NetWare
3/1 Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
Performanceproblemen oplossen
Bij ‘100 procent’ denkt u aan perfectie. Niets is minder waar. Beheerders beginnen het enigszins benauwd te krijgen als hun Novell-fileserver langere perioden een 100% processorgebruik (CPU-utilisation) aangeeft. Omdat performance een zeer belangrijke factor is in het succes van Novell, spant Novell zich in om performanceproblemen op de directory services (NDS) of op het operating system voortvarend op te lossen. Overigens beïnvloedt niet alleen de processorbelasting de totale performance; een machine met een 100% processorgebruik kan best goed functioneren. De waarde die het processorgebruik op het scherm weergeeft is het gemiddelde gebruik van de totale processorcapaciteit in de laatste seconde (dit is het update-interval). De rest wordt gebruikt voor het ‘idle loop’-proces. Eigenlijk wordt dus aangegeven hoeveel tijd van de laatste seconde de processor met iets bezig was. Er zijn enkele processen die zeer inefficiënt omgaan met het gebruik van de processorcapaciteit, zoals bijvoorbeeld de virusscanner NLM’s, de database-engine Arcserve, of wanneer een ‘rconsole’-sessie wordt geopend, wat een 100% processorbelasting kan veroorzaken. Als u regelmatig met dergelijke processen te maken hebt, is het handig de instelling ‘cpu hog timeout amount’ wat ruimer dan de standaard van één minuut in te stellen. Dit voorkomt dat
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-1
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
het operating system denkt dat de processor wordt ‘opgegeten’ door een proces en vervolgens zichzelf gaat reboten.
NLM vergelijken met DDL
Als 100% processorgebruik een korte tijd in beslag neemt, kan het geen kwaad, maar duurt het 15 minuten of langer, dan worden connecties verbroken en gaan gebruikers klagen over de performance, en dan kan het zijn dat er een probleem is. Let wel: een hoge gebruiksfactor is geen indicator van problemen. Het komt in de praktijk wel eens voor dat er in MONITOR.NLM een cosmetisch probleem is. Er wordt bijvoorbeeld continu aangegeven dat de load 96% is terwijl de machine toch niets doet. U kunt dan proberen om een NLM (staat voor Novell Loadable Module, te vergelijken met een DLL onder Windows) te ontladen, want op dat moment vindt er een herbepaling van het percentage plaats. Op deze wijze kunt u controleren of het probleem inderdaad verdwijnt of dat er een diepgaandere analyse nodig is. Wat is een ‘normale’ processor (CPU)-belasting? De normale belasting verschilt per server en hangt af van het antwoord op de volgende vragen: Welke acties vinden plaats op de server? Zitten er bijvoorbeeld een paar honderd gebruikers aan vast? Dient het apparaat als applicatieserver of komt er, bijvoorbeeld, de post voor tienduizend gebruikers op binnen? De enige manier om op bovenstaande vragen het antwoord te vinden is door te monitoren. Novell heeft hier onder andere ‘ManageWise’ voor, waarin een ‘longterm cpu load’grafiek voorkomt.
3/1-2
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
NetWare
Dertigdagengrafiek.
Basisgemiddelde
In bovenstaande figuur ziet u een dertigdagengrafiek van een server waarop gemiddeld 200 tot 250 gebruikers zijn ingelogd. U moet er wel rekening mee houden dat hoe groter de tijdsfactor hoe meer de data wordt geschaald en uitgemiddeld. De langetermijngrafiek is dus uitstekend geschikt om een baseline (basisgemiddelde) te bepalen. Daarna kunt u met dag- en uurgrafieken inzoomen op de eventuele afwijkingen van deze baseline. In de grafiek van de figuur valt bijvoorbeeld prima te constateren dat er op vrijdagavond en zaterdagochtend een behoorlijke piekbelasting voorkomt, die, zo blijkt uit een analyse, wordt veroorzaakt door de back-up via Arcserve. Een situatie waarbij u vaak hoge gebruikswaarde ziet, is als iedereen om acht uur ’s ochtends inlogt in de wat grotere netwerkomgevingen. Doordat de server de passwords moet decrypten, wat een zeer processorintensieve procedure is, ziet u het gebruik omhoogschieten. De maandgrafiek is echter te grof om te reageren op concrete klachten, en u zult dan ook met kortere en dus nauw-
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-3
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
keuriger tijdsschalen moeten werken. Dit kan bijvoorbeeld met de uurgrafieken uit ManageWise, zoals in onderstaand voorbeeld, maar kan ook met een Onsite Pro.
Maandgrafiek.
Uiteraard geldt dat u bij problemen de grafieken zelf regelmatig moet opslaan, want de data veroudert en verandert snel. We hebben de eerste stap gezet om te achterhalen of er van een probleemsituatie sprake is. We kunnen nu de voorwaarden voor een oplossingstraject nader bekijken: 1. Zorg ervoor dat de laatste patches zijn geïnstalleerd. Voor NetWare 5 is de laatste patch ‘sp6a’ (inclusief postNDS en NDPS-patches) en voor NetWare 4.11 is dat ‘sp9’. Novell steekt veel energie in het maken van patches en zal dus altijd verwijzen naar de laatste patches, waarin veelal een groot aantal problemen is opgelost. Het lezen van de
3/1-4
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
NetWare
bijbehorende releasenotes en opmerkingen kan meteen een goed referentiekader geven om eventuele symptomen te herkennen. Vooral als u niet onmiddellijk het supportpack wilt installeren maar wel op de hoogte wilt zijn van de problemen die door Novell en gebruikers zijn geconstateerd. Uiteraard geldt hetzelfde voor de clientversies. Als u bijvoorbeeld veel problemen hebt met NT-werkstations, kan het heel verhelderend zijn dezelfde acties ook eens te proberen met een Windows 95- of 98-station. 2.
Zorg ervoor dat de meest recente drivers zijn geïnstalleerd. Novell raadt zelfs aan alleen gecertificeerde drivers te gebruiken. Op http://developer.novell.com kunt u achterhalen welke dat zijn, maar voor een aantal fabrikanten geldt dat de meest recente drivers op hun eigen website staan. Bij NetWare 5 is het ook handig de HAM-drivers te gebruiken en niet meer de dsk-drivers, want deze worden niet meer ondersteund. 3.
Sluit alle normale zaken die fouten kunnen veroorzaken uit. Denkt u hierbij aan zaken als: zit de stekker er wel in, is de patchkabel aangesloten op de juiste poort, enzovoort. Vervang bijvoorbeeld de patchkabel door een andere, check of de poorten qua snelheid en duplex-instellingen matchen, enzovoort. Denkt u ook aan zaken als: • controleren van support.novell.com op het voorkomende probleem; • leg het vraagstuk voor aan de nieuwsgroepen of de Lanny-helpdesk (www.Lanny.nl); • controleer alle hardware op de fysieke staat; • controleer via bijvoorbeeld Compaq Inside Manager of alle componenten naar behoren functioneren;
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-5
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
•
• •
4. • • •
controleer of het probleem een rechtenkwestie is; het lijkt of er sprake is van een performanceprobleem, terwijl het in werkelijkheid een rechtenprobleem is; controleer de synchronisatiestatus van de NDS; reboot de server om te kijken of het een eenmalig probleem was. Verzamel informatie. wanneer en hoe vaak doet het probleem zich voor, is het probleem te repliceren; is er recentelijk iets veranderd, bijvoorbeeld installatie van een servicepack; heeft het betrekking op het hele netwerk of een gedeelte?
5. Zorg voor up-to-date documentatie. Zorg ervoor dat als u Novell Technical- of een andere support moet inschakelen, dat alle benodigde informatie voorhanden is, bijvoorbeeld een overzicht van de partities en de verdeling van de replica’s over de servers. Overzicht partities en de verdeling van replica’s over de servers.
3/1-6
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
NetWare
Via screenshots van de NDS-manager en een beetje HTML is vrij eenvoudig een behoorlijke documentatie te maken. Uiteraard kun u hiervoor ook een pakket als Visio gebruiken. Handige gegevens
Andere handige gegevens om bij de hand te hebben zijn de console.log, abend.log en de configuratiegegevens van het serverpark. Niets is zo vervelend als wanneer iemand u vraagt hoeveel geheugen ergens in zit of wat voor processor en u dit eerst moet zien te achterhalen. 6. Strip het systeem (softwarematig). Om uit te sluiten dat de problemen veroorzaakt worden door een enkele slecht geschreven NLM, kunt u het systeem zo kaal mogelijk starten. Dit kan door het verwijderen uit de autoexec.ncf van zaken als de virusscanner, het back-uppakket, nameserverfuncties en dergelijke. Houd er wel rekening mee dat deze services dan ook daadwerkelijk niet draaien en wees daarop voorbereid. Als u bijvoorbeeld het performanceprobleem oplost door de virusscanner uit te zetten en er breekt vervolgens een ware virusstorm los, bent u nog verder van huis. Nu we bovenstaande hebben gedaan, kunnen we gaan kijken of de instellingen van het operating system wel goed staan. Het operating system bestaat uit een aantal onderdelen, namelijk: • netwerkresources; • disk; • processor; • NDS-resources. Uiteraard dienen deze voldoende beschikbaar te zijn om een machine goed te laten functioneren. Als u in een machine 64 MB geheugen stopt en er vervolgens duizend
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-7
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
gebruikers aanhangt, zal het niet lang duren voor de eerste gebruiker zich meldt met de mededeling dat het systeem ‘nogal traag’ is.
Standpunt Novell
Voordat we de instellingen bekijken is het goed te weten welk standpunt Novell hierbij inneemt. Het operating system Novell NetWare verdeelt de capaciteit om bronnen te openen als deze nodig en voorhanden zijn. Op het moment dat er een verzoek voor bijvoorbeeld het gebruik van ManageWise binnenkomt, wordt er niet meteen een nieuwe buffer geopend, maar zal eerst worden gewacht of er niet binnen een bepaalde tijd een buffer beschikbaar komt. Is dat niet het geval, pas dan worden nieuwe buffers aangemaakt. De dynamische waarden voor de verdeling van de capaciteit worden door een drietal factoren beïnvloed, namelijk: • maxima: de maximale hoeveelheid resources die voor een bepaalde service kunnen worden gebruikt; • minima: de minimale hoeveelheid resources die beschikbaar zijn als er een verzoek voor een service wordt gedaan; • wachttijd: de tijd waarin wordt gewacht voordat er nieuwe resources worden aangesproken. Het zal duidelijk zijn dat voor een bepaalde service een laag minimum een slechtere response geeft dan een hoog minimum. Ook de wachttijd is hierop van invloed: hoe korter deze is, hoe sneller resources voor een bepaalde service ter beschikking komen. Aan de andere kant kan een wachttijd voorkomen dat er te snel voor alles en nog wat resources permanent worden aangesproken, waardoor voor andere processen minder resources ter beschikking staan. Het doel is te komen tot een optimale samenhang tussen
3/1-8
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
NetWare
deze factoren en daarvoor zullen bepaalde instellingen moeten worden aangepast en eventueel heraangepast, afhankelijk van het resultaat. Communicatie parameters Deze parameters bepalen de instellingen voor communicatiebuffers.
Swap area
‘Packet receive-buffers’ is een gedeelte van het servergeheugen dat gereserveerd is voor het tijdelijk stallen van datapakketten. In feite is het een soort swap area of wachtgebied, waar de pakketten blijven staan die van een netwerkkaart komen totdat de server ze als een serviceproces heeft verwerkt. Als de minimale waarde hiervan laag staat ingesteld, is er niet veel ruimte om snelle verzoeken af te handelen. Om de performance te verhogen dient hier een behoorlijke hoog minimum te staan, liefst nog gecombineerd met een korte wachttijd. Uiteraard dient hiervoor wel voldoende geheugen beschikbaar te zijn. Controleer dit door het commando ‘memory’ op de console in te toetsen. Klopt de opgegeven waarde met de hoeveelheid geheugen die in de machine zit? Zo niet, probeer dan de oorzaak te achterhalen en corrigeer (een vaak voorkomende oorzaak is de aanwezigheid van himem.sys in de config.sys op de DOS-partitie). Een manier om te controleren of er voldoende geheugen in de machine zit is te checken welke hoeveelheid geheugen er beschikbaar is voor de cachebuffers. Bij een waarde lager dan 60% van het totaal aantal buffers, wordt het tijd aan extra geheugen te gaan denken. De instellingen kunnen zowel via de prompt als via monitor.nlm en servman.nlm worden aangepast. Let er wel op dat een aantal instellingen alleen via de startup.ncf ver-
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-9
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
werkt kan worden, en als u deze wijzigt, moet u de server dus opnieuw booten om ze te activeren. De commando’s voor de packet receive-buffers zijn als volgt: Set Minimum Packet Receive Buffers = xxx
Het moeilijke is nu de xxx vast te stellen. De defaultwaarde is 50. Het handvat dat Novell aanreikt is 2 à 3 per connectie. Als de server al enige tijd draait, kunt u wel zien wat ondertussen de huidige waarde is geworden. Dit gegeven kunt u meenemen in uw planning. In de praktijk is het een waarde die nogal van invloed is. Op machines met veel geheugen wordt de instelling meestal op 5000 gezet om op deze wijze een behoorlijke performance te garanderen. Set Maximum Packet Receive Buffers = xxx
Novell raadt hier een maximum van 4000 aan, terwijl de standaard ingestelde waarde 100 is. Zelf gebruiken wij een waarde 10.000. Set New Packet Receive Buffer Wait Time = xxx
De standaard ingestelde waarde in seconden is 0.1 en meestal laten we deze ook in tact. Als er op piekmomenten enorm veel nieuwe ‘packet-buffers’ worden aangemaakt, waardoor bijvoorbeeld geheugenproblemen ontstaan, kunt u deze waarde verhogen. Directory cache-instellingen Deze paragraaf heeft alleen betrekking op de traditionele NetWare-filesystemen. Op het nieuwe NSS-file-systeem wordt geen gebruikgemaakt van directory cache-instellingen. 3/1-10
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
NetWare
Als een gebruiker directory’s en files benadert op een schijf of ‘volume’, wordt deze handeling door het operating system gecachet om er efficiënt gebruik van te maken. In de defaultconfiguratie worden echter twintig cachebuffers van 4 KB gereserveerd en dat is al gauw te weinig voor een beetje netwerk. Uitgangspunt
Een goed uitgangspunt is de huidige stand in monitor.nlm en daar gaat u een stuk boven zitten. Het is aan te raden ook na te gaan waar de fileserver het meest voor wordt gebruikt, want bij een diskintensieve server zul u andere waarden willen hanteren dan bij een laagbelaste afdelingsfileserver. Onder andere het benaderen van de disk voor het creëren, openen en muteren van bestanden geeft hierbij aan wat de strategie is. Een voorbeeld van het instellen van het cachegeheugen: Rustige omgeving
Drukke omgeving
Set Minimum Directory Cache Buffers =
20
2000
Set Maximum Directory Cache Buffers =
500
4000
U dient er rekening mee te houden dat bij het bereiken van het maximum in een rustige omgeving circa 2 MB van het beschikbare cachegeheugen wordt opgesoupeerd tegen 16 MB bij het bereiken van 4000 cachebuffers. Er zit echter nog een addertje onder het gras als u met namespaces werkt. De directory entry van een schijf houdt voor elke geladen namespace een extra directory entry bij per file. In een normale directory-cachebuffer passen 32
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-11
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
entry’s. Als u nu bijvoorbeeld DOS, NFS en LONG tegelijkertijd laadt, hebt u dus drie keer zoveel entry’s nodig. Even een korte toelichting op de term ‘directory entry’s’: Directory entry’s (volume) Informatie over de zich in het NetWare-volume bevindende directory’s, files en de gebruikers die in de directory’s rechten hebben. De maximale omvang van deze informatie wordt tijdens de installatie van NetWare aangegeven. Dit houdt dus in dat de gewenste instellingen ook veranderen. Novell raadt hierbij aan eerst te kijken wat het verbruik is bij het gebruik van slechts één namespace en vervolgens de waarde te vermenigvuldigen met het aantal namespaces en er voor het maximum 100 bij op te tellen. In de praktijk echter kunt u bij de gebruiker niet aankomen met het feit dat u eerst een aantal weken zonder namespace gaat draaien; de gebruiker wil immers zijn bestanden meestal met allerlei lange namen opslaan. Er blijft dan niets anders over dan te experimenteren en op deze wijze voor uw situatie de juiste waarden te bepalen. Als er voldoende geheugen in de server zit, kiest u voor een fors hogere waarde en kijkt u een tijdje of deze waarden voldoen. Het voorstel is dan ook de volgende waarden te gebruiken: SET MINIMUM DIRECTORY CACHE BUFFERS = 4000 SET MAXIMUM DIRECTORY CACHE BUFFERS = 8000
3/1-12
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
NetWare
Instellingen serviceproces Set Minimum serviceprocesses = 100 (default op 10)
Wachttijd
Hiermee geeft u het minimum aantal serviceprocessen aan dat door het besturingssysteem Novell NetWare kan worden gebruikt zonder dat wachttijd optreedt. Elk gereserveerd serviceproces neemt 16 KB aan geheugen in beslag. Dus bij de voorgestelde waarde van 100 kost dit ongeveer 1600 KB = 1.6 MB memory, terwijl het maximumverbruik (zie default-instelling hierna) 16 MB is. Set Maximum serviceprocesses = 1000 (default is 40)
Dit geeft dan het maximum aan, waarbij 1000 de grootst mogelijke waarde is. Het verhogen van deze waarde helpt meestal alleen als er meer dan twintig gelijktijdige aanvragen zijn. Als u (wederom) over voldoende geheugen beschikt, kan het geen kwaad hier het absolute maximum te gebruiken, zodat u eigenlijk nooit tegen een limiet aanloopt. Set New Service Process Wait Time = 0.3 s (2.2 s default)
Hiermee specificeert u de minimale wachttijd. Hoe lager de waarde van de wachttijd, hoe sneller er een service proces beschikbaar zal zijn. Mocht bij één van de voorgaande instellingen de waarde oplopen en over het minimum komen (kijk regelmatig in monitor.nlm), dan dient u de waarde aan te passen en te verhogen. Te weinig buffers of resources zullen bijna altijd tot performanceproblemen leiden. Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-13
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
Set upgrade low priority threads=OFF (defaultinstelling)
Let erop dat deze default-instelling niet is gewijzigd. Er is een aantal applicaties (waaronder Legato-back-upsoftware) die deze instelling aanpassen bij hun automatische installatieprocedure. Als de instelling op ON staat, kan dit voor een hoge serverbelasting zorgen. Dat komt doordat allerlei handelingen met weinig prioriteit, zoals compressie, suballocatie e.d., met dezelfde prioriteit richting de processor gaan als de normale handelingen. Als de instelling op OFF staat, kunnen de threads de processor alleen aanspreken als daar tijd en capaciteit voor beschikbaar en vrij zijn. Verander deze instelling alleen naar ON als u daadwerkelijk aan zaken van lage prioriteit voorrang wilt geven. In bovenstaande hebben we de belangrijkste instellingen gehad. Houdt u goed in de gaten dat bij een installatie van een ondersteuningspakket – support pack – instellingen kunnen worden aangepast. Het is dan natuurlijk wel zaak te checken of de aanpassingen zijn zoals u ze wenst. Kijk na installatie van het support pack in de autoexec.ncf en startup.ncf wat de eventuele wijzigingen zijn. Meestal staan deze wijzigingen – met vermelding van het feit dat ze door de installatie van het support pack gewijzigd zijn – op de bovenste regels. Hardwarematige zaken Bij de instellingen is al een enkele keer het magische woord ‘memory’ gevallen. Het blijkt dat de hoeveelheid geheugen van grote invloed is op de performance en de stabiliteit van een server. 3/1-14
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
NetWare
Hoeveel memory hebt u nu nodig? Dit is een vraag die nauwelijks in het algemeen te beantwoorden valt. Toch enkele vuistregels: • • •
•
Minimaal 1GB
De hoeveelheid cachebuffers moet minimaal 40% zijn. De LRU-sitting (monitor, cache-utilisation) moet minimaal 15 minuten zijn. Een algemene vuistregel voor NetWare 4.11 16 MB per GB disk, afnemend indien de diskcapaciteit erg groot is; voor NetWare 5 gaat dit niet op, want NSS gebruikt in totaal slechts 4 MB. In TID 10027635 op http://support.novell.com staat een memory-rekenmodel voor NetWare 5.
In het algemeen geldt dat te veel performance niet echt schadelijk is voor het systeem, maar dat te weinig problemen zal opleveren. Bij de aanschaf van een nieuwe server zijn de kosten van memory fractioneel als u ze afzet tegen de totale kosten (aanschaf plus beheerkosten) over een periode van drie jaar. Gezien de prijsstructuur bij servers raden wij minimaal 1 GB memory aan, oplopend tot 2 GB voor zwaarbelaste servers. Uiteraard kunt u bij een server voor een afdeling van tien man met minder geheugen uit de voeten, maar als u er twee keer naar moet kijken bent u het geld ook kwijt. Harde schijven plus controllers Het gebruik van snelle SCSI-schijven met dito controllers zal ervoor zorgen dat disk access snel en betrouwbaar gebeurt. Vooral als er meer dan één schijf wordt gebruikt, is IDE duidelijk langzamer dan een SCSI-subsysteem. Ook het gebruik van controllers met cachegeheugen zal de performance positief beïnvloeden. De array controller Compaq 3200 bijvoorbeeld heeft 64 MB memory on board voor
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-15
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
cache en is dus ook behoorlijk snel. Ook hier geldt dat bij aanschaf een prijs-prestatieafweging moet worden gemaakt. Vrije blokken
Een ander punt om op te letten is dat er voldoende vrije blokken aanwezig zijn op een traditioneel NetWare-volume waar suballocatie aanstaat. Een minimum van 1000 is per volume vereist, omdat suballocatie van deze blokken gebruikmaakt. Een blok is een vrij blok als het leeg is en er geen te verwijderen data meer op staat. Het regelmatig uitvoeren van een schoonveegactie (purge) zal de stabiliteit en de performance van een systeem bevorderen. Ook dient de hoeveelheid vrije ruimte op de disk en de volumes permanent te worden gevolgd om een goed functionerend systeem te kunnen waarborgen. Ergens tussen de tien en de twintig procent van de ruimte dient vrij beschikbaar te zijn om performanceproblemen te voorkomen. Volume Een hoeveelheid externe geheugenopslagruimte. Een volume vormt het hoogste niveau in de hiërarchie van de directorystructuur. Een harde schijf is tijdens de installatieprocedure verdeeld in één of meer volumes. Eveneens wordt het gebruik van 64 KB-blokken aanbevolen voor optimaal gebruik van het Novell-cachesysteem. Mocht er in het verleden gebruikgemaakt zijn van kleinere waarden, dan heeft Novell Consultant een programma gemaakt om dit te verhogen naar 64 KB-blokken. Als laatste geldt nog dat de drivers uiteraard up-to-date moeten zijn, wat ook geldt voor de firmware van de schijven.
3/1-16
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
NetWare
Samenvatting Performanceproblemen ontstaan vaak in de loop van de tijd en zijn lastig te analyseren. Door toenemend gebruik van de systemen is het moeilijk tendensen vast te stellen. Worden de problemen veroorzaakt door een toenemend aantal gebruikers, door extra diskverbruik of bijvoorbeeld door snellere netwerkkaarten in de desktops? Om bij dit soort zaken een zinnige analyse te kunnen maken, dient u een goed inzicht in de basisgegevens van uw totale netwerk te hebben. Gegevens zoals hoeveel gebruikers zijn ingelogd, hoeveel diskruimte is beschikbaar, hoe hard moet de processor werken en hoe druk hebben mijn netwerkcomponenten het, zijn essentieel om bij performanceproblemen een inzicht te krijgen in de bron van de problemen, namelijk de zwakste schakel in het geheel. Vervolgens kunnen we via een plan van aanpak en het monitoren van de aangebrachte wijzigingen kijken of ze de juiste verbeteringen teweegbrengen. Nog beter natuurlijk is het door preventief te monitoren de problemen te voorkomen. Gezien het plan dat Novell hecht aan performance zijn er nogal wat Technische Informatie Documenten (TID’s) uitgebracht met tips om problemen op te lossen, die zeker de moeite waard zijn af en toe te bekijken.
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk
3/1-17
Tuning van NetWare 4- en 5-fileservers
3/1-18
Novell Netwerkoplossingen, basiswerk