Ziekteverzuim in de bouw 2011
Ziekteverzuim in de bouw 2011
Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van de inhoud (of delen daarvan) is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van het EIB. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld. Juni 2012
Ziekteverzuim in de bouw 2011 K. Afrian MSc
Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen
7
1
Definities
11
2
Verzuim naar kenmerken werknemers
13
3
Verzuim naar kenmerken bedrijven
27
1.1 Inleiding 1.2 Gevolgen voor de registratie van loondoorbetaling in het tweede ziektejaar
2.1 Inleiding 2.2 Verzuimpercentage en meldingsfrequentie 2.3 Verdeling naar klachtcategorieën 2.4 Gevallen van één jaar of langer
3.1 Inleiding 3.2 Verzuimpercentage en meldingsfrequentie 3.3 Gevallen van één jaar of langer 3.4 Verdeling naar klachtcategorieën 3.5 Verzuim in de periode 1995-2011 3.6 Vergelijking ziekteverzuim in de bouw en de rest van het bedrijfsleven
Bijlagen
11 11
13 13 14 14
27 27 27 27 28 28
37
EIB-publicaties 39
5
6
Conclusies op hoofdlijnen
In 2011 is het verzuimpercentage in de bouw op 5%1 uitgekomen. Ten opzichte van 2010 betekent dit een lichte stijging van 0,2%. Figuur 1 toont de ontwikkeling van het verzuimpercentage voor het bouwplaats- en UTA-personeel over de afgelopen zes jaar. Het verzuimpercentage onder het bouwplaatspersoneel kwam in 2011 uit op 5,8%. Ten opzichte van 2010 betekent dit een lichte stijging van 0,1%. Verder blijkt dat bij het bouwplaatspersoneel het verzuimpercentage in 2008 met 5,4% de laagste waarde bereikte. Daarna is het verzuimpercentage verder toegenomen. Het verzuimpercentage onder het UTA-personeel bleef in 2011 met 2,7% op hetzelfde niveau als in 2010. Bij het UTA-personeel werd zowel in 2007 als in 2009 met 2,3% de laagste waarde bereikt.
Figuur 1
Ontwikkeling van het verzuimpercentage, 2006-2011
8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0
2006
2007
2008
UTA-personeel
2009
2010
2011
Bouwplaatspersoneel
Bron: EIB
De meldingsfrequentie lag in 2011 nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2010. Figuur 2 laat zien dat de meldingsfrequentie van het bouwplaatspersoneel in 2011 iets verder daalde naar 0,65 en daarmee de laagste waarde bereikte. Bij het UTA-personeel werd in 2010 met 0,39 de laagste waarde bereikt. In 2011 nam de meldingsfrequentie van die categorie weer iets toe. Het aantal ziektegevallen van dertien weken of langer is in 2011 gestegen. Het totaal aantal mensjaren verzuim is vergeleken met 2010 licht afgenomen. Doordat het totaal aantal werknemers ten opzichte van 2010 sterker daalde, betekent dit een stijging van het verzuimpercentage met 0,2%. 1 Dit betreft het verzuim in het eerste jaar van het verzuim. Omdat de werkgever vanaf 2006 de zieke werknemer gedurende maximaal twee jaar moet doorbetalen wordt vanaf 2006 het verzuimpercentage in het tweede jaar bepaald. In de jaren 2007 tot en met 2009 bedroeg dit steeds 0,6%. In 2010 en 2011 bedroeg dit 0,7%.
7
Figuur 2
Ontwikkeling van de meldingsfrequentie, 2006-2011
1,0
0,8
0,6
0,4
0,2
0,0
2006
2007
2008
UTA-personeel
2009
2010
2011
Bouwplaatspersoneel
Bron: EIB
Niet alleen het verzuimpercentage maar ook het aandeel gevallen van één jaar of langer is in 2011 toegenomen. In figuur 3 wordt het aandeel gevallen van één jaar of langer van de jaren 2006 tot en met 2011 weergegeven. Daaruit blijkt dat na 2009 het aandeel gevallen van één jaar2 of langer voor zowel het bouwplaats- als het UTA-personeel ieder jaar is gestegen. Net als voorgaande jaren blijkt dat jongeren over het algemeen vaker ziek zijn dan ouderen. De ziektegevallen van jongeren duren echter gemiddeld korter dan die van ouderen. Naar beroepsgroep bezien, kennen metselaars, ijzervlechters, straatmakers en het overig bouwplaatspersoneel een verzuimpercentage dat flink boven het gemiddelde ligt. De werknemers in de beroepsgroepen die tot het UTA-personeel worden gerekend verzuimen over het algemeen minder dan gemiddeld. De meldingsfrequentie van leidinggevenden, uitvoerders en het administratief personeel is veel lager dan bij de andere beroepsgroepen. Het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie blijken met de aard van de werkzaamheden en de omvang van het personeelbestand te variëren. Zo is het verzuimpercentage in 2011 in de b&u-sector lager dan in de gww-sector. Daarnaast kennen afbouwbedrijven een hoger verzuimpercentage dan gemiddeld. De meldingsfrequentie loopt op naarmate de omvang van het bedrijf toeneemt. Het verzuimpercentage daarentegen neemt af met de grootte van het bedrijf.
2 Voor 2006 tot en met 2011 één jaar of langer.
8
Figuur 3
Ontwikkeling van het percentage gevallen van één jaar of langer 2006-2011
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
2006
2007
2008
UTA-personeel
2009
2010
2011
Bouwplaatspersoneel
Bron: EIB
9
10
1 Definities
1.1 Inleiding Jaarlijks rapporteert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) over het ziekteverzuim in de bouw. In deze publicatie wordt het ziekteverzuim in de bouw in 2011 beschreven. In deze inleiding komt de herkomst van het cijfermateriaal aan de orde en worden definities gegeven van de verschillende begrippen die in deze publicatie worden gebruikt. De hoofdstukken 2 en 3 geven een beschrijving van het ziekteverzuim in 2011. In hoofdstuk 2 wordt het ziekteverzuim naar kenmerken van de werknemers beschreven en in hoofdstuk 3 wordt het ziekteverzuim beschreven naar type en grootte van de bedrijven. Voor de beschrijving is voor het jaar 2011 gebruik gemaakt van voorlopige gegevens voor wat betreft de werkgelegenheid in dat jaar. In de uitkomsten voor 2011 kunnen nog kleine wijzigingen optreden als in oktober van dit jaar de definitieve cijfers van de werkgelegenheid in 2011 bekend zijn. 1.2 Gevolgen voor de registratie van loondoorbetaling in het tweede ziektejaar Op 1 januari 2004 is de wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte van kracht geworden. Werknemers die vóór 1 januari 2004 ziek zijn geworden werden na een ziekteduur van één jaar gekeurd om de mate van arbeidsongeschiktheid te bepalen. Bij gebleken blijvende arbeidsongeschiktheid kon betrokkene vervolgens een beroep doen op een WAO-uitkering. Voor werknemers die op of na 1 januari 2004 ziek worden, geldt dat de werkgever óók in het tweede jaar van ziekte de werknemer moet doorbetalen. Na twee jaar kan eventueel een beroep op de WIA (die in de plaats is gekomen van de WAO) worden gedaan. Omdat de registratie uitgaat van afgesloten gevallen kan met ingang van verslagjaar 2006 de invloed van de wet op het verzuim worden aangegeven. In de rapportage wordt daarom voor de jaren 2006 tot en met 2011 het verzuimpercentage vermeld exclusief en inclusief het verzuim in het tweede jaar van de betrokken verzuimgevallen. Alleen de uitkomsten van het verzuimpercentage exclusief het tweede jaar van ziekte geven namelijk een betrouwbare vergelijking met de jaren vóór 2006. De cijfers inclusief het tweede jaar van ziekte geven echter het door de bedrijven ervaren verzuimpercentage in 2006 tot en met 2011 weer. In deze rapportage zijn de aantallen ziektegevallen en de manjaren verzuim geraamd door ophoging van de basisgegevens tot het totale bestand werknemers in de bouw. Met ingang van het verslagjaar 2006 is de verdeling naar klachtengroep alleen nog maar bekend voor de langer durende gevallen. Van ruim 4/5 van de gevallen is deze niet bekend. Er is daarom een beperkt aantal tabellen met als onderwerp de klachtcode opgenomen. Hierin is de totale verzuimduur verdeeld naar klachtengroep. Van het totale verzuim is van ongeveer één derde deel de klachtcode onbekend. Begrippen Van de begrippen die in deze publicatie veelvuldig worden gebruikt wordt hierna een korte beschrijving gegeven. A-groep De uitvoerders en de werknemers in een leidinggevend of administratief beroep. In dit rapport wordt deze groep ook als UTA-personeel aangeduid. Arbeidsbestand Werknemers die in de waarnemingsperiode voor één of meerdere dagen bij de uitvoeringsorganisatie sociale verzekeringen bekend waren, hetzij als werkende, hetzij als werkloze.
11
B-groep Bouwplaatswerknemers die vallen onder een CAO in de bouwnijverheid. Ook aangeduid als bouwplaatspersoneel. Duurgroep Op grond van het aantal ziektedagen kan een indeling naar de duur van de ziekte worden gemaakt. Deze indeling is 1-5, 5-10, 11-20, 21-65, 66-130, 131-195, 195-260 en meer dan 260 dagen. Meldingsfrequentie De verhouding tussen het aantal ziektegevallen en het aantal verzekerde manjaren. Het aantal verzekerde manjaren is de som van het aantal gewerkte manjaren en het aantal manjaren ziekte. Verzuimpercentage Het percentage van het aantal verzekerde manjaren dat verloren is gegaan als gevolg van ziekte.
12
2
Verzuim naar kenmerken werknemers
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van het ziekteverzuim naar kenmerken van de werknemers. Daartoe zijn de ziektegevallen gekoppeld aan het dienstverbandenbestand van Cordares. Uit dit bestand is de leeftijd, de beroepsgroep en de woonprovincie van de werknemers af te leiden. Bij het schrijven van dit hoofdstuk over het ziekteverzuim naar kenmerken van de werknemers zijn verzuimgegevens gebruikt van de bedrijven die bij een Arbodienst zijn aangesloten. De werknemers die bij deze bedrijven werkzaam zijn, vertegenwoordigen alle leeftijdsklassen, beroepsgroepen en woonprovincies die onderscheiden worden in het arbeidsbestand van de bouwnijverheid. Het aantal ziektegevallen en de manjaren verzuim in het bestand zijn geschat door het verzuim in de steekproef op te hogen met de bekende verhouding in werkgelegenheid tussen het bestand en de steekproef. 2.2 Verzuimpercentage en meldingsfrequentie De graadmeter voor het verzuim is het verzuimpercentage; dit is het aantal manjaren ziekte uitgedrukt als percentage van het totale aantal verzekerde manjaren. Uit tabel 2.1 blijkt dat er een groot verschil is in de uitkomst van het verzuimpercentage afhankelijk van het wel of niet meetellen van het verzuim in het tweede jaar. Wanneer alleen het verzuim in het eerste jaar van ziekte wordt geteld, bedraagt het verzuimpercentage 5,0%. Wordt ook het tweede jaar van ziekte in de berekening meegenomen, dan komt het verzuimpercentage in 2011 uit op 5,7%. Dit betekent voor beide grootheden een stijging van 0,2% ten opzichte van 2010. De meldingsfrequentie (het aantal ziektegevallen per verzekerd mensjaar) daalde in 2011 van 0,591 tot 0,585. De meldingsfrequentie en het verzuimpercentage naar leeftijdsklasse en beroepsgroep zijn voor het jaar 2011 weergegeven in tabel 2.1. Zoals deze tabel laat zien, neemt de meldingsfrequentie af met de leeftijd, terwijl het verzuimpercentage juist toeneemt met de leeftijd. Tabel 2.2 geeft de meldingsfrequentie en het verzuimpercentage naar provincie weer. In tabel 2a zijn voor 2011 het gemiddeld aantal patiënten per manjaar, het gemiddeld aantal ziektegevallen per patiënt, de gemiddelde duur per geval en de gemiddelde duur per patiënt voor de verschillende leeftijdsklassen weergegeven. Uit deze tabel komt naar voren dat het aantal patiënten per manjaar met de leeftijd afneemt, terwijl de gemiddelde verzuimduur per patiënt en per geval juist toeneemt met de leeftijd. Hieruit kan geconcludeerd worden dat jongeren over het algemeen vaker ziek zijn dan ouderen, maar dat de ziektegevallen van jongeren gemiddeld korter duren dan die van ouderen. Uit tabel 2b valt af te lezen dat het ziekteverzuim naar beroep eveneens verschilt. Metselaars, ijzervlechters, straatmakers en het overig bouwplaatspersoneel kennen een verzuimpercentage dat flink boven het gemiddelde ligt. De werknemers in de beroepsgroepen die tot het UTA-personeel worden gerekend, verzuimen over het algemeen minder dan gemiddeld. De meldingsfrequentie van leidinggevenden, uitvoerders en het administratief personeel is veel lager dan bij de andere beroepsgroepen. In tabel 2c zijn de hiervoor beschreven grootheden voor de jaren 2006 tot en met 2011 voor het hele bestand opgenomen. De gemiddelde verzuimduur per geval steeg van 21,07 dagen in 2010 tot 22,11 dagen in 2011. Ook de gemiddelde verzuimduur per patiënt nam toe van 31,69 dagen in 2010 naar 33,14 dagen in 2011. Tabel 2.3 en tabel 2.4a geven een overzicht van de ontwikkeling van het ziekteverzuim in de jaren 2006 tot en met 2011 naar leeftijdsklasse en beroepsgroep. Naar leeftijd bezien is de meldingsfrequentie van de werknemers van 20-24 jaar en 30-34 jaar in 2011 gestegen ten opzichte van 2010. Bij de overige leeftijdscategorieën nam deze juist af. Wat betreft het verzuimpercentage is geen eenduidig beeld zichtbaar, bij sommige leeftijdscategorieën is deze toegenomen terwijl deze bij andere categorieën juist is afgenomen.
13
Ook bij de verdeling naar beroepsgroep komt geen eenduidig beeld naar voren. Bij een aantal beroepsgroepen nam de meldingsfrequentie/verzuimpercentage in 2011 toe en bij anderen af. Het ziekteverzuim inclusief het tweede jaar van ziekte in 2006 tot en met 2011 naar leeftijdsklasse en beroepsgroep wordt in tabel 2.4b weergegeven. 2.3 Verdeling naar klachtcategorieën Zoals in de inleiding is vermeld is met ingang van het verslagjaar 2006 de verdeling naar klachtengroep alleen nog maar bekend voor de langer durende gevallen. Van ruim 80% van de gevallen is deze onbekend. In tabel 2.5 is de verdeling van het aantal ziektedagen naar klacht weergegeven. Het aandeel van de rugklachten is in deze tabel het grootst met 43% van de ziektedagen. Van ruim een kwart van de ziektedagen is de klachtcode onbekend. Het gemiddelde aantal ziektedagen per ziektegeval naar klacht is weergegeven in tabel 2.6. Uit deze tabel blijkt dat de gevallen met psychische klachten, rugklachten en hart- en vaatklachten gemiddeld het langst duren. In tabel 2.7 is het aantal ziektegevallen verdeeld naar klacht en naar duurgroep. De verzuimpercentages per beroepsgroep naar klacht zijn weergegeven in tabel 2.8a. Deze percentages zijn inclusief het verzuim in het tweede jaar van ziekte. Tabel 2.8b geeft de verzuimpercentages per beroepsgroep naar klacht weer exclusief het verzuim in het tweede jaar van ziekte. Uit de cijfers blijkt de fysieke belasting van het bouwplaatspersoneel uit het hoge aandeel rugklachten. 2.4 Gevallen van één jaar of langer Tabel 2.9 geeft een vergelijking van het percentage gevallen met een verzuimduur van één jaar of langer in 2006 tot en met 2011. Daaruit blijkt dat in 2011 het aandeel gevallen van één jaar of langer sterk is gestegen. Ten opzichte van 2010 is het aandeel gevallen van één jaar of langer met 0,2% gestegen. Het percentage stijgt met de leeftijd. Naar beroepsgroep gezien is het percentage hoger onder de bouwplaatsberoepen.
14
Tabel 2a
Gemiddeld aantal ziektegevallen per patiënt en gemiddelde verzuimduur naar leeftijdsklasse, 2011
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddelde Gemiddelde aantal patiënten aantal gevallen verzuimduur verzuimduur per manjaar per patiënt per geval per patiënt
< 20 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 44 45 – 54 ≥ 55
0,60 0,44 0,40 0,40 0,38 0,37 0,35
1,92 1,78 1,58 1,51 1,44 1,37 1,37
8,19 10,88 14,66 16,43 21,98 28,65 38,42
15,70 19,32 23,21 24,81 31,59 39,24 52,73
Totaal
0,39
1,50
22,11
33,14
Bron: EIB
Tabel 2b
Gemiddeld aantal ziektegevallen per patiënt en gemiddelde verzuimduur naar beroepsgroep, 2011
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddelde Gemiddelde aantal patiënten aantal gevallen verzuimduur verzuimduur per manjaar per patiënt per geval per patiënt
Timmerlieden Metselaars Minder geschoolden IJzervlechters Straatmakers Machinisten Overig bouwplaatspersoneel Leidinggevenden Uitvoerders Werkvoorbereiders Calculators Kaderpersoneel Overig UT Administratief personeel
0,45 0,42 0,39 0,38 0,43 0,36 0,74 0,25 0,29 0,32 0,33 0,29 0,33 0,26
1,48 1,47 1,70 1,33 1,65 1,53 1,52 1,24 1,39 1,36 1,33 1,61 1,41 1,46
Totaal1
0,39
1,50 22,11 33,14
1 Inclusief onbekend
22,61 33,46 29,65 43,44 19,27 32,76 36,88 49,18 25,73 42,46 21,48 32,90 18,70 28,46 19,91 24,61 22,38 31,05 11,73 15,99 14,65 19,53 10,00 16,06 17,60 24,77 19,13 27,95
Bron: EIB
15
Tabel 2c
Gemiddeld aantal ziektegevallen per patiënt en gemiddelde verzuimduur per ziektegeval, 2006-2011
2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: EIB
16
Gemiddeld Gemiddeld Gemiddelde Gemiddelde aantal patiënten aantal gevallen verzuimduur verzuimduur per manjaar per patiënt per geval per patiënt 0,46 0,45 0,46 0,41 0,39 0,39
1,43 18,22 26,04 1,41 19,33 27,25 1,37 18,82 25,77 1,63 18,08 29,40 1,50 21,07 31,69 1,50 22,11 33,14
Tabel 2.1
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar leeftijdsklasse en beroepsgroep, 2011
Gewerkte Manjaren Verzekerde Aantal Meldings- manjaren ziekte manjaren ziekte- frequentie gevallen
Verzuimpercentage
Incl. Excl. ziekte ziekte 2e jaar 2e jaar
A
B
C=A+B
D
Leeftijd < 20 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 44 45 – 54 ≥ 55
6.356 16.067 17.897 18.234 39.945 39.306 27.816
245 567 711 856 2.214 2.796 2.702
6.601 16.634 18.608 19.090 42.159 42.103 30.518
7.575 12.875 11.868 11.523 22.998 21.159 14.776
1,147 0,774 0,638 0,604 0,546 0,503 0,484
3,7 3,4 3,8 4,5 5,3 6,6 8,9
3,6 3,2 3,6 3,8 4,6 5,6 7,2
Totaal
165.622
10.091
175.713 102.774
0,585
5,7
5,0
Beroep Timmerlieden 48.728 3.585 Metselaars 16.573 1.561 Minder geschoolden 18.181 1.112 IJzervlechters 1.802 172 Straatmakers 6.862 647 Machinisten 10.487 609 Overig bouwplaatspersoneel 5.983 595 Leidinggevenden 9.836 278 Uitvoerders 10.886 450 Werkvoorbereiders 7.521 173 Calculators 3.540 110 Kaderpersoneel 2.288 43 Overig UT 4.709 171 Administratief personeel 18.228 585 Totaal
165.622
10.091
D/C 100*B/C
52.301 35.013 0,669 6,9 5,8 18.123 11.344 0,626 8,6 7,1 19.293 12.966 1.973 1.014 7.504 5.419 11.096 6.234
0,672 0,514 0,722 0,562
5,8 5,0 8,7 7,2 8,6 7,1 5,5 4,6
6.573 7.446 1,133 9,1 8,1 10.120 3.147 0,311 2,7 2,4 11.340 4.561 0,402 4,0 3,4 7.700 3.368 3.652 1.599 2.333 1.100 4.883 2.286
0,437 0,438 0,471 0,468
2,2 2,0 3,0 2,5 1,8 1,8 3,5 3,1
18.823 7.274 0,386 3,1 2,8 175.713 102.774
0,585
5,7
5,0
Bron: EIB
17
Tabel 2.2
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar provincie, 2011
Gewerkte Manjaren Verzekerde Aantal Meldings- manjaren ziekte manjaren ziekte- frequentie gevallen
Verzuimpercentage
Incl. Excl. ziekte ziekte 2e jaar 2e jaar Provincie
A
Groningen 4.402 Friesland 8.127 Drenthe 5.444 Overijssel 17.471 Flevoland 2.693 Gelderland 23.343 Utrecht 10.362 Noord-Holland 21.037 Zuid-Holland 30.221 Zeeland 4.265 Noord-Brabant 30.062 Limburg 8.194 Totaal Bron: EIB
18
165.622
B 253 507 397 1.072 177 1.390 593 1.153 1.565 251 2.169 564 10.091
C=A+B
D
D/C 100*B/C
4.655 3.647 0,783 5,4 5,0 8.634 5.198 0,602 5,9 5,3 5.842 4.003 0,685 6,8 6,1 18.543 10.547 0,569 5,8 4,8 2.870 1.771 0,617 6,2 5,6 24.733 14.535 0,588 5,6 4,9 10.954 5.919 0,540 5,4 4,8 22.189 12.133 0,547 5,2 4,6 31.783 18.651 0,587 4,9 4,4 4.516 3.232 0,716 5,6 5,1 32.235 18.034 0,559 6,7 5,8 8.758 5.103 0,583 6,4 5,4 175.713
102.774
0,585
5,7
5,0
Tabel 2.3
Meldingsfrequentie naar leeftijdsklasse en beroepsgroep, 2006-2011
Meldingsfrequentie
2006 2007 2008 2009 2010 2011
Leeftijd < 20 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 44 45 – 54 ≥ 55
0,933 0,757 0,745 0,737 0,656 0,614 0,543
0,705 0,764 1,563 1,178 1,147 0,665 0,647 0,889 0,752 0,774 0,697 0,681 0,748 0,643 0,638 0,691 0,680 0,692 0,581 0,604 0,641 0,638 0,625 0,547 0,546 0,608 0,597 0,571 0,522 0,503 0,532 0,539 0,497 0,484 0,484
Totaal 0,663 0,634 0,628 0,671 0,591 0,585 Beroep Timmerlieden 0,784 0,735 0,719 0,815 0,684 0,669 Metselaars 0,600 0,665 0,709 0,722 0,577 0,626 Minder geschoolden 0,792 0,820 0,798 0,828 0,769 0,672 IJzervlechters 0,766 0,575 0,565 0,467 0,442 0,514 Straatmakers 0,740 0,718 0,639 0,702 0,673 0,722 Machinisten 0,631 0,637 0,600 0,599 0,610 0,562 Overig bouwplaatspersoneel 0,807 0,898 0,942 1,054 0,922 1,133 Leidinggevenden 0,268 0,257 0,268 0,331 0,320 0,311 Uitvoerders 0,457 0,439 0,439 0,448 0,427 0,402 Werkvoorbereiders 0,505 0,500 0,524 0,450 0,421 0,437 Calculators 0,480 0,498 0,537 0,471 0,470 0,438 Kaderpersoneel 0,727 0,799 0,758 0,426 0,448 0,471 Overig UT 0,448 0,312 0,314 0,491 0,483 0,468 Administratief personeel 0,489 0,382 0,399 0,446 0,396 0,386 Totaal
0,663 0,634 0,628 0,671 0,591 0,585
Bron: EIB
19
Tabel 2.4a Verzuimpercentage exclusief het tweede jaar van ziekte naar leeftijdsklasse en beroepsgroep, 2006-2011
Ziekteverzuim exclusief ziekte 2e jaar
2006 2007 2008 2009 2010 2011
Leeftijd < 20 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 44 45 – 54 ≥ 55
2,9 2,8 3,0 4,7 3,8 3,6 3,0 3,0 2,8 3,7 3,2 3,2 3,7 3,5 3,3 3,6 3,5 3,6 4,1 4,0 3,5 3,8 3,5 3,8 4,5 4,6 4,4 4,4 4,6 4,6 5,4 5,5 5,1 5,1 5,4 5,6 6,2 6,3 6,5 6,1 6,8 7,2
Totaal
4,6 4,7 4,5 4,7 4,8 5,0
Beroep Timmerlieden 5,3 5,3 4,9 5,3 5,2 5,8 Metselaars 5,1 5,9 6,2 6,6 6,1 7,1 Minder geschoolden 5,6 6,4 6,4 5,8 6,1 5,0 IJzervlechters 5,6 5,3 5,5 5,9 5,3 7,2 Straatmakers 5,5 5,6 5,4 5,4 6,2 7,1 Machinisten 4,7 4,6 4,4 5,2 5,4 4,6 Overig bouwplaatspersoneel 6,3 7,1 6,9 6,5 6,4 8,1 Leidinggevenden 1,9 1,5 1,5 1,7 2,4 2,4 Uitvoerders 3,0 3,6 3,3 3,0 3,6 3,4 Werkvoorbereiders 2,0 2,0 1,8 1,6 2,1 2,0 Calculators 1,8 2,1 2,1 2,0 2,2 2,5 Kaderpersoneel 3,6 4,2 4,7 1,8 2,8 1,8 Overig UT 2,5 2,0 1,7 2,4 2,9 3,1 Administratief personeel 2,6 1,9 2,4 2,7 2,7 2,8 Totaal Bron: EIB
20
4,6 4,7 4,5 4,7 4,8 5,0
Tabel 2.4b Verzuimpercentage inclusief het tweede jaar van ziekte naar leeftijdsklasse en beroepsgroep, 2006-2011
Ziekteverzuim inclusief ziekte 2e jaar
2006 2007 2008 2009 2010 2011
Leeftijd < 20 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 44 45 – 54 ≥ 55
3,0 3,0 3,9 4,4 5,0 6,1 7,3
Totaal
5,2 5,3 5,1 5,3 5,5 5,7
Beroep Timmerlieden Metselaars Minder geschoolden IJzervlechters Straatmakers Machinisten Overig bouwplaatspersoneel Leidinggevenden Uitvoerders Werkvoorbereiders Calculators Kaderpersoneel Overig UT Administratief personeel
6,0 5,8 6,2 6,5 6,1 5,2 7,1 2,1 3,3 2,3 2,1 4,0 2,5 3,0
Totaal
5,2 5,3 5,1 5,3 5,5 5,7
2,9 3,1 4,7 3,9 3,7 3,2 3,0 3,9 3,3 3,4 3,9 3,7 3,9 3,8 3,8 4,4 3,7 4,3 3,9 4,5 5,1 5,1 5,0 5,3 5,3 6,5 5,9 6,0 6,3 6,6 7,6 7,7 7,2 8,3 8,9
6,1 5,5 6,0 6,1 5,8 6,9 7,2 7,7 7,2 7,1 7,4 7,3 6,6 7,2 5,0 6,2 6,9 6,6 6,4 7,2 6,4 6,2 6,2 7,3 7,1 5,2 5,0 6,1 6,5 4,6 8,1 8,1 7,4 7,5 8,1 1,7 1,6 1,9 2,5 2,4 4,1 3,6 3,3 4,2 3,4 2,3 1,9 1,9 2,4 2,0 2,2 2,2 2,1 2,8 2,5 4,6 5,2 1,8 3,0 1,8 2,3 1,8 2,9 3,5 3,1 2,1 2,6 3,1 3,0 2,8
Bron: EIB
21
Tabel 2.5
Procentuele verdeling van het aantal afgesloten ziektedagen per leeftijdsklasse en naar klachtengroep, 2011
Leeftijd Psychisch Rug Lede- Griep Maag Hart Overige Totaal1 maten < 20 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 44 45 – 54 ≥ 55 Totaal
2,8 25,0 0,0 2,8 2,8 0,0 2,8 100,0 5,0 34,0 0,0 0,0 1,0 0,0 9,0 100,0 8,3 39,8 0,0 0,0 1,9 0,9 6,5 100,0 12,3 37,7 0,0 1,5 1,5 0,8 11,5 100,0 13,7 42,9 0,0 2,4 3,6 4,2 5,4 100,0 12,3 45,2 0,0 3,0 3,2 7,0 7,7 100,0 6,0 47,5 0,0 4,6 3,1 11,4 8,3 100,0 9,8 43,3 0,0 2,8 2,9 6,3
7,6 100,0
1 Inclusief onbekend
Bron: EIB
Tabel 2.6
Gemiddeld aantal ziektedagen per afgesloten ziektegeval per leeftijdsklasse en naar klachtengroep, 2011
Leeftijd Psychisch Rug Lede- Griep Maag Hart Overige Totaal1 maten < 20 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 44 45 – 54 ≥ 55
104,2 51,1 - 14,4 15,7 0,0 26,1 8,3 84,4 75,8 - 4,6 9,5 39,4 78,3 11,3 122,1 81,6 44,9 4,3 31,8 177,0 69,7 15,3 139,2 117,4 - 44,0 56,1 300,6 114,3 19,0 168,3 118,4 - 45,9 92,7 145,9 55,8 24,7 188,0 130,3 3,0 82,7 97,5 198,3 93,8 33,9 166,7 150,1 - 106,4 94,0 206,9 117,3 46,8
Totaal
161,3 121,2 23,9 59,4 71,4 191,3 105,7 25,5
1 Inclusief onbekend
Bron: EIB
22
Tabel 2.7
Procentuele verdeling van het aantal afgesloten ziektegevallen per klachtengroep en naar duurgroep, 2011
Klacht
>0-5 >5-10 >10-20 >20-65 >65-130 >130-195 >195-260 >260 Totaal
Psychisch 3,1 1,5 3,1 24,3 23,9 13,5 11,2 19,3 100,0 Rug 4,5 3,4 8,3 33,2 20,6 10,3 6,6 13,0 100,0 Ledematen 50,0 0,0 0,0 50,0 0,0 0,0 0,0 0,0 100,0 Griep 52,5 9,8 7,4 12,3 6,9 2,5 0,5 8,3 100,0 Maag 30,1 2,4 7,8 33,1 12,0 3,0 4,8 6,6 100,0 Hart 2,1 1,4 2,1 20,7 25,0 10,7 10,0 27,9 100,0 Overige 16,5 7,7 11,7 28,3 16,0 6,7 4,5 8,5 100,0 Totaal1 62,9 12,6 6,8 8,9 3,8 1,7 1,1 2,2 100,0 1 Inclusief onbekend
Bron: EIB
Tabel 2.8a Verzuimpercentage inclusief ziekte in het tweede jaar per beroepsgroep en naar klachtengroep, 2011
Beroep Psychisch Rug Lede- Griep Maag maten
Hart Overige Totaal1
Timmerlieden Metselaars Minder geschoolden IJzervlechters Straatmakers Machinisten Overig bouwplaatspersoneel Leidinggevenden Uitvoerders Werkvoorbereiders Calculators Kaderpersoneel Overig UT Administratief personeel
0,5 3,2 0,6 4,7 0,4 2,5 0,6 4,7 0,3 4,4 0,8 1,6
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,2 0,2 0,2 0,6 0,3 0,2
0,2 0,2 0,2 0,0 0,2 0,2
0,3 0,6 0,3 0,9 0,5 0,7
0,5 6,7 0,5 8,4 0,4 5,7 0,3 8,6 0,9 8,4 0,3 5,4
0,6 4,2 0,7 0,4 0,7 1,0 0,5 0,4 0,4 0,4 0,7 0,0 0,6 1,1
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,3 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0
0,1 0,0 0,3 0,0 0,4 0,0 0,0
0,6 0,5 0,5 0,2 0,4 0,0 0,0
0,5 8,9 0,2 2,7 0,3 3,9 0,1 2,2 0,7 3,0 0,4 1,8 0,4 3,4
Totaal
0,6
0,7 0,6 0,0 0,0 0,2 0,1 0,3 3,0 2,5
0,0
0,2
0,2
0,4
0,4
5,7
1 Inclusief onbekend
Bron: EIB
23
Tabel 2.8b Verzuimpercentage exclusief ziekte in het tweede jaar per beroepsgroep en naar klachtengroep, 2011
Beroep Psychisch Rug Lede- Griep maten
Maag
Hart
Overige
Totaal1
Timmerlieden Metselaars Minder geschoolden IJzervlechters Straatmakers Machinisten Overig bouwplaatspersoneel Leidinggevenden Uitvoerders Werkvoorbereiders Calculators Kaderpersoneel Overig UT Administratief personeel
0,5 2,7 0,5 3,9 0,4 2,2 0,5 4,0 0,2 3,7 0,7 1,3
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,2 0,2 0,1 0,5 0,3 0,1
0,1 0,1 0,1 0,0 0,2 0,2
0,2 0,5 0,3 0,7 0,4 0,6
0,4 5,8 0,4 7,1 0,3 5,0 0,2 7,2 0,8 7,1 0,3 4,6
0,6 3,9 0,6 0,4 0,6 0,8 0,4 0,3 0,3 0,3 0,7 0,0 0,5 1,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,3 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,1 0,0 0,2 0,0 0,3 0,0 0,0
0,6 0,4 0,4 0,2 0,3 0,0 0,0
0,5 8,1 0,2 2,4 0,3 3,4 0,1 2,0 0,6 2,5 0,4 1,8 0,3 3,1
Totaal
0,5 2,2 0,0 0,1 0,1 0,3 0,4 5,0
1 Inclusief onbekend
Bron: EIB
24
0,6 0,6 0,0 0,0 0,2 0,1 0,3 2,8
Tabel 2.9 Percentage gevallen van één jaar of langer naar leeftijd en beroepsgroep, 2006-2011
Percentage van werkenden
Leeftijd < 20 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 44 45 – 54 ≥ 55
2006
2007
2008
0,1 0,2 0,6 0,8 0,9 1,3 1,9
0,3 0,3 0,6 0,7 0,8 1,4 2,0
0,2 0,2 0,5 0,4 0,9 1,1 1,8
2009 2010 2011
Totaal 1,0 1,0 0,9 Beroep Timmerlieden 1,1 1,1 0,9 Metselaars 1,3 1,4 1,4 Minder geschoolden 1,1 1,5 1,5 IJzervlechters 1,5 1,4 1,9 Straatmakers 1,2 1,3 1,3 Machinisten 1,1 0,8 0,8 Overig bouwplaatspersoneel 1,6 1,6 1,6 Leidinggevenden 0,5 0,3 0,2 Uitvoerders 0,8 1,0 0,5 Werkvoorbereiders 0,4 0,5 0,2 Calculators 0,4 0,1 0,3 Kaderpersoneel 0,7 0,9 0,9 Overig UT 0,4 0,5 0,2 Administratief personeel 0,6 0,3 0,5 Totaal
0,1 0,3 0,5 0,7 1,0 1,5 1,7
0,2 0,2 0,5 0,5 1,1 1,5 2,2
0,2 0,4 0,3 1,0 1,0 1,7 2,5
1,0
1,1
1,3
1,1 1,2 1,5 1,7 1,6 2,2 1,3 1,5 1,2 1,2 1,5 2,6 1,2 1,4 2,0 1,6 1,6 1,1 1,4 1,3 1,5 0,3 0,3 0,6 0,5 0,8 0,8 0,3 0,5 0,4 0,5 0,5 0,8 0,0 0,5 0,0 0,7 0,6 0,9 0,7 0,6 0,5
1,0 1,0 0,9 1,0 1,1 1,3
Bron: EIB
25
26
3
Verzuim naar kenmerken bedrijven
3.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van het ziekteverzuim in de bedrijven in de bouw in 2011. De grootte van de bedrijven, het bedrijfstype en de gewerkte manjaren per bedrijf zijn ontleend aan de jaarlijks verschijnende publicatie van het EIB over de bedrijven in de bedrijfstak. De gegevens in dit hoofdstuk zijn uitgesplitst naar UTA-personeel en bouwplaatspersoneel. Evenals in het voorgaande hoofdstuk geldt dat de beschrijving betrekking heeft op de door Arbodiensten geregistreerde ziektegevallen. De bedrijven waarop deze gegevens betrekking hebben, vertegenwoordigen alle grootteklassen en typen die onderscheiden worden in het bedrijvenbestand van de bouw. Het verzuim is ook in deze tabellen geschat door ophoging van de gegevens van de Arbodiensten. Een aantal indelingen van de bedrijven is minder gedetailleerd: de grootteklasse kleiner dan vijf en de klasse zes tot en met tien zijn samengevoegd. De tabellen in dit hoofdstuk geven een overzicht van het verzuim naar type bedrijf, hoofdgroep en grootteklasse. In dit rapport is in de hoofdgroepindeling de categorie b&u gesplitst in b&u (de hoofdaannemingsbedrijven in nieuwbouw en onderhoud) en afbouwbedrijven. 3.2 Verzuimpercentage en meldingsfrequentie Vergelijking van de diverse cijfers laat zien dat het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie varieert met de aard van de werkzaamheden en de omvang van het personeelsbestand van het bedrijf. In de tabellen 3.1, 3.2 en 3.3 is de meldingsfrequentie en het verzuimpercentage weergegeven naar type bedrijf, hoofdgroep en grootteklasse. Deze tabellen hebben betrekking op het totale personeel. In tabel 3.2 is af te lezen dat het verzuimpercentage in 2011 in de b&u-sector iets lager is dan in de gww-sector. Verder is te zien dat de afbouwbedrijven in 2011 een hoger verzuimpercentage kennen dan gemiddeld. Dit geldt ook voor de meldingsfrequentie van dit bedrijfstype. Tabel 3.3 laat zien dat met uitzondering van de grootteklasse 11-20 en 51-100 manjaren de meldingsfrequentie oploopt naarmate de grootte van het bedrijf toeneemt. Voor het verzuimpercentage geldt dat deze met de grootte van het bedrijf afneemt. De verschillen in verzuimpercentage en meldingsfrequentie tussen de verschillende bedrijfstypen en bedrijfsgrootten komen in 2011 voor het A-personeel in grote lijnen overeen met die voor het B-personeel en het totale personeel. In de tabellen 3.4, 3.5 en 3.6 is de meldingsfrequentie en het verzuimpercentage naar type bedrijf, hoofdgroep en grootteklasse weergegeven voor alleen het A-personeel. De meldingsfrequentie en het verzuimpercentage naar type bedrijf, hoofdgroep en grootteklasse voor alleen het B-personeel is weergegeven in de tabellen 3.7, 3.8 en 3.9. 3.3 Gevallen van één jaar of langer In 2011 komt het percentage gevallen met een verzuimduur van één jaar of langer in het personeelsbestand voor het A-personeel uit op 0,6 en voor het B-personeel op 1,5. In de tabellen 3.10, 3.11 en 3.12 zijn de percentages gevallen van één jaar of langer voor het A-, het B- en het totale personeel naar hoofdgroep, grootteklasse en type bedrijf vermeld. Over het algemeen neemt dit percentage af met de grootte van het bedrijf. 3.4 Verdeling naar klachtcategorieën In tabel 3.13 wordt de verdeling van het ziekteverzuim naar type bedrijf en naar klacht weergegeven. Deze tabel heeft alleen betrekking op het bouwplaatspersoneel. Hoewel het beeld nogal wordt versluierd door het hoge aandeel gevallen met de klachtcode onbekend, zijn een aantal verschillen wel duidelijk en hangen over het algemeen samen met de aard van de activiteiten. Zo is het aandeel rugklachten voor de onderhoud-, timmerwerk-, metselwerk-, vlechtwerk-, tegelzetwerk-, dakwerk- en kabel- en buizenwerkbedrijven relatief hoger dan gemiddeld.
27
3.5 Verzuim in de periode 1995-2011 In tabel 3a zijn de voornaamste kencijfers van het verzuim in de bouw voor de jaren 1995 tot en met 2011 samengevat.
Tabel 3a
Verzuim in de bouwnijverheid in de periode 1995-2011
Verzuimpercentage Meldingsfrequentie Percentage (exclusief 2e jaar) maximale gevallen
A-groep B-groep Totaal
A-groep B-groep Totaal
1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
3,0 5,8 5,1 3,1 6,5 5,8 3,0 5,9 5,0 2,5 5,6 4,6 2,3 5,6 4,7 2,4 5,4 4,5 2,3 5,7 4,7 2,7 5,7 4,8 2,7 5,8 5,0
Inclusief 2e jaar 2006 2007 2008 2009 2010 2011
2,8 6,2 5,2 2,6 6,4 5,3 2,6 6,2 5,1 2,6 6,5 5,3 3,0 6,5 5,5 3,0 6,7 5,7
A-groep B-groep Totaal
0,52 0,89 0,85 0,51 0,97 0,88 0,52 0,80 0,71 0,46 0,76 0,66 0,41 0,72 0,63 0,42 0,72 0,63 0,43 0,78 0,67 0,39 0,68 0,59 0,40 0,65 0,58
0,7 1,3 1,2 0,8 1,5 1,4 0,8 1,4 1,2 0,6 1,2 1,0 0,5 1,2 1,0 0,4 1,2 0,9 0,5 1,3 1,0 0,5 1,4 1,1 0,6 1,5 1,3
Bron: EIB
Uit de tabel blijkt dat het verzuim in 2011 voor het totale personeel is gestegen. Het verzuimpercentage bij het A-personeel bleef op hetzelfde niveau, terwijl dat bij het bouwplaatspersoneel is gestegen. Als ook het verzuim in het tweede jaar van ziekte wordt meegeteld, dan blijkt dat het verzuimpercentage met 0,2% is gestegen. Ook in dit geval vond de stijging bij het B-personeel plaats. De meldingsfrequentie daalde in 2011 ten opzichte van 2010. Deze daalde bij het bouwplaatspersoneel terwijl deze bij het UTA-personeel iets toenam. Het aandeel gevallen van één jaar of langer is in 2011 zowel bij het bouwplaatspersoneel als het UTA-personeel toegenomen. 3.6 Vergelijking ziekteverzuim in de bouw en de rest van het bedrijfsleven De cijfers in dit rapport hebben tot nu toe alleen betrekking op de bouw. Om de ontwikkeling van het verzuim in te kunnen schatten is een vergelijking met het verzuim in het totale bedrijfsleven nuttig. Hiervoor staan de verzuimgegevens van het CBS ter beschikking. Het CBS rapporteert per kwartaal het verzuimpercentage in een groot aantal sectoren, waaronder de bouw. In tabel 3b is de ontwikkeling van het verzuimpercentage voor het totale bedrijfsleven en enkele grotere sectoren opgenomen. Bovendien worden de cijfers voor de bouw(nijverheid) vermeld, zowel volgens opgave van het CBS als van het EIB.
28
Wanneer het ziekteverzuim van de bouw wordt vergeleken met dat in andere sectoren, dan blijkt dit volgens zowel het CBS als het EIB boven het gemiddelde te liggen. Bij vergelijking van het ziekteverzuim volgens het CBS en volgens het EIB blijken er aanzienlijke verschillen te zijn. Hierbij moeten de volgende punten bedacht worden: • In de cijfers van het CBS is de hele bedrijfstak bouwnijverheid opgenomen, dus inclusief bouwinstallatie. • De EIB-rapportage over het ziekteverzuim geeft een groot aantal details en grootheden die het CBS niet kent. Het CBS beperkt de rapportage enkel tot het verzuimpercentage. In 2008 tot en met 2011 is het ziekteverzuimpercentage volgens het CBS lager dan volgens het EIB. De verschillen in ontwikkeling zijn verklaarbaar op grond van de hiervoor vermelde verschillen in registratie. Volgens het EIB steeg het verzuimpercentage van 2008 op 2009, terwijl deze volgens het CBS ten opzichte van 2008 onveranderd bleef. De stijging in de daarop volgende jaren is voor het CBS en het EIB vergelijkbaar.
Tabel 3b
Ziekteverzuim en meldingsfrequentie in het particuliere bedrijfsleven (SBI2008), 2008-2011
Verzuimpercentage Totaal bedrijfsleven Industrie Financiële dienstverlening Openbaar bestuur en overheidsdiensten Bouwnijverheid CBS Bouwnijverheid EIB
2008 4,1 5,0 2,9 5,6 4,1 4,5
2009 2010 2011 4,1 5,2 2,8 5,3 4,1 4,7
4,2 4,2 5,1 5,2 3,2 3,3 5,1 5,4 4,2 4,3 4,8 5,0
Bron: EIB
29
Tabel 3.1
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar type bedrijf, 2011
Meldingsfrequentie Verzuimpercentage
Inclusief Exclusief ziekte 2e jaar ziekte 2e jaar A1 Nieuwbouw A3 Nieuwbouw/gww B0 Nieuwbouw/onderhoud C1/2 Onderhoud D0 Timmerwerk E1/2 Metsel-/Voegwerk F0 Vlechtwerk G1/5 Afwerkbedrijven H1/2 Dakwerk J1 Gww J2 Gww+diversen J3 Straatwerk J6 Kabel-/buizenwerk Jrest Overig gww Anders
0,557 0,796 0,460 0,671 0,556 0,505 0,680 0,573 0,491 1,082 0,620 0,473 0,489 0,425 0,555
5,0 5,9 4,7 5,3 5,9 7,3 8,6 8,8 7,2 8,6 5,0 2,9 7,6 3,5 5,7
4,3 5,3 3,9 4,7 5,1 6,3 7,0 7,6 6,3 7,7 4,5 2,8 6,3 3,0 5,1
Totaal
0,585
5,7
5,0
Bron: EIB
Tabel 3.2
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar hoofdgroep, 2011 (A- en B-groep )
Gewerkte Man- Verze- Aantal Meldings- manjaren jaren kerde ziekte- frequentie ziekte manjaren gevallen B&u Gww Afbouw Overig Totaal Bron: EIB
30
Verzuimpercentage
Inclusief Exclusief ziekte ziekte 2e jaar 2e jaar 89.774 4.895 35.362 2.050 28.328 2.429 12.158 717
94.669 55.333 0,584 37.412 20.767 0,555 30.757 19.834 0,645 12.876 6.840 0,531
165.622 10.091 175.713 102.774
0,585
5,2 5,5 7,9 5,6
4,5 4,8 6,8 4,6
5,7
5,0
Tabel 3.3
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar grootteklasse, 2011 (A- en B- groep)
Gewerkte Man- Verze- Aantal Meldings- manjaren jaren kerde ziekte- frequentie ziekte manjaren gevallen ≤ 10 11 - 20 21 - 50 51 - 100 ≥ 100 Totaal
Verzuimpercentage
Inclusief Exclusief ziekte ziekte 2e jaar 2e jaar 32.308 24.515 35.512 24.581 48.708
3.335 1.555 1.935 1.207 2.058
165.622 10.091
35.643 26.070 37.447 25.788 50.766
18.685 12.248 22.866 15.414 33.562
0,524 0,470 0,611 0,598 0,661
9,4 6,0 5,2 4,7 4,1
8,1 5,3 4,8 4,4 3,8
175.713 102.774
0,585
5,7
5,0
Bron: EIB
Tabel 3.4
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar type bedrijf, 2011 (A-groep)
Meldingsfrequentie Verzuimpercentage
Inclusief Exclusief ziekte 2e jaar ziekte 2e jaar A1 Nieuwbouw A3 Nieuwbouw/gww B0 Nieuwbouw/onderhoud C1/2 Onderhoud D0 Timmerwerk E1/2 Metsel-/Voegwerk F0 Vlechtwerk G1/5 Afwerkbedrijven H1/2 Dakwerk J1 Gww J2 Gww+diversen J3 Straatwerk J6 Kabel-/buizenwerk Jrest Overig gww Anders
0,439 0,681 0,347 0,422 0,335 0,417 0,505 0,409 0,233 0,365 0,255 0,484 0,252 0,257 0,434
2,9 3,7 2,7 3,1 3,2 2,6 5,0 5,6 2,8 4,9 2,4 2,1 4,5 2,6 4,0
2,6 3,4 2,5 2,7 2,9 2,6 4,4 5,6 2,6 4,0 2,2 2,1 3,6 2,3 3,8
Totaal
0,396
3,0
2,7
Bron: EIB
31
Tabel 3.5
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar hoofdgroep, 2011 (A-groep )
Gewerkte Man- Verze- Aantal Meldings- manjaren jaren kerde ziekte- frequentie ziekte manjaren gevallen
Verzuimpercentage
Inclusief Exclusief ziekte ziekte 2e jaar 2e jaar
B&u 33.312 1.031 34.344 14.725 0,429 Gww 13.286 419 13.705 4.404 0,321 Afbouw 5.507 200 5.707 2.000 0,351 Overig 4.684 132 4.816 2.062 0,428
3,0 3,1 3,5 2,7
2,7 2,8 3,2 2,5
Totaal 56.789 1.782 58.571 23.190 0,396
3,0
2,7
Bron: EIB
Tabel 3.6
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar grootteklasse, 2011 (A-groep )
Gewerkte Man- Verze- Aantal Meldings- manjaren jaren kerde ziekte- frequentie ziekte manjaren gevallen
Inclusief Exclusief ziekte ziekte 2e jaar 2e jaar
≤ 10 6.217 11 - 20 6.112 21 - 50 11.300 51 - 100 9.674 ≥ 100 23.486 Totaal Bron: EIB
32
Verzuimpercentage
56.789
408 6.625 165 6.277 353 11.653 262 9.936 594 24.080
1.782
58.571
2.202 0,332 1.698 0,270 4.804 0,412 4.680 0,471 9.807 0,407
23.190
0,396
6,2 2,6 3,0 2,6 2,5
5,2 2,4 2,8 2,5 2,4
3,0
2,7
Tabel 3.7
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar type bedrijf, 2011 (B-groep )
Meldingsfrequentie Verzuimpercentage
Inclusief Exclusief ziekte 2e jaar ziekte 2e jaar A1 Nieuwbouw A3 Nieuwbouw/gww B0 Nieuwbouw/onderhoud C1/2 Onderhoud D0 Timmerwerk E1/2 Metsel-/Voegwerk F0 Vlechtwerk G1/5 Afwerkbedrijven H1/2 Dakwerk J1 Gww J2 Gww+diversen J3 Straatwerk J6 Kabel-/buizenwerk Jrest Overig gww Anders
0,618 0,876 0,494 0,713 0,615 0,515 0,674 0,590 0,541 1,155 0,765 0,447 0,515 0,485 0,584
6,3 7,7 5,4 5,7 6,7 8,7 8,7 9,3 8,2 8,8 6,0 3,3 8,0 3,7 6,2
5,4 7,0 4,4 5,1 5,7 7,3 7,1 7,8 7,1 8,0 5,3 3,2 6,6 3,1 5,4
Totaal
0,642
6,7
5,8
Bron: EIB
Tabel 3.8
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar hoofdgroep, 2011 (B-groep)
Gewerkte Man- Verze- Aantal Meldings- manjaren jaren kerde ziekte- frequentie ziekte manjaren gevallen B&u Gww Afbouw Overig
Verzuimpercentage
Inclusief Exclusief ziekte ziekte 2e jaar 2e jaar 54.874 21.526 22.336 7.276
3.576 1.440 2.106 528
58.450 22.966 24.441 7.804
37.872 14.523 16.887 4.419
0,648 0,632 0,691 0,566
Totaal 106.013 7.649 113.662 73.701 0,648
6,1 6,3 8,6 6,8
5,3 5,5 7,4 5,5
6,7
5,8
Bron: EIB
33
Tabel 3.9
Meldingsfrequentie en verzuimpercentage naar grootteklasse, 2011 (B-groep)
Gewerkte Man- Verze- Aantal Meldings- manjaren jaren kerde ziekte- frequentie ziekte manjaren gevallen
Verzuimpercentage
Inclusief Exclusief ziekte ziekte 2e jaar 2e jaar
≤ 10 11 - 20 21 - 50 51 - 100 ≥ 100
26.203 18.448 24.277 14.962 25.368
2.815 1.345 1.517 889 1.318
29.018 19.793 25.794 15.851 26.686
16.035 10.339 17.562 10.377 21.644
0,553 0,522 0,681 0,655 0,811
9,7 6,8 5,9 5,6 4,9
8,4 6,0 5,4 5,2 4,6
Totaal
109.258
7.884
117.142
75.957
0,648
6,7
5,8
Bron: EIB
Tabel 3.10 Aandeel gevallen van één jaar of langer in de verzekerde manjaren naar hoofdgroep, 2011
Totaal A+B
A-personeel
B-personeel
B&u Gww Afbouw Overig
1,1 1,2 1,9 1,4
0,6 1,4 0,5 1,4 0,6 2,1 0,2 1,9
Totaal
1,3
0,6 1,5
Bron: EIB
34
Tabel 3.11 Aandeel gevallen van één jaar of langer in de verzekerde manjaren naar hoofdgroep, 2011 Totaal A+B
A-personeel
B-personeel
≤ 10 11 - 20 21 - 50 51 - 100 ≥ 100
2,5 1,8 1,1 1,0 0,8
1,6 2,6 0,6 2,1 0,6 1,3 0,6 1,2 0,4 1,0
Totaal
1,3
0,6
1,5
Bron: EIB
Tabel 3.12 Aandeel gevallen van één jaar of langer naar type bedrijf, 2011
Totaal A+B
A-personeel
B-personeel
A1 Nieuwbouw A3 Nieuwbouw/gww B0 Nieuwbouw/onderhoud C1/2 Onderhoud D0 Timmerwerk E1/2 Metsel-/Voegwerk F0 Vlechtwerk G1/5 Afwerkbedrijven H1/2 Dakwerk J1 Gww J2 Gww+diversen J3 Straatwerk J6 Kabel-/buizenwerk Jrest Overig gww Anders
1,1 1,1 1,2 1,3 1,8 2,2 2,4 1,8 1,6 0,9 0,7 2,0 0,9 1,1 1,1
0,5 0,6 0,9 0,7 0,4 1,4 0,0 0,3 1,6 0,4 0,0 1,0 0,7 0,7 0,4
1,5 1,5 1,2 1,4 2,2 2,2 2,9 2,2 1,6 1,1 1,1 2,1 0,9 1,2 1,4
Totaal
1,3
0,6
1,5
Bron: EIB
35
Tabel 3.13 Procentuele verdeling van de ziektedagen per type bedrijf en naar klachtcode, 2011 (B-groep)
Code1 Psychisch Rug Lede- Griep Maag Hart Overige Totaal2 maten A1 A3 B0 C1/2 D0 E1/2 F0 G1/5 H1/2 J1 J2 J3 J6 Jrest Anders Totaal
6,4 41,3 0,0 34,6 9,3 43,7 8,4 49,2 10,0 54,0 6,5 64,5 10,0 52,0 10,5 57,9 5,0 55,5 9,1 40,9 7,1 43,4 40,0 40,0 3,8 56,3 0,0 16,7 13,8 40,0
0,0 3,7 2,7 6,0 0,0 7,7 7,7 7,7 0,0 4,6 4,0 4,6 0,0 1,7 1,7 3,4 0,0 2,7 2,0 2,0 0,0 3,2 0,0 3,2 0,0 1,0 4,0 9,0 0,0 0,0 0,0 10,5 0,0 3,4 1,7 5,9 0,0 4,5 1,5 9,1 0,0 7,1 2,0 2,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,3 11,3 0,0 0,0 8,3 41,7 0,0 1,5 1,5 9,2
7,4 100,0 3,8 100,0 9,9 100,0 6,7 100,0 8,0 100,0 4,8 100,0 3,0 100,0 5,3 100,0 9,2 100,0 7,6 100,0 9,1 100,0 0,0 100,0 6,3 100,0 0,0 100,0 3,1 100,0
7,8 47,6
0,0 3,1 2,4 5,9
7,1 100,0
1 Zie voor indeling van de typen bedrijven in categorieën schema 2 in de bijlage 2 Inclusief onbekend
Bron: EIB
36
Bijlagen
Veranderingen in de registratie van het ziekteverzuim Met de privatisering van de ziektewet in 1996 is er veel veranderd in de registratie van het ziekteverzuim in de bouwnijverheid. Tot 1 maart 1996 wuiuierd elk ziektegeval geregistreerd door de bedrijfsvereniging voor de bouwnijverheid (BV-bouw). Omdat de melding van de ziektegevallen na 1 maart 1996 bij de Arbodiensten plaatsvindt, maakt het EIB met ingang van het verslagjaar 1996 gebruik van verzuimgegevens afkomstig van Arbodiensten. Hierbij dient vermeld te worden dat in het bijzonder ARBO-DUO bereid is geweest tot volledige medewerking aan deze gegevensverzameling. Per ziektegeval is de begindatum en de einddatum van het verzuim bekend. In de registratie op basis van de verzuimgegevens van de Arbodiensten is sprake van onderregistratie. Niet alle bij een Arbodienst aangesloten bedrijven zullen alle ziektegevallen doorgeven aan deze Arbodienst. Over het algemeen zullen de kortdurende gevallen niet altijd gemeld worden. Definities beroepsgroepen In deze publicatie wordt geen indeling naar beroep gemaakt. Er is geaggregeerd naar beroepsgroep. In schema 1 is af te lezen welke beroepen tot welke beroepsgroep behoren. De ervaring heeft geleerd dat werknemers in een jaar vaak meerdere beroepen uitoefenen die tot één beroepsgroep zijn samen te voegen. Dit doet zich vooral voor bij de beroepsgroep timmerlieden en de beroepsgroep minder geschoolden.
Schema 1
Indeling beroepen in beroepsgroepen
Beroepsgroep Beroepen Timmerlieden Timmerlieden, betontimmerlieden en machinaal houtbewerkers Metselaars Metselaars, voegers, tegelzetters en stukadoors Minder geschoolden Betonwerkers, opperlieden, grondwerkers, chauffeurs, slopers, waterbouwers en ongeschoolden algemeen IJzervlechters IJzervlechters en heiers Straatmakers Straatmakers en wegenbouwers Machinisten Machinisten, monteurs en lassers Leidinggevenden Directeuren, bedrijfsleiders, project-/rayonleiders, hoofduitvoerders Uitvoerders Uitvoerders Werkvoorbereiders Werkvoorbereiders Calculators Calculators Kaderpersoneel Bouwkundigen/ingenieurs, tekenaars, technisch mede werkers bedrijfsbureau, kwaliteitscontroleurs Administratief personeel Administratief personeel Overigen onbekend Bron: EIB
37
Schema 2
Type
Indeling typen bedrijven in categorieën
Benaming
A1 Nieuwbouw A3 Nieuwbouw van grond-, water- en wegenbouw B0 Nieuwbouw en onderhoud C1/2 Onderhoud D0 Timmerwerk E1/2 Metselwerk F0 Vlechtwerk G1/5 Tegelzetwerk H1/2 Dakwerk J1 Grond-, water- en wegenbouw J2 Grond-, water- en wegenbouw en diverse J3 Straatwerk J6 Kabel-/buizenwerk Jrest Overige grond-, water- en wegen bouw Anders Bron: EIB
38
Typen uit ‘De bouwbedrijven in 2006’ A1 A3 B0 C1, C2 D0 E1/E2 F0 G1, G2, G3, G4, G5 H1, H2 J1 J2 J3 J6 J4, J5, J9, J0 A2, A4, A5, A6, K0, L0, M0, N0, O0, P0, P1, Q0, R0, S0, T0
EIB-publicaties
2007 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2007 Beperking hypotheekrenteaftrek - gevolgen voor de bouwproductie en woningmarkt Opdrachtgevers aan het woord - meting 2006 Infrastructuurmonitor - MIT 2007 De restauratieproductie tot 2011 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces Bouwbedrijven 2007 - ontwikkelingen-vooruitzichten Sectorprofiel stukadoors-, afbouw- en terrazzo-/vloerenbedrijf 2005-2012 Het ziekteverzuim in de bouwnijverheid in 2006 De sector civiele betonbouw - marktontwikkelingen, opdrachtgeverschap en werkgelegenheid Bouwconcerns in beeld 2006/2007 Opdrachtgevers aan het woord - meting 2007 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2006 Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2006 Het arbeidsbestand in de bouw in 2006 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2006 (ARBOUW) Transparantie in de bouwpraktijk De bouwbedrijven in 2006 2008 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2008 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2007 Kostendruk van wet- en regelgeving in het gespecialiseerde aannemingsbedrijf Infrastructuurmonitor - MIRT 2008 Bouw in beeld 2007 Openbaarvervoerinfrastructuur in een geliberaliseerde markt Algemene kosten in het bouwbedrijf
39
Het ziekteverzuim in de bouw in 2007 Kwaliteit van de dienstverlening en het bestuurlijk proces van lagere overheden De markt voor restauratie en onderhoud van monumenten tot 2013 Uitdagingen en beleidsopties bij nieuwbouw van woningen - regionale ontwikkelingen en beleid na 2009 De Vastgoedlezing 2008 - crisis op de Nederlandse woning- en vastgoedmarkt? (ASRE) Bedrijfseconomische kencijfers van b&u-bedrijven in 2007 Bedrijfseconomische kencijfers van gww-bedrijven in 2007 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2007 (ARBOUW) Bouwconcerns in beeld 2007/2008 2009 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2009 Opdrachtgevers aan het woord - meting 2008 Procesintegratie en innovatief ondernemerschap in het bouwproces - meting 2008 Middenkaderopleidingen in de bouw Algemene kosten in het bouwbedrijf 2006-2007 Bouw in beeld 2008 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2009-2014 De zelfstandige zonder personeel in de bestratingsbranche Het ziekteverzuim in de bouw in 2008 Verkenning effecten stimuleringsmaatregelen rond de woningbouw (www.eib.nl) Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2008 (ARBOUW) Hervorming van de woningmarkt Reïntegratie van langdurig zieke werknemers in de bouw Bouwconcerns in beeld 2008-2009 2010 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2010 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2006-2008 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2008 Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2008
40
Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2010-2015 Zzp’ers in de bouw De arbeidsmarkt in de bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche Kantorenleegstand - probleemanalyse en oplossingsrichtingen (www.eib.nl) Ondergrondse netwerken en grondwaterbeheer Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2009 (ARBOUW) Ziekteverzuim in de bouw 2009 Beleidsvarianten beperking hypotheekrenteaftrek en liberalisatie huursector (www.eib.nl) Nacht- en weekendwerk in het wegonderhoud Bouw in beeld 2009 De bouwarbeidsmarkt 2010-2015 Bedrijfseconomische kencijfers gespecialiseerde bedrijven 2007-2008 Strategie en crisis Vrouwen in technische functies Marktstudie AFNL 2011-2012 Infrastuctuurmonitor - MIRT 2011 Kantorenleegstand - analyse van de marktwerking (www.eib.nl) 2011 Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2011 Algemene kosten in het bouwbedrijf 2007-2009 Openbare aanbestedingen in de gww Bedrijfseconomische kencijfers gww-bedrijven 2009 Bedrijfseconomische kencijfers b&u-bedrijven 2009 Succesvol binnenstedelijk bouwen De winst van innoveren (www.eib.nl) Algemene BouwplaatsKosten (ABK) van B&U-projecten 2010 (RRBOUW) Productiviteit en strategie (www.eib.nl) Bouwconcerns in beeld 2009-2010 Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2011-2016
41
Restauratie en onderhoud van monumenten - marktverkenning tot 2015 Aanbestedingsgedrag opdrachtgevers (www.eib.nl) Actuele situatie in de bouw - overzicht ten behoeve van de nieuwe woonvisie (www.eib.nl) Dynamiek op de woningmarkt De civiele betonbouw tot 2016 - ontwikkelingen op de markt en in de rolverdeling in het bouwproces (www.eib.nl) Monumenten en corporaties - monumentenbezit en -beleid van corporaties (www.eib.nl) Ziekteverzuim in de bouw 2010 (www.eib.nl) Maatschappelijke woonagenda - van programmeren naar stimuleren Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2010 (ARBOUW) Kantorenmonitor - analyse van vraag en aanbod (www.eib.nl) MKBA Herstructurering Eemsdelta Bedrijfseconomische kencijfers - b&u- en gww-bedrijven 2010 (www.eib.nl) Kosten en baten van de bouw bbl-opleiding (www.eib.nl) Overheid en markt; nieuw evenwicht in aanbesteden (www.eib.nl) Dienstverlening van medeoverheden - quick scan onder architectenbureaus (www.eib.nl) Infrastructuurmonitor - MIRT 2012 (www.eib.nl) Algemene kosten in het bouwbedrijf 2008-2010 (www.eib.nl) Kostenmodel omgevingsrecht (www.eib.nl) Bouwen voor kwaliteit (www.eib.nl) 2012 Evaluatie stimuleringspakket woningbouw (www.eib.nl) Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2012 Situatie op de Nederlandse hypotheekmarkt Arbeid en scholing in de restauratiesector Trends en ontwikkelingen in de wegenbouw tot 2017 (www.eib.nl) Trends en ontwikkelingen in de afbouwbranche 2012-2017 Bouwconcerns in beeld 2010-2011 Effecten van bezuinigingen in de infrastructuur (www.eib.nl)
42
Annuïtaire beperking hypotheekrenteaftrek (www.eib.nl) Vitaliteit: van feit tot beleid (www.eib.nl)
43
Economisch Instituut voor de Bouw Basisweg 10 1043 AP Amsterdam Postbus 58248 1040 HE Amsterdam t (020) 583 19 00 f (020) 583 19 99
[email protected] www.eib.nl Desktop publishing: Debbie van Amerongen, EIB
44
Basisweg 10 1043 AP Amsterdam Postbus 58248 1040 HE Amsterdam t (020) 583 19 00 f (020) 583 19 99
[email protected] www.eib.nl