Zoethouder of smaakmaker? Een beschouwing van Leef je Geloof in christelijk Nederland
september 2012
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 1
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 2
Voorwoord
Leeswijzer
Voor u ligt de eindrapportage naar aanleiding van een onderzoek dat wij in opdracht van de Evangelische Omroep hebben uitgevoerd. Het onderzoek richt zich op de vraag in hoeverre het door de omroep uitgedragen motto Leef je Geloof in Nederland gestalte krijgt en welke impact geloven anno 2012 op christenen heeft.
In het eerste hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies uit dit onderzoek beschreven. Vervolgens worden de resultaten in hoofdstuk 2 t/m 6 uitgebreid toegelicht aan de hand van de volgende indeling:
Het onderzoek kende verschillende fasen. Bij aanvang zijn diverse groepsdiscussies gehouden met christenen en niet-christenen om een diepgaand beeld te krijgen van opvattingen, motivaties, houdingen en voorbeelden met betrekking tot ‘goed leefgedrag’ in de samenleving. Ook werd online een discussie gevoerd met en tussen kringleiders van diverse kerkgenootschappen. Om de belangrijkste conclusies uit deze kwalitatieve fasen te toetsen is ter afronding een grootschalig kwantitatief onderzoek onder ruim 1.000 Nederlanders uitgevoerd. De resultaten daarvan worden in de deze rapportage beschreven en met voorbeelden uit de eerdere fasen toegelicht. Wij hopen de EO met deze rapportage bruikbare handvatten te geven om haar doelstellingen met betrekking tot Leef je Geloof verder vorm te geven. Rotterdam, september 2012 Projectteam: Bram Jonkheer, managing partner Blauw Research Lia Mercx-van Dongen, senior kwalitatief onderzoeker Marco de Groot, senior kwantitatief onderzoeker André Heeling, kwalitatief onderzoeker Blauw Research, Weena 125, 3013 CK Rotterdam Tel: 010-4000900 / www.blauw.com EO Leef je Geloof in Nederland
H2 H3 H4 H5 H6
Betekenis van het geloof Beweegredenen goed gedrag Naar Buiten treden Beeldvorming en barrières Bemoediging door kerk en EO
Christenen vormen de belangrijkste doelgroep waar dit rapport de aandacht op richt. De in het rapport getoonde resultaten van deze groep zijn gebaseerd op alle respondenten die hebben aangegeven ‘gelovig’ te zijn en zich tot een ‘christelijke’ religie of levensbeschouwing te rekenen. Binnen de doelgroep christenen wordt, indien relevant, onderscheid gemaakt naar christenen aangesloten bij een (1) Rooms-Katholieke of (2) Protestantse kerk of andere gemeente en (3) christenen zonder kerklidmaatschap. De groep ‘actieve kerkgangers’ wordt apart uitgelicht; het betreft hier christenen die tenminste 1x per maand een kerkdienst, mis of samenkomst bezoeken.
Legenda Ter verduidelijking van de onderzoeksresultaten wordt in dit rapport een aantal pictogrammen gebruikt. Betekenis van de pictogrammen:
Aanvulling Blauw Research
Algemeen (landelijk) resultaat
Resultaat EO-leden
Aanvulling uit kwalitatief onderzoek
Om een algemeen beeld van christenen in de maatschappij en eventuele verschillen in houding en gedrag te kunnen vaststellen zijn ook niet-christenen in het onderzoek betrokken. Binnen deze groep wordt soms onderscheid gemaakt naar niet-christenen die wel een christelijke opvoeding hebben genoten en zij die niet christelijk zijn opgevoed. Ter slot worden, ter vergelijk, ook resultaten van EOleden getoond.
B14372 / september 2012
Pag. 3
Inhoudsopgave 1 Kort & Krachtig 1.1 Achtergrond & onderzoeksopzet 1.2 Conclusies
5 6 7
2 Betekenis van het geloof 2.1 Belangrijkste inspiratiebron 2.2 Herkomst goed gedrag 2.3 Geloofshouding 2.4 Christelijk landschap 2.5 Impact van geloven 2.6 Impact op karakter 2.7 Impact op niet- of ex-gelovigen 2.8 Waarde christelijke opvoeding 2.9 Verdieping
10 11 12 13 14 15 20 22 23 24
3 Beweegredenen goed gedrag 3.1 Motivaties goed gedrag 3.2 Segmenten o.b.v. motivatie 3.3 Houding t.a.v. EO-thema’s 3.4 Segmenten o.b.v. houding 3.5 Houding t.a.v. opvoeding 3.6 Gedrag t.a.v. schepping 3.7 Gedrag t.a.v. relaties 3.8 Gedrag t.a.v. mensen in nood 3.9 Gedrag t.a.v. samenleving 3.10 Gedrag t.a.v. goede doelen 3.11 Verdieping
25 26 27 29 30 31 32 33 34 35 36 37
EO Leef je Geloof in Nederland
4 Naar buiten treden 4.1 Christen-zijn en geloof delen 4.2 Impliciet vs expliciet
39 40 41
5 Beeldvorming & barrières 5.1 Beeldvorming christenen 5.2 Stellingen christenen 5.3 Barrières 5.4 Verdieping
42 43 44 45 46
6 Bemoediging 6.1 Rol van de kerk 6.2 Rol van de EO (persoonlijk) 6.3 Rol van de EO (uitdragen) 6.4 Tips ondersteuning EO 6.5 Verdieping
48 49 50 51 52 54
Bijlage Verantwoording
55
B14372 / september 2012
Pag. 4
Hoofdstuk I: Kort & Krachtig
Leef je Geloof in Nederland anno 2012
Christelijk geloof vormt voor substantiële, maar relatief kleine groep actieve christenen dé inspiratiebron voor goed gedrag.
Hoofdstuk 2
EO Leef je Geloof in Nederland
Christenen onderscheiden zich nauwelijks in de samenleving. Verschil tekent zich wel af in de mate van gericht zijn op de ander, in vrijwilligerswerk en donaties.
Hoofdstuk 3
Christenen zijn huiverig om hun identiteit en geloof expliciet met anderen te delen. Liever volgt dat uit hun gedrag.
Hoofdstuk 4
B14372 / september 2012
Vooroordelen spelen een belangrijke rol in de voorzichtigheid om het geloof zichtbaar te maken.
Hoofdstuk 5
Kerkgang biedt inspiratie voor christenen en versterkt hun gevoel van samenzijn. EO ondersteunt o.a. door geloof breder in de samenleving bespreekbaar te maken. Hoofdstuk 6
Pag. 5
Achtergrond en onderzoeksopzet Achtergrond Het motto van de EO luidt ‘Leef je geloof’. Het is zowel een oproep aan de achterban als haar eigen wens om daaraan te mogen bijdragen. De EO vangt haar motto in korte beeldfragmenten (idents) waarin ‘gewone’ mensen zich als christen kenbaar maken. Expliciet, door het tonen van een zichtbaar symbool (kruisje). Of impliciet, door te laten zien welke keuzes christenen maken. Met ‘Leef je geloof’ geeft EO zowel invulling aan haar representatietaak als aan haar missionaire taak (anderen bereiken). In het kader van haar 45e verjaardag wenst EO een beeld te krijgen van hoe ‘Leef je geloof’ in Nederland gestalte krijgt. Daartoe heeft zij Blauw Research opdracht gegeven om onderzoek uit te voeren onder verschillende groepen in de samenleving, zowel christenen als niet-christenen, Rooms-Katholieken en protestanten, kerkgangers en nietkerkgangers en specifiek EO-leden. Onderzoeksdoelstelling De hoofddoelstelling van het onderzoek luidt: “Hoe krijgt leven vanuit het christelijke geloof anno 2012 gestalte en welke impact heeft dit?” De belangrijkste subvragen daarbij zijn: (1) Hoe vullen mensen hun leven vanuit geloof praktisch in? Daarbij zijn 5 thema’s onderscheiden: Schepping, Mensen in nood, Relaties, Samenleving en Geloof. (2) Hoe is dit merkbaar in de samenleving? (3) Hoe spelen de kerk en de EO daar een rol in?
EO Leef je Geloof in Nederland
1
Kort & Krachtig
1.1
Achtergrond onderzoeksopzet
&
Insteek onderzoek De gekozen insteek van het onderzoek vindt z’n basis in het idee dat het geloof (de relatie met God) richting zou moeten geven aan iemands gedrag: ‘aan de vruchten herkent men de boom’. Jezus roept zijn volgelingen op om zoutend zout en lichtend licht te zijn in de wereld. Christenen hebben anders gezegd een voorbeeldfunctie. Voorbeeldgedrag zou zich (o.a.) dienen te manifesteren in vruchten van de Geest, herkenbaar voor iedereen. Om te kunnen toetsen in hoeverre dat ook zo is, hebben we ‘Leef je geloof’ benaderd vanuit zowel het perspectief van christenen zelf als dat van de maatschappij. Opzet onderzoek Het onderzoek is opgebouwd uit verschillende fasen. Bij aanvang zijn diverse groepsdiscussies gehouden met christenen en niet-christenen om een diepgaand beeld te krijgen van opvattingen, motivaties, houdingen en voorbeelden met betrekking tot ‘goed leefgedrag’ in de samenleving. Ook werd online een discussie gevoerd met en tussen kringleiders van diverse kerkgenootschappen over hun ervaringen met geloof delen. Een aantal van hen heeft het onderwerp ook besproken in de eigen Bijbelstudiekring of Groeigroep. Toetsing Om de belangrijkste conclusies uit deze kwalitatieve fasen te toetsen is ter afronding een grootschalig online kwantitatief onderzoek onder ruim 1.000 Nederlanders uitgevoerd. Ter vergelijk is de vragenlijst ook voorgelegd aan een steekproef van EO-leden. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek worden in dit hoofdstuk ‘Kort & Krachtig’ besproken.
B14372 / september 2012
Pag. 6
1
Leef je Geloof in Nederland anno 2012 Impact van geloof De impact van het geloof is niet voor iedereen hetzelfde. Er is een substantiële groep christenen voor wie de invloed van geloven, van een relatie met God, heel groot is; bepalend voor wie ze zijn en wat ze doen. Voor hen vormen God, Jezus en/of de Bijbel hun inspiratiebron. Dankzij hun geloof zijn ze als mens gegroeid, in zelfvertrouwen, in het kunnen doorgeven van liefde aan anderen, in het kunnen vergeven van anderen. In het geloof vindt een groot deel van deze groep hun basis en dat heeft gevolgen. Zo zijn er mensen die vanwege het geloof relaties hebben kunnen herstellen, van verslavingen zijn afgekomen, die de keuze van hun baan erop hebben afgestemd en die meer genieten van het leven. Voor een bredere groep christenen is het terug te zien in een sterker besef van normen en waarden, het kunnen omgaan met tegenslagen en het maken van bewustere keuzes. Gedrag En dit werkt ook door in het leven van alledag. “Aan de vruchten herkent men de boom”. Christenen willen zich ‘goed’ gedragen en zo anderen de liefde van God laten zien. ‘Zoutend zout en lichtend licht, een lamp boven de korenmaat’. Dat is immers ook de opdracht die christenen hebben meegekregen. Dit zou betekenen dat christenen in de samenleving op basis van hun gedrag positief zouden moeten opvallen. Dat is echter niet direct het beeld dat uit dit onderzoek ontstaat. Om diverse redenen: 1.
Wat als ‘goed gedrag’ wordt bestempeld wordt niet per se gezien als typisch christelijk gedrag, of herkend als iets dat zijn oorsprong heeft in specifiek christelijke normen en waarden.
EO Leef je Geloof in Nederland
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies (1)
2.
‘Goed gedrag’ wordt grotendeels gezien als de norm en valt daarom minder op dan negatieve voorbeelden. Ondanks dat men een verhuftering van de samenleving ervaart zijn voorbeelden van goed gedrag an sich nog weinig opvallend.
3.
Christenen en niet-christenen verschillen niet zo sterk in datgene wat mensen doen en laten op het gebied van de thema’s die de EO centraal stelt (schepping, relaties, mensen in nood, maatschappij), al zijn er wel verschillen te ontdekken: - Het meest kenmerkende verschil zit hem in de mate waarin vooral christenen energie steken in het onderhouden van relaties, vrijwilligerswerk en het bemoedigen van mensen die het moeilijk hebben (dichtbij en ver weg) door het geven van aandacht en geld. Deze ‘gerichtheid op de ander’ wordt al vroeg aangeleerd. In de opvoeding van kinderen blijkt de focus verschillend: vinden niet-christenen het zeer belangrijk dat hun kinderen het beste uit zichzelf halen, christenen richten zich vaker op de medemens (eerlijk zijn, met anderen willen delen). Christenen blijken ook vaker vergevingsgezind naar anderen toe. - Het domein ‘schepping/duurzaamheid’ blijkt deels christelijk, deels seculier. Hoewel christenen vaker een schone aarde voorstaan, zijn verantwoord omgaan met eten en dierenwelzijn aspecten waarop niet-christenen zich positief onderscheiden (opvallend genoeg het vaakst bij diegenen die wel christelijk zijn opgevoed). Ook wat geefgedrag betreft, hebben charitatieve instellingen op het gebied van ‘natuur’ voor actieve christenen relatief minder prioriteit.
B14372 / september 2012
Pag. 7
1
Leef je Geloof in Nederland anno 2012 4.
Er wordt eerder naar christenen gekeken als mensen die bepaalde dingen niet mógen, dan als mensen die bepaalde ‘goede’ dingen juist wel doen.
5.
Verschillen tussen katholieken en protestanten blijken vaak groter dan die tussen christenen en nietchristenen. Hetzelfde geldt voor kerkgangers versus niet-kerkgaande christenen, of ‘overtuigde christenen’ versus ‘twijfelaars’. Dit draagt niet bij aan een eenduidig beeld dat mensen kunnen opbouwen van ‘christenen in het algemeen’.
6.
7.
Een deel van typisch ‘goed gedrag’ vind plaats binnen de kring van de kerk. Er zijn christenen die zich vooral daar belangrijk maken, hetgeen niet zichtbaar wordt in de maatschappij. Hier dient overigens opgemerkt dat dit niet betekent dat christenen buiten hun eigen kring niet actief zijn. Dat doen ze zeker ook, minstens zoveel als niet-christenen. Christenen zijn geen perfecte mensen. Sterker nog, het tegendeel is ook wel eens het geval en bovendien beeldbepalend. De beeldvorming ten aanzien van christenen in relatie tot gedrag is ondermeer dat het niet altijd overeenkomt met hetgeen ze belijden. Christenen wordt toegedicht dat ze wel weten wat ‘goed’ gedrag is, maar of ze er ook allemaal -en op ieder moment- naar handelen, daar bestaan gerede twijfels over. Bij ongeveer de helft van de nietchristenen heeft dit postgevat in kwalificaties als hypocriet, betweterig en bemoeizuchtig.
EO Leef je Geloof in Nederland
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies (2)
8.
Veel christenen doen zich (die beeldvorming beseffend) liever niet expliciet als christen gelden en ‘lopen niet te koop’ met hun christen-zijn in relatie tot hun eventuele goede gedrag. Niet alleen maar defensief; ook vanuit bescheidenheid of onbaatzuchtigheid (‘laat de linkerhand niet weten wat de rechter doet’ ; ‘de liefde zoeke zichzelve niet’). Een mate van onzichtbaarheid waar overigens veel christenen zelf van vinden dat dat jammer is.
9.
De groep actieve christenen (kerkgaand en/of EO-lid) die zich wel degelijk onderscheiden qua gedrag -en zich zonder (of met minder) schroom als christen profileren- is relatief beperkt van omvang en daarmee in geringe mate beeldvormend.
Houding en motivatie Het voorgaande beschrijft in grote lijnen het beeld van de uitkomsten als het gaat om gedrag van christenen. Een laag dieper dan gedrag, daar waar het gaat om houding en beweegredenen, verschillen christenen en niet-christenen ook niet veel van elkaar. Binnen beide groepen is de verhouding activisten / idealisten / realisten / cynici nagenoeg gelijk. En ook op het gebied van motivaties is de verdeling over rechtschapen / rechterhand / rechtvaardig / rechtevenredig bijna identiek tussen christenen en nietchristenen. Tekenend is, dat wanneer gekeken wordt hoe christenen en niet-christenen zichzelf typeren aan de hand van de ‘vruchten van de Geest’, het meest in het oog springende verschil is dat niet-christenen zich vaker de eigenschap vreugde toedichten.
B14372 / september 2012
Pag. 8
1
Zoethouder of smaakmaker? Pas wanneer wordt ingezoomd op subgroepen (o.a. kerkgangers, protestanten, EO-leden) wordt duidelijk dat hun motivaties en houding afwijken van de rest van Nederland. Onder hen bestaat veel minder cynisme en is veel vaker sprake van het nastreven van idealen of een actieve houding. Veel vaker behoort men ook tot de segmenten rechtschapen en rechtvaardig. Zij handelen meer vanuit hun eigen verantwoordelijkheid dan dat ze ‘wachten’ op het collectief. Liefde, vrede en trouw worden meer dominant in hun karakter. Geloofstwijfel is onder deze (sub)groepen veel minder sterk aanwezig. Op een enkeling na geven zij aan dat ‘goed gedrag’ voortkomt uit hun (christelijke) levensovertuiging en naar verhouding minder genetisch bepaald is. Voor hen spelen de kerk en de EO een belangrijke rol op het gebied van inspiratie, beleving, verdieping, bemoediging en ondersteuning bij het missionair zijn. Wat dat laatste betreft voelen EO-leden zich vooral ondersteund door respectievelijk Nederland Zingt, De Verandering, The Passion, Op zoek naar God en Nederland Helpt. Tips van zeer betrokken en actieve christenen voor de EO komen neer op meer verdieping (Bijbelstudie) en vaker laten zien van ‘geloof in de praktijk’. Zoethouder of smaakmaker? Samenvattend is de impact van het christelijk geloof anno 2012 voor een relatief kleine, maar substantiële groep gelovige christenen enorm. Zij vinden hun basis (identiteit) in het geloof en laten hun leven leiden door Jezus of de Bijbel. Door het geloof voelen zij zich geroepen om ‘zoutend zout’ te zijn in de -vanuit hun perspectief geziensoms ‘smakeloze’, ‘onzuivere’ en wellicht ‘onhoudbare’ maatschappij. Daarbij pogen zij het gebod -de ander even lief te hebben als zichzelf- in de praktijk handen en voeten te geven. EO Leef je Geloof in Nederland
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies (3) Deze (sub)groep probeert niet alleen ‘goed te doen’ in het eigen kringetje van de kerk en geeft niet alleen aan christelijke charitatieve instellingen. Zij doen dat extra ten opzichte van dat wat Nederlanders gemiddeld genomen binnen de maatschappij doen. En daarbij zoeken zij –ieder op eigen wijze- naar mogelijkheden om Gods liefde in de samenleving te laten zien en het geloof bespreekbaar te maken. Als een goed en krachtig zout. Het merendeel van de gelovigen in het christelijke landschap staat echter meer gereserveerd ten aanzien van het delen van hun geloof. Zij lopen er zeker niet mee ‘te koop’ dat ze christen zijn. Hun verlangen is vaak wel zich als zodanig te laten kennen, maar dan niet te expliciet. Ze voelen zich daar niet senang bij. Soms schamen christenen zich ook voor andere christenen. Ze weten dat er een bepaald beeld bestaat in de samenleving over christenen en dat beeld wordt vaak ook herkend. Hoewel christenen zich niet gediscrimineerd voelen, realiseren zij zich dat er anders naar je wordt gekeken op het moment dat je als christen te boek staat. De lat ligt dan hoger en je gedrag wordt dan nadrukkelijker gewogen. Al dan niet bewust overheerst de neiging om ’zoet te houden’. Zowel in relatie tot andere christenen, die een steeds meer heterogene groep lijken te vormen, als ook richting de niet-gelovige naaste. Kerken bieden voor veel gelovige christenen een plaats om eensgezindheid te voelen, God te eren, geloof te delen en geïnspireerd te raken. Een groeiende groep -eveneens overtuigde- christenen (be)leeft zijn geloof echter op individuele wijze. De EO kan hen en alle andere christenen bemoedigen en uitdagen om de wereld naar Jezus’ opdracht smaak te geven, te zuiveren van onrecht en zorgvuldig te conserveren.
B14372 / september 2012
Pag. 9
Hoofdstuk 2: Betekenis van het geloof
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 10
2
Religie voor klein deel samenleving belangrijkste inspiratiebron Voorbeeld in het leven staan vader/moeder
25% 19%
partner iemand anders uit directe omgeving kind(eren) religieus leider ander familielid
31% 30%
14% 15% 7%
8% 9%
3%
partner
32%
9%
10% 8% 6% 10%
3%
23%
4% 2%
ander familielid
3% 6%
1%
religieus geschrift 15% ik zelf / leef eigen leven
politicus/politieke partij
1%
politicus/politieke partij
sporter
1% 1% 1%
Naar verhouding vormt religie in Nederland voor circa 6% de belangrijkste inspiratiebron voor de levenswijze.
16%
2% 1% 2%
sporter
Van de EO-leden geeft ongeveer tweederde aan dat religie voor hen het belangrijkste voorbeeld voor het leven biedt (niet in grafiek).
2%
kunstenaar kunstenaar
1% popster
popster iemand of iets anders weet niet
13% 10%
0% 10% Christenen (n=352) actieve kerkganger (n=134) EO Leef je Geloof in Nederland
3% 1%
iemand of iets anders
3% 4% 2%
weet niet
6% 8%
23% 0%
20% 30% 40% niet-Christenen (n=673)
Ouders vormen voor bijna één op de drie christenen en niet-christenen het belangrijkste voorbeeld als het gaat om hoe zij in het leven willen staan. Ook de eigen partner en kinderen zijn vaak een bron van inspiratie. Gemiddeld 16% van de (gelovige) christenen laat zich bovenal inspireren door hun religie (aangenomen mag worden dat dit Jezus of de Bijbel betreft). Het kerkgenootschap blijkt van grote invloed te zijn: onder protestantse christenen is het aandeel 39%; onder RoomsKatholieken 4%. Onder actieve kerkgangers (bezoeken tenminste 1x per maand een dienst) is het aandeel 37%.
22%
1% 3%
ik zelf / leef eigen leven
4%
religieus leider
2%
religieus geschrift
37%
20% 16% 21%
kind(eren)
10%
2%
23%
iemand anders uit directe omgeving
11%
3%
2.1 Belangrijkste inspiratiebron
Voorbeeld in het leven staan vader/moeder
Betekenis van het geloof
10%
Rooms Katholiek (n=149) geen kerklid (n=70) B14372 / september 2012
16% 18% 20%
30%
40%
Protestants en overig (n=133)
Quote online community christenen: “Ik bepaal niet zelf de koers van mijn leven, maar zoek naar de weg die God met mij door dit leven wil gaan en probeer de weg te volgen die Hij voor mij heeft uitgestippeld. Ik zal waarschijnlijk heel veel dingen niet krijgen en er zullen dingen zijn die onbereikbaar voor mij blijven. Maar ik ontvang wel alles wat ik nodig hebt op het juiste tijdstip. Pas achteraf zie ik hoe God mij daar doorheen geholpen heeft” Pag. 11
2
Goed gedrag komt voor christenen (ook) voort uit geloof Leer je van je ouders Christenen (n=352)
6%
Christenen (n=352)
75%
20%
nietChristenen (n=673)
90%
8%
nietChristenen (n=673)
78%
actieve kerkganger (n=134)
92%
6%
actieve kerkganger (n=134)
75%
EO-leden (n=175)
82% 0%
20%
40%
(zeer) mee eens (zeer) mee oneens
16% 60%
80%
100%
niet mee eens, niet mee oneens
EO-leden (n=175)
niet-Christenen (n=673)
64%
27%
actieve kerkganger (n=134)
EO Leef je Geloof in Nederland
26%
85%
EO-leden (n=175) 0% (zeer) mee eens (zeer) mee oneens
24%
91% 20%
17%
18% 7%
69%
0% (zeer) mee eens (zeer) mee oneens
20%
20%
11%
12%
47%
9%
7%
40% 60% 80% 100% niet mee eens, niet mee oneens
Christenen (n=352)
23%
niet-Christenen (n=673)
22%
actieve kerkganger (n=134)
19%
EO-leden (n=175)
11% 0%
37%
49%
44%
37%
31%
(zeer) mee eens (zeer) mee oneens B14372 / september 2012
Voor EO-leden is de rol van geloof relatief groter (91%); zij menen minder vaak dan anderen dat goed gedrag genetisch bepaald is.
Quote groepsdiscussie christenen: “Ik wil mijn kinderen een christelijke opvoeding geven zoals ik die van mij ouders heb gehad. Maar ook wel vrijlaten als ze ook fases heeft waarin ze niet gelooft. Ik wil dat ze kiest voor geluk. Als het geloof erin zit, dan is het mooi.”
40%
30%
20%
Goed gedrag leer je in de eerste plaats van je ouders en voor een belangrijk deel door levenservaring. De eigen levensovertuiging of het geloof speelt voor tweederde van de christenen een belangrijke rol (64%). Onder protestanten is dat 82%, onder RoomsKatholieken 53% en onder niet-kerkelijke christenen 54% (niet in grafiek). Van de christenen die regelmatig een kerkdienst bezoeken geeft 85% aan dat goed gedrag mede voorkomt uit de eigen (geloofs-) overtuiging.
40% 60% 80% 100% niet mee eens, niet mee oneens
Genetisch bepaald
Komt voort uit levensovertuiging / geloof Christenen (n=352)
2.2 Herkomst goed gedrag
Leer je door de jaren heen (van anderen)
93%
Betekenis van het geloof
58% 40%
60%
80%
100%
Quote groepsdiscussie christenen: Waardoor wordt je bemoedigd tot goed gedrag? Het vindt zijn oorsprong in mijn opvoeding, daar heb ik al geleerd je moet altijd iets doen voor de anderen.
niet mee eens, niet mee oneens Pag. 12
2
Voor EO-leden wijst Jezus de weg; veel twijfel onder christenen
2.3 Geloofshouding Eén op de drie Nederlanders (34%) beschouwt zichzelf als ‘gelovig christen’. Eén op de zes vindt weliswaar inspiratie in Jezus of de Bijbel, maar gelooft niet. De overigen zijn ‘andersgelovig’ (circa 5%) of hebben naar eigen zeggen niets met geloven, Jezus of de Bijbel (43%).
Uitspraken over geloof Christenen (n=352)
20%
Rooms Katholiek (n=149)
15%
Protestants en overig (n=133)
16%
geen kerklid (n=70)
10%
13%
niet-Christenen (n=673)
8%
13%
12%
geen christelijke opvoeding (n=322)
7%
actieve kerkganger (n=134)
30%
65%
13%
79%
35%
28%
20%
34% 40%
EO-leden geven beduidend vaker aan dat hun geloof een sterke invloed heeft op hun leven.
36%
53%
gelooft, Jezus wijst de weg gelooft, al voert twijfel wel eens de boventoon gelooft niet, vindt Jezus inspirerende figuur
Van de niet-christenen zegt 26% niet te geloven, maar wel inspiratie uit Jezus / de Bijbel te halen. Dit aandeel is hoger onder diegenen die een christelijke opvoeding genoten (35%) dan onder diegenen waarvoor dat niet geldt (15%). De groep gelovigen onder de niet-christenen omvat o.a. Boeddhisten, Moslims en humanisten.
52%
17%
8%
0%
Van de christenen is één op de vijf ervan overtuigd dat Jezus hem/haar de weg wijst. Bijna tweederde van de christenen gelooft, maar kent zo nu en dan twijfels. Onder RoomsKatholieken bevinden zich relatief meer twijfelaars dan onder protestanten. Een kwart van de christenen die niet aangesloten zijn bij een kerk, is overtuigd van de waarde van Jezus of de Bijbel in zijn/haar leven.
39% 77%
18%
EO-leden (n=175)
EO Leef je Geloof in Nederland
80%
31%
wel christelijke opvoeding (n=351)
64%
5%
60%
13% 80%
100%
gelooft, Bijbel geeft richtlijnen voor het leven gelooft niet, vindt dat er veel goeds in Bijbel staat gelooft niet, hecht geen waarde aan Jezus/Bijbel B14372 / september 2012
Betekenis van het geloof
Quote groepsdiscussie christenen: “Voor mij is geloof de zekerheid van de dingen die ik hoop en het bewijs van de dingen die ik niet zie. Ik geloof dat Hij me helpt. Hij zorgt echt voor mij. Hij zegt bid, vraag en het zal je gegeven worden. Dus dat ik die dingen ontvang, dat is bewijs. .” Pag. 13
Aandeel christenen dat Jezus / Bijbel richtinggevend voor hun leven noemt is klein, maar substantieel. Het zijn niet alleen kerkgangers.
2
Betekenis van het geloof
2.4 Christelijk landschap Gerekend naar de totale Nederlandse bevolking (van 18 jaar en ouder) blijkt dat circa één op de acht Nederlanders als regelmatige kerkganger kan worden getypeerd (bezoekt tenminste 1x in de maand een dienst).
Christelijk landschap in verhouding
Het aandeel Nederlanders dat aangeeft dat hij/zij Jezus als wegwijzer of de Bijbel als richtlijn voor het leven beschouwt, is gelijk.
7% 13%
Er bestaat dan ook een sterke correlatie tussen de twee variabelen. Toch zijn zeker niet alle Nederlanders die expliciet aangeven dat zij Jezus of de Bijbel als uitgangspunt voor het leven kiezen betrokken bij een kerk (13% van hen is geen kerklid, 22% is wel lid, maar geen actieve kerkganger). Omgekeerd geldt dat bij ruim een derde van de kerkgangers geloofstwijfel wel eens de boventoon voert.
34%
4%
15% 3%
31%
Actieve kerkganger Jezus/Bijbel is richtlijn leven
EO Leef je Geloof in Nederland
Gelovig christen, Rooms-Katholiek Gelovig christen, Protestants/overig Gelovig christen, geen kerklid Niet-christen, wel christelijk opgevoed Niet-christen, niet christelijk opgevoed B14372 / september 2012
n=1025
Toelichting bij grafiek: Alle percentages zijn gebaseerd op de totale Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder. Leesvoorbeeld: 13% van NL is gelovig protestants; 9% van NL is gelovig protestants kerkganger en 8% van NL is gelovig protestants en kiest Jezus/Bijbel als richtlijn voor het leven. Pag. 14
2
Impact van het geloof voor actieve christenen en EO-leden groot
actieve kerkganger / EO-lid
actieve kerkganger / EO-lid heeft sterk gevoel voor normen en waarden
57%
2.5 Impact van geloven
Impact op dagelijks leven (2)
Impact op dagelijks leven (1) 59%
59%
kan slechte dingen achterwege laten
47%
67%
geeft vrije tijd op ten behoeve van anderen
56%
76%
kan mezelf makkelijk wegcijferen
46%
57%
kan houden van mensen die zich vijandig opstellen
44%
71%
42%
20%
17%
30%
8%
22%
43%
17% 10%
18%
25%
15% 5%
18%
25%
beter geduld bewaren
15% 6%
17%
32%
54%
beter hulp anderen accepteren/ontvangen
12% 6%
16%
21%
43%
60%
heeft minder conflicten
11% 4%
13%
22%
30%
32%
49%
minder agressief
10% 3%
7%
21%
29%
36%
58%
heeft relaties kunnen herstellen
10% 3%
12%
24%
29%
31%
44%
vrij van verslavingen
8% 5%
7%
19%
28% 15%
31%
52%
durft anderen aan te spreken op gedrag
8% 4%
10%
14%
25%
25%
60%
kan makkelijk tegen kritiek
7% 5%
6%
17%
vrijwilligerswerk
25% 16%
28%
46%
voor huidige baan gekozen
6% 2%
6%
10%
mensen vergeven die men anders nooit kan vergeven
23% 13%
27%
47%
heeft relaties moeten verbreken
3%
2%
9%
22%
26%
31%
vindt moeilijk dingen te laten die anders wel zou doen/deed
1% 2%
4%
6%
21%
21%
31%
geen van bovenstaande uitspraken van toepassing
3%
0%
35% 48%
let op taalgebruik
28% 46%
heeft basis in leven gevonden
19%
kan beter met tegenslagen omgaan
42% 20% 39%
maakt bewustere keuzes
14%
eerlijk naar andere mensen toe
39% 22% 38%
meer bewust van naaste
20%
geniet meer van leven
14%
houdt zondagsrust in ere
12%
vrede hebben met situatie wat men anders niet zou hebben
14%
laat zich minder leiden door uiterlijkheden of bezit leeft uit dankbaarheid voor verlossing
2%
voelt zich gewaardeerd persoon
9%
heeft meer zelfvertrouwen
9% 0%
20% 40% 60% 80% 100%
Gelooft, Jezus / Bijbel is richtlijn leven (n=127) EO Leef je Geloof in Nederland
5% 19%
6% 34% 0%
20% 40% 60% 80% 100%
Gelooft, al voert twijfel soms boventoon (n=225) B14372 / september 2012
Betekenis van het geloof
n=167 n=134
Aan christenen is gevraagd in hoeverre hun geloof impact heeft op het doen en laten in hun dagelijks leven. De resultaten zijn gesplitst naar ‘geloofshouding’ en afgezet tegen de resultaten onder actieve kerkgangers en EO-leden. Veel christenen geven aan dat zij dankzij het geloof een sterk gevoel voor normen en waarden hebben ontwikkeld. Ook let men op het eigen taalgebruik en zegt men beter met tegenslagen om te kunnen gaan. Velen stellen bovendien (door het geloof) bewuster te zijn in het maken van keuzes, zich meer bewust van de naaste te zijn en eerlijker naar anderen toe te zijn. Actieve kerkgangers benadrukken dit het sterkst. Diegenen die geloofstwijfel uiten, ervaren minder impact van het geloof in hun leven. EO-leden zien op bijna alle punten vaker effect dan christenen in het algemeen en actieve kerkgangers. De punten waar dit het sterkst tot uitdrukking komt zijn: bewustere keuzes maken, het eerbiedigen van zondagsrust, zich minder laten leiden door uiterlijkheden of bezit en vrijmaken van tijd voor anderen. Verder valt op dat EO-leden veel sterker leven vanuit dankbaarheid dan gemiddeld onder christenen het geval is. Driekwart van de EO-leden geeft bovendien aan door het geloof een basis in hun leven te hebben gevonden. Onder christenen is dat gemiddeld 29% (kerkgangers 56%). Pag. 15
2
Impact van het geloof voor actieve christenen en EO-leden groot
Betekenis van het geloof
2.5 Impact van geloven (2)
Quote online community christenen : “Het uitte zich verder o.a. in een verruwing van het taalgebruik. Op een gegeven moment hoorde ik een weerbarstige vloek (de misbruik van Gods naam) die ik riep, tegen de muren echoën. Voor mij was dat een punt waarop ik tot de conclusie kwam dat ik een verkeerde weg was ingeslagen en dat ik niet zonder God zou kunnen leven.” Quote online community christenen : “God staat bij mij echt op de eerste plaats. Veel mensen begrijpen dit niet goed, want je man en kinderen horen op nr 1 te staan. Maar ik zeg dan: ik begrijp heel goed dat ik zonder God niet in staat ben om ook maar iets te doen of om iets te ontvangen. Alles wat ik heb, heb ik van God gekregen.” Quote online community christenen : “Nadat na een heel korte ziekte mijn laatste grootmoeder op 91-jarige leeftijd overleed, bleek 2 weken later mijn moeder alvleesklierkanker te hebben. Een gelukkig goedgeslaagde, maar heel zware operatie volgde met daarna chemo. Een paar maanden na de laatste chemo bleken er uitzaaiingen in de longen te zitten, waar weinig meer aan te doen was, waarna ze in maart 2009 overleed. In 2010 heb ik zelf huidkanker (melanoom) gehad. Ik kan me niet goed voorstellen hoe het is om al deze dingen mee te maken zonder God. Het lijkt me heel moeilijk, omdat ieder afscheid definitief is. Daarnaast moet je dan in wezen alles alleen dragen, zeker wanneer je, zoals ik, alleenstaand bent. Dat is nu niet het geval. Er is de wetenschap dat God van me houdt en op de momenten dat het nodig is, laat Hij me dat ook ervaren. Quote online community christenen : “Ik vind vooral gewetensvol handelen heel belangrijk. Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.” Quote groepsdiscussie christenen : “Oog en oor hebben voor elkaar. Tijd maken voor elkaar. Kan ook financiel zijn. Goede doelen. Als ik iets over heb. Dan kijk ik wel of ik er iets goeds mee kan doen. Op moment dat mensen mijn hulp nodig hebben, altijd helpen.” Quote groepsdiscussie christenen: “Hoe alles ontstaat, dat vind ik allemaal zo mooi. Net als met kinderen krijgen. Dat is en blijft een wonder. Als christen geniet ik veel meer.” EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 16
2
Impact van het geloof voor actieve christenen en EO-leden groot
Betekenis van het geloof
2.5 Impact van geloven (3)
Quote groepsdiscussie christenen: “Ik werk bij de marechaussee dan heb je ook regelmatig dienst op zondag, dat doe ik liever niet. Ik vind niet dat mijn collega’s eronder moeten lijden maar ik probeer het wel altijd te ruilen. Het is geven en nemen, de marechaussee is zo groot, er zijn altijd wel collega’s die wel kunnen en ze weten het inmiddels van mij.” Quote online community christenen : “Gisteren een goede Hemelvaartsdag, ondanks de zorg om stiefzus. De dienst was goed, hemelvaart is relevant, ook in deze tijd. God is dichterbij dan ooit. Vanmorgen slecht nieuws: Stiefzus is overleden. Ik merk dat het me veel meer doet dan ik verwacht had. En dat ik mezelf vragen stel die ik me na het overlijden van mijn moeder niet stelde: waarom overlijdt zij en overleefde ik? We leven in een gebroken wereld, waarin er niet voor alle gebeurtenissen goede redenen bestaan. Gelukkig is God in alle omstandigheden erbij. Kan alleen maar bidden voor de naaste familie en doe dat dus ook.” Quote online community christenen : “Vroeger ging ik elke week naar de koffiebar van Youth for Christ en daar heb ik ook bewust een keuze gemaakt voor God. Ik ervaar Hem als mijn liefdevolle Vader en dank Hem dagelijks voor Zijn Zoon Jezus Christus, die mijn Redder en Verlosser is. Ik ben blij dat ik al jong veel van God heb geleerd en dat ik dat heb door mogen geven aan onze kinderen.” Quote groepsdiscussie christenen : “Ik heb jarenlang als vrijwilliger gewerkt om een wijkcentrum in de schildersbuurt van Den Haag van de grond te krijgen, daar praatte ik met de jeugd en deed ik allerlei klusjes om het draaiend te houden. Ik droeg daar niet actief mijn geloof uit, maar wilde er wel voor de mensen zijn.” Quote online community christenen : “Mijn ouders worden al een paar jaar geterroriseerd door de meestal dronken buurman en zijn kornuiten. Vanmorgen het bericht gekregen dat ze weer bakstenen tegen het voorraam van de woonkamer hebben gegooid. Het raam is deze keer gelukkig niet stuk, maar zoveel geluk hadden ze de vorige keer niet, helaas! Ik blijf tot God bidden dat Hij mijn ouders in Zijn bescherming wil opnemen en tegelijkertijd bid ik ook (ik vind dat wel moeilijk) voor de buurman en zijn kornuiten dat ze maar tot inzicht mogen komen wat ze aan het doen zijn. Ik weet niet of het ooit zover komt, maar voor God is niks onmogelijk!!!” Quote online community christenen : “Het meest word ik opgebouwd, door gewoon maar te doen, te leren, te durven, bevrijd van angst en zorgen je weg met God gaan en je laten leiden door de Geest. Dat betekent loslaten van zekerheden, die staan opbouw in de weg omdat het om 100 % ontvankelijkheid gaat. Opgebouwd worden houdt daarom volgens mij in alle kamers van je leven toevertrouwen aan God zodat Hij in al die kamers aan de slag kan. Dat duurt je hele leven omdat je nog niet alle kamers, die nog dicht zijn, kent. Het mooie van God is dat hij mij de vrijheid geeft om wel/niet een kamer te openen.” EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 17
2
Impact van het geloof voor actieve christenen en EO-leden groot
Betekenis van het geloof
2.5 Impact van geloven (4)
Quote groepsdiscussie christenen: “Ik had een periode in mijn leven waar ik heel losbollig was. Toen ik god leerde kennen besefte ik mij; god heeft het niet zo bedoeld, dat je drugs in je lichaam stopt. Door geloof is dit bij mij veranderd’ Quote groepsdiscussie christenen: “Ik ga regelmatig langs bij ouderen in mijn omgeving, ik heb er niet altijd even zin in en het kost mij toch vaak een avond in de week. Ik doe het wel, ook omdat het je naaste is en zij zich eenzaam voelen.” Quote groepsdiscussie christenen: “Mijn vrouw heeft licht autistische vormen, mijn jongste woont in een pleeggezin, mijn oudste woont weer thuis sinds een paar maanden, op een gegeven moment stortte mijn vrouw in, dat heeft jarenlang zo geduurd, op een gegeven moment opgenomen, twee jonge kinderen in huis, moeilijke tijd, halfjaar alleen gewoond, kinderen in een pleeggezin en vrouw opgenomen, veel steun gehad vanuit de kerkelijke gemeenschap. De hulp die geboden werd, werd je gebeld van kunnen we ergens mee helpen, ik hoefde me niet bezwaard te voelen om iets te vragen. Dat heeft mij heel veel steun gegeven.“ Quote groepsdiscussie christenen: “Ik liep een keer de v&d binnen. Ik liep in de draaideur. Een stelletje opgeschoten jongens hielden die deur vast. Ik reageerde er niet op. Dan is de lol heel snel af. Ik ga niet meer mee in de rottigheid die anderen uit halen.”
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 18
2
Impact van het geloof voor actieve christenen en EO-leden groot
Betekenis van het geloof
2.5 Impact van geloven (5)
Quote online community christenen “Toen is een proces begonnen waarin ik, en ook mijn man zijn gaan beseffen dat Hij echt bestaat en dat we Zijn kracht mogen ervaren, er zijn zoveel dingen veranderd ten goede, vorig jaar zijn we samen met ons zoontje gedoopt. Ons huwelijk is gered, maar wat nog veel mooier is, is dat we Hem mochten leren kennen en Hij in ons hart woont. Ons hele leven hebben we overgegeven aan Hem, we hebben erg veel gehad aan alle mensen om ons heen die nu onze broeders en zusters zijn, wat een waardevol leven hebben we nu.” Quote groepsdiscussie christenen: “Mensen in mijn omgeving weten dat ik niet vloek en er ook niet van houdt. Sommigen zeggen dan sorry, maar dan moet je niet mij aankijken. Als ze “godverdomme” zeggen, dan wijs ik ze er op: weet je wel wat je zegt? Een aantal mensen staan daar totaal niet open voor. In een grote groep, dan gaan ze allemaal stoer lopen doen.“ Quote groepsdiscussie christenen: “Ik werk in de zorg, daarin ben ik natuurlijk veel bezig met anderen, maar het past goed bij de opdracht die ervaar in mijn geloof.” Quote groepsdiscussie christenen: “Ik heb een tijd gehad waarin ik niks met het geloof deed. Ik ben heel verslavings gevoelig. Tijd dat ik niet gelovig was, had ik andere vrienden. Foute jongens, vrienden die stalen. Ik was daar niet zo goed in. Ik kwam in contact met een christen op straat. De foute vrienden heb ik letterlijk het huis uitgeschopt. En ging vanaf toen met mensen om die met normen en waarden leefden.”
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 19
2
Nauwelijks verschil in karakter tussen christenen en niet-christenen Vruchten van de Geest (1) geduld (geduldig) 80% zelfbeheersing (jezelf in de hand hebben; kunnen matigen)
goedheid (ander helpen, eigenbelang niet vooropstellen)
60%
2.6 Impact op karakter (1) Een christen zou volgens de Bijbel herkenbaar dienen te zijn aan de ‘vruchten van de Geest’. In nevenstaande figuur wordt weergegeven hoe mensen volgens henzelf door anderen getypeerd zouden worden; daarbij moesten de drie meest herkenbare eigenschappen (gebaseerd op de vruchten van de Geest) worden aangevinkt. Het lichtblauwe vlak geeft de resultaten voor christenen weer. De groene lijn karakteriseert de niet-christenen. In algemene zin blijken nauwelijks verschillen te ontdekken tussen de karakters van christenen en niet-christenen. Niet-christenen worden vaker als ‘vrolijk’ getypeerd, zeker ten opzichte van protestanten.
40%
20%
zachtmoedigheid (je gevoelige kant tonen)
Betekenis van het geloof
liefde (liefhebbend) 0%
vriendelijkheid (beleefd, respectvol)
trouw (loyaal zijn; eerlijk zijn)
vreugde (vrolijk, enthousiast)
vrede (de vrede bewarend)
Christenen (n=352)
Rooms Katholiek (n=149)
geen kerklid (n=70)
niet-Christenen (n=673)
EO Leef je Geloof in Nederland
Quote groepsdiscussie niet-christenen: “Ik denk wel dat mensen die niet geloven minder fatsoenlijk zijn. Christenen doen dat niet want God kijkt mee. Ik denk dat er minder gelovige dan ongelovige mensen in de gevangenis zitten.”
Protestants en overig (n=133)
B14372 / september 2012
Pag. 20
2
EO-leden onderscheiden zich vaker door liefde, vrede en trouw
geduld (geduldig) 80% goedheid (ander helpen, eigenbelang niet vooropstellen)
60%
2.6 Impact op karakter (2) Het beeld van het karakter van actieve kerkgangers (bezoeken tenminste 1x per maand een dienst) blijkt niet af te wijken van dat van de gemiddelde christen.
Vruchten van de Geest (2)
zelfbeheersing (jezelf in de hand hebben; kunnen matigen)
Betekenis van het geloof
EO-leden kenmerken zich iets vaker door de eigenschappen ‘liefde’, ‘vrede’ en ‘trouw’ dan christenen in het algemeen. De laatstgenoemden dichten zich eerder ‘vriendelijkheid’ als karaktereigenschap toe.
40%
zachtmoedigheid (je gevoelige kant tonen)
20% liefde (liefhebbend) 0%
vriendelijkheid (beleefd, respectvol)
trouw (loyaal zijn; eerlijk zijn)
vreugde (vrolijk, enthousiast)
Christenen (n=352) EO Leef je Geloof in Nederland
vrede (de vrede bewarend)
actieve kerkganger (n=134) B14372 / september 2012
EO-leden (n=175) Pag. 21
2
Voor ex-christenen hebben tien geboden weinig relevantie meer Kennis van tien geboden Christenen (n=352)
30%
Rooms Katholiek (n=149)
21%
Protestants en overig (n=133) geen kerklid (n=70)
48%
45%
niet-Christenen 7% (n=673) wel christelijke opvoeding 10% (n=351) geen christelijke opvoeding (n=322)
actieve kerkganger (n=134)
55%
34%
56%
0%
20%
9%
40%
80%
goed, zou ze (vrijwel) allemaal kunnen opnoemen enigszins, zou de meeste wel kunnen opnoemen nauwelijks, weet dat ze bestaan, ken meeste niet niet, heeft er nog nooit van gehoord EO Leef je Geloof in Nederland
100%
22%
54%
24%
48%
24%
21%
37%
66% 40%
Een flink deel van de niet-christenen, die niet zijn opgegroeid met de Bijbel, is in staat de meeste geboden op te noemen (39%). Eén op de vijf niet-christenen hecht (nog altijd) waarde aan de tien geboden, al zijn ze niet leidend in hun leven.
29%
64%
20%
Onder protestanten is het kennisniveau hoger (93%) dan onder Rooms-Katholieken (63%) en christenen zonder kerklidmaatschap (57%). Een meerderheid van de laatste twee groepen hecht dan ook weinig tot geen waarde meer aan de tien geboden.
26%
25%
45%
14%
0%
17%
42%
44%
EO-leden (n=175)
22% 60%
geen christelijke opvoeding (n=296)
Zes op de tien Nederlanders zijn (tenminste enigszins) bekend met de tien geboden.
17%
24%
19%
actieve kerkganger (n=134)
39%
77%
42%
9%
wel christelijke opvoeding (n=344)
36%
52%
43%
47%
niet-Christenen (n=640)
44%
51%
EO-leden (n=175)
geen kerklid (n=70)
30%
43%
23%
Protestants en overig (n=133)
47%
15%
Christenen (n=352)
Rooms Katholiek 8% (n=149)
34%
48%
2.7 Impact op niet-/ex-gelovigen
Rol van tien geboden
22%
10%
30% 60%
80%
100%
hecht veel waarde aan; ik probeer ernaar te leven hecht wel waarde aan, zijn niet leidend in leven hecht weinig waarde aan; leeft eigen leven tien geboden algemeen; iedereen probeert daar naar te leven B14372 / september 2012
Betekenis van het geloof
Leden van de EO zijn vrijwel allemaal bekend met de tien geboden. Slechts een fractie vindt ze te algemeen.
Quote groepsdiscussie niet-christenen: “Mijn ouders waren behoorlijk gelovig en die putten daar kracht uit. Ze probeerden te leven naar de geest van de bijbel en hadden de 10 geboden hoog in het vaandel staan. Mijn generatie denkt veel meer na en we denken: wat kan daarvan kloppen? Niet zo gek veel! Maar we proberen wel de normen en waarden over te nemen.” Pag. 22
2
Meerderheid ex-christenen zet zich af tegen opvoeding
Betekenis van het geloof
2.8 Waarde christelijke opvoeding Eén op de vijf niet-christenen, die wel gelovig zijn opgevoed, zegt achteraf blij te zijn met de christelijke opvoeding. Ruim 30% is het uitgesproken oneens met deze stelling.
Waarde christelijke opvoeding (niet-christenen, wel christelijke opvoeding) Ik ben blij dat ik christelijk ben opgevoed. Ik heb veel te danken aan mijn christelijke opvoeding.
20%
48%
11%
0%
20%
40%
45%
60%
(zeer) mee eens niet mee eens, niet mee oneens (zeer) mee oneens
EO Leef je Geloof in Nederland
Verschil in blijdschap en dankbaarheid ten aanzien van de christelijke opvoeding kan ons inziens verklaard worden doordat blijdschap met name positieve elementen weegt (bv. verworven inzicht in christelijke waarden die in de samenleving zijn ingebed), waar dankbaarheid sterker een balans is van positieve en negatieve elementen van de opvoeding.
31%
43%
80%
Voor een relatief grote groep is de christelijke opvoeding geen reden voor dankbaarheid (45%). Eén op de tien zegt wel veel te danken te hebben aan de christelijke opvoeding.
100%
n=284
B14372 / september 2012
Pag. 23
2
Verdieping Inspiratie Het geloof in God bepaalt over het algemeen in meer of mindere mate de invulling van het leven van een christen. Daarbij varieert de mate daarvan per persoon en varieert het per persoon ook weer in verschillende periodes van het leven. Christenen geven aan dat het de woordkeuze, levenshouding, de mate waarin men eerlijk is, kerkgang, omgang met geld bepaalt en het een gevoel van verantwoordelijkheid geeft voor de manier waarop men met het eigen leven en dat van anderen om gaat. Van extrinsiek naar intrinsiek gedreven geloof Een groot deel van de christenen die aan dit onderzoek deelnamen geven aan in de afgelopen jaren zelf keuzes te hebben gemaakt in hoe zij invulling geven aan hun relatie met God. Er wordt een verandering ervaren in de wijze waarop men geloof beleeft vergeleken met vroeger. Hierin beschrijft men een beweging van een extrinsiek gedreven geloof, wat opgelegd wordt en wat gebonden is aan regels, naar een meer intrinsiek gedreven geloof, waarin individuele groei en geloofsbeleving belangrijker zijn. Christenen ervaren meer dan ooit de ruimte voor individuele keuzes in hoe men de relatie met EO Leef je Geloof in Nederland
Betekenis van het geloof
2.9 Verdieping God invult. Dit blijkt ook in hoe christenen praten over de relatie met elkaar en met God; het draait om echtheid (authenticiteit) en liefde. Het niet nalaten om liefde door te geven aan de medemens en ook (zo) terug te geven aan God. 10 geboden Opvallend is dat in de groepsdiscussies met niet-christenen de 10 geboden nog regelmatig langskwamen als basis voor de normen en waarden die zij hanteren. Men ziet het als universele leefregels die eigenlijk in iedere cultuur gelden; je mag nergens doodslaan of stelen.
B14372 / september 2012
Quote groepsdiscussie niet-christenen: “Er is een basis wat iedereen weet. Het is wereldwijd. Ik kan me geen land voorstellen waar stelen of moorden normaal is.”
Pag. 24
Hoofdstuk 3: Beweegredenen goed gedrag
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 25
3
Christenen zijn principiëler en vaker vergevingsgezind Schepping/duurzaamheid Christenen 10% (n=352)
20%
niet-Christenen 11% 18% (n=673) actieve kerkganger (n=134)
12%
21%
0%
41%
38%
15%
21%
niet-Christenen (n=673)
41%
38%
16%
19%
actieve kerkganger (n=134)
41%
22%
EO-leden (n=175)
49%
EO-leden 11% 12% (n=175)
56%
20%
40%
60%
Relaties 16%
50%
80%
100%
begaan met milieu hoe meer mensen zich er aan houden, hoe beter vindt het in principe belangrijk zich aan regels te houden hebben als samenleving afgesproken dat dit belangrijk is
Mensen in nood Christenen (n=352)
21%
niet-Christenen (n=673)
18%
actieve kerkganger (n=134)
27%
14%
29% 0%
33%
14%
22%
EO-leden (n=175)
13%
20%
9% 40%
41% 60%
51% 0%
20%
9% 8%
40% 40%
60%
7%
80%
100%
wil weten hoe het met hem/haar gaat kan mij ook overkomen dat ik zoiets vergeet is daar principieel in zo gaan we in vriendenkring met elkaar om
Christenen 8% (n=352)
33%
23%
21% 80%
100%
fijn anderen te helpen, dus biedt hulp aan door aanbod hulp komt diegene misschien tot inkeer is principe mensen te helpen als ze het nodig hebben als hij/zij spijt heeft dan voel ik me vrij om te helpen EO Leef je Geloof in Nederland
41%
34%
40%
actieve kerkganger (n=134)
31%
0%
Christenen en niet-christenen blijken weinig te verschillen waar het gaat om hun motivaties om goed te doen. Christenen lijken vooral iets principiëler te zijn in een aantal situaties; het sterkst is dit zichtbaar op het thema Mensen in nood. Christenen zijn sneller geneigd een ander ‘om niet’ te vergeven. Rooms-Katholieken verklaren hun gedrag vaker als vanzelfsprekend.
42%
Schepping/duurzaamheid: Stel, u rijdt op
niet-Christenen 8% (n=673)
EO-leden 4% (n=175)
16%
Op een viertal voor EO belangrijke thema’s is gevraagd hoe christenen en niet-christenen zouden handelen in specifieke situaties. Doel is om eventuele verschillen in motivatie voor goed gedrag te achterhalen.
De motivatie van EO-leden is op sommige punten nog iets principiëler (Mensen in nood, Samenleving) maar ook vaker intrinsiek bepaald (Relaties, Mensen in Nood).
Samenleving/maatschappij
42%
41%
3.1 Motivaties goed gedrag
Christenen (n=352)
55%
Beweegredenen goed gedrag
12%
17%
43% 20%
25% 40%
60%
41%
41%
27% 80%
100%
gaat er op af, benieuwd wie het is gaat er op af, zou het zelf ook prettig vinden belangrijk naar anderen om te zien, dus neemt de moeite mensen horen zich bij ons op gemak te voelen B14372 / september 2012
een weg waar, vanwege milieubeperkingen, max. 80 km mag worden gereden. U houdt zich eraan want… Relaties: Een vriend(in) heeft al een tijdje niets meer van zich laten horen. Ondanks een aantal pogingen van u. U blijft het proberen want… Mensen in nood: Iemand die u onrecht heeft aangedaan heeft hulp nodig. U zou daar een geschikt persoon voor zijn. U biedt hulp want… Samenleving/maatschappij: Stel, u bent op een feestje. De meesten vermaken zich prima, maar iemand staat stilletjes langs de kant. U gaat op hem/haar af want… Pag. 26
3
Beweegredenen goed gedrag
3.2 Segmenten o.b.v. motivatie Op basis van de motivaties voor goed gedrag kan een viertal segmenten worden onderscheiden, waarbij twee dimensies centraal staan:
Vooral intrinsiek gemotiveerd
rechtschapen
rechterhand
Mensen die vanuit een basisgevoel goed gedrag vertonen, dat als logisch ervaren wordt, maar dan niet bewust, ze doen er ook eigenlijk geen moeite voor, voor hen is het bijna letterlijk 'natuurlijk'. Mensen waarvan christenen ook kunnen zeggen: "raar dat het geen christenen zijn". Of christenen die je zou typeren als de 'nieuwe' mens, rein van hart, vol van de Geest. De betreffende personen zelf zijn zich hiervan zelf minder bewust.
Mensen die redeneren / zich gedragen vanuit een besef dat er een principe van wederkerigheid bestaat. Niet per se met als adagium ‘voor wat hoort wat’, maar meer vanuit een basisbegrip dat we sociale wezens zijn en voor ons geluk afhankelijk zijn van elkaar. Een ander helpen is (in het geval van christenen ) een manier om je geloof tot uitdrukking te brengen. Een groep ook die niet per se vermijdt dat de rechterhand weet wat de linker doet.
- vooral intrinsieke motivatie versus vooral extrinsieke motivatie vooral besef van eigen verantwoordelijkheid versus vooral besef van een collectief (wederkerigheid) De meeste mensen hebben van alles wel wat, maar kennen een dominantie in een bepaalde richting (18% kon niet worden ingedeeld). Zo ontstaan 4 segmenten: 1.
Vooral besef van individuele verantwoordelijkheid
Vooral besef van collectieve verantwoordelijkheid
2. 3.
Mensen die meer handelen/redeneren vanuit het belang van leefregels, eigenlijk vanuit een onderbewust besef dat onze natuur vooral anders wil, maar dat we rationeel ook wel snappen dat dat niet altijd het juiste is. Je zou het calvinistisch kunnen noemen; eigenlijk zoals een grote generatie is grootgebracht. De tien geboden; staan voor het aangezicht van God (als het christenen betreft). Mensen die zichzelf principieel noemen.
Mensen die niet zozeer vanuit hun eigen overtuiging redeneren, maar zich 'beroepen' op hun 'groep' waar ze deel vanuit maken. Ze volgen met hun gedrag de mores van de groep. Ze voelen de behoefte van regels vanuit de gedachte dat het vooral ook anderen zijn die zich daar dan ook aan houden, dat het de boel bij elkaar houdt, bescherming biedt. Als het om christenen gaat betreft het hier niet zozeer hun relatie met God, maar meer hun verhouding tot de kerkgemeenschap.
rechtvaardig
4.
Rechtschapen (intrinsiek, besef van eigen verantwoordelijkheid) ; rein van hart Rechterhand (intrinsiek, besef van collectief); wie goed doet goed ontmoet Rechtvaardig (extrinsiek, besef van eigen verantwoordelijkheid); de wil van God doen Rechtevenredig (extrinsiek, besef van collectief); sociaal consequent
rechtevenredig Vooral extrinsiek gemotiveerd
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 27
Christenen vaker ‘rechtvaardig’, niet-christenen ‘rechtevenredig’; EO-ers streven het vaakst naar ‘rechtschapenheid’.
16%
Rooms Katholiek (n=149)
29%
16%
Protestants en overig (n=133)
19%
geen kerklid (n=70)
29%
28%
12%
- vooral intrinsieke motivatie versus vooral extrinsieke motivatie vooral besef van eigen verantwoordelijkheid versus vooral besef van een collectief (wederkerigheid)
27%
32%
34%
3.2 Segmenten o.b.v. motivatie (2)
25%
29%
28%
Beweegredenen goed gedrag
Op basis van de motivaties voor goed gedrag kan een viertal segmenten worden onderscheiden, waarbij twee dimensies centraal staan:
Segmentatie o.b.v. motivatie Christenen (n=352)
3
21%
25%
De meeste mensen hebben van alles wel wat, maar kennen een dominantie in een bepaalde richting (18% kon niet worden ingedeeld). Zo ontstaan 4 segmenten:
29%
1.
niet-Christenen (n=673)
15%
34%
21%
31% 2.
wel christelijke opvoeding (n=344)
16%
geen christelijke opvoeding (n=296)
13%
actieve kerkganger (n=114)
20%
rechterhand (2)
60%
rechtvaardig (3)
4.
17% 80%
rechtevenredig (4)
B14372 / september 2012
Wanneer christenen en niet-christenen worden vergeleken, blijkt dat christenen vaker in het segment ‘rechtvaardig’ vallen en niet-christenen vaker in het segment ‘rechtevenredig’. Tussen actieve kerkgangers en niet-christenen zijn deze verschillen nog scherper zichbaar.
18%
36%
40%
3.
34%
31%
23% 20%
27%
23%
30%
24% 0%
EO Leef je Geloof in Nederland
30%
21%
EO-leden (n=148)
rechtschapen (1)
37%
Rechtschapen (intrinsiek, besef van eigen verantwoordelijkheid) ; rein van hart Rechterhand (intrinsiek, besef van collectief); wie goed doet goed ontmoet Rechtvaardig (extrinsiek, besef van eigen verantwoordelijkheid); de wil van God doen Rechtevenredig (extrinsiek, besef van collectief); sociaal consequent
100%
Bij leden van de EO is daarnaast het aandeel ‘rechtschapen’ relatief hoog. De leden scoren minder hoog op ‘rechterhand’. Pag. 28
3
Veel christenen hebben liberaal/rechtse houding t.a.v. zwakkeren Schepping/duurzaamheid Christenen (n=352)
39%
niet-Christenen (n=673)
45%
41%
10%
Christenen (n=352)
32%
10%
niet-Christenen (n=673)
35%
actieve kerkganger (n=134)
37%
55%
actieve kerkganger (n=134)
EO-leden (n=175)
35%
60%
EO-leden (n=175)
0%
20%
40%
60%
80%
100%
iedereen (bewust handelt) bijdrage levert verbetering milieu verantwoordelijkheid aarde goed doorgeven komende generaties hoe ook gesteld milieu, kunnen als individu weinig doen niet overdrijven over hoe slecht met aarde/milieu gesteld is
Mensen in nood Christenen (n=352)
18%
niet-Christenen (n=673)
17%
actieve kerkganger (n=134)
20%
EO-leden (n=175)
20%
35%
16%
38%
33%
37% 0%
20%
40%
60%
61%
47%
27%
14% 0%
9% 9%
70%
83% 20%
40%
60%
80%
100%
kwaliteit relatie heb je zelf in de hand je moet tijd investeren in relatie eerder scheiden/stoppen met relatie ook oplossing naïef om elkaar als mensen eeuwige trouw te beloven
28%
Christenen (n=352)
33%
30%
niet-Christenen (n=673)
30%
16%
80%
actieve kerkganger (n=134)
100%
13%
14%
41%
EO-leden (n=175)
19%
je kunt iets betekenen voor mensen die het minder hebben onze plicht om te zien naar mensen die het minder hebben mensen niet afhankelijk maken hulp; zichzelf leren redden hulporganisaties zijn lang niet altijd effectief/efficiënt EO Leef je Geloof in Nederland
Naast motivatie (in specifieke situaties) is ook de algemene houding van christenen en niet-christenen ten aanzien van de vier EOthema’s uitgevraagd.
Samenleving/maatschappij
31%
38%
3.3 Houding t.a.v. EO-thema’s
Relaties
48%
20%
15%
38%
53% 0%
39%
17%
40%
18%
34%
12% 60%
22% 80%
9%
12% 100%
door actief inzetten maatschappij, samenleving verbeteren we mogen best iets terug doen voor maatschappij voorkomen misbruik voorzieningen door mensen geen recht op geen illusies, verharding maatschappij onder ogen zien B14372 / september 2012
Beweegredenen goed gedrag
Nederlanders zijn m.b.t. duurzaamheid en relaties normatief ingesteld en voelen zich verantwoordelijk voor de natuur en elkaar. Ten aanzien van mensen in nood en de zwakkeren in de maatschappij kenmerkt Nederland zich echter door een liberaal/ rechtse houding: men moet niet afhankelijk worden van hulp en er moet eerder opgetreden worden tegen misbruik van voorzieningen, dan dat men zelf verantwoordelijkheid of het voortouw neemt. De houding van christenen (in het algemeen) verschilt nauwelijks van die van niet-christenen. Wel ijveren christenen vaker voor instandhouding van liefdesrelaties. Protestanten (en actieve kerkgangers) beschouwen het vaker als hun plicht om te zien naar zwakkeren en verantwoord om te gaan met het milieu (niet in grafiek). EO-leden kenmerken zich door aanzienlijk links/socialere houding.
een
Schepping/duurzaamheid: We moeten, als het gaat om het milieu, ons als mensen realiseren… Relaties: We moeten, als het gaat om liefdesrelaties, ons als mensen realiseren… Mensen in nood: We moeten, als het gaat om ontwikkelingslanden, ons als mensen realiseren... Samenleving/maatschappij: We moeten, als het gaat om onze samenleving, ons als mensen realiseren… Pag. 29
3
Kerkgangers minder ‘cynisch’; EO-ers ‘activistischer’
3.4 Segmenten o.b.v. houding Op basis van de houding van mensen ten aanzien van de vier EO-thema’s kunnen vier archetypen worden onderscheiden:
Segmentatie o.b.v. houding Christenen (n=352)
33%
43%
Rooms Katholiek (n=149)
35%
41%
Protestants en overig (n=133)
34%
geen kerklid (n=70)
wel christelijke opvoeding (n=344)
33%
geen christelijke opvoeding (n=296)
33%
0% activist EO Leef je Geloof in Nederland
idealist
20%
16%
36%
20%
42%
13%
50%
60%
realist B14372 / september 2012
5%
10%
11% 11% 12%
6% 80%
1. 2. 3. 4.
Activist: je kunt iets doen Idealist: je moet eigenlijk iets doen Realist: je kunt eigenlijk niets doen Cynicus: je hoeft niets te doen
De meeste Nederlanders zitten aan de positieve kant van de streep wat betreft het geloof in de bijdrage die je als mens kunt leveren, de invloed die je als mens hebt op de EO-thema’s. Dit neemt niet weg dat er een substantiële groep cynici is; zij die zich min of meer neerleggen bij een misstand of het op z’n gunstigst bagatelliseren. Er blijkt nauwelijks verschil te zijn als de verdeling van christenen (in het algemeen) en niet-christenen over de vier archetypen wordt bekeken. Cynici zijn onder kerkgangers (waaronder veel protestanten) veel minder vaak te vinden. Christenen zonder kerklidmaatschap worden vaker als realist getypeerd.
8%
48% 40%
13%
23%
44%
9%
14%
39%
39%
EO-leden (n=175)
11%
37%
33%
actieve kerkganger (n=134)
15%
48%
30%
niet-Christenen (n=673)
Beweegredenen goed gedrag
Onder EO-leden is de activistische houding relatief sterk aanwezig.
100%
cynicus Pag. 30
3
Christenen leren zich al vroeg op anderen te richten Belangrijkste elementen in opvoeding kinderen eerlijk zijn
62%
waarderen wat ze krijgen
43%
met anderen delen
38%
beste uit zichzelf halen
38%
66% 47% 44% 34% 31%
niet-christenen (n=673)
40%
voor zichzelf opkomen
3.5 Houding t.a.v. opvoeding
Christenen (n=352) 1. eerlijk zijn 2. met anderen delen 3. waarderen wat ze krijgen 4. voor zichzelf opkomen 5. beste uit zichzelf halen
1. eerlijk zijn 2. waarderen wat ze krijgen 3. beste uit zichzelf halen 4. voor zichzelf opkomen 5. met anderen delen
59% 43% 41% 40% 37%
Actieve kerkgangers (n=134)
zichzelf lief hebben
23%
gehoorzamen
1. eerlijk zijn 2. met anderen delen 3. waarderen wat ze krijgen 4. anderen liefhebben 5. gehoorzamen
21%
anderen lief hebben
20%
Beweegredenen goed gedrag
67% 45% 42% 30% 29%
Eerlijk zijn vindt 62% van de Nederlanders het belangrijkst om in de opvoeding aan kinderen te leren. Voor wat betreft de houding ten aanzien van het opvoeden van kinderen is een opvallend verschil te vinden tussen christenen en niet-christenen, zij het dat het verschil niet groot is. Christenen, zeker ook de actieve kerkgangers, vinden het relatief belangrijker om hun kinderen te leren zich op anderen te richten (eerlijk zijn, delen en vergeven), waar niet-christenen zich wat meer focussen op de zelf-kant (beste uit zichzelf halen, voor zichzelf leren opkomen en zichzelf liefhebben). Onder de EO-leden is een zelfde patroon zichtbaar. Het ‘anderen liefhebben’ staat in opvoedingsprioriteit vóór het ‘zichzelf liefhebben’.
EO-leden (n=175) geduld hebben
10%
leren anderen vergeven
5% 0%
20%
40%
60%
80%
1. eerlijk zijn 2. met anderen delen 3. anderen liefhebben 4. zichzelf liefhebben 5. waarderen wat ze krijgen
58% 48% 43% 35% 34%
n=1025 EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 31
3
Christenen opgeruimder; niet-christenen eten duurzamer Doen en laten schepping/duurzaamheid (1) 73%
Ik houd mijn omgeving schoon.
68% 68%
Thuis scheid ik het afval.
60% 58%
Ik vervang producten pas als het echt nodig is.
53%
Ik probeer zo min mogelijk grondstoffen te verspillen (bv. water, energie).
47% 44%
Als het even kan, pak ik de fiets of het openbaar vervoer in plaats van de auto.
43% 41% 25%
Ik kies bewust voor groene of duurzame energie.
27% 18%
Als het even kan, koop ik iets tweedehands.
16% 14%
Ik eet bewust minder (of geen) vlees.
16%
Ik let erop of (voedsel of andere) producten niet onnodig ver weg zijn gemaakt.
9%
Ik let erop of (voedsel of andere) producten biologisch/milieuvriendelijk zijn.
8%
11%
12% 0%
Christenen (n=352) EO Leef je Geloof in Nederland
20% 40% 60% 80% 100% niet-Christenen (n=673)
Beweegredenen goed gedrag
3.6 Gedrag t.a.v. schepping
Doen en laten schepping/duurzaamheid (2) 74%
Ik houd mijn omgeving schoon.
77% 71%
Thuis scheid ik het afval.
70%
Tot slot is per EO-thema gekeken naar gedragskenmerken van christenen en niet-christenen. Het betreft een selectie van typische gedragingen die op basis van kwalitatief onderzoek zijn vastgesteld. Ten aanzien van ‘schepping/duurzaamheid’ valt op dat schoon en ‘zorgvuldig’ leven vaker in praktijk wordt gebracht dan bewust consumeren.
57%
Ik vervang producten pas als het echt nodig is.
59%
Ik probeer zo min mogelijk grondstoffen te verspillen (bv. water, energie).
45% 44%
Als het even kan, pak ik de fiets of het openbaar vervoer in plaats van de auto.
50% 38% 31%
Ik kies bewust voor groene of duurzame energie.
22% 24%
Als het even kan, koop ik iets tweedehands.
De verschillen in gedrag tussen christenen en niet-christenen zijn klein. Christenen scheiden vaker dan niet-christenen het eigen huisafval; Rooms-Katholieken blijken daarin de voortrekkers. Actieve kerkgangers proberen gemiddeld iets vaker de auto te laten staan. Onder niet-christenen bevinden zich relatief iets meer mensen die biologisch verantwoord eten. Vooral niet-christenen, die vroeger wél christelijk zijn opgevoed, vallen op door een duurzame levensstijl (niet in grafiek).
18% 15%
Ik eet bewust minder (of geen) vlees.
18%
Ik let erop of (voedsel of andere) producten niet onnodig ver weg zijn gemaakt.
10%
Ik let erop of (voedsel of andere) producten biologisch/milieuvriendelijk zijn.
11%
EO-leden onderscheiden zich op dit thema niet of nauwelijks van andere (actieve) christenen. Opvallend is de mindere mate waarin voor groene energie wordt gekozen. Wel wordt vaker gelet op milieuvriendelijkheid van een product.
13%
15% 0%
actieve kerkganger (n=134) B14372 / september 2012
20% 40% 60% 80% 100% EO-leden (n=175) Pag. 32
3
Christenen maken meer werk van relaties; EO-ers vergeven sneller Doen en laten relaties (1)
Doen en laten relaties (2) 65%
Ik toon interesse in anderen.
61% 61%
Ik ben attent naar anderen.
58%
Ik bemoedig mensen die het moeilijk hebben
57%
53%
36% 46%
35%
28%
Ik vergeef mensen snel. 8%
Ik oordeel vaak (te) snel over mensen.
Christenen (n=352) EO Leef je Geloof in Nederland
20%
48% 47% 43% 44% 33% 29% 28% 42% 10%
Ik oordeel vaak (te) snel over mensen.
10% 0%
52%
Ik vergeef mensen snel.
30%
40%
60%
niet-Christenen (n=673)
80%
Voor EO-leden gelden bovenstaande conclusies even sterk als voor actieve kerkgangers. Daarnaast vallen EO-leden op door een snellere mate van vergevingsgezindheid.
53%
Ik cijfer me vaak weg voor anderen.
31%
Ten aanzien van het thema ‘relaties’ blijkt dat mensen in het algemeen relatief veel moeite hebben anderen te vergeven of zich voor anderen weg te cijferen. Eerlijk en attent zijn naar anderen toe of interesse in anderen tonen, gaat de meesten gemakkelijker af.
64%
Ik kijk altijd naar het positieve in anderen.
43%
Ik cijfer me vaak weg voor anderen.
63%
Ik maak er werk van om relaties te onderhouden.
49%
Ik kijk altijd naar het positieve in anderen.
60%
Ik help anderen met klusjes waar ik goed in ben.
54%
3.7 Gedrag t.a.v. relaties
Christenen maken meer dan niet-christenen werk van het onderhouden van relaties. Ook geven zij vaker dan gemiddeld aan anderen te bemoedigen. Voor Rooms-Katholieken geldt dat zij zichzelf relatief vaak wegcijferen voor anderen (niet in grafiek).
55%
Ik bemoedig mensen die het moeilijk hebben
49%
Ik maak er werk van om relaties te onderhouden.
58% 53%
Ik ben altijd eerlijk naar anderen toe.
58%
Ik help anderen met klusjes waar ik goed in ben.
63%
Ik ben attent naar anderen.
54%
Ik ben altijd eerlijk naar anderen toe.
70%
Ik toon interesse in anderen.
Beweegredenen goed gedrag
10% 0%
20%
actieve kerkganger (n=134) B14372 / september 2012
40%
60%
80%
EO-leden (n=175) Pag. 33
3
Christenen geven meer geld en aandacht; minder vaak donor Doen en laten mensen in nood (1) 58% 59% 39%
Ik sta geregistreerd als orgaandonor. 23%
16% 15%
Ik doneer bloed.
14%
11%
9%
Ik geef substantieel deel salaris aan organisaties die opkomen voor armen/verdrukten.
9%
6%
Christenen (n=352) EO Leef je Geloof in Nederland
20%
40%
60%
80%
niet-Christenen (n=673)
EO-leden zijn in veel gevallen nog iets guller dan de actieve kerkgangers.
10% 19% 18% 20% 14%
Quote online community christenen: “Het is ook voor mij lastig om te onderscheiden in hoeverre ik mensen in nood wil helpen omdat ik Jezus wil volgen. Ik weet natuurlijk niet hoe ik was geweest zonder Hem. Ik ga er wel van uit dat door de aanwezigheid van de Heilige Geest in mij, mijn ogen meer geopend zijn voor leed om me heen.”
13% 13% 11% 17% 32% 6%
Ik koop de Straatkrant / geef geld aan daklozen.
9%
Christenen -met name de actieve kerkgangersgeven meer dan niet-christenen geld en aandacht (in bezoek of gebed) aan mensen die het moeilijk hebben. Zij zijn echter minder vaak orgaandonor. Deze conclusies gelden met name voor protestanten; Rooms-Katholieken vallen juist op door vaker orgaandonor te zijn. Ook veel niet-christenen die wel gelovig zijn opgevoed kiezen vaak voor orgaandonatie.
28%
Ik geef substantieel deel salaris aan organisaties die opkomen voor armen/verdrukten.
4%
0%
19%
Ik let erop of producten onder eerlijke omstandigheden zijn gemaakt.
10%
Ik koop de Straatkrant / geef geld aan daklozen.
57%
Ik ondersteun acties/protesten tegen onrecht.
10%
Ik let erop of producten onder eerlijke omstandigheden zijn gemaakt.
48%
Ik bezoek mensen waarvan ik weet dat ze eenzaam zijn.
7%
Ik ondersteun acties/protesten tegen onrecht.
35% 33%
Ik doneer bloed.
16%
Ik bezoek mensen waarvan ik weet dat ze eenzaam zijn.
62%
Ik geef regelmatig voedsel of spullen weg (o.a voedselbank, kringloop).
20%
Met betrekking tot het thema ‘mensen in nood’ blijken enkele opvallende verschillen tussen christenen en niet-christenen te bestaan: 52%
Ik bid regelmatig voor mensen die het moeilijk hebben.
2%
Ik geef regelmatig voedsel of spullen weg (o.a voedselbank, kringloop).
Als iemand mijn plekje in bus/tram/trein nodig heeft, sta ik mijn plekje af. Ik sta geregistreerd als orgaandonor.
53%
Ik bid regelmatig voor mensen die het moeilijk hebben.
3.8 Gedrag t.a.v. mensen in nood
Doen en laten mensen in nood (2)
Als iemand mijn plekje in bus/tram/trein nodig heeft, sta ik mijn plekje af.
Beweegredenen goed gedrag
16% 0%
actieve kerkganger (n=134) B14372 / september 2012
20%
40%
60%
80%
EO-leden (n=175)
Quote online community christenen: “Geven en uitdelen is in mijn ogen onlosmakelijk verbonden met christenzijn.” Pag. 34
3
Christenen nemen actief deel aan kerk en maatschappij Doen en laten samenleving/maatschappij (1) 76%
Ik behandel iedereen met respect.
74% 76%
Ik maak altijd gebruik van mijn stemrecht. Als iemand iets nodig heeft, leen ik het met plezier uit.
41%
32%
29% 25%
21% 14%
7%
13%
Christenen (n=352) EO Leef je Geloof in Nederland
20%
40%
60%
80%
100%
niet-Christenen (n=673)
Goed gedrag in de samenleving komt het sterkst in passieve vorm tot uitdrukking. Naarmate het om meer actief gedrag gaat, kenmerkt het minder mensen. Christenen -met name actieve kerkgangers- zijn gemiddeld iets actiever dan niet-christenen in verenigingswerk; dit geldt niet alleen voor de kerk, maar ook daarbuiten. Bovendien zijn zij iets sneller geneigd verdachte zaken te melden. Rooms-Katholieken blijken zeer sociaal: ze maken vaker dan andere christenen en nietchristenen een praatje met onbekenden en zijn actiever in buurt- en verenigingsactiviteiten (niet in grafiek).
43% 26% 40% 44%
Niet-christenen die gelovig zijn opgevoed zijn iets vaker bereid mee te helpen om de buurt schoon te houden, dan niet-christenen die nietgelovig zijn opgevoed (niet in grafiek).
25% 26%
Opvallend is dat christenen zonder kerklidmaatschap ook minder gebruik maken van hun stemrecht (niet in grafiek).
22% 25% 34% 54%
Ook EO-leden nemen vaker actief deel aan kerk en maatschappij. Zij hebben vaker dan actieve kerkgangers een specifieke taak in een kerk. Verdachte zaken zullen zij echter minder snel melden.
12% 9%
Als ergens een conflict dreigt te onstaan, grijp ik in.
11%
0%
55%
Ik help mee buurtactiviteiten te organiseren.
12%
Als ergens een conflict dreigt te onstaan, grijp ik in.
48%
Ik heb een specifieke taak in een kerk.
0%
Ik help mee buurtactiviteiten te organiseren.
88%
Ik begin regelmatig een praatje met onbekenden (bv in de trein).
25%
Ik heb een specifieke taak in een kerk.
78%
Ik help mee de buurt schoon te houden.
22%
Ik begin regelmatig een praatje met onbekenden (bv in de trein).
71%
Ik zet mij in als vrijwilliger voor een vereniging (bv. sport, cultuur).
37%
Ik help mee de buurt schoon te houden.
76%
Ik behandel iedereen met respect.
Als ik iets verdachts signaleer, meld ik dat (bv. bij de politie).
40%
Ik zet mij in als vrijwilliger voor een vereniging (bv. sport, cultuur).
Doen en laten samenleving/maatschappij (2)
Als iemand iets nodig heeft, leen ik het met plezier uit.
47%
Als ik iets verdachts signaleer, meld ik dat (bv. bij de politie).
3.9 Gedrag t.a.v. samenleving
Ik maak altijd gebruik van mijn stemrecht.
74%
Beweegredenen goed gedrag
13% 15% 0%
20%
actieve kerkganger (n=134) B14372 / september 2012
40%
60%
80%
100%
EO-leden (n=175) Pag. 35
3
Actieve kerkgangers geven meer en anders % doneren gezondheidszorg, patiëntenverenigingen 59% natuur, milieu, dierenwelzijn 53% mensen-/kinderrechten, mensen in nood 51% (gehandicapt)sport, cultuur, maatschappij 50% geloofsovertuiging, zending, evangelisatie 42%
% vrijwilliger 8% 5% 4% 13% 6%
% doneren gezondheidszorg, patiëntenverenigingen 55% (gehandicapt)sport, cultuur, maatschappij 54% natuur, milieu, dierenwelzijn 52% mensen-/kinderrechten, mensen in nood 49% geloofsovertuiging, zending, evangelisatie 29%
% vrijwilliger 11% 1% 5% 6% 5%
% doneren geloofsovertuiging, zending, evangelisatie 73% gezondheidszorg, patiëntenverenigingen 62% mensen-/kinderrechten, mensen in nood 59% natuur, milieu, dierenwelzijn 51% (gehandicapt)sport, cultuur, maatschappij 47%
% vrijwilliger 8% 6% 3% 4% 14%
% doneren 62% 59% 48% 42% 13%
% vrijwilliger 5% 5% 15% 2% 4%
Christenen (n=352)
Rooms Katholiek (n=149)
Protestants en overig (n=133)
Geen kerklid (n=70) gezondheidszorg, patiëntenverenigingen natuur, milieu, dierenwelzijn (gehandicapt)sport, cultuur, maatschappij mensen-/kinderrechten, mensen in nood geloofsovertuiging, zending, evangelisatie EO Leef je Geloof in Nederland
3.10 Gedrag t.a.v. goede doelen
% doneren gezondheidszorg, patiëntenverenigingen 52% natuur, milieu, dierenwelzijn 52% mensen-/kinderrechten, mensen in nood 49% (gehandicapt)sport, cultuur, maatschappij 41% geloofsovertuiging, zending, evangelisatie 5%
% vrijwilliger 6% 4% 4% 12% 1%
% doneren geloofsovertuiging, zending, evangelisatie 77% mensen-/kinderrechten, mensen in nood 62% gezondheidszorg, patiëntenverenigingen 60% (gehandicapt)sport, cultuur, maatschappij 47% natuur, milieu, dierenwelzijn 47%
% vrijwilliger 12% 3% 8% 12% 5%
% doneren geloofsovertuiging, zending, evangelisatie 89% mensen-/kinderrechten, mensen in nood 75% gezondheidszorg, patiëntenverenigingen 63% (gehandicapt)sport, cultuur, maatschappij 48% natuur, milieu, dierenwelzijn 38%
% vrijwilliger 17% 5% 7% 11% 2%
Niet-christenen (n=673)
Actieve kerkganger (n=134)
EO-leden (n=175)
Beweegredenen goed gedrag
Ten aanzien van goede doelen wijkt het geefgedrag van christenen in het algemeen niet sterk af van dat van nietchristenen, al geven christenen iets vaker aan doelen op het gebied van gezondheidszorg, (gehandicapten)sport, cultuur en maatschappij en (logischerwijs) aan zendingen evangelisatiedoelen. De mate waarin men zich als vrijwilliger inzet voor een goede doelenorganisatie is gelijk (m.u.v. specifiek christelijke doelen). Onder actieve kerkgangers (veel protestanten) zijn wel verschillen waarneembaar. Dit uit zich niet alleen in de mate waarin geld gedoneerd wordt, maar ook in het gekozen doel: natuur, milieu en dierenwelzijnsorganisaties hebben voor hen relatief minder prioriteit dan zending en evangelisatie, mensenrechten of gezondheidszorg. EO-leden brengen deze verschillen scherper tot uitdrukking. Zij zijn gemiddeld ook iets vaker actief als vrijwilliger. Voor 85% van de christenen is de achtergrond van organisaties niet van belang. Bijna 10% ondersteunt vooral goede doelen met een christelijke achtergrond; onder protestanten is dat 18%. EO-leden (44%) kiezen sneller voor een goed doel met christelijke achtergrond.
B14372 / september 2012
Pag. 36
3
Verdieping Welk goed gedrag? Tijdens het kwalitatieve onderzoek met nietchristenen is er gebruik gemaakt van een techniek genaamd ‘Narratives’. Deze methode is er op gericht om deelnemers tijdens het onderzoek zoveel mogelijk anekdotes of voorbeelden te laten noemen over een specifiek onderwerp. In dit onderzoek ging het om anekdotes en voorbeelden van “goed gedrag”. Het was opvallend om te zien hoe moeilijk men het vindt om goed gedrag te benoemen. Blijkbaar wordt er in de Nederlandse samenleving niet (meer?!) gedacht in termen van goed en slecht gedrag, maar in termen van normaal en slecht gedrag. Zo wordt je buurman naar het ziekenhuis brengen, niet zonder meer gezien als “goed” gedrag maar als norm; dat doe je toch voor elkaar? Voorbeelden van slecht of ongewenst gedrag kunnen daarentegen moeiteloos opgenoemd worden (men heeft het dan ook over een verhuftering van de samenleving) en het was voor veel van de deelnemers aan het onderzoek dan ook een uitdaging om niet alleen maar negatief gedrag te benoemen.
Beweegredenen goed gedrag
3.11 Verdieping Gericht op de ander Waar men het in de samenleving moeilijk vindt om goed gedrag binnen de samenleving te benoemen, beschouwen veel christenen het gericht zijn op anderen als een essentieel onderdeel van geloven in God. Hierbij wordt aangehaald wat Jezus hierover in de bijbel zegt: Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij [Jezus] antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’
Quote online community christenen: Het is voor mij haast logisch dat je met anderen je rijkdom deelt, zeker als je merkt dat het niet eerlijk is verdeeld, maar in hoeverre is mijn geloof hier nu van belang? Als ik het bij mijzelf bekijk komt het denk ik voort uit de liefde die God voor heel de wereld heeft: zijn reddingsplan voor heel de wereld (joh 3:16). Ik kan daar dan aan meehelpen door mijn medemensen te helpen, soms heel basic door ze te helpen overleven, soms lastiger door ze te helpen iets te leren of door verschraling in onze maatschappij tegen te gaan. Volgens mij komt het ook omdat Christus ons helpt van individueel gericht persoon over te gaan naar een meer collectief gericht persoon.
De christenen die dit aanhalen geven aan dat vanuit dit gedachtegoed zij: actief zijn binnen hun kerk, geld geven aan goede doelen, mensen in nood helpen en, op kleinere schaal, ook hun buren helpen. Het is hun doel om rekening te houden met hun naaste.
De reden hiervoor is tijdens dit onderzoek niet gevonden. Maar het laat wel zien dat goed gedrag vaak niet als zodanig meer herkend of aangemerkt wordt. EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 37
3
Verdieping
3.11 Verdieping (2) Quote online community christenen: “Ik merk aan mezelf dat mijn geloof zeker van invloed is op de manier waarop ik met de schepping om ga. Het idee van rentmeester zijn is aanwezig, maar de uitwerking hiervan laat vaak te wensen over. Wanneer ik kijk naar mensen die ook als ze niet geloven veel zorgvuldiger met de schepping omgaan dan ikzelf, dan zou ik niet durven zeggen dat de zorg voor de schepping bij uitstek een middel is om een voorbeeld te zijn voor mijn omgeving of om van God te getuigen.”
Rentmeesterschap Als het over de schepping gaat en hoe daar mee om te gaan, is één van de eerste dingen die door christenen genoemd wordt: rentmeesterschap. De mens heeft de aarde in bruikleen gekregen en mag er dus gebruik van maken maar de aarde is niet van de mens! Dus het is van belang om de aarde goed te onderhouden of zoals het door een christen verwoord werd:”Je gaat niet iemands schilderij verpesten”. Er is bij christenen een duidelijke externe motivatie om op een goede manier met de aarde om te gaan. Het blijft echter vaak bij de motivatie. Christenen geven weinig richting aan de opdracht om goed met de aarde om te gaan. Daarbij worstelen christenen met dezelfde dilemma's als niet-christenen: “Ik wil wel duurzamer voedsel eten maar dat is duurder” of “Is groene energie wel echt groen?” Het geloof in God en het christendom geeft leefregels in hoe men met medemensen om moet gaan maar minder duidelijke handvatten voor de omgang met de aarde.
EO Leef je Geloof in Nederland
Beweegredenen goed gedrag
Quote online community christenen: “Ik verbaas me erover hoe weinig christenen in mijn omgeving bezig zijn met milieubewustzijn, bv biologisch vlees kopen. of dat we in de kerk bij de schoonmaakspullen allemaal agressieve reinigers hebben staan ipv biologisch afbreekbaar. het lijkt soms alsof "alternatieve"mensen veel bewuster leven en daarin ook consequent zijn. Albert Schweitzer vond dat je zelfs naar elke kever moet omzien en een vliegje uit het water moet redden, er zijn grenzen...=)
B14372 / september 2012
Pag. 38
Hoofdstuk 4: Naar buiten treden
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 39
4
Christen huiverig om identiteit en geloof te delen Uitkomen voor je christen zijn 18%
63%
15%
Christenen (n=352)
Rooms Katholiek (n=149)
17%
65%
15%
Rooms Katholiek (n=149)
Protestants en overig (n=133)
25%
54%
geen kerklid (n=70)
16%
75%
actieve kerkganger (n=134)
34%
EO-leden (n=167)
14%
53%
20%
40%
60%
80%
100%
wil dat iedereen weet dat ik christen ben kom er makkelijk voor uit dat ik christen ben maak geen geheim van dat ik christen ben, als men vraagt ben terughoudend in het uitdragen dat ik christen ben wil niet dat men weet dat ik christen ben EO Leef je Geloof in Nederland
12%
43%
16%
Protestants en overig (n=133)
10%
geen kerklid (n=70)
7%
actieve kerkganger (n=134)
16%
37%
16%
58%
31%
17%
EO-leden (n=167)
48%
42%
0%
9%
4.1 Christen-zijn en geloof delen
Delen geloof met niet-christenen
Christenen (n=352)
30%
17% 11%
56%
40%
16%
60%
9%
80%
100%
geen mogelijkheid onbenut geloof met niet-christenen delen deel geloof makkelijk met niet-christenen deel geloof met niet-christenen, als men mij ernaar vraagt terughoudend in delen geloof met niet-christenen niet op uit geloof te delen met niet-christenen B14372 / september 2012
Christenen komen niet gemakkelijk uit voor hun christen-zijn. Ze willen het niet persé onder stoelen of banken steken, maar lopen er ook zeker niet mee ‘te koop’. Eén op de vijf christenen (20%) komt er gemakkelijk voor uit christen te zijn. Een vergelijkbaar deel is bewust terughoudend (17%); de grootste groep is vooral reactief (63%). Het delen van het geloof (met niet-christenen) valt gelovige christenen nog iets zwaarder. Eén op de acht christenen praat gemakkelijk met niet-christenen over zijn of haar geloof. Veel anderen wachten tot de ander er naar vraagt (43%) of zijn terughoudend of er in het geheel niet op uit om het geloof te delen (44%).
45%
55%
20%
28%
16%
16%
29%
0%
Naar buiten treden
Voor actieve kerkgangers geldt dat zij gemakkelijker hun christen-zijn uiten en vaker hun geloof delen, mits zij daarnaar gevraagd worden. Opvallend is dat protestanten iets makkelijker lijken uit te komen voor hun christenzijn dan Rooms-Katholieken, maar het geloof niet makkelijker delen. Christenen zonder kerklidmaatschap zijn er duidelijk minder vaak op uit om hun geloof te delen.
Onder leden van de EO bestaat minder schroom om de christelijke identiteit of het eigen geloof met anderen te delen. Bijna de helft van de leden (48%) zegt gemakkelijk dat hij/zij christen is. Een derde (32%) deelt het geloof gemakkelijk met niet-christenen.
Pag. 40
4
Christenen willen vooral door gedrag opvallen; EO-ers zijn explicieter Uitingsvormen 40%
uit mijn gedrag; hoe ik omga met mensen 14%
ik bid voor maaltijden in het openbaar
9%
Bijbel
6%
omroepblad mijn profielkenmerken op social media
5%
doordat ik ze dat graag vertel
4%
krant die ik lees draag specifieke kleding die bij geloof past/vragen uitlokt berichten die ik plaats op social media
Zo’n 6% van de christenen heeft een expliciete vermelding in het eigen social media profiel gemaakt. Onder actieve kerkgangers is dat 8%. Actieve kerkgangers gebruiken vrijwel alle uitingsvormen vaker dan christenen die minder frequent of nooit een kerk bezoeken.
42%
10%
22% 19%
EO-leden zijn nog explicieter in het tonen van hun christen-zijn. Hoewel 82% aangeeft dat het uit gedrag moet blijken, worden bijna alle expliciete uitingsvormen vaker toegepast; de enige uitzondering is het dragen van specifieke kleding. Bidden (60%), muziek en het omroepblad (beide 42%) helpen hen van hun christen-zijn te getuigen. Van de EO-leden heeft een kwart een christelijk social media profiel.
13%
1% 2%
stickers of andere symbolische prints anders
1%
wil binnen samenleving niet opvallen als christen
1%
0%
EO Leef je Geloof in Nederland
Eén op de tien christenen draagt een kruisje; onder Rooms-Katholieken is dit aandeel het hoogst (16%).
25%
9%
2% 5% 2% 2% 3%
60%
42%
13%
6% 8%
82%
35%
22%
4.2 Impliciet vs expliciet Een flink deel van de christenen wil in de samenleving niet opvallen als christen (36%). Als christenen dat wel willen laten merken, doen zij dat op verschillende manieren. Het vaakst zou dat uit hun gedrag moeten blijken (40%), maar ook het in bijzijn van anderen bidden voor het eten (14%) is een veel voorkomende uitingsvorm.
26% 23%
9%
door liederen die ik zing/mijn muziekkeuze
Christenen (n=352)
30%
11% 14%
draag kruisje/ander christelijk symbool als sieraad
66%
Naar buiten treden
9% 9% 7% 36%
9%
20%
40%
actieve kerkganger (n=134)
60%
80%
100%
EO-leden (n=167)
B14372 / september 2012
Pag. 41
Hoofdstuk 5: Beeldvorming & barrières
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 42
5
Veel vooroordelen over christenen; christenen herkennen zich erin Beeldvorming over christenen Christenen zijn vaak op de eigen kring gericht. Christenen menen te weten hoe anderen zich moeten gedragen. Christenen weten hoe het moet, maar geven zelf te weinig het goede voorbeeld. Christenen hebben de neiging zich beter te voelen dan niet-christenen. Christenen zijn vaak snel in hun oordeel over anderen. Christenen hebben de neiging zich met anderen te bemoeien. Christenen moeten zich aan veel regels houden. Christenen zijn vaak hypocriet.
Christenen
33%
niet-Christenen Christenen
EO Leef je Geloof in Nederland
32%
51%
Christenen
36%
29%
niet-Christenen
27% 47%
24%
niet-Christenen
39% 40%
21%
niet-Christenen
33% 48%
20%
niet-Christenen
38% 44%
19%
niet-Christenen
51% 42%
20%
32% 53%
47%
19%
niet mee eens, niet mee oneens
15%
65%
18%
niet-Christenen
Zeker ook EO-leden zien een kern van waarheid in het beeld zoals dat door nietchristenen wordt geschetst (niet in grafiek).
43% 45%
29%
Christenen
Veel christenen ageren tegen de stelling dat ze saai zouden zijn. Niettemin lijken zij zich in veel van de genoemde (voor)oordelen te herkennen.
14%
40% 40%
Christenen 6%
Er bestaan veel (voor)oordelen over christenen: christenen zijn betweterig en bemoeizuchtig als het gaat om hoe anderen zich moeten gedragen, voelen zich beter dan anderen, zijn vaak op de eigen kring gericht en doen het zelf niet beter. Het maakt hen hypocriet in de ogen van niet-christenen, die bovendien vinden dat christenen te snel over anderen oordelen. Desondanks wordt goed gedrag van christenen nauwelijks als minder oprecht ervaren (19%).
35% 54%
17%
5.1 Beeldvorming christenen
12%
46%
32%
Christenen
13%
42% 44%
Christenen
12%
46% 39%
Christenen
15%
37% 48%
Christenen
13%
44%
38%
Christenen
10%
38%
niet-Christenen
0% (zeer) mee eens
38%
30%
niet-Christenen Goed gedrag van christenen is minder oprecht als goed gedrag van iemand die geen christen is.
28%
52%
niet-Christenen Christenen zijn vaak saaie mensen.
39%
Beeldvorming & barrières
40%
(zeer) mee oneens B14372 / september 2012
34% 60% 80% 100% Christenen n=352 niet-Christenen n=673 Pag. 43
5
Schaamte overheerst; christenen vallen te weinig (positief) op
Ik schaam mij wel eens voor andere christenen.
45%
Christenen vallen te weinig op in de samenleving.
22%
De manier waarop je op aarde leeft bepaalt of je in de hemel komt.
19%
De manier waarop je op aarde leeft bepaalt je positie in de hemel.
16% 0%
29%
54%
34%
20%
40%
26%
Ik schaam mij wel eens voor andere christenen.
25%
Christenen vallen te weinig op in de samenleving.
47%
33%
51% 60%
(zeer) mee eens niet mee eens, niet mee oneens (zeer) mee oneens
56%
36%
21%
35%
De manier waarop je op aarde leeft bepaalt je positie in de hemel.
23%
29%
80% 100%
0%
40%
Ik schaam mij wel eens voor andere christenen.
64%
Christenen vallen te weinig op in de samenleving.
18% 18%
69%
17%
26%
56%
De manier waarop je op aarde leeft bepaalt je positie in de hemel.
18%
25%
57%
40%
24%
48% 60%
80% 100%
n=134
Christenen schamen zich nogal eens voor elkaar (45%). Dat strookt kennelijk met het beeld dat niet-christenen van hen hebben. Onder actieve kerkgangers is de schaamte nog groter (56%). Eén op de vijf christenen vindt dat christenen te weinig opvallen in de samenleving. Onder protestanten is dat 32% (niet in grafiek), onder actieve kerkgangers 36%. Het merendeel is echter van mening dat hun gedrag op aarde niet van invloed is op het bereiken van de hemel of hun positie daarin. Onder EO-leden wordt de schaamte het sterkst gevoeld. Bijna zeven op de tien zijn van mening dat christenen te weinig (positief) opvallen in de samenleving. Evenals de overige christenen zien zij echter geen gevolgen voor (hun positie in) het hiernamaals.
21%
De manier waarop je op aarde leeft bepaalt of je in de hemel komt.
20%
19%
44%
(zeer) mee eens niet mee eens, niet mee oneens (zeer) mee oneens
n=352
0%
20%
25%
41%
De manier waarop je op aarde leeft bepaalt of je in de hemel komt.
Stellingen (EO-leden)
60%
(zeer) mee eens niet mee eens, niet mee oneens (zeer) mee oneens EO Leef je Geloof in Nederland
5.2 Stellingen christenen
Stellingen (actieve kerkgangers)
Stellingen (christenen)
Beeldvorming & barrières
80% 100%
n=167
B14372 / september 2012
Pag. 44
5
Negatief imago weerhoudt christenen om overtuiging uit te dragen Christenen in huidige maatschappij Het tonen van enthousiasme over je geloof is minder geaccepteerd dan over je sport of muziek.
Christenen*
Als christen krijg je snel een stempel opgedrukt (zoals bijvoorbeeld saai, hypocriet of bemoeiziek).
Christenen
Ik weet niet goed hoe ik een gesprek over het geloof moet beginnen.
Christenen
Ik durf als christen minder mijn overtuiging uit te dragen dan fans van sport of muziek.
53%
EO-leden**
72%
Christenen
23%
EO-leden
22%
Als niet-christenen weten dat je christen bent zijn ze kritischer op je gedrag.
Christenen
22%
Ik vind het moeilijk anno 2012 om (openlijk) christen te zijn.
Christenen
Ik voel mij gediscrimineerd als christen.
Christenen 7%
EO-leden
36%
34%
43%
41%
36%
38%
41%
16%
EO-leden
9%
niet mee eens, niet mee oneens
44%
40%
18%
51%
31%
62%
31%
67%
24% 20%
Drie op de tien christenen (30%) voelen dat ze snel een negatief stempel krijgen opgeplakt en zijn wellicht om die reden minder geneigd onbevangen voor hun geloof uit te komen. Veel christenen menen dat het uiten van enthousiasme over sport of muziek sneller geaccepteerd wordt dan het tonen van vreugde over het geloof, al leidt dit niet tot een gevoel van discriminatie. Wel merkt één op de vijf christenen dat hij/zij kritischer bejegend wordt zodra de christelijke identiteit duidelijk wordt. Onder Rooms-Katholieken wordt dit veel minder sterk gevoeld (11%) dan onder protestanten (38%) of actieve kerkgangers (40%).
EO-leden lijken opvallend vaker te voelen dat zij als christenen kritisch(er) benaderd worden door de maatschappij.
20%
26%
5.3 Barrières
Andere barrières die christenen voelen bij het overdragen van hun overtuiging hebben betrekking op onwennigheid met het voeren van geloofsgesprekken (met name onder protestanten, 37%) of de dagelijkse drukte die zij ervaren.
35%
23%
54%
0%
EO Leef je Geloof in Nederland
39%
41% 43%
Christenen
33%
30%
23%
EO-leden
20%
42%
31%
12%
31% 39%
25%
Door de drukte van alledag ervaar ik nauwelijks ruimte om met geloof bezig te zijn.
(zeer) mee eens
39%
41%
EO-leden
17% 16%
30%
EO-leden
EO-leden
31%
Beeldvorming & barrières
40%
60%
(zeer) mee oneens B14372 / september 2012
80% *Christenen **EO-leden
100% n=352 n=167 Pag. 45
5
Verdieping Zichtbaar zijn als christen In de verdieping die hoort bij hoofdstuk 2 kwam al naar voren dat de individuele keuzevrijheid binnen het geloof een belangrijke plaats heeft gekregen. De ruimte die christenen binnen de Nederlandse samenleving ervaren om te geloven wat ze willen, zorgt er echter niet voor dat men pro actief de deur uit gaat om aan mensen te vertellen over het geloof en de relatie die ze met God hebben. Desgevraagd geeft men aan herkenbaar te willen zijn aan gedrag en geeft men aan het niet zomaar aan iedereen te vertellen. Daar lijkt het echter fout te gaan bij christenen. Het gedrag, waar ze aan herkend willen worden, is binnen de samenleving niet exclusief voorbehouden aan christenen. Dus wat ze willen, herkend worden zonder het zelf te vertellen, gebeurt niet. Een aantal christenen beseffen zich dit en een deelnemer van de online community verwoordt het op de volgende manier: “Het laten zien dat je christen bent door middel van gedrag en door middel van spreken erover vullen elkaar aan. Het ene kan niet zonder het andere. Alleen aan de levenshouding is niet te zien op welke grondslag je dat doet dus je moet ook inderdaad erbij vertellen dat je christen bent. Daarbij probeer ik om hiermee niet te opdringerig te zijn maar ik ga het ook niet uit de EO Leef je Geloof in Nederland
Beeldvorming & barrières
5.4 Verdieping weg. Om het concreter weer te geven: als ik mij aan iemand voorstel zeg ik niet: ik ben Jan en ik ben christen. Maar als men mij bijvoorbeeld op mijn werk vraagt: wat ga jij vanavond doen? dan zeg ik wel dat ik ga oefenen met een cantorij in de kerk of dat ik een gespreksgroep heb waarbij wij met een aantal mensen over het geloof praten. Uit de reactie van de vraagsteller kun je wel opmaken of deze een houding heeft van: moet jij weten wat je in die kerk uitspookt, of dat er nieuwsgierigheid wordt gekweekt waardoor je de gelegenheid krijgt om er iets meer over te vertellen. Uit de gesprekken met de christenen blijkt ook dat een groot deel van de christenen graag onderdeel wil zijn van de samenleving: ze willen niet persé herkend worden als christen. Want als je jezelf als christen positioneert dan word je in een ‘hokje’ geplaatst en zijn alle vooroordelen die in de samenleving bestaan over christenen ook op jou van toepassing. Christenen geven aan vaak geen zin te hebben om zich steeds te verdedigen en dezelfde discussies te voeren. Hoge verwachtingen Binnen de samenleving heersen er hoge verwachtingen ten aanzien van het gedrag van christenen. Op het moment dat christenen niet aan deze hoge verwachting voldoen worden zij B14372 / september 2012
Ook binnen de groep christenen bestaan er vooroordelen ten opzichte van andere kerkgenootschappen, blijkt tijdens de groepsdiscussie met christenen, quote van een Zevende Dag adventist: “Mijn zoon zit op een openbare school, hij heeft het grandioos naar zijn zin. Maar hiervoor zat hij op een gereformeerde school en dan zie ik die mensen en dan denk ik wat zijn jullie saai, net een stelletje dooien.”
Quote online community christenen: “Ik denk dat het voor velen al een uitdaging is die rare christenen in NL in hun buurt te verdragen ;-). We kregen laatst van een bevriend ongelovig stel als feedback terug (we hebben niet tot nauwelijks ooit over geloof gesproken, maar ze weten heel goed dat we christenen zijn) dat ze het zo mooi vonden dat ze geen enkele druk voelden (wat ze bij andere christenen vaker wel voelden) en gewoon vrienden konden zijn. Misschien vinden jullie het raar, maar een mooier compliment kan ik me bijna niet voorstellen. Aangezien ik denk dat het zo'n beetje onmogelijk is anderen te laten denken zoals jij, lijkt mij de beste insteek eerst maar aan te sluiten bij waar de ander is.”
Pag. 46
5
Verdieping
5.4 Verdieping (2) Quote groepsdiscussie christenen: Vrienden van mij, die zeuren dan dat ik niet twee keer naar de kerk ga op zondag, Terwijl hun zoon ladderzat in de kerk zit. Dus dat is gewoon hypocriet.
als hypocriet gezien. Volgens niet-christenen heeft dit zijn oorsprong in dat christenen een hogere of absolute moraal aanhangen. Dit geeft de mensen die deze moraal niet aanhangen het gevoel dat christenen zich beter zouden voelen. Dit gevoel wordt versterkt doordat er christenen zijn die deze moraal op willen leggen aan de samenleving (o.a. politieke partijen, maar op een lager niveau ook de christelijke buurman die je aanspreekt wanneer je op zondag het gras staat te maaien). Hier blijkt een veroordeling vanuit de christenen te spreken richting de niet-christenen; wat jullie doen is niet goed. Dit impliceert dat christenen wel altijd weten wat goed is, dus op het moment dat een christen iets fout doet, is dat vaak een reden voor niet christenen om te zeggen:”jullie wisten het toch allemaal zo goed”.
Quote online community christenen: Ik ken ook een jongen die anders geaard is en uit een zwaardere kerk komt. Hij is zijn geloof verloren en zei een keer: het enige wat ik doe is mijzelf verdedigen tegen mijn vrienden. Dit vond ik erg, is dit kerk zijn, gemeente zijn. Ook hier gaat het niet om de discussie homofilie. Je zou dit ook kunnen zeggen bij winkelen op zondag, vrouw in het ambt, samenwonen enz. Allemaal dingen waarin binnen kerken heel verschillend gedacht wordt en alle partijen zich baseren op de bijbel. Ik merk ook vaak dat er dan heel makkelijk geoordeeld wordt.
De meeste christenen die mee hebben gewerkt aan het onderzoek beseffen zich dat ze dit imago hebben. Tijdens de online community bracht één van de deelnemers de stelling:”weg met het oordeel!” in. Dit kreeg veel bijval, daar waar christenen vroeger meer geneigd waren om te oordelen, geven ze aan het oordeel bij God te willen laten.
EO Leef je Geloof in Nederland
Beeldvorming & barrières
B14372 / september 2012
Pag. 47
Hoofdstuk 6: Bemoediging
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
Pag. 48
6
Kerkgang is van persoonlijk én gemeenschappelijk belang
6.1 Rol van de kerk
Stellingen motivatie kerkgang om geïnspireerd te worden door Gods woord.
79% 83%
94%
78%
57%
omdat we elkaar nodig hebben.
87% 63%
97%
70% 73%
88%
65% 67% 64% 65%
om rust te zoeken. omdat ik sociale contacten wil onderhouden.
39%
Ruim een derde (37%) van de gelovige christenen in Nederland bezoekt regelmatig (tenminste 1x per maand) een kerkdienst, samenkomst of mis; dat is ongeveer één op acht Nederlanders. Onder protestanten is de actieve kerkgang beduidend hoger (68%) dan onder RoomsKatholieken (27%). Verplichte kerkgang komt weinig (meer) voor. De belangrijkste motivatie om een (kerk)dienst te bezoeken is persoonlijk geïnspireerd te worden door Gods woord (87%) en contact met God te ervaren (79%). Het belang van samen groeien in geloof wordt door ruim driekwart van de actieve kerkgangers onderstreept (protestanten vaker dan Rooms-Katholieken). Zeven op de tien menen dat christenen elkaar nodig hebben: dit geldt voor beide geloofsrichtingen even sterk.
47% 50%
Onder leden van de EO is kerkgang eerder regel dan uitzondering (meer dan 95%). EO-leden hechten relatief meer belang aan het gemeenschappelijk samenzijn.
58%
39% 40% 39% 41%
omdat ik dat gewend ben te doen. 6% 2% 8% 7%
omdat mijn partner / ouders dat willen. 0%
EO Leef je Geloof in Nederland
94% 97%
71%
om samen te groeien in geloof.
Christenen (n=134)
87%
70%
om in contact met God te zijn.
Bemoediging
20%
Rooms Katholiek (n=42)
40%
60%
Protestants en overig (n=92) B14372 / september 2012
80%
100%
EO-leden (n=154) Pag. 49
Top-10 EO-programma’s christenen en niet-christenen vrijwel gelijk; Focus EO-leden op bemoediging Christenen (n=254) 39%
Het Familiediner
Natuurdocumentaires
niet-christenen (n=291) 33%
Knevel & Van den Brink
30%
Knevel & Van den Brink
32%
Natuurdocumentaires
27%
Het Familiediner
30%
Rail away
22%
Jong
22%
Jong
20%
Railaway
20%
Nederland Zingt (op Zondag)
19%
De Pelgrimscode
14%
Hoe is het toch met…
15%
Hoe is het toch met…
13%
De Pelgrimscode
14%
Moraalridders
10%
The Passion
12%
The Passion
9%
Korenslag
11%
Bestemming Onbekend
8%
Nederland Zingt (op Zondag) Het Familiediner
EO Leef je Geloof in Nederland
EO-leden (n=168) 47% 30%
Knevel & Van den Brink
30%
Natuurdocumentaires
25%
The Passion
24%
Jong
23%
De Verandering
22%
De Pelgrimscode
19%
Op Zoek naar God
16%
De muzikale fruitmand
15%
B14372 / september 2012
6
Bemoediging
6.2 Rol van de EO (persoonlijk) Ongeveer 16% van de christenen voelt een sterke band met EO. Alleen RTL (21%) en KRO (19%) scoren onder christenen hoger. Onder protestanten is de verbondenheid met EO het grootst (32%, gevolgd door NCRV 27%), onder Rooms-Katholieken 7% en onder christenen zonder kerklidmaatschap het laagst (4%). Onder niet-christenen bestaat nauwelijks een band met EO; toch kijkt of luistert 42% wel eens naar een EO-programma. Onder niet-christelijke EO-kijkers/luisteraars zijn natuurdocumentaires zeer populair, zelfs meer dan onder christenen. Uit de top-10 van christenen ontbreekt alleen Nederland Zingt en Korenslag in de top-10 van niet-christenen. Eén op de tien niet-christelijke EO-kijkers/luisteraars waardeert The Passion, vrijwel gelijk aan de score onder christelijke EO-kijkers/luisteraars. EO-leden waarderen Nederland Zingt met afstand het vaakst. Verder verschijnen De Verandering, Op Zoek naar God en De Muzikale Fruitmand in hun persoonlijke top-10.
Pag. 50
6
Verschillende programma’s ondersteunen bij uitdragen van geloof Christenen (n=254) Nederland Zingt (op Zondag)
19%
Het Familiediner
12%
De Pelgrimscode
8%
Natuurdocumentaires
7%
Op Zoek naar God
6%
De Verandering
6%
The Passion
6%
Onverwacht Bezoek
5%
Moraalridders
5%
Knevel & Van den Brink
5%
Bemoediging
6.3 Rol van de EO (uitdragen) Expliciet gevraagd naar programma’s die het best ondersteunen bij het uitdragen van het geloof, wordt Nederland Zingt door gelovige christenen als vaakst genoemd. Ook Het Familiediner en De Pelgrimscode blijken voor hen in dat verband relatief belangrijke programma’s. Voor EO-leden zijn Nederland Zingt, De Verandering en The Passion programma’s die hen het vaakst helpen het geloof uit te dragen.
EO-leden (n=160) Nederland Zingt (op Zondag) De Verandering The Passion Op Zoek naar God Nederland Helpt De muzikale fruitmand Het Familiediner Natuurdocumentaires Jong Door de Wereld
EO Leef je Geloof in Nederland
49% 33% 24% 19% 13% 11% 10% 9% 8% 7%
B14372 / september 2012
Pag. 51
6
Tips aan de EO: o.a. laat meer geloof in de praktijk zien
Bemoediging
6.4 Tips ondersteuning EO (1) Op de vraag op welke wijze EO haar kijkers/luisteraars (nog) beter kan ondersteunen in geloof of het uitdragen daarvan, kwamen zeer diverse reactie. Nevenstaand een selectie van quotes van gelovige EO-kijkers in het algemeen.
“Door meer te laten zien over christenen anno 2012. Hoe gaan zij ermee om anno 2012 (openlijk) christen te zijn?” “Een tv programma waarin christenen met elkaar een Bijbelstudie doen bijvoorbeeld een Bijbelgedeelte bespreken waarin de problemen van deze maatschappij ter sprake komen.”
“Ga eens op stap met mensen met een vak op straat (beveiliging, politie, etc.), hoe deze omgaan met geloof/reactie op geloof in de praktijk.” “Misschien af en toe duidelijker laten blijken, dat wie of hoe je ook bent God er altijd voor iedereen is. Niemand uitgezonderd. Hij is er voor iedereen, hoe graag we als mensen ook iedereen graag in hokjes willen zetten en stigma's op willen leggen. “
“Door samen te gaan met andere omroepen die het geloof uitdragen, b.v. met de KRO.”
“Minder suffe programma's maken en meer toegankelijk zijn voor mensen die niet veel weten van geloof. Programma’s als Op Zoek naar God en The Passion zijn erg goed.”
“Bijbelse documentaires of praatprogramma's over Bijbelboeken of onderwerpen. bekende mensen bij programma’s betrekken die ook geloven, gewóón doen over God en geloof. moeilijk hoor, we wordt vaak zo minachtend gedaan over God en gebod.”
“Hipper en jonger zijn. Jong richt zich op de jongeren maar verder is er weinig.” “Door minder 'geloof' en meer 'liefde' te laten spreken.” “Nog iets meer muziekprogramma's ook voor jongeren.” “Meer Live kerkdiensten uitzenden.”
EO Leef je Geloof in Nederland
B14372 / september 2012
“Ik voel mij weinig aangesproken door de EO, het christelijke ligt er voor mij meestal té dik bovenop.”
“Ik zou het ook wel eens prettig vinden mensen te zien die niet zo Jezus in hun hart hebben en zo'n gelukzalige glimlach op hun gezicht.”
Pag. 52
6
Tips van EO-leden; o.a. meer Bijbelstudie
6.4 Tips ondersteuning EO (2)
“Programma's zoals vroeger met Henk Binnendijk - Bijbelstudie“Opener staan naar niet gelovigen die goed met groep mensen, nadenken over bepaalde thematiek, leven vanuit hun eigen principes en idealen.” concerten van gospelartiesten, talentenjachten binnen christelijke wereld.” “Programma, gericht op de jeugd om het verder vervagen van normen en waarden en grof “Door een Bijbelstudie via tv.” taalgebruik tegen te gaan.” “Bijbelstudies zoals vroeger met Henk Binnendijk. Ook voor jongeren.”
Bemoediging
Op de vraag op welke wijze EO haar kijkers/luisteraars (nog) beter kan ondersteunen in geloof of het uitdragen daarvan, kwamen zeer diverse reactie. Nevenstaand een selectie van quotes van leden van de EO.
“Taizé diensten uitzenden of documentaire over Taizé.”
“De EO zou meer Nederland kunnen uitleggen, wat de boodschap van de Bijbel inhoud.” “Door weekenden als Wervelweekenden en Ronduit-weekenden te organiseren.”
“Door het maken van programma's waarin we kunnen zien dat Gods adviezen in de bijbel beter zijn voor ons mensen dan alle andere adviezen die uit een andere bron komen. God houdt van de hele wereld en zijn adviezen gelden voor alle mensen.”
“Door Gods licht en liefde ook te (h)erkennen in mensen die een andere geloofsrichting (Islam, Hindu ed,) aanhangen. Je staat in een wereld die verhardt veel dichter bij elkaar, dan je doorgaans denkt, wat me vooral opvalt in persoonlijke kontakten (…)” “Duidelijker zijn over de inhoud van de Bijbel en wie Jezus Christus is. De EO staat te weinig voor de Bijbel en Jezus Christus.” “Uitdagende programma's gericht op jongeren zoals Boomsma deze maakte.”
“Misschien is het leuk om materiaal op de EO-site te plaatsen dat we kunnen gebruiken bij de Kinderkerk of Tienerdienst. Misschien net zoiets als de NEO-filmpjes, maar dan voor kinderen.”
“Nederland Zingt, Doelenconcert en Kerstavond weer een kerkdienst, met zang zoals vroeger.” “Ik vind jullie TOP!! Jullie doen het heel goed!” “De EO is erg vernieuwend bezig, ik maak mij zorgen over de toekomst. Gezien mijn reformatorische achtergrond ga ik dat bij de EO steeds meer missen.” EO Leef je Geloof in Nederland
“Dicht bij de bron blijven en zorgvuldig omgaan met vernieuwing.”
B14372 / september 2012
“Via website en tv gids ontvang ik veel ondersteuning.”
Pag. 53
6
Verdieping Rol van de kerk Over het algemeen wordt de kerk door de christenen gezien als de plek waar men saamhorigheid kan vinden: het biedt de ruimte en veiligheid om samen met andere christenen het geloof op te bouwen. Het samen zingen en luisteren naar een verhaal (preek) zijn een oppepper voor het geloof. Verder biedt het de kans aan om te spiegelen aan andere christenen, wat er voor kan zorgen dat men aan het denken wordt gezet over zichzelf. Het delen tussen christenen wordt als belangrijk gezien omdat de beleving van het geloof op veel verschillende manieren invulling krijgt. Door te delen leert men en kan men verder groeien in de relatie met God. Als christenen met elkaar binnen een kerk organiseren zorgt dit ook voor een toename van de mate waarin men gericht is op de buitenwereld. Het is makkelijker om samen naar buiten te treden dan als individu. Veel christenen voelen vanuit de kerk dan ook een stimulans om als vrijwilliger een bijdrage te leveren.
EO Leef je Geloof in Nederland
Bemoediging
6.5 Verdieping Rol weggelegd voor EO om christenen te helpen barrières te verkleinen Christenen ervaren dat de EO door haar publieke functie op een positieve manier de barrières, om het geloof te uiten, kan verkleinen: • Men heeft de ervaring dat na een programma als ‘The Passion’ niet-gelovigen veel meer open staan voor het verhaal dat christenen te vertellen hebben. Het gaat dan om de positieve kanten van het geloof en het zijn niet de standaard discussies die er normaal gevoerd worden. • De EO gaat met de tijd mee en laat geloof in een moderne samenleving zien. De EO laat, in de ogen van de christenen, zien dat geloven ook leuk kan zijn en niet alleen maar stoffig en saai. • Aangezien het moeilijk is om als christen zelf het beeld wat er in de samenleving bestaat ten aanzien van christenen te veranderen, vind men het prettig dat de EO dit kan laten zien. Wat dus weerslag heeft op de christenen; wij zijn niet saai. • EO bemoedigt de christenen; ik ben niet alleen en door de EO jongerendag blijkt dat het ook nog niet uitgestorven is. Er is toekomst voor het christendom in Nederland. B14372 / september 2012
Quote online community christenen: Toch denk ik dat je relatie met God belangrijker is dan de kerk. Het instituut kerk heeft ook mensen weggejaagd en van het geloof afgeholpen. Het blijven mensen die de kerk besturen.
Quote online community christenen: Persoonlijk heb ik geen kerk nodig, maar wel een gemeente!!! Geloven hangt niet aan een gebouw vast, maar de mensen die je helpen om verder te groeien in geloof.
Pag. 54
Bijlage: Verantwoording (1) Doelstelling De hoofddoelstelling van het onderzoek luidde:
Tijdens de werving van de christenen voor de groepsdiscussies zijn de volgende criteria meegenomen:
“Antwoord geven op de vraag hoe leven vanuit het christelijk geloof anno 2012 gestalte krijgt en welke impact dit heeft”.
• Allen zijn christenen met een spreiding op alle mogelijk kerkgenootschappen binnen de christelijke kerken in de Nederlandse samenleving (Maximaal 1 katholiek per groep en minimaal in twee groepen één katholiek) • Allen zijn actief bezig met hun geloof • De groepen vormen daarnaast een afspiegeling van de Nederlandse samenleving (man/vrouw, jong/oud, gehuwd/samenwonend/vrijgezel, met/geen kinderen) • Vanaf 24 jaar, verder spreiding op leeftijd • Maximaal 2 respondenten per groep mogen uit een plaats komen waar christenen een meerderheid vormen.
De belangrijkste subvragen daarbij waren: • Hoe vullen mensen dit praktisch in? • Hoe is dit merkbaar in de samenleving? • Hoe speelt de EO daar (potentieel) een rol bij? Doelgroepen Het onderzoek richtte zich primair op (gelovige) christenen. Echter, om verschillen te kunnen onderscheiden in de motivatie, houding en gedrag van christenen in de samenleving ten opzichte van nietchristenen, is de blik steeds gericht geweest op de Nederlandse bevolking in het algemeen (18 jaar en ouder). Opzet onderzoek Het onderzoek bestond uit 4 fasen met elk verschillende doelstellingen.
Fase 1: Groepsdiscussies met christenen. Doel hiervan was om inzicht te krijgen in hoe christenen zelf bezig zijn met ‘Leef Je Geloof’ binnen de samenleving. Fase 1 bestond uit vier groepsdiscussies waarvan twee in de randstad (Rotterdam) en twee buiten de randstad (Amersfoort). De groep bestond uit zes christenen per groepsdiscussie. De duur van de discussies: elk twee uur.
EO Leef je Geloof in Nederland
Fase 3: Research community met kringleiders. Deze fase had tot doel om diepgaander inzicht te krijgen in de impact van geloven op (actieve) christenen en welke zaken het ‘leven van geloof’ anno 2012 bemoeilijken dan wel ondersteunen. De research community heeft drie weken lang online gestaan en is dagelijks aangevuld met onderwerpen waarin de deelnemers van de community werden uitgedaagd om te reageren. De werving heeft plaatsgevonden via een persoonlijke benadering van kringleiders door EO-medewerkers, maar ook door de medewerkers van Blauw Research. Verder heeft Blauw Research gezocht binnen haar eigen panel (BlauwNL) van respondenten.
Fase 2: Narratives met christenen en niet-christenen. Doel hiervan was om een breed pallet aan voorbeelden van goed gedrag in de samenleving naar voren te krijgen.
Tijdens de community is gebruik gemaakt van een online community platform van Redesign Me: ideations 2.
Fase 2 bestond uit zes groepsdiscussies waarvan twee in Randstad (Rotterdam) en vier buiten Randstad (Amersfoort). De groepen bestonden uit vier respondenten. De duur van de discussies: elk 2,5 uur.
Fase 4: Online onderzoek onder Nederlanders en specifiek onder EO-leden. Het doel van deze fase was om:
• Tijdens de werving van de respondenten zijn de volgende criteria meegenomen: • Allen zijn minimaal 24 jaar, verder een spreiding op leeftijd. De groepen vormen daarnaast een afspiegeling van de Nederlandse gemeenschap (christenen/nietchristenen, man/vrouw, , gehuwd/samenwonend/vrijgezel, met/geen kinderen).
B14372 / september 2012
(1) conclusies uit de eerdere fasen van het onderzoek te toetsen (2) uitkomsten te kunnen kwantificeren en zodoende verschillende groepen te kunnen vergelijken Ontwerp vragenlijst Blauw Research heeft op basis van de doelstellingen van het onderzoek en de resultaten van alle voorgaande kwalitatieve fasen een conceptvragenlijst opgesteld. In overleg met de opdrachtgever is deze uitgewerkt tot een definitieve versie. Vervolgens is de vragenlijst geprogrammeerd en beschikbaar gesteld in het online vragenlijstsysteem van Blauw Research. Pag. 55
Bijlage: Verantwoording (2) Steekproefkader De gegevensverzameling met betrekking tot de doelgroep Nederlands publiek heeft plaatsgevonden via het online access panel Blauw NL. Ten aanzien van EOleden heeft de omroep zelf e-mailadressen van een aselecte steekproef aangeleverd. Benadering van respondenten uit beide doelgroepen vond plaats door Blauw Research. Veldwerk Het online veldwerk vond plaats van 8 juni t/m 22 juni 2012. Alle geselecteerde (potentiële) respondenten ontvingen een e-mail met daarin een link en een unieke code en wachtwoord. Via deze link kon de vragenlijst op (een afgeschermd deel van) de website van Blauw Research worden ingevuld. Bij aanvang van het onderzoek is eerst 5% van de bruto steekproef uitgenodigd. Op basis van de eerste response zijn tussentijds resultaten opgevraagd om te controleren of zich geen problemen hadden voorgedaan in de vragenlijst. Na enkele aanpassingen is de overige 95% uitgenodigd voor het onderzoek. Response De bruto en netto gerealiseerde steekproef is vermeld in de volgende tabel. Doelgroep
Bruto N=
Netto n=
Response
BlauwNL
3.120
1.106
35%
EO-leden
1.000
175
18%
EO Leef je Geloof in Nederland
Dataverwerking Na afloop van het veldwerk is het opgebouwde databestand gecontroleerd. Op basis van deze standaard kwaliteitscontrole is een aantal cases verwijderd. Dit betrof te snel en/of te vlak ingevulde cases. Een klein aantal cases bleek bovendien niet consistent ingevuld. De uiteindelijke steekproef voor algemeen Nederlands publiek bestaat na controle uit n=1.025 cases. Het databestand is vervolgens geschikt gemaakt voor statistische analyses. Representativiteit Om ervoor te zorgen dat de steekproef (BlauwNL) een juiste afspiegeling vormt van de Nederlandse bevolking is een lichte (propensity) weging toegepast. Als referentiebestand is de Gouden Standaard gebruikt. Na weging is de steekproef representatief voor de Nederlandse bevolking op de kenmerken geslacht, leeftijd, opleiding en (geografische) Nielsen-regio’s.
Analyse en rapportage Analyse heeft plaatsgevonden door middel van de meest gangbare statistische toetsen en testen. Het gehanteerde significatieniveau is 0,05. Ofwel: daar waar in de rapportage gesproken wordt van een verschil in uitkomsten tussen twee (sub)doelgroepen is de kans 95% dat daadwerkelijk sprake is van een significant verschil. De onderhavige rapportage bestaat uit een samenvatting, een uitgebreide beschrijving van onze bevindingen en een onderzoeksverantwoording.
De opgebouwde EO-leden steekproef is gewogen naar de bij de opdrachtgever bekende verdeling naar geslacht. Gezien de verder aselect getrokken steekproef mag verondersteld worden dat de steekproef voldoende representatief is voor de leden van de Evangelische Omroep. Validiteit Een andere bepalende factor in de algehele kwaliteit van onderzoek is de validiteit. Een goede validiteit duidt erop dat meetfouten binnen het onderzoeksproces worden geminimaliseerd. Bij dit onderzoek is hieraan ruime aandacht besteed. Bij de opzet en het ontwerp van de vragenlijst is veel aandacht geschonken aan de wijze van vraagstelling en aan het opstellen van antwoordcategorieën en antwoordschalen.
B14372 / september 2012
Pag. 56