VLAAMSE GEMEENSCHAP
AMV/00094310/1006
BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU EN LANDBOUW HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG INGEDIEND DOOR DE N. V. B.S.V., TE 8870 IZEGEM, NOORDKAAI 10/2, EXPLOITANT VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 8530 HARELBEKE, BENELUXLAAN 201, STREKKENDE TOT HET BEKOMEN VAN EEN TOELATING TOT WIJZIGING VAN DE BIJZONDERE VERGUNNINGSVOORWAARDEN, DIE ZIJN OPGELEGD IN HET MINISTERIEEL BESLUIT NR. AMV/943l0/l00l VAN 9 AUGUSTUS 2001.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewij zigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 21 oktober 1997, 18 mei 1999, 3 maart 2000 9 maart 2001 en 21 december 2001;
Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelij k gewij zigd bij bes lui ten van de Vlaamse regering en bij het decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne; zoals herhaaldelij k gewij zigd bij bes lui ten van de Vlaamse regering;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2002 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
2 -
AMV /094310/1006 Gelet op de aanvraag op 18 oktober 2002 ingediend door de N.V. B.S.V., te 8870 Izegem, Noordkaai 10/2, exploitant van een inrichting gelegen te 8530 Harelbeke, Beneluxlaan 201, strekkende tot het bekomen van een toelating tot wijziging van de volgende bijzondere vergunningsvoorwaarden, die zijn opgelegd in het ministerieel besluit nr. AMV/943l0/l00l van 9 augustus 2001 aan de N.V. B.S.V.: "Vooraleer de opslag en biologische zuivering van te saneren niet gevaarlijke verontreinigde gronden aan te vatten dient de exploitant in samenwerking met een 'bodemsaneringsdeskundige' en een erkend deskundige 'lucht' een rapport op te stellen voor een proefproject; het rapport dient volgende gegevens te bevatten: Aard van de verontreinigde gronden (met maximum toelaatbare concentraties aan verontreinigde stoffen in de te saneren gronden); tevens zullen deze gegevens dienen als acceptatiecriteria; dit zowel voor de gronden die enkel overgeslagen worden als deze die verwerkt zullen worden; De hoeveelheid die per dag en per maand zullen of kunnen verwerkt worden; Werkplan met precieze beschrijving van de installaties en uitvoeringswijze; De maatregelen die noodzakelijk zlJn om de luchtemissies tot een voor de omgeving aanvaardbaar niveau te beperken; De duur van het proefproject dient vastgesteld te worden in overleg met de deskundigen; Een algemeen conclusie met aanbevelingen en eventueel te nemen bijkomende maatregelen; het rapport dient binnen een termijn van negen maand te worden opgestuurd naar de vergunningverlenende overheid, het college van burgemeester en schepenen, de Openbare Afvalstoffenmaatschappij , de Vlaamse Milieumaatschappij , de Gezondheidsinspectie en de afdelingen Milieuvergunningen en Milieuinspectie ; daarna dient er een tweede rapport opgemaakt te worden binnen een termijn van negen maand met daar de eerste ervaringen in verwerkt; dit rapport dient ook opgestuurd te worden naar bovenstaande diensten;";
Gelet op het ministerieel besluit nr. AMV/943l0/l00l van 9 augustus 2001 houdende wijziging van het besluit nr. 340l3/ll0/l/A/l van 15 februari 2001 van de bestendige deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen, houdende het verlenen van een vergunning aan de N. V. Devamix / N. V. B.S.V., gevestigd te 8870 Izegem, Noordkaai 10/2, om een nieuwe inrichting te exploiteren voor het biologisch zuiveren van niet gevaarlij ke verontreinigde gronden en het recycleren
3 -
AMV 1094310/1006 van inerte afval op een terrein van ca. 3ha 35a 85 ca, gelegen te Beneluxlaan zin, 8530 Harelbeke (Stasegem), kadastrale percelen, afdeling 2, sectie C, perceelsnummers 320 Ic, 3201 e, 326/a, 346/a, 351/b, 352/a, 353/a, 354/d, 355/a, 356/f en 356/h, in die zin dat de vergunningstermijn wordt gewijzigd en bijkomende voorwaarden worden opgelegd;
Gelet op het besluit nr. 34013/110/1/A/3 van 30 mei 2002 van de bestendige deputatie van de provincieraad van WestVlaanderen houdende het verlenen van een vergunning aan de N.V. Devamix/B.S.V. , gevestigd te Noordkaai 10/2, 8870 Izegem voor de uitbreiding van de inrichting gelegen te Beneluxlaan 201 te Harelbeke, voor een termijn verstrijkend op 15 februari 2021;
Gelet op het feit dat de exploitant zijn aanvraag als volgt motiveert: • het eerste rapport dat opgelegd was in deze bijzondere voorwaarde, werd ingediend bij de bevoegde diensten op 10 januari 2002; • de metingen werden in het gedrang gebracht, daar door de hevige regenval van eind juli en begin augustus, een gedeel te van de infrastructuur het heeft begeven, door een verkeerde constructie van de afdekzeilen; de heropbouw van deze installatie heeft dan ook anderhalve tot twee maand in beslag genomen; in principe zullen de resultaten van de luchtmetingen eind kalenderweek 43 kenbaar zijn, en kan dan pas gestart worden met de evaluatie van de emissiemetingen; • de inrichting van het terrein, de aanvoer van voldoende verontreinigde grond en de opbouw van de installaties nam in dat opzicht bijna een jaar in beslag, waarin nauwelijks metingen uitgevoerd konden worden.; de exploitant zou daarom graag de termij n voor het indienen van het evaluatierapport (het tweede rapport) verlengen tot 15 december 2002;
Gelet op het gunstige advies van 14 november 2002 van de afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;
Gelet op het gunstige advies van 26 november 2002 van de afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg van de admini-
4 -
AMV /094310/1006 stratie Gezondheidszorg van het departement Welzijn, zondheid en Cultuur;
Volksge-
Gelet op het gunstige advies van 26 november Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;
2002
van
de
Gelet op het gunstige advies Vlaamse Milieumaatschappij;
2002
van
de
van
27
november
Gelet op het gunstige advies van 28 november 2002 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur;
Gelet op het gunstige advies van 2 december Gewestelijke Milieuvergunningscommissie;
2002
van
de
ligging van de inrichting gedeeltelijk in Gelet op de industriegebied en gedeeltelij k in reservatiegebied, volgens het gewestplan Kortrijk, definitief vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998;
Overwegende dat de inrichting uit twee bedrijven bestaat, de N.V. B.S.V. en de N.V. Devamix, die samen een milieutechnische eenheid vormen;
Overwegende dat Devamix instaat voor het aanmaken van mager van beton en zandcement, voor het breken en zeven puingranulaten en voor de handel in bouwstoffen;
Overwegende dat de hoofdaktiviteit van B.S.V. erin bestaat licht verontreinigde gronden als niet-gevaarlijke afvalstof ingedeeld, biologisch te saneren bij middel van bioremediatie; dat de tweede aktiviteit erin bestaat deze gereinigde gronden terug geschikt te maken voor hergebruik; dat de nevenaktiviteit van B.S.V. de tijdelijke opslag is van niet-
5 -
AMV/0943l0/l006 gevaarlijke verontreinigde behandeld te worden;
gronden
die
thermisch
dienen
Overwegende dat de bij zondere voorwaarde die hier besproken wordt, van toepassing is op de NV B.S.V.; dat deze bijzondere voorwaarde een proefproj ect (eerste rapport) oplegt voor de bioremediatie; dat ook in deze voorwaarde wordt opgelegd een tweede rapport in te dienen voor het uitvoeren en evalueren van het proefproject; dat in deze aanvraag tot wijziging van de bijzondere voorwaarden, gevraagd wordt de termijn voor het indienen van het tweede rapport te verlengen tot 15 december 2002;
Overwegende dat het eerste rapport, namelijk het proefproject, negen maanden na datum van het bestreden beslui t (15 februari 2001) moest ingediend zijn; dat dit dus op 15 november 2001 moest zijn; dat de exploitant het rapport pas op 10 januari 2002 heeft ingediend;
Overwegende dat de exploitant uitstel vraagt voor het tweede rapport tot 15 december 2002; dat de exploitant hiermee ongeveer twee maanden uitstel vraagt omdat hij zijn negen maanden voor evaluatie en dus het tweede rapport, doet tellen vanaf indiening van zij n rapport (10 januari laatstleden) en dit dus 10 oktober zou zijn; dat hij echter zijn tweede rapport achttien maanden na het besluit van de bestendige deputatie moest inleveren; dat dit rapport aldus op 15 augustus 2002 diende ingeleverd te zijn; dat deze periode reeds voorbij is; dat de exploitant in feite een verlenging van vier maanden vraagt;
Overwegende dat het proefproj ect dat in de bij zondere voorwaarde werd opgelegd, bedoeld is om de nodige luchtmetingen uit te voeren in de verschillende behandelingsstappen, om zodoende de nodige correlaties te kunnen leggen inzake effectieve vervluchtiging van de op het terrein aanwezige gronden;
Overwegende dat in een eerste fase zal worden nagegaan of de in het proefproject voorgestelde maatregelen afdoende zijn; zullen worden dat bij komende maatregelen geïmplementeerd indien dit nodig blijkt uit de metingen; dat, na implementatie
6 AMV /094310/1006
van deze maatregelen, geëvalueerd worden;
Overwegende exploi tant, spelen in de aromaten: styreen; alifaten: vluchtige
het
effect
hiervan
opnieuw
zal
dat gezien de acceptatiecriteria van de de volgende vluchtige componenten een rol kunnen emissieproblematiek naar de lucht: BTEX (benzeen, tolueen,ethylbenzeen en xyleen) , hexaan, heptaan en octaan; componenten in minerale olie;
Overwegende dat voor het uitvoeren van de nodige metingen en het opstarten van het biologisch proces, een bepaalde hoeveelheid verontreinigde grond noodzakelijk is; dat aldus niet ogenblikkelij k kon gestart worden met metingen; dat de eerste aanvoer van verontreinigde grond op 20 februari 2002 plaats vond;
Overwegende dat begin juni 2002 werd gestart met de opbouw van de bioremediatieruimte; dat in kalenderweek 29 (dit wil zeggen de week van 15 juli) van het jaar 2002 twee bioremediatieruimtes in werking werden genomen; dat op dit moment het Vito al metingen had kunnen uitvoeren;
Overwegende dat de verontreinigde grond in de biobedden vroeger afgedekt werd met dekzeilen; dat deze dekzeilen een tweeledige functie hadden: de lucht, welke ervoor zorgt dat de aanwezige microorganismen voldoende zuurstof hebben voor afbraak van de aanwezige verontreiniging, wordt niet uitgestoten in de omgeving; deze lucht wordt afgezogen en over een biofilter gestuurd; hierdoor worden de eventueel aanwezige vluchtige verbindingen gecapteerd; nadien wordt de gezuiverde lucht uitgestoten in de omgeving; de gronden die in verwerking zijn, nemen geen regenwater op; daardoor wordt het vochtgehalte nodig voor biodegradatie, niet gewijzigd; daardoor wordt het uitlogen van de aanwezige nutriënten vermeden en aldus wordt de waterzuiveringsinstallatie niet meer belast;
7 -
AMV /094310/1006 Overwegende dat een deel van deze dekzeilen het begeven hebben door de overvloedige neerslag in kalenderweek 32 (week van 5 augustus) en een verkeerde constructie van de dekzeilen; dat dit het ganse systeem wel in twijfel trekt als men eraan denkt dat die afdekzeilen als doel hebben de omgeving af te schermen van luchtverontreiniging; dat de gronden die reeds in reiniging waren genomen, een overvloed aan neerslag hebben moeten verwerken;
Overwegende dat een aantal verzekeringsexperten een raming van de kostprijs moesten maken; dat hierdoor het opruimen en herstellen van de opgelopen schade pas vanaf kalenderweek 37 (de week van 9 september) van start kon gaan; dat aldus veel tijd verloren was gegaan;
Overwegende dat de dekzeilen op dat moment zijn vervangen door zelfdragende panelen; dat in kalenderweek 40 (de week van 1 oktober) dus twee bioremediatieruimtes in gebruik konden genomen worden; dat eind kalenderweek 45 (de week van 4 november) nog eens twee bioremediatieruimtes in gebruik konden genomen worden; dat alzo de volledige infrastructuur was hersteld;
Overwegende dat dit acht weken, dus twee maanden, in beslag had genomen (vanaf kalenderweek 37 tot kalenderweek 45) vooraleer er terug biologische reiniging plaats kon vinden;
Overwegende dat de eerste metingen door het Vito gebeurd zijn op 27 september en 2 oktober laatstleden; dat de volgende metingen zullen plaats vinden in de zomer van 2003; dat bij de metingen steeds wordt uitgegaan van het 'worst case' scenario; dat daarom nu met metingen wordt gewacht tot in de zomer; dat immers de meeste kans op vervluchtiging van de vluchtige componenten optreedt bij een temperatuur tussen 20° en 25°C;
Overwegende dat de exploitant de resultaten begin kalenderweek 46 (de week van 11 november 2002) binnengekregen heeft van het Vito; dat dan de luchtemissie kan geëvalueerd worden;
8 -
AMV/094310/1006 Overwegende dat de bekomen resultaten zullen gecorreleerd worden aan de activiteiten en aan de gebruikte capaciteit; dat in samenspraak met de bodemsaneringsdeskundige zal worden nagegaan of de gemeten concentraties de bestaande emissiegrenswaarden overschrij den en welke invloed zij op de omgeving uitoefenen; dat indien noodzakelijk, bijkomende maatregelen kunnen genomen worden en geëvalueerd; Overwegende dat door de hierboven vermelde stormschade in kalenderweek 32 het uitvoeren van de nodige luchtmetingen, voor het bepalen van eventuele emissie naar de omgeving, vertraging heeft opgelopen; dat om deze redenen uitstel wordt gevraagd voor het indienen van het tweede rapport; Overwegende dat ondertussen in december 2002 een "Evaluatierapport van de werking van het grondrecyclagecentrum" van 12 december 2002 werd ingediend; dat dus de gevraagde nieuwe dead-line werd nageleefd; Overwegende dat er gevraagde toelating verlenen,
bijgevolg aanleiding toe bestaat tot wijziging van de voorwaarden
de te
BES L U I T
Artikel 1. Aan de N.V. B.S.V.,
te 8870 Izegem, Noordkaai 10/2, exploitant van een inrichting gelegen te 8530 Harelbeke (Stasegem), Beneluxlaan 201, wordt de gevraagde toelating tot wijziging van de bijzondere voorwaarde:
"Vooraleer de opslag en biologische zuivering van te saneren niet gevaarlijke verontreinigde gronden aan te vatten dient de exploi tant in samenwerking met een 'bodemsaneringsdeskundige ' en een erkend deskundige 'lucht' een rapport op te stellen voor een proefproject; het rapport dient volgende gegevens te bevatten: Aard van de verontreinigde gronden (met maximum toelaatbare concentraties aan verontreinigde stoffen in de te saneren gronden) ; tevens zullen deze gegevens dienen als acceptatiecriteria; dit zowel voor de gronden die enkel overgeslagen worden als deze die verwerkt zullen worden; De hoeveelheid die per dag en per maand zullen of kunnen verwerkt worden;
9 -
AMV 1094310/1 006 Werkplan met precieze beschrijving van de installaties en uitvoeringswijze; De maatregelen die noodzakelijk zlJn om de luchtemissies tot een voor de omgeving aanvaardbaar niveau te beperken; De duur van het proefproject dient vastgesteld te worden in overleg met de deskundigen; Een algemeen conclusie met aanbevelingen en eventueel te nemen bijkomende maatregelen; het rapport dient binnen een termijn van negen maand te worden opgestuurd naar de vergunningverlenende overheid, het college van burgemeester en schepenen, de Openbare Afvalstoffenmaatschappij , de Vlaamse Milieumaatschappij , de Gezondheidsinspectie en de afdelingen Milieuvergunningen en Milieuinspectie; daarna dient er een tweede rapport opgemaakt te worden binnen een termijn van negen maand met daar de eerste ervaringen in verwerkt; dit rapport dient ook opgestuurd te worden naar bovenstaande diensten;H, opgelegd in het ministerieel besluit nr. augustus 2001 aan de N.V. B.S.V. ,
AMV/94310/1001 van 9
verleend.
Art. 2.
In artikel 2.2°.b.4 wordt de volgende bepaling: 'daarna dient een tweede rapport opgemaakt te worden binnen een termij n van negen maand met daar de eerste ervaringen in verwerkt'
vervangen door de bepaling: "daarna dient een tweede rapport opgemaakt te worden tegen 15 december 2002 met daar de eerste ervaringen in verwerkt.H. Brussel, de
1 7 FEB. 2003
de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,
f
O •
! !I. .
"
cOOJ[ ,
Vera DUA