Controls 10.1
Inleiding
10.1.1
Secties toevoegen en verwijderen
U kunt uw formulier in vijf aparte secties verdelen: � Open het menu ‘View’ [Beeld] en controleer of de opties ‘Formulier kop- en voettekst’ [Form Header/Footer] en ‘Pagina kop- en voettekst’ [Page Header/Footer] aan staan. Sectie Formulierkoptekst [From Header] Paginakoptekst [Page Header]
Detailsectie [Detail] Paginavoettekst [Page Footer]
Formuliervoettekst [Form Footer]
Omschrijving Hier kunt u de titel en het logo van het formulier plaatsen. Deze sectie kunt u gebruiken om kolomtitels of andere informatie te tonen. Deze sectie is alleen zichtbaar wanneer het formulier wordt afgedrukt. De sectie verschijnt dan bovenaan iedere pagina. De detailsectie wordt gebruikt om de gegevens van de tabel te tonen. Hier kunt u bijvoorbeeld een pagina nummer in opnemen of eventueel de datum of de naam van het bedrijf. Deze sectie is alleen zichtbaar wanneer het formulier wordt afgedrukt. De sectie verschijnt dan onderaan iedere pagina. Net als bij de formulierkoptekst kunt u deze sectie gebruiken om teksten, knoppen en andere nietafhankelijke ‘Controls’ op te nemen.
U kunt de grootte van een sectie wijzigen door met de muis de scheidslijn tussen de secties te verslepen. Uw cursor verandert op de scheidslijn in een streepje met twee verticale pijltjes. 10.1.2 Tip: Indien u bijvoorbeeld de huidige datum op uw formulier wilt opnemen dan moet u daarvoor een tekstvak in plaats van label gebruiken. Vul bij de eigenschap Bron Element van het tekstvak de datumfunctie in. =Date() Zet ook de eigenschappen Geactiveerd op Nee en Vergrendeld op Ja
Opmerking: U kunt het Aankruisvakje, Keuzerondje, of de Wisselknop ook zelfstandig in een formulier opnemen. Deze ‘Controls’ kunnen dan worden gebruikt voor een Waar/niet waar optie b.v.
Een label maken met beschrijvende tekst
Indien u bepaalde tekst informatie wilt opnemen in uw formulier, kunt u gebruik maken van een label. Labels zijn niet-afhankelijke ‘Controls’. Ze veranderen niet wanneer u een ander record selecteert. U kunt middels een label bijvoorbeeld de naam van het bedrijf in het formulier opnemen. � Klik op de knop ‘Label’ en sleep een rechthoek op het ontwerp oppervlak. De omtrek van het label wordt getoond. Een knipperende cursor is het teken dat u in de invoegmodus bent. � U kunt de tekst nu gewoon intikken. Indien u een nieuwe regel wilt beginnen, drukt u op ‘Control-Enter’. Indien u klaar bent drukt u op ‘Enter’ of u klikt buiten het object. 10.1.3
Het groepsvak
Wanneer u in een veld altijd een keuze moet maken tussen een vast aantal opties kunt hiervoor een groepsvak maken. � Open het formulier “F-Klanten overzicht” � Klik op de ‘Control’ groepsvak. Let er op dat de knop “Wizard voor controls” niet ingeschakeld is. Indien de wizard toch wordt opgestart bij het aanmaken van de ‘Control’ klik dan op ‘Annuleren’ [Cancel]. ©CTS/advies
1-01-15
122/150
Controls � Plaats de ‘Control’ op het ontwerp-oppervlak � Activeer het eigenschappenvenster [Properties] en kies het tabblad ‘Gegevens’ [Data] � Stel de eigenschap ‘Besturingselementbron’ [Control Source] in op “Geslacht”. U verbindt op deze wijze het groepsvak aan het veld “Geslacht”. � Selecteer het label van het groepsvak en verander het bijschrift in “Geslacht”. � Plaats vervolgens een ‘keuzerondje’ [Option Button] binnen het ‘groepsvak’ [Option Group]. (U kan hier ook een aankruisvakje of een wisselknop voor kiezen) en verander het bijschrift in “Man”. � Selecteer de eigenschappen [Properties] van het keuzerondje [Option Button] en controleer of de: Optiewaarde” op ‘1’ staat. � Plaats vervolgens nog een keuzerondje [Option Button’ naar het groepsvak [Option Group]. Stel de eigenschap Bijschrift’ [ Caption] in als “Vrouw” en de “Optiewaarde” moet ‘2’ zijn. � Bekijk het resultaat. En sla het formulier op. 10.1.4
De keuzelijst met en zonder invoervak
Wanneer u een formulier maakt van een tabel waarin een waarde van een andere tabel moet worden ingevuld, kunt u deze waarden uit de andere tabel via een lijst zichtbaar maken. Als u bijvoorbeeld een formulier maakt van de tabel “T-verhuur Administratie” dan moet u daar in het veld “Kenteken” een kenteken uit de tabel “T-Autos” invullen. Bij het maken van een dergelijk formulier kunt u gebruik maken van een keuzelijst. Access kent twee keuzelijsten: Keuzelijst Keuzelijst met invoervak [Combo Box]
Omschrijving Het betreft hier een lijst die pas zichtbaar wordt indien u op het pijltje van de keuzelijst klikt. Afhankelijk van de kenmerk instellingen kunt u al of niet nieuwe gegevens invoeren. Keuzelijst zonder invoervak Het betreft hier een lijst waarvan altijd één of [List Box] meerdere waarden zichtbaar zijn. U kunt hierbij geen nieuwe gegevens toevoegen.
Beide lijsten werken op min of meer dezelfde wijze. Om een keuze lijst met invoervak te maken gaat u als volgt te werk: � Maak met behulp van de wizard ‘een formulier op basis van de tabel “T-Verhuur Administratie” in kolomvorm � Verwijder het tekstvak kenteken. � Zorg ervoor dat de wizard voor ‘Controls’ uit staat. � Klik op de knop ‘Keuzelijst met invoervak’ [Combo Box]. � Plaats op de oude plaats van het veld kenteken de nieuwe ‘Control’. � Stel met behulp van het eigenschappen-venster de volgende eigenschappen in (Neem het tabblad ‘Alle’ [All] voor u’:
©CTS/advies
1-01-15
123/150
Controls Eigenschap Naam [Name] Besturingselementbron [Control Source]
Instelling Kenteken
Omschrijving
Kenteken
Het veld uit de tabel waarop het formulier gebaseerd is.
Rijbron [Row Source] Aantal kolommen [Column Count
T-Auto´s
De tabel waaruit het ‘Control’ haar gegevens haalt. Uit deze tabel willen we de eerste drie velden zien
Kolomkoppen [Column Heads] Kolombreedten [Column Width]
Ja [Yes] 1,5cm;2cm;2cm
Kolomkoppen boven de lijst weergeven De kolombreedten
Afhankelijke kolom [Bound Column]
1
Breedte lijst [List Width] Alleen lijst: [Limit To List]
5,5cm
Het gegeven uit de eerste kolom van de tabel wordt in het Bron Element ingevoerd. De breedte van de lijst (3 kolommen) Er mogen in het invoervak geen nieuwe waarden worden ingevoerd. Dit zou anders door de referentiële integriteit verhinderd worden.
3
Ja [Yes]
� Stel als eigenschap van het label het bijschrift in op “Kenteken”. En bekijken het resultaat in de formulier-weergave.
� Sla het formulier op onder naam “F-Verhuur Administratie” 10.1.5
Objectkader
Naast tekstuele informatie kunt u op formulier ook figuren of OLEobjecten opnemen. Om dergelijke objecten op uw formulier te plaatsen moet u gebruik maken van een objectkader. Er zijn twee soorten objectkaders.
©CTS/advies
1-01-15
124/150
Controls Objectkaders Afhankelijke objectkaders
Niet
Omschrijving Deze kaders zijn gebonden aan in de tabel opgeslagen OLE velden. U kunt hierbij denken aan foto’s van uw personeelsleden. Afhankelijke objectkaders. Deze kaders zijn niet gebonden aan in de tabel opgeslagen informatie. U kunt met behulp van deze kaders figuren zoals een bedrijfslogo in uw formulier opnemen.
� Open een nieuw formulier in de ‘Ontwerp-weergave’ [Desing view]. � Selecteer het ‘Kader voor niet-afhankelijk object’ [Unbound Object Frame] en plaats deze in het formulieroppervlak. Het volgende dialoogkader wordt getoond.
Links kunt u kiezen of een nieuw object wilt maken of een reeds bestaand bestand wilt gebruiken. In de lijst in het midden kunt u een objecttype selecteren. � Kies ‘Nieuw’ en ‘Bitmap afbeelding’ [Bitmap Image] Paintbrush wordt opgestart. U kunt nu een kleine tekening maken. � Als u klaar bent klikt u buiten het object, om Paintbrush af te sluiten.. � Bekijk het formulier in de formulier-weergave. Indien u niets ziet verander dan de eigenschap ‘Formaatmodus’ [Size Mode] van het objectkader in ‘Kader Vullen’ [Stretch]. Daarna wordt de tekening verhoudingsgewijs in het kader getoond. 10.1.6
Lijnen en rechthoeken
U kunt de lay-out van het formulier verduidelijken of verfraaien met behulp van lijnen en rechthoeken. Om een lijn te tekenen, klikt u op de lijn-control en trekt u met uw muis een lijn over het ontwerpoppervlak. Bij een rechthoek selecteert u de rechthoek-control en trekt u een rechthoek over het ontwerp-oppervlak. Indien u een rechthoek om reeds aanwezige ‘Controls’ heen trekt, zullen deze ‘Controls’ verborgen worden onder deze rechthoek. U kunt nu met behulp van de menuoptie ‘Opmaak-Naar achtergrond’ de rechthoek onder de reeds aanwezige ‘Controls’ plaatsen. De menuoptie ‘Opmaak-Naar voorgrond’ heeft het tegenovergestelde effect.
©CTS/advies
1-01-15
125/150
Controls 10.1.7
Invoervolgorde veranderen
Alle in het formulier opgenomen ‘Controls’ kunnen al of niet een tabvolgorde toegekend krijgen. Dit is de volgorde die bij het invoeren van het formulier wordt gebruikt om van bijvoorbeeld het ene veld naar het andere veld toe te gaan. U kunt per ‘Control’ aangeven of deze moet worden opgenomen in deze tabvolgorde. U kunt dit doen door het betreffende ‘Control’ te selecteren en de eigenschap ‘Tabstop’ [Tab Stop] te veranderen in ‘Ja’ [yes] of ‘Nee’ [No]. Indien deze eigenschap op nee staat wordt de ‘Control’ niet opgenomen in de tabvolgorde. De tabvolgorde kunt u veranderen door met de rechter muisknop op één van de conrols te klikken en in het snelmenu voor ‘Tabvolgorde te kiezen’. Het volgende dialoogkader verschijnt dan:
Opmerking: In de gegevensblad weergave van een formulier wordt de kolomvolgorde door de tabvolgorde bepaald.
Alle namen van ‘Controls’ met een “Tab stop” die in het formulier zijn opgenomen zijn in het dialoogkader opgenomen. U kunt de volgorde van de namen veranderen door eerst met behulp van rijselector de betreffende rij te selecteren en vervolgens deze rij naar de gewenste positie te slepen. . Als u klaar bent klikt u op OK. Indien u de knop “Autovolgorde” klikt wordt de tabvolgorde op basis van de positie van de ‘Controls’ vastgelegd. De tabvolgorde wordt dan: van boven naar beneden, van links naar rechts. � Open het formulier “F-Verhuur administratie” en bepaal voor elke ‘Control’ of het in de tabvolgorde moet worden opgenomen. Wijzig vervolgens de Tab-volgorde.
©CTS/advies
1-01-15
126/150