#1
BESCHERM BEWUST!
Keuze van het middel of van de maatregel
NIET ZO! Gebruik geen niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddel. Een lijst met vervallen middelen vindt u op ctgb.nl; of raadpleeg uw adviseur.
i
Keuze van het middel of van de maatregel Werkgever Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
OF ZO!
Gebruik een middel alléén voor de toepassing waarvoor het officieel is toegelaten in Nederland. Kijk op het etiket of raadpleeg op ctgb.nl de ‘bestrijdingsmiddelendatabank’.
Kies waar mogelijk een niet-chemische bestrijdingsmethode.
Soms is een minder schadelijk middel in te zetten: vergelijk de symbolen en waarschuwingszinnen (R-zinnen) op het etiket of in het Veiligheidsinformatieblad. Kijk voor de open teelten op milieumeetlat.nl of op fytostat.nl; zoek op merknaam of werkzame stof.
OUD NIEUW beschermbewust.nl eko-keurmerk.nl
OVER VOOR Sector
MAAR ZO!
Keuzevolgorde: • beste keus: middel zonder symbool • tweede keus: middel met ´andreaskruis´ of ´bijtend´-teken • vermijd middelen met een ´doodskop´
MEER INFORMATIE: smk.nl milieumeetlat.nl gezondeboomteelt.nl
TOOLBOXKAART
Bekijk de mogelijkheden van • insectengaas • handmatig of mechanisch onkruid verwijderen • verwijderen aangetaste planten • biologisch bestrijden Gebruik chemische middelen alleen ´aanvullend´ indien nodig (geïntegreerde bestrijding). Beschrijf de keuze voor de methoden in een afgewogen (verplicht) gewasbeschermingsplan. Maak een teeltrotatieplan waarbij zo weinig mogelijk chemische bestrijding ingezet moet worden. Dat kan bijvoorbeeld met braak of vruchtwisseling. Kies plaagresistente of minder gevoelige gewassen. Grondontsmetting door inundatie of via een biologische methode. Informeer naar beslissingsondersteunende systemen.
Kies een middel met een zo kort mogelijke herbetredingstijd voor gewaswerkzaamheden. Kijk hiervoor op het etiket of in het Veiligheidsinformatieblad, rubriek 8 of 16.
Plan het werk zo dat na de gewaswerkzaamheden gespoten wordt in plaats van net ervoor.
BESCHERM BEWUST!
Keuze van de vorm van het middel
NIET ZO! Gebruik liever geen poedervormig middel. Een poeder geeft veel kans op blootstelling (huidcontact, inademing) en verspilling tijdens het aanmaken of tijdens de toepassing.
#2
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Keuze van de vorm van het middel Werkgever Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Een granulaat geeft minder blootstelling dan een poedervormig middel (minder stofvorming).
Het gebruik van ´tabs´ in een oplosbare verpakking, of een granulaat in oplosbare verpakking geeft tijdens het aanmaken veel minder kans op blootstelling. De verpakking wordt in z´n geheel in het vat gegooid. Huidcontact en inademen tijdens het mengen wordt zo voorkomen.
Een vloeistof geeft minder kans op blootstelling, áls u er voorzichtig mee omgaat: • Rustig doseren, niet van grote hoogte gieten, niet van een grote verpakking in een klein vat gieten. • Let op de vorm van de verpakking; een grote opening en een ruime schuine hals zorgt voor een betere schenkbaarheid van het middel.
Gebruik een doseerinstallatie op de spuit.
i
MEER INFORMATIE: Vraag uw leverancier of het middel in een veilige verpakking beschikbaar is. Er bestaat helaas (nog) geen overzicht van middelen die in veilige verpakking verkrijgbaar zijn.
BESCHERM BEWUST!
Voorlichting werknemers
NIET ZO! Verzuim niet je medewerkers te informeren over gewasbeschermingsmiddelen. Anders kunnen zij niet veilig werken.
#3
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Voorlichting werknemers Werkgever/Toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Licht de werknemers voor en instrueer ze.
Organiseer Toolboxmeetings en herhaal deze. Gebruik de toolboxkaarten uit het project ´Bescherm Bewust´.
Toepassers moeten informatie hebben over de gevaren van middelen, het gebruiken van het etiket en de benodigde beschermingsmiddelen. Laat hen een Spuitlicentiebijeenkomst volgen over veilig werken. Informeer de gewaswerkers over mogelijke blootstelling via het gewas, het moment waarop zij het gewas weer in mogen (herbetredingstermijn), en waar nodig over de noodzaak van huidbescherming. Informeer uw werknemers in een taal die zij verstaan!
Jongeren mogen niet al het werk in het veld doen.
Zet jongeren in op het juiste werk, en instrueer ze grondig (zie ook toolboxkaart nr. 12 Jongeren en kinderen in het gewas). Gebruik het etiket en het Veiligheidsinformatieblad om de juiste informatie over te kunnen brengen.
i
MEER INFORMATIE: beschermbewust.nl
BESCHERM BEWUST!
Zorg voor collega’s/medewerkers
NIET ZO!
#4
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Zorg voor collega’s/medewerkers Toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Spuit niet als andere mensen dichtbij aan het werk zijn of als de wind hun richting op staat.
Spuit alleen als op het perceel niet in het gewas wordt gewerkt. Informeer collega’s/medewerkers vooraf als er een bespuiting uitgevoerd gaat worden.
Spuit niet bij windsnelheden groter dan 5 meter per seconde.
Informeer collega’s/medewerkers als een bespuiting is uitgevoerd.
Beperk het gebruik van – en daarmee de blootstelling aan – gewasbeschermingsmiddelen door ‘scouten’. Als een uitbraak van een ziekte of plaag tijdig wordt geconstateerd, is plaatselijk ingrijpen of ingrijpen op basis van een schadedrempel mogelijk. Bijvoorbeeld door het verwijderen van aangetaste planten of gewas. Ook kan dan tijdig biologische bestrijding ingezet worden.
Wijs je collega´s/medewerkers op de noodzaak van huidbescherming als zij gewaswerk moeten uitvoeren. Gebruik zo min mogelijk een rugspuit, maar alternatieven zoals de mankar, de onkruidspuit of de kappenspuit. Bij zeer plaatselijke (corrigerende) bespuitingen, bijvoorbeeld in één rij, kan soms in een andere deel van het perceel doorgewerkt worden. Houd minimaal een afstand aan van 25 meter tussen bespuiting en gewaswerkers .
i
MEER INFORMATIE:
Etiket en in het Veiligheidsinformatieblad. beschermbewust.nl fytostat.nl
Zorg dat gewaswerkers niet benedenwinds van het spuiten werken.
Bij middelen met een korte herbetredingstijd (< 2 dagen): Doe de bespuiting op een dag waarna de eerstvolgende dagen niet in het gewas gewerkt wordt. Gebruik waar mogelijk geen middelen met een langere herbetredingstijd. Controleer altijd of ook bij gewaswerk gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen nodig is. Gebruik daarvoor de middelenlijst van beschermbewust.nl of de informatie op de verpakking.
#5
BESCHERM BEWUST!
Omgaan met gewasbeschermingsmiddelen
NIET ZO! Laat verpakkingen niet open staan. Bewaar gewasbeschermingsmiddelen niet buiten de opslagkast of opslagruimte. Gebruik nooit oude, verboden middelen of middelen waarvan de toelating en/of de gebruikstermijn voor de teelt is verstreken of ingetrokken.
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Omgaan met gewasbeschermingsmiddelen Toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Kijk altijd op het etiket om te zien of persoonlijke beschermingsmiddelen nodig zijn, en welke.
Ruim twee keer per jaar de middelenkast op. Check welke middelen nog toegelaten zijn.
Kies een toegelaten middel.
Houd de maximaal toegestane hoeveelheden in de opslag in de gaten. Voor de opslag van bestrijdingsmiddelen vanaf 400 kilogram gelden de regels uit PGS 15. Voor kleinere hoeveelheden geldt de zorgplicht uit de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Raadpleeg op ctgb.nl de ‘bestrijdingsmiddelendatabank’. Gebruik het middel uitsluitend voor de toepassing waarvoor het officieel is toegelaten.
Meng geen middelen tenzij in de gebruiksaanwijzing staat dat dit wel mag, of overleg met een deskundige.
Voer restanten op de juiste wijze af. Zie voor meer informatie STORL.nl (Stichting Opruiming Restanten Landbouwbestrijdingsmiddelen).
Giet gewasbeschermingsmiddelen niet over in een andere verpakking.
Let bij het combineren van gewasbeschermingsmiddelen in een ‘cocktail’ altijd op de veiligheidsmaatregelen van alle gewasbeschermingsmiddelen die worden gebruikt.
Overschrijd de maximale dosering of frequentie niet.
Sla de middelen op in een opslagkast of opslagruimte die aan de eisen voldoet en is voorzien van lekbakken, een slot en ventilatie.
i
MEER INFORMATIE: arboportaal.nl arbokennisnet.nl beschermbewust.nl
storl.nl
BESCHERM BEWUST!
Omgaan met spuitapparatuur
NIET ZO! Laat gebruikte spuitapparatuur niet vuil staan.
Gebruik geen verkeerde spuitnozzles en/of een verkeerde spuit-druk: dit geeft onnodig verlies van middel en onnodige blootstelling. Rijd of loop niet door de nevelwolk.
#6
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Omgaan met spuitapparatuur Toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Onderhoud spuitapparatuur goed en maak de apparatuur goed schoon.
Kies een veilige spuit-techniek. Zie Toolboxkaart nr. 7.
Na het spuiten doorspoelen met water uit de schoonwatertank en spuit dit nog uit.
Vervang de koolstoffilters van de cabine regelmatig.
Gebruik hierbij handschoenen en adembescherming.
Vang het spoelwater op en voer dit af door het weer uit te spuiten op het veld. Of verwerk het reinigingswater met een biofilter, Phytobac of Heliosec.
Lees de gebruiksaanwijzing goed en kies de juiste nozzle (spuitdop) en druk. Indien te voet: werk altijd van achteren naar voren. Begin achterin en loop achteruit tijdens het spuiten. Let op dat je niet kunt struikelen tijdens het achteruit lopen.
i
MEER INFORMATIE: beschermbewust.nl
BESCHERM BEWUST!
Keuze spuitapparatuur
NIET ZO!
#7
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Keuze spuitapparatuur Toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Gebruik de rugspuit zo min mogelijk.
Als je toch een rugspuit moet gebruiken, doe dat dan met een kap op de spuitmond.
Gebruik de Laag volume spuit of Laag Volume Strooier (LVS).
Bij morsen en lekkages kan veel middel op de huid (rug) terechtkomen. Veel middelen dringen door de huid heen.
Onderhoud je rugspuit goed in verband met lekkages.
Spuit niet met een trekker zonder cabine en zonder gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Neem driftbeperkende maatregelen. Gebruik een trekker of spuitwagen met spuitcabine en airco met koolfilter. Boomteelt en fruitteelt: Bij toepassing van een herbicide voorkomt een spuitkap op de spuitdop bij wind ´drift´ van het middel. Dat geeft minder blootstelling, minder milieubelasting en minder kans op schade.
Maak gebruik van een automatische spuitwagen (computergestuurd). Deze techniek is in de open teelten nog in een experimentele fase .
Onkruidbestrijding: Gebruik bij voorkeur mechanische onkruidbestrijding of gebruik methoden die zeer gecontroleerd en selectief een kleine hoeveelheid middel op het onkruid aanbrengen (bestrijken) of de Laag Volume Strooier.
i
MEER INFORMATIE: beschermbewust.nl
#8
BESCHERM BEWUST!
Zorgvuldig doseren
NIET ZO! Onzorgvuldig of haastig doseren en mengen leidt tot stuiven of morsen en geeft onnodig huidcontact of leidt tot inademing van middel. Open de verpakking niet zonder handschoenen; werk voorzichtig.
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Zorgvuldig doseren Toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Volgorde bij mengen: Vul de tank eerst met 50 tot 60 procent van de benodigde hoeveelheid water; voeg daarna de vaste formuleringen toe en dan de vloeibare formuleringen.
Gebruik vloeistoffen, capsules, tabletten, of zakjes in gesloten, afgepaste dosering. Oplosbare verpakkingen (‘tabs’) voorkomen elk contact tijdens het doseren en aanmaken. Let hierbij op de juiste verpakkingsomvang.
De volgorde bij vaste formuleringen is DF, WP, WG. Let op de richtlijnen. Doseer zorgvuldig en rustig. Gebruik hierbij altijd je persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Leeg een zak poeder zo dicht mogelijk boven het wateroppervlak. Schud de zak niet leeg, maar laat het middel er voorzichtig uitzakken. Schenk vloeistoffen rustig over, van een kleine hoogte (minder dan 20 cm). Meng rustig, met lage snelheid. Gebruik roerders met een lange steel.
Grote bulkverpakkingen leiden vaker tot morsen en huidcontact.
Stem de grootte van de doseerkannen af op die van de verpakking.
Het doseren vanuit een grootverpakking in een (te) klein vat of doseerkannetje leidt bijna zeker tot morsen en huidcontact.
Let op hoe de verpakking geopend moet worden. Let op de windrichting - waar zijn andere medewerkers? - bij het openen van de verpakkingen en het vullen en mengen van middelen in de apparatuur.
Verpakkingen met goede, veilige doseerhulpen voorkómen morsen en spatten tijdens het doseren.
i
MEER INFORMATIE: beschermbewust.nl
#9 Persoonlijke huidbeschermingsmiddelen BESCHERM BEWUST!
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Persoonlijke huidbeschermingsmiddelen Toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
<4 uur
NIET ZO! Werk niet onbeschermd met gewasbeschermingsmiddelen. Gebruik geen handschoenen die aan de binnen- of buitenkant al vervuild zijn.
MAAR ZO! Zorg dat je goed geïnformeerd bent en weet welke persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden bij toepassing van een middel. Kijk op het etiket of in het Veiligheidsinformatieblad (VIB). Draag bij spuitwerk spuitkleding die ondoordringbaar is voor chemicaliën. Bij voorkeur wegwerpoveralls.
Gebruik geen leren of stoffen handschoen. Deze beschermen niet tegen chemische middelen.
Bekijk welk type handschoen aanbevolen wordt.
Gebruik geen latexrubber handschoenen vanwege het risico op latexallergie.
Draag beschermende handschoenen, veiligheidslaarzen van neopreen of nitrilrubber tijdens doseren en aanmaken van gewasbeschermingsmiddelen.
Neopreen handschoenen zijn voor de meeste middelen geschikt.
OF ZO! Beperk de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen door: • taakroulatie; • veilige (liefst niet-chemische) bestrijdingsmethoden. Gebruik handschoenen bij voorkeur éénmalig, maximaal 4 uur. Dit voorkomt verontreiniging van de binnenkant. Blijf attent op onbedekte huid, zoals het hoofd. Zorg dat je altijd een schone set handschoenen binnen bereik hebt.
Was je handen goed na spuitwerkzaamheden. Draag ook handschoenen tijdens het reinigen van spuitapparatuur of verpakkingen. Bij meermalig gebruik: reinig de handschoenen goed met water en zeep, vóór het uittrekken. En controleer op scheurtjes. Zorg dat je handen schoon en droog zijn voordat je handschoenen aantrekt. Bewaar handschoenen op een schone en droge plaats.
i
MEER INFORMATIE:
fytostat.nl gewasbescherming.nl beschermbewust.nl
# 10 Persoonlijke adembeschermingsmiddelen BESCHERM BEWUST!
NIET ZO! Werk niet onbeschermd met gewasbeschermingsmiddelen. Gebruik geen stofkapjes (´snuitjes´), deze beschermen niet tegen gewasbeschermingsmiddelen. Geen vervuild of verlopen filter gebruiken. Dit beschermt je niet. Bewaar filters niet in de middelenkast. Laat maskers niet rondslingeren; dit leidt ongemerkt tot vervuiling.
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Persoonlijke adembeschermingsmiddelen Toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Zorg dat je goed geïnformeerd bent en weet welke persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt moeten worden bij toepassing van een middel.
Beperk de noodzaak tot gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen door: • taakroulatie; • veilige (bij voorkeur niet-chemische) bestrijdingsmethoden.
Kijk op het etiket of in het Veiligheidsinformatieblad (VIB) voor het aanbevolen type masker en type filter. Voor de meeste middelen is een A2P3 filter geschikt. Bewaar filters altijd luchtdicht afgesloten. Zet bij het eerste gebruik de datum op de emmer of doos.
Gebruik bij voorkeur een volgelaatsmasker; dit beschermt ook de ogen en het gezicht. Let op de verloopdatum van het filter.
Vervang een A2P3 filter na 8 gebruiksuren, en binnen 1 maand. Gebruik andere filtertypen éénmalig. Controleer altijd goed of het masker luchtdicht aansluit op je gezicht. Iedereen zijn eigen masker! Bij een baard - en ook bij stoppels - beschermt een masker niet!
i
MEER INFORMATIE:
fytostat.nl gewasbescherming.nl
BESCHERM BEWUST!
Betreden van het gewas
NIET ZO! Voer geen gewaswerkzaamheden uit als het gewas nat is van een bespuiting.
# 11
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Betreden van het gewas Gewaswerker Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF ZO!
Vraag de spuiter of je werkgever wanneer je weer in het gewas kunt (herbetredingstijd).
Bekijk de informatie op beschermbewust.nl:
Vraag welke beschermingsmiddelen (kleding, handschoenen) nodig zijn.
Bekijk het overzicht van veel gebruikte gewasbeschermingsmiddelen, met de herbetredings-aanbevelingen.
Werk niet met ontbloot bovenlijf, in een T-shirt of een korte broek in het gewas.
Draag bij het werk in het gewas altijd bovenkleding met lange mouwen en een lange broek.
Gebruik stoffen handschoenen als het gewas droog is, maar deze moeten wel droog blijven.
Betreed het gewas niet zonder te weten of en wanneer er gespoten is. Werk niet in het gewas tijdens het spuiten.
Eet of drink in de kantine of een aparte ruimte buiten het gewas. Was je handen voordat je gaat pauzeren, eten, drinken, roken, bellen, de wc bezoekt. Reinig je werkkleding (ook regenkleding) elke dag. Wees bewust! Weet je iets niet zeker, heb je vragen, maak je je zorgen: vraag het de spuiter of je werkgever.
i i
MEER INFORMATIE: beschermbewust.nl
BEL BIJ VRAGEN:
arbotelefoon FNV Bondgenoten: 030-2738738 (ma. t/m do.9.00 tot 13.00) CNV Vakmensen: 030 - 751 10 07 (8 tot 18 uur)
BESCHERM BEWUST!
Jongeren en kinderen in het gewas
NIET ZO! Een perceel is geen speelplaats. Laat jonge kinderen niet in het perceel spelen of in de buurt van de opslag van gewasbeschermingsmiddelen of op plekken waar gewerkt wordt met gewasbeschermingsmiddelen.
# 12
TOOLBOXKAART OVER VOOR Sector
Jongeren en kinderen in het gewas Gewaswerker, werkgever en toepasser Vollegrondsgroententeelt, Boom- en vaste plantenteelt, Fruitteelt, Bloembollenteelt
MAAR ZO!
OF BETER ZO!
Jongeren onder de 16 jaar mogen wel binnen 14 dagen gewaswerk uitvoeren als uit het etiket of het Veiligheidsinformatieblad blijkt dat dit veilig kan. Sommige middelen worden sneller afgebroken dan andere.
Vermijd risico’s. Laat jongeren onder de 16 jaar geen gewaswerk uitvoeren binnen 14 dagen na een bespuiting.
Als niet duidelijk is hoe de voorschriften voor een toegepast middel luiden, kies dan voor het voorzorgprincipe en laat jongeren geen gewaswerk uitvoeren binnen 14 dagen na een bespuiting. Jongeren onder de 16 jaar mogen binnen 14 dagen na een bespuiting geen gewaswerk uitvoeren - ook niet met persoonlijke beschermingsmiddelen - tenzij uit het etiket of Veiligheidsinformatieblad blijkt dat dit veilig is. Dit geldt ook voor een ruimte of gewas waar kort tevoren gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast. Deze 14 dagen termijn is o.a. gebaseerd op de afbraaksnelheid van de middelen. Momenteel (2012) wordt gehandhaafd op basis van bovenstaande. Mogelijke wijzigingen in de regelgeving zijn te vinden in de arbocatalogi agroarbo.nl.
Houd beschermbewust.nl in de gaten voor actuele informatie over verantwoord omgaan van jongeren met gewasbeschermingsmiddelen. Geef jongeren (en hun ouders) voorlichting over de mogelijke risico’s van gewasbeschermingsmiddelen. Houd toezicht als jongeren in contact kunnen komen met gewasbeschermingsmiddelen; óók bij gewaswerk.
i i
MEER INFORMATIE:
agroarbo.nl Nadere regeling kinderarbeid wetten.nl
BEL BIJ VRAGEN:
arbotelefoon FNV Bondgenoten: 030-2738738 (ma. t/m do.9.00 tot 13.00) CNV Vakmensen: 030 - 751 10 07 (8 tot 18 uur)