Bron: Brochure Kinderopvangtoeslag 2008, mei 2008 van de Belastingdienst/Toeslagen
Kinderopvangtoeslag Krijgt u kinderopvangtoeslag? Dan is deze brochure interessant voor u. U vindt hierin alles over de kinderopvangtoeslag nog eens op een rij. De kinderopvangtoeslag is een bijdrage in de kosten voor kinderopvang. Belastingdienst/Toeslagen betaalt de kinderopvangtoeslag uit. In deze brochure ontvangt u informatie over de volgende onderwerpen: 1. Wie krijgt kinderopvangtoeslag? Aan welke voorwaarden moet u voldoen om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag. 2. Hoe werkt kinderopvangtoeslag? Wat kunt u van de Belastingdienst verwachten. 3. Wijzigingen? Geef ze door! Welke wijzigingen moet u aan de Belastingdienst doorgeven. 4. Bijzondere situaties In welke bijzondere situaties kunt u ook kinderopvangtoeslag krijgen. 5. Andere toeslagen? Kijk of u er recht op hebt.
1. Wie krijgt kinderopvangtoeslag? 1.1 Voorwaarden Als u gebruik maakt van kinderopvang, kunt u een bijdrage krijgen in de kosten. Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag moet u wel aan de onderstaande voorwaarden voldoen. •
• • • •
• •
U hebt één of meer inwonende kinderen die gebruikmaken van geregistreerde kinderopvang. Uw opvangorganisatie moet geregistreerd zijn bij de gemeente. Dit kan ene kinderdagverblijf, crèche, gastouder of buitenschoolse opvang zijn. Uw kind(eren) staan bij de gemeente ingeschreven op uw woonadres. Het kind waarvoor u kinderopvangtoeslag vraagt, zit nog niet op het voortgezet onderwijs. U of uw toeslagpartner betaalt de kosten voor kinderopvang. U hebt de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfsvergunning of u woont in een EU-land, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland. Dit geldt ook voor uw toeslagpartner en kind(eren). U krijgt kinderbijslag, of u geeft per kwartaal minimaal €400 uit aan de kosten voor het levensonderhoud per kind. U werkt, of u krijgt een bijdrage in de kosten van kinderopvang van het UWV of de gemeente. U werkt in loondienst, u hebt winst uit onderneming of inkomsten uit andere werkzaamheden. Of u werkt mee in de onderneming van uw toeslagpartner (als deze ook uw fiscaal partner is). Hebt u geen werk, woont of werkt u in het buitenland of bent u co-ouder of alleenstaande ouder? Kijk dan op pag. 4 bij bijzondere situaties.
1.2 Toeslagpartner Uw echtgenoot of geregistreerd partner is uw toeslagpartner. Maar ook iemand anders met wie u samenwoont kan uw toeslagpartner zijn. Bijvoorbeeld een vriend, vriendin, broer of zus. Kijk voor meer informatie op www.toeslagen.nl of in de toelichting bij het aanvraag- of wijzigingsformulier.
2. Hoe werkt kinderopvangtoeslag? 2.1 Kinderopvangtoeslag aanvragen Als u aan alle voorwaarden voldoet, hebt u recht op kinderopvangtoeslag vanaf het moment dat u gebruikmaakt van kinderopvang. U kunt kinderopvangtoeslag ook met terugwerkende kracht aanvragen. U kunt kinderopvangtoeslag over 2008 aanvragen tot 1 april 2009. Krijgt u of uw toeslagpartner uitstel voor het doen van de aangifte inkomstenbelasting 2008? Dan hebt u ook uitstel voor het aanvragen van kinderopvangtoeslag. 2.2 Voorschot Als u recht hebt op kinderopvangtoeslag, krijgt u van de Belastingdienst een voorschot. Dit voorschot is gebaseerd op een voorlopige berekening. De Belastingdienst gaat uit van het inkomen en uw kosten voor kinderopvang zoals die op dat moment bekend zijn. Binnen acht weken na uw aanvraag krijgt u van de Belastingdienst bericht over de hoogte van uw kinderopvangtoeslag 2008. Dit is een voorschotbeschikking. Vanaf dan krijgt u ook kinderopvangtoeslag uitbetaald. 2.3 Definitieve berekening Als 2008 voorbij is, krijgt u de definitieve berekening. Dan zijn namelijk uw werkelijke inkomensgegevens over 2008 bekend. U ontvangt de definitieve berekening na 1 april 2009. Als blijkt dat u te weinig hebt gekregen, krijgt u alsnog een bedrag uitbetaald. Hebt u te veel gekregen, dan moet u terugbetalen. 2.4 Eén keer aanvragen U hoeft de kinderopvangtoeslag maar één keer aan te vragen. Aan het eind van elk jaar krijgt u vanzelf een nieuwe voorschotbeschikking. Hierin staat uw toeslagbedrag voor het volgende jaar. De Belastingdienst gaat daarbij uit van de gegevens die zij op dat moment van u hebben. 2.5 Als gegevens niet kloppen Kloppen de gegevens op uw voorschotbeschikking niet? Of verandert er iets in uw situatie of inkomen? Geef dan een wijziging aan de Belastingdienst door. De Belastingdienst maakt dan een nieuwe berekening van uw voorschot. Op pagina 3 leest u meer over wijzigingen. 2.6 Bezwaar Bent u het niet eens met bijvoorbeeld de definitieve berekening of stopzetting van uw toeslag? Dan kunt u bezwaar maken. Op www.toeslagen.nl vindt u hoe u dit moet doen. U kunt ook de BelastingTelefoon bellen. 2.7 Hoeveel toeslag? Hoeveel kinderopvangtoeslag u krijgt, hangt af van het inkomen. Hoe lager het inkomen, hoe hoger het toeslagbedrag. Maar ook de kosten voor kinderopvang bepalen de hoogte van uw toeslag. Met de proefberekening op www.toeslagen.nl kunt u de hoogte van de kinderopvangtoeslag berekenen. 2.8 Kinderopvangtoeslag aanvragen e U krijgt kinderopvangtoeslag in maandelijkse termijnen. Rond de 20 van de maand maakt de Belastingdienst dit bedrag aan u over. Dit gebeurt een maand vooruit. Ligt uw toeslagbedrag tussen € 24,- en € 60,- per jaar? Dan wordt uw toeslag in één keer uitbetaald. Bedragen lager dan € 24,- per jaar betaalt de Belastingdienst niet uit. Indien u opvang afneemt bij de SKE is het alleen mogelijk dat de Belastingdienst de kinderopvangtoeslag rechtstreeks aan u zelf overmaakt. U betaalt dan zelf het hele bedrag aan de SKE.
3. Wijzigingen? Geef ze door! Verandert er iets in uw gezinssituatie of in de kinderopvang? Of gaat uw inkomen omhoog of omlaag? Dan kan dit gevolgen hebben voor de hoogte van uw toeslag. Geef wijzigingen dus zo snel mogelijk aan de Belastingdienst door. Zo loopt u geen geld mis of voorkomt u dat u na afloop een bedrag moet terugbetalen. 3.1 Welke wijzigingen geeft u door? • De kinderopvang wijzigt. Bijvoorbeeld als één of meer kinderen meer of minder uren naar de opvang gaat; naar een ander soort opvang gaat; niet meer naar de opvang gaat. Of u wilt voor een ander kind toeslag aanvragen. Of het uurtarief van de opvang wijzigt. • Uw inkomen of dat van uw toeslagpartner wijzigt. Geef het nieuwe inkomen aan de Belastingdienst door. De Belastingdienst krijgt pas na afloop van het jaar de inkomens door van de werkgevers of uitkeringsinstanties. Dus als u of uw toeslagpartner in de loop van het jaar meer of minder gaat verdienen, moet u dit zelf doorgeven. • De werk- of uitkeringssituatie wijzigt. • De bijdrage van het UWV of de gemeente wijzigt. • U gaat samenwonen of trouwen. Geef de gegevens van uw partner aan de Belastingdienst door. Het inkomen van uw partner telt mee voor de kinderopvangtoeslag. • U en uw toeslagpartner gaan uit elkaar. Geef aan de Belastingdienst door dat u geen toeslagpartner meer hebt. Het inkomen van uw ex-partner telt niet langer mee voor de kinderopvangtoeslag. Let op: wonen er nog andere mensen bij u in huis? Dan kan het zijn dat één van hen uw nieuwe toeslag partner wordt. • Uw toeslagpartner is overleden. Als de kinderopvangtoeslag op uw naam staat, geeft u aan de Belastingdienst door dat u geen toeslagpartner meer hebt. Als de kinderopvangtoeslag op naam van uw overleden partner staat krijgt u vanzelf bericht dat de kinderopvangtoeslag stopt. Als de kinderen bij u blijven wonen en naar de kinderopvang blijven gaan, dan kunt u zelf kinderopvangtoeslag aanvragen. • Het rekeningnummer wijzigt. Geef uw nieuwe rekeningnummer aan de Belastingdienst door. • U wilt uw kinderopvangtoeslag stopzetten. Geef aan de Belastingdienst door met ingang van welke datum u geen kinderopvangtoeslag meer wilt krijgen. Dit kan ook met terugwerkende kracht. U krijgt dan een bevestiging van het stopzetten en een acceptgiro om het teveel gekregen bedrag terug te betalen. 3.2 Wie geeft de wijzigingen door? De persoon die als aanvrager bekend is, geeft ook de wijzigingen door. Op de voorschotbeschikking die u van de Belastingdienst hebt gekregen, kunt u zien wie dit is. 3.3 Hoe geeft u wijzigingen door? Wijzigingen geeft u door met het aanvraag- en wijzigingsprogramma kinderopvangtoeslag. Dit kunt u downloaden op www.toeslagen.nl. Of bel de BelastingTelefoon: 0800-0543 om een wijzigingsformulier aan te vragen.
4 Bijzondere situaties Hebt u geen werk, woont of werkt u in het buitenland of bent u co-ouder of alleenstaande ouder? U kunt dan toch kinderopvangtoeslag aanvragen. 4.1 Student U kunt kinderopvangtoeslag krijgen als u één van de volgende opleidingen in Nederland volgt: • Vmbo, havo of vwo (zowel regulier voortgezet onderwijs als volwassenenonderwijs). • Bachelor en masteropleidingen (hoger beroepsonderwijs, universitair onderwijs en bepaalde vormen van particulier hoger onderwijs). • Beroepsopleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs (ook particulier). Zit u op een ander type school? U kunt ook kinderopvangtoeslag krijgen als u studiefinanciering of een tegemoetkoming in de studiekosten krijgt. Let op! Als u studeert is het niet noodzakelijk dat u een bijdrage van UWV of de gemeente krijgt. Als u jonger bent dan 18 jaar, recht op bijstand hebt en een opleiding volgt, kunt u ook kinderopvangtoeslag aanvragen. 4.2 Kunstenaar U kunt kinderopvangtoeslag krijgen als u een uitkering hebt en een traject naar werk op grond van de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) volgt. Omdat u geen werkgeversbijdrage krijgt, vergoedt de gemeente ook nog 1/6 van de kosten voor kinderopvang. U krijgt het geld rechtstreeks van UWV of de gemeente. Geldt deze situatie ook voor uw toeslagpartner? Dan vergoedt de gemeente maximaal 1/3 van de kinderopvangkosten. 4.3 Re-integratietraject via UWV of gemeente U kunt kinderopvangtoeslag krijgen als u geen uitkering krijgt en als werkzoekende geregistreerd staat bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI).Bij deze re-integratietrajecten krijgt u geen extra toeslag. Daarom vergoedt UWV of de gemeente ook nog 1/6 van de kosten voor kinderopvang. U krijgt het geld rechtsreeks van UWC of de gemeente. Geldt deze situatie ook voor uw toeslagpartner? Dan vergoeden UWV en de gemeente samen maximaal 1/3 van de kinderopvangkosten. 4.4 Re-integratietraject via de werkgever U kunt kinderopvangtoeslag krijgen als u arbeidsongeschikt bent en u langzaam weer aan het werk gaat. Uw werkgever betaalt uw uitkering en re-integratie. 4.5 Inburgeringstraject U kunt kinderopvangtoeslag krijgen als u via de gemeente een inburgeringstraject volgt. Omdat u geen extra toeslag krijgt, vergoedt de gemeente ook nog 1/6 van de kosten voor kinderopvang. U krijgt het geld rechtstreeks van de gemeente. Geldt deze situatie ook voor uw toeslagpartner? Dan vergoedt de gemeente maximaal 1/3 van de kinderopvangkosten. 4.6 In het buitenland wonen U kunt kinderopvangtoeslag krijgen als u en uw gezin in een EU-land of in Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland wonen. U werkt in Nederland, of probeert de kans op werk te verbeteren. Uw eventuele toeslagpartner werkt in Nederland of in een EU-land, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland. Of uw toeslagpartner krijgt in het woonland een uitkering of andere voorziening die vergelijkbaar is met de Nederlandse voorzieningen. Uw toeslagpartner moet een BSN/sofi-nummer hebben. Als uw partner deze niet heeft, kunt u de BelastingTelefoon Buitenland bellen.
4.7 In het buitenland werken U kunt kinderopvangtoeslag krijgen als u in Nederland woont, maar werkt in een EU-land, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland. Voor u gelden geen aanvullende voorwaarden. 4.8 Co-ouder U en uw ex-partner kunnen allebei kinderopvangtoeslag krijgen als u ieder een deel van de week voor uw kinderen zorgt. Het kind staat ingeschreven op uw woonadres of dat van uw ex-partner. 4.9 Alleenstaande ouder U kunt kinderopvangtoeslag krijgen als u alleenstaande ouder bent en werkt. U krijgt dan evenveel kinderopvangtoeslag als een gezin met twee werkende ouders. Kijk voor meer informatie over deze situaties op www.toeslagen.nl.
5. Andere toeslagen? Behalve kinderopvangtoeslag betaalt de Belastingdienst ook huurtoeslag, zorgtoeslag en kindertoeslag uit. Wilt u weten of u deze toeslagen kunt krijgen? Kijk dan op www.toeslagen.nl.