1 februari. Dit is dus de Griekse winter. Het was ons al voorspeld door onze Marina van de haven: “It ’s winter, now. Summer, first of april.” De nachten zijn koud, om een uur of 4 gaat de zon onder en de kachel aan. Het weerbeeld is heel wisselend. Overdag volgen zon en regen elkaar op. Af en toe een regelrechte storm, die van de bergen komt donderen. Meestal vanuit het zuidwesten. Volgens Marina is dat heel ongebruikelijk. De stormen horen ’s winters uit het noorden te komen en dan liggen we veilig: weinig deining (de storm valt ons van achteren aan over de bergen) en de kont wordt van de kade geblazen. Wind uit de zuidkant is voor Pietje ongunstig. Dan wordt ze tegen de kade gedrukt. Vandaag is het weer zo ver. We voelen het al als we opstaan: Pietje danst weer. Zuidwestenwind! We kijken naar de twee ankerlijnen en die staan strak. In de loop van de dag neemt de wind toe en als we nog eens checken hangt er een ankerlijn helemaal slap. Dat anker slipt! Als we achterom kijken ligt ze alweer gevaarlijk dicht tegen de kant. Pietje zwaait gevaarlijk uit naar twee kanten nu er maar een lijn is. En als die het ook begeeft? Enige remedie: de motor starten. Dat doen we dan ook en vervolgens liggen we uren in het lawaai van de storm en de motor. Dat is ook goed voor de motor, houdt Frans mij voor als zoethoudertje. Maar onze Pietje blijft gelukkig met haar kont van de kade. Aan het eind van de middag lijkt de wind af te nemen. We aarzelen geen moment: eigen anker uitbrengen. Alle lijnen zijn in no-time los. We laten ze op de kant liggen en vertrekken. Zelfs Karel laten we achter als hij niet meteen reageert op het fluitje van Frans. Hij stond wel raar te kijken, horen we later van buurvrouw Alie. Onze Engelse buurman die al jaren in Methana ligt, geeft ons het advies om ver in de haven ons anker te laten vallen, want er liggen veel cementblokken op de bodem bij de kade. Met onze 60 meter ankerketting komen we een heel eind. Nu het anker laten vallen en terug. Af en toe komt er nog een loeier langs, maar Frans houdt Pietje gelukkig redelijk recht. Ik ben bang dat alle ketting al is uitgevierd als de elektrische lier bromt en de ketting blijft steken. (ervaring van eerdere ankerpogingen!) We liggen nog een meter of vijf van de kant. Op de kade staat iedereen klaar om te helpen afmeren. Maar dat heeft weinig zin als we er niet komen! Op mijn teken vaart Frans een stukje naar voren en weer terug. Ik voel de ankerketting over de grond slepen en dan zijn we al tussen de schepen. Pff, gered! Met al die helpende handen komt Pietje netjes aan de kade. Karel springt al aan boord als de motor nog draait. Meestal moet hij niks van dat lawaai hebben. Maar het idee om bij het zwerversvolk te gaan horen staat hem niet zo aan, geloof ik. En de storm? Die komt ’s nachts weer langs. We worden er allebei wakker van, maar alles is veilig. “Hadden we eerder moeten doen,” zeg ik slaperig. En Frans is het er zomaar mee eens! 7 februari. Nu moet het er toch van komen! We krijgen eind februari bezoek van familie en dan moet Pietje weer vaarklaar zijn. Er is nog wel wat te doen: kuiptafel herstellen (vooral de roestige poten schuren en lakken), kuipkussens schoonmaken, peddels lakken, romp herstellen, de touwballen herstellen, kajuit in de was zetten en Frans moet nog de mast in om o.a. het toplicht te maken. Dat heeft het begeven.
Dus geen wandelingen met Alie voorlopig als het weer een stralende dag is. Maar samen werken aan Pietje is eigenlijk best gezellig. In ieder geval is het dan altijd stralend weer! En als het slecht weer is hebben we een vrije dag, lang niet gehad! 16 februari. Ons werk wordt onderbroken als we een dag met de buren op stap gaan. Willem wil ook een Grieks contract voor zijn internet en de dichtstbijzijnde plaats waar dat kan is Nauplio, zo’n 100 kilometer rijden. We huren een auto en gaan samen op weg. Het weer is niet geweldig, dus we hadden toch al een vrije dag. Het voelt als een schoolreisje! Nauplio is een oude vestingstad met een grote natuurlijke haven. Er ligt een eilandje in met een vesting. Die werd ooit gebruikt om misdadigers te onthoofden. De beul woonde er ook, want als hij aan wal kwam was hij aan de beurt. Nu is er een museum. Als we binnenrijden zien we een winkel waar Vodafone opstaat. Stoppen! De heren verdwijnen om de hoek en wij zitten in de auto tegen de vitrine van een bakker aan te kijken. Dan krijg je wel zin in ‘koffie met koek’. We stappen uit en bestellen. Alie doet zich te goed aan een enorm broodje. We giechelen erom. We zijn niet voor niets op schoolreis!
. De heren zijn lang bezig met het Vodafone contract. Bij elke handeling moet een handtekening gezet en gebeld worden met Athene. En dan is het nog niet in orde blijkt later. Griekenland ten voeten uit. Wij hebben nog tijd om de mooie oude stad te bekijken. We slenteren door de nauwe straatjes en het is heerlijk voor ons meisjes om weer eens in een etalage te kunnen kijken.
Op de terugweg doen we Vathi aan. Alie en ik hebben al een keer bewonderend van boven staan kijken naar dit haventje op een van onze wandeltochten. Toen te ver om door te gaan. Dus nu slaan we nu onze slag. Het is inderdaad de moeite waard.
Een romantisch (heel klein) haventje met restaurantjes, waar de open haard uitnodigend brandt. We hebben helaas alleen tijd voor een drankje, er kan zo een onweersbui losbarsten. Dan willen we toch liever in Methana zijn. En het wordt ook al donker.
Maar we komen hier zeker terug! Alie en ik zien ons project ‘naar Vathi wandelen’ al voor ons en dan bij het haardvuur dineren. Maar eerst moet de boot op orde! 27 februari. Van onze aanstaande visite krijgen we een mail: Help, we kunnen geen auto huren! Het is de avond voordat ze aankomen. De reden is de creditcard. Daar schijn je vandaag de dag niet meer zonder te kunnen. Buurman Willem heeft dat al ervaren. Zonder creditcard geen internetcontract. Met veel toeters en bellen heeft hij van zijn bank in Nederland zo’n kaartje toegestuurd gekregen, veel telefoontjes en ergernissen later. En toen was het contract met Vodafone verlopen. Weer handtekeningen zetten! Na een maand is het nu eindelijk in orde. Zwager Jan heeft er ook geen een. Dus geen autootje huren op het vliegveld. Frans en ik hangen de hele avond aan onze laptops om een site te vinden waar je zonder creditcard een auto kan huren. Op de site ‘autohuren in Griekenland zonder creditcard’ gaan we enthousiast aan de gang met personalia, maar de laatste vraag luidt: ‘Wat is het nummer van uw creditcard?’
28 februari. Ik haal de visite in Piraeus. Met mijn creditcard kan ik daar een auto huren. Niks aan de hand. En ik heb weer een uitje: met de bus naar Galatas, met het pontje naar Poros, koffie drinken, met de ferry naar Piraeus. Ik ben wel een hele dag onderweg, gezien het vertrekuur van de bus uit Methana: 07.15. Dus vroeg uit de veren! Gelukkig is mijn mobiel opgeladen (dat vergeet ik nog wel eens bij soortgelijke uitstapjes). We vinden elkaar snel. Terugrijden is een ander verhaal! Zie verslag van Jan. 4 maart. Wat en luxe om weer een auto onder je kont te hebben! Samen met zwager Jan ben ik chauffeur. We doen boodschappen in winkels waar we met de bus niet kunnen komen. We rijden naar restaurantjes waar we anders niet kunnen komen, o.a. weer naar Vathi. We ontdekken de raki, maar dat ligt aan Jan en Maaike, niet zozeer aan het genot van de auto. Dat is trouwens geen aan te bevelen combinatie! En we verkennen het schiereiland. Frans en ik kijken al enkele maanden tegen het gebergte aan, dat achter de haven ligt. Buurvrouw Alie en ik hebben al behoorlijk ons best gedaan, maar verder dan anderhalve berg zijn we niet gekomen. Onze actieradius is niet zo groot. Ik wil nu toch wel graag weten wat er aan de andere kant van al die kraters allemaal te zien is. Op de verjaardag van Jan gaan we dan eindelijk de bergen over! Het verslag van Jan over zijn verjaardag begint op de volgende pagina. Hieronder vast een foto impressie.
Stralend weer, die dag!
Hoe Jantje zijn verjaardag vierde. (4 maart 2013)
Ook wij, Maaike en Jan, zuster en aanhang van Frans en Marleen, behoren tot de gelukkigen om uitgenodigd te worden mee te varen aan boord van de Pietje van Kan. Na enig zoeken was een betaalbare vliegreis zo geboekt, een huurauto blijkt een ander verhaal. Daar is een creditcard voor nodig. En laat ik dus net vorig jaar, na 10 jaar een ongebruikte creditkaart op zak, besloten hebben dat ding aan de wilgen van de bank te hangen. Wat nu? Mailcontact met het koppel in Griekenland leverde een oplossing: Marleen met ferry naar Pireus, wij met vliegtuig en bus naar dezelfde plek en auto huren met de creditcard van Marleen. Vol goede moed twee dagen voor vertrek een Schiphol taxi besteld i.v.m. prehistorische vertrektijd: vlucht om 06.50, lees incheck om 04.50, dus taxi om 04.15. De avond voor ons vertrek SMS bericht van taximaatschappij: i.v.m. grote drukte komt taxi om 03.30. Vol berusting wekker gezet op 02.30, taxi was op tijd, wachttijd op Schiphol lang en vervelend. Hapjes en drankjes geen ambassadeur voor de Nederlandse keuken, maar wij zijn op weg naar de warmte! (Amsterdam rond het vriespunt, Athene rond 12 graden!) Vlucht en aankomst zonder enig probleem, bus stond klaar voor de uitgang van de luchthaven, ik kon nog net 2 kaartjes kopen, instappen, deuren dicht en wegwezen. Toch nog ruim 1 uur en een kwartier naar Pireus. De haven is, op zijn zachtst gezegd niet erg overzichtelijk. Een aantal borden met verwijzingen naar diverse eilanden deden mij impulsief besluiten ook Maaike te bewegen uit te stappen en dat bleek 150 m voorbij de gate van de boot naar Poros, een eiland net ten zuiden van de overwinterplek van de Pietje. En daar konden wij zowel wachten op Marleen als op een kop koffie met broodje. Helaas was het wel 12 graden maar geen terrasjes weer. Zwaar bewolkt en veel wind. Na een klein uurtje dook Marleen op, we dronken wat en lieten Maaike op de bagage passen terwijl Marleen en ik achter de huurauto aan gingen. Ze had een adres op dezelfde straat. Het bleek iets verder weg dan wij gedacht hadden. Wij kwamen dus pas 2 uur later terug bij een verkleumde Maaike om vanuit Pireus op weg te gaan naar Methana, wat op de terugweg nog geen 2,5 uur bleek, maar als je, zoals wij 5 x langs hetzelfde punt in Pireus komt in een poging eruit te komen, is dat wat langer. Uiteindelijk dan toch op de grote weg beland en alsnog in het halfduister een tussenstop gemaakt in Epidavros, in een kleine taveerne. Weer bijna okselfris werd het laatste deel van de tocht in het donker afgelegd. De aankomst bij de Pietje van Kan was ook voor ons spannend, want Kareltje kennen wij al jaren maar de nieuwe asielzoekster Helena kenden wij alleen uit beschrijvingen. En het is maar goed dat deze dame zo zelfstandig is en daar thuis is, want het blijkt een kat te zijn die wij ook zo mee naar huis zouden willen nemen.
De avond verliep zoals verwacht met eten, drinken, verhalen etc. Dus zo voorbij. En gezien ons ontijdige uur van opstaan begon bij ons al vroeg zich een redelijke afwezigheid af te tekenen en voor de meeste lezers dezes zal gelden: niets slaapt zo lekker als een deinend schip. Pakjesavond was dus de volgende morgen: pakjesavond want wij hadden een verlanglijst meegekregen waar goederen op stonden van roestvrij stalen speciaal gemaakte artikelen, moeren, bouten, champignonsoep, thee, maggi en verder nog zo het een en ander. De rest van de dag was bewolkt, regenachtig, winderig en guur, dus onze activiteiten (kaarten) bleven beperkt. Wel maakten wij kennis met de buren: een Nederlands echtpaar, Alie en Willem, die daar ook overwinterden. Toen kwam mijn verjaardag. Mijn eerste cadeautje was het opendoen van mijn ogen. Wakker worden op een schip als de Pietje van Kan is al een cadeautje op zich. Het tweede cadeautje was dat de zon bleek te schijnen en de wind was gaan liggen. Het derde cadeautje was Maaike, die mij heel lief feliciteerde en koffie naast mijn bed zette. Aangezien het schippersechtpaar nog in diepe rust was vonden wij het tijd voor een wandelingetje langs de boulevard van Methana en op een terrasje te zitten met uitzicht op de ‘grote’ havenpier, waar een majestueuze driemaster ligt te wachten op charters. En natuurlijk de Griekse koffie: enas sketos, enas metrios.
Teruggeslenterd bleek ons schippersechtpaar uit hun coma ontwaakt en al redelijk actief, dus volgde een relaxed ontbijt waarbij, vanaf de wal buurman Willem mij een serenade op zijn accordeon bracht. Vertederend! Frans stelde voor het eiland te verkennen en gezien het weer was dat een briljant idee. Nog steeds die stralende zon! En zo vertrokken wij rond 13.30 uur via de oostkust naar de noordkant van het schiereiland Hersonissos. Een rit vol adembenemende uitzichten op zee, op de vele eilanden in de buurt en niet te vergeten op het (schier)eiland zelf. Want daar spat de flora in dit jaargetijde wel zo wellustig uit de grond dat er elke dag meer bloemen en plantensoorten te zien zijn.
Aan de noordoost punt stopten wij bij Agios Georgeos, een haventje dat bestaat uit een pier dwars op de kust en een pier dwars daar weer op zodat een grote L vorm ontstaat. Op zichzelf niet bijzonder, ware het niet dat die dwarspier was gemaakt door het afzinken van een schip tegen het betonnen deel, om daarna ook volgestort te worden met beton. Als je er bovenop liep had je het nauwelijks in de gaten, maar een briljante oplossing.
Het plaatsje maakte, net als alle anderen overigens, een heel uitgestorven indruk. Na Koptisch Pasen zal dat wel anders worden, dan begint het toeristenseizoen. Maar wel zo uitgestorven dat een van ons voorzichtig de deur van de lokale taveerne opende, een stap naar binnen deed, besluiteloos bleef wachten tot iemand opdaagde en dan voorzichtig vroeg: “Are you open?” Gelukkig was overal het enthousiaste antwoord: “Yes!” Ook hier. Na een lavenis in de taveerne door langs de noordkust naar het westen. En ondanks uit Nederland meegebrachte kaarten, blijft het toch een puzzeltocht, dus doe je er wat langer over. Dat geeft niet, want wie heeft er nu haast. De tocht, grotendeels door de bergen en heuvels, leidde ons langs een weitje waar een grote wandelende takkenstruik tussen de geiten liep. Er was gelukkig plaats om te stoppen, dus dit biologische fenomeen werd van dichtbij bestudeerd en bleek een ezeltje dat helemaal volgepakt was met takken met de bladeren er nog aan. Alleen van heel dichtbij was het ezeltje nog te zien. De zegeningen van de digitale fotografie kwamen hier ook weer van pas.
En steeds maar weer die stralende zon! De weg bracht ons in Agios Nicholas. Een klein haventje, wat vissersboten, wat witgeschilderde huisjes en al even slaperig. Het gemeenschappelijk idee ontstond om hier wat te drinken, ook hier leek alles gesloten. Maar ook weer even binnen gekeken, iemand laat zich zien en natuurlijk zijn ze open. De open haard gaat aan en er wordt een tafeltje voor gesleept met stoeltjes, er wordt drank aangedragen, mezes worden op tafel gezet en zo wordt het snel heel gezellig later en is de eventuele honger ook helemaal verdwenen. Maar nog niet te laat om een nog spectaculair avontuur te ondernemen. En nog steeds die stralende zon! Dus weer in de auto en via de bergen naar de krater ten noorden van Kameni Hora. Ik realiseer me nu pas dat mensen die niet beschikken over de ‘Tourist Map’ van de lokale ondernemersvereniging deze gehuchten nooit terug kunnen vinden op een wegenkaart, maar soit. Er was aldaar, zowaar een plekje langs de weg, achter een wegwijzer naar de rotswand Volcano. De auto werd geparkeerd en een geitenpaadje werd ontdekt wat (mogelijk) leidde naar de krater. Dat werd welgemoed gevolgd, aanvankelijk gevieren, maar na zo’n 150 meter klimmen en klauteren stelde Frans vast dat hij niet de juiste schoenen aanhad, zodat hij zich verder, in de schaduw met zijn e-reader bezighield.
Ikzelf heb mijn 67-ste jaar gevierd met het als een klipgeit klauterend, bedwingen van een hoogteverschil van zo’n 175 meter en hoewel ik boven klonk als een stoommachine die aan revisie toe is, ik stond daar toch maar. Trots hebben wij daarboven foto’s van elkaar gemaakt en waren daarna snel weer beneden. En steeds maar weer die stralende zon! Daarna op naar Vathi een klein havenplaatsje aan het midden van de westkust, omdat Frans daar zo’n leuk terrasje wist en zo reden wij dus verder door dat nog steeds imponerende landschap. Vathi was nog veel leuker en intiemer dan alles wat wij tot nu toe hadden gezien. Een ronde baai van zo’n 100 meter, omgeven door hoge heuvels met vrij steile wanden, kleine vissersbootjes en vijf taveernes, waarvan er nu drie open zijn.
Het hele cliché is daar, maar het is wel waar! Tafeltje en stoeltjes aan de waterkant, drankje en een mezes erbij, vissertje op de achtergrond maakt zijn netten klaar voor morgen en zes katten rond de voeten
En nog altijd die stralende zon! Pas toen die begon te verdwijnen vonden wij het tijd om af te rekenen en eens op schip aan te gaan. Een diner was niet meer nodig, omdat de mezes door de eigenares op eigen initiatief wat werd uitgebreid en bij het afrekenen ook nog vond dat wij dan maar het toetje, reeds door haar gemaakt, moesten meenemen voor later. Aan boord hebben wij nog even de avond van mijn verjaardag op waardige wijze gevierd, waarbij mij voor de zoveelste keer is opgevallen hoe weinig verschil er is tussen de opvattingen van Frans en Marleen enerzijds en Maaike en mijzelf anderzijds over hoe je een verjaardag viert. Maar toen scheen de zon allang niet meer! Ik wil het hierbij laten want als ik de volledige 12 dagen ga beschrijven wordt het zelfs te veel voor het geheugen van een e-reader, en dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Laat mij volstaan met de volgende samenvatting: We hebben 12 dagen genoten van Griekenland, het schip en het gezelschap. En steeds weer scheen de zon!
Dank, Jan en Maaike.