Burgemeester en wethouders
gemeente Schiedam
Postbus 1501 3100 EA Schiedam Stadskantoor Stadserf 1 3112 DZ Schiedam T010219 11 11 F 010 246 53 51 W www.schiedam.nl
Aan de gemeenteraad van Schiedam
UW KENMERK
ONS KENMERK
09UIT10810
2 juli 2009
UW BRIEF VAN
DOORK1ESNUMMER
E-MAIL
010-2191635
[email protected]
ONDERWERP
Gladheidsbestrijdin£
Geachte dames, heren, De gemeente Schiedam is als wegbeheerder verantwoordelijk voor h in goede staat houden van de weg. Tot de zorgplicht behoort ook het bestrijden van gladheid. Onl gs hebben wij een nieuw gladheidsbestrijdingsplan vastgesteld. Hierbij bieden wij u dit plan a Gladheidsbestrijding dient om de verkeersveiligheid te bevorderen, d doorstroming te optimaliseren en de bereikbaarheid op peil te houden. Daarbij moeten afwegingen orden gemaakt tussen de wensen en behoeften van de weggebruiker, de consequenties van het gebruik 'an dooimiddel voor het milieu en de (on-) mogelijkheden van de inzet van mensen en middelen. Ter bevordering van de voorspelbaarheid voor de weggebruiker hebb n het CROW (kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) en de NVR ) (Vereniging voor afval- en reinigingsmanagement) in 2006 een integrale visie op de gladheidsb trijding ontwikkeld en de diverse wegbeheerders verzocht deze visie te hanteren als vertrekpun bij de invulling van de gladheidsbestrijding. De integrale visie sluit aan bij de verwachtinge die de weggebruiker redelijkerwijs mag hebben ten aanzien van het product: (1) de veiligh id van de weggebruiker staat voorop en (2) gladheidspreventie door middel van natstrooien voorda het wegdek glad wordt heeft, waar noodzakelijke en mogelijk, de voorkeur boven gladheidsbestrij ng (droogstrooien). De integrale visie is uitgewerkt in concrete aanbevelingen per wegcategorie en so< -t wintergladheid. In het Gladheidsbestrijdingsplan voor Schiedam is, voor de bepaling aangesloten bij de aanbevelingen uit de integrale richtlijn gladheidsb winter 2009/2010 worden de gebiedsontsluitingswegen, busbanen/bu stoffen, routes exceptioneel transport, vrijliggende fietspaden, doorg routes naar gemeentehuis, ziekenhuis, politie, brandweer en stations/ preventief gestrooid (prioriteit 1). Ook de wegen naar speciale besten verpleeghuizen, ouderenontmoetingscentra, wijkcentra, scholen) wor deze wegen geldt een prioriteit 2 wat betekent dat ze, indien het niet preventief te strooien, pas gedaan worden nadat het volledige areaal r Voor het strooien van voetpaden naar deze speciale bestemmingen w indien gewenst zoutemmers en zoutkisten) ter beschikking gesteld.
Ons kenmerk 09UIT10810
an prioriteiten in de bestrijding, ;trijding. Met ingang van de stroken, routes gevaarlijke nde (regionale) fietspaden en iltes NS, Metro en Tramplus ningen (zorgcentra, 2n preventief gestrooid. Voor albaar is om alle routes ;t prioriteit 1 is behandeld, "den zakken strooizout (en nkelgebieden worden preventief
Pagina 1 van 2
of curatief gestrooid. In de praktijk betekend dit dat de winkelgebiedi tussen 7.30 en 9.30 uur 's ochtends, indien nodig met de hand, worden gestrooid. Dit geldt ook oor een aantal extra gevoelige locaties zoals bruggen en trappen. Erftoegangswegen, woonerven en larkeervoorzieningen worden alleen bij langdurig optredende gladheid of bij ernstige ijzel of sneeu /val gestrooid. Deze uitgangspunten zijn vertaald in een te strooien areaal zoals opg< ïomen in het jaarlijks te actualiseren uitvoeringsplan gladheidsbestrijding. De te strooien area m worden gepubliceerd op de website van de gemeente en op de gemeentepagina (eind september).
Hoogachtend, en wethouders van Schiedam, .i., de burgem
an de C roenendaal
/erver-Aartsen
Bijlage: gla|heidsbestrijdingsplan
Ons kenmerk 09UIT10810
Pagina 2 van 2
Wintergladheidsbestijdingsplan Beleidsplan winter 2009 / lente 013 Uitvoeringsplan seizoen 2009 / 010
Wintergladheidsbestijdingsplan Beleidsplan gladheidsbestrijding winter 2009 / lente 2013 Uitvoeringsplan gladheidsbestrijding seizoen 2009/2010 Inhoud 1. Inleiding
3
2. Beleidskader 2.1 Juridisch kader 2.2 Arbeidsomstandigheden 2.3Milieu 2.4 Kosteneffectiviteit
3
3 Integrale visie gladheidsbestrijding
5
4
5
Evaluatie bestaande situatie
5 Beleid 5.1Strooimethodiek 5.2 Signaleringsmethode 5.3 Uitruk- en strooitijden 5.4 Prioriteit in bestrijding 5.5 Interactieve beleidsontwikkeling en communicatie 5.6 Uitbesteding 6
Kosten
8
7. Uitvoeringsplan gladheidsbestrijding seizoen 200S/2010
Bijlage 1 Bijlage 2
9
Te strooien areaal Ingeperkt te strooien areaal bij snel intredende gladheid en bij ernstige en/of langdurige sneeuwval
Gemeente Schiedam Afdeling BOR-ROR Juni 2009
1. Inleiding Gladheidsbestrijding dient om de verkeersveiligheid te bevorderen, de doorstroming te optimaliseren en de bereikbaarheid op peil te houden, Onder gladheidsbestrijding wordt zowel het voorkomen van gladheid als het bestrijden van daadwerkelijk ontstane gladheid verstaan. In Nederland is de gladheidsbestrijding een verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. Voor Schiedam is voor het laatst in 2001 sen gladheidsbestrijdingsplan (Gladheidbestrijding in Schiedaam, ONS Milieu, versie oktober 1999) door het toenmalige college van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. De gemeente Schiedam heeft de uitvoering /an de gladheidsbestrijding uitbesteedt aan IRADO. Onderlinge afstemming over de gladheidsbestrijding tuss sn diverse wegbeheerders is gewenst in verband met de voorspelbaarheid voor de v/eggebruiker. Het CROW (kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) en de NVRD (Vereniging voor afval- en reinigingsmanagement) hebben om die reden in 2006 een integrale visie op de gladheidsbestrijding ontwikkeld en de diverse wegbeheerders verzocht deze visie te hanteren als vertrekpunt bij de invulling van de gladheidsbestrijding. Voor de regio Rijnmond Noord zijn in 2005 en 2006 in Ndxusverband (inmiddels BEREIK) afspraken gemaakt over een samenhangend st ooibeleid aan de noordkant van Rotterdam. Het betreft een eerste netwerk van wegen (stroomwegen) waar preventief wordt gestrooid en het uitwisselen van meteo-qegevens. In dit beleidsplan word voor de winter van 2009/2010 tot on met de winter van 2012/2013 aangegeven hoe het gladheidsbestrijding wordt uitgevoerd binnen de wettelijke kaders en de integrale visie gladheidsbestrijding. De beleidskeuzes worden vastgelegd. Het uitvoeringsplan geeft de vertaling van be eid naar concrete acties, Het uitvoeringsplan dient jaarlijks te worden geactualisee • d .
2. Beleidskader In het beleidsplan zijn afwegingen gemaakt tussen de wehsen en behoeften van de weggebruiker en de (on-) mogelijkheden van de inzet var mensen en middelen. Net als bij andere door de overheid te leveren collectieve dier sten geldt dat de aanbieder keuzes maakt over de inrichting van de dienst en de mate; van service of de te leveren kwaliteit. De klant, in dit geval de weggebruiker, heeft hier slechts ten dele invloed op. De wijze waarop het product gladheidsbestrijc ing vorm krijgt wordt met name bepaald door: wettelijke kaders waarbinnen het mo et worden uitgevoerd, arbotechnische omstandigheden, consequenties voor het milieu als gevolg van het gebruik van dooimiddelen en het beschikbare budget. Juridisch kader De wegbeheerder is op grond van artikel 15 e.v. van de Vyegenwet verantwoordelijk voor het in goede staat houden van de weg. Als hij niet voldoet aan deze verantwoordelijkheid, met schade bij weggebruikers als g 3volg, kan hij voor die schade aansprakelijk worden gehouden. Er moet dan wo den voldaan aan de
voorwaarden voor aansprakelijkstelling. De mogelijke aan sprakelijkheid voor ongevallen door zaken op het wegdek dient beoordeeld te worden op basis van artikel 6.162 van het Burgerlijk Wetboek. Een belangrijk punt bij de aansprakelijkheidstelling is de vraag of er sprake is van ve rwijtbaarheid van de weg beheerder. Vanwege de voorzienbaarheid van het fenomeen gladheid zal de wegbeheerder moeten kunnen aantonen dat op structurel ï wijze aan de zorgplicht is voldaan. Hieraan kan worden voldaan door middel van: • Een gepubliceerd gladheidsbestrijdingsplan • Een gladheidsmeldsysteem • Een goede administratie van tijden en gereden routes • Het voorhanden hebben van voldoende materieel • Consistentie in beleid en uitvoering De zorgplicht van de gemeente ten aanzien van het onde haar beheer vallende wegennet gaat niet zo ver, dat zij de veiligheid der wegge Druikers moet garanderen. Van de weggebruiker mag - zeker in het jaargetijde dat gl adheid zou kunnen optreden - extra oplettendheid en voorzichtigheid worden verwacht. Arbeidsomstandigheden De kaders voor de inzet en de arbeidsomstandigheden vdm het personeel zijn bepaald in de arbeidstijdenwet, het arbeidstijdenbesluit en de arbowet. De werkzaamheden in het kader van de gladheidsbestrijding hebben als kenmerk dat ze onregelmatig, niet vooraf planbaar en vaak in de avond en nacht worden uitgevoerd. Chauffeurs van strooiwagens en coördinatoren worden in de winter in consignatie ingezet. Naast hun reguliere werkzaamheden moeten zij pok beschikbaar zijn voor gladheidsbestrijding. De bepalingen hebben betrekking o ) de maximale (gemiddelde) arbeidsduur per etmaal, week en maand en op de maximale duur van de consignatie. De uitvoerder van de werkzaamheden is verantwoordelijk voor de veiligheid van het personeel. De veiligheidsaspecten hebben betrekking op het gebruik van materiaal (dooimiddel) en materieel en op de uitvoering (gladheid e woonwerkverkeer). Milieu Dooimiddelen hebben een schadelijke invloed op het leeflmilieu. Een deel komt direct in de berm. Een ander deel komt indirect via afspoeling terecht in het grondwater of oppervlaktewater. Bij een te grote blootsteling aan dooim ddelen kunnen bomen en struiken worden aangetast. Milieuschade kan worden beperkt door beperkt/gericht en zuinig te strooien. Kosteneffectiviteit Ds kostenposten voor de gjadheidsbestrijding zijn onder :e verdelen in vaste en variabele kosten. De vaste kosten betreffen kapitaalslastèn van het materieel en de benodigde infrastructuur en de kosten van de wachtdienst. De variabele kosten worden gevormd door personele kosten, het gebruik van het materieel (brandstof voor de voertuigen etc.) en het verbruik van dooimiddele 1. De kosteneffectiviteit kan worden vergroot door een optimale schaal voor samenwerking en een zorgvuldige afstemming van de methodiek voor gladheidsbestrijding >p de lokale situatie.
3. Integrale visie gladheidsbestrijding De integrale visie op de gladheidsbestrijding sluit aan bij klant (weggebruiker) redelijkerwijs mag hebben ten aanz veiligheid van de weggebruiker staat voorop en (2) gladh van natstrooien voordat het wegdek glad wordt heeft, wa mogelijk, de voorkeur boven gladheidsbestrijding (droogs
e verwachtingen die de n van het product: (1) de idspreventie door middel r noodzakelijke en •ooien).
De integrale visie gladheidsbestrijding is uitgewerkt in co crete aanbevelingen. De wegen worden, conform duurzaam veilig, onderscheiden iaar hun verkeersfunctie in stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangsv\ egen. Daarnaast zijn er binnen de openbare ruimte gebieden die speciale aandac it vragen, te weten: (vrijliggende) fietspaden, busbanen- en busstroken, winke Igebieden, woonerven, parkeervoorzieningen en wegen en voetpaden naar spec ale bestemmingen (ziekenhuis, politie, brandweer, gemeentehuis, biblioth.ee , bejaardenhuis, scholen). In onderstaande tabel is per wegcategorie en soort winte gladheid de voorkeur voor de wijze van gladheidsbestrijding en responstijd weergeg iven. Tevens is aangegeven met welke prioriteit de verschillende wegcat gorieën behandeld moeten worden. Categorie
Prioriteit
Strooimethodiek
Gebiedsontsluitingsweg Erftoegangsweg Vrijliggend fietspad Busbaan/busstrook Winkelgebied Woonerf Parkeervoorzieningen Speciale bestemmingen
Hoog Laag Hoog Hoog Hoog/middel Laag Laag Middel
Preventief (bij gladhe I door neerslag ook curatief) Curatief (binnen 48 u r) Preventief (bii gladhek door neerslag ook curatief) Preventief (bij gladhei< door neerslag ook curatief) Curatief (binnen 3 uur Curatief (binnen 48 uu i Curatief (binnen 48 uu Wegen preventief Voetpaden curatief (bi nen 3 uur)
Richtlijnen voor wegen binnen de bebouwde kom
4, Evaluatie bestaande situatie Beschrijving De gladheidsbestrijding in Schiedam wordt al geruime tijd uitgevoerd door IRADO. Van oktober tot en met maart staat de gladheidsbestrijdin sploeg stand-by. In 2008 heeft IRADO materieel aangeschaft wat geschikt is voor r atzoutstrooien. Met ingang van het strooiseizoen 2008/2009 is gestart met het prevei :ief strooien met natzout. De in 2001 vastgestelde strooiroutes zijn jaarlijks op actu; iteit getoetst en aangepast. De strooistrategie is dat eerst de hoofdontslui ngswegen en doorgaande fietspaden worden gestrooid en daarna de industrieterreir en. Woonstraten en trottoirs worden in principe niet door IRADO gestrooid. BL gers en belanghebbenden kunnen hiervoor gratis emmers strooizout afhalen bij het; valbrengstation. Bij een aantal extra gevoelige locaties zoals bruggen, viaducten, appen en bepaalde wegdektypen staan zoutkisten.
5
Waardering Na behandeling van de hoofdroutes wordt op basis van m Idingen van de politie en burgers gestrooid. Deze werkwijze waarbij een groot dee van de inspanningen wordt aangestuurd door meldingen is weinig efficiënt en effectie Het beheer van de zoutkisten, zowel het vullen als het uitstrooien, laat te we sen over. Een analyse van de meldingen en aansprakelijkheidstellingen van de afgelopen jaren laat zien dat deze veelal betrekking hebben op fietspaden Een aantal doorgaande fietspaden zat niet in de strooiroute en een aantal fietspa en die wel in de route zaten werd om verschillende redenen niet gestrooid.
5. Beleid Vertrekpunt bij de invulling van het beleid zijn de evaluatie van de bestaande werkwijze en de confrontatie hiervan met het wettelijk kad 2r en de integrale visie gladheidsbestrijding. Een aantal thema's is daarbij van be ang: de strooimethodiek, de signaleringsmethode, uitruk- en strooitijden, prioriteit in bestrijding, interactieve beleidsontwikkeling en communicatie en tenslotte de keu 3 om de gladheidsbestrijding in eigen beheer te hebben of uit te beisteden Strooimethodiek Er zijn twee methoden om dooimiddel op het wegdek aan te brengen: droogzoutstrooien en natzoutstrooien. De keuze voor natz outstrooien is ingegeven door de wens tot preventief strooien. Bij natzoutstrooien ordt aan het droge zout (NaCI) juist voor het bereiken van de strooischotel, een zoutoplossing toegevoegd, Vermenging vindt plaats op de strooischotel en het meng el verlaat deze als 'natzout'. Bij natzoutstrooien zijn de materieelkosten hoge maar daar staan belangrijke voordelen tegenover: een hogere verkeersveili gheid, minder zoutgebruik (minder verwaaiing) en een efficiëntere inzet van personei I en middelen, In Schiedam is met ingang van de winter 2008/2009 geste rt met natzoutstrooien. Bij de bestrijding van gladheid veroorzaakt door sneeuwvé I wordt gebruik gemaakt van een sneeuwschuif en twee sneeuwborstels. Signaleringsmethode Voor een effectieve uitvoering van de gladheidsbestrijding is, zeker als er preventief wordt gestrooid, behoefte aan accurate voorspellingen va gladheid. De hulpmiddelen hiervoor zijn de afgelopen jaren sterk verbe erd. Naast de algemeen beschikbare weersverwachtingen zijn gegevens over de toestand van het wegdek in het eigen beheergebied van elang. Deze gegevens kunnen worden verkregen van een gladheidsmeldsysteen (GMS); een meetstation waarmee gegevens over de wegtemperatuur, luchttemperatuur neerslag, luchtvochtigheid en het zoutgehalte dat nog op de weg aa iwezig is worden gegenereerd. Weerbureaus kunnen op basis van meteoro ogische prognoses en de gegevens van het GMS specifieke gladheidsberichten ger f eren. De gladheidscoördinator bepaalt, eventueel na overleg met d meteoroloog, of en wanneer preventief gestrooid wordt. Tot nu maakt Schiedam alleen gebruik van algemeen bes hikbare weersverwachtingen, eigen waarnemingen ten aanzien van de toestand van het wegdek en van een alarmeringsfunctie door een weerbureou (Het weerbureau had daarbij de beschikking had over gegevens van meldpunte van Rijkswaterstaat op
het Kleinpolderplein en bij de Beneluxtunnel). Inmiddels zijn voorbereidingen getroffen voor het aanbrengen van een eigen GMS en vo ledige gladheidsbewaking door een weerbureau. Dit ontlast de coördinator gladheidbestrijding van het interpreteren van de gegevens. Naar verwachting komt dijt de kwaliteit en de eenduidigheid in de besluitvorming ten goede.
Uitruk- en strooitijden Bij preventief strooien is de tijd die beschikbaar is voor uitrukken en strooien afhankelijk van hoelang van tevoren een betrouwbare gladheidsvoorspelling beschikbaar is. Bij gladheid door neerslag is dit ongeveer twee uur, bij andere soorten gladheid (condensatiegladheid, bevriezing) kan dt langer zijn. Om praktische redenen kan bij mogelijke maar nog onzekere gladheid eerder met een preventieve strooiactie worden gestart. Daarbij bestaat de kans dat ac hteraf blijkt dat de actie niet nodig was. Bij curatief strooien zijn landelijke richttijden beschikbaar voor het bepalen van de strooitijd. In Schiedam bedraagt de uitruk- en strooitijd voor het uitvoeren van de volledige strooiroute met het huidige materieel circa 4 uur. Om het tegengaan van gladheid op de belangrijke doorgaande wegen en fietspaden zoveel mogelijk te garanderen wordt: • bij waarschijnlijke maar nog onzekere gladheid gestrooid en • bij zekere gladheid binnen 2 uur eerst een ingekorte route (prioriteit 1, zie volgende paragraaf) gestrooid. Prioriteit in bestrijding Het beheergebied van Schiedam betreft bebouwde kom én kent geen stroomwegen (wegen waarvan in regionaal verband is afgesproken dat deze preventief gestrooid worden). Met ingang van de winter 2009/2010 worden de gebiedsontsluitingswegen, busbanen/busstroken, routes gevaarlijke stoffen, routes exceptioneel transport, vrijliggende fietspaden, doorgaande (regionale) fietspaden en routes naar gemeentehuis, ziekenhuis, politie, brandweer en stations/haltes NS, Metro en T ramplus preventief gestrooid (prioriteit 1). Ook de wegen naar speciale bestemmingen (zorgcentra, verpleeghuizen, ouderenontmoetingscentra, wijkcentra, scholen) worden preventief gestrooid. Voor deze wegen geldt een prioriteit 2 wat betekent dat ze, indien het niet haalbaar is om alle routes preventief te strooien, pas gedaan worden nadat het volledige areaal met prioriteit 1 is behandeld. Voor het strooien van voetpaden naar deze speciale bestemmingen worden zakken strooizout (en indien gewenst zoutemmers en zoutkisten) ter besch kking gesteld. Winkelgebieden worden preventief of curatief (binnen 3 uur na het intreden van de gladheid) gestrooid. !n de praktijk betekend dit dat de winkelgebieden tussen 7.30 en 9.30 uur 's ochtends, indien nodig met de hand, worden gestrooid. Dit geldt ook voor een aantal extra gevoelige locaties zoals bruggen en trappen. Erftoegangswegen, woonerven en parkeervoorzieningen worden alleen bij langdurig optredende gladheid of bij ernstige ijzel of sneeuwval gestrooid. Deze uitgangspunten zijn vertaald in een te strooien areaal zoals opgenomen in het jaarlijks te actualiseren uitvoeringsplan gladheidsbestrijding. Interactieve beleidsontwikkeling en communicatie Bij het opstellen en uitvoeren van het gladheidsbestrijdindsbeleid is de inbreng van politie, brandweer, omliggende wegbeheerders en fietsersbond meegenomen. De
strooiroutes worden jaarlijks voor aanvang van het stroois izoen gepubliceerd op de gemeentepagina en toegestuurd aan politie, brandweer, z ekenhuis en omliggende wegbeheerders. Uitbesteding De gemeente Schiedam heeft de gladheidsbestrijding uitbesteed aan IRADO NV. In een dienstverleningsovereenkomst/smartcard wordt vastgelegd dat IRADO NV de volgende diensten voor de gemeente verzorgd: - de aankoop en opslag van strooimaterieel - de inkoop en opslag van dooimiddelen - de inhuur van uitvoerend personeel - het gebruik van een gladheidsmeldsysteem - (waar mogelijk) preventief strooien - beheer van zoutkisten, zoutemmers en zoutzakken - registratie en rapportage De gemeente Schiedam blijft als wegbeheerder verantwoordelijk voor het beleid en een deugdelijke uitvoering. Milieu De milieueffecten van het bij de gladheidsbestrijding gebruikte dooizout bestaan uit schade aan de bermvegetatie en opname in het opperbakte- of grondwater. De milieuschade kan worden beperkt door zo min mogelijk zout te gebruiken. Natzoutstrooien verdient de voorkeur omdat daarbij mind sr zout wordt gebruikt en omdat het zout minder verwaait.
6. Kosten De vaste kosten bestaan uit de kapitaalslasten van de strpoimachines, de gebouwen en het meetpunt, de huur van de grond, de kosten van d« wachtdienst en het contract met het weerbureau bedragen ca. € 111.582,00. De variabele kosten bestaan uit de kosten van de daadwerkelijk uitgevoerde strooiacties. De kosten van een strooironde zijn afhankemk van de benodigde tijd. Naar verwachting bedragen de kosten van een volledige strooironde, inclusief winkelgebieden, ca. € 3.830,00 (excl. De kosten van doo zout). De kosten van het verbruik van dooizout (incl. zoutzakken) zijn sterk afhankelijk van de omstandigheden en bedragen op jaarbasis gemiddeld naar schatting € 20.000,00. De praktijk de komende winter zal moeten uitwijzen of deze raming klopt. Over het aantal strooibeurten dat gemiddeld nodig is zijn geen goede gegevens beschikbaar. Uit het beschikbare jaarbudget voor gladhe dsbestrijding van € 179.000,00 kunnen zo'n 12 volledige strooibeurten of meer beperkte strooibeurten worden uitgevoerd. Afhankelijk van de winteromstandigh iden wordt het budget onder- of overschreden.
7. Uitvoeringsplan gladheidsbestrijding seizoen 2009/2010 Dit uitvoeringsplan bevat de voor de gladheidsbestrijding Denodigde informatie zoals de toedeling van taken en de indeling en prioritering van met grondgebied. Kerngegevens weg beheerders Betrokkenen bij de gladheidsbestrijding in de Gemeente, ïchiedam Wegbeheer afdelingsmanager BOR - Teamleider BOR-ROR Procesmanager gladheidsbestrijding
Gemeente Schied am - Jan Spruijt - Eef Otterspeer - Nicole Cup
010-2191851 010-2191854 010-2191635
Uitvoering Manager operations Hoofd beleid en advies Coördinator gladheidsbestrijding Vervanger coördinator gladheidsbestrijding Vervanger coördinator gladheidsbestrijding Vervanger coördinator gladheidsbestrijding Vervanger coördinator gladheidsbestrijding Vervanger coördinator gladheidsbestrijding
IRADO - Jack Rijnen - Jeffrey van Steer es - Jan van Meel - Chris Smit - Gerard van Leeu /ven - Ruud Montpellier - Aad Lingen - Ewout Eikenbroek
010-6315530 010-6315522 06-53696697 06-10919258 06-51342091 06-51588541 06-53418946 06-514S7953
Het beheergebied van de gemeente Schiedam grenst aan dat van de Gemeenten Midden Delfland, Vlaardingen en Rotterdam. Daarnaast Ippen delen van de A20 en de A4 waarvan het wegbeheer bij Rijkswaterstaat ligt door Schiedam. Contactgegevens aangrenzende beheerders Gemeente Midden Delfland Gemeente Vlaardingen Gemeente Rotterdam Rijkswaterstaat
De heer R. Kluiters Marien van 't Hof Daan Pladdet Willem Bouwmeester Peter Heemskerk
[email protected] marien.va it.hof(S).vlaardinqen.nl
[email protected] w.bouwmi
[email protected] [email protected]
015-3804111 06-5595956 06-51210959
Te strooien areaal Op de kaarten in de bijlagen is het te strooien areaal aanbegeven. Bijlage 1 toont het te strooien areaal. Bijlage 2 toont het ingeperkte areaal wat prioriteit heeft bij snel intredende gladheid en bij ernstige en/of langdurige sneejuvwal. Speciaie bestemmingen en gevoeSige iocaties • Vlietland Ziekenhuis, Brandweer, Politie, Gemeenteh(jis • Stations/haltes NS, Metro en Tramplus • Winkelcentra: Broersveld, Broersvest, Hoogstraat, Hdf van Spaland, Nolenslaan, Parkweg, Groenelaan, Laan van Bol'Es, Krona, Vival iilaan, Geuzenplein, Wibautplein, Rubensplein, Westfrankelandsestraat, Sjt. Liduïnastraat, Lorentzlaan en Buijs Ballotsingel. • Zorgcentra/verpleeghuizen: Marconihove, DrieMaasSttede, Francois HaverSchmidt, Frankeland, Harg-Spaland, Jacobs G jsthuis, Schiewaegh
• • • • •
Seniorenontmoetingscentra: de 4 Molens, Oost, de V\ oudhoek, Zuid, van Beethovenflat en 't Centrum Scholen: zie Stadsgids Wijkcentra: De Blauwe Brug, De Erker, Dreesplein, 0 )st en Zuid Bruggen en trappen: Appelmarktbrug, Korte Havenbr ig, Kippenbrug, trappen NSstation Nieuwland Hellingen binnenstad: afrol Broersveld, de Appelmarl en tussen Korte Dam en Grote Markt
Strooimiddel Ten aanzien van de hoeveelheid dooizout (steenslagzou ) per m2 is het uitgangspunt om zoveel te strooien als nodig is voor de verkeersveilig eid en zo weinig mogelijk in verband met de milieuveiligheid. Het volgende overzicht jeeft een indicatie voor de te gebruiken hoeveelheden zout (steenslagzout) bij dive >e vormen van gladheid bij een temperatuur van -1/-4°C. Soort gladheid
Bevriezing van natte weggedeelten Condensatie en/of aanvriezende mist Sneeuw Uzel Preventief fietspad
Hoeveelheid zout bij preventief natstrooien 7/10 gram/m2
Hoeveelheid zout bij curatief nat trooien 7/10 gram/m
Hoeveelheid zout bij curatief droogstrooien nvt
7/10 gram/m2
7/10 gram/m
nvt
7/10gram/m2 15/20 gram/m2 10/14 gram/m2
nvt 15/20 gram/ 12 10/14 gram/n i2
15/20 gram/m2 20/40 gram/m2 nvt
Registratie strooïbeurten Binnen 24 uur of op de eerstvolgende werkdag na de strc )oibeurt wordt door IRADO aan de afdeling BOR een rapportage afgegeven. De rapf ortage vermeld in elk geval: datum en tijdstip rapportage, rapporteur, datum en tijdstip van uitrijden, aantal volledige/beperkte strooibeurten, hoeveelheid gebruikt de oizout, eventuele bijzonderheden.
10
SCHIEDAM GLADHEIDSBESTflIJDING INGEPERKT AREAAL