LOGA College voor Arbeidszaken/VNG
Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden
Brief aan de leden" T.a.v. het college
ABVAKABO FNV
CNV; ,
.• ••' •; ; ; ;
•
Publieke zaak
informatiecentrum tel.
bijlage(n)
MARZ/CvA (070) 373 8021
l
onderwerp
ons kenmerk
datum
Aftopping FPU Gemeenten
MARZ/CvA/U200600294 Lbr. 06/35 CvA/LOGA 06/06
20 februari 2006
Samenvatting
In de ledenbrief'Wijzigingen FPU Gemeenten', van 7 december 2005 (kenmerk MARZ/CVA/U200515944) bent u geïnformeerd over wijzigingen in FPU Gemeentenregeling die per l januari 2006 noodzakelijk waren om fiscale boetes te voorkomen. De genoemde ledenbrief en de bijbehorende CAR-artikelen maken echter een te ruime interpretatie van de fiscaal noodzakelijke aanpassing van de aftoppingsregeling mogelijk. In de voorliggende brief met bijbehorende CARartikelen wordt deze ruime interpretatie ongedaan gemaakt.
20 FEB. 2005
© VNG
Extra exemplaren van deze brief kunt u downloaden van het VNG-net, www.vrg.nl/vngbneven/ledenbrieven. Kopieren t b.v intern gebruik door ledsn VNG is toegestaan.
Postbus 30435 2500GK Den Haag Nassau!aan12 2514 JS Den Haag Tel 070 373 8530 Fax 070 3617989 www.vna.nl E-mail:
[email protected]
LOGA College voor Arbeidszaken/VNG ABVAKABO
H|d
i',"'.»' *
Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden
Aan de leaen
FNV
CNV ''.;'; , Publieke zaak
CMHF
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
onderwerp
ons kenmerk
datum
Aftopping FPU Gemeenten
MARZ/OA/U200600294 Lbr. 06/35 CvA/LOGA 06/06
20 februari 2006
MARZ/CvA (070) 3 73 8021
l
Geacht College, In de ledenbrief 'Wijzigingen FPU Gemeenten', van 7 december 2005 (kenmerk MARZ/CVA/U200515944) bent u geïnformeerd over wijzigingen in FPU Gemeentenregeling die per l januari 2006 noodzakelijk waren om fiscale boetes te voorkomen. In de CAO 2004-2005 hebben partijen afgesproken de FPU Gemeenten nog tot l juli 2006 ongewijzigd te laten bestaan. Dit omdat partijen geen overeenstemming konden vinden over de levensloopregeling en overgangsrecht voor de FPU Gemeenten. Wel zouden een aantal fiscaal noodzakelijke aanpassingen worden doorgevoerd. Deze aanpassingen waren nodig om de FPU Gemeentenuitkering onder het fiscaal gunstige regime uit te kunnen blijven voeren. De ledenbrief'Wijzigingen FPU Gemeenten', van 7 december 2005 (kenmerk MARZ/CvA/U200515944) bevatte de nieuwe CAR-artikelen met de fiscaal noodzakelijke aanpassingen. De genoemde ledenbrief en de bijbehorende CAR-artikelen maken echter een te ruime interpretatie van de fiscaal noodzakelijke aanpassing van de aftoppingsregeling mogelijk. In de voorliggende brief met bijbehorende CAR-artikelen wordt deze ruime interpretatie ongedaan gemaakt. Aftopping 90% en 100% De FPU Gemeenten is een suppletie bovenop de reguliere FPU-uitkering die eenmalig wordt vastgesteld en hoger is naarmate men op latere leeftijd uittreedt. Voor de hoogte van de uitkering is de mate van uittreden niet relevant. In de regeling zoals die tot l januari 2006 van kracht was, vond een aftopping plaats op 90% van het
salaris, indien het nieuwe salaris (in het geval van deeltijduittreding) samen met de FPU-uitkering en de suppletie dat percentage te boven gingen. In de CAO 2004-2005 is afgesproken de regeling FPU-Gemeenten zoveel mogelijk ongewijzigd door te laten lopen tot l juli 2006. De letterlijke tekst van de betreffende passage in de CAO-afspraak onder punt 5.4 'FPU Gemeenten/Levensloop' zegt in dit verband: "De FPU Gemeenten komt per l januari 2006 te vervallen. LOGA-partijen zijn in de CAO 2004-2005 echter overeengekomen dat bij wijze van overgang de FPU Gemeenten tenminste nog tot l juli 2006 van kracht blijft. Partijen zijn hierbij wel een aantal fiscaal noodzakelijke aanpassingen overeengekomen. Deze hebben geen nadelige gevolgen voor de werknemer en nagenoeg niet voor de werkgever." Ten aanzien van het zoveel mogelijk ongewijzigd voortzetten van de huidige regeling tot l juli 2006 moet rekening worden gehouden met de fiscaal noodzakelijke aanpassingen als gevolg van de wet VUT, prepensioen en levensloop, meer in het bijzonder het zogenaamde amendement Vendrik. De bedoeling van het amendement Vendrik is langer doorwerken te stimuleren. Daarom is in de wetgeving opgenomen dat de uitkering bij later uittreden actuarieel neutraal moet worden verhoogd. Bedoeld is dat de uitkering bij later uittreden vanaf spilleeftijd actuarieel moet worden verhoogd. Dit heeft ertoe geleid dat is afgesproken dat aftopping vanaf l januari 2006 pas plaatsvindt indien het nieuwe salaris samen met de FPU-uitkering en de suppletie de 100% van het salaris overschrijdt (het meerdere wordt doorgeschoven naar OP/NP). De gewijzigde CAR-artikelen zijn gemeenten toegestuurd in de ledenbrief 'Wijzigingen FPU Gemeenten', van 7 december 2005 (kenmerk MARZ/CvA/U200515944) waarbij is geadviseerd deze per l januari 2006 vast te stellen. Verzuimd is echter hierbij te regelen dat deze aftopping vanaf 100% pas geschiedt bij uitbreiding na spilleeftijd of later'. Amendement Vendrik gaat niet in op uittreden vóór de spilleeftijd. Hier vloeit logischerwijze uit voort dat tot die spilleeftijd ook geen fiscale noodzaak tot wijziging van de aftopping op 90% bestaat. Gezien de insteek van sociale partners om alleen fiscaal noodzakelijke wijzigingen aan te brengen, is het huidige aftoppingsartikel in de CAR-UWO te ruim geformuleerd. Het ABP is er terecht van uit blijven gaan dat bij uittredingen vóór de spilleeftijd aftopping plaatsvindt op basis van de oorspronkelijke 90%-grens. Aangezien dit niet eenduidig uit de nieuwe artikelen blijkt heeft het LOGA besloten de eerder verzonden FPU Gemeenten-artikelen op dit punt te verhelderen en aan te passen. Het betreft een wijziging van artikel 5a:4. Het nieuwe artikel 5a: 4 treft u in de bijlage en dient, evenals de eerdere wijzigingen, per l januari 2006 in te gaan. 1 De spilleeftijd voor de FPU Gemeenten in de huidige regeling is het moment dat later uittreden niet meer leidt tot een hogere aanvulling. Voor medewerkers geboren na l april 1947 is dat 61 jaar, voor diegenen geboren op of voor l april 1947 is dat 60 jaar.
onderwerp Aftopping FPU Gemeenten Datum 20 februari 2006
02/03
Toekomstige wijzigingen FPU Gemeenten; CAO 2005-2007 In de CAO 2005-2007 zijn partijen tot overeenstemming gekomen over de gevolgen van het vervallen van de grond voor de FPU Gemeenten. Afgesproken is een werkgeversbijdrage in de levensloopregeling te geven. Voor medewerkers die nog deel kunnen nemen aan de oude FPU-regeling van het ABP is afgesproken dat zij geen werkgeversbijdrage in de levensloop ontvangen, maar nog een aanvulling van de gemeentelijke werkgever (de oude FPU Gemeenten) ontvangen. De inhoud van dit overgangsrecht staat beschreven in het CAO-akkoord 2005-2007. Dit overgangsrecht gaat in per l juli 2006. Zeer binnenkort ontvangen gemeenten de CAR-artikelen behorende bij het overgangsrecht van de FPU Gemeenten. Het college dient deze voor l juli 2006 vast te stellen. Rechtskracht Wijzigingen in de CAR, respectievelijk de CAR-UWO, die in het LOGA worden overeengekomen en u via een ledenbrief worden toegezonden, krijgen binnen de gemeente pas rechtskracht wanneer ze door het college, zonodig met terugwerkende kracht, zijn vastgesteld. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur is krachtens artikel 160 van de Gemeentewet het college bevoegd de arbeidsvoorwaardenregeling voor het gemeentepersoneel vast te stellen. Op grond van de statuten van de VNG en het reglement van het CvA zijn gemeenten gebonden aan de in het LOGA overeengekomen CAR-bepalingen en de wijzigingen daarin. Voor gemeenten die bij de UWO zijn aangesloten, geldt dat eveneens voor de zogenoemde UWO-artikelen. De CAR en de UWO hebben echter niet de status van een CAO omdat het LOGA geen verordenende bevoegdheid heeft in gemeenten. Deze wijzigingen werken dan ook niet rechtstreeks door in de gemeenten. Lokale vaststelling van (wijzigingen in) de CAR-UWO is dan ook noodzakelijk. Wij vertrouwen er op u voldoende te hebben geïnformeerd. Als u nog vragen hebt, kunt u altijd contact met ons opnemen. Hoogachtend, Landelijk overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden
onderwerp Aftopping FPU Gemeenten Datum 20 februari 2006
03/03
VMG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Bijlage bij VNG-brief met kenmerk Marz/CvA/U200600294
CAR-teksten A.
Artikel 5a:4 wordt gewijzigd en komt, inclusief koptekst, als volgt te luiden: Aftopping aanvulling werkgever voor medewerkers die vanaf l januari 2006 gebruikmaken van de FPU Gemeenten. Artikel 5a:4 1 Voor werknemers die vanaf l januari 2006 op of na de spilleeftijd van de FPU Gemeenten gebruikmaken van hun recht op FPU Gemeenten wordt de uitkering afgetopt op 100% van het totaalinkomen. Voor de definitie van totaalinkomen wordt verwezen naar artikel 5a:4a eerste lid. Bij overschrijding van 100% wordt het meerdere doorgeschoven naar het ouderdoms- en nabestaandenpensioen vanaf 65 jaar. 2 Voor werknemers die vanaf l januari 2006 vóór de spilleeftijd van de FPU Gemeenten gebruikmaken van hun recht op FPU Gemeenten wordt de uitkering afgetopt op 90% van het totaalinkomen. Voor de definitie van totaalinkomen wordt verwezen naar artikel 5a:4a eerste lid. 3 De in het eerste en tweede lid genoemde spilleeftijd is voor de ambtenaar geboren a. vóór of op l april 1947: 60 jaar b. na l april 1947: 61 jaar De toelichting op artikel 5a:4 komt als volgt te luiden: Toelichting Artikel 5a:4 Per l januari 2006 is de fiscale wetgeving voor vroegpensioenregelingen (waaronder de FPU Gemeenten) gewijzigd. Onderdeel van deze wijziging is dat bij uittreding na de spilleeftijd de uitkering niet meer kan worden afgetopt. De uitkering moet geheel ten goede komen aan de ambtenaar. Aftopping zou namelijk het langer doorwerken onaantrekkelijk maken. Wanneer men uittreedt vóór het bereiken van de spilleeftijd dan kan er nog wel sprake zijn van aftopping van de regeling. De spilleeftijd voor de FPU Gemeenten wordt bepaald als de leeftijd waarvoor geldt dat uittreding na deze leeftijd niet leidt tot een hogere uitkering. Dit resulteert voor ambtenaren geboren op en voor l april 1947 in de leeftijd van 60 jaar en voor ambtenaren geboren na l april 1947 in de leeftijd van 61 jaar.