij het Sportimonium of de sporthal van Turnhout kan je volksspelen ontlenen. • www.sportimonium.be • Sporthal Stadspark (
[email protected]) TIP: Je kan tijdens de speeltijd ook een heus volksspelentoernooi organiseren. De leerlingen loten wie tegen wie speelt. De winnaars spelen tegen de winnaars, tot er 1 kampioen overblijft. Meerdere klassen kunnen in het toernooi betrokken worden.
eindtermen/doelstellingen
• Sociale vaardigheden • Lichamelijke opvoeding: Leerlingen beheersen fundamentele bewegingsvaardigheden die nodig zijn om een bewegingsspel zinvol te kunnen spelen in eenvoudige sport- en spelsituaties. Ze kunnen spelideeën uitvoeren in eenvoudige bewegingsspelen en kunnen zich in een spel inleven en hierbij verschillende rollen waarnemen. Ze kennen elementaire tactische principes, kunnen ze toepassen in verwante spelen en kunnen een tactisch plannetje afspreken en uitvoeren. Ze passen de afgesproken spelregels toe en aanvaarden de sancties bij overtredingen. • Wereldoriëntatie/historische tijd: Leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor kinderen herkenbaar is en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert.
media/materiaal
• Afhankelijk van het gekozen spel • Eventueel te ontlenen
werkvorm
• Brainstorming • Spel
groepering • • • •
Klassikale opdracht Gewone klasopstelling voor de brainstorm Schoolbanken aan de kant tijdens speluitvoering Voldoende ruimte op de speelplaats voor toernooi
duur
• Brainstorm en klasgesprek: 1 lesuur • Speluitvoering: 1 lesuur
1 110619_handleiding.indd 18
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:16
opdracht 3: beoordeel zelf een kunstwerk achtergrondinfo/richtvragen
Hoe kijken kinderen naar kunst? Het antwoord is soms verrassend. Man bijt hond maakte hierover een rubriek: ‘Kinderen kijken kunst’, te bekijken op www.cobra.be/cm/cobra/boek/2.11268. Deze reeks zou je in de klas kunnen gebruiken om de leerlingen te leren kijken naar kunst en te zeggen wat ze denken, voelen, zien. Je kan ook – naast de suggesties die we hieronder geven – uit de reportage een selectie van kunstwerken maken. Suggesties voor te gebruiken kunstwerken: • “Zwanen die olifanten weerspiegelen” (Salvador Dalí) • “Wrapped trees” (ingepakte bomen, door Christo Vladimirov Javacheff) - www.christojeanneclaude.net • “Het gevecht tussen carnaval en vasten” (Pieter Breughel) • “De slaapkamer” (Vincent van Gogh) – www.vangoghmuseum.nl • “Heaven of delight” (Jan Fabre) - www.angelos.be/NL/works/12 TIP: op www.rasa.be kan je gratis lesmappen, links en materiaal downloaden om met je leerlingen te werken rond kunsteducatie. Kinderen kunnen er doorklikken naar leuke sites rond kunst.
eindtermen/doelstellingen
• Muzische vorming/beeld: Leerlingen kunnen door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van vroeger, van nu en van verschillende culturen. Ze kunnen beeldinformatie begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan.
media/materiaal
• Afbeeldingen van kunstwerken waaruit de leerlingen kunnen kiezen (voor elke leerling minstens één)
werkvorm
• Leerlingen ondernemen zelf iets om een probleem op te lossen • Beschrijving: Leerlingen geven een voorstelling in woorden (geschreven) door opsomming van kenmerken en bijzonderheden • Documentatie raadplegen • Media gebruiken • Spreekbeurt • Verslag uitbrengen
groepering
• Individuele opdracht • Individuele opdrachtvoorbereiding kan buiten of tijdens de lesuren • Gewone klasopstelling
duur
• Leerkracht stelt kunstwerken voor en leerlingen kiezen er elk eentje uit: 20 minuten • Leerlingen stellen hun kunstwerk voor: 1 tot 2 lesuren
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 19
de erfgoed krak
1 21/06/11 12:16
bijlage 2 l verdiepingsopdrachten: plaatsen opdracht 1: Zoek een monument in de school of in de buurt en maak er een model van.. achtergrond
Deze oefening leert leerlingen nauwkeurig te kijken naar details. Het zal bij hen vragen oproepen over de constructie van het monument en over de gebruikte materialen. Soms zullen ze tekenen van verval opmerken en zich daarbij de vraag stellen of het monument niet beter bewaard kan worden. Wil je een overzicht van de monumenten en/of beschermde gebouwen in jouw gemeente of regio, dan kan je deze het snelst vinden op de gemeentelijke websites. Algemene info: • www.onroerenderfgoed.be (op deze webiste vind je een lijst van alle beschermde gebouwen en monumenten in Vlaanderen, doorzoekbaar op gemeente) • www.toerismegrensland.be (deze website geeft je een overzicht van de bezienswaardigheden in de gemeenten Baarle-Hertog, Hoogstraten, Merksplas en Rijkevorsel) Gemeentelijke en stedelijke websites met informatie over monumenten en/of beschermde gebouwen: • www.arendonk.be/bezoeken/erfgoed/ • www.baarle-hertog.be (via de link ‘toerisme’) • www.beerse.be (via de link ‘bestuur en diensten’, gevolgd door ‘toerisme’) • http://toerisme.hoogstraten.be/Bezienswaardigheden.html • www.kasterlee.be (via de link ‘ontspanning’) • www.merksplas.be (via de link ‘diensten’, gevolgd door ‘toerisme’) • www.oud-turnhout.be (via de link ‘toerisme’) • www.rijkevorsel.be (via de link ‘vrije tijd en toerisme’, gevolgd door ‘toerisme’) • www.turnhout.be/toerisme • www.vosselaar.be (via de link ‘vrije tijd en toerisme’) • www.berlaar.be (via de link ‘vrije tijd’, gevolgd door ‘toerisme in Berlaar’) • www.grobbendonk.be (via de link ‘toerisme’) • www.herentals.be (via de link ‘vrije tijd en toerisme’) • www.herenthout.be (via de link ‘diensten’, gevolgd door ‘toerisme’) • www.toerismelier.be (via de link ‘ontdekken’) • www.lille.be (via de link ‘toerisme’) • www.nijlen.be (via de link ‘onze gemeente’, gevolgd door ‘toerisme’) • www.olen.be (via de link ‘toerisme’) • www.vorselaar.be (via de link ‘bezienswaardigheden’) TIP: • De opdracht heeft als doel de leerlingen te leren kijken. Zijn er geen monumenten in je buurt, kan je daarom evengoed een ander openbaar gebouw toewijzen, zoals de school zelf, een kapel, een cultuur- of gemeenschapscentrum, een bibliotheek, enzovoort. • Je kan de brainstorm aankondigen voor een volgende les en de leerlingen eerst de kans geven om (eventueel met hun ouders) in hun eigen gemeente te kijken welke gebouwen volgens hen in aanmerking komen voor de opdracht.
2 110619_handleiding.indd 20
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:16
eindtermen/doelstellingen
• Wiskunde/meten: Leerlingen kunnen de functie van de begrippen ‘schaal’ en ‘gemiddelde’ aan de hand van concrete voorbeelden verwoorden. • Wiskunde/procedures: Leerlingen kunnen met de gebruikelijke maateenheden betekenisvolle herleidingen uitvoeren. • Wiskunde/meetkunde • Wiskunde/strategieën en probleemoplossende vraagstukken: Leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun leefwereld aangeven welke de rol en het praktisch nut van wiskunde is in de maatschappij. • Muzische vorming/beeld: Leerlingen kunnen beeldende problemen oplossen, technieken toepassen en gereedschappen en materialen hanteren om beelden vorm te geven op een manier die hen voldoet.
media/materiaal
• Doos of stevig stuk karton • Creamateriaal • Fototoestel (door leerlingen zelf mee te nemen)
werkvorm
• Leerlingen ondernemen zelf iets om een probleem op te lossen • Bezoeken van monument • Collage • Expositie/tentoonstelling • Oriënteringstocht: een open leersituatie waarbij de leerlingen ervaringen opdoen die in de klas verwerkt worden • Leerlingen werken met foto’s
groepering
• Per twee • Gewone klasopstelling
duur
• Opmeten en ontwerp: 1 lesuur • Bouwen van model: 1 lesuur
opdracht 2: stel je eigen landschap voor aan de klas achtergrond/richtvragen
Er zijn verenigingen die ernaar streven om het streekeigen karakter van de Kempen te behouden. Wat landschappen betreft, is dat in de eerste plaats ‘Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete’ (www.rlkgn.be). Een prachtig initiatief dat ook in de les te gebruiken is, zijn de ‘Litenatuurtjes’. Dit zijn korte gedichtjes van Geert de Kockere over de natuur (www.litenatuurtjes.net). Een aantal van zijn vondsten zijn hier en daar al terug te vinden in het landschap zelf (bv. in de Hoge Rielen te Kasterlee).
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/Ruimte: Leerlingen kunnen in een landschap gericht waarnemen en ze kunnen op een eenvoudige wijze onderzoeken waarom het er zo uitziet. • Wereldoriëntatie/Natuur: Leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren. • Muzische vorming
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 21
de erfgoed krak
2 21/06/11 12:16
media/materiaal
• Landschapsfiche (in bijlage 9) • Fototoestel (door leerlingen zelf mee te nemen)
werkvorm
• Leerlingen ondernemen zelf iets om een probleem op te lossen • Beschrijving: leerlingen geven een voorstelling in woorden door opsomming van kenmerken en bijzonderheden • Navertellen: leerlingen herformuleren wat ze gehoord, ervaren of beleefd hebben • Spreekbeurt • Leerlingen werken met foto’s • Media gebruiken
groepering
• Individuele opdracht • Individuele opdrachtvoorbereiding buiten de lesuren • Gewone klasopstelling
duur
• 1 lesuur (voorbereiding buiten de lesuren) • Voorstelling per leerling telkens 5 tot 10 minuten
opdracht 3:: de klaskrant achtergrondinfo/richtvragen
Meer info kan je vinden op: www.krantenmaker.be www.krantenindeklas.be/index.php?id=6 Rubriekenlijst: • Binnenlands nieuws (binnen de klas) • Streeknieuws (binnen de school) • Buitenlands nieuws (buiten de school) • Sport • Film • Muziek • Podium • Media en televisie • Wetenschap • Opinie • Opmerkelijk
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/dagelijkse tijd: Leerlingen kunnen in kleine groep voor een welomschreven opdracht een taakverdeling en planning in de tijd opmaken en ze beseffen dat er een onderscheid is tussen een mening over een historisch feit en het feit zelf. • Muzische vorming/attitudes: Leerlingen kunnen blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken en leren respect te tonen voor uitingen van leeftijdsgenoten, behorend tot eigen en andere culturen. • Wereldoriëntatie/mens: Leerlingen hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden. • Leergebiedoverschrijdende eindtermen: sociale vaardigheden.
2 110619_handleiding.indd 22
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:16
media/materiaal
• Eventueel wat voorbeelden van kranten • Opnameapparatuur • Uitleendienst: Erfgoedcellen Kempens Karakter en Noorderkempen
werkvorm
• Leerlingen ondernemen zelf iets om een probleem op te lossen • Interview • Klaskrant • Media gebruiken • Leerlingen werken met foto’s
groepering
• Groepjes per 4 • Gewone klasopstelling
duur
• Tussen 3 en 5 lesuren
opdracht 4:: hoe streng is je school?? achtergrond/richtvragen
De leerkracht zorgt ervoor dat de papiertjes dichtgevouwen zijn, zodat de leerlingen ze niet kunnen lezen wanneer ze in de verzamelingen grabbelen. Na elke stemronde kan de leerkracht een kort klasgesprek voeren rond het verschil tussen vroeger en nu, wat is er anders, waarom vind je een regel goed of niet goed?
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/historische tijd: Leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand, die voor de kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueert. • Wereldoriëntatie/mens: Leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit.
media/materiaal
• Papiertjes met regels van de school van toen, te kopiëren uit bijlage 10 en te knippen op de stippellijntjes.
werkvorm
• Brainstorming • Stellingenspel • Leergesprek
groepering
• Gewone klasopstelling
duur
• 1 lesuur
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 23
de erfgoed krak
2 21/06/11 12:16
opdracht 5:: jouw school over 100 jaar: maak een krijttekening op de speelplaats achtergrond/richtvragen
Deze opdracht kan meerdere lesuren in beslag nemen. Je zou één lesuur kunnen besteden aan de brainstorm en de ontwerptekening in kleine groepjes en een ander lesuur aan het maken van de tekening. Maak de uiteindelijke tekening groot genoeg, zodat elke leerling aan de tekening kan werken (bijvoorbeeld: 8 bij 8 meter). De opdracht zet de leerlingen aan om na te denken over historische beeldvorming. Hoe kijken ze naar de school uit het verleden en hoe zullen toekomstige leerlingen terugkijken op hun eigen school? We laten hen deze oefening zelf maken. Op die manier worden ze zich bewust van de dingen die het meest vatbaar zijn voor verandering.
TIP De leerkracht maakt een foto van de tekening en bewaart deze voor de leerkrachten over 100 jaar.
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/historische tijd: Leerlingen tonen belangstelling voor het verleden, heden en toekomst, hier en elders. • Muzische vorming/beeld: Leerlingen beleven plezier en vinden voldoening in het beeldend vormgeven. • Wereldoriëntatie/mens: Leerlingen hebben aandacht voor de onuitgesproken regels die de interacties binnen een groep typeren en zijn bereid er rekening mee te houden. • Leergebiedoverschrijdende eindtermen: sociale vaardigheden.
media/materiaal • stoepkrijt
werkvorm
• Brainstorming • Inleefspel/inleefatelier • Tekenen
groepering
• Leerlingen verdeeld in vier groepen • Banken tegen elkaar in vier groepen • Opdrachtvoorbereiding in de klas • Uitvoering op de speelplaats
duur
• Brainstorm en ontwerp: 1 lesuur • Tekenen: 1 lesuur
2 110619_handleiding.indd 24
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:16
bijlage 3 l verdiepingsopdrachten: mensen opdracht 1:: maak je eigen stamboom achtergrond/richtvragen
Genealogie, sibbekunde of stamboomonderzoek is een discipline van de geschiedkunde die zich bezighoudt met voorouderlijk onderzoek en de afstamming van een familie. Het beoefenen van genealogie is duidelijk een zeer aanstekelijke bezigheid, gezien de groeiende populariteit van deze vrijetijdsbesteding. Heel wat heemkundigen doen dit. Wil je hen zelf aan het werk zien of ben je benieuwd naar hoe een uitgewerkte stamboom er eigenlijk uit ziet? Neem dan met de leerlingen eens een kijkje in het stads- of gemeentearchief of ga langs bij de plaatselijke heemkundige kring. Adressen van archieven en heemkundekringen vind je in bijlage.
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/historische tijd: leerlingen kunnen hun afstamming aangeven tot twee generaties terug. De opdracht stimuleert leerlingen om hun stamboom nog verder te onderzoeken.
media/materiaal
• Sjabloon stamboom te kopiëren uit bijlage 11 (1 per leerling)
werkvormen
• Leerlingen ondernemen zelf iets om een probleem op te lossen • Documentatie raadplegen • Interview • Media gebruiken • Navertellen: leerlingen herformuleren wat ze gehoord, beleefd of ervaren hebben • Tekenen • Leerlingen werken met foto’s
groepering
• Individuele opdrachtvoorbereiding buiten de lesuren • Individuele opdracht in de klas • Gewone klasopstelling
duur
• Uitwerken stamboom: buiten de lesuren • Voorstellen stamboom: 1 lesuur
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 25
de erfgoed krak
3 21/06/11 12:16
opdracht 2: bezoek een atelier achtergrondinfo/richtvragen
In bijlage vind je afbeeldingen van vijf ambachten met een beetje uitleg: • Klompenmaker • Mandenvlechter • Schoorsteenveger • Touwslager • Smid Je kan dus vijf leerlingen vooraan uitnodigen om één van deze ambachten uit te beelden. TIP • Ga met de klas op bezoek bij een ambachtsman of –vrouw. Je vindt een lijst van adressen in bijlage 12. • De leerlingen kunnen aan hun grootouders vragen welke ambachten zij nog kennen uit hun eigen kindertijd. De leerlingen kunnen hierover vertellen in een klasgesprek.
eindtermen/doelstellingen
• Muzische vorming: leerlingen kunnen een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen met als vertrekpunt iets wat gehoord, gezien, gelezen, gevoeld of meegemaakt wordt. Ze kunnen bewegen op een creatieve manier. • Wereldoriëntatie/techniek: leerlingen kunnen illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren. Ze kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen.
media/materiaal
• Voorbeelden van ambachten (bijlage 7)
werkvormen
• Leerlingen ondernemen zelf iets om een probleem op te lossen • Interview • Navertellen: leerlingen herformuleren wat ze gehoord, beleefd of ervaren hebben • Klasgesprek • Leeruitstap • Toneel
groepering
• Gewone klasopstelling
duur
• Introgesprek en ambachten uitbeelden: 1 lesuur • Klasgesprek: 0,5 tot 1 lesuur • Leeruitstap: 1 lesuur
3 110619_handleiding.indd 26
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:16
opdracht 3: wie is jouw idool?? achtergrondinfo/richtvragen
Koningen, grote figuren uit de geschiedenis waren steeds mensen die rijk waren en gezag hadden. De gewone mensen keken naar hen op, maar waren ze daarom ook idolen? Wat is het verschil tussen een idool en een tiran? Prinses Diana was voor velen een idool. Ze was de eerste echtgenote van de Britse kroonprins Charles en de moeder van de prinsen William en Harry, die beiden ook erg populair zijn. Diana zette zich in voor goede doelen en was bij velen erg geliefd. Na haar dood is er ter nagedachtenis een monument voor haar opgericht in Hyde Park in Londen. Toon een foto van haar aan de klas. Jozef Stalin (1878 – 1953) daarentegen was een tiran. Hij was de tweede leider van Sovjet-Unie (de voorloper van Rusland). Miljoenen mensen stierven onder zijn bewind. Vreemd genoeg blijft hij populair in bepaalde delen van Rusland. Toon een foto van hem aan de klas. Ook de geschiedenis kent dus haar helden. Vraag aan de leerlingen of ze er een aantal kunnen opsommen. Inspiratie nodig? • Ons land is rijk aan beroemde uitvinders (bv. Adolphe Sax, George Lemaître, enz.) Een lijst hiervan vind je op www.wikipedia.be • In de bibliotheek vind je het boek: Meijer, Fik. Bejubeld en verguisd: helden en heldinnen in de oudheid. Amsterdam, Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2008. • Een boek, gericht op jongeren, ook te vinden in de bibliotheek is: Van der Molen, Janny. Helden! Mensen die de wereld mooier maken. Amsterdam, Ploegsma, cop. 2009. • Ook interessant zijn ‘de Vlaamse Filmpjes’, waarin regelmatig historische verhalen en helden aan bod kwamen: www.vlaamsefilmpjes.net • Natuurlijk mogen strips in dit rijtje niet ontbreken: verschillende albums van Suske en Wiske behandelen historische personages (bijvoorbeeld ‘Lambiorix’, ‘De raap van Rubens’, ‘Het Kregelige Ketje’, enzovoort (www.suskeenwiske.be). Verder zijn er losse uitgaven naar aanleiding van een historische gebeurtenis, (bijvoorbeeld: Beock & Lusse. De slag van Turnhout. Ekspres, 1989)
TIP Je kan dezelfde opdracht uitvoeren met personages uit de geschiedenis of uit één of ander verhaal (bijvoorbeeld Robin Hood). Natuurlijk moeten de leerlingen hiervoor op zoek naar informatie over dat personage: hoe zagen ze er uit, waarom waren ze beroemd of berucht, enzovoort. Die informatie kunnen ze vinden op het internet of in de bibliotheek.
eindtermen/doelstellingen
• Leerlingen beleven plezier en vinden voldoening in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. • Wereldoriëntatie/maatschappij: Leerlingen beseffen dat hun gedrag beïnvloed wordt door de reclame en de media. • Muzische vorming/beeld: tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven.
media/materiaal
• Gekleurd A4-papier • Lijm • Schaar • Pennen, kleurpotloden, enz. • Foto van prinses Diana en van Jozef Stalin
werkvorm
• Collage • Documentatie raadplegen • Media gebruiken BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 27
de erfgoed krak
3 21/06/11 12:16
• Tekenen • Leerlingen werken met foto’s
groepering
• Individuele opdrachtvoorbereiding buiten de lesuren • Individuele opdracht in de klas • Gewone klasopstelling
duur
• Collage: 1 lesuur • Idolenmuur of –boek: 15 minuten
opdracht 4:: Klasdagboek achtergrondinfo/richtvragen
Dagboeken vormen een belangrijke bron van historisch onderzoek en geven een persoonlijke kijk op de maatschappij of op een gebeurtenis. Zo is het dagboek van Anne Frank, het Joodse meisje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog jarenlang ondergedoken leefde, erg nuttig om de Jodenvervolging in naziDuitsland te kunnen begrijpen, en dat vanuit een persoonlijk standpunt. Vandaag schrijven we niet vaak brieven meer. Alle communicatie gaat via e-mail of sms. Maar hoe bewaar je dat materiaal voor de toekomst? En belangrijker nog: hoe beslis je welke berichten waardevol genoeg zijn om te bewaren? De leerlingen kunnen deze opdracht uitvoeren tijdens de pauzes. Tip • www.apestaartjaren.be: onderzoek naar het gebruik van nieuwe media bij kinderen. Hier vind je een interessante presentatie met de belangrijkste onderzoeksgegevens. • ‘Weten, wist, gewist’: een brochure op initiatief van Gent Cultuurstad i.s.m. het Gentse archievenoverleg. Op een heel heldere en laagdrempelige manier kan je lezen hoe je digitale berichten en digitaal aangemaakte inhoud kan bewaren (www.erfgoedcelgent.be). • In plaats van dagelijkse boodschappen op losse papiertjes te verzamelen in een doos, kan je ook werken met een dagboek.
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/dagelijkse tijd: Leerlingen kunnen de tijd die ze nodig hebben voor een voor hen bekende bezigheid realistisch schatten.
media/materiaal
• Gesloten kartonnen doos met gleuf: indien je werkt met losse boodschappen • Schriftje als je werkt met een dagboek
werkvorm
• Navertellen: leerlingen herformuleren wat ze gehoord, beleefd of ervaren hebben • Klaskrant
groepering
• Gewone klasopstelling • Individueel met beurtrol
duur
• 5 minuten per dag
3 110619_handleiding.indd 28
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:16
bijlage 4 l verdiepingsopdrachten: verhalen opdracht 1:: Maak een flf luisterketting achtergrondinfo
Immaterieel erfgoed is erfgoed dat je niet kan vastnemen: tradities, verhalen, gebruiken… Of dit erfgoed bewaard blijft, hangt af van mondelinge overlevering. Neem nu bijvoorbeeld volksverhalen. Deze eeuwenoude verhalen (sagen, sprookjes, legendes) verschillen van streek tot streek en werden vroeger door de verschillende generaties doorverteld. Indien dit niet gebeurde, verdween het verhaal. Vandaag de dag is men binnen de erfgoedsector, journalistiek…meer en meer bezig met mondelinge geschiedenis (het interviewen van getuigen om het verleden te (re)construeren). De verhalen en getuigenissen vertellen ons immers veel over het verleden vanuit verschillende invalshoeken (ook het verhaal van de gewone man!) De Vlaamse Volksverhalenbank (www.volksverhalenbank.be) biedt een schat aan volksverhalen uit diverse provincies in Vlaanderen.
Doe de test laat drie leerlingen de klas verlaten. De rest van de klas wordt reporter en bereidt een aantal vragen voor over een gebeurtenis die iedereen heeft gezien of meegemaakt. Elk om beurt komen de drie leerlingen de klas weer binnen en worden ze geïnterviewd (degenen die niet aan de beurt zijn, blijven in de gang wachten). Achteraf worden de antwoorden met elkaar vergeleken. Wat is het verschil? Leg de link naar geschiedenis/media en beeldvorming. Deze opdracht leent zich ertoe om het te hebben over historische kritiek.
eindtermen/doelstellingen
• Muzische vorming/drama: Leerlingen kunnen geconcentreerd luisteren naar een gesproken tekst en die mondeling, schriftelijk, beeldend of dramatisch weergeven. Ze kunnen een aan de speelsituatie aangepaste en aangename spreektechniek ontwikkelen (articulatie, adembeheersing, tempo, toonhoogte) en verschillende verbale en non-verbale spelvormen improviseren.
media/materiaal
Briefje met verhaaltje in een omslag: Er was eens een arme molenaar met een beeldschone dochter. Toen op een dag de koning langskwam, zei de molenaar dat zijn dochter goud kon spinnen van stro. De koning geloofde dat niet en zei als de dochter van stro goud kon spinnen, hij met haar trouwde.
werkvorm
• Interview • Navertellen
groepering
• Klassikale activiteit • Drie groepjes met stoelen in een kring • Banken voldoende aan de kant
duur
• 1 lesuur
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 29
de erfgoed krak
4 21/06/11 12:16
opdracht 2: Je familieverhaal achtergrondinfo/richtvragen
“Tradities kennen we allemaal: meer nog, we beleven en koesteren ze dagelijks, en vaak zonder dat we daar echt bij stil staan. Tradities zijn gebruiken en gewoonten die tegelijk erg vertrouwd en heel speciaal zijn. Ze hebben hun wortels in het verleden. (…) Er zijn tradities die over de hele wereld in ere gehouden worden (…) en er zijn er die alleen voor jou en je familie een speciale betekenis hebben. (…) Tradities krijgen we van huis uit mee, om ze vervolgens zelf door te geven aan de generaties die na de onze komen.” (Volkskunde Vlaanderen vzw. Tradities. Leuven, Davidsfonds Uitgeverij, 2011, p. 6-7.) Bij steeds meer mensen groeit het besef van de waarde van het immaterieel cultureel erfgoed, en van de noodzaak om dit te beschermen en te bewaren voor de toekomst. Verhalen zijn een voorbeeld van immaterieel erfgoed. Alleen door ze door te vertellen en ze vast te leggen (bijvoorbeeld in digitale vorm), kunnen we er zeker van zijn dat ze niet verloren gaan. Aanvullende lessugestie: Vraag de leerlingen om hun familieverhaal stap voor stap in een strip te gieten. Ze maken daarvoor eerst een plan: welke personages heb je nodig? Wat gebeurt er eerst en wat dan? Hoeveel kadertjes heb je nodig waarin iets gebeurt, enzovoort. Je kan de leerlingen de volgende richtlijnen geven: • Maximum 2 A4-pagina’s. Dit verplicht de leerlingen zich te beperken tot de essentie van het verhaal. • Maximum 6 kadertjes per pagina (dus 12 in totaal). Laat daarom de leerlingen het verhaal eerst opsplitsen in 12 ‘hoofdstukjes’. Daarna is het makkelijker om voor elk hoofdstuk een tekening te maken. • Maximum 10 woorden per tekstballon Tips en inspiratie: Boeken: • Striptekenen (Stuart Trotter): Kluwer, ISBN 9020126881, 1992 • Zó wordt een strip gemaakt (Jos Wauters): Arboris, ISBN 9034320707, 1985 • Stripfiguren maken (Jan Van Oosterhout): Cantecleer, ISBN 9021302357, 1986 • The making of De Blauwbloezen (Lambil/Cauvin), 1995 • Striptekenen met Zusje (Meer info: www.stripturnhout.be – titel invoeren in zoekvenster) • Stripfiguren tekenen (Jack Hamm), Uniebook ISBN 9789026936654, 1982 Websites: • www.dekiekeboes.be/nl/hoe-komt-een-strip-tot-stand/ • www.wpg.be/boeken/fotos/614 (filmpje) • www.studionoord.net/archief/529/Making_of:_Lucky_13 • www.provant.be/vrije_tijd/cultuur/musea/suske_en_wiske_kinde/documentatie/strips_maken/ index.jsp • www.cultuurnetwerk.nl/producten_en_diensten/bronnenbundels/1997/1997_101.htm • www.oktoknopie.nl/anfy/fan_workshop_02.htm • www.janvriends.nl/pdf/striptekencursus.pdf (aanrader) Teleac filmpjes: • Surf naar www.google.com en vul in zoekvenster in: ‘teleac striptekenen’. Klik in het menu links van de resultaten op ‘video’s’. En nog enkele tips: • http://www.stichtingbeeldverhaal.nl/227/zo-word-je-striptekenaar.htm • http://www.stripstudio.nl/flyerSTRIP.pdf
4 110619_handleiding.indd 30
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:16
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/maatschappij: Leerlingen kunnen in hun omgang met leeftijdgenoten op discrete wijze rekening houden met het feit dat niet alle kinderen in hetzelfde type gezin wonen als zijzelf. • Muzische vorming/drama: Leerlingen kunnen ervaringen, gevoelens, ideeën en fantasieën uiten in spel.
media/materiaal
• Geen bijzondere benodigdheden
werkvorm
• Klasgesprek • Opdracht: strip maken
groepering
• Klassikaal gesprek en individuele opdracht • Banken in gewone klasopstelling
duur
• Verhaal schrijven en voorlezen: 1 lesuur • Strip tekenen: 1 lesuur
opdracht 3: bijgeloof achtergrondinfo/richtvragen
Vraag de kinderen wat ze verstaan onder bijgeloof en laat hen voorbeelden geven. Toon de kinderen een aantal voorbeelden van geluksbrengers en vraag hen waarvoor ze geluk brengen. Voorbeelden van bijgeloof in de sport (bron: www.kuleuven.be, Thomas (Theologie, Onderwijs en Multimedia: Actieve Samenwerking, situatie op 9 maart 2011): • KV-Oostende-voetballer Olivier Decock komt altijd als laatste op het veld en kust een kettinkje voor de wedstrijd. • Ex-Club-doelman Stijn Stijnen draagt onder elke wedstrijdtrui steeds dezelfde keeperstrui. • Kim Clijsters heeft vele vormen van bijgeloof. Ze sleurt nooit geluksbrengers mee in haar valies, maar wel legt ze altijd een dubbel knoop in de veter van haar linkerpantoffel en een enkele knoop in de andere. • Een Australische motorcoureur neemt bij elke race een kilo suiker onder zijn buddy seat mee. Hij is sindsdien nooit meer gevallen. • Veldrijder Bart Wellens eet voor elke belangrijke wedstrijd duif, speciaal klaargemaakt door zijn moeder. Blijkbaar zitten in duiven versterkende krachtmiddeltjes… Hoe zou het komen dat mensen vroeger bijgeloviger waren dan nu? Mensen waren gelovig, hadden veel tegenslagen, ziektes enz. waar geen verklaringen voor waren. De wetenschap heeft ons vandaag veel duidelijkheid gebracht in natuurfenomenen zodat we minder geloven in bovennatuurlijke krachten. Tip: maak de link met weersvoorspellingen, kruidengenezers… Bijgeloof wordt in woordenboeken en encyclopedieën omschreven als het geloof in bovennatuurlijke zaken, in dingen die je met het blote oog niet kunt zien, zoals geesten, tovenarij, enz. Je lot hangt in deze definitie niet alleen af van jezelf maar ook nog van iets anders. Ook wordt bijgeloof gedefinieerd als volksgeloof. Bijgeloof kan ook toegeschreven worden aan voorwerpen. Bepaalde voorwerpen zouBIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 31
de erfgoed krak
4 21/06/11 12:16
den magische eigenschappen hebben en de toekomst zou beïnvloed worden door bepaalde handelingen met of rond deze voorwerpen. Voorbeelden van bijgeloof: zie bijlage 8
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/mens: Leerlingen kunnen beschrijven wat ze voelen en wat ze doen in een concrete situatie en kunnen illustreren dat zowel hun gedrag als hun gevoelens situatiegebonden zijn.
media/materiaal
• Voorwerpen of prenten van bijgeloof
werkvorm:
• Klasgesprek
groepering
• Banken aan de kant • Stoelen in een kring
opdracht 4: Je favoriete sprookje achtergrondinfo/richtvragen
Sprookjes behoren tot een zeer oud literair genre. Hoewel ze oorspronkelijk bedoeld waren als vertellingen voor volwassenen, die op deze manier via de mondelinge traditie verhalen die meestal niet werden opgeschreven meekregen (het grootste deel van de bevolking leerde niet lezen of schrijven), zijn het tegenwoordig vooral verhalen voor kinderen waarin hen spelenderwijs iets over het leven bij wordt gebracht, en met een zekere moraal. Mogelijke vragen bij een onderwijsgesprek: Waarom koos je dit verhaal? Uit welk boek komt het? Hoe oud is het boek? Van wie heb je het gekregen? Ga je het bijhouden? Welke sprookjeshelden ken je? Organiseer een ultratop vOOR sprookjeshelden: Om dit onderwerp nog aantrekkelijker te maken voor de leerlingen kan je hen vragen een ultratop voor sprookjesfiguren te maken. Elke leerling probeert met argumenten zijn eigen voorkeurspersonage in de ultratop te krijgen. De leerlingen stemmen na elke argumentatie door de hand op te steken. De leerkracht noteert het aantal stemmen per personage op het bord. Zo krijgt de ultratop vorm.
eindtermen/doelstellingen
• Muzische vorming/drama: Leerlingen kunnen ervaringen, gevoelens, fantasieën en ideeën uiten in spel. Ze kunnen een aan de speelsituatie aangepaste en aangename spreektechniek ontwikkelen (articulatie, adembeheersing, tempo, toonhoogte) en verschillende verbale en nonverbale spelvormen improviseren.
media/materiaal
• Sprookjesboeken en/of –verhalen
werkvorm
• Dramatiseren: leerlingen spelen toneel
4 110619_handleiding.indd 32
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:16
• Brainstorming • Stellingenspel
groepering
• Leerlingen zitten in groepjes van drie, banken in gewone klasopstelling indien mogelijk
duur
• Kiezen van sprookje en schrijven van nieuw einde: 1 lesuur • Uitbeelden van nieuw einde: 1 lesuur
opdracht 5:: feest vieren achtergrondinfo/richtvragen
Je vindt een schat aan informatie over tradities op de website van Volkskunde Vlaanderen: www.tradities.be. Ga in een leergesprek met de leerlingen op zoek naar de noodzakelijke elementen van een feest (eten, versiering, kadootjes…). Zijn die in elk feest hetzelfde? Waarom wel, waarom niet? Zijn er feesten die veranderen? Welk feest vinden de leerlingen het leukst en welk het belangrijkst? En waarom? Welke overeenkomsten of verschillen kunnen de leerlingen ontdekken wanneer ze hun familiefoto’s vergelijken? Mogelijke uitbreiding: Vraag de leerlingen om in groepjes van vier een collage te maken met de foto’s. Ze mogen de foto’s aanvullen met uitleg en tekstballonnetjes.
eindtermen/doelstellingen
• Wereldoriëntatie/maatschappij: Leerlingen kunnen in hun omgang met leeftijdgenoten op discrete wijze rekening houden met het feit dat niet alle kinderen in hetzelfde type gezin wonen als zijzelf. Ze kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten. Ze zien in dat racisme vaak gebaseerd is op onbekendheid met en vrees voor het vreemde.
media/materiaal
• Foto’s die leerlingen meebrengen
werkvorm
• Leerlingen ondernemen zelf iets om een probleem op te lossen • Beschrijving: leerlingen geven een voorstelling in woorden, door opsomming van kenmerken en bijzonderheden • Collage • Leergesprek • Leerlingen werken met foto’s
groepering
• Gewone klasopstelling
duur
• 1 lesuur
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 33
de erfgoed krak
4 21/06/11 12:16
bijlage 5 l regionale duo’s kempens karakter
12A
lIlle, HeGGePRoCeSSIe Jaarlijkse wordt een Heggeviering en een Heggeprocessie van de kerk naar de Heggekapel gehouden. Overdag is er een jaarmarkt. Elke 25 jaar is er een groots opgezette historische ‘Ommegang van de Hegge’. De optocht loopt traditioneel van de Heikant naar de Heggekapel en is opgedragen aan het ‘Wonder van de Hegge’. Kledij, attributen, schoeisel, middeleeuwse wapens, e.d. worden allemaal ontworpen en gemaakt door de Poederleese gemeenschap. Zie vzw Hegge.
© 2011 Standaard Uitgeverij / WPG Uitgevers België nv
12B
12A
12B
5 110619_handleiding.indd 34
lIlle, HeGGekAPel Op 28 januari 1412 stal een verarmde jonker uit Herentals uit de kerk van Wechelderzande een kelk met vijf geconsacreerde hosties in. Om zijn schulden af te lossen, pleegde hij (heiligschennende) diefstallen. Op zijn terugweg naar Herentals verdwaalde hij echter in de Hegge in Poederlee. Waar hij ook naartoe reed, steeds kwam hij terecht op dezelfde plaats. Hij vond er dan ook niet beter op dan de hosties ter plaatse uit te schudden in een konijnenpijp en hij vond de weg naar Herentals terug. De dief werd echter gevat en veroordeeld tot de dood met de galg. Op de galgladder bekende hij zijn misdaad en onmiddellijk vertrok de menigte met de dief op zoek naar de plek waar hij de hosties achter gelaten had. Daar openbaarde zich het wonder: de vijf hosties lagen voor het bewuste konijnenhol in regen, wind en sneeuw. Na overleg werden twee hosties in processie naar de kerk van Poederlee gebracht en de drie andere naar de Herentalse Sint-Waldetrudiskerk. De rechterhand van de jonker werd afgehakt en daarna werd hij aan de galg opgehangen. Het wonder verspreidde zich snel en de plek trok vele bedevaarders. In opdracht van de heer van Poederlee werd er een kapel gebouwd ter herinnering aan het ‘Wonder van de Hegge’.
olen, STRIPVeRHAAl De PoTTenPRoeVeR De herdenking van de 500ste verjaardag van de geboorte van Karel V (Keizer Karel) gaf in 2000 in Vlaanderen aanleiding tot allerhande manifestaties en festiviteiten. Meer dan welke Vlaamse gemeente ook wordt Olen met Keizer Karel geassocieerd. Aan de basis hiervan ligt het beroemde verhaal van de pot met drie oren. Keizer Karel zou hieruit gedronken hebben tijdens één van zijn jachtuitstappen in de Kempen. Ter gelegenheid van de herdenking van de geboorte van Keizer Karel is onder de naam De pottenproever een speciale editie van een Suske en Wiske strip uitgegeven, waarin deze legende wordt verteld. keIZeR kARel Karel V werd op 24 februari 1500 geboren als zoon van Filips de Schone en Johanna van Castilië (zij huwden in 1496 in Lier). Na de dood van zijn vader en het vertrek van zijn moeder naar Spanje (de dood van haar man maakte haar ‘gek’ van verdriet) werd Karel samen met zijn broer en zussen door zijn tante Margaretha van Oostenrijk in Mechelen opgevoed. Op 20-jarige leeftijd werd hij keizer gekroond en controleerde zo een enorm rijk (overeenkomstig het huidige West-Europa). In deze functie zag hij zich ook als beschermer van het christendom. Met de verovering van Amerika (1ste helft 16de eeuw) werd zijn rijk zo groot dat de zon er nooit onder ging. in 1555 deed Keizer Karel troonsafstand ten voordele van zijn zoon Filips II, na een leven van oorlogen, volksopstanden en het bestrijden van het protestantisme. Hij stierf in 1558 in Spanje.
de erfgoed krak
| bijlagen
21/06/11 12:17
BeZeM Een bezem is een grote borstel aan een steel om stof en vuil bij elkaar te vegen. Het materiaal van de bezem varieert: de oude bezems bestonden uit bijeengebonden takkenbossen – nu gebruikt men meestal wilgenteen – rond een stok (steel). Bezems staan voor schoonmaken, in letterlijke of figuurlijke zin (zie ook zegswijzen) . In het bijgeloof houdt een bezem bij de deur kwade geesten buiten. Bezems worden vaak geassocieerd met hekserij. In het verleden geloofde men doorgaans dat heksen en tovenaars op bezems door de lucht konden vliegen. nIjlen, HekSen VAn nIjlen In de 16de eeuw wilde de Kerk de vele vormen van bijgeloof bestrijden, zo ook in Lier en haar bijvang (Bevel, Kessel en Nijlen). Plaatselijke machthebbers ontpopten zich tot ware heksenvervolgers. ‘Beschuldigingen’ van de 14-jarige Anneke Faes veroorzaakten in 1589 de aanhouding van Cathelyne Van den Bulcke uit Nijlen. Na dagenlange martelingen op de pijnbank legde zij bekentenissen af en gaf uitvoerige details over haar omgang met de duivel en haar deelname aan heksensabbatten. Het nieuwe jaar bracht meteen het doodvonnis voor Cathelyne. Op 20 januari werd zij op de Lierse Grote Markt naar de brandstapel geleid. Doorslaggevende factor voor de veroordeling van Cathelyne was de slechte naam die zij sinds jaren meedroeg. Haar moeder was eerder in Poederlee als heks terechtgesteld.
12A
heksen van Nijlen Er wordt CATHELYNE VAN DEN BULCKE een aantal ongelukken verweten (een paard dat ziek werd, een huis dat afbrandde…) die steunen op het gerucht dat zij zou kunnen toveren.
12B
BeRlAAR, VeRkeeRSBoRD Bord van de gemeente Berlaar BeRlAAR, GeMeenTeWAPen De oudste gekende vermelding van Berlaar vindt men terug in 1180 met als benaming ‘Berlaer’. Deze naam is in de loop van de geschiedenis regelmatig veranderd doch bleef uiteindelijk overheersen. Andere gekende vormen zijn: Berlaer, Berlar, Ballaer, Ballaert en Balaer. De gemeente Berlaar voert sinds 1819 het wapen van de familie Berthout-Berlaar. De heren van Berlaar hadden een eigen schepenbank, waarvan voor het eerst melding wordt gemaakt in 1325. Deze gebruikte een zegel waarop een schild met drie palen voorkomt, m.a.w. de wapenfiguur van de tak van de familie Berthout die al in de 13de eeuw Berlaar bezat. Op een zegel uit 1698 wordt het schild vast gehouden door twee beren, vermoedelijk een verwijzing naar een volksetymologische verklaring van de plaatsnaam Berlaar (etymologie is het deelgebied van de taalkunde dat de herkomst van woorden bestudeert). Volgens de legende raakten de inwoners van het gehucht in de vroege Middeleeuwen het niet eens over de plaats waar de kerk moest staan. Ze lieten dan het lot beslissen. Ze volgden twee vechtende beren en op de plaats waar de ene beer de andere doodde, werd besloten de kerk te plaatsen. Vandaar de zonderlinge plaatsing van de kerk aan het uiteinde van het dorpsplein en niet in het midden, zoals gebruikelijk.
bijlagen |
110619_handleiding.indd 35
de erfgoed krak
12A
12B
5 21/06/11 12:17
9A
lIlle, SInT-SeBASTIAAnSGIlDe Deze optochtvlag (2005) bestaat uit verschillende kleuren stof, samengebracht door borduurapplicatie. Voorstelling: Sint-Sebastiaan (reproductie van het beeld in de kerk van Gierle) met links vier wapenschilden. Van boven naar onder: • rood Bourgondisch takkenkruis op witte achtergrond (= verwijzing naar de stichting in 1480). • gouden Onze-Lieve-Vrouw met kindje Jezus + wapenschild met gier (= verwijzing naar gemeente). • Twee handbogen en een pijl (= verwijzing naar Sint-Sebastiaan). • Jeruzalemkruis ( =verwijzing naar de Sint-Sebastiaansgilde). Onderaan vier gebouwen van Gierle. Van links naar rechts: de kerk, de Rooienkapel, Witte molen ‘In storm en sterk’ en het oude gemeentehuis. De teksten vervolledigen de vlag: de gildenaam (Sint-Sebastiaansgilde), de dorpsnaam (Gierle), het vermoedelijke stichtingsjaar (1480) en het jaar van in gebruik name (2005). Sint-Sebastiaan, soldaat in het Romeinse leger, was een christen uit Milaan (3de eeuw na Chr). Hij bekeerde zich in het geheim, omdat christenen toen nog door de Romeinen vervolgd werden. Omwille van zijn geloof werd hij gearresteerd en op het marsveld te Rome met pijlen doorzeefd. Volgens een ander verhaal werd hij naakt aan een boom of paal gebonden. Sint-Sebastiaan is de beschermheilige van onder andere (boog-)schuttersverengingen die vaak ook zijn naam dragen.
9B
9B
SCHIeTSCHIjF schijf als mikpunt bij schietoefeningen, ook doelwit of roos genoemd (zie ook zegswijzen).
VoRSelAAR, BARonnekeSBIeR ’t Baronneke is het dorpsbier van Vorselaar. Het donkere bier (6,5 %, 33cl) wordt gebrouwen in de kleinschalige brouwerij ’t Hofbrouwerijke. Tot nog toe werd reeds meer dan 1000 liter gebrouwen. t Baronneke is te vinden in verschillende lokale horecazaken en wordt verdeeld door de Wereldwinkel van Vorselaar. Het bier is vernoemd naar Raymond de Borrekens, de laatste baron die op het Vorselaarse kasteel woonde. De adellijke familie bezat het domein sinds 1911. Toen baron Raymond in 1998 op 98-jarige leeftijd stierf, nam een beheersgenootschap het kasteel in erfpacht over. kASTeel VAn VoRSelAAR Waarschijnlijk is het kasteel van Vorselaar in de vroege Middeleeuwen ontstaan als versterkte vesting om de bevolking tegen invallers te beschermen. De aanzet tot de gedaante van het huidige kasteel kwam er in 1356 met de bouw van de ‘meestertoren’.
9A
5 110619_handleiding.indd 36
Over de verdere uitbouw is weinig geweten. Via nalatenschap en huwelijken veranderde de site regelmatig van eigenaar en door wanbeheer raakte het goed de volgende eeuwen in verval. In de 16de eeuw liet eigenaar Jan de Proost het gebouw restaureren en beplanting er rond aanleggen. Het huidige kerkbos is nog een overblijfsel van de vroegere eikendreef. In de 18de eeuw liet de familie de Werve van Schilde het slot verder ombouwen tot een ‘huys van plaisance’ (een kasteeltje dat geen militaire functie had en ook niet als permanente woning was bedoeld). Het poort-gebouw en de ophaalbrug werden gesloopt, de binnenplaats werd aangelegd en bijgebouwen met stallen werden opgetrokken. Een derde verbouwingsgolf vond plaats in de tweede helft van de 19de eeuw (1850 – 1860). Zo kreeg het kasteel zijn huidig uitzicht met gotische stijlkenmerken als torentjes, schouwen en kantelen.
de erfgoed krak
| bijlagen
21/06/11 12:17
lIeR, kAnTRAAM Een stuk tule wordt strak op een houten raam gespannen. Het patroon wordt er met potlood op getekend. Met een haaknaald haalt men een katoendraad door de mazen van de tule en vormt men de kettingsteek. Zo tamboereert men eerst de omtrek van elk motief. De tekening kan verder worden ingevuld met garens van verschillende dikte. 9A
lIeRSe kAnT Lierse kant is geen klos- of naaldkant, maar tulekant. Met behulp van een haaknaald wordt op tule geborduurd. De opkomst van de mechanische tule in het begin van de 19de eeuw en de toepassing van de oude Oosterse techniek van het tamboereren lagen aan de basis van het ontstaan van de Lierse kant. De productie van kant voor kerkgewaden, kledingstukken en gordijnen groeide mettertijd uit tot een ware nijverheid met zelfs export naar het buitenland. Het werk gebeurde in kantateliers die ook thuiswerksters in dienst hadden. De Stedelijke Academie voor Schone Kunsten biedt nog steeds een opleiding aan en verschillende kantkringen zetten de traditie in hun ‘ateliers’ verder.
9B
lIeR, ZIMMeRToRen De Zimmertoren is genoemd naar uurwerkmaker Louis Zimmer. In 1928 schonk Zimmer een uurwerk-mechanisme dat diverse tijden en kosmische en andere periodieke verschijnselen aangeeft aan de stad Lier. Er werd besloten dit uurwerk onder te brengen in de middeleeuwse Corneliustoren (14de eeuw) die een deel was van de eerste stadsomwalling. De Zimmertoren werd ingehuldigd in 1930 t.g.v. het eeuwfeest van België. Het uurwerkmechanisme kreeg zo de naam ‘Jubelklok’.
9A
Op de zuidgevel van de toren verschijnen klokslag 12 uur de jaartallen 1830-1930, het Belgisch wapenschild, de drie eerste koningen, het Lierse wapenschild en de zes burgemeesters die Lier bestuurden sinds de onafhankelijkheid van België. Daarnaast stellen vier ‘automaten’ de vier levensfasen voor: het kind (Bertha uit de roman ‘Ernest Staas’ van Anton Bergmann), de jongeling (Anton Bergmann), de volwassene (kunstsmid Louis Van Boeckel), de oude man (Mijnheer Pirroen uit ‘AnnaMarie’ van Felix Timmermans). Op het pleintje vóór de toren werd een voorstelling van het zonnestelsel ingericht. DIGITAAl uuRWeRk Een digitale klok geeft de uren en de minuten, en soms ook de seconden, als getallen weer. De uren kunnen als de getallen van 0 t/m 23 worden getoond, of als de getallen 1 t/m 12, maar dan met de toevoeging AM (Ante Meridiem) voor vóór de middag of PM (Post meridiem) voor na de middag. De minuten en seconden worden als de getallen 0 t/m 59 weergegeven. 9B
(tgo een analoge klok: een klok met een wijzerplaat en 2 of 3 door het uurwerk aangedreven wijzers, die het uur aanwijzen.)
bijlagen |
110619_handleiding.indd 37
de erfgoed krak
5 21/06/11 12:17
3A
3B
3A
3B
3A
3B
5 110619_handleiding.indd 38
HeRenTAlS, lAkenHAl De Lakenhal is wellicht één van de belangrijkste getuigen van het rijke Herentalse verleden. Het gebouw werd opgericht in het begin van de 15de eeuw door de rijke wolwevers en lakenmakers om er hun handel in te drijven. Rond 1430 werd het pand omgedoopt tot ‘stadhuis’, maar sinds 1998 heet het officiëel Lakenhal. Een brand in 1512 vernielde het bouwwerk grotendeels. De wederopbouw was klaar in 1534. In de loop der eeuwen werden vele herstellingen en verbouwingen uitgevoerd. De Lakenhal is een sober rechthoekig gebouw met een trapgevel aan de zuidzijde, geflankeerd door twee hoektorentjes. Aan de noordzijde werd in 1534 het belfort opgericht, een achthoekige toren opgetrokken uit Oevelse baksteen. De hoogte van de toren bedraagt ongeveer 35 meter. Sinds het midden van de zestiende eeuw hangt in de belforttoren een beiaard. De huidige beiaard werd ingehuldigd in 1965. De vijftig klokken wegen samen een kleine vier ton. De beiaard wordt nog regelmatig bespeeld. Nu heeft de Lakenhal een socio-culturele functie. Er worden regelmatig tentoonstellingen en concerten georganiseerd. Bol Wol Wol bestaat uit zachte, dunne haren van de vacht van sommige dieren. Mensen gebruiken wol (meestal afkomstig van schapen) voor kleding, dekens en dergelijke.
olen, DoRPSPleIn Het dorpsplein van Olen is één van de merkwaardigste van de Kempen omdat het zijn karakteristieke vorm en uitzicht tot op heden bewaard heeft. Het plein werd in 1801 met 60 inheemse linden beplant om zo de uitheemse eik, door de Fransen na de Franse Revolutie als vrijheidsboom geplant, te vervangen. Opdat de bomen niet zouden verstikken, werd de stoomtram in 1907 buiten de dorpskern gehouden. Tijdens de 20ste eeuw hadden er enkele ingrijpende veranderingen plaats: de oude dorpsschool voor het gemeentehuis verdween in 1936 en in de jaren ’50 werden ook enkele oude herbergen afgebroken. In 1975 werd het plein heringericht met rustbanken, sierverlichting, nieuwe betegeling en aanplantingen. olen, MonuMenT PoT MeT De DRIe oRen De fontein (1978) op het dorpsplein bestaat uit drie koperen potten die werden ontworpen en vervaardigd door het personeel van de union Minière (tegenwoordig umicore). Ze symboliseren de bezoeken van Keizer Karel aan Olen zoals het verteld wordt in de ‘Legende van de Pot’.
nIjlen, kRuISkenSBeRG Recente kleurenfoto van Kruiskensberg. De Kruiskensberg is een bedevaartsoord in de gemeente Bevel. Een oude tekst verhaalt dat een erg zieke herder er omstreeks 1260 van een bron dronk en plots genezen was. Toen dit bekend raakte werd er een houten kruis opgericht en bedevaarders stroomden toe. In de 17e eeuw werden vijf putjes gegraven als symbool voor de vijf wonden van Christus. In de 19de eeuw werden deze putjes in steen gemetseld en werd er een kapel opgericht. De kasteelheer van het Rameyenhof (Gestel) schonk een groot ijzeren kruis. De grote bedevaartsdag is Goede Vrijdag wanneer gelovigen nog steeds de kruisweg komen doen. Op het domein achter de kapel is een heideven gelegen en rondom het ven bevindt zich een uitgestrekte vochtig heide, afgewisseld met droge zandruggen. Het geheel is nu een gemeentelijk wandelbos (opp. 10 ha). nIjlen, kRuISkenSBeRG – oude foto Oude zwart-wit foto van Kruiskensberg.
de erfgoed krak
| bijlagen
21/06/11 12:17
GRoBBenDonk, WATeRMolen Deze watermolen, gelegen aan de samenvloeiing van de Kleine Nete en de Aa, behoorde in de 13de eeuw toe aan de Heren van Grobbendonk. De molen bevat twee waterraderen (reeds vermeld midden 14de eeuw), één ongebruikt (dat van de voormalige olieslagerij) en één voor de nog werkende graanmolen. De olieslagerij en de graanmaalderij zijn twee afzonderlijke, herhaaldelijk aangepaste gebouwen uit de 17de eeuw. Ze staan aan weerszijden van de ingebouwde houten raderen. De molen draait nog steeds dagelijks op de kracht van water. Er wordt haver en gerst voor paarden geplet.
3B
GRAAn Granen (tarwe, rogge, gerst, haver) zijn eigenlijk zaden in de vorm van aren en werden vroeger als onkruid beschouwd. Granen behoren tot de familie van de grasachtigen en vormen wereldwijd de belangrijkste voedingsbron voor de mens. Graankorrels worden tot meel vermalen en zo in voedingsmiddelen verwerkt. Vroeger gebeurde het malen in wind- of watermolens, nu gebeurt dit in maalmachines.
3A
lIlle, louIS neeFS Louis Neefs (Gierle, 8/8/1937 - Lier, 25/12/1980) was een Vlaams zanger en een belangrijk voorvechter van het Vlaamse lied en de Vlaamse kleinkunst. Tijdens zijn studententijd waren zang en muziek slechts een hobby naast het voetbal. Neefs begeleidde zichzelf op de gitaar en trad aanvankelijk op voor familie en kennissen. Via optredens en talentenjachten kreeg hij een platencontract aangeboden. Hij vertegenwoordigde België tweemaal op het Eurovisiesongfestival, in 1967 te Wenen met Oh oh ik heb zorgen en in 1969 te Madrid met Jennifer Jennings. Beide keren eindigde hij als zevende. Het nummer Laat ons een bloem werd in 2006 verkozen tot het mooiste Nederlandstalige lied in het programma Zo is er maar één.
6A
SInGle louIS neeFS Deze single werd in 1981uitgegeven: Susa Nina is een kerstliedje (Louis Neefs verongelukte op kerstdag 1980). In m’n dorp in de Kempen bezingt Neefs zijn geboortedorp Gierle. 6B
VoRSelAAR, kARDInAAl VAn RoeY Jozef Ernest Van Roey (Vorselaar,13/1/1874 - Mechelen, 6 /8/ 1961) studeerde aan het college van Herentals, het klein- en grootseminarie van Mechelen en theologie aan de Katholieke universiteit Leuven. Na zijn wijding tot priester in 1897, doceerde hij van 1899 tot 1926 moraaltheologie en dogmatiek aan de Leuvense universiteit. In 1907 werd hij vicarisgeneraal van het bisdom. In 1926 werd hij in de Sint-Romboutskathedraal gewijd tot zeventiende aartsbisschop van Mechelen. In 1927 werd hij door paus Pius XI tot kardinaal verheven en tot metropoliet van België benoemd wat hij tot aan zijn dood zou blijven. In zijn geschriften en acitiviteiten nam de zorg voor de uitbouw van het vrij onderwijs en van de jeugdorganisaties, voor de kerkenbouw en de vorming van de clerus een belangrijke plaats in.
6A
VoRSelAAR, kARDInAAl VAn RoeY-InSTITuuT Het Kardinaal van Roey-Instituut is een school voor secundair onderwijs in Vorselaar met een vestiging in Lille. De school is genoemd naar Kardinaal Van Roey en biedt opleidingen in BSO, TSO en ASO. De school is in de Kempen een grote aantrekkingspool voor schoolgaande jeugd, mede door de goede reputatie, maar ook door het uitgebreide net van busverbindingen met de omliggende gemeenten. In de jaren 1970 was het instituut groot genoeg om bijlagen |
110619_handleiding.indd 39
de erfgoed krak
6B
5 21/06/11 12:17
de norm te halen om een eigen ‘PMS-centrum’ op te richten. Later is dit door fusie opgegaan in een groter CLB. Aan het instituut was vroeger ook een lagere, middelbare en kleuter- normaalschool verbonden, maar deze maakt sedert de hervormingen in het hoger onderwijs van 1995 deel uit van de Katholieke Hogeschool Kempen.
6A
6B
6A
6B
5 110619_handleiding.indd 40
HeRenTAlS, PoRTReT FRAIkIn Charles Auguste Fraikin (Herentals, 14/6/1817 – Schaarbeek, 22/11/1893) gaf al zeer jong blijk van artistieke aanleg. Op twaalfjarige leeftijd ging hij bij familie in Antwerpen inwonen om zo lessen aan de Academie te kunnen volgen. In 1833 trok hij naar Brussel en werd er leerling aan de Academie voor Schone Kunsten. Na zijn studies kreeg hij als beeldhouwer al gauw internationale bekendheid (onderscheidingen op tentoonstellingen in Brussel, Parijs, Londen, Wenen, Philadelphia, Melbourne en Port-Adelaide). In 1890 schonk Fraikin het grootste deel van zijn gipsen modellen aan de stad Herentals, op voorwaarde dat deze collectie eeuwig voor het publiek toegankelijk zou blijven in een museum dat zijn naam zou dragen. Het museum werd in 1893 geopend in aanwezigheid van de kunstenaar. Fraikins legaat aan Herentals bestaat uit: 94 grote werken, 143 beelden, 164 bas-reliëfs (halfverheven beeldhouwwerk) en 94 sokkels en muursokkels. HeRenTAlS, STRAATnAAMBoRD FRAIkInSTRAAT In 1893 besliste de Herentalse gemeenteraad bij eenparigheid van stemmen ‘om den naam van den beroemden kunstenaar in zijn geboorteplaats te vereeuwigen’ en een straat naar hem te noemen. Zo werd de vroegere Rechtestraat omgedoopt tot Fraikinstraat.
HeRenTHouT, PeeR SToeT De Herenthoutse carnavalstoet is gegroeid uit het theater en heeft zich gekenmerkt als een dynamische actievolle stoet van straattoneel en dansen. Dit in tegenstelling tot de eerder passieve voorbijtrekkende optochten met het accent op rijkelijk uitgedoste deelnemers en praalwagens. De eerste stoet ging uit in 1893 en tot de eerste Wereldoorlog groeide zij steeds verder uit. De groepen vonden vooral inspiratie in lokale of algemene historische feiten. Maar humor, satire en ironie waren nooit ver uit de buurt. In de 20ste eeuw, vooral na Wereldoorlog II, groeide de carnavalstoet naar absolute hoogtepunten. HeRenTHouT, PRInS CARnAVAl Prins Carnaval is een gekozen ceremoniemeester die tijdens Carnaval een belangrijke rol speelt binnen de carnavalsvereniging waarvan hij Prins is. De verkiezing van een Prins Carnaval is in Herenthout eerder toevallig ontstaan. In de krant van 28/2/1949 blokletterde Het Volk: “Prins Karnaval op luisterrijke wijze te Herenthout onthaald”. Maar, er was toen nog geen Prins. Waarschijnlijk was dit wel de aanleiding tot het ontstaan van deze inmiddels jarenlange traditie. In 1950 werd eerste Prins Carnaval, Prins Richard I, verkozen.
de erfgoed krak
| bijlagen
21/06/11 12:17
bijlage 6 l regionale duo’s noorderkempen konIjn Oorspronkelijk komt het konijn enkel voor op het Iberisch Schiereiland. Het verhaal gaat dat Spanje zijn naam te danken heeft aan het konijn. Toen de Phoeniciërs rond de 11e eeuw voor Christus het Iberisch Schiereiland bereikten, troffen ze daar veel konijnen aan. Omdat zij de dieren erg vonden lijken op de voor hen beter bekende klipdassen, gaven ze de streek de naam ‘i-saphan-im’, het land der klipdassen. Deze naam is later door de Romeinen verbasterd tot ‘Hispania’. Een andere verklaring is dat de letters SPN van Hispania, kan in het Hebreeuws gelezen kan worden als saphan, wat ze uiteindelijk vertaalden als “konijnen”. Daarom gaven de Romeinen Hispania de betekenis van “land met konijnen in overvloed”. Meerdere munten uit de tijd van de Romeinen hadden afbeeldingen van een dame met een konijn aan haar voeten.
3A
VoSSelAAR, konIjnenBeRG De Konijnenberg is hét toeristisch uithangbord van Vosselaar. Deze beschermde sikkelvormige landduin is een groene zone in het centrum van het dorp en is omgeven door woongebieden. De stuifduin van donkergele zavel ligt uitgespreid over een lengte van 700 meter en een breedte van70 tot 120 meter. De berg en zijn omgeving van 18 ha werden door “Monumenten en Landschappen” geklasseerd en behoren grotendeels toe aan de gemeente. De toegang is dan ook vrij. Wellicht is het de hoogste stuifduin van de Antwerpse Kempen. De hoogte is 36 meter boven de zeespiegel en wordt aangeduid door de hoogtepaal.
3B
BeeRSe, DokTeR PAul jAnSSen In 1953 stichtte Janssen zijn bedrijf Janssen Pharmaceutica in Beerse. Het farmabedrijf dat deel uitmaakt van Johnson & Johnson, is momenteel de derde grootste farmaceutische groep ter wereld. Het bedrijf slaagde er in om 80 nieuwe geneesmiddelen op de markt te brengen, wat een wereldrecord is. Janssen overleed in 2003. In 2005 eindigde Janssen op de tweede plaats in de Vlaamse versie van de verkiezing van De Grootste Belg.
6A
VeRZAMelInG PIllenDooSjeS Geneeskunde is al erg oud. Je kan moeilijk een precieze datum prikken op het ontstaan van de geneeskunde omdat het erg afhankelijk is van de interpretatie. Al in de oertijd experimenteerde men met planten. De eerste geschreven bronnen dateren uit de vierde eeuw voor Christus. De scheikundige geneeskunde (o.a. medicatie) is pas vanaf de 19de eeuw op gang gekomen. 6B
VoSSelAAR, onZe-lIeVe-VRouWkeRk Het driehoekig Frankisch dorpsplein wordt in het westen beheerst door de neogotische Onze-Lieve-Vrouwkerk. Deze kerk werd in 1886 gebouwd naar een ontwerp van P-J Taymans. De oude kerktoren bleef behouden en dateert van 1430. Hij herbergt het gerestaureerde Verbeuckenorgel uit 1737. De kerk en het orgel zijn in 1975 erkend als beschermd monument. 12B
VoSSelAAR, BeelD onZe-lIeVe-VRouW Wanneer Vosselaar ontstaan is, is helaas niet meer te achterhalen. Zeker is wel dat rond 1220 dit Kempense dorp grondig wakker werd geschud toen volgens de legende het miraculeuze Mariabeeld gevonden werd. De bestaande kapel werd omgebouwd tot de OnzeLieve-Vrouwekerk waarvan de huidige toren dateert uit 1430. Eeuwenlang trok de Mariaverering duizenden bedevaarders van de omtrek aan. De verering is in de tweede helft van de 20ste eeuw sterk teruggelopen. bijlagen |
110619_handleiding.indd 41
de erfgoed krak
12A
6 21/06/11 12:17
9A
TuRnHouT, SPeelkAART De precieze herkomst van de speelkaart is lang een raadsel geweest. De speelkaart duikt het eerst op in Europa in 1377. Vermoedelijk zijn speelkaarten echter al heel wat ouder. Voorlopers van de ons bekende speelkaarten zouden uit China afkomstig zijn, waar ook papier was uitgevonden. Toen was er nog geen sprake van de symbolen die we nu zien op speelkaarten (schoppen, ruiten, harten en klaver). De symbolen die toen op de kaarten prijkten, waren munten of bamboestokken. In Turnhout was het nog even wachten op de speelkaart: de eerste werden in 1826 gedrukt door Pieter Jozef Brepols. TuRnHouT, nATIonAAl MuSeuM VAn De SPeelkAART Het museum beschikt over de belangrijkste verzameling speelkaarten uit Turnhout en de historische Nederlanden. De klemtoon ligt op de industriële periode (= de 18de eeuw tot nu). Dit is de periode waarin de Turnhoutse kaartenmakers furore maakten. Het museum stelt voorwerpen uit de hele wereld tentoon.
9B
3A
Naast speelkaarten, ontwerpen en bedrijfsarchieven beheert het museum ook een collectie grafiek, foto’s en aanvullende documentatie. De gespecialiseerde bibliotheek omvat om en bij de 5000 werken over de geschiedenis, het gebruik en de fabricatie van speelkaarten. Bovendien heeft het museum authentieke drukpersen, afwerkingmachines en gereedschappen. Dit machinepark illustreert de gehele productielijn. Omdat de speelkaart een grafisch product is, krijgen de verschillende druktechnieken ook de nodige aandacht.
ouD-TuRnHouT, BeZoekeRSCenTRuM lAnDSCHAP De lIeReMAn Dit ruim 435 ha grote gebied is één van de oudste beschermde natuurgebieden in België. De Liereman heeft nog zeldzame Kempense landschapselementen. Het is een mozaïek van natte en droge heide, duinen, veengebied, weilanden, bossen en gagelstruwelen. Er komen ook een heleboel zeldzame dieren en planten voor. In het bezoekerscentrum vind je een permanente tentoonstelling over het unieke landschap, de bodem, de archeologie en de geschiedenis van het gebied. ouD-TuRnHouT, keMPISCHe STAl (lIeReMAn) Naast het beheer van de natuur is er in het Landschap De Liereman ook veel aandacht voor het herstel van het traditionele landschap. Daarom werd door Natuurpunt een originele Kempense stal uit Kasterlee naar hier verplaatst. Deze stal is een driebeukige schuur zoals die eeuwenlang in onze streken werd gebouwd. Hij heeft een stevige eikenhouten structuur en de muren zijn gemaakt van gevlochten takken die, net als vroeger, ingestreken werden met een mengsel van klei, kalk, stro en …urine van koeien. Het dak bestaat uit riet en lisdodde.
3B
12A
TuRnHouT, PoSTkAART ‘STAD DeR MuGGenBluSSeRS’ Midden 18de eeuw rukte de brandweer van Turnhout uit naar de Sint-Pieterstoren. Deze zou in lichterlaaie staan. En inderdaad: vanop de grond leek er rook uit de galmgaten te komen. De brandweerlui klommen zo snel ze konden naar boven om het vuur te doven. Er was echter geen brand te bespeuren. De ‘rook’ die ze hadden gezien, was niet meer dan een zwerm muggen. Vandaar dat de Turnhoutenaar tot op vandaag de bijnaam ‘muggenblusser’ draagt. MuG Afbeelding van een mug
12B
6 110619_handleiding.indd 42
de erfgoed krak
| bijlagen
21/06/11 12:17
TuRnHouT, kloMPen VAn kleIn PeeRke Klein Peerke (of Petrus van Gorp) werd geboren op 5 juni 1809 in Ravels. Hij werd een boom van een kerel met een lengte van 2,18 meter een schouderbreedte van 65,5 cm. Zijn handen waren 22 cm lang en 16 cm breed. Hij woog 176 kg. Jarenlang trad Peerke op in de belangrijkste Europese hoofdsteden. Toen hij 33 jaar oud was, stierf hij in Turnhout. Er blijven nog drie aandenken aan Peerke over: een paar klompen, een tekening van zijn rechterhand en –voet en een afgietsel van zijn hand. Je kan deze nog steeds komen bewonderen in het Taxandriamuseum van TRAM 41.
6A
PeeR Wist je dat er ongeveer 40 peersoorten zijn? Misschien ken je ook het zegswijze “Met de gebakken peren blijven zitten”. Dit zeg je wel eens als je zit met de negatieve gevolgen van een eerdere gebeurtenis. Volgens Van Dale is de oorsprong van de zegswijze te vinden in de periode dat gebakken peren golden als lekkernij. Je zat met de gebakken peren wanneer je deze heerlijke delicatesse had klaargemaakt maar je gasten niet kwamen opdagen. 6B
lICHTAART, VleGelDoRSeRS VAn De lICHTAARTSe kloPPeRS De “Lichtaartse Kloppers” is de naam van een folklore- en ambachtengroep uit het Kempense dorp Lichtaart (deelgemeente van Kasterlee). De groep bestaat hoofdzakelijk uit vlegeldorsers. Verder specialiseerden zich enkele clubleden in oude motoren en landbouwmachines. De vrouwelijke leden van de vereniging bekwaamden zich in het strovlechten. lICHTAART, koRenSCHooFBInDen Het graan werd vroeger met de zeis gemaaid. Bij de graanoogst werden de afgesneden halmen van de tarwe, rogge of haver samengebonden tot bossen, die zo tegen elkaar gezet werden dat het geheel vanzelf overeind bleef staan. Dat waren de korenschoven, ook wel korengarf of garve genoemd. De aren wezen omhoog zodat het graan beter kon drogen. Na weken drogen op het veld brachten de boeren de schoven met paard en wagen naar de boerderij. Daar sloegen ze het op om het daarna in kleinere delen te dorsen. Tijdens het dorsen met de dorsvlegel (een houten knuppel aan een het uiteinde van een lange stok) worden de korrels uit de aren losgeklopt en blijven de graankorrels met het kaf (het omhulsel van de korrels), na het verwijderen van het stro, over. De korrels en het kaf worden daarna in een platte mand (een wan) omhoog gegooid, zodat de wind het kaf wegblaast en de graankorrels terugvallen in de mand. Dit romantische beeld is al lang verleden tijd. In het begin van de 20e eeuw kwamen uit de uSA de eerste maaimachines aan, die zelf de halmen konden binden. De vorm van de klassieke schoof was daarbij niet handig en verdween langzaamaan van de akkers.
9A
9B
TuRnHouT, HeT kASTeel VAn De HeRToGen VAn BRABAnT Het kasteel van de hertogen van Brabant is een unieke waterburcht in het midden van Turnhout. Deze burcht herbergt een rijke geschiedenis die teruggaat tot in de 12de eeuw. Het was de trekpleister voor de Brabantse hertogen om in het Grotenhoutenbos te gaan jagen. In 1796 degradeerde de Franse bezetter het kasteel tot gevangenis en rechtbank. Daarna raakte het gebouw zo in verval, dat men het vanaf toen als stadsmagazijn gebruikte. In de 20ste eeuw braken er andere tijden aan. De provincie kocht na de Eerste Wereldoorlog het gebouw over van de gemeente en restaureerde het grondig. Dit leidde er toe dat het kasteel van de hertogen van Brabant vandaag de dag het gerechtshof van Turnhout huisvest.
2A
TuRnHouT, WAPenSCHIlD BoVen De InGAnG VAn HeT kASTeel Boven de toegangspoort prijkt het wapen van Maria van Zimmeren, dochter van Amalia van Solms. Zij was eigenares van het kasteel van 1676 tot 1688. 2B
bijlagen |
110619_handleiding.indd 43
de erfgoed krak
6 21/06/11 12:17
3A
3B
6A
6B
9A
TuRnHouT, PoSTkAART VAn De VRoeGeRe DRukkeRIj BRePolS Doordat Corbeels in 1798 ging strijden tegen de Fransen kwam de zorg voor de drukkerij op de schouders van zijn leerjongen, P.J. Brepols, terecht. Corbeels werd gevangen genomen en gefusilleerd op 21 juni 1799. De weduwe van Corbeels hield de zaak nog slechts een korte tijd, vanaf 1800 nam Brepols geleidelijk aan het huis en de inboedel over. Brepols wist zicht te bewijzen als een succesvol zakenman. In de hoogdagen van de drukkerij werkten er bijna 2000 mensen. In de 19de eeuw exporteerde het bedrijf naar meer dan 100 landen wereldwijd. In 1974 verhuist Brepols naar de nieuwe vestiging op de Steenweg op Tielen. Sindsdien is het gebouw in het stadscentrum langzaam in verval geraakt. TuRnHouT, ouDe DRukPeRS De pers op de afbeelding is een cilinderpers voor hoogdruk. De constructeur is Schildknecht (Brussel ca. 1870). Bij de oude drukpersen wordt het papier horizontaal op de drukvorm gelegd en er daarna tegen gedrukt (vlak-tegen-vlak, met een degelpers). Dit vraagt verschillende bewerkingen voor de inkt op het papier terechtkomt en de druk klaar is. Bij een cilinderpers wordt het papier door de cilinder meegenomen, tegen de geïnkte drukvorm geduwd en daarna achteraan afgevoerd (vlak-tegen-rond). Dit gebeurt in één continue beweging en gaat sneller dan bij de vroegere drukpersen. Een belangrijke verbetering! (uitgevonden door G. Koenig & A.F. Bauer, 1812, via hun zogenaamde snelpers). België was tijdens de tweede helft van de 19de eeuw een belangrijke leverancier van machines voor drukkerijen. Vooral Brussel was beroemd om zijn drukpersenbouwers die machines van superieure kwaliteit maakten. Het Museum van de Speelkaart bewaart een unieke verzameling 19de-eeuwse drukpersen.
VoSSelAAR, PoRTReTFoTo VAn PASTooR ReMI lenS Geboren in Arendonk, werd Remi Lens, na zijn priesterwijding, eerst leraar in Hoogstraten, en dan van 1938 tot 1959 onderpastoor te Vosselaar. Hier werd bij bekend door zijn “Kerstspel”. Maar hij was een veelzijdig kunstenaar. Hij tekende, schilderde, boetseerde, filmde en was ontwerper van stoeten (meer dan 65), vlaggen en monumenten. Enkele van zijn werken kan je in Vosselaar nog bewonderen, zoals de zes pareltjes van fresco’s in de kapel van het Mariapark, en zijn aangrijpende “Kruisweg” in de voormalige St.-Jozefkerk. VoSSelAAR, onZe-lIeVe-VRouWkeRk Het driehoekig Frankisch dorpsplein wordt in het westen beheerst door de neogotische Onze-Lieve-Vrouwkerk. Deze kerk werd in 1886 gebouwd naar een ontwerp van P.-J. Taeymans. De oude kerktoren bleef behouden en dateert van 1430. Hij herbergt het gerestaureerde Verbeuckenorgel uit 1737. De kerk en het orgel zijn in 1975 erkend als beschermd monument.
ouD-TuRnHouT, een In De TWeeDe WeRelDooRloG neeRGeSToRT DuITS VlIeGTuIG Over het neergestorte Duitse vliegtuig is heel weinig bekend. Naar verluid zou het toestel op grondgebied van Ravels neergekomen zijn. Het gebrek aan informatie en/of getuigenissen is niet zo vreemd: de Duitse bezetter sloot het gebied rond de crashplaats doorgaans vliegensvlug af, zodat het vliegtuig, boorddocumenten, lading en bemanning veilig waren voor nieuwsgierige pottenkijkers of voor het verzet. ouD-TuRnHouT, GeDenkMonuMenT VooR De BeMAnnInG VAn een neeRGeSToRT GeAllIeeRD VlIeGTuIG Het afgebeelde monument herdenkt het Britse Lancastertoestel dat op deze plaats in OudTurnhout is neergestort op 22 juni 1944. Van de zeven bemanningsleden overleefden er drie de crash niet.
9B
6 110619_handleiding.indd 44
de erfgoed krak
| bijlagen
21/06/11 12:17
© VVV Toerisme Kasterlee vzw naar een ontwerp van Mich Van Eysendeyk
kASTeRlee, kABouTeR Voor zover we kunnen nagaan wortelen verhalen over aarddemonen, waartoe ook kabouters behoren, in een oeroud verleden. Harry de Kok, voormalig archivaris van het Stadsarchief van Turnhout, schrijft hierover in ‘Groei van een Stad’ (uitgave Culturele Raad Turnhout, 1983, p. 570): “Er dient aangestipt dat verhalen over ‘kleine wezentjes’ vooral opgetekend werden in die streken waar heel wat archeologische vindplaatsen gesitueerd zijn. Vermoedelijk hebben de silexen, de scherven, botten en knoken de fantasie van de creatieve elementen uit de bevolking dermate geprikkeld dat ze via volksverhalen een verklaring probeerden te geven van de ‘eigenaardigheden’ die in de duid- of zandheuvels opgegraven werden.” Over het algemeen zijn kabouters goedaardige wezentjes die de mensen helpen bij huishoudelijke taken. In enkele gevallen echter zijn de kabouters kwaadaardig en ontpoppen ze zich tot echte plaaggeesten.
3B
kASTeRlee, kInDeRen oP kABouTeRBeRG De Kabouterberg is onderdeel van de Kempense Heuvelrug, die ligt tussen Herentals en Retie. Deze ophoging in het landschap is een overblijfsel van landduinen, die ontstonden toen de zee zich terugtrok. Nu is Kabouterberg een uniek project voor kinderen van 3 tot 7 jaar. Het is een bosrijke plek met zand en duinenruggen waar kinderen naar hartenlust kunnen klimmen, kruipen en in het zand spelen.
3A
© Foto: Eric De Mildt
lICHTAART, PoRTReTFoTo VAn BoBBejAAn SCHoePen Modest Hyppoliet Joanna Schoepen (Boom, 16 mei 1925 - Turnhout, 17 mei 2010), beter bekend onder zijn artiestennaam Bobbejaan Schoepen, was een Vlaamse zanger en gitarist. uit zijn repertorium van zeshonderd nummers gingen vijf miljoen platen over de toonbank. Zijn bekendste hit was ‘de lichtjes van de Schelde’. Hij was een voormalig acteur en kunstfluiter, én oprichter en voormalig directeur van het amusementspark Bobbejaanland. Hij richtte het park op in 1961 en wijdde er zijn verdere leven aan, waardoor zijn muzikale carrière wat op de achtergrond raakte.
6A
© Foto: Eric De Mildt
lICHTAART, ATTRACTIe ‘SleDGe HAMMeR’ In BoBBejAAnlAnD Deze attractie is relatief nieuw in Bobbejaanland. In de winter van 2003 investeerde het park bijna 12 miljoen euro in enkele nieuwe attracties, waaronder de Typhoon, de Sledgehammer en de Junior Coaster (waarvan de naam later veranderde in Oki Doki). De Sledge Hammer is voor de echte durvers. Alles aan deze attractie van de bekende Duitse bouwer Huss is gigantisch. De sloophamer slingert je maar liefst 42 meter de hoogte in, waar je in een hoek van 120° een moment van gewichtloosheid beleeft. De ronde gondel, die aan een snelheid van 90 km/u door de lucht klieft, draait tijdens het schommelen. Je zit in een stoeltje waarbij je benen loshangen, aan de buitenkant de enorme gondel van bijna 14 meter doorsnee, samen met 49 ander passagiers.
6B
BeeRSe, STeenBAkkeRS In oVen Alle steenbakkerijen in Beerse hadden tot 1960 ringovens. Zo’n oven bestond uit twee evenwijdig lopende gangen met een tongewelf die vooraan en achteraan door een half cirkelvormige gang met elkaar verbonden waren, zodat met een gesloten kring kreeg. Terwijl op de ene plaats gestookt werd, konden de steenbakkers aan de andere kant van de oven de afgekoelde bakstenen uit de oven halen en er nieuwe, droge steen inzetten. Op die manier kon het vuur telkens opschuiven. Een volledige rondgang van het vuur duurde 14 dagen. Er waren dan een half miljoen stenen gebakken.
9A
BeeRSe, STeenkReuGel De typische kruiwagen waarmee de steenbakkers de stenen vervoerden, heet een steenkreugel. Op een volle steenkreugel stonden een honderdtal stenen. 9B
bijlagen |
110619_handleiding.indd 45
de erfgoed krak
6 21/06/11 12:17
SPReuk oVeR PoMPoenen Hoewel redelijk recent heeft de pompoenrage historische wortels. Pastoor Z.H. Johannes de Vos, die tijdens de tweede helft van de 16 de eeuw pastoor was in Kasterlee verwees er naar in een van zijn artikelen van het oud Kastelsch geloof “De mannen van Kastel eten Pompoenpap, d’anderen vreten bonen.” Tot op de dag van vandaag worden Kastelaren nog spottend ‘de Pompoenpapeters’ genoemd.
kasterlee eet pompoenen, d ’anderen vreten bonen 12A
kASTeRlee, kAR Vol PoMPoenen Vandaag staat Kasterlee bekend als pompoendorp. Toch is deze vermaardheid – in tegenstelling tot wat je zou vermoeden – nog niet zo oud. Ruim 20 jaar geleden is de pompoenrage begonnen met één evenement namelijk de Pompoendag op de laatste zondag van de maand oktober. Ondertussen is ‘oktober pompoenmaand’ uitgegroeid tot een groots volksgebeuren met vele evenementen en activiteiten en heeft dit geleid tot een bijzonder culinair aanbod in de Kastelse horecazaken. 12B
6 110619_handleiding.indd 46
de erfgoed krak
| bijlagen
21/06/11 12:17
bijlage 7 l voorbeelden van ambachten Klompenmaker Voor het produceren van een klomp wordt een blok zachthout (wilgen- of populierenhout) in enkele fasen bewerkt. Stap 1: de buitenkant van de klomp hakken en schaven tot de ruwe vorm te zien is. Stap 2: de holte voor de voet boren. Stap 3: na enige droogtijd, de buitenkant afwerken. Stap 4: de binnenkant afwerken. Stap 5: de klomp eventueel beschilderen. Het met de hand vormgeven van een klomp kost de ervaren vakman ongeveer een half uur per klomp. Met behulp van twee eenvoudige machines is die tijd terug te brengen tot ca. vijf minuten.
mandenvlechter Een mandenvlechter is een handwerkman die manden en ander vlechtwerk vervaardigt uit allerlei natuurlijke materialen zoals wilg, rotan,stro, rietstengels enz. De scheuten waarmee hij vlecht, noemt men ‘wissen’. Droge wissen worden slechts buigzaam nadat ze in water geweekt hebben. Brute wissen dienen al naargelang de dikte, de soort en de temperatuur één tot drie weken in het water te liggen. Aan dit water wordt niets toegevoegd. Ze zijn dan enkele dagen tot weken verwerkbaar. Geschilde wissen hebben genoeg aan een paar uur water. Een vlechter heeft een heel assortiment wissen in verschillende lengtes, diktes en soorten nodig. Voor hij begint te vlechten, moet hij het juiste materiaal uitzoeken, passend naar lengte , dikte en soort.
schoorsteenveger Een schoorsteenveger is iemand die schoorstenen schoonmaakt. Dit is regelmatig nodig om schoorsteenbranden te voorkomen. Ook vandaag bestaan er nog schoorsteenvegers. Zij kunnen doorgaans ook verwarmingsinstallaties, kachels en open haarden controleren.
smid De smederij of smidse is de voor het smeden speciaal ingerichte werkplaats van de smid. Met behulp van een vuur, aangeblazen door een blaasbalg, werd ijzer of ander metaal eerst flink verwarmd totdat het vervormbaar was. Dan sloeg de smid het op een aambeeld in de gewenste vorm. Ook lassen, splijten, wellen, doorboren of in een vorm gieten, behoorde tot het takenpakket van een smid. Dit geheel van handelingen met heet metaal noemt men het smeden van het metaal. Meestal moest de smid het werkstuk herhaaldelijk opnieuw verwarmen om het vervormbaar/smeedbaar te houden en om de spanningen in het materiaal, ontstaan door het bewerken met de smidshamer, op te heffen. Nadat het voorwerp tenslotte de gewenste vorm had, werd het afgekoeld in koud water. Om het mooi af te werken, kon de smid het voorwerp verfraaien door het te graveren, te polijsten of door het te versieren met ingelegde materialen of metalen. BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 47
de erfgoed krak
7 21/06/11 12:17
touwslager Een touwslager, lijndraaier, baander of zeeldraaier is een ambachtsman die garens, vroeger meestal van hennep, tot touw verwerkt. Sinds het einde van de 19de eeuw is het beroep vrijwel uitgestorven. Een touw maken is moeilijker dan je zou denken. Het werktuig dat nodig was om touw te maken, heet ‘een lijnbaan’. De lijnbaan draaide garens in elkaar tot strengen. Hoe langer de lijnbaan, hoe langer het touw. Zo kon een lijnbaan wel 300 meter lang zijn. De lijnbaan draaide met behulp van haken eerst de garens tot strengen. Daarna maakte het van de strengen een touw. Wanneer de haken ronddraaien, zegt men ook wel dat de haken slagen aanbrengen in de groepjes garen. Vandaar de naam touwslager.
7 110619_handleiding.indd 48
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:17
bijlage 8 l voorbeelden van bijgeloof kat De kat is een nachtdier. Een zwarte kat die in het donker op jacht ging, sprak tot de verbeelding van onze voorouders. Vroeger geloofde men dat de kat een symbool was van het kwaad. Een heks kon zich in een zwarte kat veranderen. In de ogen van de kat kon je de blik van de duivel herkennen. Toch is de kat niet overal symbool van ongeluk: in Engeland bijvoorbeeld brengt een zwarte kat juist geluk. Ook vandaag stellen we katten nog vaak in een negatief daglicht: denk maar aan de kwaadaardige kat Asraël van de tovenaar Gargamel in ‘de Smurfen’.
getal 13 Veel mensen geloven dat het getal 13 ongeluk brengt. Sommige hotels hebben bijvoorbeeld geen dertiende verdieping. Hiervoor zijn in het algemeen drie mogelijke verklaringen: 1) Aan het laatste avondmaal zaten 13 personen (Jezus + 12 apostelen). Eén ervan – je zou kunnen zeggen ‘nummer 13’ – was Judas, de verrader van Jezus. 2) Het getal 13 past niet in het twaalfdelige stelsel. Wij gebruiken het decimale (of tiendelige) stelsel: om getallen samen te stellen gebruiken we de cijfers 0 tot en met 9. Het twaalfdelige stelsel is vermoedelijk ouder maar er zijn nog aanwijzingen van dit stelsel in het dagelijkse leven (een jaar heeft 12 maanden, een dag heeft 12 uur). 3) De Romeinen zagen in het getal 13 een symbool van dood, verwoesting en ongeluk. Toch hoeft het getal 13 niet altijd ongeluk te brengen. Vandaag reiken loterijen de grootste winsten uit op vrijdag de dertiende.
hoef ijzer Het hoefijzer biedt bescherming en brengt geluk! Wanneer je een hoefijzer boven de deur hangt met de opening naar boven wordt het geluk opgevangen en verdubbelt het jouw geluk. Wanneer je een hoefijzer vindt, moet je het over je linkerschouder weggooien voor geluk.
spiegels Wanneer je een spiegel breekt, heb je zeven jaar ongeluk! In het Romeinse Rijk geloofde men dat je in de spiegel de weerspiegeling van de ziel zag. Een gebroken spiegel tastte de ziel aan. Volgens het Amerikaanse bijgeloof kon een ongehuwde vrouw haar toekomstige echtgenoot in de spiegel zien.
Ladder Onder een ladder lopen brengt ongeluk! Een ladder die ergens tegenaan leunt, vormt een natuurlijke driehoek met de muur en de grond. De driehoek is het symbool van de heilige drie-eenheid. Wie onder de ladder door loopt, verbreekt deze eenheid. Onze voorouders vonden onder een ladder lopen dan ook een uitermate oneerbiedige daad. Wie het wel deed, vereerde de duivel. Later zei men dat je onder een ladder door de dood getroffen kon worden. Een vrouw die onder een ladder loopt, zal binnen het jaar geen echtgenoot vinden.
Zout Als je zout morst, moet je onmiddellijk een klein deeltje van het zout driemaal over je linkerschouder gooien, recht in de ogen van de slechte geesten. Links is immers de kant waar de duivel mee gluurt. Denk erom dat je het zout niet gooit in de richting van iemand die je dierbaar is, want dan zal jouw narigheid naar deze onschuldige worden overgeheveld. BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 49
de erfgoed krak
8 21/06/11 12:17
handelingen, voortekens en gebeurtenissen We zouden tientallen voorbeelden kunnen geven van dieren, voorwerpen, gebeurtenissen, verschijnselen, handelingen en voortekens die verbonden zijn met bijgeloof. Uit deze vele vormen van bijgeloof kozen we er vijf ter illustratie. Meer voorbeelden kan je lezen op http://mens-en-samenleving.infonu. nl/sociaal-cultureel/11396-voortekens-voorspellen-tekenen-van-geluk-en-ongeluk.html • • • • •
8 110619_handleiding.indd 50
Niezen aan tafel: binnenkort sterft er iemand in de familie. Een lieveheersbeestje zien brengt geluk, een lieveheersbeestjes doden brengt ongeluk. Heb je jeuk aan je neus, dan krijg je binnenkort een geschenk. Regen bij een begrafenis brengt geluk. Het plotseling kietelen van de palm van je linkerhand is een voorbode van geld.
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:17
bijlage 9 l landschapsfiffiiche mijn naam is .............................................................................................................................................................................................. mijn landschap kan je vinden in de gemeente het is een...
o o o o o o o o
.........................................................................
(je kan meerdere vakjes aankruisen)
Zicht van een dorp of stad Zicht van een industriegebied Zicht van weiland(en) of akker(s) Zicht in of van een bos Zicht van een waterpartij (bijvoorbeeld vijver) Zicht op een waterloop (beek, rivier of kanaal) Zicht van een heidelandschap (eventueel met zandpartijen) Nog iets anders, namelijk: ..................................................................................................................
hoe ziet je landschap er uit? (Zet een kruisje bij het juiste antwoord)
o o o
Het landschap is vlak Het landschap is golvend Het landschap is voor het grootste deel vlak maar hier en daar zijn er verhoogde delen (bv. een dijk door mensen aangelegd).
Hieronder zie je afbeeldingen van verschillende soorten landschappen (bron: Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete).
a
Kruis aan welk van deze landschappen het meest op dat van jou lijkt. Je mag meerdere landschappen aankruisen.
b
Teken daarna met een stift op de afbeeldingen een cirkeltje rond alle dingen die je herkent in je eigen landschap (het zou kunnen dat je in sommige afbeeldingen niks uit je eigen landschap herkent).
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 51
de erfgoed krak
9 21/06/11 12:17
denk je dat het landschap door mensen gemaakt is of vanzelf zo gegroeid is?? en waarom denk je dat?? ....................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................
9 110619_handleiding.indd 52
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:17
bijlage 10 l schoolreglement een latijns schoolreglement uit de 17de eeuw te retie (uit: Sneyers, Edward, Een latijns Schoolreglement uit de 17de eeuw te Retie, bewaard in Stadsarchief Turnhout, TRAM 41)
Vroeger was het erg belangrijk dat de leerlingen een ‘godsdienstige opleiding’ kregen. Daarom staat er aan het begin van dit reglement: “De kinderen zullen opgevoed worden in de vreze Gods, in godsvrucht en in goede zeden”. Naar school gaan in de 17de eeuw ging er heel anders aan toe dan nu. Opvallend is dat de regels vooral verband houden met het godsdienstig en zedig gedrag van de leerlingen. Onderwerpen als de leerstof en de onderwijsmethode komen niet aan bod. Hieronder lees je enkele regels zoals verwoord in het bijna vierhonderd jaar oude reglement: 1)
Aan hen die losbandig en uitgelaten zijn in de kerk, op het kerkhof of op de straat, wordt een nota gegeven, en hij die deze nota na drie dagen niet doorgegeven heeft, wordt getuchtigd, dit is geslagen.
2)
Elke dag, na het middagmaal, worden de lofzeggingen ter ere van de Heilige Maria (…) gezegd, waarbij alle kinderen dienen aanwezig te zijn.
3)
De oudsten worden minstens viermaal per jaar te biechten en te Communie geleid.
4)
Wulpse liefdeboeken of boeken tegen de goede zeden zijn niet toegelaten.
5)
’s Zaterdags, na de middag, zal de meester catechismusles houden en ’s Zondags komen de leerlingen met hun meester in de catechismusles die tijdens de vroegmis plaats heeft.
6)
Daags voor de Zon- en de feestdagen worden de kinderen, die er geschikt voor zijn, in de zang onderwezen.
7)
Tijdens de hoogmis en de vespers zal de meester de zang leiden en derhalve zal hij, naar luid de provinciale statuten, de goddelijke diensten in koorkleed bijwonen.
8)
De kinderen moeten van Halmaart tot Bamis viermaal per dag de school bijwonen, namelijk ’s voormiddags van 6 tot 8u en van 9 tot 11u, ’s namiddags van 13 tot 15u en van 16 tot 18u.
9)
De meester heeft recht op veertien dagen verlof per jaar.
10) De kinderen moeten de lessen regelmatig bijwonen. Met het oog daarop houdt de meester een aanwezigheidslijst, die vóór het begin van elke les moet voorgelezen worden. Zij die zonder wettige reden afwezig zijn, worden getuchtigd. 11) De kinderen die de latijnse taal leren, zijn verplicht onder elkander latijn, of ten minste op zijn latijns te spreken, en verder minstens driemaal in de week een latijns werk voor te leggen. 12) Die in zijn moedertaal praat, wordt met een ‘nota’ bedacht, dat hij op straf van kastijding moet doorgeven.
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 53
de erfgoed krak
10 21/06/11 12:17
Verklarende woordenlijst: • Lofzeggingen: In de religieuze betekenis van het woord, is dit een gebed waarin je eer betoont aan een godheid. • Catechismus: De catechismus is een boek dat gebruikt werd in het godsdienstonderwijs (ook catechese genoemd). Het boek legt in begrijpelijke woorden uit wat de regels en de leringen zijn van een bepaalde godsdienst. Vaak was een catechismus opgesteld in de vorm van vraag en antwoord, zodat er een dialoog kon ontstaan tussen de leerlingen en de lesgever. • Hoogmis: De hoogmis is de belangrijkste en meestal plechtig gezongen mis op zon- en feestdagen. • Vespers: Een ander woord voor Vespers is avondgebed (‘vespera’ betekent ‘avond’ in het Latijn). De vespers worden gebeden tussen 17 en 18u. De basis van de vespers is de dankzegging voor wat God die dag gegeven heeft en voor wat men in zijn naam heeft mogen doen. • Halfmaart: Betekent gewoon ‘half maart’. • Bamis: Bamis of ‘Baafmis’ is de feestdag van Sint-Bavo op 1 oktober. Omdat Sint Bavo patroon is van de goede oogst, werd speciaal daarvoor gebeden.
10 110619_handleiding.indd 54
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:17
bijlage 11 l sjabloon stamboom overgrootvader overgrootmoeder
mijn opa
overgrootvader overgrootmoeder
mijn oma
overgrootvader overgrootmoeder
mijn opa
overgrootvader overgrootmoeder
mijn oma
mijn moeder
mijn vader
ik ben
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 55
de erfgoed krak
11 21/06/11 12:17
bijlage 12 l contactgegevens verenigingen Deze opsomming is niet limitatief. Naast heemkundige kringen zijn er in de regio bijvoorbeeld ook heel wat gilden, vriendenverenigingen, kerkfabrieken, fanfares, volksdansgroepen, enz. actief. De lijst zou te lang worden als we deze adressen ook allemaal opnemen in deze bijlage. Je kan ze altijd op vraag bekomen bij de medewerkers van de erfgoedcellen (adresgegevens in colofon).
Musea en bezoekerscentra
Abarth Works Museum, Lier Industriestraat 1 | 2500 Lier | 03 449 00 16 | www.abarth-gmr.be Archeologisch museum, Grobbendonk Cultuurdienst | Boudewijnstraat 4 | 2280 Grobbendonk | 014 51 02 44 | Daniëlle Horemans Art Center Hugo Voeten, Herentals Vennen 23 I 2200 Herentals |
[email protected] | http://artcentre.hugovoeten.org/ Baarle’s Museum (het kathedrale kaarsenmuseum) Kerkplein 2 | 2387 Baarle-Hertog/Nassau | 014 69 96 62 | www.baarlesmuseum.be Begijnhofmuseum, Herentals Begijnhof 14 | 2200 Herentals | 014 21 90 88 | www.herentals.be |
[email protected] Bezoekerscentrum De Klapekster Kolonie 41 | 2323 Wortel | 03 383 02 08 | www.natuurpunt.be Bezoekerscentrum Landschap De Liereman Schuurhovenberg 43 | 2360 Oud-Turnhout | 014 42 99 66 | www.natuurpunt.be Diamantmuseum, Grobbendonk vzw Toerisme Grobbendonk | Kabienstraat 2a | 2280 Grobbendonk | 014 51 39 64 Fraikinmuseum, Herentals www.fraikin-genootschap.be Gevangenismuseum Landloperskapel | 2330 Merksplas | 014 63 36 24 | www.gevangenismuseum.be Heemkundig Museum Rijkevorsel Molenstraat 5 | 2310 Rijkevorsel | 03 314 61 36 | http://blog.seniorennet.be/heemkundigekringrijkevorsel Heemkundig Museum Tempelhof Bisschopslaan 1 | 2340 Beerse | www.devlierbes.be Heemmuseum Arendonk (sigarenmuseum) Molenwiel 37 | 2370 Arendonk | 014 67 86 86 | www.arendonk.be/bezoeken/erfgoed/heemmuseum Het Huis van Oscar, Lier Vredebergstraat 6 | 2500 Lier | 03 488 71 22 | www.huisvanoscar.be |
[email protected]
12 110619_handleiding.indd 56
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:17
Historische Drukkerij Turnhout Steenweg op Mol 84 | 2300 Turnhout | 014 42 00 34 | www.historischedrukkerij.be Houtambachtenmuseum De Wimpe, Herenthout Schransstraat 28 | 2270 Herenthout |
[email protected] | www.vzwdewimpe.be Jan Spannenburgmuseum Kolonie 41 | 2323 Wortel | 03 383 02 08 | http://toerisme.hoogstraten.be/Jan-Spannenburgmuseum.html Meduceum Kasteelplein 20 | ingang C van het Sint-Victorinstituut | 2300 Turnhout Museum Jan Vaerten Peerdekensstraat 8 | 2340 Beerse | 014 61 75 02 | www.museumjanvaerten.be Natuurpuntmuseum Graatakker 11 | 2300 Turnhout | 014 47 29 55 | natuurpunt.be Poppen- en poppenhuizenmuseum De Kleine Wereld, Lier Werf 3 | 2500 Lier | 03 293 07 57 | www.museumdekleinewereld.be Radiomuseum, Olen Gerheiden 59 | 2250 OLV Olen | 014 21 47 49 |
[email protected] Schedelhof, Morkhoven Bertheide 12 | 2200 Morkhoven | 014 26 18 13 | www.toerismeherentals.be Stedelijk Museum Hoogstraten Begijnhof 9 | 2320 Hoogstraten | 03 314 65 88 | www.erfgoedbankhoogstraten.be/stedelijkmuseum/stedelijkmuseumhoogstraten.html Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen & Baron Caroly, Lier Florent van Cauwenberghstraat 14 | 2500 Lier | 03 800 03 96 Steenbakkerijmuseum Bisschopslaan 1 | 2340 Beerse | www.devlierbes.be Stropersmuseum, Olen Neerbuul 8 | 2250 Olen | 014 21 28 03 Timmermans-Opsomerhuis, Lier Netelaan 4 | 2500 Lier | 03 800 03 94 TRAM 41 (Turnhoutse Route Archief en Musea) Nationaal Museum van de Speelkaart, Begijnhofmuseum, Taxandriamuseum Stadhuis | Grote Markt 1 | 2300 Turnhout | 014 44 33 98 | www.tram41.be Vergane Glorie Turnhoutseweg 10a | 2387 Baarle-Hertog | 014 69 98 32 | www.verganeglorie.be Zimmertoren, Lier Zimmerplein 18 | 03 800 03 95 | www.zimmertoren.be
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 57
de erfgoed krak
12 21/06/11 12:17
archieven en documentatiecentra
(De meeste heemkundige kringen hebben een documentatiecentrum of een archief dat te raadplegen is. We vermelden deze echter in de volgende rubriek) Corpus Christianorum Begijnhof 39 | 2300 Turnhout | 014 71 10 50 | www.corpuschristianorum.org Historisch Archief Berlaar Dorpsstraat 84 | 2590 Berlaar Kunst- en Erfgoedcentrum Hofke van Chantraine Kerkstraat 46 | 2360 Oud-Turnhout | 014 47 94 94 | www.hofkevanchantraine.be Stadsarchief Herentals Augustijnenlaan 1 | 2200 Herentals | 014 21 28 00 |
[email protected] Stadsarchief Lier Kardinaal Mercierplein 6 | 2500 Lier | 03 490 40 60 |
[email protected] Stadsarchief Turnhout Stadhuis | Grote Markt 1 | 2300 Turnhout | 014 44 33 98 | www.turnhout.be/archief
heemkundige verenigingen
Erfgoed Hoogstraten Via het Stedelijk Museum Hoogstraten | www.erfgoedhoogstraten.be Geschied- en Oudheidkundige Kring Taxandria p/a Deken Adamsstraat 41 | 2300 Turnhout | 0473 74 61 98 | www.taxandriavzw.be Heemkring Adriaen Ghys Pastorij | Pastoor Woestenborghslaan 2 | 2350 Vosselaar | www.vosselaar.be Heemkring Als Ice Can Molenwiel 37 | 2370 Arendonk | 014 67 86 86 | www.arendonk.be/bezoeken/erfgoed/heemmuseum Heemkring Amalia van Solms Kerkstraat 4 | 2387 Baarle-Hertog | 013 507 95 56 | www.amaliavansolms.org Heemkring Awena Grobbendonk | 014 51 43 68 |
[email protected] Heemkring Corsendonca Kerkstraat 46 | 2360 Oud-Turnhout | 014 47 94 94 | www.corsendonca.be Heemkring De Linde, Olen Gerheze 16 | 2250 Olen | 014 21 35 93 | www.heemkringolen.be Heemkring De Poemp, Nijlen Zandvekenvelden 12A | 2560 Nijlen |
[email protected] | www.depoemp.be Heemkring De Vlierbes Bisschopslaan 1 | 2340 Beerse | www.devlierbes.be
12 110619_handleiding.indd 58
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:17
Heemkring het Bezemklokje p/a Brandhoefstraat 51 | 2300 Turnhout | 014 41 66 47 Heemkring Joris Matheussen, Vorselaar http://users.telenet.be/hkvorselaar/ Heemkring KLT Voormalig gemeentehuis Tielen | Marktplein | 2460 Tielen | http://heemkring.kasterlee.be Heemkring Lyrana, Lier Kesselsesteenweg 50 | 2500 Lier Heemkring Marcblas Villa ter Borcht (gemeentelijk park Caron’s Hofke) | Hofeinde 57 | 016 63 36 24 | www.marcblas.be Heemkring Norbert de Vrijter - Heemhuis de Vrijter, Lille Rechtestraat 7 | 2275 Lille |
[email protected] | www.hklille.be Heemkring Notrevic, Noorderwijk Olenseweg 25 | 2200 Noorderwijk | 014 26 29 32 Heemkring Rijkevorsel Molenstraat 5 | 2310 Rijkevorsel | 03 314 61 36 | http://blog.seniorennet.be/heemkundigekringrijkevorsel Heemkring Sandelyn, Herenthout www.herenthout.be/cultuurverenigingen Herentalse Geschiedkundige Kring, Herentals Augustijnenlaan 1 | 2200 Herentals | 014 21 28 00 |
[email protected] Heemkundige werkgroep Zondereigen Via Heemkring Amalia van Solms Liers Genootschap voor Geschiedenis, Lier http://liersgenootschap.weebly.com Sint-Baafskring, Noorderwijk www.gemeenschapsraadnoorderwijk.net
Andere erfgoedactoren
AdAK (Archeologische dienst Antwerpse Kempen) Stadhuis | Grote Markt 1 | 2300 Turnhout | 014 44 33 85 | www.adak.be De Hegge vzw, Poederlee Heikant 7 | 2275 Poederlee Felix Timmermans Genootschap, Lier Netelaan 4 | 2500 Lier | www.felixtimmermans.be Felix Timmermans Kring, Lier informatie via http://musea.lier.be
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 59
de erfgoed krak
12 21/06/11 12:17
Ambachten en ateliers
Algemene informatie over ambachten kan je terugvinden op de hier opgesomde websites. Wil je meer weten over een specifiek ambacht en vind je het niet terug op de websites of in de onderstaande lijst met lokale ambachtslui, neem dan contact op met de medewerkers van de erfgoedcellen. www.mot.be www.dagvandeambachten.be www.deambachten.be www.artelier.be Hieronder een greep uit het lokale aanbod: André Blockx, demo’s + herstellen van rieten en biezen stoelen Wippelberg 78 | 2370 Arendonk | 014 61 01 14 Anita Evenepoel, textiel Oranjemolenstraat 19 | 2300 Turnhout | 014 41 39 51 | www.anitaevenepoel.be Hennie Van Engeland, glastechnieken Hoog-Lachenen 84 | 2500 Lier |
[email protected] Borgs-Wilms, houtdraaien Heesakker 3 | 2460 Kasterlee | 014 85 39 94 De Lichtaartse Kloppers p/a Bakenstraat 5 | 2460 Lichtaart | 014 55 49 75 | http://home.scarlet.be/lichtaartse.kloppers Eddy Blockhuys, manden Molenpad 67 | 2275 Gierle | 014 55 12 16 Jozef Willems, siertegels Taxandrialaan 13 | 2330 Merksplas | 014 63 42 62 Karin Machielsen, textiele vormgeving Kerkepad 47 | 2275 Lille (welcherzande) |03 309 18 14 Koen Van Spaendonck, meubels Canadadreef 1 | 2270 Herenthout | 03 233 61 30 Lierse kantkringen www.toerismelier.be De technieken van de Lierse kant en van het perleren worden momenteel nog onderwezen in de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten en beoefend door verschillende kantkringen: Dames Ruusbroec, Sint-Michiel, Sint-Amelberga, ’t Pladdeke, ’t Liers Juweeltje en het Liers Centrum voor Textiele Kunsten. De meeste kantkringen zijn gevestigd in of rond het Lierse begijnhof. Liliane Cools, poppen maken Esdoornlaan 11 | 2460 Kasterlee | 014 55 36 31 Linda Truyers, kalligraf ie in steen Leopoldstraat 48 | 2280 Grobbendonk | 014 51 59 98 Patrick Van Tilborgh, glasblazen, the glassfarm Tuinweg 18 | 2500 Lier | 03 488 14 58 | www.glassfarmer.com
12 110619_handleiding.indd 60
de erfgoed krak
| BIJLAGEN
21/06/11 12:17
Reinhilde van Grieken, keramiek Wipstraat 7 | 2200 Herentals | 014 22 40 58 | www.reinhildevangrieken.be Staf Vervloet, houtdraaiwerk Poederleeseweg 26 | 2275 Lille | 014 88 02 78 Theo Luysmans, demo oude ambachten Vinkenstraat 4 | 2250 Olen | 014 21 65 49 Turnhoutse Boekbindersgilde Druivenstraat 18 | 2300 Turnhout | 014 41 67 46
BIJLAGEN |
110619_handleiding.indd 61
de erfgoed krak
12 21/06/11 12:17
colofon Coöordinatie
Erfgoedcel Kempens Karakter Fundatiehuis Begijnhof 27 2200 Herentals 014 21 97 00 www.kempenskarakter.be
[email protected]
Erfgoedcel Noorderkempen Grote Markt 1 2300 Herentals 014 44 33 62 www.erfgoedcelnoorderkempen.be
[email protected]
Vormgeving en uitvoering Impressantplus Productiehuis bvba Driesstraat 58/302 9050 Ledeberg 09 223 04 36 www.impressantplus.eu
[email protected]
redactie en samenstelling: Lieve De Saedeleer en Jan Matthé
Met dank aan
In het bijzonder gaat onze dank uit naar Floortje Vantomme (tapis plein vzw; www.tapisplein.be), Hildegarde Van Genechten (FARO. Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw; www.faronet.be) en Nadine Janssen (Erfgoedcel Kempens Karakter). Hun expertise en enthousiasme waren onmisbaar in het hele proces. Ook Raymond Hoste, die het eerste concept voor module 1 bedacht en daarmee het startschot gaf voor het hele traject, zijn we erg dankbaar. Verder willen we uitdrukkelijk bedanken: Chris Campers, Connie Neefs, De leerkrachten en leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar van Gemeentelijke Basisschool Heieinde in Vosselaar, De Lichtaartse Kloppers, Fotograaf Thomas Janssens, Gemeente Nijlen, Gemeente Putte, Heemkundekringen en -verenigingen (Adriaen Ghys, Awena, Corsendonca, De Linde, De Poemp, De Vlierbes, Herentalse Geschiedkundige Kring, Joris Matheussen, Kasterlee-Lichtaart-Tielen (KLT), Joke Bungeneers (Provincie Antwerpen, dienst erfgoed), Liers Genootschap voor Geschiedenis, Lyrana, Norbert de Vrijter, Notrevic, Sandelyn, Sint-Baafskring), De Wimpe vzw, Het Molenijzer, Huis van Alijn, Jef Olieslaegers, Jos Aerts, Leo Willems, Lynn Bostoen, Mireille Defreyne van het KATHO, Nadine Janssen, Peer Stoet, Provincie Antwerpen (dienst erfgoed), Schoeiselmuseum Izegem, Sportimonium, Stad Lier, Stadsarchief Herentals, Sven De Maertelaere van de Arteveldehogeschool, TRAM 41 – Turnhoutse Route Archief en Musea, alle gemeenten die aangesloten zijn bij de cultureel-erfgoedconvenanten Kempens Karakter en Noorderkempen, en alle vrijwilligers die meewerkten aan de realisatie van de Erfgoedkrak.
Copyright afbeeldingen
Volgende organisaties en personen gaven toestemming om beeldmateriaal te gebruiken. Bij constatering van onvolledigheid of onjuistheden in de beeldverantwoording, vragen wij u om contact op te nemen met de coördinerende erfgoedcellen. Bezoekerscentrum Landschap De Liereman | Bram Wuyts/Schurkdesign | Connie Neefs | De Lichtaartse Kloppers | Gemeente Berlaar | Gemeente Vorselaar | Heemkundekringen Adriaen Ghys, Corsendonca, De Vlierbes, Het Molenijzer, Kasterlee-Lichtaart-Tielen (KLT) | Hegge vzw | Peer Stoet | Sint-Sebastiaansgilde Gierle | Sportimonium | Stadsarchief Herentals | Stadsarchief Turnhout – TRAM 41 | Standaard Uitgeverij | Toeristische dienst van de gemeente Kasterlee | Zimmertorencomité
62 110619_handleiding.indd 62
de erfgoed krak
| COLOFON
21/06/11 12:17
© Erfgoedcel Kempens Karakter en Erfgoedcel Noorderkempen
110619_handleiding.indd 63
21/06/11 12:17
de d e o g f r e krak
110619_handleiding.indd 64
21/06/11 12:17