Zijn wij klaar voor Alibaba? Het kan toch bijna niemand zijn ontgaan? Op 19 september ging Alibaba naar de beurs, wekenlang stonden de media vol van deze beursintroductie. De beurskoers werd eerst gepland op een bandbreedte tussen 60 dollar en 66 dollar om uiteindelijk op 92.70 dollar te beginnen (beurswaarde 220 miljard dollar!). Wat is er nu zo spectaculair aan Alibaba en waarom wil iedereen een graantje meepikken? Achtergrond Alibaba is het grootste e-‐commerce bedrijf in China, het maakt winst en heeft een grote potentie. Alibaba is succesvol, 14.5 miljard orders per jaar en 279 miljoen actieve kopers (50% van de Chinezen die actief zijn op internet) is veel ,maar voor China met zijn 1.3 miljard inwoners ook weer niet erg veel. De groeicijfers zijn wel spectaculair, het aantal is bereikt in nauwelijks 15 jaar. Het regime was vooral in het begin nou niet bepaald coöperatief en China stond ook op achterstand door de lage welvaart, de lage penetratiegraad van internet en het lage scholingsniveau van de inwoners. Echter in snel tempo werd China westers, groeide de welvaart en het adoptievermogen van de technologie door de Chinese bevolking is indrukwekkend. Nog indrukwekkender is de werklust. Beroemde woorden van de oprichter van Alibaba, Jack Ma, waren: “van 09.00 tot 17.00 bouw je geen nieuwe onderneming, het vraagt alles wat je kunt geven”. Iedereen die wel eens in China is geweest weet wat dit kan betekenen. Het business model De “business propositie” is een mengeling van Westerse business modellen; dat hebben ze goed afgekeken. Een kruising tussen eBay, Google en Amazon. Kleine ondernemers (het MKB) mogen hun producten en diensten gratis aanbieden op Taobao, wil je echter opvallen dan dien je te bieden op zoeknamen. Eenzelfde soort business model als Google hanteert bij haar zoek-‐engine. Door deze propositie is de instapdrempel laag, wat voor China met zijn miljoenen kleine bedrijven, juist in afgelegen gebieden, een voordeel is. Irritatie ontstaat wel als de prijs voor vermelding omhoog gaat. Een bloemenverkoper klaagde onlangs dat de prijs voor “bloemen” verzevenvoudigd was in een jaar tijd. Andere ondernemers klagen dat ze soms wel eens 40% van hun omzet aan Taobao moeten betalen voor vermeldingen, waardoor er geen winst overblijft. Deze klachten
zijn herkenbaar ook in het Westen, maar dat stopt het platform niet om succesvol te zijn, bij zowel het MKB als (potentiele) klanten. Grotere bedrijven zullen liever op Tmall.com staan. Een echt online webwinkelplatform. Hier betaal je een vast bedrag om deel te nemen, gekoppeld aan een variabel bedrag voor extra services. De meest bekende merken hebben wel een webwinkel op dit platform. De Chinezen zijn ook gek op kortingen, vandaar dat de site Juhuasuan.com vooral partijen aanbiedt met grote kortingen, een soort outletcentrum met trekjes van Groupon, de kortingensite. Daarnaast is er nog Alibaba.com die klanten en producenten met elkaar verbindt. Productie-‐opdrachten worden direct verstrekt aan producenten (ook in het buitenland), je kunt zelf een producent van voorkeur uitzoeken. De kosten zijn vaak veel lager dan wat wij in het Westen gewend zijn. Alibaba.com is een soort “Tripadvisor”. Het koppelt de vraag van consumenten en kleine bedrijven aan andere bedrijven. Je kunt hierdoor de beste fabrikant kiezen om bijvoorbeeld T-‐shirts of polo’s te laten maken met je eigen logo. Hierdoor kun je profiteren van de gunstige prijzen die Chinese bedrijven hanteren. Onderdelen van Alibaba Tmall.com is het grootste business-‐to-‐consumer (B2C) retail platform in Azië waarmee bedrijven direct aan miljoenen consumenten in heel China verkopen. Een Tmall.com storefront (website) moet een essentieel onderdeel zijn voor toonaangevende internationale bedrijven van hun retail strategie voor China en het is de meest effectieve weg voor marktpenetratie. Er zijn twee manieren om het Tmall platform gebruiken: • Bedrijven met een Chinese basis kunnen Tmall.com gewoon gebruiken. • Bedrijven met buitenlandse licenties komen in aanmerking voor Tmall Global. Als een open platform, biedt Tmall.com de infrastructuur voor de storefront (website) en ongefilterde toegang aan honderden miljoenen shoppers. Het bedienen van een Tmall.com storefront is net als het gebruik van de eigen B2C website, het aanbieden van een eigen ontwerp tot eigen beheer en fulfilment en logistiek. Voor details, zie de business model secties in Tmall.com en Tmall.global
Tot nu toe zijn deze sites onderdeel van het platform van Alibaba maar , heel slim, er wordt door Alibaba niet geïnvesteerd in voorraden, alleen in connecties. Deze sites functioneren als een soort tussenpersonen (connectors) en koppelen bedrijven aan consumenten. Alibaba maakt geld met vermeldingen, zoals hierboven beschreven. De risico’s zijn voor Alibaba een stuk minder dan bijvoorbeeld bij Amazon, die altijd een deel van de artikelen op voorraad heeft en grote magazijnen moet onderhouden. Amazon is een totaal aanbieder, die ook de afleveringen verzorgd terwijl Alibaba alleen koppelt. De klant mag zelf kiezen van welke logistieke service provider ze gebruik wil maken. Het heeft ook trekjes van eBay, die met bijvoorbeeld Marktplaats ook partijen koppelt; zowel consumenten aan elkaar als bedrijven aan consumenten. Om de onzekerheid bij klanten weg te nemen biedt Alibaba ook een eigen betaaldienst aan: Alipay. Een soort Paypal. De betaling aan de leverancier vindt pas plaats nadat de klant het pakje ontvangen heeft. Hierdoor is er dus meer zekerheid voor de consument en neemt het wantrouwen om online te kopen af. Aliexpress.com is een site voor internationale klanten. De site is er ook in een Nederlandstalige versie. Speelgoed en elektronica zijn de meest populaire artikelen die hierop gekocht worden. Alibaba is een serie speciale sites die gebaseerde zijn op bestaande , vaak Amerikaanse, sites. Het business model is een mix van bestaande business modellen, maar aangepast aan specifieke omstandigheden, zoals een lage instapdrempel en variabele beloning om te kunnen profiteren van groei. Hierdoor maakt Alibaba winst, wat in de ogen van Westerse belegger als positief wordt gezien. Nederlanders zijn soms argwanend over privacy en bijkomende kosten. Hier helpt een duidelijk privacy statement bij, shipping kosten zijn laag gehouden (Alibaba en bij behorende sites vragen enkele dollars afhankelijk van de snelheid van levering). Maar een site als Tmart.com biedt gratis levering aan vanuit diverse magazijnen in de wereld.
De potentie Alibaba is de eerste grote e-‐commerce onderneming die naar de beurs is gegaan in Amerika. Een duidelijk signaal van hun internationale ambities. Opeens is iedereen bekend met Alibaba en zal daar ook eens gaan kopen. Opeens hebben al die Chinese bedrijven niet alleen een ongekende grote thuismarkt, maar ook een welvarende markt in het Westen. Een groot aanbod aan producten, “made in China”, tegen lage prijzen. Natuurlijk moeten de bestaande e-‐commerce bedrijven zich zorgen maken. Lage prijzen, gekoppeld aan leveringszekerheid en betaling na ontvangst van de artikelen (door de betalingen op een tussenrekening te plaatsten.) Het is China eraan gelegen om het vertrouwen te winnen van de westerse consument. Stunten met prijzen en gratis levering zal de markt drastisch kunnen veranderen. Alibaba is daarom het eerste signaal dat China er klaar voor is. Kijk ook maar eens op de websites, erg westers vorm gegeven met aantrekkelijke artikelen voor de westerse consument. Maar, zoals Alibaba zijn er nog veel bedrijven die zich richten op de consument. Om het zelf eens te proberen kijk eens rond op de site van www.Tmart.com. Een concurrent met magazijnen over de hele wereld, waardoor vaak snel geleverd kan worden. Maar ook vanuit China is de leveringstermijn meestal maar enkele dagen. Tmart is geen onderdeel van Alibaba (zover bekend) en dus één van de concurrenten, evenals bijvoorbeeld JD.com. Ook JD.com staat te springen om naar de beurs te gaan, of in China of ook in Amerika. JD.com is vooral sterk op mobiele toepassingen en daardoor gevaarlijk voor Alibaba. Het is gewoon de moeite waard om eens te kijken op Alibaba, ook als retailer, om te zien hoe deze sites zijn opgebouwd, hoe gemakkelijk het is om te bestellen of in contact te komen met aanbieders en om te zien hoe gebouwd wordt aan vertrouwen. (R)etailers opgepast! De concurrentie in de retail is pas begonnen als deze aanbieders vaste grond onder hun voeten krijgen in het westen. Alibaba heeft voorlopig een oorlogskas van ruim 20 miljard dollar en zal deze natuurlijk gaan gebruiken. Natuurlijk, westerse spelers hebben het voordeel dat ze al langer bestaan, maar als er steeds meer op prijs gekocht wordt en als Chinese aanbieders steeds meer kennis krijgen van de westerse vraag en koopmotieven, kan de concurrentie nog heftig worden. China is uiterst competitief, heeft
een ongekend grote thuismarkt, is uiterst flexibel en hardwerkend. Amazon is als reactie hierop, sinds vorig jaar, versneld gaan investeren in nieuwe markten en in bestaande markten; 100 miljoen pond wordt in Engeland geïnvesteerd om 4 nieuwe magazijnen te bouwen zodat dezelfde dag al geleverd kan worden, wellicht binnenkort met een drone. Ook worden de geruchten steeds sterker dat Amazon naar Nederland komt. De aanval op de Nederlandse webwinkels zal nu niet alleen meer van Amazon komen, maar ook van Alibaba en zijn gelijken. Ondertussen vindt de strijd in de winkelstraat plaats tussen bestaande retailers, het internet, de nieuwe lage prijzen winkels zoals Primark en Action. Al met al blijft het echter steeds de klant die beslist. En dat de klant nu en in de toekomst anders gaat beslissen dan in het verleden is evident, maar zijn de winkels daar klaar voor? Snelle levering, veel garanties en lage prijzen zijn de belofte die de nieuwe gigant Alibaba biedt en dit is ook de reden dat al die beleggers erbij willen zijn. Met ruim 20 miljard in kas en een beurswaarde van 220 miljard is er een reus opgestaan, die veel reusjes in zijn kielzog zal meenemen. Als je er zo naar kijkt lijkt de Chinese tsunami op komst voor de retailers en webwinkels. Kijk zelf maar op www.alibaba.com www.Tmart.com en http://en.jd.com/ er gaat een (Chinese) wereld open. Cor Molenaar 21 september 2014