Deken der Orde van Advocaten in het arrondissement Roermond mr. A.F.Th.M. Heutink
Postbus 107 6590 AC Gennep Spoorstraal l22 6591 GW Gennep
tel. 0485-513943 fax 0485-541407 deken-roermond@q hadvocaten.
De heer J.J.E. Dulfer 6,,Les Marchais" St. Pierre à Champ F-79290 CERSAY France
Gennep, 3 mei 2012
Dossier : 2012-019-K lnzake : Klachtdossier Deken Maastricht mr. E.H.M.H. Prickartz / J.J.E. Dulfer Uw ref. :
Geachte heer Dulfer,
Op 17 februari 2012 ontving ik van de Raad van Discipline het verzoek om uw klacht tegen mr. E.H.M.H. Prickartz, Deken van de orde van Advocaten in Maastricht, te ondezoeken en af te handelen op de wijze als in de artikelen 46c, 46d en 46e van de advocatenwet omschreven.
op 28 februari 2012 heeft u uw klacht nader gespecificeerd en wel als volgt. U bent van mening dat mr. Prickartz ongestoord de volgende wetten en regels heeft laten overtreden onder het motto dat de advocaat nu eenmaal een grote vrijheid geniet in het behartigen van de belangen van zijn cliënten. Deze vrijheid is echter wel beperkt binnen de advocatenwet en de eed van toelaten en het is aan mr. Prickartz te venruijten dat hij een advocaat binnen zijn arrondissement de wetten en regels aanzijn laars kan laten lappen. Vervolgens gaat u inhoudelijk in op zaken waarbij in de onderliggende stukken gelogen zou zijn.ln uw klacht verwijst u naar een aantal gedragsregels die in de procedure geschonden zouden zijn, met name; dat de advocaat zich in woord en geschrift niet onnodig grievend dient uit te laten, dat de advocaat zich dient te onthouden van het, verstrekken van feitelijke gegevens waarvan hij weet dat die niet juist zijn;
-
-
AA000l17.dok
r
-
dat de advocaat voor ogen dient te houden dat een regeling in der minne de voorkeur verdient boven een proces; dat de advocaat de volle verantwoorderijkheid draagt voor de behandeling van de zaak en zich niet aan deze verantwoordelijkheid kan onttrekken middels het doen van een beroep op de van zijn cliënt verkregen opdracht; kortom, uit de door u overgelegde brief van 2B-02-2e12 leid ik zonder het inhoudelijke onderliggende dossier te kennen - af dat u bij de Deken van de Orde van Advocaten in Maastricht klaagt over de advocaat van de wederpartij, mr. Beulen.
-
-
Op 12 maart 2012 reageert mr. Prickartz op uw klacht, waarín hij aangeeft dat uw klacht inhoudt dat u van mening bent dat mr. prickartz mr. Beulen de afgelopen jaren de hand boven het hoofd zou hebben gehouden. Mr. Prickartz bestrijdt mr. Beulen de hand boven het hoofd te hebben gehouden en geeft aan dat hij in beide klachten heeft geoordeeld op basis van de critería die gelden wanneer een klacht wordt ingediend tegen een advocaat die optreedt voor een wederpartij en dat hij daarbij heeft geconcludeerd dat mr. Beulen is gebleven binnen de vrijheid die hem toekomt. Mr. Prickartz geeft aan de instructie van beide klachten zorgvuldig ter hand te hebben genomen. Er is ook een mondelinge behandeling geweest en u heeft na afloop daarvan de Deken verzocht de zaak aan de Raad van Discipline voor te leggen. Op 9 april 2Q12 reageert u op het antwoord van mr. Prickartz. ln het verueer gaat u inhoudelijk in op het ondezoek zoals dat door mr. Prickartz is verricht en geeft u aan waarom u van oordeel bent dat het besluit van mr. Prickartz onjuist is,
Naar aanleiding van uw reactie heb ik u uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van 7 mei 2012 om uw klacht nader toe te lichten dan wel om u nadere informatie te verstrekken met betrekking tot de bevoegdheden van m'rj als Deken en welk onderdeel van het ondezoek ik wel in behandeling kan nemen. Bij e-mail d.d.21 april2012 heeft u laten weten - gelet op de afstand niet te verschijnen, waarvoor ik uiteraard begrip heb, hetgeen mij thans brengt tot het Dekenstandpunt.
Uit het dossier bl'tjkt mij dat u in de onderliggende zaak klaagt over de advocaat van de De Raad van Discipline heeft voor klachten over het optreden van de advocaat wederpartij vastgesteld dat er een aantal algemene toetsingscriteria zijn, te weten: 1. Dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt; 2. Dat die vrijheid onder meer kan worden ingeperkt indien feiten worden geponeerd waarvan hij weet of redelijkenrvijs kan weten dat deze in strijd zijn met de waarheid; 3. lndien de advocaat anderszins bij de behartiging van'de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.
AA000l l7.dok
Dit ztln de toetsingscriteria die de Raad voor Discipline hanteert bij klachten over
een advocaat van de wederpartij.
De taak van de Deken is uw klacht te ondezoeken. Mr. Prickartz als Deken heeft uw klacht geïnstrueerd door uw klaagschrift ter beantwoording in het kader van hoor en wederhoor aan mr. Beulen voor te leggen. lndien de aard van de zaak en de reactie het strikt noodzakelijk maakt kan de Deken een zogenaamde tweede schriftelijke ronde inpassen, waarbij u als klager mag reageren op stellingen van mr. Beulen waarna mr Beulen een laatste reactie mag geven. Deze tweede schriftelijke ronde is overigens geheel ter beoordeling aan de Deken. Deze procedure is de gebruikelijke gang van zaken. Mocht de klacht daartoe aanleiding geven, kan de Deken bezien of de zaak geschikt kan worden dan wel of de zaak door bemiddeling van de Deken alsnog kan worden opgelost. Als dat niet mogelijk is, geeft de Deken zijn advies in de zaak en dat kan dan betekenen dat de Deken van oordeel kan zijn dat hij uw klacht ongegrond dan wel gegrond acht. Let wel, het is niet aan de Deken om tuchtrechtelijke maatregelen op te leggen. Hij kan enkel de klacht gegrond dan wel ongegrond achten, waarna de klager de mogelijkheid heeft de zaak al dan niet b'rj de Raad van Discipline aan te brengen. vervolgens geeft de Deken u als klager de gelegenheid aan te geven of u het met het advies eens bent waarna u de Deken kunt verzoeken zo nodig uw klacht naar de tuchtrechter (de Raad van Discipline) te sturen. U heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en het is in dit verband ook goed de betekenis van het Dekenadvies te kennen, dat is wat het woord ook zegt een advies en niet een bestuursrechtelijk besluit.
Uw verzoek de klacht door te sturen, betekent dat de Raad van Discipline uw klacht tegen mr. Beulen opnieuw zal ondezoeken. Het is derhalve geen beroepsprocedure tégen het Dekenadvies. De Raad zal bij zijn ondezoek van de instructie van de Deken gebruik maken en zijn Dekenadvies ter kennis nemen, maar is hieraan niet gebonden. Voor de Raad gaat het om uw klacht tegen mr. Beulen, hij onderzoekt deze klacht zelfstandig, neemt kennis van dossierstukken, eventueel nieuwe stukken en wat part'rjen tijdens de mondelinge behandeling naar voren brengen en spreekt vervolgens zijn oordeel gegrond of ongegrond over de klacht uit. U heeft over mr. Prickartz als Deken geklaagd en mij is verzocht deze klacht te instrueren. Uit het gestelde in de voorgaande alinea's volgt al wat deze instructie in elk geval niet inhoudt. Het is niet de bedoeling dat ik de instructie van mr. Prickartz over de betreffende klacht tegen mr. Beulen overdoe. De beoordeling van deze klacht is verder voorbehouden aan de tuchtrechter, namelijk de Raad van Discipline en eventueel in hoger beroep door het Hof van Discipline. Wat ik te onderzoeken heb en waarover ik mijn Dekenadvies moet geven, is het handelen van Deken mr. Prickartz bij zijn instructie van uw klacht tegen mr. Beulen. lk merk hierbij het volgende op. Het advocatentuchtrecht heeft betrekking op advocaten die als advocaat werkzaam zijn.
AA0001l7.dok
Wat een advocaat bijvoorbeeld thuis of als curator doet of als gemeenteraadslid zegt, valt in beginsel niet onder tuchtrecht, dat is anders als - kort gezegd - de advocaat zich misdraagt.
Op basis van de door u verstrekte en van mr. Prickartz ontvangen informatie én gelet op de toetsingscriteria zoals de Raad van Discipline hanteert met betrekking tot het optreden van de advocaat van de wederpartij het navolgende Niet is vast komen te staan dat mr. Beulen uw belangen onevenredig heeft geschaad ten opzichte van de belangen van zijn cliënte zonder dat daarmee een redelijk doel werd gediend, noch dat er feiten zijn geponeerd waarvan mr. Beulen weet dat deze in strijd met de waarheid zijn gedaan. Hetzelfde geldt voor de Deken die in die functie niet als advocaat optreedt en dus in beginsel niet onder het tuchtrecht valt. Het Hof van Discipline zegt hierover: "De wijze waarop de Deken zich kwijt van de door hem (opgedragen) taak en de wijze van uitvoering van die taak staat in beginsel niet ter beoordeling van de tuchtrechter, behalve in uitzonderlijke gevallen zoals in geval van grove verwaarlozing van zijn taak." De vraag die derhalve aan mij ter beoordeling is voorgelegd, is de vraag of mr. Prickartz als Deken bt1 de instructie van uw klacht tegen mr. Beulen zodanig tekort geschoten is dat hij geacht moet worden zich misdragen te hebben en zijn taak venryaarloosd te hebben.
Hieraan toetsend is mijn Dekenadvies dat uw klachten over mr. Prickartz onqeqrond zijn. Hij heeft de hem opgedragen instructie immers op de gebruikelijke wijze en op de normale zorgvuldige wijze uitgevoerd. Dat É het op onderdelen met de aanpak oneeRs bent en de conclusies niet deelt, maakt dat niet anders
Tot zover mijn Dekenadvies. ln dit verband merk ik nogmaals op dat ik het betreur dat u geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid uw grieven in een persoonlijk onderhoud met mij kenbaar te maken. Wellicht dat u daardoor meer begrip had kunnen verkrijgen over de procedures en wat wel en wat niet (meer) in een procedure aan de orde kan worden gesteld
Het is evenwel niet aan mij als Deken, maar aan de tuchtrechter - de Raad van Discipline - om definitief over uw klacht te oordelen. De Raad toetst aan artikel 46 van de Advocatenwet en kijkt daarbij ondermeer of er sprake is van gedrag wat een behoorlijke advocaat niet betaamt. De norm van artikel 46 Advocatenwet wordt deels door gedragsregels ingevuld. Ook verordeningen zijn regelingen die in het kader worden getoetst. Als de klacht gegrond wordt verklaard kan de Raad een maatregel aan de advocaat opleggen, zoals een waarschuwing, berisping, schorsing of schrapping. De Raad kan ook gegrond verklaren zonder oplegging van straf. De Raad van Discipline kan in principe geen schadevergoeding vaststellen zoals een gewone rechter dat kan. Wel kan de Raad een voorwaardelijke maatregel opleggen. Als de advocaat de schade vergoedt, krijgt hij geen maatregel opgelegd.
AA000l l7.dok
!'1' ,::f
Een kopie van dit schr'rjven heb ik heden aan mr. Prickartz toegezonden. Van het begeleidend schrijven doe ik u bijgaand een kopie toekomen.
.4.
AA000l l7.dok