Informatie over persoonlijke beschermingsmiddelen & signalering…
-1-
Op de werkvloer kun je te maken krijgen met een aantal risico’s. Om deze ‘risico’s van het vak’ te bestrijden, kun je op verschillende manieren te werk gaan. Natuurlijk is het gewenst om de gevaren bij de bron te bestrijden. Je kunt dan denken aan goede en beveiligde machines, de juiste materiaalkeuze, veilige werkmethoden en een ordelijke werkplek. Ondanks al deze maatregelen kan het toch nog misgaan. Om dan goed beschermd te zijn, is het erg belangrijk dat je goed gebruik maakt van persoonlijke beschermingsmiddelen, of kortweg PBM’s. Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn zaken als veiligheidshelm, -schoenen, -brillen en oordopjes. Het belangrijkste doel van PBM’s is dat ze de gevolgen van een eventueel ongeval kunnen verminderen. PMB’s zorgen dus niet voor extra veiligheid, maar beschermen tegen de gevolgen van onveiligheid, dat wil zeggen minder letsel. In sommige gevallen kunnen ze een ongeval echter wel voorkomen (denk bijvoorbeeld aan een slijpbril). Omdat PBM’s zo belangrijk zijn, moeten ze aan een aantal eisen voldoen. Ze moeten sterk en betrouwbaar zijn. En ze moeten zijn getest, zodat duidelijk is waarvoor ze geschikt zijn. De fabrikant geeft dit aan in de gebruiksaanwijzing.
CE-markering De CE-markering is sinds 1992 verplicht voor PBM’s. Dat betekent dat er in Europa overal dezelfde regels gelden voor de PBM’s. Check daarom altijd of de PBM’s het CE-merk dragen!
1. PBM’s moeten doeltreffend zijn. Dat wil zeggen, dat er voor de verschillende risico’s passende PBM’s gebruikt moeten worden. De omstandigheden bepalen dus wat nodig is.
2. Daarnaast moeten PBM’s ergonomisch zijn. Wanneer er onvoldoende rekening is gehouden met de persoonlijke situatie, wordt het gebruik van PBM’s vaak door de gebruiker als belastend en beperkend ervaren. Dit gevoel wordt veelal veroorzaakt door onvoldoende bewegingsvrijheid of comfort. Daarom is het belangrijk om zorg te dragen voor de juiste maat en de juiste afstelling van de PBM’s. De drager moet er zo min mogelijk last van hebben.
3. Tenslotte is een goede gebruiksaanwijzing erg belangrijk. Deze moet in het Nederlands zijn of in een taal die de gebruiker zeer goed begrijpt.
Verplicht PBM’s dragen De Arbowet verplicht iedere werkgever om alle werknemers goed voor te lichten over veilig werken en het gebruik van PBM’s. Daar tegenover staat dat de werknemer verplicht is de PBM’s te dragen volgens de voorschriften van de werkgever en de gebruiksaanwijzing. De Arbeidsinspectie controleert streng op het niet dragen van voldoende PBM’s. Ook het gebruik van verkeerde persoonlijke bescherming of bijvoorbeeld het gebruik van niet gekeurde valbeveiliging wordt streng aangepakt. Door het invoeren van het lik-op-stuk-beleid is de Arbeidsinspectie in staat om direct op te treden bij misstanden. Niet alleen de medewerkers, maar ook de werkgevers worden veelvuldig op hun tekortkomingen aangesproken en zonodig beboet. Voor de gebruikers van PBM’s gelden de volgende regels: - Goed onderhouden; - Regelmatig controleren; - Correct gebruiken; - Veilig bewaren & goed beheren.
-2-
Wat voor soort PBM’s zijn er en hoe kun je ze correct gebruiken?
Lichaamsbescherming Om het lichaam, de handen en de voeten te beschermen zijn er veel verschillende veiligheidsmiddelen. Vaak moeten er een aantal verschillende PBM’s tegelijk gedragen worden, zoals veiligheidsschoenen, handschoenen en een helm. Ook overalls en doorwerkkleding beschermen het lichaam tegen diverse gevaren, zoals regen en wind, maar ook tegen bepaalde gevaarlijke stoffen.
Veiligheidshelmen
Veiligheidshelmen worden zowel in de bouw als in de industrie erg veel gebruikt. De buitenkant van de helm beschermt je hoofd tegen scherpe en harde voorwerpen. Ook wordt door de schaal het gewicht van een vallend voorwerp verdeeld. Het binnenwerk vangt dan verder de klap op. Helmen kunnen zijn gemaakt van polytheen, polycarbonaat of van met glasvezel versterkt polyester. In de gebruiksaanwijzing van de helm staat wanneer hij moet worden vervangen (APKsticker). De meest gebruikte helm is van polytheen en gaat ongeveer drie jaar mee. De andere materialen zo’n 10 jaar. Als een helm een klap heeft opgevangen, is gevallen of is beschadigd moet hij worden vervangen! Plak ook nooit stickers op een helm, waardoor barsten of andere gebreken verborgen kunnen blijven.
Veiligheidshandschoenen
Bij alles wat we doen gebruiken we onze handen en armen. Het is dan ook belangrijk om ze goed te beschermen. Daarvoor worden verschillende soorten handschoenen gebruikt. Ze beschermen in de eerste plaats tegen scherpe voorwerpen. Verder zijn er ook handschoenen die beschermen tegen de kou, hitte, straling en verschillende soorten gevaarlijke stoffen. De meest voorkomende materialen zijn: textiel, leer, rubber, neopreen, PVC, NBR en vinyl. Het dragen van goede handschoenen is erg belangrijk. Er moet dan ook goed voor zorggedragen worden dat ze goed passen, zodat er geen (gevaarlijke) (vloei)stof in de handschoenen kan komen. Draag echter nooit handschoenen als je aan het werk bent met of in de directe omgeving van draaiende delen, zoals boormachines en draaibanken!
Veiligheidsschoenen Ook schoenen zijn er in allerlei soorten en maten. Welke soort het beste gebruikt kan worden, hangt af van het soort werk. Een goede veiligheidsschoen heeft in ieder geval: - Een verstevigde neus (staal of kunststof) om de tenen te beschermen; - Een verstevigde tussenzool (staal of kunststof) om de voetzool te beschermen; - Antislipzool met voorgeschreven profieldiepte (bestand tegen olie en chemicaliën); - Antistatische eigenschappen. Veiligheidsschoenen mogen nooit zonder veters of met losse veters gedragen worden op de werkvloer. Veiligheidsschoenen moeten regelmatig worden ingevet. Zo blijven ze waterdicht en beter bestand tegen inwerking van diverse stoffen. Deze regels gelden ook voor veiligheidslaarzen. Stop bij het gebruik van laarzen de kleding nooit in de laars!
Veiligheidskleding Wanneer kans bestaat op huidcontact met schadelijke of irriterende stoffen (chemicaliën), stralingsgevaar (bijvoorbeeld bij lassen), blootstelling aan temperatuurs- of weersinvloeden of rondvliegende delen, moet er gebruik worden gemaakt van beschermende werkkleding. Hierbij kan gedacht worden aan overall, lasschort of lasjack, regenpak, doorwerkpak of thermisch ondergoed. De werkkleding moet goed passen en er mogen geen loshangende stukken aan zitten, zoals loshangende knopen of afgescheurde zakken. Als PBM kan de kleding tegen speciale gevaren bestemd zijn zoals chemicaliën, warmte, kou, straling of brand. De kleding is dan van speciaal materiaal gemaakt. Het dragen van loszittende of gescheurde kleding, halskettingen, armbanden, ringen e.d. is gevaarlijk in de nabijheid van draaiende delen. -3-
Gehoorbescherming Bij veel werkzaamheden is er te veel geluid. Geluid kent 2 grootheden: de toonhoogte, oftewel de frequentie in Hertz en het volume, de geluidsdruk in dB(A). Geluidssterkte wordt gemeten in decibel (dB) en wordt naar het menselijk oor gecompenseerd in dB(A). Te veel geluid beschadigt de trilharen in het oor. Hierdoor kunnen de zenuwen niet meer goed werken en kun je ‘lawaaidoof’ worden. Als iemand lawaaidoof is, is de beschadiging aan de zenuwen niet meer te herstellen. Een gehoorapparaat biedt dan geen uitkomst meer; wel kan dit apparaat de zgn. leeftijdsdoofheid compenseren. Om de oren goed te beschermen tegen te veel schadelijk geluid (lawaai) moet er dus goede gehoorbescherming worden gedragen. Gehoorschade kan ontstaan bij een regelmatige blootstelling aan 80 decibel of meer gedurende 8 uur per dag en 40 uur per week. Hoeveel is nu 80 dB(A)? Als je geen meetapparaat hebt, kun je de volgende vuistregel hanteren: ga een meter van elkaar verwijderd staan en kijk niet naar elkaar. Moet je met stemverheffing praten dan is er meer dan 80 dB(A) geluid in je directe omgeving. De Arbowet stelt dat de werkgever verplicht is gehoorbescherming uit te delen bij 80 dB(A) en de drager goed over correct gebruik dient te adviseren. Vanaf 85 dB(A) is de werknemer verplicht om gehoorbescherming te dragen. Dat is vaak al eerder dan je denkt……
Oorwatten
De meeste gehoorbescherming wordt in het oor gedragen. De eenvoudigste gehoorbescherming zijn oorwatten. De watten zijn geplastificeerd. De gele rolletjes zwellen op als je ze in je oor doet. Ze geven afhankelijk van de geluidsfrequentie, een bescherming van ongeveer 10 a 15 dB(A).
Pluggen
Pluggen zijn speciaal vormgegeven kunststof staafjes. Ze bieden vooral bij hoge tonen bescherming tot zo’n 20 dB(A).
Otoplastieken Otoplastieken worden speciaal op maat gemaakt. Met een propje klei wordt een afdruk van de gehoorgang gemaakt. Het filter dat in de kunststof oordop wordt geplaatst, wordt speciaal ingesteld. De schadelijke geluidsniveaus bij het werk van de drager specifiek wordt dan tegengehouden. Een voordeel van deze otoplastieken is dat je elkaar gewoon kunt blijven verstaan, terwijl het teveel aan geluid van de machines wordt gefilterd. De bescherming is 20 a 30 dB(A).
Gehoorkappen
Oogbescherming
Gehoorkappen worden niet in het oor gedragen, maar er overheen. Ze zien er uit als een grote koptelefoon en sluiten de oren van de omgeving af. De beschermingsfactor wisselt met het soort gehoorkap en de hoogte van het geluid, maar is ongeveer 20 a 25 dB(A).
Oogbescherming is erg belangrijk! Zeker als er risico is voor spatten, splinters, stof, of straling die in de ogen terecht kunnen komen. Maar ook bij laswerkzaamheden moeten ogen en gezicht goed worden beschermd. Daarvoor zijn er verschillende veiligheidsbrillen en –kappen.
Veiligheidsbrillen Veiligheidsbrillen hebben een speciaal montuur dat onbrandbaar is en voorzien van speciale zijkapjes. Het montuur moet voorzien zijn van CE-markering. De glazen zijn van gehard glas (tempered glass) en zijn zo’n 6 a 8 keer sterker dan gewoon glas. Als het glas breekt blijft het in het montuur van de bril zitten en komt er geen glas in het gezicht of de ogen.
-4-
Veiligheidsglazen zijn ook verkrijgbaar op sterkte net als een gewone bril. Nadeel ten opzichte van kunststof is dat ze zwaar zijn en redelijk duur. Kunststof glazen zijn nog sterker en lichter dan glas. Wel krassen zij eerder.
Ruimzichtbrillen Ruimzichtbrillen sluiten op het gezicht aan. Daardoor kunnen stof en vloeistoffen niet langs de bril in de ogen komen. De ruimzichtbril zit met een elastische band om het hoofd of de helm. Omdat deze brillen vrij groot zijn kun je ze vaak over je gewone bril heen dragen. Tegenwoordig hebben de ruiten ook een beschermende laag, waardoor de bril minder snel beslaat. Ruimzichtbrillen worden vaak gebruikt in een stoffige omgeving bij bijvoorbeeld hakken, slijpen en boren. Bovendien kunnen zij gebruikt worden bij het werken met zuren en logen. De gebruiksaanwijzing geeft aan waartegen de bril bestand is.
Gelaatsschermen Dit zijn doorzichtige kappen van polycarbonaat. Ze beschermen het hele gezicht tegen stof en vloeistoffen. Ze zijn erg geschikt voor boven het hoofd werken en kunnen makkelijk op de helm worden bevestigd. Bij het werken met hogedrukreinigers en zuren is het dragen van een gelaatsscherm verplicht.
Lasbrillen en laskappen Deze PBM’s zijn speciaal ontwikkeld voor laswerkzaamheden. Omdat bij lassen straling en veel fel licht vrijkomt zijn deze brillen en kappen voorzien van extra donker glas. Bij lassen met gas gebruik je een lasbril. Onder de donkere glazen zitten doorzichtige glazen die de ogen beschermen tegen wegspringende deeltjes. De lasbril beschermt alleen tegen licht en warmte, niet tegen ultraviolette straling. Daarom wordt bij elektrisch lassen een laskap of lashelm gebruikt. De kap beschermt het hele gezicht tegen deze schadelijke straling. Het dragen van een lasbril of laskap is niet alleen voor de lasser verplicht, maar ook voor de lashelper!
Adembescherming
Adembescherming wordt gebruikt om te beschermen tegen stoffen die via mond en neus in het lichaam terechtkomen. Hierbij valt te denken aan stof, verfdampen of bijvoorbeeld gas. Ook als er in een ruimte minder dan 20% zuurstof is of kan komen moet men adembescherming gebruiken. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen afhankelijke adembescherming (de omgevingslucht wordt gefilterd) en onafhankelijke adembescherming. Bij de laatste wordt lucht uit flessen of slangen gebruikt. Een filtermasker wordt alleen gebruikt bij kleine hoeveelheden gevaarlijke stof. De omgevingslucht wordt hierbij gefilterd (afhankelijke bescherming). Wanneer er meer dan 1% (volumeprocent) gevaarlijke stof in de lucht zit en/of er minder dan 20% zuurstof is, moet er onafhankelijke adembescherming worden gebruikt. Filtermaskers zijn er in twee soorten: - Stoffiltermaskers; - Gasfiltermaskers;
Stoffiltermasker Onder de stoffiltermaskers valt het stofkapje. Deze bescherming is eigenlijk alleen geschikt voor grof en onschadelijk stof. De meeste stoffiltermaskers bestaan echter uit een vast masker (half- of volgelaatsmasker) waar een filterbus op wordt geschroefd. Er zijn verschillende beschermingsfactoren: - P1 (grof) met beschermingsfactor 4; - P2 (middel) met beschermingsfactor 10; - P3 (fijn) met beschermingsfactor 30.
-5-
Bij verfspuiten en ander werk met fijne, giftige stoffen mag er geen gebruik worden gemaakt van een stofkapje. De bescherming is onvoldoende!
Gasfiltermaskers Gasfilters zijn er in verschillende soorten. Dat heeft te maken met de verschillende stoffen waar ze bij gebruikt worden. Er worden verschillende (kleur-)codes gebruikt. De belangrijkste zijn: - Type A (bruin): - Type B (grijs): - Type E (geel): - Type K (groen):
organische dampen; zure gassen; zwaveldioxide; ammoniak.
De verschillende filters kunnen ook worden gecombineerd. Veel combifilters hebben een grof-stof voorfilter. Zo raakt de eigenlijke filter niet zo snel verstopt. Op de filter staat ook een houdbaarheidsdatum en een maximale werktijd. Deze mogen niet overschreden worden. Het filter beschermt dan niet meer of onvoldoende. Bij onafhankelijke adembescherming kan men gebruik maken van ademluchtmaskers of verse-luchtkappen. Bij ademluchtmaskers ademt men lucht in uit ademluchtflessen. Deze flessen worden op de rug gedragen. Omdat het erg zwaar werken is en er niet zo veel lucht in een fles zit, is dit alleen maar geschikt voor een korte gebruiksduur (20 à 30 minuten). Voor het dragen van ademlucht moet de werknemer medisch gekeurd en speciaal getraind zijn. De lucht van verse-luchtkappen wordt van buiten (schone ruimte) door een ventilator of compressor aangezogen. Door de hogere luchtdruk in het masker zal het niet beslaan. Wel is gehoorbescherming nodig: de uitstromende lucht kan veel “lawaai” maken.
Signalering In de bijlagen van deze uitgave vindt u een opsomming van veelvoorkomende signaleringsborden. De signaleringsborden bevinden zich altijd bij de ingang van een ruimte of een terrein. Verbods- en gebodsborden dienen goed te worden opgevolgd en naleving van deze voorschriften is een verplichting voor iedereen die de betreffende ruimte of het betreffende terrein betreedt.
Heeft u vragen of opmerkingen over deze uitgave? Neemt u dan contact op met een van onze vestigingen of ons hoofdkantoor via
[email protected] Dit is een uitgave van Multi Craft BV. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaardt Multi Craft BV geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
Bekijk ook onze website: www.multicraft.nl -6-
VERBODSBORDEN
GEBODSBORDEN
Verboden te roken
Vuur, open vlam en roken verboden
Oogbescherming verplicht
Veiligheidshelm verplicht
Gehoorbescherming verplicht
Verboden voor voetgangers
Verboden met water te blussen
Adembescherming verplicht
Perslucht verplicht
Lichte adembescherming verplicht
Niet aanraken
Geen doorgang voor onbevoegden
Handschoenen verplicht
Veiligheidsschoenen Gelaatsbescherming verplicht verplicht
BRANDBESTRIJDING
Telefoon voor brandbestrijding
Ladder
Blusapparaat
Brandslang
Branddeken
Geleidende schoenen verplicht
Haarnet verplicht
Valbeveiliging verplicht
Verplichte oversteekplaats voetgangers
Veiligheidspak verplicht
Algemeen gebod samen met ander bord
Weg naar brandbestrijdingsmateriaal
Brandalarm
Verzamelpunt -7-
REDDINGSBORDEN
Eerste hulp
Weg naar hulppost of reddingsmiddel
Brancard
Veiligheidsdouche
Ogen spoelen
Telefoon voor redding en eerste hulp
Plaats en richting van een uitgang die gewoonlijk door de aanwezige personen gebruikt wordt en aan de eisen van een nooduitgang voldoet
WAARSCHUWINGSBORDEN
Ontvlambare stoffen of hoge temperaturen
Transportvoertuigen
Giftige stoffen
Biologisch gevaar
Lage temperatuur
Explosieve stoffen
Gevaar voor elektrische spanning
Hangende lasten
Gevaar
Radioactieve stoffen
Oxiderende stoffen
Schadelijke of irriterende stoffen
Bijtende stoffen
Laserstraal
Belangrijk magnetisch veld
Richting van een nooduitgang
Richting van een brandtrap
Gevaar voor handen
-8-
Gevaar struikelen
Vallen door hoogteverschil