Antwoorden Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik heb hoge koorts ISBN 978 90 313 7924 8
Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis 1.1 Temperatuurschommelingen Redenen voor (tijdelijke) verhoging lichaamstemperatuur - tijdstip op de dag - lichamelijke activiteit - menstruatiecyclus
1.2 Temperatuurregulatie Aanpassing aan omgevingstemperatuur Koude omgeving - opvoeren warmteproductie: - extra verbranding van glucose - toename spieractiviteiten door rillen en klappertanden - toename van de spierspanning - verminderen warmteafgifte:
- vernauwing bloedvaten in de bovenste laag van de huid - vermindering van de zweetproductie
Warme omgeving - verminderen warmteproductie: - verlaging spierspanning - opvoeren warmteafgifte:
- verwijding van de bloedvaten in de bovenste laag van de huid - verhoging zweetproductie - lichaamsoppervlak vergroten (armen en benen uit elkaar).
Rol hersenen, bloedsomloop, huid - hersenen: de hypothalamus in het onderste deel van de tussenhersenen is het regelcentrum en zorgt voor de processen die hieronder staan beschreven. - bloedsomloop:
de bloedsomloop in het perifere gebied van het lichaam kan toe- en afnemen, waardoor er meer of minder transport van warmte plaatsvindt.
- huid:
doordat de huid sterker of minder sterk doorbloed raakt geeft hij meer of minder warmte af. Hetzelfde geldt voor de zweetproductie. Haren en de vorming van ‘kippenvel’ hebben vooral een functie bij dieren.
Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik heb hoge koorts
Onderdelen van de hersenen 1. voorhoofdskwab 2. sensorische schors 3. achterhoofdskwab 4. slaapkwab 5. verlengde merg 6. kleine hersenen 7. grote hersenen 8. hersenbalk 9. hypofyse 10. hersenstam 11. kleine hersenen 12. ruggenmerg Onderdelen van de huid 1. haar 2. talgklier 3. haarspiertje 4. zweetklier 5. haarvaten 6. drukzintuig A. opperhuid (of: epidermis) B. lederhuid (of: dermis) C. onderhuids bindweefsel (of: hypodermis)
1.3 Vragen Vragen 1. Bij deze temperaturen werken de processen in de organen van je lichaam (uitgevoerd door enzymen) het beste. 2. Enzymen zijn eiwitten die als een katalysator voor een reactie werken: ze versnellen de reactie zonder zelf verbruikt te worden. 3. Lichaamskern: hersenen en de organen in de romp. Temperatuur= 37°C. Lichaamsschil: huid en ledematen. Temperatuur= 34°C. 4. In de kou neemt de doorbloeding van de huid af, bij warmte neemt deze toe. 5. Het zweet verdampt doordat het water energie (warmte) aan de huid onttrekt. 6. Hypothermie: te lage lichaamstemperatuur. Hyperthermie: te hoge lichaamstemperatuur. 7. Koorts is een manier om het lichaam snel op een hogere temperatuur te brengen waardoor de reactie op een infectie beter kan verlopen. Warm aankleden kan dit proces versnellen. Maar als de patiënt eenmaal koorts heeft, dan is de lichaamstemperatuur al verhoogd. In dat geval verergert warm aankleden het proces want het lichaam moet zich inspannen om de temperatuur niet te veel te laten oplopen.
Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik heb hoge koorts
8. Omdat de doorbloeding van de huid niet constant is en de huid direct in contact staat met de omgeving wisselt de temperatuur van de huid veel sterker dan de temperatuur binnen in het lichaam. 9. Warmtezintuigen liggen in de lederhuid en dus dieper dan de koude zintuigen die zich in de opperhuid bevinden. 10. Stoffen met een koortsopwekkende werking.
1.4 Aandoeningen Schema De volledige letterlijke omschrijving van de genoemde aandoeningen is te omvangrijk voor dit antwoordenboek. We verwijzen hiervoor naar de bronnen die bij deze opdracht vermeld staan.
Hoofdstuk 2: Zorgvraag verhelderen 2.1 Afkortingen ontcijferen d.t.d. pulv. aa q.s. aq. dest. aq. pur add. ad m.f.l.a. c. caps. consp. oculogtt. pulv. clysm. rhinogtt. pot. collut. garg. supp. collyr. ocul ung. lot. lin.
Latijnse naam da tales doses pulvis ana quantum sufficit aqua destillata aqua purificata adde ad misce fac lege artis cum capsula conspergens oculoguttae pulvis clysma rhinoguttae patio collutio gargarisma suppositorium collyrium oculentum unguentum lotio linimentum
Casuïstiek voor apothekersassistenten
betekenis geef zodanige hoeveelheden poeder van elk zo veel als nodig is gedestilleerd water gezuiverd water voeg toe tot, voor meng, maak volgens de regelen der kunst met capsule strooipoeder oogdruppels poeder klysma, lavement neusdruppels drank mondspoeling gorgeldrank zetpil oogwassing oogzalf zalf wassing, lotion smeersel
Ik heb hoge koorts
2.3 Alarmfactoren bij koorts Alarmfactoren bij volwassenen Spoed - koude rillingen en tevens ernstig ziek - suf of verward Dringend - patiënt is in de laatste 4 weken in de (sub)tropen geweest - koude rillingen - patiënt behoort tot een risicogroep - kortademigheid Routine - koude rillingen - koorts langer dan 5 dagen, zonder verbetering - patiënt behoort tot een risicogroep Alarmfactoren bij kinderen Spoed e - koortsstuip (plotseling heftige schokken aan beide armen en benen) die niet over is of die voor de 2 keer voorkomt tijdens een koortsperiode - koortsstuip van kind, jonger dan 3 maanden of ouder dan 5 jaar - ernstig ziek, kreunen - suf, niet goed te wekken - vlekjes Dringend - kind drinkt minder dan de helft van de normale hoeveelheid - kind is stil en apathisch (let niet op, is niet alert, kijkt niet rond) - kind jengelt, kreunt of is ontroostbaar (voortdurend huilen) - snelle ademhaling - kind is jonger dan 3 maanden Routine - koorts duurt al meer dan 3 dagen - terugkerende koorts - braken en diarree - oorpijn bij een kind, jonger dan 6 maanden
Hoofdstuk 3: Geneesmiddelen 3.1 Typen geneesmiddelen Schema De volledige letterlijke omschrijving van de genoemde geneesmiddelen is te omvangrijk voor dit antwoordenboek. We verwijzen hiervoor naar de bronnen die bij deze opdracht vermeld staan.
Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik heb hoge koorts
3.2 Bijsluiters Koppen 1. Eigenschappen:
werking van het geneesmiddel.
2. Indicatie:
aandoeningen/klachten waartegen het geneesmiddel wordt ingezet.
3. Bijwerkingen:
ongewenste of niet-bedoelde neveneffecten.
4. Interacties:
beïnvloeding van de werking van andere geneesmiddelen die tegelijkertijd worden gebruikt.
5. Waarschuwingen en voorzorgen:
specifieke zaken waarmee rekening gehouden moet worden.
6. Dosering:
sterkte van het geneesmiddel en wijze van toediening
7. Overdosering:
gevolgen van het gebruikt van een te hoge dosis en wat te doen in zo’n geval.
8. Zwangerschap/lactatie: invloed van het geneesmiddel op zwangerschap en borstvoeding. 9. Contra-indicaties:
reden of omstandigheid waarbij dit geneesmiddel beslist niet moet worden gebruikt:
Bijsluiter paracetamol risico op intoxicatie geen schadelijke effecten bekend op foetus stoffen die pijnstillend en koortsverlagend werken voorzichtigheid geboden bij lever- en nierfunctiestoornis overgevoeligheidsreacties koorts en pijn bij griep, verkoudheid en na vaccinatie oraal 500-1000 mg per keer, max. 4 gram per dag bij langdurig gebruik kan de werking van orale anticoagulantia worden versterkt
Hoofdstuk 4: Bereiden 4.1 Afwijkingen Opgave 1 Afwijking in grammen: Afwijking in procenten:
1,6 g 2,7 %
Opgave 2 Afwijking in grammen: Afwijking in procenten:
4,8 g 13,7 %
Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik heb hoge koorts
hoort bij kop 7 8 1 5 9 2 6 4
Opgave 3 capsule 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
gewicht inhoud (g) 229,5 225,6 230,2 234,5 227,8 223,2 224,8 235 229,1 231,9
afwijking (%) 0,271 % 1,91 % 0,0087 % 1,956 % 0,957 % 0,826 % 1,39 % 2,26 % 2,174 % 0,391 %
4.2 Verdunnen Opgave 1 3,33 % Opgave 2 14 g/g % Opgave 3 25 ampullen en 150 ml water toevoegen. Opgave 4 - concentratie fenobarbitalum: 0,167 g/v % - concentratie saccharinum: 0,02083 g/v %
4.3 Tabletten verwerken in een zetpil - voor de bereiding is 38.848 mg vet nodig. - het eindgewicht van één zetpil bedraagt 2,62 gram
Hoofdstuk 5: Voorlichting en advies 5.2 Vragen stellen Open en gesloten vragen Gesloten vraag: vraag waarop alleen met ja of nee te antwoorden is. (“Bent u misselijk?”) Open vraag: vraag die alle antwoorden mogelijk maakt. (‘Hoe voelt u zich?”) Suggestieve vragen Nadeel van suggestieve vragen is dat je al snel meer bezig bent met je eigen mening dan met die van de patiënt.
Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik heb hoge koorts
Hoofdstuk 6: Administratieve taken 6.2 Gestructureerd bestellen Vragen 1. Door de omzetsnelheid en de houdbaarheidstermijn van de producten. 2. Voor het overbruggen van de levertijd (bestelling kan even duren) en voor het opvangen van pieken in de verkoop of spoedeisende aflevering. 3. Dankzij de voorraad kunnen de baliewerkzaamheden ongestoord verlopen en kunnen medicijnen zo snel mogelijk geleverd worden. De bufferfunctie is het opvangen van levertijd en het aanhouden van een hoeveelheid die afgeleverd gaat worden. 4. Collecterend: Distribuerend:
verzamelend, het opvangen van de verschillen in levertijden van diverse geneesmiddelen. verspreidend, het opvangen van de verschillende hoeveelheden.
5. Onnodige opslagkosten en vernietiging van producten die over datum zijn. 6. Een bestelhoeveelheid waarbij het totaalbedrag van deze bestel- en opslagkosten minimaal is. 7. Op basis van de bestelhistorie die af te lezen is van de computer van de apotheek. 8. Aanlevering en uitgifte van medicijnen worden ingevoerd in het computersysteem van de apotheek. Hierdoor is steeds per geneesmiddel te zien hoeveel er nog op voorraad is. 9. Het voorraadaantal en het aantal bestellingen. 10. De levertijd van het geneesmiddel, de frequentie waarmee het wordt voorgeschreven en de kostprijs van het geneesmiddel. 11. Het controleren van de houdbaarheidstermijn van de producten.
Hoofdstuk 7: De maatschappij en jij 7.1 Voorbehouden handelingen Vragen 1. Beroepen waarvoor BIG registratie vereist is: - arts - tandarts - verloskundige - apotheker - verpleegkundige - fysiotherapeut - klinisch psycholoog - psychotherapeut
Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik heb hoge koorts
2. Ja. 3. Medische handelingen die vallen onder de voorbehouden handelingen: - heelkundige handelingen - verloskundige handelingen - endoscopie - catheterisatie - injecties - puncties - narcose - gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling - cardioversie - defibrillatie - electroconvulsieve therapie - steenvergruizing - kunstmatige fertilisatie 4. Uitspraken: - waar - niet waar - waar - niet waar - niet waar - niet waar
7.2 Vakantiebestemmingen
Casuïstiek voor apothekersassistenten
X X X X X
India
X X X X X X
X X
Kenia
X
X X
Brazilië
X X X X X
X X X X X X X X X
China
X X X X X
X X X X X X X X x
Suriname
X
Mexico
Thailand
Bilharzia Malaria Buiktyphus Gele koorts Hepatitis A Hepatitis B Difterie Tetanus Polio Cholera
Zuid Afrika
Indonesië
X X X
Turkije
Marokko
Tropische ziektes
X X X X X X X X X
X X X X X X X X X
X X X X X X X X X
X X X X X X X X X
X X X X X X X X X
Ik heb hoge koorts
Vaccinaties
DTP Hepatitis A Hepatitis B Gele koorts Cholera Buiktyfus Tuberculose Meningitis Hondsdolheid (rabiës)
aantal injecties 3 2 3 1 1 1 1 1 3 of 4
duur van de bescherming 10-15 jaar 10-15 jaar levenslang 10 jaar 6 maanden 3 jaar levenslang 3 jaar 2 jaar of 5 jaar
Cyclus van de malariaparasiet 1. De malariaparasiet komt via het speeksel van de besmette mug in het bloed van de mens terecht. 2. De parasiet nestelt zich in de cellen van de lever en vermenigvuldigt zich daar. 3. De parasiet komt vrij uit de levercellen en belandt in het bloed. Daar dringt hij de rode bloedcellen binnen. In die cellen vermenigvuldigt hij zich. 4. De besmette rode bloedcel barsten open, de parasieten komen vrij. 5. Ze dringen weer nieuwe rode bloedcellen binnen, enzovoort (herhaling van stap 3, 4 en 5). 6. Een mug die een geïnfecteerde mens steekt krijgt via het opgezogen bloed de parasiet binnen. 7. De parasiet ontwikkelt zich in de speekselklieren van de mug.
Hoofdstuk 8: Persoonlijke groei 8.1 Kerntaken Controleren of de klant het geneesmiddel veilig kan gebruiken (medicatiebewaking). Administratieve verwerking van de medicijnuitgifte. Geneesmiddelen bereiden uit grondstoffen. Recepten afhandelen. Voorlichting en advies geven aan klanten. Werken aan je eigen ontwikkeling op het vakgebied. Handelspreparaten aanpassen. Klanten ontvangen en duidelijk krijgen wat hun vraag precies inhoudt. Zorgen dat de kwaliteit van de dienstverlening op peil blijft of zo nodig verbetert. Het controleren en aanvullen van voorraden. Bijscholing volgen. Voorlichting verzorgen.
Casuïstiek voor apothekersassistenten
Ik heb hoge koorts
kerntaak 1 3 2 1 1 3 2 1 3 3 3 1