Hfc
JNo. 545| 7
Juli
19 3 4
ÏJÊ
i
r
/ ■
,.
i
I
•
k.
?pie". Fote't
\
4
Ni
>E KO\
1
THEATER
ML ram Oordeel zelf maar! De lavendergeur van alle Old Cottage toiletartikelen is zoo decent, dat van de vrouw, die Old Cottage op haartoilettafel heeft, ook in het meest exclusieve gezelschap/n bizondere aantrekkingskracht uitgaat. Sprenkel eens 'n paar druppels Old Cottage Lavenderwater op uw linnengoed voor U het in de kast bergt. Daqen en maanden later is 't, alsof uw linnen in een oud-Engelschen tuin werd gebleekt, de frissche opwekkende geur van het lavenderkruid waait U tegen!
VOOR HET ZONNEBAD Gebruik vóór 't zonnebad Pond's Cold Cream I Het is de ideale beveiliging tegen de schadelijke gevolgen van zonnebrand. Neem dus Pond's Cold Cream en lapt dan gerust de heerlijke zomerzon alle zorg over voor gw charme I-
Imp.: RICHARD WERNEKINCK & Co., Huddestroaf 9, Amsterdam-C.
®ld öroïtooe
Monsters van ■ Pond's Cold' «i VaniiKIfl^ Cream ontvangt. U na inzending van 10 ets. porto aan Pond's Extract Co. V Afd.17 Amsterdam. ■
^vender Seep tnt&v$Mtt
GODFRIED DE GROOT A
JAN LUYKENSTRAAT 2 TELEFOON
-
AMSTERDAM
IN
MODERNE
ook thans bespeelt hij met voorliefde ... de harmonica. In zijn zelf ontworpen „Tiroler Trinkstube" brengt hij uren met zijn instrument door. De mooiste oogenblikken in zijn leven zijn die, waarin hij met zijn echtgenoote, de dochter van den Weenschen theaterdirecteur Ernst Gettke, en met zijn lieveling Thomas op zijn schoot, zijn liedjes kan
zingen. Dan is hij met de beroemde filmspeler, dan is hij de eenvoudige, gelukkige echtgenoot en vader... Hierin schuilt o.i. Hörbigers succes. Hij is een „star"- zonder het te weten en zeker zonder de hinderlijke allures, die men zoo dikwijls bij sterren aantreft. En dat voelen wij allen in de zaal en wij zien er hem te liever om!
MEN ZIE DS VELE REPRODUCTIES VAN ONS WERK IN .HET WEEKBLADCINEMA & THEATER.
EN
FOTO'S
Voor iederen smaak een bloem
Het is 't scheermes dat de eerste donzige haartjes op het gelaat van een jongeling zoo snel in een stuggen, stoppeligen baard verandert. Een scheermes doet het haar sneller en dikker groeien — daardoor komt het dat mannen, spoedig nadat zij aangevangen hebben zich van een scheermes te bedienen, genoodzaakt zijn er eiken dag gebruik van te maken. Wenlo-Wit, de verbazingwekkende vinding van een Engelsch geleerde, lost de
RINGERS' CHOCOLADE BLOEMEN Voorheen 45 cent cent Thans p. ons
35
_-__
Hörbiger met zijn lievelings-instrument; de harmonica.
28474
SPECIALITEIT ARTISTIEKE
WAAROM DAMES ZICH NIMMER VAN EEN SCHEERMES BEHOOREN TE BEDIENEN
Paul Hörbiger is een filmacteur, dien het zeldzame geluk ten deel valt reeds jaren te filmen en toch nog steeds de lieveling van het publiek te zijn. De laatste jaren hebben wij heel wat gezichten op het witte doek zien verschijnen, die na een paar films weer verdwenen en wier namen het bioscooppubliek reeds weer heeft vergeten. Paul Hörbiger behoort niet tot hen; integendeel, iedere nieuwe film doet zijn roem stijgen. Reeds jaren is hij een „star" en bedriegen de voorteekenen niet, dan zal hij ook nog jaren „de lieveling van het publiek" blijven. Waaraan dankt hij dit succes? Op deze vraag kan men moeilijk een antwoord geven. Misschien komt het wel, omdat Paul in de eerste plaats „mensch" en pas in de tweede plaats „acteur" is. Hij speelt niet voor de camera, hij doorleeft iedere rol. Een rol, die niet in zijn lijn ligt, weigert hij te spelen. Maar daardoor wordt ook iedere rol, die hij vertolkt, een juweeltje. Herinnert u zich de film „Er was eens een Prins"? De film was circa 2500 meter lang. Een honderd meter lang zag men Paul Hörbiger als keizer op het witte doek. De geheele film is men misschien vergeten, maar Hörbigers creatie zekor niet! En zoo is het al, sedert hij in 1927 begon te filmen. Hörbiger als hij niet filmt... In een mooi landhuisje, gelegen in de Glockenstrasse 1 te Berlijn, woont de kunstenaar. Hij, de zoon van een Weensch professor, koesterde reeds in zijn jeugd een groote liefde voor de muziek. En
_
ÜÉ
—i.^_
■
keratine op die zich in de haren en haarwortels bevindt, en het haar valt daardoor onmiddellijk uitWenlo-Wit maakt thans een bestanddeel uit van Nieuwe Vieto (Witte Kleur) gegarandeerd I00"„ zuiver. Heerlijk geparfumeerd. Let op dat op het etiket de woorden Nieuwe Vieto voorkomen. In tuben van ƒ0.75 en groote tuben ä ƒ1.25, bij drogisten, kappers en parfumeriezaken.
Paul Hörbiger in zijn zelf Hörbiger met zijn echtgenoote en kinderen.
ontworpen „Tiroler Trinkstube'
HET SPOOKT OP GUNTÖN CASTLE
'
Een episode uit de mysterieuze ondervindingen van den beroemden detective Hubert Hamilton.
EEN COMPLEET VERHAAL Mijn viund Hubcu Hamilton, de faniL-u/i' meester speurder, was juist in zijn rustig gelegen villa m een der I.ondenselie voorsteden teruggekeerd. Dit verblijdende feit was mij verteld op een zakelijk-nuehter gestelde briefkaart, die tevens de invitatie inhield dien avond niet later dan zeven uur in bovengenoemde villa te ver■ schijnen. Hubert Hamilton had, zooals ik en nog slechts enkele intieme vrienden wisten, de afgeloopen weken in Schotland doorgebracht, maar méér dan dat, wist niemand van ons. De beroemde detective was een gesloten man, die niet eerder sprak, of hij moest klaar zijn om te spreken. En als het zoover was, ontvingen ik en zijn andere drie intiemen: Perceval, Hyatt en Rivers, een briefkaart of telegram met de uitnoodiging om bij hem te komen. Nooit mankeerde iemand van ons viertal in zoo'n geval, want we wisten, dat Hubert zich, na een uitstekend verzorgd diner, behaaglijk zou neerzetten in zijn groeten armstocl, een pijp zou aansteken — een uitzondering, want anders rookte hij steeds een ontelbaar, aantal sigaretten — en, als ook wij ons gemakkelijk geïnstalleerd hadden, zou beginnen te vertellen.... Huberts huishoudster had alle eer \ an het schitterende menu en de oude port. waarop wij onthaald werden, mocht er ook wezen. Mijn vriend de detective is een levenskunstenaar— ~. Na het eten zette hij zich in den groeten armstoel, stak zijn traditioneele vertel-pijp aan en blies een poosje zwijgend rookwolken uit, terwijl hij peinzend voor zich uitstaardc. Eindelijk stak hij van wal. II. ..Ik ben juist teruggekomen uit de Scliotsche hooglanden, van Gunton Castle, het kasteel van den ouden graaf David Gunton in de buurt van Inverness. Daar hebben zich allermerkwaardigste dingen afgespeeld en Lord Hugh Gunton, de oudste zoon, telegrafeerde me om over te komen en te probeeren de mysteriën te ontraadselen. Bij mijn aankomst zag ik direct, dat aan het kasteel een kapel was gebouwd, waarvan, zooals ik al spoedig hoorde, de legende beweerde, dat het er spookte. Maar den laatsten tijd waren de Guntons toch genoodzaakt geweest om dat familiespook au scrieux te gaan nemen, want het begon bepaald gevaarlijk te worden. Levensgevaarlijk zelfs, gezien
BEZOEKT HET
TE DEN
HAAG
DOOR
D'ALVAREZ
het feit, dat de oude kamerdienaar van den graaf op een avond in die kapel op een raadselachtige manier bijna doodgestoken was door een eigenaardigen, ouden dolk. Juist die dolk vormde het middelpunt van de oude spookverhalen, die omtrent de kapel in omloop zijn. Er bestond een traditie in het geslacht der Guntons, dat de dolk dengene, die zich na zonsondergang in de kapel waagt, zou aanvallen, zonder door menschenhand bewogen te zijn. En na het gebeurde met dien ouden bediende lag het voor de hand, dat in lichtgeloovige zielen de angstige gedachte postvatte, dat er wel eens waarheid kon schuilen in deze overlevering. Mijn eerste werk was natuurlijk om de mogelijkheid van een zuiver menschelijk ingrijpen te onderzoeken en ik begon alle personen, die van het tragische voorval op de hoogte waren, een scherp verhoor af te nemen. Het resultaat van mijn onderzoek was in hooge mate verrassend; er waren werkelijk redenen om te gclooven, dat ik hier gestuit was op een van die buitengewoon zeldzame gevallen, waarin niet de beangste mcnschelijke verbeelding spoken ziet, maar waarin werkelijk duistere, bovennatuurlijke krachten aan het werk zijn. De feiten immers waren aldus: Den afgeloopen Zondag hadden de liuisgenooten van Graaf David Gunton, zooals gewoonlijk, in de kapel de avond-
Vraag tweehonderd drie en tachtig Hoe is men aan den naam Ampère gekomen voor de maateenheid van sterkte bij electrische stroomen? Wij zullen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen verdeden onder degenen, die ons op deze vraag vóór 21 Juli (Indische abonné's voor 21 September) goede antwoorden zenden aan ons adres: Redactie ,.Het Weekblad", Galgewatcr 22, Leiden. Op de enveloppe gelieve men duidelijk te vermeiden: Vraag 283.
)eO*>^äÜ
V
-T?ikt*k
(O
^•»...
' UJ
S
•'-v
KJ
godsdienstoefening bijgewoond. De predikant van het nabijgelegen dorp komt eiken Zondag tweemaal op het kasteel om na afloop van zijn functies in de op drie mijl afstand gelegen dorpskerk, in de kapel een dienst te leiden. Na afloop van den avonddienst in de kapel stonden de landheer, zijn zoon Hugh en de reverend nog wat met elkaar na te praten, terwijl Patrick Macdonald, de oude bediende, de kapel rondging om de kaarsen uit te blazen. Opeens herinnerde Ds. Trent zich, dat hij dien morgen zijn gebedenboek op het altaar had laten liggen: hij draaide zich om en vroeg den bediende, dat even voor hem te halen, vóór hij de kaarsen uitblies. Toen de predikant zich omdraaide, om zijn verzoek tot Patrick te richten, hadden de Guntons, vader en zoon, zich werktuiglijk óók omgekeerd in de richting van den dienaar en het was op dat oogenblik, dat de oude man voor hun oogen gestoken werd, in het heldere licht der nog brandende kaarsen! Den morgen na mijn aankomst had ik direct een onderhoud met ds. Trent, nadat ik Hugh Gunton ondervraagd had. De jongeman had mij in plaats van zijn vader te woord gestaan, omdat de landheer zich in een zeer zenuwachtigen toestand bevond en zijn zoon hem zooveel mogelijk opwinding wilde besparen. De beschrijving, die de eerwaarde van het geval gaf, was suggestief en duidelijk. Patrick stond, in de nis bij het altaar absoluut alleen — en toen kwam opeens de stoot, als uit het ledig, zooals de predikant het noemde, die met onbeschrijfelijke kracht den ouden man in zijn volle lengte achterover in het schip van de kapel deed tuimelen. Het was alsof hij een trap van een reusachtig, onzichtbaar paard gekregen had. De laatste, dien ik ondervroeg, was de kamerdienaar zelf. Hij was de psychische en physieke gevolgen van den stoot nog niet te boven en rotsvast overtuigd, dat er een bovennatuurlijke kracht aan het werk was geweest. Wat hij vertelde, kwam overigens woordelijk overeen met wat ik van de andere getuigen had gehoord. Het onderzoek had uitgewezen, dat hij getroffen was door den mysterieuzen dolk — die altijd boven het altaar hing. Het wapen was — gelukkig — een paar
«O V>
> I
m $~ cc ai «O
ai
o
ïH
O
ê *MI
r ■
•
-
■ry -■-■<■•
'"'
e
Sisv 1 ■ h ■
. ''ir'
■,
■
■-
mm
r
Vraag tweehonderd negenenzeventig Senefelder, die van 1771 tot 1834 leefde, is de uitvinder van de steendrukkunst. Met de juiste oplossing van deze vraag verwierf de heer J. M. Emmen te 's-Gravenhage den hoofdprijs. De troostprijzen werden verkregen door den heer C. H. Lagendijk, Rotterdam; mejuffrouw R. v, Giersbergen, St. Michiels Gestel; den heer C. J. Affourtit, Rotterdam; mevrouw C. W. Putters—v. d. Berg. Rotterdam; den heer W. Veening, Gorsscl (G.).
''"■'M
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S i,'-'
l
1
- 4
_^_^____^_^^_^___
___^^_^_____
V
Vil h
. . <4
■ iSi-^MSS
^?U;
m&% PäiiEMBmQ Een onherstelbaar verlies heeft het Duitsche tooneel, neen het wereldtooneel geleden. Een noodlottig- vliegongeval maakte een einde aan het leven van den groeten tooneel- en filmacteur Max Pallenberg. Zijn naam had ook hier te lande een goeden klank. Tweemaal maakte hij een tournee door Nederland, eerst onder leiding van impresario Hugo Helm, daarna onder die van Ernst Krauss. En zij die van Pallenbergs kunst hebben genoten, zullen dezen ras-artist nimmer kunnen vergeten. Helaas heeft hij in ons land nooit de rol vertolkt, die ik de schoonste uit zijn geheele loopbaan heb gevonden, n.1. de titelrol in Molnars „Liliom". Ik herinner mij nog als gisteren den dag, dat ik Pallenberg deze rol zag- creëeren. Het was in 1922 te Berlijn in het knusse Theater am Kurfuerstendamm. Duitschlands tooneelspeelkunst stond toen ter tijd op het hoogste peil. Talent, niet ras, gaf bij een engagement den doorslag. Drie namen brachten het Berlijnsche publiek in verrukking: Reinhardt, Jessner en Pallenberg. Avond aan avond was het Theater am Kurfuerstendamm uitverkocht. Ik had Liliom vaak gezien, ik heb het ook nadien zien spelen door twee groote acteurs, n.1. Hans Albers en Albert van Dalsum. Het was zeer mooi, maar het kon niet in de
centimeter boven het hart terechtgekomen, juist onder het sleutelbeen, dat door de geweldige kracht van den stoot gebroken was. Het lemmet was recht door het lichaam heengegaan en aan den achterkant bij het schouderblad weer naar buiten gekomen. Ook uit hetgeen de arme kerel vertelde, bleek zonneklaar, dat zich geen levende ziel binnen verscheidene meters afstand van hem had bevonden, toen hij was aangevallen. Wat ik, nadat ik deze bijzonderheden had aangehoord, in de eerste plaats te doen had, was de kapel aan een nauwkeurige inspectie te onderwerpen. Die kapel is klein en eeuwen oud, een buitengewoon, massief gebouwtje. De toegang wordt uitsluitend gevormd door een verbindingsdeur, die uit het kasteel er heen voert en waarvan de graaf altijd zelf den sleutel heeft: niemand op het kasteel bezit een duplicaat. De kap«! heeft een langwerpigen grondvorm: het altaar is door het hekwerk van het schip afgescheiden. In het koor bevinden zich alleen vier hooge kandelaars en het koorhek en daarachter het marmeren altaar met ook weer vier kandelaars er op; twee aan iederen kant. Boven het altaar hangt de „gruwelijke dolk" zooals ik hoorde, dat hij genoemd werd; een naam, die waarschijnlijk aan een of andere familiekroniek is ontleend. Ik heb het wapen naar beneden gehaald en aandachtig bestudeerd. Het lemmet is ongeveer vijfentwintig centimeter lang, vier centimeter breed aan de basis en loopt uit in een
schaduw staan van Pallenbergs creatie. Na afloop van de voorstelling sprak ik Pallenberg in zijn kleedkamer. „Das deutsche Theater," zei hij, „ist was schönes. Die deutschen Schauspieler unerreichbar-voran in der Welt." Zeker, zoo was 't zoolang Duitschland nog een Pallenberg had. In den vreemde is hij thans op zeven en vijftigjarigen leeftijd gestorven. De bewonderaars van zijn kunst zullen hem nimmer vergeten.
afgeronde, maar uiterst scherpe punt, eigenaardig gevormd. De dolk is tweesnijdend. De metalen scheede is heel merkwaardig. Ze bergt niet alleen het lemmet, maar ook grootendeels het gevest, zoodat die scheede, of het wapen zich er in bevindt of niet, er uitziet als een kruis. Er is een kruisstuk aangesmeed, waarin de balk van het gevest rust: een zeer weinig voorkomend model. En dit eigenaardige wapen heeft de lugubere reputatie van in staat te zijn — hetzij uit eigen kracht, hetzij gedreven door een onzichtbare hand — een moorddadigen aanval te doen op iederen vijand van het geslacht der Guntons, die toevallig na zonsondergang de kapel binnentreedt. Zooals jullie weet," vervolgde mijn vriend, na een korte-adem pauze, „tracht ik geheimzinnige gebeurtenissen steeds uit natuurlijke oorzaken te verklaren. Daarom zocht ik in alle hoeken en gaten van de kapel, beklopte de wanden en den vloer, monsterde om zoo te zeggen iederen vierkanten centimeter. Toen dat deel van het onderzoek voorloopig niets had opgeleverd, haalde ik een ladder en inspecteerde het gewelfde dak. Drie dagen bracht ik in de kapel door en op den avond van den derden dag had ik de absolute overtuiging, dat zich nergens in het gebouwtje een levend wezen zou kunnen verbergen en ook, dat de eenige manier om de ruimte binnen te treden of te verlaten inderdaad de deur is, die naar het kasteel voert, de deur, die altijd is
afgesloten en waarvan de graaf zelf den sleutel bewaart. Maar gesteld zelfs, dat ik een of andere opening, een geheime of niet, zou hebben ontdekt, dan nog zou de mysterieuze aanval daarmee niet te verklaren zijn geweest. Want de kamerdienaar werd door den dolk getroffen onder de oogen van reverent Trent, van den landheer zelf en van diens zoon Hugh, die geen van allen een aanvaller hadden gezien. De oude Patrick kon er eveneens een eed op doen, dat geen levend wezen hem den stoot had toegebracht — uit het ledig was die gekomen. Dit was nu het mysterie, dat ik moest uitpluizen... Na het probleem van alle kanten overdacht te hebben, ontwierp ik een plan van actie. Ik stelde den ouden landheer voor, dat ik een nacht in de kapel zou doorbrengen en toezien, wat de dolk voor grappen zou uithalen. Maar daar wilde de edelman, een kleine, zenuwachtige baas, volstrekt niet van hooren. Ik kreeg de overtuiging, dat hij het bestaan van een of andere bovennatuurlijke kracht, die na zonsondergang zijn tenten opsloeg in de kapel, niet als uitgesloten beschouwde. Hij vertelde me ten minste, dat hij altijd gewoon was geweest des avonds de verbindingsdeur .op slot te doen om te beletten, dat een overmoedige dwaas zich zou blootstellen aan mogelijk gevaar, dat het verblijf in de kapel bij donker mocht opleveren. En na het gebeurde met zijn kamerdienaar, was hij nog minder geneigd toe te staan, dat iemand een nachtelijk bezoek aan de kapel bracht. Dien avond, toen ik bezig was mij uit te kleeden, kreeg ik een idee, hoe ik er in zou kunnen slagen om na donker de kapel binnen te gaan, zonder den graaf nog meer overstuur te maken. Ik zou den volgenden dag den sleutel vragen, een afdruk nemen en voor een duplicaat zorgen f III. Den volgenden morgen vroeg ik den sleutel met de mededeeling, dat ik een foto van het koor wenschte te maken. Ik deed dat • inderdaad en toen ik klaar was gaf ik den sleutel aan den graaf terug, maar niet dan nadat ik een afdruk in zeep had gemaakt... Ik ging met de plaat en den zeepafdruk naar Inverness. De plaat bracht ik bij een fotograaf; ik ontwikkelde haar daar en liet ze daar achter om te drogen. In het voorbijgaan was ik met den zeepafdruk bij een smid geweest, die me beloofde over twee 'uur mijn duplicaat gereed te hebben; een belofte, die hij ook hield. Toen r^ed ik voldaan met mijn tweeden sleutel naar het kasteel terug. Dien avond ging ik vroeg naar mijn kamer, met de verklaring, dat ik vreeselijk vermoeid was. Tk deed de deur op slot en haalde toen van onder mijn bed — waar ik ze vroeger in den avond verborgen had —de stukken van een oude wapenrusting te voorschijn, die ik kans had gezien ongemerkt uit de wapenkamer te smokkelen. Er bevond zich een maliënkolder bij en ook een malie-kap om het hoofd te beschermen. Ik gespte de stukken van de wapenrusting om, kwam tot de conclusie, dat die deksels ongemakkelijk zaten en deed
den maliënkolder er over heen aan. Ik voelde me er allerbelabberst in, opgepropt en ongemakkelijk en niet in staat mijn armen en beenen op een natuurlijke manier te bewegen. Maar hetgeen ik ging ondernemen maakte een behoorlijke bescherming van mijn lichaam noodzakelijk. Over het heele zaakje trok ik mijn chambercloak aan, mijn revolver liet ik in den eenen zak er van glijden, mijn bliksemlichtapparaat in den andere: mijn electrische zaklantaarn nam ik in de hand — niet brandend natuurhjk. Mijn toebereidselen hadden geruimen tijd in beslag genomen en ik zag, dat de groote hal* en het trappenhuis donker waren. Het kasteel was in rust. Ik sloot de deur van mijn kamer aan de buitenzijde en sloop toen, zoo zacht mogelijk en oppassend, dat mijn metalen kleedij niet rammelde, naar de hal en liep de gang in, die naar de kapel voerde. Ik bereikte de deur en probeerde mijn sleutel; die paste perfect en een moment later stond ik in de kapel. De deur had ik onmiddellijk achter mij op slot gedaan en om mij heen was niets anders dan een tastbare stilte en een duisternis, waarin ik alleen de omtrekken van de glas in lood vensters kon onderscheiden. Het zou kinderachtig zijn om niet te erkennen, dat er een beklemmend gevoel van verlatenheid over mij kwam. Maar daaraan mocht ik niet toegeven. Dus begon ik met mijn electrische zaklantaarn aan te knippen en de geheele ruimte te onderzoeken; in ieder gaatje en hoekje liet ik het schijnsel van mijn lamp spelen. Ik ontdekte niets bijzonders. Bij de altaarnis liet ik den lichtbundel op den dolk vallen. Daar hing hij, vlak boven het altaar; rustig, ik zou bijna zeggen: onschuldig. Ten slotte liep ik naar de plek, waar ik dien morgen nïijn camera voor de nachtelijke operatie had achtergelaten, gericht op het altaar. Ik had een plaat op het plankje van het statief klaargelegd, schoof die in het chassis, trok den sluiter open en opende ook de lens. Daarop haalde ik mijn bliksemlichtapparaat uit mijn zak en deed het ontbranden. Een felle lichtstraal even was het heele interieur van de kapel zichtbaar, toen weer volslagen duisternis. Bij het schijnsel van mijn zaklantaarn deed ik den sluiter dicht en keerde het chassis om, zoodat ik een ongebruikte plaat gereed had voor de volgende opname. Toen ik daarmee klaar was, ging ik in een van de kerkbanken zitten, dicht bij mijn fototoestel. Ik kan niet precies zeggen wat ik verwachtte, dat zou gebeuren, maar ik had het sterke gevoel — ik mag wel zeggen de intuïtieve overtuiging — dat zich iets vreeselijks en huiveringwekkends zou afspelen. Een uur ging voorbij, een uur van doodelijke stilte. Ik kon den tijd afmeten naar het slaan van 'de stalklok, die achter het dikke muurwerk vaag en als van heel ver klonk. Was het eerst kil geweest, nu werd het beestachtig koud. Het was alsof iets uit de duisternis koud op mijn gezicht drukte — een ontzenuwd gevoel, in één woord: een gruwelijke gewaarwording, dat zich in de ruimte iets bewoog! Niet, dat ik iets hoorde; ik had alleen een soort
instinctief besef, dat iets zich in de duisternis, verroerd had. Kunnen jullie je voorstellen, hoe ik me voelde ? Jullie weet, ik ben geen lafaard als ik tegenover een tegenstander van vleesch en bloed sta, maar dit ontastbare, immateriecle, was me heusch te machtig. Opeens greep een soort onberedeneerde doodsangst mij aan. Ik drukte , mijn met ijzer bekleede armen tegen mijn gezicht — ik had het misselijk makende, het adem benemende gevoel, dat er in het donker iets op me loerde. Zorgen VERKORTEN Uw leven. Voor het eerst in mijn leven wist ik misEen levensverzekeringspolis derH AV schien, wat werkelijke vrees was. Toen BANK te Schiedam verzekert Uw toekomst en verlengt Uw leven I I — hoorde ik iets! Ergens in de buurt van de altaarnis — een doffe klank van metaal — alsof een gepantserde voet op schijnen op het gewelfde dak, op den de steenen van den vloer trad. Ik zat vloer, maar nergens was iets, dat mij onbeweeglijk—ik vocht met al mijn behoefde te beangstigen. En toch moest geestkracht om mijn moed terug te krijgen en met de uiterste inspanning ik mij met een bijna bovenmenschelijke energie dwingen om de lantaarn uit te van mijn wil, liet ik mijn armen ten doen en ik ging weer zitten in de kerkslotte zakken. bank, om mijn eenzaam en zenuwslooEr gebeurde echter niets, en na een pend waken voort te zetten, nu met poosje kwam mijn kalmte weer eenigsmijn hand aan de revolver. zins terug. Ik schat, dat ongeveer een half uur Een paar minuten verliepen, toen was er weer dat geluid, ergens in het zal zijn voorbijgegaan, zonder dat een enkel geluid de absolute stilte verkoor, als van een met metaal geschoeistoorde het was doodelijk stil. Ik den voet, die steels voortliep. Ik verstijfde weer. Was dat geluid misschien zat daar maar, als geschroefd in mijn ongemakkelijke wapenrusting, met mijn het gekletter van den dolk boven het altaar, schoot mij opeens door het hoofd. revolver gereed in de eene en mijn lanDat was een dwaze gedachte, want daar- taarn in de andere hand. Toen opeens was het weer met de voor was het geluid te zwaar geweest, maar vergeet niet hoe de toestand van rust gedaan. Ik luisterde elke zenuw gespanmijn zenuwen was! Ik moest steeds aan het verhaal van den reverend den- nen; ik wist zeker, dat zich iets bewogen ken — aan den dolkstoot, die uit het had. Na een paar seconden wéér het geluid; dichterbij naar ik meende. Het ledig kwam Ik tastte snel en behoedzaam naar was nu of de stcelsche, sluipende tred mijn lantaarn — ze lag naast mij op de langzaam naar het schip van de kapel bank. Met een onzekere beweging knipte kwam. Ik denk, dat jullie je niet kunt ik haar aan, liet het licht spelen in het rcalisccren, wat ik uitgestaan heb. Ik schip, in het koor, op het altaar, maaihoorde nu den voetstap overal. En er was niets om mij vrees aan te jagen. daarop volgde ineens de merkwaardige Daarop draaide ik den lichtbundel naar de achterzijde van de kapel, liet hem (VeivolQ op pagina lO) Eenige foto's uit ,,Haruni", een nieuwe Ufa-cultuurfilm opgenomen in Japan.
Bij den preparateur Bisam woont een stille, bes jongreman, Hans Werner geheeten. Hij is werkzaam In de zaak van zijn tante, een wijnhandel, waar hij fungeert als manusje-van-alles. Op zekeren dag verrast Bisam hem met de mededeel ing, dat er een klein meisje op hem zit te wachten, die hardnekkig volhoudt, dat ze naar haar nieuwen ^Pappie" is gekomen. Hans vindt dan een klein meisje, Lilly, Ze heeft een brief bij zich, die Hans het ratadsel ontsluiert, Lilly is het dochtertje van zijn broer, die door een ongeluk gestorven is, en door de artiste Jenny Andersen in opdracht van den overledene naar Hans is gebracht. Deze weet evenwel niet goed, wat hij als vrijgezel met zijn kleine nicht beginnen moet. Eindelijk besluit hij haar naar haar grootvader, den pensionhouder Krüger te brengen. Grootvader is echter niet bijster op de familie-uitbreiding gesteld. Maar zijn dochter, tante Anna, denkt er. anders over, sedert zij 'n brief van het consulaat in Buenos Aires ontving. Hierin staat, dat de broer van Hans en diens eveneens verongelukte vrouw bepaald hebben, dat het vruchtgebruik van Lilly's erfenis bestemd is voor dengene, die net meisje op zal voeden. Tante Anna is niet afkeeriff van dit groote bedrag en zij zal Lilly's opvoeding ter hand nemen, waartoe ze het kind naar een kostschool stuurt Als Hans dat hoort, loopt hij na een hevige ruzie de deur uit en ontvoert Lilly uit het pensionnaat. Hij durft haar echter niet naar zijn huis te brengen en blijft zonder te weten wat te doen met haar door de stad dolen. Eindelijk vindt hij een oplossing. Hij zal Lilly naar Jenny brengen, de artiste die hem het meisje bracht en die met het circus, waaraan ze verbonden is, in de stad optreedt. Jenny verklaart zich bereid 't meisje bij zich te nemen, maar — als zij 't Lilly willen zeggen, blijkt deze verdwenen. Tante Anna en grootvader Krüger hebben echter ook den weg tot het circus gevonden en eischen de uidevering- van het kind, dat een goudmijntje voor hen belooft te worden. Doch niemand weet, waar Lilly is. Het kind is echter op het politiebureau terecht gekomen, waar ze spoedig de lieveling van de dienstdoende beambten geworden is. Ook haar „achtervolgers" hebben hun schreden naar het politiebureau gericht, maar ffelukkig zijn Jenny en Hans de andere twee iets voor. jubelend valt Lilly haar „nieuwen Pappie" en tante Jenny, waar ze zöo dol op is, om den hals, en daarmede is het lot van de drie menschenkinderen bezegeld. 1. Petra Unkel en Victor de Kowa. 2. Hilde Weissner en Joseph Dahmen. 3. Ook de zeehond moet in bad. (, Petra Unkel, Victor de Kowa en Hans Sternberg. 5. Petra Unkel en Hans Deppe. 6. Hilde Weissner en Victor de Kowa. 7. Hilde Weissner. 8. Emilia Unda en Hans Sternberg. 9. Petra en Victor zijn goede vrienden.
1'
I 1 ^Ë
w
1
'V.'-^^VV
naar de deur. Met een paar sprongen had ik haar bereikt, ik grabbelde als een waanzinnige in den zak van mijn kamerjapon naar den sleutel. Ik vond hem, tastte met mijn hand langs de deur, ontdekte het sleutelgat, stak den sleutel er in, draaide hem om, rukte de deur open — en stond in de gang. Ik trok de deur ijlings achter mij dicht, toen voelde ik weer naar het sleutelgat, ditmaal om haar te sluiten achter „Het", dat zich in de kapel bevond. Het lukte, ondanks mijn trillende handen, en als in een droom begon ik mijn weg te zoeken langs den muur van de gang. Ik bereikte de groote hal en even later was ik in mijn kamer."
(SRI ©fcS® IKlP(ygI@!F' in ,,Gallant Lady", een nieuwe United Artlsts-fllm. [Vervolg, van pa£. 7) me, achter me en opzij. Mijn rechterhand omklemde de revolver en die gewaarwording, dat ik niets hoorde en ook niets gehoord had hand was zoo klam van het zweet, dat het me moeite kostte om het wapen Mijn zenuwspanning bedaarde wat; ik er niet uit te laten glijden. kon aandacht schenken aan mijn eigen Ik stapte op de steenen trede, die gevoelens, ik werd mij bewust, dat de naar de opening in het koorhek leidt spieren van mijn schouders geweldig en liet het licht op den dolk vallen. pijn deden, doordat zij, terwijl ik onEerst dacht ik dat alles was zooals het beweeglijk in elkaar had gezeten, samenwezen moest, maar toen drong het met gedrukt werden door mijn snoerend harnas. een schok tot mijn besef door, dat er iets niet in den haak was. Ik leunde Ik zat maar te luisteren; met lijf voorover om beter te kunnen zien; ik en ziel mag ik wel zeggen, en opnieuw tuurde en mijn vermoedens bleken griekwam de benauwende zekerheid, dat zelig juist. De dolk was er niet — alleen zich iets bewoog het was dan tóch de kruisvormige schcede . hing boven zoo! Alles aan mij scheen strak getrokhet altaar! ken te worden, mijn hoofd deed er pijn Een panische schrik overweldigde mij. van, zóó werkelijk was het. Als ik had In mijn opgezweepte verbeelding zag ik gedaan, waar ik werkelijk zin in had, het „ding" op eigen kracht door de zou ik hard wcggcloopcn zijn. Het kapel zweven, zich her- en derwaarts koude zweet brak mij uit, niet overwendend, naar eigen goeddunken of drachtelijk, maar in den meest letternaar den wil van de onbegrijpelijke lijken zin van het woord. macht, die het voortstuwde. Ik was weer Nogmaals meende ik dien zachtcn, geheel in de macht van mijn angstmaar toch veerkrachtigen voetstap te voorstelling. Met moeite draaide ik mijn onderscheiden en alwéér dichterbij. Er verstijfd hoofd om. Ik keek achter mij volgde een korte, dreigende stilte, en liet het licht schijnen in de richting, waarin ik het gevoel had, dat uit het waarin ik keek. koor iets reusachtigs, iets monsterlijks, zich naar mij toeboog. Er ging een Op hetzelfde oogenblik kreeg ik een eigenaardige, onaangename prikkeling hevigen klap tegen de linkerborst en langs mijn rug; ik had een doffe pijn tuimelde achterover van het koorhek in mijn achterhoofd, terwijl ik me met in het schip. Mijn tragi-komische wapenalle kracht verzette tegen deze nieuwe rusting kletterde en rinkelde. Ik kwam beklemming. Ik verzeker jullie, dat op mijn rug terecht en gleed een eind iemand, die een dergelijke verschrikking voort over het gladde marmer van den nooit aan den lijve heeft ondervonden, vloer. Mijn schouder stootte tegen den er geen idee van heeft, hoe een zenuwhoek van een kerkbank en daardoor achtige spanning als ik in die uren kwam ik overeind te zitten, driekwart doormaakte, een kwellende, physieke verdoofd, zooals jullie wel begrijpt. Ik pijn kan veroorzaken. Maar ik pakte was mijn Lantaarn en mijn revolver mij, figuurlijk gesproken, bij den kraag, kwijt, dat drong vaag tot mij door. In kwam uit mijn bank en ondernam een mijn verbijstering niet precies wetend expeditie in de richting van den dolk. wat ik deed, sprong ik in de ondoorIk had me voorgenomen het raadsel dringbare duisternis naar voren en op te lossen en zou me niet door kwam in botsing met mijn fototoestel. vrees laten weerhouden! Ik liet mijn Het tuimelde tusschen de banken, maar lantaarn naar alle kanten schijnen, vóór ik liet me niet ophouden, ik moest
LE6 NCIGARET OP TWEE ZiCENT 5TUKKEN en dan hebt Ge precies de lengte, breedte en dikte van zoo'n handig metalen zokdoosje met 3 "AKKERTJES". Ge hebt er geen last van in Uw vestzak of taschje. Wel kunt Ge last krijgen van Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpijn of Zenuwpijnen, maar dan kunt Ge die dadelijk verdrijven met de "AKKERTJES" uit Uw zakdoosje.
IV. Hubert Hamilton oordeelde terecht, dat onze geest even rust moest hebben; hij stond op, om ons en zichzelf een glas likeur in te schenken en nadat we, in gespannen stilte, daarvan een paar teugen gedronken hadden en hij zijn pijp weer had gevuld en aangestoken, zette hij zijn sinister boeiend relaas voort. „In mijn kamer bleef ik zitten, tot ik een klein beetje tot mijzelf gekomen was. Het duurde een heelen tijd voor ik bij machte was mijn wapenrusting af te gespen. Toen ik het ten slotte deed, merkte ik, dat zoowel het maliehemd als het kuras over de borst doorboord waren. En in eens kwam het besef, dat het „ding", het „Onnoeme-
10 .
Toen ik eenigen tijd geleden weer ereis in Den Haag was, wandelden m'n vriend en ik in de buurt van het Haagsche bosch. Mooi is het daar. Een rosarium, geweldig! Daar heb je nog ereis een plekje, waar het allemaal rozengeur en soms ook wel ereis maneschijn daarbij is. We gingen verder den kant van Scheveningen uit. Geweldige gebouwen zie je daar: Petrolea, de Bataafsche, enz. De rozengeur is er wel weg, doch 't scheen er heelemaal niet slecht te gaan. We stonden voor een ander geweldig huis, grooter dan 't paleis der Koningin. Wat is dat? vroeg ik. Het Centraal bureau voor de statistiek, 'n Mooie naam, maar het zei me niet veel. M'n vriend scheen dat te merken. Weet jij hoeveel winkels er in Nederland zijn? Hoe zou ik dat weten, beweerde ik. Dat kon je weten als je de berichten van dit bureau beter volgde. D'r zijn in Nederland 150.000 winkels, 37.500 daarvan zijn kruideniers, 12.300 manufacturiers, 11.800 sigarenwinkels, 11.300 slagers en 11.100 bakkers. Zoo dat weet je tenminste, voegde m'n vriend er aan toe. Ik liet die verwaande opmerking zonder uitgesproken ergernis aan me voorbijgaan. M'n vriend had pas voor de tram betaald. Toen ik in den trein zat viel me in, dat ik m'n vrouw beloofd had een half pond Haagsche leverworst en een pakje Haagsche hopjes mee te brengen. Ik schrok eerst en troostte me toen met het idee, dat ik bij ons, op den weg van het station naar huis, het verlangde wel zou kunnen koopen. Een van de 11.300 slagers en een van de 37.500 kruideniers zouden toch wel onderweg te vinden zijn. Dacht je maar. Geen enkele! M'n vrouw was woedend. En ik heb me het meest geërgerd aan dat Bureau voor statistiek met z'n 150.000 winkels. Hadden ze voor zulke oncontroleerbare berichten zoo'n prachtig gebouw neer moeten zetten? Daarvoor, en nog wel zonder m'n toestemming — ook mijn belastingcenten moeten gebruiken?! . PPTRIK PRTTTTPT AAP
Zakdooi |' Glazen buis met IS ituki slechts 52 cent SO cent; Ge kunt hieruit 4 x Uw lakdoosje vullen. lijke", zich op mijn hart gericht had. Ik rukte mijn onderkleeren los en kwam tot de ontdekking, dat de huid van mijn borst, net boven het hart, even was geraakt en dat er een bloedvlek op mijn hemd zat. Maar ik had het gevoel of mijn heele borst inwendig gekneusd was; het deed verduiveld pijn! Er is niet veel verbeeldingskracht noodig om te begrijpen, wat er gebeurd zou zijn, als ik dat revue-costuum niet had aangetrokken I Ik ging dien nacht niet medr naar bed: ik bleef op den rand van mijn ledikant zitten peinzen, wachtend op de ochtendschemering. Ik moest mijn achtergelaten bezittingen uit de kapel verwijderd hebben; als de graaf daar binnenging, mocht het feit, dat ik een tweeden sleutel bezat, niet blijken. Toen'het licht genoeg in mijn kamer was, om de voorwerpen om mij heen te onderscheiden, ging ik terug naar de kapel. Heel langzaam, mijn zenuwen tintelend, opende ik de deur. De grauwe schemering van den aanbrekenden dag gaf aan de doodstille kerkruimte iets onuitsprekelijk spookachtigs. Maar al spoedig wierp de opkomende zon een gouden straal door het Oostelijk venster: dat bracht wat kleur en leven, maakte alles wat minder naargeestig. Toen ging ik verder. Ik liep door het schip naar de plek, waar ik in het donker mijn camera ondersteboven geloopen had. Ik verwachtte niets anders of ik zou het toestel in gruzelementen terugvinden, maar het bleek tot mijn niet geringe verbazing en blijdschap, dat alleen het matglas was gebroken: verder was er geen noemenswaardige schade aangericht. Ik plaatste de camera weer in den stand, waaruit ik de foto's had genomen. Het chassis haalde ik er uit en stopte het in een van mijn zijzakken. Daarop liep ik naar het koor om mijn lantaarn en revolver in veiligheid te brengen. De lantaarn was heelemaal gedeukt en de lens gebroken; het wapen was volkomen onbeschadigd. Nadat ik ook de revolver en de lantaarn bij mij had gestoken, liep ik naar het koorhek, om te zien' of de
dolk was teruggekeerd ,— of teruggebracht — in de s.cheede boven het altaar. Maar nog vóór ik het koorhek bereikte, kreeg ik een heftigen schok, want op den marmeren vloer voor het koor, ongeveer een meter van de plaats, waar ik den stoot had ontvangen, lag het „gruwelijke wapen"! Zonder mij rekenschap te geven van wat ik deed, sprong ik naar voren en zette werktuiglijk mijn voet er op! Kunnen jullie een dergelijke uit het onderbewustzijn voorkomende reactie begrijpen ? Ten slotte overwon mijn gezond verstand en raapte ik den dolk op. Minuten lang 'bekeek ik hem; draaide hem om en om in mijn handen. Het mysterieuze ding vertoonde geen sporen van den stoot dien het toegebracht had, behalve dal de doffe kleur van het staal wat helderder was bij de punt, die in het metaal van de wapenrusting gedrongen was. Eindelijk, toen ik den dolk lang genoeg bekeken had, stapte ik de steenen treden van het koor op en ging de opening in het koorhek door. Ik knielde op het altaar en schoof den dolk in de scheede terug. Daarop ging ik weer terug naar het koorhek, trok het achter mij dicht en ik was heelemaal niet op mijn gemak in het bewustzijn, dat de dolk weer op zijn plaats hing. Het was, alsof ik een onberedeneerde zekerheid voelde, dat er grooter kans op gevaar was, wanneer dat ellendige ding zich op zijn vijf eeuwen oude plaats bevond, dan wanneer het daar niet was. Mijn minachtend oordeel over den ouden graaf, dien ik in mijn hart had uitgelachen om zijn angst, dat iemand de kapel zou betreden, week voor de veronderstelling, dat hij, zonder dat hij er ooit iemand over had gesproken, wellicht op de hoogte was van vroeger onheil, door den dolk aangericht; lang voor het gebeurde met zijn kamerdienaar. Ik ging terug naar mijn kamer, nam. een bad en schoor me, iets wat je na zoo'n nacht vol emoties aardig opfrischt. Toen ik beneden kwam, verschafte een kittig kamermeisje me een kop sterke koffie en een paar knapperige broodjes en het smakelijke ontbijt deed me zóó goed, dat ik, ondanks mijn pijnlijke borst, rug en nekspicren, in staat was, een vroegen tocht naar Inverness te ondernemen." V. Weer stond Hubert op om zijn beencn eens uit te rekken, de glazen opnieuw vol te schenken en zijn leeggerookte pijp voor een sigaret te verwisselen. Daarop vertelde hij onvermoeid verder. „Daar ik mijn bezoek aan de stad voorloopig geheim wenschte te houden, vroeg ik niet, zooals den vorigen dag mij met den auto te brengen, maar wandelde een paar kilometer naar de stopplaats van de autobus, waarop ik gelukkig niet lang behoefde te wachten, zoodat ik in een half uurtje te Inverness was. Het was omstreeks half negen, toen ik bij den fotograaf, bij wicn ik den dag te voren was geweest, arriveerde. De
-n— _
.
62-JARIGE AMSTERDAMMER VERSTIJFD DOOR RHEUMATISCHE PIJNEN Loopt nu weer „als de beste" „Ik ben op het oogenblik 62 jaar oud en leed al sinds lange jaren aan rheumatiek in de beenen, die hoe langer hoe erger werd. Ten slotte was het zoo ernstig, dat ik vanaf mijn 60e tot voor kort als het ware verlamd te bed moest blijven. Daar ik zeer levenslustig ben, werd alles geprobeerd, doch niets hielp. Eindelijk kwam op raad van een kennis, die goed succes heeft gehad met uw middel, ook Kruschen Salts aan de beurt en zie, 3 maanden reeds nadat ik begonnen was Kruschen Salts te gebruiken, kon ik in de kamer loopen met een stok, en daarna ging het zienderwijze vooruit. Tegenwoordig maak ik eiken dag een ochtendwandelingetje door de Amstellaan, en als de beste hoor! En dit alles schrijf ik uitsluitend toe aan Kruschen. Dank, dank, dank ervoor! S. Z. te A. De oorzaak van rheumatiek is een teveel aan urinezuur in het lichaam, hetgeen ontstaan is door te trage werking der inwendige organen (o.a. ingewanden en nieren). En indien deze organen niet beter gaan werken, hoopt dit kwaadaardig urinezuur en andere afvalstoffen, die uw gezondheid kunnen benadeelen, zich steeds meer in uw lichaam op. De zes verschillende zouten in Kruschen nu, sporen deze afvoerorganen tot betere werking aan, zóó, dat alle opgehoopte, schadelijke afvalstoffen uit het lichaam verwijderd worden. De pijnen worden nu gestild, gezwellen slinkeiv verstijfde ledematen worden weer lenig. Daarna zal „de kleine dagelijksche dosis" U inwendig schoon houden, vrij van afvalstoffen, overtollig urinezuur en dus ook vrij van rheumatiek. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten k f 0.90 en ƒ1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Stralende gezondheid voor één cent per dag. Let op dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt.
winkel was nog dicht, maar de eigenaar had geen bezwaar mij gebruik te laten maken van zijn donkere kamer. Ook de platen in het chassis waren wonder boven wonder heel gebleven. De eerste plaat, die ik in het bad deed, was niet de bliksemlichtopname, maar de tweede, die in het chassis had gezeten en die — dat heb ik jullie nog niet gezegd — den hcclcn tijd, dat ik in de kapel had zitten wachten, blootgesteld was geweest aan de inwerking van al wat vóór de lens, waar ik den dop niet op had gedaan, was gebeurd. Het heele koor was, om zoo te zeggen, onder voortdurende observatie geweest tot het toestel omgevallen was. Jullie zijn allemaal zoo'n beetje op de hoogte van mijn experimenten met „lichtlooze fotografie", dat wil zeggen, lichtloos in den zin van „licht", dat het menschelijk oog niet in staat is om op te merken, nietwaar ? Dus je begrijpt, dat ik met de grootste spanning toekeek, hoe de plaat op de inwerking van den ontwikkelaar zou reageeren. Langzamerhand zag ik een flauw donker vlekje opkomen op het bovendeel van de plaat en daarna verscheidene van die plekken met onduidelijke, zwevende om(Vervolg op pagina 2V
'
FILMST E R R E M-ABC 61
werd te Parijs geboren. Zij bezocht aldaar een tooneelschool en debuteerde te Toulouse. Daar zij veel talent had. werd zij spoedig in Parijs geëngageerd. Zij trad ook in eenige stomme Fransche films op. kreeg toen een contract voor Berlijn, waar zij in de film ..De witte rozen van Ravensberg" de hoofdrol vertolkte. Te Parijs speelde zij in de films ..Casanova" en ..Het halssnoer van de Koningi
BORIS KARLOFF is een waardige opvolger van den Amcrikaanschen karaktcrspeler Lon Chaney. Boris maakte naam met de Universal-film ,.Het monster Frankenstein" en zoolang hij filmt, zal hij thans wel dergelijke rollen moeten blijven vertolken. Hij speelde nadien in ..Cagliostro" en zal in het nieuwe seizoen bij de Metro-Goldwyn-Mayer een aantal sensatie-films spelen.
BUSTER KEATON is den -len Augustus 1895 te Pickway geboren. Reeds op zijn derde jaar moest hij als artist in een circustent optreden. De filmarlist Fatty Arbuclc ontdekte zijn talent voor de rolprent en nam hem mee naar Hollywood, waar Joseph M. Schenck hem engageerde. Buster is pas gescheiden van de filmster Nathalie Talmadge.
werd te Kiew geboren. Zij studeerde voor danseres en debuteerde te St.-Petersburg. Zij maakte een tournee door Europa en vestigde zich te Berlijn. Toen zij tot de film overging, trad' zij bij de Defu in eenige kleine rollen op. Zij werd door de directie van de Cinëromans te Parijs geëngageerd, en speelde eenige jaren voor deze maatschappij. Thans heeft zij zich geheel uit de studio's teruggetrokken.
SUZANNE KARREN werd te Los Angeles geboren. Haar vader was op het kantoor van de Fox-Studio'ji werkzaam en ook Suzanne kreeg op zestienjarigen leeftijd een baantje op het kantoor van deze film-onderneming. Het beviel haar slechts matig en zij vroeg om mee te mogen figureeren. Robert T. Kane zag, dat het meisje talent bezat en thans is zij voor tweedeplans-rollen bij de Fox geëngageerd.
Een abonné schreef ons onlangs, dat hij alle tram- en autobus-diensten n ons land kent. — Wij hebben hem geadviseerd om een handboek voor wandeltoeristen te schrijven.
RAYMOND KEANE werd in het jaar 1905 te Denver geboren. Hij bezocht het conservatorium te Chicago en studeerde viool. Op twintig-jarigen leeftijd gaf hij zijn eerftc concert en oogstte veel succes. De film trok hem echter meer aan en Carl Laemlle engageerde hem voor de Universal. Raymond heeft hoofdrollen in vele films gespeeld. Voor de sprekendefilm bezit hij echter weinig talent.
„Maar moet je je hoed dan niet achterna, Alfred?" 7Neen, die komt vanzelf wel terugr, als het weerbericht het ten minste bij het rechte eind heeft."
OSKAR KARLWHIS werd den lOen Juni 1899 te Weenen geboren. Directeur )ano wa« zijn eerste theater-directeur. Als komiek in de operette ..Miss Amerika" ging hij naar Berlijn en speelde in de Henny Porten-film ..Liefde in de Koestal". Daarna werd hij door Max Reinhardt geëngageerd. Zijn bekendste films zijn ..Drei von der Tank-telle" en .Madame Nitourhe".
FRIEDRICH KAYSSLER behoort tot de meest vooraanstaande Berlijnsche tooneelspclers. doch ook in de filmwereld heeft Kayssler een zeer goeden naam. Hij werd den 7en April geboren. Reeds in zijn jeugd wilde hij aan het looneel en het kostte hem niet veel moeite om zijn wil door te zetten. De bekendste films, waarin hij groote rollen speelde waren ..Feme", ..Dubarrv von heute ..Yorrl« en ..Leben-jlMinstler' .
JANE KECKT.EY is te New York geboren. Haar vader, een bekend Amerikaansch advocaat, wilde gaarne, dat zijn dochter ging studceren. Jane voelde echter meer voor de kunst en bezocht een tooneelschool. Zij debuteerde te New York en nam spoedig een vooraanstaande plaats in de kunstwereld in. Zij is in verschillende sfommefilms opgetreden. Thans heeft zij rlrh weer geheel aan het tooneel gewijd
T2 !
,
:
De man, die niet op avondblad kon wachten tot hij thuis was.
Dezer dagen viel er een man uit een raam op de derde verdieping van 'n groot New-Yorksch hotel zonder eenig letsel te bekomen. — Toch heeft hij besloten om in 't vervolg maar liever de lift te nemen. De directeur van een huwelijksbureau verklaarde in een interview, dat hij nog vaak bezoek ontvangt van mannen, welke hij aan een vrouw heeft geholpen. — Hij is echter nooit een oogenblik bevreesd, daar hij een zeer betrouwbare en sterke lijfwacht bezit. Gedurende een deftig diner gaf een der aanzittenden een geïmproviseerden dans ten beste. — Toen hij eenmaal bedaard was, had de kellner, die de kopjes heete mokka in zijn hals had laten vallen, zich bescheiden teruggetrokken.
„Ikwou, dat jevadereens'navond thuis bleef om tezienhoeondeug-end jij bent, wanneer hij er niet is!"
Wu* Vrouw (bitter): „En hij had mij beloofd er een „sprookjestuin" van te maken!"
Als hij eenmaal de hand van een vrouw heeft gewonnen, komt menige man tot de ontdekking, dat hij onder den duim zit.
ALS HET LEVEN EEN TRIOMF WORDT MARIE CURIE. - DE ONTDEKSTER VAN HET RADIUM. EEN WELDOEN5TER DER MEN5CHHEID. De vrouw, die als Marie Curie over de geheele wereld bekend zou wórden als een weldoenster der menschheid, heette eigenlijk Marie Sklodowska en werd in 1867 te Warschau in Polen geboren els jongste van een uit vijf kinderen bestaand gezin. Haar vader was een bekend leeraar aan het gymnasium in haar geboortestad, terwijl haar moeder leerares was aan een middelbare school voor meisjes. Beide ouders gaven veel tijd aan de opvoeding van hun kinderen, en de jeugd, die Marie had. was erg gelukkig. Hela;\s kwam er echter al te spoedig een eind aan door den dood van haar moeder. Marie was toen pas negen jaar. en zij werd kort daarop naar een Russische school gestuurd. Het kind kon zich hier onmogelijk gelukkig voelen, omdat het onderricht er in hoofdzaak op was ingericht, den Poolschen nationalen geest te dooden. De onderwijzers behandelden de Poolsche leerlingen als vijanden en de moreele atmosfeer was ondraaglijk. De kinderen verloren er al hun levensvreugde door het voortdurende wantrouwen, waarmee zij werden omringd. Evenals de meeste Poolsche kinderen bezat Marie een sterk nationaal gevoel en de verhouding, waaronder zij op die Russische school leefde, beteekende eigenlijk een voortdurende bron van lijden voor haar. De eenige. gelukkige oogenblikken. die zij nog kende, waren de avonden, die zij met haar vader en de andere kinderert thuis doorbracht, en die hoofdzakelijk aan de bestudeering van literatuur en wetenschappen waren gewijd. Marie voelde vooral veel voor wiskunde en physica, en de droom van haar jonge leven waä zélf een laboratorium te hebben, waar zij naar hartelust proeven zou kunnen nemen. Toen zij vijftien jaar was, aanvaardde zij een betrekking als gouvernante van eenige kinderen op het platteland. Het was een moeilijk oogenblik, toen zij van haar ouderlijk huis afscheid nam en langer dan vier jaar kon zij het ook niet uithouden. Toen keerde zij terug naar Warschau. Met behulp van haar vader kreeg zij toegang tot een klein laboratorium, waar zij des Zondags, den eenigen dag, dat zij vrij was, mocht experimenteeren. In dien tijd ontstond er een geheime organisatie van studenten in Warschau, wier doel was het moreele ,en intellectueele leven van de Poolsche natie te verdiepen. Marie werd een der meest enthousiaste leden van deze vereeniging. Zij woonde de geheime bijeenkomsten bij, die meestal gewijd waren aan de studie van allerlei wetenschappen, op gevaar af, om, indien het ontdekt zou worden, naar Siberië verbannen te worden. Dit vooruitzicht schrikte haar echter niet af: ze wilde zich gereed maken om, als de tijd daar was, haar volk te kunnen helpen. Eindelijk kon haar verlangen naar wetenschappelijk werk vervuld worden, en Marie ging naar Parijs om er verder te studeeren. Van haar salaris als gouvernante had zij wat overgespaard; ze huurde in de Fransche hoofdstad een zolderkamertje op een zesde verdieping van een kazernewoning en met hetgeen zij er bij verdiende door het geven van lessen, was zij in staat haar collegegelden aan de Academie te betalen. Hoewel ze het heel arm had, voelde ze zich toch gelukkig, omdat ze zich nu geheel en al aan haar studies kon wijden. Een nieuwe wereld scheen voor haar open te gaan. Na twee jaren van hard werken had zij voldoende kennis vergaard om toegelaten te worden tot de laboratoria van de Sorbonne, de beroemde
Universiteit van Parijs. Het was daar, dat zij Pierre Curie leerde kennen. Het was de liefde tot de wetenschap, die hen tot elkaar bracht en zij besloten te trouwen. Pierre Curie was hoogleeraar in de physica, maar zijn salaris was zóó klein, dat zij samen hard moesten werken, om rond te kunnen komen. Natuurlijk moest madame Curie ook voor het huishouden zorgen, maar zij slaagde er toch in haar man bij zijn wetenschappelijk werk te helpen en bovendien nog verder te studeeren voor haar diploma als leerares in de physica. In 1897 werd hun eerste kind, Irene, geboren. Dit beteekende natuurlijk meer werk voor de moeder, die het niet betalen kon om hulp te nemen. Gelukkig echter kwam nu Pierres vader bij hen inwonen, en hij nam de zorg voor de baby op zich, als de moeder aan den arbeid was in het laboratorium. Omstreeks dien tijd maakte de beroemde Fransche natuurkundige, Becguerel, nieuwe proeven met een zeldzaam metaal, het uranium. Wanneer hij uraniumzouten op een fotografische plaat legde, en deze bedekte met zwart papier, bleek de plaat daarop te reageeren, alsof er licht op was gevallen. De Curies voelden zich tot dit interessante probleem aangetrokken en besloten het nader te bestudeeren. Marie Curie ontdekte weldra, dat stoffen, die thorium bevatten, zich op precies dezelfde wijze gedroegen. Terwijl zij bezig was de straJen van uranium en thorium te bestudeeren, deed zij een nieuwe ontdekking. Tijdens het onderzoeken van een aantal mineralen merkte zij, dat sommige van hen dezelfde activiteit toonden, hoewel zij geen uranium of thorium bevatten. Ze vond hierdoor een ander element, dat veel actiever was dan uranium, en ze gaf daaraan den naam van polonium, ter herinnering aan haar geboorteland. Haar onderzoekingen waren daarmee echter nog niet afgeloopen en terwijl zij met haar man bezig was proeven te nemen met het nieuw gevonden element, ontdekten zij nog een ander, dat zij radium noemden. Het was echter niet voldoende om het bestaan er van aan te toonen, het diende ook afgescheiden te worden. Om een dergelijke moeilijke taak te ondernemen, zonder geld, zonder de noodige hulpmiddelen, was bijna onmogelijk. Toch besloten zij alle pogingen in het werk te stellen, waartoe zij bij machte waren, omdat het resultaat van hun werk, indien zij slaagden, buitengewoon belangrijk beloofde te worden. Ze huurden een oude schuur om er in te werken. Het glazen dak lekte, wanneer het regende, in den zomer was het er ondraaglijk heet, in den winter onbarmhartig koud. Toch was het in deze schuur, dat zij hun in waarheid buitengewonen arbeid verrichtten. Ze gin-
gen er zóó in op, dat zij er soms dagen achtereen vertoefden, terwijl Madame Curie hun maaltijden bereidde op een ouden spiritusbrander. Pierre Curie bestudeerde de eigenschappen der radiumstralen, terwijl madame Curie aan de afscheiding van het radium zelf werkte. Het was een zeer moeilijk werk, waarmee groote geestelijke en lichamelijke inspanning gepaard gingen. Soms moest zij een heelen dag staan roeren in een kokende massa, om ze goed dooreen te mengen met een ijzeren staaf, die bijna zoo groot was als zijzelf. Maar hoe groot de moeilijkheden ook waren, waarmee zij te kampen hadden, zij hielden vol en zij gaven er al hun energie aan. Het kostte hun vier jaar van ongeloofelijk zwaren arbeid, om aan te toonen, dat radium inderdaad een element was. Indien zij echter een behoorlijk ingericht laboratorium hadden bezeten, zouden ze er zeker binnen het jaar in zijn geslaagd. Hun grootste vreugde was hun schuur des avonds of des nachts te bezoeken. Daar stonden dan op de planken de zwak lichtende silhouetten van de flesschen, die het radium, het door hen ontdekte element, bevatten. Het was de eerste glimp van het nieuwe licht, dat over de wereld zou gaan schijnen, want zij hadden een stof ontdekt, die een schijnbaar onuitputtelijke bron van energie vormde, en waarvan één gram evenveel warmte oplevert als door het verbranden van vijfhonderd kilo steenkool ontstaat. Bovendien bleek het lichaam van den mensch gevoelig voor de door het radium uitgezonden stralen, waardoor de medische wetenschap ze onder andere ging toepassen voor de vernietiging der weefsels van kwaadaardige gezwellen, zoodat duizenden menschen over de geheele wereld van een smartelijken dood gered konden worden. Alle geleerden waren vol bewondering voor hetgeen het echtpaar Curie tot stand had gebracht. Hoewel hun financieele toestand zeer verbeterde, doordat zij samen met professor Becquerel den Nobelprijs ontvingen, hadden de jaren van ingespannen werken hun gezondheid sterk aangegrepen. Bijna vier jaar waren zij niet meer in staat om te werken. Maar men liet hen geen rust; collega's vroegen om inlichtingen, couranten eri tijdschriften verzochten om artikelen over de belangwekkende ontdekking. Pierre Curie werd tot hoogleeraar in de physica aan de Sorbonne benoemd, terwijl madame Curie aangesteld werd als directrice van het laboratorium dezer Universiteit, waaraan zij thans ook professor is. Een nieuw laboratorium werd voor hen ingericht, maar Pierre 'Curie mocht er geen gebruik meer van maken. Hij overleed in 1906 ten gevolge van een ongeval. Diep bedroefd als zij was door het overlijden van haar man, bleef madame Curie toch doorwerken, en in 1911 ontving zij andermaal den Nobelprijs. Bij het uitbreken van den oorlog voerde zij als eerste het gebruik van radium bij de veldhospitalen in, en zelf bezocht zij geregeld per auto de lazaretten, om er het radium te distribueeren. De Curie's waren idealisten in den goeden zin van het woord. Geen oogenblik dachten zij er aan, financieel voordeel van hun zoo belangwekkende uitvinding te trekken. Ze maakten de gansche wereld zonder eenige terughouding bekend met hun ontdekking; zij namen er geen patent op, doch stonden iedereen toe het volgens hun aanwijzingen te maken, zonder er iets voor te hoeven betalen. Hun namen zullen daarom de eeuwen door met eerbied genoemd worden.
Rolverdeeling: Raoul de Baere Helen Mike de Baere Lcona
R"
George Raft Carole Lombard William Frawley Frances Drake
Annetta Lord Coray Lucy Lady
Sally Rand Raymond Milland Gloria Shea Gertrude Michael
aoul de Baere heeft op zekeren avond als amateur-danser zooveel bijval, dat hij onmiddellijk besluit in deze richting zijn toekomst te maken. Zijn5 eerste optreden in Amerika is een groot succes, en blijft dit ook in de toekomst, zoodat hij het aandurft zijn vaderland te verlaten om naar Parij^te gaan. Ook hier oogst hij lauweren, niet in het minst dank zij zijn verschillende partners, die echter allen verliefd op hem worden, zonder dat hij hun liefde kan beantwoorden. Met zijn laatste partner, Helen, spreekt hij af, dat zij zich niet persoonlijk voor hem interesseeren zal. Zij hebben samen enorm succes, zelfs zoo veel, dat Raoul kans ziet zijn ideaal te verwezenlijken, n.1. een eigen club. Deze wordt geopend met een nieuwen dans, de „Bolero", die het danspaar een wereldnaam bezorgt. Op den openingsavond echter breekt de oorlog uit. Raoul moet naar het front en wordt ernstig gewond. Helen is in dien tijd getrouwd. Zij is zich, ondanks haar belofte aan Raoul, toch voor hem gaan interesseeren — hoewel ze dat heeft weten té verbergen — en is nu uit wanhoop over zijn 'vermeende onverschilligheid met een ander gehuwd. Na den wapenstilstand opent Raoul — hoewel hij nog heel zwak is — zijn club weer met de „Bolero". Helen treedt weer als zijn partner op, daar zijn eigenlijke danseres zich terugtrekt. Het succes is weer ongeëvenaard, maar de inspanning is Raoul te veel geweest. Na de voorstelling geeft hij In Helens armen den geest.
r
:>
s>- ir> •-^
s
M
'h*.
p^^
CLN
\e ^ W et «.o
de
bo^
^\B
ISA
•'
v^n:»S 5Äb^
% ;•'*■
Äfev
^«\vt
Sh!
■vi^c
»•-■
■
""
'
MARIA, ONDER UW BESCHERMING Personen: Mariella Maria Bogda Janek Adam Brodsisz Zijn moeder Tekla Trapszo Kuba Klos W. Walter Zuster Gabrielle ... Sophie Lindorf De dokter B. Samborski D.L.S.-Film-Holland.
Nmui/ralcLcLe£ ie gen
Lichaamsgeur
M
ariclla. een jongmeisje, verlaat de kloosterschool. Tot afscheid krijgt zij van de moeder-overste een medaillon, voorstellende de Zwarte Madonna. Tezelfder tijd wordt Mariella's pleegbroeder Janek .bevorderd tot luitenant bij de luchtvaart. Janek heeft een uitvinding gedaan, die voor het vliegwezen van groote beteekenis kan worden. Janek en Mariella zien elkaar na jarenlange afwezigheid terug en voelen zich dadelijk tot elkaar aangetrokken. Als Janek, na een zeer gevaarlijken vliegtocht, na door het slechte weer vertraging te hebben ondervonden, naar huis komt, verklaart hij Mariella zijn liefde en beiden besluiten te trouwen.
PERSTIK is het moderne middel tegen lichaamsgeur. Volkomen onschadelijk, zelfs voor kunstzijde. Zuiver wit - niet vet. Even eenvoudig mede te nemen als een lippenstift. / 1.— per stift voor maandenlang gebruik. Waar niet verkrijgbaar franco tegen inzending van /"!.- aan Fa. B. MEINDERSMA, Den Haag. Ooi zeer goed voor Damesccyband
FOTOGRAFEER de vele aspecten van het landelijk leven. MARIA BOGDA EN ADAM BRODSISZ. Er heeft een groote luchtmeeting plaats, waarop Janek voor het eerst zijn grbotc uitvinding zal demonstreeren. Wanneer deze gelukt, zullen Mariella en Janek trou-
DE BLOEDTRANSFUSIE.
wen. Janek stort echter naar beneden. Hij is zwaar gewond, levensgevaarlijk: een operatie is noodzakelijk. Ook na de operatie kan hij slechts door bloedtransfusie in het leven gehouden worden. Mariella aarzelt niet zich voor de bloedtransfusie beschikbaar te stellen en redt hierdoor het leven van Janek. Na korten tijd is Janek zoover hersteld, dat hij het ziekenhuis kan verlaten, doch alle zorgen en wetenschap hebben hem niet het gebruik van zijn beenen kunnen teruggeven; hij is gedwongen zijn verdere leven in een rolstoel door te brengen. Thans wil hij Mariella haar woord teruggeven. Hij heeft geen recht een mooi, jong meisje als Mariella aan een kreupele, te binden. Mariella wil hiervan echter niets hoeren, doch smeekt hem de hoop op genezing toch niet te verliezen. Het geloof van deze beide jonge menschen is sterk. Maria haalt Janek over mede te gaan op den pelgrimstocht naar de Zwarte Madonna en zoo maken zij de groote religieuze ceremoniën mee. Janeks geloof, geholpen door zijn krachtige natuur, doet hem volkomen herstellen.
Wees zeker, gebruik
GEVAERT EXPRESS SUPERCHROM 26°
PERSTIK
ROLLFILM en FILMPACK
Be/ichfinpstabeJ pratis op aanvraag.
■ ■ ■
hoogste algemeene gevoeligheid uitstekend kleurgevoelig brillante gradatie
" ■
Brootste speelruimte in de belichting volstrekt anti-halo
onschadelijk voor huid en kleeding
OVERTOLLIG HAAR verwijderd door ELECTROLIJSE komt niet terug. Eenig afdoend systeem. Adviseer uw arts. Behandeling absoluut pijnloos. Laat geen lidteekans na. Gratis advies. Instil, v. electr. ontharing E. Nooteboom. Goudse he Singel 83a - Rotterdam
Al/e goede fotowinkels houden Gevaert Ejcprexs Superchrom 26" in voorraad
N.V. HANDELSONDERNEMING GEVAERT BAZARSTRAAT 33-35, DEN HAAG
DOOR 'T GEBRUIK-VAN
®
ANDPASTA sleunl gij 5 Nederlandsche IndusIriein. daar de voornaamste grondstoflen en de verpakking ook
NEDERLANDSCH FABRIKAAT zijn. Bouvvt dus medfi aan de welvaart van Nederland ! Groote Tuben Kleine Tuben
. .
. .
, .
, .
60 rM, 25 et».
Or. H. MANNING'S
Pharm. Chem, Fabr. N.V. ■ Den Haaf
„Zeg mannie, kun jij je nog- herinneren, waarin je mijn haarspeldjes hebt gepakt?"
..LIJDERS AAN HUIDAANDOENINGEN Ä
wanhoop*- nie^ /
. ; ■
Weest met langer een prooi van de ondragelijke last en de folterende ieuk wanneer een eenvoudig middel uitkomst kan breneen. Een paar druppels van' de heldere vloeistof D. D. D, op de aangedane plek en de jeuk bedaart onmiddellijk, de aandrang tot krabben verdwijnt. Denkt U eens in weer rustig te kunnen slapen en 's morgens verkwikt aan den arbeid te kunnen gaan. Het D.D.D.-Recept van Dr. D. Dennis wordt sinds vele jaren met succes aangewend tegen Ekzeem. Open Beenen. Zweren, Puistjes en andere huidaandoeningen. Flacons a 75 cent en f. 2.50 bij Apothekers en Drog A 25 HOE ZAL DE OPERATIE AFGELOOPEN ZIJN?
MARIA BOGDA EN ADAM BRODSISZ.
>1>
GENEESMIDDEL TEGEN
Lübma^ajadU
„Uw man mist zeker wel heel wat, nu U buiten woont?'' „Ja, meestal den trein naar huis!"
,.,..
^. ■ •
MXOR
'
"■
n
De bekende Parijsche schoonheids-specialist, Dixor, brengt de nieuwe teint Velouty
SOLEIL DORÉ -^/\
Een poedercrême die aan de huid een ZONGEBRUINDE kleur geeft. Vcrfcrggbaar in tuben vanaj 30 ets. in alh goede parfumerie- en kapperszaken. Imp.: NV. Vnn der Laak en's Handelsmaatschappij, Leidschekade98 - Amsterdam-C. Telefoon 36372
„Hoe kom je op dat idee, dat de crisis aan 't voorbijgaan is?" „Ik heb daar juist een been gevonden met nog een beetje vleesch er aan!"
r*k
{Vervolè van pag. 11} trekken. Ik hield de plaat tegen het licht, die zwarte plekjes waren tamelijk klein en heel weinig duidelijk, maar dat nam niet weg, dat zich een groote opwinding van mij meestel maakte, omdat ze in elk geval er op wezen, dat zich iets, wat wist ik niet, in het donker voor de lens bewogen moest hebben. Ik dompelde het ding weer haastig in het bad.
«:•:•■
■^w
A
'''^(MPiMMMÉiK
Een paar minuten bleef ik er aandachtig naar staan kijken. Ik haalde de plaat er een paar maal uit voor een nauwkeurig onderzoek, maar kon nog steeds niet vaststellen, wat die vlekken te beteekenen hadden, tot ik opeens het idee kreeg, dat de vorm van enkele er van eigenlijk deed denken aan een dolk met kruisgevest! Dat opende merkwaar 'lige perspectieven ... Ik liet de plaat nog even in het bad, legde haar toen in hypo en begon vervolgens met hot andere negatief. Dat kwam al heel spoedig en duidelijk op en bleek volkomen ge- »jf/lji lijk aan de foto, clie ik overdag van het koor had genomen. Ik fixeerde de plaat, spoelde haar en de andere, de ,,niet opgenorncne" zal ik maar zeggen, onder de kraan, liet ze allebei een kwartier in methyl spiritus liggen, ging er daarop mee naar de keuken van den fotograaf en liet ze drogen in den oven. Onderwijl maakten de fotograaf en ik samen een vergrooting van de daglichtopname van het koor, die ik hem gisteren gegeven had. Daarop vergroot ten we ook de beide platen, die inmiddels gedroogd waren en ik liep er mee naar het venster om ze aandachtig te Hcstudeeren. Ik begon met de „onopgenomeu-' plaat, die met de schaduwige vlekken, waarin ik dolkjes had mcencn te onderscheiden. Ofschoon het negatief nu vergroot was, voelde ik me niet overtuigd.
mMMMB
1
IJ
'-: , .•
^j-
De cfüuts ihm hethaar Vanhefkapse€I Des te meer, daar het nu mogelijk is het haar met de zeepvrije Zwartkop-Shampqdi^ te wasschen en daardoor de kalkzeep-neerslag te vermijden, die het haart van zijn glans berooftA
Non-stop" verfrissching. Vol gas... spieren en zenuwen tot het uiterste gespannen . .. maar dan ook Wrigley's. Het houdt de mond frisch, staalt en kal
Gefabriceerd uit de fijnste grondstoffen K hèt wereldmerk! - Pakje ä vier stuks 9 cent
WRIGLEY
f
Na het wasschen\ met de zeep- en a\ka\\\J^-^vf\ie Zwartkop-Shampodor is het haar volkomen schoon, zonder den lastigen kalkzeep-neerslag, het zwelt niet meer op en droogt sneller. Het haar blijft elastisch en gesloten, verkrijgt een prachtigen natuurlijken glans, de ondulatie houdt beter en langer. Dus de eerstvolgende haarwassching met
'EZOEKT HE'
ZW^RTKOI» SHAMPODOR in goud-üHHe verpakking * ZO^ervfVoor blondines een bgzondere «oort: "Blond-Speciaal" in groen-witte verpakking, on het haar weder de oorspronkelijke blonde kleur terug te geven en Ie doen behouden!
TE ROTTERDAM
M ^©fe)©!!»^ V®iuiinifj (sim o
py CanpDBso©
zullen in een nieuwe Metro-Goldwyn-Ma yer-film samenspelen. dat mijn vermoeden meer dan suggestie Eensklaps stuitte ik op iets, dat me was, gevolg van de ondervindingen van en kleur van opwinding bezorgde! Ik den nacht, en daarom legde ik de ver legde haastig mijn meetgereedschap grooting terzijde. neer. betaalde den fotograaf en ging Ik nam daarop de vergrootingen van naar buiten, met de drie vergrootingen de foto's van het koor: de daglichtIngepakt en opgerold onder den arm. opname en die bij het bliksemlicht ge Ik vond gelukkig spoedig een huurnomen—en begon ze te vergelijken. auto, en liet mij tot bij de oprijlaan Aanvankelijk kon ik nog steeds geen van fbinton Castle brengen. enkel verschilpunt opmerken, maar Ik liep vlug naar mijn kamer om de toen, plotseling, als met een schok, zag foto's weg te bergen, toen ging ik weer ik waarin ze van elkaar afweken naar beneden om te zi(i). of ik den graaf In de vergrooting van de bliksemlh htte spieken kon krijgen, maar zijn zoon opname zat de dolk niet meer in de Hugh vertelde, dat zijn vader zi( h erg scbccdc! En toch was ik er zeker van /wak en slap voelde en niet in slaat geweest, dat hij rr een paar min'iten was om op te staan. He oude heer \ nor ik de fnfo maakte, uM in ir, wilde intussehen niet. dat iemand in de "-ten had. kapel zon komen voor hij weer op de been was;. na hetgeen den ouden Na deze ontdekking begon ik de Patrick overkomen was, meende hij niet twee. oppervlakkig besi houwd zm. ge voorzichtig genoeg |e kunnen zijn. Maar heel overeenkomstige opnamen met l.ord Hugh \erlelde er bij, dat ook v óór andere oogen te bekijken. Ik vroeg den aanval op den kamerdienaar, zijn den fotograaf passer en 'liniaal en mei vader zich altijd erg be/mgd had ge die instrumenten geuipeid. kon ik een toond ten op/h hie van de k;spe Mij uiterst nanuke'uige MI svstein ilische had altijd zelf den eenigen . hntel •ith i V' rgelijkine vin -'■ heidi \ . • ^ ■ . ■ .11"!;, n A\i\ bei Mstint; gehomh u ei nooi toe M.iken iv -' ' m. dal ■]' k ip- 1 open M. . I hn
'h'
Li,.1,
,
n
,,,, ,.,:,.„
i
.
Ik knikte begrijpend, en zoodra Hugh de deur achter mij dicht deed, ging ik „Genadige hemel I 't Is de 'dolk; de is gestoken precies zooals op weg naar de kapel. Ik trad binnen ledepop Patrick! met behulp van mijn duplicaat-sleutel, „Ja," bevestigde ik. „En nu zal ik u sloot de deur en voerde in de verlaten laten ruimte enkele experimenten uit, welke gaat." zien, hoe dat kunstje in zijn werk Hans Thimig, een broer van den Dij iemand, die mij aan het werk had beroemden Hermann, speelt een gezien, waarschijnlijk de vraag zouden Ik nam hem mee naar het koorhek. belangrijke rol in de Aafa-film hebben doen rijzen, of ik wel heelemaal ■ ■^-jele narcissen". Van den muur ter linkerzijde van het altaar haalde ik een met eigenaardige In China zullen in het komende seizoen goed bij het hoofd was. De experimenten hadden een zoodanig succes, dat ik ornamenten versierde ijzeren voorwerp honderd spre- in een koortsachtige opwinding naar het naar beneden, dat iets weg had van een kendefilms ver- kasteel terugliep en naar den jongen korte speer. Het scherpe einde daarvan vaardigd wor^ Cunton vroeg. Een van de bedienden stak ik in een holte in den linkschen den. zei mij, dat Lord Hugh in de bibliostijl van het draaiende deel van het Dolly Haas theek zat te lezen. koorhek. Daarop trok ik met alle kracht zal te Londen Ik ging naar de ruime studeerkamer aan den steel van de speer en de eene in de B.I.P.- waar ik den jongeman vond. helft van den stijl maakte zich over de film „Girls will „Ga mee," verzocht ik hem haastig heele lengte los van de andere, van den be boys" de „U moet me een handje helpen, dan hoofdrol spelen. kan ik u iets buitengewoon verrassends vloer tot aan het bovengedeelte, en boog naar binnen in de richting van het Grete Weiser laten zien. altaar, alsof zij met een scharnier aan speelt een groote den grond was verbonden. Het andere VI. rol in de Rideel van den stijl bleef op zijn plaats. chard EichbergIk nam hem mee naar de wapenTo en lk . dat zich van het u het stuk, film ,,Die K.atz kamer en beduidde hem, dat hij een andere had losgemaakt, nog wat meer im van de vele, met oude wapenrustingen DOLLY HAAS Sack". omlaag drukte, hoorden we een tamelijk , ■ , r., . Emil Jannings bekleede ledepoppen, die daar opgesteld luide klik. een gedeelte van den vloer zal ,n de f.lm „Abdul Hamid" de titelrol waren, aan den cenen kant moest opschoof terzijde en een langwerpige uitvervullen. Thea von Harbou schrijft het nemen, terwijl ik de andere zijde beet• i ug' ongeveer een voet diep, werd scenario. pakte. Hij overstelpte me met vragen Rudolf Forster. Olga Tschechowa en maar ik verzocht hem geduld te hebben zichtbaar, waarin de beweegbare helft van den stijl kon liggen. Met mijn Angela balloker spelen onder regie van Erich en te doen wat ik vroeg en zoo transvolle gewicht drukte ik den hefboom Engel de hoofdrollen in „Hohe Schule" porteerden we de geharnaste pop samen — de eigenaardig gevormde speer, die Claudette Colnaar de deur van de kapel. ik van den muur had gehaald en in de bert speelt onToen hij mij mijn sleutel te voorholte van den stijl had gestoken - iets der regie van schijn zag halen en de deur openen John M. Stahl nam zijn verbijstering natuurlijk nog toe' naar voren en trok op die manier het beweegbare stuk van den stijl in de de hoofdrol in maar hij hield zich aan het consigne en uitholling Het kwam nu op dezelfde de Universalfilm zei mets. Ik deed de deur weer achter „Imitation of ons op slot en we brachten de ledepop hoogte as de vloer te liggen. Onmiddellijk volgde opnieuw een scherpe klik Life". door het schip tot bij de opening in alsof een sterk veerende pal ergens m James Whale het koorhek, waar we het ding op zijn wipte. Dat was ook inderdaad het geval regisseert de film rond houten voetstuk neerzetten • One More Ri„Achteruit," schreeuwde ik, toen ik want het stuk bleef op zijn plaats liggen en vertoonde geen neiging om terug ver". De vrou6 zag, dat Hugh aanstalten maakte om het te springen. welijke hoofdrol hek te openen. „Goeie hemel, man, wees Nu liep ik weer naar de ledepop en toch voorzichtig." wordt gespeeld na een paar minuten rukken en wrikdoor Diana „Waarom — wat is er?" stamelde hijJ geschrokken. ■ ken slaagde ik er in, om den dolk uit Wynyard. CLAUDETTE COLBERT Gerhard Lamp„Een oogenblik," verzocht ik, kalmer de wapenrusting te trekken. Ik ging nu „Ca aan den kant en kijk wat er met het wapen terug naar het koorhek recht zal de Ufa-toonfilm „Turandot" reen stak het gevest in een opening gisseeren. Het scenario is van Thea von gebeurt." H in het bovenste einde van het post Harbou. ij ging een eind naar links en ik gedeelte, dat in de gleuf van den vloer nam de ledepop in de armen, draaide De componist Franz Léhar is voor een rustte Het wapen bleef zitten, ofschoon den ridder met zijn lichaam van latten film geëngageerd door de Metro-Goldwynmet heel stevig: de punt van het lemMayer. met den voorkant naar het altaar, zóó met wees naar boven. Toen ik daarmee dat hij vlak voor de opening in het Friedrich Benfer speelt onder regie var. klaar was, begaf ik me naar den hefkoorhek stond. Toen, terwijl ik zooveel Ench Engel de hoofdrol in „Pcch-Marie". boom, trok er nogmaal met alle kracht mogelijk naar rechts uitweek, drukte Jenny Jugo speelt de vrouwelijke hoofdrol.' aan en de beweegbare helft van den Warner Baxter ik tegen de achterzijde van de ledepop, stijl zonk nog verder omlaag, tot op zoodat die min of meer tegen het hekzal in de Coden bodem van de uitholling. Ook de werk leunde. Het beweegbare deel van lumbia-film dolk bevond zich nu geheel onder de het hek vloog open en op hetzelfde „Broadway oppervlakte van den vloer. Toen de moment kreeg de ledepop een ontzettenBill" de hoofdhalve post op den bodem van de holte den stoot, die het ding achterover in rol vervullen. 7rf guv^Cn' hoordcn we nogmaals een E. W. Emo het schip deed tuimelen. Het metaal klik, blijkbaar het verspringen van een regisseert „Auf- van de wapenrusting rammelde en klettweede pal. Ik trok de als hefboom terde op het marmer van den vloer forderung zum dienstdoende speer uit het gat -— — „Genadige goedheid," schreeuwde de Tanz". De direct gleed het stuk van den vloer jonge Cunton en doodsbleek stoof hij hoofdrollen dat terzijde was geschoven, terug en bij het koorhek weg. worden gespeeld „Kom eens kijken," moedigde ik hem- bedekte den halven post met den dolk door Willi er in Er was nu aan den vloer bij het aan en voerde hem naar de plaats, waar koorhek mets bijzonders te zien. Pomgraf-Fassde ledepop lag, met de „bovenledebender, Eliza Daarop sloot ik het beweegbare gematen uitgespreid, het metaal van de liliard en Ari- wapenrusting verwrongen door den val deelte van het koorhek; we gingen WARNER BAXTER bert Wäscher. allebei zooveel mogelijk terzijde. Ik nam Ik boog mij over het ding heen en wees. Dr. .Eugen Franke, de echtgenoot van de speer die ik uit het gat getrokken Daar stak, met kracht door de dikke Anna Sten, zal te Hollywood een film had en duwde er mee tegen het koor1 en f- , , borstplaat gedreven, de „gruweregieren, waarin zijn cchtgenoote de hoofd- lijke hek, zoodat de traliedeur er in opendolk I rol vervult. sprong. En toen: klikken van terug„Genadige hemel!" riep Hugh weer. springende veeren, een luid geratel — 22 ■
iets suisde door de lucht een doffe slag tegen den achtermuur van de kapel. Het was de dolk! Ik wees Hugh, dat de helft van den stijl, die in den vloer was weggezonken, weer op zijn plaats teruggevoerd was, zoodat de linkerpost nu weer dezelfde dikte had als die van rechts. „Hier," legde ik uit, terwijl ik mij tot den jongen edelman wendde en op den beweegbaren stijl klopte, „hier hebben we de onzichtbare hand, die den geheimzinnigen dolk hanteert! Maar wie voor den drommel zet deze hinderlaag op ?" Ik keek hem recht in de oogen. toen ik hem deze vraag stelde. „Mijn vader is de eenigc, die een sleutel heeft," antwoordde hij aarzelend. „Het is voor een ander practisch onmogelijk om hier binnen te komen, behalve dan voor u," voegde hij er met een flauw glimlachje aan toe. Wéér keek ik hem strak aan, maar het was duidelijk, dat hij de eenig mogelijke conclusie nog niet getrokken had. „Kijkt u eens, mylord," hernam ik rustig en ernstig, „de vraag, die ik u stellen moet, is wel pijnlijk, maar ik mag die toch niet achterwege laten. Is uw vader geestelijk heelemaal in evenwicht ?" Hij keek me met verschrikte oogen aan en werd vuurrood. „Ik — ik weet het niet," kwam het na een lange pauze, en toen zweeg hij weer. „Vertel me de volle waarheid," drong ik zacht aan. „Hebt u nooit vermoedens gehad? U hoeft heusch niet bang te zijn om mij alles te zeggen. Ik zal de zaak met alle mogelijke discretie behandelen." " „Wel," bekende hij langzaam, en het was' duidelijk, dat het hem moeite kostte om te spreken, „ik moet toegeven, dat ik wel eens heb gedacht, dat vader — soms —'n beetje—eh — vreemd was. Maar ik heb ook altijd gehoopt, dat niemand er iets van zou merken. Ik houd ontzettend veel van mijn vader." Die laatste woorden, die zoo roerend eenvoudig klonken, werden met een heesche, trillende stem gezegd. Ik knikte en het duurde even voor ik het stilzwijgen, dat gevolgd was, verbrak en voortging: „Het is absoluut niet noodig, dat er vreemden in deze zaak gemoeid worden. Er zijn gelukkig geen dooden te betreuren. Maar er moet natuurlijk iets gedaan worden om herhalingen, die wel eens noodlottiger gevolgen konden hebben, te voorkomen. Als ik u een raad mag geven, gaat u dan naar uw vader, en vertel hem wat we ontdekt hebben." En ik klopte weer tegen den gespleten stijl. VIL Hugh Gunton toonde zich heel dankbaar voor mijn raad. Hij nam den sleutel — mijn duplicaat — en verliet de kapel. Het duurde bijna een uur voor hij terug kwam, nogal geagiteerd. Hij vertelde mij, dat de conclusie, die ik vrij duidelijk had laten doorschemeren, juist was. De graaf had de hinderlaag opgezet, zoowel op den avond, dat de kamerdienaar bijna gedood was, als den
afgeloopen nacht. Trouwens het stond vast, dat 'aj dit jaren achtereen avond aan avond had gedaan. Hij had het bestaan van het verraderlijk mechanisme leeren kennen uit een oud handschrift, dat zich in "t kasteel bevond. De moorddadige beveiliging was in vroegere onzekere tijden uitgedacht en aangebracht ter bescherming van het gouden kerkvaatwerk, dat in een verborgen kluis achter het altaar geborgen werd. ' Deze ruimte had graaf David Gunton, nadat voor de kerksieraden een moderne brandkast aangeschaft was, gebruikt om— zonder dat iemand daarvan wist—de juweelen van zijn overleden vrouw te bewaren. Ze was een jaar of twaalf geleden gestorven en Hugh vertelde, dat zijn vader sinds haar dood eigenlijk nooit meer geheel zichzelf was geweest. Deze wonderlijke manier om de souvenirs van zijn gestorven echtgenoote te beschermen, was er wel het beste bewijs van. Ik gaf den jongen Gunton mijn verwondering te kennen over het feit, dat op den avond dat Patrick Macdonald door den dolk was getroffen, de hinderlaag vrij vroeg gesteld moest zijn — vóór den aanvang van den kerkdienst. En als ik Hugh goed begrepen had, had zijn vader de gewoonte het mechanisme iederen avond laat in werking te stellen en het des morgens weer af te zetten, vóór iemand anders de kapel zou betreden. De jongeman antwoordde, dat het een gevolg moest zijn geweest van verstrooidheid, een door zijn nerveuzen toestand bij zijn vader vaker voorkomend verschijnsel. Tijdens den kerkdienst, toen het koorhek had open gestaan, was er natuurlijk niet het minste gevaar geweest, dat de dolk in „actie" kwam, maar nadat het koorhek na afloop van den dienst was dichtgetrokken, toonde het geheimzinnige'toestel zich in zijn volle, gevaarlijke kracht op het oogenblik, dat Patrick naar het altaar wilde gaan om het gebedenboek van den geestelijke te halen. Dat is eigenlijk alles wat er te vertellen valt," besloot Hubert. „De oude Cunton is, althans voor zoover ik heb kunnen vaststellen, niet krankzinnig in den gewonen, gcbruikelijken zin van het woord. Hij is iemand met een aangeboren aanleg tot melancholie en in den loop der jaren is hij steeds zwaarmoediger geworden — het verdriet over den dood van zijn vrouw heeft zijn kwaal waarschijnlijk in hooge mate verergerd. VIII. Hubert Hamilton zweeg en leunde achterover in zijn stoel. Het oogenblik was thans aangebroken waarop wij, als naar gewoonte, aanvullende vragen konden stellen. „Maar nu heb je nog niet verteld," opperde ik, „hoe je het geheim van dien gespleten post en van de rest van dat vernuftige, maar heische mechanisme ontdekt hebt." „O, dat," antwoordde Hubert, tusschen een serie heftige trekken aan zijn zooveelste pijp door: „Ja, ik kwam op het idee, toen ik de vergrootingen van de foto's vergeleken had met die, welke ik overdag genomen had en de bliksemlichtopname. - 23 -
De cellist*" Thelm« Relsi trad met veel succei te Scheve ningen op.
SUthan Militein, die wederom in Scheveningen zijn kunst ten beste gaf.
De actrice Hansi Knoteck ontving een langdurig bij de Ufa.
- , ,
ft
i:l
De daglichtfoto toonde een dikkeren post bij de opening van het koorhek, dan mijn opname van dien nacht. Dat bracht mij op een spoor — namelijk, dat er inderdaad een zuiver mechanische truc achter die heele geschiedenis zat en dat er niets geheimzinnigs of bovenmcnschelijks in het spel was. Maar het was allemaal zóó mysterieus en luguber en ik kreeg zoo weinig houvast voor het bewijs van een redelijke verklaring, dat ik ook een beetje door de griezelkoorts van de gehcelc omgeving werd aangestoken. Welnu, toen ik het verschil in dikte van den post op de beide foto's had vastgesteld en de onbelichte plaat mij op de gedachte had gebracht van het bewegen van den dolk door de kapel, ging ik in die richting aan het speuren — en toen was de rest niet zoo mpeilijk. Tusschen haakjes," vervolgde hij. ..het zal jullie waarschijnlijk "interesseeren om den „gruvvelijken dolk" met je eigen oogen te zien. De jonge Lord Clinton was zoo vriendelijk mij hem cadeau te geven, als een klein aandenken aan het avontuur, dat mij naar hun kasteel had gebracht." Het sinistere wapen ging van hand tot hand. En terwijl wij het elk op onze beurt aandachtig bekeken, stond Hubert Hamilton zwijgend bij den haard. Toen de dolk bij hem terugkwam en hij hem weer op den schoorsteen mantel had gelegd, ging hij voort: ..Lord Hugh en ik hebben de hinderlaag buiten werking gesteld en den dolk verwijderd; het familicspook van Gunton Castle is voor altijd onschadelijk gemaakt! De oude Patrick gaat goed vooruit, die krabbelt er wel weer bovenop, dus er kan verder gevoeglijk «ver de geheelc geschiedenis gezwegen worden. Maar dat neemt niet weg, dat de kapel haar gevaarlijke reputatie wel ten eeuwige dage zal houden. Een uitnemende plaats om kostbaarheden of geldswaarden te deponceren ! Ofschoon," voegde hij er bij, „de graaf heeft de juweelen van zijn vrouw nu elders weggesloten." ,,ïoch zijn er nog een paar dingen, die je niet hebt opgehelderd," merkte Rivers op. „Wat is volgens jou de oorzaak van de metaalgeluiden, die je hoorde, terwijl je des nachts in de kapel was? En verder: geloof je, dat die zacht sluipende voetstappen werkelijkheid waren of alleen inbeelding — een gevolg van de zenuwspanning, waarin je verkeerde ?" „Ik zou het niet met zekerheid kunnen zeggen, ten minste niet wat dat metalen geklik betreft." verklaarde Hubert bedachtzaam. „Ik heb me er danig het hoofd over gebroken, maar geen volkomen bevredigende oplossing kunnen vinden. Ik zou me kunnen voorstellen, dat de pal, waarmee de halve stijl in de uitholling van den vloer werd vastgehouden, een paar maal enkele millimeters versprongen is. of dat de veer, die hem aandrukte, zich met schokkende beweging wat ontspannen heeft. Dat is een volkomen natuurlijk verschijnsel en een dergelijk geluid, hoe zwak op /ifli7elf ook, klinkt hol on plant zich in een leege ruimte, waar het ,•!'"-(,lunt '-•il is. ;iU <;■,, snor! echo v eo] t vonr.il U anree) j, tr,.,.,,t
allerlei factoren ingesteld is op „griezelen". En juist in den abnormalen toestand waarin ik verkeerde, kan het best heelemaal inbeelding zijn geweest, speciaal die sluipende voetstappen, als die ten minste niet de weerkaatsing waren van het geklik, want nog eens, je hebt geen idee, hoe kolossaal bij volkomen stilte een holle ruimte het geluid terugkaatst en verder draagt." Thans kwam Perceval met een vraag: „Hoe is het mogelijk, dat de dolk op zijn plaats boven het altaar hing, toen je dien nacht de eerste maal de kapel inspecteerde? Hoe kon hij daar zijn, als hij op datzelfde oogenblik in het mechanisme van de hinderlaag vastzat en dus in de gleuf van den vloer verborgen lag?" „Dat was een vergissing van mij," erkende Hubert. „De dolk kan zich onmogelijk in de scheede boven het altaar bevonden hebben — hoewel ik dacht, dat dit het geval was. De scheede heeft immers denzelfden kruisvorm als de dolk zelf, die er bijna geheel in wegzinkt, zoodat het bij oppervlakkig beschouwen niet te zien is, of het wapen er in zit of niet. Dien Zondagavond, toen de oude F'atrick in de hinderlaag liep, had tijdens den dienst ook niemand opgemerkt, dat ae dolk niet in de scheede was." „En evenmin, dat de linkerpost in het koorhek, maar de helft van zijn gewone dikte had," vulde ik aan. „Dat moet immers het geval zijn geweest, als het mechanisme in werking gezet was." „Ongetwijfeld," bevestigde onze gastheer. „Maar het is een natuurlijk verschijnsel, dat dergelijke betrekkelijke kleinigheden iedereen, die zijn aandacht er niet speciaal op instelt, zooals ik later deed, ontgaan. Het is tot reverend Trent en Hugh evenmin doorgedrongen, dat de halve stijl terugsprong op het moment, dat de geheimzinnige hand den dolkstoot toebracht! De oude graaf zal het natuurlijk wel gezien hebben, maar die had goede reden om anderen er niet attent op te maken!" Hubert Hamilton wierp een eindje sigaret in den haard en — geeuwde, uit den grond van zijn hart! We kenden dit tccken.van vermoeidheid na een zenuwsloopende „campagne" en het gedetailleerde verslag daarvan aan ons vieren, en namen den niet uitgesproken, maar uitgegeeuwden wenk ter harte. Een kwartiertje later wachtten we op een laten trein naar Paddington Station.
GESPREJOflEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN Zou Lilian Harvey nu met Willy Fritsch gaan trouwen?" „Waarom, Pietersen?" „Nou, ze gaat nu toch weer weg uit Amerika en komt naar Europa terug!" ..Als ze zich ten minste op het laatste oogenblik niet weer bedenkt, zal dat wel gebeuren. Maar daarom is het toch niet noodig, dat ze dan direct met haar vriend Willy in het huwelijk treedt. Het beste is, dat je haar eens een briefje schrijft en het haar vraagt." ,,De meeste Europeesche artisten schijnen in Hollywood geen succes te hebben. Hoe komt dat toch?" „Ten eerste worden er door de groote Amcrikaansche film-maatschappijen vele artisten uit Europa geëngageerd, die in Hollywood nooit een groote rol krijgen te spelen. Een sprekend voorbeeld is b.v. Carlotte Susa. die jarenlang moest wachten, één film in Amerika speelde" en toen naar Duitschland terugkeerde. Ook Anna Sten heeft jarenlang op een rol moeten wachten. Maar die heeft ten minste nog succes behaald." „Met welke film?" ..Met „Nana". Eerst is de familie van Zola een proces begonnen, maar men heeft de aanklacht weer ingetrokken. Er zijn echter artisten, die zelfs na jaren wachten geen succes konden behalen. Men werkt in de Hollywoodsche studio's heel anders dan in de ateliers te Elstree of NeuBabelsberg. Veel machinaler. Een artist is slechts een rad in het filmraderwerk. Ook de Europeesche regisseur kan slechts zelden aan deze manier van werken wennen. Een uitzondering vormen Wilhelm Dieterle, Ernst Lubitsch en Joseph von Sternberg." „Waarin ligt dan voor de regisseurs het verschil?" „Welnu, een regisseur is in Europa alleenheerscher in het studio. In Amerika heeft hij met vele lieden rekening te houden. De directeur, de dramaturg, de musical-director, de productieleider enz. enz. De meeste regisseurs keeren dan ook na hun eerste film weer naar Europa's veilige dreven terug." BRIGITTE HELM EN WILLY FRITSCH IN DE NIEUWE UFA-TOONFILM „HET EILAND"
TOONEELFIGUREN DIE IK GEKEND HEB
DOOR EDUARD VETERMAN
v. J. F. Mertens. Velen zullen wel eens „De Sabijnsche Maagdenroof" hebben gezien, dat vroolijke stuk van Franz von Schönthan, waarvan eigenlijk de theaterdirecteur Striese de hoofdfiguur is. Striese is de directeur van het reizende gezelschap, dat overal in de provincie zijn kunsten brengt, ook waar het tooneel niet grooter is dan een biljart — en Striese is ook de theaterdirecteur van de geniale oplossingen: als hij menschen te kort komt, schrapt hij hoofdpersonen, of roept de brandweer te hulp; als hij met zijn decors niet uitkomt, laat bij een Beiersche kroeg voor Romeinsch Senaatshuis fungeeren, of stelt zich voor een oerwoud tevreden met twee tamme palmpjes in een vreedzaam kuipje ... Striese is tot alles in staat, en men vergeeft het hem van harte, omdat hij in wezen zoo geweldig ernstig is, en eigenlijk volstrekt niet beseft, dat hij zijn muze armen en beenen afsnijdt, en in een hansopje de straat op stuurt. In werkelijkheid blijft Striese een kunstenaar, al is hij nóg meer een Don Quichote. Een groot, beminnelijk kind, dat fantaseert, en zijn ledikantje heel goed voor een spoortrein kan aanzien, niet in staat te begrijpen, waarom anderen dat niet kunnen! Striese is ongetwijfeld Schönthans schepping.... maar evenzeer een schepping naar model. Want het Duitschland van de tachtiger jaren was zeer „Theaterliebend", en naast schoone vruchtboomen verrezen op dit welige terrein ook — al te vele! — paddestoelen. Doch wat zou de natuur zonder paddestoelen zijn? Wat zouden onze kabouters er zonder beginnen? De Strieses hoorden in het beeld van het Duitsche theater uit die dagen.... Maar ook wij hebben onze Strieses gehad. En een der merkwaardigste daaronder was J. F. Mertens, onder tooneelmenschen „Jef" Mertens genoemd, Mertens was van Zuid-Nederlandscbe afkomst, en had vandaar een onverwoestbare levensblijheid, een jolig temperament, een kinderlijk-levendige fantasie. Hij was, als Striese, tegelijk kunstenaaf en Don Quichote. Hij was een figuur vol romantiek, zooals in onze nuchtere dagen niet meer mogelijk is. Er bestonden voor hem geen bezwaren al loste hij die bezwaren dan ook op kinderlijk-blijmoedige wijze op. Hij schepte werkelijk vreugde in het leven, en was niet treuriger, dan wanneer hij niets moest doen. In een geregeld verband werken kon hij niet. Hij was een echte histrion, een cabotin. Hij- had iets zigeunerachtigs ... maar alleen in zijn ziel. Z'n uiterlijk was een ware triomf der goedmoedigheid: bij was groot en corpulent,, blozend en glimlachend, met feroote, bolle, verbaasde kinderoogen als van een reusachtige slaappop. Een enkele maal aanvaardde hij een contract bij een gezelschap, dat geregeld speelde. Maar na een of twee maanden smeekte hij dan weer »m „losgelaten" te worden; zooiets was hem een gevangenis. Zelfs de hoogste gage lokte hem dan niet meer; wel de vrijheid, het avontuur. . . . Mertens verrichtte ware krachttoeren: zette met slechts enkele repetities groote
voorstellingen k grand spectacle inéén, als „Het Teeken des Kruises". Hij vond er geen bezwaar in de rol van de jonge maagd door een gezette matrone van middelbaren leeftijd te laten spelen, of de jonge held door een vurig acteur met spraakgebrek. Hij verscheen zelf als de een of andere Romeinsche hoogheid in verschrikkelijk veel koper, met breede armbanden om zijn vleezige armen, en een groote helm met pluimen op het hoofd . . . . Zijn vrouw werd dan, als beeldschoone Poppeia, in een draagstoel rondgesjord door slaven, die hun bruine molières soms nog aan badden en toch was alles bij elkaar vol heerlijke fantasie; tóch leefde er méér menschelijks in dan in menige voorstelling van een gerenommeerd gezelschap, dat knappe historici te hulp had geroepen om uit te maken hoeveel centimeter de breedte van een ridderzoom bedragen moest. Als er geen atrium voorhanden was, uit de een of andere opera, deed Mertens het óók met een Louis XV kabinet. Als er geen gothieke burcht tot den inventaris behoorde, schrapte hij de hoofdscène desnoods, en laschte haar tusschen andere scènes in. Maar er werd met vuur en hartstocht gespeeld; de „verrajers" kregen ongenadig op hun ziel, en de deugd werd rijkelijk beloond. En Mertens vond het prachtig, stond tusschen de coulissen met tranen in de oogen te luisteren, en was vol waardeering, zelfs voor den zieligsten debutant. Veel acteurs zijn aan Mertens een massa verplicht. Veel acteurs hebben hun eerste schreden op z ij n planken gedaan, en wie bij hem het tooneel leerde kennen, leerde het ook met liefde bezien. Hij was een door en door brave kerel. Als hij geld had, betaalde hij zijn menschen prompt. Als hij het niet had, huichelde hij geen fortuin. Vandaag of morgen kwam het weer.... ergens in een klein plaatsje, of op een Zondag in 't Gebouw te 's Hage, of te Rotterdam Dan kwam hij met een groot
-25 /"
spectakelstuk voor den dag of met „Dolle Hans", of met „De Big", of met een vreemdsoortig detectivestuk. dat uit drie of vier andere was samengeflanst. Hij bezat zoo'n groote vlotbeid! Hij combineerde in enkele dagen een stuk uit een film, een boek, een oud griezeldrama en een krantenknipsel, gaf Maandags de rollen uit, en gaf Zaterdags een première. Waarom niet? Vóór Maarten Corver directeur van den Rotterdamschen Schouwburg werd (in het midden van de 18e eeuw) werd er alléén op den dag van de voorstelling gerepeteerd! Mertens smaalde nooit op de andere, laten we zeggen: serieuze gezelschappen, die een viertal weken aan hun opvoering besteedden, en uiteraard doorwerkter kunst boden. Hij ging graag uit. en waardeerde veel. Maar hij voelde zich volstrekt niet de mindere. Hij was zich zeer bewust van zijn persoonlijkheid — die ook moeilijk weg te cijferen viel! — en liet zich door de grootte van de hoofdletter K. van kunst niet imponeeren, doch hij was nooit arrogant, en gaf ieder eerlijk kunstenaar de volle maat. Men kon niet kwaad op hem worden, als hij in nood eens gekke sprongen deed. Hij was in wezen zoo'n goeierd! En hij vervulde zijn taak in de samenleving zoo decoratief! Hij was een vorst onder de reizende tooneeldirecteuren; zijn stijl werd nooit overtroffen. Ons land beeft altijd reizende troepen gekend, maar langzamerhand zijn deze afgezakt in al te uitdrukkelijke Schmiere. De Schmiere van Mertens had een eigen stijl, was als zoodanig aanvaardbaar. Hij was een tijdsverschijnsel, een belangrijk, aangenaam tijdsverschijnsel. Een type van die voor-oorlogsche bonhomie, die langzamerhand een legende gaat worden, althans voor onze met cocktail gezoogde en met jazz gewiegde jeugd. Mertens was onder de tooneelfiguren, die ik gekend heb, een historisch element.
,•:»-,:■...
SOPLA
(SypThn/s HOOFDSTUK I DE GLIMLACH VAN MONSIEUR LETOQUE De eerste reis van de nieuwe mailboot, „Imperatrice", was een gebeurtenis. Van haar gladde, geweldige kiel tot uan haar blinkende masttoppen was zij een toonbeeld van schoonheid, luxe en gerief. Ze behoorde aan een Fransche lijn. En toen ze met vroolijk wapperende vlaggen de haven van Cherbourg uitstoomde en haar machtigen boeg naar New York wendde, leek haar passagierslijst 'n samenvatting- van internationaal mondain leven. Maar „burgelijke" cheques zijn even goed ais die van aristocratische herkomst, soms zelfs beter. Het was onvermijdelijk, dat he^ scWip enkele passagiers zou vervoeren, die geen toonaangevende figuren in de uitgaande wereld waren en onder deze bevond zich de onder-chef van de Parijsche geheime politie, de „Süreté" — Pierre LeToque. Gezien de fortuinen in juweelen, die de „beau-monde" aan boord met zich voerde, was de aanwezigheid van dezen gebaarden, blozenden en zich bedrieglijk-bedeesd voordoenden menschenjager wellicht geen toeval. Als LeToques voorkeur voor de „Imperatrice" inderdaad niet toevallig was, bleek deze overbodig. De eerste reis van den reusachtigen stoomer verliep vlot en zonder wederwaardigheden. Zoodat, op een klein incident na, dat den eersten dag aan
boord plaats greep, niets aanleiding gaf om wat professioneel vuur in de slaperig lijkende zwarte oogen van den Süreté-man te brengen. De „Imperatrice" voer omstreeks vie.r uur in den middag uit en de meeste passagiers gebruikten de eerste uren om zich te installeeren en het zich behaaglijk te maken. Ook LeToque bracht zijn persoonlijke bezittingen in de kleine hut, die hij voor zich alleen had, op hun plaats, begaf zich vervolgens naar het dek, waar hij in den warmen zonneschijn op en neer wandelde tot het tijd was zich voor het diner te gaan kleeden. Hij keerde naar zijn hut terug en verscheen een kwartier later in een avondcostuum, ietwat te Fransch van snit en uitvoering naar den geldenden Amerikaanschen smaak, maar dat zijn figuur en zijn type volmaakt deed uitkomen. In den rooksalon genoot hij van een bescheiden aperitif, daalde daarna af naar de eetzaal, zocht een plaats uit en schonk alle aandacht aan een diner, dat zulks rijkelijk verdiende. Na zijn koffie gebruikt te hebben, zocht LeToque de beschutting van het promenadedek, waar hij een sigaar rookend en met zijn ellebogen op de reeling geleund naar de gekuifde golven staarde, die uit de duisternis opdoken en vergleden langs de gladde flanken van het schip. Nog geen vijf minuten had hij daar gestaan, toen hij een lichten tik op den arm voelde. Met een voor iemand van zijn manier
van doen verrassende snelheid keerde LeToque zich om. Bij zijn elleboog stond een holwangig, zich schuchter verontschuldigend personage met verdrietige bruine oogen. „Monsieur LeToque?" „C'est moi," was het eenigszins bruuske antwoord. De man, blijkbaar een ondergeschikte, uitte zijn verzoek in een stortvloed van Fransch. Zijn meester was invalide, een moeilijk en tobberig heerschap, een verslinder van opwindende boeken en bewonderaar van de Süreté, zooals deze in die boeken geschilderd wordt. Nu had hij ongelukkigerwijze in de passagierslijst den naam van Monsieur LeToque ontdekt en niets ter wereld kon zijn verlangen smoren, om een oogenblikje met den beroemden detective te praten. Hij, de bediende, had geaarzeld een zoo vrijpostig verzoek te doen. En de man liet een schram op zijn wang zien, waar een van de geliefkoosde romans van zijn meester hem geraakt had wegens die aarzeling. Maar wanneer Monsieur eventjes tijd had en zich grootmoedig zou willen betoonen tegenover een zieke.... Voor een scherp opmerker als monsieur LeToque, wien de kleinste kleinigheid niet placht te ontgaan, kwam het antwoord schijnbaar automatisch. Maar zijn koelheid vormde een masker voor een scherp opnemen van den vrager. Natuurlijk wilde hij beiden, meester en dienaar, een genoegen doen. Een half uur later kwam LeToque uit een ruime hut naar het promenadedek terug, nam zijn plaats aan de reeling weer in en stak zijn sigaar opnieuw aan. Maar nu, terwijl hij leunde op zijn ellebogen, was er een nieuw licht in zijn zwarte oogen. En zijn baard verborg een van zijn zwakke, peinzende glimlachjes, die in den regel moeilijkheden voorspelden voor die ongelukkigen, die poogden hun vernuft te stellen tegenover de geordende maatschappij, waarvan monsieur LeToque een der meest begaafde beschermers was. HOOFDSTUK II DE MAN IN HET MAANLICHT Harry Lane ging naar de /ale-Universileit, als een lange, onverschillige slungel, verstoken van lederen drang tot werken en hij verliet haar als een populair held. Aanvankelijk maakte hij op een lustelooze manier kennis met meetkundige problemen, chemische formules en voortbrengselen der schoone letteren, maar hij eindigde met genoeglijk, zij het op 't kantje af, door zijn examens heen te rollen. Het studentenleven ontbolsterde hem tot een monument van onweerstaanbare, humoristische onaandoenlijkheid en hij studeerde af met een heirleger van vrienden, een onsterfelijken roem nalatend.
GHlDOdl®
de beide Ufa-sterren, hebben vacantie.
Van de academie teruggekeerd, had Harry een, op zijn gewonen langzamen toon gevoerd, maar niettemin hoogst-belangrijk onderhoud met zijn vader, waarbij Douglas Lane, millionnair en fabrikant van de befaamde Lane-auto's, zijn trots op zijn zoons roem het zwijgen oplegde en hem 'n bescheiden positie aanbood in een van zijn filialen in het Westen. Harry accepteerde en bleef er acht jaar, dikker en oogenschijnlijk steeds luier wordend naarmate de" tijd verstreek. Toen, inmiddels chef van het filiaal geworden, nam hij een nieuwen wagen uit het magazijn en reed er mee naar Detroit, naar huis, met een jaarlijksche balans in zijn portefeuille, die aantoonde, dat het filiaal, per hoofd der bevolking gerekend, grooter omzet had dan het hoofdkantoor zelf. Hij arriveerde 's morgens maar zweeg over den balans tot na het diner dien avond. Met zijn ouders en zijn koffie in den geweldigen salon weggedoken in den gemakkelijksten stoel, overhandigde hij met een kort woord van toelichting de enveloppe aan zijn vader. Douglas Lane bestudeerde den balans en bromde. „En?" „Ik ga er nu vandoor," deelde Harry traag mede. Mrs. Lane deed gejaagd. Haar echtgenoot wachtte. „Ik bedoel," hernam Harry, „dat ik een van onze wagens neem en een jaar lang de wereld ga bekijken." „Is het succes naar je hoofd gestegen?" grauwde zijn vader. „Geen sprake van. Ik kom terug. Wilkes kan de zaak nu evengoed drijven als ik. Het wordt zoo'n sleur, snapt u." „Dat is de ellendige soort van sentimentaliteit die je van je moeder hebt," sputterde Douglas Lane. „Ga dan voor mijn part naar Europa!" Zoo ging Harry. Acht en veertig uur vóór de „Imperatrice" in New York aankwam, reed hij uit Detroit weg met een credietbrief en een paar suit-cases. Hij had zich min of meer voorgenomen de sensatie van een reis met het nieuwe mailschip te ondergaan, maar flegmatiek als hij de dingen opnam, bleef hij onderweg bij een ouden academievriend hangen en pas enkele dagen nadat de stoomer weer koers had gezet naar de oude wereld, naderde Lane New York in zijn zwaren Lane-twoseater en reed met gelijkmatige vaart en in trage tevredenheid door een maanverlichte wereld. Zooals zoovele geslaagde mannen van zaken, bezat Lane een zintuig voor het poëtische, waarover hij zich vaag schaamde. Maar soms kon hij er niet aan ontkomen. En thans, terwijl de twoseater hem door een stil landschap voerde, dat zich geheimzinnig en liefelijk baadde in het maanlicht, kroop er iets van de zilveren betoovering in zijn ziel. Zijn vaardige, nuchtere geest werd de speelbal van een vreemde romantiek; steekspel en tournooi, maanverlichte kasteelen, torens, geheimzinnige boognissen — glanzend gouden vlechten. In die verre dagen zochten sterke, wilskrachtige mannen avontuur en vonden het. Nu.... Harry Lane zuchtte en bijwijze van zonderlinge tegenstelling dook het beeld van zijn volmaakt on-romantische secretaresse in zijn geest op.
26 ■i m i'tiy-V"'-'
Maar zelfs in dezen prozaïschen tijd van meedoogenlooze zakelijkheid kan 't avontuur, den mensch soms plotseling en verrassend overvallen. Er bewoog zich iets op den weg vóór hem. Lan» remde. Het maanlicht en zijn koplampen onthulden de gestalte van 'n man, op handen en voeten, één arm opgeheven, zijn gezicht naar den naderenden auto gericht. De vier remmen werkten snel en niet minder snel werkten Harry Lane's hersens. De twoseater stopte op nog geen halven meter afstand van de gedaante. Lane had al een revolver uit de autotasch naar zijn zak doen verhuizen. Wat dit een nieuw systeem van „hold-up"? Hij liet zijn motor aanstaan en sprong, niettegenstaande zijn gewicht, lenig op den grond. De man op den weg kroop naderbij. In het maanlicht zag zijn gezicht er spookachtig uit. „Help me in den auto, vlug!" hijgde hij. „Wat is er aan de hand?" „Been gebroken. Vooruit man! Help me overeind! „Been gebroken? Hoe komt dat," informeerde Lane onverstoorbaar. Menschen die hem kenden, probeerden zelden hem te haasten. De man op den weg had zich eenigszins opgericht en staarde achterom naar een groep boomen, die een smal veld terzijde van den weg afsloten. Lane volgde zijn blik, keerde zich met vluggen argwaan om en keek wéér. Een rennende gedaante schoot uit de schaduwen, zijn kant uit. Twee anderen volgden hem op den voet. De man op den weg kreunde en zocht in zijn zak. „Hier, breng dit naar McCoy, hoofdbureau van politie, New /ork, zoo vlug u kunt! Bekommer u niet om mij! Rijd weg — voor ze u tegenhouden. Het is een groot...." De mannen die zich uit de schaduw hadden losgemaakt, waren een vijf en twintig meter van den auto verwijderd. Een van hen vertraagde zijn vaart en Lane ving in het maanlicht een glimp op van iets, dat hij in de hand had. Een streep van bleek vuur spatte venijnig in zijn richting. „Gaat u nu heen!" schreeuwde de man op den weg. „Zeg aan McCoy, dat de bandieten — draadloos...." Hij werd onderbroken door een regen van schoten, het geluid van een kogel, die op metaal ketste en een harden knal achter uit den auto. Lane griste naar het beduimelde notitieboekje, dat de man op den grond hem toestak, stopte het in zijn zak, keerde zich om en merkte, in zijn wagen duikend, dat een der achterbanden in het bombardement bezweken was. Terwijl hij het stuur greep, hield het schieten op. De aanvallers waren vlakbij. „Handen omhoog en kom er uit!" Lane gehoorzaamde zoo min het eene bevel als het andere. Hij hurkte zoo diep mogelijk in zijn zitplaats, schakelde de versnelling in en schoot vooruit, hotsend en stootend, maar alras vermeerderde hij zijn vaart, reed langs den man met het gebroken been en drukte toen op zijn gaspedaal. De kogels floten laag over den grond en één knetterde tegen zijn achteras. Ze legden aan op zijn banden en benzinereservoir, In tien seconden was hij buiten het bereik van de pistolen. (Wordt vervolgd).
FAVORIET
.CEWt, HET NIEUWE MERK HIM-ENTHOUSIÄSTEN A.L.ée AMSTERDAM. Albert Lieven woont Hessenallee 3, Berlijn. Hij is den '23sten Juni te Hohens£ein geboren. Leeftijd vermelden wij in deze rubriek niet. Een ioto niet voorradig. Albert heeft een zoon. J. C. A. W. te TILBURG. Dergelijke vragen kunnen wij slechts in deze rubriek beantwoorden. Onnoodig een postzegel voor antwoord in te sluiten. Liane Haid kunt U het beste schrijven aan haar adres Würtembergischestrasse 13, Berlijn. Een antwoord-coupon insluiten. W. v. H. te AMSTERDAM. Niet meer dan drie vragen per week s.v.p. Hierbij de gevraagde adressen. Leila Hyams, MetroGoldwyn-Mayer-studios, Culver-City, Californië. Harold Lloyd, 1401 Western Avenue, Los Angelos. Bebe Daniels, First Nationalstudios, Burbank, Californië. Th. H. d. W. te ROTTERDAM. Rolverdeeling vermelden wij in deze rubriek niet. Wendt U tot de Paramount: Keizersgracht 399, Amsterdam. H. J. K. te ROTTERDAM. Geloof van filmsterren vermelden wij niet, Lilian Harvey is in Amerika, omdat zij er meer verdienen kan dan in Duitschland. Dus niet om de reden, die U in Uw brief vermeld. Paul Morgan leeft nog. Zeker, jazz-dirigenten kunt U ook schrijven. T. v. W. te ROTTERDAM. Jeanette Mac-Donald is den 18den Juni jarig. Dorit Kreysler woont Barnayweg 7, Berlijn. Niet getrouwd. E. A. M. te AMSTERDAM. Gerda Maurus speelt te Berlijn vaaktooneel. Liane Haid woont Würtembergischestrasse 13, Berlijn. Zij is gescheiden. Ramon Novarro is niet verloofd. Adres: Metro-GoldwynMayer-studios, Culver-City, Californië. D. F. A. te GRONINGEN. Hierbij de gevraagde adressen. Ali Chito, Sächsischestrasse 48, Berlijn. Leo Meyer, Heerengracht 613, Amsterdam. Renate Muller, Bachstelzenweg 11, Berlijn. S. S. te UTRECHT. Het heeft geen doel Uw foto aan de Ufa te zenden. Haro van Peski moet U schrijven: Kurfuerstendamm 225, Berlijn. U kunt in het Nederlandsch schrijven. Niet vergeten een antwoordcoupon in te sluiten. W. E. M. T. te AMERSFOORT. Gustav Fröhlich woont nog steeds Ziethenstrasse 3, Berlijn. Hij is getrouwd met Gitta Alpar. Marlene Dietrich is getrouwd. F. A. L. te 's-GRAVENHAGE. De regisseur Gustav Ucicky is getrouwd met de filmster Betty Bird. Zij is den 18en Juni jarig. Te Weenen geboren. G. v. H. te 's-GRAVENHAGE. Maria Paudier is getrouwd. Zij woont Kuno Fischerstrasse 3, Berlijn. Zij filmt veel. Paul Kemp is gescheiden
flntitp
mm^
„Aan Yong-Foo, aan mijn vader en Li Weng-Ho." „Je vader is niet" in Yong-Foo," vertelde Dick rustig. „Hij heeft China verlaten." „China verlaten?" echode ze. „Ja! Hij is naar Engeland terug." „Hoe weet je dat, Dick?" Hij gaf haar den brief van haar vader. „Hoe wist hij het. Dick?'' vroeg ze, toen ze de enkele regels snel gelezen had. „Hoe heb je dien brief gekregen? Heb je hem gesproken?" „Ja," bekende hij. „Ik sprak hem den dag dat we op den /amen in Yunnan aankwamen. Hij was er op betrapt, dat hij opium in de stad smokkelde en omdat hij vermomd was als een Chinees, werd hij aan den schandpaal geslagen.''
„O....!" „Natuurlijk heb ik op zijn vrijlating aangedrongen; de gouverneur heeft een hartig woordje met hem gesproken, legde de belofte dat hij China zou verlaten, vast en nam maatregelen dat hij er zich niet meer aan kon onttrekken. Je vader schreef dezen brief op den /amen." „Wist hij dat ik daar was?" „Neen, dat denk ik niet." „Vroeg hij nog naar me?" „Neen," klonk het onbewogen bescheid. „En heb je hem iets verteld?" „Evenmin. Ik had hem, bijwijze van steekproef, gevraagd waar je was en hij beweerde, dat je gezond en wel in Yong-Poo was
maar ik ben er absoluut van overtuigd, dat hij loog — dat hij beter wist." „Wat meen je dan, dat hij werkelijk dacht?" Forsyth zag de vraag onbevreesd onder de oogen. Hij oordeelde, dat de volle waarheid voor Kathleen het best was, hoe bitter die op dat oogenblik ook mocht zijn en hij antwoordde openhartig. „Ik vermoed, dat hij dacht, dat Li WengHo je in zijn /amen in Pi-Chow bij zich had." Kathleen zei niets en toen hij haar aankeek wist hij, dat ze het met zijn veronderstelling eens was. Na een poosje verbrak ze het stilzwijgen, „Wat als Li Weng-Ho in Yong-Foo teruggekeerd is? Zou het niet gevaarlijk zijn om in het voorbijvaren daar een bezoek te brengen?" „Dat is niet onmogelijk. Maar we kunnen op de sampan blijven en Ching naar het zendingsstation sturen met een boodschap voor dokter Wang-Hi. Als het eenigszins kan wil ik hem spreken. Er zullen voorzieningen getroffen moeten worden, als we voorgoed naar Yunnan teruggaan." „O, maar dat doen we immers zeker! Ik heb het de kleine Nang Kung beloofd." Toen zij de stad aan de rivier bereikten bleek het, dat vrees ongegrond was. Li Weng-Ho was inderdaad naar /ong-Foo teruggekeerd, maar zou niemand meer
in de nieuwe ,,20th Century-film" „Born to Be Bad'
eenig kwaad doen. De avond begon uschemeren en plothelin^ ging een grooU' papieren pagode achter den /amen in vlammen op. Forsyth kende genoeg van de zeden van China om te weten, dat dit in brand steken geschiedde om een gestorvene geluk en heil mee te geven op zijn tocht naar het schimmenrijk en een plotselinge gedachte flitste door zijn geest. Enkele meters van hen af lag een andere sampan geankerd en hij riep den zoon van het Hemelsche Rijk, die op 't dek stond, toe: „Voor wiea wordt die begrafenis-pagode verbrund?" „Voor Zijne Excellentie Li Weng-Ho.' „Hoe komt die zoo opeens dood?" De Oosterling haalde de schouders op. „Plotseling gestorven, een week geleden. Nogal raadselachtige geschiedenis. Er wordt gefluisterd, dat er moeilijkheden waren met Peking. Toen hij de vorige week uit Pi-Chow terugkwam, was er hier op den /amen een hoog ambtenaar met soldaten. Den volgenden ochtend vonden ze Li WengHo dood in zijn kamer. Het geheim van zijn sterven heeft hij in zijn graf roeegenomen. Hij was een slecht mensch." „Een heel slecht roensch," vulde Ching deze korte, maar welsprekende lijkrede aan. Forsyth keek met een verheugd gezicht naar zijn vrouw. „Dut is gelukkig het definitieve einde van onze moeilijkheden! Ching hoeft vanavond niet naar het zendingsstation te guan; morgenochtend guan we met zijn allen Wang Hi bezoeken." En ze deden het en onlmoellen later een zich stroomopwaarts bewegende sampan met Dr. Burritt aan boord, die kinderlijk blij was toen hij hoorde, dat ze zich óók in Yunnan zouden vestigen. „Maar op den terugweg uit Canton nemen we van Yong-Foo af niet de route langs de rivier," deelde Kathleen glimlachend mee. „Waarom niet?" was Bunitts verwonderde vraag. „Het is de beste weg." „Dut weten we ook wel. Muur er woont een Boeddhistische abt op de heuvels boven Pi-Chow, dien ik gruag wilde zien." „Een Boeddhistische übt! Wut in vredesnuam. ..." • Maar toen Burritt het verhaal gehooid had, hud zijn verbazing plaats gemaakt voor begrijpen. „Als ik een Rocketeller oi een Carnegie was, zou ik dat klooster een millioen cudeuu doen. Boeddha wus een heelmeester: Dick is er een, ik ben er een - ook u verstaat de kunst om lijdenden te helpen, mevrouw Forsyth, maar niemand van ons kan aan dien man tippen. De Hemel zegene hem!" Met welke bede de jonggehuwden van harte instemden. EINDE
LIANE HAID VERMAAKT ZICH AAN HET SCHEVENINGSCHE STRAND
C. $ Th..PUZZLES No. 545
GRIJS OUDJEe
KN1PPUZZLE Tekst: Annie de Hoog-Nooy
Muziek van Joop de Leur
«• was met een mijnheer aan het onderhandelen over een auto. Het was een gehavend, oud gevalletje en mijn neef had er niet veel zin in, daar bij vermoedde, dat hij met dit vehikel meer naast dan óp den weg zou zijn. Doch de eigenaar wilde het ding blijkbaar graag kwijt en zei: „Mijnheer, voor dien prijs krijgt u mijn wagen met alles wat er bij hoort, zelfs de wegenkaarten kunt u er bij krijgen." ,,Dat is heel vriendelijk van u," antwoordde mijn neef. „Maar wat zoudt u denken van een spoorboekje, want ik beb een voorgevoel, dat ik- daar meer behoefte aan zal hebben.", Suppoost in een museum: „Ik kan de beeren tot mijn spijt de galerij niet laten zien. omdat het verboden is daar te rooken." Toeristen: „Maar wij rooken toch niet!" Suppoost: „Neen. maar ik wel."
:
?=g
Gedragen
mmm ^m
wm
j j'iiK' P p
JlJl
i J^'Jj j jiiyj^J M j j^
Ze zat in baar leunstoeltje. dicht bij den haard En liet de revue pas-see - ren Van't Dan komtinhaar oo-gen een heer-lij-ke gloed.Wat zijn die schoone ge-dach - ten? O.
iw iülte 4 ^^r— r ^
r
Qsi, ji^jiU'V'f pi^ ' >j i i j jii ii \ ji \ \ ^^^ Ie - ven, waarin ze zoo-veel ondervond En dat haar zooveel deed iee - ren. Vandaag was 't haar dag. ze werd nu tachtig jaar - Ze stil., zij doorleeft weer het heerlijk moment.Waar velen vergeefs op wach-ten: Z'is moeder. Een wezentje, zoo wonder schoon Als-
Professor: „Wat is er aan de hand?" Verpleegster: „Het is een jongen, een jongen, professor!" Professor: „Nu. en wat moet hij?" Bovensmande stukjes moeten uitgeknipt en ^uudanig opgeplakt worden, dat ze een portret vormen van een beminden Amerikaanschen tilmster. Onder de abonné's, die ons het goed opgeplakte portret zenden, benevens den naam van den acteur, zullen wij tien foto's van hem verdeelen. De oplossingen moeten voor 17 Juli (van Indische abonné's voor 17 September) in het bezit zijn van: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op de enveloppe s.v.p, duidelijk vermelden: C. é Th.-puzz/es no. 545. Degenen, die het blad liever niet willen beschadigen, kunnen volstaan met de stukjes over te trekken op een doorzichtig papiertje, of te calqueeren. Dit laatste geschiedt door middel van een velletje carbonpapier, dat men onder deze pagina legt. Als men nu onder het carbon nog een stukje wit papier legt en dan de omtrekken van de op deze pagina afgedrukte stukjes met potlood natrekt, zal het carbonpapier deze op het witte papier overdrukken. De aldus gevormde en uitgeknipte stukjes papier moeten ook als een portret worden opgeplakt.
Zij, die ook de Wekelijksche Vraag op wenschen te lossen, kunnen die desgewenscht tegelijk met deze puzzles inzenden, doch ijj gelieven de oplossingen dan op een apart, doch volledip van naam en adres voorzien velletje papier te schrijven.
MONOGRAMRAADSEL
Onder degenen, die weten uit te vinden, wat voorzin bovenstaande dooreengeworpen letters moeten vormen, zullen wij een hoofdprijs van f. 2.50 en drie troostprijzen, zünde drie filmfoto's, verdeelen.
OPLOSSINGEN C. <& Th.-PUZZLES No. 542 KNIPPUZZLE
Rotterdam: mevrouw I. Lugtigheid, Rotterdam ; mevrouw M. de Ras, Den Haag; den heer B. Batelaan, Den Haag; mejuffrouw M. Koedam, Hiliegersberg; den heer H. J. Steenbergen, Haarlem; mejuffrouw G. v. Beurden, Tilburg; den heer A. Nieuwenhoven, Den Haag.
ZIO-ZAORAADSEL
R H y T M n E L A A T s T E O T E E Q D L o 0 E L D A A h H A n 0 0 i L L E rt D E B 0 fi 1 E T L E E U W 1 ii B R 0 n n E n n u 5 K i E T
n
John Boles
i
Johns foto's werden verkregen door: mejulhouw T. v. Werven, Amsterdam; den heer W. Hoek, Schiedam; mejuffrouw M. Korendijk,
s
Hans Alters
- 30
De hoofdprijs a 1 2.50 viel ten deel aan den heei J.Emmen te Den Har.g, de troostprijzen aan mejuffrouw A. Blom te Amsterdam, mejuffrouw A. Koerselman te Deventer en mejuffrouw D. Termeer te Rotterdam.
Neefje: „Ik ben toch maar blij. dat ik niet rijk ben. tante." Tante: „Waarom, vent?" Neefje: „Het moet bepaald ontzettend duur zijn!" Mevrouw: „Ik heb je toch gezegd, dat je moest opletten, wanneer de soep overkookte!" Nieuwe dienstbode: „Dat heb ik ook gedaan. Het was precies tien minuten over tienen."
' *e « wist dat het eind haar wacht - te, De rimpels verrieden het - en't grijze haar, Ze streek het wat:glad glad...en ze lach - te! of de eng'len't haar brach - ten. Ligt nu in haar armen-wat weelde zoo'n kind. Het voeld'haar liefde - en lach - te!
Leeraar: „In welke van zijn vele veldslagen werd Alexander de Groote gedood?" Leerling: „Ik geloof, dat het in zijn laatste was." Vader: „Zeg eens, jongeman, wat haal je in 's hemelsnaam in je hoofd om mijn dochter om zes uur in den morgen naar huis te brengen?" Jongeling: „Och. ik moet om zeven uur tóch weer aan mijn werk!" „Papa. waarom hebben giraffen zoo'n langen hals?" „Omdat bun kop zoo'n eind weg zit. jongen." „En Jan, vertel jij nu eens, wie de Philis tijnen heeft verslagen?" „Dat weet ik niet. mijnheer; ik heb dg sportberichten vanmorgen nog niet gelezen." Mevrouw van Zuinigen kwam opgewonden de kamer binnenhollen. „Man. man. er staat een koe in onzen tuin! Wat moeten wij doen?" „Sta daar nu niet te schreeuwen." antwoordde mijnheer Van Zuinigen geërgerd, „loop liever naar den turn en melk dat beest gauw!" „Wilt u dat groote kookboek hebben van vier gulden of het kleine van één vijftig?"„Geeft u mij dat kleine maar . wij eten maar weinig."
Dan Grijs
n
...Grijs oudje denkt verder...wat dieper zinkt 't hoofd. Haar oogen staan dof, verslagen. Ze ziet — O, hemel, — welk een dioef-zware dag, Haar man naar het kerkhof dragen .... Haar kind zocht verstrooiing, koos een eigen weg, Lang miste zij ze nu reeds beiden .... Arm oudje heeft nu haar revue gepasseerd. Nog dieper zinkt 't hoofd en ze schreide!
r^lAISOrN Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd
w 7690
ODIO
4
Nog zit z' in haar leunstoeltje, dicht bij den haard, Den haard — die al lang niet meer brandde. Ze zat reeds zoo lang daar — ze werden zoo koud En stijf, die gevouwene handen .... Vandaag was 't haar dag, ze werd nu tachtig jaar Het einde dat naderde .... wachtte .... En vredig ontsliep ze, — 't was immers haar dag! — Haar koud, bleek gezichtje dat.. . lachte.
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARUS Specialiteit voor geschenken in zilvet en verzilverd
metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
■
■
■
va^ de fijne l^l/asc/v
CltiEMAö, THEATER
/T) Tß :
«^
y\^
%
.
-
uitslaiiend i
;
sHB ^ VciMlignl M<.'ktlijk^
Piys. per kvkurUitil f. 1.95.
Red. en Adm. Oalflewater 22, leiden. Tel. 760. PostieKeJiiim «<««.
lo. 546 14 Juli 3 4
aMHWIPBHWIWtp&iP^»
'ii^M
j.
v ♦ f ■È^l^y^Éitfe^
:
r
AFBEELDINd IN KLEUR MULTICOLO PICTURE