iU
Oil» 47 i.P.0.
k»« voor d» studi ariontingan van d« soholon voor naataohappalUi
i ~
63.
zjna xooiientie (U van oadarvga, prof* d»« I*B« J< te 1
o-3 r | v | n h a | c
In antwoord op m eobrtfren d.d. 19 noveaber 1962, a , P A 43362 X,
van loer^laaaaa «n learooetera van da ingevolge da lyvarheideonderwtjevet geauhaldlaerde »obolen voor aaataon•ppali» «ark, haaf« da Vyfde Afdaling van da Oaitr»\)aread da aar u ta beriobtan, dat »ij nat da opeet daarvan in bat algeaeea kan inateaaen. Baar aan van da overgelegde advlaaan (t.w. dat van da stlohtlag Oaataat JMtaaraaalta vaa KathoUaka looiaal- M^MMjMMl l|ftM *MM -. . 1 . MMMfli IfHQ t§ Ma H i aando detaillarlag dar progreaua'« aandringt, heeft da fdoling alah oatraat da wordlagegaanMmUnl» van dit ooaaapt ba«lult - vooraovar da atenddar organiaatlaa aangaat - door doouaaatatla aadar daan lafor•lt i» er d« rmr«H van, dat bat advlaa dar Afdaling aarat thaaa aaa Ovo jtoallentia kan worden uitgebraakt. Xntuaaan aaaft daaa aoaunaa t a t i a da Afdaling da ovartuigiag gagavan, dat hat voorligganda eeaoeptbaalult, aoala dit nog la •aagevaTrt by M» eohrijvan d.d. 14 daoaabar 1962, »•P.O. 43779» aaa px^aeaewaardige varaooarlog van da cmmproakal»« opaat haaft aagaatraafd, aU bat, dat da Afdaling hiarondar op ankala plaat« aaa aaa vorrtnrgaaaaa eapovklag vaa da dataillaring aal aanbevalen. Iraaara, bat bagrip «kewqgograaai. * houdt raada in, dat dit ao bakaopt aogaljjk vordt gahaadaa, aaa da baaturan da vryheld lataad daaraan aan vardar« ui t verklag ta gavan voor do door ban bahaarda aoholan. 1* Afdaliag »••rard—1 «rtagaa vaa aaa dargalgfc prograaaa ta boga varvaohtlagaa ta koaataraa aat betrekklag tot da uniforaitalt vaa hat ondarwtja aa aat boMMMMj tot M j o l ^ e waardering -<*r MMMvioraa'a v.n du of aondarl * e aciiol«m. m M I M j p H i MB Ml M i s w i r « r i o ù t i n j uuiuün; not »al
daartoe hat ainlana aoataa bevatten, dat voor hat bapalaa van dia rioht i a g aoodaakal* l a ta aohtea. loa aabtar da inhoud vaa hat ondervue aa da waarda vaa hat diploma vaa alka aobool afaoadarl^t aullaa ***, aal aada •fhejjMl» Mja vaa t a l vaa aadara faotorea, aaala da bakvaaahaid dar dr iaat aa, da aauagaaatta hagalaidlag gaduraada da atagaa, bat toealaht daar da laapaotla, hat toaaiaht vaa geooamltteerdea. Xa dit varbaai
2 -
moga do Afdeling in herinnering brengen hetgeen terzake ia geateld op blz 3 van het Rapport van de Coaaiaaie van onderzoek inzake het onderwijs aan de aoholon voor maatschappelijk werk (12 mei 1939)* By haar la da vraag gerezen of niet te spoedig een vaotheid in de programma'a wordt verlangd daar in enkele jaren nog geen voldoende gewiaheid omtrent een naar da juiste wagen zoekende vorm van onderricht ia verkregen« Wat de benaming van het kernprof.;raama betreft, heeft de Afdeling enerzijds overwogen, dat het programma net zijn vier studieriohtingen thans dusdanig ia verbreed, dat de naam "aohool voor maateohappelijk werk" daarmede niet meer in overeenstemming is, doch anderzijde, dat desa naam in da »yvorheidsondervyswet voorkomt on bovendien een zekere bekendheid geniet. Mode gezien het ontwerp van vet tot regeling van hst voortgezet onderwijs ware voor de toekomst wellicht de naam "aohool voor hogere sooiale/maataohappeiyke arbeid" te overwegen.
Do benaming dor studier!ohtlngon geeft do Afdeling aanleiding tot do volgende opmerkingeni Die voor "maatsohap^elyk werk" heeft reeds burgerrecht verworven. Bio voor "sooiaal opbouwwerk" ware stellig beter te vervangen door "naatadhappeiyk opbouwwerk". Deze term hooft reed» enige bekendheid verkregen door het deobetroffende arbeidsveld van het ministerie van Maataohappelijk Werk en hot sou naar de mening dar Afdeling gewenst zijn do terminologie voor de opleiding op dat gebied daarbij te doen aansluiten. Bovendien kan de torn "sooiaal opbouwwerk" oerder aan een bepaalde methode van werken doen denken. Be Afdeling verenigt zich met do benaming "atudieriohting cultureel werkï Hoewel mot hot oog op de opleiding van bv. toekomstige voraingaleidere in het programma ook het aooent gelegd moet kunnen worden op de pedagogiek en in de Afdeling aanvankelijk is bepleit dit pedagogieche aooent ook in do benaming van da studierichting tot uitdrukking te doen brengen, hooft de Afdeling overwogen, dat de vormende begeleiding van het van natura gegorene tot cultuur, SBBT wel onder de culturele richting kan zijn begrepen. In dose opvatting van cultuur, zou wijders het ook wel bepleite "sociaal-cultureel" bovendien een pleonaame zijn. Met betrekklag tot de laatste studierichting merkt de Afdeling op, dat by da benamingen i maataohappelijk werk, aaataohappelijk opbouwwerk en cultureel werk de tera "personeelswerk" beter aansluit dan "peraoneelaaangelegenheden"• B* terminologie, welke in het kernprogramma voor de verschillende vakkan ia gebezigd, doet de Afdeling over het algemeen zwaar aan. Be vraag ia selfs gerezen, of de scholen t.z.t. by eon eventuele herziening van het onderwerpelijke program niet tot een vereenvoudigd voorstel omtrent de vakkenaanduidingen souden kunnen komen. Overigens sal het van da aoholen afhangen - mat name van de wyse van inrichting van leerplan en proapeotus - of by de aspirant leerlingen een juiste indruk omtrent de inhoud der vakkan wordt gewekt.
- 3gat het onder I, £ vermelde beginsel van de gemeenschappelijke onderbouw van êên jaar wil de Afdeling zich vooralsnog verenigen. Als belangrijkste beswaar tegen dit beginsel werd aangevoerd, dat zulk een onderbouw niet meer gedurende oen geheel jaar sal zijn vol te houden wanneer de studierichtingen voor cultureel- en perooneelswerk te zijner tyd volledig sullen zijn uitgebouwd. Baar de toekoaatige ontwikkeling van deze studierichtingen eohter nog onbekend is, hecht de Afdeling meer waarde aan het grote voordeel, dat dit gemeenoohappolijke eerste jaar een selectie aogelykheid biedt, selfs achtte de grote meerderheid één gemeenschappelijk jaar steeds wenselijk. Be Afdeling verenigt zich met hot voorschrift onder I, h, dat de grote stage voor de in hot program genoemde studierichtingen in het derde leerjaar plaata vindt. Zy aeont, dat de aandrang van »oamige aoholen oa dose stage raodo vroeger te plaataan dient te worden afgoweseni do integratie van theorie on praktyk komt blijken» do ervaring dan te weinig tot haar recht. By de kernprogramma'a wil de Afdeling ala algemene opaerking laten vooropgaan dat by de urgentie-opleidingen een zekere mate van vrijheid zal dienen bestendigd te worden, welke voor de regelmatige dag—opleidingen niet bestaat. Verder tekent de Afdeling aan s ad 1. studierichting aaataoha, .elijk werk. onder J3, sub jo Te lezen war-3 "empirische en wijsgerige sociologie, in het byzondex sociologie van gezin, bedryf, en»." Toelichting! Be aanhef van deze redactie »temt overeen met die van de deabetreffende bepaling van hot Academisch Statuut} de redactie van het ontwerp-besluit geeft een rangorde aan. waardoor ongewild keus» wordt gedaan in een wetenoohappelyk dispuut. onder E, sub b
Te lezen wäret "methoden van het maataohappeiyk werk, in het by zonder van het individueel maatschappelijk vork". Eet gestolde onder £ ware te schrappen. Toeliohtingi Ba Afdaling acht het overbodig, dat de gewone maatschappelijke werkster met methoden van onderzoek wordt lastig gevallen, terwijl in dose studierichting het volle aooent op hot individueel maatschappelijk werk behoort te liggen.
onder E, sub d
(nieuw o ) . Toe te voegent "Daarby wordt aandacht besteed aant administratie, rapportage, vergader- en vereniging»techniek en financieringakwesties". Be noot vervalt.
- 4Tooliohtingi Ter vermijding van het gevaar, dat aan "interessante" vakken ruime aandacht wordt gesohonken met verwaarlozing van op de praktijk gerichte kundigheden, beveelt do Afdeling bovenstaande toevoeging aan.
.j
onder F. '*.... twee lessen por week", leeot "een les per week". Tooliohtingi By twee lessen por week zou het aantal van I05 moeten worden verhoogd. Be Afdeling meent, dat buiten het sohoolverband voldoende mogelijkheden voor lichamelijke oefening (zoals sport) worden geboden en dat er geen reden io de scholen tot een hoger minimum aantal lessen dan één per week te verplichten. ad 2. studi orienting maatschappelijk opbouwwerk. onder B, sub _o Te lezen wäret "empirische en wijsgerige sociologie". Toelichtingt sie ad 1 onder B, o>. onder J3
Be Afdeling is van oordeel, dat voor deze studieriohting stellig met een aanzienlijk geringer aantal uren voor de juridische vakken kan worden volstaan. Zy stelt voort 100 lessen, de hierdoor aangebrachte iakrimping van het totaal aantal uren acht zy geen nadeel.
onder B
Te lezen wäret "a psychologie, waaronder in het bijzonder eooiale psyoho" logie b_ Psychopathologie o pedagogiek, waaronder in het bijzonder eooiale pedagogiek". Toeliobtingt de rubricering ware hier niet te detailleren om zoveel aogelyk vryheid te laten en overigens ds vakken niet te zwaar te accentueren.
onder B \j
J
vJ
onder P
Be aanhef dient ale volgt te luident "Theorie en praktyk van het maatschappelijk opbouwwerk en ••••" sub a Te lezen wäret "overzicht van de verschillende organieatioa" sub f Te lezen wäret "vormen van sociale samenwerking".
.m . — U zie ad 1 onder F.
ad 3» studierlohting cultureel werk. By deze studierichting merkt de Afdeling in het alm op, dat het in de praktijk vermoedelijk bezwaarlijk
-5sal blijken in het ontworpen programma een afdeling bibliotheekopleiding onder te brengen waarvan het programma overwegend teohnisoh is georiënteerd. Eoewol de Afdeling de betekenis von de technische bibliotheekvakken niet wil onderschatten, wil zy te dezer plaatse tevens als haar oordeel kenbaar maken, dat ook by de bibliotheekopleiding het voornaamste aooent op de culturele vakken behoort te liggen (zie ook haar advies d.d. 29 oktober 1962, nr. O.R. 41 S.P.O.). Met do groepering dor vakken en met de verdeling der uren volgens het ontwerp-besluit kan de Afdeling zich, ook na Kennisneming van het advies van het H C C d.d. 12 december 1962, verenigen. onder A, sub a ware op te nement "vyogerige anthropologie". Be vakken a tot en met d, waren te vernummeren tot Jb tot en met~e. Toelichtingt Bo menabesohouwing dient in deze studierichting een centrale plaats in te nemen. onder C, sub J> Toe te voegen wäret "en kinderrecht", foeliohtingt Voor alle opleidingen in deze studierichting geldt, dat enige kennis van het kinderrecht nodig is. onder B
To lèsent "a payohologio, waaronder sociale Psychologie j[ pedagogiek, waaronder sociale pedagogiek" Toelichtingt zie ad 2 onder B.
onder E
Te "a 7 ~ £
lezen wäret terreinverkenning van het cultureel werk organisatieleer, in het bijzonder administratie, finanoieringakwesties, vereniging»- en vergaderteohniek inleiding tot do methoden van cultureel werk, in het bijzonder van het sooiaal groepawerk en sooiaal onderzoek"
Toelichtingt Bit voorstel houdt verband met dat, vermeld onder 1, E, sub d en met dat, vermeld onder 1, E, sub b. ondsr F
zie ad 1. onder F.
SÈJL* ftKÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊ g * ^ < ^ l » * t s & » Ma afweging vaa do overgelegde adviesen, kan de Afdeling sieh aat da groepering der vakken en da verdoling vaa de uren over deea g r o t e n verenigen a e t do Indeling van het ontwerp-besluit. onder J , aub o, Ta losen sarei "eaplrisebe on wyagorige eooiologio, l a het bysonder bedryfaaooiologia". Toelichtingt ale ad 1 onder B, aub o. 9» eooiologio vaa bat gezin i o voor desa «tudieri chtIng van winder belaag. onder J, UUÜ e, .e losem "eooncsue, in net besonder bedr v f«économie". Toelichting! Ba aoonoalsohe organisatisleer acht do Afdeling voor desa studierichting van minder belaag. aadar £
Be boroopoooholiag vare u i t t a breiden aet aub e, t "orgenieatieleer"! de auaaera a on b waren t a »ei iniaasie» t o t J» raap. £ % vervolgens ware toe t e voegen t "d. a d a l n i a t r a t l a en a t a t i a t l a k , £• terreinverkenning van het aooiaal-podagogiaoh werk". Toelichtingt Ba Afdeling i a van mening, dat da praktykvakken voor dose toekomstige bedryfefunotionarlesen bepaaldelijk varetorkiag behoeven i a do aangeduide richtingen. sio ad 1, onder F« In bat algemeen sullen do F-vakken soepel moeten met name voor da urgentieopleidingen. lemena de vyfdo Afdeling«
(prof. ar. I.A. Diepenhorst,
voorzitter
( a r . H. B r o p ^ a d ó r é t a r i s ) .
)f