~~N`NK~~~~~
~=á
~ D
N
Am
~ Q2
` é K`
o~
Pels Rijcken &Droogteever
F179/F555/31002422 Versie 13 maart 2014
Fortu ij n advocaten E'Yl YJOtGli'lSSE'i'I
~ROEPS
OPRICHTING van de stichting: Stichting Peuterspeelzalen De Haagse Scholen, met zetel in de gemeente Den Haag
Heden, negen mei tweeduizend veertien, is voor mij, mr. Frank Jan Oranje, notaris te — 's-Gravenhage, verschenen: de heer mr. Daniel Olivier Ohmann, te dezen woonplaats kiezend ten kantore van Pels— Rijcken & Droogteever Fortuijn N.V. te (2594 AC)'s-Gravenhage, Bezuidenhoutseweg — 57, geboren te 's-Gravenhage op eenentwintig juni negentienhonderdtachtig. De comparant heeft verklaard dat het college van bestuur van de stichting: "De Haagse Scholen", stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs, met — zetel in de gemeente Den Haag, met adres: (2517 KW) Den Haag, Scheveningseweg — 60, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer27308764, op vierentwintig april tweeduizend veertien buiten vergadering heeft besloten tot oprichting van een stichting, alsmede om de comparant te machtigen de— onderhavige akte te doen verlijden. Van de besluiten blijkt uit een besluit buiten vergadering, dat aan deze akte wordt gehecht. Ter uitvoering van voormelde besluiten heeft de comparant, handelend als vermeld, verklaard de statuten van de op te richten stichting vast te stellen als volgt: STATUTEN. 1~ 1 -....,... n
1.1.
..4..
De stichting draagt de naam: Stichting Peuterspeelzalen De Haagse Scholen en wordt hierna aangeduid als "de Stichting".
1.2.
De Stichting is gevestigd in de gemeente Den Haag.
1.3.
De Stichting kan meerdere filialen of bijkantoren hebben.
1.4.
De Stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Organen van de Stichting. Artikel 2.
Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn advocaten en notrarissen
2.1.
2.2.
2/14
De Stichting kent de volgende organen: a.
het college van bestuur;
b.
de raad van toezicht.
De raad van toezicht kan - al dan niet uit zijn midden -commissies instellen, die onder verantwoordelijkheid van de raad van toezicht belast kunnen worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de raad van toezicht behoren.
Doel. Artikel 3. 3.1.
Het doel van de Stichting is het aanbieden van peuterspeelzaalwerk als bedoeld in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, alsmede het aanbieden van verrijkingsprogramma's aan peutergroepen ten behoeve van de voorbereiding op het basisonderwijs, waarbij het openbare karakter van de Stichting steeds voorop staat in de zin dat kinderen van alle levensbeschouwingen welkom zijn.
3.2.
Om haar doel te bereiken kan de Stichting gebruik maken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn.
3.3.
De Stichting beoogt niet het maken van winst met het totaal van haar activiteiten die erop gericht zijn om haar doelstelling te verwezenlijken of te bevorderen.
Vermogen.
4.1.
Het tot verwezenlijking van het doel van de Stichting bestemde vermogen wordt gevormd door: a.
bijdragen van de gemeente 's-Gravenhage;
b.
vergoedingen voor de door de Stichting verleende diensten;
c.
subsidies, giften en donaties;
d.
hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten, met dien verstande dat erfstellingen slechts kunnen worden aanvaard onder hetvoorrecht van boedelbeschrijving;
e. 4.2.
hetgeen op andere wijze verkregen wordt.
De Stichting houdt niet meer vermogen aan dan redelijkerwijs nodig is voor de continuiteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van haar doelstelling.
4.3.
Onder vermogen dat nodig is voor de continuiteit van de voorziene werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.2 wordt begrepen:
~O~\NK~~~~~ u>
2 D A
a N 2 ~~ eFROEPS~
Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
a.
3/14
vermogen of bestanddelen daarvan die krachtens uiterste wilsbeschikking of schenking door de Stichting zijn verkregen, en die — op grond van aan die uiterste wilsbeschikking of schenking verbonden — voorwaarden, al dan niet in reële termen, in stand moeten worden gehouden;
b.
vermogensbestanddelen voor zover de instandhouding daarvan voortvloeit uit de doelstelling van de Stichting, en
c.
activa en voor de voorziene aanschaf van activa aangehouden vermogensbestanddelen, voor zover de Stichting die activa redelijkerwijs nodig heeft ten behoeve van haar doelstelling.
4.4.
De Stichting mag ter financiering van haar doelstelling werkzaamheden verrichten of diensten verlenen tegen commerciële tarieven met het oogmerk— hiermee, ter financiering van de activiteiten die erop gericht zijn om haar doelstelling te verwezenlijken of te bevorderen, een positief resultaat te behalen.
College van bestuur: samenstelling, benoeming. schorsing en ontslag. belet en ontstentenis. Artikel 5. 5.1.
De Stichting heeft een college van bestuur, bestaande uit een aantal— natuurlijke personen dat gelijk is aan het aantal leden van het college van bestuur van Stichting "De Haagse Scholen", stichting voor primair en speciaal — openbaar onderwijs, met statutaire zetel in de gemeente 's-Gravenhage, dan wel diens rechtsopvolger onder algemene titel, hierna te noemen: "Stichting— DHS".
5.2.
De leden van het college van bestuur van de Stichting worden benoemd door de raad van toezicht van de Stichting, met dien verstande dat alleen leden van het college van bestuur van Stichting DHS lid kunnen zijn van het college van — bestuurvan de Stichting, tenzij het bepaalde in artikel 5.3 van toepassing is. —
5.3.
De in artikel 5.2 genoemde kwaliteitseis voor leden van het college van bestuur van de Stichting geldt niet voor zover een lid van het college van bestuur van Stichting DHS een benoeming als lid van het college van bestuur van de Stichting niet aanvaardt, wordt ontslagen of aftreedt voordat de termijn waarvoor hij is benoemd afloopt, dan wel om een andere reden het aantal leden van het college van bestuur van de Stichting daalt onder het in artikel 5.1 voorgeschreven aantal, zonder dat met inachtneming van de in artikel 5.2 — genoemde kwaliteitseis in de vacature kan worden voorzien.
Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn advocaten en notarissen
5.4.
4/14
Een niet voltallig college van bestuur behoudt zijn bevoegdheden. In ontstane — vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
5.5.
Leden van het college van bestuur worden benoemd voor onbepaalde tijd.
5.6.
Een lid van het college van bestuur kan door de raad van toezicht worden geschorst of ontslagen. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. —
5.7.
Een lid van het college van bestuur defungeert voorts: a.
door zijn overlijden;
b.
doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt — of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld — in de Faillissementswet;
c.
door zijn ondercuratelestelling of doordat hij anderszins het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
d.
door zijn aftreden;
e.
door het aanvaarden van een benoeming tot lid van de raad van toezicht van de Stichting;
f.
door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet — voorzien;
g.
door zijn defungeren als lid van het college van bestuur van Stichting— DHS, tenzij hij benoemd is met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.3.
5.8.
In geval van ontstentenis of belet van een of meer leden van het college van bestuur, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende leden van het college — van bestuur. In geval van ontstentenis of belet van alle leden van het college van bestuur of het enige lid van het college van bestuur, berust het bestuur tijdelijk bij een of meer door de raad van toezicht - al dan niet uit zijn midden aan te wijzen personen.
College van bestuur: taak en bevoegdheden. Artikel 6. 6.1.
Het college van bestuur is belast met het besturen van de Stichting en heeft al— die taken en bevoegdheden die niet bij of krachtens de wet of deze statuten aan anderen zijn toegekend. Tot zijn taken behoort onder meer het vaststellen— van een actueel beleidsplan, dat inzicht geeft in de door de Stichting te verrichten werkzaamheden ter verwezenlijking van haar doelstelling, de wijze — van werving van inkomsten, het beheer van het vermogen van de Stichting en— de besteding daarvan. Het college van bestuur zorgt er voor dat de beheerkosten van de Stichting in redelijke verhouding staan tot de bestedingen
~~N`NK~~~~~
D
p~
y
~ Q2
< e~~0EP5~~~
pels Rijcken & Droogteever Fortuijn advocaten e~ notarissen
5/14
ten behoeve van haar doelstelling. 6.2.
Het college van bestuur is met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, alsmede tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
6.3.
Het college van bestuur behoeft voorts de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht voor besluiten tot: a.
de vaststelling van de begroting en de meerjarenbegroting;
b.
de vaststelling van de staat van baten en lasten;
c.
de vaststelling van het strategisch meerjarenplan;
d.
het aangaan van financiële verplichtingen en/of samenwerkingsovereenkomsten welke niet binnen de begroting zijn opgenomen en waarvan het belang meer bedraagt dan een door de raad van toezicht vastgesteld en aan het college van bestuur meegedeeld bedrag;
e.
het ontwikkelen en uitvoeren van andere diensten dan de doelstelling als omschreven in artikel 3 van deze statuten;
6.4.
f.
een aanvraag tot faillissement of van surseance van betaling;
g.
het wijzigen van de statuten van de Stichting; en
h.
het ontbinden van de Stichting.
De raad van toezicht kan in het bestuursreglement bepalen dat andere dan de in het derde lid van dit artikel genoemde besluiten van het college van bestuuraan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht worden onderworpen.
6.5.
De raad van toezicht kan -alvorens een beslissing te nemen over een voorgenomen besluit dat door het college van bestuur op grond van deze statuten en het bestuursreglement aan de raad van toezicht ter goedkeuring is voorgelegd -het college van bestuur opdragen dit voorgenomen besluit aan te passen. De raad van toezicht kan de in de eerste volzin van dit lid bedoelde — opdracht niet eerder aan het college van bestuur verstrekken dan nadat de raad van toezicht het college van bestuur daarover heeft gehoord.
6.6.
Het functioneren van het college van bestuur wordt periodiek door de raad van toezicht beoordeeld.
6.7.
Leden van het college van bestuur kunnen niet over het vermogen van de Stichting beschikken als ware het hun eigen vermogen.
Pels Rijcken & Droogteever Fo rt u ij n advocaten en notarissen
6/14
College van bestuur: werkwijze. Art'k ie1 7 7.1.
In de vergaderingen van het college van bestuur heeft ieder lid van het college van bestuur één stem.
7.2.
In het geval de stemmen staken, is de stem van de voorzitter van doorslaggevend belang.
7.3.
Het college van bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden van het college van bestuur in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrektemeerderheid van het aantal leden van het college van bestuur zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
7.4.
De bestuursvergaderingen van het college van bestuur zijn openbaar voor zover het college van bestuur niet -gemotiveerd per agendapunt -beslist dat openbaarheid tegen het belang van de Stichting is of een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van personen oplevert.
7.5.
Het college van bestuur kan nadere regels over zijn werkwijze vastleggen in een reglement. Het college van bestuur zendt een afschrift van dit reglement, alsmede van iedere wijziging daarvan aan de raad van toezicht.
Vertegenwoordiging. Artikel 8. 8.1.
Het college van bestuur alsmede ieder lid van het college van bestuur afzonderlijk vertegenwoordigt de Stichting, voor zover uit de wet niet anders — voortvloeit.
8.2.
De voorzitter van de raad van toezicht vertegenwoordigt - na overleg met het college van bestuur - de Stichting in gevallen waarin naar zijn oordeel sprake is van een tegenstrijdig belang tussen een lid of meerdere leden van het college van bestuur en de Stichting of kan daartoe een persoon aanwijzen. Zodanig persoon kan niet zijn het lid van het college van bestuur ten aanzien van wie het tegenstrijdig belang bestaat.
8.3.
Het college van bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan derden, om de Stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Intern toezicht op de Stichting. Artikel 9.
SON\NK~~~~~
2
~
á A
2 N
~~
F
~C'1~
Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn radvoccaten en notarissen
7/14
eFROEP`~~
9.1.
De raad van toezicht houdt toezicht op de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden door het college van bestuur en staat het college van bestuur met raad terzijde.
9.2.
De raad van toezicht is belast met: a.
het goedkeuren van de besluiten, zoals genoemd in artikel 6.3 van deze statuten;
b.
het aanwijzen van een accountant, als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek;
c.
het goedkeuren van een statutenwijziging, zoals genoemd in artikel 15.1 van de statuten;
d.
het goedkeuren van het besluit tot ontbinding van de Stichting, zoals genoemd in artikel 16.1 van de statuten;
e.
het goedkeuren van een juridische fusie en juridische splitsing, zoals — genoemd in artikel 17.1 van de statuten;
f.
het toezien op de naleving door het college van bestuur van wettelijke — verplichtingen.
9.3.
De raad van toezicht legt jaarlijks verantwoording af in het jaarverslag van de — wijze waarop hij het intern toezicht heeft uitgeoefend.
Raad van toezicht: samenstelling, benoeming, schorsing en ontslaq. Artikel 10. 10.1.
Het toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken — in de Stichting is opgedragen aan een raad van toezicht.
10.2.
De raad van toezicht van de Stichting bestaat uit een aantal natuurlijke personen dat gelijk is aan: a.
het aantal leden van de raad van toezicht van Stichting DHS, vermeerderd met
b.
het aantal leden dat op grond van een wettelijke bepaling - waaronder— de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen waarnaar wordt verwezen in artikel 14 - op voordracht wordt ingevuld of waarbij het recht tot benoeming aan een andere partij dan de raad van toezicht — van de Stichting toekomt.
10.3.
De leden van de raad van toezicht van de Stichting worden benoemd door de raad van toezicht van de Stichting, met dien verstande dat alleen leden van de raad van toezicht van Stichting DHS lid kunnen zijn van de raad van toezicht — van de Stichting, tenzij het bepaalde in artikel 10.4 van toepassing is.
10.4.
De in artikel 10.3 genoemde kwaliteitseis voor leden van de raad van toezicht — van de Stichting geldt niet voor zover:
Pels Rijcken & Droogteever Fortu ij n ad vocaten
8/14
en notarissen
a.
een lid van de raad van toezicht van Stichting DHS een benoeming als — lid van de raad van toezicht van de Stichting niet aanvaardt, wordt ontslagen of aftreedt voordat de termijn waarvoor hij is benoemd afloopt, dan wel om een andere reden het aantal leden van de raad van toezicht van de Stichting dat aan de in artikel 10.3 genoemde kwaliteitseis voldoet, daalt onder het aantal leden van de lid van de raad van toezicht van Stichting DHS zonder dat met inachtneming van — de in artikel 10.3 genoemde kwaliteitseis in de vacature kan worden voorzien. De ontheffing van de kwaliteitseis op grond van de vorige volzin geldt voor het aantal leden van de raad van toezicht dat gelijk is— aan het verschil;
b.
een bepaalde plaats in de raad van toezicht van de Stichting op grond — van een wettelijke bepaling -waaronder de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen waarnaar wordt verwezen in artikel 14 - geldt— dat deze plaats op voordracht wordt ingevuld of het recht tot benoeming aan een andere partij dan de raad van toezicht van de Stichting toekomt.
10.5.
Een niet-voltallige raad van toezicht behoudt zijn bevoegdheden. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
10.6.
Leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van vier jaar.
10.7.
Een lid van de raad van toezicht defungeert: a.
door zijn overlijden;
b.
doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld — in de Faillissementswet;
c.
door zijn ondercuratelestelling of indien hij anderszins het vrije beheer— over zijn vermogen verliest;
d.
door zijn aftreden;
e.
door het aanvaarden van een benoeming tot lid van het college van bestuur van de Stichting;
f.
door zijn ontslag, verleend door de raad van toezicht;
g.
door zijn defungeren als lid van de raad van toezicht van Stichting DHS, tenzij hij benoemd is met inachtneming van het bepaalde in artikel 10.4.
10.8.
Leden van de raad van toezicht ontvangen voor de door hen in die hoedanigheid voor de Stichting verrichte werkzaamheden geen beloning,
~ON~NK~~~~~
i
y
p
N 2
á
~ e
Pels Rijcken & Droogteever Fvrtuijn advocaten en notarissen
9/14
eFROEP` ~O
middellijk noch onmiddellijk. Onder beloning wordt niet verstaan een redelijke,— niet bovenmatige vergoeding voor de ten behoeve van de Stichting gemaakte — kosten. Raad van toezicht: werkwijze. Artikel 11. 11.1.
In de vergaderingen van de raad van toezicht heeft ieder lid één stem. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
11.2.
De raad van toezicht kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de volstrekte meerderheid van het aantal leden zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
11.3.
De raad van toezicht stelt nadere regels over zijn taak en werkwijze vast in een reglement.
Boekjaar jaarstukken. Artikel 12. 12.1.
Het boekjaar van de Stichting is het kalenderjaar.
12.2.
Jaarlijks stelt het college van bestuur voor één oktober de ontwerp-begroting— met de daarbij behorende toelichting voor het daaropvolgende kalenderjaar vast. De ontwerp-begroting met de daarbij behorende toelichting moet worden goedgekeurd door de raad van toezicht.
12.3.
Het college van bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de Stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Stichting kunnen worden gekend. Uit de administratie dient tevens duidelijk te blijken: a.
de aard en omvang van de (eventuele) aan de afzonderlijke leden van — het college van bestuur en leden van de raad van toezicht toekomende— onkostenvergoedingen en vacatiegelden;
b.
de aard en omvang van de kosten die door de Stichting zijn gemaakt ten behoeve van het beheer van de Stichting, alsmede de aard en — omvang van de andere uitgaven van de Stichting;
Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn advocaten
10/14
en notarissen
12.4.
c.
de aard en omvang van de inkomsten van de Stichting, en
d.
de aard en omvang van het vermogen van de Stichting.
Het college van bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de Stichting te maken en op papier te stellen. De opgemaakte staat van baten en lasten en de balans en van de Stichting moeten worden goedgekeurd door de raad van toezicht.
12.5.
De raad van toezicht draagt het college van bestuur op de jaarrekening te doen onderzoeken door een door de raad van toezicht aangewezen accountant— als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
12.6.
De staat van baten en lasten wordt ondertekend door ieder lid van het college — van bestuur en ieder lid van de raad van toezicht. Indien de ondertekening van één of meer van hen ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
12.7.
Het college van bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoeldeboeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaar te bewaren.
Vrijwaring en vrijtekening. Artikel 13. 13.1.
De Stichting stelt iedere persoon die, vanwege het feit dat hij lid van het college van bestuur of lid van de raad van toezicht van de Stichting is of was,— als partij betrokken was of is of als een op diens betrokkenheid als partij uitlopende ontwikkeling aannemelijk is bij een op handen zijnde, aanhangige of beëindigde actie of procedure van welke aard dan ook, door of namens de Stichting dan wel door derden ingesteld, schadeloos voor alle nadelige financiële gevolgen, daaronder begrepen kosten en boetes, die hij in— werkelijkheid en redelijkerwijze heeft moeten dragen in verband met een dergelijke actie of procedure, mits hij heeft gehandeld op een wijze die hij redelijkerwijze kon beschouwen in het belang van of niet tegen de belangen van de Stichting en de wet te zijn, en tenzij (en voor zover) het doen van een — beroep op deze regeling in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid.
13.2.
Een schadeloosstelling door de Stichting bedoeld in het vorige lid geschiedt na — een vaststelling dat het lid van het college van bestuur of het lid van de raad — van toezicht voldaan heeft aan de van toepassing zijnde gedragsnorm genoemd in het vorige lid.
Cliëntenraad. Artikel 14.—
~~~\NK~~~~~
s
y
D A ~, ~~
a N z ~~P
Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn advocaten en notrarissen
11/14
eFRoeP`' °
De Stichting zal, met inachtneming van de relevante wettelijke bepalingen, een cliëntenraad instellen als bedoeld in artikel 2 van de Wet medezeggenschap cliënten — zorginstellingen. De cliëntenraad wordt door de raad van toezicht in de gelegenheid gesteld om voor één zetel in de raad van toezicht een bindende voordracht te doen op— grond van het aan de cliëntenraad toekomende voordrachtsrecht als bedoeld in artikel7, tweede lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Statutenwijziging. Artikel 15. 15.1.
Het college van bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. Het besluit tot statutenwijziging is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht.
15.2.
Het besluit van het college van bestuur tot statutenwijziging wordt genomen in een voltallige vergadering van het college van bestuur. Is de vergadering van het college van bestuur, waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde — is, niet voltallig dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te — houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering. In de alsdan vastgestelde vergadering kan een besluit worden genomen ongeacht het aantal aanwezigen.
15.3.
Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging— zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
15.4.
Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte— is opgemaakt. Elk lid van het college van bestuur is bevoegd deze akte te doen verlijden.
15.5.
Het college van bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen op— het kantoor van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.
Ontbinding en vereffening. Artikel 16. 16.1.
Het college van bestuur is bevoegd de Stichting te ontbinden. Het besluit tot — ontbinding is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van — toezicht. Het bepaalde in artikel 15.2 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van het college van bestuur tot ontbinding van de Stichting.
16.2.
Tenzij de raad van toezicht anders besluit, is het college van bestuur met de — vereffening belast.
Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn advocaten
12/14
en notarissen
16.3.
De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het op het kantoor van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister.
16.4.
Bij het besluit tot ontbinding wordt, als onderdeel hiervan, de bestemming van— het overschot na vereffening vastgesteld. De bestemming is zoveel mogelijk in— overeenstemming met het doel van de Stichting, met dien verstande dat het — overschot besteed wordt aan: a.
een algemeen nut beogende instelling, als bedoeld in artikel 5b van de— Algemene wet inzake rijksbelastingen of een daarvoor in de plaats tredende bepaling, met een soortgelijke doelstelling, of
b.
een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft.
Tevens wordt bij het besluit tot ontbinding een bewaarder voor de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden Stichting aangewezen. 16.5.
Na de ontbinding blijft de Stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de Stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
16.6.
Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden Stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven in het in artikel 16.3 vermelde register.
Juridische fusie en juridische splitsing. Artikel 17. 17.1.
Het college van bestuur is bevoegd te besluiten tot juridische fusie en juridische splitsing van de Stichting. Een dergelijk besluit is onderworpen aan— de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht.
17.2.
Het bepaalde in artikel 15.2 is van overeenkomstige toepassing op besluiten van het college van bestuur tot fusie en splitsing.
Slotbepalingen. Artikel 18. 18.1.
In alle gevallen waarin de bepalingen van deze statuten in strijd blijken te zijn — met de wet, prevaleert de wet.
18.2.
In alle gevallen de Stichting betreffende waarin deze statuten niet voorzien,
~o~~.~~, ó 3~~~~ ~= N D ~~~~%1 pm ~~~ I z i~ ~~ Q `é~` ome" ~ROEPS
Pels Rijcken &Droogteever Fortu ij n advocaten en notarissen
13/14
beslist de raad van toezicht. EINDE STATUTEN. Slotverklaring. Ten slotte heeft de comparant, handelend als vermeld, verklaard dat bij deze oprichting worden benoemd tot: a.
bestuurders van de stichting in de achter hun naam vermelde functie: 1.
de heer Wilhelm Hendricks, wonende te (2151 GT) Nieuw-Vennep, Beethovenlaan 18, geboren te Haarlem op zestien september negentienhonderdzestig: voorzitter college van bestuur;
2.
de heer Joannes Diever Henricus Maria Willenborg, wonende te 2725 BC) Zoetermeer, Kadelaan 79, geboren te Amsterdam op dertig— mei negentienhonderdzesenvijftig: lid college van bestuur;
b.
leden van de raad van toezicht van de stichting in de achter hun naam vermelde functie: 1.
de heer Nicolaas Philippus Geelkerken, wonende te (2317 GM) Leiden, — Koggewal 4, geboren te Leiden op zestien april negentienhonderdzesenvijftig: voorzitter raad van toezicht;
2.
mevrouw Clara Johanna Kloosterman-Taal, wonende te (2596 SC) 's-Gravenhalte, Sonderdankstraat 43, geboren te 's-Gravenhalte op drieëntwintig augustus negentienhonderdvijftig: plaatsvervangend voorzitter raad van toezicht;
3.
de heer Arne Fokko Westerhof, wonende te (2561 AT)'s-Gravenhalte, — Columbusstraat 172, geboren te Rijswijk op zeven april negentienhonderdvierenzestig: lid raad van toezicht;
4.
mevrouw Eugenie Désiré Cornelia Maria Lambrechts, wonende te (2513 CL)'s-Gravenhalte, Toussaintkade 48, geboren te Uden op veertien — mei negentienhonderdvijfenvijftig: lid raad van toezicht;
5.
de heer Maarten Schoon, wonende te (2548 TB)'s-Gravenhalte, Waterlandsingel 186, geboren te 's-Gravenhalte op negenentwintig maart negentienhonderdzestig: lid raad van toezicht.
Slot akte. De comparant is mij, notaris, bekend. WAARVAN AKTE in minuut is verleden te 's-Gravenhalte op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte aan de comparant en het geven— van een toelichting daarop, heeft de comparant verklaard tijdig voor het verlijden van — deze akte gelegenheid te hebben gehad om van de inhoud van deze akte kennis te
Pels Rijcken & Droogteever Fortuijn radvocaten
14/14
en notarissen
nemen en daarvan ook kennis te hebben genomen, met de inhoud van deze akte in te— stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Onmiddellijk na voorlezing van in elk geval die gedeelten van deze akte, waarvan de wet voorlezing verplicht stelt, is deze akte vervolgens eerst door de comparant en — onmiddellijk daarna door mij, notaris, ondertekend. Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT