Titel: Bazen van buiten, een oplossing in het basisonderwijs die onvoldoende zoden aan de dijk zet. Datum: 17 augustus 2010 Van: Peter van Leeuwen (www.petervanleeuwenconsultancy.nl) In de komende periode tot 2015 neemt het tekort aan schoolleiders in het primair en voortgezet onderwijs landelijk toe. Uit recente berekeningen in opdracht van het ministerie van Onderwijs wordt het tekort over vijf jaar in het basisonderwijs op 500 schoolleiders geschat. Dat betekent dat ruim 7% van het aantal basisscholen over enkele jaren geen directeur meer heeft. De cijfers zijn opgenomen in de Voortgangsrapportage Actieplan Leerkracht.
Een van de manieren om het tekort aan basisschooldirecteuren mogelijk op te lossen i het aantrekken van managers uit andere bedrijfssectoren dan het onderwijs . In het project ‘ Bazen van Buiten’ dat van 2003 tot 2005 gesubsidieerd werd door de overheid werden managers uit het bedrijfsleven geschoold tot basisschooldirecteur zonder lesbevoegdheid. Met ingang van het schooljaar 2005-2006 kunnen mensen van buiten het onderwijs onder voorwaarden een leidinggevende functie in het primair onderwijs vervullen. Dit besluit is vastgelegd in de Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet BiO). Momenteel bestaan er nog steeds opleidingen die een eenjarig traject aanbieden voor deze doelgroep. Peter van Leeuwen gaat in gesprek met een ‘Baas van Buiten’, Harry Gerichhausen, om zijn motivatie, ervaringen en opvatting te horen over de wenselijkheid van dit fenomeen en trekt daarna zijn conclusie. Harry Gerichhausen is sinds 1 maart 2010 bestuurder van de Stichting ZML Twente/Oost-Gelderland. Deze stichting vormt het bevoegd gezag over drie scholen voor speciaal onderwijs, verspreid in de regio Twente en Oost-Gelderland. Er zijn 260 medewerkers voor de begeleiding van 700 leerlingen van 4 t/m 20 jaar met een verstandelijke beperking en leerlingen die zowel een verstandelijke beperking als secundaire gedragsmatige, fysieke of sociaal-emotionele problemen hebben. Een werkomgeving waarvan je denkt, dat het hier om kwetsbare groepen kinderen gaat waar liefdevol, zorgzaam, zeer deskundig en betrokken mee moet worden omgegaan. Een bedrijfsmatige aanpak lijkt hier weinig voor de hand liggend. Toch heeft de heer Gerichhausen 13 jaar gewerkt als financiële dienstverlener en is in die harde financiële wereld ook manager geweest. In het gesprek wordt snel duidelijk dat de Harry Gerichhausen ooit begonnen is als onderwijzer en ook enige tijd ervaring heeft opgedaan met moeilijk lerende kinderen. Daarna is hij het bedrijfsleven ingegaan. Na 13 jaar raakte hij weer geïnteresseerd in het onderwijs omdat zich hier de ontwikkeling ‘bovenschools management’ in ontrolde. Deze functie sprak Harry Gerichhausen aan, omdat hij hierin mogelijkheden zag zijn inhoudelijke onderwijskennis te combineren met zijn bedrijfsmatige kennis en ervaring als manager en financieel deskundige. Vanuit die motivatie heeft hij als Algemeen Directeur een aantal jaren leiding gegeven aan het Openbaar Onderwijs in Almelo. De stap naar bestuurder van de stichting ZML Twente / Oost-Gelderland vormt voor
hem een nieuwe uitdaging als bestuurder en voelt goed vanuit de bekendheid die hij met de doelgroep heeft. Een ‘ baas van buiten’ met meer dan affiniteit kun je vaststellen.
“Je hebt krijt aan je vingers nodig”, zegt `Harry Gerichhausen en bedoelt daarmee dat er meer dan affiniteit noodzakelijk is. Er moet een sterke verbinding zijn met de inhoud met de doelgroep en met de leerkrachten die het werk uitvoeren. De veronderstelling is dat zonder krijt aan de vingers je een school niet kunt leiden. Onderwijservaring wordt binnen het onderwijs gezien als een noodzakelijke voorwaarde om leiding te kunnen geven. Het idee van m.n. het personeel is dat je je zonder onderwijservaring niet of onvoldoende kunt inleven in een schoolorganisatie en in datgene wat een leerkracht in de klas daadwerkelijk meemaakt. Al sinds jaar en dag is de schooldirecteur een oudleerkracht die via een lange onderwijscarrière is opgeklommen naar schooldirecteur. En sollicitatiecommissies kiezen liever voor veilig dan voor onbekend. Gerichhausen praat open en makkelijk over de onderwijscultuur die in zichzelf gekeerd is, zelden instroom kent vanuit een andere cultuur en heel dominant en overtuigd van eigen kunnen het verleden in het heden laat overgaan. “ Het onderwijs zou veel meer actief naar buiten moeten treden in plaats van alleen met zichzelf bezig te zijn.” . Hij heeft bestuurskunde gestudeerd aan de USBO in Utrecht. Voor deze masteropleiding onderzocht hij het fenomeen ‘ Bazen van Buiten’. Zijn motief was tweeledig: - zijn eigen historie als ‘ Baas van Buiten’ en - het groeiende tekort aan schooldirecteuren en het vinden van een oplossing dit probleem.
voo
Hij hoopte met de ‘ Bazen van Buiten’ dat: - de verinnerlijkte cultuur opengebroken zou worden en - dat het tekort opgelost zou worden. Tijdens zijn onderzoek bleek dat er relatief veel belangstelling was uit het bedrijfsleven voor een functie als schooldirecteur. Door het grote verschil in beloning tussen de bedrijfsmanager en de schooldirecteur betrof het meestal geen topmanager uit het bedrijfsleven maar iemand uit het middenkader, of een manager met weinig doorgroei mogelijkheden. Uit zijn gesprekken met de diverse scholen bleek dat er veel veronderstelde weerstanden bestonden tegen de ‘ Bazen van Buiten’. Zo bleek dat m.n. het personeel het noodzakelijk vond dat hun nieuwe baas praktijkkennis en ervaring moest hebben, omdat hij hen anders niet zou kunnen begrijpen en zeker niet zou kunnen aansturen. Een klein theoretisch uitstapje is in dit verband wel interessant. Managementgoeroe Mintzberg schrijft in 1997 (‘Over Management’): ‘dit de enige plaats ter wereld is waar je met behoud van een regelmatig inkomen toch eigen baas kunt spelen.’ Hij doelt
hier op de ‘ professionele organisatie’ als typologie, waar het onderwijs bij uitstek onder valt. Professionals laten zich niet sturen, vertellen wat ze moeten doen. Zij hebben aanzienlijker zeggenschap over hun eigen werk ( baas in eigen klas) en gezag wordt alleen erkend op basis van deskundigheid. De leidinggevende wordt gezien als een verbindingsman, als woordvoerder of als onderhandelaar met externe instanties. De leider behoudt zijn macht slechts zolang de professionals hem als een effectieve belangenbehartiger zien.
Een duidelijk zichtbare uitingsvorm hiervan vormt de ‘praatcultuur’ in het onderwijs, die daarin sterk verschilt met het bedrijfsleven Besluiten die genomen worden in het onderwijs worden in de uitvoering vaak opnieuw bediscussieerd, waarna er allerlei aanpassingen worden gedaan en van het doel van het besluit weinig meer terecht komt. De onderwijsprofessional vindt oprecht dat hij verantwoordelijk is voor de wijze waarop hij of zij onderwijs geeft en inricht en laat zich daarin niet voorschrijven of leide door besluiten van ‘ bovenaf’, of besluiten waar hij of zij het niet volledig mee eens is. Democratische besluitvorming in het onderwijs werkt dan ook totaal niet, omdat er altij een minderheid is die de vrijheid neemt – en krijgt van de schoolleiding en het schoolbestuur – om op ‘eigen- wijze’ af te wijken van de genomen besluiten. ‘Afspraak i afspraak’ is bepaald geen vanzelfsprekendheid in veel onderwijsorganisaties. Dit uitstapje geeft een beeld van de verwachtingen die de onderwijsprofessionals van hun schooldirecteur hebben. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze professionals weinig op hebben met een buitenstaander, die deskundigheid op hun vakgebeid ontbeert en daardoor geen gezaghebbende figuur kan zijn. Weer terug naar het onderzoek van Harry Gerichhausen blijkt dat het inzetten van een ‘Baas van Buiten’ alleen succesvol kan zijn in een context, waarin het inhoudelijk leiderschap, het onderwijskundig pakket zo is georganiseerd dat de baas zelf hier geen leiding aan hoeft te geven. De vraag die opdoemt is, of het wel wenselijk is voor een leider dat hij zich niet als eerste onder zijn gelijken moet opstellen als het om de koerbusiness gaat. Immers, uit wetenschappelijk onderzoek van o.a. Marzano en Fullan is inmiddels genoegzaam bekend dat een cultuurverandering alleen dan kan slagen als de eindverantwoordelijke leider daar zijn eigen morele waarden en normen mee deelt. Authentiek leiderschap is noodzakelijk om bijvoorbeeld opbrengst gericht werken te kunnen invoeren. Sterke betrokkenheid op de werkvloer met de nieuwe waarden en normen ontstaat alleen als de personeelsleden werkelijk geloven in de leider en zijn voorbeeldgedrag als oprecht en inspirerend ervaren. Harry Gerichhausen geeft hierop aan dat het in een enkele casus wel gelukt is om een Baas van Buiten succesvol te laten opereren. Hij stelt dat dit zeker niet in iedere context kan en als je kiest voor een Baas van Buiten je veel weerstanden van m.n. het personeel kunt verwachten. Voor het invoeren van opbrengst gericht werken ziet Harry Gerichhausen met Bazen van Buiten juist kansen. Zij zijn immers gewend om in het bedrijfsleven op basis van resultaten hun gedrag en dat van het personeel aan te passen op een dusdanige wijze dat de doelen ( lees hier: winst) wel gehaald worden. Dat is hetzelfde principe als datagestuurd onderwijs in het opbrengst gerichte werken. Hij geeft wel aan dat ‘je de
leerkracht in zijn hart moet kunnen raken’. Charisma is noodzakelijk om een ander te inspireren. Het is daarbij essentieel dat de leerkracht het gevoel krijgt dat de Baas van Buiten oprecht staat voor wat hij zegt en meeleeft met de wensen en noden van de leerkracht. Daarnaast dient de Baas van Buiten zich te bekwamen in de onderwijsinhoud. Hij mag zich niet verschuilen achter bijvoorbeeld de intern begeleider en zal zijn eindverantwoordelijkheid voor de onderwijsresultaten op schoolniveau volledig waar moeten kunnen maken. Hij zal dus moeten begrijpen wat er in de klas gebeurt. Daar is intensieve begeleiding, scholing en coaching voor nodig. Tenslotte met hij op dat succesvolle Bazen van Buiten al heel snel een volgende carrièrestap maken. Hij adviseert dan ook bij het aanstellen van een Baas van Buiten heel goed te beseffen wat de risico’s zijn t.o.v. de mogelijke voordelen die een Baas van Buiten zeker ook heeft te bieden. En wat doet de politiek? De politiek erkent het probleem dat Harry Gerichhausen schetst. De koudwatervrees van het personeel om een Baas van Buiten te benoemen leidt er toe dat slechts een gering aantal Bazen van Buiten daadwerkelijk aan het werk is. In 2009 is er door het Ministerie van OCW via het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt een stimuleringsregeling van 1,1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor zestig extra opleidingstrajecten voor schooldirecteuren en trajecten gericht op managers buiten het onderwijs. Specifieke cijfers over de in- en uitstroom van schooldirecteuren van buiten het onderwijs zijn via de onderwijsinspectie, het SBO of de AVS nauwelijks te krijgen. Wel wordt daar gezegd dat de aantallen erg laag zijn en die waarneming wordt door Harry bevestigd. Kortom, naar mijn mening (Peter van Leeuwen) geven de vele kanttekeningen die Harry Gerichhausen maakt bij het aanstellen van een Baas van Buiten en het feit dat slechts geringe aantallen managers van buiten in het onderwijs benoemd worden, voldoende voeding aan de conclusie dat het project ‘Bazen van Buiten’ niet de oplossing biedt, waarvoor het in het leven is geroepen: het oplossen van de stijgende tekorten aan schoolleiders in de komende jaren. Gezien de koudwatervrees van het personeel, de interne gerichtheid op de eigen cultuur binnen het onderwijs, de complexe scholing- en begeleidingcondities waaronder een Baas van Buiten wel kan worden aangesteld en de lastige veranderbaarheid die de onderwijscultuur ook vanuit de wetenschap kent, lijkt de kans niet zo groot dat er door extra inspanningen of extra gelden wel successen te verwachten zijn. We zullen op zoek moeten gaan naar andere oplossingen om het probleem van het groeiende tekort aan schooldirecteuren op te lossen. Vooralsnog wordt er in het onderwijs de voorkeur aan gegeven om tijdelijke directie- en bovenschoolse directie vacatures te laten invullen door gekwalificeerde interim managers. Op basis van de hier geschetste ontwikkelingen is het mijn verwachting dat hun aandeel zal groeien. Daarmee is het zaak voor de schoolbesturen om in deze markt op zoek te gaan naar de beste kwaliteit.