Besluit van ……. 2005, houdende wijziging van het Pachtnormenbesluit 1995 in verband met periodieke aanpassing normen 2005
WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJENASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van …… 2005, No. TRCJZ/2005/…., Directie Juridische Zaken; Gelet op artikel 3 van de Pachtwet; De Raad van State gehoord (advies van, No………); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van ….. 2005, No. TRCJZ/2005/………, Directie Juridische Zaken; HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: ARTIKEL I Het Pachtnormenbesluit 1995 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste tot en met vierde lid wordt het bedrag “€ 56,72” telkens vervangen door “€ 31,90” en wordt “15%” telkens vervangen door “10%”. 2. In het eerste tot en met derde lid wordt het jaartal “2001” telkens vervangen door: 2005. B Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt het jaartal “2001” vervangen door “2005” en wordt “16.5%” vervangen door “8%”. 2. De tabel in het vierde lid wordt vervangen door:
2
Aard van het bedrijf
Grootte klasse in ha
Doelmatigheid zeer goed
voldoende
Slecht
Veeteelt en gemengde bedrijven
tot 15 15 – 25 25 – 35 35 – 45
€ € € €
417,351,308,257,-
€ € € €
226,197,168,157,-
€ € € €
63,49,46,46,-
Akkerbouwbedrijven
tot 15 15 – 25 25 – 35 35 – 45
€ € € €
348,320,280,237,-
€ € € €
203,180,160,120,-
€ € € €
51,49,46,46,-
C In artikel 5, eerste lid, wordt het jaartal “2001” vervangen door: 2005. D In artikel 6 wordt de zinsnede “, waarbij per punt een bedrag van € 3,02 per maand wordt berekend” vervangen door: , en bedraagt de prijs zoals die in bijlage III voor het desbetreffende aantal punten is vastgesteld. E Bijlage I wordt vervangen door bijlage 1 bij dit besluit. F In bijlage II vervalt onder onderdeel 11 de zinsnede “veroudering m max. 25 pt”, alsmede onderdeel m van de voetnoten in deze bijlage. G Toegevoegd wordt een bijlage III overeenkomstig bijlage 2 bij dit besluit. ARTIKEL II Dit besluit treedt in werking met ingang van 31 oktober 2005. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
dr. C.P. Veerman
3
Bijlage 1 BIJLAGE I Tabel 1. Regionale normen in euro’s per jaar voor grasland, bouwland en fruitteeltgrond Regio nr. 1
Naam Bouwhoek en Hogeland, bestaande uit de gemeenten
Norm in euro € 715,(*)
:
De Marne Dongeradeel Eemsmond Ferwerderadiel Franekeradeel Harlingen het Bildt Kollumerland en Nieuwkruisland Leeuwarderadeel Loppersum Menaldumadeel 2
Veenkoloniën en Oldambt, bestaande uit de gemeenten:
€ 574,-
Aa en Hunze Appingedam Assen Bellingwedde Borger-Odoorn Coevorden Delfzijl Emmen Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Menterwolde Midden-Drenthe Pekela Reiderland Scheemda Slochteren Stadskanaal Tynaarlo Veendam Vlagtwedde Winschoten 3
(*)
Noordelijk weidegebied, bestaande uit de gemeenten:
€ 628,-
Als grondgebied van de gemeenten wordt aangemerkt het grondgebied, zoals begrensd op 1 januari 2004.
4
Regio nr.
Naam Achtkarspelen Ameland Bedum Boarnsterhim Bolsward Dantumadeel De Wolden Gaasterlân-Sleat Groningen Grootegast Haren Heerenveen Leek Leeuwarden Lemsterland Littenseradiel Marum Meppel Nijefurd Noordenveld Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Skarsterlân Smallingerland Sneek Ten Boer Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Westerveld Weststellingwerf Winsum Wûnseradiel Wymbritseradiel Zuidhorn
4
Weidegebied Overijssel, bestaande uit de gemeenten:
Norm in euro
€ 743,-
Dalfsen Kampen Staphorst Steenwijk Zwartewaterland Zwolle 5
Oostelijk veehouderijgebied, bestaande uit de gemeenten: Aalten Almelo
€ 932,-
5
Regio nr.
Naam
Berkelland Beuningen Borne Bronckhorst Brummen Deventer Dinkelland Doesburg Doetinchem Druten Duiven Enschede
Groenlo-Lichtenvoorde Groesbeek Haaksbergen Hellendoorn Hengelo (O) Heumen Hof van Twente
Lochem Losser Millingen aan de Rijn Montferland Oldenzaal Olst-Wijhe Oude IJsselstreek Raalte Rheden Rijnwaarden Rijssen
Tubbergen Twenterand Ubbergen Voorst
Norm in euro
6
Regio nr.
Naam West Maas en Waal Westervoort Wierden Wijchen Winterswijk
Norm in euro
Zevenaar Zutphen 6
Noordoost Overijssel, bestaande uit de gemeenten:
€ 704,-
Hardenberg Ommen 7
Centraal veehouderijgebied, bestaande uit de gemeenten:
€ 1.109,-
Amerongen Apeldoorn Barneveld Ede Elburg Epe Ermelo Harderwijk Hattem Heerde Leusden Maarn Nijkerk Nunspeet Oldebroek Putten Renswoude Rhenen Scherpenzeel Veenendaal Woudenberg 8
IJselmeerpolders, bestaande uit de gemeenten: Almere Dronten Lelystad Noordoostpolder Urk Wieringen Wieringermeer Zeewolde
€ 1.083,-
7
Regio nr.
Naam
9
Westelijk Noord-Holland, bestaande uit de gemeenten:
Norm in euro € 885,-
Aalsmeer Alkmaar Amstelveen Amsterdam Andijk Anna Paulowna Bennebroek Bergen (NH) Beverwijk Bloemendaal Castricum Den Helder Drechterland Enkhuizen Haarlem Haarlemmermeer Harenkarspel Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo Hoorn Langedijk Medemblik Niedorp Noorder Koggenland Obdam Opmeer Schagen Stede Broec Texel Uithoorn Velsen Venhuizen Wervershoof Wester-Koggenland Wognum Zandvoort Zijpe 10
Westelijk Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten: Albrandswaard Alkemade Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs
€ 1.089,-
8
Regio nr.
Naam Bleiswijk Boskoop Capelle aan den IJssel Delft Hendrik-Ido-Ambacht Hillegom Jacobswoude Katwijk Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Liemeer Lisse Maassluis Midden-Delfland Nieuwerkerk aan den IJssel Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Pijnacker-Nootdorp Ridderkerk Rijnsburg Rijnwoude Rijswijk Rotterdam Rozenburg Sassenheim Schiedam 's-Gravenhage Ter Aar Valkenburg Vlaardingen Voorhout Voorschoten Waddinxveen Warmond Wassenaar Westland Zevenhuizen-Moerkapelle Zoetermeer Zoeterwoude Zwijndrecht
11
Waterland en droogmakerijen, bestaande uit de gemeenten: Beemster Edam-Volendam Graft-De Rijp Haarlemmerliede en Spaarnwoude Landsmeer Oostzaan
Norm in euro
€ 682,-
9
Regio nr.
Naam Purmerend Schermer Uitgeest Waterland Wormerland Zaanstad Zeevang
12
Hollands/Utrechts weidegebied, bestaande uit de gemeenten Abcoude Alblasserdam Alphen aan den Rijn Amersfoort Baarn Bergambacht Blaricum Bodegraven Breukelen Bunschoten Bussum De Ronde Venen Diemen Eemnes Giessenlanden Gorinchem Gouda Graafstroom Hardinxveld-Giessendam Hilversum Huizen IJsselstein Krimpen aan den IJssel Laren Leerdam Liesveld Loenen Lopik Montfoort Moordrecht Muiden Naarden Nederlek Nieuwegein Nieuwkoop Nieuw-Lekkerland Ouder-Amstel Ouderkerk Oudewater Papendrecht Reeuwijk
Norm in euro
€ 895,-
10
Regio nr.
Naam Schoonhoven Sliedrecht Soest Vianen Vlist Weesp Wijdemeren (NH) Woerden Zederik
13
Rivierengebied, bestaande uit de gemeenten:
Norm in euro
€ 1.074,-
Aalburg Arnhem Bunnik Buren Culemborg De Bilt Doorn Driebergen-Rijsenburg Geldermalsen Heusden Houten Leersum Lingewaal Lingewaard Maarssen Maasdriel Neder-Betuwe Neerijnen Nijmegen Overbetuwe Renkum Rozendaal 's-Hertogenbosch Tiel Utrecht Vught Wageningen Wijk bij Duurstede Woudrichem Zaltbommel Zeist 14
Zuidwestelijk akkerbouwgebied in Zeeland, bestaande uit de gemeenten: Borsele Goes Hulst Kapelle
€ 727,-
11
Regio nr.
Naam Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen
15
Zuidwestelijk akkerbouwgebied in Zuid-Holland en Noord-Brabant, bestaande uit de gemeenten:
Norm in euro
€ 936,-
Bernisse Binnenmaas Brielle Cromstrijen Dirksland Dordrecht Goedereede Hellevoetsluis Korendijk Middelharnis Moerdijk Oostflakkee Oud-Beijerland 's-Gravendeel Spijkenisse Steenbergen Strijen Werkendam Westvoorne 16
Zuidwest Brabant, bestaande uit de gemeenten:
€ 917,-
Bergen op Zoom Breda Etten-Leur Halderberge Roosendaal Rucphen Woensdrecht Zundert 17
Zuidelijk veehouderijgebied, bestaande uit de gemeenten: Alphen-Chaam Asten Baarle-Nassau
€ 972,-
12
Regio nr.
Naam Bergeijk Bernheze Best Bladel Boekel Boxmeer Boxtel Cranendonck Cuijk Deurne Dongen Drimmelen Eersel Eindhoven Geertruidenberg Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Gilze en Rijen Goirle Grave Haaren Heeze-Leende Helmond Hilvarenbeek Laarbeek Landerd Lith Loon op Zand Maasdonk Mill en Sint Hubert Nuenen, Gerwen en Nederwetten Oirschot Oisterwijk Oosterhout Oss Reusel-De Mierden Schijndel Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Someren Son en Breugel Tilburg Uden Valkenswaard Veghel Veldhoven Waalre Waalwijk
18
Noord-Limburg, bestaande uit de gemeenten:
Norm in euro
€ 759,-
13
Regio nr.
Naam
Norm in euro
Ambt Montfort Arcen en Velden Beesel Bergen (L) Echt-Susteren Gennep Haelen Heel Helden Heythuysen Horst aan de Maas Hunsel Kessel Maasbracht Maasbree Meerlo-Wanssum Meijel Mook en Middelaar Nederweert Roerdalen Roermond Roggel en Neer Sevenum Swalmen Thorn Venlo Venray Weert 19
Zuid-Limburg, bestaande uit de gemeenten: Beek Brunssum Eijsden Gulpen-Wittem Heerlen Kerkrade Landgraaf Maastricht Margraten Meerssen Nuth Onderbanken Schinnen Simpelveld Sittard-Geleen Stein Vaals Valkenburg aan de Geul Voerendaal
€ 1.000,-
14
Regio nr.
Naam
Norm in euro
Tabel 2. Regionale norm in euro’s per hectare per jaar voor tuinland
Regio-nr.
Naam
Norm in euro’s
I.
Westelijk Holland, bestaande uit de pachtregio’s 9 en 10 in tabel 1
€ 3.156,-
II.
Zuidwest Brabant en Zuidelijk veehouderijgebied, bestaande uit de pachtregio’s 16, 17 en 18 in tabel 1
€ 1.434,-
III.
Overig Nederland, bestaande uit de pachtregio’s 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 11, 12, 13, 14 , 15 en 19 in tabel 1
€ 1.183,-
15
bijlage 2 BIJLAGE III Maximale pachtprijzen voor agrarische woningen bedragen in euro's per maand aantal punten
bedrag
aantal punten
bedrag
aantal punten
bedrag
aantal punten
bedrag
aantal punten
bedrag
40 41
147,81 151,50
82 83
283,78 307,87
124 125
475,56 479,65
166 167
647,33 651,43
208 209
819,11 823,20
42 43 44
155,20 158,89 162,58
84 85 86
311,96 316,05 320,14
126 127 128
483,74 487,83 491,92
168 169 170
655,51 659,61 663,69
210 211 212
827,29 831,38 835,47
45 46 47
166,28 169,98 173,67
87 88 89
324,23 328,32 332,41
129 130 131
496,01 500,10 504,19
171 172 173
667,79 671,87 675,97
213 214 215
839,56 843,65 847,74
48 49 50
177,37 181,06 184,75
90 91 92
336,50 340,59 344,68
132 133 134
508,28 512,37 516,46
174 175 176
680,05 684,15 688,23
216 217 218
851,83 855,92 860,01
51 52 53
188,45 192,15 195,84
93 94 95
348,77 352,86 356,95
135 136 137
520,55 524,63 528,73
177 178 179
692,33 696,41 700,51
219 220 221
864,10 868,19 872,28
54 55 56
199,54 203,23 206,93
96 97 98
361,04 365,13 369,22
138 139 140
532,81 536,91 540,99
180 181 182
704,59 708,69 712,77
222 223 224
876,37 880,46 884,55
57 58 59
210,62 214,32 218,01
99 100 101
373,31 377,40 381,49
141 142 143
545,09 549,17 553,27
183 184 185
716,87 720,95 725,05
225 226 227
888,64 892,73 896,82
60 61 62
221,71 225,40 229,09
102 103 104
385,58 389,67 393,76
144 145 146
557,35 561,45 565,53
186 187 188
729,13 733,23 737,31
228 229 230
900,91 905,00 909,09
63 64 65
232,79 236,48 240,18
105 106 107
397,85 401,94 406,03
147 148 149
569,63 573,71 577,81
189 190 191
741,41 745,49 749,58
231 232 233
913,18 917,27 921,36
66 67 68
243,88 247,57 251,26
108 109 110
410,12 414,21 418,30
150 151 152
581,89 585,99 590,07
192 193 194
753,67 757,76 761,85
234 235 236
925,45 929,54 933,63
69 70 71
254,96 258,65 262,35
111 112 113
422,39 426,48 430,57
153 154 155
594,17 598,25 602,35
195 196 197
765,94 770,03 774,12
237 238 239
937,72 941,81 945,90
72 73 74
266,05 269,74 273,43
114 115 116
434,66 438,75 442,84
156 157 158
606,43 610,53 614,61
198 199 200
778,21 782,30 786,39
240 241 242
949,99 954,08 958,17
75 76 77
277,13 280,82 284,52
117 118 119
446,93 451,02 455,11
159 160 161
618,71 622,79 626,89
201 202 203
790,48 794,57 798,66
243 244 245
962,26 966,35 970,44
78 79 80
288,22 291,91 295,60
120 121 122
459,20 463,29 467,38
162 163 164
630,97 635,06 639,15
204 205 206
802,75 806,84 810,93
246 247 248
974,53 978,61 982,71
16
81
299,69
123
471,47
165
643,24
207
815,02
249 250
986,79 990,89
De maximale pachtprijs behorende bij meer dan 250 punten is het bedrag dat wordt verkregen door € 4,10 (dat bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen, genoemd bij 250 en 249 punten) te vermenigvuldigen met het aantal punten van de woonruimte verminderd met 250, en bij de verkregen uitkomst € 990,89 (dat bedrag komt overeen met het bedrag genoemd bij 250 punten) op te tellen.
1
NOTA VAN TOELICHTING
1. Inleiding Bij de totstandkoming van het Pachtnormenbesluit 1995 is afgesproken driejaarlijks de pachtnormen te herzien. De pachtnormen bevatten binnen de systematiek van de bestaande Pachtwet de maximaal toelaatbare pachtprijzen voor reguliere pacht. Dit bestaande gebruik volgend zou de herziening hebben moeten plaatsvinden per 31 oktober 2004. Op 8 september 2004 heeft de Vaste Kamercommissie voor LNV met ondergetekende overleg gevoerd over deze herziening. Op basis van de bedenkingen die de Commissie bij die gelegenheid over het voorstel uitte, heb ik besloten de voorgenomen herziening met één jaar op te schorten. Per brief van 30 september 2004 (Kamerstuk 2004-2005, 27924, nr. 22) heb ik de Tweede Kamer over dit besluit geïnformeerd. Daarbij heb ik tevens aangegeven dat, afhankelijk van de voortgang van het wetsvoorstel nieuw pachtrecht, bezien zou worden of verhoging van de pachtnormen, conform het voorstel, alsnog zal plaatsvinden. In mijn brief van 29 april 2005 heb ik de Tweede Kamer, mede namens de Minister van Justitie, geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de voortgang van het nieuwe pachtrecht (Kamerstuk 2004-2005, 27924, nr. 25). In deze stand van zaken zie ik aanleiding over te gaan tot wijziging van het Pachtnormenbesluit 1995. Het voorstel dat in 2004 met de Tweede Kamer is besproken ging uit van een verhoging van 15%, met een maximum van € 47,85 per hectare voor los land. Hiertegen bestond in de Tweede Kamer een ernstig bezwaar. Gelet op dit bezwaar vanuit de Tweede Kamer, de huidige stand van zaken omtrent de vernieuwing van de pachtwetgeving, de redelijke verwachting van verpachters op een, zij het uitgestelde, verhoging en rekeninghoudend met de bedrijfsuitkomsten van pachters, wordt thans een verhoging voorgesteld ter hoogte van 10%, met een daaruit voortvloeiend maximum van € 31,90 per hectare per jaar.
2. Los land De systematiek voor de bepaling van de pachtprijs voor los land bestaat uit een drietal elementen. Ten eerste wordt een percentage vastgesteld waarmee de geldende pachtprijs in een bestaande pachtovereenkomst van rechtswege wordt verhoogd of verlaagd. De toepassing van dit percentage wordt, om extreme wijzigingen te voorkomen, in zoverre begrensd dat dit niet leidt tot een verhoging of verlaging die een eveneens in het Pachtnormenbesluit te bepalen bedrag overschrijdt. Ten derde worden in het Pachtnormenbesluit regionaal bepaalde pachtnormen opgenomen. Deze regionale pachtnormen vormen de absolute bovengrens, die door de toepassing van de percentages en maximumbedragen, die op de periodieke aanpassing van de pachtprijs van toepassing zijn, niet mag worden overschreden. Tot 2001 was het streven erop gericht het percentage en het maximumbedrag waarmee de pachtprijs van rechtswege wordt verhoogd dan wel verlaagd zodanig vast te stellen dat gefaseerd
2
een netto rendement voor de pachter zou worden bereikt van 2% van de vrije verkeerswaarde in onverpachte staat. Door de grondprijsontwikkelingen is deze lijn in 2001 verlaten en gekozen voor een aanpassing die voor zowel pachter als verpachter redelijk is en die gelet op de ontwikkelingen op de grondmarkt in de lijn der verwachting ligt. Het percentage is (met uitzondering van 1998, toen het 20% bedroeg), sinds 1995 steeds op 15% gesteld. Voor de wijziging voor 2004 is deze lijn voortzettend eveneens een percentage van 15% voorgesteld, doch in de Kamer bestonden ten algemene ernstige bezwaren tegen een verhoging. Om tenminste te voorzien in de redelijke belangen van de pachter en verpachter is in het onderhavige besluit een percentage van 10% opgenomen, met een maximum van € 31,90 per hectare. Dit percentage is gebaseerd op de algemene stijging van het prijspeil, gebaseerd op de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek over de periode mei 2001 (peil ten tijde van de besluitvorming omtrent de in de vorige wijziging van het Pachtnormenbesluit opgenomen tarieven) tot mei 2005, alsmede op de overweging dat enig netto-rendement voor de verpachter in de rede ligt. Voor de regionale pachtnormen heeft het Landbouw Economisch Instituut op basis van de grondprijsontwikkelingen in de periode 1 juli 2000 t/m 30 juni 2003 nieuwe normen berekend; deze berekeningen zijn de basis voor de voorgestelde regionale pachtnormen, opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit. Landelijk komt de voorgestelde norm gemiddeld uit op € 821 per hectare per jaar, oftewel € 132 (24%) hoger dan in 2001.
3. Agrarische bedrijfsgebouwen Ook voor agrarische bedrijfsgebouwen wordt voorgesteld de pachtprijs te verhogen met de algemene stijging van het prijspeil, zoals door het CBS berekend op 8%. Tot de wijziging van het Pachtnormenbesluit in 2001 was de stijging van de maximale pachtprijs voor agrarische bedrijfsgebouwen gekoppeld aan de stijging van de huurprijzen van bedrijfsgebouwen overeenkomstig de Huurwet. Die betrof telkens 5,5% per jaar. Per 1 augustus 2003 is de Huurwet echter komen te vervallen. De huurprijzen voor bedrijfsgebouwen zijn daarmee volledig geliberaliseerd. Ontwikkelingen in de gerealiseerde huurprijzen van bedrijfsgebouwen zijn geen onderwerp van systematische monitoring of van statistieken. Voor zover cijfers beschikbaar zijn lijken de kosten van bedrijfsgebouwen alsook huurprijzen van bedrijfsruimten de afgelopen jaren vrijwel gelijk gebleven te zijn, mogelijk als gevolg van een wat lagere economische groei in deze periode. In dit licht is ervoor gekozen om de pachtprijs voor agrarische bedrijfsgebouwen slechts voor de stijging van het prijspeil te corrigeren.
4. Agrarische woningen Voor de bepaling van de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor agrarische woningen is het bestaande systeem van het agrarisch puntenstelsel gehandhaafd. Overeenkomstig het advies van de Commissie voor het grond- en pachtprijspeil uit 1994, waarop de invoering per 1995 van het puntenstelsel is gebaseerd, wordt met de thans voorgestelde verhoging aansluiting bereikt bij de huurprijzen overeenkomstig het puntenstelsel voor niet-agrarische woningen, met dien verstande dat daarop een aftrek van € 0,34 per punt plaatsvindt vanwege het agrarisch gebruik van de woning. In het puntenstelsel voor de niet-agrarische woningen is recentelijk evenwel een tweetal veranderingen aangebracht. Ten eerste wordt voor de bepaling van de maximaal toelaatbare huurprijs geen prijs per punt meer vastgesteld, maar uitsluitend nog geïndexeerde maximale huurprijsgrenzen, welke uiteraard wel gerelateerd zijn aan het aantal punten dat de woning in kwestie vertegenwoordigt. Ten tweede is de puntenaftrek voor veroudering geschrapt.
3
Omdat materieel het verschil in uitkomsten tussen beide systemen niet wezenlijk verschilt en om te voorkomen dat onnodig twee verschillende systemen naast elkaar komen te staan, wordt voorgesteld om de veranderingen in het stelsel voor niet-agrarische woningen ook in het Pachtnormenbesluit door te voeren. Dat betekent dat aan het puntenstelsel een tabel met maximale pachtgrenzen is gekoppeld en dat de verouderingsaftrek uit het puntenstelsel is geschrapt.
5. Reacties van organisaties van pachters en verpachters Op 8 juni 2005 zijn de diverse pachters- en verpachtersorganisaties op ambtelijk niveau geraadpleegd over de door te voeren wijzigingen in het Pachtnormenbesluit 1995. Opgemerkt zij dat de voorstellen die zijn voorgelegd aan deze organisaties gelijk luidend waren aan hetgeen thans in het besluit is neergelegd, met dien verstande dat voor los land een verhoging van 8% werd voorgesteld. Ten aanzien van de voorstelle n met betrekking tot agrarische woningen bestonden geen bedenkingen bij de geraadpleegde organisaties. Ten aanzien van de voorstellen met betrekking tot agrarische bedrijfsgebouwen hebben LTO Nederland (verder: LTO), de Bond van Landpachters en Eigen-grondgebruikers in Nederland (verder: BLHB) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) aangegeven dat zij zich niet met de voorgestelde verhoging kunnen verenigen gelet op de toenemende veroudering en ondoelmatigheid van de gebouwen. De Federatie Particulier Grondbezit (verder: Federatie) vindt de voorgestelde verhoging te laag. Over de bezwaren van LTO en BLHB kan overigens worden opgemerkt dat de voorgestelde verhoging geldt bij een gelijkblijvende doelmatigheid van het desbetreffende gebouw. In situaties waarin de doelmatigheid is verslechterd, kan de grondkamer altijd op verzoek van een der partijen de hoogst toelaatbare pachtprijs vaststellen, die alsdan lager uit kan komen dan de voorgestelde verhoging. Een teruglopende doelmatigheid is dan ook op zich geen reden om een geringere verhoging in het Pachtnormenbesluit vast te stellen. Tot aan de laatste wijziging van het Pachtnormenbesluit in 2001 zijn de jaarlijkse verhogingen (5,5%) voor de huur van gebouwen, zoals vastgesteld in de Huurwet, gevolgd: derhalve in 1995, in 1998, in 2001 met steeds 16,5%, zijnde in totaal met 49,5%. De stijging nu in 2005 beperkt zich tot alleen een stijging van algemene kosten. Er is voor de landbouwsector daarom geen sprake van een onredelijke stijging. Ten aanzien van de voorstellen voor los land merken LTO, de BHLB en het (NAJK) op dat gelet op de bedrijfsresultaten in de landbouw van de afgelopen jaren en de verwachtingen voor de komende jaren de voorstellen met betrekking tot de pachtprijs voor los land niet redelijk zijn. LTO mist een verband tussen de pachtprijs en de agrarische opbrengstwaarde van de grond. LTO wijst er daarbij ook op dat de grondprijzen in de afgelopen jaren gedaald zijn. De Federatie vindt een verhoging van 8% te laag. Zij pleiten er bovendien voor dat het maximum aan de prijsstijging per hectare geheel wordt geschrapt. Het maximumbedrag per hectare is onderdeel van systematiek te voorkomen dat pachters met uitzonderlijk hoge pachtprijzen kunnen worden geconfronteerd, maar zorgt er volgens hen juist voor dat goede gronden te goedkoop en slechte gronden te duur blijven. De ingekomen reacties zijn aanleiding geweest om de voorstellen met betrekking tot los land iets te wijzigen. Gelet op de redelijke rendementsverwachting van verpachters ligt bij nader inzien een verhoging van de pachtnorm, die enig netto-rendement oplevert voor de verpachter, in de rede en wordt thans voorgesteld de pachtnorm voor los land met 10% te verhogen. Een verhoging van 8% als oorspronkelijk voorgesteld zou een dergelijk rendement niet realiseren, aangezien deze louter op
4
compensatie van de algemene stijging van het prijspeil zou neerkomen. Deze verhoging wordt voorgesteld onder handhaving van een maximumbedrag voor de stijging, ter bescherming van de pachter tegen al te grote pachtprijsstijgingen. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
dr. C.P. Veerman