GM / SV / ZP / GP
Documentnr.:
TDD 17112 / 01.12
Oerlikon Barmag Filiaal van Oerlikon Textile GmbH & Co. KG Leverkuser Strasse 65 42897 Remscheid Duitsland Telefoon:+49 2191 67-0 Fax: +49 2191 67-1204
[email protected] www.oerlikon.com
Service 24h Service Hotline +49 175 293 8950 Oerlikon Barmag Filiaal van Oerlikon Textile GmbH & Co. KG Leverkuser Strasse 65 42897 Remscheid Duitsland Telefoon:
+49 2191-67-0
Tijdens kantooruren: Telefoon: + 49 2191 67 2815 Fax: + 49 2191 67 2742
certified by DQS according to DIN EN ISO 9001 Reg. No. 53232-01
Seal of approval for the Barmag‐wide certification according to DIN EN ISO 9001 carried through by a German corporation for certifying management systems, the “Deutsche Gesellschaft zur Zertifizierung von Managementsy stemen mbH (DQS)”.
Auteursrecht van de gebruiksaanwijzing Het auteursrecht van deze gebruiksaanwijzing verblijft bij OC Oerlikon Management AG. Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor het montage-, bedienings-, bewakings- en instandhoudingspersoneel. Zij bevat voorschriften en tekeningen van technische aard, die noch geheel noch gedeeltelijk gedupliceerd, verspreid of voor commerciële doelstellingen ongeautoriseerd gebruikt of aan andere meegedeeld mogen worden.
Copyright© 2012 bij OC Oerlikon Management AG, Pfäffikon. Alle rechten voorbehouden.
Gebruiksaanwijzing
1.6
1.
Veiligheid
1.1
Instructies voor de exploitant
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u de pomp in gebruik neemt.
1.2
Gebruiksaanwijzing van de exploitant
Als ondernemer bent u verplicht een gebruiksaanwijzing voor uw bedrijf op te stellen. Dit geldt in het bijzonder, wanneer bij een installatie / ma chine componenten zoals bijv. pompen / pompaggregaten geleverd worden en de meegeleverde gebruiksaanwijzing componentgerelateerd is. De volgende hoofdstukken dienen de opstelling van uw ei gen gebruiksaanwijzing te vereenvoudigen. Bovendien kunt u bij Barmag bij elk pomptype een serviceboek bestellen. Barmag biedt ook trainingen voor servicewerkzaamheden.
1.3
Beoogd gebruik
Voer geen wijzingen of ombouwen aan de pomp / het pom paggregaat uit zonder nadrukkelijke toestemming (autorisa tie) van Barmag, anders verliest u alle aanspraak op garan tie. Inspectie-, onderhouds-en reparatiewerkzaamheden dienen slechts door geschoold personeel te worden uitgevoerd. Gebruik voor de vakkundige onderhouds- en reparatie werkzaamheden Barmag-hulpvoorzieningen. Vraag de be treffende catalogi aan. Gebruik uitsluitend Barmag-originele-onderdelen.
1.7
Lees de door uw onderneming opgestelde gebruiksaan wijzing zorgvuldig door en neem de volgende veiligheidsin structies en toelichtingen in acht:
Gebruik de pomp slechts binnen de grenzen, die in de nomenclatuurdata van de-pomp (zie informatie in hoofdstuk 7.1) staan vermeld.
Tot beoogd gebruik behoort ook het in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de naleving van de in standhoudingsvoorschriften.
1.4
Kwalificatie van het personeel
Voor de ingebruikname, het exploiteren en instandhouden van de pomp / het pompaggregaat dient geschoold per soneel te worden ingezet. Werkzaamheden aan elektrische componenten dienen slechts-door vakkrachten te worden uitgevoerd.
1.5
Instructies voor de ingebruikname
Het is noodzakelijk dat u het beëindigen van de montage en voor elke nieuwe ingebruikname van de pomp / het pom paggregaat een testrun met controle van de bewerkingspa rameters en alle veiligheidsinrichtingen uitvoert.
GM / SV / ZP / GP
Veiligheidsvoorschriften
De veiligheidsinstructies richten zich tot alle personen, die in het kader van montage-, ingebruikname-, bedienings- en instandhoudingswerkzaamheden aan de pomp / de pom paggregaat werkzaam zijn.
De doseerpomp is bestemd voor het doseren van vloeibare media van verschillende viscositeit.
Elk ander of daarboven uitgaand gebruik is uit veiligheids redenen niet toegestaan en verbonden met verhoogd risico voor het bedrijfspersoneel.
Bediening en instandhouding
Gebruik de vereiste persoonlijke veiligheidsuitrustingen, zoals veiligheidsbril, beschermende handschoenen, vei ligheidskleding. Sta onbevoegde personen geen toegang tot de installa tie / machine toe. Houd bij de omgang met pomp-, spoel- en afdichtmedia zoals oliën, vetten en andere chemische substandies de voor het betreffende product geldende veiligheidsvoor schriften. (veiligheidsgegevensinformatie in acht nemen!) Voorzichtig bij de omgang met hete pompen, pomp-, verwarmings-, spoel- en afdichtmedia! Pompen / pompaggregaten niet zonder bescherm kappen over aandrijfdelen en evt. andere veiligheids afdekkingen niet gebruiken. Voor aanvang van reparatie- en onderhoudswerkzaam heden aan de pomp moet de pompaandrijving bij het elektrisch worden uitgeschakeld en moet men de pomp laten uitlopen tot stilstand.
Neem de uitschakelvoorschriften in acht! Den abgeschalteten Antrieb vor unbefugtem Wiederein schalten absichern.
01.12
3
Gebruiksaanwijzing
1.8
Veiligheidsinstructies voor pompen met mag neetkoppeling
D w
Gevaar! Sterk magnetisch veld!
Voor personen met medisch-technische apparaten (bijv. pacemakers) is het verboden aan de magneetkoppeling te werken. De personen dienen een veiligheidsafstand van 3 m ten opzichte van magneetkoppelingen in houden.
w w w
Magneetkoppelingen van horloge's ver houden van magnetiseerbare gereedschappen en meetinstrumen ten. Raak in geen geval tijdens de werking de onderdelen van de magneetkoppeling aan. Gebruik in ieder geval een originele Barmag-aandrijving. De buitenste en binnenste rotor dienen met hetzelfde toerental te lopen. Slepen leidt tot een ontoelaatbare verwarming wat tot onomkeerbare vermogenverliezen van de magneet kan leiden. Dit kan -bijv. door controle van het debiet- worden be waakt.
1.9
Veiligheidsinstructies voor elektrisch ver warmde doseerpompen:
D w
DGevaar! w
D w w
w
Bij gebruik van gezondheidsgevaarlijke of brandbare vloeistoffen dienen de bedrijfsdrukken de maximaal toe gestane druk van de scheidingsbus van de magneet koppeling slechts overschrijden, wanneer de druk hier van bewaakt wordt. De drukbewaking kan op de aansluiting van de vloeistofkering worden gemonteerd. Hiertoe dient evt. contact op te worden genomen met Barmag. De max. toegestane druk van de scheidings bus van de magneetkoppeling is hierin gegraveerd. Bij overschrijding van de toegestane druk dient de pomp di rect te worden gestopt en evt. de toe- en afvoer naar de pomp te worden onderbroken.
w w w
Beknellingsgevaar!
Door de sterke permanente magneetkracht trekken de pomp (d.w.z. de binnenste magneet) en de buitenste magneet zich sterk aan. Grijp niet tussen adapter (1) en houder (2). Magnetiseerbare delen worden tevens sterk door de magneet aangetrokken. Magnetiseerbare delen daarom niet met de hand in contact brengen met de magneet.
w w w w
1
ab w w
4
w
2
Waarschuwing!
Vermijd absoluut het heftig tegen elkaar stoten van de componenten van de magneetkoppeling. Breng magneetkoppelingen niet in de nabijheid van PC's, informatiedragers en andere elektronische on derdelen.
GM / SV / ZP / GP
w
Gevaar!
Doseerpompen dienen geaard te worden. Hiervoor kan een van de bevestigingsschroeven van de pomp worden gebruikt. Elektrische verwarming dient via een geschikte zekering te worden beveiligd. Elektrische verwarming alleen in ingebouwde staat on der spanning zetten. Elektrische verwarming niet zonder temperatuursensor en -regeling gebruiken. Verwarmingsregeling dient ervoor te zorgen, dat de volgens de nomenclatuurdata toegestane temperatuur niet wordt overschreden. De temperatuursensor bevat twee PT100-weerstanden: Een PT100-weerstand dient voor verwarmingsregeling te worden gebruikt, de tweede PT100-weerstand dient op een onafhankelijke extra temperatuurbewaking te worden aangesloten. Bij overschrijding van de toege stane temperatuur volgens nomenclatuurdata dient de elektrische verwarming te worden uitgeschakeld. Voorkom dat vloeistof over de aansluitkabel van de elektrische verwarming loopt. De kabel dient overeen komstig te worden gelegd. Aansluitplekken van het pomp- / afdichtmedium regelmatig controleren op dichtheid. Kabel niet platdrukken en knikken. Pomp onder temperatuur slechts gebruiken met aar ding. De regeling van de elektrische verwarming dient zo te worden ingesteld, dat tijdens het opwarmen nooit de kooktemperatuur van de afdichtvloeistof wordt bereikt (langzaam verwarmen vereist). Elektrische verwarming zodanig monteren, dat tussen verwarming en pomp voldoende warmteovergang aan wezig is. Het verwarmingselement dient stevig tegen het pomplichaam aan te liggen. Tijdens de werking dient dit regelmatig te worden gecontroleerd. Een deformatie door bijv. een te sterke verstrooiing van de elektrische verwarming dient te worden vermijden. Temperatuursensor zodanig monteren, dat tussen ver warming en pomp voldoende warmteovergang aan wezig is. Warmtegeleidingspasta gebruiken.
01.12
Gebruiksaanwijzing
w
Bij werkzaamheden aan de elektrische verwarming dient deze spanningvrij en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te zijn.
1.10
Installatie- / machinespecifieke veiligheidsin structies
De in de nomenclatuurdata -van de pomp (zie informatie in het hoofdstuk 7.1) vermelde waarden hebben betrek king op de mechanische sterkte van de pomp. Het is daarom de opgave van de exploitant met de ge bruikte pompmedia (evt. spoelmedia en afdichtmedia) geschikte pogingen ter bepaling van de toegestane be drijfsgegevens uit te voeren en ervoor te zorgen, dat noch door de media zelf, noch door de media-af hankelijke bedrijfstoestanden risico's ontstaan. Pomp-, spoel-, verwarmings- en afdichtmedia kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Geschikte beschermende kleding dragen. De ontstekingstemperatuur van het transport-, spoel-, verwarmings- en spermedium moet minstens 50°C ho ger dan de bedrijfstemperatuur van de pomp zijn. Brandbare media dienen niet in plaatsen te kunnen druppelen, waarin het tot een ontsteking kan komen. Evt. dient een beschermende bak onder het pompag gregaat te worden geplaatst. Deze dient permanent op uitvloeiende vloeistof te worden gecontroleerd. De ontstekingstemperatuur van de afdichtvloeistof dient ten minste 20°C hoger te zijn dan de ingestelde bedrijfs temperatuur van de pomp.
Voorzichtig bij het vullen en aftappen van gezond heidschadelijke en hete media in de resp. uit de vloei stofkering. Door de werking van de pomp kunnen bij ongecon troleerd gebruik drukken aan de in- en uitstroming van de pomp ontstaan, die tot beschadiging van de pomp resp. de installatie alsook tot gevaar voor persoonlijk let sel kunnen leiden. Daarom dienen absoluut aan zowel de in- als uitstromingskant drukbewakingsvoorzieningen te worden geplaatst. De toegestane staan in de nomen clatuurdata van de-pomp (zie informatie in het hoofdstuk 7.1) vermeld.
Bevestig op de verwarmings- / koelleidingen van vloei baar verwarmde / gekoelde drukbewakingsvoorzienin gen grensschakelaars. Let op de maximaal toegestane bedrijfsdruk en de toe gestane bedrijfstemperaturen van vloeistofverwarmin gen en -koelingen. De waarden zijn in de verwarmingskoelschaal gegraveerd. Bij het naspannen van de pakkingbus bij roterende pompaandrijfas dient absoluut geschikte, nauw aange sloten werkkleding te worden gedragen. Alle roterende aandrijfdelen dienen (bijv. door beschermkappen) tegen aanraking te zijn afgeschermd.
Aansluitingen-pompmedium afhankelijk van de draai richting van de pomp controleren. Verwisselen van de aansluitingen kan zowel tot bescha diging van de pomp alsook van de installatie leiden. Externe besturing, externe omvormer of handbestu ringsapparaat van de interne omvormer zodanig in stellen, dat de pompaandrijving bij activering van het ap paraat niet automatisch aanloopt. Werking van het aggregaat zonder beschermkap is niet toegestaan. Werkzaamheden in het bereik van de magneetkoppe ling alleen uitvoeren wanneer deze drukvrij is. De tolerantie van de pomp-, verwarmings-, spoel- en af dichtmedia met de statische afdichtingen - en indien aanwezig - asafdichtingen en de pompmaterialen dient te worden gegarandeerd. Hiervoor evt. pompservice van Barmag raadplegen. Alle pompafdichtingen (in het bijzonder O-ringen tussen de platen) dienen voor de werking van de pomp te zijn gemonteerd. De pomp wordt door het pompmedium gesmeerd. Van wege mogelijke beschadiging van de pomp en eventu eel ontstekingsgevaar van het pompmiddel door oververhitting dient drooglopen absoluut te worden ver meden. Een te hoog aandrijfdraaimoment kan tot beschadiging van de pomp leiden. (max. toegestaan aandrijfdraai moment in nomenclatuurdata-van de pomp, zie informa tie in het hoofdstuk 7.1). De pomp kan bijv. door inbouw van een overlastkoppe ling tegen te hoge aandrijfdraaimomenten worden be schermd. Componenten van de pomp kunnen door ondeskundig gebruik of incorrecte bediening beschadigd of defect ra ken. De aandrijfas kan dan uit de pomp worden gescho ven, zolang de pomp onder druk staat. Hierbij kan hete vloeistof naar buiten spuiten. Werkzaamheden aan de pomp of in de buurt van de pomp, verwijderen van beschermende panelen, verwij deren van as/koppeling tussen transmissiemotor en pomp, losdraaien van de arrêteringsmoer van in de lengte verschuifbare cardanas uitsluitend uitvoeren in drukloze toestand.
2.
Machineoverzicht / markeringen
2.1
Machineoverzicht
Zie maatschema's van de pomp en het pompaggregaat (in dien in levering van Barmag inbegrepen). Deze kunnen, voor zover deze niet zijn meegeleverd, bij Barmag worden aangevraagd.
2.2
Kenteken
Gravure:
GM / SV / ZP / GP
Pompnummer Debiet "Barmag" Artikelnummer (bij GM-model)
01.12
5
Gebruiksaanwijzing
3.
Montage / demontage
Mocht hulp nodig zijn, dan kan contact worden opgenomen met de-pomp-service van Barmag.
3.1
Markering van de verpakking
De machines resp. machinedelen werden in stabiele ver pakkingen geleverd. De verpakkingen zijn met tekst en markeringen volgens in ternationaal gestandaardiseerde symbolen gemarkeerd. Om de verpakte machinedelen volgens de voorschriften te behandelen en te transporteren dient deze markering in acht te worden genomen.
Pompen met magneetkoppeling.
D
Gevaar! Sterk magnetisch veld
Voor personen met medisch-technische apparaten (bijv. pacemakers) is het verboden de pomp of delen van de magneetkoppeling te transporteren.De personen dienen een veiligheidsafstand van 3 m ten opzichte van magneet koppelingen inhouden.
Opbouw van de tekst
3.3
Opdrachts-nr. Gewicht (bruto)
ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ ÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑÑ Ontvanger
Gebruikte markeringen:
Betekenis
Kleur
Sterk magnetisch veld!
zwart
Boven
zwart
Breekbaar
zwart
Bescherm tegen natheid
zwart
Zwaartepunt
zwart
Heftuig hier aanslaan
zwart
Dichtheid Verpakking
zwart
Vorkheftruck hier niet aanzetten
Merk
zwart
3.2
Veilig transport van pompen / pompaggregaten
D
Gevaar!
w w w
6
De pompaggregaten en zware pompen dienen alleen door een transportvakman gehanteerd te worden.
Algemeen betreffende montage / demontage
De montage van de pomp / het pompaggregaat met opstel ling, uitrichting en aansluiting dient door de pompservice van Barmag of door geschoold eigen personeel te worden uitgevoerd. Wanneer de montage door eigen personeel van de exploi tant wordt uitgevoerd, biedt Barmag voor deze personen geschikte trainingen. Bovendien kunt u bij Barmage serviceboeken bestellen.
3.4
Uitvoering van de montage Bij levering zijn in- en uitstroomboringen alsook spoelboringen (indien aanwezig) met veiligheidsstoppen afgesloten, om verontreiniging van de binnenruimte te voorkomen. Verwijder de veiligheidsstoppen pas kort voor de montage van de aansluitleidingen op de pomp. Bewaar de veiligheidsstoppen om deze bij een evt. la tere demontage weer te gebruiken. De pomp / het pompaggregaat dient voorzichtig te worden getransporteerd en gemonteerd. Bij aggregaten van de serie AM-O-.....Z dient de voet van het drijfwerk te worden vastgeschroefd, zodat het aggregaat tijdens de werking niet kan bewegen. Voor de inbouw van de pomp / het pompaggregaat in de installatie / machine ervoor zorgen, dat alle productvoe rende delen voor de pomp (bijv. tank, leidingen, klep pen) zorgvuldig worden gereinigd. Vuil, metalen deel tjes, enz. leiden tot beschadiging van de pomp. Op de in- en uitstromingsboringen van het pompmedium alsook boringen voor afdichtvloeistof dienen vlakaf dichtingen te worden gebruikt. Niet met teflonband of hennep in de schroefdraad afdichten! De pomp anders niet droog in gebruik nemen. Daarom indien nodig voor de montage van de pomp in de instal latie / machine deze met een smeermedium (bijv. mine raalolie) meerdere malen met de hand doordraaien. Pompen-van Barmag zijn bij de aflevering reeds van smeermedium voorzien. Tijdens de werking wordt de pomp door het pompmedium gesmeerd.
Zware pompen en pompaggregaten slechts met heftuig transporteren. Pompaggregten die niet met heftuig getransporteerd be hoeven te worden, dienen door 2 personen te worden gedragen. Beschermende handschoenen en veiligheidsschoenen dragen.
GM / SV / ZP / GP
01.12
Gebruiksaanwijzing
3.5
Uitvoering van de demontage
D
Gevaar!
w w w
3.6
Voor het verwijderen van de pomp uit de installatie / ma chine of de demontage van de asafdichting resp. de magneetkoppeling dient ervoor gezorgd te zijn, dat alle aansluitleidingen drukvrij en geblokkeerd zijn.
De scheidingsbus van magneetkoppelingen dient druk vrij te zijn voordat deze eraf wordt genomen. Bij het losdraaien van de afdichtingsbouten van de vloeistofkering kunnen er gezondheidschadelijke af dichtvloeistoffen uitspuiten of gassen uittreden. Ge schikte veiligheidskleding dragen. De bovenliggende schroef van de vloeistofkering altijd eerst openen, om eventuele gasophopingen te kunnen laten ontwijken.
Installatiedelen / reserveonderdelen opslaan
Mocht de pomp / het pompaggregaat voor montage in de in stallatie / machine tussentijds worden opgeslagen, dan dient de pomp / het pompaggregaat in de originele verpak king te blijven. Beim Einlagern der Pumpe / des Pumpenaggregats oder einzelner Teile müssen folgende Bedingungen erfüllt sein:
4.2
Kamertemperatuur
15 tot 25 _C
rel. luchtvochtigheid
max. 60 %
Voor reeds geïnstalleerde pompen / pompaggregaten, die nog niet in werking zijn gesteld, gelden dezelfde voor waarden. Mocht de pomp opgeslagen worden, dan dient een mine raalolie met lage viscositeit in de instroomopening te worden gegoten. Terwijl de aandrijfas langzaam in de voor geschreven richting wordt gedraaid, dient net zolang medium in de opening te worden gegoten totdat dit aan de uitstroomopeningen te zien is. Vervolgens de instroom- en uitstroomboringen alsook spoelboringen (indien aanwezig) met de betreffende beveiligingsstop afsluiten. Het pomplichaam dient in elk geval met harsvrije conserve ringsolie of iets dergelijks te worden ingevet.
4.
Ingebruikname
4.1
Algemeen
Pomp met pakking Voor het opstarten de voorspanning van de pakkingbus controleren (startmoment zie tabel in hoofdstuk 7.2 resp. nomenclatuurdata-van de pomp, zie informatie in het hoofstuk 7.1). Werd het afdichtmateriaal vernieuwd of de pomp voor het eerst in gebruik genomen, dan dienen de pakking busschroeven resp. de wartelmoeren om te beginnen met de 1,5-voudige aandraaikoppel volgens tabel in hoofdstuk 7.2 resp. nomenclatuurdata-van de pomp te worden vastgedraaid. Vervolgens worden de pakking busschroeven resp. de wartelmoeren weer losgedraaid en met de aandraaikoppel volgens tabel in hoofdstuk 7.2 resp. nomenclatuurdata-van de pomp vastgedraaid. Na het opstarten van de pomp dient in kortere afstan den (twee- tot drie maal in de eerste uren) de voor spanning van de pakkingbus te worden gecontroleerd en evt. te worden gecorrigeerd. Nadat de pakking gesta biliseerd is, is een wekelijkse bewaking tijdens de conti nuwerking voldoende. Veiligheidsinstructies in hoofdstuk 1.10 in acht nemen. Bij pakkingbussen met meerdere schroeven dienen deze trapsgewijze vastgedraaid te worden, om het kantelen van de pakkingbus te voorkomen. Bij afdichtingen met veervoorspanning dienen de in bouwmaten en evt. instructies op de pomptekening in acht te worden genomen.
5.
Instandhouding
5.1
Uitvoering instandhouding
De instandhouding dient door de pomp service van Barmag of door eigen, geschoold personeel te worden uit gevoerd. Voor de instandhouding stelt Barmag pompwerkplaatsen ter beschikking. Wanneer de instandhouding met eigen personeel van de exploitant wordt uitgevoerd, biedt Barmag voor deze perso nen geschikte trainingen. Bovendien kunt u bij Barmag bij elk pomptype een service-boek bestellen.
D
Een ingebruikname van de pomp / het pompaggregaat dient door geschoold personeel van de exploitant of pomp-ser vice-van Barmag plaats te vinden. Voor elke nieuwe ingebruikname de draairichting van de aandrijving controleren (toegestane draairichtingen zie draairichtingpijl op de voorkant van de pomp). Verkeerde draarichting kan zowel tot beschadiging van de pomp als ook van de installatie leiden. Voor ingebruikname de dichtheid van de leidingaansluitin gen op in- en uitstroomopeningen van de pomp (evt. van de spoelaansluitingen) controleren.
GM / SV / ZP / GP
Gevaar!
Bij werkzaamheden aan de motor of andere elektrische componenten (bijv. elektrische verwarming) dienen deze spanningvrij en tegen opnieuw inschakelen beveiligd te zijn.
w
Regelmatig dichtheid van de leidingaansluitingen aan de in- en uitstroomopeningen van de pomp (evt. van de spoelaansluitingen) en de asafdichting controleren. Bij vloeibaar verwarmde pompen regelmatig dichtheid van de verwarmingsaansluitingen controleren. Wanneer de lekkage aan de asafdichting te hoog is en bij pakkingen geen naspannen meer mogelijk is (veilig heidsinstructies in hoofdstuk 1.10 in acht nemen), af
01.12
7
Gebruiksaanwijzing
dichtingen (bijv. pakkingringen, afdichtringen) volgens reserveonderdelencatalogus vervangen (deze kan bij Barmag worden aangevraagd). Daarbij dient de aandrijfas van de pomp op beschadi ging in het afdichtingsbereik te worden gecontroleerd en evt. te worden vervangen.
Juiste benaming van de delen volgens reserveonderde lencatalogus (deze kan bij Barmag worden aange vraagd) Aantal stuks Barmag - Artikelnummer (bij GM-serie) (in de pomp ge graveerd)
Pompen met magneetkoppeling worden in verticale stand op het aggregaat gemonteerd / gedemonteerd.
Contactpersoon:
D
Afdeling Pomp-verkoop, Tel. 0049 2191 / 67-1235
Fax: 67-3364
Afdeling Pomp service Tel. 0049 2191 / 67-2815
Fax: 67-702815
Gevaar!
Pompaggregaat in verticale stand bevestigen. De beves tiging dient stabiel en tegen kantelen beveiligd te zijn. Bij de montage / demontage zijn sterke magnetische krachten aan het werk, waarmee bij de bevestiging rekening dient te worden gehouden.
5.2
Reserveonderdelen
Bij de bestelling van de reserveonderdelen dient het volgende te worden vermeld:
8
Pompnummer-Barmag (in de pomp gegraveerd)
GM / SV / ZP / GP
6.
Storingen
Eventuele storingen kunnen door de pomp-service van Barmag of door eigen, geschoold personeel worden verhol pen. De pomp / het pompaggregaat kan bovendien met aanduiding van schade als reparatie-opdracht aan de pomp-service van Barmag worden gestuurd.
01.12
Gebruiksaanwijzing
7.
Tabellen
7.1
Nomenclatuurdata van de pomp
De nomenclatuurdata-van de pomp wordt samen met de gebruiksaanwijzing hiervan verstuurd.
7.2
Aandraaikoppels voor pakkingen
ab
Waarschuwing!
Wartelmoeren of schroeven eerst met de 1,5-voudige tabel waarde voorspannen, daarna losdraaien en opnieuw volgens de instructies vastdraaien.
Aandraaikoppels voor doseerpompen van de GM-serie Debiet [cm3/omdraaiing]
0,05
0,1
0,3
0,6
1,2
3,0
6,0
12
20
Aandraaikoppel [Nm] rechthoekige uitv.
15
15
15
11
11
11
11
11
11
Aandraaikoppel [Nm] ronde uitvoering
4
4
4
6
6
6
6
6
6
50
100
150
200
12
12
23
23
Aandraaikoppels voor overige doseerpompen Schroefdraad van wartelmoer / blokhouder - kraag*** W22
W25
W28
W32
M22
M32
M33
Schroeven M36
M45
M5
Buitendoorsnede aandrijfas / Binnendoorsnede pakkingbusruimte (mm)
Aandraaikoppels [Nm] 10 / 15 5/7,5*
6/9*
5/7,5*
10 / 17 8/12* 10 / 20 12 / 17 12 / 20
14/21*
7/11*
7/11*
1,5**
13/20*
2,5**
15/23*
15 / 23
18/27*
18/27*
16 / 24
19/29*
19/29*
18/27*
18 / 30
43/65*
20 / 32
49/74*
* Deze waarden zijn alleen geldig bij gebruik van ongevlochten niet voorgeperste pakkingvezels (bijv. teflonwol). ** per schroef *** W = Whitworth - schroefdraad M = metrisch schroefdraad Het getal komt overeen met de nominale doorsnede in mm
GM / SV / ZP / GP
01.12
9