Eindtoets Lezen 4 vwo versie A
Blok 1 Zakelijk communiceren
Eindtoets Lezen Opdracht 1
Weten
[1 p]
1
‘Vindt u veel functiebenamingen ook zo nietszeggend?’ Welk middel om de inleiding pakkend te maken wordt in deze zin gebruikt?
[1 p]
2
In het slot van een tekst kan de schrijver een conclusie of een korte samenvatting geven. Noem nog twee functies die het slot kan hebben.
[1 p]
3
Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten?
[1 p]
4
‘E-mail is … nooit goed.’ Welk element ontbreekt in dit citaat?
[1 p]
5
De hoofdgedachte van een tekst moet je op een andere manier formuleren dan het onderwerp. Leg dat uit.
Opdracht 2
Kunnen
Lees tekst 1 en beantwoord de vragen.
Tekst 1
De toenemende nietszeggendheid van functiebenamingen In een maatschappij met een onverzadigbare honger naar nieuwe producten en soorten dienstverlening is er tegenwoordig geen baan denkbaar die nog niet bestaat of in wording is. Er heeft een gelijktijdige razendsnelle groei plaats in zowel typen banen als in titels van banen. De invulling van de banenmarkt wordt er allesbehalve duidelijker op. 2 De kleurloosheid van monotone administratieve baantjes schreeuwt om fraaie titels waar de daadwerkelijke taken achter kunnen worden verscholen. Geestdodend of niet, er zijn bijvoorbeeld altijd studenten genoeg die staan te popelen om zich te bedelven onder stapels papierwerk in het kader van cv-building. Met een chique titel als Student-Assistente van de Data-Invoer kun je beslist voor de dag komen bij toekomstige sollicitatiegesprekken voor meer glamoureuze banen. 1
5
10
15
Kopieerapparaat 3 Maar wat vertel je als er vervolgens om toelichting wordt gevraagd, nadat je twee jaar lang achter een kopieerapparaat hebt gezeten en papieren van de ene snelhechter naar de andere hebt verplaatst? ‘Denk aan een half jaar kuilen graven, om ze vervolgens dicht te gooien’, zal je vast geen droombaan opleveren. De bedrevenheid in koffiezetten die automatisch uit de afstompende werkzaamheden is voortgevloeid, vormt wellicht een pluspunt.
20
Gewoontjes 4 Vage functies verdienen vage titels en vandaag de dag lijkt de banenmarkt uit te puilen met eufemismen en nietszeggende namen. Het liefst in het Engels, want Nederlands klinkt zo ‘gewoontjes’.
25
5
Je zou eufemismen kunnen zien als wonderwoorden. Met een beetje creativiteit en een talent voor het vinden van synoniemen die mooi in het gehoor liggen, is alles opeens mogelijk voor iedereen. Zo is de computernerd die de hele dag zit te twitteren over trivialiteiten een
Op niveau tweede fase © ThiemeMeulenhoff
1
Eindtoets Lezen 4 vwo versie A
Blok 1 Zakelijk communiceren
‘Social Media Account Manager’, en de toiletjuffrouw pronkt met een naamkaartje waarop ‘Assistent Facilitaire Zaken’ staat. 30
Nut Wat is het nut dan van eufemismen? Dat is er niet. Ze zijn oorvriendelijker dan de ongecensureerde versies van meeste functiebenamingen en zorgen ervoor dat menig persoon het rooskleurige plaatje van zijn eigen carrière in stand houdt. Ze bieden dus een makkelijke manier om aan de werkelijkheid te ontsnappen: met een beetje fantasie en woordenrijkdom beperkt het fictief beklimmen van de maatschappelijke ladder zich niet langer tot carrièretijgers. 7 Ook Jan Klaassen uit de Achterhoek die elke dag op de tractor zit kan nu een verpletterende indruk maken op feestjes met zijn veelzijdige baan als agrarisch ondernemer. 6
35
Naar: Iris Dortland, www.elsevier.nl, 3 juni 2011.
Vragen bij tekst 1 [4 p]
6
In de tekst zijn de hoofddelen duidelijk aanwijsbaar. Bepaal de inleiding en het slot van deze tekst. Noteer de alinea(’s).
[3 p]
7
Citeer een zin uit alinea 1 die verwijst naar de titel van deze tekst.
[4 p]
8
De inleiding kan vijf functies hebben. Welke twee functies passen bij alinea 1?
[3 p]
9
Welke functie heeft het slot van de tekst? Kies uit: samenvatting – conclusie – oproep – aanbeveling – afweging.
[6 p]
10
Formuleer de hoofdgedachte van de tekst in één goed geformuleerde zin van maximaal 15 woorden.
[4 p]
11
In alinea 3 staat een zinsgedeelte tussen aanhalingstekens. Wat is de functie daarvan? Geef een duidelijke uitleg.
[3 p]
12
Hoeveel voorbeelden van eufemistische functiebenamingen noemt de schrijver van deze tekst?
[3 p]
13
Waarom worden er eufemistische functiebenamingen gebruikt? Citeer een zin waarin twee redenen worden genoemd.
[2 p] [4 p]
14
a b
[3 p]
15
Op welk publiek richt de schrijver zich vooral?
[6 p]
16
Noteer drie middelen die de schrijver gebruikt om de informatie voor zijn publiek overzichtelijk te presenteren.
Wat is het voornaamste tekstdoel van deze tekst? Licht je antwoord toe.
Op niveau tweede fase © ThiemeMeulenhoff
2
Eindtoets Lezen 4 vwo versie A
Blok 1 Zakelijk communiceren
OBIT-indeling Vraag 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14a 14b 15 16
O
B X
I
T
Opmerking
X X X X X X X X X X X X X X X X
Op niveau tweede fase © ThiemeMeulenhoff
3
Eindtoets Lezen 4 vwo versie A
Blok 1 Zakelijk communiceren
Correctiemodel Weten (maximaal 5 punten) 1 Een retorische vraag stellen. 2 Twee van de volgende functies (per functie 0,5 punt): • aanbeveling • oproep • afweging 3 Objectieve teksten bevatten alleen feiten; subjectieve teksten bevatten ook de mening van de schrijver. 4 regelaanduiding 5 De hoofdgedachte formuleer je als één zin; het onderwerp als een woord of woordgroep. Kunnen (maximaal 45 punten) 6 Inleiding: alinea 1. Slot: alinea 6 en 7. (per fout tekstdeel 2 punten aftrekken) 7 ‘De invulling … duidelijker op.’ (regel 4) 8 Functies: • onderwerp/hoofdgedachte introduceren • belangstelling wekken (per functie 2 punten) 9 samenvatting (ook goed: conclusie) 10 Het toenemende gebruik van eufemistische functiebenamingen maakt de banenmarkt er niet duidelijker op. (13 woorden; bij te veel woorden een punt aftrekken) 11 De woorden staan tussen aanhalingstekens omdat je dat zou kunnen zeggen als je om toelichting gevraagd wordt, nadat je twee jaar lang een geestdodend baantje hebt gehad. Zie regel 15-16. 12 vier 13 ‘Ze zijn oorvriendelijker … in stand houdt.’ (regel 32-34) 14a informeren 14b De schrijfster geeft vooral informatie over de toename van eufemistische functiebenamingen op de banenmarkt. (De mening van de schrijfster is ondergeschikt aan dit tekstdoel.) 15 Mensen die betrokken zijn bij adverteren en solliciteren. 16 Drie middelen: • tussenkopjes • alineaverdeling • indeling in inleiding – middenstuk – slot (per middel 2 punten) Mogelijke beoordeling: Cijfer: 50 / 5
Op niveau tweede fase © ThiemeMeulenhoff
1 1
1 1 1
4
3 4
3 6 4
3 3 2 4
3 6
5
Eindtoets Lezen 4 vwo versie A
Blok 1 Zakelijk communiceren
Toetsmatrix Vraag
Lesstof [informatienr. in theorie] 1 De inleiding [12] 2 Het slot [14] 3 Subjectieve en objectieve teksten [2] 4 Citeren [127] 5 Onderwerp en hoofdgedachte [10] 6 De inleiding [12] Het slot [14] Hoofdstructuur [11] 7 Citeren [127] 8 De inleiding [12] 9 Het slot [14] 10 Onderwerp en hoofdgedachte [10] Nauwkeurig lezen 11 Nauwkeurig lezen 12 Nauwkeurig lezen 13 Citeren [127] 14a Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen [1] 14b Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen [1] 15 Publiek in kaart brengen [9] 16 Presentatie afstemmen op publiek [9] Referentieniveau 3F
Kennis Feitelijk
Begrip
Vaardigheden Reproductief Productief
x x x x x
x
x x x x x x x
x
x x x M26-M30; M32; M34; M35
Op niveau tweede fase © ThiemeMeulenhoff
6