Eindrapportage project P2043 - Internationaal Leren, Leven met Water Door: Roy Agterbos / Chris Zevenbergen / Lies Janssen Datum: december 2006 Onderstaand volgt de eindrapportage van het LmW project Internationaal Leren De rapportage is opgebouwd uit volgende onderdelen: 1. Samenvatting activiteiten 2. Financiële rapportage 3. Bijlagen
1.
Samenvatting activiteiten
Doelstelling van het project Het doel van het project was tweeledig: - Het verhogen van de efficiëntie van het LmW-programma door het maximaal aanwenden van relevante buitenlandse kennis en ervaring in lopende projecten(initiatieven) (meer doen voor het zelfde geld); - Het scheppen van randvoorwaarden voor het ontwikkelen van nieuwe, voor Nederland relevante kennis in nog te initiëren LmW-projecten door het samenbrengen van nationale en Europese kennisconsortia. Aan het project namen als kernorganisatie deel: NWP, Dura Vermeer, WL Delft Hydraulics. Uitgevoerde werkzaamheden De hoofdcomponenten van de uitvoering waren: - Creative session 20 april 2005 Tijdens deze sessie is de matchmaking formule verder uitgewerkt door de betrokken teamleden - Matchmaking 27 mei 2005 - Matchmaking EnviroWater2006, 9th Inter-regional Conference on EnvironmentWater. CIGR Section 1. Land and Water Use. May 17-19, Delft, The Netherlands, 2006. De kern van de uitgevoerde werkzaamheden betrof een matchmaking sessie op 27 mei 2005 ten tijde van het International Flood Defence congres in Nijmegen. Tijdens dit congres werden projectleiders van lopende Leven met Water projecten in 1-op-1 sessies gekoppeld aan internationale experts. Deze experts en LmW projectleiders kregen hierbij de gelegenheid om in diverse korte sessies (half uur) kennis te maken en internationale inbreng in de projecten dan wel nieuwe project ideeën te bespreken. De matchmaking werd voorafgegaan door een inleiding die werd verzorgd door de heer B. Satijn (algemene info LmW projecten) en R. Agterbos (sessie outline).
De volgende LmW projecten namen deel: LMW-projecten project nr project name p1001 Water economy p1002 Urban water mgt p1003 Subsurface storage water p1007 Policy tool KRW p1012 Public participation p1019 Building with water p1022 Interactive planning NN p1026 Living with salinization p1027-2 Aquaterra Institutional aspects of water p1005-2 mgt p2033 Water storage p2034 Precipitation and damage p2044 Surface runoff p2048 Building preparation Zij werden gekoppeld aan internationale experts. Namen en finale matchmaking schema in bijlage 1 Bijlage 1: Namen international experts en programma
Behaalde resultaten De eerste matchmaking heeft geresulteerd in de volgende succesvolle acties: - David Butler, Imperial College London en Frans van der Ven en Welmoed Visser; kansen voor een gezamenlijk project Stedelijk Waterbeheer en Bouwrijp maken zijn geïdentificeerd. Het lopende WanD project, CIRIA activiteiten en LmW (P2048) zijn de aanknopingspunten. Het project gaat omvatten: best practices, duurzaam stedelijk waterbeheer en vergelijking proces en institutionele aspecten. Initiatief is inmiddels omgezet in LmW-project (P4087). Verder zijn er twee andere extensieprojecten uit ontstaan te weten Transformability (P4085)met het Fraunhofer instituut uit Duitsland en Urban Water (P4086) met de Monach universiteit uit Australië. ; -
Peter Borrows, Environmental Agency en Toon Segeren en Chris Zevenbergen, kansen voor Internationale uitwisseling op volgende thema’s geïdentificeerd inzake buitendijkse (her)ontwikkelopgave in Engeland en Nederland: - Review existing flood risk and associated management arrangements – understanding the linkages between tidal, fluvial and surface water flood risk, including the role of drainage systems. - Identify and understand the issues associated with practical measures to address integrated flood risk management and associated residual risk. - Identify measures to address residual risk in both new and existing developments that are acceptable to planners, flood risk managers, insurers and property owners. - Propose and evaluate decision methodologies to support choice of residual risk measures. - Identify and incorporate measures to accommodate and enhance the built and natural environments in the provision of permanent resilience measures.
Identify linkages of residual risk management to civil contingency planning. Identify any institutional and legislative measures needed to support management of residual flood risk. - Identify any economic issues associated with balancing the provision of primary defences to a defined standard of protection, with measures to mitigate the consequences flooding caused by either overtopping or breach of defences. Initiatief is inmiddels omgezet in LmW-project (P3075);
-
-
Erik Pasche Technical University Harburg Hamburg met Bert Satijn en Toon Segeren en Chris Zevenbergen. Kansen voor internationale uitwisseling zijn geïdentificeerd op het gebied van omgaan met extreme weerscondities/hoogwater in buitendijkse (her)ontwikkelingsopgave. Thema’s vrijwel identiek als hierboven genoemd. Uitwisseling heeft geresulteerd in project met Dordrecht, Hamburg en London. Project, getiteld Urban Flood Management, is thans in tweede fase. Wetenschappelijke feedback wordt tot stand gebracht door terugkoppeling met COST C22 (Europees expert panel). Eerste terugkoppeling zal plaatsvinden op AquaTerra 8 februari 2007.
-
Stephen Garvin Building Research Establishment met Gijs Molenaar. Raakvlakken zijn geïdentificeerd tav richtlijnen en bouwvoorschriften inzake bouwen in natte omgeving. BRE heeft veel ervaring met het ontwikkelen van standaarden voor reparatie na waterschade en werkt veel in opdracht voor verzekeraars. Een gezamenlijk project is geïdentificeerd om voor de Nederlandse situatie dergelijke richtlijnen te ontwikkelen waarbij kennis en ervaring van BRE wordt ingezet. Deze studie is inmiddels gestart met oa ook Stichting BouwResearch (tbv dissiminatie van kennis). BRE is involved in the development of building regulations concerned with resistance to moisture in the UK and related matters. The recent revision of Approved Document C (guidance to the England & Wales building regulations) was based upon research undertaken at BRE, our staff was fully involved in the writing of the guidance and the detailed discussion necessary with government and industry in the UK. In the mid 1990s after serious flooding in the Perth area of Scotland the then Scottish Office turned first to BRE to determine the preferred methods of repair and resilience for buildings in flood prone areas. BRE staff is involved in British Standards and internal standards committees concerned with buildings and moisture. BRE has chaired the BSI committee related to condensation in buildings and related matters. Initiatief is inmiddels omgezet in LmW-project (P3076);
-
Adriaan van Slobbe (Arcadis) heeft een international extensieproject geinitieerd ism Belgische partners, Social Learrning (P307) Water management is not a national matter anymore. Countries like Belgium and the Netherlands are strengthening cross-borderrelations in sustainable water management. Public and private actors have to develop methods for learning from each other. Social learning and interactive communication are methods for intensive cooperation. They will lead to a new distribution of responsibilities between the actors involved.
Als indirecte resultaten vanuit de eerste matchmaking zijn binnen een aantal op te starten projecten nadrukkelijk internationale elementen toegevoegd. Dat gold o.a. voor het project Leven met Bagger (P2047). De tweede matchmaking -
Richard Ashley, Pennine Group en Bert Satijn en Chris Zevenbergen initiatief uitwisseling DEFRA programma Making Space for Water en het LmW programma. Voorstel om experts van beide programma’s met elkaar in contact te brengen en na te gaan of er samengewerkt kan worden. Actie moet nog worden uitgewerkt.
-
Mr. Chowdhurry, Chaumuhani Municipality en Institute for Environment and Development Studies, Dhaka, Bangladesh met Chris Zevenbergen. Er is belangstelling vanuit Bangladesh gebleken voor het UFM-project en besloten is om gezamenlijk een extentieproject op te starten. Doelstelling van het project is uitwisseling van kennis en ervaring. Inmiddels is een voorstel in de maak voor het Partners voor Water Programma met betrokkenheid van NWP, waarbij bovendien Nederlandse kennis inzake Adaptatie strategieën voor Klimaat Verandering ingebracht zullen worden.
Naast de spin-off uit de matchmaking events heeft het Internationaal Leren project ook opgeleverd dat het NWP en het LMW-programma nauwer zijn gaan samenwerken. Een van de gezamenlijke activiteiten betreft het verder ontwikkelen van het Japan-Nederland Platform P3073) . Dit platform is opgericht om invulling te geven aan de samenwerking tussen beide landen op het gebied van Innovatief water Management. Deze samenwerking is formeel van start gegaan tijdens de factfinding missie naar Japan olv Mevr Schultz van Haegen in mei 2005. Een van de activiteiten die thans in voorbereiding zijn is een design workshop met Japanse en Nederlandse experts. De design workshop zal worden gekoppeld aan het LMW-project Bouwen met Water (Haarlemmermeer). Tenslotte heeft het Internationaal Leren project ook bij gedragen aan een sterkere Nederlandse profilering in het Europese COST C22 project. C22 betreft een met EC gelden gefinancierd platform van experts op het gebied van hoogwater management in stedelijke omgeving. Een van de concrete activiteiten die in dit verband genoemd kunnen worden is het organiseren van de 2e dag op Aquaterra. Rond twee LMW-projecten (BMW en UFM) zullen hieraan gekoppeld workshops worden georganiseerd waar de eerste resultaten (c.q. eerste ontwerpen, tools en modellen) gepresenteerd en bediscussieerd zullen worden.
2.
Financiële rapportage
Financiële rapportage vindt plaats o.b.v. de finale kostenbegroting zoals deze is afgestemd met programmabureau Leven met water. Voor deze rapportage geldt de financiële rapportage van de betrokkenheid van NWP en de internationale COST leden. NWP De betrokkenheid van NWP betrof enerzijds de inzet van menskracht en anderzijds out of pocket kosten ten behoeve van het project. Menskracht Inzet van menskracht vanuit NWP heeft plaatsgevonden door Roy Agterbos, Lies Janssen en Jeroen vd Sommen. Rapportage van besteedde uren is gebaseerd op de finale kostenbegroting (zie bijlage 2) Bijlage 2: finale kostenbegroting De in de kostenbegroting vermelde urenbesteding is resp. - 26 uren (J vd Sommen) - 180 uren (R. Agterbos) - 202 uren (L. Janssen) Dit bouwt op tot een totaalbedrag van € 43.534,90 (excl. BTW) De genoemde uurinzet door NWP is ook daadwerkelijk gerealiseerd, waarbij er additionele uren zijn besteed aan het project welke voor eigen rekening van het NWP zijn. T.b.v. de menskracht inzet is reeds een 80% factuur aan LmW gezonden. Voor het aanvullende deel, de resterende 20%, zullen wij een separate factuur zenden.
Out of Pocket kosten Ten behoeve van de matchmaking sessie in mei 2005 zijn door het NWP ook out of pocket kosten gemaakt. De begroting vermeld een totaal van € 10.100,- t.b.v. out of pocket kosten. De werkelijk gemaakte kosten zijn: • € 66,45 (kantoorbenodigdheden brainstorm) • € 2.451,23 (doorbelasting congresfaciliteit Nijmegen) • € 1.037,90 (div. verblijfkosten Nijmegen) • € 3.555,58 Voor het genoemde totaal aan out of pocket kosten zenden wij u een separate factuur. De werkelijke gegevens van menskracht en out of pocket kosten zijn ook verwerkt in de LmW Excel sheet en als bijlage bijgevoegd. Bijlage 2: Finale kostenbegroting met werkelijke out of pocketkosten (tevens de originele Excel sheet bijgevoegd) Inzet COST leden Ten behoeve van de Internationale matchmaking is de inzet van diverse leden van het COST22 programma gerealiseerd. Zij hebben aan deze matchmaking als internationale experts bijgedragen (zie lijst bijlage). De COST leden hebben in totaal voor € 28.010,- aan het project bijgedragen, zijnde € 10.010,- t.b.v. arbeidsinzet (uren) en € 18.000,- zijnde reis en verblijfkosten. Een verklaring voor deze kosteninzet is bijgesloten meegestuurd. Bijlage 4: brief COST 22 programme
Delft, december 2006 R. Agterbos