v -• .-i
,"i
^JH !
^ : 1 _ :
.1.
eerlijk over ete J/ibp^»'CPU-i»n\ ÏÖHIIL
INSCHR.NO.
ActiZ
DOS.NO.
t.a.v. mevrouw J.deVries INSCHR. DAT.:
Postbus8258
2 ^ U G ZÜ11
3503RG Utrecht TERBEH.AAN:
i
KOPIEAAN
Datum:
1 augustus 2011
Betreft:
OprichtingBFHI-raad
^>
Geachte platformleden. Tijdensde platformvergadering van26meijl hebben we beslotentot deoprichting van de BFHIRaad.Desamenstelling vandeBFHIRaadwaséén vande gesprekspunten. Daarover zijntijdensdevergadering nogenkele opmerkingen gemaakt en suggesties gedaan. Dezezijn meegenomen bij het uiteindelijk vaststellen vandesamenstelling. Desamenstelling isalsvolgt: FelixCohen, directeurvoedingscentrum Jolijn Betlem, bestuurslid Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen HansvanGoudoever, hoogleraar kindergeneeskunde AMC/VUMCvanuit de NederlandseVereniging van Kindergeneeskunde Myrte van Lonkhuijsen,voorzitter NederlandseVereniging van Lactatiekundigen HansReinold, raadvan bestuur Careyn Kraamzorg,vanuitActiz Ferdinand Strijthagen,directeur NederlandsCentrum voor Jeugdgezondheid JanBoukeWijbrandi,directeur UNICEF Nederland Daarnaast draagt destichting Zorgvoor Borstvoeding eenvertegenwoordiger als adviseur voor. Deledenzijn onafhankelijk.We gaanertegelijkertijd van uitdat deleden bij belangrijke punten waar nodig zorgen voor afstemming: met deorganisatieswaaraan zij zelf verbonden zijnén met deandere organisaties waarmee zij inde praktijk meesamenwerken. Dat betekent dat HansReinoldwaar nodig afstemt metActiz, BTNende beroepsverenigingvan kraamverzorgenden, Myrte vanLonkhuijsen met vertegenwoordigers van borstvoedingorganisaties.JanBoukeWybrandi met de Stichting Zorgvoor Borstvoeding, etc. Eisenhowerlaan 108 Postbus85700 2508CKDenHaag T.0703068888 F.0703504259 KvK41159550
Datum:
1 augustus2011
Betreft:
Oprichting BFHI-raad
HetVoedingscentrum neemt hetsecretariaat opzichvande BFHIRaad.Afstemming vanwerkzaamhedenzal o.a. plaatsvindentijdens devergaderingen van het Platform Borstvoeding. Hetvoornemen isdeeerstevergadering vande BFHIRaad te laten plaatsvinden inde tweede helft van september. Mocht unogvragen of opmerkingen hebben,dan hoor ikdat uiteraardgraag. Met vriendelijke groet,
Karenvan Drongelen Secretaris Platform Borstvoeding (070)3068893
[email protected]
Bijlage:
definitieve versievan het memo 'Oprichting BFHIRaadter
verankering vanhet Baby Friendly Hospital Initiative in Nederland'
Uflicef {
unitefor children
Oprichting BFHIRaad ter verankeringvan het BabyFriendly Hospital Initiative in Nederland
Van: UNICEF Nederland inoverlegmet deStichtingZorgvoor Borstvoeding enhet Voedingscentrum vastgesteld door het Platform Borstvoeding Juni 2011
unitefor children 1. Inleiding In1991hebben UNICEFendeWereldgezondheidsorganisatie (WHO)gezamenlijk het Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI)gelanceerd.HetBFHIisgebaseerd op deovertuiging dat de gezondheidszorg een belangrijke rol speelt indebescherming, bevordering enondersteuning van borstvoeding. Wanneer zorginstellingen werken volgens de BFHIrichtlijnen dan leidt dit tot hogere borstvoedingscijfers enbeteregezondheidvoor moeder enkind.InNederlandwerkt de stichting Zorgvoor Borstvoeding (ZvB)al15jaar aandeimplementatie van het BFHI.ZvBcertificeert daartoe instellingen diewerkenvolgensdeBFHIrichtlijnen. UNICEFendeWHOgaanervanuit datde realisatievan het BFHIwordt gedragen door deoverheid, zorginstellingen, NGO'senanderedirect betrokkenen. Eenbreed draagvlak isnoodzakelijk om het BFHIzoadequaat mogelijk in beleid enpraktijk te verankeren.UNICEFenWHO doen landen daartoe concrete voorstellen voor hetopzetten vaneenformele samenwerkingsstructuur. InNederland istot op hedengeenformele BFHIstructuur gevormd. UNICEFNederland heeft, mede alsbestuurslid vanZorgvoor Borstvoeding,nuhet initiatief genomenom hierintevoorzien. Hiervoor zijn eenaantal redenen: • Draagvlak: het isvoor implementatie van het BFHIwenselijk dat zoveel mogelijk partijen zich hieraan committeren; • Duurzaamheid: met meer draagvlak wordt deimplementatie van het BFHIminder afhankelijk van deinzetvan alleenZvB. • Legitimiteit: het is noodzakelijk dat er eenonafhankelijk orgaantoeziet opde implementatie van BFHI. In2010heeft UNICEFNederland daarom eenadvies laten uitbrengen hoedeformele verankering vorm zoukunnen krijgen.Uit deinventarisatie die isgemaakt omtot dit advieste komen,bleek dat voor verankering breed draagvlak nodigisendat dezewordt gevonden in het Platform Borstvoeding. Ditadvies isbesproken met het bestuur vanZorgvoor Borstvoeding en hetVoedingscentrum. Daarna is het advies isvertaald naar deze notitie diedoor de ledenvan het Platform Borstvoedingis vastgesteld. Deopzet vandeze notitie isalsvolgt: Paragraaf 2geeft eenkorte samenvattingvandeinvoering van het BFHIin Nederlandtot op heden; Paragraaf 3beschrijft deformele structuur. Kernhiervan ishet oprichten vaneen BFHIRaad; Paragraaf 4beschrijft desamenstelling vande BFHIRaad; Paragraaf 5doet eenvoorstelvoor deagenda vande BFHIRaadvoor de eerstejaren.
Voorsteh (richtingBFHI Rr
inNederland p; 'na 1
uniteforchildren
Unicef*
2. SamenvattingstandvanzakenBFHI Destand vanzaken internationaal In1991startten deWHOen UNICEFhet Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI)gericht opeen optimale voedingvoor baby's enjonge kinderen. Kernvan het 8FHIzijn detien vuistregels voor het welslagenvande borstvoeding. Alle instellingen voor moeder- en kindzorg dienen erzorgvoor te dragen: 1. dat zij een borstvoedingsbeleid op papier hebben,dat standaard bekend wordt gemaakt aan alle betrokken medewerkers. 2. dat alle betrokken medewerkers devaardigheden aanleren,die noodzakelijkzijnvoorhet uitvoeren van dat beleid. 3. dat allezwangere vrouwen worden voorgelicht over devoordelen en de praktijk van borstvoedinggeven. 4. dat moeders binnen eenuur nade geboorte van hun kindworden geholpen met borstvoedinggeven. 5. dat aanvrouwen wordt uitgelegd hoezehun baby moeten aanleggen en hoezij de melkproductie in stand kunnen houden,zelfs alsde babyvan de moeder moet worden gescheiden. 6. dat pasgeborenen geenanderevoeding dan borstvoeding krijgen,noch extra vocht,tenzij op medische indicatie. 7. dat moederen kind dagen nachtbij elkaar op eenkamer mogenblijven. 8. dat borstvoeding op verzoek wordt nagestreefd. 9. dat aanpasgeborenen die borstvoeding krijgen geenspeen offopspeen wordt gegeven. 10. dat zijcontacten onderhouden met andere instellingen en disciplines over de begeleidingvan borstvoedingen dat zij deouders verwijzen naar borstvoedingorganisaties.
Sinds 1991ishet BFHIbreedverankerd in het beleidvanzowel UNICEF/WHOalsvele lidstaten.Via WHA Resoluties ishet BFHImeermalen bekrachtigd.In2002 werd door WHOen UNICEFde Global Strategy for Infant andYoungChild Feeding (IYCF)gelanceerdwaarin het BFHIisopgenomen. Dit leiddeuiteindelijk tot het rapport 'Baby Friendly Hospital Initiative: Revised,Updated and Expanded for Integrated Carein2009'.Hierinwordt landen aangeraden een nationale structuur voor toezicht op,en beleidsontwikkeling enondersteuning bij het BFHIinte richten. Deontwikkeling vanBFHIin Nederland Bijdestartvan het BFHIgingen UNICEFenWHOervan uitdatdeoverheid samen met vertegenwoordigers uit dewetenschap,degezondheidszorg, NGO'senandere betrokkenen samen het beleid zouden opstellen. InNederland isdit niet gebeurd.Hier isgestart met de implementatie doordeoprichtingvandestichtingZorgvoor Borstvoeding
"Hl R
unlcef
unitefor children 100% 90% 80% 70%
• kraam
60%
• jgz
50%
• ziekenhuis
40%
• verlosk.praktijken
in
30% 20% 10% 0%
tztzh
111i iii
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Percentage van het bereik vangecertificeerde instellingen
Dat betekent dat in15jaar veel isbereikt. Erisindekomendejaren nogveelwinst te behalen bijde ziekenhuizen,JGZenverloskundigenpraktijken. Ookzouhetwerken volgens de BFHIrichtlijnen meer moeten worden verankerd inde kwaliteitssystemen vandezorg. In2001ishet Platform Borstvoeding ingestelddoor hetVoedingscentrum in het kader van de borstvoedingscampagne. Het Platform isbreed samengesteld enheeft vertegenwoordigers vanuit beroepsgroepen, NGO's,zorginstellingen endeoverheid. Het Platform Borstvoeding heeft als inhoudelijk kader het Chartervoor Borstvoeding dat door alle ledenvan het Platform isondertekend. DitCharter isinfeite eenvertalingvan hetWHOenUNICEFbeleidinzakeInfant andYoungChild Feeding,internationale richtlijnen op hetterrein vanvoedingvoor baby's enjonge kinderen waartoe ook BFHI behoort.
3. DeoprichtingvaneenBFHIRaad
Depositie vandeNederlandseoverheid WHO en UNICEFgaanervan uit dat deoverheid initiatiefnemer isbijdeoprichting van een formele structuur. DeNederlandse overheidvindt dat deoprichting vaneenformele structuur een primaire verantwoordelijkheid isvanveldpartijen. Hetoverheidsbeleid iserthans opgericht om erop toe te ziendatde kwaliteit vandezorgrondom borstvoedingalsmede eengoede informatievoorziening naar burger en professional gewaarborgd zijn. Deoverheid blijft graagop de hoogte vande standpunten vanop te richten structuur.
VoorsteloprichtingBFHI Raad in Nederland,pagina3
uniteforchildren
Unicef'
Hetoprichten vaneengespecialiseerdeBFHiRaad Demeest brede vertegenwoordiging van hetveld relevant voor het BFHIisin Nederland het Platform Borstvoeding.Hierin participeren vertegenwoordigers vanberoepsverenigingen enorganisaties die direct of indirect betrokken zijn bij dezorgrond borstvoeding. Het Platform adviseert overde borstvoedingcampagne en isdaarnaast gericht opafstemming ensamenwerkingtussen de deelnemers onderling.Dit isonder andere uitgemond inhet Charter voor borstvoeding. Het Platform ontwikkelt enondersteunt initiatieven om implementatie van hetCharter voor Borstvoeding te versterken.Het Platform isdushet meestaangewezenorgaanom draagvlakvoor eenvoorstel tot verankeringvan het BFHIin Nederlandte bespreken enteverkrijgen. Hettoezien opdeuitvoering endeverankering van het BFHIin Nederland iseenspecifieke, inhoudelijke taak. Dezetaak zou het best kunnen worden uitgevoerd door een gespecialiseerd orgaan met deskundigen uit hetveld. Ditorgaanwordt deNederlandse BFHIRaadgenoemd. Doelstelling BFHI-Raad Bevorderen vande implementatie van het BHFImet allebetrokken partijen. Kerntaken BFHIRaad DeBFHIRaadkrijgt alskerntaken: a. Uitzetten vanbeleidslijnen:wat moet ergebeuren om het BFHIzogoed mogelijk inde praktijk te implementeren? Wat gebeurt er al,enwelk aanvullend beleid is noodzakelijk? b. Eroptoezien dat er in Nederlandwordt gecertificeerd volgens deinternationale UNICEF/WHO kwaliteitscriteria en richtlijnen. Men delegeert deuitvoering naargespecialiseerde organisaties diewerkenvolgens derichtlijnen vanWHOenUNICEF.Opdit moment isdatdeStichting Zorg voor Borstvoeding. Desamenstelling en eenvoorstelvooreen agendavandeBFHIRaadstaat uitgewerkt inparagraaf4 en5. DeBFHIRaadiseenzelfstandigorgaandatvoortkomt uit het Platform Borstvoeding. DeBFHIRaad enhet Platform Borstvoedingstemmen hunwerk opelkaar afenwisselenwaar nodig kennis en ervaringen uit. Het Platform ende BFHIRaadmakente zijner tijd nadere afspraken (over onder anderevorm enfrequentie van deafstemming). OmdebindingtussenBFHIRaadenhet Platform te benadrukken,vraagtdeBFHIRaadbijde benoemingvan nieuwe leden instemming bij het Platform. Depositie vandestichting Zorg voorBorstvoeding t.o.v. deBFHiRaad DeStichtingZorgvoor Borstvoeding isin Nederlandvooralsnog deenigeorganisatie1die zorginstellingen certificeert en het BFHIcertificaat afgeeft. ZvBstelt de BFHIRaadjaarlijks opde hoogte van haar plannen enresultaten en heeft eenadviserende rol inde BFHIRaad.
'In principe kunnen ook andere instellingen certificeren op basisvan de internationale richtlijnen. V
- • . iel- ' i g B F H I R'
in N
- id
'r
A
uniteforchildren 4. SamenstellingBFHIRaad Hetuitgangspunt isdatdeBFHIRaadeenorgaanismet mensenmetgrote deskundigheid op het terrein van borstvoeding,voeding,gezondheid enontwikkelingvanjonge kinderen.Zijhebbengezag bij hunachterban.Besluiten enstandpunten vande BFHIRaadzijndaarmee gezaghebbend envan groot belangvoor veldpartijen en beleidsmakers. Indeze paragraaf wordt eenvoorstel gedaanvoor desamenstellingvande BFHIRaad. Profielvandeleden Inhoudelijk profiel • Alle ledenonderschrijven hetWHO/UNICEF beleid op hetterrein van IYCFen het Charter voor Borstvoeding; • Zijonderschrijven de missievande BFHIRaad:uitvoering enverankeringvan het BFHIin Nederland enzullentoezienop de kwaliteit. Onafhankelijk • Deledenzijnvoorgedragendoor hunachterban,hebbengezagbij hunachterban,maar zijn niet de belangenbehartiger vandeachterban inde BFHIRaad; • Beslissingenvan deBFHIRaaddragen zijuit naardeeigenachterban. Autoriteit • Gezamenlijk hebben de leden autoriteit om beslissingenvande BFHIRaadmetgezagte kunnen uitdragen naarandere partijen. Beschikbaarheid • DeBFHIRaadvergadert indeeerste periode 1maalper 2-3 maanden.Alsdedefinitieve agenda isgevormd kanditverminderen {naar bijvoorbeeld 1maal per 6maanden); • Daarnaast zijn hebbende ledentijd beschikbaarvoor hetvoorbereiden vandevergadering, het ingesprek treden met beleidsinstellingen en het (laten) opzettenvan projecten die bijdragen aan de realisatievande doelstellingen endeagendavan deRaad; • Debeschikbare tijd bedraagt derhalve 1dagdeel per maand indeopstartfase, daarna minder. Organisatiesenmensen Alleorganisaties die iemand afvaardigen naar de BFHIRaadzijnook lidvan het Platform Borstvoeding. Devoorzitter isonafhankelijk (komt uit deachterbanvan het Platform maar zit niet in de Raad namens een belangengroep maar alsgezaghebbende boven de partijen). Het uiteindelijke aantal leden moet niette groot zijn (maximaal 7+adviseur). Devoorlopige samenstellingis: KarinBemelmans,manager projecten) / FelixCohen,directeur Voedingscentrum Jolijn Betlem, bestuurslid Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen HansvanGoudoever, hoogleraar kindergeneeskunde AMC/VUMCvanuit de Nederlandse Verenigingvan Kindergeneeskunde Myrtevan Lonkhuijsen,voorzitter NederlandseVereniging van Lactatiekundigen Hans Reinold,raadvan bestuur Careyn Kraamzorg,vanuit Actiz FerdinandStrijthagen,directeur Nederlandse Centrumvoor Jeugdgezondheid Voorstel oprichting BFHI Raad inNederland,pagina 5
uniteforchildren -
Unicof j
JanBoukeWijbrandi,directeur UNICEF Nederland
DeRaadkiest uit haar midden een voorzitter. Advies functie: • Eenvertegenwoordiger vanuit destichtingZvB. Zittingsduur Deleden vande BFHIRaadhebben eenzittingstermijn van 3jaar. Dezekan met ééntermijn worden verlengd.Bijdestart vande BFHIRaadwordt eenschema opgesteldwaardoor het aftreden van leden door detijd verspreid verloopt.
5.VoorstelagendaBFHIRaad Zoalsbeschreven in paragraaf3heeft de BFHIRaadtwee kerntaken.Dezezijn: a. Uitzetten van beleidslijnen:wat moet ergebeurenom BFHIzogoed mogelijk inde praktijk te implementeren? Wat gebeurt er al,enwelk aanvullend beleid is noodzakelijk? b. Erop toezien dat er in Nederlandwordt gecertificeerd volgens deinternationale UNICEF/WHO kwaliteitscriteria enrichtlijnen. Voor deeerste kerntaak ishetwenselijk dat ereenvoorzet wordt gegeven.ZokandeBFHIraad, met de bestaande kennis vanvooralZorgvoor Borstvoeding direct bepalen opwelke wijze zijeen bijdrage kan leveren aan hetversterken vande implementatie van BFHIinNederland. Voor detweede kerntaak iseen naderevoorzet op dit moment niet nodigomdat deStichtingZvB werkt volgens de internationale WHO/UNICEF richtlijnen envastgestelde protocollen gebaseerd op de kennis enervaring die deafgelopen periode isopgebouwd.DeBFHIRaadzalvooral een reactie moeten geven alser vanuit hetveldvragen,opmerkingen of klachtenworden aangedragen,die het mandaat vanZvBoverschrijden. Om de implementatie teversterken zijn er activiteiten optweeterreinen gewenst: • Beleidsmatig:verankeren van het BFHIin kwaliteitsystemen indezorg • Ondersteunend:mogelijk aanvullende activiteiten ter bevorderingvan hetcertificeren van instellingen Eenbelangrijk kader voor kwaliteitsontwikkeling enverankering indezorgishet programma Zichtbare Zorgvande Inspectie voor deVolksgezondheid (IGZ).DeBFHIRaadkandaarom met de verschillende sectoren (kraamzorg,verloskundigen,ziekenhuizen enjeugdgezondheidszorg) bekijken of dit programma handvatten voor de BFHIRaadbiedt om deimplementatie teverankeren.Waar nodigworden ook andere invalshoeken besproken. Belangrijk aspect daarbij isdegroeiende consensus in Nederland over het belangvan borstvoeding, (degezondheidsvoordelen op korte énlangere termijnvoor kind en moeder) envaneen goede ondersteuning vanvrouwen om borstvoeding te kunnen blijvengeven.Demultidisciplinaire richtlijn borstvoeding die naarverwachting in2011wordt vastgesteld ishier eenvoorbeeld van.Deze richtlijn kaneenextra handvat vande BFHIRaadzijn in haargesprekken met andere partijen.
unitefor children
UOJCef'
Bijlage Relevante literatuur Websites van WHOen UNICEF,achtergrond vanBFHI • www.unicef.org • www.who.int Charter voor borstvoeding • www.chartervoorborstvoeding.nl Publicaties: • Baby-Friendly Hospital Initiative, Revised,Updated, andExpandedfor Integrated Care,section1, Background and Implementation,UNICEF/WHO New York2009; • Global Strategy on Infant andYoungChild Feeding,WHO/UNICEF,Geneva 2003. Website van de StichtingZorgvoor Borstvoeding (www.zorgvoorborstvoeding.nl} met alle relevante informatie over: • Het BFHIin Nederland:de 10stappen ende7vuistregelsvoor dejeugdgezondheidszorg; • Hetverwerven vanhet certificaat • Degecertificeerde instellingen. • Klachtenregelingen, e t c ; Daarnaast geven dejaarverslagen vande stichting ZvBnadere informatie over de standvanzaken betreffende certificering in Nederland. Website en publicaties betreffende het programma Zichtbare Zorg(ZiZo)van de Inspectie staan op www.zichtbarezorg.nl Websites van specifieke,vergelijkbare landen: • www.babyfriendly.org.nz, desitevan het New Zealand Breastfeeding Authority • www.babyfriendly.org.uk, de sitevan UNICEF UK,Baby Friendly Initiative • www.breastfeedingcanada.ca,desitevanhet BreastfeedingCommittee for Canada,The National Authority for the WHO/UNICEF Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI) inCanada
- "ig BFHI P"
inNederland,pagina7