1e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in de faillissementen van
1. Hippisch Centrum De Haerst B.V. 2. De Haerst Invest B.V. beide vennootschappen gevestigd en kantoorhoudende te 8034 PJ Zwolle, aan de Haersterveerweg 1 A Faillissementsnummers: Uitspraak faillissement: Rechter-commissaris: Curator: Datum verslag:
I.
Inventarisatie
1.0
algemeen
C/08/15/591 F (Hippisch Centrum De Haerst BV) C/08/15/592 F (De Haerst Invest BV) 25 november 2015 mr J.M. Marsman mr S.J. de Vries te Zwolle 6 januari 2016
Bij vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, d.d. 25 november 2015 zijn Hippisch Centrum De Haerst BV en De Haerst Invest BV op eigen aangifte failliet verklaard. In de faillissementen is mr J.M. Marsman tot rechter-commissaris benoemd en is mr S.J. de Vries aangesteld als curator. Vanwege de onderlinge samenhang wordt in de faillissementen ook gezamenlijk een verslag uitgebracht. De curator heeft op 25 november 2015 op de bedrijfslocatie gesproken met mevrouw G. Dolfsma, bedrijfsleidster. Daarna hebben nog meerdere gesprekken plaatsgevonden. Door Hippisch Centrum De Haerst werd – kort samengevat – een hippisch centrum inclusief horeca-activiteiten geëxploiteerd, terwijl De Haerst Invest de holding-vennootschap betreft waar het onroerend goed en de financiering in zijn ondergebracht. Op datum faillissement waren de activiteiten nog gaande. Hierbij ging het om pensionstalling voor een tiental paarden, om de manege (rijlessen), verhuur van locatie en faciliteiten aan AOC De Groene Welle, Landstede en Deltion College en de exploitatie van het in het pand gevestigde grand-café. Het gebruik door Landstede is in december 2015 nog voortgezet. De eigenaren van paarden met pensionstalling zijn in de gelegenheid gesteld hun paarden terug te halen en de rijlessen zijn per 1 december 2015 opgeschort/gestaakt, omdat een groot aantal gehuurde paarden door de eigenaar retour werden gehaald. In het grand-café hebben vanaf faillissementsdatum feitelijk geen activiteiten meer plaatsgevonden.
e
blad 2 – 1 verslag inzake De Haerst -faillissementen
1.1
Directie en organisatie
De directie en organisatie van de hiervoor genoemde vennootschappen valt als volgt in een schema weer te geven: L.J. Regterschot
C. Blokland
bestuurder bestuurder
T.W. Rietkerk
bestuurders
St. Administratiekantoor Deux Alpes Invest 100% aandelen
Stichting Beheer & Deelnemingen IJsselregio
bestuurder
Deux Alpes Invest BV
bestuurder/ aandeelhouder
Stichting Agraria bestuurder/ aandeelhouder
bestuurders
Stichting Beheer & Deelnemingen IJsselregio bestuurder/ aandeelhouder
De Haerst Invest BV bestuurder/ 100% aandelen
Hippisch Centrum De Haerst BV
1.2 Omzet, winst/verlies/balanstotaal Uit de jaarrekeningen 2012 en 2013 en de concept-jaarrekening over 2014 blijkt het volgens over omzet, winst/verlies en balanstotalen: omzet
winst/verlies
140.000 140.000 140.000
- 19.302 - 19.062 1.479
1.132.557 1.048.555 985.108
Hippisch Centrum De Haerst BV 2012 594.488 2013 685.381 2014 550.135
- 129.592 - 27.492 - 112.562
97.720 69.882 39.874
De Haest Invest BV 2012 2013 2014
balanstotaal
e
blad 3 – 1 verslag inzake De Haerst -faillissementen
1.3 Lopende procedures De curator is niet bekend met door of tegen de vennootschappen aanhangig gemaakte procedures. 1.4 Verzekeringen Er werden door de beide vennootschappen bedrijfsverzekeringen aangehouden. De verzekeringen voor inventaris, opstal en aansprakelijkheid zijn aanvankelijk aangehouden. Na verkoop van inventaris/levende have zijn de aansprakelijkheidsverzekering en inventarisverzekeringen beëindigd terwijl de verzekering voor de opstal nog wordt aangehouden in afwachting van levering van het onroerend goed. De curator heeft verzocht om eventuele premierestituties als gevolg van de beëindigingen over te boeken op de faillissementsrekening. 1.5 Huur Het bedrijfspand werd door Hippisch Centrum De Haerst BV gehuurd van De Haerst Invest BV. Nu beide vennootschappen (huurder en verhuurder) zijn gefailleerd is geen actie ondernomen inzake de beëindiging van de huurovereenkomst. 1.6 Oorzaak faillissement Door de aandeelhouders van de gefailleerde vennootschappen is in het kader van het faillissement het volgende persbericht uitgedaan over de oorzaak van het faillissement:
Zwolle - Eigenaren Landstede en Deux Alpes hebben vandaag het faillissement aangevraagd voor Hippisch Centrum De Haerst in Zwolle. De Haerst kampt al jaren met een niet sluitende exploitatie. Pogingen om de bedrijfsvoering rendabel te maken zijn niet gelukt. De manege stond al twee jaar lang in de stille verkoop, maar tot op heden is nog geen nieuwe koper gevonden.
Landstede is in 2006 gestart met De Haerst. Toentertijd werd van onderwijsinstellingen een ondernemende houding gevraagd, het starten van eigen leerbedrijven paste hierbij. Landstede is landelijk altijd beschouwd als een voorbeeld van een ondernemende onderwijsorganisatie en wilde het hippisch centrum benutten om een betere verbinding te maken tussen onderwijs en praktijk, maar die doelstelling werd onvoldoende gehaald. Met het onderwijs werd samengewerkt in de hippische opleiding, maar de intentie om ook samen te werken op andere vakgebieden zoals horeca is helaas niet gerealiseerd. Hierdoor werden de kosten voor Landstede in verhouding tot de onderwijs-opbrengsten te hoog. Het afstoten van De Haerst past bij het door bestuursvoorzitter Theo Rietkerk in 2014 ingezette afbouwen van niet-onderwijsactiviteiten en de gewijzigde visie van de Onderwijsinspectie op ‘ondernemend onderwijs’. Landstede wil de verbinding met de praktijk vasthouden, maar als onderwijsinstelling niet meer financieel risicodrager zijn.
In aanvulling hierbij is bij de aangifte faillissement aangegeven dat feitelijk al jaren sprake is van een verliesgevende exploitatie, waarbij Landstede op last van de onderwijsinspectie de jaarlijkse inbreng diende terug te brengen naar marktconforme voorwaarden, waarmee echter geen sluitende exploitatie te realiseren zou zijn.
e
blad 4 – 1 verslag inzake De Haerst -faillissementen
II.
Personeel
2.1 aantal werknemers ten tijde van faillissement Ten tijde van het faillissement waren er volgens de door de curator ontvangen informatie bij Hippisch Centrum De Haerst BV 19 werknemers in dienst, voor het merendeel op parttime- of oproepbasis. 2.2 aantal werknemers in jaar voorafgaand aan faillissement Niet bekend. 2.3 datum ontslagaanzegging De werknemers is na verkregen toestemming van de rechter-commissaris ontslag aangezegd bij brieven d.d. 27 november 2015. Op 3 december 2015 heeft er vervolgens een bijeenkomst met het UWV plaatsgevonden, waarbij de vorderingen van de werknemers zijn opgenomen en de werknemers zijn geïnformeerd over hun rechten en verplichtingen.
III. Activa 3.1 onroerende zaken In de boedel van De Haerst Invest BV valt het voortdurende recht van erfpacht en opstal op de manege met ondergrond, grasland, kantine en verder toebehoren: - plaatselijk bekend (incl. postcode): Haersterveerweg 1 A, 8034 PJ te Zwolle; - kadastraal bekend gemeente Zwolle, sectie O no. 1291; groot 2 hectare, 57are, 80 centiare; 3.2 taxaties Het onroerend is getaxeerd door Drieklomp Makelaars. 3.3 verkoopopbrengst Het OG is gelijktijdig met de overige activa verkocht voor een koopsom van € 700.000,-. Er is in de koopovereenkomst sprake van een financieringsvoorbehoud dat loopt tot 28 februari 2015. Levering staat gepland per laatstgenoemde datum, onder voornoemd voorbehoud. 3.4 hoogte hypotheek De Rabobank IJsseldelta heeft voor haar vorderingen op gefailleerden op het OG een hypothecaire inschrijving voor een bedrag ad € 2.200.000,-. 3.5 boedelbijdrage Met de bank is een boedelbijdrage afgesproken conform de separatistenregeling, waarbij deze – onder voorwaarden - is gemaximeerd op € 6.075,- exclusief BTW. 3.6 bedrijfsmiddelen In de boedel van Hippisch Centrum De Haerst BV vallen de overige bedrijfsmiddelen, bestaande uit de inrichting en inventaris van de manege, overige ruimten waaronder kantoor- en kantine inventaris, een MB Vito, tractoren/werktuigen en een twintigtal manegepaarden. 3.7 Taxaties De bedrijfsmiddelen zijn op 1 december 2015 getaxeerd door Colin Crijnen van het NTAB.
e
blad 5 – 1 verslag inzake De Haerst -faillissementen
3.8 Verkoopopbrengst De hiervoor genoemde roerende zaken en levende have zijn, samen met de goodwill (handelsnaam, klantenbestand en telefoonnummer) per 31 december 2015 verkocht voor in totaal € 25.000,-. De koopsom is bijgeschreven op de faillissementsrekening van Hippisch Centrum De Haerst BV. 3.9 Boedelbijdrage Met de Rabobank IJsseldelta is een boedelbijdrage afgesproken van 10% over het aandeel van de bank in de te realiseren verkoopopbrengst, terwijl de bank daarnaast de kosten van voer/stro/hoefsmid voor de periode vanaf datum faillissement voor haar rekening heeft genomen en de boedel een vergoeding dient te voldoen van € 500,- per week voor de periode na faillissementsdatum dat de paarden door de boedel zijn verzorgd. Met de bank moet nog worden afgerekend. 3.10 bodemrecht fiscus Door de curator is jegens de bank afdracht geclaimd van de opbrengst van de bodemzaken. De curator gaat uit van relevante fiscale vorderingen. 3.11 andere activa In het faillissement van Hippisch Centrum De Haerst is (mogelijk) sprake van de volgende andere activa: Er is na aftrek stortingskosten voor een totaalbedrag ad € 2.412,54 kasgeld op de faillissementsrekening gestort. Door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is een subsidie voor gerealiseerde MBO praktijkleerplaatsen op de faillissementsrekening betaald ad € 2.160,-. Door Landstede is voor het gebruik van de manege in de maand december 2015 een vergoeding voldaan van € 3.146,- (inclusief BTW). Er is een premierestitutie ontvangen van € 161,13 van Interpolis. De curator onderzoekt nog of een Humbaur paardentrailer in de boedel van het faillissement valt. Deze trailer werd door De Haerst gebruikt en was ook beletters met reclame voor De Haerst. Een derde heeft zich echter op het standpunt gesteld dat deze trailer zijn eigendom en heeft de trailer van het terrein gehaald. De curator heeft bewijsstukken gevraagd terzake de gepretendeerde eigendomsrechten van genoemde derde.
IV. Eigendomsvoorbehoud Er is geen beroep op eigendomsvoorbehoud gedaan door crediteuren.
V. Debiteuren 5.1 omvang debiteuren In het faillissement van Hippisch Centrum De Haerst is volgens de administratie sprake van een van debiteuren te vorderen bedrag ad € 5.955,38.
e
blad 6 – 1 verslag inzake De Haerst -faillissementen
5.2 inschatting incasso De curator verwacht vooralsnog weinig baten uit hoofde van de debiteuren. Voor een deel is sprake van vooruit gefactureerde vorderingen die niet meer kunnen worden geincasseerd, omdat de verplichtingen niet zijn nagekomen. Voor een ander deel is sprake van veelal kleinere vorderingen die al bij een incassobureau lagen. 5.3 opbrengst Er zijn nog geen betalingen van debiteuren ontvangen. 5.4 boedelbijdrage Met de Rabobank is voor het buitengerechtelijk traject een boedelbijdrage afgesproken van 10%.
VI.
Bank/financiers
6.1 Vordering van de bank Door de Rabobank IJsseldelta is in de beide faillissementen aangemeld voor een totaalbedrag ad € 1.314.004,43. Deze vordering heeft voor het leeuwendeel betrekking op een lening inzake de financiering van het onroerend goed. 6.2 Lease Voor zover de curator bekend was geen sprake van lopende leaseovereenkomsten. 6.3 Beschrijving zekerheden Aan de Rabobank zijn de inventaris/vooraad/levende have en de vorderingen op debiteuren van de verbonden vennootschappen rechtsgeldig verpand. Daarnaast is sprake van een hypothecaire inschrijving op het onroerend goed voor een bedrag ad € 2.200.000,- en zijn door bestuurders borgstellingen verstrekt voor een totaalbedrag van € 450.000,-. 6.4 Afwikkeling separatistenpositie De aan de bank verpande zaken/levende have zijn in overleg met de bank door de curator verkocht. Datzelfde geldt ten aanzien van het onroerend goed, zij het dat hierbij nog sprake is van een financieringsvoorbehoud. 6.5 Bedongen boedelbijdragen Met de bank is inzake de verkoop van onroerend goed een boedelbijdrage afgesproken conform de separatistenregeling, waarbij deze – onder voorwaarden - is gemaximeerd op € 6.075,exclusief BTW. Wat de overige goederen betreft is een boedelbijdrage afgesproken van 10% over het aandeel van de bank in de te realiseren verkoopopbrengst, terwijl de bank daarnaast de kosten van voer/stro/hoefsmid voor de periode vanaf datum faillissement voor haar rekening heeft genomen en de boedel een vergoeding dient te voldoen van € 500,- per week voor de periode na faillissementsdatum dat de paarden door de boedel zijn verzorgd. Met de bank moet nog worden afgerekend.
e
blad 7 – 1 verslag inzake De Haerst -faillissementen
VII.
Doorstart/voortzetten
Het onroerend goed en de goodwill/inventaris/levende have zijn in het kader van een doorstart bij twee separate overeenkomsten verkocht aan A. van Jaarsveld voor een bedrag van respectievelijk € 700.000,- en € 25.000,-.
VIII. Administratie 8.1 toestand administratie De administratie werd bijgehouden. De curator heeft de auditbestanden veilig gesteld. 8.2 goedkeurende verklaring accountant Gezien de omvang van de ondernemingen is een goedkeurende verklaring niet vereist.
IX.
Pauliana/verrekening
9.1 verdachte transacties De curator heeft geen aanwijzingen voor verdachte transacties. 9.2
X.
Maatregelen: n.v.t.
Bestuurdersaansprakelijkheid
10.1 Boekhoudplicht Op basis van een eerste onderzoek lijkt aan de boekhoudplicht te zijn voldaan. 10.2 depot jaarrekeningen Bij de deponering van de jaarrekeningen kunnen vraagtekens worden gesteld. Inzake De Haerst Invest BV zijn tot en met 2013 jaarrekeningen gedeponeerd. Uitgaande van een uiterste termijn van 13 maanden na afloop van het boekjaar, lijkt tijdig te zijn gedeponeerd. Over 2010, 2011 en 2012 zijn blijkens informatie uit het Handelsregister slechts “voorlopige jaarrekeningen” gedeponeerd. Inzake Hippisch Centrum De Haerst geldt dat blijkens informatie uit het Handelsregister over 2010 slechts een voorlopige jaarrekening is gedeponeerd en dat over 2011 en 2012 geen jaarrekening is gedeponeerd. De jaarrekening over 2013 is op 26 september 2014 gedeponeerd. Niet tijdige deponering van een jaarrekening betekent dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur en dat wordt vermoed dat het niet deponeren van de jaarrekening een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dit vermoeden kan door de bestuurder worden weerlegd door aannemelijk te maken dat er andere feiten of omstandigheden zijn dan de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling die een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. De curator dient zich op het voorgaande nog nader te beraden, waarvoor ook de omvang van de schulden nog nader in kaart dient te worden gebracht.
e
blad 8 – 1 verslag inzake De Haerst -faillissementen
10.3 stortingsverplichting aandelen Aan voldaan. 10.4 onbehoorlijk bestuur De curator heeft in dit kader nog geen onderzoek verricht. 10.5 Maatregelen: Niet aan de orde.
XI.
Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging
11.0 boedelschulden De boedelschulden zullen in het faillissement van Hippisch Centrum De Haerst in ieder geval bestaan uit de door het UWV overgenomen loonverplichtingen vanaf faillissementsdatum. In beide faillissementen zullen de boedelschulden verder bestaan uit salaris/verschotten curator. 11.1 vordering van de fiscus In het faillissement van Hippisch Centrum De Haerst is door de Belastingdienst een vordering aangemeld van € 11.949,-. 11.2 vordering van de UWV Door de UWV zijn nog geen vorderingen gemeld. 11.3 overige preferente vorderingen Er zijn geen overige preferente vorderingen gemeld in de faillissementen.
XII.
Crediteuren
12.1 aantal concurrente crediteuren De uit de administratie van de vennootschappen blijkende crediteuren zijn door de curator via een mailing aangeschreven met het verzoek hun vordering ter verificatie aan te melden. Tot dusver is in het faillissement van Hippisch Centrum De Haerst door 14 crediteuren een vordering gemeld. 12.2 bedrag concurrente crediteuren Hippisch Centrum De Haertst € De Haerst Invest €
9.924,51 p.m.
2 1 (Rabobank)
12.3 wordt het eigenlijke opheffer De curator kan nog niet aangeven op welke manier de diverse faillissementen dienen te worden afgewikkeld. 12.4 een vereenvoudigde afwikkeling Zie 12.3 12.5 wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld? Zie 12.3
e
blad 9 – 1 verslag inzake De Haerst -faillissementen
XIII. Rechtbank 13.1 toestemming afkoelingsperiode 13.2 toestemming voortzetting bedrijf 13.3 toestemming ontslag 13.4 toestemming opzegging/beëindiging huur 13.5 toestemming activatransacties 13.6 toestemming procederen 13.7 anderszins 13.8 termijn afwikkeling faillissement 13.9 plan van aanpak 13.10 indiening volgend verslag
n.v.t. n.v.t. 26 november 2015 (Hippisch Centrum) n.v.t. 30 december 2015 (OG + inventaris/c.a.) n.v.t. n.v.t n.n.b. voorlopige verificatie, onderzoek activa, onderzoek onregelmatigheden 6 april 2016
XIV. Overig Als bijlage is aan dit verslag in het faillissement van Hippisch Centrum De Haerst een staat van baten en lasten gehecht, inclusief een print van de mutaties op de faillissementsrekening – productie 1. Het saldo op deze faillissementsrekening bedraagt € 32.881,41. Met de bank dient echter nog te worden afgerekend en niet het gehele saldo valt derhalve in de boedel. In het faillissement van De Haerst Invest is nog geen sprake van gerealiseerde baten en lasten. Aan dit verslag is verder een specificatie van de tot dusver verrichte werkzaamheden gehecht productie 2. Door de curator/kantoorgenoten is in deze verslagperiode in totaal 69,4 uur besteed.
Zwolle, 6 januari 2015
mr S.J. de Vries, curator
Dit faillissement is in behandeling bij: mr S.J. de Vries Postbus 289 8000 AG ZWOLLE telefoon: 038 – 4238348 telefax: 038 – 4238349 email:
[email protected]