[115. 5.] Verhoog ing van do koloniale, huishoudelijke lx'gmoting van Suriiiaiiio rOOf het dienstjaar 1906,
(115
5.)
BIJLAGE VAN DÏ MEMORIE VAN TOELICHTING.
VERORDENING
betreffende liet in het leven roepen van
van
eene bacove-cultuur voor uitvoer. Ontwerp. IN NAAM DER K O N I N G I N !
Memorie van Toelichting. Ili-t l a i u ü i o i i u lifilrijl' in il<- k o l o n i e 1)4' U M I o I r
DE GOUVERNEUR VAN SURINAME,
In overweging genomen hebbende: dat het wenschelyk is om het in het leven roepen van een bacove-cultuur voor uitvoer in Suriname van Gouvernementswege te bevorderen; Heeft, den Raad van Bestuur gehoord, na verkregen goedkeuring der Koloniale Staten, vastgesteld onderstaande verordening. Artikel 1. Voor rekening van de kolonie worden ten hoogste 3000 H.A land met bacoven in cultuur gebracht. Artikel 2. Het werk in artikel 1 genoemd wordt aangewezen als een productief werk in den zin van het 1ste lid van artikel 2 der verordening van 9 November 1894 (G. B. 1896 o". 11) tol het aangaan van eene gehUeening voor productieve werken. Artikel 3. By terug ontvangst der gelden, uitgegeven voor het in deze verordening bedoelde werk , kunnen deze opnieuw worden uitgegeven ter betaling van een werk, als productief aangewezen in den zin van het 1ste lid van artikel 2 der verordening, in het vorig artikel aangehaald. Artikel 4. Deze verordening treedt in werking op een door den Gouverneur te bepalen tydstip. Gegeven te Paramaribo, den
lilDlIllOIIVt'.
De landbouw in Suriname beleefde zyn bloeityd omstreeks 1706. Toen besloegen de in bewerking zynde plantages eene oppervlakte van 167 805 H.A., die evenwel niet geheel in cultuur waren. Het laudbouwbedryf werd toen uitgeoefend met 60 a 80 000 slaven. Na het beperken van den invoer van slaven tot 3 ° 0 van het aanwezige aantal in 1806 en de afschaffing van den slavenhandel in 1808, is de' landbouw na eenigen tyd als gevolg van de vermiudering van het slavental in verval gekomen. De gelegenheid om op uitgebreide schaal clandestien slaven in te voeren, bestond bijna overal in de kolonie. Dit was oorzaak, dat het verval niet snel ging. In 1802 waren nog ongeveer 16 866 H.A. in cultuur mefc 30 946 slaven en 1429 vrye arbeiders, waaronder 410 immigranten, waarvan het meerendeel Chineezen. ISedert dit jaar doorleeft het landbouwbedrijf in Suriname een moeielyken tyd. Vooral bracht de vryverklaring der slaven daaraan een gevoeligen slag toe. Dezen is de groote landbouw niet meer geheel te boven gekomen, ook al zyn er perioden geweest, dat nu eens de koffie-cultuur dan weer de cacao en een enkel jaar de suiker winsten afwierp, die in goede jaren zelfs zeer aanzienly'k zijn geweest, tengevolge waarvan de kolonie in haar geheel sedert 1866, hoewel niet belangryk, toch geleidelyk is vooruitgegaan. De oppervlakte van 16 866 H.A., die in 1862 nog iu cultuur was, was in 1873 gedaald tot 10 299 H.A. De bevordering der iramigratie heeft den grooten landbouw voor verderen teruggang behoed en tot ontwikkeling der kolonie zoowel direct als indirect bijgedragen. De landbouw kwam evenwel niet meer tot den bloei van een eeuw te voren. In 1904 was er by den grooten landbouw nog niet meer in cultuur dan 10 229 H.A. Ten aanzien van de verschillende cultures zy hier aangeteekend, dat voor den grooten landbouw na 1873 alleen de suiker-, koffie- en cacao-cultuur van beteekenis zijn geweest. De suiker-cultuur hoeft sedert dat jaar eene ernstige crisis doorgemaakt. Van de 56 suikerplantages in 1873 in bewerking, zijn er thans nog 5 over, die iu 19Ó4 te zanien 2073 H.A. in cultuur hadden. De cultuur van het riet, maar vooral bet winnen der suiker onderging groote veranderingen. Bedroeg het rendement van 1 II.A., beplant met suikerriet in 18»>2 slechts 2900 KG., in 1897 was dit reeds gestegen tot 6895 K.G. Hoewel het meerendeel der ondernemiugen in de laatste jaren niet met verlies behoefden te werken, toch wa3 het bedryf weinig loonend. Eerst sedert korten tyd zyn de prijzen zoodanig gestegen, dat het bedryf op alle fabrieken met winst kan plaats hebben. De koffie-cultuur heeft den planters in de laatste halve eeuw weinig voordeel opgeleverd , niettegenstaande gebleken is , dat de bodem bijzondere geschiktheid toont voor deze cultuur. De betrekkely'k dure arbeidskrachten maakten het moeilijk de concurrentie vol te houden met de landen, die zooveel goedkooper konden produceereD. In 1862 was er nog eene oppervlakte van 258 H.A. beplant met koffie, die in 1873 tot 78 H.A. verminderd was. In het
[ii5.
:>.]
Verhooging van db koloniale huishoudelijke begrsoting van Suriname voor bet dienstjaar 1906. aar 1880 werd met de Liberia koiiie de eerste proef genomen door de Nederlandsche Handel* Maatschappij op plantage Mon Tresor. Aanvankelijk beloofde de proefneming weinig; geruiinen tijd verliep, voordat de resultaten bevredigend waren. Daarna breidde zich de koftie-cultuiir uit door den aanplant van Liberiakoffie. Lage marktprijzen waren al weder spoedig oorzaak dat de cultuur geen of weinig voordeel opleverde. In 1903 was slechts eene oppervlakte van 401 H.A. met koffie beplant. De cacao-cultuur onderging de grootste uitbreiding door het verlaten van de suiker* zoowel als van de koflie-cultuur. Eenige der verlaten suikerplantages werden tot cacaoplantages aangelegd. In 1802 waren slechts 680 H.A. met cacao beplant. In 1873 was deze cultuur reeds uitgebreid tot 1913 H.A. en in 1903 tot 6318 H.A., beuevens 947 H.A. met cacao en eenig ander landbouwproduct. Voor den grooten landbouw is, zooals uit het voorgaande blykt, de cacao in de laatste jaren het voornaamste product; van 10229 H.A. in 1904 bij den grooten landbouw in cultuur is meer dan 7000 H.A. met cacao beplant. O e k l e i n e IJIIIIIIIOIIW .
De kleine landbouw, of misschien beter uitgedrukt het landbouwbedryf in het klein, was vóór het jaar 1842 van geene beteekenis. Eene regeling voor uitgifte van kleine perceelen , om daarop het landbouwbedrijf uit te oefenen , kwam in dit jaar tot stand. Hoewel in 1840 uitgebreid en aangevuld , toch heeft deze regeling niet de gewenschte resultaten opgeleverd. Evenmin werd het verwachte gevolg verkregen met de publicatie van 1 Augustus 1803 (G. B. n". 23) waarby „de voorwaarden geregeld werden waarop de vestiging van personen of gezinnen als landbouwers in de kolonie Suriname zal kunnen plaatshebben". Deze publicatie stelde het kosteloos verkrijgen van onbebouwd land in uitzicht. In 1873 — by het eindigen van het Staatstoezicht — nam op eenmaal de aanvraag en tevens de uitgifte van onbebouwd land voor het landbouwbedrijf in het klein sterk toe. De toeneming was echter niet van blijvenden aard, voor een groot deel een gevolg van het feit dat de resultaten verre van schitterend waren. Hinder van bosch* en rivierwater, zoowel als gebrek aan kennis van het landbouwbedrijf en het daarbij ontbreken van de noodige leiding, waren oorzaak dat vele van de in 1873 uitgegeven gronden verlaten zijn. Het Bestuur kwam toen al spoedig tot de conclusie dat de kleine landbouwer niet aan zyu lot kon overgelaten worden. Meer en meer ging ook by' het publiek de meening van het Bestuur veld winnen, dat bevordering van het landbouwbedrijf in het klein zou kunnen bijdragen tot ontwikkeling der kolonie en dat de kleine laudbouw door niets beter bevorderd zou kunnen worden dan door ingepolderd en op loozing gebracht land beschikbaar te stellen. Eerst nadat by de verordening van 19 April 1895 (G. B. n". 24) voor de immigranten voordeeliger voorwaarden waren vastgesteld om hunne vestiging als kolonisten in de kolonie te bevorderen, nam de kleine landbouw eene vlucht die gebleken is blijvend te zijn. In 1873 was door den kleinen landbouw 1223 H.A. in cultuur gebracht; daarop vonden 1181 gezinnen hun bestaan; aan cacao werd door beu geproduceerd 4885 K.G. van 02 H.A. In 1897 waren er 8050 personen, die zich met hetlandbouwbedrijt' in het klein bezighielden. Aan hen was eene oppervlakte domeingrond van 5800 H.A. uitgegeven; op ultimo December 1903 was voor den kleinen landbouw uitgegeven + 12000 H.A., welk cijfer gedurende het jaar 1901 nog toenam niet 1302 H.A. Bovendien zijn sedert de laatste maanden van het jaar 1904 nabij den spoorweg 493 perceelen niet eene totale oppervlakte van + 1500 H.A. toegewezen, welke in 1905 definitief worden uitgegeven. Slet den kleinen landbouw hielden zich, naar de telling op 1 Januari 1904, 19 750 personen bezig. Van genoemde oppervlakte was op zijn minst 7885 H.A. in cultuur gebracht, waarvan 2805 H.A. met cacao beplant, die in 1903 een product opleverden van G30 055 K.G. cacao. Dit zyn de cijfers volgeus de statistieke tabellen, welke in de werkelijkheid wel wat hooger zullen zijn. Meer nauwkeurige productiecijfers zyn ook niet af te leiden uit de oppervlakte, daar juist in de laatste jaren de kleine landbouw zulk eene groote uitbreiding onderging en dus uit den aard der zaak de aanplantingen jong zyn en de productie nog gering is.
Iti'
ii In. i c i i l - . u i x >.III ilr rai'iio |>r
Uit het vorenstaande blijkt, dat by den grooten landbouw minstens zeven tiende deel en by den kleinen landbouw ougeveer een derde deel van de in cultuur gebrachte gronden in deze kolonie met cacao zyn beplant. Niet geheel nauwkeurig is het na te gaan, hoeveel van de verkregen cacao geproduceerd is door den grooten en hoeveel door den kleinen landbouw. Er bestaat geene verplichting de verkregen cacao 's J.andswaag te doen passeeren, maar het is in den handel gebruikelijk voor zooverre de cacao in Paramaribo wordt opgekocht en de aangevoerde hoeveelheden niet te gering zyn. Cacao-uitvoer in balen van 100 K.G , afkomstig van: Jaar.
Grooten landbouw.
Kleinen landtouw.
1896 1897 1898 1899 1900 1901 1902 1903 1904
28 700 26000 20000 29 600 19100 21600 15 000 12 800 4600
3 400 7 000 3600 5 400 3600 5 300 4 600 5 800 2 800
Onbekend, voor bet grootste deel waari-chijnlijkviinden kleinin landbouw.
Totaal.
33 000 35 800 28 300 38 600 29 200 31700 23 600 22 300 8 500
5 900 2 800 3 700 3600 6 500 4 800 4 000 3 700 1100
Nog duidelijker dan uit vorenstaande cyfers, blijkt het groote belang dat de kolonie heeft bij de cacao-cultuur uit het volgend overzicht van den uitvoer: J.'iar.
Zonder cacao.
Cncao.
Totale uitvoer.
1899
f 2 680 000
2 837 000
f
1903
2 892 000
1 402 000
4 292 000
1904
3 154 000
538 000
3 692 000
5 517 000
Over het jaar 1899 was dus in de waarde van alle uitgevoerde artikelen 51 pet., in 1903 33 pet. en in 1904 slechts 141/» pet. aan cacao begrepen. De waarde van den algemeenen uitvoer verminderde dus in de laatste 5 jaren met 33 pet. en de cacao-uitvoer alleen met 81 pet. D e z i r k l r in dr r a r a o a l s o o r z a a k d e r t e r m i i i i l e r i l e
productie.
De verminderde cacaoprodnetie is bet gevolg van ziekten , die sedert eenige jaren in onrustbarende mate in de cacao-aanplantiugen zyu opgetreden. In de eerste plaats moet de zoogenaamde krullotenziekte genoemd worden en de daarmede samenhangende versteening der vruchten. Door versteening gaat vaak 50 pet. van den oogst verloren. Deze ziekten gaan gepaard met andere, welke het afsterven der boomen tengevolge hebben. Zoo zyn op vele plantages aaneengesloten stukken van verscheidene akkers te vinden , waar het aantal hoornen tot op de helft van het oorspronkelijke aantal gereduceerd is. In vele gevallen schyut de zoogenaamde „kanker" hiervan de oorzaak te zyn. In hoever er verband bestaat tusschen de ziekten, die het sterven der boomen veroorzaken en de krullotenziekte, zal bet wetenschappelijk onderzoek moeten uitmaken. De ziekten, aanvankelijk sporadisch voorkomende, namen reeds sedert 1897 op de in het district Saramacca gelegen ondernemingen een zeer ernstig karakter aan De oogsten verminderden tot op '/i e n \i v a n de vroegere opbrengst. Langzamerhand verspreidden zich de krullotenziekte en het versteenen der noten ook over de meer oostelyk gelegen plantages en berokkenden daar sedert 1900 en vooral in bet jaar 1904 zeer groote schade. Dit laatste jaar is de oogst zoo bedroevend klein geweest als niemand te voren had kunnen verwachten.
[ii5.
:>.]
'i'
rwtTilc Kamer.
Verhooging van il«' koloniale buithoudeüjke begmoting van Suriname raor bel dienetjaar L906 De waarde van den geheelen cacuo-uitvoer beliep in : Gemiddelde prys per K.G 1900 . . f 2 195 000 f 0,75 1901
..
1902
.
1903
..
1904
.
2 30!) 000
0,73
1 625 000
0,69
1 402 000
0,63
538 000
0,63
Iu het district Nickerie worden de ziekten iu de cacaoboomen nog slechts iu geringe mate gezien en in Coronie is de toestand der boomen goed. In deze districten wordt in de productie nog geen nadeelige invloed opgemerkt van ziekten. Met ernst wordt Daar de oorzaak of de oor/.aken der ziekten gezocht en tegelijk worden proeven genomen, om een middel tot bestrijding te ontdekken. l.iMol-rii
%<m ih-n .H'lil4*ritMz<Miu d«*r 4*Mrfio-fiiltinir.
Voor deze moeilijkheid werd het bestuur reeds meermalen geplaatst, ook nog in de jaren 1903 en 1904, toen verschillende ondernemingen wegens gebrek aan fondsen de exploitatie gedeeltelyk moesten staken. Had het Bestuur toen geen gelegenheid gevonden om de immigranten tijdelijk te werk te stellen bij den spooraanleg en bij de werkzaamheden aan liet kanaal van Toiit-lui-faut, dan zou het toen reeds op een gegeven oogenblik verplicht geworden zyn ruim 400 immigranten dagelijks het by contract bedongen minimum loon van f 0,60 uit to keeren. Ook zyn de gevolgen van de cacao-crisis in ernstige mate merkbaar op de middelen der kolonie. Deze vloeien, zooals uit onderstaand overzicht blijkt, sedert het tweede kwartaal van 1904 minder goed en is de gestadige stijging veranderd in eene daling. Te meer treft deze daling daar de uitvoering van den spoorwegaanleg en van andere groote openbare werken op zich zelf eene belangrijke versterking van sommige middelen en bepaaldelijk van de invoerrechten tengevolge gehad moet hebben.
14. 190.1. I'MII Meer. Minder. Gedurende de laatste jaren werd op verschilende plantages een oogst verkregen, die verre onvoldoende was om de kosten van f 554 388 f 37 499 onderhoud te bestrijden. Reeds enkele jaren werden daar de 1ste kwartaal f 516 889 inkomsten door de uitgaven overtroffen, op vele plantages tot 2de „ 502 207 473 902 — f 28 305 zeer aanzienlijke bedragen. „ 534 322 501 504 — 32 718 Het kan dus geene verwondering meer baren, dat thans vele ' 3de der eigenaren in geldnood verkeereu. Worden deze niet te hulp 4de — . 579 941 554 277 25 664 gekomen, dan laat het zich aanzien, dat vele cacaoplantages verlaten zullen worden. Wat dit beteekent leeren we in het ' M c i i w c c n l l i i K — : I n t i i i i i l i l i l IMII i l i ii I U I K I I I O I I H X I M I I I c r i l i ' i <'ll verleden, toen de suiker-crisis het onmogelijk maakte voor velen .11 h l i - l u i l : ; . ! l i - l«' l i i - l i o r i l r l l om hun bedrijf op de suikerplantages voort te zetten. Tal van De plantages zullen in exploitatie kunnen blijven en naar liet plantages, waar de middelen ontbraken om met andere cultures te beginnen, z\jn verlaten geworden : eene groote waarde aan zich laat aanzien hunne waarde kunnen behouden, indien over olderdammen en sluizen ging verloren bij het ontbreken van kapitaal beschikt kan worden om naast de bestaande cultures, et noodige onderhoud. Gebouwen werden voor afbraak verkocht nieuwe in te voeren, die loonend zyn. Het invoeren van eene nieuwe loonende cultuur is ook van of bleven op het terrein staan om door weer en wind vernield te worden. Hier en daar vindt men nog de machinerieën waarde- groot belang voor den kleinen landbouw. Vooral voor de laudbouwers die zich op de cacao-cultuur hebbeu toegelegd en voor loos en verroest liggen. Een groot nationaal vermogen is in deze kolonie als gevolg wie de afzet van gewone producten door verwijderde ligging der van den achteruitgang der suikerindustrie verloren gegaan. Het perceelen niet gemakkelijk is. Het grootste deel der kleine landbouwers zyn immigranten, meerendeel daarvan had behouden kunnen worden , indien er slechts kapitaal beschikbaar was geweest om de fabrieken naar die nog recht op terugvoer naar hun land bezitten. Zien deze de door hen aangelegde cacao-cultuur te niet gaan de eischen des tyds in te richten of om op alle suikerplantages andere cultures te beginnen. Op betrekkelijk weinige der suiker- en wordt hun niet de weg gewezen om daarnaast eene andere plantages zijn andere cultures ingevoerd. De overige liggen nog cultuur te beginnen, ilie.de opbrengst geeft, te voren van de verlaten , voor zoover het Gouvernement ze niet ingericht heeft caeao genoten, dan ontstaat het gevaar, dat zy eischen naar hun als vestigingsplaatsen voor den kleinen landbouw. Achtereen- land teruggevoerd te worden. Reeds vroeger hebben wy gezien volgens is dit geschied met Domburg, La Rencontre, Alkmaar, dat hetgeen enkelen willen, zeer aanstekelijk werkt op de landJohan en Margaretha, l'aradiseen Kroonenburg. waarop respec- genooten. pectievelyk 242, 167, 215, 215, 191 en 501 perceelen voor den kleinen landbouw zijn uitgegeven. I><* l a n d b o u w n l * niiiliIH tot i oni*uJt<;.iii!* \nn «Ir k o l o n i r . Een zelfden vervaltijd als bij de suiker-cultuur heeft de kolonie Het invoeren van eene nieuwe cultuur is dus eene zaak, die reeds vroeger moeten doormaken bij het opgeven der katoencultuur, die in deze kolonie op de nabij de zee gelegen plan- alle aandacht vraagt Waar de landbouw in Suriname en daarvan tages eene groote mate van bloei heeft gekend en eertijds ruime in het bijzonder de cacao-cultuur zulk een grooten invloed oefent op den oeconomiseben toestand der kolonie. Zonder andere winsten afwierp. Matig berekend vertegenwoordigen op de cacaoplantages de I bronnen, die in deze kolonie tot ontwikkeling kunnen worden polderdammen, de bedelving, de loos-en vaarkanalen, de sluizen, gebracht over het hoofd te zien, kan als vaststaande worden ïooskokers , gebouwen , drooginrichtingen , enz. eene innerlyke aangenomen dat geene andere op den duur zooveel kan bijdragen waarde van gemiddeld meer dan 100U gulden per H.A. aange- tot vooruitgang der kolonie als de landbouw; hiervoor leent Suriname met zyn uitermate vruchtbaren bodem zich in het legd land of meer dan 7 millioen gulden in het geheel. bijzonder. Gebrek aan kapitaal dreigt vele van de cacao-ondernemingen Wat hier gezegd wordt van den landbouw geldt in het bijzonder waardeloos te maken met uitzondering van de gebouwen , die voor den grooten landbouw, want zouder dezen had de kleine hier en daar nog eenige afbraakwaarde vertegenwoordigen. Reeds enkele plantages gingen in andere handen over voor ; landbouw nooit de vlucht kunnen nemen, die hierboven reeds een prijs, niet veel hooger dan de gebouwen aan afbraak ver- met cyfers werd aangeduid. tegen woordigden. I)<- i m m i g r a t i e nis inlilili'l lot uillirei
E
Handelingen der Statcn-Gcneraal. Bijlagen. 1905—1906.
[115. 4.] A'erhooging van de koloniale huishoudelijke lx>gr ooting van Suriname TOOT het. dienstjaar 1906. Voor de toekomst der kolonie is de kleine landbouw onge- 1 tot voor korten tyd de cultuur daarvan zeer aanlokkelijk, maar twy'fel van zeer groote beteekenis , omdat deze de productie vau toch heeft de ondergeteekende gemeend de verantwoordelijkheid den grond en daarmede de algemeene welvaart bevordert. De i niet op zich te kunnen nemen om voor het in het leven roepen kleine landbouw zal het goede gevolg hebben dat Suriname van deze cultuur op groote schaal gelden aan te vragen. Hoofdkrijgt wat het bovenal noodig heeft: eene bevolking met een zakelijk werd hij daarvan weerhouden , omdat de cultuur moeilyk, tusschenstand. Tot heden heeft deze zich nog niet voldoende het seizoen in Suriname onregelmatig, de benoodigde arbeidsontwikkeld uit den vroegeren toestand , waar alleen meesters krachten talrijk, het gevaar voor ziekten en insectenplaag zeer groot en de markt onvast is. De mogelijkheid is volstrekt niet en slaven waren. uitgesloten , dat deze cultuur in de kolonie van beteekenis kan worden. Het staat evenwel nog te weinig vast dat de landbouwI ItfcraMlag »«n «Itrn M c h i r i i I J I I I I I I M M I M : m i a l g n i H - r n lirl.m:: ondernemingen met de katoencultuur tot bloei kunnen worden gebracht. Niettemin heeft hij er geen beswaar in gezien om Tydens de huidige landbouw-crisis is vooral gebleken van hoeveel bolang de kleine landbouw nu reeds is voor de innerlijke proefnemingen met de/.e cultuur te bevorderen. Door het landbouwproefstation wordt aan deze cultuur reeds van hare oprichkracht der kolonie. Terwijl de plantages, die voor het meerendeel, zooals hierboven is aangetoond, van de cacao-cultuur afhangen, tiug af' alle aandacht gewijd. Het verschafte zich het zaad van de beste variëteiten om daarmede proeven te nemen zoowel in wegens gebrek aan werkkapitaal het bedryf grootendeels hebben den cultuurtuin als op de plantages. Op enkele worden, niet moeten staken , heeft de kleine landbouw, die zich voor een groot deel op het telen van voortbrengselen voor dagelijksch steun van het Gouvernement, proefaanplantingen gemaakt op gebruik toelegt, den invloed dier crisis tot heden over het aanwijzing en geheel naar de inzichten van den Inspecteur van den Landbouw. Van diens hand verscheen ook reeds een uitvoerig algemeen met goeden uitslag het hoofd geboden. Vermindert voor den grooten landbouw de behoefte aan immi- bulletin over de katoenteelt. Op deze wijze zullen de uitgaven granten door het verlaten der cacao-ondememingen dan wordt ter bevordering van de katoenteelt betrekkelijk gering blyven daardoor tegelijk de stroom van kolonisten opgehouden en laat en zullen zoowel de groote als de kleine landbouw daarmede het zich verwachten dat de uitbreiding van den kleinen land- hun voordeel kunnen doen. De ondergeteekende meent, dat in bouw , die vooral in de paar laatste jaren zoo belangrijk is geweest, het belang van de katoenteelt in de kolonie in de gekozen spoedig zal ophouden. Dat dit in hooge mate te betreuren zou richting moet worden voortgegaan en dat hy zich vooralsnog zijn, behoeft hier niet nader uiteengezet te worden, waar uit de daartoe moet blijven bepalen. hierboven gegeven cijfers duidelijk blijkt, dat de oppervlakte, a. 2e. andere vezelproduceerende gewassen. die thans meer in cultuur is gebracht dan 30 jaren geleden alleen te danken is aan de uitbreiding van den kleinen landbouw. In het bijzonder heeft de ondergeteekende het oog op de Uitbreiding van den kleinen landbouw is dan ook zonder twijfel Sisal-Agave. Het is gebleken dat deze vezelplant in Suriname in het algemeen belang. De 30-jarige ondervinding heeft bewezen dat deze met de creolenbevolking alleen nooit in de kolonie zeer welig groeit, althans op zandgronden. Met voldoening kan de ondergeteekende mededeelen , dat op een bedrijf van groote beteekenis was geworden en dit ook nooit «Gelderland" met de cultuur van deze plant op flinke schaal zal kunnen worden. een aanvang is gemaakt en eene machine tot ontvezeling der Nu de ondervinding heeft geleerd, dat de meeste Britsch- bladeren reeds is opgesteld. Eene proefneming van vezels door «Indische immigranten na afloop van hun werkcontract zich hier deze machine geprepareerd uit eenige duizenden Sisalbladeren gaarne als laudbouwend kolonist vestigen, zal het van groot van planten, in den cultuurtuin geteeld, leerde dat vezels van gewicht voor de kolonie zijn, dat deze stroom van kolonisten voortreffelijke kwaliteit verkregen waren. niet ophoudt. • Het is echter gebleken dat de vezel van op kleigrond geteelde Van de Javaansche immigranten hebben zich tot nu toe slechts planten , zoowel wat kwaliteit als wat kwantiteit betreft, onvoleen 40 tal als kleine landbouwers gevestigd; de lust om zelfstandig doende is. landbouwer te worden neemt evenwel onder hen toe en dus beVoor de bestaande cacaoplantages, waar byna zonder uitzonstaan er voor de toekomst ook goede verwachtingen van dit dering een vry zware kleigrond aangetroffen wordt, belooft deze soort immigranten. cultuur niet veel. Ook mag niet vergeten worden dat zeer uitgestrekte terreinen noodig zijn om deze cultuur rendabel te doen W e l k e i H m cultures voor
[MS. 5.] Verhooging van de koloniale huishoudelijke begsooting van Suriname voor liet dienstjaar L006. suikerfabriek in deze kolonie, onder de bestaande omstandigheden gewenscht is te achten en in aansluiting daaraan wat te dien opzichte van Gouvernementswege zou kunnen worden gedaan om de totstandkoming daarvan in den te maken Sararnaccapolder of elders te bevorderen".
landbouw beplant worden. Het in het leven roepen van een bacoven-cultuur voor uitvoer heeft, zooals uit het voorgaande hlijkl, alleen dan kans van slagen, wanneer de zekerheid bestaat dat de deelneming der landbouwonderneuiingen voldoende groot is. B l g t T I M over hacove-ctiltiiiir.
c. Rubber. De resultaten met rubberaanplant in andere tropische streken verkregen deden vanzelf het oog vestigen op deze cultuur voor Suriname. De bij voortduring bo>ge prijzen VOD de Hevea en andere goede rubbersoorten maken deze cultuur we' aanbevelenswaardig. Proeven, genomen in deze kolonie, geven reden om van deze cultuur voor de toekomst goede verwachtingen te koesteren. Aan deze cultuur is evenwel het groote bezwaar verbonden, dat er zoovele jaren moeten verloopen voor dat de hoornen product «even. Om deze reden kan deze cultuur geen uitkomst verschaffen aan cacao-ondernemingen, die in geldnood verkeeren, hetgeen helaas met het meerendeel het geval is. Op deze plantages kan er dan ook nu niet aan gedacht worden om met deze cultuur op eenigszins groote schaal aan te vangen. De groote uitgaven aan een aanleg verbonden en het langjarig onderhoud, voor dat deze cultuur een oogst geeft, maken het denkbeeld verwerpelijk om deze cultuur, met kapitaal door of onder waarborg van het Gouvernement te verschaffen, in het leven te roepen. Aanmoediging en bevordering van deze cultuur kan evenwel op de ontwikkeling van den grooten landbouw in Suriname een zeer gunstigen invloed uitoefenen. De ondergeteekende zal dan ook in deze richting werkzaam blijven. (I. Bacoven voor export. In de eerste plaats wil de ondergeteekende er op wijzen dat de ondervinding van vele jaren geleerd heeft dat de bodem van Suriname zich bij uitstek goed leent voor de cultuur van bacoven en dus voor deze cultuur evenals voor suiker proefnemingen geheel en al overbodig z\jn. Verder wil hü de aandacht vestigen op het groote voordeel dat deze cultuur niet alleen tegemoet zal komen aan de wenschen door den grooten landbouw gekoesterd, maar ook aau den kleinen landbouw gelegenheid biedt zich toe te leggen op een ander uitvoerproduct dan cacao. Zoodra dus de groote landbouw bacoven uitvoert, kan de kleine landbouw ook zijn voordeel doen met de gelegenheid, die de groote landbouw verschaft om bacoven te verschepen. Verscheping van bacoven.
Ten aanzien van de cultuur van bacoven voor uitvoer heeft de ondergeteekende het voorrecht over uitgebreide gegevens te kunnen beschikken met betrekking tot het eiland Jamaica, waar de grootste uitvoerhavens van dit landbouwproduct worden aangetroffen. De Vereeniging van den Grooten Landbouw, daartoe in staat gesteld door financieelen steun van de kolonie, zond den 14den November 1904 den heer J. R. C. GONGGRIJP naar Jamaica om zich op de hoogte te stellen van de cultuur en uitvoer van bacoven en om gegevens te verzamelen ter voorbereiding van eene dergelijke cultuur in Suriname. Voor de cultuur verwijst de heer GONGGRIJP naar bulletin n". 1 van den Inspecteur van den Landbouw in West-Iudië' over de teelt van bacoven, waarop ook hieronder teruggekomen wordt. Aan het rapport en de daarbij overgelegde bijlagen zijn de volgende mededeelingen ontleend: De uitvoer van Jamaica bedroeg in het jaar, eindigende ultimo Maart 1904, 7 800000 bossen bacoven ter gezamenlijke waarde van £ 585 423 of pi. m. 7 millioen gulden. In genoemd jaar was de uitvoer gering en de gemiddelde prijs laag geweest als gevolg van een orkaan, die op 11 Augustus 1903 het grootste deel van den te velde staanden oogst had verwoest. Het daaraan voorafgaande jaar beliep de uitvoer 14 200 000 bossen bacoven ter waarde van £ 1 134 750 of pi. m. f 13 600 000. Gemiddeld werd in dit jaar dus een prijs bedongen van f 0,96 per bos. De waarde van den geheelen uitvoer van Jamaica in dat jaar is geschat op £ 2 292 325 of ongeveer 27'/i millioen gulden, verdeeld als volgt: Bananas (1)
49.4 pet.
andere fruit
9.9
,
suiker
7.6
,
rum
7.0
,
koffie
5.9
,
logwood
5.1 »
piment 4.1 , Voor bacoven-cultuur is behalve kapitaal eene scheepsgelegenheid noodig om het artikel uit te voeren Met kans op andere artikelen 11.0 » goeden uitslag kan dit niet anders geschieden dan met snelvarende Men kan aannemen dat van de uitgevoerde bacoven voor eene stoombooten die tot vruchtenvervoer zijn ingericht. De gelegenwaarde van 1 016 000 pd. st. werd verzonden naar de Noordheid daartoe is tenminste eenmaal per week noodig. Alleen dan zal het mogelijk zijn om regelmatig de vrucht, ! Amerikaansche havens Boston , New-York , Philadelphia , Baldie den gewenschten graad van rijpheid bereikt heeft, te oogsten timore , en Charleston en naar Engeland voor eene waarde van 92 000 pd.st. en onmiddellijk te verschepen. De uitvoer uit Jamaica is voor een belangrijk deel in handen De ondervinding elders opgedaan heeft aangetoond dat het van de United Fruit Company. De vloot van deze Maatschappij volstrekt geen bezwaar zal opleveren om eenmaal per week of bestaat uit 26 snelvarende stoomschepen , waarvan in het drukke des noodig meer dan eenmaal per week voor vruchtenvervoer ingerichte stoomschepen in de haven van Paramaribo te hebben, seizoen 6 voor Boston , 6 voor New-York, 6 voor Philadelphia , mits er telkenmale eene lading van 25000 bossen bacoven, maar 6 voor Baltimore en 2 voor Charleston. ook niet minder, door de schepen medegenomen kan worden. De afstand van Jamaica naar de 4 eerstgenoemde havens is gemiddeld ongeveer 1468 zeemijlen. De afstanden van Paramaribo naar de havens van Noordt a i l l e s van h a r » \ eii-ciiltniir op l l i n k e s c h a a l . Amerika zijn daarentegen grooter en bedragen gemiddeld 2271 Vóór alles is noodig dat de cultuur op flinke schaal wordt zeemijlen. , aangevat. Van Port Lemon — na Jamaica de belangrijkste uitvoerhaven Alleen dan zal een oogst verkregen worden die voldoende is van bacoven — is de afstand naar New-York 2026 en naar om de kosten, op den uitvoer drukkende, te kunnen dragen. Boston 2182 zeemijlen. Duurt de reis van uit Jamaica naar de importhavens van T i j d van oogsten. Noord-Amerika ongeveer 4 a 5 dagen en die uit Port Lemon Om in de maanden Maart tot en met Mei en Augustus tot ruim l*/a dag langer, dan volgt uit bovenstaande afstanden'fers en met October — zijnde zooals in andere uitvoerhavens bewezen dat van uit Paramaribo naar Noord-Amerika op een vervoertijd is de maanden, waarin voor de bacoven in de gematigde lucht- van ongeveer 8 dagen moet gerekend worden. De reis der schepen van Jamaica naar Engeland duurt thans streken de beste prijzen kunnen worden bedongen —wekelijks 12—17 dagen , die met de booten van de Royal Mail 15 dagen. 25 000 bossen te kunnen uitvoeren, zyn reeds in het jaar, waarin met den uitvoer begonnen wordt, ongeveer 650 000 goede bossen noodig. (1) Wat men in .Suriname bacove noemt wordt door de Engehchen banana Om deze te verkrijgen in vereeniging met den kleinen land- genoemd, terwijl de irueht in Suriname als banaan bekend b() de Engclsolien bouw moet eene oppervlakte van 1000 H.A. door den grooten den naam ran plantain draaft.
[11.1.
;>.]
Verhoogiiuj fan da kolontala huishoudelijke begrootinc ren Suriname roor liot dienstjaar 1906. Van Jamaica (Fort ftoyal) tct kaup Lizard (Engelsch kanaal) is de afstand 8919 zeemijlen en van Paramaribo slechts 304l> of 273 zymylen (1 dag varen) minder. Suriname verkeert dus voor den uitvoer naar Noord-Amerika in veel gunstiger omstandigheden dan Jamaica voor den uitvoer Daal Engeland. Van groot belang moet het worden geacht dat de afstand van ttrriname tot de markten geen hinderpaal is. Van Jamaica worden de bacoven oningepakt naar NoordAmerika vervoerd in „ventilated ships." In de schepen, waarin de bacoven naar Engeland worden vervoerd, zijn , refrigated rooms" en ook wel .ventilated rooms" (fruit chamhers). Wel ingerichte vruchtenschepen zijn dadelijk disponibel, zoodra er een lading bacoven in Suriname gereed is. De heer GoNGaic.ir ontving op .Jamaica reeds aanbiedingen van eenige reederijen, die vernomen hadden dat er sprake was van het op touw zetten van eene bacove-teelt. Ook. de Iioyal Mail Steam Packet Company, die thans reeds een 14daagschen dienst OD Paramaribo heeft, deelde mede dat zy schepen met speciale „fruit chambers'' zenden zou „as soon asyou can eugage spaee". L)e Koninklijke West-Indische Maildienst deed ook reeds van hare belangstelling blijken door het gratis vervoer van proefzendingen. Op dit oogenblik is er nog alleen sprake van het exporteeren naar Noord-Araerika en Engeland. Via Havre zal een handel met het vasteland van Europa door middel van den Koninklijken West-Indischen Maildienst veel kans van slagen opleveren, zoodra er een markt "voor bacoven te vinden is, hetgeen bij meerdere bekendheid van het artikel wel spoedig het geval zal zijn. De invoer van bacoven in. Noord-Amerika beloopt jaarlijks 25 a 30 millioen boksen, waarvan 22 a 24 millioen volle bossen, waarvan door Jamaica j 45 pet. wordt geleverd. De bacoven der Canarisehe eilanden maken te Londen en te Liverpool f 3 a f 6 per „full bunch", die van Jamaica f 2,10 a f 3. In New-York wordt in de maanden Maart tot Juli gemiddeld f 3.125, in de overige maan.ipn ongeveer f 2,25 betaald. Daar de uitvoerhandel op Jamaica grootendeels in handen ivau de reederyen, kunnen de daar betaalde vrachtprijzen niet nauwkeurig wordeD opgegeven. Voor de verschillende Noord-Amerikaansche havens loopen ze niet veel uiteen. Voor vracht van Paramaribo naar Noord-Amerika zal op ongeveer een gulden per bos gerekend moeten worden. De vracht van Suriname naar Engeland zal + 30 sh. per ton (maat) bedragen of hoogstens 2' , sh. per krat, zijnde de prys die voor groote kratten (:'4 x 17 inches) van Barbados naar Londen wordt betaald. De kosten van een krat behoeven niet meer dan f 0,35 te bedragen. Tot nu toe wordt uit Barbados de bacove verzonden elke bos af/.onderlyk, in kratten verpakt, terwy'1 uit Jamaica de verzending los plaats vindt. Volgens mr. J. A. JONES (United Fruit Company. Statestreet, Boston) vermeerderde de consumptie in Amerika jaarlijks met 30 pet., in Engeland met 50 pet.; aan afzet op het vasteland van Europa is nog zoo goed als niets gedaan. Dat ook in andere landen de bacove-teelt wordt beschouwd als een veelbelovende, mag blyken uit het feit, dat door het Gouvernement van Trinidad, nu het rijkste eiland in West-Indië, op 15 Augustus 1904 een bedrag van £ 1500 werd toegestaan aan de „Symington Fruit Company'' om een deel harer eerste onkosten te dekken, er werd tevens besloten tot het geven van eene rentegarantie van 5 pet. gedurende 5 jaar, over een maximum kapitaal van £ 15 000 Dit geschiedde daar vooral om de cultuur van bacoven voor export by de kleine landbouwers te bevorderen. hii./i'
IJIII e e n e
nirllWi'
rilllllllr
Uit het bovenstaande blijkt dat voor Suriname op dit oogenblik de keuze niet moeilijk is aan welke nieuwe cultuur op de cacao-ondernemingen de voorkeur moet worden gegeven. Zoowel de Vereeniging voor den Grooten Landbouw in Suriname als de Inspecteur van den Landbouw zyn eenstemmig van oordeel dat geen enkel ander landbouwproduct dan de bacove voor export zooveel kans van slagen biedt om de cacaoplantages uit haren staat van inzinking op te beuren. De ondergeteekende is na ryp beraad en ernstige overweging van dit moeilijke vraagstuk geheel dezelfde meeniug toegedaan.
Iliillrlin t a n ilr. \itn II.ill u u r l>*e«n e-lrrlt.
Het eerste bulletin van de hand van dr. C. J. J. VAN IIAU. in September 1004 uitgegeven door de kortelings opgerichte inspectie van den landbouw in West-Indië is gewyd aan de teelt van bacoven voor export. Nuttige wenken worden daarin den landbouw gegeven omtrent de keuze van terrein en van plantmateriaal, omtrent de bewerking van den grond en de uitplanting , de ziekten en vruchtwisseling, de vermenigvuldiging en den oogst, de verpakking en verscheping enz. I it 14i< i li.i.n I K lil t . i n m i
lijifoi e-leell.
Zooals hierboven reeds is opgemerkt groeit de bacove in Suriname welig en draagt zij rijkelijk vruchten, niettegenstaande aan de cultuur niet de geringste zorgen worden besteed. Bijna uitsluitend vindt de aanplant plaats om als schaduw voor de jonge cacao te dienen , waarvoor zy door haar weelderigen en snellen groei zeer geschikt is. De waarde van de vrucht is als gevolg van de overproductie zeer gering. Zoodra de aanvoer eenigszins belangrijk wordt, daalt de prys al spoedig tot 5 a 10 cent per bos. Daar nimmer een regelmatige aanplant heeft plaats gehad is bet thans niet mogelyk nauwkeurig den oogst per H.A. op te geven. Aangenomen kan evenwel worden, op grond van de ervaring met de teelt van bananen opgedaan , dat per akker (1) ongeveer 400 bossen per jaar kunnen worden geoogst. Hierbij dient evenwel bedacht te worden , dat de bacove voor export niet het geheele jaar geplukt kan worden, doch de cultuur er op gericht moet zyn om alleen in een 6 of 8tal bepaalde maanden te oogsten. De beste prijzen worden op de Engelsche markt bedongen in de maanden Maart, April, Mei. Augustus, September en October en op de Amerikaansche markt in de maanden Maart tot Juli. Een deel der planten zal in haar groei moeten worden tegengehouden en niet elke bos zal een z. g. ,full bunch" zyn. (2) De oogst voor export zal evenwel zonder twijfel in de eerste jaren per akker en per jaar gesteld kunnen worden op ten minste ongeveer 280 bossen, vertegenwoordigende ongeveer eene waarde van 200 „full bunch", dat is ongeveer f 180 per akker of f 420 per H.A. als minimum. Beginnen echter na eenige jaren de Suriuaamsche planters geheel vertrouwd te raken met de cultuur dan kunnen nog hoogere oogstcyfers verwacht worden, vermoedelijk zelfs hoogere dan op Jamaica verkregen worden l><- i p t l l > | l l i l i i
li.ii<»\ i - l r c l t ii|> . I j u i i n l r a .
In 1903 waren op Jamaica 37 500 akkers (3) (Engelsche maat) in cultuur, terwyl de uitvoer bedroeg 14 184 000 bossen, zoodat in dat jaar gemiddeld 378 bossen voor uitvoer verkregen zyn per akker. Tot het getal van 200 volle bosschen per akker als minimum komt Wm. Fawcett in zyn bekend artikel over Jamaica. Hij geeft als opbrengst van eene plantage van ongeveer 200 akkers op, dat verkregen zyn per Engelsche akker 219 volle bossen ter waarde van f 215,—, hetgeen overeenkomt met eene opbrengst van + f 530,— per H.A. Van dezelfde plantage worden als uitgaven opgegeven : a. 1. cultuur op plautklaar land f 5159,90 2. irrigatie
. „ .„._ . . I f 11426,85, d. ï. per 3 801,77 5 / akker = f 57,13
3. oogsten der vruchten .
2 465,17* )
b. 1. transport naar den trein 2. transport per trein naar de haven 3. kaaigeld e. directeur en opzichter
1478,37* I ) 2 478,05 2138,32* ] 2 443,50
f
6 0 H 7 5 , d. i. per = f 30'47
akker
idem = f 12,22
(1) t Surinaamsehe akker = 0,4294 H.A. dus 1 H.A. = pi m. 2>', Surinaanisclie akker. (2) In Jamaica berekent inrn dat 3/4 van den oogst „full bunch" zjjn. (3) Een EngeUche akker s akker.
0,4047 H.A. dut 1 H.A. e ± 2,5 Engelsche
111.1. 5.]
Bijlagen.
Tweede Kamer.
9
Verhooging van de kolonialo huishoudelijke begrooting van Suriname voor het dienstjaar 1'JOC. f 6 094,75, d. i. per akker . = f 15,68
d. belasting, verzekering en rente f 3 125,80 e. gebouwen, immigratiegelden, wachters enz
wegen, wagens,
idem
6,87
1 373,72* 1 per akker (Engelscbe maat) f 122,32
WliiHlhr rekening.
Waar de inkomsten geschat zijn op jaarlyks ten minste t 420 de uitgaven gedurende het eerste jaar op ten hoogste f 360 en in volgende jaren op ten hoogste f 180 per H.A., daar blijkt het dat reeds het eerste jaar een kleine winst verwacht kan worden (ten minste f 60 per H.A.) en de volgende jaren een belangrijke (ten minste f 240 per H.A.).
of per H.A. pi. m. f 300. Op deze plantage werd dus een netto winst verkregen van ± f 230,— per H.A. Statistieken van export uit Jamaica en van het aantal aldaar in bacove-cultuur gebrachte acres land duiden aan dat in dit bijzondere geval de opbrengst van 219 volle bossen per akker voor Jamaica laag is. Met deze andere gegevens komt men tot een gemiddelde netto opbrengst van + f 600,—. Dit bij een uitgaaf van ± f300,— geeft een winst van ± f 300,—per H.A. Een cultuur van bacoven voor uitvoer kan aan de hand van vorenstaande cijfers eene zeer voordeelige worden, maar daarvoor is het noodig, zooals hierboven reeds gezegd is, dat op eenmaal een aanleg in de kolonie op flinke schaal begonnen wordt. De verschillende landbouwondernemingen moeten daartoe samenwerken en zich speciaal toeleggen op het telen van de in het buitenland meest gewilde soorten. In Jamaica rekent men dat het eerste jaar de kosten van aanleg geheel worden terugontvangen en dat in de volgende jaren de hierboven becijferde winsten worden verkregen, wanneer de uitgaven berekend worden ongeveer de helft van die van het eerste jaar te bedragen. In Suriname zullen de resultaten niet minder gunstig behoeven te zyn. De grootere rijkdom van den bodem in vergelijking met dien op Jamaica is een waarborg dat omtrent de resultaten geen teleurstelling te wachten is. Een orkaan, zooals men daar meermalen, het laatst op zoo gevoelige wijze in 1903, heeft gehad, is hier niet te vreezen. De rivieren, die in Jamaica bijna niet te bevaren zyn, bieden hier voor de plantages een zeer goedkoope wijze van vervoer. Raming van nitgaven van de barovi-cultiiiir.
De kosten van aanleg in deze kolonie op oud capewerieland, d. i. ingepolderd land vroeger bedolven en thans in licht bosch opgegroeid, kunnen als volgt per Surinaamschen akker geraamd worden: a. vellen van het bosch en opruimen
f 20
b. ophalen der bedelving
20
c. 280 plantsoenen jonge planten
28
d. omspitten, planten enz
15
e. viermaal wieden
24
f.
13
oogsten
g. andere uitgaven
10 per akker.
f 130
of ongeveer f 300 per H.A. Dit bedrag behoort nog vermeerderd te worden met de algemeene kosten. In het tweede jaar zyn de kosten der cultuur aanmerkelijk minder (de kosten van vellen van het bosch en opruimen vervallen dan, evenals die van ophalen der bedelving en aankoop van plantsoenen). De bedoelde kosten zullen dan niet hooger zijn dan hoogstens f 50 per akker of ongeveer f 120 per H. A. Hier komen dan weer de algemeene kosten bij. Deze algemeene kosten, zooals aanvoerkosten en hoofdgeld van immigranten, geneeskundige belasting, akkergelden, onderhoud van immigrantenwoningen, van hospitaal en van andere gebouwen, geneeskundige behandeling en verpleging van zieke immigranten, zn'n niet overal even hoog. Aannemende dat met 72 immigranten aan te voeren, jaarlijks gedurende 5 jaren ongeveer 50 akkers kunnen worden aangelegd en de aangelegde cultuur kan worden onderhouden, dan zullen de hierboven genoemde kosten jaarlijks op ongeveer f 6000 per plantage van ongeveer 100 H.A. of op ongeveer f 60 per H.A. moeten geraamd worden. Aldus zal het totaal der kosten in het eerste jaar ten hoogste f 300 -f f 60 = f 360 bedragen, in het tweedejaar en volgende ten hoogste f 120 + f 60 = f 180 per H.A. Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1905—1906.
V . i liOIIM M »ail d e p l a n l i r - in d r
baeove-eultuor.
Dat de planters in de bacove-cultuur vertrouwen hebben, mag onder meer blijken uit het feit dat toen de Inspecteur van den Landbouw in Juni 1904 van Trinidad 5000 jonge planten van „Gros Michel bacoven" (de voor export vereischte bacoven variëteit, die tot nu too in Suriname met op groote schaal aangeplant werd) meebracht, deze grif aan de planters verkocht werden en de aanvragen zelfs meer dan het dubbele van den voorraad bedroegen. Later werd op eene vergadering van de Vereeniging voor den brooten Landbouw eene inschrijving geopend ten einde voor gezamenlijke rekening jonge planten van „Gros Michel bacoven" uit Jamaica te laten komen. Er werd ingeschreven voor ongeveer 23 000 planten. Op dit oogenblik zijn er reeds 12 830 planten uit Jamaica aangekomen en aan de planters door het Bestuur van genoemde Vereeniging uitgedeeld. Ook de beoefenaars van den zoogenaamden kleinen landbouw zyn bereid de cultuur ter hand te nemen. Door bemiddeling van de Districts-Commissarissen werd aan hen de zaak uitgelegd en gevraagd hoeveel jonge Gros Michel bacoven zjj wenschten tegen betaling van 5 cents per stuk. Het totaal hunner inschry'vingen bedroeg ongeveer 25 000 stuks. Reeds werden onder hen 12 060 stuks uitgedeeld. Feitelijk is dus reeds, zoowel door de planteurs als door de beoefenaars van den kleinen landbouw een begin gemaakt met de cultuur en zijn in hut geheel 24 890 uit Jamaica ingevoerde plantsoenen uitgeplant. Voegt men hierbij de bacovenplanten, afkomstig van in Suriname inheemsche .bananen-bacoven" (een variëteit die de Gros Michel bacove zeer nabij komt of misschien zélfs identiek is), en van in Suriname inheemsche ,dwergbacoven'' (een variëteit, die eveneens voor export geschikt is), dan kan men zonder twijfel aannemen, dat thans reeds regelmatige bacovenaanplantingen voor export der vruchten gevestigd zijn, bevattende te zamen ten minste 30 000 planten. Na 4 tot 6 maanden zal dit aantal gestegen zijn tot 90 000 planten, daar in dien tijd iedere plant gemiddeld 2 jonge planten zal hebben voortgebracht. Aanleg op onbebouwd land.
Op de bestaande plantages bestaat nog gelegenheid eene nitgebreide bacove-cultuur aan te leggen. Matig berekend zyn op de in bewerking zijnde plantages binnenspolders 20 000 H.A. gelegen, waarvan ruim 10 000 H. A. ot ongeveer de helft nog niet in cultuur zijn gebracht en dus zonder bijzondere kosten voor het beoogde doel kunnen worden aangewend. Aanleg op minsten» i n o o H.A
tegelijk.
Zooals hierboven reeds is opgemerkt zal het noodig zijn, om het welslagen van eene bacove-cultuur te verzekeren, dat in het eerste jaar ten minste 1000 H.A. worden aangelegd. Deze aanleg zal eene uitgaaf vorderen voor het eerste jaar van f 360000. Om daarna den aanleg in het volgende jaar uit te breiden tot ongeveer 3000 H.A., zooals voor een voordeeligen exporthandel gewenscht is, zal, in de veronderstelling dat de eerste oogst de uitgaven in het eerste jaar gemaakt ruimschoots opbrengt, nog eenzelfde bedrag voor den verderen aanleg noodig zyn. Na hetgeen reeds is gezegd over den geldnood der cacaooudernemingen als gevolg van de geringe opbrengst der laatste jaren, zal het niet noodig zyn om in den breede aan te toonen dat het niet verwacht kan worden dat deze nieuwe cultuur zonder Gouvernementshulp tot stand komt. liet eredlet voor den l a n d b o u w .
Het meerendeel der cacao-ondernemingen mist daartoe de middelen. Zjj wien het niet aan energie en vertrouwen op de toekomst, in verband met den vruchtbaren bodem, ontbreekt, deden tot nu toe tevergeefs een beroep op financieele hulp van particulieren. Het ontbreken in de kolonie van eene credietinstelling, die hulp in deze omstandigheden zou kunnen verleenen, maakt het den ondernemers niet mogelijk den financieelen steun
[115.
10
5.]
Vorhooging van do koloniale liiiisli(pii
Zulk een cultuur meent de ondergeteekende dat de teelt van bacoven voor export is. Daarom aarzelt hy thans niet om het voorstel te doen van Gouvernementswege financieele hulp aan de cacaoplanters te verleenen voor deze nieuwe cultuur. Hier meent de ondergeteekende de vraag niet onbeantwoord te mogen laten, die gedaan kan worden, waarom eerst thans voorgesteld wordt deze hulp te verleenen. Goede reden bestond
d. bijzondere kosten door het Gouvernement tot behoud van rechten gemaakt; e. betaalde belastingen ; 7°. dat de onderneming by het eindigen van het recht van opstal schuldig wordt het nadeelig saldo van de rekening over de bacove-cultuur door het Gouvernement gehouden en aanspraak heeft op uitkeering van het voordeelig saldo;
[115. 5.]
ii
\< rhooging nul do Itotoniala huishoudolijko b©gr,<>oting van Suriname voor hot dienstjaar 1!)0(>. 8". dat de onderneming tot waarborg Tan de nakoming van bet contract en van de terugbetaling van bet nadeelig saldo tot een maximum van f 360 per 11 A. over de oppervlakte, waarop het recht van opstal is verleend, de plantage by 1ste onderzetting verbindt of als 2de onderzetting, indien het Immigratiefonds een 1ste hypotheek op de onderneming heeft;
moedigen, is het billijk dat aan de plantages, die geen voordeel maar nadeel van de nieuwe cultuur ondervinden , vergund kan worden om zonder verdere betaling van rente het nadeelig saldo der rekening in termijnen gedurende ten hoogste 10 jaren af te betalen.
Artikel 1. 9". bü het eindigen van het recht van opstal is het nadeelig saldo van de rekening over de bacove-cultuur dadelyk opeisch» Het bij dit ontwerp gedane voorstel is van zeer ingrypenden baar; evenwel zal door den Gouverneur kunnen worden toe- aard. Zulk een voorstel wordt niet gedaan voordat de nood het gestaan dat zonder verdere bij berekening van rente het nadeelig hoogst is en het vaststaat dat verder uitstel noodlottig voor de saldo in ten hoogste 10 jaarlyksche termijnen kan worden afbe- Kolonie wordt. De ondergeteekende meent dat dit tydstip thans taald. gekomen is. Uit het vorenstaande blykt het voornemen van den onderOm de hulp nog in dit jaar aan de bestaande plantages te geteekende om de beschikking over de in cultuur te brengen verleenen zou in het najaar van 1905, uiterlijk begin October, terreinen gedurende drie jaren in handen van het Gouvernement met de voorbereidende werkzaamheden aangevangen moeten te doen stellen en om voor dit doel, opdat het Gouvernement worden. Voordat de droge tyd ten einde is zou de capewerie daarop de beplanting van bacoven ter hand kan nemen, een recht geveld en de velden afgebrand moeten zyn. van opstal zal worden gegeven. Ten einde over de noodige arbeidskrachten te kunnen be« Eene vrije beschikking op het land onder den een of anderen schikken zou een 2 of 3tal maanden te voren zekerheid moeten vorm is noodig, want wordt den ondernemers de vrye hand ge- bestaan dat de voorgenomen hnlp verleend zal worden. Ware laten om over ter leen te verstrekken gelden willekeurig te het mogelyk dan zou een langere tijd van groot belang zyn , beschikken, dan zou het moeilijkheden opleveren om hen de op opdat de planters zich van plantmateriaal kunnen voorzien. Hoezich genomen verplichting om eene zekere oppervlakte te be- wel reeds een niet onbelangrijk aantal plantsoenen in de laatste plauten, te doen nakomen. Het terugtrekken van eenigen kan 2 maanden uit Jamaica zyn aangevoerd , laat het zich toch aande oorzaak zijn van mislukking, waardoor ook anderen nadeel I zien dat in het najaar van 1905 opnieuw plantmateriaal aangelijden. kocht moet worden en het eerste jaar de ondernemingen zich in Dit alles wordt vermeden met voor rekening van het Gouver- hoofdzaak zullen moeten toeleggen op het verkrijgen van jonge nement den aanleg te doen plaats hebben op land waarop voor planten. 3 jaren aan het Gouvernement het recht van opstal is verleend. Mocht het echter niet meer mogelyk zyn om in het jaar 1905 Heeft het Gouvernement op deze wyze de beschikking over een aanvang te maken, dan zullen de voorbereidende werkzaamde terreinen gedurende drie jaren, dan bestaat er geen bezwaar beden uitgesteld moeten worden tot het voor-of najaar van 1905 . De steun, thans voorgesteld , kan naar de meening van de n om met de zorg van de cultuur en den verkoop van den oogst ten behoeve van het Gouvernement de planters te belasten. : ondergeteekende beperkt worden tot het in cultuur brengen van By' het eindigen van het recht van opstal wordt aan hen, met 3000 H.A. Deze oppervlakte is alleszins voldoende om het welafwijking van het bepaalde in artikel 761 Burgerlijk Wetboek, i slagen der onderneming te verzekeren. Met deze beperking, in de aanplant overgedragen tegen terugbetaling der gemaakte ; verband beschouwd met de raming der kosten, zal tevens vastkosten en eene rente van 4 pet. 's jaars, na aftrek van de baten. staan dat voor het beoogde doel niet meer dan 3/t millioen Voor een eventueel nadeelig saldo zal de onderneming hypothe- I gulden zal mogen uitgegeven worden. cair verbonden zijn. Met dit hypothecair verband te vestigen tegelijk met de Artikel 2. authentieke akte waarbij het recht van opstal zal worden geKrachtens artikel 2 der in het ontwerp genoemde verordening vestigd, kry'gt het hypothecair verband het karakter eener crediet-hypotheek tot een maximum van f360 per H.A. land, I werd eene geldleening aangegaan van drie millioen gulden , renwaartoe de onderneming zich verbonden heeft om in cultuur tende 3 ten honderd in het jaar tot uitvoering van de in artikel te brengen. Op deze wijze kan het verband zonder bezwaar 1 van die verordening genoemde werken en van later by koloniale tevens gemaakt worden tot een waarborg voor het nakomen verordening aan te wijzen productieve werken. van andere dan geldelijke verplichtingen, die in het contract In de Memorie van Toelichting behoorende by het desbetreffende zullen moeten worden omschreven. wetsontwerp, schreef de Minister van Koloniën in den aanhef Uit den aard van de zaak is het noodig dat de Inspecteur omtrent de bestemming der te leenen gelden: van den Landbouw ter zijde wordt gestaan door een bekwaam „Afdoende verbetering van den oeconomischen toestand van planter, die geregeld toezicht houdt op de aanplantingen en de kolonie Suriname, die . . . . enz. kan niet verkregen worden die nagaat dat de in rekening gebrachte kosten voor de teelt van bacoven en voor niets anders zyn aangewend. De hieraan dan door vermeerdering van de productiviteit van haren bodem, verbonden kosten kunnen niet teu laste van de kolonie worden zooveel noodig gepaard aan uitbreiding of verbetering harer verkeersmiddelen. gebracht. .Alles toch wat in die richting gedaan wordt moet ten goede De ondergeteekende vindt het gewenscht hier reeds dadelyk komen aan de ontwikkeling van den landbouw, waarvan de eene minimum oppervlakte te noemen, waartoe iedere onderneming zich verbinden moet, daar het zyn voornemen is om voorspoed der kolonie zoo zeer afhankelijk is." de by deze verordening aangevraagde gelden niet uit te geven Hoewel destijds de Minister wel niet het direct in cultuur indien niet de zekerheid bestaat, dat in het eerste jaar ten brengen van d»n grond ter ontwikkeling van den landbouw op minste 1000 H.A. zullen worden beplant en dat die oppervlakte het oog zal hebben gehad, is de aangehaalde toelichting volin het tweedejaar met een zelfde oppervlakte zal worden vergroot. komen van toepassing op het voorgenomen werk. Door geen Blijkt de deelneming zoo groot te zyn dat zich meer dan enkel werk zal de productiviteit van den bodem meervermeer40 ondernemingen voor het minimum of dat een geringer aantal derd worden dan door het direct in cultuur brengen. zich te zamen voor meer dan 1000 H.A. willen verbinden, dan Dat het werk productief zal zyn in den geest der wet, waarbij zal er geeue bedenking bestaan om het minimum tot 10 H.A. de verordening tot het aangaan der leening is goedgekeurd, is per jaar te verlagen , opdat de deelneming meer algemeen kan zyn. hierboven aangetoond en dat de ontwikkeling van den landbouw Het in cultuur brengen van 1000 H.A. in het eerste jaar zal in hooge mate bevorderd wordt door het in cultuur brengen eene uitgaat vorderen van f 360 000. Met de opbrengst van den van woesten grond heeft geen bewys noodig. oogst van het 1ste jaar kan in het 2de jaar opnieuw eene geHet komt den ondergeteekende voor dat het werk in artikel 1 lyke oppervlakte in cultuur worden gebracht, terwyl dan voor genoemd buiten twyfel in den zin van het lste lid van artikel 2 het derde duizendtal H.A., waarvoor gouvernementssteun in der verordening van 9 November 1894 (G. B. 1896 n \ 11) eeii het vooruitzicht wordt gesteld, nogmaals f360 000 noodig zullen productief werk is. zyn: in het geheel dus eene som van f 720 000 of in een ronde som drie kwart millioen gulden, met het oog op hulp die in Artikel 3. het 2de jaar financieel zeer zwakke ondernemingen noodig zullen hebben voor een geregeld onderhoud der beplanting van het Het schynt den ondergeteekende toe, dat, ook al wordt het lste jaar. niet met zooveel woorden gezegd, by het ontwerpen der verWaar het Gouvernement de cultuur meent te mogen aan- ordening tot het aangaan eener leening voor productieve werken
12
[115. 5.] Verhooging van (Ie koloniale huishoudelijke lx^grooling van Suriname voor het dienstj.iar l!)(Xi.
men in hoofdzaak werken op het oog heeft gehad, die op den duur zouden rendeeren. De inkomsten, die daarvan het gevolg zouden zyn , konden dan zonder bezwaar in de koloniale kas vloeien ter goedmaking van de middelen en als compensatie van de jaarlijks op de begrooting uitgetrokken rente en aflossing. Met dit werk is het iets geheel anders. Terugbetaling van hoofdsom en rente moet op korten termijn geschieden; geen zin zal het hebben om in de eerste jaren, volgende op die, waarin de gelden uitgegeven zijn , eene groote som aan terugbetaalde gelden onder de gewone middelen op te nemen. Daarom meent de ondergeteekende er de voorkeer aan te moeten geven om de terug-ontvangen gelden te doen strekken tot vroegeren of meerdere aflossing dan het plan aanwyst of opnieuw voor de uitvoering van productieve werken te bestemmen. In artikel 5 der verordening van 9 November 1894 (G. B. 1896 Do. 11) behield het bestuur zich de bevoegdheid voor tot vroegere of meerdere aflossing dan het plan aanwijst en dus kan daartoe op de aangegeven wijze ten allen tijde worden overgegaan.
De mogelijkheid is evenwel niet uitgesloten dat in hetzelfde jaar dat de terugontvangst plaats heeft een of meer seriën der leening moeten worden uitgegeven. In dit geval /.al het voordeeliger zijn om niet at te lossen en de gelden opnieuw uit te geven , dan om af te lossen tegen de nominale waarde en opnieuw te leenen tegen een koers beneden pari, zooals tot nu toe altijd het geval is geweest. De mogelijkheid in artikel 6 verondersteld dat de kolonie een gedeelte van de schuldbekentenissen eener serie inkoopt, zal in verband met de koopers der aandeelen, voor zoover de reeds uitgegeven seriën betreft, wel zelden bestaan. Paramaribo, 8 April 1905. De Gouverneur van Suriname, C. LBI.Y.