Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009
-491-
VLAAMS PARLEMENT ₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL
Vraag nr. 55 van 27 oktober 2009 van PAUL DELVA
Nederlandstalig basisonderwijs Brussel - Informatiefolder Naar aanleiding van de interpellatie van collega Helsen van 8 oktober 2009 omtrent de taaltest om toegang te krijgen tot het eerste leerjaar van het basisonderwijs, liet de minister weten dat hij een informatiecampagne heeft opgezet om de ouders te sensibiliseren. Hij vertelt hierover in de commissie Onderwijs: “Alle ouders met een kind geboren in 2004 bezorgen we daarover een informatiefolder rechtstreeks bij hen thuis, met als openingsvraag: ‘Mag jouw kind naar het eerste leerjaar?’. Op die manier bereiken we alle ouders. Ook de scholen en sociale organisaties zullen folders en affiches verspreiden. In het bijzonder gaat het ook over organisaties die werken met kansarme of anderstalige ouders. We weten allemaal dat het eigenlijk precies om die groep van mensen in de samenleving gaat.” Op het einde van de vorige legislatuur is er een decreet betreffende de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen school en ouders met betrekking tot leerlingen van het lager en secundair onderwijs goedgekeurd. Dit decreet stelt dat een leerling minstens één jaar Nederlandstalig kleuteronderwijs gevolgd moet hebben, vooraleer het ingeschreven kan worden in het eerste leerjaar van het lager onderwijs. Indien dit niet het geval is, moet de leerling aan een aantal bijkomende voorwaarden voldoen. Een van die voorwaarden is slagen in een proef die peilt naar de kennis van het Nederlands (nodig om het lager onderwijs aan te vatten). In Vlaanderen is het mogelijk de ouders met kinderen geboren in het jaar 2004, op te sporen die hun kind aldus moeten inschrijven. In Brussel echter niet, wegens het principe van de “liberté du père de famille”. Het is onmogelijk te achterhalen welke ouders een doelgroep vormen voor het Nederlandstalig onderwijs en deze personen dus te informeren met de nodige achtergrond, tenzij men alle ouders in het Brussels Hoofdstedelijke gewest hierover inlicht. Deze bijkomende verplichting kan trouwens heel wat gevolgen hebben voor Brussel, omdat er meerdere onderwijssystemen bestaan en sommige ouders hun kinderen eerst wensen te sturen naar het Franstalig kleuteronderwijs en vervolgens naar een Nederlandstalige lagere school. 1. Kan de minister meedelen aan hoeveel ouders uit Brussel deze folder is uitgedeeld? 2. Hoe heeft de Vlaamse Gemeenschap alle ouders die een kind hebben, geboren in 2004, uit Brussel geïnformeerd? Via welke sociale organisaties uit Brussel werd dat gedaan? Hebben alle Nederlandstalige scholen uit Brussel deze folder ontvangen? 3. Is de doelstelling ter zake hiermee gerealiseerd? Welke stappen dienen hieromtrent nog genomen te worden?
-492-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009
4. Heeft de minister een specifieke folder (anderstalig, toegankelijkere info,…) opgesteld voor ouders uit Brussel, omwille van de drempel die Nederlands voor sommige ouders vormt? 5. Heeft de minister er zicht of er een significante verhoging heeft plaatsgevonden van de inschrijving van kinderen in de derde kleuterklas om te voldoen aan deze nieuwe verplichting? Graag per provincie (Brussel als aparte provincie)? Welke conclusies trekt de minister hieruit? 6. In verband met de taalproef: kan de minister meedelen of deze proef verschillend zal worden opgesteld voor Vlaanderen en Brussel of is dit dezelfde proef voor alle betrokken kinderen, ongeacht hun woonplaats? In welke mate zal er in de proef dan rekening gehouden worden met de omgevingstaal, die in Brussel toch hoofdzakelijk anders is dan in Vlaanderen?
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009
-493-
PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL
ANTWOORD
op vraag nr. 55 van 27 oktober 2009 van PAUL DELVA
1.
575 ouders krijgen een rechtstreeks brief. Alle Brusselse kleuterscholen krijgen elk 2 affiches en 10 leaflets. Een hele reeks sociale organisaties krijgen elk 1 affiche, 1 beloningssticker en 10 leaflets toegestuurd. Ze kunnen bijbestellen. In september 2009 bestelden Brusselse scholen en organisaties 122 extra leaflets, 114 beloningsstickers en 11 affiches.
2.
Communicatiestrategie in een notendop: 1. We kiezen voor rechtstreekse communicatie met ouders met een kind in 3de kleuterklas (dus geboren in 2004) van het gewoon basisonderwijs. 2. Scholen en sociale diensten die vragen krijgen van ouders voorzien we van materiaal. 3. Sociale diensten en verenigingen spreken we aan om anderstalige en kansarme ouders te informeren. 4. Omdat dit thema voorwerp is van maatschappelijk debat en om mond-aan-mond-reclame te stimuleren, maken we de nieuwe maatregel ook bekend bij het grote publiek. Voor Vlaanderen: 1. 67.000 ouders met kind geboren in 2004 en ingeschreven in gewone Nederlandstalige kleuterschool krijgen uitleg en beloningsstickers. 2. 770 kinderen geboren in 2004 vinden we niet in onze inschrijvingslijsten wel in het rijksregister (na toestemming privacycommissie), ook hun ouders krijgen uitleg en beloningsstickers, plus een extra brief. 3. We schrijven alle gewone kleuterscholen aan. Ze krijgen elk twee affiches en 10 leaflets en ze kunnen bijbestellen. 4. We schrijven ook sociale organisaties aan die werken met laaggeschoolde, kansarme of anderstalige ouders: CLB, OCMW, CAW, schoolopbouwwerk, basiseducatie, integratiesector, onthaalbureaus, verenigingen van minderheden en van armen. 5. Vooral basisscholen, Centra Leerlingenbegeleiding en OCMW/gemeente vragen bijkomend materiaal: 914 affiches, 4.150 beloningsstickers, 7.344 leaflets (cijfers van eind september 2009). 6. We sturen bovendien een persbericht (april) naar koepelorganisaties uit de sociale sector met de vraag om de nieuwe regelgeving bekend te maken. 7. We genereren media-aandacht via een persbericht van de minister in april 2009 (na goedkeuring Regering en Parlement), persconferentie van de minister eind augustus 2009 en persbericht van Klasse begin september 2009. 8. We nemen de nieuwe regelgeving ook op in alle vaste communicatiekanalen van het ministerie van Onderwijs: Klasse voor Ouders, Klasse voor Leraren, TV-Klasse, nieuwsbrieven Schooldirect en Lerarendirect, www.kleuterparticipatie.be... Voor Brussel: 1. Net als in Vlaanderen krijgen alle ouders met een kind geboren in 2004 en ingeschreven in een gewone Nederlandstalige kleuterschool uitleg en beloningsstickers: 575 brieven gaan naar een adres met postnummer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
-494-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009
2. In Brussel is het onmogelijk om rechtstreeks te communiceren met ouders van kinderen geboren in 2004 die niet in onze inschrijvingslijsten wel in het rijksregister staan. Want alle kinderen in Franstalig of ander onderwijs zouden erbij zitten. 3. Net als in Vlaanderen zochten we aandacht in algemene media via een persbericht (april), persconferentie (eind augustus) en persbericht Klasse (begin september). 4. Net als in Vlaanderen schrijven we alle Nederlandstalige Brusselse gewone kleuterscholen aan en sociale organisaties. Zij krijgen affiches en leaflets en kunnen bijbestellen. Bestellingen uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 11 affiches, 122 leaflets en 114 beloningsstickers (cijfers van eind september 2009). 5. In Brussel maken we bijkomend afspraken met de VGC om de nieuwe regelgeving ook in hun communicatiekanalen te integreren (Brusseldirect, hun publicatie over Brussels basisonderwijs). 6. We maken ook afspraken met het Brussels Lokaal Overlegplatform. De LOP-deskundige neemt de nieuwe regelgeving op in de jaarlijkse vormingsmomenten over inschrijvingsbeleid. 3.
We hebben veel ouders en organisaties bereikt. Dat weten we dankzij de reacties op deze campagne. De meest gestelde vragen op de Infolijn 1700 waren: - Hoe tel ik die 220 halve dagen? - Mijn kind is langdurig ziek of we gaan een tijd naar het buitenland, wat nu? - Is dit een verlenging van de leerplicht? Bij scholen, CLB’s en sociale organisaties is de meest gestelde vraag: - Wie, wat en hoe van de test? - Is de basisboodschap vertaald? Vervolgcommunicatie dit schooljaar: - Scholen en sociale organisaties blijven materiaal bijbestellen, onder meer voor oudercontacten. - Begin tweede trimester: thema in herinnering brengen bij ouders bijvoorbeeld via Klasse voor Ouders of onrechtstreeks via Lerarendirect. - Uitvoeringsbesluit dat op veel vragen van scholen en CLB’s een antwoord zal bieden. - Nog uit te werken communicatie: Hoe en wanneer komen ouders te weten dat hun kind een test moet afleggen? Eind juni en begin september 2010 weten we hoeveel kinderen een taaltest moeten afleggen. We kunnen dan ook peilen in hoeverre ze op voorhand van deze regelgeving op de hoogte waren en de groepen detecteren die we onvoldoende bereikt hebben. Er is in ieder geval voorzien dat deze informatiecampagne herhaald wordt gedurende de vier volgende schooljaren. We evalueren en sturen bij waar nodig.
4.
Voor laaggeschoolde ouders in Vlaanderen en Brussel: - In alle teksten en materialen van de informatiecampagne gebruiken we toegankelijke taal. Het Agentschap Onderwijscommunicatie heeft daarover expertise in huis. - We schrijven sociale organisaties aan die werken met laaggeschoolde, kansarme of anderstalige ouders: CLB, OCMW, CAW, schoolopbouwwerk, basiseducatie, integratiesector, onthaalbureaus, verenigingen van minderheden en van armen. - TV-Klasse maakt een filmpje over de overstap van de derde kleuterklas naar het eerste leerjaar. Scholen en sociale organisaties kunnen het gebruiken om de boodschap visueel te ondersteunen. We schrijven media voor laaggeschoolde volwassenen aan, bijvoorbeeld Wablieft en Taalblad.be. Voor anderstaligen in Vlaanderen en Brussel:
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009 -
-495-
De basisboodschap is vertaald in negen talen en beschikbaar als download op www.kleuterparticipatie.be. Etnomedia krijgen een eigen persbericht in april 2009. Meer bepaald alle tijdschriften, nieuwsbrieven en websites van federaties en verenigingen voor etnisch- culturele minderheden. Ook commerciële tijdschriften zoals Polonianet (Poolse gemeenschap in Vlaanderen en Brussel) en The Bulletin (voor expats in Brussel).
5.
De cijfers met betrekking tot de kleuterparticipatie 2009-2010 kunnen nog niet gegeven worden. Het schooljaar is immers nog lopende. Wel vindt u als bijlage de cijfers van 2008-2009 en 20072008, opgedeeld naar geboortejaar en naar provincie. Om te komen tot de niet-ingeschreven kleuters, werd een bestand van kleuters uit het rijksregister vergeleken met de ons gekende inschrijvingen (gesubisidieerde/gefinancierde scholen, privéscholen, Franstalig onderwijs, ...). In totaal waren er in 2007-2008 3.006 niet ingeschreven kleuters, in 2008-2009 waren dit er 2.645. De kleuterparticipatie wordt in Brussel niet nagegaan door de Vlaamse Gemeenschap. Door het tweetalige karakter van Brussel is de Vlaamse Gemeenschap immers niet bevoegd om deze taak uit te oefenen.
6.
De taalproef is zowel in Brussel als in Vlaanderen dezelfde. De taaltoets wil juist meten of een leerling (vijf of zes jaar), die niet vaak genoeg in het kleuteronderwijs aanwezig was, voldoende Nederlandse schooltaal begrijpt, los van de omgevingstaal, om te kunnen starten in het Nederlandstalig lager onderwijs. De taalproef zal worden afgenomen door het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) dat werkt voor de school waar de leerling zich aanbiedt.
BIJLAGE
Vergelijking wel-/niet ingeschreven per geboortejaar. Bijlage(n): http://jsp.vlaamsparlement.be/docs/schv/2009-2010/SMET/55/antw.055.bijl.001.xls