Reactie van de vFAS (vereniging van Familierecht Advocaat Scheidingsmediators) op de aangekondigde bezuinigingen in de gefinancierde rechtshulp en de verhoging van de griffierechten _________________________________________________________________________________ De vFAS heeft kennis genomen van de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 31 oktober 2011 waarin de voorgenomen bezuinigingen in de gefinancierde rechtshulp worden weergegeven. Deze reactie richt zich met name op de gevolgen voor de rechtzoekenden in het familierecht. Hoewel afzonderlijk voorgelegd aan de Tweede Kamer, kan deze maatregel niet los worden gezien van de overige voorgenomen bezuinigingen, met name de invoering van de kostendekkende griffierechten.
1.
Zowel aan het voorstel kostendekkende griffierechten als aan de verhoging eigen bijdrage bij familiezaken ligt het uitgangspunt van ‘de vervuiler betaalt’ ten grondslag. Hierbij wordt er aan voorbij gegaan dat de rechtspraak een fundamenteel onderdeel is van een rechtsstaat. Het is de taak van de overheid er voor te zorgen dat de rechtspraak voor iedere burger toegankelijk is, ongeacht zijn financiële positie. De artikelen 18 GW en 6 EVRM schrijven dit ook voor. Ontegenzeggelijk is het effect van deze maatregelen dat voor ten minste een deel van de bevolking, te weten de minder draagkrachtigen, de toegang tot de rechter aanzienlijk wordt bemoeilijkt of zelfs onmogelijk wordt gemaakt.
2.
Zowel de griffierechten als de eigen bijdragen zijn onlangs al aanzienlijk verhoogd 1 (griffierechten per 1 januari 2011 en eigen bijdragen per 1 juli 2011 ): * Bij de rechtbank ging het griffierecht voor een familiezaak van € 208,- naar € 258,- en zal bij de kostendekkende griffierechten verder stijgen naar € 500,-. * Voor de toevoegingsgerechtigde geldt dat thans € 71,- verschuldigd is, na de verhoging zal dit worden: € 125,- voor onvermogenden, € 250,- voor minvermogenden en € 375,- voor de middeninkomens. * Voor een kort geding in familierechtelijke sfeer bedraagt het griffierecht thans € 263,- en zal als een ‘geding met onbepaalde waarde’ € 1.500,- gaan bedragen. * Voor de toevoegingsgerechtigde geldt dat thans € 71,- verschuldigd is voor een kort geding, na de verhoging zal dit worden: € 375,- voor onvermogenden, € 750,- voor minvermogenden en € 1.125,- voor de middeninkomens. * Bij het gerechtshoven ging het griffierecht reeds van € 263,- naar € 284,- en zal bij de kostendekkende griffierechten € 1.250,- gaan bedragen. * Voor de toevoegingsgerechtigde geldt dat thans € 284,- verschuldigd is, na de verhoging zal dit worden: € 313,- voor onvermogenden, € 625,- voor minvermogenden en € 938,- voor de middeninkomens. * De eigen bijdragen bedroegen respectievelijk € 101,- / 159,- / 274,- / 482,-/ 757,- en zijn 2 reeds verhoogd naar € 125,- / 183,- / 297,- / 503,- / 775,- . De eigen bijdrage in familiezaken zal volgens het ontwerp verder worden verhoogd naar respectievelijk € 330,- / 400,- / 550,- / 700,- / 825,-.
1
Wijziging eigen bijdrage rechtsbijstand; invoering Diagnose en triage, met ingang van 1 juli 2011.
1
Ingeval sprake is van een zgn. bewerkelijke zaak of het overnemen van de zaak door een andere advocaat dient de rechtzoekende deze eigen bijdrage tweemaal te voldoen. Weliswaar kan een korting van € 50,- worden gekregen indien de rechtzoekende eerst naar het juridisch loket gaat en een verwijzing naar een advocaat via een zgn. diagnosedocument krijgt, maar in een scheidingssituatie wendt de rechtzoekende zich veelal rechtstreeks tot een advocaat. Het juridisch loket verstrekt immers slechts een algemeen advies, maar kan de rechtzoekende niet in rechte bijstaan. * In geval van een echtscheiding wordt een rechtzoekende geconfronteerd met meer kosten rond een echtscheiding, zoals de kosten van diverse uittreksels (veelal rond de € 12,- per stuk). Degenen die net boven de toevoegingsgrens zitten, dienen zelf de kosten van betekening door een deurwaarder te voldoen (ongeveer € 100,- per betekening). Per 1 januari 2012 zal de advocaat in alle gevallen moeten zorgdragen voor inschrijving van het 3 echtscheidingsverzoek in het huwelijksgoederenregister . De kosten van inschrijving zullen 4 € 175,- bedragen. 3.
De Minister wilde aanvankelijk de eigen bijdrage verhogen voor uitsluitend scheidingen en daarbij twee categorieën hanteren. De Minister heeft zijn plannen aldus bijgesteld dat een algehele verhoging wordt toegepast, waarbij echter toch een extra verhoging zal plaatsvinden voor scheidingszaken. Bovendien zal de verhoging niet alleen gelden voor echtscheidingen, maar ook voor alle scheidingsgerelateerde (vervolg)zaken, zoals omgang en alimentatie.
4.
De rechtzoekenden in scheidingszaken worden onevenredig getroffen door de bezuinigingen. Niet alleen worden zij geconfronteerd met sterk verhoogde griffierechten, zij krijgen ook nog eens een extra verhoogde eigen bijdrage opgelegd. Als rechtvaardiging hiervoor verwijst de Staatssecretaris naar de eigen verantwoordelijkheid van de burger. De Minister stelt in zijn brief van 8 maart 2011 over de toegang tot het recht: “De verhoging van de eigen bijdrage is met name gerechtvaardigd in het geval van de burgers mag worden verwacht dat zij meer verantwoordelijkheid nemen om zelf een voorziening te treffen voor de risico’s die zij in hun persoonlijk leven lopen”.
Dit is een geheel nieuw uitgangspunt in het kader van de gefinancierde rechtshulp. Het beginsel dat de burger toegang dient te hebben tot het recht geldt voor íedereen. Dit beginsel kent geen uitzondering voor situaties waarin de burger zichzelf (of een ander) in een moeilijk parket heeft gebracht. Wanneer de overheid aan de hand van gedragingen van de burger of gebeurtenissen in zijn leven gaat bepalen voor wie de deur wel open staat en voor wie de deur slechts op een kier wordt gezet, wordt afbreuk gedaan aan dit fundamentele beginsel en bevinden wij ons op een hellend vlak.
2
De inkomenscategorieën lopen van € 17.300,- tot € 24.600,- voor een alleenstaande en van € 24.201,- tot € 34.700,- voor gehuwden/samenwonenden/eenoudergezin. 3 Wet aanpassing gemeenschap van goederen. 4 Voorstel wijzigingsvoorstel kostendekkende griffierechten, pagina 5 artikel F aanpassing van artikel 23 lid 1. 2
5.
De “risico’s die burgers in hun persoonlijk leven lopen” kunnen vrij ruim worden opgevat. De Minister geeft niet aan waarom de situatie van scheiding daarin een bijzondere rol zou innemen. Hij benoemt wel de ‘eigen verantwoordelijkheid’ van burgers. Betekent dit dat wanneer (rechts)problemen ontstaan waar men zelf wellicht enige invloed op heeft, men zwaarder belast mag worden bij de toegang tot het recht? Bijvoorbeeld het onderdeel zijn van een burenruzie/geschil/overlast waarvoor de rechter moet worden ingeschakeld, het veroorzaken van een terechte reden van een ontslag, het verzeild raken in een erfrechtelijk geschil, het laten ontstaan van een huurachterstand enzovoort. Wanneer men de stelling van de Minister doortrekt, zijn er meer categorieën die voor een “eigen beursje” in aanmerking zouden komen. Niet alleen gaat de Minister hiermee op de stoel van de rechter zitten, het stelsel van gefinancierde rechtshulp wordt hiermee op oneigenlijke gronden uitgekleed.
6.
De Minister gaat er aan voorbij dat voor veel betrokkenen de scheiding geen eigen keuze is. Zij worden geconfronteerd met de beslissing van de ander. De andere partij heeft zich wellicht reeds enigszins kunnen voorbereiden, de “verlatene” kan volledig door de scheiding worden overvallen. Maar ook degene die de beslissing tot scheiding neemt, zal dit niet lichtvaardig doen. Juist in een periode die emotioneel zwaar is dienen beíde partijen te kunnen beschikken over een deskundige begeleiding bij de afwikkeling van alle juridische en financiële aspecten van de scheiding.
7.
De Minister geeft niet aan welke voorzieningen de betrokkenen zouden moeten treffen om in de eigen verantwoordelijkheid te voorzien. Een spaarplan voor de echtscheiding vanaf het moment van huwelijkssluiting, het aangaan van een lening (via internet, bij een kredietinstelling of een familielid) of het aangaan van een rechtsbijstandverzekering? Voor de laatste geldt dat de verzekeringsmaatschappijen in hun dekking tot nu toe wel mediation vergoeden, maar niet een echtscheiding met een eigen rechtshulpverlener of op tegenspraak. Wanneer de dekking hiermee zou worden uitgebreid, zal dit onherroepelijk leiden tot een verhoging van de premies.
8.
In Nederland zijn er ieder jaar ongeveer 35.000 echtscheidingen en wordt 60.000 maal een 5 samenwoning beëindigd. Totaal zijn daar 57.000 minderjarige kinderen bij betrokken . Uit de cijfers blijkt dat scheiding inmiddels een geaccepteerd maatschappelijk verschijnsel is, waar velen in hun leven mee te maken krijgen. Het is te prefereren wanneer partijen onderling kunnen komen tot afspraken over de scheiding. Het grootste deel van de scheidingen wórdt ook onderling afgewikkeld: 42% wordt geregeld via de advocaten van partijen, 13% door mediation en 22% op overige wijze (gezamenlijke advocaat, zelfstandig, internet). Slechts in 21% van de gevallen wordt een 6 scheiding inhoudelijk aan de rechter voorgelegd .
9.
Vanwege de emotionele en financiële impact van een scheiding, zeker ook voor de kinderen die daarbij zijn betrokken, is het verkrijgen van een snelle en rechtvaardige beslissing een groot maatschappelijk belang. Een slecht geregelde echtscheiding kan leiden tot uitval op het werk, tot armoede, spanningen tussen ouders en/of het ontbreken van contact tussen een ouder en een kind en problematiek bij de kinderen, op langere termijn. Voor het krijgen van
5
Handboek Scheiden en de Kinderen, Ed Spruijt en Helga Kormos 2010, hoofdstuk 3: Cijfers en feiten over scheiden en kinderen. 6 Onderzoek NTS NIPO “Scheiden in Nederland 2011”, uitgevoerd in opdracht van de vFAS. 3
zo’n snelle en rechtvaardige beslissing moet kwalitatief goede rechtshulp beschikbaar blijven voor iedereen, ook financieel gezien. 10.
Wanneer voldoende wordt geïnvesteerd in het toegankelijk maken van een deskundig begeleide en goed geregelde echtscheiding met een lange houdbaarheidsduur, dan loont dit voor de langere termijn. Er zal nadien minder behoefte zijn aan het starten van vervolgprocedure(s). Het is hierom van belang dat met name op het moment dat de scheiding moet worden geregeld, voor beíde partijen goed gekwalificeerde advocatuur en rechtspraak beschikbaar blijft. De beloning bestaat niet alleen uit de mindere belasting die dat oplevert op het budget van de rechtshulp en de rechtspraak, maar ook uit het kunnen voorkomen van de schadelijke gevolgen van een slecht geregelde scheiding voor de maatschappij in het algemeen en kinderen in het bijzonder.
11.
Het is zinvol geweest dat in de afgelopen jaren goed is ingezet op mediation. Voor deze categorie zal de eigen bijdrage niet worden verhoogd. Niet alle situaties lenen zich echter voor mediation, bijvoorbeeld wanneer vanwege de scheidingsproblematiek de communicatie zwaar is verstoord, in de situatie van huiselijk geweld danwel andere bijzondere situaties. In die gevallen moet men voldoende toegang tot een advocaat kunnen hebben.
12.
Uit de cijfers blijkt dat de advocatuur een grote rol speelt bij het tot stand komen van afspraken bij de scheiding. In die gevallen zal de scheiding inhoudelijk worden afgedaan door het sluiten van een convenant en behoeft de rechter de echtscheiding slechts te formaliseren door een marginale toetsing van het convenant en het verstrekken van een (echtscheidings)beschikking. De belasting voor het gerechtelijk apparaat is gering. Het keurig regelen van de scheiding op deze wijze heeft echter geen invloed op de kosten: ook voor deze gevallen wordt de eigen bijdrage voor de rechtshulp verhoogd en ook in deze gevallen geldt het verhoogde griffierecht.
13.
Wanneer het niet lukt om hetzij via mediation, hetzij via advocaten (in viergesprekken) tot oplossingen te komen, dan zal een geschil aan de rechter moeten worden voorgelegd. Uit het feit dat slechts in 1/5 van de gevallen de rechter wordt ingeschakeld voor een inhoudelijke beoordeling kan worden geconcludeerd dat de betrokkenen die de wil en de mogelijkheden hebben om er onderling uit te komen, de weg naar deze vorm van geschiloplossing weet te vinden. Voor een beperkte categorie blijkt die weg niet haalbaar. Ook zij dienen op korte termijn te kunnen beschikken over een gekwalificeerde advocaat, die een procedure voor hen kan starten. Het kan daarbij gaan om een bodemprocedure, maar ook om voorlopige voorzieningen of een kort geding. Juist in scheidingssituaties kunnen zich bijzonder emotionele en complexe situaties voordoen, bijvoorbeeld wanneer een ouder de kinderen niet kan zien of wanneer gezinsleden zonder financiële middelen zijn achtergelaten. Voor dergelijke situaties moet men snel een advocaat kunnen inschakelen en toegang tot de rechter hebben (voorlopige voorzieningen).
14.
Het is van belang er op te wijzen dat het incassorisico voor zowel het griffierecht als de eigen bijdrage volledig bij de advocaat ligt. De rechtbank vangt de procedure pas aan nádat het griffierecht door de advocaat is voldaan. De Raad voor Rechtsbijstand brengt op de vergoeding van de advocaat (die pas na volledige afronding zal worden uitbetaald) de eigen bijdrage in mindering, de advocaat dient deze in rekening te brengen bij de cliënt. Met de 4
verhoogde eigen bijdrage en de verhoogde griffierechten gaat het om een aanzienlijk incassorisico, zeker wanneer men dit afzet tegen de uiteindelijk door de Raad voor Rechtsbijstand te ontvangen vergoeding. Bijvoorbeeld: eigen bijdrage € 825,- en griffierecht € 250,- = totaal € 1.075,- incasso; op een vergoeding van de Raad van 10 punten (in een echtscheiding op tegenspraak) ad € 112,94 = € 1.120,94 minus de eigen bijdrage van € 825,- = € 295,94. Met een dergelijk groot incassorisico zal de advocaat eerst betaling verlangen van de rechtzoekende(n) alvorens zijn werkzaamheden aan te vangen en procedure(s) te starten. Het risico dat de kosten door de rechtzoekende(n) niet zullen worden voldaan wordt onaanvaardbaar groot, speciaal voor de kleinere kantoren. In een periode waarin cliënten zich graag gesteund willen zien door hun advocaat, zet deze situatie de relatie tussen de advocaat en zijn cliënt onder druk. Dit geldt te meer in de situatie dat hoger beroep moet worden ingesteld, en naast een nieuwe eigen bijdrage ook de verhoogde griffierechten van € 313,- tot € 938,- moeten worden voldaan, dit alles onder de tijdsdruk van een fatale beroepstermijn. 15.
Met name in de situaties waar een voorlopige voorziening of een kort geding noodzakelijk is (geweld, geen contact kinderen, geen alimentatie) zal het gaan wringen. De lagere inkomenscategorieën zullen niet makkelijk of helemaal niet op korte termijn over de verschuldigde bedragen kunnen beschikken. Ook bij de laagste categorie van de onvermogenden, die een inkomen op absoluut minimumniveau hebben, gaat het om bedragen van € 330,- eigen bijdrage en € 125,- griffierecht. Hoe moet dit worden voldaan, wanneer de andere echtgenoot zijn inkomen op een andere rekening laat storten en andere gelden niet of niet meer voorhanden zijn? De bijzondere bijstand biedt geen soelaas meer, nu de gemeenten de aanbeveling hebben gekregen niet zonder meer een tegemoetkoming te verstrekken in 7 deze kosten , danwel de bijzondere bijstaand is komen te vervallen. Hiermee is de belemmering in de toegang tot het recht een feit: er is op korte termijn rechtshulp en een beslissing van de rechter nodig, maar vanwege de financiële drempel is de burgers van de toegang tot het recht afgesloten.
16.
De drempel treft de onvermogenden en de middengroepen, die ook al de gevolgen ondervinden van de overige bezuinigingen die door de overheid zijn aangekondigd, bijvoorbeeld voor wat betreft het Kindgebonden budget, de verlaging van de tegemoetkoming kinderopvang en het aanscherpen van de voorwaarden voor een alleenstaande ouderkorting. Scheidende mensen worden hiernaast getroffen door de gevolgen van de financiële crisis doordat zij worden geconfronteerd met onverkoopbare woningen, restschulden na verkoop, tegenvallende beleggingsresultaten in (spaar)polissen die wel moeten worden verdeeld en verhoogde eisen aan het afsluiten van een nieuwe hypotheek. Hier komt bij dat zich extra kosten voordoen doordat van hetzelfde inkomen twee huishoudens moeten worden gerund, twee woningen moeten worden bewoond, dubbele kinderkamers moeten worden ingericht enzovoort.
7
Brief Ministerie SZW aan Colleges van Burgemeester en Wethouders d.d. 30 juni 2011, paragraaf 3. 5
17.
In 2009 hebben 47% van de scheidende vrouwen een toevoeging ontvangen voor de 8 echtscheidingsprocedure en 28% van de mannen . Vrouwen zijn veelal financieel minder draagkrachtig dan mannen en hierom eerder aangewezen op het stelsel van gefinancierde rechtshulp. De drempel, die door de bezuinigingen wordt opgeworpen, zal deze groep harder treffen. In het overgrote deel van de gevallen blijven vrouwen zorgen voor de kinderen, zodat ook de kinderen de gevolgen hiervan ondervinden. Dit betreft niet alleen de gevolgen van de financiële krapte, maar ook het ongeregeld laten van mogelijk onrechtvaardige situatie(s), doordat rechtshulp en rechtspraak niet danwel onvoldoende toegankelijk zijn.
18.
Wanneer men vanwege de echtscheiding onder het minimum uitkomt, zal een beroep op de bijstand worden gedaan. De gemeente stelt veelal als voorwaarde dat eerst aanspraak wordt gemaakt op alimentatie, waarvoor door de aanvrager een procedure tegen de ex-echtgenoot moet worden gestart. Terwijl de overheid enerzijds de burger dwingt tot procederen, worden anderzijds zodanige financiële drempels opgeworpen dat procederen niet betaalbaar is.
19.
Door de hoge kosten ontstaat het gevaar dat alleen de meest draagkrachtige van de partijen zich kan laten adviseren en voorstellen ter afwikkeling kan (laten) doen. Wanneer de andere partij de kosten van eigen rechtshulp niet kan of durft aan te gaan, zal deze zich hier mogelijk maar in voegen. Niet ondenkbeeldig is dat, om dubbele kosten te voorkomen, ook enige druk van de andere (draagkrachtige) partij zal worden uitgeoefend om in te stemmen met het zijnerzijds gedane voorstel. Dit draagt het risico in zich dat wordt ingestemd met een regeling, die onvoldoende recht doet aan de belangen van de ander. Wanneer achteraf blijkt dat een onjuiste, onvolledige of onrechtvaardige regeling tot stand is gekomen, zijn de problemen veel groter. Niet alleen moeten dan alsnóg alle kosten worden gemaakt om de zaak weer recht te zetten, lang niet altijd zal een reparatie überhaupt nog mogelijk zijn.
20.
In de markt werpen zich steeds meer spelers op die aanbieden een echtscheiding voor een bodemprijs te regelen. Voor dergelijke bodemprijzen kan geen afdoende inhoudelijke, juridische en financiële begeleiding worden geboden. Met de verhoogde kosten voor het inschakelen van een advocaat wordt het steeds aantrekkelijker dergelijke ‘prijsknallers’ in te schakelen, met alle maatschappelijke gevolgen vandien.
21.
Het aantal scheidingsprocedures is al een aantal jaren vrij stabiel. Er is zelfs een lichte daling 9 te constateren van het aantal toevoegingen, die voor echtscheidingen worden verstrekt . Wel blijkt het aantal procedures over scheidingsgerelateerde zaken in de laatste jaren te zijn 10 gestegen . Het betreft onder andere de onderwerpen alimentatie, ouderlijk gezag/voogdij en omgangsregelingen. Hieruit kan het belang kunnen worden afgeleid van een goed geregelde echtscheiding in eerste instantie.
22.
De toename van scheidingsgerelateerde zaken zal gedeeltelijk worden veroorzaakt door het beëindigen van samenwoonrelaties. Bij de beëindiging van samenwoonrelaties doet zich de complicatie voor dat er geen procedure bestaat waarin de diverse onderwerpen gezamenlijk kunnen worden voorgelegd aan de rechter, zoals dat wel kan bij een echtscheiding (verdeling van zorg en opvoeding, alimentatie, afwikkeling vermogen). Voor ieder onderwerp dient een procedure te worden gestart, hetgeen uiteraard een groter beroep op het (gerechtelijk) stelstel
8
‘Hoeveel kost gesubsidieerde rechtsbijstand voor scheidingen?’, dr. M.J. ter Voert en drs. T. Geurts, FJR afl. 7/8, juli/augustus 2011 9 Volumeanalyse Raad voor Rechtsbijstand eerste half jaar 2011. 10 zie noot 8. 6
met zich mee brengt. Er kan winst worden behaald indien ook voor ex-samenwoners één samenhangende procedure zou worden ingevoerd. De Minister heeft aangekondigd een wetsvoorstel terzake voor te bereiden. 23.
Hetzelfde geldt voor het onderwerp alimentatie, voor welk onderwerp een toename in de toevoegingen te constateren is. Ook over dit onderwerp wordt reeds discussie gevoerd en wordt bezien of tot een vereenvoudiging van de wijze van berekenen van een (kinder)alimentatieverplichting kan worden gekomen. Dit zal mogelijk leiden tot vermindering van het aantal geschillen over alimentatie.
24.
Wellicht zijn meerdere slagen te maken en te winnen door het invoeren van efficiëntere procedures en methodes. Vanuit de Orde van Advocaten en de Raad voor Rechtsbijstand zijn bovendien alternatieven aangedragen voor de thans voorgenomen bezuinigingen, waarbij de 11 taakstelling op een evenwichtiger wijze wordt behaald .
25.
In zijn brief van 31 oktober jl. stelt de Staatssecretaris de (gevolgen van de) wetsontwerpen op genoemde terreinen af te wachten, enkele van de aangedragen alternatieven af te wijzen en deze gedeeltelijk nader te zullen onderzoeken. Het is echter zaak deze aanpassingen eerst in te voeren en de alternatieven serieus te onderzoeken. Mogelijk zal de taakstelling reeds op deze wijze worden behaald. Wat thans voorligt is echter de kwestie omkeren: het opwerpen van drempels in de toegang tot het recht vóórdat voldoende alternatieven onderzocht zijn. Partijen hebben immers geen keuze: zij dienen een advocaat in te schakelen voor het aanvragen van een echtscheiding en om de geschillen waar zij zelf niet uit kunnen komen, voor te leggen aan een rechter. Door hen hierbij te confronteren met de hoge kosten zoals de Minister voorstaat, komt de toegang tot het recht onmiskenbaar in gevaar.
De vFAS doet een beroep op u om uw goedkeuring te onthouden aan de voorliggende bezuinigingen op de gefinancierde rechtshulp en de verhoging van de griffierechten. 8 november 2011 vFAS, vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators, namens het bestuur, i/o
Mw. mr. E.A.T.M. Steverink bestuurslid
11
Brieven van de Orde van Advocaten en Raad voor Rechtsbijstand van 24 februari 2011, 20 mei 2011 en 7 juni 2011 aan de Minister betreffende taakstelling gefinancierde rechtsbijstand uit regeerakkoord 2010. 7
Samenvatting reactie vFAS op de aangekondigde bezuinigingen in de gefinancierde rechtshulp en de verhoging van de griffierechten 1.
De cumulatie van kosten bij de scheiding maakt dat de toegang tot de rechter voor de lagere inkomens sterk wordt bemoeilijkt of onmogelijk wordt gemaakt.
2.
Er bestaat geen rechtvaardiging om burgers in een scheidingssituatie zwaarder te belasten dan anderen: de “eigen verantwoordelijkheid” geldt wel voor meer gebeurtenissen of gedragingen. Daar komt bij dat de scheiding voor velen geen eigen keuze is.
3.
Een scheiding is een ingrijpende gebeurtenis die juridisch en financieel goed moet worden geregeld. Iedereen moet daarbij toegang tot deskundige hulp hebben.
4.
Dit geldt zeker in geval een spoedvoorziening nodig is, bijv. om weer contact met de kinderen te kunnen krijgen.
5.
Vrouwen zijn vaker dan mannen aangewezen op gefinancierde rechtsbijstand, de verhoogde kosten treffen hen extra zwaar.
6.
Het risico bestaat dat de meest draagkrachtige partij de scheiding gaat regelen, waar de ander zich noodgedwongen bij neerlegt.
7.
Wanneer men zich vanwege de hoge eigen bijdrage wendt tot een ondeskundige begeleiding levert dit uiteindelijk meer (juridische en maatschappelijke) kosten op, zowel voor de betrokkenen als voor de rechtspraak.
8.
Een slecht geregelde scheiding leidt tot grote schade voor de betrokkenen, maar ook voor de maatschappij als geheel (uitval, armoedeval, verstoorde contacten, emotionele impact op kinderen, noodzaak vervolgprocedures).
9.
De verhoogde kosten belemmeren juist de groep van on- en minvermogenden, die ook al worden getroffen door veel andere bezuinigingsmaatregelen van de overheid en de financiële crisis (onverkoopbare woningen, waardedaling polissen, vermindering toeslag kinderopvang, dubbele woonlasten door scheiding enz).
10.
Het grote incassorisico voor de advocaat zet de relatie tussen de advocaat en de cliënt onder grote druk, vooral in spoedeisende situaties.
11.
Er kan winst worden behaald in meer efficiëntere procedures en methoden, alsmede in de aangedragen alternatieven voor de bezuiniging. De resultaten hiervan zouden eerst moeten worden afgewacht alvorens de huidige drempels worden opgeworpen.
8 november 2011
8