Nijmegen Zuid
2
Toelichting
3
1.
Inleiding
1.1.
Actualisatie
In het kader van de actualisatie van bestemmingsplannen worden de ruim 600 vigerende bestemmingsplannen voor de bestaande stad de komende jaren teruggebracht tot ongeveer 20 nieuwe bestemmingsplannen. Het onderhavige bestemmingsplan Nijmegen- Zuid is zo'n nieuw actualisatieplan, dat ruim 100 vigerende bestemmingsplannen vervangt.
1.2.
Plangebied
Het plangebied Nijmegen-Zuid bestaat uit de wijken Hatertse Hei, Grootstal en Hatert en een gedeelte van Goffert (Jonkerbosch), St. Anna en Hazenkamp. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Slotemaker de Bruïneweg, aan de oostzijde door de St. Annastraat, aan de zuidzijde door de gemeentegrens, aan de westzijde door het Maas-Waalkanaal en aan de noordwestelijke zijde door Aventurijnpad, Jadestraat, Opaalstraat, Marga Joke Smitlaan, Antoinette van Pinxterenlaan en de Rentmeesterlaan.
1.3.
Raamwerk
Voorafgaand aan het bestemmingsplan is het "Raamwerk Nijmegen Zuid" opgesteld. Het "Raamwerk Nijmegen Zuid" d.d. september 2004 wordt geacht deel uit te maken van deze plantoelichting. Hiermee wordt tevens voldaan aan het bepaalde in artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. Voorzover het raamwerk aanpassingen behoeft, wordt hier in deze toelichting verder op ingegaan.
1.4.
Leeswijzer
In aanvulling op het "Raamwerk Nijmegen Zuid" vindt in deze plantoelichting een juridische vertaalslag plaats. In hoofdstuk 2 wordt allereerst de plansystematiek belicht, waarbij het uitgangspunt van een flexibel en toekomstgericht bestemmingsplan wordt toegelicht aan de hand van de verschillende soorten bestemmingen en de flexibiliteitsbepalingen. In hoofdstuk 3 wordt de in het plangebied dominerende woonfunctie besproken. Het gaat daarbij om de bij de woonfunctie behorende bestemmingen (Woondoeleinden, Tuin en Erf) en de bijbehorende uitgangspunten. In hoofdstuk 4 komen de economische en maatschappelijke functies aan bod, waarbij het vooral gaat om de uitgangspunten per functie en welke bestemmingen hiervoor zijn opgenomen. In hoofdstuk 5 staat de openbare ruimte centraal en in welke bestemmingen deze is opgedeeld. In hoofdstuk 6 wordt de waterparagraaf uit het raamwerk verder uitgewerkt en wordt ingegaan op de wijze waarop de verschillende bestemmingen met betrekking tot water worden geregeld. Hoofdstuk 7 vervangt het hoofdstuk over milieu uit het raamwerk. Er wordt ingegaan op de verschillende milieuaspecten (geluid, bodem, luchtkwaliteit en externe veiligheid). In hoofdstuk 8 komen de ontwikkelingslocaties aan de orde. Hierbij wordt in eerste instantie bekeken in hoeverre de ontwikkelingen concreet genoeg zijn om op te nemen in het bestemmingsplan. Vervolgens zijn voor de locaties die met een wijzigingsbevoegdheid zijn opgenomen de stedenbouwkundige uitgangspunten geformuleerd. Hoofdstuk 9 gaat over handhaving. Het betreft een actueel overzicht van de retrospectieve toets uit het raamwerk. Hoofdstuk 10 tenslotte betreft een aanvulling op de uitvoerbaarheidsparagraaf in het raamwerk. Het gaat dan vooral om de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
4
5
2.
Plansystematiek
2.1.
Algemeen
De planvorm is er op gericht om alle aanwezige functies in het plangebied te voorzien van een zodanige bestemmingsregeling dat enerzijds in zekere mate ontwikkelingen mogelijk zijn en anderzijds de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid voldoende gewaarborgd blijven. Uitgangspunt is een flexibel en toekomstgericht bestemmingsplan.
Het plangebied Nijmegen-Zuid betreft bestaand stedelijk gebied. Het plangebied bestaat in hoofdzaak uit de functie wonen. Daarnaast zijn er diverse andere functies: bedrijven, kantoren, detailhandel, dienstverlening, horeca, maatschappelijke voorzieningen, groen- en speelvoorzieningen, begraafplaats, parkeervoorzieningen, verkeersvoorzieningen, nutsvoorzieningen. Voor alle voorkomende functies geldt dat, indien mogelijk, uitbreidingsmogelijkheid wordt geboden, tenzij dit onaanvaardbare hinder voor omliggende functies oplevert.
Ondanks dat er sprake is van bestaand stedelijk gebied, worden voor diverse locaties in het plangebied ontwikkelingen voorzien. Een aantal ontwikkelingen is inmiddels voldoende concreet en onderzocht om rechtsstreeks in het bestemmingsplan te vertalen. Voor andere weliswaar voorzienbare ontwikkelingen geldt dat niet en biedt een wijzigingsbevoegdheid uitkomst. Andere ontwikkelingen zijn nog onzeker of niet bekend en kunnen daardoor niet in het bestemmingsplan worden meegenomen.
Ondanks het streven naar een flexibel en toekomstgericht bestemmingsplan zullen zich in dit dynamische stadsdeel in de toekomst ontwikkelingen aandienen, die niet zijn voorzien en niet passen binnen het bestemmingsplan. Voor deze ontwikkelingen geldt dat ze gerealiseerd kunnen worden met een postzegelplan ex artikel 10 WRO en/of een vrijstelling ex artikel 19 WRO.
2.2.
Bestemmingen
In het bestemmingsplan komen drie soorten bestemmingen voor: enkelvoudige bestemmingen, combinatiebestemmingen en dubbelbestemmingen. Daarnaast zijn er nog enkele aanvullende bepalingen, die niet ondergebracht zijn bij de bestemmingen, omdat ze betrekking hebben op meerdere bestemmingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om: aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten, ondersteunende horeca, (bouw)werken ten algemene nutte en ondergronds bouwen. Bij het opstellen van actualisatie bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van het Standaard bestemmingsplan gemeente Nijmegen.
Enkelvoudige bestemmingen De bestemmingen Woondoeleinden, Erf, Tuin, Bedrijfsdoeleinden, Maatschappelijke doeleinden, Recreatieve Doeleinden, Groenvoorzieningen, Natuur, Bos, Begraafplaats, Verkeersdoeleinden, Parkeerdoeleinden en Nutsdoeleinden zijn allemaal enkelvoudige bestemmingen. Deze bestemmingen zijn opgenomen voor locaties waar ook slechts één hoofdfunctie is toegestaan.
Combinatiebestemmingen
6
De bestemmingen Gemengde doeleinden en Centrumdoeleinden zijn combinatiebestemmingen. Deze bestemmingen zijn opgenomen voor locaties waar meerdere hoofdfuncties zijn toegestaan. Het kan dan gaan om de functies wonen, kantoren, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, bedrijven, detailhandel en horeca. De bestemming Centrumdoeleinden is opgenomen voor de winkelcentra en de bestemming Gemengde doeleinden voor locaties buiten deze winkelcentra.
Dubbelbestemmingen De bestemmingen Leiding-Gas, Leiding-Riool, Waterstaatsdoeleinden, Grondwaterbeschermingsgebied, Waterinfiltratie en Watergang zijn dubbelbestemmingen. Deze bestemmingen vallen zowel samen met enkelvoudige bestemmingen als met combinatiebestemmingen. De dubbelbestemmingen kunnen onderling ook samenvallen. Er gelden dan meerdere dubbelbestemmingen voor dezelfde gronden. Bij de dubbelbestemmingen is een voorrangsregeling aangegeven.
2.3.
Flexibiliteitsbepalingen
Naast de flexibiliteit, die de rechtsstreekse bouwmogelijkheden reeds bieden, zijn er extra mogelijkheden onder voorwaarden. Deze extra mogelijkheden kunnen worden geboden via vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden, de zogenaamde flexibiliteitsbepalingen. Uitgangspunt is echter zoveel mogelijk rechtsstreekse flexibiliteit te bieden ter voorkoming van overbodige, kostbare en tijdrovende vergunningprocedures.
Binnenplanse vrijstellingen ex artikel 15 WRO Het aantal vrijstellingsbepalingen ex artikel 15 WRO is zeer beperkt. Het middels vrijstelling toestaan van overschrijdingen van bouwbepalingen is immers nogal omslachtig als dergelijke overschrijdingen reeds bij voorbaat stedenbouwkundig aanvaardbaar en/of wenselijk zijn. In oude bestemmingsplannen is de maximale bouwhoogte doorgaans bepaald op de bestaande hoogte, bijvoorbeeld 5 meter, en mag die hoogtemaat middels vrijstelling worden overschreden met 10%. In dit voorbeeld dus 5,5 meter. In dit bestemmingsplan wordt de bouwhoogte niet bepaald op de bestaande hoogte, maar op de maximaal toelaatbare of zelfs wenselijke hoogte. De maximale hoogte wordt dan bijvoorbeeld bepaald op 6 meter en blijft de vrijstellingsbepaling achterwege. Wel is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen voor extra bebouwingsmogelijkheden voor gehandicaptenvoorzieningen.
Wijzigingsbevoegdheden ex artikel 11 WRO De wijzigingsbevoegdheden ex artikel 11 WRO zijn opgenomen voor een aantal ontwikkelingslocaties. Het gaat dan om ontwikkelingen die nog onvoldoende concreet en onderzocht zijn om middels een rechtsstreekse bouwmogelijkheid te regelen. Met een wijzigingsbevoegdheid wordt louter en alleen een toekomstige ontwikkeling mogelijk gemaakt. Vooralsnog wordt de huidige situatie bestemd. Door het opstellen van een wijzigingsplan kan de bestemming worden gewijzigd. Er dient daarbij voldaan te worden aan de voorwaarden bij de wijzigingsbevoegdheid. Ook is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het wijzigen van het bouwvlak.
7
3.
Woonfunctie
3.1.
Algemeen
Het plangebied Nijmegen Zuid bestaat in hoofdzaak uit de functie wonen. Uitgangspunt is dat de hindergevoelige woonfunctie bepalend is voor de wijze waarop met de overige in het plangebied voorkomende functies wordt omgegaan.
3.2.
Juridische vormgeving
Gekozen is voor een driedeling van de functie wonen in Woondoeleinden, Tuin en Erf. De bestemming Woondoeleinden wordt opgenomen voor het hoofdgebouw op het woonperceel. De rest van het perceel krijgt de bestemming Tuin en/of Erf. Op grond van de aanvullende bepaling "Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten" zijn in woningen alsmede in aan- en uitbouwen onder voorwaarden andere functies toegestaan in de vorm van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan in (vrijstaande) bijgebouwen. Het uitoefenen van een beroeps- of bedrijfsactiviteit in een (vrijstaand) bijgebouw in de tuin gaat de reikwijdte van de woonfunctie te buiten. De beroeps- of bedrijfsactiviteit is dan immers niet meer direct gerelateerd aan de woning. Een dergelijke functieverandering kan ingevolge vaste jurisprudentie uitsluitend worden bewerkstelligd middels een wijziging of herziening van het bestemmingsplan (uitspraak ABR 06/04/2005, 200404674/1). In de begripsbepalingen bij de voorschriften is gedefinieerd wat onder aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten moet worden verstaan.
3.3.
Stedenbouwkundige uitgangspunten
In het plangebied worden de volgende stedenbouwkundige gebiedstypen onderscheiden: Ÿ Ÿ Ÿ
de “Tuinstad” (Hatert, Hatertse Hei en Grootstal); de “Historische open bebouwing" (woonbebouwing langs de Hatertseweg, St. Annastraat en Van Peltlaan); "Overige bebouwing" (recentere woonbebouwing in het plangebied).
Naast de Hatertseweg, St. Annastraat en Van Peltlaan vertonen nog een aantal wegen de kenmerken van "Historische open bebouwing". Het gaat om de wegen St. Jacobslaan, Oude Molenweg, Heiweg en gedeeltelijk Grootstalselaan. Deze wegen zijn opgeslokt door de "Tuinstad", waardoor ook de stedenbouwkundige uitgangspunten van Tuinstad gelden.
De stedenbouwkundige uitgangspunten voor de bestemmingsregeling Woondoeleinden, Tuin en Erf zijn in navolgend schema weergegeven: Historische open bebouwing (HO), Tuinstad (T) en Overige bebouwing (Ov).
Stedenbouwkundige matrix:
Gebieden HO T Ov
Criteria Woondoeleinden
8
1 2
Bestemmingsgrens Woondoeleinden rondom bestaand hoofdgebouw. Beeldbepalende aan- en uitbouwen aan de voor- en zijkant van het hoofdgebouw groter of gelijk aan 1.50 m diepte worden meegenomen in de bestemming Woondoeleinden eventueel met aparte goot/nokhoogte. 3 Aan- en uitbouwen aan de achterzijde van de woning van twee of meer bouwlagen worden meegenomen in de bestemming Woondoeleinden. 4 De bestemmingsgrens Woondoeleinden mag aan de achterzijde worden verruimd tot: - bij tuinen met een diepte van 40 meter of meer maximaal 15 meter diepte; - bij tuinen met een diepte van 20 tot 40 meter maximaal 12 meter diepte; - bij tuinen met een diepte van 10 tot 20 meter maximaal 10 meter diepte. 5 De bestemmingsgrens Woondoeleinden mag aan de zijkant worden verruimd mits er een zijtuin van minimaal 3 meter overblijft. 6 Principe van maximale goot- en nokhoogte hanteren. Tuin en Erf 7 De bestemming Tuin ligt voor of aan de zijkant van het hoofdgebouw. 8 De bestemming Erf ligt achter of aan de zijkant van het hoofdgebouw. 9 Grens tussen bestemming Tuin en bestemming Erf ligt bij rijtjeswoningen (3 of meer aaneengeschakeld) op 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw. Bij (half)vrijstaande situaties en hoeken ligt deze grens op 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw. 10 Grens tussen bestemming Tuin en bestemming Erf ligt op 6 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw. 11 Grens tussen bestemming Tuin en bestemming Erf is afhankelijk van de ter plaatse aanwezig situatie. Op hoeken is deze grens afhankelijk van de ter plaatse aanwezige situatie. 12 De bestemming Erf kan voor de voorgevel liggen indien hier aan- en uitbouwen of bijgebouwen reeds aanwezig zijn waarbij de gebouwen die aan de voorzijde van het hoofdgebouw zijn toegestaan niet worden meegerekend. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen 13 Binnen de bestemming Tuin zijn aan- en uitbouwen met een diepte van maximaal 1,50 meter en een maximale breedte van 60 % van de voorgevelbreedte toegestaan. Aan de zijkant van de woning mogen aanen uitbouwen met een maximale diepte van 1,50 meter worden gebouwd. 14 Binnen de bestemming Erf mag maximaal 50 m2 aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, met dien verstande dat het totaal niet meer dan 50% van het erf mag bedragen. Aan- en uitbouwen mogen maximaal 3 meter diep zijn. 15 De goothoogte van aan- en uitbouwen is maximaal de hoogte begane grondlaag, nokhoogte maximaal hoogte tweede bouwlaag. 16 De goothoogte van bijgebouwen is maximaal 3 meter en de nokhoogte maximaal 4,50 meter. 17 De goot- en nokhoogte van een overkapping is maximaal 3 meter 18 Aangrenzend aan de bestemming Woondoeleinden mogen binnen de bestemming Erf ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter. 19 Aangrenzend aan de bestemming Woondoeleinden zijn binnen de bestemming Tuin ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, met een maximale diepte van 1,5 meter toegestaan.
9
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
Overigens is in de regeling voor het erf rekening gehouden met hetgeen vergunningsvrij mag worden gebouwd volgens de Woningwet. Aan- en uitbouwen met een diepte van minder dan 2,5 meter zijn vergunningsvrij evenals bijgebouwen en overkappingen met een oppervlakte tot 30 m², mits deze bouwwerken aan de overige criteria voor vergunningsvrije bouwwerken voldoen. Het bestemmingsplan is het juridisch toetsingskader voor bouwaanvragen die verder reiken. In het bestemmingsplan zijn aan- en uitbouwen met een diepte van 3 meter toegestaan, bovenop de ruimte die het bestemmingsvlak Woondoeleinden biedt. De maximaal toegestane oppervlakte van aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen binnen de bestemming Erf bedraagt 50 m². In het bestemmingsplan wordt net als in de Woningwet uitgegaan van een maximaal bebouwd oppervlak van 50% van het erf. Hierbij tellen dus zowel de vergunningsplichtige als de vergunningsvrije bouwwerken.
Zowel in Hatert als in Grootstal is een groot aantal grondgebonden woningen in lange stroken in twee lagen zonder kap gebouwd. Deze verschijningsvorm komt voort uit de strakke stedenbouwkundige structuur van de wederopbouwwijken Hatert en Grootstal. De relatief kleine woningen staan ook nog op kleine percelen. De bebouwingsgrens van de woningen kan daardoor niet worden vergroot. Er bestaat een grote behoefte om de woningen uit te breiden, zowel op de begane grond als op de verdiepingen. Wat de begane grond betreft wordt in het bestemmingsplan de mogelijkheid opgenomen om maximaal 3m diep aan de achtergevel uit te breiden (zie bovenstaand schema). Wat de verdieping betreft wordt de mogelijkheid opgenomen om een verdieping er bovenop te bouwen, hetzij plat afgedekt of door middel van een kap. Door deze uitbreidingsmogelijkheid van een derde bouwlaag zal er meer variatie ontstaan in het beeld van de wijken Hatert en Grootstal en wordt in een grote behoefte voorzien. In stedenbouwkundige zin is een derde bouwlaag op de plat afgedekte woningen in Hatert en Grootstal aanvaardbaar.
10
4.
Economische en maatschappelijke functies
4.1.
Algemeen
De in het plangebied voorkomende economische en maatschappelijke functies zijn: bedrijven, kantoren, detailhandel, dienstverlening, horeca en maatschappelijke voorzieningen. Deze functies komen zowel zelfstandig als in combinatie met andere functies voor. Uitbreiding van de economische functies buiten de reeds bestaande locaties is in principe niet mogelijk. Het is wel gewenst de economische functies voor de wijk (buurteconomie) te behouden. De bestaande economische functies krijgen waar mogelijk uitbreidingsmogelijkheden op de bestaande locatie.
4.2.
Uitgangspunten per functie
Bedrijven
In het bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven gekoppeld aan de "Staat van Bedrijfsactiviteiten model Nijmegen". Dit is een lijst met bedrijven in Nijmegen, die al naar gelang de te verwachten milieubelasting zijn ingedeeld in milieucategorieën. Het betreft een algemene lijst, gebaseerd op de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering". Daar waar gesproken wordt over bedrijven, wordt niet bedoeld detailhandel, horeca, kantoren en dienstverlening. De "Staat van bedrijfsactiviteiten model Nijmegen" is met een toelichting opgenomen in de bijlage bij de voorschriften. In deze paragraaf is een bedrijvenlijst opgenomen met alle voorkomende bedrijven het plangebied. Voor ieder bedrijf is de milieucategorie aangegeven. Alle bedrijven zijn recentelijk bezocht en beoordeeld op de daadwerkelijke milieubelasting. De in onderstaande bedrijfsinventarisatielijst opgenomen milieucategorieën zijn maatwerk en kunnen afwijken van de in de algemene lijst opgenomen milieucategorieën. Voor nieuw te vestigen bedrijven is echter de "Staat van bedrijfsactiviteiten model Nijmegen" uitgangspunt. Wat betreft de toelaatbaarheid van bedrijven is onderscheid gemaakt tussen bedrijventerreinen, bedrijven aan 50 km/uur wegen en overige verspreid in de wijk voorkomende bedrijven. Het onderscheid tussen bedrijven aan 50 km/uur wegen en overige verspreid in de wijk voorkomende bedrijven heeft te maken met het feit dat de hindergevoeligheid van een woonwijk ten opzichte van bedrijven niet overal binnen de wijk gelijk is. Binnen een woonwijk kan onderscheid worden gemaakt tussen delen die beschouwd kunnen worden als rustige woonwijk en delen die beschouwd kunnen worden als drukke woonwijk c.q. gemengd gebied. Voor een duidelijke afbakening van de rustige woonwijk enerzijds en de drukke woonwijk of gemengd gebied anderzijds is ervoor gekozen om de gebieden langs de 50 km/uur wegen en de bedrijventerreinen aan te merken als drukke woonwijk c.q. gemengd gebied en de rest als rustige woonwijk.
Bedrijventerreinen In het plangebied liggen twee bedrijventerreinen. Op het bedrijventerrein aan de Heiweg/Citroenvlinderstraat/Heidebloemstraat zijn naast bedrijven (groothandelsbedrijven en een timmerbedrijf) ook een café en een visspeciaalzaak gevestigd. Er is dus geen sprake van een puur bedrijventerrein, maar van een mengeling van economische functies. De meeste bedrijven vallen onder categorie 1 en 2 van de bedrijvenlijst. Alleen een aannemers- en timmerbedrijf valt onder categorie 3 (Heiweg 58). Dit gebied kan worden gezien als drukke woonwijk/gemengd gebied waar ook bedrijven die voorkomen in de "Toevoeging Staat van
11
bedrijfsactiviteiten" worden toegestaan. Het timmerbedrijf komt voor in de "Toevoeging Staat van bedrijfsactiviteiten" en is dus algemeen toelaatbaar op een bedrijventerrein. In het gebied Marie Curiestraat/Hatertseweg/Kamerlingh Onnesstraat/Nieuwe Mollenhutseweg zijn naast verschillende bedrijven (garagebedrijven, groothandels, een veiling en een timmerwerkplaats) ook een tennishal en een videotheek gevestigd. Er is dus geen sprake van een puur bedrijventerrein, maar van een mengeling van economische functies. De meeste bedrijven vallen onder categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Alleen de timmerwerkplaats/meubelmakerij (Marie Curriestraat 72) valt onder categorie 3. Dit gebied kan worden gezien als drukke woonwijk/gemengd gebied waar ook bedrijven die voorkomen in de "Toevoeging Staat van bedrijfsactiviteiten" worden toegestaan. Ook voor de timmerwerkplaats/meubelmakerij geldt dat dit bedrijf voorkomt in de "Toevoeging Staat van bedrijfsactiviteiten" en dus algemeen toelaatbaar is op een bedrijventerrein. Voor de veiling (Kamerlingh Onnesstraat 35) is een specifieke aanduiding opgenomen omdat veilingen maar op enkele locaties binnen de gemeente worden toegestaan.
Bedrijven aan 50 km/uur wegen In het plangebied liggen de volgende gebiedsontsluitingswegen c.q. 50 km/uur wegen: St. Annastraat, Hatertseweg, Slotemaker de Bruïneweg (gedeelte tussen Hatertseweg en St. Annastraat), Grootstalselaan, Weg door Jonkerbos, Burgemeester Daleslaan, St. Jacobslaan, Edisonstraat (gedeelte tussen Grootstalselaan en St. Jacobslaan), zuidelijke gedeelte Nieuwe Mollenhutseweg en Malderburchtstraat (gedeelte tussen Grootstalselaan en Thorbeckestraat). Aan deze wegen zijn 3 tankstations, 2 garagebedrijven, een meubelstoffeerderij en een schildersbedrijf gelegen. Aan de Hatertseweg 483 was voorheen een steenhouwerij gevestigd.
De algemeen toelaatbare categorie op bestaande bedrijfslocaties aan 50 km/uur wegen (drukke woonwijk/gemengd gebied) wordt aangegeven als categorie 1-2, 2+. Dit betekent dat bedrijven in categorie 1 en 2 van de "Staat van bedrijfsactiviteiten model Nijmegen" zijn toegestaan alsmede bedrijven in categorie 3 voorzover die voorkomen op de "Toevoeging op Staat van bedrijfsactiviteiten model Nijmegen". Daarnaast zijn bestaande categorie 3 bedrijven (die niet voorkomen op de "Toevoeging op Staat van bedrijfsactiviteiten model Nijmegen") op hun huidige locatie toegestaan (betreft: Grootstalselaan 141 en Hatertseweg 757). Voor het perceel Hatertseweg 483 geldt dat gezien de ligging tussen woningen het niet gewenst is dat zich hier weer een categorie 3 bedrijf vestigt. Hier zijn wel categorie 1-2 en 2+ bedrijven mogelijk. Overigens is voor dit perceel een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van woningbouw opgenomen. De bedrijven dienen direct aan een 50 km/uur weg te liggen. Bedrijven geadresseerd aan een 50 km/uur weg, maar gelegen op binnenterreinen en omsloten door woonbebouwing, worden net zo beoordeeld als de overige bedrijven (alleen categorie 1 en 2 is toegestaan). Voor de benzineservicestations is een speciale aanduiding opgenomen (met of zonder LPG). Benzineservicestations zijn alleen op de aangegeven locaties mogelijk.
Overige verspreid in de wijk voorkomende bedrijven Verspreid in de wijk komen verschillende bedrijven voor. Soms zijn deze bedrijven gelegen bij een woning, soms betreft het een aparte bedrijfslocatie.
De algemeen toelaatbare categorie op bestaande bedrijfslocaties in een rustige woonwijk wordt aangegeven als categorie 1-2. Dit betekent dat bedrijven in categorie 1 en 2 van de "Staat van bedrijfsactiviteiten model Nijmegen" zijn toegestaan. Daarnaast zijn bestaande categorie 3 bedrijven op hun huidige locatie toegestaan (betreft: Heiweg 163a, Heiweg 171, Kniptorstraat 34, Oostkanaaldijk 2 en Van Peltlaan 210). Voor het veevoederbedrijf Fleuren (Oostkanaaldijk 2) is een aparte aanduiding opgenomen.
12
Bedrijfsinventarisatielijst adres Bedrijven op bedrijfsterreinen
branche
milieucat
catering kaasgroothandel groothandel vakbenodigheden groothandel machines vd bouw timmerbedrijf
2 2 2 2 3
Heiweg/Citroenvlinderstraat/Heidebloemstraat Citroenvlinderstraat 37 Heidebloemstraat 1 Heidebloemstraat 13 Heidebloemstraat 15 Heiweg 58
Marie Curiestraat/Hatertseweg/Kamerlingh Onnesstraat/Nieuwe Mollenhutseweg Hatertseweg 615 Kamerlingh Onnesstraat 35 Kamerlingh Onnesstraat 37 Marie Curiestraat 70a Marie Curiestraat 72 Nieuwe Mollenhutseweg 50
garagebedrijf (met showroom) veilingen van huisraad etc. groothandel in speelgoed groothandel elektr. apparatuur timmerwerkplaats garagebedrijf (met showroom)
2 1 2 2 3 2
Grootstalselaan 141 Hatertseweg 340 Hatertseweg 469 Haterseweg 483 Hatertseweg 594 Hatertseweg 615 b Hatertseweg 757 Weg door Jonkerbos
tankstation met lpg tankstation meubelstoffeerderij vml steenhouwerij garagebedrijf zelfbedieningstankstation schildersbedrijf garagebedrijf (met showroom)
3 2 1 3 2 2 3 2
Heidevenstraat 90 Heidevenstraat 158 Heiweg 53a Heiweg 53 Heiweg 163a Heiweg 171 Heiweg 171 Heiweg 235a Kniptorstraat 34 Maxwellstraat 7 Oostkanaaldijk 2 Pieter Zeemanstraat 1a Pieter Zeemanstraat 1b Van Peltlaan 210 Van Peltlaan 311 Zypendaalstraat 64
offsetdrukkerij telefooncentrale vervaardiging van karts hoveniersbedrijf aannemersbedrijf aannemersbedrijf smederij hoveniersbedrijf, detaillist schildersbedrijf autopoetser groothandel/overslag granen garagebedrijf tandtechnisch laboratorium schildersbedrijf tandtechnisch laboratorium drukkerij
2 1 2 2 3 3 3 1 3 1 3 2 2 3 2 2
Bedrijven aan 50 km/uur wegen
Overig
Horeca Onder horeca wordt verstaan een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast. Een broodjeszaak hoeft dus niet zondermeer horeca te zijn, maar kan ook detailhandel of detailhandel met ondersteunende horeca zijn. Als niet aan de definitie van detailhandel wordt 13
voldaan en/of aan de voorwaarden van ondersteunende horeca, is te allen tijde sprake van horeca.
In het bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van horecabedrijven gekoppeld aan de "Staat van horeca-activiteiten model Nijmegen". Dit is een lijst met horecabedrijven in Nijmegen, die al naar gelang de te verwachten hinder zijn ingedeeld in categorieën. Het betreft een algemene lijst, gebaseerd op de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering", aangevuld met de volgende ruimtelijk relevante criteria: de over het algemeen gebruikelijke openingstijden en de verkeersaantrekkende werking. De "Staat van horeca-activiteiten model Nijmegen" is met toelichting opgenomen in de bijlage bij de voorschriften.
Wat betreft de toelaatbaarheid van horeca is onderscheid gemaakt in: horeca in de winkelcentra, langs 50 km/uur wegen en overige verspreid in de wijk voorkomende horeca. In de winkelcentra en langs de 50 km/uur wegen is horeca in categorie 1 en 2a van de "Staat van horeca-activiteiten" algemeen toelaatbaar. In de wijken is alleen categorie 1 algemeen toelaatbaar.
Horeca in de winkelcentra In Hatertse Hei en Grootstal ligt aan de St. Jacobslaan/Einsteinstraat een buurtwinkelcentrum. In Hatert is een buurt- en wijkwinkelcentrum (winkelcentrum Hatert) aan de Hatertseweg/Couwenbergstraat (weerszijden) gevestigd. Het miniwinkelcentrum aan 't Binnenhof en de winkelconcentratie aan de Zypendaalstraat worden in dit bestemmingsplan niet aangeduid als winkelcentra. Het beleid is er in Hatert op gericht één versterkt wijkwinkelcentrum (aan de Hatertseweg/Couwenbergstraat) over te houden. De algemeen toelaatbare categorie voor horeca in de winkelcentra aan de St. Jacobslaan/Einsteinstraat en Hatertseweg/Couwenbergstraat wordt aangegeven als categorie 1, 2a. Dit betekent dat horecabedrijven in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten zijn toegestaan. Horecabedrijven in de winkelcentra zijn niet plaatsgebonden, maar het aantal horecabedrijven is wel gemaximeerd tot het huidige aantal. In het winkelcentrum aan de St. Jacobslaan/Einsteinstraat is nu één horecabedrijf (St. Jacobslaan 432) gevestigd. In het winkelcentrum Hatertseweg/Couwenbergstraat zijn in de zuidelijk gelegen winkelstrip 4 horecabedrijven gevestigd (Couwenbergstraat 119, 127, 129 en 133). Er wordt geen uitbreiding van het aantal horecabedrijven toegestaan. Het is wel mogelijk dat een horecabedrijf zich binnen het winkelcentrum verplaatst dan wel dat een horecabedrijf stopt en hiervoor een nieuw horecabedrijf voor in de plaats komt.
Horeca aan 50 km/uur wegen Alleen langs de Hatertseweg zijn een drietal horecabedrijven gevestigd (Hatertseweg 417, 550 en 755). De algemeen toelaatbare categorie op bestaande horecalocaties aan 50 km/uur wegen (drukke woonwijk/gemengd gebied) wordt aangegeven als categorie 1, 2a. Dit betekent dat horecabedrijven in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten zijn toegestaan. Horecabedrijven aan 50 km/uur wegen zijn alleen toegestaan op bestaande horecalocaties. De uitbreidingsmogelijkheden van de bestaande horecabedrijven aan 50 km/uur wegen zijn beperkt. Om te voorkomen dat een naast het horecabedrijf gelegen pand bij het horecabedrijf wordt betrokken om zodoende uit te breiden zonder dat het aantal horecavestigingen toeneemt, mogen horecabedrijven uitsluitend binnen het toegekende bouwvlak op het bestaande bouwperceel worden uitgebreid.
14
Overige verspreid in de wijk voorkomende horeca In het plangebied komen naast het miniwinkelcentrum aan 't Binnenhof en de winkelconcentratie aan de Zypendaalstraat verspreid verschillende horecabedrijven voor. De algemeen toelaatbare categorie op bestaande horecalocaties in een rustige woonwijk wordt in principe aangegeven als categorie 1. Dit betekent dat horecabedrijven in categorie 1a en 1b van de Staat van horeca-activiteiten zijn toegestaan. Alleen waar in de bestaande situatie al een categorie 2a horecabedrijf is gevestigd (Heidebloemstraat 7-9 en Libellenstraat 85) wordt ook horeca in categorie 2a toegestaan. Horecabedrijven in een rustige woonwijk zijn alleen toegestaan op bestaande horecalocaties. De uitbreidingsmogelijkheden van horecabedrijven in een rustige woonwijk zijn beperkt. Om te voorkomen dat een naast het horecabedrijf gelegen pand bij het horecabedrijf wordt betrokken om zodoende uit te breiden zonder dat het aantal horecavestigingen toeneemt, mogen horecabedrijven uitsluitend binnen het toegekende bouwvlak op het bestaande bouwperceel worden uitgebreid.
Het horecabeleid staat positief tegenover nieuwvestiging van horeca in de wijken voorzover deze horeca op de wijk is gericht. Nieuwvestiging van horeca wordt in dit bestemmingsplan echter niet op voorhand mogelijk gemaakt. Nieuwe locaties kunnen eventueel middels een postzegelplan ex artikel 10 WRO en/of vrijstelling ex artikel 19 WRO worden gehonoreerd, mits passend in het horeca- en het parkeerbeleid.
Inventarisatielijst horeca en detailhandel winkelcentra Adres wijkcentrum Hatert (ten zuiden Couwenbergstraat)
(ten noorden Couwenbergstraat)
branche
functie
Couwenbergstraat 117 winkel
detailhandel
Couwenbergstraat 119 Couwenbergstraat 125 Couwenbergstraat 127 Couwenbergstraat 129 Couwenbergstraat 133 Couwenbergstraat 137 Couwenbergstraat 143 Couwenbergstraat 138
cafetaria afhaalcentrum cafetaria lunchroom café café slijterij bakkerij
horeca detailhandel horeca horeca horeca horeca detailhandel detailhandel
Couwenbergstraat 138 Couwenbergstraat 140 Couwenbergstraat 150a Hatertseweg 815 Hatertseweg 819 Hatertseweg 821 Hatertseweg 823 Hatertseweg 825 Hatertseweg 827 Hatertseweg 827-A Haterseweg 829 Hatertseweg 831 Hatertseweg 835
winkel in verf, behang drogisterij bloemenkiosk
detailhandel detailhandel detailhandel
schoenenwinkel detailhandel in kledingstoffen dierenspeciaalzaak drogisterij opticien supermarkt kledingwinkel boekhandel/postagentschap bloemenwinkel supermarkt
detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel
Einsteinstraat 155 St. Jacobslaan 432
vijvers en fonteinen cafetaria/pizzeria
detailhandel horeca
St. Jacobslaan/ Einsteinstraat
15
St. Jacobslaan 434-436 St. Jacobslaan 438-440 St. Jacobslaan 442 St. Jacobslaan 500 St. Jacobslaan 500a
drogisterij/postagentschap
detailhandel
drogisterij
detailhandel
winkel in verf, behang supermarkt viskiosk
detailhandel detailhandel detailhandel
Inventarisatielijst horeca en detailhandel langs 50 km/uur wegen Hatertseweg
Hatertseweg 417 Hatertseweg 486 Hatertseweg 532 Hatertseweg 550 Hatertseweg 588 Hatertseweg 618 Hatertseweg 624 Hatertseweg 755 Hatertseweg 801
café fietswinkel naai- en breimachines cafetaria bakkerij detailhandel in meubelen markthandel café kadoshop
horeca detailhandel detailhandel horeca detailhandel detailhandel detailhandel horeca detailhandel
St. Jacobslaan
St. Jacobslaan 196 St. Jacobslaan 202 St. Jacobslaan 277 St. Jacobslaan 279 St. Jacobslaan 285 St. Jacobslaan 402 Inventarisatielijst horeca en detailhandel overig
leger des heils kledingwinkel bakkerij computerwinkel rookartikelen bakkerij
detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel detailhandel
't Binnenhof
Binnenhof 5-7 Binnenhof 10-12 Binnenhof 11 Binnenhof 13 Citroenvlinderstraat Citroenvlinderstraat 25 Heidebloemstraat Heidebloemstraat 7-9 Heidebloemstraat 51 Heidebloemstraat 53 Heidebloemstraat 57
restaurant supermarkt cafetaria winkel detailhandel in visartikelen café modelbouw detailhandel in sportartikelen viswinkel
horeca detailhandel horeca detailhandel detailhandel horeca detailhandel detailhandel detailhandel
Heidevenstraat
Heidevenstraat 217-219 Heidevenstraat 229
slager
detailhandel
cafetaria
horeca
Van Hogendorpstraat
Van Hogendorpstraat 130
cafetaria
horeca
Libellenstraat
Libellenstraat 85
café
horeca
Newtonstraat
Newtonstraat 54 Newtonstraat 84
cafetaria kledingwinkel
horeca detailhandel
Oude Molenweg
verfwinkel
detailhandel
(hoek St. Jacobsln) (hoek St. Jacobsln)
Oude Molenweg 137-139 Oude Molenweg 145 Oude Molenweg 147 Oude Molenweg 148
tweehands kleding cafetaria restaurant
detailhandel horeca horeca
Van Peltlaan
Van Peltlaan 144
speciaalzaak
detailhandel
16
Zypendaalstraat
Van Peltlaan 148 Van Peltlaan 188 Van Peltlaan 197
bloemenwinkel wooninrichting cafetaria
detailhandel detailhandel horeca
Zypendaalstraat 58 Zypendaalstraat 60 Zypendaalstraat 66 Zypendaalstraat 142
cafetaria groenteboer bakkerij detailhandel in meubels
horeca detailhandel detailhandel detailhandel
Detailhandel
Wat betreft de toelaatbaarheid en uitbreidingsmogelijkheden van detailhandel wordt onderscheid gemaakt in: detailhandel in winkelcentra en overige detailhandel.
Detailhandel in winkelcentra In de winkelcentra aan de Hatertseweg/Couwenbergstraat en St. Jacobslaan/Einsteinstraat is detailhandel overal toegestaan. Het aantal supermarkten per winkelcentrum is wel gemaximeerd vanwege de grootschaligheid van deze vorm van detailhandel. Een uitbreiding van het aantal supermarkten is niet toegestaan. Conform de bestaande situatie is het aantal supermarkten in winkelcentrum Hatert gemaximeerd tot 2 en in de winkelcentra aan St. Jacobslaan/Einsteinstraat maximaal 1.
Overige detailhandel Detailhandel buiten de winkelcentra is alleen toegestaan op bestaande detailhandelslocaties. De uitbreidingsmogelijkheden van detailhandelsbedrijven buiten de winkelcentra zijn beperkt. Om te voorkomen dat een naast de winkel gelegen pand bij de winkel wordt betrokken om zodoende uit te breiden zonder dat het aantal winkels toeneemt, mogen winkels uitsluitend binnen het toegekende bouwvlak op het bestaande bouwperceel worden uitgebreid.
Kantoren, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen
Op locaties waar reeds één of meer van bovenstaande functies aanwezig is/zijn (niet zijnde aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten) of waar een functie met een zwaardere belasting op de omgeving aanwezig is (bijvoorbeeld detailhandel), ligt het in de rede om deze functies onderling uitwisselbaar te maken, temeer omdat het onderscheid tussen deze functies vrij klein is. Zo kan gesteld worden dat een huisartsenpraktijk een maatschappelijke voorziening is, maar tevens een vorm van dienstverlening is. Ook staan de meeste kantoren niet op zichzelf, maar verlenen ze ook diensten. Daar waar grote zelfstandige maatschappelijke voorzieningen zijn gevestigd, zoals kerken en scholen, zijn kantoren of dienstverlening niet toegestaan.
Economische en maatschappelijke functies in combinatie met wonen
In het plangebied komen diverse economische en maatschappelijke functies in combinatie met wonen voor. Op locaties waar reeds een (voormalig) woonpand aan de straatzijde aanwezig is, ligt het in de rede ook de woonfunctie toe te staan. Immers alleen economische en/of maatschappelijke functies toestaan heeft als consequentie dat ter plaatse hooguit bedrijfswoningen zijn toegestaan. Een omschakeling naar een woning of een woning op de verdieping, waarbij de woning en de economische en/of maatschappelijke functie verder geen
17
relatie met elkaar hebben, is dan niet toegestaan. In diverse situaties is dit echter wel aanvaardbaar of zelfs wenselijk gezien de ligging tussen andere woningen. Daarnaast zijn verschillende economische functies bij een woning ook mogelijk voorzover deze vallen onder de regeling "aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten".
4.3.
Juridische vormgeving
Het merendeel van de economische functies is voorzien van de bestemming Gemengde doeleinden of de bestemming Centrumdoeleinden. Met deze bestemmingen worden meerdere functies per locatie mogelijk gemaakt, waardoor de functies onderling uitwisselbaar zijn. Dit betekent dat het aantal economische functies niet kan toenemen, maar dat er wel verschuivingen kunnen optreden in de verhoudingen tussen de verschillende economische functies. Op deze manier wordt leegstand voorkomen, kan eenvoudig worden ingespeeld op marktontwikkelingen en wordt daarmee de buurteconomie gestimuleerd. Overigens zijn buiten de winkelcentra alleen bestaande detailhandels- en horecabedrijven toegestaan, ter voorkoming van een verschuiving en/of verruiming van de winkelcentra. Het gebruik van de combinatiebestemmingen heeft als consequentie dat de enkelvoudige bestemmingen veel minder voorkomen dan voorheen gebruikelijk. De bestemmingen Kantoren, Detailhandelsdoeleinden, Dienstverlening en Horecadoeleinden komen in dit bestemmingsplan zelfs helemaal niet voor. In het bestemmingsplan zijn de economische en maatschappelijke functies ondergebracht binnen één van de volgende bestemmingen: I. II. III. IV.
Bedrijfsdoeleinden; Maatschappelijke doeleinden; Gemengde doeleinden; Centrumdoeleinden.
Bedrijfsdoeleinden
De bestemming Bedrijfsdoeleinden is alleen opgenomen voor enkele hele specifieke bedrijfslocaties, zoals benzinestations en het veevoederbedrijf Fleuren. Binnen de bestemming bedrijfsdoeleinden zijn alleen bestaande bedrijfswoningen toegestaan. Op de bedrijfsterreinen aan de Heiweg/Citroenvlinderstraat/Heidebloemstraat en Marie Curiestraat/Hatertseweg/Kamerlingh Onnesstraat/Nieuwe Mollenhutseweg is sprake van een mengeling van economische functies. Hiervoor is de bestemming Gemengde Doeleinden opgenomen. De overige kleinschalige bedrijven zijn voorzien van de bestemming Gemengde doeleinden of de bestemming Centrumdoeleinden, omdat daar ook andere functies aanwezig of aanvaardbaar zijn. Het betreft bedrijven aan 50 km/uur wegen en de overige verspreid in de wijk voorkomende bedrijven.
Maatschappelijke doeleinden
De bestemming Maatschappelijke doeleinden is opgenomen voor maatschappelijke voorzieningen van enige omvang, zoals scholen en kinderdagverblijven, gebouwde sportvoorzieningen, sociale en medische voorzieningen. Binnen de bestemming Maatschappelijke doeleinden zijn alleen bestaande bedrijfswoningen toegestaan. De overige maatschappelijke voorzieningen zijn opgenomen binnen de bestemming Gemengde doeleinden of Centrumdoeleinden. Reden waarom de in het plangebied voorkomende scholen zijn voorzien van de bestemming Maatschappelijke doeleinden in plaats van de bestemming Gemengde doeleinden is dat de betreffende locaties te omvangrijk zijn om op voorhand ter plaatse andere functies toe te staan.
18
Gemengde doeleinden
De bestemming Gemengde doeleinden is opgenomen voor al die locaties waar meerdere functies zijn toegestaan, met uitzondering van de winkelcentra waarvoor de bestemming Centrumdoeleinden is opgenomen.
Binnen de bestemming Gemengde Doeleinden zijn verschillende combinaties van economische functies mogelijk gemaakt, al dan niet in combinatie met wonen. Deze combinaties zijn als volgt tot stand gekomen: de huidige economische en maatschappelijke functies zijn geïnventariseerd; op aaneengesloten percelen zijn deze functies gecombineerd; vervolgens zijn aan deze functies andere economische en maatschappelijke functies toegevoegd, die vergelijkbaar of minder belastend zijn voor de directe omgeving. Een en ander heeft geleid tot de volgende combinaties:
GD-1: Wonen, Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen Deze bestemming is toegekend aan locaties met kantoren, dienstverlening en/of kleinschalige maatschappelijke voorzieningen, waarbij tevens een (voormalig) woonpand aanwezig is.
GD-2: Wonen, Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen, Bedrijven Deze bestemming is toegekend aan locaties met kleinschalige bedrijven, waarbij tevens een (voormalig) woonpand aanwezig is.
GD-3: Wonen, Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen, Detailhandel Deze bestemming is toegekend aan locaties met detailhandel, waarbij tevens een (voormalig) woonpand aanwezig is.
GD-4: Wonen, Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen, Horeca Deze bestemming is toegekend aan locaties met horeca, waarbij tevens een (voormalig) woonpand aanwezig is.
GD-5: Wonen, Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen, Bedrijven, Horeca Deze bestemming is toegekend aan locaties met zowel kleinschalige bedrijven als horeca en waarbij tevens een (voormalig) woonpand aanwezig is.
GD-6: Wonen, Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen, Bedrijven, Detailhandel Deze bestemming is toegekend aan locaties met zowel kleinschalige bedrijven als detailhandel en waarbij tevens een (voormalig) woonpand aanwezig is.
GD-7: Wonen, Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen, Detailhandel, Horeca Deze bestemming is toegekend aan locaties met zowel detailhandel als horeca en waarbij tevens een (voormalig) woonpand aanwezig is.
19
GD-8: Wonen, Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen, Bedrijven, Detailhandel, Horeca Deze bestemming is toegekend aan locaties met kleinschalige bedrijven, detailhandel én horeca en waarbij tevens een (voormalig) woonpand aanwezig is.
GD-9: Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen Deze bestemming is toegekend aan goed ontsloten locaties met kantoren, dienstverlening en/of maatschappelijke voorzieningen, waarbij geen (voormalig) woonpand aanwezig is.
GD-10: Kantoren, Dienstverlening, Maatschappelijke voorzieningen, Bedrijven Deze bestemming is toegekend aan goed ontsloten locaties met kleinschalige bedrijven, waarbij geen (voormalig) woonpand aanwezig is.
Overigens zijn binnen de bestemmingen GD-9 en GD-10 inpandige bedrijfswoningen toegestaan.
Centrumdoeleinden
De bestemming Centrumdoeleinden is vergelijkbaar met de bestemming Gemengde doeleinden in zoverre dat het gaat om locaties waar meerdere functies zijn toegestaan. Echter een belangrijk onderscheid is dat het bij Centrumdoeleinden gaat om winkelcentra en bij Gemengde doeleinden om verspreid voorkomende functies. Een voordeel van de bestemming Centrumdoeleinden is dat de toegestane functies niet locatie gebonden zijn. De bestemming Centrumdoeleinden is toegekend aan de winkelcentra aan de St. Jacobslaan/Einsteinstraat en de Hatertseweg/Couwenbergstraat (weerszijden). Binnen de bestemming Centrumdoeleinden zijn de functies wonen, kantoren, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en horeca toegestaan. Tevens zijn bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen toegestaan. Uitbreiding van het aantal horecavestigingen en het aantal supermarkten is niet toegestaan.
20
5.
Openbare ruimte
5.1.
Algemeen
De openbare ruimte is in het bestemmingsplan onderverdeeld in de volgende bestemmingen: I. Recreatieve doeleinden II. Groenvoorzieningen; III. Natuur; IV. Bos; V. Begraafplaats; VI. Verkeersdoeleinden; VII. Parkeerdoeleinden; VIII. Nutsdoeleinden. Daarnaast zijn de dubbelbestemmingen Leiding-Gas en Leiding-Riool opgenomen.
5.2.
Juridische vormgeving
Recreatieve doeleinden
De bestemming Recreatieve doeleinden is opgenomen voor de in het plangebied gelegen volkstuinen, kynologenverenigingen en de scouting. Voor de scouting aan de Grootstalselaan is een aanduiding op de plankaart aangegeven dat ter plaatse uitsluitend een scouting is toegestaan. Andere vormen van recreatie wordt ter plaatse gezien de ligging in de ecologische hoofdstructuur niet wenselijk geacht.
Groenvoorzieningen
De in het plangebied voorkomende grotere groenvoorzieningen (niet zijnde bermen) zijn voorzien van de bestemming Groenvoorzieningen. Binnen de bestemming Groenvoorzieningen zijn groenvoorzieningen en waterpartijen, alsmede voorzieningen zoals speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, hondenuitlaatplaatsen, verhardingen, in- en uitritten en fiets- en voetpaden toegestaan. In de bestemming Groenvoorzieningen zijn parkeervoorzieningen niet toegestaan. Verder is met een aanduiding op de plankaart een vulpunt voor autogas toegestaan (Elshofweg) toegestaan.
Natuur
De bestemming Natuur is opgenomen voor ter bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) aan de rand van het plangebied (Elshof). Er is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen ter bescherming van de landschaps- en natuurwaarden.
Bos
Deze bestemming is opgenomen wanneer behoud van het bos belangrijk wordt gevonden.
21
Deze bestemming geldt bijvoorbeeld voor het bosperceel aan de Einsteinstraat-Buys Ballotstraat-Heiweg. Er is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen ter bescherming van het bos.
Begraafplaats
In het plangebied komt aan de Angerensteinstraat in Hatert een begraafplaats voor. Deze is voorzien van de bestemming Begraafplaats.
Verkeersdoeleinden
De openbare weg is in het bestemmingsplan opgenomen binnen de bestemming Verkeersdoeleinden. De openbare weg in brede zin wel te verstaan, dus wegen, busbanen, fiets- en voetpaden, bruggen, parkeervoorzieningen, alsmede voor groen- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen en beeldende kunst. Verder is met een aanduiding op de plankaart een kiosk (St. Jacobslaan 500a) toegestaan. Tevens is er is een vrijstellingsmogelijkheid opgenomen voor de bouw van nieuwe kiosken en terrassen. De bestemming Verkeersdoeleinden biedt alle ruimte voor herinrichtingsplannen in het kader van Duurzaam veilig, bijvoorbeeld profielaanpassingen, verkeersremmende maatregelen, parkeervoorzieningen, etc. Hierdoor worden uit het verkeersbeleid voortvloeiende maatregelen niet onnodig vertraagd wegens strijd met het bestemmingsplan. Daarnaast zijn op basis van de aanvullende bepaling "(Bouw)werken ten algemene nutte" tevens straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, transformatorhuisjes e.d. toegestaan. Op grond van de definitiebepaling van straatmeubilair behoren ook de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bewegwijzering, verlichting, afvalinzamelsystemen, informatie- en reclameobjecten, e.d. tot de mogelijkheden. Deze aanvullende bepaling geldt overigens voor alle bestemmingen.
Parkeerdoeleinden
In het plangebied liggen diverse gebouwde parkeervoorzieningen zoals garageboxen. Al deze gebouwde parkeervoorzieningen met bijbehorende ontsluitingen zijn voorzien van de bestemming Parkeerdoeleinden, omdat voor gebouwde parkeervoorzieningen specifieke bouwen gebruiksvoorschriften nodig zijn. Ongebouwde parkeervoorzieningen, zoals parkeerterreinen in de openlucht, zijn opgenomen in de bestemming Verkeersdoeleinden.
Nutsdoeleinden
De bestemming Nutsdoeleinden is opgenomen voor nutsvoorzieningen van enige omvang. De kleine nutsvoorzieningen zijn via de aanvullende bepaling "(bouw)werken ten algemene nutte" in het gehele plangebied zondermeer toegestaan.
Leiding-Gas en Leiding-Riool (dubbelbestemming)
Met de dubbelbestemming Leiding-Gas zijn de hogedruk aardgastransportleidingen langs het Maas-Waalkanaal aangegeven. Rond deze leidingen ligt een zone waarbinnen ten behoeve van de overige geldende bestemmingen niet mag worden gebouwd. De breedte van de zone is
22
afhankelijk van het soort leiding (variërend van 4 tot 14 meter aan weerszijden van de leiding). Er kan wel vrijstelling worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Met de dubbelbestemming Leiding-Riool is de rioolwatertransportleiding van het Waterschap Rivierenland aangegeven. Ook voor deze leiding is op de plankaart een zone aangehouden waarbinnen ten behoeve van de overige geldende bestemming(en) niet mag worden gebouwd. Hiervoor is een zone aangehouden van 2 meter aan weerszijden van de leiding. Er kan wel vrijstelling worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.
23
6.
Water
6.1.
Algemeen
In het kader van de watertoets heeft overleg met het Waterschap Rivierenland plaatsgevonden. Het Waterschap Rivierenland heeft aangegeven dat het "Raamwerk Nijmegen Zuid" voldoende basis biedt voor het bestemmingsplan. Deze waterparagraaf is een verdere uitwerking van het "Raamwerk Nijmegen Zuid".
6.2.
Waterhuishouding
Algemeen Het plangebied maakt deel uit van de bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het gemeentelijk grondgebied ten oosten van het Maas-Waalkanaal en ten zuiden van de Waal. Voor dit gebied is het "Waterplan Nijmegen" relevant. De wijken Hatertse Hei en Grootstal liggen hoger en droger dan de oude dorpskern en de nieuwbouw van Hatert zelf. Zeker het wijkje Steegherpark en het aangrenzende landgoed Winkelsteeg zijn (te) laaggelegen. Zij kunnen invloed ondervinden vanuit het Maas-Waalkanaal. Er vinden kleine waterhuishoudkundige wijzigingen plaats, maar dit is niet van invloed op de aan te wijzen bestemmingen. Uitzondering is de ontwikkelingslocatie bij het verzorgingshuis Nieuw Malderborgh, omdat de daar gelegen overstortvijver van vorm/locatie gaat veranderen. Bepaalde plangebiedsdelen zullen een dubbelbestemming krijgen: Ÿ Ÿ Ÿ
dit geldt bijvoorbeeld voor de grotere wadi's, die deel uitmaken van de bovengrondse regenwaterafvoer; de strook langs het Maas-Waalkanaal krijgt een dubbelbestemming om deze zone te beschermen tegen ingrepen die de stabiliteit van de oever in gevaar brengen. het grondwaterbeschermingsgebied.
Oppervlaktewater Binnen het plangebied is alleen in Hatert oppervlaktewater aanwezig in de vorm van een A-watergang. Deze watergang en de daarop aangesloten retentievijvers in sportpark Winkelsteeg (buiten het plangebied) zijn in beheer en onderhoud bij het Waterschap Rivierenland. Beide systemen hebben een functie in de afvoer van kwel (uit het kanaal) en een teveel aan hemelwater uit het gebied naar de uitlaat op Heumens grondgebied. Het overige water behoort tot het rioleringsysteem (overstortvijver en overstortveld) , tot het regenwaterafvoersysteem (wadi Grootstal) of is te klein voor vermelding op de kaart (poelen in zone langs kanaal achter de flats Middachtenstraat). Grondwater De oude stad Nijmegen ligt op de overgang van de stuwwal van Nijmegen naar het lager gelegen poldergebied. Boven op de stuwwal ligt de grondwaterstand tot 50 meter onder het oppervlak. Regenwater dat in dit gebied op onverhard oppervlak valt, zakt na verloop van tijd weg in de ondergrond. Het zand van de stuwwal 'filtert' het water, waardoor in diepere lagen schoon grondwater voorkomt voor de drinkwatervoorziening (Heumensoord). Alleen op 24
plaatsen met ondoordringbare kleilagen stroomt het horizontaal weg en treedt als beek naar buiten (noordzijde). Aan de Nijmeegse zijde komt op de stuwwalhelling geen oppervlaktewater voor.
De gebieden net ten oosten van het Maas-Waalkanaal liggen op de overgang van hoog naar laag (voormalige natte broekgronden). De bodemsamenstelling gaat dus over van zandig naar kleiig en de grondwaterstanden komen steeds dichter bij het maaiveld. Het Hatertse deel van dit plangebied kent dan ook sterk wisselende grondwaterstanden. Kleilenzen in de bodem belemmeren plaatselijk het wegzakken van regenwater. Hierdoor kan water in de tuinen blijven staan. Er was meer oppervlaktewater aanwezig dan in de hogere delen en dit oppervlaktewater werd deels op natuurlijke wijze gevoed door grondwater. Dit kwam zowel uit de stuwwal, als vanuit de Waal en de Maas. In de huidige tijd is echter sprake van verdroging en komt alleen kunstmatig oppervlaktewater voor dat gevoed wordt voornamelijk door regenwater en kwel uit het kanaal. Dit laatste geeft zelfs kans op grondwateroverlast in het gebied bij de Vossendijk. Bij nieuwbouw in deze hoek moet hiermee rekening worden gehouden. Het plangebied bevindt zich voor een deel in het grondwaterbeschermingsgebied Heumensoord (25-jaarszone). Het gaat dan om de wijken Hatertse Hei en Grootstal. De St. Annastraat is de theoretische grens van het waterwingebied (1-jaarszone), maar in werkelijkheid ligt de grens in het plangebied. Hiermee moet rekening worden gehouden bij woningbouw, inrichting/beheer openbare ruimte en regenwaterafvoer (afkoppelen). Riolering/afkoppeling Voor het hele plangebied geldt, in het kader van het bevorderen van het duurzaam omgaan met water, het gemeentelijk beleid om schoon hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. Schoon hemelwater kan in de bodem worden geïnfiltreerd of na zuivering (bodempassage) worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Bij infiltratie van hemelwater dient waar mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen (conform convenant Duurzaam bouwen Gelderland '99). De riolering in een groot deel van het plangebied is uitgevoerd als een gemengd stelsel. Dit betekent dat afvalwater en het grootste deel van het hemelwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Langs de Grootstalselaan en de Hatertseweg liggen een overstortvijver, respectievelijk een overstortveld, die bij zware neerslagsituaties tijdelijk overtollig rioolwater kunnen bufferen. Daarnaast komt op de bedrijventerreinen een gescheiden en een verbeterd gescheiden stelsel voor. Wanneer het noordelijk deel van het bedrijventerrein Winkelsteeg is omgebouwd, komt alleen nog een verbeterd gescheiden stelsel voor. Het regenwater wordt apart afgevoerd naar de A-watergang langs het Maas-Waalkanaal en de retentievijvers in sportpark Winkelsteeg. In het plangebied zijn ook straten (en bijbehorend verhard oppervlak van daken) afgekoppeld. Meestal is voor de tijdelijke opvang van hemelwater op openbaar terrein een infiltratieriool aanwezig. In een aantal straten zijn wadi's aangelegd (Malderburchtstraat, Albardastraat). Alleen de nieuwbouwprojecten van de laatste tien jaar kunnen een gedeeltelijk gescheiden rioolstelsel met aparte hemelwaterafvoer hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor de nieuwbouw op de hoek van de Hatertseweg en de Grootstalselaan, waar regenwater wordt afgevoerd naar de ecologische groenstrook. Het middendeel functioneert als wadi. Ook de nieuwbouw in het Jonkerbos (woningen, ziekenhuis en Sanadome) is deels niet aangekoppeld met afvoer naar overstort Tarweweg (buiten het plangebied). De wijk Hatert is losgekoppeld van het grote rioleringssysteem en dat betekent dat het zelfstandig voor berging van rioolwater moet zorgen, ook ten tijde van regenbuien. Dit gebeurt boven- en ondergronds. De overstortvijver aan de
25
Opaalstraat is al gedempt. In de toekomst zal grootschalig verhard oppervlak worden afgekoppeld van het rioolsysteem. In diverse straten is dit reeds gebeurd. De overstortingen, die nu nog regelmatig plaatsvinden op de watergang langs het Maas-Waalkanaal zullen in de toekomst moeten verminderen. Hiervoor heeft de gemeente een convenant afgesloten met het Waterschap Rivierenland.
6.3.
Juridische vormgeving
Ten behoeve van water zijn verschillende bestemmingen opgenomen: I. II. III. IV.
Waterstaatsdoeleinden (dubbelbestemming) Grondwaterbeschermingsgebied (dubbelbestemming) Waterinfiltratie (dubbelbestemming) Watergang (dubbelbestemming)
Waterstaatsdoeleinden (dubbelbestemming)
De bestemming Waterstaatsdoeleinden is opgenomen voor de zone langs het Maas-Waalkanaal. Binnen een zone van 30 meter vanuit de oever van het kanaal mag ten behoeve van de overige geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Er is wel een vrijstellingsmogelijkheid opgenomen. Tevens is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.
Grondwaterbeschermingsgebied (dubbelbestemming)
Het grondwaterbeschermingsgebied Heumensoord behoeft bescherming, hoewel de mogelijkheden daartoe in bestaand dichtbebouwd stedelijk gebied beperkt zijn. In het bestemmingsplan is een dubbelbestemming Grondwaterbeschermingsgebied opgenomen. Deze dubbelbestemming doet geen afbreuk aan de in de andere geldende bestemmingen geboden bouwmogelijkheden, maar voorziet wel in een aanlegvergunningenstelsel. Het voert te ver om in bestaand dichtbebouwd stedelijk gebied elk bouwplan te verbinden aan een vrijstelling vanwege de extra kosten voor de aanvrager, de extra tijd die met de vrijstellingsprocedure is gemoeid en niet in de laatste plaats vanwege de rechtsonzekerheid die dit voor betrokken bewoners en ondernemers met zich meebrengt omtrent de vraag of een bouwvergunning kan worden verkregen voor een bepaald initiatief (uitspraak ABR 13/10/2004, 200402189/1). Bovendien hebben de betreffende bewoners en ondernemers op grond van het voorgaande bestemmingsplan reeds bouwrechten en een beperking daarvan zou kunnen leiden tot planschade. Met voornoemde bouwplannen wordt gedoeld op verbouwing en beperkte uitbreiding van bestaande bebouwing alsmede de bouw van bijbehorende ondergeschikte bebouwing.
Waterinfiltratie (dubbelbestemming)
De dubbelbestemming Waterinfiltratie biedt bescherming aan bestaande voorzieningen voor waterzuivering en infiltratie in het plangebied. Voor deze gebieden mag ten behoeve van de overige geldende bestemming(en) niet worden gebouwd. Van deze bepaling kan wel vrijstelling worden verleend. Tevens is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. De aanleg van nieuwe waterinfiltratievoorzieningen wordt mogelijk gemaakt middels de aanvullende bepaling "(Bouw)werken ten algemene nutte". Deze aanvullende bepaling is van toepassing op het gehele plangebied.
26
Watergang (dubbelbestemming)
De dubbelbestemming Watergang is opgenomen voor de A-watergang van het Waterschap langs het Maas-Waalkanaal. Voor deze gebieden mag ten behoeve van de overige geldende bestemming(en) niet worden gebouwd. Van deze bepaling kan wel vrijstelling worden verleend. Tevens is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.
27
7.
Milieu
7.1.
Algemeen
In het "Raamwerk Njjmegen-Zuid" is in hoofdstuk 5 ingegaan op de diverse milieuaspecten. Deze paragrafen zijn geactualiseerd. Dit hoofdstuk vervangt het hoofdstuk milieu uit het raamwerk.
7.2.
Bedrijvigheid
In paragraaf 4.2 van deze toelichting is nader ingegaan op de aanwezigheid van bedrijven in het plangebied, de verschillende milieucategorieën en de wijze van bestemmen. Hier wordt dan ook volstaan met een verwijzing naar deze paragraaf.
7.3.
Geluid
Inleiding In een bestemmingsplan worden de functies in een gebied (op)nieuw vastgelegd. Bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen zoals wonen en onderwijs moet worden onderzocht of de geluidsbelasting niet te hoog is. De Wet geluidhinder stelt eisen aan de geluidsbelasting veroorzaakt door verkeerswegen, spoorlijnen en gezoneerde industrieterreinen. De Wet milieubeheer regelt de geluidsbelasting van individuele bedrijven. Aanvullend hierop wordt het Nijmeegs Geluidsbeleid gehanteerd dat een aanvulling en uitwerking is van de eerdergenoemde wetten. In deze paragraaf gaan we in op de geluidsbronnen die vallen onder de werking van de Wet geluidhinder. Wet geluidhinder De Wet geluidhinder heeft tot doel geluidshinder veroorzaakt door wegverkeer, railverkeer en gezoneerde industrieterreinen te beperken. Daarom zijn er in de wet grenswaarden opgenomen die bij voorkeur niet mogen worden overschreden. Bij geluidsbelastingen tot deze voorkeursgrenswaarden is er over het algemeen geen sprake van een prettig akoestisch klimaat. Om uiteenlopende redenen kan het toch wenselijk zijn om een hogere geluidsbelasting toe te staan. De Wet geluidhinder geeft deze mogelijkheid, maar kent ook maximale waarden die niet mogen worden overschreden. Hogere geluidsbelastingen mogen pas worden toegestaan als hiervoor een aparte procedure is doorlopen. De voorkeursgrenswaarden gelden alleen binnen vastgestelde zones langs de verkeers- en spoorwegen en de zones rond industrieterreinen. Deze zones zijn aandachtsgebieden waarbinnen aandacht moet worden besteed aan de geluidsbelasting op geluidsgevoelige bestemmingen. Nieuwe Wet geluidhinder De Wet geluidhinder is per 1 januari 2007 gewijzigd. De meest in het oog springende wijziging
28
is de invoering van een nieuwe geluidsmaat voor wegverkeers- en spoorweglawaai. Onder invloed van Europese regelgeving is deze veranderd in Lden en wordt uitgedrukt in dB. Deze nieuwe geluidsmaat geeft bij een gelijkblijvende geluidsbron gemiddeld 2 dB lagere geluidsbelastingen daarom zijn alle geluidsnormen met 2 dB verlaagd. De norm is daarmee niet strenger geworden. In de onderstaande tabel staan de huidige en de nieuwe grenswaarden.
Geluidsbron Wegverkeerslawaai Railverkeerslawaai Industrielawaai
Voorkeursgrenswaarden Huidig (Laeq) 50 dB (A) 57 dB (A) 50 dB (A)
per 1-1-2007 (Lden) 48 dB 55 dB blijft 50 dB (A) (Laeq)
Een andere belangrijke wijziging is de procedure hogere waarde. Deze procedure moet in het vervolg gelijk oplopen met de ruimtelijke procedures. Het conceptbesluit hogere waarde moet tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan 6 weken ter inzage worden gelegd. Het college van B&W neemt vervolgens een definitief besluit. In geval van een artikel 19 WRO procedure geldt een inzagetermijn van 2 weken. Bestemmingsplan Nijmegen Zuid In en rond het plangebied liggen gezoneerde wegen en een gezoneerd bedrijf (buiten het plangebied) die het gebied belasten, te weten: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
Hatertseweg; Weg door Jonkerbos; Grootstalselaan; Malderburchtstraat; Nieuwe Mollenhutseweg; Edisonstraat; St. Jacobslaan; Slotemaker de Bruïneweg; St. Annastraat Burgemeester Daleslaan; en betonwarenfabriek De Hamer.
Aan de hand van het verkeersmodel 2020, waarin ook de 2e Stadsbrug en de ontwikkeling van het Waalfront is meegenomen, is ligging van de 48 dB contour op een hoogte van 5 meter boven maaiveld bepaald. De ligging van deze geluidscontour is op onderstaand kaartje weergegeven. Betonwarenfabriek De Hamer ligt buiten het plangebied op een gezoneerd industrieterrein waarvan de buitengrens van 50 dB(A) vastligt. De 50 dB(A) contour is, voorzover gelegen binnen het plangebied, opgenomen op de plankaart. Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen zijn alleen toegestaan buiten de 48 dB en de 50 dB(A) contouren voor respectievelijk wegverkeers- en industrielawaai. Binnen deze contouren zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan als uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting niet hoger is dan de voorkeurswaarde(n).
kaart: 48 dB geluidscontour
29
7.4.
Bodem
Het beleid ten aanzien van bodem in bestemmingplannen wordt bepaald door de Wet Ruimtelijke Ordening en de Wet bodembescherming. Bij de voorbereiding van een ontwerp voor een bestemmingsplan dient onderzoek plaats te vinden naar de uitvoerbaarheid van het plan. Dit betekent, dat het plan vanaf het begin, hoe globaal ook opgezet, in zijn totaliteit uitvoerbaar moet zijn. Het begrip financiële uitvoerbaarheid kan worden omschreven als een (rekenkundige) opzet van kosten en baten van een plan. Het gaat hierbij om grondproductiekosten die onvermijdbaar, meetbaar en voorzienbaar zijn voor het leveren van bouwrijpe grond. Het verontreinigd zijn van de bodem is een omstandigheid die invloed kan hebben op de uitvoerbaarheid. Bij gevallen van ernstige bodemverontreiniging moet voldoende inzicht worden gegeven in de financiële realiseerbaarheid van het plan middels een opgesteld saneringsplan.
Onderstaand zijn de belangrijkste formeel-juridische uitgangspunten voor bodemonderzoek aangegeven alsmede de beleidsmatige nuanceringen op die uitgangspunten: Ÿ Ÿ
Ÿ Ÿ
Ÿ
Ÿ
Ÿ Ÿ
iedere ontwikkelingslocatie in het bestemmingsplan dient in principe vergezeld te gaan van een bodemonderzoek; indien burgemeester en wethouders echter kenbaar hebben gemaakt dat zij met gebruikmaking van de hun daartoe in de bouwverordening gegeven bevoegdheid vrijstelling zullen verlenen van de verplichting bodemonderzoek te verrichten in het kader van de bouwvergunningverlening of dat in het kader van de bouwvergunning geen onderzoek noodzakelijk is, dan hoeft het betreffende plandeel niet vergezeld te gaan van een bodemonderzoek; dit laatste is ook het geval in het hoogst uitzonderlijke geval dat een plandeel enkel en alleen betrekking heeft op een licht-vergunningplichtig bouwwerk; bij verbouwing van panden kan onderzoek achterwege blijven als het "casco" inclusief de vloeren intact wordt gehouden en geen grond wordt vergraven. Tevens dient er geen sprake te zijn van functieverandering van het erf; het bodemonderzoek dient te worden uitgevoerd conform de bij iedere gemeente bekende norm NEN-5740. Daar kan in twee gevallen van worden afgeweken: a. indien het te onderzoeken terrein groter is dan 10 hectare én de locatie is op grond van historisch onderzoek als onverdacht aan te merken, dan mag de boorintensiteit en het aantal analyses worden gehalveerd; b. op het betreffende terrein is reeds onderzoek verricht dat nog geldig is; de vraag of aanvullend onderzoek noodzakelijk is, is afhankelijk van de conclusies uit het historisch en veldonderzoek in relatie tot de beoogde functie. Maakt de beoogde functie verder onderzoek noodzakelijk, dan dient dat verdere onderzoek te zijn afgerond voor de vaststelling van het bestemmingsplan; de geldigheid van een bodemonderzoek bedraagt maximaal 5 jaar; het is niet toegestaan om in (mogelijke) gevallen van bodemverontreiniging grondverzet te plegen.
Voor de onderstaande bouwaanvragen is geen bodemonderzoek noodzakelijk: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
bouwwerken waarin mensen minder dan 2 uur/dag structureel verblijven; bouwwerken geen gebouw zijnde, bijvoorbeeld grond-, weg-, waterbouwwerken en bouwwerken voor de waterhuishouding of -zuivering; bouwwerken die de grond niet raken, en waarbij het bestaande, niet wederrechtelijke gebruik wordt gehandhaafd bijvoorbeeld dakkapel, interne verbouwing; de bouw van een kelder; tevens is in het bodeminformatiesysteem geen aanwijzing gevonden voor een 'redelijk vermoeden' van een ernstige bodemverontreiniging.
30
Voor de onderstaande bouwwerken kan vrijstelling van het uitvoeren van een bodemonderzoek worden verleend: Ÿ Ÿ Ÿ
het te bouwen pand/aanbouw is kleiner dan 50 m2; tijdelijke gebouwen (ongeacht grootte) echter niet langer dan 5 jaar; tevens is in het bodeminformatiesysteem geen aanwijzing gevonden dat hier verdachte bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden.
Voor iedere locatie binnen het plangebied waar veranderingen in functie of bouw plaats gaan vinden moet worden nagegaan of een bodemonderzoek nodig is. Wanneer er onderzoek nodig is en er geen recent onderzoek voorhanden is, dient onderzoek door de initiatiefnemer uitgevoerd te worden. Het onderzoek wordt door het bureau bodem beoordeeld. Hieruit blijkt of de bodemkwaliteit voldoende is voor de gewenste ontwikkelingen of dat er een bodemsanering nodig is. Wanneer bodemsanering nodig is, dient de initiatiefnemer een saneringsplan in te dienen, waarin ook de kosten van de sanering worden geraamd. De saneringskosten worden meegenomen in de exploitatie-opzet.
7.5.
Luchtkwaliteit
Inleiding
Diverse bronnen veroorzaken luchtverontreiniging. Ten aanzien hiervan zijn in het op 19 juli 2001 van kracht geworden Besluit Luchtkwaliteit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) nadere uitwerkingen van de luchtkwaliteitsgrenswaarden opgenomen. Het betreft hier de grenswaarden voor: Stikstofdioxide (NO2); Fijn stof (PM10); Benzeen (C6H6); Zwaveldioxide (SO2); Koolmonoxide (CO) en Benzo(a)pyreen (BaP). In Nederland worden in het algemeen alleen voor NO2 en PM10 mogelijk overschrijdingen verwacht. De grenswaarden betreffen bestuurlijke normen, ook beneden de grenswaarden zijn in studies gezondheidseffecten waargenomen. Het Besluit Luchtkwaliteit laat gemeenten vrij om beneden de grenswaarden andere normen te hanteren, bijvoorbeeld ten aanzien van bepaalde gebieden of bestemmingen (bijvoorbeeld scholen etc.). Een dergelijk beleid is in Nijmegen (nog) niet voorhanden. Op 6 januari 2004 is het "Uitvoeringsprogramma Verbetering Luchtkwaliteit Nijmegen 2004-2007" door het college vastgesteld. In dit uitvoeringsprogramma wordt vooralsnog geen strenger beleid vastgesteld voor extra gevoelige bestemmingen dan al in de normering van het Besluit Luchtkwaliteit is vastgelegd. Wel wordt samen met de provincie Gelderland de noodzaak van een dergelijk beleid beoordeeld en zo nodig alsnog vastgesteld.
Op 5 augustus 2005 is een herzien besluit van kracht geworden ("Besluit Luchtkwaliteit 2005"). In dit Besluit Luchtkwaliteit 2005 zijn de grenswaarden getalsmatig niet aangepast. Wel kent het besluit van 2005 een aantal belangrijke aanpassingen, te weten: Ÿ Ÿ Ÿ
zeezoutcorrectie; mogelijkheid tot salderen; het buitenwerking stellen van het stand-still beginsel van de Wet milieubeheer.
Aanleiding voor het nieuwe Besluit Luchtkwaliteit waren de vele recente uitspraken van de Raad van State waarbij diverse besluiten werden en nog steeds worden vernietigd wegens ontoereikende onderbouwing. De grote maatschappelijke en economische gevolgen van deze ontwikkelingen maakte het noodzakelijk het Besluit Luchtkwaliteit van 2001 aan te passen. Ook in het nieuwe besluit blijft toetsing aan de grenswaarden uitgangspunt. Het besluit geeft echter ruimte voor een aftrek van fijn stof afkomstig van natuurlijke bronnen, te weten zeezoutcorrectie. Dit is nader uitgewerkt in de "Meetregeling luchtkwaliteit 2005".
31
Daarnaast biedt het besluit ruimte voor plannen die de heersende concentratie niet of slechts in beperkte mate verslechteren. Als plannen de luchtkwaliteit op een bepaalde plek verslechteren, bestaat de mogelijkheid tot salderen. De salderingsregeling is terug te vinden in artikel 7 lid 3 van het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Saldering betekent dat ruimtelijke plannen die de luchtkwaliteit ter plekke iets verslechteren (boven de grenswaarde) kunnen doorgaan, mits de luchtkwaliteit in een groter gebied rondom het project per saldo verbetert. De saldobenadering is wel aan drie beperkingen onderhevig: Ÿ
Ÿ
Ÿ
beperking naar inhoud: de uitvoering van het compenserende deel van het project, dan wel de afzonderlijke compenserende maatregel, dient gegarandeerd te zijn in de vorm van een maatregel of besluit, waarbij gelet moet worden op de financiering, uitvoerbaarheid en haalbaarheid van genoemde maatregel of besluit. Ook dient de saldering binnen dezelfde stof plaats te vinden (dus PM10 niet compenseren met NO2); beperking naar plaats: de compensatie dient in de directe nabijheid van het project gezocht te worden. Pas als dat redelijkerwijs niet mogelijk is, kan naar compensatie in een ruimer gebied worden gekeken. Daarbij dient het voorts te gaan om een beperkte verslechtering die wordt gecompenseerd door een verbetering in een groter gebied, opdat het aantal blootgestelden per saldo zal verminderen; beperking in de tijd: de verslechtering en de compensatie dienen in principe tegelijkertijd te worden gerealiseerd.
In de Regeling saldering luchtkwaliteit 2005, die op 17 maart 2006 van kracht is geworden, zijn de salderingsregels nader uitgewerkt.
In de tekst van deze rapportage wordt alleen ingegaan op de rekenresultaten voor PM10 en NO2 . Voor de overige stoffen zoals bovengenoemd, worden geen overschrijdingen geconstateerd. Getalsmatig kan de normering voor NO2 en PM10 als volgt weergegeven worden:
Plandrempel NO2 grenswaarde NO2 jaargemiddelde grenswaarde PM10 daggemiddelde grenswaarde PM10
norm 48 ug/m3 40 ug/m3 40 ug/m3
ingangsdatum 1-1-2006 1-1-2010 1-1-2005
max. 35 dagen/jaar > 50 ug/m3
1-1-2005
Grenswaarden geven een niveau van de buitenluchtkwaliteit aan dat, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu, binnen een bepaalde termijn moet worden bereikt. Grenswaarden zijn harde normen. Plandrempels zijn uit de grenswaarden afgeleid. Deze worden elk jaar strenger totdat de grenswaarde is bereikt in het jaar waarop deze van kracht wordt. Wanneer de plandrempel overschreden wordt geeft dat aanleiding tot het opstellen van een plan met maatregelen om aan de waarde te kunnen voldoen.
Wet luchtkwaliteit
De geplande invoering is medio 2007. Bestemmingsplannen die ná de ingangsdatum gepubliceerd worden, moeten met de Wet luchtkwaliteit rekening houden. Kern van de wet is het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit). Overschrijdingsgebieden (w.o. Stadsregio Arnhem Nijmegen) maken gebiedsprogramma's (dit is een bundeling van
32
ruimtelijke ontwikkelingen en regionale en lokale luchtmaatregelen).
Alleen grote projecten (projecten die "in betekenende mate bijdragen" zoals Waalsprong, Waalfront en Stadsbrug) worden meegenomen in het gebiedsprogramma. Overige "niet in betekenende mate" projecten worden gesaldeerd met generieke maatregelen. Deze "niet in betekenende mate" projecten hoeven dan niet meer getoetst te worden aan de grenswaarden. Afzonderlijke plannen in een gebiedsprogramma worden ook niet meer getoetst aan de grenswaarden (zgn. flexibele koppeling). De overheden blijven overigens wel verplicht eventuele overschrijdingen op te lossen, maar bestemmingsplannen stranden niet meer op grenswaarden.
Om pragmatische redenen en vanwege onzekerheden rond de invoering van de Wet luchtkwaliteit (zoals het recente kritische oordeel van de RvS) worden vooralsnog alle projecten getoetst op Besluit Luchtkwaliteit 2005 en nog niet op de Wet luchtkwaliteit.
Wegverkeer en luchtkwaliteit
Voor de luchtkwaliteit in het plangebied zijn naast de heersende achtergrondconcentraties de volgende wegen van belang: St. Annastraat, Grootstalselaan, Weg door Jonkerbos, Hatertseweg en de Slotemaker de Bruïneweg. Overigens zijn de bestaande verkeersstromen opgenomen in het rekenmodel in de heersende achtergrondconcentratie. Alleen bij ontwikkellocaties die extra verkeersbewegingen gaan opleveren is een nadere toetsing nodig. Deze toetsing vindt plaats in de ruimtelijke onderbouwing bij de afzonderlijke projecten dan wel bij het opstellen van een wijzigingsplan bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid.
Rekenmethode luchtkwaliteit
In het kader van de rapportageplicht uit het Besluit Luchtkwaliteit is geprobeerd om een zo goed mogelijke benadering van de luchtkwaliteit in Nijmegen in beeld te krijgen. Voor zover beschikbaar, zijn voor deze rapportageplicht de aanwezige bronnen in en rond Nijmegen in beeld gebracht. Het gaat daarbij om wegverkeer, de belangrijke industriële bronnen op het industrieterrein Nijmegen-West, de scheepvaart op de Waal en de dieseltreinen op de verschillende spoorwegtracés. De bijdrage van de huishoudens is reeds in de achtergrondconcentraties verwerkt. De bijdrage van gemeentelijke wegen is bepaald met het CAR II 5.0 model (door TNO ontwikkeld in het kader van het Besluit luchtkwaliteit). Het CAR model wordt door de rijksoverheid in maart/april steeds beschikbaar gesteld waarmee voor het afgelopen kalenderjaar gerekend kan worden alsmede nieuwe prognoses voor toekomstige jaren. De bijdrage van de rijksweg A73 is overgenomen uit de door RWS aangeleverde informatie.
De berekeningen zijn uitgevoerd voor de jaren 2005 en 2010 en voor heel het grondgebied van de gemeente Nijmegen. Overigens zijn voor berekeningen voor 2010 de verkeersgegevens voor 2015 gebruikt. De berekeningen voor 2010 zijn derhalve ook een worst-case-benadering voor het jaar 2015. De resultaten zijn weergegeven in het eindconcept "Rapport Luchtkwaliteit Nijmegen 2005". Deze rapportage is nog niet bestuurlijk vastgesteld. De rekenresultaten zijn al wel ter beschikking gesteld van de provincie ten behoeve van de Provinciale rapportage 2005 en daarin opgenomen.
In het verdere deel van deze luchtparagraaf wordt ingegaan op de luchtkwaliteit in het plangebied Nijmegen-Zuid. 33
Bestaande situatie 2005 in plangebied (verkeersgegevens en emissies 2005): Ÿ
Ÿ Ÿ
bij vergelijking van de berekende concentraties in 2005 met de uiteindelijk geldende normen in 2010, blijkt in 2005 een overschrijding van de norm voor het jaargemiddelde NO2 langs de volgende wegen: Hatertseweg (42 ug/m3), Weg door Jonkerbos (40 ug/m3), Grootstalselaan (40 ugm3), St. Annastraat (40 ug/m3) en Slotemaker de Bruïneweg (40 ug/m3). De overschrijdingen beperken zich grotendeels tot de wegprofielen zelf. Er vallen binnen het plangebied geen woningen binnen deze overschrijdingen. De plandrempel wordt niet overschreden; bij vergelijking van de berekende concentraties in 2005 met de norm, blijkt geen overschrijding van de norm voor het jaargemiddelde PM10; bij vergelijking van de berekende concentraties in 2005 met de norm, blijkt in 2005 overschrijding van de grenswaarde voor 24-uursgemiddelden voor PM10 (t.w. niet vaker dan 35 keer per jaar een 24-uursgemiddelde dat hoger ligt dan 50 ug/m3) langs bovengenoemde 5 wegen: Hatertseweg (45 dagen), Weg door Jonkerbos (36 dagen), Grootstalselaan (38 dagen), St. Annastraat (36 dagen) en Slotemaker de Bruïneweg (36 dagen). De overschrijdingen beperken zich grotendeels tot de wegprofielen zelf. Er vallen binnen het plangebied ca. 100 woningen binnen deze overschrijdingen (zie kaart bijlage 1).
Toekomstige situatie 2010 in plangebied (verkeersgegevens 2015 en emissiefactoren 2010): Ÿ
Ÿ Ÿ
de grenswaarde voor jaargemiddelde NO2 wordt overschreden langs delen van bovengenoemde wegen. De overschrijdingen vallen binnen de wegprofielen zelf. Er vallen derhalve ook geen woningen binnen deze overschrijdingen (zie kaart bijlage 2); de grenswaarde voor jaargemiddelde PM10 wordt niet overschreden; de grenswaarde voor 24-uursgemiddelden voor PM10 (t.w. niet vaker dan 35 keer per jaar een 24-uursgemiddelde dat hoger ligt dan 50 ug/m3) wordt overschreden langs delen van bovengenoemde wegen (maximaal 38 dagen langs de Hatertseweg). Langs de Hatertseweg (in Hatert) vallen ca. 10 woningen binnen deze overschrijdingen.
Conclusies wegverkeer in plangebied Ÿ
Ÿ Ÿ
Ÿ
in 2010 wordt in het plangebied langs de Hatertseweg (in Hatert) buiten het wegprofiel en ook bij ca. 10 bestaande woningen de grenswaarde voor het daggemiddelde PM10 overschreden; wanneer nieuwbouw van woningen en andere gevoelige objecten gepland wordt langs de bovengenoemde wegen, dan dient hierover nader advies ingewonnen te worden; bij bestaande scholen, kinderdagverblijven, zorginstellingen of sportterreinen in de eerstelijns-bebouwing langs de genoemde wegen dient bij ingrijpende wijzigingen nader advies gevraagd te worden. Dit om de herinrichting zodanig uit te voeren dat de belasting van kwetsbare groepen door de luchtkwaliteit zoveel mogelijk te beperken; bij ontwikkellocaties die extra verkeersbewegingen gaan opleveren is een nadere toets op luchtkwaliteit nodig. Bij eventuele (toename van) overschrijding van grenswaarden door ontwikkelingen kunnen eventuele geplande maatregelen (vervoersmanagement, routering, transferia etc.) gebruikt worden om aan grenswaarden te voldoen.
Eventuele maatregelen
De huidige en toekomstige berekende concentraties kunnen belemmeringen opleveren voor ontwikkelingen in het plangebied. Op de belemmeringen op te heffen kunnen maatregelen gepland worden om de luchtkwaliteit te volgen (monitoren) en zo mogelijk de luchtkwaliteit te verbeteren. Op eigen initiatief en zonder wettelijke noodzaak is gemeente Nijmegen in 2003 reeds gestart met het opstellen van een "Uitvoeringsprogramma Verbetering Luchtkwaliteit 34
Nijmegen 2004-2007" om de overschrijdingen van NO2 en PM10 in de gehele gemeente Nijmegen terug te dringen. In mei 2005 is een actualisatie van dit plan verschenen, t.w. het "voorontwerp Uitvoeringsprogramma Verbetering Luchtkwaliteit Nijmegen 2005-2010". In dit voorontwerp worden de 33 maatregelen op hun effect doorberekend en aangevuld met zwaardere maatregelen die het mogelijk maken om aan de Europese normen te voldoen. Diverse van deze maatregelen zullen ook effect hebben op de luchtkwaliteit in plangebied Nijmegen-Zuid. In de jaarlijke rapportage luchtkwaliteit zal de ontwikkeling van de luchtkwaliteit door middel van modelberekeningen in een verkeersmilieumodel gevolgd worden.
Bedrijvigheid en luchtkwaliteit
In het plangebied zijn geen relevante industriële bronnen aanwezig.
Scheepvaart en treinverkeer en luchtkwaliteit
treinverkeer Door middel van een rekenonderzoek is de invloedsfeer van treinverkeer onderzocht en deze heeft geen relevante bijdrage in het plangebied.
scheepvaart Uitstoot door scheepvaart op het Maas-Waalkanaal is zodanig dat overschrijding van grenswaarden buiten de vaarweg mogelijk kan zijn. Nieuwe ontwikkelingen direct langs het kanaal kunnen daardoor nadelig beïnvloed worden. In de berekeningen gepresenteerd in de bijgevoegde kaarten is scheepvaart meegenomen.
7.6.
Externe veiligheid
Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen
De inhoud van deze paragraaf wordt bepaald door het van toepassing zijn van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI). In Artikel 5 lid 1 van het BEVI staat omschreven dat o.a. bij vaststelling van een besluit als bedoeld in de artikelen 10, 11, eerste en tweede lid, 15, eerste lid, 17, eerste lid, 19, eerste tweede en derde lid, 28, 37, 39b en 40, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de grenswaarden, genoemd in artikel 8, eerste lid en de afstanden krachtens artikel 8.40 van de wet in acht genomen moeten worden. In Artikel 13 BEVI staat vermeld welke onderdelen minimaal in de toelichting op een dergelijk besluit aan de orde dienen te komen.
In het plangebied is sprake van één risicovol bedrijf. Het gaat om een benzinestation met LPG verkooppunt aan de Grootstalselaan 141. Het tankstation heeft een doorzet van maximaal 1000 m³ lpg per jaar (feitelijk en maximaal vergund).
In de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (REVI) zijn voor eenvoudige risicovolle bedrijven (categorale inrichtingen) richtlijnen voor externe veiligheid opgenomen. In bijlage 1 van het REVI zijn afstanden opgenomen voor het plaatsgebonden risico (PR) op basis van de 10/-6-contour. De afstand tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare (grenswaarde) en beperkt kwetsbare (richtwaarde) objecten bedraagt 45 meter vanaf het vulpunt, 25 meter vanaf het
35
ondergrondse reservoir en 15 meter vanaf de afleverzuil.Tevens gelden voor kwetsbare objecten (grenswaarden) afstanden op basis van de 10/-5-contour. De afstand bedraagt 25 meter vanaf het vulpunt en 15 meter vanaf het ondergrondse reservoir. Op 64 meter van het vulpunt bevindt zich de woning Grootstalselaan 121 (kwetsbaar object), op 70 meter de flat aan de Malderburghstraat en op 80 meter de woningen aan de Nieuwe Mollenhutseweg. Op 50 meter van de afleverzuil is de woning Grootstalselaan 121 gelegen en op 60 meter de woningen aan de Nieuwe Mollenhutseweg. Binnen de PR-contouren is géén sprake van (beperkt) kwetsbare objecten (zie onderstaand kaartje). In bijlage 2 van het REVI zijn afstanden genoemd waarbinnen een verantwoording van het groepsrisico dient plaats te vinden. Dit gebied wordt het invloedsgebied van de inrichting genoemd. Het invloedsgebied van het lpg-tankstation bedraagt 150 meter en binnen dit gebied is een verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Het groepsrisico is in beeld gebracht ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing van het verzorgingshuis Malderborgh. De oriënterende waarde van het groepsrisico wordt met een factor 15 overschreden. Het betreft een redelijkerwijs niet te accepteren overschrijding van de oriënterende waarde. Volgens artikel 12 lid 1c BEVI zullen daarom de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst moeten worden meegenomen. De ruime overschrijding van de oriënterende waarde zal in de nabije toekomst worden teruggebracht door een verplaatsing van het vulpunt van het LPG verkooppunt aan de Grootstalselaan 141. Deze verplaatsing wordt in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Door deze verplaatsing verschuift het invloedsgebied van een gebied met een hoge personendichtheid, naar een gebied dat grotendeels een groenbestemming heeft. In dit gebied is wel een scholencomplex gelegen. Het groepsrisico ten aanzien van de school wordt zo ver mogelijk teruggebracht door het bevoorraden met LPG in de nachtperiode te laten plaatsvinden. Ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico kan worden opgemerkt dat het niet gaat om het verplaatsen van het gehele LPG-tankstation, maar slechts om het verplaatsen van het vulpunt. De daadwerkelijke verplaatsing van het LPG-vulpunt staat gepland voor april 2010 (planning project woonparc Malderborgh). Daarmee ontstaat een acceptabele periode waarin sprake is van een hoge overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico. Het acceptabel zijn van deze periode is afgewogen tegen het feit dat de LPG-sector en het ministerie van VROM in een convernant overeengekomen zijn dat de sector tot 1 januari 2010 de gelegenheid krijgt om de overschrijdingen van het Plaatsgebonden- en Groepsrisico op eigen kosten te saneren. In de nabijheid van het plangebied zijn géén inrichtingen gelegen die aan het BEVI dienen te worden getoetst. Hieronder is een kaartje opgenomen van de plaatsgebondenrisico contour rond het vulpunt. Een volledige en uitgebreide toetsing aan het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) zal plaatsvinden bij de concrete invulling van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw in het plangebied Nieuw Malderborgh.
Kaart: plaatsgebonden risicocontour lpg vulpunt Grootstalselaan 141
Vervoer van gevaarlijke stoffen over transportwegen Om de risico's ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor in beeld te brengen is onder meer het inventariserend onderzoek uitgevoerd dat zijn weerslag heeft gekregen in het rapport "Bouwstenen voor een inhaalslag" van 16 januari 2003. In of nabij het plangebied zijn geen wegen of spoorwegen aanwezig waarover vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk is. Toetsing aan de "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" is voor deze modaliteiten daarom niet noodzakelijk. Aan de westgrens van het plangebied is het 36
Maas-Waalkanaal gesitueerd. In het onderzoek 'Bouwstenen voor een inhaalslag" is getoetst aan de "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" en daaruit blijkt dat langs het Maas-Waalkanaal voor zowel de huidige als de toekomstige situatie geldt dat het plaatsgebonden risico nergens wordt overschreden. Uit het onderzoek blijkt ook dat voor zowel de huidige als de toekomstige situatie geldt dat de oriënterende waarde voor het groepsrisico nergens wordt overschreden. Zonering rondom hoge druk aardgastransportleidingen Door het plangebied lopen langs het Maas-Waalkanaal een viertal hogedrukaardgasleidingen. Bij deze hogedrukaardgasleidingen dienen afstanden in acht genomen te worden waarbinnen niet mag worden gebouwd.
In 1984 is er door met ministerie van VROM een circulaire uitgebracht getiteld 'zonering rondom hoge druk aardgastransportleidingen'. Afhankelijk van druk en diameter zijn er minimale afstanden tot woonbebouwing en bijzondere objecten opgenomen. Voor een gasleiding met een diameter van 6 inch is deze afstand 4 meter, voor een gasleiding met een diameter van 8 inch is deze afstand 7 meter en voor een gasleiding met een diameter van 12 inch 14 meter (alle leidingen hebben een druk van 40 bar). De toetsingsafstand, de afstand waarbinnen de aard van de omgeving moet worden nagegaan, bedraagt respectievelijk 20 meter voor gasleidingen met een diameter van 6 en 8 inch en 30 meter voor een gasleiding met een diameter van 12 inch.
Fysieke veiligheid Het aspect fysieke (brand)veiligheid stelt voorwaarden aan de inrichting van de openbare ruimte, de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar, de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid. De van toepassing zijnde voorwaarden worden genoemd: Ÿ
Ÿ
Ÿ
Ÿ
inrichting openbare ruimte: hoe de openbare ruimte is ingericht is van invloed op de mate waarin hulpdiensten de incidentlocatie kunnen bereiken en betrokkenen bij een incident in staat zijn een locatie te ontvluchten. In dit kader zijn de mogelijkheden voor ontvluchting en zelfredzaamheid binnen het plangebied getoetst. In de huidige situatie zijn deze voldoende, waarbij wordt opgemerkt dat met name in de uitwerking van plan Malderborgh rekening dient te worden gehouden met de verminderde zelfredzaamheid van een deel van de bewoners; situering van gebouwen: in verband met brandveiligheid kan het Bouwbesluit voorwaarden stellen aan de afstand tussen gebouwen onderling en de positionering ten opzichte van elkaar. Op basis van het huidige plan zien wij op voorhand geen bijzondere beperkingen ten aanzien van de situering van gebouwen; bluswatervoorziening: de brandweer stelt eisen aan de beschikbaarheid van bluswater. Het gaat dan om het aantal brandkranen, de capaciteit hiervan en ook om de aanwezigheid van zogenaamde secundaire en tertiaire bluswatervoorzieningen (open water, bluswatervijvers etc.). Voor de plandelen waar feitelijk niets wijzigt, is de bluswatervoorziening in algemene zin toereikend. Omdat de ontwikkellocaties van dit plan nader dienen te worden ingevuld, kan dan pas worden bepaald aan welke eisen moet worden voldaan; bereikbaarheid: bereikbaarheid speelt voor de brandweer een rol voor wat betreft de breedte van de wegen en bijvoorbeeld de bereikbaarheid van de hoofdtoegang van een gebouw vanaf de straat (deze mag niet meer dan 10 meter bedragen). Deze voorwaarden zijn opgenomen in de 'Nijmeegse Bouwverordening' (artikel 2.5.3 en artikel 5.1.2) en de 'Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid' van de Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Rampenbestrijding (waarin de voorschriften worden toegelicht). De bereikbaarheid voor de plandelen waar feitelijk niets wijzigt is over het algemeen voldoende, voor de nader in te vullen ontwikkellocaties dienen deze afzonderlijk te worden beoordeeld.
37
De conclusie luidt dat vanuit het oogpunt van fysieke veiligheid de brandweer op voorhand geen beperkingen ziet ten aanzien van het voorliggende bestemmingsplan, wanneer bij de uitwerking van het plan de noodzakelijke verantwoordingsplicht groepsrisico daadwerkelijk wordt in gevuld. Vanwege de flexibiliteit en ontwikkelingsruimte die dit plan biedt, dienen de voornoemde aspecten van fysieke veiligheid bij hieruit voortkomende (steden)bouwkundige plannen meer concreet worden getoetst.
38
8.
Ontwikkelingslocaties
8.1.
Algemeen
In het "Raamwerk Nijmegen Zuid" zijn in paragraaf 3.6 de verschillende toekomstige ontwikkelingen in beeld gebracht die van invloed zijn op de ruimtelijke structuur van het plangebied. De vraag is nu in hoeverre deze ontwikkelingen (kunnen) worden doorvertaald in het bestemmingsplan.
N.B. Bij vaststelling van het bestemmingsplan in de raad van 7 mei 2008 is het bestemmingsplan geamendeerd vastgesteld. Ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid voor de locatie ROC (Kamerlingh Onnestraat 20/Nieuwe Mollenhutseweg 38) is de mogelijkheid opgenomen voor een maatschappelijke voorziening (maximaal 650 m2). De wijzigingsbevoegdheid voor de locatie Archimedestraat/St. Jacobslaan (schippersinternaat) is komen te vervallen. Ten aanzien van de locatie Hatertseweg 483 heeft de raad besloten deze bevoegdheid aan zich te houden.
8.2.
Juridische vormgeving
Voor de vertaling van ontwikkelingen in het bestemmingsplan zijn drie mogelijkheden: I. de ontwikkeling mogelijk maken middels een rechtsstreekse bouwmogelijkheid; II. de ontwikkeling mogelijk maken middels een wijzigingsbevoegdheid; III. de ontwikkeling (vooralsnog) niet mogelijk maken en de bestaande situatie handhaven. Rechtsstreekse bouwmogelijkheid Verschillende ontwikkelingslocaties zijn inmiddels gerealiseerd dan wel vergund. De nieuwe situatie is dan in het bestemmingsplan bestemd. Het gaat om de volgende locaties: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
Nieuw Malderborgh: verzorgingshuis met parkeergelegenheid; Kempenaerstraat/Cort van der Lindenstraat: woningbouw (91 appartementen in 6 bouwblokken); centaal park Hatert (Couwenbergstraat/Thorbeckestraat): sportzaal. Tevens is een Cruijffcourt aangelegd. Nieuwe Mollenhutseweg (voormalig woonwagencentrum): 25 wooneenheden (begeleid wonen); sporthal Grootstal (Nieuwe Mollenhutseweg 56): woningbouw; hoek Heiweg/St. Annastraat: 6 grondgebonden woningen.
Wijzigingsbevoegdheid Verder zijn er enkele ontwikkelingen, die nog niet concreet genoeg of onvoldoende ruimtelijke onderbouwd zijn, maar die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid doorgang zullen vinden. Deze locaties zijn weliswaar bestemd conform de huidige situatie, maar zijn tevens voorzien van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO. Aan de wijzigingsbevoegdheid zijn niet alleen algemene voorwaarden verbonden maar ook specifieke voorwaarden per locatie. Dit betreft de volgende locaties: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
Nieuw Malderborgh: woongebouwen (met bijbehorende voorzieningen); locatie Fleuren (Oostkanaaldijk 2): woningbouw; circusterrein Hatert (Couwenbergstraat/Thorbeckestraat): woningbouw; centraal plein Hatert (Couwenbergstraat/Thorbeckestraat): woningbouw gecombineerd
39
Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
met zorg; winkelconcentratie Zypendaalstraat/Muiderslotstraat 81: woningbouw in combinatie met commerciële functies; woonblok Zypendaalstraat/Kleverburgstraat: vervangende nieuwbouw; ROC techniek (Kamerlingh Onnesstraat 20/Nieuwe Mollenhutseweg 38): woningbouw; bedrijventerrein Marie Curiestraat/Hatertseweg/Kamerlingh Onnesstraat/Nieuwe Mollenhutseweg : combinatie van bedrijvigheid met woningbouw; basisschool De Kleine Wereld (Marie Curiestraat 9) e.o.: nieuw(e) schoolgebouw(en) in combinatie met woningbouw en maatschappelijke voorzieningen; Hatertseweg 471: woningbouw; Hatertseweg 483: woningbouw (begeleid wonen) Grootstalselaan 117: extra woning.
Bestaande situatie De ontwikkelingslocatie terrein Zypendaalstraat/Nijenrodestraat (woningbouw ter plaatse van het kerkgebouw) is nog te onzeker en daarom conform de huidige situatie bestemd. Te zijner tijd kan hiervoor een postzegelplan ex artikel 10 WRO worden opgesteld en/of een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO voor worden gevoerd.
8.3.
Stedenbouwkundige uitgangspunten
Voor de locaties die met een wijzigingsbevoegdheid zijn opgenomen zijn specifieke stedenbouwkundige uitgangspunten geformuleerd, die de basis vormen voor de voorwaarden aan de wijzigingsbevoegdheden. Nieuw Malderborgh Het verzorgingshuis Nieuw Malderborgh, gelegen in de de noord-oosthoek van de wijk Hatert tussen Grootstalselaan, Malderburghtstraat en Ruys de Beerenbrouckstraat, is sterk verouderd en niet meer van deze tijd. Afgelopen jaren is een plan ontwikkeld voor nieuwbouw van het verzorgingshuis en daaraan toegevoegd gestapelde woningbouw. De gebouwen worden gesitueerd rondom een langgerekte vijver. De bestaande driehoekige vijver blijft dus in een andere, grotere vorm gehandhaafd. Voor het nieuwe verzorgingshuis is inmiddels bouwvergunning verleend. Het verzorgingshuis is in het bestemmingsplan opgenomen. Voor de overige bebouwing is een wijziging ex artikel 11 WRO opgenomen. Voor deze locatie zijn Randvoorwaarden en Aanbeveling (R&A) opgesteld. Op de hoek Grootstalselaan-Malderburchtstraat komen 2 woontorens van 11 bouwlagen en als accent 1 woontoren van maximaal 16 bouwlagen. Aan de zuidzijde van de vijver komen 3 appartementengebouwen (urban villa's) van maximaal 4 bouwlagen, ontsloten via de Ruijs de Beerenbrouckstraat. Ten westen van de vijver komt ten slotte een woongebouw van maximaal 6 bouwlagen, het zogenaamde scharniergebouw. De ecologische groenzone van de wijk Grootstal 'scharniert' op deze plek naar de groenzone richting Elshof. Het totale plan voorziet in ondergronds/verdiept parkeren. Voor bezoekers is een parkeerterrein aan de overkant van de Malderburchtstraat voorzien (zie onderstaande artist impression).
Locatie Fleuren (Oostkanaaldijk 2) De locatie Fleuren ligt aan het kruispunt Hatertseweg met het Maas-Waalkanaal. Het bestaande veevoederbedrijf gaat weg en de locatie komt beschikbaar voor woningbouw. Door de locatie in te zetten voor woningbouw wordt het een openbaar gebied. Hierdoor kan het fietspad langs het kanaal in noordelijke richting worden doorgetrokken. Gezien de ligging op het snijvlak van twee belangrijke infrastructurele lijnen is de locatie geschikt voor hoogbouw. De confrontatie naar de bestaande woningbouw van 2 tot 3 bouwlagen moet op een
40
verantwoorde wijze worden vormgegeven. Als overgang/aansluiting naar de bestaande bebouwing van Hatert mag in maximaal 4 bouwlagen gebouwd worden. Het hoogte-accent bestaat uit een woontoren van maximaal 18 bouwlagen. Het parkeren wordt ondergronds opgelost. Voor deze locatie is een R&A opgesteld. Circusterrein Hatert (Couwenbergstraat/Thorbeckestraat) Het braakliggende circusterrein Hatert grenst aan het open landschap van de Elshof. Verder wordt het terrein begrensd door de Couwenbergstraat en de Thorbeckestraat. De vigerende bestemming 'Bijzondere Doeleinden' is nooit ingevuld. Het terrein komt in aanmerking voor woningbouw. Het is van belang dat er een groene verbinding vanuit de wijk met het landschap blijft bestaan. De woningbouw kan in hoogte varieren van 2 tot 3 bouwlagen voor de grondgebonden woningbouw en tot 8 bouwlagen voor de gestapelde woningbouw. In stedenbouwkundige zin is uitgangspunt om het hoogste gebouw (maximaal 8 lagen) aan de kant van het landschap te situeren en het andere gestapelde gebouw (maximaal 5 tot 6 bouwlagen) in de buurt van het centrale plein Hatert. Tussen de 2 gestapelde wooncomplexen is plaats voor grondgebonden woningbouw van maximaal 3 bouwlagen. Parkeren ten behoeve van de gestapelde bebouwing wordt ondergronds opgelost. Langs de Couwenbergstraat wordt een zone voor groen gereserveerd. Deze locatie maakt onderdeel uit van de centrale zone Hatert waarvoor een R&A is opgesteld. Centraal plein Hatert (Couwenbergstraat/Thorbeckestraat) Tussen het circusterrein en het wijkcentrum, begrensd door de Couwenbergstraat en de Thorbeckestraat, ligt het centraal plein Hatert. In dit hart van Hatert moet een combinatie van wonen en zorg gerealiseerd worden. In de onderste verdieping(en) van het gebouw is ruimte voor zorgvoorzieningen zoals een fysiotherapeut, dokterspraktijk, kruisgebouw, ontmoetingsruimte e.d.. Boven op deze verzorgingsplint is ruimte voor gestapelde woningbouw in 1 of 2 woontorens. De maximale hoogte van de woontoren(s) bedraagt 12 tot 15 bouwlagen. Parkeren wordt ondergronds opgelost. Deze locatie maakt onderdeel uit van de centrale zone Hatert waarvoor een R&A is opgesteld. Winkelconcentratie Zypendaalstraat/Muiderslotstraat 81 Ter plaatse van de winkelstrip aan de Zypendaalstraat en het bestaande bedrijf De Keilbout (Muiderslotstraat 81) is ruimte voor herontwikkeling ten behoeve van woningbouw. De maximale bouwhoogte op de locatie Muiderslotstraat 81 bedraagt 4 bouwlagen. Aan de Zypendaalstraat mogen 4 bouwlagen op een plint met commerciële functies worden gebouwd (in totaal dus 5 bouwlagen). De bebouwing moet in een groene omgeving worden gesitueerd. Deze locatie maakt onderdeel uit van de centrale zone Hatert waarvoor een R&A is opgesteld. Woonblok Zypendaalstraat/Kleverburgstraat Een deel van de bestaande woonstroken binnen het bouwblok Zypendaalstraat Kleverburgstraat is aan vervanging toe. De stedenbouwkundige structuur wordt aangepast, wel passend binnen de heldere wederopbouwstructuur. De nieuwbouw bestaat uit woningen van maximaal 3 bouwlagen. Deze locatie maakt onderdeel uit van de centrale zone Hatert waarvoor een R&A is opgesteld.
locatie ROC (Kamerlingh Onnesstraat 20/Nieuwe Mollenhutseweg 38) Vanaf 2008 zal het ROC haar locatie aan de Kamerlingh Onnesstraat verlaten. Het gaat om een groot perceel tussen de Hatertseweg, Kamerlingh Onnesstraat, Nieuwe Mollenhutseweg en de Heiweg. De vrijkomende gronden kunnen worden ingezet voor een combinatie van wonen, parkeren en groen. De oostwest lopende groenstructuur van de wederopbouwwijk Grootstal wordt doorgezet tot aan de Hatertseweg/Jonkerbos. De woonbebouwing bestaat uit grondgebonden woningen en gestapelde woningen. De maximale bouwhoogte van de
41
gestapelde woningen bedraagt 5 tot 6 bouwlagen. De bebouwing langs de Hatertseweg mag geen gesloten wand worden. Langs de Heiweg en de Kamerlingh Onnesstraat dient de bebouwing in te spelen op de bebouwing aan de overzijde van de straat met orientatie op de straat. Hier is de bouwhoogte maximaal 3 bouwlagen. Tevens is het mogelijk een maatschappelijke voorziening te realiseren (maximaal 650 m2). Voor deze locatie is een R&A opgesteld. Bedrijventerrein Marie Curiestraat/Hatertseweg/Kamerlingh Onnesstraat/Nieuwe Mollenhutseweg Het gebied bevat een aantal bedrijfspanden en een binnensportaccommodatie. Aan de Nieuwe Mollenhutseweg ligt een videotheek. Bij herontwikkeling van deze locatie wordt woningbouw toegevoegd. Een combinatie van bedrijvigheid, maatschappelijke functies en woningbouw is de meest voor de hand liggende optie. Aan de Hatertseweg mag maximaal in 4 en incidenteel in 5 bouwlagen worden gebouwd. Aan de Nieuwe Mollenhutseweg mag maximaal in 4 bouwlagen worden gebouwd. Aan de Hatertseweg mag geen gesloten wand ontstaan. Het gebied moet voor voetgangers doorsteekbaar zijn. Een open bebouwingsstructuur met aandacht voor het groen is randvoorwaarde. Onder de gestapelde bebouwing komt verdiept parkeren. Voor deze locatie is een R&A opgesteld.
Basisschool De Kleine Wereld (Marie Curiestraat 9 en omgeving) Basisschool De Kleine Wereld en de sportzaal liggen ingeklemd tussen de Marie Curiestraat en de Celsiusstraat. Het schoolgebouw is te groot geworden en in functionele zin niet meer optimaal. Er zijn plannen om de school en de sportzaal te slopen en daarvoor een nieuwe, kleinere school, een sportzaal, kinderopvang en (zorg) woningen terug te bouwen. Een andere optie is om twee scholen te bouwen in combinatie met voornoemde functies. Het stedenbouwkundig uitgangspunt is losse bebouwing in het groen. De maximale bouwhoogte bedraagt 4 bouwlagen tot een maximum van 14 meter. Voor deze locatie is een R&A opgesteld.
Hatertseweg 471 Op deze locatie op de hoek Hatertseweg-Krekelstraat staat een vrijstaande woning op een royaal perceel. De vrijstaande woning kan gesloopt worden en op het perceel kunnen maximaal 3 grondgebonden woningen in maximaal 3 bouwlagen gerealiseerd worden.
Hatertseweg 483 Op dit braak liggend perceel waar voorheen een steenhouwerij gesitueerd was komt nieuwbouw voor RIBW (begeleid wonen). Het gaat om woningbouw in maximaal 2 bouwlagen met een kap.
Grootstalselaan 117 Op het perceel Grootstalselaan 117 is voldoende ruimte om een extra woning toe te voegen. De locatie bevindt zich net buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en binnen de bebouwingscontour van Nijmegen. Er mag maximaal 1 grondgebonden woning in 1 bouwlaag met een kap worden gerealiseerd.
42
9.
Handhaving
In het raamwerk Nijmegen-Zuid is een retrospectieve toets opgenomen. Een retrospectieve toets geeft aan welke situaties in bouw en gebruik er bestaan die niet in overeenstemming zijn met de vigerende bestemmingsplannen en verleende vrijstellingen. In deze toets wordt aangegeven in welke situaties het oude bestemmingsplan wordt gehandhaafd (na strijdige situtatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven, waarmee de strijdige situatie gelegaliseerd wordt. De derde mogelijkheid is het onder het overgangsrecht brengen waarbij de illegale situatie voortduurt, maar daar is in Nijmegen-Zuid geen sprake van. Onderstaand overzicht is een actualisering van het overzicht uit het raamwerk.
adres Buys Ballotstraat 79
Citroenvlinderstraat 25-75
Elshofweg
Hatertseweg 566a Hatertseweg 757 Heidebloemstraat 77-79
Heiweg 64 Heiweg 163a Heiweg 171/171a
Jaap van Leeuwenlaan
Maxwellstraat 7
Muiderslotstraat 81
Niek Engelschmanlaan/Jaap van Leeuwenlaan
situatieschets Vml vervoerbedrijf bij woning. Er is nu alleen nog een kantoor gevestigd.
bestemmingsplan Woonbestemming. Kantoor valt binnen de regeling aan huis verbonden beroepen en bedrijven. Bedrijvenstrip waarbij Positief bestemd (GD-8). bovenwoning is toegestaan. Zowel bedrijvigheid (begane Sommige panden worden echter grond) als ook wonen (gehele in zijn geheel bewoond of pand) is toegestaan. kamersgewijs verhuurd. bebouwing en gebruik door Positief bestemd (Recreatieve Duitse Herder Kring Malderburgh Doeleinden). is in strijd met de bestemming. bedrijf (radio- en tv reparatie) in Positief bestemd (GD-10) gebouw op binnenterrein. schildersbedrijf bij woning Positief bestemd (GD-2) Middels vrijstelling is Positief bestemd (GD-1), met toestemming verleend voor een aanduiding op de plankaart dat tweetal seksinrichtingen. één seksinrichting is Bedoeling is om er één toegestaan. seksinrichting van te maken. Internaat Maasland en Positief bestemd (GD-8) verloskundige praktijk Er wordt gewoond binnen de Het wonen is gewraakt. bedrijfsbestemming Bestemming GD-2. Een deel van een container van Container is verwijderd. het aannemersbedrijf valt binnen Bestemming GD-2. de woonbestemming parkeren en jeu de boulesbaan in Groenbestemming blijft groen gehandhaafd. Een jeu de boulesbaan is toegestaan. Parkeren zal worden tegengegaan. In oorspronkelijke opslagruimte Positief bestemd (GD-8). van een winkel is een autopoetsbedrijf gevestigd Stichting De Keilbout: ideële Positief bestemd (M) met reparatie gereedschap in vml wijzigingsbevoegheid tbv schoolgebouw woningbouw bouwvergunning voor Positief bestemd (W) appartementen is vernietigd
43
Van Peltlaan 162/ Beemstraat 1a
onderhoudsloods bij woning (transportbedrijf is inmiddels verplaatst)
Van Peltlaan 301/ Voltastraat
Radioreparatiebedrijf heeft container tegen gevel geplaatst tbv opslag. Bedrijf en container zijn weg. Er is nu een bewegings- en afslankstudio gevestigd. Internaat Maasland binnen woonbestemming.
Zypendaalstraat 3-3a
44
Bestemming Gemengde Doeleinden (GD-1). Verschillende economische functies zijn toegestaan (geen bedrijven). Bestemming GD-2. Verschillende economische functies zijn toegestaan (ook lichte bedrijven).
Positief bestemd (Maatschappelijke Doeleinden)
10. 10.1.
Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid
In het "Raamwerk Nijmegen Zuid" zijn de resultaten weergegeven van het onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan conform artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening.
Voor rechtstreeks opgenomen ontwikkelingslocaties geldt dat de economische uitvoerbaarheid onderdeel heeft uitgemaakt van de ruimtelijke onderbouwing van het betreffende project. Daar wordt hier verder niet meer op ingegaan.
Voor een aantal ontwikkelingen is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Aan de wijzigingsbevoegdheden zijn voorwaarden verbonden. Wat betreft locaties die in eigendom zijn van de gemeente worden, indien woningbouw aan de orde komt, grondexploitaties in het Grondbedrijf geopend, waarbij door uitgifte van gronden door middel van verkoop aan derden gestreefd wordt naar een kostendekkende exploitatie. Wat betreft particuliere locaties maakt een wijzigingsbevoegdheid het mogelijk om de gemeentelijke kosten met betrekking tot de woningbouwplannen te verhalen op de grondeigenaren. Hierdoor zijn ook aan deze plannen voor de gemeente geen nadelige financiële consequenties verbonden.
10.2.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Inspraak
Het voorontwerp bestemmingsplan Nijmegen-Zuid heeft in de periode van 25 januari tot en met 21 februari 2007 voor inspraak ter inzage gelegen. Er zijn 33 inspraakreacties binnengekomen. Voor de resultaten van de inspraak wordt verwezen naar de inspraaknota.
Vooroverleg ex artikel 10 Bro
1. Kamer van Koophandel Centraal Gelderland, Postbus 9292, 6800 KZ Arnhem
Inhoud reactie: In grote lijnen kan de Kamer instemmen met het bestemmingsplan. Opmerkingen hebben betrekking op economische functies en op bedrijf- en/of beroep aan huis. Economische functie vallen onder de bestemming Gemengde Doeleinden of Centrumdoeleinden. De Kamer is het niet eens dat economische functies niet kunnen toenemen in aantal.
Beoordeling reactie: Economische functies zijn onderling uitwisselbaar met dien verstande dat horeca en detailhandel volgens het EZ beleid van de gemeente Nijmegen aan bestaand adres gebonden zijn. Binnen 8 bestemmingen 'Gemengde doeleinden' (Artikel 9, GD-1 t/m GD-8) is ook wonen toegestaan. De woning kan evenwel veranderd worden in dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, kantoren en bedrijven. Hierdoor is toename van economische functies binnen 45
het bestemmingsplan mogelijk. Binnen de bestemming Centrumdoeleinden is wonen alleen maar toegestaan op verdiepingen zodat er op de begane grond altijd een economische functie gewaarborgd blijft.
Inhoud reactie: Door de wijze van bestemmen bestaat de kans dat detailhandel uit de buurtwinkelcentra verdwijnt. De detailhandel zou specifiek bestemd moeten worden en alleen via vrijstelling zou een andere economische functie moeten worden toegestaan.
Beoordeling reactie: Uitgangspunt is een flexibel en toekomstgericht bestemmingsplan te maken. Op de begane grond van de bestemming Centrumdoeleinden mogen zich naast detailhandel ook ander economische functies vestigen. Het bestemmingsplan biedt mogelijkheden maar kan niets afdwingen. De marktwerking zal uitwijzen of een winkel wel of niet bestaansrecht heeft. De gemeente wil af van langdurige, kostbare procedures en sneller kunnen inspelen op veranderende situaties. Het inbouwen van een extra vrijstellingsprocedures past niet in deze filosofie.
Inhoud reactie: De Kamer is blij dat vanuit de woning beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten mogelijk zijn. De Kamer vindt het echter te beperkend dat deze activiteiten niet in bijgebouwen zijn toegestaan.
Beoordeling reactie: Deze beperking is bewust opgenomen. Een bijgebouw is een vrijstaand, afzonderlijk van het hoofdgebouw in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel. Bijgebouwen mogen dan ook niet worden gebruikt als woonruimte. In het verlengde hiervan is bepaald dat bijgebouwen ook niet mogen worden gebruikt voor aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Het toestaan van bedrijfsactiviteiten in losstaande bijgebouwen werkt zelfstandige bedrijven/praktijken in de hand zonder enige relatie met de woning/bewoner. Bovendien zou door de vrije ligging van bijgebouwen meer hinder voor omwonenden kunnen ontstaan dan voor de hoofdbewoner zelf. Wel mogen woningen en bijbehorende aan- en uitbouwen worden gebruikt voor aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. De beroeps-/bedrijfsactiviteiten dienen ondergeschikt te zijn aan de woonfunctie en door de bewoner zelf te worden uitgevoerd. Vandaar dat maximaal 35 % van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 50 m² mag worden ingezet voor deze activiteiten. Conclusie : Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassingen van het bestemmingsplan.
2. Provincie Gelderland, dienst REW, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem
Inhoud reactie: De in het raamwerk opgenomen bepalingen over archeologie zouden als verwijzing cq samenvatting in het bestemmingsplan moeten worden opgenomen.
Beoordeling reactie: Het raamwerk Nijmegen-Zuid is onderdeel van het bestemmingsplan. Verwezen wordt naar
46
het hoofdstuk Archeologie in het raamwerk.
Inhoud reactie: Het onderhavige bestemmingsplan kan basis vormen voor het verlenen vrijstelling artikel 19.2 WRO, mits ook de VROM-Inspectie zulks heeft geadviseerd.
Beoordeling reactie: De VROM-Inspectie heeft aangegeven dat het voorontwerpbestemmingsplan (vooralsnog) niet aangemerkt worden als categorie van gevallen zoals bedoeld in artikel 19, lid 2 van de WRO.
Conclusie: Deze reactie heeft niet geleid tot aanpassingen van het bestemmingsplan.
3. Waterschap Rivierenland, Postbus 599, 4000 AN Tiel
Inhoud reactie: De beduikerde delen van de A-watergang en het tracé van de rioolwatertransportleiding dienen op de plankaart te worden aangeduid of bestemd. De planvoorschriften dienen te ervoor te zorgen dat de functie behouden blijft en betrokkenheid van het Waterschap bij activiteiten binnen deze bestemming of aanduiding. Daarnaast verzoekt het Waterschap om de voorschriften van de dubbelbestemming Waterinfiltratie aan te passen ten behoeve van de bescherming van de infiltratievoorziening conform bijgevoegde tekst.
Beoordeling reactie: De beduikerde delen van de A-watergang en het tracé van de rioolwatertransportleiding zullen op de plankaart worden aangegeven en bestemd. De planvoorschriften zullen naar aanleiding van bovenstaande opmerkingen worden aangepast. Tevens zal de dubbelbestemming Waterinfiltratie worden aangepast.
Inhoud reactie: Over het bestemmingsplan heeft nog geen overleg plaatsgevonden in het kader van de watertoets. Verzocht wordt in het vervolg wel vroegtijdig contact op te nemen om de waterbelangen goed en tijdig te kunnen integreren in het bestemmingsplan en het waterschap te betrekken bij de verdere procedure van het plan en de planning hiervan aan te geven.
Beoordeling reactie: Overleg heeft plaatsgevonden in het kader van het raamwerk Nijmegen-Zuid. Het Waterschap heeft in haar brief van 20 januari 2005 aangegeven dat de waterinformatie in het raamwerk zeer volledig en juist is en een goede basis biedt voor het op te stellen bestemmingsplan. Hiermee is voldaan aan vooroverleg in het kader van de watertoets.
Inhoud reactie: Er dient nog een WVO-vergunning te worden aangevraagd.
Beoordeling reactie:
47
Uit navraag bij het Waterschap blijkt een WVO-vergunning bij nader inzien niet noodzakelijk.
Conclusie: De beduikerde delen van de A-watergang en het tracé van de rioolwatertransportleiding zullen op de plankaart worden aangegeven en bestemd. De planvoorschriften zullen hierop worden aangepast. Tevens zal de dubbelbestemming Waterinfiltratie worden aangepast.
4. N.V. Nederlandse Gasunie, Postbus 162, 7400 AD Deventer
Inhoud reactie: Er liggen geen 3 maar 4 gastransportleidingen binnen het plangebied. De ligging van de gastransportleidingen is niet helemaal correct op de plankaart aangegeven. Verzocht wordt de plankaart dienovereenkomstig aan te passen.
Beoordeling reactie: De toelichting en plankaart hierop aangepast.
Inhoud reactie: Er bestaat op dit moment geen eenduidigheid over de zonering rondom gastransportleidingen. Over het aanhouden van minimale bebouwingsafstanden kan contact worden opgenomen met de regionale VROM-inspectie.
Beoordeling reactie: Voor dit bestemmingsplan is ten aanzien van de zonering uitgegaan van het geldende beleid zoals aangegeven in de circulaire 'zonering rondom hoge druk aardgastransportleidingen (1984)'.
Conclusie : De plankaart is aangepast zodat alle hogedruk aardgastransportleiding zijn opgenomen. Ook de plantoelichting is hierop aangepast.
5. VROM- Inspectie Regio Oost, Postbus 136, 6800 AC Arnhem
Inhoud reactie: De benaming van de dubbelbestemming Waterkering langs het Maas-Waalkanaal is verwarrend, aangezien de bebouwingsvrije zone niet alleen ten behoeve van de waterkering is, maar ten goede moet komen aan de veiligheid op en langs de vaarweg. Een geschikte titel voor de dubbelbestemming is daarom Waterstaatkundige doeleinden. Ook kan niet ingestemd worden met de bouwvoorschriften bij de dubbelbestemming. Op deelkaart 7 is de bebouwingsvrije zone niet correct opgenomen.
Beoordeling reactie: De dubbelbestemming Waterkering zal worden gewijzigd in de bestemming Waterstaatsdoeleinden en de bouwvoorschriften zullen worden aangepast. De bebouwingsvrije zone hoeft niet te worden aangepast. Overal is een zone van 30 meter vanuit de oever van het
48
kanaal aangehouden.
Inhoud reactie: Onduidelijk is of doorzet van het LPG-tankstation gemaximaliseerd is in de milieuvergunning. De plaatsgebondenrisicocontour ontbreekt op de plankaart. Verzocht wordt om in de periode tot de verplaatsing maatregelen te nemen om het groepsrisico zoveel mogelijk te beperken. Nabijgelegen inrichtingen zijn bij de toetsing niet meegenomen. Ook ontbreekt de toetsing aan de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Uit de plantoelichting blijkt niet wat de druk en diameter van de hogedruk aardgastransportleidingen in het plangebied is.
Beoordeling reactie: Het gaat bij het LPG-tankstation aan de Grootstalselaan 141 niet alléén om een feitelijke doorzet van maximaal 1000 m³ per jaar, maar ook om een maximaal vergunde doorzet. De maximale doorzet is vastgelegd in een actualisatie van de milieuvergunning d.d. 9 januari 2007, kenmerk WM nr 193/06. Ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico kan worden opgemerkt dat het niet gaat om het verplaatsen van het gehele LPG-tankstation, maar slechts om het verplaatsen van het vulpunt. De daadwerkelijke verplaatsing van het LPG-vulpunt staat gepland voor april 2010 (planning project Woonparc Malderborgh). Daarmee ontstaat een acceptabele periode waarin sprake is van een hoge overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico. Het acceptabel zijn van deze periode is afgewogen tegen het feit dat de LPG-sector en het ministerie van VROM in een convenant overeengekomen zijn dat de sector tot 1 januari 2010 de gelegenheid krijgt om de overschrijdingen van het Plaatsgebonden- en Groepsrisico op eigen kosten te saneren. In de nabijheid van het plangebied zijn géén inrichtingen gelegen die aan het BEVI dienen te worden getoetst. De plaatsgebondenrisicocontour zal worden opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan. Om de risico's ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor in beeld te brengen is onder meer het inventariserend onderzoek uitgevoerd dat zijn weerslag heeft gekregen in het rapport "Bouwstenen voor een inhaalslag" van 16 januari 2003. In of nabij het plangebied zijn geen wegen of spoorwegen aanwezig waarover vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk is. Toetsing aan de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen voor deze modaliteiten is daarom niet noodzakelijk. Aan de westgrens van het plangebied is het Maas-Waalkanaal gesitueerd. In het onderzoek 'Bouwstenen voor een inhaalslag' is getoetst aan de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en daaruit blijkt dat langs het Maas-Waalkanaal voor zowel de huidige als de toekomstige situatie geldt dat het plaatsgebondenrisico nergens wordt overschreden. Uit het onderzoek blijkt ook dat voor zowel de huidige als de toekomstige situatie geldt dat de oriënterende waarde voor het groepsrisico nergens wordt overschreden. In paragraaf externe veiligheid is de druk en diameter van de hogedruk aardgastransportleidingen aangegeven. Naar aanleiding van de overlegreactie van de Gasunie is er nog een grastransportleiding toegevoegd (zie overlegreactie 4).
Inhoud reactie: Onduidelijk is hoe hoog de overschrijding voor NO2 en PM10 in de huidige situatie en in 2010 is. Verzocht wordt om voor de rechtstreekse ontwikkelingen een toets aan het Besluit luchtkwaliteit 2005 uit te voeren.
Beoordeling reactie: De luchtparagraaf is naar aanleiding van deze reactie aangevuld. In het bestemmingsplan worden alleen rechtstreekse bouwmogelijkheden opgenomen voor locaties die al eerder zijn vergund en dienovereenkomstig kunnen worden gerealiseerd. Voor deze locaties hoeft geen ruimtelijke onderbouwing meer plaats te vinden. 49
Inhoud reactie: Gelet op bovenstaande opmerkingen kan het voorontwerpbestemmingsplan (vooralsnog) niet aangemerkt worden als categorie van gevallen zoals bedoeld in artikel 19, lid 2 van de WRO.
Beoordeling reactie: Bovenstaande opmerkingen zullen worden verwerkt. Bij het toepassen van artikel 19, lid 2 WRO procedures, zal gebruik worden gemaakt van de provinciale vrijstellingslijst of zal een partiële herziening van het bestemmingsplan opgesteld worden. Voor deze projecten zal te zijner tijd een ruimtelijke onderbouwing worden opgesteld.
Conclusie : De dubbelbestemming Waterkering wordt aangepast in de bestemming Waterstaatsdoeleinden. Ook worden de bijbehorende bouwvoorschriften aangepast. De paragrafen externe veiligheid en luchtkwaliteit zullen naar aanleiding van bovenstaande opmerkingen worden aangepast. Tevens zal een kaartje van de plaatsgebonden risicocontour worden opgenomen.
50