overeenkomst Nauerna (20130604)
!i !!!! 1
210!!!!!! 1111 eg!idii
1
°1,11
Gemeente Zaanstad
Partijen: Partij 1: de Vereniging Belangengroep Nauerna hierna te noemen: BGN, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heren E. Antonissen, R.A. Schram en F. Ebing -
met secretariaatsadres Overtoom 103, 1551 PG Westzaan, bestaande uit 105 leden.
Partij 2: dhr. R. Fleer, hierna te noemen: partij Fleer - wonende te Nauerna 13, 1566 PB Assendelft, en
Partij 3: De gemeente Zaanstad, namens de burgemeester, alsmede het college van burgemeester en wethouders, handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. D. D. Straat, wethouder van de gemeente Zaanstad; hierna gezamenlijk genoemd `Zaanstad' -
gevestigd aan het Stadhuisplein 100, 1506 MZ Zaandam.
en
Partij 4: N.V. Afvalzorg Holding, Afvalzorg Deponie BV, hierna te noemen: Afvalzorg, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A.H. Krom (directeur) en de heerJ.A. Bouman (adviseur strategie) -
gevestigd aan Nauerna 1 te Assendelft, postbus 2, 1566 ZG Assendelft,
en
Partij 5: De provincie Noord-Holland, namens de commissaris van de koning, alsmede het college van Gedeputeerde Staten, handelend in de hoedanigheid als bestuursorgaan, rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. T. Talsma, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland; hierna gezamenlijk genoemd provincie'. -
gevestigd aan de Dreef 3, 2012 HR Haarlem,
en
Partij 6: Havenbedrijf Amsterdam N.V., hierna te noemen: Havenbedrijf Amsterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer W. Vlemmix (directeur regionale ontwikkeling) en de heer K.Overtoom (directeur operaties) gevestigd aan de De Ruijterkade 7, 1013 AA Amsterdam,
In overweging nemende dat: -
tussen partijen een geschil is gerezen, dat als volgt is omschreven in artikel 1 van de mediationovereenkomst d.d. 28 maart 2013:
Het doel van de intentieovereenkomst uit 2006 tussen Afvalzorg, Zaanstad, Noord-Holland en Havenbedriff Amsterdam om de stortcapaciteit van de locatie Nauerna uit te breiden, is strijdig met de toezegging in 1994 aan de bewoners dat de toenmalige uitbreiding de laatste zou zijn. Dit heeft geleid tot een juridische strijd die ook buiten de rechtszaal wordt gestreden, het hele gebied een negatief imago bezorgt en de onderlinge relatie en vertrouwen van partijen ernstig schaadt, terwijI geen van de betrokkenen zijn belangen definitief gewaarborgd ziet.; Versie 4 juni 2013
1
overeenkomst Nauerna (20130604)
-
-
partijen besloten hebben zich ervoor te zullen inspannen dit geschil op te lossen door middel van mediation, waartoe zij mevrouw drs. L.J. Reijerkerk MDR en mw. mr. J.S.M. de Barbanson, hebben verzocht om hen als mediators daarbij te begeleiden; er op 10 november 1994 door Afvalzorg, de provincie en Zaanstad aan de bewoners van Nauerna toezeggingen zijn gedaan over beëindiging van de stortactiviteiten en de inrichting van de Nauernasche polder als een natuur- en recreatieterrein nadat er een laatste uitbreiding zou hebben plaatsgevonden met een extra volume van circa 3,5 min m 3 welke uitbreiding is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan en de vigerende omgevingsvergunning voor milieu; partijen het belang van veiligheid van, in en rond de Nauernasche Polder voorop stellen; partijen zich ten aanzien van de veiligheid van de stortplaats ten minste gebonden achten
-
-
-
-
-
-
-
-
aan de eisen die daaraan bij of krachtens de wet zijn gesteld; partijen van mening verschillen over de veiligheid van de stortplaats als zodanig en over de wijze waarop de veiligheid moet worden gecontroleerd en gemonitord; partijen van mening verschillen over de gezondheidsrisico's van het recreëren op een ingericht park op de locatie Nauerna zonder dat een folie-afdichting is aangebracht en over de juridische mogelijkheden hiertoe; partijen van mening verschillen over de restcapaciteit van de stortplaats; het bedrijf Afvalzorg heeft aangegeven de stortactiviteiten in de Nauernasche Polder te willen continueren en (verder) te willen uitbreiden met be- en verwerkingsactiviteiten en daartoe de nodige vergunningen en vrijstelling te willen aanvragen en daartoe een wijziging van het bestemmingsplan voor te staan; de bewoners, vertegenwoordigd door Partij 1 en 2, hebben aangegeven dat zij beëindiging van de stortactiviteiten voorstaan en dat zij tot een spoedige inrichting wensen te komen van de Nauernasche Polder als natuur- en recreatiegebied overeenkomstig het voorontwerp eindbestemming afvalstort uit juli 1992; partijen aldus van mening verschillen over de wenselijkheid van het verlengen van de stortactiviteiten middels een uitbreiding van de stortcapaciteit en het voortzetten en uitbreiden van opslag- en recyclingactiviteiten op de locatie; de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de voor de uitbreiding noodzakelijke milieuvergunning en de voor de uitbreiding noodzakelijke vrijstelling van het bestemmingsplan in door de bewoners aangespannen procedures op 13 april 2011 en 25 juli 2012 heeft vernietigd; partijen van mening verschillen over de wenselijkheid van het al dan niet afgraven van afval dat buiten de contour van de vigerende milieuvergunning is gestort; partijen mogelijkheden zien om overlast veroorzaakt door activiteiten bij de huidige loswal te verminderen door verplaatsing ervan; partijen van mening verschillen over de wenselijkheid van twee nieuwe windturbines in de Nauernasche Polder langs het Noordzeekanaal; de voor de bouw van de windturbines noodzakelijke vergunning door de rechtbank te Haarlem is vernietigd omdat met de bestemming van de Nauernasche Polder als natuur- en recreatieterrein onvoldoende rekening is gehouden; partijen een oplossing wensen om de verhoudingen weer in balans te brengen en het onderlinge vertrouwen weer te herstellen; partijen het belangrijk vinden dat een oplossing minimale financiële schade voor de burgers van Zaanstad doet ontstaan; in de periode van juli 2012 tot en met mei 2013 partijen met elkaar in het kader van mediation in overleg zijn getreden, hetgeen heeft geleid tot de uitkomsten die zij in deze overeenkomst willen vastleggen;
Versie 4 juni 2013
2
overeenkomst Nauerna (20130604)
Komen het volgende overeen: Artikel 1
Mediationovereenkomst
De mediationovereenkomst tussen partijen van 28 maart 2013 (bijlage 1) maakt een onverbrekelijk deel uit van deze overeenkomst, waaruit onder meer voortvloeit dat: a) het NMI Mediation Reglement 2008 van de Stichting Nederlands Mediation Instituut, in de versie zoals die van kracht was ten tijde van het aangaan van de mediationovereenkomst en welk reglement partijen tevoren ontvangen hebben en waarvan zij kennis hebben genomen, op de mediation van toepassing is en eveneens een onverbrekelijk deel van deze overeenkomst uitmaakt; b) de mediators partijen erop hebben gewezen dat zij handelen conform de gedrags- en beroepsregels van het NMI.
Artikel 2
Regeling van het geschil
2.1 Excuses De convenantspartijen erkennen dat zij bij het ondertekenen van het convenant van 14 december 2006 en de afweging van alle hierbij betrokken belangen te weinig rekening hebben gehouden met de belangen van de bewoners van Nauerna. Daarnaast zijn de bewoners van Nauerna te laat betrokken bij de uitbreidingsplannen. Voor deze punten excuseren zij zich jegens de bewoners.
2.2. Intentieovereenkomst van 14 december 2006 2.2.1
Afvalzorg, provincie, Havenbedrijf Amsterdam en Zaanstad, verklaren hiermee dat zij een aanvulling/wijziging op de intentieovereenkomst van 2006 overeenkomen, zoals voorzien in artikel 6.2 van deze intentieovereenkomst. Afvalzorg en Zaanstad verklaren hiermee dat zij een aanvulling/wijziging overeenkomen op de overeenkomst van 12 september 2007, welke overeenkomst diende ter invulling van de voornoemde intentieovereenkomst. Deze aanvulling/wijziging zal worden opgenomen in een door Afvalzorg, provincie, Havenbedrijf Amsterdam en Zaanstad ondertekend Addendum op beide voornoemde overeenkomsten, welke zal worden gehecht aan de intentieovereenkomst van 14 december 2006 en de overeenkomst van 12 septem ber 2007. Deze overeenkomst maakt voor wat betreft de partijen Afvalzorg, provincie, Havenbedrijf Amsterdam en Zaanstad een onverbrekelijk onderdeel uit van de intentieovereenkomst en de overeenkomst van 12 september 2007.
2.3 Overeenstemming op hoofdlijnen Partijen zijn op hoofdlijnen tot overeenstemming gekomen als volgt:
Versie 4 juni 2013
3
overeenkomst Nauerna (20130604)
1.
Er vindt een uitbreiding plaats van het stortvolume van de stortplaats Nauerna met 2 miljoen vanaf het door Inpijn Blokpoel in mei 2012 gemeten niveau, gecorrigeerd voor bouwstoffen en opslag;
2.
De stortactiviteiten op de stortplaats Nauerna worden definitief en gefaseerd afgebouwd zodat er geen stortactiviteiten meer zullen plaatsvinden na 1 april 2022;
3.
Afvalzorg houdt ook nadat de stortactiviteiten zijn beëindigd permanent de beschikking over een bedrijfsterrein van 15 hectare voor het uitvoeren van be- en verwerkingsactiviteiten zie bijlage 3
4.
De huidige door Afvalzorg in gebruik zijnde loswal wordt voor rekening van Afvalzorg verplaatst naar het Noordzeekanaal ter hoogte van het bedrijfsterrein voor be- en verwerkingsactiviteiten; Afvalzorg zal er zorg voor dragen dat de loswal daar stedenbouwkundig en landschappelijk goed wordt ingepast;
5.
Op dat deel van de stortplaats Nauerna dat niet als bedrijfsterrein wordt ingezet nadat de stortactiviteiten zijn beëindigd wordt voor rekening van Afvalzorg in fases een openbaar toegankelijk park aangelegd met een totale omvang van 60 hectare;
6.
De inrichting van het park zal plaatsvinden door en voor rekening van Afvalzorg en in nauw overleg met BGN;
7.
Voor zover dat nodig is om veilig recreëren mogelijk te maken wordt voor rekening van Afvalzorg de stortplaats voorzien van een bovenafdichting;
8.
Er komt voor rekening van Afvalzorg een brug over de spuisloot om park Nauerna te ontsluiten;
9.
In de Noordwesthoek van de Westzanerpolder wordt Park HoogTij gerealiseerd waarbij 6-6,5 hectare terrein op termijn door Zaanstad wordt aangekocht en toegevoegd aan de reeds bestemde groenstrook van 3 hectare;
10. Zaanstad zal zich inzetten voor een blijvende bestemmingswijziging van het gebied Nauernase Venen als natuurgebied, te regelen in het toekomstige bestemmingsplan `Nauernasche Polder en omgeving'. Daarnaast koopt Zaanstad zo veel mogelijk grond aan die voor beheer wordt overgedragen aan Landschap Noord-Holland; 11. Afvalzorg stelt een bedrag van € 500.000,- beschikbaar voor de aansluiting van alle huishoudens in Nauerna op een glasvezelnetwerk; 12. Zaanstad stelt in de vorm van subsidie een bedrag van maximaal € 600.000,- beschikbaar ten behoeve van de bouw van molen De Pauw te Nauerna, waarbij de nieuwe eigenaar van de molen de verenigingen uit het buurtschap Nauerna faciliteert in ruimte om bijeenkomsten te kunnen houden. Het toekennen van deze subsidie is afhankelijk van de vigerende subsidieregelgeving;
Versie 4 juni 2013
4
overeenkomst Nauerna (20130604)
13. Er wordt uitvoering gegeven aan maatregelen ten behoeve van veiliger verkeer in het buurtschap Nauerna, waarvoor door Zaanstad een budget van maximaal € 300.000,- wordt gereserveerd; 14. Voor zover omwonenden door wijzigingen van de bestemming van een deel van de Nauernasche Polder schade lijden worden zij door de gemeente Zaanstad zo nodig gecompenseerd op basis van de gebruikelijke planschaderegels.
2.4 Uitwerking van paragraaf 2.3 2.4.1
Uitbreiding van de stortactiviteiten
2.4.1.1 Partijen stemmen in met de uitbreiding van het stortvolume van de stortplaats Nauerna met 2 miljoen m 3 uitgaande van het door Inpijn Blokpoel in mei 2012 gemeten niveau, gecorrigeerd voor bouwstoffen en opslag, weergegeven op de kaart zoals die in het onderzoeksverslag van ingenieursbureau Inpijn Blokpoel is getekend (zie bijlage 1 bij het onderzoeksverslag, welke bijlage als bijlage 3 aan deze overeenkomst is gehecht). Afvalzorg zal de hiertoe benodigde omgevingsvergunningaanvraag bij het college van Gedeputeerde Staten indienen in afstemming met de voortgang van het nieuw vast te stellen bestemmingsplan 'Nauernasche Polder en omgeving'. 2.4.1.2 Binnen 1 maand na ondertekening van deze overeenkomst ondernemen BGN en Afvalzorg actie om voorstellen uit te wisselen en tot een eindplan met daarin de definitieve contour van de stortplaats Nauerna te komen. Bij het opstellen van het eindplan geldt als uitgangspunt dat het aanwezige afval welke buiten de contour van de huidige vergunning is gestort, niet behoeft te worden verwijderd. In samenspraak met de BGN wordt een eindplan met hoogtelijnen opgesteld, een landschapsarchitect uitgekozen en een deskundig ingenieursbureau geselecteerd, dat een zodanig eindplan oplevert dat daarin het extra volume van 2 miljoen m 3 is verwerkt. Dit eindplan wordt zo snel als mogelijk maar uiterlijk 31 juli 2013 gerealiseerd voor rekening van Afvalzorg en zal door Zaanstad worden verwerkt in het bestemmingsplan 'Nauernasche Polder en omgeving'. In het bestemmingsplan zal worden opgenomen dat er binnen een afstand van 250 meter van de woningen geen stortactiviteiten zullen plaatsvinden. Deze afstandseis is op verzoek van BGN in deze overeenkomst opgenomen. Afvalzorg behoudt zich alle rechten voor om tegen de afstandseis in het nieuwe bestemmingsplan bezwaar en beroep aan te tekenen. 2.4.1.3. Vervolgens zullen regelmatig uitgebreide metingen plaatsvinden in ieder geval na volstorten fase 2 en 3 (zie 2.4.9.) en vóór de landschappelijke inrichting, en indien nodig vaker om na te gaan wat de stand van zaken is ten opzichte van de eindcontour. Deze metingen, aan de hand waarvan partijen vaststellen of de definitieve eindcontour door Afvalzorg in acht wordt genomen zijn voor rekening van Afvalzorg. 2.4.1.4. Indien zou blijken dat er buiten de in 2.4.1.2. bedoelde definitieve eindcontour gestort is, dan zal Afvalzorg datgene ontgraven wat buiten de contour ligt. 2.4.2
Bedrijfsterrein
Versie 4 juni 2013
5
overeenkomst Nauerna (20130604)
2.4.2.1. 15 hectare functioneel bedrijfsterrein, als bedoeld onder artikel 2.3 lid 3, blijft permanent gevestigd op de locatie die is weergegeven in Bijlage 2 voor be- en verwerkingsactiviteiten en opslag. Na de beëindiging van het storten zal Afvalzorg de residuen die na be- en verwerking achterblijven nadien niet meer storten op de locatie Nauerna doch afvoeren naar elders. 2.4.2.2. Mocht Afvalzorg, dan wel een derde (rechtsopvolger van Afvalzorg onder algemene of bijzondere titel), in de toekomst haar activiteiten op deze locatie beëindigen, dan zal het bedrijfsterrein kunnen worden toegevoegd aan het natuur- en recreatieterrein dan wel een bestemming krijgen die aansluit bij de natuur- en recreatiebestemming van het park. Afvalzorg, BGN en Zaanstad zullen daartoe alsdan nadere afspraken maken, voor zover het gaat om de inrichting en de aansluiting bij de natuur- en recreatiebestemming van het park. 2.4.2.3. Binnen twee maanden na ondertekening van deze overeenkomst, wordt hetgeen is vermeld in artikel 2.4.2.2. middels een in overleg met BGN te formuleren kettingbeding in de eigendomsakte van de Nauernasche Polder ten aanzien van het als bedrijfsterrein bestemde gedeelte, vastgelegd. Afvalzorg zal een daartoe strekkend tekstvoorstel aanreiken. 2.4.3
Verplaatsen loswal
2.4.3.1. In plaats van de huidige loswal wordt een nieuwe loswal gerealiseerd aan het Noordzeekanaal ter hoogte van het bedrijfsterrein voor be- en verwerkingsactiviteiten, zie bijlage 3. De huidige loswal wordt zo snel mogelijk uit gebruik genomen en verwijderd. Wanneer dat precies is, is afhankelijk van de procedures en derden. Een eerste inschatting leverde volgende grofmazige planning op: eind 2014 is er duidelijkheid of de bevoegde instanties akkoord kunnen gaan met de aanvraag. Medio 2015 zal duidelijk zijn of derden bezwaar hebben gemaakt en de streefdatum voor realisatie is medio 2016. Afgesproken wordt dat de partijen in nauw contact blijven over de voortgang van de procedure. Op het moment dat duidelijk wordt dat de verplaatsing van de loswal vertraging gaat opleveren of de verplaatsing niet door kan gaan, treden partijen direct in overleg om tot een nieuwe planning en oplossing te komen. De huidige loswal zal nadat deze buiten gebruik is gesteld, doch in ieder geval direct na 1 april 2022 definitief worden ontmanteld. Mocht de huidige loswal gebruikt worden na 1 april 2016, dan betaalt Afvalzorg, telkens op de eerste dag van de maand, een maandelijkse boete van € 10.000, exclusief eventueel verschuldigde BTW, aan de door BGN nieuw op te richten stichting, en te besteden aan een alsdan te bepalen publieke, openbare bestemming in het buurtschap Nauerna. De eerste termijn zal verschuldigd zijn op 1 april 2016. Deze termijn wordt opgeschort indien en zo lang er door toedoen van één of meer omwonenden geen voor de verplaatsing noodzakelijke onherroepelijke omgevingsvergunning en/of een voor de verplaatsing noodzakelijk onherroepelijk bestemmingsplan is op 1 juli 2015.
Versie 4 juni 2013
6
overeenkomst Nauerna (20130604)
De verkeersbewegingen vanaf de loswal zullen niet interfereren met het park. Voor zover de bestaande loswal onverhoopt na 1 april 2018 nog in gebruik zal zijn zal vanaf dat moment de aan- en afvoerroute worden verlegd naar de reeds bestaande laaggelegen onderhoudsweg ten zuiden van de stortplaats zodat de verkeersbewegingen niet interfereren met het park. Aangezien de nieuwe loswal zich bevindt op een van de entreelocaties van de gemeente Zaanstad zal deze landschappelijke en stedenbouwkundig goed ingepast worden. 2.4.4
Park Nauerna
2.4.4.1. Partijen komen overeen dat de grens tussen park en bedrijfsterrein op de kaart van bijlage 3 is vastgelegd. 2.4.4.2. Als onderdeel van het park zal door Afvalzorg langs het bedrijfsterrein een zicht- en geluidswal worden aangelegd die tevens activiteiten van het bedrijfsterrein aan het zicht onttrekt en die eventuele overlast zoals bijvoorbeeld geluid vermindert. 2.4.4.3. Het ontwerp van de wandel/fietsbrug over de spuisloot vindt plaats in overleg met landschapsarchitect en BGN. De landschapsarchitect zal worden bekostigd door Afvalzorg. De brug zal zo spoedig mogelijk nadat het overleg is afgerond en na het onherroepelijk worden van een eventueel benodigde omgevingsvergunning worden aangelegd door en voor rekening van Afvalzorg. Streefdatum is vóór einde 2013. 2.4.4.4. Voor de ingang van het park en de parkeerplaats zijn er drie locatie-opties die nog verder onderzocht zullen worden. Uitgangspunt is dat er vanaf fase 2 geen (of althans beperkte) verkeersbewegingen in Nauerna plaatsvinden van bezoekers aan het park. Partijen Afvalzorg en BGN treden in overleg om uit een van onderstaande opties te kiezen, waarbij praktische uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid en minimale overlast voor omwonenden een belangrijke rol spelen in het overleg: Optie 1. Voor fase 1 (zie 2.4.9.) toegang bij nieuwe brug over spuisloot en parkeren op het terrein van Stijnman (eigendom Afvalzorg) of op een groenstrook ter hoogte van de jachthaven. Vanaf Fase 2 gebruikmaken van fietspad op de dijk vanaf de westzijde en halverwege de dijk naar beneden. Daar parkeren (grond Afvalzorg) en met een tweede brug naar het park. Medewerking van de dijkbeheerder (HHNK) is hiervoor noodzakelijk. Optie 2.
Alternatief is eerst door het toegangshek van de stortlocatie daarna direct linksaf slaan en via een aparte nieuwe weg langs het talud van de stortplaats naar het park. Parkeren op de noordwesthoek van het park.
Optie 3
De ingang van het park met de parkeerplaats zal gesitueerd worden aan de zijde van het hoofdkantoor van Afvalzorg, en zal vanaf fase 2 worden opgeleverd; De ingang van het park zal gescheiden zijn van de ingang van het bedrijfsterrein.
2.4.4.5. Fase 1 van het park wordt aangelegd zonder dat er afval wordt afgegraven. BGN en Fleer verplichten zich ertoe zich in te spannen om te voorkomen, onder andere door geen rechtsmiddelen aan te wenden tegen daartoe strekkende besluiten van een bevoegd overheidsorgaan, dat Afvalzorg in de toekomst gedwongen wordt om afval van park fase 1 Versie 4 juni 2013
7
overeenkomst Nauerna (20130604)
alsnog af te graven. Voor fase 2 en 3 wordt het afgraven van beperkte hoeveelheden afval niet uitgesloten mits dit nodig is om voor alle partijen tot een acceptabel ontwerp te komen. 2.4.5
Veiligheid
Alle partijen onderschrijven het belang van veiligheid van de stortplaats.
VEILIG RECREEREN 2.4.5.1. Afvalzorg en BGN zullen gezamenlijk onderzoeken of er op deze stortplaats in fase 1 veilig gerecreëerd kan worden zonder bovenafdichting. 2.4.5.2. Afvalzorg stelt daartoe een bedrag beschikbaar, waarmee BGN een adviesbureau opdracht kan verstrekken om een onderzoek uit te voeren (in het betreffende deelgebied van fase 1 — via een tekening wordt de exacte omvang nog nader bepaald). 2.4.5.3. Doel van het onderzoek is om op basis van bestaande normen vast te stellen of tijdens fase 1 met slechts een afwerking van minimaal 1 meter schone grond op de stortplaats veilig kan en mag worden gerecreëerd. Het onderzoek beslaat (lucht)metingen waarbij de concentraties van schadelijke stoffen worden vergeleken met geldende normen zoals bijvoorbeeld MACwaarden en voorzover risico's zijn gerelateerd aan bodemverontreiniging. 2.4.5.4. Afvalzorg, BGN en provincie zullen met elkaar vaststellen welke parameters volgens bijbehorende onderzoeksmethodes worden onderzocht; •
Afvalzorg zal met het oog op het onderzoek en voor zover het onderzoeksbureau dat verlangt binnen één maand na een verzoek daartoe een nauwkeurige opgave doen van de aard van
•
GS geven op basis van de opgave van Afvalzorg binnen één maand aan wat de geldende normen (MAC-waarden enz) zijn in verband met deze stoffen in een recreatiegebied in de buitenlucht en welke parameters moeten worden gebruikt, evt. in samenwerking met de
•
Zo nodig zullen GS hierover advies inwinnen bij het ministerie van l&M, RIVM en/of een andere deskundige instantie op het gebied van luchtnormen en veiligheid;
de stoffen die ter plekke zijn gestort, opdat er gericht onderzoek kan worden gedaan.
GGD.
2.4.5.5. Nadat de in het vorige lid genoemde partijen de parameters en de onderzoeksmethoden hebben vastgesteld zal het onderzoek worden opgedragen. Het resultaat van dit onderzoek wordt gevolgd: indien niet aantoonbaar veilig dan zal het park worden afgedicht met een folie tenzij partijen op dat moment anders overeenkomen. Indien wel aantoonbaar veilig en toegestaan, dan zal het park zonder folie/afdichting worden ingericht; 2.4.5.6. Toekomstige afwerking van overige fasen wordt op dezelfde wijze aangepakt zoals in bovenstaande artikelen 2.4.5.4 en 2.4.5.5. beschreven is. Ook op de eerdere fasen wordt dan een controle onderzoek uitgevoerd. De controlemeting is minder uitgebreid dan een reguliere meting en richt zich op eventuele plaatsen met verhoogde waarden uit eerdere metingen. 2.4.5.7. Bij actieve ingrepen gericht op verduurzamen van willekeurig welke fase, zal het veiligheidsonderzoek als bedoeld in artikel 2.4.5.1 t/m 2.4.5.5, worden herhaald.
Versie 4 juni 2013
8
overeenkomst Nauerna (20130604)
2.4.5.8. Na het onderzoek en duidelijkheid over de eisen kan Afvalzorg fase 1 van het park afwerken en inrichten. Afvalzorg zal op basis van de gekozen parameters en onderzoeksmethoden de als recreatiegebied ingerichte delen blijven monitoren.
VEILIGHEID IN BREDERE ZIN 2.4.5.9. Er wordt per 1 september 2013 een uitgebreid voortgangsoverleg in het leven geroepen waar het huidige bewonersoverleg op termijn in opgaat en waaraan in ieder geval deelnemen Gedeputeerde Staten, zo mogelijk de Omgevingsdienst, BGN, zo mogelijk Milieufederatie Noord-Holland en Afvalzorg. Tijdens dit overleg wordt structureel aandacht besteed aan de voortgang van de afspraken in deze overeenkomst. Het primaire doel van het overleg is het waarborgen van de veiligheid van de stortplaats. Daartoe zullen tijdens elke bijeenkomst de zorgen ten aanzien van de veiligheid worden geïnventariseerd en besproken. Aansluitend worden afspraken gemaakt over maatregelen die de veiligheid optimaal moeten waarborgen. Het inschakelen van externe deskundigheid is hierbij mogelijk. 2.4.6
Park HoogTij
2.4.6.1. Op het noordwestelijke deel van het industriegebied HoogTij in de hoek ten noorden van de westelijke randweg en ten oosten van Zijkanaal D zal een recreatiegebied, ter grootte van circa 9-9,5 hectare (circa 6- 6,5 hectare netto meer dan huidige bufferzone) worden aangelegd; hierna te noemen Park Hoogtij. De exacte grootte van het park is afhankelijk van de keuze of er een zichtwal wordt aangelegd, bestaande uit secundaire bouwstoffen (bijvoorbeeld gecertificeerde AVI-bodemas en een hoogte van circa 10 meter). Indien er een zichtwal wordt aangelegd zal het park 9,5 hectare groot worden (waarvan circa 1,5 hectare talud aan de Hoogtij zijde niet als park kan worden benut). Zonder zichtwal wordt het park 9 hectare. BGN zal haar keuze kenbaar maken, na raadpleging van de leden aangaande de goedkeuring van de onderhavige overeenkomst. Het profiel van de zichtwal, welke BGN aan haar leden gaat voorleggen, behoeft de goedkeuring van Afvalzorg. Alleen in het geval een zichtwal wordt aangelegd gebeurt dat door en voor rekening van Afvalzorg. In dat geval zal Afvalzorg, in overleg met BGN en Zaanstad, ook het ontwerp door een landschapsarchitect en de inrichting van het Park Hoogtij (6,5 hectare) voor haar rekening nemen. 2.4.6.2. Park HoogTij krijgt een recreatieve bestemming en zal worden geëxploiteerd door een door Zaanstad aan te wijzen derde in overleg met BGN. In afstemming met de BGN wordt een landschapsarchitect gekozen, een plan gemaakt en een definitieve concrete invulling van de bestemming gekozen. Dit is voor rekening van Zaanstad als er geen zichtwal wordt aangelegd en voor rekening van Afvalzorg als er wel een zichtwal wordt aangelegd. 2.4.6.3. Zaanstad zal het terrein aankopen onder opschortende voorwaarde dat de benodigde publiekrechtelijke toestemmingen (bestemmingsplan 'Nauernasche Polder en omgeving' en omgevingsvergunning milieu voor de uitbreiding van de stortcapaciteit van de stortplaats Nauerna) onherroepelijk zijn verkregen en houdt dit terrein in eigendom maar kan de grond wel in erfpacht uitgeven ten behoeve van dekking van de beheerskosten. 2.4.6.4. Totdat het beheer definitief is overgedragen aan een gebruiker neemt Afvalzorg het beheer op zich als er een zichtwal komt. Zonder zichtwal is het beheer voor Zaanstad.
Versie 4 juni 2013
9
overeenkomst Nauerna (20130604)
2.4.6.5. Mocht, in strijd met artikel 2.4.6.3, de grond toch vervreemd worden aan een derde, of opnieuw een bestemming als bedrijventerrein krijgen, dan verplicht Zaanstad zich de waarde van de grond ten tijde van die transactie of ten gevolge van de bestemmingswijziging ten goede te laten komen aan een doel ten behoeve van het buurtschap Nauerna.
Versie 4 juni 2013
10
overeenkomst Nauerna (20130604)
2.4.7
Nauernase Venen
2.4.7.1. Zaanstad zal zich inzetten om tot aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Nauernasche Polder en omgeving' zoveel mogelijk beschikbare gronden in het gebied Nauernase Venen aan te kopen en voor beheer over te dragen aan Landschap NoordHolland. Voor zover de gronden voor een marktconforme prijs kunnen worden verworven geldt deze verplichting van Zaanstad als een resultaatsverplichting. 2.4.7.2. Zaanstad zal zich inzetten voor een bestemmingswijziging van het gebied Nauernase Venen als natuurgebied, te regelen in het toekomstige bestemmingsplan 'Nauernasche Polder en omgeving', 2.4.8
Overige compensatiemaatregelen
2.4.8.1. Bouw van de molen de Pauw voor een subsidie van Zaanstad van maximaal € 600.000,inclusief eventueel verschuldigde BTW, zodat de Nauernase verenigingen gemeenschappelijk gebruik kunnen maken van een ruimte in de molen. Een nadere uitwerking wordt gemaakt door Zaanstad en BGN. Door Zaanstad zal in de voorwaarden tot verlening van de subsidie voor de restauratie zo veel mogelijk gewaarborgd worden dat de betreffende stichting de molen die met subsidie is gerestaureerd niet aan derden verkoopt 2.4.8.2. BGN zal met steun van Zaanstad onderzoek doen naar de mogelijkheden om bewoners van goedkope groene stroom te voorzien vanuit de molen De Pauw. 2.4.8.3. Zaanstad zal verkeersmaatregelen treffen ter verbetering van de verkeersveiligheid in Nauerna — te weten het uitbreiden van de bebouwde-komzone, brede rode fietsstroken (buiten bebouwde kom) ook doortrekken in Nauerna en nader te bepalen snelheidsbeperkende maatregelen. 2.4.8.4. Afvalzorg stelt aan BGN een bedrag van maximaal € 500.000, exclusief eventueel verschuldigde BTW, beschikbaar ten behoeve van de aanleg van een glasvezelnetwerk voor alle bewoners van het buurtschap Nauerna. BGN is opdrachtgever en laat het werk doen, Afvalzorg stelt het geld beschikbaar aan een nader door BGN aan te wijzen Stichting. Het bestuur van de Stichting zal bestaan uit een drietal door BGN aan te wijzen personen. Voor zover niet het volledige bedrag van € 500.000 benodigd is voor het realiseren van het glasvezelnetwerk of voor zover er geen uitvoering aan het realiseren van het glasvezelnetwerk wordt gegeven, zal (het resterende deel van) het bedrag in overleg met Zaanstad worden besteed. 2.4.8.5 Indien er geld overblijft na bekostiging van de aankoop van de Nauernase Venen (2.4.7.1), subsidie voor de molen de Pauw (2.4.8.1.) en aankoop HoogTij (2.4.6.3) zal het resterende deel van dit bedrag beschikbaar blijven voor een nader in overleg met BGN te bepalen publiek doel ten behoeve van Nauerna. Het budget voor deze drie maatregelen is € 10,2 mln. 2.4.9
Termijnen
2.4.9.1. Termijnen en fasering van de beëindiging van de stortactiviteiten en de inrichting van het natuur- en recreatieterrein zoals aangegeven in artikel 2.4.9.2. worden met inachtneming
Versie 4 juni 2013
11
overeenkomst Nauerna (20130604)
van het navolgende zonder voorbehoud door Afvalzorg nagekomen. Het vullen van de beschikbare rn 3 stortruimte binnen de afgesproken fasering gebeurt door en voor rekening en risico van Afvalzorg. 2.4.9.2. De termijnen die enerzijds voor het beëindigen van de stortactiviteiten en anderzijds voor de inrichting van het natuur- en recreatieterrein worden aangehouden zijn: •
Fase 1: 12 ha aaneengesloten park, begrensd volgens de als bijlage 3 bijgevoegde kaart. Er wordt ten tijde van de ondertekening van deze overeenkomst niet meer gestort. Inrichting van fase 1 zal, indien geen bovenafdichting is vereist, plaatsvinden in 2013, en indien wel een bovenafdichting is vereist, zo spoedig mogelijk nadien. Dit is niet afhankelijk van het al dan niet onherroepelijk zijn van de voor de uitbreiding vereiste omgevingsvergunning 'milieu' en van het voor de uitbreiding vereiste bestemmingsplan. De brug over de spuisloot wordt in 2013 in overleg met de BGN ontworpen en medio 2014 of zoveel eerder als mogelijk gebouwd.
•
Fase 2: 21 ha aaneengesloten park. De begrenzing van fase 2 wordt tegelijk met het eindplan als bedoeld in 2.4.1.2. vastgesteld. De stortactiviteiten eindigen op 1 april 2018. Inrichting van fase 2 zal, indien geen bovenafdichting is vereist, plaatsvinden in 2018, en indien wel een bovenafdichting is vereist zo spoedig mogelijk nadien. Deze termijnen worden opgeschort indien en zo lang er voor 1 april 2018 door toedoen van één of meer omwonenden geen voor de uitbreiding noodzakelijke milieuvergunning/ omgevingsvergunning en/of een voor de uitbreiding noodzakelijk bestemmingsplan is. De opschorting van de termijnen zal in geen geval langer duren dan de duur dat de stortactiviteiten feitelijk niet hebben kunnen plaatsvinden door toedoen van één of meer omwonenden;
•
Fase 3 : 27 ha aaneengesloten park. De stortactiviteiten eindigen op 1 april 2022. Inrichting van fase 3 zal, indien geen bovenafdichting is vereist, plaatsvinden in 2022, en indien wel een bovenafdichting is vereist zo spoedig mogelijk nadien. Deze termijnen worden opgeschort indien en zo lang er voor 1 april 2022 door toedoen van één of meer omwonenden geen voor de uitbreiding noodzakelijke omgevingsvergunning en/of een voor de uitbreiding noodzakelijk bestemmingsplan is. De opschorting van de termijnen zal in geen geval langer duren dan de duur dat de stortactiviteiten feitelijk niet hebben kunnen plaatsvinden door toedoen van één of meer omwonenden;
•
Onder "toedoen van één of meer omwonenden" wordt verstaan dat op last van de rechter in een procedure die door één of meer omwonenden is aangespannen de stortactiviteiten feitelijk, al dan niet tijdelijk, zijn stilgelegd.
•
Onder "toedoen van één of meer omwonenden" wordt niet verstaan dat op last van de rechter in een procedure die door één of meer omwonenden ter zake van de veiligheid van de stortplaats is aangespannen de stortactiviteiten feitelijk tijdelijk zijn stilgelegd, en de desbetreffende bewoner uiteindelijk door de rechter in het gelijk wordt gesteld op inhoudelijke gronden.
2.4.9.3. Na afronding van de stortactiviteiten wordt de stortplaats zo spoedig mogelijk conform de geldende regelgeving afgewerkt en wordt de sluitingsverklaring door Afvalzorg en het
Versie 4 juni 2013
12
overeenkomst Nauerna (20130604)
bevoegd gezag ondertekend. De vergunning voor de stortplaats blijft van kracht tot de ondertekening van de sluitingsverklaring voor zover de vergunning zulks bepaalt. Afvalzorg maakt met het bevoegd gezag ruim voor het beëindigen van de stortactiviteiten bindende afspraken over de afwerking van de totale inrichting en de overdracht van het milieurisico, inclusief nazorgverplichting. De overdracht van het milieurisico inclusief nazorgplicht is wettelijk geregeld en vindt automatisch plaats op het moment van ondertekenen door Afvalzorg en de provincie van de sluitingsverklaring. Indien er na afronding van de pilots in het kader van het project Introductie Duurzaam Stortbeheer (IDS) van het ministerie van l&M nog geen duidelijkheid bestaat over de mogelijkheden van duurzaam stortbeheer van de stortplaats, zal geen duurzaam stortbeheer op de stortplaats plaatsvinden. Overige termijnen 2.4.9.4. Voor het terrein in HoogTij geldt een verplichting tot aankoop door Zaanstad onder de opschortende voorwaarde dat de publiekrechtelijke toestemmingen voor de omgevingsvergunning voor milieu voor de uitbreiding van de stortcapaciteit van de stortplaats Nauerna en het bestemmingsplan 'Nauernasche Polder en omgeving' onherroepelijk zijn. 2.4.9.5. Tot inwerkingtreding van het bestemmingsplan `Nauernasche Polder en omgeving' heeft Zaanstad de in artikel 2.4.7.1. genoemde inspanningsverplichting tot grondverwerving in de Nauernase Venen. 2.4.9.6. Conform de daarvoor geldende termijnen en procedures zal Zaanstad maximaal € 600.000,inclusief eventueel verschuldigde BTW ter beschikking stellen voor de in artikel 2.4.8.1. genoemde compenserende maatregelen. In 2013 wordt de financiering/subsidiëring van molen De Pauw door Zaanstad geïnitieerd. Het toekennen van deze subsidie is afhankelijk van de vigerende subsidie regelgeving. 2.4.9.7. In 2013 wordt de schenking ten behoeve van het glasvezelnetwerk door Afvalzorg gedaan als bedoeld in artikel 2.4.8.4. 2.4.9.8. In de intentieovereenkomst van 2006 is de bepaling opgenomen dat de CSM-slibvelden gereserveerd blijven als afvalstortlocatie totdat het bestemmingsplan en de andere vergunningen die uitbreiding van de stortlocatie Nauerna mogelijk maken, rechtskracht hebben. Met de onderhavige overeenkomst wordt als voorwaarde voor ondertekening en betaling van de bijdrage van €2 miljoen door Havenbedrijf Amsterdam aan Zaanstad, overeengekomen, dat het vrijgeven van de voormalige slibvelden voor de vestiging van bedrijven per direct (door ondertekening van deze overeenkomst) mogelijk is. Door ondertekening van deze overeenkomst vervalt aldus de optie dat deze terreinen gereserveerd worden als afvalstortlocatie. Havenbedrijf Amsterdam zal de in 2006 overeengekomen vergoeding aan Zaanstad betalen zodra voor de in art 2.4.6 aangegeven terreinen door Zaanstad een eerste aanbetaling wordt gedaan. Havenbedrijf Amsterdam betaalt in principe in twee tranches van € 1 miljoen. De eerste tranche zal in 2013 betaald worden, zodra de aanbetaling door Zaanstad gedaan wordt. De tweede tranche wordt in januari 2014 betaald, tenzij de aanbetaling van Zaanstad hoger is dan € 1 miljoen. In dat geval zal Havenbedrijf Amsterdam € 2 miljoen in een keer betalen. Mocht onverhoopt de Versie 4 juni 2013
13
overeenkomst Nauerna (20130604)
afgesproken uitbreiding niet mogelijk (omgevingsvergunning en bestemmingsplan) zijn en HoogTij niet aangekocht kunnen worden, dan zal het Havenbedrijf Amsterdam € 2 miljoen niet terugvorderen van Zaanstad. 2.4.10 Procedures
2.4.10.1. Zaanstad zal zich ambtelijk en bestuurlijk inzetten voor een deugdelijke planologischruimtelijke verankering van de in de onderhavige overeenkomst opgenomen afspraken in een nieuw vast te stellen bestemmingsplan 'Nauernasche Polder en omgeving'. 2.4.10.2. Planschaderegeling via Zaanstad Vergoeding van eventuele planschade als gevolg van de in het vorige artikel opgenomen bestemmingswijziging zal geschieden conform de normale daarvoor geldende regels en procedures. Zaanstad schakelt een onafhankelijk bureau in dat de planschade berekent. Dit rapport wordt openbaar gemaakt aan alle belanghebbenden. De gemeente zorgt dat indieners van planschadeclaims gebruik kunnen maken van een sta n daa rdform u I ier. 2.4.10.3. BGN en Fleer zullen inzake lopende bezwaar- en beroepsprocedures binnen 10 dagen na ondertekening van de overeenkomst middels een aangetekend schrijven alle ingestelde bezwaren c.q. beroepen intrekken. Dit geldt niet voor de procedure bij de Raad van State inzake de handhaving van de percolaatdrainage en de bovenafdichting (nr. 201208468/1/A4) 2.4.10.4. BGN en Fleer zullen hangende de procedure voor de nieuwe omgevingsvergunning en zolang er geen nieuw bestemmingsplan onherroepelijk is, (en voor zover in overeenstemming met deze overeenkomst aangevraagd en afgewikkeld), geen opschorting van de stortactiviteiten verlangen. 2.4.10.5. BGN en Fleer zullen tegen (wijzigingen van) bestemmingsplannen en aanvragen voor een omgeving/milieuvergunning, voor zover dat met inachtneming van deze overeenkomst is gebeurd, geen bezwaar en/of beroepsprocedures instellen. 2.4.10.6. Mocht er voor een der partijen toch aanleiding zijn om een procedure te starten, dan zal deze partij eerst in overleg treden met de betreffende andere partijen bij deze overeenkomst om tot een regeling in der minne te komen. Alleen indien dat niet lukt binnen de geldende termijnen zullen partijen een procedure kunnen aanspannen. 2.4.10.7. BGN en Fleer behouden zich ten aanzien van veiligheidskwesties alle rechten voor, met name de rechten om sluiting van de stortlocatie of opschorting van de stortactiviteiten te vorderen, als hun dit om veiligheidsredenen noodzakelijk voorkomt. 2.4.10.8. Partijen komen voorts overeen dat deze overeenkomst geen invloed zal hebben op ieders rechtspositie in de kwestie aangaande de windmolens in de Nauernasche Polder. In eventuele gerechtelijke procedures zal uitgegaan worden van de functie van recreatiegebied en niet van de nieuwe functie bedrijfsterrein.
Versie 4 juni 2013
14
overeenkomst Nauerna (20130604)
2.4.10.9 Partijen zijn zich ervan bewust dat de in deze overeenkomst opgenomen afspraken de uit het publiekrecht voortvloeiende bevoegdheden, rechten en verplichtingen van partijen onverlet laten.
Artikel 3
Overige communicatie en geheimhouding
Partijen spreken af dat zij elkaar met respect blijven bejegenen. Partijen spreken met elkaar af dat zij geen mededelingen doen aan derden over de inhoud of het verloop van de mediation en over de inhoud en het verloop van het conflict, anders dan bij aanvang of in de loop van de mediation is overeengekomen. Partijen spreken met elkaar af dat zij het resultaat van de mediation, zoals vastgelegd in deze overeenkomst en zoals tussen hen nader overeen te komen, mogen communiceren aan
3.1. 3.2.
3.3.
derden, de pers, etc.; Zij zullen een gemeenschappelijk persbericht opstellen.
Artikel 4
Nederlands recht
Ten aanzien van de bepalingen van de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 5
Slotbepalingen
Partijen verklaren met ondertekening van deze overeenkomst dat het geschil als beëindigd
5.1.
wordt beschouwd. De mediators zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de overeenkomst. Partijen verklaren vóór de totstandkoming van de overeenkomst in de gelegenheid te zijn gesteld casu quo zijn geweest om de inhoud van de overeenkomst grondig te bestuderen en voorts om de overeenkomst op juridische houdbaarheid te laten controleren door één of
5.2.
5.3.
meer deskundigen. Indien Partijen in de toekomst verschillen over de interpretatie of uitvoering van de overeenkomst, dan zullen zij in eerste instantie trachten in onderling overleg tot een regeling
5.4.
te komen. Partijen kunnen in gezamenlijk goedvinden besluiten om deze overeenkomst aan te passen. De eventuele wijziging en de verklaring (verklaringen) tot instemming wordt (worden) in afschrift als bijlage aan de overeenkomst gehecht.
5.5.
De volgende bijlagen maken deel uit van deze overeenkomst: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
5.6.
Mediationovereenkomsten van 28 maart 2013, Plattegrond met aanduiding park, bedrijfsoppervlakte en gewenste locatie loswal en begrenzing fase 1, Bijlage 1 bij onderzoeksverslag Inpijn Blokpoel, Spoorboekje, Plattegrond impressie HoogTij met recreatieve functie, Plattegrond Nauernasche Venen. Zaanstad zal deze overeenkomst ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorleggen. Deze goedkeuring is een voorbehoud en een opschortende voorwaarde, hetgeen betekent dat partijen zijn overeengekomen dat zij zonder de goedkeuring van deze overeenkomst door de gemeenteraad niet zijn gebonden aan deze overeenkomst.
5.7.
De vertegenwoordigers van BGN zullen deze overeenkomst ter goedkeuring aan de leden van BGN voorleggen. Deze goedkeuring is een voorbehoud en een opschortende voorwaarde,
Versie 4 juni 2013
15
overeenkomst Nauerna (20130604)
hetgeen betekent dat partijen zijn overeengekomen dat zij zonder de goedkeuring van deze overeenkomst door de leden van BGN niet zijn gebonden aan deze overeenkomst. 5.8.
Afvalzorg zal deze overeenkomst ter goedkeuring aan haar Raad van Commissarissen en aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders NV Afvalzorg Holding voorleggen. Deze goedkeuring is een voorbehoud en een opschortende voorwaarde, hetgeen betekent dat partijen zijn overeengekomen dat zij zonder de goedkeuring van deze overeenkomst door de Raad van Commissarissen en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders NV Afvalzorg Holding niet zijn gebonden aan deze overeenkomst.
5.9
Afvalzorg, Provincie Noord-Holland, Havenbedrijf Amsterdam en de gemeente Zaanstad gaan deze overeenkomst aan onder de ontbindende voorwaarde dat het Addendum genoemd in artikel 2.2 van deze overeenkomst voor 1 juli 2013 onvoorwaardelijk tussen Afvalzorg, Provincie Noord-Holland, Havenbedrijf Amsterdam en de gemeente Zaanstad tot stand komt.
Artikel 6
6.1
Inwerkingtreding
Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag nadat de gemeenteraad van Zaanstad, de leden van de BGN en de raad van commissarissen van Afvalzorg hun goedkeuring aan deze overeenkomst hebben gegeven.
Versie 4 juni 2013
16
overeenkomst Nauerna (20130604)
Aldus overeengekomen en in 6-voud opgemaakt en ondertekend op4juni 2013 Partij 1: de Vereniging Belangengroep Nauerna (BGN),
E. Antonissen
R. Schram
F. Ebing
Partij 2 Bewoner R. Fleer Partij 3: College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zaanstad, namens deze,
D. D. Straat Partij 4: N.V. Afvalzorg Holding,
A. H. Krom
J.A. Bouman
Partij 5: College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, namens deze
T. Talsma Partij 6: Havenbedrijf Amsterdam N.V.,
W. Vlemmix
Versie 4 juni 2013
K.Overtoom
17